Middeleeuwse studies
2004 2005
Studiegids ma ster
Jaarrooster
Inleiding Deze studiegids bevat informatie over het masterprogramma Middeleeuwse studies. Hij bevat onder meer informatie over de programmaopbouw, de eindtermen en een overzicht van alle cursussen die deel uitmaken van het programma. De cursusbeschrijvingen zijn te raadplegen in OSIRIS Online, in de universitaire onderwijscatalogus (www.osiris.uu.nl) en in de cursuskrant (www.let.uu.nl/cursuskrant). Tot slot is achter in de gids huishoudelijke informatie van het masterprogramma opgenomen. Het Opleidingsstatuut 2004/2005 van de Faculteit der Letteren is een aanvulling op deze studiegids. In het statuut staan de algemene universitaire en facultaire regelingen beschreven, inclusief de rechten en de plichten van zowel de studenten als de Universiteit Utrecht. Het Opleidingsstatuut verschijnt digitaal en is te vinden via StudiePunt Letteren Online (http://www.let.uu.nl/studiepunt). Meer informatie over de Letteren masters is te vinden op de facultaire homepage: http://www.let.uu.nl/masters.
Inhoudsopgave Deel I
Algemene informatie Jaarrooster......................................................................................................... 3 Inleiding ............................................................................................................ 5
Deel II
Informatie over het masterprogramma.............................................................. 9 1.
Het Utrechtse onderwijssysteem ................................................................. 11
2.
Doelstellingen en eindtermen...................................................................... 11
3.
Onderwijsprogramma ................................................................................ 3.1 Algemene beschrijving ......................................................................... 3.2 Eindtermen ........................................................................................ 3.3 Programmaopbouw.............................................................................. 3.4 Scriptie.............................................................................................. 3.5 Vrijstellingen ...................................................................................... 3.6 Stage ................................................................................................ 3.7 Studeren in het buitenland ................................................................... 3.8 Toekomstperspectieven........................................................................ 3.9 Studiebegeleiding................................................................................
11 11 12 12 13 13 13 13 14 14
4.
Examen ................................................................................................... 4.1 Exameneisen ...................................................................................... 4.2 Aanvraagprocedure ............................................................................. 4.3 De rol van de Examencommissie in bijzondere gevallen ............................
15 15 15 16
5.
Cursusaanbod .......................................................................................... 5.1 Ingangseisen ...................................................................................... 5.2 Toelatingsprocedure ............................................................................ 5.3 Inschrijfprocedure ............................................................................... 5.4 Shortlist cursusaanbod.........................................................................
17 17 18 18 19
Deel III Huishoudelijke informatie van het masterprogramma ..................................... 21 1.
Plaats binnen faculteit en instituut ............................................................... 23
2.
Secretariaat, commissies, afdelingen ........................................................... 23
3.
StudiePunt Letteren................................................................................... 23
4.
Medewerkers ............................................................................................ 24
7
Deel II
Informatie over het masterprogramma
9
1.
Het Utrechtse onderwijssysteem
Binnen het bachelor-mastersysteem bestaat een complete academische opleiding uit twee fasen: de bachelorfase en de masterfase. Bacheloropleidingen duren drie jaar, de lengte van de masters varieert. Er zijn eenjarige masters en tweejarige research- en educatieve masters. In de masterfase specialiseert een student zich in wetenschapsbeoefening of beroepsuitoefening op academisch niveau. Voor elk masterprogramma geldt een toelatingsprocedure, maar elke student met een Utrechts bachelordiploma krijgt de garantie in te kunnen stromen in tenminste één van de Utrechtse masters. Een masteropleiding biedt een of meerdere masterprogramma’s aan. Afronding van een masterprogramma leidt tot het behalen van een masterdiploma. Toelating tot een masterprogramma loopt via de toelatingscommissie van de betreffende masteropleiding.
2.
Doelstellingen en eindtermen
Middeleeuwse studies is de verzamelterm voor de disciplines die zich in nauwe samenhang bezighouden met de bestudering van de Middeleeuwen. Bestudeerd worden het sociale, materiële, culturele en geestelijke leven van de samenlevingen die zich in Europa in de periode 500-1500 ontwikkelden. Binnen het programma worden verschillende trajecten aangeboden. Een eerste traject geeft de mogelijkheid van een brede, multidisciplinaire bestudering van de middeleeuwse cultuurproducten. Te denken valt aan archiefdocumenten, traktaten, historiografische werken, letterkunde, muziek, beeldende kunst, architectuur en archeologie. Daarnaast zijn er trajecten waarbij een monodisciplinaire bestudering van de Middeleeuwen centraal staat. Daarbij ligt het accent voornamelijk op de verkenning van één van de disciplines (literatuurwetenschap, de talen, geschiedenis, kunstgeschiedenis of muziekgeschiedenis) in de diepte. Middeleeuwse studies vergt enerzijds bekendheid met de vragen, thema's en methoden van vele disciplines, en anderzijds expertise in één of enkele van die disciplines. De disciplines die zich met de Middeleeuwen bezighouden verschillen van elkaar wat betreft de vragen die gesteld worden, de keuze van de bronnen, de technische kennis nodig om met die bronnen te kunnen werken, en hun vakgeschiedenis. Binnen het monodisciplinaire historische traject, stelt de historicus van de Middeleeuwen zich vragen met betrekking tot de wijze waarop het recht, de instellingen, de politieke macht, de economie, de samenleving, de landbouw, de demografie, de mentaliteit en de religie het leven van de mens in de middeleeuwse pre-industriële samenlevingen bepaalden. Het gaat om maatschappelijke structuren en processen. Binnen het multidisciplinaire traject valt de nadruk op het doorzien van verbanden en het combineren van inzichten uit meer dan één vakgebied. Letterkundig geïnteresseerde studenten die dit traject kiezen zullen meer nodig hebben dan een oppervlakkige kennis van een der middeleeuwse volkstalen, terwijl de interpretatie van beeldende kunst en architectuur om meer vraagt dan alleen een kunsthistorische ondergrond.
3.
Onderwijsprogramma
3.1
Algemene beschrijving
De master Middeleeuwse studies duurt 1 jaar en omvat 60 ECTS: 6 modules en een scriptie van 15 ECTS. Hoe de zes modules worden ingericht, is afhankelijk van de keuze van de student voor het monodisciplinaire of het multidisciplinaire traject. Het eerstgenoemde traject wordt voorlopig alleen voor de richting Geschiedenis aangeboden: de student kiest 6 modules Middeleeuwen uit het masteraanbod van de opleiding Geschiedenis, waaronder minimaal 1 onderzoekscollege van 15 ECTS. Er worden in ruime mate ook tutorials op historisch gebied aangeboden, zodat de keuze ruimer is dan alleen de colleges die in een bepaald jaar gegeven worden. In het multidisciplinaire traject werken alle disciplines samen - ook Geschiedenis doet hier weer mee - en is het aanbod groter en gevarieerder. De student kiest de zes Middeleeuwen-modules uit
11
het masteraanbod van de opleidingen Geschiedenis, Kunstgeschiedenis, Muziekwetenschap, Laatlatijn, Frans, Duits, Nederlands, Engels, Italiaans, Spaans en Literatuurwetenschap. De enige nadere voorwaarde is dat studenten niet meer dan drie modules uit een discipline mogen kiezen. Wie drie modules Nederlands doet, kiest daarnaast bijvoorbeeld een vak van Geschiedenis en twee van Engels. De student kan zelf een thematisch accent in het programma aanbrengen door bijvoorbeeld een colleges over middeleeuwse machtspolitiek of koningschap bij Geschiedenis te combineren met een letterkundevak over Karel de Grote of Koning Arthur. Een college over geestelijke letterkunde kan aanleiding zijn tot het volgen van een module over het (muzikale) leven in het klooster. Dergelijke accenten zijn nader uit te werken in de vorm van tutorials en in de eindscriptie. 3.2
Eindtermen
Van de student, die de MA Middeleeuwse studies heeft afgerond, kan worden verwacht dat hij: • een breed overzicht heeft van de geschiedenis en cultuur van de middeleeuwse samenleving; • inzicht heeft in de samenhang tussen de maatschappelijke ontwikkelingen in deze periode en de manier waarop deze weerspiegeld worden in de bronnen; • in staat is de bronnen voor de Middeleeuwse studies te vinden en in staat is die bronnen kritisch te interpreteren; • inzicht heeft in de manier waarop het wetenschappelijke beeld van de Middeleeuwen tot stand is gekomen; • in staat is om zich de vragen, thema's en vaardigheden van een of meer disciplines dusdanig eigen te maken, dat zijn onderzoeksresultaten voldoen aan de kwaliteitseisen die beoefenaren van die (sub)disciplines stellen; • het vermogen heeft om helder te spreken en leesbaar te schrijven over de resultaten van eigen onderzoek, zowel voor vakgenoten als voor een breder publiek. 3.3
Programmaopbouw
Het programma kent: • onderzoekscolleges (het MA-OZS MEG, verplicht voor diegenen die het historische traject volgen, dat twee blokken duurt [15 ECTS]; en het MA-OZS MED [7,5 ECTS], waarvan er in het interdisciplinaire traject twee verplicht zijn); • vier seminars en/of tutorials van 7,5 ECTS elk (waarbij in het historische traject de cursus ‘Klassieken’ verplicht is); • een scriptie of stage van 15 ECTS. Er zijn twee instapmomenten. Afhankelijk van de vraag of men het monodisciplinaire (historische) traject volgt, of het multidisciplinaire traject, ziet het programma er schematisch als volgt uit: Schema (het historische traject) Instapmoment september Blok Cursus 1 Cursus 2 I College 1 MA-OZS MEG II ‘Klassieken’ MA-OZS MEG III College 2 College 3 IV Scriptie [stage] Scriptie [stage]
Schema (het multidisciplinaire traject:) Instapmoment september Blok Cursus 1 Cursus 2 I College 1 MA-OZS MED 1 II College 2 MA-OZS MED 2 III College 3 College 4 IV Scriptie [stage] Scriptie [stage]
Blok
III IV I II
Blok
III IV I II
12
Instapmoment februari Cursus 1 Cursus 2
College 1 College 2 College 3 ‘Klassieken’
MA-OZS MEG MA-OZS MEG Scriptie [stage] Scriptie [stage]
Instapmoment februari Cursus 1 Cursus 2
College 1 College 2 College 3 Scriptie [stage]
MA-OZS MED 1 MA-OZS MED 2 College 4 Scriptie [stage]
In voorkomende gevallen kan in dit traject de scriptie ook in twee opeenvolgende blokken worden geschreven; dan wordt college 4 in het laatste blok gevolgd. Ook andere schema’s zijn denkbaar. 3.4
Scriptie
De eindscriptie beslaat een volledig blok of de helft van twee opeenvolgende blokken, 15 ECTS. In de scriptie laat de student zien dat hij zelfstandig kan werken op academisch niveau, bijvoorbeeld in het wetenschappelijk onderzoek, maar ook een helder omschreven taak bij bijvoorbeeld het maken van een tentoonstelling of website is denkbaar. Het werkstuk toont aan dat de student aan de eindtermen van de opleiding voldoet. De student wordt begeleid door een docent van een van de opleidingen die aan de masteropleidingen deelnemen; in het geval van het multidisciplinaire traject is begeleiding door docenten van twee verschillende disciplines in veel gevallen gewenst. 3.5
Vrijstellingen
Studenten kunnen bij de Examencommissie een verzoek indienen tot vrijstelling van een onderdeel van het programma, als zij elders een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding hebben voltooid. Een verzoek tot vrijstelling kan eveneens worden overwogen als studenten door werk- c.q. beroepservaring aantoonbaar over voldoende kennis en vaardigheden beschikken met betrekking tot het desbetreffende onderdeel. In de regel zullen deze overwegingen bij het vaststellen van het masterplan reeds in beschouwing zijn genomen en in het eigen masterplan zijn opgenomen. LET OP: Over vrijstellingen en verklaringen wordt door de mastercoördinator geadviseerd aan de Examencommissie van de betreffende masteropleiding. Uiteindelijk beslist de Examencommissie van de opleiding over vrijstellingen. 3.6
Stage
Een stage biedt studenten de mogelijkheid praktijkervaring op te doen op het terrein van hun studie, verschaft studenten inzicht in hun kennis en vaardigheden en vormt zo een goede voorbereiding op een baan na de studie. Het is mogelijk om maximaal 2 cursussen uit de master (15 ECTS) in te vullen met een stage, bijvoorbeeld bij de Koninklijke Bibliotheek, een archief of een museum. De stage kan eventueel ook aan de eindscriptie gekoppeld worden. Gedetailleerde informatie over de stage is te vinden in de facultaire stageregeling. Deze is te verkrijgen bij het StudiePunt Letteren (Drift 8). De handleiding staat ook op internet (www.let.uu.nl/stage). De Faculteit der Letteren kent een groot aanbod van stageplaatsen. Vacante stageplaatsen worden gepubliceerd op internet, de stagezuil in het StudiePunt Letteren en in het U-blad. Buiten dit aanbod om kunt u ook zelf een stageplaats aandragen. Meer informatie over stages is te verkrijgen bij de facultaire stagecoördinator. Facultaire stagecoördinator Floris Tyl spreekuur op afspraak: maandag 11.00 - 12.00 uur Drift 8, kamer 0.04 inloopspreekuur: donderdag 11.00 - 12.00 uur 3512 BS Utrecht afspraken: via het StudiePunt Letteren, 030 253 6285 030 253 6103 e-mail:
[email protected] internet: http://www.let.uu.nl/stage 3.7
Studeren in het buitenland
In overleg kunnen onderdelen uit het programma vervangen worden door vergelijkbare cursussen elders in Nederland of daarbuiten. Dit is ter beoordeling van de Examencommissie. Zo is er een mogelijkheid, een cursus middeleeuwse archeologie te volgen aan de Universiteit van Amsterdam, of een cursus kastelenkunde aan de Universiteit Leiden. In overleg met buitenlandse universiteiten
13
en centra voor middeleeuwse studies wordt gewerkt aan het formaliseren van de tot dusver vooral informeel aanwezige uitwisselingsmogelijkheden. Overleg met het centrum voor middeleeuwse studies van de University of York is in een vergevorderd stadium. Er zijn op facultair en universitair niveau verschillende beursmogelijkheden en er wordt met veel universitaire instellingen zowel binnen als buiten Europa samengewerkt. Uitgebreide informatie over studeren in het buitenland, de verschillende uitwisselingsprogramma’s, beursmogelijkheden en aanmeldingsprocedures zijn op te vragen bij het facultaire International Office op Drift 8. Informatie is ook te vinden op http://www.let.uu.nl/international. Voor de uitwisselingsprogramma's op universitair niveau en beurzen via culturele akkoorden met andere landen kan het best de brochure Studeren in het buitenland geraadpleegd worden. Deze brochure is verkrijgbaar bij het StudiePunt Letteren en het International Office of bij Bureau Buitenland in het Bestuursgebouw, Heidelberglaan 8 (Uithof) tel. 030 253 2696. Bij Bureau Buitenland is eveneens nadere informatie te verkrijgen over aanmelding- en selectieprocedures voor deze uitwisselingsprogramma's. Ook liggen daar studiegidsen van buitenlandse universiteiten en studentverslagen over buitenlandstudie ter inzage. Coördinator International Office Faculteit der Letteren Marlies Bussemaker inloopspreekuur: dinsdag 10.00-12.00 uur en donderdag 12.30 – 14.30 uur. Drift 8, kamer 0.04 afspraken: via het StudiePunt Letteren, 030 253 6285 3512 BS Utrecht 030 253 6046 e-mail:
[email protected] internet: http://www.let.uu.nl/international Bureau Buitenland Universiteit Utrecht Bestuursgebouw, Heidelberglaan 8, kamer 1.36. inloopspreekuur: werkdagen van 13.00-17.00 uur afspraken: via secretariaat (tussen 9.00-12.00 uur) tel.: 030 253 2696 e-mail:
[email protected] internet: http://www.uu.nl/bureaubuitenland (doorklikken naar uitwisselingsprogramma’s) 3.8
Toekomstperspectieven
Dit programma leidt tot het diploma Master of Arts (MA) in Middeleeuwse studies. Na je masterdiploma heb je de kennis in huis voor banen waarbij specifieke kennis van de Middeleeuwen vereist is. Soms kan het aantrekkelijk zijn eerst nog een vervolgopleiding te doen, bijvoorbeeld tot archivaris of conservator. Voor een student die de master Middeleeuwse studies heeft afgerond biedt het werkveld de volgende mogelijkheden: •
Beroepen die een specifieke deskundigheid op het gebied van de middeleeuwse geschiedenis en cultuur eisen; te denken valt hier aan functies in musea, culturele instellingen, uitgeverijen, journalistiek, onderwijs, etc. Afgestudeerden profileren zich met deze opleiding als veelzijdige en kritische academici die beschikken over een goed ontwikkeld historisch besef en in staat zijn (maatschappelijke) vraagstukken multidisciplinair te benaderen.
•
Overige beroepen. Studenten met deze opleiding beschikken over een goed ontwikkeld historisch besef en zijn in staat (maatschappelijke) vraagstukken met het gereedschap van de mediëvist te benaderen: zij zijn in staat relevante informatie te vinden, die informatie te analyseren met behulp van de historische kritiek, en op grond van de resultaten van hun analyses te komen tot een verantwoorde synthese. Zij kunnen derhalve een carrière ambiëren in beroepsvelden waarin deze competenties van belang zijn. Te denken valt hier aan functies, zowel nationaal als internationaal, binnen de overheid, de politiek en de sector van de dienstverlening.
3.9
Studiebegeleiding
Als studenten begeleiding nodig hebben, kunnen zij terecht bij de studieadviseur of hun tutor.
14
3.9.1 De studieadviseur Bij de studieadviseur kunnen studenten terecht met problemen die invloed hebben op het verloop van hun studie, zoals persoonlijke problemen, ziekte, motivatieproblemen, studievaardigheidsproblemen, studievertraging, problemen met medewerkers van de opleiding. Als onafhankelijk functionaris en vertrouwenspersoon kan de studieadviseur in deze gevallen bemiddelen. Als studenten door ziekte of andere persoonlijke omstandigheden vertraging oplopen of als dit dreigt dit te gebeuren, dienen zij dit zo snel mogelijk te melden aan de studieadviseur. Voor dit masterprogramma kun je contact opnemen met de studieadviseur: Drs. D.M.B. Luykx-Duijn e-mail:
[email protected] Trans 10, kamer 1.20 030 253 6291 3512 JK Utrecht postvak op kamer 1.24 Werkdagen: maandag, dinsdag en woensdag (onder voorbehoud). Telefonisch spreekuur op dinsdag van 10.00 tot 11.00 uur en inloopspreekuur op dinsdag van 11.00-12.00 uur. Voor een gesprek dat wat langer duurt, kan een afspraak worden gemaakt via het StudiePunt Letteren, tel. 030 253 6285 iedere werkdag tussen 10.00 en 16.00 uur. 3.9.2 De tutor Tijdens de toelatingsprocedure voor een masterprogramma of direct daarna wordt met studenten overlegd over de invulling die zij zelf aan hun studie willen geven. Daarbij wordt hun individuele programma al grotendeels vastgesteld. Indien zij weten op welk terrein zij hun afstudeeropdracht willen maken, wordt hen een begeleider toegewezen die tevens als tutor optreedt. Aan studenten die nog geen duidelijke ideeën hebben, wordt een docent als tutor toegewezen. Deze is, waar nodig, beschikbaar voor vragen over vakinhoudelijke aspecten van de studieloopbaan. Bij de keuze van vakken is goedkeuring van de tutor noodzakelijk. Alle docenten binnen een masterprogramma treden op als tutor.
4.
Examen
4.1
Exameneisen
De exameneisen van het programma staan geformuleerd in de Onderwijs- en Examenregeling. Deze regeling is te vinden op www.let.uu.nl/studiepunt > Onderwijs- en examenregelingen (OER). 4.2
Aanvraagprocedure
Het masterexamen is geformaliseerd: studenten die aan alle verplichtingen hebben voldaan, krijgen de masterbul uitgereikt. Uiterlijk drie weken voor de uitreiking moeten studenten zich persoonlijk aanmelden voor het examen bij het secretariaat. Bij de aanmelding wordt, als voorbereiding op de vergadering van de Examencommissie, gecontroleerd of aan de voorwaarden van het examen is voldaan, en wordt een concept bulbijlage gemaakt. De student moet bij de aanmelding meenemen: • het ingevulde aanvraagformulier, • kopie Bachelordiploma, • kopie toelatingsbeschikking masterprogramma, • een recent dossieroverzicht van de studieadministratie Letteren, • eventuele uitslagbrieven, tentamenbriefjes, voorlopige toetsverklaringen, vrijstellingen, e.d., indien niet vermeld op het dossieroverzicht, • een bewijs van geldige inschrijving voor de opleiding tot en met de beoogde examendatum. NB: alleen een collegekaart is geen bewijs van geldige inschrijving. Studenten hoeven zich voor een masterexamen niet aan te melden bij de facultaire studieadministratie. De definitieve data van uitreiking en aanmelding zijn te vinden op internet en zijn te verkrijgen bij het secretariaat.
15
4.3
De rol van de Examencommissie in bijzondere gevallen
4.3.1 Fraude Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een examinandus dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. In het bijzonder worden de volgende gedragingen als fraude beschouwd: • tijdens het tentamen boeken, syllabi, aantekeningen of andere geschriften waarvan de raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan, bij zich te hebben; • tijdens het tentamen bij mede-examinandi af te kijken of met hen, op welke wijze dan ook, binnen of buiten de tentamenruimte, informatie uit te wisselen; • zich tijdens het tentamen uit te geven voor iemand anders; • zich op tentamen door iemand anders te laten vertegenwoordigen; • de uitgereikte vragenformulieren en/of antwoordformulieren te verwisselen of met anderen uit te wisselen; • zich voor de datum of het tijdstip waarop het tentamen zal plaatsvinden, in het bezit te stellen van de vragen of opgaven van het desbetreffende tentamen; • tijdens het tentamen in het bezit te zijn van een voorgeprogrammeerde rekenmachine, een buzzer, een mobiele telefoon of enig ander apparaat met een vergelijkbare functie; • in een schriftelijk werkstuk of elektronisch document gegevens of tekstgedeelten van anderen over te nemen zonder bronvermelding, hetzij uit boeken, tijdschriften of andere schriftelijke bronnen, hetzij van internet; • een schriftelijk werkstuk (of onderdelen daarvan) in te leveren dat reeds eerder is overgelegd voor het behalen van studiepunten voor een andere cursus. 4.3.2 Procedures bij fraude Wanneer bij of ten aanzien van een tentamen dan wel na inlevering van een schriftelijk werkstuk fraude wordt geconstateerd of ernstig vermoed, deelt de examinator of de surveillant dit terstond mee aan de examinandus en maakt daarvan een aantekening op het door de examinandus in te leveren of ingeleverde werk. Tevens neemt de examinator of de surveillant eventuele bewijsstukken in. Zo spoedig mogelijk na afloop van het tentamen respectievelijk na de correctie van het voornoemde schriftelijke werkstuk, brengt de examinator een schriftelijk verslag uit aan de Examencommissie en de student over de geconstateerde dan wel vermoede fraude. De voorzitter van de Examencommissie stelt de examinandus in de gelegenheid te reageren op het verslag van de examinator. De reactie kan, naar keuze van de examinandus, schriftelijk dan wel mondeling worden gegeven. De Examencommissie kan, afhankelijk van de ernst van de gepleegde fraude, een of meer van de volgende maatregelen opleggen: • ongeldig verklaring van het afgelegde tentamen; • uitsluiting van het tentamen voor het betreffende onderdeel voor ten hoogste een jaar; • uitsluiting van andere tentamens voor ten hoogste een jaar. De Examencommissie kan bij de vaststelling van een van deze maatregelen eventuele eerdere fraude door de examinandus mede in aanmerking nemen. De Examencommissie stelt de examinandus terstond schriftelijk in kennis van haar besluit, onder vermelding van de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens. 4.3.3 Regeling ‘Met lof’ Aan de uitslag van het masterexamen wordt door de Examencommissie het predikaat ‘met lof’ toegekend indien 1. de cijfers voor alle onderdelen gemiddeld een 8 of hoger zijn, en 2. het cijfer voor de scriptie / het afstudeerproject een 8 of hoger is. De Examencommissie kan, al dan niet op voorstel van een docent, in individuele gevallen van deze regelingen afwijken in het voordeel van de student. 4.3.4 Regeling onvrijwillig tentamen- en collegeverzuim Er is sprake van onvrijwillig verzuim, wanneer studenten door oorzaken buiten hun schuld, zoals ziekte of familie-omstandigheden, niet in de gelegenheid zijn aan de tentamens of verplichte colleges deel te nemen.
16
Studenten die door onvrijwillig verzuim een tentamen of college hebben gemist, nemen zo spoedig mogelijk daarna contact op met de docent van de cursus. Vervolgens kan in overleg met de docent gekeken worden naar mogelijkheden voor een nieuwe gelegenheid tot het behalen van de cursus. Indien niet tot een gezamelijke oplossing kan worden gekomen, kunnen studenten contact opnemen met de tutor. 4.3.5 Regeling goedkeuring externe examenonderdelen Wie een onderdeel buiten de Universiteit Utrecht wil volgen, dient daarvoor toestemming te vragen aan de Examencommissie door middel van een formulier, dat verkrijgbaar is bij het StudiePunt Letteren op Drift 8. Dit formulier moet worden ingeleverd bij de secretaris van de Examencommissie, dr. E. Kooper. 4.3.6
Afrondingstabel eindbeoordelingen
Vanaf cijfer 0 1,5 2,5 3,5 4,5 5,5 6,25 6,75 7,25 7,75 8,25 8,75 9,25 9,75
Tot cijfer
Geldend resultaat afronden tot
1,5 2,5 3,5 4,5 5,5 6,25 6,75 7,25 7,75 8,25 8,75 9,25 9,75 10,01
1 2 3 4 5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10
N.B. ‘tot’ betekent ‘tot aan’ en niet ‘tot en met’. 4.3.7 De werking van de tabel Eindbeoordelingen van cursussen worden uitgedrukt in een cijfer van 1 tot en met 10, in halve punten vanaf de zes en in hele punten onder de zes. Een vijf of lager geldt als onvoldoende, een zes en hoger geldt als voldoende. In de cursusbeschrijving wordt aangegeven hoe de docent het eindcijfer bepaalt. Bij toetsresultaten en bij eindresultaten is het mogelijk om een cijfer met decimaal in te voeren. Bij het vastleggen van een toets- of eindresultaat zal door Osiris het geldend resultaat worden berekend. Bij de toetsen wordt het resultaat bepaald op grond van de opgegeven weging en minimum cijfer bij de toetsen, als een toets meerdere malen is afgelegd telt het hoogste cijfer. Als er een eindresultaat is ingevoerd, wordt op grond van de facultaire regel bepaald welk eindresultaat het geldend resultaat wordt. Als er meerder eindresultaten zijn telt ook hier het hoogste cijfer. Nadat het geldend resultaat is bepaald, wordt dit volgens de bovenstaande afrondingstabel afgerond.
5.
Cursusaanbod
5.1
Ingangseisen
Studenten met een universitair BA moeten beschikken over enige algemene kennis van historische onderzoeksmethoden, historiografische tradities en/of wetenschapstheorie in tenminste één BAcursus (7,5 ECTS). Daarnaast moeten studenten ook beschikken over inleidende (handboek-) kennis van Middeleeuwse studies, en moeten ze die kennis hebben toegepast in een schriftelijke opdracht. Ook moeten studenten ervaring hebben opgedaan met het zelfstandig verrichten van historisch onderzoek op gevorderd (BA-) niveau, d.w.z. met het verzamelen van materiaal, het
17
toepassen van theorie, en het schrijven van een eindwerkstuk. Tenslotte moeten buitenlandse studenten tenminste een goede passieve beheersing van het Nederlands hebben. Voor toegang tot de Master komen alle afgeronde BA's in aanmerking op het gebied van de Geesteswetenschappen (Wijsbegeerte, Godgeleerdheid, Letteren) en aangrenzende vakgebieden (waaronder bijvoorbeeld ook "Liberal Arts"-opleidingen zoals UCU) die een aantoonbare component Middeleeuwse studies met een omvang van minimaal 30 ECTS kennen. Studenten met een major Taal- en Cultuurstudies (hoofdrichting Mediëvistiek), een major in een van de talen, Literatuurwetenschap, Geschiedenis, Kunstgeschiedenis of Muziekwetenschap, overeenkomend met dat van de Universiteit Utrecht, kunnen zonder nadere eisen instromen (zie voor verdere details de relevante Utrechtse Bachelorprogramma's). Andere studenten wordt aangeraden tijdig contact op te nemen met de programmacoördinatoren, die in twijfelgevallen kunnen adviseren het programma al dan niet te volgen. 5.2
Toelatingsprocedure
Via de facultaire mastercoördinator (zie inschrijfprocedure) komen de aanmeldingen bij de toelatingscommissie van het masterprogramma terecht. Deze commissie toetst de aanmeldingen. Hierbij wordt gekeken naar het voortraject (kennis en vaardigheden) en de motivatie van de student. De toelatingscommissie controleert allereerst of een kandidaat aan de ingangseisen voldoet. Als dat niet het geval is, kan de commissie een kandidaat afwijzen, of een 'bijspijkervoorstel' doen, waarmee alsnog aan de ingangseisen voldaan kan worden. Op grond van de aanmeldingsbrief, eventueel een gesprek, dan wel de inhoud en/of het niveau van de in de Bachelor behaalde resultaten, kan de commissie een kandidaat alsnog met klem ontraden aan het Masterprogramma te beginnen. De toelatingscommissie voor deze MA bestaat uit: • Prof. dr. P.W.M. Wackers • Dr. E.S. Kooper • Dr. O.S.H. Lie • Dr. M. Mostert 5.3
Inschrijfprocedure
Er zijn in principe twee aanmeldingsmomenten voor de Masterprogramma's. Voor studenten met een Nederlandse vooropleiding dient aanmelding voor een Master Middeleeuwse studies met aanvang in september 2004 te geschieden voor 15 april 2004. Voor een start in februari 2005 is de deadline voor aanmelding 15 oktober 2004. Download het aanmeldingsformulier, vul het in en stuur het naar: Facultaire mastercoördinator OSZ Drift 8 3512 BS Utrecht
[email protected] Voor meer informatie Coördinator: Prof. dr. P.W.M. Wackers Tel.: 030-253 8322 Trans 10, kamer 2.43, Spreekuur: op afspraak Contactpersoon Geschiedenis: Dr. M. Mostert Tel.: 030-253 7858 KNG 66, kamer 0.15, Spreekuur: di 13:15-14:00 5.3.1 Inschrijven voor cursussen Inschrijving voor de cursussen verloopt via inschrijfformulieren, dus niet via OSIRIS Online. Voor meer informatie zij verwezen naar de mastercoördinator, het StudiePunt Letteren (www.let.uu.nl/studiepunt) en de Nieuwsbrief Onderwijs en Studentzaken die een maal per onderwijsperiode via de studentenmail (
[email protected]) wordt verspreid. Het cursusaanbod is ook te vinden via de websites: www.osiris.uu.nl en www.let.uu.nl/cursuskrant.
18
5.4
Shortlist cursusaanbod
Seminars en cursussen Code Opleiding/cursusnaam
Taal
MA-werkstuk Middeleeuwse studies
N
Blok
ECTS
1-4
15
Contactpersoon
Duits
200400547
Engels Middle English Romances
E
1
7,5
E. Kooper
200400366
Frans La littérature à Paris vers 1400
F
3
7,5
R. Stuip
200400605 200400604
Geschiedenis The Civilisation of the Written Word Dood en begraven. Eindpunt of begin?
E N (E)
1-2 3-4
15 15
M. Mostert B. van den Hoven
200300423 200300431
Italiaans Boccaccio’s Decameron Het universum van Dante
N N
2 1
7,5 7,5
H. Hendrix J. van der Helm
N (E) N (E)
1 2
7,5 7,5
B. Jaski B. Jaski
N
1-2
15
C. Klamt
N (E)
1
7,5
F. Brandsma
200400967 200400962
200400916
Keltisch Celtic History Insular Palaeography, Codicology and Philology Kunstgeschiedenis OWG Middeleeuwse kunst Latijn
200400333
Literatuurwetenschap Tristan (Comparative Literature) Muziekwetenschap
200400913
Nederlands Het Boek van Sidrac
N
4
7,5
O. Lie
200400231
Spaans Verborgen culturen in Spanje
N
2
7,5
E. Carrillo
Tutorials Code
Opleiding/cursusnaam
Taal
Blok
ECTS
Contactpersoon
Duits
200400490 200400649
Engels Medieval Heraldry and Literature The History of England and Scotland in Verse
E E
3 3
7,5 7,5
E. Kooper T. Summerfield
N,E
3,4
7,5
M. de Jong
Frans
200400609
Geschiedenis Early Middle Ages
19
200400606
History of the Later Middle Ages
200400610
Medieval Communication
200400613
Medieval Religious History
200400194
Italiaans Medieval Italian Language and Literature
200400958
200400590
Keltisch Celtic Literature: The Reception of Classical Literature in Medieval Ireland Kunstgeschiedenis Medieval Art History
N,E
2,3,4
7,5
N,F,D, E N,E
3,4
7,5
B. van den Hoven M. Mostert
1,2,3
7,5
R. Meens
N,I,E
1-4
7,5
J. van der Helm
N,E
3
7,5
B. Jaski
N,D,E
3
7,5
C. Klamt
N,E N,E E,D,F E,D,F
2,4 1,4 2 4
7,5 7,5 7,5 7,5
N,D,E
3
7,5
N,E N,E
4 2
7,5 7,5
Latijn
200400372 200400370 200400371 200400583
Literatuurwetenschap Comparative Literature Arthurian Romance Art of Arthurian Bibliography Arthurian Congress
F. F. F. F.
Brandsma Brandsma Brandsma Brandsma
Muziekwetenschap
200400489
Nederlands Tutorial Middle Dutch Arthurian Romance
200400881 200400917
European Reynaert Tradition Medieval Dutch Secular Song
Spaans
20
Docenten vakgroep P. Wackers D. van der Poel
Deel III
Huishoudelijke informatie van het masterprogramma
21
1.
Plaats binnen faculteit en instituut
De opleiding Middeleeuwse studies maakt deel uit van de Faculteit der Letteren. Het onderwijs aan deze opleiding wordt verzorgd door alle mediëvisten van de Faculteit. In de master Middeleeuwse studies werken de volgende disciplines samen: Engelse Taal en Cultuur, Franse Taal en Cultuur, Geschiedenis, Italiaanse Taal en Cultuur, Keltische Taal en Cultuur, Kunstgeschiedenis, Laat Latijn, Literatuurwetenschap, Nederlandse Taal en Cultuur en Spaanse Taal en Cultuur.
2.
Secretariaat, commissies, afdelingen
Op kamer 1.24 van de Trans bevindt zich het secretariaat van de opleiding Middeleeuwse studies. Het secretariaat is de werkplek van Corry Dijkstra en Hellie Spiertz (tel. 030 253 8000), e-mail:
[email protected]. Het is dagelijks open van 9.00 tot 15.00 uur. Op het secretariaat vindt de ondersteuning van alle onderwijsactiviteiten van de opleiding plaats. Studenten kunnen op het secretariaat terecht met alle vragen op het gebied van het onderwijs van de opleiding, en zaken die daaruit voortvloeien (bijvoorbeeld aanmelding voor examens, aanstelling als student-assistent). Soms worden studenten vanuit het secretariaat doorverwezen naar een docent, de opleidingscoördinator, de studieadviseur of het StudiePunt Letteren.
3.
StudiePunt Letteren
Het StudiePunt is het informatiecentrum Onderwijs van de Faculteit der Letteren en is bedoeld voor: • studenten (zowel voltijd als deeltijd); • aankomende studenten, oud-studenten (alumni); • en andere belangstellenden in het onderwijs van de faculteit. Het StudiePunt verstrekt informatie over het onderwijs van de faculteit via de balie op Drift 8. Het is tevens mogelijk om telefonisch of via e-mail informatie aan te vragen. Per e-mail kunnen alleen korte en bondige vragen worden behandeld (GEEN cursusinschrijving of afspraken). Bij het StudiePunt kunt u terecht voor: • informatie over inschrijving bij de faculteit; inschrijven voor cursussen, tentamens en individuele onderdelen; NB. Studenten (met uitzondering van contractanten) kunnen de meeste handelingen ook zelf verrichten via OSIRIS Online. Contractanten kunnen zich bij het StudiePunt inschrijven en tegelijkertijd het cursusgeld betalen. • informatie over uitslagbrieven, dossieroverzichten, tempo- en prestatiebeurs; • afspraken maken met studieadviseurs, de coördinator International Office en de facultaire stagecoördinator; • allerhande onderwijsbrochures zoals de cursuskrant en diverse formulieren (onder andere aanvraag vrijstellingen, adreswijziging). Ook is er informatie te vinden over: • keuzevakken aan andere faculteiten of universiteiten; • studeren in het buitenland; • stages; • de Wetenschapswinkel Letteren. Het StudiePunt verstuurt vier keer per jaar een digitale nieuwsbrief naar alle Letterenstudenten. Het is belangrijk van de inhoud daarvan op de hoogte te zijn. StudiePunt Letteren Online Op het StudiePunt Online is praktisch alle relevante informatie voor Utrechtse Letterenstudenten te vinden. Ook vindt u hier de nieuwsbrief en belangrijke mededelingen (denk aan aankondiging voorlichtingsbijeenkomsten). Kijk op http://www.let.uu.nl/studiepunt.
23
StudiePunt Letteren Drift 8 3512 BS Utrecht tel: 030 253 6285 Dagelijks geopend van 10.00-16.00 uur Extra avondopenstelling: elke dinsdag en donderdag in de eerste week van de onderwijsperiode van 17.00-19.00 uur. e-mail:
[email protected] internet: http://www.let.uu.nl/studiepunt
4.
Medewerkers Geschiedenis Dr. A.J. van den Hoven van Genderen Kromme Nieuwegracht 66, kamer 2.10 253 6192
[email protected]
Mastercoördinator Prof. Dr. P.W. M. Wackers Contactpersoon Geschiedenis: Dr. M. Mostert Studie-adviseur Drs. D.M.B. Luykx-Duijn Trans 10, kamer 1.20 253 6291 Dorothé
[email protected] Secretariaat Mw. C. Dijkstra Mw. H.J.M. Spiertz Trans 10, kamer 1.24 253 8000
[email protected] Engelse Taal en Cultuur Dr. E.S. Kooper Trans 10, kamer 0.05a 253 6187
[email protected] -
-
Prof. dr. M.B. de Jong Kromme Nieuwegracht 66, kamer 1.24 253 6470
[email protected]
-
Dr. R.M.J. Meens Kromme Nieuwegracht 66, kamer 1.18 253 6465
[email protected]
-
Dr. M. Mostert Kromme Nieuwegracht 66 kamer 0.15 253 7858
[email protected]
Italiaanse Taal en Cultuur Dr. J.A.M. van der Helm Kromme Nieuwegracht 29, kamer 1.14 253 6427
[email protected]
Dr. T.G. Summerfield Trans 10, kamer 1.05a 253 6187
[email protected]
Franse Taal en Cultuur Dr. M. Rus Kromme Nieuwegracht 29, kamer 1.33 253 6210
[email protected]
Keltische Taal en Cultuur Dr. B. Jaski Trans 10 kamer 1.02c 253 6160
[email protected]
-
Kunstgeschiedenis Dr. A.F.W. Bosman Kromme Nieuwegracht 29, kamer 1.42 253 6243
[email protected]
Dr. R.E.V. Stuip Kromme Nieuwegracht 29, kamer 1.18 253 6211
[email protected]
24
-
Prof. dr. J.C.J.A. Klamt Kromme Nieuwegracht 29, kamer 0.25 253 6263
[email protected]
Literatuurwetenschap Dr. F.P.C. Brandsma Trans 10, kamer 1.57 253 8234
[email protected] Middeleeuws Latijn Prof. dr. A.P. Orbán Kromme Nieuwegracht 66, kamer 1.20 253 6017
[email protected] Nederlandse Taal en Cultuur Dr. A.A.M. Besamusca Trans 10, kamer 2.37 253 6266
[email protected] -
O.S.H. Lie Ph.D. Trans 10, kamer 2.35 253 8324
[email protected]
-
Dr. D.E. van der Poel Trans 10, kamer 2.39 253 8320
[email protected]
-
Prof. dr. P.W.M. Wackers Trans 10, kamer 2.43 253 8322
[email protected]
Spaanse Taal en Cultuur Dr. E. Carillo Kromme Nieuwegracht 29, kamer 1.32 253 6413
[email protected]
25