MUSEUMPASJES
Portretten
Parcours « Portretten » 1
Parcours “Portretten” Geselecteerde werken
1. Cornelis de Vos Zelfportret van de kunstenaar en zijn familie 2. Antoon van Dyck Portret van Porzia Imperiale en haar dochter Maria Francesca 3. Antoon van Dyck Vermeend portret van de beeldhouwer François du Quesnoy 4. Jan Verhas De optocht van de scholen in 1878 5. Henri Evenepoel Henriette met de grote hoed 6. Rik Wouters De dame met het gele halssnoer
Parcours « Portretten » 2
Parcours “Portretten” Herinner je nog je eerste verjaardag ? Wie zat er dan rond je verjaardagstaart ? Welke kleren had je aan ? Weet je het niet meer ? Ik ook niet! Maar er zijn thuis misschien nog foto’s van die dag met iedereen rond jou om je eerste kaarsje uit te blazen ? Is het gemakkelijk om foto’s te maken ? Een fototoestel is een ingewikkeld toestel maar je moet enkel door het kleine venster kijken en op de knop drukken. Dan wordt de foto afgedrukt op papier en kan je ze bekijken en misschien ophangen in een mooi kader in je kamer. Zo kan je de herinnering aan je verjaardag bewaren, maar ook van een persoon die je graag ziet. Men zegt dan: het is een “portret”. Door die foto kan je dan de herinnering aan het gezicht van die persoon bewaren, zelfs als je groot bent! Op school maakt men ook foto’s van al je vrienden en leraars. Elk kind in de klas krijgt dezelfde foto omdat je zoveel kopies kan maken als je wilt.
A) Selectie van schilderijen vóór de uitvinding van de fotografie Lang geleden waren er nog geen fototoestellen (en ook geen auto’s, televisie, …). Als men een portret van zichzelf of van zijn familie wilde hebben, ging men naar een schilder. Het was iets heel belangrijks en ernstigs. Het kostte veel geld en duurde erg lang. Je moest “poseren”, dat betekent dat als je een portret wou hebben, je verschillende dagen naar de schilder moest gaan, steeds dezelfde houding aannemen en gedurende een lange tijd niet mocht bewegen. Het verschil met een foto is dat, als het portret af is, het een uniek schilderij is van de afgebeelde personages in een houding die nooit zo spontaan of natuurlijk zal zijn zoals op een foto. Aangezien een schilderij zal worden opgehangen aan de muur van een paleis of een huis, moet het flatteren. Het moet het beste beeld geven van die persoon. Daarom zijn bijvoorbeeld de kleren altijd heel mooi. Een schilderij moet ook lijken op de afgebeelde persoon: de uitdrukking van het gezicht verandert naargelang het karakter (serieus en streng of teder en zacht) maar ook naargelang de gevoelens (blij, droevig of kalm). Het waren vaak belangrijke mensen die hun portret lieten maken: koningen, koninginnen, ridders. Maar je zal ook schilderijen zien van gezinnen waarop de ouders omringd zijn door hun kinderen.
Ter informatie: de afmetingen van de werken worden uitgedrukt in centimeters, eerst de hoogte en dan de breedte. Parcours « Portretten » 3
Van het Forum, zich begeven naar de trap en de aanduiding « museumoldmastersmuseum » volgen. Op de 1ste verdieping eerst naar links en daarna naar rechts (museummodernmuseum, the curators’ choice – Jan Fabre) volgen. Na de toegang tot zaal Jan Fabre halt houden bij de eerste alkoof. 1. (Schilderij in het midden)
Cornelis de Vos Zelfportret van de kunstenaar en zijn familie - 1621 Doek - 188 × 162
Wat zie je ? Het is het portret van een gezin: een vader, een moeder et hun twee kinderen. De titel van het schilderij leert ons dat het een portret is van de kunstenaar en zijn gezin. De kunstenaar heeft zichzelf geschilderd tussen zijn geliefden. Hoe is hij zelf afgebeeld ? Wie kijkt naar ons ? Zien ze er gelukkig uit ? Vriendelijk ? Glimlachen ze ? Hoe zijn ze gekleed ? Zijn ze in hun huis ? Kijk naar de twee kinderen. Zie je twee meisjes of een jongen en een meisje ? Wat vind je van de kleuren ?
Parcours « Portretten » 4
In dit portret kijken de ouders, net zoals in zoveel portretten van families die geschilderd zijn in die periode, niet naar de kinderen. Ze kijken naar de schilder. En zo ontmoet hun blik ook de jouwe, de mijne, … De vader is “frontaal” geschilderd. Hij kijkt ernstig. Is het een strenge papa ? Hij lijkt wat afstandelijk maar wel lief. Zijn hand ligt op de leuning van de zetel, net achter de schouder van één van de kinderen, alsof hij het wil vastpakken. Met de andere hand neemt hij het kleine handje dat hem wat druiven aanreikt. En de moeder ? Op het eerste gezicht lijkt ze heel kalm en onbewogen, maar als je goed naar haar ogen kijkt, zie je dat ze fonkelen en lachen. Aan haar mondhoeken zie je het begin van een glimlach: ze lijkt een heel leuke moeder. Je zou zeggen dat ze zich niet op haar gemak voelt want ze zit oncomfortabel in haar zetel. Haar voet rust op een klein krukje. Eigenlijk is haar zetel te hoog en raken haar voeten de grond niet. Ze draagt rond haar hals een hoog wit kraagje, een “pijpkraag”. Dat moet haar ook storen. Net zoals haar jurk, die gemaakt is uit een zware luxueuze stof en een rijk borduursel heeft. Ze toont, onder haar jurk die ze een beetje heeft opgetrokken, een mooi geborduurde onderrok. Het kind dat neerzit en die een tros druiven in de plooi van zijn schort houdt, is een jongen! We weten dat hij Jan-Baptist heet en dat hij twee jaar oud is. Toch draagt hij een jurk! In de tijd waarin dit schilderij gemaakt werd, droegen kleine jongens tot de leeftijd van zes jaar lange jurken. Het was gemakkelijker om verschillende redenen: vergeet bijvoorbeeld niet dat ritsen niet bestonden en dat men zijn broek moest dichtknopen. In een zeer mooie beweging, strekt de kleine jongen zijn arm om een paar druiven aan zijn vader te geven, terwijl hij naar zijn moeder kijkt. Al lachend toont hij al zijn tanden. Hij ziet er ondeugend uit! We weten ook dat het kind dat rechtstaat naast de mama een klein meisje is dat Magdalena heet en drie jaar is. Ze is wat verlegen. Om zich veilig te voelen, legt ze haar hand op de rok van haar moeder. Wanneer ik naar dit schilderij kijk, heb ik de indruk dat de papa en mama aan hun kinderen gezegd hebben: ‘wees braaf, hou jullie goed en zwijg terwijl we poseren voor dit portret’. De kleine jongen was een beetje wild, hij had zin om te spelen, te bewegen, hij maakte iedereen aan het lachen. Daarom heeft de schilder de opbouw van het familieportret veranderd om JanBaptist een meer lachende en spontane houding te geven. En jij, kan je je inbeelden dat je elke keer terug naar de schilder moet gaan, dezelfde houding moet aannemen, je arm moet opheffen en breed moet glimlachen ? Wat belangrijk is, is dat we dankzij schilderijen zoals deze veel dingen kunnen leren: bijvoorbeeld hoe men zich kleedde, welk kapsel men had, …
Parcours « Portretten » 5
Welke kleren hebben ze aan ? Ze hebben allemaal hun mooie kleren aan die gemaakt zijn uit fraaie stoffen, met rijk “borduurwerk” en mooie kant. Kijk naar de kleren van de twee kinderen: je kan je voorstellen dat het niet gemakkelijk moest zijn om te bewegen, om te spelen in die lange en brede jurken. Opdat de jurken mooi zouden vallen, plaatste men onder de jurk en rond de heupen, een groot linnen kussen, ook onder de onderrokken. Kijk naar de rechterarm van het kleine meisje: ze was verplicht om haar arm ver van haar lichaam te houden (kan jij het nadoen ?). Alleen rijke mensen konden zich kleren aanschaffen met zulke stoffen en zo een borduurwerk. Denk eraan dat er toen geen wasmachines bestonden. Kleren wassen was moeilijk en vermoeiend werk. Maar in het dagelijkse leven waren de kleren veel eenvoudiger: ze waren beter aangepast aan verplaatsingen of om te spelen en waren gemakkelijker om te wassen. De jongen draagt net zoals zijn moeder een pijpkraag. Als jij hetzelfde rond je hals zou dragen, zou je je hoofd niet gemakkelijk meer kunnen draaien, of kunnen eten of op de grond spelen!
Hoe is hun haar ? Ze hebben alle vier dezelfde kleur haar. De papa heeft een snor en een baard. Het haar van de mama is naar achteren getrokken waardoor ze een groot voorhoofd heeft. Onder hun mutsen kunnen we zien dat de kinderen golvend haar hebben. Ze droegen die mutsen dag en nacht, zo wordt hun haar niet zo snel vuil. Shampoo bestond toen nog niet! De mutsen waren ook een bescherming tegen de kou want er was geen verwarming in huis, alleen maar een haardvuur.
Andere details ? Juwelen ? Het kleine meisje heeft een mooie halsband met een kruisje en armbandjes rond haar polsen. De jongen heeft een halssnoer met een dubbele rij rode parels. De mama draagt ringen, oorbellen en een diadeem in haar haar. Draagt de papa juwelen ? Welke ? Een ring aan zijn rechterhand en een gouden ketting die erg opvalt op zijn donker pak.
Waar zijn ze ? Ze zijn geschilderd alsof ze thuis zijn. Je ziet een tapijt, een tafelkleed op een zuil, een erg donker decor op de muur achter de papa en een rood gordijn. Op de grond ligt de tak van een wijnstok en een paar druiven. Maar het is ook mogelijk dat de schilder in zijn atelier werkt en dat hij een decor heeft verzonnen om het familieportret te maken.
De opbouw Kijk naar het spel van de handen. Kijk eerst eens naar de grote handen van de ouders: de rechterhand van de papa rust op de schouder van de jongen en de linkerhand van de mama ligt op haar rok (en niet op de armleuning van de zetel): de twee handen, staan aan elke kant van het schilderij zodat een hand van elke ouder het portret van de familie omkadert.
Parcours « Portretten » 6
De handen van de kinderen staan in het midden van het schilderij. De hand van Jan-Baptist en deze van de papa houden elkaar vast, in een schitterend contrast van licht op de donkere kleding van de papa, net zoals deze van de kleine Magdalena op de benen van haar mama.
De kleuren Beschrijf de kleurenzones: het rood van het gordijn boven het gezicht van de mama, de donkere kleur van het tapijt achter de papa die in het zwart is gekleed en vooraan de witte kleren van Magdalena. Het is het wit dat het schilderij verlicht. Zoals in de pijpkraag van de mama en van JanBaptist, in de kanten kraag van de papa, in de mutsen van de kinderen, op de jurk van Magdalena, … Let ook op hoe de schilder rood gebruikt in de details: het gordijn, de veters van de witte schoenen van de kleine jongen en zijn parelen halssnoer, het topje van de onderrok onder de rok van de mama.
Het schilderij Hoe is het vlak van het schilderij ? Het is glad. De verflaag is dun en de schilder gebruikt zijn penselen zodat we de streken van het penseel niet zien. De details van de borduurwerken en het haar zijn geschilderd met een zeer fijn penseel. Er is veel tijd nodig om zo een mooi schilderij te maken. Dit schilderij is zeer groot omdat heel de familie er van kop tot teen opstaat. Er zijn ook kleinere portretten waar we alleen maar het hoofd of de romp zien.
Parcours « Portretten » 7
2. (Links van het schilderij van Cornelis de Vos)
Antoon van Dyck Portret van Porzia Imperiale en haar dochter Maria Francesca Doek - 184, 5 × 134
Wat zie je ? Het portret van een mama en haar dochter. Glimlachen ze ? Hoe zijn ze gekleed ? Welke kleuren zie je ? Het is het portret van een Italiaanse familie. Net zoals veel mensen in die tijd, heeft de schilder veel gereisd. Hij heeft in Italië gewoond waar hij veel portretten van belangrijke families heeft geschilderd om zijn brood te verdienen. De mama, die in de zetel zit, is de vrouw van een bankier. Ze heeft een ernstig gezicht. Ze glimlacht niet en haar mond is gesloten. Het was in die periode een regel van de portretkunst (kijk eens terug naar het voorgaande schilderij en let op het gezicht van de mama). Ze is geschilderd zoals een voorname en majestueuze dame. Ze neemt veel plaats in het schilderij in. Naast haar, een beetje op de achtergrond, lijkt haar dochter heel klein. Het lijkt alsof de schilder de belangrijkste plaats aan de moeder wilde (of moest) geven.
Parcours « Portretten » 8
(Hef het kind op om het op ooghoogte van een volwassene te brengen)
Heb je niet de indruk dat ze ons vanuit de hoogte aankijken ? De schilder heeft ze afgebeeld alsof hij een beetje onder hen stond. Als je op de grond gaat zitten, moet je je hoofd oprichten, je bekijkt me van laag naar hoog. Je blik naar mij is “in kikvorsperspectief”. Dat is wat het meest gebeurt in je dagelijkse leven want je bent nog klein. Hier in het museum bijvoorbeeld zijn de schilderijen opgehangen op de hoogte van de volwassenen. Als we allebei hetzelfde beeld willen hebben, moet ik je dragen. Maar als ik op de grond ga zitten en jij staat rechtop, bekijk je me van hoog naar laag, alsof je neer duikt. Dat is wat we een “vogelperspectief” noemen, gericht van hoog naar laag.
Welke kleren hebben ze aan ? De moeder draagt een lange zwarte jurk. Op dat zwart heeft de schilder fijne, witte accenten aangebracht om de details weer te geven: het kant van de boord en de manchetten, de knopen op de jurk, de parels van haar halssnoer, de oorbellen en de ringen aan haar rechterhand. Bekijk deze hand goed: ze ligt op de leuning van de zetel en lijkt klein. Maar als ik in dezelfde houding zou staan, zou mijn hand misschien ook klein lijken ? Haar donker haar wordt naar achteren gehouden door een diadeem en een bloem is vastgemaakt aan de zijkant. De bloem is rood zoals het zware gordijn boven haar. Doet dit je aan iets denken ? In dit deel van het schilderij, brengen alleen het gezicht en de handen van de dame lichtere toetsen. Het andere deel van het schilderij is lichter: het jonge meisje draagt een lichte en schitterende jurk. De kleuren doen denken aan die van een “parelmoer”, het zijn kleuren die veranderen met het licht en dat heb je al gezien in sommige schelpen. Let ook nog eens op de lange plooien van de jurk en de details van het borduurwerk. Het bovenste deel van de jurk is bedekt met een cape waar je je arm in kan glijden. Hier steekt het jonge meisje haar linkerarm uit. De uitgestrekte vingers van haar hand rusten op de toetsen van het klavier van een “virginaal”. Het is een klein, plat muziekinstrument. Het bovenste deel lijkt, in het klein, op het klavier van een piano.
Het schilderij Het is een groot schilderij, indrukwekkend, waar twee personages helemaal op afgebeeld staan. Laten we naar een ander soort “portret” kijken waar de schilder alleen maar het bovenste deel van het lichaam heeft afgebeeld.
Parcours « Portretten » 9
3. (Links van het schilderij “Portret van Porzia Imperiale en haar dochter”)
Antoon van Dyck Vermeend portret van de beeldhouwer François du Quesnoy Doek - 77,5 × 61 Dit schilderij is kleiner: het was niet nodig om een groot schilderij te maken aangezien de schilder heeft beslist om alleen maar de “buste” van een man te schilderen. Hij beeldt de persoon slechts af vanaf het middel. Zijn gezicht is niet frontaal afgebeeld maar in “driekwart”. De titel geeft aan dat het om het portret van een beeldhouwer gaat.
Hoe weten we dat ? Hij houdt een klein beeldhouwwerk in zijn handen. Wanneer een kunstenaar het portret maakt van een bekende persoon, voegt hij er vaak details aan toe die deel uitmaken van zijn leven en van zijn beroep. We weten ook dat de schilder gereisd heeft in Italië en dat hij die beeldhouwer heeft leren kennen. Het is zelfs een vriend geworden.
Het beeldhouwwerk Een grijnzend gezicht, volledig behaard met een sikje. Het is het hoofd van een halfgod uit de legendes, een “sater”.
Parcours « Portretten » 10
Kijk naar de hand van de beeldhouwer en naar het hoofd van de sater Wat een contrast tussen de zeer elegante hand van de beeldhouwer, de perfect geslaagde positionering van de vingers en het lelijke hoofd van de sater.
Een detail dat we al gezien hebben en ook nog zullen aantreffen bij de andere schilderijen De grote, platte kraag en de witte manchet tegenover de sombere kleur van de kleren en de achtergrond van het schilderij.
Parcours « Portretten » 11
B) Selectie van schilderijen na de uitvinding van de fotografie Terugkeren naar het Forum 4. (Het schilderij bevindt zich aan de muur links)
Jan Verhas De optocht van de scholen in 1878 - +/- 1880 Olie op doek – 241 x 423 (Om een overzicht te hebben van het geheel, ga op enkele meters van het schilderij staan) We staan voor een heel groot schilderij. Hoeveel stappen moet je zetten om van de ene naar de andere kant te gaan ?
Wat zie je ? De titel van het werk duidt aan dat het gaat om een defilé van schoolkinderen. Je ziet een klas jonge meisjes, begeleid door een dame (ze geeft de hand aan het meisje op de eerste rij), die defileren voor personen die op een verhoogde tribune staan voor het Koninklijk Paleis in Brussel (het huidig paleis is erg verschillend; er zijn belangrijke uitbreidingswerken aan uitgevoerd). Ze zijn omringd door belangrijke personen: ze lijken al wat op oudere leeftijd.
Parcours « Portretten » 12
Ze hebben grijs haar en de persoon links leunt op een stok. Hij vermoedde dat het lang zou duren, dat hij lang zou moeten rechtstaan of dat het defilé lang zou duren. Inderdaad, kijk, achter de meisjes, staat nog een rij mannen te wachten en daarna volgen nog andere schoolmeisjes. Het is een echte stoet tot op het einde van het plein (in de verte merken we de toren van het Stadhuis van Brussel). Ze gaan voorbij grote en zeer mooie huizen aangemoedigd door een enthousiaste menigte. Kijk ook naar de trappen die leiden naar de tribune: twee leeuwen in lighouding bevinden zich aan het begin van de trap waar talrijke bloemstukken neergelegd werden. Op het voorplan zien we het plein met straatstenen (zoals het “Paleizenplein” er nog steeds bijligt!).
Kunnen jullie zich inbeelden wat dit schilderij voorstelt ? De kunstenaar schildert een belangrijke gebeurtenis. Koning Leopold II, de tweede koning sinds het ontstaan van België, viert samen met de koningin hun 25ste huwelijksverjaardag, wat we de « zilveren bruiloft » noemen. Het land heeft een groot evenement voorbereid om deze verjaardag te vieren. Het is een nationaal feest en de vlaggen worden op de gevels van de huizen en op verschillende andere plaatsen aangebracht. Welke kleuren heeft de Belgische vlag ? Een defilé van scholen om een huwelijksverjaardag te vieren ? Waarom niet eerder een mooi geschenk ? Heel lang geleden waren kinderen niet verplicht naar school te gaan. Sommigen hielpen hun ouders op de boerderij, anderen werkten in de mijn, terwijl sommigen het geluk hadden een leraar aan huis te hebben. Vooral de jongens gingen naar de publieke school. Ze mochten hun studies verderzetten en eventueel naar de universiteit gaan. De meisjes bleven na de basisschool thuis en konden niet verder studeren. Koning Leopold II en zijn ministers hebben sterk geijverd voor het bevorderen van het onderwijs in het algemeen en voor het « recht van de vrouw tot onderwijs » in het bijzonder door hen toegang te geven tot het hoger onderwijs. Hij kan er trots op zijn! Met deze lange optocht van de kinderen willen ze de koning hiervoor bedanken. Door talrijke ruikers bloemen neer te leggen aan de voet van de trap betuigen ze hun dank. De kinderen die in rij voor jou staan, zijn enkel meisjes! In jouw klas zijn jongens en meisjes! Op het ogenblik dat dit schilderij gemaakt werd, zaten jongens en meisjes in aparte klassen. Er waren scholen voor jongens en voor meisjes. Je zou enkel jongens of meisjes als klasgeno(o)t (e) gehad hebben.
Parcours « Portretten » 13
Je vraagt je af waarom we halt houden voor dit schilderij. Nochtans had ik een parcours voorgesteld met het thema ‘portretten’ ? Veertien portretten te voet! Kijk vooral naar de meisjes op de eerste rij. Kan je ze tellen ? Ze staan voor ons van kop tot teen, gekleed in mooie witte jurken. Elke jurk is verschillend, de halsuitsnijding, de mouwen, sommigen hebben een ceintuurtje. Kijk naar elk detail: mooie volants en kantwerk, kleine knopen op het corsage, … Elk meisje (behalve het uiterst rechtse op de eerste rij) draagt een strooien hoed. Ze dragen allen een zwart lint in het haar, maar ze dragen het op een verschillende manier. En de schoenen ? Het zijn hoge laarzen met veters, in het bruin of in het zwart. Het zal heel wat tijd gevergd hebben om deze te rijgen vooraleer naar school te gaan. Slechts twee meisjes dragen schoenen met een riempje. Kijk nu vooral naar de gezichten. De schilder heeft een nauwkeurige studie gemaakt van de fysionomie van de kinderen. De gelaatsuitdrukkingen van de meisjes op de eerste rij zijn in alle details weergegeven. Het zijn als het ware individuele portretten. Het meisje op de achtste plaats, vertrekkend van links, van de eerste rij werd geïdentificeerd als het nichtje van de kunstenaar. Om de samenstelling zo vloeiend en natuurlijk te laten overkomen en om herhalingen te vermijden, heeft de kunstenaar verschillende richtingen en houdingen aan de veertien sierlijke portretten gegeven : ze staan in “driekwart” houding, in “profiel” of in “frontaal”. De meisjes komen ons als het ware tegemoet, maar hoeveel kijken naar ons ? Kijk naar de blik van elk afzonderlijk: ze kijken naar de grond, naar de dame in grijs kostuum, of naar een punt in de verte, enz. De ogen en de blik geven verschillende emoties weer: blijdschap of verdriet, verwondering, ironie, teleurstelling, schuchterheid, ongerustheid. De precieze overeenstemming met het model is het gevolg van een nauwlettende observatie. Kun je enkele voorbeelden geven ? - Het meisje naast de dame in het grijs heeft een vragende blik, is wat angstig, alsof ze werd berispt. Nochtans kijkt de dame heel vriendelijk naar haar. - Een meisje kijkt naar de grond, is ze verlegen ? En de dame in de mooie grijze jurk ? Heel waarschijnlijk is het Isabelle Gatti de Gamond, die een school voor meisjes opgericht en geleid heeft. Zoals alle dames uit die periode, draagt ze een lange jurk (met volants) en een hoed! Ze wordt gevolgd door twee andere onderwijzeressen in het grijs gekleed en ook zij dragen een hoed.
Parcours « Portretten » 14
Hoe zijn het koninklijk echtpaar en de omringende personaliteiten gekleed ? De koning draagt een rode broek en een witte vest met riem. Een rood lint kruist de borst. Merk op dat hij een groene hoed draagt en dat hij een korte ringbaard heeft. Het was de gewoonte dat mannen een baard hadden. Leopold II is op het ogenblik van het defilé nog jong. Maar hij zal zijn baard laten groeien en op talrijke schilderijen en beeldhouwwerken wordt hij voorgesteld met een lange baard. De koningin draagt een lange jurk met volants en ze draagt een strooien hoed in dezelfde kleur als haar jurk. Bekijken we nu in detail de personaliteiten die naast de koning staan en die samen met hem het verloop van het feest volgen. Gezien hun grijze haren kunnen we veronderstellen dat ze al een oudere leeftijd hebben. Dit is heel normaal. De personen in de entourage van de koning en die belangrijke functies uitvoeren, moeten getuigen van heel wat ondervinding. De hoogwaardigheidsbekleders hebben ofwel een snor of een baard. Merk op dat ze een uniform of een zwart kostuum dragen. Belangrijke personen, van hoge sociale rang, waren zeer elegant gekleed en in functie van de omstandigheden: een “geklede jas” (“redingote”), een “jacquet” of in statiekledij (“habit”). En de hoeden ? We onderscheiden op dit schilderij twee verschillende modellen uit die periode : de “steek” (“bicorne”) een hoed waarvan beide randen geplooid waren naar de bovenkant van de hoed om als het ware twee horens te vormen. De “cilinderhoed” (“hautde-forme”) is een hoed, in het grijs of in het zwart, met een hoge cilindrische rand. De hoed werd gedragen met een geklede jas. Kun je me zeggen in welke periode van het jaar dit defilé plaats vond ? In de winter ? Neen ! Als je kijkt naar de manier waarop alle personages gekleed zijn, lichte jurken voor de meisjes, dan kunnen we afleiden dat het zomer is. (inderdaad, dit evenement vond plaats tijdens de maand augustus). De hemel is blauw met slechts enkele witte wolken, de zon schijnt op de gevels en het regent niet!
Het schilderij Samenstelling. De schilder heeft zijn talent en zijn opmerkingszin gebruikt om alle elementen van dit evenement weer te geven: de koning, de koningin, de hoogwaardigheidsbekleders, de scholen, de toeschouwers zijn weergegeven zoals op een foto. Hoe geeft de schilder de kleuren weer ? Zoals de schilderijen die we reeds gezien hebben, is de oppervlakte heel glad; we zien de penseeltrekken van het penseel niet. Het is voorgesteld in een harmonie van zachte kleuren en baadt in het licht van een mooie zomerdag. De schilder heeft opmerkelijke kwaliteiten als colorist die we vooral terugvinden in de verschillende tinten wit van de jurken van de meisjes.
Parcours « Portretten » 15
Laat ons gaan kijken naar andere werken die geschilderd werden na het ontstaan van de fotografie. Vanuit het Forum zich begeven naar het « muséefin-de-sièclemuseum ». Neem de roltrap (of de trappen) en volg de weg tot aan de mezzanine boven een grote zaal tot aan de lift die zich links bevindt. Afdalen tot niveau -7. 5. (Bij het verlaten van de lift de gang rechts volgen tot aan de trap die zich bevindt bij een insprong rechts. Boven de trappen, aan de muur voor jou, halt houden aan het vijfde schilderij)
Henri Evenepoel Henriette met de grote hoed - 1899 Olie op doek – 72 x 58
Wat zie je ? Het portret van een jong meisje. Haar naam is Henriette. Kan je haar beschrijven ? Ze draagt een grote strooien hoed op haar mooie blonde haren, die zich uitspreiden op een « cape » (een mantel zonder mouwen). Haar handen rusten op haar grijze jurk die onderuit de mantel komt. Ze kijkt ons aan. Lacht ze ? Ze kijkt heel ernstig. Ze poseert. Parcours « Portretten » 16
De kunstenaar maakte heel graag portretten, vooral van kinderen, van zijn zoon of zoals hier van zijn nicht. Herinner je in het grote schilderij dat we gezien hebben en dat een defilé van schoolkinderen voorstelt, waar de kunstenaar ook zijn nichtje schilderde met andere schoolmeisjes ?
Het jonge meisje poseert, maar niet in een atelier De kunstenaar werkt vanaf een foto. Hij maakt verschillende foto’s van Henriette en bereidt op die manier zijn schilderij voor. Dankzij die methode is Henriette niet verplicht verschillende uren te poseren, zoals we gezien hebben in vorige schilderijen. Ze zit in “driekwart” houding voor een landschap. Haar silhouetje, een weinig log, tekent zich af tegen een dreigende hemel overheersend blauw-grijs gekleurd. Het zou kunnen regenen, zelfs onweren. De schilder geeft op een tedere wijze Henriette’s gelaat weer met een ernstige blik en haar zwarte ogen naar ons gericht. Ze lijkt niet goed gehumeurd! Is ze verlegen of mokt ze ? En jij, hoe kijk je naar de persoon die je fotografeert ?
De kleuren Noem al de kleuren die je ziet. In het algemeen zijn ze een beetje triestig: een grijze jurk, een donkerblauwe of bijna zwarte mantelkap, een blauw-grijze hemel. Gelukkig wordt het schilderij opgelicht door de grote hoed met de roze pluim, de goudblonde lokken die op de mantel vallen en vooral het bleek gelaat met de roze wangen.
Het schilderij Een dikke verflaag bedekt het doek. Je ziet nog de penseeltrekken die bij het schilderen achterbleven. Bijvoorbeeld op de hoed van Henriette, zien we verfsporen die als het ware een aureool vormen rond het hoofd. Merk ook nog de penseeltrekken op de handen en de voorarm, op de jurk boven de knieën. Wat een verschil met de precieze details en vlakke verflaag in het schilderij « De optocht van de scholen »! (Op je stappen terugkeren) Links van het schilderij « Henriette met de grote hoed », het “Portret van Louis Charles Crespin” (1895), zoon van de schilder Evenepoel, hier voorgesteld in schort met geplooide kraag, en een lang penseel in de hand. Het schilderij laat het doek zien.
Parcours « Portretten » 17
6. (Terugkeren naar de trappen en halt houden aan ”De dame met het gele halssnoer”)
Rik Wouters De dame met het gele halssnoer - 1912 Olie op doek - 121, 5 × 110 (ga een paar meter van het schilderij gaan staan)
Wat zie je ? Het is het portret van een vrouw die in een grote zetel zit. Ze draagt een blauwe jurk en een geel halssnoer. Het is een heel kleurrijk schilderij, welke kleuren zie je ?
De schilder maakt een portret van zijn vrouw Haar naam is Nel. We weten dat hij veel van haar hield en zij ook van hem. Ze bewonderde hem zeer en hielp hem veel zodat hij zich helemaal op zijn schilderkunst kon richten. Er was een heel mooi liefdesverhaal tussen hen. Ze zit in een zetel en richt haar hoofd op om naar de schilder te kijken. We zien haar van hoog naar laag. We hebben een “vogelperspectief”. Het is het omgekeerde van wat we gezien hebben in het portret van de Italiaanse dame en haar dochter.
Parcours « Portretten » 18
Nel draagt een lange, blauwe jurk omzoomd met een kleine, witte boord en witte manchetten. De details die we al gezien hebben in andere schilderijen maken het voor de schilder mogelijk om de donkere zones wat lichter te maken. Op de muur boven het hoofd van Nel hangt een zwart/wit afbeelding. Ik denk dat het een foto is (in die tijd bestonden er nog geen kleurenfoto’s). Het is misschien het portret van de kunstenaar die staat afgebeeld op het schilderij. Wat zie je op de andere muur achter Nel ? Een zicht vanuit het raam ? een schilderij ? een weerspiegeling in een spiegel ? (kom nu dichter bij het schilderij)
Hoe plaatst de kunstenaar de verschillende kleuren ? In dit schilderij is de verf minder dik aangebracht, ze is verdund en op sommige plaatsen zie je zelf het doek waarop de schilder heeft gewerkt. Hij gebruikt de verf op zeer zuinige wijze, brengt ze aan op het doek en schraapt ze dan af. Kijk eens goed naar de jurk, de kraag van de jurk, het halssnoer, de bloemen op het behang: het zijn alleen maar kleurvlekken, de ene naast de andere. Van veraf, zie je de bloemen op het behangpapier van de muren. Van dichtbij zijn het alleen maar kleurvlekken. Kijk naar de handen van Nel: de vingers zijn niet zo precies getekend; je kan ze nauwelijks tellen! In dit schilderij zijn de kleuren levendig en vrolijk. Het licht komt vanuit het raam en kleurt de schaduwen van het gezicht en de handen van Nel rood, groen en blauw.
Waarom deze verandering in de manier van schilderen ? De realiteit naschilderen heeft niet echt veel nut meer omdat fotografie daar eigenlijk voor bestaat. Dus voelen de schilders zich niet meer verplicht om alle details op zeer nauwkeurige wijze weer te geven. Maar ze houden van kleuren, licht en het resultaat is veel vrolijker.
Laten we een verhaaltje verzinnen De kunstenaar heeft een zwaar leven gehad. Hij is altijd arm geweest. Maar wanneer hij schildert, dan vergeet hij zijn zorgen. In al zijn werken, bezingt hij de schoonheid, het geluk dat hij met Nel deelt. Wat als jij nu een verhaaltje verzint bij het schilderij ? Dan zal ik jou het mijne vertellen. ……………………………………. …………………………………….. Nu is het mijn beurt! Op een dag zegt de kunstenaar aan Nel: “het is mooi weer vandaag en het licht valt zo mooi in de kamer, ik ga je portret schilderen! Doe je blauwe jurk aan en ga in de zetel zitten voor het raam. Met de gekleurde gordijnen achter je en het gebloemde behangpapier zal het een mooi decor zijn. OK, we zijn klaar.” Hij begint, stopt dan en zegt aan Nel: “ik ga er nog een stoel bijzetten met een rode stof zodat het blauw van je jurk beter uitkomt.”
Parcours « Portretten » 19
De kunstenaar schildert vlug en spreekt ondertussen met haar. En Nel, die haar hoofd eerst op haar arm laat rusten, richt haar gezicht op om naar hem te luisteren. Een beetje later, wanneer hij bijna klaar is, zegt hij haar: “Als je nu eens je mooie, gele halssnoer zou aandoen dat ik je voor je verjaardag gegeven heb ?” En zo komt het dat het schilderij “De dame met het gele halssnoer” heet.
Om het parcours te beëindigen, de lift nemen tot niveau –3, vervolgens via de trappen terugkeren naar het Forum.
***** *** *
Een kort besluit na ons parcours ? Welk schilderij vond je het mooist ? Welk zou je graag terugzien ? Zou het mooi zijn in jouw huis ? Denk eens aan jouw portret: - alleen of in met de familie ? - Met een dier ? - In welk decor ? - Welke kleren zou je aandoen ? - In welke kleuren ?
Parcours « Portretten » 20