PORTRETTEN & VERHALEN Dit portretten & verhalen boekje is een product van het Project “Straat in beweging” uitgevoerd door Rijnstad i.s.m. onderstaande partners en wordt gefinancierd door GSO-III
SERVICEFLAT
gelden.
GORINCHEMSTRAAT
Pieter Rademakers Beste lezer,
In de jaren ’57, ’58 en ’59 kregen ze kinderen. Een jaar later was me-
Dit
vrouw van Os weer zwanger, ze dacht dus dat ze met vier kinderen de zomer in zou gaan, maar het vierde kindje werd op 5 maart doodgeboren. Hun kindje van twee jaar was daarvoor al ziek geworden en overleed op 13 maart. Mevrouw van Os kan er nog steeds emotioneel om worden. In 1962 werd hun vijfde kindje geboren, die was gezond.
portretten & verhalen boekje geeft je een bijzondere inkijk van wie er zoal woont in de Serviceflat Elderveld. Deze fascinerende verhalen van bijzondere mensen met mooie portretten nodigt uit om meer te willen weten wie je buren eigenlijk zijn. Want prettig wonen is meer dan het hebben van een dak boven je hoofd. Prettig wonen is ook het hebben van fijne buren, samen activiteiten kunnen ondernemen en elkaar hulp bieden indien nodig. Prettig wonen start met elkaar leren kennen!
Dit portretten & verhalen boekje heeft mijn nieuwsgierigheid in ieder geval
Mevrouw van Os heeft in haar familie veel te maken (gehad) met ziektes. Zelf had ze, zonder het te weten, de ziekte van Lyme. Ze had altijd wel klachten, maar werd daar niet goed voor behandeld. Pas na twintig jaar kwamen ze er achter.
Het tweede kopje thee wordt ingeschonken en mevrouw van Os vertelt
geprikkeld en ik wil graag meer weten van wie er achter deze verhalen schuil gaan. Ik hoop dat je door het lezen ook zo nieuwsgierig geworden bent en dat dit boekje je een extra stimulans geeft te investeren in elkaar en samen leuke dingen te ondernemen.
verder. In 1970 is mevrouw van Os weer begonnen bij de PTT en heeft hier nog tot 1990 gewerkt.
Het
Na vijfentwintig jaar in de wijk Hoogkamp te hebben gewoond, zijn ze
portretten & verhalen boekje is een onderdeel van het project “Straat in beweging”. In 2010 heeft dit project op verschillende locaties in Arnhem met succes laten zien dat je op verschillende manieren bewoners met elkaar in contact kunt brengen. Het doel van is om bewoners te activeren om hun talenten in te zetten voor hun eigen straat of buurt.
verhuisd naar de seniorenwoning in Rijkerswoerd. Toen haar man kwam te overlijden voelde ze zich daar niet meer zo veilig alleen. Vijf jaar geleden heeft ze daarom besloten te verhuizen naar de Serviceflat, waar het haar goed bevalt.
Mevrouw van Os laat een foto zien van de eerste vakantie van haar man Ik
ben erg trots op dit mooie resultaat en wil graag iedereen bedanken die heeft meegewerkt om dit mogelijk te maken.
Pieter Rademakers Projectconsulent Leefbaarheid Vivare Maart 20111
en haar samen, nadat ze met de VUT waren gegaan. Ze gingen mee met een georganiseerde reis van twee maanden naar Roemenie. Op een avond kwam er een zang- en dansgroep bestaande uit kinderen. Meneer en mevrouw van Os hebben drie kinderen ‘geadopteerd’. Er kwam in Nederland af en toe een auto spullen ophalen, die ze naar de kinderen en hun ouders in Roemenie bracht. Ze heeft tot vijf jaar terug met de kinderen geschreven en pakjes opgestuurd.
Maar meneer en mevrouw van Os’ grootste liefde was Frankrijk. Ze zijn daar jarenlang elke zomervakantie met hun kinderen geweest om bergen te beklimmen en daarna uit te rusten. In 1992 hebben ze er zelfs een huisje gekocht, omdat mevrouw van Os een hartinfarct had gekregen. Het huisje heeft ze met haar man helemaal zelf opgeknapt. Ze heeft er echt van genoten, laat ze me weten. Zeven fotoalbums vol met foto’s van het huisje en de vakanties liggen in de kamer. “Het waren de mooiste tien jaar van mijn leven” zegt mevrouw van Os.
Franka Otten Wie heeft alle interviews afgenomen? Dat ben ik, Franka Otten, in 1988 geboren in Oosterbeek en vierdejaarsstudent Cultureel Maatschappelijke Vorming aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Ik heb stage gelopen bij het Kunstbedrijf Arnhem. “Straat in beweging” (Rijnstad) kwam met dit initiatief en zochten een interviewer. Via mijn stagebegeleidster ben ik zo aan deze klus gekomen. Vandaar dat ik gezellig bij iedereen op (werk) bezoek ben geweest. Aangezien ik alle geïnterviewden het hemd van het lijf heb gevraagd, zal ik u nu ook wat over dit nieuwsgierige meisje vertellen. Reizen.
Mijn allergrootste hobby is reizen. Nadat ik mijn Havo diploma had behaald ben ik voor vijf maanden naar Australië gegaan. Ik ben helemaal verliefd geworden op dat land. Ik was voor het interview bij meneer en mevrouw Hendriks. Meneer Hendriks heeft daar familie wonen, vertelde hij en zei dat ik daarheen moest emigreren. Lijkt me helemaal geen gek idee, alleen kan ik mijn familie, vriend en vriendinnen echt niet missen. Ze zeggen altijd, als je eenmaal een reis hebt gemaakt zal het je altijd blijven trekken en daar hebben ze gelijk in. Zo ben ik bijvoorbeeld voor stage weer een half jaar in Zuid Afrika geweest. Ook een geweldige ervaring! Ik ben bijna klaar met mijn studie en mijn plan is om dan een grote wereldreis te maken. Samen met een vriendin, die ik uit Sydney ken, gaan we mensen opzoeken die we in Australië hebben ontmoet. Ik kijk er nu al naar uit!
Theeleuten met mevrouw van Os.
Avontuur.
Verder hou ik ook erg van avontuur en ‘enge’ dingen. Ik vind het leuk om Als ik binnen kom bij mevrouw van Os staat het water voor de thee al te koken en de bonbons worden op tafel gezet.
Mevrouw van Os is geboren in Deventer. Ze kwam uit een echt arbeidersgezin. Voordat haar vader met haar moeder trouwde was hij al getrouwd geweest en had twee kinderen. Toen mevrouw van Os geboren werd, was haar halfzus tien en haar halfbroer acht. Ze heeft ze echter altijd als echte broer en zus gezien.
mijn grenzen op te zoeken en over mijn angsten heen te stappen. Zo heb ik bijvoorbeeld geskydived en de hoogste bungee jump ter wereld gedaan. Ik was doodsbang, maar ben super blij dat ik het heb gedaan! Het motto van het bungee jumpen is: ‘angst is tijdelijk, spijt is voor altijd’. Daar ben ik het helemaal mee eens. Schrijven.
Ik ben ook gek op schrijven en heb een grote droom: mijn eigen kinder-
uitwisseling plaats tussen de groep uit Apeldoorn en Deventer. Haar oog viel al snel op een zeer charmante jongeman. Het was aan de meisjes om een jongen ten dans te vragen en ze greep haar kans. Dit was een goede zet, want in 1956 zei ze ‘ja’ tegen hem achter het altaar. Haar vriendin is getrouwd met zijn broer. Mevrouw van Os had voor haar trouwen al tien jaar als telefoniste bij de PTT gewerkt.
boek uitgeven. Ik heb mappen vol met (halve) verhalen die ik heb geschreven toen ik een jaar of twaalf was. Sommige daarvan wil ik opnieuw uitwerken. Twee vriendinnen zijn illustrator, dus het lijkt me heel leuk als zij de tekeningen bij mijn verhalen kunnen maken. Mijn grootste voorbeeld is J. K. Rowling, de schrijfster van Harry Potter. Dat lijkt me wel wat. Mijn boek dat een groot succes wordt, producenten die in de rij staan om het te verfilmen en dat er later zelfs broodtrommels en pennen van mijn figuurtjes te koop zijn. Ik weet het, het is een grote droom, maar zonder dromen zou het leven saai zijn.
Ze kwamen te wonen in den Haag, maar de woning was verre van ide-
Het verwerken van de interviews was mijn eerste echte schrijfopdracht. Ik
Mevrouw van Os zat samen met een vriendin op dansles. Er vond een
aal. Ze wilden verhuizen naar Nijmegen, omdat haar man daar een baan aangeboden had gekregen. Na jaren in Nijmegen verhuisden ze naar de Arnhemse wijk Hoogkamp.
vond het heel leuk om te doen en wil iedereen bedanken voor hun gastvrijheid en gezellige en interessante gesprekken. En wie weet ziet u mijn naam ooit terug op de kaft van een kinderboek!
mooi had gevonden. Ze heeft er een prachtige jurk voor gemaakt en haar kleindochter die altijd zo gek was op de pop, heeft hem van haar gekregen. “Vind je het erg als ik een sigaretje opsteek?” vraagt mijn gesprekspartner mij. Ze vertelt me dat ze al vanaf haar twintigste elke dag rookt. Ondertussen kijkt ze uit het raam of de SRV wagen er al is. Hij is laat vandaag, door de gladde wegen.
Mevrouw
Heuysdens woont inmiddels al vierentwintig jaar in de flat. Ze heeft goede herinneringen aan de vroegere jaren. Het was gezellig met de medebewoners en ze vermaakte zich goed met de toneelstukjes die eens per jaar werden opgevoerd.
Mevrouw
“Geen enkele saaie dag als huisbaas!” Ik
mocht vast plaats nemen op het kantoortje van huismeester Harry van Nek. Ondertussen regelt hij nog wat en komt terug met een kopje thee.
Harry van Nek heeft gestudeerd voor kok en heeft na zijn studie twintig jaar in de keuken van het psychiatrisch ziekenhuis de Gelderse Roos gewerkt. Na de keuken heeft hij daar nog een jaar in de beveiliging gewerkt en is toen vier jaar werkzaam geweest als logistiek coordinator van een cateraar.
Sinds
acht jaar is hij huismeester van de Serviceflat, een flat die vijfendertig jaar geleden is gebouwd en tot vier jaar geleden een stichting was. Het bevalt hem erg goed. Zijn functie bestaat uit mensen rondleiden, administratieve werkzaamheden, contacten onderhouden met de hoofdafdeling, maar ook met de bewoners. Ook baliewerkzaamheden horen erbij, zoals muntverkoop. Harry liet mij weten dat zijn baan erg afwisselend is en vooral het sociale aspect vindt hij leuk. Hij heeft nooit een saaie dag, want geen enkele dag is hetzelfde. Ondertussen is zijn telefoon ook al een paar keer af gegaan, want als huismeester moet hij van negen tot vijf bereikbaar zijn.
Heuysdens pakt er een foto bij van een van de optredens. De foto was van 1998. Ze stond op het podium, samen met meneer Kerkhof, de oude huismeester, Hetty van het zangkoor en mevrouw Hoed van de bewonerscommissie. Het was altijd een vast groepje dat mee deed aan de toneelstukken. Uiteraard maakte mevrouw Heuysdens de kostuums en meneer Heuysdens heeft het toneel getimmerd en maakte het decor. De zaal zat helemaal vol. Zelfs kinderen en kleinkinderen kwamen kijken. Iedereen was dolenthousiast!
Geen podiumangst voor mevrouw Heuysdens. . Net
voor de kerstdagen ga ik op bezoek bij mevrouw Heuysdens. Haar kamer is gezellig gemaakt met allemaal kerstpoppen die ieder hun eigen liedje kunnen zingen en hun dansje konden doen.
Vroeger
had de huismeester ook zorgtaken, zoals eerste hulpverlenen. Harry was toen ook 24 uur per dag bereikbaar. Hij vond het mooi om op die manier iets voor de mensen te kunnen betekenen, maar het was ook intensief. Er is een nacht geweest, waarop hij zelfs drie keer wakker is gebeld, omdat er een ambulance voor de flat stond. Hij heeft ook mensen zien overlijden. “Dat waren wel de scherpe kantjes van het werk” vertelt hij.
Sinds
Mevrouw
Heuysdens is geboren in Friesland als Janke Kiestra. Ze komt uit een gezin van zes meisjes en drie jongens. Met haar bijna eenentachtig jaar is ze de oudste van de meisjes. Haar vader kwam uit Leeuwarden en was een echt stadsmens. Haar moeder was een echte Friese boerenvrouw.
Op
haar eenentwintigste, in 1951 trouwde Janke Kiestra met een Belgische man. Hij was voor zijn werk in Nederland komen wonen. Sindsdien is haar naam Janny Heuysdens, aangezien haar man Janke geen mooie naam vond. Ze kwamen te wonen in Arnhem en boven café ‘het Haasje’ werden hun drie kinderen geboren. Later verhuisden ze naar Elderveld, een toentertijd nieuwe wijk.
Haar
man is twee jaar geleden overleden nadat hij negen jaar in het verpleeghuis Regina Pacis heeft gelegen. Hij moest verhuizen naar een nieuw gebouw, maar dat nieuwe gebouw heeft hij nooit kunnen zien.
Mevrouw
Heuysdens heeft eerst in Friesland in het atelier van Vroom en Dreesmann gewerkt en later in Arnhem. Op een dag trof ze haar baas levenloos aan in zijn kantoor. Hij werd vervangen door een vervelende nieuwe baas, die haar heeft ontslagen. Ze is thuis begonnen met naaien. Toen haar baas realiseerde wat een fout hij had gemaakt door haar te ontslaan, is hij met hangende pootjes bij haar gekomen. Maar mevrouw Heuysdens heeft geweigerd terug te komen. Naaien is nog steeds een van haar grote hobby’s. Zo heeft ze vroeger veel genaaid voor de mensen in de flat. Ook haakt ze kleren en hoedjes voor poppen. Toen haar overbuurvrouw kwam te overlijden, kreeg mevrouw Heuysdens de grote pop die ze altijd zo
1 maart 2010 heeft Vivare er voor gekozen de huismeestertaken en de zorgtaken te scheiden. De zorgtaken zijn overgenomen door een professionele organisatie. Harry vindt het belangrijk dat de 24 uur service wel overeind gehouden is. Er zijn maar weinig flats die dat hebben.
Harry
van Nek pakt er een foto bij waar hij leuke herinneringen aan heeft. Die is van de kerst en oud en nieuw vieringen in de flat. Hij maakte dan altijd met oud-collega Joop Kerkhof, die zelf slager is geweest, een koud buffet. Toen zat hij nog in zijn 24 uur functie. Harry vindt het jammer dat hij die vieringen nu niet meer mee maakt.
Harry
van Nek vindt de portrettenserie een leuk initiatief. “Ik hoor nog wel eens zo rechts en links dat Arnhem Zuid ‘er maar een beetje bij hangt’ en dat er niks gebeurt.” Hij vindt het goed dat er nu iets leuks word gedaan. Harry kent onderhand zelfs meer mensen in Arnhem Zuid dan in zijn woonplaats Wolfheze. “Ik voel me nu een beetje Zuid" vertelt hij lachend.
Stadsmeisje en plattelandsjongen.
“Ik heb er nooit spijt van gehad.” zegt mevrouw Dorff. Na twee jaar konden ze een huis krijgen in Arnhem en in 1973 en 1976 werden hun twee dochters geboren.
Mevrouw
Meneer
Hendriks laat me haar woning binnen en stelt haar man voor als haar betere wederhelft. Ik neem plaats op de bank met een lekker glaasje limonade.
Sinds
28 september 2010 zijn meneer en mevrouw Hendriks ingetrokken in hun appartementje in de Serviceflat. Ze komen van een flat in Hoogeveen, waar ze elf jaar hebben gewoond. Het echtpaar moet nog wel even wennen aan hun nieuwe appartement, die een stuk kleiner is dan hun vorige woning.
Mevrouw Hendriks is in 1924 geboren in Groningen, meneer is van twee jaar eerder en komt uit Zeist. In 1946 verhuisde hij naar Groningen, waar hij haar via kennissen ontmoette. Hij was een nieuwkomer en zij maakte hem wegwijs in ‘de grote stad’. In 1953 zijn ze samen verhuisd naar Doorwerth, waar ze twee zoons hebben gekregen. Inmiddels zijn er ook al twee kleinzoons en twee kleindochters.
Mevrouw
Hendriks laat me een foto zien die een van haar zoons voor haar heeft gemaakt. Het was van de brug bij de sluis in Zoutkamp. Aan die plek heeft ze speciale herinneringen. Van haar elfde tot vijftiende jaar was ze daar elke zomervakantie lang te vinden. Ze ging zwemmen en pootje baden met haar vriendinnetjes. Deze plek is zelfs zo speciaal voor haar, dat ze wil dat haar as, na haar dood, wordt uitgestrooid boven de Waddenzee.
Mevrouw
Hendriks had avontuurlijke plannen om naar Nederlands-Indië te gaan. De oorlog heeft echter alles in de war geschopt. “Ik ben de mooiste jaren van mijn leven kwijt” vertelt ze. Ze was zestien toen de oorlog begon. “Het klinkt een beetje gek, maar aan de ene kant vond ik het ook wel een mooie tijd” laat ze me weten. Onder elkaar was het heel gezellig. Het saamhorigheidsgevoel was groot, het was ‘wij tegen de boeven’. Er was een gemeenschappelijke vijand en iedereen was één met elkaar. Ze heeft vliegangst, dus haar droom om naar Indonesië te gaan is nooit uitgekomen.
Meneer Hendriks lag een deel van de oorlog, met een lymfeklierabces in het ziekenhuis. Dit heelde niet, omdat hij weinig weerstand had in die tijd. Toen hij in het ziekenhuis lag werd zijn moeder opgepakt, vanwege het in huis nemen van Joden. Hij heeft vanaf 1943 twee jaar in een kamp in Duitsland gezeten, waar hij aardappels moest rooien. Nadat hij
Dorff is geboren in Indonesië en heeft daar tot zijn twintigste gewoond. Hij heeft familie wonen over de hele wereld en zo is het gekomen dat mevrouw Dorff gek is geworden op reizen. Samen met haar man is ze al op veel plekken op de wereld geweest, zoals Hawaï, Egypte, Thailand en Turkije. Toen ze drie jaar geleden veertig jaar getrouwd waren hebben ze, samen met de kinderen, een rondreis gemaakt in Indonesië. Dat deden ze veel liever dan hun geld uitgeven aan een feest, vertelt mevrouw Dorff mij. Meneer Dorff heeft ook drie zussen in Los Angeles wonen. Toen ze daar zes jaar geleden op vakantie waren werd hun jongste dochter verliefd op een Amerikaanse man. Daar is ze later mee getrouwd en is bij hem in Amerika gaan wonen. Meneer en mevrouw Dorff proberen haar elk jaar op te zoeken.
Meneer en mevrouw Dorff wonen nu iets meer dan een jaar in de Serviceflat. Ze hebben eerst in een huis tegenover de flat gewoond. Hier woont nu hun oudste dochter. Mevrouw Dorff is al veel langer bekend in de flat. Ze heeft hier vierentwintig jaar gewerkt in de huishoudelijke dienst en later nog als baliemedewerkster.
Ze is heel actief in de flat. Samen met drie anderen heeft ze de activiteitencommissie opgestart. “Mijn man zegt wel eens dat ik nu drukker lijk dan toen ik nog werkte.” vertelt ze. Ook deed ze altijd mee met de toneelstukjes. Ze laat een foto zien van haar, met twee oud- collega’s verkleed als de ‘Andrew Sisters’. Ze laat me weten dat de activiteitencommissie weer van plan is zoiets te gaan organiseren.
De telefoon gaat. Het is haar dochter die vraagt of mevrouw Dorff op haar kleindochter wil passen. We ronden het gesprek af en dan ga ik er weer vandoor. Op de gang zeg ik meneer Dorff gedag, die me tegemoet komt met volle boodschappentassen.
bevrijd werd door de Amerikanen is hij twee weken zijn stem kwijt geweest door de ontlading van de zenuwen.
Mevrouw Hendriks heeft op de MULO gezeten en was, voordat ze gingen trouwen, telefoniste bij de PTT. Later heeft ze nog gewerkt als administratrice in een Indisch bejaardentehuis.
Meneer
Hendriks heeft een technische en een leraren opleiding gevolgd en is vierendertig jaar opzichter van de technische dienst geweest. Hij had veel plezier in zijn werk, omdat techniek zijn hobby is. Maar zijn grootste hobby is muziek. In hun flat in Hoogeveen had hij er een speciale kamer voor. Nu staat zijn grote trots, het keyboard, in de woonkamer. Dat was een grote opoffering van mevrouw Hendriks, die het aparte muziekkamertje wel prettig vond. Hij laat het keyboard een melodietje spelen en begint te swingen, terwijl mevrouw toekijkt vanuit haar stoel.
Na
twee uur ben ik eigenlijk nog niet uitgepraat met het echtpaar en hoe gezellig het ook is, ik moet helaas weer gaan. Ze zwaaien me uit, tot ik de om het hoekje ben verdwenen.
Mevrouw Dorff, van plattelandskindje naar wereldreiziger. Mevrouw
Dorff laat me binnen in hun gezellige appartementje. Meneer Dorff gaat net weg om boodschappen te doen en ik neem plaats op de bank.
Mevrouw Dorff is geboren in Kwintsheul, een klein dorpje in de buurt van den Haag. Ze was de een na oudste van vijf meisjes en drie jongens. Haar vader was een lieve man en heeft altijd hard moeten werken in de tuinderij. Hij werkte van vijf uur in de ochtend tot negen uur ’s avonds. Mevrouw Dorff heeft veel geholpen bij haar moeder in de huishouding en bij haar vader op het land. Haar vader is inmiddels overleden en haar moeder is nu vierennegentig. Mevrouw Dorff werkte bij het Giro kantoor in den Haag, waar ze verliefd werd op een jongeman. Hij werd overgeplaatst naar de Giro in Arnhem en daar was een huis in Nijmegen aan verbonden. Omdat het in die tijd niet toegestaan was om samen te wonen zonder getrouwd te zijn, zijn meneer en mevrouw Dorff in 1968 in het huwelijksbootje gestapt.
In 1970 ging het bedrijf failliet. Meneer Weyman is toen gaan werken bij het psychiatrisch ziekenhuis de Gelderse Roos. Hij vond het gevaarlijk werk, de patiënten waren vaak agressief. Desondanks heeft hij daar toch dertig jaar gewerkt. Op zestig jarige leeftijd is meneer Weyman in de VUT gegaan.
Meneer Weyman heeft in de internaten veel aan optredens mee gedaan. Hij vond dit altijd leuk om te doen. Over een tijdje kan meneer Weyman weer schitteren met het kunstproject ‘Zon op Zuid’, waar hij aan mee doet. Danseres Paula Walta gaat samen met bewoners een dansvoorstelling maken, die tijdens de grote eindmanifestatie op veertien en vijftien mei te zien zal zijn.
Meneer
Weyman heeft hele kasten vol met postzegels. Dat is zijn grote hobby, die hij al vanaf zijn tienerjaren heeft. Hij vraagt of ik interesse heb. Voor een ruim bod verkoopt hij de hele boel. Ik laat hem weten dat ik op het moment geen ruimte heb voor vier extra kasten. Daarna bedank ik meneer Weyman voor zijn tijd en zeg hem en zijn postzegels gedag.
Elke dag vakantie voor meneer en mevrouw Peters. Meneer Peters is geboren in St. Marten, daarna is hij met zijn ouders en enige broer verhuisd naar t Broek. Mevrouw Peters is geboren in Geitenkamp en is, totdat ze meneer ontmoette nooit verhuisd.
Het
echtpaar is in september 2011 vijftig jaar getrouwd. Hun twee zoons en dochter gaan het feest organiseren. Ze hebben ook vijf kleinkinderen, waar een grote foto van in de kamer hangt. “We zijn echte trotse opa en oma.” zegt mevrouw Peters.
Meneer
en mevrouw Peters hebben elkaar ontmoet met uitgaan. Mevrouw peters was met haar broer en moest aan hem vragen of meneer Peters haar thuis mocht brengen. Heel toevallig is haar broer dit jaar vijftig jaar getrouwd met de vrouw die hij ook op die avond heeft ontmoet.
Toen
meneer en mevrouw Peters getrouwd waren zijn ze op de Paasberg gaan wonen en zijn daarna nog twee keer verhuisd voordat ze in de Serviceflat kwamen. In de flat wonen ze nu al twaalf en een half jaar.
Bewonderenswaardige postzegelverzameling bij meneer Weyman in de kast.
“Het is echt een heerlijk stekje.” zegt mevrouw Peters en volgens haar staat de service bovenaan.
Meneer
Meneer
Weyman is in 1939 geboren in Driel en komt uit een gezin van vijftien kinderen. Hij was ongeveer het middelste kind. Meneer Weyman laat een foto zien van hem samen met negen van zijn broers en zussen en zijn vader en moeder voor het ouderlijk huis in Driel. De foto was genomen door iemand van de IKO, een organisatie die mensen voorziet in kleding. Deze meneer had net een pakketje kleding afgeleverd bij de familie Weyman en daar stonden ze trots mee op de foto.
De
vader van meneer Weyman heeft in een steenoven gewerkt en kersen geplukt. Hij handelde ’s avonds in varkens, kippen en ander vee. Van het verdiende geld kocht hij jenever en sigaren. Thuis hadden ze ook een speciaal hok om vlees te laten drogen. Zijn vader kocht een varken, de slager kwam hem slachten en iemand uit Nijmegen kwam het varken keuren. Zijn moeder kon goed koken en rookte er spek van of maakte heerlijke worsten. Meneer Weyman heeft goede herinneringen aan de maaltijden van zijn moeder. De salade die tot het laatste slablaadje op werd gegeten en de oliebollen met oud en nieuw. “Het is jammer dat ik de recepten nooit heb gevraagd” laat hij mij weten.
Toen meneer
Weyman een jaar of vier was heeft hij een jaar in het ziekenhuis in Helmond gelegen. Achter glas, want hij had in de oorlog een besmettelijke aandoening aan zijn longen gekregen. Daarna verbleef hij in het Elizabeth gasthuis en in het internaat in den Haag.
Na
zes jaar verhuisde hij naar een ander internaat in Jonkerbos, Nijmegen. In de acht jaar dat hij daar woonde heeft hij het schoenenvak geleerd. Eerst het repareren van schoenen en later het maken van nieuwe. Hij heeft toen twaalf jaar bij schoenfabriek Robinson gewerkt. Tijdens de lunchpauze vroegen ze hem altijd mee naar het café. “Ik mocht niet meer dan zeven biertjes van de baas.” vertelt hij met een lach. Het was dan ook vooral de gezelligheid die ervoor zorgde dat hij met plezier naar zijn werk ging.
Peters is reclameschilder en letterzetter geweest. Hij is daar op zijn zestiende mee begonnen, maar vanwege een hernia moest hij daarmee stoppen. Mevrouw Peters heeft als boekhoudster bij het paleis van justitie gewerkt en later nog in de kantine.
Ze werken nu dan allebei niet meer, maar stilzitten doen ze zeker niet. Meneer Peters doet klusjes en regelt elke donderdag samen met de heer Tan en de heer Brouwer de koopjesmarkt. Het geld wat opgebracht wordt gaat in een pot voor het huis, waarmee dingen worden georganiseerd. Hij laat een foto zien van hem bij een kast, die voor maar vijf euro wordt verkocht. Meneer Peters verveeld zich nooit. “Ze kunnen hem altijd wel beneden vinden.” vertelt mevrouw Peters. Mevrouw Peters organiseert, samen met anderen de eetavonden. Zij bereidt het gerecht en meneer schept het op. “Als de mensen het naar de zin hebben, dan heb ik dat ook.” laat hij mij weten.
Samen
hebben ze ook meegedaan aan de vieringen in de flat. Zo heeft meneer Peters wel eens een optreden gedaan als Boney M. Hij zit bij de carnavalsvereniging en houdt van verkleden. “Daar blijf je jong bij.”
Mevrouw Peters heeft verder geen hobby’s. Ze heeft altijd hard gewerkt en vindt het fijn om het nu lekker rustig aan te doen. Vroeger gingen ze ook op vakantie, maar mevrouw Peters zegt dat ze daar nu geen behoefte meer aan heeft. “Want ik heb nu elke dag vakantie.”
Ik ben
heel benieuwd geworden waar alle spullen voor de koopjesmarkt zijn opgeslagen. Dus ik zeg mevrouw Peters gedag en loop met meneer Peters naar beneden. Hij laat me vier grote opslagruimtes zien vol met spullen, dus mocht ik ooit nog een tv of stoel nodig hebben, dan weet ik waar ik moet zijn!
Het Romeo en Julia verhaal van meneer en mevrouw Henriquez.
lang lag hij ook niet voor 2 uur ’s nachts op bed, maar de lol in zijn werk zorgde ervoor dat dit hem niet opbrak.
Techniek
word warm welkom geheten in huize Henriquez. Meneer Henriquez vertelt dat hij zevenenvijftig jaar geleden is geboren op Curaçao. Hij is de oudste van één broer en twee zussen, die allemaal nog op Curaçao wonen.
is niet zijn enige hobby. Hij speelt ook piano en vindt het leuk om in de gemeenschappelijke knutselruimte dingen te maken, zoals een broedhok voor vogels. Ook is hij al twintig jaar elke donderdag te vinden bij de tafeltennisvereniging. Samen met Mies, met wie hij ook geregeld een dagje weg gaat voor de gezelligheid.
In
Meneer
Ik
1979 kwam meneer Henriquez met zijn toenmalige vrouw naar Nederland. Met deze vrouw heeft hij twee zoons gekregen. In 1987 is hij van haar gescheiden, maar ze hebben nog steeds goed contact.
Meneer
Henriquez heeft totaal eenentwintig jaar als contactlenslaborant gewerkt. In die jaren heeft hij veel gereisd. Hij heeft opleidingen gevolgd in Duitsland en in Zwitserland. In 1980 heeft hij, in opdracht van zijn baas, zijn eerste contactlenslaboratorium opgezet. Daarna werd hij steeds gevraagd om nieuwe bedrijven te helpen opzetten over de hele wereld.
In
1990 heeft hij een eigen laboratorium op Curaçao opgezet. Hij laat me trots een paar krantenartikelen zien van Curaçaose kranten waar hij in staat. In deze tijd op Curaçao ontmoette hij zijn tweede vrouw, met wie hij een dochter kreeg.
In
de periode dat de relatie met zijn tweede vrouw niet zo lekker liep heeft meneer Henriquez zijn huidige vrouw ontmoet. Zij is zelf ook Curaçaose en was op vakantie met een vriendin. Ze ontmoetten elkaar op een feest, maar meneer vertelde dat hij getrouwd was. “Ik wilde geen problemen met een getrouwde man, dus ik hield de boot af.” vult mevrouw Henriquez haar man aan.
Drie
maanden later ging meneer Henriquez voor vakantie naar Nederland. Meneer Henriquez ging naar het optreden van zijn neef kijken en kwam haar daar weer tegen. Nog steeds was er niet meer gebeurd dan enkel dansen, want meneer Henriquez was nog getrouwd. Hij probeerde haar later te bereiken, maar ze was verhuisd. In 1993 scheidde hij van zijn toenmalige vrouw en kon de vrouw die hij tijdens het feest had ontmoet maar niet uit zijn hoofd zetten.
In 1996 was mevrouw Henriquez weer op vakantie met haar vriendin en die wilde perse naar de bingo geld inzamelactie. Mevrouw Henriquez hield daar helemaal niet van, maar werd over gehaald door haar vriendin. En dat is maar goed ook, want wie kwam ze daar tegen? Meneer
van Hoorn heeft tien jaar op schildercursus gezeten en dat is te zien! In zijn gang hangen een paar prachtige schilderijen van eigen hand. Ongeveer tachtig procent van zijn schilderijen heeft zijn vrouw, met wie hij drieënvijftig jaar getrouwd is geweest, als cadeau weg gegeven. Hij heeft er zelf dus nog maar enkele over.
Ook zijn zoon en oudste dochter zijn actieve en gedreven personen. Meneer van Hoorn ziet zichzelf vooral terug in zijn zesenvijftig jarige zoon, die een paar bedrijven heeft in de computer techniek. Zijn andere dochter woont in Deurnen en is gehandicapt, zij wordt eens in de drie weken door haar vader opgezocht.
Meneer
van Hoorn vertelt dat hij weinig sociale contacten heeft in de flat. De reden hiervan is dat hij al sinds zijn geboorte slechthorend is. Hij vindt het vervelend om telkens aan mensen te vragen hun zin te herhalen. Voor de rest is meneer van Hoorn nog een gezonde man. Dat is wel te merken aan het feit dat hij nog dagelijks zesennegentig treden op en neer loopt. Ik hoop dat ik hem dat na kan doen op die leeftijd!.
Henriquez! Hij was inmiddels al vier jaar alleen en was haar nooit vergeten. De vonken sprongen over. Zelfs zo erg dat hij haar na zes maanden ten huwelijk heeft gevraagd. Ze zijn inmiddels al veertien jaar gelukkig samen en nog steeds verliefd. Mevrouw Henriquez had ook al kinderen, die goed met die van meneer Henriquez over weg kunnen. Samen hebben ze geen kinderen meer gekregen.
Ze hebben toen tien jaar in Nederland gewoond. In 2007 gingen ze weer naar Curaçao, dit keer niet voor werk, maar voor zijn moeder. Zij leed aan botkanker en overleed acht maanden later.
In 2009 kwamen ze terug naar Nederland, waar ze in de Serviceflat kwamen te wonen. Ze hadden geen meubels, die hadden ze allemaal meegenomen naar Curaçao. De eerste twee maanden hebben ze dan ook heel primitief doorgebracht. Ze sliepen op een luchtbed en ze leefden uit koffers. Het balkon was de koelkast, dekens dienden als gordijn en ze hadden twee nachtkastjes en een eetkamerset van het grof vuil van de stoep geplukt. De flat bevalt ze heel goed. Ze zijn de jongste bewoners, maar vinden
Achtentachtig jaar en nog elke dag de zesennegentig treden van de trap op en neer. Ik word hartelijk ontvangen door meneer van Hoorn, zijn goede vriendin Mies en het vrolijke kanarietje dat er ook bij komt zitten op mijn schouder. Meneer van Hoorn woont nu vijf jaar in de Serviceflat. Het is niet te horen aan zijn uitspraak dat hij eigenlijk uit Vlissingen komt, waar hij tot na de oorlog heeft gewoond.
Wat meteen opvalt zijn alle technische snufjes die meneer van Hoorn in zijn kamer heeft staan. Een flatscreen tv, een tom tom voor in de auto, een ipod, laptop, moderne mobiel en hij kan zowat alles bedienen met één knop vanuit zijn (luie) stoel.
Lui
is meneer van Hoorn absoluut niet. Hij is al vanaf jonge leeftijd erg geïnteresseerd in technische apparaten. Vroeger was er maar een persoon per straat met een radio en uiteraard stond die bij de familie van Hoorn. Meneer van Hoorn is gaan studeren om van zijn hobby zijn werk te maken en is technicus geworden bij radio en tv. Als hoofd van de radio en televisie afdeling werd hij geregeld ’s nachts uit bed gebeld als serviceman, maar daar had hij totaal geen probleem mee. Twintig jaar
het hartstikke gezellig. De keren dat ze terug zijn gegaan naar Curaçao waren niet zoals ze verwacht hadden. “Dus we zijn denk ik bestemd om in Nederland te wonen” zegt meneer Henriquez en zijn vrouw bevestigd dit.
Ze
Wegwijs maken op de fiets.
kwam uit een echt arbeidersgezin. Haar vader was timmerman en haar moeder heeft gewerkt bij een naai atelier. Het gezin bestond uit drie jongens en twee meisjes. “Allemaal eenlingen.” zegt ze.
Ik
Zelf
heb met mevrouw Beumer en mevrouw Berghuis afgesproken in de woning van mevrouw Beumer. Ze belt mevrouw Berghuis even op om te vragen of ze er al aan komt. Terwijl we op haar wachten zet mevrouw Beumer vast koffie en thee. Mevrouw Berghuis arriveert en we beginnen het gesprek.
heeft mevrouw Berghuis ook vijf jaar als naaister gewerkt. Dat heeft ze gedaan tot ze ging trouwen in 1968. Ze ontmoette haar toenmalige man via een vriendin van het werk. Met haar man ging ze in Ede wonen. Zeven jaar geleden is ze, na een huwelijk van vierendertig jaar, van hem gescheiden.
dames zijn echte Arnhemmers en wonen nu drie jaar in de flat, waar ze het hartstikke gezellig vinden.
Mevrouw Beumers grote hobby is fietsen, alleen kent ze hier nog niet zo
Beide
Mevrouw Beumer.
Mevrouw
Beumer is geboren in de wijk Heijenoord. Daar heeft ze tot haar vierde gewoond, daarna is ze verhuisd naar ’t Broek en Schaapsdrift. Ze is de oudste van twee zussen. Haar vader had een eigen loodgieters bedrijf, samen met zijn twee broers en haar moeder werkte in een atelier.
Mevrouw
Beumer heeft de boekhouding in de zaak van haar vader gedaan en haar man werkte daar als loodgieter. Daarna heeft ze in totaal drieëndertig jaar bij de Giro gewerkt. Ze vond het hartstikke gezellig, maar in 2000 werd ze ontslagen wegens reorganisatie. En alsof dat nog niet erg genoeg was overleed haar man ook nog eens twee weken later.
Ze ontmoette haar man via haar zusje, die met haar vriendje wilde gaan dansen in Sonsbeek. Ze vroeg haar grote zus mee, omdat ze anders niet mocht gaan. Mevrouw Beumer had geen vriend, maar haar zusje wist wel iemand. Die jongen bleek heel erg leuk te zijn en dat gevoel was wederzijds en zo trouwden ze in 1971. Mevrouw Berghuis.
Mevrouw
Berghuis is in Klarendal geboren en is, net zoals mevrouw Beumer, op haar vierde verhuisd. Zij ging met haar familie naar Malburgen Oost. Ze zegt dat de mensen aan de overkant van de Rijn, volgens de ‘echte Arnhemmers’ vroeger niet echt bij Arnhem hoorden.
Hobby’s.
Beide
dames doen op het moment mee aan het kunstproject ‘Zon op Zuid’, waarvan de eindmanifestatie op veertien en vijftien mei zal zijn.
goed de weg laat ze weten. “Ik ga je wel wegwijs maken.” zegt mevrouw Berghuis. Dat fietsen komt van vroeger, want vanaf haar vierde tot een jaar geleden ging mevrouw Beumer elk jaar kamperen in de Steeg. De laatste jaren was ze er zelfs van april tot oktober. Vroeger was het echt nog kamperen bij de boer op het weiland. Ze sliep op stro in juten zakken, vertelt ze. Ze heeft gezien hoe een Friese familie er een echte camping van heeft gemaakt.
De grote hobby van mevrouw Berghuis was accordeon spelen. Dit heeft ze dan ook eenenveertig jaar gedaan. Ze heeft bij alle drie de verenigingen in Arnhem gespeeld en daarmee zelfs opgetreden in de Schouwburg en in Musis Sacrum. In 2009 is ze hiermee gestopt en sindsdien heeft ze de accordeon ook niet meer aangeraakt. Ook houdt ze ervan om grote legpuzzels te maken. Waarop mevrouw Beumer met een zucht zegt: “Als ik er alleen al aan denk! Ik heb het geduld er niet voor!” Mevrouw Berghuis gaat al twaalf jaar mee met fietstochten van de SWOA. Ze is er erg enthousiast over en dat heeft ze over gebracht op mevrouw Beumer. De eerstkomende fietstocht gaan ze gezellig samen!