Moderne kunst
2004 2005
Studiegids ma ster
Jaarrooster
Inleiding Deze studiegids bevat informatie over het masterprogramma Moderne Kunst. U vindt hierin onder meer informatie over de programmaopbouw, de eindtermen en de beschrijvingen van alle cursussen die deel uitmaken van het programma. U kunt de cursusbeschrijvingen ook raadplegen in OSIRIS Online, in de universitaire onderwijscatalogus (www.osiris.uu.nl) en in de cursuskrant (www.let.uu.nl/cursuskrant). Tot slot vindt u achter in de gids huishoudelijke informatie van het masterprogramma. Het Opleidingsstatuut 2004/2005 van de Faculteit der Letteren is een aanvulling op deze studiegids. In het statuut staan de algemene universitaire en facultaire regelingen beschreven, inclusief de rechten en de plichten van zowel de studenten als de Universiteit Utrecht. Het Opleidingsstatuut verschijnt digitaal en is te vinden via StudiePunt Letteren Online (http://www.let.uu.nl/studiepunt). Meer informatie over de Letteren masters is te vinden op de facultaire homepage: http://www.let.uu.nl/masters.
Inhoudsopgave
Deel I
Algemene informatie Jaarrooster ..................................................................................................5 Inleiding......................................................................................................7
Deel II
Informatie over het masterprogramma .................................................... 11 1. Het Utrechtse onderwijssysteem ......................................................... 13 2. Doelstellingen ...................................................................................... 13 3. Onderwijsprogramma .......................................................................... 13 3.1 Algemene beschrijving ................................................................. 13 3.2 Eindtermen................................................................................. 13 3.3 Programmaopbouw ...................................................................... 14 3.4 Thesis ........................................................................................ 15 3.5 Vrijstellingen............................................................................... 15 3.6 Stage......................................................................................... 15 3.7 Studeren in het buitenland ............................................................ 15 3.8 Toekomstperspectieven ................................................................ 16 3.9 Studiebegeleiding ........................................................................ 16 4. Examen ................................................................................................ 16 4.1 Exameneisen .............................................................................. 16 4.2 Aanvraagprocedure...................................................................... 16 4.3 Titulatuur, judicia, diploma-uitreiking ............................................. 17 5. Cursusaanbod en inschrijfprocedure .................................................... 17 5.1 Inschrijfprocedure ....................................................................... 17 5.1.1 Faculteit der Letteren ................................................................... 17 5.1.2 Overige instellingen ..................................................................... 17 5.2 Shortlist cursusaanbod ................................................................. 18
Deel III
Huishoudelijke informatie van het masterprogramma.............................. 19 2. Secretariaat, commissies, functies ....................................................... 21 2.1 Het secretariaat........................................................................... 21 2.2 Directeur, bestuur en opleidingscoördinator ..................................... 22 2.3 Opleidingscommissie Kunstgeschiedenis.......................................... 22 2.4 Examencommissie Kunstgeschiedenis ............................................. 22 2.5 Toelatingscommissie Master Kunstgeschiedenis................................ 22 3. StudiePunt Letteren ............................................................................. 22 4. Wetenschapswinkel Letteren ............................................................... 23 5. Relevante instellingen.......................................................................... 24 5.1 Letterenbibliotheek ...................................................................... 24 5.2 Diatheek en fototheek .................................................................. 25 5.3 Indices....................................................................................... 25 5.4 NIKI .......................................................................................... 26 5.5 NIR ........................................................................................... 26 5.6 NIM ........................................................................................... 27 5.7 RKD........................................................................................... 27 6. Medewerkers ....................................................................................... 28 6.1 Docenten en hun specialismen....................................................... 28 6.2 Telefoonlijst medewerkers Moderne ............................................... 28
9
Deel II Informatie over het masterprogramma Moderne kunst
11
1.
Het Utrechtse onderwijssysteem
Binnen het bachelor-mastersysteem bestaat een complete academische opleiding uit twee fasen: de bachelorfase en de masterfase. Bacheloropleidingen duren drie jaar, de lengte van de masters varieert. Er zijn éénjarige masters en tweejarige research- en educatieve masters. In de masterfase specialiseert een student zich in wetenschapsbeoefening of beroepsuitoefening op academisch niveau. Voor elk masterprogramma geldt een toelatingsprocedure, maar elke student met een Utrechts bachelordiploma krijgt de garantie in te kunnen stromen in tenminste één van de Utrechtse masters. Een masteropleiding biedt één of meerdere masterprogramma’s aan. Afronding van een masterprogramma leidt tot het behalen van een masterdiploma. Toelating tot een masterprogramma loopt via de toelatingscommissie van de betreffende masteropleiding.
2.
Doelstellingen
Dit masterprogramma leidt op voor functies waarbij kennis van de kunstgeschiedenis op academisch niveau vereist is. Het verschaft de student een degelijk inzicht in wezenlijke aspecten van de geschiedenis van de moderne kunst, en vaardigheden die van belang zijn met het oog op een werkkring in musea, galeries, culturele beleidsfuncties, uitgeverijen, het veilingwezen of de journalistiek.
3.
Onderwijsprogramma
3.1
Algemene beschrijving
Het programma behandelt aspecten van de geschiedenis en ikonologie van de beeldende kunst en visuele cultuur van de nieuwste tijd. Er is aandacht voor historiografische en methodische aspecten van de geschiedschrijving van kunst en aspecten van de visuele cultuur in de moderne tijd, de (voor-)geschiedenis en theorie van de moderne kunst, fotografie, gebruiksgrafiek en andere media, die in toenemende mate een rol zijn gaan spelen in de moderne kunst en de visuele cultuur. Hierbij gaat het zowel om historische theorieen omtrent de kunst, als om historische en actuele theorieen omtrent de constructie, perceptie en interpretatie van afbeeldingen in ruimere zin. In de recente periodes zijn de grenzen tussen de (artistieke) disciplines herhaaldelijk ter discussie gesteld, en het programma besteedt aandacht juist ook aan de praktijk en de theorie van deze ontwikkelingen. Het masterprogramma besteedt verder aandacht aan (aspecten van) de geschiedenis van de kunstproductie, van beeldmotieven en iconografische tradities, van kunsttechniek, waarderings- en reputatiegeschiedenis, geschiedenis en problematiek van musealisering, museumgeschiedenis, de actuele museale situatie, het galeriewezen en het kunstbeleid. 3.2
Eindtermen
De student die het programma heeft voltooid wordt geacht een gedegen kennis te hebben van de kunstgeschiedenis en de kunstgeschiedschrijving, in het bijzonder van na 1800; is in staat het wetenschappelijk debat over belangrijke vragen en de interpretatie van primaire bronnen te begrijpen, is tevens in staat grote hoeveelheden complexe informatie van verschillende aard te verzamelen, te interpreteren, en voor anderen begrijpelijk en inzichtelijk te maken. De student is erop voorbereid de opgedane kennis en vaardigheden in de beroepspraktijk toe te passen.
13
3.3
Programmaopbouw
Schematische opbouw van het masterprogramma Moderne Kunst 2004/2005 Instroom september 2004 Blok 1
Historiografie en Methoden van de kunstgeschiedschrjving
Museumwerkgroep Master Modern: Collectie en collectiegeschiedenis
7,5 ECTS cursuscode 200400777 Kunsttheorie
15 ECTS cursuscode 200400582 2
7,5 ECTS cursuscode 200400668 Colloquium
3
4
Stage MA Moderne kunst
7,5 ECTS cursuscode 200400862 MA Thesis
15 ECTS cursuscode 200400822
7,5 ECTS cursuscode 200400838
Colloquium, stage en thesis zijn niet verplicht gekoppeld aan een bepaalde periode. Het bovenstaande is slechts een voorstel. De stage is in dit model bijvoorbeeld uitgesmeerd over periode 3 en 4, maar is ook voltijds te doen in periode 3 of 4. Instroom februari 2005 Blok Historiografie en Methoden van de kunstgeschiedschrjving 3
Colloquium 7,5 ECTS cursuscode 20040086
7,5 ECTS cursuscode 200400777
Stage MA Moderne kunst 4
15 ECTS cursuscode 200400822 MA Thesis
1
2
Museumwerkgroep Master Modern: Collectie en collectiegeschiedenis
7,5 ECTS cursuscode 200400838 Kunsttheorie
15 ECTS cursuscode 200400582
7,5 ECTS cursuscode 200400668
Colloquium, stage en thesis zijn niet verplicht gekoppeld aan een bepaalde periode. Het bovenstaande is slechts een voorstel. De stage is hier bijvoorbeeld voltijds gepland in periode 4, maar zou ook (halftijds) kunnen worden uitgesmeerd over de perioden 3 en 4, of 4 en 1. De onderwerpen van de MA-werkgroep Moderne kunst voor de onderwijsperioden 1 en 2 in 20052006 zullen in januari 2005 worden vastgesteld.
14
3.4
Thesis
Het eindwerkstuk, ook thesis genoemd, is het eindpunt van de master-opleiding. Het onderwerp hangt bij voorkeur samen met een binnen het programma gevolgde werkgroep, de stage of het colloquium. In de thesis geeft de student blijk van: • kennis van de wetenschappelijke literatuur op het gebied van de moderne kunst; • het vermogen om zelfstandig een relevante casus te kiezen en een relevante onderzoeksvraag te kunnen formuleren, en deze vraag in een met een conclusie afgerond betoog te kunnen beantwoorden; • het vermogen om zelfstandig literatuur en ander bronnenmateriaal te verzamelen en te verwerken; • het vermogen om op academisch niveau helder en leesbaar te schrijven. 3.5
Vrijstellingen
Over mogelijke vrijstellingen moet tijdig worden overlegd met de toelatingscommissie. 3.6
Stage
De stage, die een vast onderdeel van dit programma is, is met name bedoeld als een kennismaking met de beroepspraktijk maar bevat altijd ook een belangrijke inhoudelijke component, zoals een bijdrage aan de organisatie van een tentoonstelling of het schrijven van catalogusteksten. Een stage in een museum ligt het meest voor de hand, maar ook bij galeries en andere culturele instellingen, de overheid en het bedrijfsleven zijn vele mogelijkheden. Gedetailleerde informatie over de stage kunt u vinden in de facultaire stageregeling. Deze is te verkrijgen bij het StudiePunt Letteren (Drift 8). De handleiding staat ook op internet (www.let.uu.nl/stage). De Faculteit der Letteren kent een groot aanbod van stageplaatsen. Vacante stageplaatsen worden gepubliceerd op internet, de stagezuil in het StudiePunt Letteren en in het U-blad. Buiten dit aanbod om kunt u ook zelf een stageplaats aandragen. Meer informatie over stages is te verkrijgen bij de facultaire stagecoördinator. Facultaire stagecoördinator Floris Tyl Drift 8, kamer 0.04 3512 BS Utrecht tel. : (030) 253 6103 spreekuur op afspraak:maandag 11.00 - 12.00 uur inloopspreekuur:donderdag 11.00 - 12.00 uur afspraken: via het StudiePunt Letteren, tel.: (030) 253 6285 e-mail:
[email protected] internet: http://www.let.uu.nl/stage 3.7
Studeren in het buitenland
U kunt, afhankelijk van het programma, studeren in het buitenland, maar ook onderzoek doen of stage lopen. Er zijn op facultair en universitair niveau verschillende beursmogelijkheden en er wordt met veel universitaire instellingen zowel binnen als buiten Europa samengewerkt. Uitgebreide informatie over studeren in het buitenland, de verschillende uitwisselingsprogramma’s, beursmogelijkheden, en aanmeldingsprocedures kunt u opvragen bij het facultaire International Office op Drift 8. Informatie is ook te vinden op http://www.let.uu.nl/international. Voor de uitwisselingsprogramma's op universitair niveau en beurzen via culturele akkoorden met andere landen kunt u het best de brochure Studeren in het buitenland raadplegen. Deze brochure is verkrijgbaar bij het StudiePunt Letteren en het International Office of bij Bureau Buitenland in het Bestuursgebouw, Heidelberglaan 8 (Uithof) tel. 030- 2532696. Bij Bureau Buitenland is eveneens nadere informatie te verkrijgen over aanmeldingen selectieprocedures voor deze uitwisselingsprogramma's. Ook liggen daar studiegidsen van buitenlandse universiteiten en studentverslagen over buitenlandstudie ter inzage.
15
Coördinator International Office Faculteit der Letteren Marlies Bussemaker Drift 8, kamer 0.04 3512 BS Utrecht tel.: (030) 253 6046 inloopspreekuur: dinsdag 10.00-12.00 uur en donderdag 12.30 – 14.30 uur. afspraken: via het StudiePunt Letteren, tel.: (030) 253 6285 e-mail:
[email protected] internet: http://www.let.uu.nl/international Bureau Buitenland Universiteit Utrecht Bestuursgebouw, Heidelberglaan 8, kamer 1.36. inloopspreekuur: werkdagen van 13.00-17.00 uur afspraken: via secretariaat (tussen 9.00-12.00 uur) tel.: (030) 253 2696 e-mail:
[email protected] internet: http://www.uu.nl/bureaubuitenland (doorklikken naar uitwisselingsprogramma’s) 3.8
Toekomstperspectieven
De mastertitel Moderne kunst biedt afgestudeerden uitzicht op een werkkring waarin academisch niveau wordt verwacht. Hierbij valt te denken aan beleidfuncties op het gebied van cultuur, functies bij verschillende organisaties die zich bezig houden met programmering en beleid rond beeldende kunst; instanties als musea, galeries, veilinghuizen; publiciteit en media. 3.9
Studiebegeleiding
De coördinatie van het programma is in handen van de master-coördinator (A. Martis,
[email protected]). Deze heeft via een klankbordgroep contact met studenten over de voortgang en invulling van het programma. De coördinator zal tevens individuele studenten monitoren. Voorts vindt natuurlijk begeleiding plaats zoals gebruikelijk in werkgroepen, tijdens stages, of bij de vervaardiging van werkstukken, referaten of rapportages. Tijdens de verschillende cursusonderdelen worden vaardigheden als het vinden en verwerken van informatie, het rapporteren, het gezamenlijk werken aan een specifiek project getraind en getoetst. De voorbereiding op latere beroepsuitoefening wordt in het programma gestalte gegeven door op verschillende momenten mensen uit de praktijk in het onderwijs vertegenwoordigd te laten zijn; van belang is verder de keuze van de te onderzoeken en te bespreken onderwerpen. Ook de toetsing van referaten, en de beoordeling van verslagen wijzen vooruit op een latere beroepsuitoefening. Belangrijk is uiteraard de stage. Voor problemen betreffende studievoortgang, beurzen en dergelijke, of problemen van meer persoonlijke aard, kan men contact opnemen met de studieadviseur Anneriek van Bommel, Kromme Nieuwegracht 29, kamer 0.11. Voor informatie over inloopspreekuren en telefonische spreekuren en voor het maken van afspraken: StudiePunt Letteren, tel. 2536285. Zie ook www.let.uu.nl/studiepunt.
4.
Examen
4.1
Exameneisen
De exameneisen van het programma staan geformuleerd in de Onderwijs- en Examenregeling. Deze regeling is te vinden op www.let.uu.nl/studiepunt > Onderwijs- en examenregelingen (OER)>MA Kunstgeschiedenis 4.2
Aanvraagprocedure
Wanneer alle onderdelen van het programma met een voldoende zijn beoordeeld, kan het masterexamen worden aangevraagd. Iedere laatste werkdag van de maand controleert de Examencommissie de examenaanvragen op volledigheid. Deze dag geldt als formele examendatum en wordt op de bul vermeld.
16
Bij de aanvraag van het diploma dienen de volgende bescheiden te worden ingeleverd: volledig ingevuld en ondertekend aanmeldingsformulier (verkijgbaar op het secretariaat); kopie identiteitsbewijs; een volledig dossieroverzicht; bewijs van inschrijving; indien van toepassing: kopieën van correspondentie met de examencommissie. 4.3
Titulatuur, judicia, diploma-uitreiking
Door het Masterexamen wordt de graad Master of Arts verkregen (M.A.). Het judicium met lof kan door de examencommissie worden toegekend indien alle onderdelen van het programma met het cijfer 8 of hoger zijn afgerond. Het staat de examencommissie te allen tijde vrij hiervan in bijzondere gevallen af te wijken. De uitreiking van de behaalde bullen zal plaatsvinden in de maand september (2005). Voor diegenen die in februari instromen, zal de buluitreiking omstreeks februari 2006 plaatsvinden.
5.
Cursusaanbod
5.1
Inschrijfprocedure
5.1.1
Faculteit der Letteren
Inschrijving voor de cursussen verloopt via inschrijfformulieren, dus niet via OSIRIS Online. Formulieren hiervoor kan men downloaden van www.let.uu.nl/master. Voor meer informatie verwijzen we u graag naar de mastercoördinator (
[email protected]). Stel u echter eerst zover mogelijk op de hoogte via het StudiePunt Letteren (www.let.uu.nl/studiepunt) en de Nieuwsbrief Onderwijs en Studentzaken die één maal per onderwijsperiode via de studentsmail (
[email protected]) wordt verspreid. Het cursusaanbod is ook te vinden via de websites: www.osiris.uu.nl en www.let.uu.nl/cursuskrant. 5.1.2
Overige Instellingen
Het is in bepaalde gevallen mogelijk, in plaats van het colloquium of in plaats van de stage, een MA-werkgroep aan een andere universiteit te volgen. Inschrijving hiervoor in overleg met de Mastercoördinator.
17
5.2
Shortlist Cursusaanbod
MASTER MODERNE KUNST
Coördinator: Dr. J.A. Martis Cursuscode
Naam
Blok
ECTS
200400582
Museumwerkgroep Master Modern: Collectie en collctiegeschiedenis
1–2
15
Boersma
200400777
Historiografie en Methoden van de kunstgeschiedschrijving
1 en 3
7,5
Stumpel
200400668
Kunsttheorie
2
7,5
Martis
200400822
Stage MA Moderne kunst
1,2,3 en 4
15
Boersma
200400862
Colloquium
1,2,3 en 4
7,5
Docenten van de opleiding
200400838
MA Thesis
1,2,3 en 4
7,5
Docenten van de opleiding
18
Coördinator
Deel III
Huishoudelijke informatie van het masterprogramma
19
1.
Plaats binnen faculteit en instituut
De verschillende disciplines die binnen de universiteit worden beoefend zijn organisatorisch gegroepeerd in faculteiten. Met de invoering van de MUB (Modernisering Universitaire Bestuursstructuur) zijn de verschillende vakgebieden, althans wat het onderwijs betreft, georganiseerd in onderwijsinstituten. Een onderwijsinstituut kan meerdere opleidingen omvatten. De Utrechtse Letterenfaculteit kent nu vijf van dergelijke instituten: (1) Geschiedenis, (2) Nederlands, (3) Vreemde talen, (4) Kunstgeschiedenis en Muziekwetenschap en (5) Media en Re/presentatie. De opleidingen Kunstgeschiedenis en Muziekwetenschap zijn weliswaar organisatorisch samengebracht in het Onderwijsinstituut Kunstgeschiedenis en Muziekwetenschap, maar zijn inhoudelijk en onderwijskundig duidelijk onderscheiden eenheden. Het Masterprogramma Moderne kunst is onderdeel van de Masteropleiding Kunstgeschiedenis, die verder nog de programma’s Architectuurgeschiedenis en Monumentenzorg en Beeldende kunst tot 1800 omvat. De Masteropleiding Kunstgeschiedenis valt onder de verantwoordelijkheid van het Onderwijsinstituut voor Kunstgeschiedenis en Muziekwetenschap. De leiding van het onderwijsinstituut berust, uiteraard onder de eindverantwoordelijkheid van de decaan en het bestuur van de faculteit, bij een driehoofdig instituutsbestuur onder voorzitterschap van de directeur van het instituut. Naast de directeur en een tweede staflid heeft daarin ook student-lid zitting. De directeur en het bestuur van het instituut zijn belast met de organisatie en uitvoering van het onderwijs overeenkomstig de geldende facultaire onderwijs- en examenregelingen. Voor de afzonderlijke bacheloropleidingen en (de daaraan verbonden) masteropleidingen worden door het faculteitsbestuur opleidingscoördinatoren aangesteld. Zo is er voorzien in een opleidingscoördinator voor de opleiding Kunstgeschiedenis en een coördinator voor de opleiding Muziekwetenschap. In overleg met het instituutsbestuur kunnen (delen van) deze taken ook gedelegeerd worden aan andere leden van de wetenschappelijk staf. In overeenstemming met de bepalingen van de MUB kent elke opleiding een eigen opleidingscommissie, waarin de wetenschappelijke staf en studenten in gelijke mate (4 + 4) vertegenwoordigd zijn. Deze commissie is bedoeld om te voorzien in een forum van medezeggenschap van de betrokken geledingen ten aanzien van de vormgeving en uitvoering van het onderwijs. De commissie heeft tot taak (jaarlijks) een oordeel te vormen over de uitvoering van de onderwijs- en examenregeling en met betrekking daartoe advies uit te brengen; ook inzake alle andere aangelegenheden het onderwijs betreffende brengt de commissie gevraagd of ongevraagd advies uit aan het instituutsbestuur en/of de decaan van de faculteit. Ingevolge de wet kent iedere opleiding verder een eigen examencommissie, die belast is met de uitvoering van het examenreglement.
2.
Secretariaat, commissies, functies
2.1
Het secretariaat
Het secretariaat van het Instituut Kunstgeschiedenis en Muziekwetenschap is gevestigd aan de Kromme Nieuwegracht 29, kamer 1.01. Het telefoonnummer is 2536300. Het emailadres is
[email protected]. Spreekuren: het secretariaat is iedere dag geopend van 10.30 uur tot 12.30 uur en van 13.30 uur tot 15.00 uur. Buiten deze spreekuren is het secretariaat dus gesloten! Studenten kunnen tijdens de spreekuren terecht voor informatie, inzage van tentamens, aanvragen van bachelor- of doctoraalexamen, etc. Postvakken docenten, instituutsbestuur, commissies en studieadviseur: op het secretariaat bevinden zich de postvakken van alle medewerkers. Ook buiten de openingsuren kan men hier terecht voor het inleveren van werkstukken e.d.
21
Postvakken studenten: beneden in de hal van Kromme Nieuwegracht 29 bevinden zich de postvakken van de studenten. Prikborden: op Kromme Nieuwegracht 29 naast het secretariaat bevindt zich het prikbord van de opleiding Kunstgeschiedenis met de onderwijs- en tentamenroosters en andere (cursus)informatie. Op de begane grond van het gebouw heeft de opleiding Kunstgeschiedenis eigen borden voor tentamenuitslagen (naast kamer 0.23). Tentamens: zodra een docent een tentamenuitslag inlevert, wordt de uitslag op het uitslagenbord naast kamer 0.23 gehangen. De tentamens kunnen tot 4 weken na de bekendmaking van de uitslag worden ingezien op het secretariaat. Tentamens mogen niet van het secretariaat worden meegenomen. Er kan een afspraak worden gemaakt met de docent om een en ander nader te bespreken. N.B. in verband met de bescherming van privé-gegevens is het de secretariaatsmedewerkers niet toegestaan adressen en telefoonnummers van studenten aan andere studenten door te geven. 2.2
Directeur, bestuur en opleidingscoördinatoren
Directeur Onderwijsinstituut Kunstgeschiedenis en Muziekwetenschap: prof.dr. P.A. Hecht (hoogleraar Kunstgeschiedenis). Bestuur Onderwijsinstituut Kunstgeschiedenis en Muziekwetenschap: prof.dr P.A. Hecht, voorzitter; dr. R.A. Rasch (docent Muziekwetenschap), secretaris; een studentlid. Opleidingscoördinator Kunstgeschiedenis: Prof.dr. K.O. Ottenheym, wordt tot 1 september 2004 vervangen door dr. A. van Eck. 2.3
Opleidingscommissie Kunstgeschiedenis
Voor de wetenschappelijk staf hebben in deze commissie zitting: dr R. Dettingmeijer (voorzitter), mw. dr L. Boersma, mw. dr A. Hoogenboom en een vacature. Daarnaast kent de commissie drie studentleden. 2.4
Examencommissie Kunstgeschiedenis
Prof.dr. J.C.J. Klamt (voorzitter), drs. I.M. Gerards-Nelissen (secretaris), dr. A. van Eck, prof.dr. K.A. Ottenheym. 2.5.
Toelatingscommissie Master Kunstgeschiedenis
Prof. Dr. P.A. Hecht, Dr. A. Martis, Prof. Dr. K.A. Ottenheym (tot 1 september 2004 vervangen door R. Dettingmeijer)
3.
StudiePunt Letteren
Het StudiePunt is het informatiecentrum Onderwijs van de Faculteit der Letteren en is bedoeld voor: • studenten (zowel voltijd als deeltijd), • aankomende studenten, oud-studenten (alumni) • en andere belangstellenden in het onderwijs van de faculteit. Het StudiePunt verstrekt informatie over het onderwijs van de faculteit via de balie op Drift 8. Het is tevens mogelijk om telefonisch of via e-mail informatie aan te vragen. Per e-mail kunnen alleen korte en bondige vragen worden behandeld (GEEN cursusinschrijving of afspraken). Bij het StudiePunt kunt u terecht voor: • informatie over inschrijving bij de faculteit; inschrijven voor cursussen, tentamens en individuele onderdelen. NB. Studenten (met uitzondering van contractanten) kunnen de meeste handelingen ook zelf
22
• • • Bij • • • •
verrichten via OSIRIS Online. Contractanten kunnen zich bij het StudiePunt inschrijven en tegelijkertijd het cursusgeld betalen. informatie over uitslagbrieven, dossieroverzichten, tempo- en prestatiebeurs. afspraken maken met studieadviseurs, de coördinator International Office en de facultaire stagecoördinator. allerhande onderwijsbrochures zoals de cursuskrant en diverse formulieren (onder andere aanvraag vrijstellingen, adreswijziging). het StudiePunt kunt u verder informatie vinden over: keuzevakken aan andere faculteiten of universiteiten studeren in het buitenland stages de Wetenschapswinkel Letteren
Het StudiePunt verstuurt vier keer per jaar een digitale nieuwsbrief naar alle letterenstudenten. Het is belangrijk dat u op de hoogte bent van de inhoud daarvan. StudiePunt Letteren Online Op het StudiePunt Online vindt u praktisch alle relevante informatie voor Utrechtse Letterenstudenten. Ook vindt u hier de nieuwsbrief en belangrijke mededelingen (denk aan aankondiging voorlichtingsbijeenkomsten). Kijk op http://www.let.uu.nl/studiepunt. StudiePunt Letteren Drift 8 3512 BS Utrecht tel.: (030) 253 6285 Dagelijks geopend van 10.00-16.00 uur Extra avondopenstelling: elke dinsdag en donderdag in de eerste week van de onderwijsperiode van 17.00-19.00 uur. e-mail:
[email protected] internet: http://www.let.uu.nl/studiepunt
4.
Wetenschapswinkel Letteren
Contactpersonen: Adres: Telefoon: E-mail: Website: Geopend:
mw. drs. H.C. Bijl, mw. drs. J.H. Schipper. Kromme Nieuwegracht 66, 3512 HL Utrecht (030) 253 6171
[email protected] www.uu.nl/wetenschapswinkels/letteren maandag tot en met vrijdag, van 9.00 tot 17.00 uur (maar: niet op woensdagmiddag en donderdagochtend)
Een onderzoek via de Wetenschapswinkel Letteren Een student kan zowel in de Bachelor als in de Masters studieonderdelen opnemen die door de Wetenschapswinkel Letteren opgezet zijn: het gaat dan altijd om onderzoek in opdracht van een externe organisatie. Een praktijkgericht onderzoek via de Wetenschapswinkel Letteren is voor veel studenten een aantrekkelijke mogelijkheid om ervaring in het eigen vakgebied op te doen, en vakkennis te leren toepassen in een bredere wetenschappelijke, maatschappelijke of culturele context. Hij of zij doet praktische vaardigheden op en legt contacten die later op de arbeidsmarkt goed van pas komen. Voor het onderzoek krijgt de student natuurlijk ook studiepunten. Wat is de Wetenschapswinkel Letteren? De Wetenschapswinkel van de Faculteit der Letteren maakt wetenschappelijke kennis toegankelijk voor maatschappelijke organisaties die zelf niet over mogelijkheden en middelen beschikken om deze kennis te verwerven. De Wetenschapswinkel Letteren vertaalt vragen van maatschappelijke organisaties naar concrete onderzoeksvragen en zoekt een student die het onderzoek wil uitvoeren. Ook wordt een docent van een voor het onderzoek relevante studierichting aangetrokken voor de vakinhoudelijke ondersteuning. Voorbeelden van organisaties waarvoor de
23
Wetenschapswinkel Letteren bemiddelde zijn Stichting Herdenkingsmonument Rhijnauwen, de Fietsersbond, de Europese Muziekschool Unie, De Verbeelding en Montevideo. Wat heeft de Wetenschapswinkel Letteren te bieden? Een wetenschapswinkelonderzoek doe je in opdracht van een organisatie die belang heeft bij de onderzoeksresultaten. Het eindresultaat zal daarom nooit ongebruikt in een la verdwijnen. De wetenschapswinkel biedt concrete onderzoeksvragen aan die kunnen worden gebruikt als onderwerp voor een individueel werkstuk, een bachelor-eindwerkstuk, een stage, een doctoraalscriptie oude stijl of het eindwerkstuk voor de Master. Het initiatief kan ook bij de student liggen: de wetenschapswinkel komt ook graag in contact met een organisatie die door de student zelf wordt aangedragen. De wetenschapswinkel begeleidt het onderzoek van begin tot eind en zorgt ervoor dat de student door alle betrokkenen goed wordt ondersteund. De student bouwt tijdens zijn of haar onderzoek een netwerk van contacten op dat later van dienst kan zijn. Door het onderzoek doet de student vaardigheden op die een goede aanvulling vormen op de studie. In veel gevallen worden de onderzoeksresultaten gepubliceerd. Gemaakte onkosten zoals kopieer- en reiskosten worden vergoed. En, zoals eerder gemeld, voor het onderzoek krijgt de student studiepunten. Enkele voorbeelden van projecten * Een studente TCS (Literatuurwetenschap, Vrouwenstudies) onderzocht hoe de opkomst van de fiets in Nederland iets te maken heeft met de opkomst van de vrouwenemancipatie rond 1900. In opdracht van de Fietsersbond. Resultaat: publicatie. Vorm: afstudeerscriptie. * Twee studenten Geschiedenis deden onderzoek naar de fusillades die in de tweede wereldoorlog plaatsvonden bij Fort Rhijnauwen. In opdracht van Stichting Herdenkingsmonument Rhijnauwen. Resultaat: onderzoeksverslag. Vorm: Bachelor-eindwerkstuk. * Een studente TCS (Kunstgeschiedenis) maakte een inventarisatie van het werk van Servaas. Hoe conserveer je videokunst? In opdracht van: Montevideo, Nederlands Instituut voor Mediakunst. Resultaat: onderzoeksverslag. Vorm: Stage. * Voor de cursus Instrueren en Overtuigen werkten 270 studenten (Nederlands, CIW, TCS) aan een opdracht van de Gemeente Utrecht. Zij analyseerden een reeds gehouden voorlichtingscampagne over de introductie van de Reinigingspolitie in Utrecht. In een competitieve sfeer is gewerkt aan verbetervoorstellen voor deze campagne. Resultaat: mondelinge en schriftelijke presentaties van campagnes. Vorm: eerstejaarscursus. Actuele onderzoeksprojecten Openstaande projecten van de Wetenschapswinkel zijn te vinden in de Faculteitsberichten van het U-blad en worden via posters op het Studiepunt en op verschillende prikborden in faculteitsgebouwen aangekondigd. Op de website www.uu.nl/wetenschapswinkels/letteren wordt bovendien regelmatig het aanbod van projecten geactualiseerd.
5.
Relevante instellingen
5.1
Letterenbibliotheek
De kunsthistorische collectie is opgenomen in de Letterenbibliotheek. Deze is gevestigd op het adres Drift 27 (ingang Wittevrouwenstraat). De kunsthistorische collectie bevat een uitgebreide verzameling boeken, tijdschriften en elektronische informatiebronnen, zowel over de geschiedenis van de beeldende kunsten en de bouwkunst sinds de vroege middeleeuwen, als op het gebied van de algemene kunstwetenschap en de ikonologie. Een groot deel staat in open opstelling, maar veel titels zijn in het magazijn geplaatst en moeten via de catalogus worden aangevraagd. De collectie kunstgeschiedenis is toegankelijk via de geautomatiseerde catalogus van de Universiteitsbibliotheek. Daarin is te zoeken op auteurs- en kunstenaarsnaam, titel en titelwoorden, naam en plaats van museum, signatuur en plus-signatuur. Voor het gebruik van de catalogus is een handleiding verkrijgbaar. De kunsthistorische literatuur is ingedeeld volgens de kunstsystematiek. Dit is een gedetailleerd systeem van signaturen, waarbij de codes de plaats van het boek in de kast aangeven, maar tevens het onderwerp van de publicatie. Sommige boeken krijgen meerdere codes, waardoor het mogelijk is op onderwerp te zoeken. Deze extra codes worden aangeduid met de term ‘plus-
24
signaturen’. In het informatiecentrum op de eerste verdieping in de Letterenbibliotheek kan men uitleggen hoe je hiermee kunt zoeken. Op een aantal momenten in de opleiding worden instructies in het gebruik van de bibliotheek gegeven. Hierbij worden in toenemende mate elektronische informatiebronnen ingezet. Via de homepage van de Letterenbibliotheek (www.let.uu.nl/bibliotheek/) zijn de bibliotheekpagina’s van Kunstgeschiedenis (via ‘zoeken per vakgebied’) bereikbaar, waarop een grote hoeveelheid links naar bibliotheekcatalogi, bibliografieën, digitale publicaties en internetadressen is geplaatst. De ‘Onderzoekgids Kunstgeschiedenis’ biedt daarnaast de mogelijkheid op onderwerp te zoeken naar handboeken, naslagwerken, instellingen en internetsites. Deze elektronische gids is ook bereikbaar via de bibliotheekpagina van Kunstgeschiedenis. Om kosteloos gebruik te maken van de bibliotheek moet men ingeschreven zijn bij de Universiteit en een bewijs daarvan kunnen tonen. Openingstijden: maandag t/m donderdag 9.00-22.30 uur vrijdag 9.00-17.00 uur zaterdag 9.00-12.00 uur Uitleenbalie: maandag t/m woensdag en vrijdag 9.00-17.00 uur donderdag 9.00-20.30 uur zaterdag 9.00-12.00 uur. Het informatiecentrum en de afdeling Bijzondere Collecties, beide op de eerste verdieping, zijn open van maandag t/m vrijdag van 9.00 - 17.00 uur. De vakreferent kunstgeschiedenis, Roman Koot, is aanwezig op maandag, dinsdag en woensdag (tel. 253 63 45, e-mail:
[email protected]). De centrale Universiteitsbibliotheek is gevestigd op het adres Wittevrouwenstraat 1. Hier bevinden zich met name de bibliografische afdeling, de algemene naslagwerken, tijdschriften enz. In de winter 2004/2005 verhuist de bibliotheek naar de Uithof. Zie voor verdere informatie en openingstijden.: www.library.uu.nl/. 5.2
Diatheek en Fototheek
De diatheek is onderdeel van de Letterenbibliotheek en bevat meer dan 70.000 dia's die gebruikt worden voor het onderwijs. Deze dia's, opgeborgen naar volgnummer, zijn toegankelijk via een kaartsysteem en kunnen een week geleend worden. Inlichtingen: balie Bijzondere Collecties. De fototheek bevat foto's van kunstwerken gerangschikt naar genre, naar land en/of alfabetisch op kunstenaar. De collectie omvat verder het zgn. Corpus Gernsheim en Bartsch Illustré, die betrekking hebben op de teken- en prentkunst. In de fototheek is plaats om de foto's te raadplegen en mede aan de hand daarvan te werken. De foto’s kunnen ook worden geleend. Inlichtingen: uitleenbalie. 5.3
Indices
Bij de afdeling Bijzondere Collecties in de Letterenbibliotheek zijn onder andere de volgende indices te raadplegen: • De Index of Christian Art, een ikonografisch systeem op de christelijke kunst tot ca. 1500, dat sinds 1917 door de Universiteit van Princeton wordt bijgehouden. In het systeem worden voorstellingen met een Christelijke thematiek gecatalogiseerd naar onderwerp en beeldtype. Van deze inmiddels zeer uitgebreide Princeton-index (meer dan 700.000 kaarten met beschrijving en bibliografie, en meer dan 200.000 reprodukties) bestaan enkele kopieën. In Europa beschikt de Bibliotheca Vaticana in Rome over een kopie, en sinds 1962 ook de Utrechtse Universiteit. Sinds 1991 worden de gegevens opgenomen in een elektronische database. Deze database is alleen in de Letterenbibliotheek te raadplegen. Het is de bedoeling dat de papieren Index te zijner tijd geheel wordt vervangen door de digitale. Er is een handleiding beschikbaar.De Decimal Index of the Art of the Low Countries, die uitgegeven
25
werd door het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie in Den Haag, bestaat uit kaartjes op prentbriefkaartformaat, waarop Nederlandse kunstwerken, hoofdzakelijk uit de 16de en 17de eeuw, gereproduceerd zijn. Deze afbeeldingen zijn geordend op onderwerp van de voorstelling, via een aan ICONCLASS verwant systeem. • De Marburger Index, een zeer omvattend fotobestand in de vorm van microfiches, van monumenten en kunstwerken in Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal, Nederland en België, geordend op locatie. In het informatiecentrum is een cd-rom beschikbaar (5de editie, 1999) met registers op o.a. naam, locatie, soort kunstwerk en ICONCLASS, alsmede een selectie van ongeveer 40.000 beschrijvingen met afbeeldingen. De Marburger Index, editie Duitsland, is grotendeels in een via internet raadpleegbare database opgenomen (www.bildindex.de). • Onder de titel Art Sales Catalogues is een grote collectie veilingcatalogi uit de periode 16001860 integraal op microfiche gezet. Het gaat om gedrukte veilingcatalogi, waarvan de titels waren geselecteerd door Frits Lugt, in zijn Répertoire des catalogues de ventes publiques intéressant l'art ou la curiosité (Den Haag 1938-1987). Van dit Répertoire (eigenlijk dus de index op de catalogi op de fiches) bestaat een online-editie (www.idcpublishers.info/lugt/). Voor inlichtingen over het gebruik van de indices kan men terecht bij de afdeling Bijzondere Collecties van de Letterenbibliotheek. 5.4
NIKI
Het Nederlands Interuniversitair Kunsthistorisch Instituut te Florence is in 1958 opgezet ter ondersteuning van onderzoek in Italië door Nederlandse kunsthistorici. Inmiddels heeft het zijn activiteiten aanzienlijk uitgebreid. De directeur van het Instituut, prof. Dr. B.W. Meijer, is tevens verbonden als bijzonder hoogleraar aan het Onderwijsinstituut voor Kunstgeschiedenis en Muziekwetenschappen. Hij verzorgt ieder jaar een werkgroep over de artistieke relaties tussen Nederland en Italië, waarvoor de studenten een aantal weken in Florence verblijven. Het instituut heeft een goede bibliotheek en beschikt over de mogelijkheid zelf studenten te huisvesten die in Florence op excursie gaan, stage lopen (mogelijkheden daarvoor o.a. in de bibliotheek van het instituut), of zelfstandig onderzoek doen. Voor deze laatste twee activiteiten zijn speciale beurzen beschikbaar. Viale Torricelli 5 50125 Florence Italië T: 0039-55221612 F: 0039-55221106 E:
[email protected] 5.5
NIR
Het Nederlands Instituut te Rome (NIR) is in 1904 opgericht en is een interuniversitaire instelling voor wetenschappelijk onderwijs en onderzoek op het gebied van Kunstgeschiedenis, Geschiedenis en Archeologie. Het NIR stelt beurzen ter beschikking aan studenten en jonge onderzoekers van Nederlandse universiteiten voor een studieverblijf in Rome. Het biedt verder uiteenlopende vormen van ondersteuning bij het doen van onderzoek in Rome en omstreken. Ook worden er onderwijscursussen verzorgd in Rome. Het instituut beschikt over een bibliotheek voor de drie vakgebieden en heeft een gastenaccommodatie om een studieverblijf mogelijk te maken. Behalve als huisvesting en ondersteuning voor een studieverblijf kan het NIR interessant zijn voor een stage, met name in de bibliotheek van het instituut. Meer weten? Neem contact op met het NIR of informeer bij dr. Lex Bosman. Nederlands Instituut te Rome Via Omero 10-12 00197 Roma Italië T: 0039-063269621 F: 0039-063204971 E:
[email protected] Website: http://www.nir-roma.it/
26
5.6
NIM
Het Nederlands Instituut in Madrid is een universitaire instelling, in oktober 2001 opgericht door de UvA, de UU en de KUN. De activiteiten van het instituut hebben betrekking op de wederzijdse historische en actuele banden tussen Spanje en Nederland. Het instituut beschikt vooralsnog niet over eigen huisvestingsmogelijkheden, maar er is beperkte financiele steun mogelijk voor studenten die in Spanje (bijvoorbeeld bij het Prado) stage willen lopen. Nederlands Instituut Madrid C/ Claudio Coello 99 E-28006 Madrid T: 0034-917812045 F: 0034-914316854 E:
[email protected] Johan Brouwer Fonds Ook in het academisch jaar 2004 - 2005 stelt het Johan Brouwer Fonds beurzen beschikbaar aan studenten en onderzoekers van de UU, de KUN en de UvA die een stage - of onderzoeksproject willen uitvoeren in Spanje. Daarbij gaat het om projecten waarvoor geen onkosten kunnen worden vergoed door de instelling waar de onderzoeker of stagiaire te gast is. Je komt voor de beurs in aanmerking wanneer je zelf een project hebt geformuleerd dat is goedgekeurd door je docent, en wanneer daar sprake van is - je begeleider in Spanje.Daarnaast is het mogelijk om op bestaande projecten te sollicteren.Deze worden geformuleerd door het Nederlands Instituut Madrid in samenwerking met de instellingen waar de stage of het onderzoek plaatsvindt. De beurs bestaat uit een eenmalige reiskostenvergoeding van € 250, - en € 150 voor elke maand verblijf in Spanje, met een maximum van 6 maanden. Aanvraagformulieren en advertenties voor stage- en onderzoeksprojecten vind je op de webpagina van het instituut: www.nedinsmad.com. Voor de aanvragen geldt geen uiterste inleverdatum, wel kan je de kans op honorering vergroten door je aanvraag zo vroeg mogelijk in het academisch jaar in te leveren. Meer weten? Neem contact op met het Nederlands Instituut Madrid 5.7
RKD
Het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie is een van de belangrijkste centra voor kunsthistorisch onderzoek in Nederland. Het beheert een unieke collectie archief-, documentatieen bibliotheekmateriaal met betrekking tot de westerse kunst van de late Middeleeuwen tot heden. Het RKD voert een actief verzamelbeleid, zowel op het gebied van schilder-, teken- en beeldhouwkunst als op het gebied van monumentale kunst, moderne media en vormgeving. De directeur, Prof. Dr. R.E.O. Ekkart, is in februari 2004 aangesteld als bijzonder hoogleraar aan het Onderwijsinstituut voor Kunstgeschiedenis en Muziekwetenschappen van de UU, met als leeropdracht de methodologische aspecten van het kunsthistorisch onderzoek. Prins Willem Alexanderhof 5 (gebouw Koninklijke Bibliotheek) 2595 BE Den Haag T: 070-3339777 F: 070-3339789 E:
[email protected] Website: www.rkd.nl
27
6.
Medewerkers
6.1
Docenten Moderne kunst en hun specialismen
Dr. Hestia Bavelaar:
Kunstgeschiedenis en Kunsttheorie van de nieuwste tijd (1850heden) en Kunstbeleid en -management Dr. Saskia de Bodt: Kunstgeschiedenis van de nieuwere tijd i.h.b. de 19e/vroeg 20e eeuwse kunst Dr. Linda Boersma: Beeldende kunst en kunsttheorie vanaf de 20e eeuw Dr. Annemieke Hoogenboom: Kunstgeschiedenis van de nieuwere tijd i.h.b. de 19e eeuw Dr. Adi Martis: Geschiedenis van de beeldende kunst en fotografie en kunsttheorie van de nieuwste tijd (1850-heden) Prof.dr. Jeroen Stumpel: Ikonologie en kunsttheorie 6.2 Telefoonlijst medewerkers Moderne kunst De spreekuren van de docenten gelden over het algemeen alleen tijdens de onderwijsweken. Tijdens collegevrije periodes zijn de docenten minder vaak op het instituut te bereiken. Ook geven niet alle docenten in elk semester onderwijs; tijdens die roostervrije semesters zijn docenten eveneens minder bereikbaar op het instituut. Kamer Bavelaar, dr. H. k. 1.40
[email protected] Bodt, dr. S. de k. 0.26
[email protected] Boersma, dr. L.S. k. 0.39
[email protected] Hoogenboom, dr. A. k. 0.27
[email protected] Martis, dr. J.A. k. 0.36
[email protected] Stumpel, prof.dr. J.F.H.J. k. 0.38
[email protected]
tel. werk / privé
spreekuur
2536519/070-3502597
op afspraak
2536261/0344-572329
op afspraak
2536236/020-4638672
op afspraak
2536256/033-4620584
op afspraak
2536269/030-2314504 2536362/0575-432756
28