Parcours « De kleuren » Geselecteerde werken Sectie Moderne Kunst
1. Ferdinand Schirren De vrouw in het blauw
2. Rik Wouters De dame met het gele halssnoer
3. Auguste Oleffe In augustus
4. Gustave De Smet De loge
5. Constant Permeke De verloofden
6. Raoul Dufy Gezicht op Marseille
7. Roberto Matta Echaurren Elf vormen van twijfel /Caleidoscoop aquarium
8. Donald Judd Zonder titel
Parcours « De kleuren »
1
Parcours « De kleuren » Wat is je lievelingstrui ? Is hij in je lievelingskleur ? Welke andere kleuren vind je nog mooi ? Iedereen heeft een lievelingskleur. De mijne is … Waar zie je kleuren ? We zien overal kleuren. In de natuur: bloemen, bomen, de grond, stenen, … Bij onszelf: onze haren, onze huid (de kleur van je huid kan veranderen als je buitenspeelt in de zomer). We zien kleuren rondom ons: onze kleren, in onze huizen, op de verpakkingen van de dingen die we eten (koekjes, yoghurt, …), in sprookjesboeken, op televisie, op auto’s, verkeersborden, brandweerwagens, ziekenwagens, … Als je een tekening kleurt, gebruik je verschillende kleuren die je vindt in je doos met kleurpotloden of stiften: er zijn felle kleuren en zachtere, lichtere kleuren. Als je bij het schilderen maar drie kleuren zou gebruiken, rood, blauw en geel, dan kan je door deze kleuren op een bepaalde manier te mengen en zwart of wit toe te voegen alle mogelijke kleuren verkrijgen. Maar als je rood, blauw of geel zou willen maken door andere kleuren te mengen, dan zou dat nooit lukken. Daarom worden deze drie kleuren « basiskleuren » of « primaire kleuren » genoemd. Als je deze primaire kleuren per twee mengt, krijg je drie nieuwe kleuren : geel plus blauw geeft groen, rood plus geel geeft oranje en blauw plus rood geeft paars. Deze drie nieuwe kleuren noemen we « secundaire kleuren ». Je kunt hier thuis even mee experimenteren: in het midden van een wit blad maak je een rode, blauwe en gele vlek met waterverf. Je zet deze kleuren op een rij naast elkaar. Daarna vouw je het blad papier in twee. Als je het blad weer openvouwt, kan je zien dat de kleuren gemengd zijn en veranderd zijn in rare vormen. Als je dit zou proberen met enkel zwart en wit zou je nog een heel ander effect krijgen. Heb je al eens een regenboog gezien ? Kun je zeggen welke kleuren je in een regenboog kunt zien ? Het zijn er zeven: paars, indigo, blauw, groen, geel, oranje en rood. We missen zwart en wit: twee tegenovergestelde kleuren die we niet mogen vergeten. Deze twee kleuren hebben een lange geschiedenis samen. Gravures, boeken, foto’s, films waren vroeger in zwart en wit. Bij zwart is er geen licht, geen kleur. Zwart steekt af tegen wit. Wit is bron van licht. Als we zwart en wit mengen, krijgen we grijs. Als we er een ander kleur aan toevoegen, zijn alle combinaties en nuances mogelijk.
Parcours « De kleuren »
2
Elke kleur heeft een ander effect. Twee kleuren samen zullen elk een ander effect hebben dan als we ze apart zien: de ene kleur zal de andere beter doen uitkomen, ze mooier maken. Bij jou is dat ook zo: je zal je groot voelen bij een kleine baby, maar je zal je dan weer klein voelen bij mij. Als er een vriendje of vriendinnetje bij je is, kan je daardoor opgewonden raken of misschien net rustig. Met kleuren kun je toveren: je kan verwonderd zijn over wat je ziet, verbaasd over de ongelooflijke mengelingen die je maakt en verrast door de onverwachte reacties: dezelfde kleur blauw zal een ander effect hebben op papier, op doek, op hout, op klei, op steen, … Datzelfde blauw naast een groene, rode of gele appel zal er ook telkens anders uitzien. Laten we eens kijken hoe kunstenaars kleuren gebruikt hebben, hoe ze ze gemengd en naast elkaar gezet hebben. We zullen de kracht van kleuren zien, het effect dat ze op mekaar hebben volgens de plaats die ze in een schilderij krijgen en de gevoelens die ze bij ons opwekken.
Ter informatie: de afmetingen van de werken worden uitgedrukt in centimeters, eerst de hoogte en dan de breedte. Bij een beeldhouwwerk geeft een derde cijfer de diepte aan.
Parcours « De kleuren »
3
Ga naar de sectie Moderne Kunst – Neem de roltrap en dan de trap tot verdieping -8.
1. (Vierde schilderij op de linkermuur)
© SABAM Belgium 2008
Ferdinand Schirren De vrouw in het blauw - 1921 Olie op doek - 165 x 140
Wat zie je ? De schilder maakt een portret van een vrouw. Hij noemt het: « De vrouw in het blauw ».
Is dit een kleurrijk schilderij ? Welke kleuren vallen het meest op ? Rood en blauw. Rood is een kleur die je het eerst ziet: het geeft de indruk van dichter naar ons toe te komen. Blauw lijkt achteruit te gaan: het wordt gedomineerd door het rood. Weet je nog: blauw en rood zijn twee primaire kleuren. Parcours « De kleuren »
4
Wat is de derde primaire kleur ? Geel: waar zie je geel ? En welke andere kleuren zie je nog ? Het zijn gemengde, donkerdere kleuren: ze omkaderen het rood van de zetel en het blauw van de jurk van de vrouw en vormen zo het decor van het schilderij. Toen dit schilderij werd gemaakt, werden zo’n felle kleuren niet vaak gebruikt.
De vrouw draagt een blauwe jurk Blauw was de lievelingskleur van de schilder. We zien deze kleur terug in als zijn werken. Waaraan denk je als je blauw ziet ? Het is de kleur van de lucht, van het water. Blauw geeft een uitgestrekte, rustige indruk. Men zegt dat het een koude kleur is (« blauw van de kou zijn »). Blauw is een primaire kleur die gemengd met andere kleuren ontelbare variaties kan opleveren. Het is een kleur waar iedereen van houdt, een brave kleur die niet « choqueert ». Blauwe kleren zijn discreet en vallen niet op. Jij en je vriendjes en je ouders dragen vaak een blauwe jeansbroek. In sommige scholen moeten de kinderen blauwe kleren dragen. Ook de uniformen van politieagenten en piloten zijn donkerblauw. Het gezicht van de vrouw Het gezicht van de vrouw is ovaal, omgeven door haar zwarte haren. Haar ogen kijken ons niet aan. Ze kijken naar iets buiten het schilderij. Wat zie je in haar ogen ? Droefheid ? Dromen ? Kijk goed naar haar ogen, haar wenkbrauwen, haar mond: ze zijn met een rechte lijn geschilderd. Dit is een manier om rust en stilte uit te drukken (als deze lijnen meer gebogen zijn naar de slapen, drukken ze blijheid uit, als de lijnen naar beneden gaan, geven ze droefheid weer. Kun jij deze uitdrukkingen nabootsen ? ). Beweegt de vrouw ? Zit ze neer zonder te bewegen ? Hoe kunnen we dat weten ? Kijk naar de jurk: ze is heel gelijkmatig geschilderd. Stukken in lichter- en donkerblauw geven de vormen van haar armen en benen weer. Ze heeft afhangende schouders en heeft haar benen gekruist. Maar als de schilder een indruk van beweging had willen geven, zou hij plooien geschilderd hebben in de jurk. Deze blauwe jurk, zonder plooien, benadrukt de rust en verzacht de felle, rode kleuren.
Wat vertelt dit schilderij ons ? De vrouw toont ons een tekening die ze in de hand houdt. Je ziet hetzelfde motief in het schilderij dat aan de muur boven haar hoofd hangt. Is het een voorbereidend werk ? Een model ? Een kleurentest ? Wil ze aantonen dat het schilderij van haar is ?
Parcours « De kleuren »
5
Er is veel rood. Waar zie je het ? Op de stoel vooraan, op de zetel, … Rood trekt de aandacht : het is een sterke kleur. Ze valt op en domineert alle andere kleuren. Brandweerwagens zijn rood opdat we ze onmiddellijk zouden herkennen en door laten rijden. Rood is een feestelijke, vrolijke kleur. De kleren van Sinterklaas en de kerstman zijn ook rood. Het is de kleur van het leven (van het bloed dat door je aderen stroomt), van de liefde (de kleine rode hartjes die bij het feest van de verliefden horen). Rood is een warme kleur. Rood doet ons denken aan vuur en vlammen en wekt warme gevoelens op. Als iemand je lievelingsspeelgoed kapotmaakt, ben je boos en word je « rood van woede ». Je kan ook « blozen » als je verlegen bent wanneer je iemand ontmoet die je niet kent. Je wangen worden dan helemaal rood. Rood is ook de kleur van wat verboden is. Als het verkeerslicht rood is dan mogen de auto’s niet doorrijden. De verkeersborden die aangeven dat auto’s de straat niet mogen inrijden, zijn rood met een witte streep in het midden. De witte streep op het rood valt goed op. Probeer het maar eens thuis: leg eerst een stuk wit papier op een rood vlak en vervang het wit dan telkens door andere kleuren. Ga dan wat verder staan en kijk goed welke je het best ziet. Rood is ook de kleur van het gevaar. De rode vlag op strand wil zeggen dat het gevaarlijk is om in de zee te zwemmen. Ook in sommige sprookjes is rood de kleur van het gevaar. Welke kleur heeft de appel die de heks aan Sneeuwwitje geeft ?
Andere kleuren Groen Tussen het rood van de stoel en dat van de zetel, heeft de schilder een groen tafelkleed geplaatst. Als we rood en groen naast elkaar plaatsen zullen ze allebei goed tot hun recht komen. Het tafelkleed is niet effen: er zijn enkele rode vlekken onderaan. Is het borduurwerk ? We zien ook nog groen in de blaadjes van het boeketje bloemen op tafel. Geel De schilder heeft het geel erg spaarzaam gebruikt in het boeketje bloemen. Met al dat rood zou het geel een te fel contrast hebben gevormd. Kijk eens naar de kleur van de stoel op de voorgrond. Je ziet een beetje geel tussen het rood, waardoor het een mooi oranje effect krijgt.
Parcours « De kleuren »
6
Wit Wat is de rol van het wit ? De schilder heeft op bepaalde plaatsen wit aangebracht. Daardoor komen de kleuren en vormen goed uit: deze van de jurk, van de zitting van de stoel vooraan, van de plooien van het tafelkleed, … Zie je ook zwart ? Een heel klein beetje: de haren, de schoenen en op een bloem. Een zwarte bloem! Heb je al eens een zwarte bloem gezien ? Waarom heeft hij er dan één geschilderd ? Wil hij ons tonen dat de bloem verwelkt is ? Ik denk het niet. Kunstenaar houden ervan om uit te vinden, te overdrijven, de mensen aan het denken zetten. Zij mogen schilderen wat ze willen, zoals ze het willen. En de kleuren op de achtergrond en de vloer ? Dat zijn mengelingen. De deur is in blauwgroen, de muur in groenbruin, het tapijt in roodpaars.
Door de kleuren kan de schilder ons zijn gevoelens tonen De kunstenaar schildert snel zonder zich echt zorgen te maken over de kleine details. Met grote penseelstreken tekent hij de vormen in de kleuren, creërt hij de blauwe jurk van de vrouw, de rode zetel, het groene tafelkleed, de stoel op de voorgrond. De kleuren vloeien samen en overlappen elkaar op sommige plaatsen. Soms tekent de schilder de silhouetten met een penseelstreek in een donkerdere tint of met een witte lijn. Het schilderij is glad, de verflaag is dun: je ziet de textuur van het doek erdoor en als je goed kijkt, zie je dat het doek gemaakt is van verschillende stukken (8) die aan elkaar genaaid zijn. Kijk goed naar dit schilderij want we zullen het vergelijken met het volgende.
Parcours « De kleuren »
7
2. (Ga naar het schilderij aan de linkerkant)
Rik Wouters De dame met het gele halssnoer - 1912 Olie op doek - 121,5 x 109,8
De vrouw draagt ook een blauwe jurk maar deze keer is het blauw helemaal anders. De schilder heeft dit werk “De dame met het gele halssnoer” genoemd. Geel is de kleur van de zon en van het licht. De schilder houdt van het licht. Hij heeft het gecreëerd met kleuren, vooral met hele mooie gele en witte kleuren: de kraag, de manchetten van de jurk. Het schilderij wordt overheerst door kleur: in het behangpapier, de gordijnen met bloemenmotief, de jurk, de sjaal die over de stoel hangt. Een deel van het gezicht en de hand van de vrouw zitten in de schaduw, het andere deel zit in het licht. Welke kleuren zou jij gebruiken om het deel in de schaduw te schilderen ? Ik zal je helpen: zet je twee handen voor je en bekijk ze goed. Leg nu één hand onder de andere: zo maak je schaduw. Leg langzaam je bovenste hand op je onderste en kijk goed hoe de kleur van je huid verandert. Parcours « De kleuren »
8
Voor de delen in de schaduw heeft de schilder kleuren gekozen die zich verspreiden rond het gezicht van de vrouw: kleine toetsen rood, groen en blauw.
De schilder maakte ook « aquarellen » De verf is verdund en op sommige plaatsen zie je het doek erdoorheen (was het ook zo op het vorige schilderij ?). Hij gebruikt de verf zuinig: hij brengt ze aan op het doek en smeert ze dan open. Hij bewerkt de verf met olie alsof het een “aquarel” is.
Hoe gebruikt hij de kleuren ? De vormen worden niet meer geschilderd in grote vlakke tinten maar in kleine toetsen boven elkaar. Bekijk goed het behangpapier op de muren. Van ver zie je bloemen maar als je dichterbij kijkt, zijn het slechts gekleurde vlekken boven elkaar. Kijk naar de hand: de vingers zijn niet duidelijk getekend. Je kunt ze met moeite tellen! Maar denk zeker niet dat de schilder zo’n werk kan improviseren. Hij heeft eerst een project getekend, bestudeerd en aangepast tot hij helemaal tevreden was.
De schilder maakt een portret van zijn vrouw De vrouw heette Nel. Hij hield heel veel van haar. Er was een mooi liefdesverhaal tussen hen beiden. Zij was zijn favoriete model. Kijk eens naar de andere schilderijen rondom ons. Hoeveel keer zie je haar ? Nel zit op een stoel en draagt een lange blauwe jurk. Haar gezicht is ovaal en omgeven door haar haren die naar achteren getrokken zijn. Haar haar is zwart, met lichtere kastanjebruine tinten. De pony vooraan wordt opgelicht door het licht. Ze kijkt omhoog naar de schilder. Ze luistert aandachtig. Herinner je je nog de vrouw op het vorige schilderij ? Hoe zag zij eruit ? Ze was afwezig, verloren in haar gedachten en dromen. Kijk goed naar de kleuren: de schilder combineert zuivere, felle kleuren met gemengde kleuren: het blauw van de lucht is fel maar wordt donkerder in de schaduw. Het is « paarsblauw ». Het rood van de sjaal op de stoel heeft een donkerrode kleur. In de motieven van het behangpapier zien we « sparregroen » en « oranjerood ». Je zal merken dat gemengde primaire en secundaire kleuren de naam van een bloem (violet, roze, …), groente (rood als een tomaat), materiaal (rood als baksteen) of gewassen (sparregroen, mosgroen) krijgen. Deze woorden of uitdrukkingen werden gekozen op basis van iets dat al bestaat en iedereen kent.
Parcours « De kleuren »
9
Zie je gelijkenissen met het vorige schilderij ? Ze worden alletwee overheerst door kleur. Welke vind je het mooist ?
(Stop bij het standbeeld links van het schilderij)
Rik Wouters De huiselijke zorgen -1913-1914 Gips - 227 x 79 x 79
Naast aquarellen en olieverfschilderijen, heeft deze kunstenaar ook beeldhouwwerken gemaakt(*). Deze heet « De huiselijke zorgen » en stelt een rechtstaande vrouw voor die een lange jurk en een schort draagt. Kijk eens naar haar gezicht: is dit Nel ? Ga eens staan zoals Nel: je armen gekruist, je hoofd gebogen. Het lijkt alsof ze aandachtig luistert. Naar wie ? Naar haar man, de kunstenaar!
(*) In de rubriek « Achtergrondinformatie » vindt u in de tekst ‘Wat is een museum ?’ en het ‘Lexicon’ meer informatie over “beeldhouwwerken”.
Parcours « De kleuren »
10
Nel heeft veel geschreven over haar leven met haar man. Ze vertelt dat ze op een dag met haar schort om binnengekomen is in zijn werkplaats. Zoals altijd, vertelde hij over het project dat hij wilde realiseren, een monumentaal beeldhouwwerk. Hij zocht een uitdrukking, een houding. Nel stond recht, de armen gekruist, en luisterde aandachtig met haar hoofd lichtjes gebogen. Plotseling hoorde ze hem zeggen: “niet bewegen!”. Ze had de houding en de uitdrukking aangenomen die hij zocht. Ze was zijn model, soms zelfs zonder het te weten! De kunstenaar heeft van dit beeldhouwwerk een model gemaakt van klei. Daarna heeft hij het gegoten in gips en beschilderd zodat het leek alsof het in « brons » was. Kijk van dichtbij naar de kleuren en hoe hij ze gebruikt heeft om dit materiaal na te bootsen.
Parcours « De kleuren »
11
3. (Keer terug naar de trap en ga naar het schilderij dat aan de ingang van de verdieping hangt)
Auguste Oleffe In augustus - 1909 Olie op doek - 200 x 200
Wat zie je ? Een mama met haar dochters in de tuin. Welk seizoen is het ?
Wat valt je op ? Ik zie onmiddellijk het boeket met rode bloemen! Weet je nog: rood trekt de aandacht. Waar zie jij rood ? De lippen van het kleine meisje op de bank zijn rood, de halsketting die ze draagt, het mandje met rood en groen dat op de boord van de bank ligt. En in het gebladerte boven de personages, zouden dat geen rode kersen zijn ?
Parcours « De kleuren »
12
Hoe laat is het ? Het is tijd voor het vieruurtje! Er staan kopjes, een suikerpot en een lepel op de tafel. Hoeveel kopjes tel je ? Hoeveel mensen tel je ? Wie zijn die mensen ? Wie heeft de kopjes op de tafel geplaatst ? Wie zal de afwas doen ? De vrouw en de drie dochters van de schilder zitten in de tuin. Wat doen ze ? De mama zit aan een “borduurraam”. Naar wie kijkt ze ? Naar haar werk of naar de schilder ? Haar lange jurk is beschilderd met blauwe en witte motieven. Op haar zwarte jas zien we een hanger aan een lint. Het jonge meisje tegenover haar buigt haar hoofd naar haar werk: ze borduurt op een witte stof met gekleurde draden. Zo creërt ze motieven. Met een schilderij is het net zo: met de kleuren creërt de schilder vormen en beelden. Op de bank zitten twee meisjes. Het jongste meisje houdt een pop vast. Ze kijkt naar ons en lacht. Haar mond is zo rood als haar halsketting. Je kan haar tanden zien. Naast haar zit het andere meisje een boek te lezen. Heb je de kleuren van de kleren van de meisjes gezien ? Ze zijn wit of lichtgekleurd. Stel je eens voor dat wasmachines nog niet bestonden toen dit schilderij gemaakt werd en alles met de hand moest gewassen worden. Denk je dat hun mama ze liet springen, rennen, in bomen kruipen of in het gras rollen ? Kijk eens naar hun schoenen. Het zijn geen schoenen om in het gras te lopen! Wat konden ze dan doen ? Lezen of borduren! Niks doen kon toen niet en DVD’s bestonden nog niet.
Gelijken ze op elkaar ? Ze hebben alle vier hetzelfde gezicht en hun zwarte haren zijn naar achteren getrokken met een gekleurd lint.
Schaduw en zonlicht Het was een warme dag. Waaraan kun je dat zien ? Het meisje dat borduurt heeft haar hoed afgezet en op de armleuning gelegd. Het tafereel speelt zich deels af in de schaduw van het gebladerte. De zonnenstralen komen van opzij. Ze strelen de nek en de handen van de borduurwerkster. Kijk hoe de schilder de indruk heeft gegeven van een stralende zomerdag, hoe hij het licht van de late namiddag schildert. De zon gaat onder en de achtergrond van het schilderij baadt in het zachte licht. Het groen van de luiken en de ramen wordt erdoor verzacht, terwijl de bladeren erdoor verlicht worden. Vooraan in de schaduw van de boom, zijn de hoge struiken geschilderd in een donkerder groen, in « grasgroen ».
Parcours « De kleuren »
13
Groen Groen is een rustige kleur. Groen betekent vrijheid. Als het verkeerslicht groen is, mogen we oversteken. Je vindt verschillende soorten groen in de natuur: denk bijvoorbeeld aan het groen van een weide, van bomen of planten. Groen wordt gemaakt van blauw en geel. Afhankelijk van de hoeveelheid blauw of geel kun je « grasgroen », « dennegroen », « flessengroen », « smaragdgroen » of « jagersgroen » krijgen. Wat betekent: « groene vingers hebben » ? Dat betekent dat je graag in de tuin werkt en goed planten en bloemen kan verzorgen. « groene zone » ? In een stad zijn er « groene zones », dat zijn parken waar je kunt wandelen of spelen. Groen is ook de kleur van voetbalvelden, pingpongtafels en dus van de sport en de jeugd. Weet je waarom het teken van een apotheek een groen kruis is ? Omdat het doet denken aan helende planten die gebruikt worden in veel natuurlijke medicijnen.
Wit Waar zie je wit ? Op de kleren. Beschrijf ze eens. Als het in de zomer heel warm is, dragen we graag lichte kleren. Wit is een lichte, frisse kleur. Wit is eigenlijk geen kleur. Als je met een tekening begint of als ik een verhaal begin te schrijven, nemen we allebei een « wit blad ». Wit staat voor zuiverheid, vrede, stilte. Als de sneeuw de grond en de daken bedekt, worden de geluiden gedempt. Alles is veel stiller. Wit is ook de kleur van de properheid (denk aan de reclamespotjes voor wasproducten). Vroeger waren alle ondergoed en lakens altijd wit. Het was ondenkbaar om een gekleurde donsovertrek te hebben met tekening van je favoriete figuurtjes. En de spoken, waarom zijn zij wit ? Spoken dwalen ’s nachts rond. De witte kleur heeft een lichtgevend effect. Het doet ze opvallen in de duisternis.
Parcours « De kleuren »
14
Als je dit schilderij zou kunnen uitbreiden, wat zou je dan toevoegen ? Een hond ? Een papa ? Een schilder ? Welke kleren zou hij aan hebben ? In welke kleuren ?
Kan je je hetzelfde tafereel vandaag voorstellen ?
Parcours « De kleuren »
15
4. (Keer terug en ga naar het rechtse paneel)
© SABAM Belgium 2008
Gustave De Smet De loge - 1928 Olie op doek - 100 x 81
Waar zijn we nu ? In een loge. Dat is een kleine kamer waar een artiest zich voorbereidt en aankleedt voor een concert, toneelstuk, of ander optreden. Dat kan een man, een vrouw, een kind of zelfs een kleine hond zijn. Na het optreden, keert de artiest terug naar de loge om te rusten en zich om te kleden. Soms komt er een aanbidder om haar te feliciteren.
Wat gebeurt er ? Vooraan zit een jong meisje in haar loge. Welke kleren heeft ze aan ? Ze draagt een toneelkostuum. Welk toneel ? Zeker en vast een circusnummer. Is zij een danseres, een paardrijdster, een trapeziste of een dierentemster ? Parcours « De kleuren »
16
Op de tafel liggen, voor de spiegel die de kleuren van de loge reflecteert, enkele voorwerpen: een verstuiver, een geopende doos, een kam, een bloem en een waaier. Achter onze acrobate staat een man. Hij draagt avondkledij: een zwart pak, een wit hemd en strikje. Hij houdt een boeket bloemen in zijn hand. Is het jonge meisje blij met zijn bezoek ? Haar gezicht – het is niet echt een gezicht, maar eerder een masker – staart ons aan zonder uitdrukking. Toch zien we blijdschap door de gele en roze kleuren, de kleuren van de zon. En de man ? Zie we meer uitdrukking op zijn gezicht ?
Wat zie je nog ? Een kleine witte hond draait zijn kop naar iets wat zijn bazin in haar hand houdt. De hond is heel blij en trots dat hij heeft meegedaan aan het optreden. Hij heeft flink gewerkt en krijgt nu een kleine beloning.
De belangrijkste kleur: geel Geel is de kleur die je gebruikt als je een zon tekent op je tekeningen: je maakt een grote gele cirkel met gele lijnen rondom. Het geel van de kleren van het jonge meisje en van de grote strik in haar haar contrasteert met het zwart van het pak van de man. Het geel valt op en trekt onze aandacht. Geel is de kleur van de zon, van het licht, van de warmte maar ook van het leven en de kracht. Door geel te kiezen voor de belangrijkste figuur in zijn schilderij, benadrukt de schilder de wereld van het circus. Het is een veeleisende wereld waar er hard moet gewerkt worden. Voor de decoratie van de loge, gebruikt de schilder gemengde kleuren: tinten roze voor de vloer, het behang, het tafelkleed. Deze tinten worden gemaakt met rood, wit en een klein beetje blauw. De verticale plooien in de gordijnen stemmen overeen met de horizontale lijnen op het tafelkleed. De vormen zijn eenvoudig. Het zijn figuren die naast elkaar geplaatst zijn, afgeboord met een zwarte lijn. Soms is de zwarte lijn dik en op andere plaatsen dan weer fijn en bijna onzichtbaar. Kijk eens naar de schouders en de armen van het meisje: heb je al eens iemand gezien met zo’n vierkante schouders ? De schilder speelt met eenvoudige vormen. Hij plaatst de arm en de schouder op één rechte lijn.
Parcours « De kleuren »
17
5. (Aan de achterzijde van het middenste paneel)
© SABAM Belgium 2008
Constant Permeke De verloofden - 1923 Olie op doek - 151 x 130
Wat zie je ? Twee stevige figuren, een man een een vrouw, nemen bijna het volledige schilderij in. Ze zijn verloofd. Ze gaan wandelen, vertellen wat aan elkaar en maken plannen. De schilder heeft enkel het bovenste deel van hun lichaam geschilderd. Het silhouet van de man is heel groot: zijn schouders zijn breed, niet in verhouding met elkaar en zijn enorme handen zien er heel sterk uit. Hij laat maar weinig plaats voor zijn verloofde. Zij houdt zich op de achtergrond. Haar bleke gezicht en witte bloes trekken nochtans onze aandacht. Ze geeft een arm aan haar verloofde.
Ze zijn verliefd maar ze lachen maar weinig! Ze kijken recht voor zich uit en geen enkel detail in hun gezicht toont een uitdrukking of een gevoel. Het doet ons denken aan de uitdrukkingsloze gezichten in “De Loge”. Parcours « De kleuren »
18
De twee schilders kenden elkaar en hadden dezelfde manier van schilderen. Bijvoorbeeld, om het circusleven weer te geven, schilderen ze niet het gezicht van een bepaald persoon maar van om het even welke circusartiest die na haar optreden uitrust in haar loge en het bezoek krijgt van een bewonderaar. “De verloofden” kan om het even welk koppel zijn dat de hele week werkt en mekaar op zondag ontmoet.
Waar zijn ze ? Ze zitten niet in een huis maar ergens buiten. Hoe zien we dat ? Hoe heeft de schilder ons dit duidelijk gemaakt ? Er is geen decor achter de verloofden. Een dikke laag verf omringt de twee figuren (we zien het doek niet). De verflaag met verschillende tinten wit met bruin of geel is onregelmatig en op sommige plaatsen erg dik. Doordat er geen decor is doen de lichte kleuren achter de twee personen denken aan een stukje van de lucht. Is het de lucht die we zien als ze op de dijk wandelen of eerder boven een rustige straat op zondagnamiddag ?
Waarom worden de personages zo zwaar en in donkere kleuren geschilderd ? De man is een matroos. Hij heeft mooie kleren aangetrokken om met zijn verloofde uit te gaan. Onder zijn “zondagse” jas draagt hij een gestreepte trui en op zijn hoofd een mooie baret. Kijk, we zien zelfs een oorring. Alle matrozen droegen er toen één. De schilder woonde in Oostende, een stad aan de zee. Hij kende het leven van de matrozen goed. En jij, weet je wat een matroos doet ? Sommigen helpen bij het varen, anderen onderhouden de boot, herstellen de machines, poetsen de brug, laden zware kisten met goederen. Als ze voor enkele dagen terug aan wal waren, hielpen ze vaak hun ouders op de boerderij. Aangezien de schilder ook op het platteland heeft gewoond, heeft hij de lange en zware dagen van de boeren gezien. Met de donkere kleuren, zoals het bruin, wil hij de natuur weergeven waarin ze moesten werken en de armoede waarin ze leefden. Met het zware lichaam van de matroos en zijn forse handen geeft hij de kracht weer die hij nodig had om deze zware taken uit te voeren. Weet je waarom de schouders niet in verhouding zijn ? Waarom de ene veel groter is dan de andere ? De schilder vertelt dat als hij matrozen observeerde, hij zag dat ze geen “landvoeten” hadden want zelfs als ze aan wal waren, rolden ze hun schouders alsof ze tegengewicht moesten bieden voor de golven van de zee. Aan de kleur van het gezicht en de handen van de man zien we dat hij buiten werkte in de zon, de wind of de regen. De bleke huid van zijn verloofde toont aan dat zij binnen werkt in het huishouden: afwassen, strijken, poetsen, koken, … (In die tijd was bruin worden nog niet in de mode en de vrouwen met de bleekste huid werden beschouwd als de mooiste). Parcours « De kleuren »
19
6. (Loop verder langs de linkermuur tot je aan de muur helemaal op het einde komt)
© SABAM Belgium 2008
Raoul Dufy Gezicht op Marseille - zonder datum Olie op doek - 116 x 90
Wat zie je ? Boten liggen aangemeerd in een haven, de reflectie van het licht op het water. Alles schittert, alles beweegt. Aan de huizen aan de ingang van de haven en de gevels van de gebouwen verderop kunnen we zien dat we ons in een belangrijke stad bevinden.
Waar zijn we ? Vooraan zien we het smeedwerk van een balkon. We bevinden ons dus binnenin een huis, meer bepaald op een verdieping. We hebben zicht op een spektakel, namelijk het leven van de haven. Er zijn grote boten met hoge masten, vissersboten en een zeilboot. Er is ook veel beweging op de kade: paarden trekken karren vooruit, mensen haasten zich. Er zijn geen ijskarren of ballonnen of spelende kinderen. Hier op de kade wordt er gewerkt!
Parcours « De kleuren »
20
Het is een zingend schilderij De schilder spreidt de kleuren naast elkaar uit. De kleuren verleiden ons, het maakt niets uit of ze echt zijn of overdreven levendig. De schilder wilde ze zo schilderen.
Wat is de belangrijkste kleur ? Het blauw van het water Het blauw verandert met de afstand. Het is licht vooraan en wordt donkerder achteraan. Onze aandacht wordt getrokken door enkele stukken in “azuurblauw” achteraan. Het blauw van de hemel Achteraan vormen enkele zwarte lijnen wolken. Ze worden omringd door lichtbruine vlekken waarrond we weer fellere blauwe lijnen zien. Kijk eens naar het smeedwerk van het balkon vooraan. Het blauw is gemengd met geel en wit en vormt zo het mooie « smaragdgroen ».
En het zwart ? Welke rol speelt het ? De zwarte lijnen bepalen het ritme van het schilderij. De schilder geeft ze een belangrijke rol omdat hij ook « gravures » maakte. In een gravure worden de lijnen in de ondergrond gekrast. In dit schilderij zijn de lijnen zwart met wat groen of blauw. Ze benadrukken het motief van het smeedwerk van het balkon. Met op en neer gaande lijnen worden de golven getekend die de beweging van het water volgen. Op andere plaatsen zijn de lijnen recht om de masten van de boten of de gebouwen met hun kleine vensters te tekenen. De schilder richt zich niet op de details. Zelfs de silhouetten op de kade zijn amper zichtbaar.
Een schilderij om het oog te begeleiden Het ene beeld volgt het andere. Ze leiden onze blik naar het einde van het schilderij. Vooraan het balkon: we zien niets doorheen het smeedwerk! Het volgende beeld: het leven in de haven. Nog verder is de kleur van het water donkerder en wordt onze blik naar lichtere kleuren geleid. Alles lijkt eenvoudig en natuurlijk maar de schilder heeft er lang en diep over nagedacht om het schilderij in vier of vijf beelden te maken die op elkaar liggen en niet met elkaar verbonden zijn. De blauwe hemel en de huizen in felle kleuren tonen dat het een stad is waar de zon elke dag schijnt.
Parcours « De kleuren »
21
7. (Ga in de richting van de uitgang – aan de achterzijde van het middenste paneel)
© SABAM Belgium 2008
Roberto Matta Echaurren Elf vormen van twijfel / Caleidoscoop aquarium - 1957 Olie op doek - 200 x 505
Dit is een heel groot schilderij! Best is het eerst van ver te bekijken en dan van dichterbij.
Wat zie je ? We stappen binnen in het schilderij als in een droom, zonder te weten waar we zijn. We zien eerst een grote wanorde met lijnen, tekens, dozen, schermen, … Sommige schermen zijn doorzichtig en erdoorheen kunnen we voorwerpen zien en bladen met cijfers of tekeningen. Op andere schermen zien we wazige sporen zoals van de rook van een raket. Er zijn ook rare machines die openstaan. Waarop lijken ze ?
Wat kun je zeggen over de kleuren ? Die rare machines zijn wit of gekleurd. Sommige zijn geschilderd in fluo, in geel, groen, roze of wit. De kleuren die we het meest zien zijn fel en helder. Ze geven de indruk dat de machines zweven op een wazige ondergrond zoals in een aquarium. Zouden die machines zoals mooie exotische vissen kunnen zijn ?
Parcours « De kleuren »
22
Wat wil de schilder ons zeggen ? Met de naam “Elf vormen van twijfel / Caleidoscoop aquarium” helpt de schilder ons om te begrijpen wat hij wil zeggen.
« Caleidoscoop aquarium » Ken je het woord « Kaleidoscoop » ? Het is een toestel dat bestaat uit een buis. In die buis zitten spiegels die zodanig geplaatst zijn dat kleine gekleurde voorwerpen in de buis gereflecteerd worden en zo verschillende symmetrische tekeningen maken.
« Elf vormen van twijfel » Waarom deze titel ? Weet je wat « twijfel » is ? De schilder gebruikt dit woord vaak in de titels van zijn werken. Eigenlijk nodigt hij ons uit om deel te nemen aan zijn twijfel over de wereld waarin we leven. In dit schilderij reizen we in een waterwereld. Alles beweegt, de beelden volgen zichzelf op, onverwacht, vreemd, zonder uitleg. We beginnen te twijfelen. We kijken van links naar rechts. Zitten we gevangen in deze ruimte ? Gevangen in de verbeelding van de kunstenaar, in zijn visioen ? In de buis van de kaleidoscoop ? In een aquarium ? Het idee van een aquarium is gemakkelijker.
Weet je nog de vrouw in het blauw en de vrouw met het gele halssnoer ? We waren toen in een zachte sfeer, waar de schilders hun gevoelens toonden. Er zitten veel jaren tussen die schilderijen en dit hier. De schilders nu hebben minder interesse in het afbeelden van personages of familietaferelen uit het dagelijks leven. Ze gaan elke dag op ontdekking, via de televisie en computers volgen ze de ontwikkelingen van de wetenschap. In dit « aquarium », lijkt het wel of de schilder ons uitnodigt om de ruimte te veroveren, een andere wereld te ontdekken. We zien orde en wanorde tegenover elkaar, aan de ene kant een modderige omgeving en aan de andere kant een wetenschappelijke netheid zoals in een laboratorium.
Parcours « De kleuren »
23
8. (Ga naar de lift en kijk naar de muur rechtover)
© SABAM Belgium 2008
Donald Judd Zonder titel - 1988 Koper en plexiglas - 304,7 x 69,2 x 61,4 (10 elementen)
Is dit een standbeeld ? Nee
Is dit een schilderij ? Nee
Wat zie je ? Een verzameling van verschillende identieke elementen die een “specifiek object” vormen, zo omschrijft de kunstenaar dit werk. Het is samengesteld uit eenvoudige vormen die vastgemaakt zijn aan de muur zoals we een schilderij ophangen. Hoeveel vormen zie je? Zijn ze groot ?
Parcours « De kleuren »
24
Wat valt er op aan de vormen ? Ze zijn identiek, hebben dezelfde vorm en kleur en zijn van hetzelfde materiaal gemaakt. Ze hangen boven elkaar met telkens dezelfde afstand tussenin. Deze afstand creëert een echte ruimte. Het is niet zoals schilders dit proberen voor te stellen met kleuren en het is ook niet zoals de ruimte rond een standbeeld. Hier is het werk vastgemaakt aan de muur en kunnen we er niet omheen lopen.
De artiest is een Amerikaan Hij was eerst schilder maar begon zich toen te interesseren in architectuur. Hij maakte toen objecten met eenvoudige materialen in primaire kleuren. Hij wil niet langer de natuur nabootsen of zijn gevoelens uiten. Hij wil objecten maken die niet lijken op iets wat we al kennen. Hij denkt dat een kunstwerk niets moet voorstellen maar enkel moet bestaan. Hij tekent eerst zijn project en laat daarna in een fabriek verschillende exemplaren maken van de objecten. Deze werken zijn niet uniek zoals een schilderij.
« Stack sculptures » (“gestapelde sculpturen”) Hij heeft een project gerealiseerd dat hij nadien “stack sculptures” (“gestapelde sculpturen”) heeft genoemd. Waarom “gestapeld” ? Omdat de vormen van deze specifieke objecten boven elkaar zijn geplaatst, gestapeld zoals een « stapel borden ». De vorm, de kleur en het aantal kan veranderen in functie van de ruimte waar de « stapel » geplaatst wordt. Hier zijn er 10 vierkante vormen waarvan de gekleurde stroken rood zijn.
Waarom heeft de kunstenaar dit werk gemaakt ? Dit werk heeft geen verhaal te vertellen. Het staat enkel in een ruimte om bekeken te worden, van boven naar onder, van onder naar boven, enkel om de ogen te plezieren. Als je goed oplet, zal je begrijpen waarom je ogen van boven naar beneden gaan en weer terug. De « stapel » staat nergens op. Hij is vastgemaakt aan de muur, zonder sokkel en het lijkt alsof hij zweeft in de lucht.
Parcours « De kleuren »
25
Een kleine oefening om het bezoek af te sluiten ? Weet je nog voor welke schilderijen we gestopt zijn ? Ik ga een paar dingen zeggen waardoor je je ze kan herinneren. Als je wilt, mag je me er naartoe brengen. Ik draag een blauwe jurk. (De vrouw in het blauw) Om mijn portret te maken heeft de schilder kleine verfvlekjes in allerlei kleuren op het doek aangebracht. (De dame met het gele halssnoer) Het is tijd voor het vieruurtje. Het is warm en we dragen kleren in lichte kleuren. (In augustus) Mijn haren zijn zwart en mijn circuskostuum is geel. (De loge) We lachen niet veel maar toch houden we van elkaar. (De verloofden) Vanop het balkon van mijn huis, heb je een mooi zicht op de haven. Ik hou van de verschillende tinten blauw van het water van de zee en van de hemel. (Gezicht op Marseille) Een vreemd aquarium waar de vissen vervangen zijn door lijnen, schermen en machines. (Elf vormen van twijfel/Caleidoscoop aquarium) Het is geen beeldhouwwerk en geen schilderij maar 10 identieke vormen met rode randen die vastgemaakt zijn aan de muur. (Zonder titel)
Welke vind je het mooist ? Kan je me vertellen waarom ?
Parcours « De kleuren »
26