Palliatieve Terminale zorg
training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie Trainers map
Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie
1
Colofon Deze training is vanuit een subsidie van het innovatiefonds voor zorgverzekeraars door de projectgroep palliatieve terminale zorg ontwikkeld binnen Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven en de Kempen (GGzE), in samenwerking met GGZ Centraal en Stichting Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg.( VPTZ) De training kan binnen elke GGz- instelling gegeven worden op voorwaarde dat de training wordt gegeven door een trainer vanuit een GGZ- instelling en een trainer die deskundig is op het gebied van de palliatieve zorg. Ondanks alle aan de samenstelling van deze training bestede zorg kan noch de projectgroep, noch de auteur aansprakelijkheid aanvaarden voor de schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave. De training kan, in overleg met GGzE, op geleide van het commentaar en de suggesties van de deelnemers gewijzigd worden.
Auteur: Rébecca Thomaes Eindredactie: Tomas Göbbels Giel Verhaegh Nadere informatie: Marecille van Herpen
Druk: GGzE projectgroep Palliatieve Terminale Zorg, druk 2011
Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie
2
Inhoudopgave Inleiding Programma Introductie voor trainer
4 5 6
Dag 1 Introductie Kennismaking met elkaar Eigen ervaringen en belevingen met verlies, sterven, de dood en rouw Theorieën, modellen en fasen in de palliatieve terminale zorg De visie van de organisatie over palliatieve terminale zorg Spirituele zorg en zingeving Casus met opdracht palliatieve terminale zorg; wat betekent dit voor de ondersteuning van je cliënt? palliatieve terminale zorg; wat zijn de leerervaringen?
8 8 9 10 12 12 13 14 15 16
Dag 2 palliatieve terminale zorg; wat betekent dat voor de communicatie? palliatieve terminale zorg; Hoe werk je samen? Eindevaluatie
17 17 18 20
Achtergrondinformatie en bijlagen
21
Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie
3
Inleiding van de deelnemers U bent werkzaam binnen de psychiatrie en u merkt dat u graag meer kennis en vaardigheden wilt omtrent het thema Palliatieve terminale zorg. In deze waardevolle training leert u wat palliatieve terminale zorg precies is en u krijgt handvatten om de terminale zorg te verbeteren.
Doelgroep: Iedereen die werkzaam is binnen de psychiatrie, die in aanraking komt of kan komen met het overlijden van psychiatrische cliënten. U bent bijvoorbeeld verpleegkundige, begeleider, psycholoog, somatische arts, geestelijk verzorger, psychiater of paramedicus en bent werkzaam als beroepsbeoefenaar binnen de psychiatrie. Resultaat: Na het volgen van deze cursus bent u in staat om de term palliatieve terminale zorg met al zijn facetten te verwoorden. op de hoogte van verschillende modellen en theorieën bij omgaan met verlies, sterven en rouw. in staat om rondom belangrijke thema’s bij terminale palliatieve zorg in het psychiatrisch kader te handelen en u weet hierin de cliënt te ondersteunen. op de hoogte van palliatief redeneren. in staat als beroepsbeoefenaar om verschillende technieken en methodieken in te zetten in de begeleiding van mensen in een terminale fase en hun naasten. in staat om binnen en buiten uw instelling de juiste informatie en ondersteuning te vinden rondom palliatieve terminale zorg. kritisch en komt met verbetervoorstellen omtrent het beleid palliatieve terminale zorg. zich bewust van uw eigen emoties en rolverandering in het begeleiden van mensen in een terminale fase. zich bewust van uw persoonlijke kracht en weet deze op juiste wijze in te zetten. Studiewijzer: Voorafgaand aan de training bereid u zich voor door informatie mee te nemen van uw eigen instelling, denk aan protocollen, afspraken, consultatieteam, afdelingen, afspraken met geestelijk verzorger…. Onder leiding van ervaren trainers zullen de verschillende aspecten van palliatieve terminale zorg aan bod komen. U krijgt een actieve training aangeboden waarbij u gerichte feedback krijgt en ruimte is voor discussie. Na de eerste trainingsdag krijgt u een opdracht mee die u schriftelijk voorbereidt. Duur, data, groepsgrootte: 1,5 dag. De training wordt gegeven op twee dagen. De eerste trainingsdag duurt 1 dag de tweede trainingsdag duurt een halve dag. De maximale groepsgrootte is 12.
Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie
4
Programma (Huiswerk)opdracht: In totaal 2 uur voorbereiding. Verzamel alle belangrijke documenten van je instelling met betrekking tot palliatieve terminale zorg. Lees daarnaast het bijgevoegde visiedocument.
Dagprogramma 1. 09.00 - 09.10 uur: 09.10 - 09.25 uur: 09.25 – 10.25 uur: 10.25 - 10.40 uur: 10.40 - 11.10 uur: 11.10 - 11.40 uur: 11.40 - 12:30 uur: 12.30 - 13.00 uur: 13.00 - 14.20 uur: 14.20 - 14.35 uur: 14.35 - 15.30 uur: 15.30 - 16.00 uur: 16:00 - 16:15 uur:
0 introductie training I Kennismaking met elkaar II Eigen ervaringen en belevingen verlies, sterven, de dood en rouw Pauze III Theorieën, modellen en fasen in de palliatief terminale zorg + palliatief redeneren IV Visie en beleid in de instelling V Spirituele zorg en zingeving Lunch VI Casus en opdracht met de beslisschijf. Pauze VII Wat betekent dit voor de ondersteuning van je cliënt? VII Wat zijn de leerervaringen? Afsluiting
Dagprogramma 2. 08.30 - 09.00 uur: 09.00 - 10.15 uur: 10.15 - 10.30 uur: 10.30 - 11.40 uur: 11.40 - 12.00 uur:
I Welkom en leerervaringen II Wat betekent het voor de communicatie? Pauze III Hoe werk je samen? IV Eindevaluatie en afsluiting
Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie
5
Introductie voor de trainers Dit is de trainershandleiding van de training Palliatieve terminale zorg voor iedereen die werkzaam is binnen de psychiatrie en in aanraking komt of kan komen met het overlijden van psychiatrische cliënten. Bijvoorbeeld als verpleegkundige, begeleider, psycholoog, somatische arts, geestelijk verzorger, psychiater of paramedicus. Deze training is ontwikkeld vanuit een subsidietraject palliatieve zorg in de psychiatrie. De meeste mensen met een psychiatrische stoornis willen, net als ieder mens, het liefst sterven in de eigen, vertrouwde omgeving. Om dit te kunnen realiseren is vaak veel zorg, aandacht en ondersteuning nodig. Ook de medebewoners en familie van de stervende hebben in deze fase behoefte aan extra aandacht. Om goed te kunnen begrijpen hoe iemand met een psychiatrische stoornis zijn naderend einde beleeft, is het belangrijk om te weten wie hij is, hoe zijn leven er uit ziet en welke levenservaringen hij heeft. Daarna komt de vraag wat de dood voor hem betekent, wat is zijn beleving daarbij, kan hij erover praten? Is hij gelovig of niet? Maar ook; hoe functioneert hij, verstandelijk, emotioneel, qua communicatie en zingeving? Wat is zijn levensverhaal en is er een levensboek gemaakt met foto’s, herinneringen, wensen en belangrijke feiten uit zijn leven? Ook de medebewoners merken dat een huisgenoot heel erg ziek is en zullen, net als verwanten en de groepsleiding, afscheid moeten nemen. Ieder op zijn eigen wijze. De beroepskracht zal een manier moeten vinden om met al deze verschillen om te gaan. Bij de opzet van de training wordt uitgegaan van twee trainers, een trainer vanuit de organisatie voor mensen met een psychiatrische stoornis en een trainer die deskundig is op het gebied van de palliatieve terminale zorg. Samenstelling en inhoud van de trainingsmap Voor de beroepkrachten die de training volgen is een trainingsmap beschikbaar waarin bovenstaande onderwerpen beschreven zijn. De training is ontwikkeld als onderdeel van een subsidietraject palliatieve zorg in de psychiatrie. Een van de doelen van het project is om het mede mogelijk te maken dat mensen met een psychiatrische stoornis ook tijdens de terminale fase van hun ziekte in een vertrouwde en veilige omgeving kunnen verblijven en daar kunnen sterven. Het project is mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van het innovatiefonds voor zorgverzekeraars. Algemene aandachtspunten De diepgang in de cursus wordt bepaald door de eigen inbreng van deelnemers en trainer. Iedere inbreng heeft waarde. Inbreng wordt bepaald door veiligheid, door medegroepsleden, door zelfbeeld, door eigen stijlen van leren, door de context van je leven, etc. Respect voor elkaar is het uitgangspunt, los van de betekenis die de inbreng van een ander voor jou heeft. Als trainer zul je bewust ruimte moeten creëren voor ieders inbreng. Ruimte creëer je door grenzen helder te hebben. Om iedereen voldoende ruimte te geven, zullen er ook grenzen gesteld moeten worden aan de individuele inbreng. Daarbij is het belangrijk om helder te houden dat deze training mensen toerust om hun werk goed te doen en geen therapeutisch gericht doel beoogt. Aandachtspunten bij de voorbereiding De volgende punten kunnen gebruikt worden als checklist voor de eigen voorbereiding: Lees de achtergrondinformatie en elke oefening goed door. Neem rustig de tijd om het doel te lezen. Stel de oefening zo nodig bij naar uw wensen en dynamiek in de groep. Maak een lijst met wat u nodig denkt te hebben bij de uitvoering van de opdracht. Verzamel al de benodigdheden. Als er bij een oefening opdrachten nodig zijn op papier zorg dan voor voldoende kopieën. Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie
6
Aandachtspunten bij uitvoering De volgende punten kunnen als checklist gebruiken worden bij de uitvoering per oefening. Zorg voor voldoende ruimte, waardoor de groep gesplitst kan worden in groepjes van twee tot 5 personen. Zodanig dat men geen last heeft van de discussies in andere groepen. Leg uit wat het doel is van de oefening. Geef duidelijk aan wat u van de deelnemers verwacht. Schrijf zo nodig de aandachtspunten op een flap. Vraag of iedereen de opdracht begrijpt. Realiseer dat de oefeningen een persoonlijke inbreng en betrokkenheid vragen van de deelnemers en dat het emoties kan oproepen en spannend kan zijn. Maak, zeker bij het werken met subgroepen, afspraken wie de tijd bewaakt. Aandachtpunten bij de nabespreking Het is belangrijk dat na elke oefening gelegenheid is om de oefening na te bespreken. De deelnemers kunnen een korte reactie geven op wat ze van de oefening vonden en krijgen ruimte om hun emoties te uiten. De volgende punten kunt u als checklist gebruiken bij het nabespreken: Geef, waar nodig, de gelegenheid ‘stoom af te blazen’, dat wil zeggen dat alle deelnemers na afloop kort kunnen zeggen wat de oefening met hen deed. Neem rustig de tijd voor de nabespreking. Zorg dat ieder die dat wil aan bod komt. Zorg ervoor dat degenen die praten niet meer tijd nemen dan nodig is. Houd in de gaten wie stil is en probeer ze zelf actief te betrekken door bijvoorbeeld gericht te vragen hoe ze het vonden. Beperk de inbreng van iemand tot één aspect, rond dat af en ga dan verder. Wanneer u iemand met een opmerking of een vraag ‘in de wacht zet’, d.w.z. even laat wachten op antwoord, vergeet hem dan niet, kom daar zo gauw het past op terug. Rond de nabespreking af door te vragen of iedereen heeft kunnen zeggen wat hij wilde en of iedereen verder kan bijvoorbeeld in energie of emoties. U kunt ook een rondje maken en elke deelnemer even kort laten vertellen over hoe hij de oefening heeft ervaren en wat hij heeft geleerd. Leerpunten worden concreter als de deelnemers deze zelf opschrijven. Geef een korte samenvatting van wat u hebt gezien en wat u nog wilt meegeven aan de deelnemers. Benodigdheden voor training palliatieve zorg GGz beroepsbeoefenaren:
Spel: o Boek: o
Water naar de zee dragen; ISBN: 9789031360505
Palliatieve zorg richtlijnen voor de praktijk (2010) Via http://www.ikcnet.nl/bibliotheek/index.php?id=1337 Of online via www.pallialine.nl of www.oncoline.nl o Palliatieve zorg in de dagelijkse praktijk www.bol.com o Eventueel boek: Hoofdzaken; Tony Buzan (2000) Beslisschijf en samenvattingskaarten palliatief redeneren o Via www.ikcnet.nl Overig materiaal: o Stiften o Post-its o Beamer & Laptop o Flap-over o Pennen en papier o plakband
Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie
7
Dag 1 0 Introductie: Uitleg training Centraal 9:00- 9:10 Doelstelling: Inleiding van de training en het onderwerp Er is zorg voor een vertrouwd, veilig en effectief leerklimaat binnen de groep en er is gesproken over hoe de groep dat leerklimaat met elkaar bewaakt. Contract maken met de deelnemers over hoe een veilig en goed leerklimaat kan ontstaan. Informatie, zie hieronder, in eigen woorden vertellen. De diepgang in de cursus wordt bepaald door de eigen inbreng van deelnemers en trainer. Iedere inbreng heeft waarde. Inbreng wordt bepaald door veiligheid, door medegroepsleden, door zelfbeeld, door eigen stijlen van leren, door de context van je leven, etc. Respect voor elkaar is het uitgangspunt, los van de betekenis die de inbreng van een ander voor jou heeft. Als trainer zult u bewust ruimte moeten creëren voor ieders inbreng. Ruimte creëert u door grenzen helder te hebben. Het gaat in deze cursus om een groepsproces maar ook om individuele ervaringen van de deelnemer. Om daar voor iedereen voldoende ruimte voor te laten bestaan, zullen er ook grenzen gesteld moeten worden aan de individuele inbreng van een ieder. Waar draagt het nog wat bij aan het geheel of waar wordt het een te persoonlijk, mogelijk zelf therapeutisch gericht doel? Dat is wat de trainer zich af kan vragen, juist omdat menige oefening de deelnemers uitnodigt om wat van zichzelf te laten zien. Iedereen mag altijd zeggen dat hij even niet meepraat. Regels van feedback op powerpoint Aandachtspunten bij feedbackregels: Geef aan de groep de volgende basisvoorwaarden ten aanzien van feedback na een oefening of rollenspel. Gebruik de Powerpoint. Deze voorwaarden zijn belangrijk om een veilig klimaat te scheppen voor de deelnemers. Bij de feedbackronde, is dit de volgorde van de mensen die het woord krijgen. 1. de spelers 2. de observanten 3. de trainer
Vraag aan de deelnemer voorafgaand aan de simulatie, waarover hij feedback wil en beperk de feedback daartoe. Beschrijft eerst ‘ik zie...’ of ‘ik hoor...’. Vervolgens ‘ik voel daarbij...’ of ‘het doet met mij...’. Tot slot ‘herken je wat ik bedoel’ en ‘ik denk dat...’ gevolgd door een tip, advies of aanwijzing. Wees altijd concreet en duidelijk in wat je beschrijft. Veroordeel niet. Dus niet: ’Jij bent...’. Houd het bij beschrijving van gedrag en interpreteer niet wat je ziet.
Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie
8
Het gaat niet om ‘goed’ of ‘fout’, maar wel om het effect van het gedrag. Was het effect gewenst of ongewenst voor de deelnemer zelf, of voor de organisatie, of voor de cliënt. Dat is afhankelijk van de gevraagde feedback. Het gaat om bewust worden van het eigen handelen en zien en ervaren wat je kunt leren.
Voor de trainer zijn de volgende aandachtspunten nog van belang: Zorg dat de feedback bruikbaar is en geef tips als afronding van de feedback. Beperk de feedback tot datgene waarover feedback gevraagd is door de deelnemer. Houd rekening met de aandacht voor alle aspecten van het verhaal waarover feedback gevraagd is, zo komt u tot een complete (360 graden) reflectie op het voorval (aandacht voor alle partijen in het verhaal). Help de ontvanger bij de feedback niet in de verdediging te gaan maar te ontvangen, dat wil zeggen, aanhoren wat tegen hem gezegd wordt. Vraag de ontvanger eventueel welk(e) punt(en) uit de feedback hij gehoord heeft en met welk(e) punt(en) hij ook iets wil gaan doen. Ga uiterst zorgvuldig om met feedback en wees u ervan bewust hoe gevoelig dit kan zijn voor iemand.
I Kennismaken met elkaar 9:10 – 9:25 Inleiding De deelnemers hebben de gelegenheid om zich aan elkaar voor te stellen. De verwachtingen van de training worden geïnventariseerd en de deelnemers brengen hun persoonlijke motivatie onder woorden. Doel De deelnemers leren elkaar kennen en hebben een beeld van de groep. De deelnemers krijgen inzicht in hun motivatie om de training Palliatieve Terminale Zorg te volgen. Trainer: Kies één van de oefeningen. Oefening 1 Ansichtkaarten. ( gebruik de kaarten van het spel “water naar de zee dragen” ) Klassikaal 20 ansichtkaarten uitgestald op een tafel. De deelnemers krijgen 5 minuten om een kaart te kiezen. Ieder deelnemer kiest 1 kaart die iets zegt over hem als persoon. Plenair vertelt de deelnemer iets naar aanleiding van de kaart over zichzelf, daarbij beantwoord zij/hij ook onderstaande vragen; 1. Naam, waar zij/hij werkt en de ervaringen met PTZ (geen suïcide). 2. De reden waarvoor de deelnemer de cursus volgt en wat zij/hij hoopt te leren. 3. Wat spreekt haar/hem aan bij de begeleiding van mensen in een terminale fase en wat vindt zij/hij lastig. 1 minuut per deelnemer. Andere deelnemers mogen kort vragen stellen. De trainers doen dit als eerste klassikaal voor. Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie
9
Voorbereiding: 1 minuut Uitvoering: 13 minuten Uitvoering bepreken: 1 minuut Totaal: 15 minuten Eventueel andere oefeningen: Oefening 2 Voorbereiding De deelnemers zitten in een kring. De deelnemers de gelegenheid geven om zich aan elkaar voor te stellen. Inventariseren wat ieder verwacht van de cursus. De deelnemers stimuleren hun persoonlijke motivatie onder woorden te brengen. Om de beurt vertelt een deelnemer haar/zijn naam, welke ervaring(en) zij/hij heeft met mensen die terminaal ziek zijn (breed, dus ook je buurjongen, een familielid, enz.) Vragen kunnen zijn: Waarom trekt dit u aan, welke ervaring heeft u in het begeleiden van mensen die terminaal zijn, wat voor soort mensen denkt u tegen te komen? Welke vragen roepen ze bij u op? Wat wilt u leren, horen, zien en oefenen tijdens deze training? Voorbereiding: 2/3 minuten per persoon Totaal: 15 minuten
Oefening 3 Voorbereiding Vraag ieder zijn sleutelbos op tafel te leggen. Laat ieder één sleutel met een kenmerkende betekenis uitkiezen. Uitvoering De deelnemer vertelt haar/zijn naam, waar zij/hij werkt en de ervaringen met PTZ (geen suïcide) Geef de deelnemers om de beurt de gelegenheid zoveel mogelijk persoonlijke gedachten, informatie en beelden in relatie tot het onderwerp sterven en de dood bij de gekozen sleutel te vertellen. Bespreek ook uw eigen sleutels! Geef de rest van de groep de ruimte vragen te stellen. Voorbereiding: 1 minuut Uitvoering: 14 minuten per persoon Totaal: 15 minuten
II Eigen ervaringen en belevingen met verlies, sterven, de dood en rouw 9:25 tot 10:25
Inleiding De deelnemers onderzoeken wat er bij verlieservaringen gebeurt in voelen, denken en doen. De deelnemers gaan aan de hand van eigen voorbeelden op zoek naar rouwtaken. Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie
10
Gesprekken over eigen ervaringen in afscheid en verlies met aandachtspunten als ‘Waar (in welke situatie) wordt het spannend voor u?’ en ‘Wat heeft u nodig in moeilijke situaties?’ Doel Bewustwording van verschillende processen die plaats kunnen vinden bij verlies. Inzicht krijgen in eigen reacties op verlies in de naaste omgeving. Aan kunnen geven wat u nodig heeft wanneer het moeilijk wordt in ‘verliessituaties’.
Oefening 1 Eigen ervaringen Voorbereiding Geef de vragen mee op een A4 Inleiding Zeg de deelnemers dat zij alle vrijheid hebben om aan te geven wat ze wel of niet willen of kunnen delen. Niets moet. Ruimte en respect staan boven alles. Iedereen mag altijd zeggen dat hij even niet meepraat. Uitvoering Deelnemers schrijven individueel op een papier de antwoorden van de volgende vragen op: Vraag de deelnemers na te denken over eigen ervaringen met de dood. Welke ervaring die u wilt en kunt delen, wilt u als eerste benoemen? Kunt u aangeven waarom het juist deze ervaring is? Hoe vaak denkt u hier nog aan? Hoe heeft u deze ervaring een plek gegeven in uw leven? Wat betekent deze ervaring in de keuze voor dit werk? Vraag de groep tweetallen te vormen en geef ze het volgende mee: Zoek ergens een goede plek om te praten. Kies iemand bij wie u zich goed voelt. Vertel alleen dat wat u wilt vertellen. Op vragen mag u altijd zeggen: ‘Ik pas’. Ga met respect en aandacht met elkaar om. Om de beurt vertelt ieder zijn verhaal.
1. Terwijl de één vertelt, luistert de ander en stelt hooguit enkele vragen ter verduidelijking. 2. Stel de volgende vraag: ‘Wanneer u teruggaat naar die ingrijpende gebeurtenis die bovenaan in uw herinnering ligt, kunt u (nog) terughalen’: Wat er met u gebeurde, in voelen, denken, doen? Hoe u ermee bent omgegaan? Hoe u de draad weer ging oppakken? Hoeveel tijd dat kostte? Van wie u steun kreeg? Hoe die steun eruit zag? Terug in de groep: Plenair: Wat voor gevoelens kwamen er tijdens de opdracht naar voren? Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie
11
De trainer schrijft deze op een flap-over. Hierna laat de trainer zien dat gevoelens individueel zijn maar ook algemeen. Dit betekent dat dezelfde gevoelens bij veel mensen hetzelfde zijn, dus ook bij psychiatrische cliënten (80% algemeen en 20% individueel). Voorbereiding: 5 minuten Individueel: 10 minuten Uitvoering 2-tallen: 30 minuten Terugkoppeling: 15 minuten Totaal: 60 minuten
Pauze: 10:25 tot 10.40 III Theorieën modellen en fasen in de palliatieve terminale zorg + palliatief redeneren. Theorie zie: masterclass “besluitvorming in de palliatieve fase” 10.40 tot 11:10 Doel: De deelnemer krijgt theorie rondom het thema palliatieve zorg De deelnemer kent de theorieën van curatie versus palliatie, het traditionele en het nieuwe zorgmodel gebaseerd op Lynn and Adamson; 2003, de theorie van Kübler-Ross; de verschillende fasen. De deelnemer weet wat palliatief redeneren is. U krijgt aan de hand van een power-point presentatie uitleg over verschillende theorieën, modellen en fasen in de palliatieve terminale zorg. Start de presentatie vanuit een min of meer bekend punt, sluit aan bij de belevingswereld en de voorkennis van de deelnemers. Geef voorbeelden uit eigen ervaring. Maak afspraken over wanneer er vragen gesteld mogen worden. De hand-out is in de werkmap terug te vinden. Voorbereiding: 5 minuten Uitvoering 2-tallen: 20 minuten Terugkoppeling: 5 minuten Totaal: 30 minuten
IV De visie van de organisatie over palliatieve terminale zorg 11:10 tot 11.40 Voorbereiding Vooraf: 2 uur zelfstudie, voorbereiding: Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie
12
Verzamel alle belangrijke documenten van je instelling met betrekking tot palliatieve terminale zorg. Lees daarbij het bijgevoegde visiedocument. Gebruik de meegenomen informatie van je organisatie. Doel: De deelnemer geeft zijn/haar mening ten aanzien van het beleid palliatieve terminale zorg binnen de eigen organisatie naar aanleiding van eigen ervaringen. De deelnemer kijkt kritisch naar het beleid palliatieve zorg in de organisatie en bedenkt verbeterpunten.
De groep in 3 groepen verdelen. Wanneer er verschillende deelnemers uit verschillende organisaties aanwezig zijn, kunt u ervoor kiezen de groepen homogeen of gemengd te laten zijn. De 3 groepen krijgen op een kaart de volgende vragen mee: 1. Wat vind u van het beleid rondom palliatieve terminale zorg binnen uw organisatie. Tip: Vergelijk dit met het visiedocument. (zie achterin de map) 2. Wat vindt u nu echt belangrijk? 3. Komt dit terug op de vloer? 4. Waar zou u mee aan de slag willen gaan? De groep schrijft de uitkomsten van de vragen op een flap-over en koppelt dit plenair terug. Tip: Buddies maken waardoor de afspraken die gemaakt zijn werkelijk worden uitgevoerd. Voorbereiding: 3 minuten Uitvoering: 15 minuten nabespreken: 10 minuten Totaal: 30 minuten
V Spirituele zorg en zingeving 11:40 tot 12:30 Inhoud Eigen overtuigingen wat betreft ‘goed sterven’ kunnen grote invloed hebben op het werk. Daarom is bewustzijn over deze overtuiging voor elke beroepsbeoefenaar belangrijk. Hoe gaan beroepsbeoefenaren om met de grenzen die volgen uit eigen overtuigingen? Doel De deelnemers weten welke overtuigingen voor hen belangrijk zijn. De deelnemers kennen hun grenzen t.a.v. andere overtuigingen en weten hoe zij die grenzen kunnen aangeven. beroepsbeoefenaren zijn in staat eigen gedachten met betrekking tot zingeving onder woorden te brengen. Oefening
Top 2 van eigen overtuigingen in relatie met leven, sterven en de dood
Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie
13
Voorbereiding Maak een kring zonder tafels. Verzorg een inleiding over de kracht van overtuigingen. Je kunt de volgende informatie gebruiken Levensbeschouwing: waarin jij zin ervaart en/of wat jij gelooft dat de kern van dit bestaan is; Overtuiging: wat voor jou waar en bepalend is in je doen en laten, jouw basiswaarden; Gedrag: wordt beïnvloed en meebepaald door jouw overtuigingen, jouw basiswaarden en ook door je levensbeschouwing.
Deel per deelnemer twee witte blanco kaarten uit. Uitvoering Vraag de groep om kort en bondig zoveel mogelijk eigen waarden op te schrijven, geef hier 5 minuten voor. Vraag de deelnemers de twee belangrijkste uit hun lijstje te kiezen. Vraag iedereen om deze twee op de kaartjes te schrijven, één overtuiging per kaartje. Iedereen vertelt wat hij heeft opgeschreven. Iedereen doet afstand van één overtuiging door die kaart aan de trainer te geven en daarna te zeggen wat dat voor hem betekent om deze overtuiging weg te geven. Vraag vervolgens: 1 Welke heeft u over? 2 Hoe belangrijk is die voor u? 3 Wat betekent deze overtuiging voor uw gedrag? 4 Wat betekent deze overtuiging voor uw werk/bij de begeleiding van een persoon die terminaal is? Zorg voor een goede afronding. Voorbereiding: 5 minuten Uitvoering: 40 minuten Afsluiting: 5 minuten Totaal: 50 minuten
Lunch 12:30 tot 13.00
VI Casus met opdracht 13:00 tot 14:20 Doelen: De deelnemers oefenen met het methodisch werken bijvoorbeeld met de beslisschijf (palliatief redeneren) en het handboek palliatieve zorg in de GGz. De deelnemers werken onderwerpen uit waardoor ze bewust leren omgaan met symptomen en factoren rondom een persoon die in de terminale fase zit. Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie
14
Werkwijze: Formeer groepjes van vier tot vijf personen. Deel het casusmateriaal uit, laat de deelnemers gebruik maken van een flap-over. Aan te bevelen is dat iedere groep een voorzitter aanwijst die de tijd bewaakt en ook de samenvatting, conclusie of discussiepunten voor de plenaire rapportage aanlevert. In groepen van 4-5 personen uit elkaar gaan. Schriftelijke casus met verschillende symptomen: pijn, angst, dehydratie, anorexia, De groep gaat uit elkaar met de beslisschijf. Het handboek palliatieve zorg in de GGZ ligt ter inzage. Opdracht 1: Stel vast wat er precies aan de hand is. Breng alle factoren in beeld. Werk het onderwerp pijn en angst uit: Hoe pak je dit aan in deze casus (in de terminale fase) Opdracht 2: Stel vast wat er precies aan de hand is. Breng alle factoren in beeld. Werk het onderwerp: autonomie/kwetsbaarheid cliënt uit, hoe zou je dit in deze casus aanpakken? Opdracht 3: Stel vast wat er precies aan de hand is. Breng alle factoren in beeld. Ethische aspecten: Hoe pak je dit aan in deze casus naar de patiënt en naar het team toe? Plenair een korte presentatie: Dit zouden we doen omdat.. Voorbereiding: 5 minuten Uitvoering: 45 minuten Afsluiting: 30 minuten Totaal: 80 minuten
Pauze 14:20 tot 14.35
VII Palliatieve terminale zorg: Wat betekent dit voor de ondersteuning van je cliënt? 14:35 tot 15:30 Oefening. Waar ligt het verschil met ‘gewone’ ondersteuning? Doelen: De deelnemer kan in eigen woorden vertellen wat het verschil (of niet) is in de ondersteuning van een psychiatrische cliënt in de palliatieve terminale fase. De deelnemer denkt na en vormt een mening over het verschil in benadering /ondersteuning tussen een psychiatrische cliënt in de palliatieve terminale fase en een niet psychiatrische cliënt. Voorbereiding: Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie
15
Een mindmap is een snelle en eenvoudige methode om op goede ideeën te komen en ideeën in een perspectief te zetten. Voor meer info zie achterin en/of het boek van Tony Buzan. Hoofdzaken 10 manieren om je unieke talent te ontdekken. Isbn 90 58710246. De groep in tweeën verdelen. Iedere groep krijgt één of meer flap(pen) met post-its, gekleurde stiften etc… a. De ene groep krijgt de opdracht een mindmap te maken over het ondersteunen van psychiatrische cliënten die in een palliatieve terminale fase zitten. b. De ander groep krijgt de opdracht een mindmap te maken over het ondersteunen van een persoon in een palliatieve terminale fase. Afsluiting: Beide mindmappen worden besproken. Goed doorvragen. Voorbereiding: 5 minuten Uitwerking: 30 minuten Nabespreking: 20 minuten Totaal: 55 minuten VIII Palliatieve terminale zorg in de psychiatrie: Wat zijn de leerervaringen. 15:30 tot 16:00 Het verwoorden van leerervaringen. Wat heeft u vandaag geleerd en hoe gaat u dit in de praktijk uitvoeren? Doelen: De deelnemer staat stil bij zijn leerervaringen tot nu toe en kan deze vertellen. De deelnemer ervaart dat hij/zij nieuwe informatie heeft verkregen. Uitvoering In drietallen wordt uitgewisseld wat de leerervaringen zijn van een ieder. De anderen luisteren en stellen vragen ter verheldering. Ieder krijgt 5 minuten. De deelnemers formuleren ieder 1 leerervaring. Plenaire uitwisseling. De deelnemers gaan de leerervaringen in hun team delen en eventueel uitvoeren. De volgende bijeenkomst koppelen ze dit terug aan het drietal. Voorbereiding: 5 minuten Uitvoering: 15 minuten Terugkoppeling: 10 minuten Totaal: 30 minuten Afsluiting eerste dag 16:00 tot 16:15 Terugblik naar deze eerste dag en vooruitblik naar het dagdeel. Opdracht voor de volgende lesdag: Neem één casus mee. Beschrijf een waargebeurde situatie met als thema psychiatrie en palliatieve zorg. Belangrijk is dat er een dilemma in verwerkt is. Concreet formuleren en niet te lang. 15 minuten Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie
16
Dag 2
I Welkom en Leerervaringen 8:30 tot 9:00 Welkom. Kort navragen hoe het met iedereen gaat. Starten met de leerervaringen. Deze worden in dezelfde drietallen als de vorige keer, aan elkaar verteld > “ wat heb je gedaan met je leerervaring” is de hoofdvraag. Daarna door iedere groep een plenaire korte terugkoppeling Voorbereiding: 5 minuten Uitvoering: 15 minuten Terugkoppeling: 10 minuten Totaal: 30 minuten
II Palliatieve terminale zorg in de psychiatrie; wat betekent dat voor de communicatie? 9:00 tot 10:15 Bij communicatie met cliënten die ongeneeslijk ziek zijn gaat het om alle mogelijke vormen van communicatie. U bent, naast alle kennis die u bezit, ‘uw eigen instrument’. De wijze waarop u communiceert, bepaalt voor een deel of de cliënt wel of geen contact met u ervaart. Kennis over en inzicht in uw eigen mogelijkheden en beperkingen zijn daarbij van groot belang. Doelen Bewustwording dat de communicatie door de ziekte beïnvloed wordt en hoe u daar mee om kunt gaan. Bewustwording van de gevolgen van de ziekte; zoals gering sociaal netwerk, wonen in een instelling. Bewustwording dat de klemtoon in de zorg kan veranderen van ‘cure’ naar ‘care’. Inleiding: De periode van terminaal ziek zijn is soms een van de eenzaamste in een mensenleven. Want iedereen die weet dat hij moet sterven weet dat hij/zij de weg uiteindelijk alleen moet gaan. Nabijheid en inlevende communicatie met naasten en helpers (beroepsbeoefenaren) kunnen de eenzaamheid enigszins opheffen. Onbegrip en onzorgvuldigheid vergroten juist de eenzaamheid. Het vereist moed om in deze fase vaste patronen los te laten! Hoe doet u dat in een psychiatrisch kader, waarbij behandelplannen, rm, ibs, afspraken kamerprogramma’s, agressie e.d. een rol spelen.
Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie
17
Oefening Voorbereiding 3-tallen. Haal een waargebeurde situatie naar voren met als thema psychiatrie en palliatieve zorg. Deelnemers brengen een eigen casus in. Concreet formuleren. ( voor de zekerheid heeft de docent extra casussen bij zich) Deel de uitvoering uit aan de 3-tallen. Uitvoering Eén van het drietal vertelt een waargebeurde situatie (met daarin een dilemma) waarbij de persoon in die situatie voor een bepaalde oplossing/actie koos en waarom hij juist die oplossing/actie heeft gekozen. Dit kunnen allerlei situaties zijn (Maximaal 5 minuten). De twee anderen luisteren en denken na of zij een andere keuze zouden maken en waarom. Ze letten goed op in hoeverre de psychiatrische context van invloed is op de gekozen oplossing/actie. De twee schrijven hun gedachten op. Na het verhaal vertellen zij binnen het drietal wat ze hebben opgeschreven. Vervolgens gaat het drietal nabespreken met als aandachtspunten wat de afwijkende meningen doen met de verteller en met de luisteraars. Zorg ervoor dat de deelnemers elkaar niet veroordelen (Maximaal 10 minuten). Daarna wisselen de rollen, een ander vertelt en de anderen nemen waar. Laat alle groepen bij elkaar komen en bespreek plenair de belangrijke ontdekkingen die in de groepen naar voren zijn gekomen. De oefening afronden met een samenvatting. Plenair koppelt elk 3-tal het meest opvallende terug. Trainer vult eventueel aan met theorie. Aanvullend artikel ter informatie over communicatie gedurende palliatieve terminale zorg is terug te vinden in de map. Tip: Doe dit ook op de afdeling, betrek collega’s hierbij. Voorbereiding: 10 minuten Uitvoering 3-tallen: 55 minuten Uitvoering bepreken: 30 minuten Totaal: 95 minuten
Pauze 10:15 tot 10:30
III Palliatieve terminale zorg in de psychiatrie: Hoe werk je samen? 10:30 tot 11:40 Inleiding Palliatieve zorg betekent op basis van gelijkwaardigheid samenwerken, waarbij cliënt centraal staat. Houd hierbij rekening met familie, vrijwilligers, geestelijk verzorger, ergotherapeut etc. Niet iedereen heeft inzage in het patiëntendossier. Het verpleegkundige team bepaalt bij iedere patiënt welke informatie de betrokkenen nodig hebben om adequaat te kunnen functioneren. Wanneer de palliatieve terminale fase ingaat kan er een communicatieschrift gemaakt worden voor de verschillende betrokkenen. Hierin kunnen familieleden, vrijwilligers en de verpleegkundigen dagelijks verslag doen. Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie
18
Welke dilemma’s komen we tegen? Welke specifieke vragen? Welke specifieke taken? Wat vraagt dit van de familie? Wat vraagt dit van de samenwerking met het zorgteam? Wat vraagt dit van de vrijwilliger? Doelen: De deelnemers zijn zich bewust van de verschillende rollen en taken rondom een patiënt die terminaal is. De deelnemers verdiepen zich in de rollen van de verschillende betrokkenen en weten welke grenzen er in ieders taken zijn.
Oefening 1
‘Je plaats in het geheel van de disciplines’
Iedere deelnemer krijgt acht papieren. Hij/zij schrijft op ieder papier een discipline, die zorg draagt voor de patiënt. Op één papier staat de eigen naam en van de patiënt. Het papier met de cliënt wordt als eerste neergelegd. De andere bladen met familie en hulpverleners, vrijwilligers worden in relatie tot elkaar op de grond gelegd. De afstand of nabijheid geven aan wat ieders plek is volgens de deelnemer. De deelnemer kiest een eigen plek in het geheel. Bedenk ook wat iedere discipline doet rondom de palliatieve terminale zorg. Ieders compositie wordt bekeken en besproken. Voorbereiding: 5 minuten Uitvoering: 15 minuten nabespreken: 30 minuten Totaal: 50 minuten
Oefening 2
Eindgesprek
Onderwijsleergesprek: De trainer vertelt een waargebeurde situatie. Deelnemers worden gevraagd vragen te stellen, kritisch te zijn, wat zou je eventueel anders doen? etc.. De andere trainer stelt vragen en schrijft evt. conclusies, belangrijke opmerkingen op een flapover. Korte nabespreking adhv de flap-over. Voorbereiding: 5 minuten Uitvoering: 30 minuten nabespreken: 5 minuten Totaal: 40 minuten
Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie
19
IV Eindevaluatie 11:40- 12:00 Op proces en product De deelnemers vullen het evaluatieformulier in. Daarna worden de verschillende onderwerpen die aan bod zijn geweest in de training kort doorgenomen. Proces en product worden beiden behandeld. Voorbereiding: 5 minuten Evaluatie schrijven: 15 minuten Nabespreken: 20 minuten Totaal: 40 minuten
Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie
20
Achtergrondinformatie en Bijlagen 1. Visie document Palliatieve zorg 2. De cirkel theorie van Elisabeth Kübler Ross 3. Artikel: Communicatie en palliatieve zorg 4. Powerpoint behorend bij opdracht III Theorieën, modellen en fasen in de palliatieve terminale zorg + palliatief redeneren. 5. Palliatieve zorg, richtlijnen voor de praktijk 6. Palliatieve kaarten 7. Casussen 8. Didactische theorie: Mindmap 9. Didactische theorie: Onderwijsleergesprek 10. Evaluatie-instrument
Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie
21