VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 35 NUMMER 3 13 februari 2009
Basiszorg maakt inhaalslag Foto: Frank Muller
Het UMC St Radboud gaat meer basiszorg doen. Dit past bij de filosofie van ‘de patiënt centraal’ en is nodig voor onderwijs en opleiding. De academische zorg voor bijzondere patiënten blijft op peil. ‘Een kwestie van goed organiseren, onze capaciteit optimaal benutten, en zonodig de werktijd uitbreiden’, aldus prof. dr. Melvin Samsom van de Raad van Bestuur. ‘Wie bij ons aanklopt, is welkom.’ Paul van Laere
‘Een aantal afdelingen heeft zich in het verleden erg gericht op de topklinische en topreferente zorg, dus op de bijzondere patiënten. Daardoor is de basiszorg ondervertegenwoordigd geraakt. Dat willen we rechttrekken’, zegt lid van de Raad van Bestuur prof.dr. Melvin Samsom. Hij plaatst hiermee de recent geopenbaarde plannen van de afdeling Heelkunde – meer eenvoudige chirurgie – in breder perspectief. ‘Een heleboel UMC-afdelingen gaan hun aandeel ‘gewone’ patiënten waarschijnlijk verhogen. Overigens, zonder dat het ten koste gaat van de aandacht voor de speciale patiënten. Die maken tenslotte ons huis tot wat het is. Dus in totaal zullen we groeien. Maar dat is prima. Voor de patiënten en voor het instituut.’ De herwaardering van basiszorg heeft verschillende achtergronden. Een belangrijke factor vormen de onderwijs- en opleidingstaken. ‘Om toekomstige
Pagina 3 OR heeft vragen over kansen medewerkers
Pagina 5 Supervisor van het jaar, arts-assistenten kiezen Martijn Schrama
artsen en verpleegkundigen op te leiden is een minimum aantal patiënten nodig. De afdeling Heelkunde had dermate weinig basiszorg dat artsassistenten een deel van hun opleiding elders moesten halen. Maar wij willen het hele pakket aanbieden.’ Het nieuwe beleid vloeit mede voort uit de filosofie van de patiënt centraal. ‘Daar hoort niet bij om iemand de deur te wijzen’, aldus Samsom. ‘We hebben bijvoorbeeld op allerlei gebieden een reputatie, waardoor mensen naar hier willen komen. Moet je dan zeggen: u kunt alleen terecht wanneer u een speciaal geval bent. Of zeg je, u bent hier sowieso welkom. Wij kiezen voor het laatste.’ Samsom geeft nog een voorbeeld: een patiënt die vanwege een zeldzame afwijking bij een UMC-specialist loopt, maar voor een bijkomende standaardaandoening naar een ander ziekenhuis moet. ‘Zo iemand moet gewoon hier terechtkunnen. We willen excelleren, maar kijken dus ook door de bril van de patiënt. Wat verwacht die van ons? We moeten ook weer niet álles doen, maar items kiezen die bij ons passen.’
Stimulans Haalt het UMC ook meer basiszorg binnen vanwege de financiën? ‘Dat denken veel mensen, maar geld is echt niet de drijfveer. We moeten nog maar afwachten hoe het financieel uitpakt’, antwoordt Samsom. ‘Wel krijgen de afdelingen in ons nieuw financieringssysteem loon naar werken. Vroeger met die gefixeerde budgetten kwam de basiszorg al gauw in de verdrukking, omdat er geen geld over was. Nu zeggen we tegen de afdeling: als je meer patiënten ziet, haal je meer geld binnen. Dat stimuleert.’ Lees verder op pagina 7 f
Pagina 8 Radboudpluimen voor medewerkers
Pagina 11 Toevoegen van extra medicijn bij uitgezaaide dikkedarmkanker leidt tot slechtere overleving
r a dbod e 3 - 2 0 0 9
inhoud 3
4
5
7
agenda
10 Onderzoek
Beleid OR heeft vragen over kansen medewerkers De OR stelt vragen aan de RvB en directeur Servicebedrijf Helga Wismeyer over de gevolgen van de deelplannen van het Servicebedrijf voor het personeel.
Oecumenische vieringen
Psoriasis en infecties, een evolutionaire link? Huidziektes ontstaan door afwijkingen in het immuun systeem, was tot voor kort de gedachte. Recente ontdekkingen hebben dat idee stevig onderuit gehaald.
Tennisvereniging
13
De tennisvereniging Rakubal (uitgaande van de Personeelsvereniging) heeft een nieuwe website: www.rakubal.nl. Hierop is alle informatie te vinden over de tennisvereniging en activiteiten
Onderwijs Patiëntenzorg • Patiëntervaring.nl Steeds meer afdelingen willen ‘patiëntervaring.nl’ inzetten om te monitoren wat de patiënt van de zorg vindt. • Artsen reageren verkeerd op patiënten met ‘vage’ klachten. Niet patiënten zoeken naar een medische oplossing, maar juist de artsen.
Interview Supervisor van het jaar Arts-assistenten kiezen Martijn Schrama, Kindergeneeskunde, als supervisor van het jaar.
Beleid • Verhoogde numerus fixus veroorzaakt patiëntentekort bij Tandheelkunde. • Vrouwen een streepje voor. Reactie op de maatregel dat voor vrouwelijke onderzoekers meer geld wordt vrij gemaakt.
15 en 22 februari, 1 en 8 maart 10.00 uur personeelsrestaurant: zondag 15 februari, voorganger Els Groeneveld, zondag 22 februari, voorganger Mies Singendonk, zondag 1 maart voorganger Ries van de Sande en zondag 8 maart, voorganger Ans Bertens.
Slim sporten Het aantal UMC-medewerkers dat sport daalt. Studenten Biomedisch Wetenschappen deden onderzoek.
PAOG-Heyendael Voor alle cursussen en meer informatie: www.paogheyendael.nl
4 en 5 maart ‘Ontwikkelingen in de palliatieve zorg’ seminar voor gevorderden. Bestemd voor: verpleegkundigen, huisartsen, verpleeghuisartsen, anesthesiologen en internist-oncologen. Enige jaren ervaring in de palliatieve zorg is noodzakelijk. Locatie: conferentieoord De Bergse Bossen in Driebergen.
15 Opinie
5 maart
Change Een betoog van hoogleraar Geriatrie, Marcel Olde Rikkert, over veranderen. ‘Wanneer de nood erg hoog is, kan een leider verandering starten. Maar daarna begint duurzaam veranderen pas echt.’
En verder...
Inhoud, Agenda, Kunst 2 Nieuwsladder 3 Electronisch Patiëntendossier 4 In bedrijf: Werkgeversvereniging ziekenhuispersoneel, Topsport en innovatiepark, Wijziging in wet- en regelgeving voor zorg na ontslag patiënten, Tijdschriften medische bieb in de container, Zorgvernieuwing. 6 Radboudpluimen 8 Dikkedarmkanker, Prijzen en benoemingen 11 Column buitenland 13 Elektronische fiets Dekkerswald, Mensen, Boodschap 14 PIP 15 Agressie tegen hulpverleners, Ethiek 16
Verpleegkundig symposium ‘Ontwikkelingen en innovaties in de spoedzorg.’ Dit symposium is relevant voor meldkamercentralisten, ambulanceverpleegkundigen, MMT-verpleegkundigen, medewerkers van de GHOR, SEH-verpleegkundigen, CCU-verpleegkundigen en HBO-V-studenten. Andere geïnteresseerden zijn eveneens welkom. Plaats: auditorium UMC St Radboud in Nijmegen. Zie ook: www.AZO.nl
6 maart Cursus ‘CRPS-1’(nieuwe ontwikkelingen Pain Exposure Physical Therapy), bestemd voor chirurgen, anesthesiologen, orthopedisch chirurgen, revalidatieartsen, fysiotherapeuten en geïnteresseerde huisartsen.
12 maart Cursus ‘Borstreconstructies van GEN tot GENezing. Een ketengerichte benadering’, bestemd voor plastisch chirurgen, klinisch genetici, medisch oncologen, pathologen, radiologen, radiotherapeuten, genetisch consulenten, huisartsen en allen die hiervoor in opleiding zijn.
27 maart Cursus ‘Zoönosen en beroepsgerelateerde infectieziekten’, bestemd voor bedrijfsartsen, GGD-artsen, huisartsen en verzekeringsartsen. Plaats: auditorium, UMC St Radboud.
2 april Cursus ‘Acute geneeskunde in de verpleeeghuissetting’, bestemd voor verpleeghuisartsen en verpleeghuisartsen i.o.
kunst
U n i t 4 , ( b i j s c h o l i n g ) S VG Unit 4 (bijscholing) van SVG verzorgt bij- en nascholing voor medewerkers en voor externe klanten. Informatie scholingsaanbod: www.umcn.nl/svg, kies dan Bijscholing (unit 4) en daarna Scholingen.
19 februari en 12 maart Ziekenhuisbrede scholing voor verpleegkundige werkbegeleiders. Module 1: 19 februari en module 2: 12 maart, module 3: datum nog niet bekend.
2, 13 en 17 maart Scholing deskundigheidsbevordering, werkbegeleiding en coaching. Bestemd voor (aspirant) seniorverpleegkundigen en aandachtsvelders die zelfstandig taken uitvoeren op dit gebied. Sluitingsdatum: 2 februari.
Overig 19 februari David Vandekop, Sculptuur, 1984, parkeergarage aan de E. Noyonslaan. Het beeld van David Vandekop werd onlangs verplaatst. Stond het al altijd voor het KNO gebouw langs de Philips van Leydenlaan, ooit kwam het een niveau hoger te staan om er na korte tijd in de verdrukking van een fietsenrek te geraken. En dat laatste was niet alleen omwille van de kwetsbaarheid van het keramische beeld onverantwoord, tevens druiste het in tegen de bedoeling van de kunstenaar. Immers zijn beelden vragen om een passende relatie met hun omgeving of het landschap. Wat de motieven van de kunstenaar voor deze plek waren, weten we niet, maar we kunnen er ons iets bij voorstellen: de pui van het gebouw in glas en beton, de met stenen gemetselde muur en daarvoor zijn beeld in zijn abstractie bijna organisch aandoend. Daarbij vormen de blauwe, de witte en de roodbruine kleur van de keramiek zoniet een contrast met de bebouwde omgeving, dan toch een aanvulling erop.
Foto: Jan van Teeffelen
Inhoudelijk zagen heel wat KNO-bezoekers, in het spel tussen binnen en buiten dat in het beeld steekt, een verwijzing naar de opening en de krommingen van de gehoorgang. Ook al was dit niet per se zo bedoeld, van het beeld gaat een suggestieve prikkel uit en in een andere omgeving zal het andere associaties oproepen. De Commissie Beeldende Kunst heeft ervoor geijverd het beeld te verplaatsen, weg van het fietsenrek. In de onmogelijkheid de in 1994 op 57-jarige leeftijd overleden kunstenaar erbij te betrekken, is gekozen voor het pleintje tussen het Centraal Dieren Lab en de bovengrondse parkeergarage. Hiermee geeft het beeld aan deze nieuwe plek een bijzondere lading – hetgeen Vandekop naar eigen zeggen, steeds heeft betracht en de kijker uitdaagt tot nieuwe interpretaties. Daan Van Speybroeck
2
De Werkgroep Integratie Geneeswijzen (WIG), presenteert: Traditionele Chinese Geneeskunde. Plaats: Studiecentrum, aanvang: 19.30 uur, kosten: e 1,50 bij reservering per mail of in voorverkoop, e 2,- aan de deur, voor meer info:
[email protected]
5 maart Bezoek de Banenmarkt voor Verpleegkundigen op 5 maart op het Poliplein van gebouw Vrouw en Kind, looproute 787 van 10.00 tot 15.00 uur en verken je mogelijkheden.
5 maart Scholing ‘Vacuumtherapie’ van 14.00 - 16.00 uur in het leslokaal fysiotherapie, route 645, bestemd voor geïnteresseerden. Inschrijven bij:
[email protected]
12 maart Vijfenveertigste regionale nascholingsavond Anesthesiologie. Preventieve maatregelen in beweging? Ziekenhuis Rijnstate Arnhem.
r b eleid a dbod e 3 - 2 0 0 9
OR heeft vragen over kansen medewerkers In december werden alle deelplannen van de advies- en productgroepen en het bedrijfsbureau van het Servicebedrijf openbaar. De Tijdelijke Onderdeel Commissie van het Servicebedrijf nam de plannen minutieus door en inventariseerde onder medewerkers vragen. Er kwamen vijfhonderd vragen binnen, die Helga Wismeyer, directeur Servicebedrijf, allemaal schriftelijk beantwoordde. In een overlegvergadering op 27 januari legde de OR aan Wismeyer en Emile Lohman, voorzitter van de Raad van Bestuur, nog eens de meest prangende vragen voor. Die gingen vooral over de gevolgen voor het personeel.
N e l l e k e D i n n i ss e n
Afdelingen kunnen voor tal van diensten bij het Servicebedrijf aankloppen. Om hen optimaal te kunnen bedienen zette Helga Wismeyer, directeur Servicebedrijf, een hele nieuwe organisatiestructuur neer. Dat heeft consequenties voor medewerkers binnen het Servicebedrijf. Vorige maand ontvingen zij een persoonlijke mail van Wismeyer. Hierin licht zij toe dat een aantal medewerkers een uitnodiging krijgt voor een belangstellingsregistratie gesprek. Het gaat om medewerkers van wie de functie komt te vervallen, van wie de functie of functie-eisen meer dan 25 procent wijzigt en om medewerkers die vallen binnen een functiegroep waarvoor minder mensen nodig zijn. De belangstellingsregistratiegesprekken zijn bedoeld om van gedachten te wisselen over de mogelijke gevolgen van de reorganisatie en de ambities die mede-
kandidaten beschikken wellicht nog niet over voldoende competenties, maar kunnen zich misschien wel binnen een jaar bijscholen’, reageert IJsenbrandt. ‘Die lopen dus mogelijk achter op externe kandidaten. Krijgen die ook voorrang?’ ‘Ja. Maar stel dat er bij een Productgroep vijf plaatsen vacant zijn, dan moet een aantal meteen inzetbaar zijn en over de nodige competenties beschikken’, aldus Wismeyer. ‘De anderen mogen zich wel degelijk klaarstomen. We hebben er immers baat bij belangrijke kennis in huis te houden. Maar we richten onze blik alvast op de externe markt, om geen onnodig tijdverlies op te lopen.’
Andere context Waarom moeten medewerkers die al op sleutelposities zitten ook solliciteren?, vraagt de OR zich af. ‘Het zijn functies die van eminent belang zijn voor de interactie tussen Servicebedrijf en klanten’, verklaart Wismeyer. ‘Het is geen kwestie van een ander etiket opplakken, deze medewerkers gaan werken in een totaal andere context en krachtenveld.’ ‘Is deze maatregel wel conform de afspraak met de vakbonden in het sociaal plan?’, reageert een OR-lid. ‘Ja. Voor afdelingshoofden, die wij allemaal demissionair hebben verklaard, hebben wij dezelfde procedure gevolgd’, stelt bestuursvoorzitter Emile Lohman. ‘Het is niet goed voor een veranderende organisatie als deze sleutelfuncties één op één overgaan. Het risico dat er weinig of niets verandert is dan groot.
nieuwsladder Nieuw zoeksysteem in bibliotheek De Medische Bibliotheek heeft een nieuw zoek systeem voor biomedisch literatuuronderzoek: Scopus. Dit is een grote databank met beschrijvingen en abstracts van artikelen uit 15.000 wetenschappelijke tijdschriften, congresverslagen en op kwaliteit geselecteerde internetbronnen. De nadruk ligt op de exacte, biomedische en sociale wetenschappen. Scopus bevat ook citatiegegevens. Met ingang van 2009 is Scopus voor studenten en medewerkers van de RU en het UMC St Radboud beschikbaar. Het abonnement loopt tot en met 2012. Op basis van de gebruikscijfers wordt besloten over voortzetting van het abonnement. Een handleiding is te vinden op http://info.scopus.com/.
Uitslag verkiezingen UMC-Raad De uitslag van de verkiezingen van de UMC-Raad is bekend. Er zijn nieuwe leden voor de kiesgroepen A1, A5, B1, B2 en B3. Dit zijn prof.dr. W. Feitz (A1, hoog leraren Snijdende Specialismen/Anesthesiologie), prof.dr. J.W. Leer (A5, hoogleraren Medisch Onder steunende Dienstverlening), mw.dr. C. Potting (B1, verpleegkundigen), mw.drs. K. Marcus (B2, arts-assistenten) en mw.drs. L. Geurts-van Bon (B3, junior onderzoekers, onderzoekers in opleiding en postdocs). De UMC-Raad organiseerde tussentijdse verkiezingen in verband met aflopende zittingstermijnen en vacante zetels in bovenstaande kiesgroepen.
Kok gaat fietsen voor het KWF Marco Schel is kok in het Personeelsrestaurant en heeft een grote hobby: wielrennen. Op 4 juni wil hij meedoen aan de Alpe d’HuZes. Bij deze sponsor wedstrijd wordt op één dag zes keer de Alpe d’Huez beklommen. Om mee te mogen doen, moet je minimaal 2500 euro sponsorgeld inbrengen. Dit geld gaat rechtstreeks naar het KWF. Schel zoekt particulieren en bedrijven die hem en dus het KWF willen sponsoren. Ieder bedrag is welkom. Voor particulieren: ga naar www.alpe-dhuzes.nl, deelnemers ’09, deelnemer 139 (Marco Schel), klik op ‘steun mij!’ en volg de aan wijzingen. Bedrijven kunnen een sponsorverklaring krijgen, door contact op te nemen via w.schel1@ chello.nl. Meer informatie, zie www.alpe-dhuzes.nl.
JCI doneert 175.000 euro aan academische kinderziekenhuizen
Foto: Frank Muller
werkers hebben. Het zijn oriënterende, richtinggevende gesprekken die worden gevoerd met de manager en de personeelsadviseur. Een aantal van deze medewerkers zal uiteindelijk boventallig worden. Zij krijgen een herplaatsingsprocedure. Is een vacante functie passend, dan hebben zij voorrang.
Sleutelfuncties In het Servicebedrijf zijn zogenoemde sleutelfuncties, die van cruciaal belang zijn in het klantcontact en die Wismeyer van groot belang acht voor de daadkracht en het slagen van het Servicebedrijf. Soms zijn dit nieuwe functies, soms bestaande, zoals senior communicatie adviseurs, (senior) controllers, (strategisch) adviseurs van Vastgoed en Infrastructuur, projectmanagers en personeelsen loopbaanadviseurs. Voor alle sleutelfuncties geldt een sollicitatieprocedure, dus ook voor medewerkers die al op een dergelijke sleutelpositie zitten. Het Servicebedrijf gaat in voorkomende gevallen gelijktijdig in- en extern werven. De OR is bezorgd en denkt dat hierdoor interne kandidaten mogelijk buiten de boot vallen. ‘Ik begrijp die zorg heel goed’, zegt Wismeyer. ‘Maar ik kan u verzekeren dat wij bij vacatures eerst alle interne kandidaten uitputtend de revue laten passeren om te kijken of er een match is. Pas daarna komen externe kandidaten aan bod.’ ‘Interne
Bovendien eisen afdelingshoofden meer beleids ondersteuning. Zeggen we hiermee: het is bijltjesdag? Helemaal niet. We willen alleen de juiste man/vrouw op de juiste plek. Pas dan kun je rekenen op een succesvolle transitie en creëer je draagvlak.’
Mens volgt werk Wismeyer en Lohman zeggen met klem dat belangstellings registratie- en sollicitatiegesprekken gelden voor een minderheid. Voor de meesten geldt: mens volgt werk. Lohman: ‘80 procent van de medewerkers van het Servicebedrijf hoeft zich geen zorgen te maken.’ Verder verzekert Wismeyer dat het Servicebedrijf de kwaliteiten van zittende medewerkers helder op het netvlies heeft en dat op een aantal vacante plaatsen voorlopig mensen tijdelijk worden ingehuurd. Ze adviseert medewerkers op tijd hun ambities kenbaar te maken en vooral ook zelf de vacatures heel goed in de gaten te houden.
Op intranet staan vijfhonderd vragen met antwoorden: Medewerker/Medezeggenschap/Ondernemingsraad/ OC’s/TOC Servicebedrijf Zie ook het januarinummer Service@work met gedetailleerde informatie.
3
Op 11 februari heeft JCI Nederland een cheque ter waarde van 175.000 euro overhandigd aan de academische kinderziekenhuizen in Nederland. Tevens heeft de JCI op die dag verscheidene kinder activiteiten georganiseerd in de kinderziekenhuizen in Amsterdam, Nijmegen, Groningen en Leiden. Met het geld kunnen bijvoorbeeld voorlichtingsdvd’s, websites en (virtuele) ontmoetingsplekken voor kinderen en wetenschappelijk onderzoek worden gefinancierd. JCI (Junior Chamber Inter national) is een wereldwijd netwerk voor onder nemende mensen onder de 40 jaar.
Lustrum huisartsenpost in De Vereeniging Op donderdag 19 maart viert de Coöperatieve Huisartsendienst Nijmegen het tweede lustrum met een symposium in De Vereeniging. Er wordt teruggeblikt naar de jaren dat pioniers de weg effenden voor ‘de huisartsenpost’, maar ook vooruit gekeken. Het thema is ‘Vele gezichten, één visie’. Er zijn lezingen, workshops en een interactieve sessie. Onder andere Marion Borghuis (directeur CHN), Paul Giesen (huisarts/onderzoeker) en Theo Voorn (huisarts/voorzitter CHN) zullen spreken. Het symposium is bedoeld voor huisartsen, medewerkers, bestuurders en beleidsmedewerkers uit de eerstelijns- en tweedelijnszorg, inspectie, zorgverzekeraars en overige belangstellenden. Voor vragen: CHN, 024-3523581,
[email protected]. Informatie over het programma, zie www.chnnijmegen.nl.
p a t i ë n t e n z or g
Het landelijk elektronisch patiëntendossier: veilig genoeg? Minister Klink kondigde onlangs uitstel aan van het landelijk EPD. Radbode vroeg een reactie van Andries Hoitsma die hier al eerder over schreef. Het was geen grote verrassing dat minister Klink van VWS de invoering van het landelijk elektronisch patiëntendossier (EPD) heeft uitgesteld tot begin 2010. Het verrassende, krachtdadige optreden van de (anders toch zo bedachtzame) minister rond het versturen van de informatie over de invoering van het landelijke EPD en de mogelijkheid om daartegen bezwaar te maken, heeft geleid tot een storm van kritiek. Voornaamste reden voor het, door de Tweede Kamer afgedwongen, uitstel was volgens de minister niet de veel gehoorde klacht over veiligheid en privacy, maar omdat domweg de ‘leveranciers’ (huisartsen, apothekers, ziekenhuizen) er nog niet klaar voor zijn. Met name dat de leveranciers nog geen goede en gecertificeerde software hebben. Dus toch een gebrek aan veiligheid? Alleen zorgverleners met gecertificeerde software deel laten nemen aan de
invoering van het landelijke EPD in september 2009 was geen optie, omdat een kleine deelname min of meer de doodsteek zou betekenen voor een breed opgezet landelijk EPD. Waar gaat het bij de veiligheid om? Patienten moeten hun eigen EPD in kunnen zien via hun eigen computer, maar bovendien moeten ze ook kunnen zien welke zorgverleners gegevens uit zijn of haar EPD hebben opgevraagd. Vast gelegd is dat raadplegen van een EPD alleen mogelijk is met nadrukkelijke toestemming van de patiënt zelf. Verschillende Kamerleden vinden dit “achteraf controleren wie het EPD geraadpleegd heeft” niet goed genoeg. Immers het kwaad is dan al geschied en sancties tegen overtreding zijn nog niet goed vastgelegd. In dit verband worden door Kamerleden zware straffen voorgesteld, zoals een beroepsverbod. Overigens zit er - wat de privacy-gevoelige gegevens betreft ook een positieve kant aan het landelijke EPD. Zorgverleners worden daardoor gedwongen zich veel bewuster bezig te houden met het belang van privacy en hoe met de gegevensbeveiliging in de praktijk dient te worden omgegaan.
Hoe nu verder? Er zullen binnenkort weer pilots uitgevoerd worden, waarbij patiënten inzage krijgen in de loggegevens van hun EPD (dus inzage in wie wanneer hun dossier heeft geraadpleegd). Ook zal de veiligheid weer extra getest worden. Wat is nu de kans dat er op korte termijn een landelijk EPD ingevoerd gaat worden? De minister spreekt van enkele maanden uitstel en houdt daarom begin 2010 aan. Waarschijnlijk wil de minister de druk op de ketel houden opdat softwarebedrijven, die de programmatuur voor huisartsen ontwikkelen, op tijd zullen leveren. Het landelijke EPD had overigens in 2004 al opgeleverd moeten worden. Het huidige uitstel is een paar maanden, maar criticasters denken eerder aan een extra half jaar of nog langer. Waar de minister nu bij herhaling mee te maken krijgt is een bekende bijwerking van het EPD, n.l. uitstel. Wordt dan ook vervolgd.
Andries Hoitsma, hoogleraar orgaantransplantatie
‘Patiëntervaring.nl meet continu de tevredenheid’ Steeds meer afdelingen willen ‘patiëntervaring.nl’ inzetten om te monitoren wat de patiënt van de zorg vindt. In het Radboud wordt sinds kort scholing gegeven aan afdelingen om dit instrument op een effectieve manier in te zetten. Patiëntervaring.nl is een instrument waarmee online gepeild kan worden wat patiënten vinden van de zorg. De vragenlijst wordt door de afdeling of ketenpartners samengesteld uit
een vragenbibliotheek, maar er kunnen ook zelfbedachte vragen worden toegevoegd. Patiënten krijgen bij ontslag een code mee, zodat ze via de site de enquête kunnen invullen. ‘Dit instrument houdt doorlopend bij wat patiënten van je zorg vinden’, zegt Hetty Woltjer van adviesgroep Projectverbetering & Innovatie. ‘De resultaten zijn op ieder moment op te vragen. Een goede manier om te kijken of aanpassingen in de zorg hebben geleid tot verbeteringen.’
Openheid Jean-Pierre van Bergen, hoofdverpleegkundige Short Stay Unit (SSU), is razend enthousiast over patiëntervaring.nl. ‘Op basis van wat de patiënt laat horen, pas je de zorg aan. We gebruiken het nu anderhalf jaar. 45 tot 55 procent van onze patiënten vult de vragenlijst in. Dat levert ontzettend veel bruikbare informatie op. Trends worden zichtbaar. De afdeling bepaalt zelf wat er gemeten wordt. Heel nuttig, want dan kun je zaken die hoog op de agenda staan, onder de loep nemen. Op de SSU monitoren we bijvoorbeeld de postoperatieve pijnbeleving van patiënten.’ Hoe maak je patiëntervaring.nl tot een effectief instrument? Van Bergen: ‘Iedereen - verpleegkundigen én artsen moet het nut ervan inzien. Dan durf je ook de negatieve resultaten in alle openheid met elkaar te bespreken, zodat je met verbeterplannen kan komen.’ Woltjer voegt toe: ‘Maak het bespreken van de resultaten tot een vast agendapunt op het afdelingsoverleg.’ Daarnaast moet je patiënten motiveren om de vragen in te vullen. Op de SSU hangen hiervoor affiches in de patiënten kamers. Ook onder meer de Dagbehandeling, Neonatologie en de Poli Kinderen en Jeugdigen gebruiken patiënt ervaring.nl. Verloskunde & Gynaecologie, KNO en Cardiologie volgden onlangs de scholing hierover. Deze duurde één dagdeel. Woltjer: ‘Als er meer afdelingen aan de slag willen met patiëntervaring.nl, kunnen we opnieuw een scholingsbijeenkomst plannen.’ GM Meer weten over patiëntervaring.nl en de scholing hierover? Neem via Outlook contact op met Hetty Woltjer van adviesgroep PV&I. Zie ook: www.patientervaring.nl
Foto: Frank Muller
Artsen reageren verkeerd op patiënten met ‘vage’ klachten Artsen denken dat patiënten met vage klachten zoeken naar een medische oplossing en niet willen praten over eventuele psychische oorzaken. Het omgekeerde blijkt het geval: juist artsen zoeken eerder naar een medische oplossing. Patiënten blijken best te willen praten over psychosociale oorzaken. Ze geven zelfs vaak signalen af naar de arts, maar deze pikt ze niet op. Op 13 februari organiseert het PAOG een symposium over onverklaarde klachten met een lezing van Peter Lucassen over somatische fixatie. Ongeveer 20 tot 40 procent van de patiënten die bij een huisarts komt heeft vage klachten. ‘Het zijn geen vage klachten, maar onverklaarde klachten’, corrigeert Peter Lucassen van Huisartsgeneeskunde, de stereotype uitdrukking die al jaren wordt gebruikt. Patiënten met ‘vage’ klachten hebben een psychosociaal probleem. Een tweede vooronderstelling die Lucassen van tafel veegt. In de opleiding tot huisarts leerde hij inderdaad dat mensen met ‘vage’ klachten psychosociale problemen hebben, dat ze daar niet over willen praten en dat artsen er vooral voor moeten zorgen dat deze mensen niet in de medische molen terechtkomen. Als huisarts merkte
Lucassen aan den lijve dat deze ideeën niet klopten. ‘Met deze theorie in mijn hoofd hielp ik mensen niet. Er ontstond eerder frictie. Patiënten voelden zich niet serieus genomen. Ik kreeg dat ook te horen van de dorpsgemeenschap waar ik een praktijk heb. De afgelopen negen jaar houd ik me bij Huisartsgeneeskunde bezig met de wetenschappelijke stand van zaken over dit onderwerp. Het blijkt inderdaad dat de opvattingen die huisartsen hebben over patiënten met vage klachten, niet kloppen.’ In verschillende onderzoeken betwijfelt men of psychologische zaken de oorzaak zijn van de klachten. Onverklaarde klachten en psychische klachten komen weliswaar vaak tegelijk voor, maar die zijn niet per se aan elkaar gerelateerd. Frappante uitkomst van onderzoek is ook dat patiënten best willen praten over eventuele psychische problemen, ze geven zelfs vele signalen in het gesprek, maar artsen pikken deze niet op. En niet de patiënt, maar de arts zelf blijkt het meest de oorzaak ervan te zijn dat de patiënt in het medische circuit belandt. Een arts zoek toch vaak naar een somatische oplossing, waardoor patiënten
4
onnodig onderzoek ondergaan. ‘Precies het tegenover gestelde wat wij leerden in de opleiding en wat nog steeds zit in de hoofden van artsen’, aldus Lucassen. ‘Dat was voor mij een eyeopener.’ Volgens Lucassen geldt dit niet alleen voor huisartsen, maar ook voor specialisten. Overigens zegt hij dat artsen over het algemeen heel goed kunnen inschatten of een onverklaarbare klacht al dan niet onschuldig is. ‘En hoe beter je de klacht, de last en de angst ervan kent en weet hoe de omgeving reageert des te beter je de patiënt kunt helpen.’ Lucassen merkt op dat communicatie met de patiënt in het curriculum geneeskunde hoog genoteerd staat, maar dat de kennis die artsen hebben opgedaan verloren gaat. Hij is samen met collega Tim Olde Hartman bezig om te kijken hoe je deze kennis kan laten beklijven. Olde Hartman zit ook in de werkgroep ‘Multidisciplinaire richtlijn voor somatoforme klachten en stoornissen’. ‘Nog dit jaar komt de eerste nationale richtlijn uit, dat is uniek. Samen met het Nederlands Huisarts Genootschap gaan we ook een standaard maken speciaal voor huisartsen.’ ND
i r nterview a dbod e 3 - 2 0 0 9
‘Ik zie dit als een aanmoedigingsprijs’ Het is stilletjes aan een traditie geworden in het gebouw Vrouw & Kind: de verkiezing door arts-assistenten van de supervisor van het jaar. Dit jaar waren door heel het gebouw posters geplakt met de vijf genomineerden. Zoals altijd is het ook dit keer weer spannend wie de uitverkorene is.
M a r l i e s M i e l e k a mp
In een volle overdrachtsruimte zitten de genomineerde kinderartsen ’ s ochtends om half negen op een rij: Jan Loeffen: erg onderwijzend ingesteld, prettig in de omgang; Barto Otten: hij sleurt je mee de spreekkamer in als er een bijzondere patiënt is; Martijn Schrama: ook al is hij vaak druk met managementtaken, hij staat altijd voor je klaar; Sabine Vrancken: humor, hulpvaardigheid en Belgische nuchterheid en Michel Willemsen: ondanks dat hij druk is, neemt hij uitgebreid de tijd voor je. Op verzoek van de vereniging Arts Assistenten Pediatrie (AAP) hebben ze alle vijf hun sein aan staan. Dan gaat het sein van Martijn Schrama. Algehele verwarring, want betekent dit dat Martijn supervisor van het jaar is? Of krijgt degene die als laatst overblijft de felbegeerde beker? Als Martijn in een supermanshirt binnenkomt en aangekondigd wordt als ‘super (man)visor van het jaar 2008’, komt een einde aan de onzekerheid.
het moment
als medisch specialist. Het leuke van kinderarts zijn is dat geen consult voorspelbaar is; jij zult je als dokter aan moeten passen aan het kind. Dat is ontwapenend en tegelijk maakt het ons vak onvoorspelbaar. Daar geniet ik erg van.’ Schrama is niet gepromoveerd en dat is momenteel een bewuste keus. ‘Ik ben toch meer van ‘de handen aan het bed’. Maar ik sluit niet uit dat ik ooit nog eens patiëntgebonden onderzoek ga doen, want ik ben wel geïnteresseerd in de wetenschap.’ Sinds ruim een jaar is Schrama als algemeen kinderarts chef de clinique van afdeling Q2Z en lid van het werkplekmanagement. ‘Dat management doe ik voor onze afdeling samen met verpleegkundig werkplekmanager Rob Wiegman. Hij is een oude rot in het vak en juist daarom vullen we elkaar erg goed aan. Ik ben soms een jonge hond die af en toe een bepaalde richting opgestuurd moet worden. Omgekeerd heeft Rob soms een bepaalde visie nodig die niet standaard is en waardoor je een sprong naar links of naar rechts durft te maken.’ Schrama heeft diverse taken in het management. ‘Zo houd ik me onder andere bezig met de bedrijfsvoering zodat we kwalitatief goede zorg leveren. En bewaken we samen met de DIM-commissie dat incidenten ook leiden tot veranderingen op de werkvloer. Nu we hier sinds anderhalf jaar een ander zorgmodel hebben waarbij we
In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring die verband houdt met hun werk of vak. Dit keer een verhaal van René Matthijsse, neonatoloog.
Compleet ‘Toen ik AGNIO (arts-assistent niet in opleiding) in een ander ziekenhuis was, hadden we een patiënt met leukemie die voor de tweede keer een recidief had. Het was een Marokkaanse jongen van veertien jaar. De familie was wat wantrouwend naar de behandelend artsen, maar op een of andere manier wilden ze wel met mij praten. Als de oncoloog een gesprek met ze had vroeg hij altijd: kom je er ook even bij? Ik vond dat wel bijzonder: ik was 24 jaar en trad min of meer op als vertrouwenspersoon. De situatie van de patiënt was kritiek, de stamceltransplantatie was niet aangeslagen en er waren ernstige complicaties opgetreden. Dat was de ouders overdag verteld en ’s avonds rond acht uur besloten zij hun zoon mee naar huis te nemen. Ik had dienst dus belde snel de oncoloog. Zeg maar dat het onmogelijk is en dat ze moeten wachten totdat we de thuiszorg hebben geregeld, zei hij tegen me. Maar de ouders en de jongen wilden er niets van weten. Als het niet goedschiks ging, dan maar kwaadschiks. De ouders en ook de zoon wisten heel goed dat hij doodging. De jongen stond er op thuis te sterven.
‘Ik kreeg een djellabah voor de nacht’
‘Martijn Schrama is toegankelijk, voor hem is geen vraag teveel.’
Foto: Flip Franssen
Maartje van de Wal, voorzitter van AAP, vertelt waarom juist hij de titel kreeg. ‘Hoofdpunt is dat Martijn makkelijk toegankelijk is, voor hem is geen vraag te veel. Daarnaast is hij proactief, zo hoeven we bijvoorbeeld bij klinische praktijkbeoordelingen voor ons portfolio niet bij hem te leuren, maar komt hij naar ons toe. Verder werd hij ook door coassistenten genoemd als opleidings-minded. Ook op persoonlijk vlak heeft Martijn aandacht voor ons. En hij is gezellig.’
ons naast op hoog-complexe deelspecialistische zorg ook richten op het leveren van laag- en midden complexe zorg voor andere deelspecialismen, maken we ons als werkplekmanagers sterk voor goede nascholing van medewerkers. Tevens wordt er binnenkort gestart met multidisciplinaire reanimatietrainingen voor medium care verpleging en medici in ons simulatie-trainingscentrum. Ook zorgen we dat contacten met ouders en patiëntenverenigingen goed verlopen.’
Generalist en specialist
Lat ligt hoog
Al op de lagere school wist Martijn Schrama dat hij dokter wilde worden. ‘Nee, ik kom niet uit een artsenfamilie, die wens was er gewoon al heel vroeg’. Na het categorale, kleine gymnasium in Heeswijk-Dinther van 1986 tot 1992 begon hij aan de studie medicijnen in Rotterdam. Daarnaast studeerde hij daar een aantal jaar filosofie van de geneeskunde en deed onderzoek bij de afdelingen Immunologie en Hematolo-oncologie. Vervolgens werkte hij een jaar als assistent niet in opleiding in het UMC St Radboud waarna hij solliciteerde naar een opleidingsplaats Kindergeneeskunde waar hij werd aangenomen. Hij koos voor dat specialisme om de breedte van het vak. ‘Eigenlijk is het net zo breed als huisartsgeneeskunde, je bent dus generalist, maar je gaat tevens de diepte in
De sectie Algemene Kindergeneeskunde is om aan alle veranderingen het hoofd te bieden de laatste tijd sterk uitgebreid. ‘Oorspronkelijk had je hier alleen ons hoofd Jos Draaisma als algemeen kinderarts. Naast mij zijn daar Joris Fuijkschot als medisch werkplekmanager van Q2S En Petra Bot als medisch werkplekmanager polikliniek. bijgekomen. Doordat we in korte tijd zo enorm gegroeid zijn staan mijn jonge collega’s en ik dicht bij de artsassistenten en voelen goed aan waar de opleiding - en vooral de communicatie - beter kan. Ik zie dit als een aanmoedigingsprijs. We hebben de andere disciplines al gewaarschuwd: we leggen de lat hoog en zullen als algemene kinderartsen zeker proberen de beker in onze club te houden!’ n
5
Ik belde de oncoloog opnieuw en stelde voor om de familie naar huis te begeleiden. De jongen moest immers thuis aangesloten worden aan infuus, pomp, katheter etc.: op het oog een soort IC-setting thuis. De oncoloog vond het prima dat ik meeging. Ik belde de ambulance en pakte een grote tas in met medicatie en materialen voor de patiënt om de nacht door te komen. Met mijn Golf reed ik achter de ambulance aan. Thuis kwam de jongen op een bank in de huiskamer te liggen. Daar stabiliseerden we hem, gaven hem morfine en andere medicatie. Het was inmiddels al laat, de moeder vond dat ik moest gaan slapen. Ik kreeg een djellabah voor de nacht. Ik sliep ongeveer drie uur. Toen ’s ochtends de thuiszorg kwam ben ik teruggereden. Vijf dagen later is de jongen overleden. Ik ben nog naar de begrafenis gegaan. De ouders waren zeer dankbaar voor de hulp en steun die ze van ons hadden gekregen. Het ergst denkbare voor hen was, dat hun zoon in het ziekenhuis plotseling zou sterven. Ik was jong en onervaren. Het was dan ook een heel bijzondere ervaring om de zorg voor iemand te hebben die doodgaat en een patiënt de nacht door te loodsen met palliatieve zorg wat voor mij tamelijk nieuw terrein was. Wat mij sterk is bijgebleven is de metamorfose van de patiënt en de familie. De patiënt lag bij ons in een isolatiebox, een zeer steriele omgeving. En plotseling is deze patiënt omringd door zijn huiselijke sociale omgeving. Het was verhelderend. Het plaatje werd compleet: de patiënt en zijn familie, het was zo anders. Daardoor ging ik hen nog beter begrijpen.’ Nelleke Dinnissen
i n b e dr i jf De zorginstanties gaan zich in het topsport- en innovatiepark ook inzetten voor de sport in Nijmegen, zowel voor de topsporter als voor de recreatieve sportbeoefenaar. ‘Wij kunnen de fitheid van topsporters meten, hier is veel interesse voor, maar we onderzoeken ook de veiligheid van sporters bij grote sportevenementen’, noemt Hopman als voorbeelden. Het komende jaar gaan het Radboud, CWZ en Maartenskliniek bespreken welke zorg en onderzoek geboden kunnen worden in het topsport- en innovatiepark. ‘De zorginstellingen moeten er samen beter van worden, maar er ook afzonderlijk profijt van hebben’, aldus Verkuylen. Hopman vult aan: ‘Maar eerst zullen we in het Radboud intern verkennen voor welke afdelingen participatie in het park interessant kan zijn.’ GM Foto: Frank Muller
Personeelstekort
Zorg- en welzijnsector bundelt krachten Werkgevers van verschillende regionale zorg- en welzijnsinstellingen, jeugdzorg en kinderopvang gaan samen werken om het (toekomstige) personeelstekort in de zorg op te lossen. Daarvoor is eind januari de werkgevers vereniging Salus Gelria opgericht waarin twaalf instellingen participeren uit zuid, west en midden Gelderland. Arbeidsmarktcoördinator Maret Kloek over dit initiatief: ‘We vissen allemaal in dezelfde vijver. We gaan nu de vijver gezamenlijk goed onderhouden. Dan kunnen we straks ieder met ons eigen hengeltje aan de kant gaan zitten om de beste vissen eruit te halen. En dat kan voor het Radboud een andere vis zijn dan voor een verpleeghuis.’ Bovendien zijn wij er bij gebaat als andere instellingen ook goed lopen, stelt Kloek. ‘Denk maar eens aan de verkeerde-bed-problematiek, waarbij een patiënt in het ziekenhuis moet blijven omdat er door personeelsgebrek geen plaats is in het verpleeghuis of bij de thuiszorg.’ Ook voor de opleiding is het belangrijk. ‘Het zorgonderwijs kan en moet beter’, benadrukt Kloek. ‘We bundelen nu onze krachten om dat samen met het ROC en de HAN aan te pakken. Samen kunnen we de aansluiting van theorie op praktijk verbeteren en oplossingen creëren voor de stageproblematiek.’ Als grootste zorgwerkgever in de regio is het UMC St Radboud blij met dit nieuwe initiatief.’ Bestuursvoorzitter Emile Lohman benadrukte in zijn openingstoespraak bij de oprichting van Salus Gelria dat door deze regionale samenwerking de zorgsector zich beter kan profileren. Samen kun je meer’, besluit Kloek. MM
Groene parel
Topsport en Innovatiepark De Goffert De topsport tot bloei laten komen. Dat heeft de gemeente Nijmegen voor ogen met de bouw van het Topsport en Innovatiepark De Goffert. In dit toekomstige sport- en businesscomplex krijgen, naar verwachting in 2011/2012, sportclubs, zorginstellingen, onderwijsinstanties en bedrijven een plek. Het UMC St Radboud wordt een van de partners. Onlangs is hierover een overeenkomst ondertekend met de gemeente. Naar verwachting in 2010 neemt de gemeente het definitieve besluit of de plannen doorgaan. ‘Het Radboud treedt hiermee letterlijk buiten zijn eigen terrein’, zegt Ward Verkuylen, hoofd Marketing in het UMC. ‘Een prachtige kans om op een satellietlocatie te laten zien hoe we sport en gezondheid met elkaar kunnen verbinden.’ Het toekomstige huis van de topsport komt in het Goffertpark te liggen, direct naast het NEC-stadion. ‘Het wordt een groene parel in Nijmegen.’ Vanuit de medische hoek zijn naast het Radboud straks ook het CWZ en de Sint Maartenskliniek vertegenwoordigd. Prof. dr. Maria Hopman, hoogleraar fysiologie, is erg enthousiast over het toekomstige park. ‘Voor veel ziektebeelden is bewegen heel belangrijk’, vertelt ze. ‘In het sportpark kunnen het UMC en de andere zorginstellingen bewegingsprogramma’s aanbieden voor bijvoorbeeld patiënten met diabetes type 2, hartfalen of longziekten. Door hier wetenschappelijk onderzoek aan te koppelen kunnen we komen tot innovatieve en evidence-based programma’s. In de nieuwe accommodatie haal je bovendien de patiënt uit de setting van het ziekenhuis, wat motiverend kan werken.’
Transferpunt Zorg
Handen vol aan wijzigingen AWBZ-beleid Het Transferpunt Zorg van het Radboud regelt de nazorg voor patiënten die uit het ziekenhuis worden ontslagen. De transferverpleegkundigen hebben daar momenteel hun handen aan vol, nu door verandering in wet en regelgeving veel zorg per 1 januari 2009 niet meer onder de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) maar onder de ZVW (zorgverzekeringswet) is komen te vallen. Veel nazorg, wordt niet meer bekostigd uit de AWBZ-pot, maar moet gefinancierd worden uit de Zorg Verzekeringswet. Probleem is echter dat rondom die financiering nog veel onduidelijk is. ‘Wij vinden dat de patiënt daar niet de dupe van mag worden en proberen het voor hen toch zo goed mogelijk te regelen. Daarvoor heeft het ziekenhuis in overleg met de zorgverzekeraars tijdelijke middelen vrij gemaakt in afwachting van een structurele oplossing. Een soort noodverband. Wij willen mede werkers van verpleegafdelingen en poliklinieken die de nazorg bij ons aanvragen er zo min mogelijk mee belasten. Ze kunnen zoals gebruikelijk gewoon een aanvraag voor nazorg via de fax naar ons toesturen. Wij regelen het dan verder’, vertelt coördinator Lucia Kregting. Maar aan dat regelen hebben zij een hele kluif. Bij het Transferpunt Zorg komen jaarlijks circa 3500 aanvragen voor nazorg binnen. ‘Tot voor kort kon je aanvragen voor bijvoorbeeld persoonlijke verzorging - hulp bij het douchen, wondzorg, zwachtelen – of hulp bij het toedienen van antibiotica of sondevoeding snel afhandelen. Een kwestie van de thuiszorg inschakelen en de aanvraag indienen bij het Centrum Indicatie Zorg (CIZ), de toegangspoort voor AWBZ-zorg’, vertelt transferverpleegkundige Carin van Gelder. ‘Echter nu ook de beleidsregels rond het indiceren van AWBZ-zorg voor onder meer persoonlijke verzorging, verpleging en ondersteunende begeleiding zijn gewijzigd, kost dit ons heel veel tijd. Bij de persoonlijke verzorging wordt er bijvoorbeeld vanuit gegaan dat een partner wel kan helpen bij het douchen thuis.’ Het Transferpunt Zorg heeft twee voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd voor hoofd- en seniorverpleegkundigen, aandachtsvelders nazorg, nurse practitioners en medisch maatschappelijk werkers. De laatste vindt maandag 16 februari plaats van 13.00 tot 14.00 uur in de hoorzaal CIS/NIG, Geert Grooteplein 8, route 448. Tijdens de bijeenkomst zal ook informatie worden gegeven over het nieuwe aanvraagformulier nazorg. JM
welke vernieuwingen succesvol zijn’, zegt Maarten Klomp, huisarts en coördinator NUHP. ‘De volgende stap is om de vernieuwing te implementeren in andere huisartspraktijken. Daar is stichting Robuust voor. Deze stichting ondersteunt alle professionals in de eerstelijnszorg in Zuid-Nederland, en kan daar de vernieuwingen implementeren naar alle huisartspraktijken.’ Daarmee is de kern gevat van de samenwerkingsovereenkomst tussen Radboud en Robuust. De eerste is er vooral om de zorgvernieuwingen te onderzoeken, de laatste voor de implementatie in de praktijk. ‘Maar we kijken allebei aan welke verbeteringen er in de huisartsenpraktijk behoefte is. We maken samen de agenda op’, verduidelijkt Klomp.
Voorbeelden Voorbeelden van projecten die momenteel lopen of worden voorbereid, zijn onder andere de volgende. De zorg voor kwetsbare ouderen wordt verbeterd. ‘We zijn een model aan het ontwikkelen waarin we uiteenzetten hoe deze zorg gecoördineerd wordt. En wat daarbij de rol is van de huisarts en eventueel de verpleeghuisarts’, licht Klomp toe. Een ander project is de verbetering van de veiligheid in de huisartspraktijk. ‘IQ Healthcare onderzoekt dit veel. Veiligheid is een breed begrip. Het gaat daarbij om het zicht van de huisarts op polyfarmacie (gebruik van meerdere geneesmiddelen) bij patiënten, maar ook om bijvoorbeeld privacyaspecten in de praktijk.’ Ook het verbeteren van de zorg voor patiënten met hartfalen en de preventie van hart- en vaatziekten staan op de agenda. ‘Bij de preventie kan de huisarts nog veel meer samenwerken met bijvoorbeeld de GGD. Daar maken we een model voor. De huisarts richt zich op de individuele patiënt, de GGD zal meer het algemene publiek voorlichten.’ Een wezenlijk ander project dat onder innovaties valt, gaat over de Q-koorts. Hier gaat het om goede samenwerking tussen GGD en de huisarts in het opsporen, behandelen en vervolgen van patiënten met Q-koorts. GM
Medische Bibliotheek
Achthonderd meter tijdschriften afgevoerd Ruim achthonderd meter aan wetenschappelijke tijdschriften is vorige week in drie volle containers afgevoerd uit de Medische Bibliotheek. Een historisch moment, volgens beleidsmedewerker onderwijs Jan Bulte. ‘We hebben de archieven digitaal aangeschaft, en hoeven in veel gevallen de papieren versies niet meer te bewaren. De meeste tijdschriften gaan terug tot ver in de 20e eeuw, maar van het gerenommeerde Nature hebben we bijvoorbeeld alle jaargangen vanaf 1869 digitaal’, vertelt Janny van Keeken van de bieb. De opruimactie is een gezamenlijk initiatief van de acht UMC’s, ze bewaren in onderlinge afstemming ieder nog een aantal tijdschriften ín het papieren archief. Van Keeken: ‘Deze actie levert ontzettend veel vierkante meters op, die we nu efficiënt kunnen benutten. Die tijdschriften vulden onze hele middelste verdieping. We hebben daar nu maar liefst honderd studieplekken ingericht voor onze studenten.’ Aan die herinrichting wordt momenteel de laatste hand gelegd. Op 24 maart wordt de vernieuwde ruimte officieel in gebruik genomen. JM
Onderzoek
Innovaties in de huisartspraktijk De afdelingen Eerstelijns Geneeskunde en IQ Healthcare hebben op 3 februari in het Kasteeltje een samenwerkingsovereenkomst ondertekend met stichting Robuust. Het doel hiervan is om zorgverbeteringen en innovaties in de huisartspraktijk door te voeren. Werken vernieuwingen in de huisartsenpraktijk ook echt? Om antwoord hierop te krijgen, worden er allerlei onderzoeken gedaan in het netwerk van Nijmeegse Universitaire Huisartspraktijken (NUHP), waar zeventig praktijken deel van uit maken. Dit wetenschappelijke onderzoek wordt begeleid vanuit de afdelingen IQ Healthcare en Eerstelijns Geneeskunde (samengaan van huisartsgeneeskunde, sociale geneeskunde en verpleeghuisgeneeskunde) van het Radboud. ‘Vanuit de resultaten kan bekeken worden Foto: Jan van Teeffelen
6
r b eleid a dbod e 3 - 2 0 0 9
Verhoogde numerus fixus veroorzaakt patiëntentekort Basiszorg maakt inhaalslag Vervolg van pagina 1 f Het aantal afdelingen die dit aangaat, zou wel eens heel breed kunnen zijn, denkt Samsom. ‘We zijn in gesprek met afdelingen die betrokken zijn bij de kankerzorg. Dan heb je er al een hele serie. Het hart-longcentrum krijgt een enorme toestroom, ook van doorsnee hartpatiënten. En bij het centrum voor chronische patiëntenzorg zit ook een behoorlijk stuk reguliere tweedelijnszorg.’ Het percentage basiszorg wordt niet opgelegd, de bal ligt bij de afdelingen. ‘Zij maken de plannen waarin ze aangeven hoe hun patiëntenmix wordt. Je hebt afdelingen die erg sterk op topreferente patiënten leunen, maar ook afdelingen waarin het heel anders ligt. De verhouding basis/top verschilt van pakweg 20/80 tot 40/60, over die range praten we.’ De afdelingsplannen worden ook in de centra besproken. ‘Want als je meer patiënten voor een bepaalde aandoening ziet, heeft dat vaak consequenties voor andere afdelingen. Dan moet de hele keten mee.’
Een aantal jaar geleden werd de numerus fixus voor de studie Tandheelkunde verhoogd. Daardoor zijn er nu veel meer studenten die in de kliniek praktijkervaring moeten opdoen. Dan heb je wel voldoende patiënten nodig. Erg fijn dat zo weinig tandheelkundestudenten in Nijmegen afhaken, maar dat heeft wel tot gevolg dat er nu te weinig patiënten zijn om aan de grote praktijkvraag van de huidige derde, vierde- en vijfdejaars studenten te voldoen. Die praktijkoefeningen vinden plaats in een grote zaal die met wandjes is verdeeld in 49 kleine ‘tandarts praktijkjes’. In iedere stoel een patiënt die door een tandheelkundestudent wordt behandeld. In een van de behandelunits zit Gerda HoutermanVersteegh die hier al dertig jaar komt. ‘Mijn toenmalige tandarts beweerde dat al mijn tanden eruit moesten, toen ben ik hierheen gegaan voor behandeling en je ziet: ik heb al mijn tanden nog’, vertelt ze trots. Mevrouw Houterman is zo tevreden over de behandeling dat ze ook haar kinderen vroeger meenam. Nu ze werken, zijn die afgehaakt, vertelt ze, vanwege tijdgebrek. ‘De behandeling hier vraag meer tijd’, erkent patiëntzorg coördinator tandarts Jan Kroeze. ‘Maar sommige patiënten vinden dat juist een voordeel: er wordt veel aandacht aan ze besteed. Een ander voordeel is dat hier alle disciplines op tandheelkundegebied aanwezig zijn.’
Financieel voordeel Een ander belangrijk voordeel voor de patiënt blijkt financieel: ze krijgen hier 25 procent onderwijskorting op de behandelnota. ‘Ook de techniekkosten als er kronen, bruggen of prothesen gemaakt moeten worden zijn lager’, vertelt Kroeze. ‘Op zijn minst ook 25 procent.’ Toekomstige patiënten hoeven beslist niet bang te zijn dat er iets mis gaat met de behandeling, stelt Kroeze. ‘Er zijn altijd meerdere toezichthoudende tandartsen aanwezig. En patiënten worden geselecteerd bij de verschillende jaren: studenten beginnen met een controlepatiënt die reeds uitbehandeld is. Dan zien ze wat gezond en wat afwijkend is. De jaren daarna neemt de moeilijkheidsgraad toe. Momenteel is iedere patiënt welkom: van kinderen met melkgebitjes tot ouderen die een volledige gebitsprothese nodig hebben.’ mm
Geïnteresseerd in behandeling op de afdeling Tandheelkunde? Bel de polikliniek Tandheelkunde (024-3614126) voor een vrijblijvende en kosteloze afspraak.
Capaciteitswinst De volumetoename denkt Samsom op verschillende manieren op te vangen. ‘De capaciteit is niet altijd ten volle benut. Dat gold bijvoorbeeld de Heelkunde. Verder kunnen we door verbetering van de organisatie en efficiëntie capaciteitswinst boeken. Ook zijn de werktijden uit te breiden. In het weekend opereren bijvoorbeeld, of ‘s avonds poli.’ Gewone patiëntenzorg kan ook voor het onderzoek van nut zijn. Samsom: ‘Met weinig patiënten leun je voor klinisch onderzoek heel sterk op omliggende ziekenhuizen. Nu komt dat toch anders te liggen. Je kunt veel makkelijker bij eigen patiënten uitzoeken of een bepaalde nieuwe methode, bijvoorbeeld om de galblaas te verwijderen, een verbetering is. Je kunt nieuwe technieken introduceren. Zo verhogen we niet alleen het volume van de basiszorg, maar ook de kwaliteit ervan.’ n Foto: Jan van Teeffelen
Vrouwen streepje voor De Raad van Bestuur maakt extra geld vrij voor vrouwen die wetenschappelijk onderzoek doen, zodat zij meer tijd kunnen besteden aan onderzoek. Frans Corstens, vice-voorzitter van de Raad van Bestuur en decaan, hoopt dat hiermee vrouwen eerder naar de top doorstromen. Volgens Corstens verloopt carrièreplanning vooral langs de lijn van onderzoek. Het gaat om zogenoemde principal investigators ofwel toponderzoekers met veel publicaties in vooraanstaande tijdschriften, die minstens één miljoen euro voor vijf jaar in de wacht sleepten en promovendi begeleiden. Radbode vroeg medewerkers wat zij van de maatregel vinden.
Marcel Olde Rikkert, hoogleraar Geriatrie Net zoals de gemiddelde Nederlandse man en vrouw ben ik tegen positieve acties op basis van sexe (zie zeer aardige ‘M/V’ op www.scp.nl). De Een-streepje-voor-maatregel dient niet het streven vooral ‘Beter te worden’ in onderzoek. Maak méér aantrekkelijke carrièrepaden mogelijk. Beloon excellentie op terreinen buiten het onderzoek, in patiëntenzorg, onderwijs, opleiding en management, evenzeer als bij PI’s. Geef boegbeelden hier zichtbaar de credits die ze verdienen. Zo zullen we sneller topvrouwen als rolmodel krijgen. Die kunnen dan weer jong talent in de academie houden en meer vrouwen op leerstoelen helpen. Een stimulans voor topzorg en toponderzoek tegelijkertijd!
Nicoline Hoogerbrugge, internist polikliniek familiaire tumoren Nederland doet het slecht als het gaat om vrouwen op topposities. Ondanks jarenlange maatschappelijke discussies, is het met de carrière van vrouwen, ook in ons UMC St
Radboud, nog steeds beroerd gesteld. Vrouwen studeren met hogere cijfers af dan mannen, maar ergens op de weg daarna gaat het mis. Er zijn vele oorzaken bedacht en te bedenken, maar belangrijker vind ik dat er wat aan wordt gedaan. Het genereren van financiële mogelijkheden voor afdelingshoofden die vrouwen in de top van hun afdeling hebben, zoals nu met de PI structuur, is een fantastisch begin. Een eerste stap om afdelingshoofden te prikkelen om actief naar mogelijkheden te zoeken om ook het aanstormend vrouwelijk talent te gaan stimuleren!
G e r d a D o k t e r, bedrijfsleider Geriatrie Streven naar meer vrouwen in de top juich ik zeker toe. Helaas gaan we dit resultaat niet bereiken met deze maatregel. Vrouwen die echt de top willen bereiken, kunnen dit op eigen kracht. De praktijk van alledag is echter dat vrouwen zich niet richten op één topfunctie, zij willen ook thuis optimaal presteren. ‘Het is erg moeilijk om mannen aan het vaderen te krijgen’, kopte de Volkskrant op 4 februari 2009. Een eenvoudige stimuleringssubsidie voor vrouwelijke PI’s in het Radboud verandert aan deze maatschappelijke situatie niets.
Winette van der Graaf, hoogleraar translationele medische oncologie Ik vind het niet logisch dat vrouwelijke hoogleraren een extra PI-bonus krijgen, puur omdat ze vrouw zijn. Dat doet het thema ‘Meer vrouwen in de TOP’ geen goed. Deze vrouwen zitten al in de TOP en kunnen dus net zo afgerekend worden
7
op hun prestaties als hun mannelijke tegenhangers. Ik zie niet dat daar een verschil in moet zijn. Waar de stimulering moet liggen is in de fase daarvoor: hoe komt het dat vrouwelijke UD’s en UHD’s niet in vergelijkbare mate als de heren doorstromen naar hogere posities? Loopbaanontwikkeling is in die fase cruciaal. Het stimuleren van vrouwelijk talent met wetenschappelijke ambities en het concretiseren van deze ambities in daadwerkelijke plannen en dat in combinatie met gewaardeerde patiënten (en onderwijs)taken is juist dan zeer belangrijk. Interne Aspasia-achtige constructies zouden daar onderdeel van kunnen zijn. In mijn beleven sluit dat veel beter aan bij de behoefte die gevoeld wordt en onder andere is verwoord in het visiedocument van ons UMC-vrouwennetwerk DIVAS.
Commentaar RvB op reacties Wij denken met deze maatregel niet alleen aan PI-onderzoekers, maar ook aan Principal Educators en heel misschien ook wel Principal Physicians. Dus ook in de patiëntenzorg en onderwijs willen wij boegbeelden aanwijzen. In vergelijking met het onderzoek zal het wel veel moeilijker zijn om objectief meetbare criteria vast te stellen. Onze werkwijze is in de lijn van Aspasia, een programma dat door het NWO is ingesteld om het aantal vrouwelijke universitair hoofddocenten te vergroten. Overigens zijn het niet alleen de gevestigde PI’s, maar ook de jonge onderzoekers ofwel junior PI’s die wij met extra geld stimuleren om sneller naar de top door te stromen. Ook aan de vrouwelijke junior PI’s wordt de extra premie toegekend. Daarmee stimuleren we niet alleen jong talent maar met name ook jong vrouwelijk talent. Frans Corstens ND
P LUI M EN
Radboudp Ook over 2008 zijn er weer Radboudpluimen uitgereikt aan medewerkers die zich bijzonder hebben ingezet voor het UMC St Radboud. Leidinggevenden hebben hen voorgedragen. Ze werden verrast met een bezoek van de Raad van Bestuur die hen een oorkonde en een geldbedrag van 150 euro overhandigde. De pluimen worden voortaan niet meer in de drukke decembermaand, maar aan het begin van het nieuwe jaar uitgereikt. De motivatie voor de keuze is hieronder samengevat. Dit is een deel van de pluimen. Volgende Radbode meer.
d Hennie Schaap-Roelofs, biochemisch analist Maag-, darm- en leverziekten, is de spil en het aan spreekpunt van het laboratorium. Ze neemt moeite loos nieuwe ontwikkelingen en technieken voor haar rekening, levert topkwaliteit en toont een enorme werklust die niet beperkt blijft tot kantooruren. Ze levert het fundament voor menig proefschrift en is coauteur van meer dan tachtig wetenschappelijke publicaties.
Foto's: Jan van Teeffelen
d Alex Willems, amanuensis Tandheelkunde, vervult een belangrijke rol in het goed laten verlopen van het onderwijssysteem. Hij is klantvriendelijk en correct, maar ook vriendelijk streng naar studenten indien nodig. Hij is erg behulpzaam en heeft een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Hij denkt oplossingsgericht mee en is altijd beschikbaar, ook na kantoortijd.
d Jacob Wijnia, bedrijfsvoerder Medische Psychologie, doet zijn werk optimaal. Hij streeft naar verbetering van de primaire processen, is klant gericht, integer en levert een tastbare bijdrage aan het afdelingsklimaat. Hij is de sparringpartner van het afdelingshoofd op het gebied van personeel, organisatie, financiën, ICT en huisvesting. Hij is consciëntieus en consistent en levert daardoor een bijdrage aan kwaliteitsverbetering.
d Helen de Bruijn, secretaresse Clinical Research Centre Nijmegen (CRCN), is sinds vier jaar de spin in het web, de steun en toeverlaat van alle CRCN-ers. Ze zet zich enorm in, is meer dan loyaal, springt ondanks ernstige ziekte bij en behartigt de belangen van ‘haar manschappen’.
d Harold Grotenhuis, gipsverbandmeester Spoedeisende Hulp, is al twintig jaar een meester in zijn vak. Vakkennis, zorgvuldigheid en innovatie staan voorop. Hij staat aan de zijlijn van de afdeling en krijgt daardoor niet altijd de verdiende waardering.
d Anneke Leemreize, verpleegkundige polikliniek Dermatologie, werkt op het laboratorium Allergologie en is uitgegroeid tot een expert die met grote toewijding de bron van elke allergie uitzoekt. Ze geeft uitgebreide voorlichting en heeft aandacht voor patiënten.
d Justin Bitter, operationeel manager operatie kamers Orthopedie, toont enorme inzet voor het optimaal laten functioneren van de beide operatiekamers. Hij zet zich in voor optimalisatie van de instrumentensets, landelijke benchmarking en personeelsbeleid.
8
r a dbod e 3 - 2 0 0 9
dpluimen 2008 d Hilda Janssen-Bruyns, hoofd secretariaat Longziekten, verricht haar werkzaamheden op het gecombineerde staf- en patiëntensecretariaat zeer efficiënt. Ze blijft in alle hectiek een baken van rust en vertrouwen. Ze zorgt voor een goede sfeer en heeft oog voor wensen en noden van de mede werkers. Ze voert bijzondere klussen uit, waaronder het secretariaat audit Kinderhartchirurgie en de site visits zorgverzekeraars.
d Bert Peters, verpleegkundige polikliniek en dagbehandeling Inwendige Specialismen, is de drijvende kracht achter de organisatie van de polikliniek en dagbehandeling. Hij zorgt voor de beschikbaarheid en de aankleding van spreek kamers en poli. Hij vervult een rol als amanuensis voor de vergaderlocaties en spreekt zijn grote interne netwerk aan bij de uitoefening van zijn werkzaamheden.
d Peter Verbroekken, verpleegkundige Algemeen Inwendige Geneeskunde, was hoofdverpleeg kundige maar wilde terug naar de directe patiënten zorg. Hij heeft een grote rol gespeeld in het tot een goed einde brengen van de reorganisatie 2006/2007. Hij heeft de hoofdverpleegkundige van EOV langdurig waargenomen en ook het verpleegkundig team op peil gehouden na de reorganisatie. Hij is doende het onderwijs voor leerling-verpleegkundigen op te zetten als bindmiddel voor behoud van medewerkers.
d Trudy Lamers-Van der Wielen, seniorverpleeg kundige kinderverpleegafdeling Q2Zee, is heel actief binnen het resultaatgebied Onderwijs en Deskundigheidsbevordering. Ze is betrokken bij veel landelijke/ externe activiteiten op het gebied van Kinderoncologie en staat voorop bij nieuwe ontwikkelingen.
d Geeralien Derksen-Willemsen, management assistente Algemeen Inwendige Geneeskunde, voert het secretariaat van het Netherlands Journal of Medicine en werkte mee aan de metamorfose en de overgang naar de digitale procedure van het blad. Ze zet zich daarnaast in voor secretariële ondersteuning van hoofd en afdeling.
d Mieke Verhoeven-Vullings, verpleegkundige Neonatologie IC, had al met pensioen gekund maar wil kennis en kunde blijven delen met haar collega’s. Ze begeleidt met name de jongere verpleegkundigen; met geduld, modern en vlot. Ze is een vraagbaak op het gebied van infuus en medicijntoediening. Ze wordt ook bij de staf en het management gewaardeerd. Ze verdient een ‘Oscar’ voor haar hele oeuvre.
d Jan Veldboer, verpleegkundige EOV, verlaat het Radboud na 32 jaar. Hij werkte bijna zijn hele loopbaan bij het specialisme Reumatische Ziekten op alle verschillende locaties. Hij zette zich voor de volle 100 procent in voor patiënten en collega’s. Hij leverde op zijn eigen wijze een bijdrage aan nieuwe ontwikkelingen. Velen dragen hem een warm hart toe.
d Karin Frank, teamleider Neonatologie, koos in de nieuwe organisatiestructuur voor de High Care en de Babykamer. Ze speelde een cruciale rol bij het samenbrengen van de twee culturen van deze beide teams. Door haar kracht en positieve instelling doorbreekt zij weerstand, praktische bezwaren en bereikt constructieve doelen, maar laat mede werkers daarbij in hun waarde. Ze levert een uitzonderlijke prestatie door een voorbeeld te zijn voor veel verpleegkundigen. Haar houding en bejegening dwingen respect af, en dat al 37 jaar.
9
o n d e r z o e k
Psoriasis en infecties, een evolutionaire link?
Twee nieuwe psoriasisgenen ontdekt De onderzoeksgroep van Joost Schalkwijk en Patrick Zeeuwen haalt voor de tweede keer in korte tijd Nature genetics met onderzoek naar psoriasis. Gaten in de defensie van huidcellen, zo blijkt uit het onderzoek, spelen een veel grotere rol in het ontstaan van de ziekte dan tot voor kort werd aangenomen. P i e t e r Lom a n s
Huidziektes zoals eczeem en psoriasis ontstaan door afwijkingen in het immuunsysteem, was tot voor kort de gedachte. Recente ontdekkingen hebben dat idee stevig onderuit gehaald. Twee jaar geleden meldden onderzoekers van de Universiteit van Dundee dat eczeem bij de meeste mensen te wijten is aan een ‘lek’ in de bovenste, beschermende huidlaag. Dat lek ontstaat door een genetische mutatie, waardoor huidcellen te weinig of geen eiwitten aanmaken waarmee dat lek in normale omstandigheden netjes wordt gevuld.
Explosieve ontdekking ‘Die ontdekking sloeg in als een bom’, zegt prof.dr. Joost Schalkwijk van de afdeling Dermatologie. ‘Sindsdien is het zwaartepunt van het eczeemonderzoek aan het verschuiven van de immunologie naar de celbiologie van de huid.’ Datzelfde geldt voor het psoriasisonderzoek, een huidziekte die voorkomt bij twee tot drie procent van de bevolking. De omslag is minder spectaculair dan bij eczeem, maar - mede door het werk van de Nijmeegse onderzoekers - wel degelijk waarneembaar.
‘Psoriasis is wellicht op de eerste plaats een probleem van de huidbarrière’
Ruim een jaar geleden publiceerde Schalkwijk met Britse collega‘s in het vakblad Nature Genetics dat mensen sterk verschillen in de mate waarin ze defensines aanmaken. Een defensine is een eiwit dat de huid beschermt tegen infecties; eigenlijk is het een soort zelfgemaakt antibioticum. Schalkwijk: ‘In het erfelijk materiaal van sommige mensen wordt de genetische code voor dit eiwit heel vaak herhaald, waardoor ze meer defensines maken. Daardoor zijn ze veel beter beschermd tegen infecties via de huid. De keerzijde van de medaille is, dat ze meer risico lopen op psoriasis.’
Gaten in de verdediging Met een nieuwe publicatie - wederom in Nature Genetics - gooien de onderzoekers van de afdeling Dermatologie er nog een schepje bovenop. In internationaal verband, geleid door een Spaanse groep, hebben ze ditmaal nog twee andere genen ontdekt die de kans op psoriasis vergroten. Het zijn opnieuw genen die een verdedigende functie hebben in de huidcel. Daarmee neemt het vermoeden toe dat psoriasis, net als eczeem, op de eerste plaats een probleem is van de huidbarrière en dat het immuunsysteem pas in tweede instantie een rol speelt. Schalkwijk: ‘Bij zestig procent van de bevolking ontbreken de zogenaamde LCE- genen die we hebben gevonden. Dat percentage ligt bij psoriasispatiënten nóg hoger: maar liefst zeventig procent mist deze LCE genen! Het zijn reparatiegenen die actief worden wanneer de huid is beschadigd. Mis je die genen, dan wordt een lekke huid minder snel gedicht en is de kans op binnendringen van stoffen die een immuunreactie opwekken een stuk groter.’
Interessante hypotheses e immunologie blijft bij psoriasis wel degelijk een belangrijke rol spelen. D Schalkwijk: ‘We vonden dat het effect van die twee genen voor een deel afhangt van een andere, al bekende genetische factor. Het gaat om een bepaalde HLAvariant, een immunologische factor die in samenwerking met Irma Joosten van het ABTI is onderzocht. Heb je zowel een ‘lekke’ huidbarrière als deze specifieke Foto: Flip Franssen
10
r a dbod e 3 - 2 0 0 9 HLA-variant, dan wordt de kans op psoriasis tien keer groter dan wanneer beide risicofactoren afwezig zijn.’ Schalkwijk ziet langzaam een algemeen verklaringsmodel ontstaan, waarin meerdere ziektebeelden passen. Steeds draait het om een bres in de barrière tussen lichaam en buitenwereld. Om lekkages in de huid die aan de basis staan van psoriasis en eczeem. Om defensieproblemen in de darm, die het ontstaan van coeliakie en de ziekte van Crohn in de hand werken. Ook astma zou op deze manier verklaard kunnen worden. Schalkwijk: ‘Aan de basis van deze ziektebeelden ligt dan een grotere doorlaatbaarheid van de barrière, waardoor meer allergenen en microbiële bestanddelen binnendringen die het afweersysteem overmatig prikkelen. Bij mensen met bepaalde genetische variaties in de afweer leidt dat dan tot problemen. Dat lijkt me een interessante en testbare hypothese.’
Een voordelig gebrek Schalkwijk vraagt zich ook af hoe het komt dat zo ontzettend veel mensen - wel 60 tot 70 procent! - deze LCE-genen missen en daarmee drager zijn van een risicofactor voor
prijzen en benoemingen
psoriasis. De gezamenlijke voorouder van aap en mens bezat die genen wel en ook de chimpansee heeft ze. ‘De mens is ze dus in de loop van de evolutie kwijtgeraakt’, zegt Schalkwijk. ‘Dat zoveel mensen deze genen missen is een aanwijzing dat het gemis wellicht ook een evolutionair voordeel heeft gehad. Maar wat was dat voordeel dan?’
Peter van de Kerkhof
Schalkwijk denkt dat een evolutionair voordeel bij het overleven van infectieziekten het meest waarschijnlijk is. Een voorbeeld zou de pest, de ‘zwarte dood’ kunnen zijn: ‘In de veertiende eeuw stierf de helft van de Europeanen aan deze erg besmettelijke ziekte. Stel dat toen maar bij een klein deel van de bevolking die LCE-genen afwezig waren. Misschien hebben deze mensen met hun relatief slechte huidbarrière al kleine fragmenten via de huid binnengekregen van de pestbacterie, die overal aanwezig was. Op die manier kun je op een natuurlijke manier gevaccineerd worden en ontstaat en een natuurlijke bescherming voor dragers van deze mutatie. Zo‘n evolutionaire flessenhals kan de enorme toename in het gemis van die genen mooi verklaren.’ n
Op 24 januari heeft Peter van de Kerkhof de ‘Pro Meritis Award’ gekregen van het European Dermatology Forum. Zijn bijdrage aan de EDF was dat Peter een van de zes founding members en secretary general en president van deze vereniging was. De EDF is de Europese vereniging voor Dermatologie en Venerologie . Leden zijn afdelingshoofden Dermatologie aan de Europese Universiteiten. De vereniging heeft als focus het bevorderen van dermatologische patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs. Belangrijke activiteiten zijn richtlijn ontwikkeling, harmonisatie van onderwijs, bijdrage aan de European Skin Research Foundation en bevorderen van samenwerking tussen Europese beroepsverenigingen op gebied van de Derma tologie en dermatologisch onderzoek.
Minder medicijnen beter bij behandeling dikkedarmkanker Toevoegen van een extra medicijn aan de standaard behandeling bij uitgezaaide dikkedarmkanker biedt geen voordeel. Integendeel, het extra medicijn leidt zelfs tot een slechtere overleving, concluderen Jolien Tol en Kees Punt, Medische Oncologie, in een publicatie in het New England Journal of Medicine. In hoeverre hebben mensen met uitgezaaide dikkedarmkanker baat bij het toevoegen van een extra medicijn aan de standaardbehandeling. Dat was het doel van de zogeheten CAIRO-2 studie (zie kader).‘De standaard behandeling is sinds enige tijd het toedienen van een combinatie van chemotherapie aangevuld met een zogeheten targeted drug’, legt Punt uit. ‘Onder dat laatste verstaan we een type medicijn dat specifiek de werking uitschakelt van één bepaald eiwit waarvan we vermoeden dat het een cruciale rol speelt bij de groei van, in dit geval, dikkedarmkankercellen. Moleculair biologisch onderzoek heeft het afgelopen decennium tal van eiwitten opgeleverd die geacht worden in een bepaald type kankercel zo’n cruciale rol te spelen. Farmaceuten hebben vervolgens medicijnen, vaak in de vorm van antilichamen, ontwikkeld die de activiteit van dat cruciale eiwit kunnen blokkeren. Hiermee kun je verdere groei van de tumor voorkomen. Bij de behandeling van uitgezaaide dikke darmkanker heeft de targeted drug bevacizumab inmiddels zijn waarde bewezen. Bevacizumab is een antilichaam dat de werking van VEGF, een groeifactor voor bloedvaten, blokkeert. Een behandeling hiermee maakt dat de tumor geen eigen bloedvaten kan aanmaken en dus ook niet verder kan groeien. Immers voor groei is meer doorbloeding van de tumor nodig.’
Grote studies nodig Recent is een andere targeted drug tegen dikkedarmkanker ontwikkeld: cetuximab, een antilichaam dat de activiteit van de groeifactor EGF blokkeert. Ook hierdoor kan de tumor minder goed groeien. Punt: ‘Onderzoek bij proefdieren en ook een kleine studie bij mensen leken uit te wijzen dat remmen van de werking van VEGF als EGF tegelijk bij uitgezaaide dikkedarmkanker beter zou zijn dan het remmen van een van beide afzonderlijk. Om daar zeker van te zijn moet je natuurlijk eerst een grote, goed opgezette studie bij mensen uitvoeren. Dat hebben we in CAIRO-2 gedaan. Hierbij hebben, net als in de eerste CAIRO-studie oncologen van 79 Nederlandse ziekenhuizen samengewerkt. Hierdoor waren we in staat binnen anderhalf jaar zo’n 750 patiënten in de studie op te nemen. Een ongekend hoog tempo.’ Volgens alle regels der onderzoekskunst kreeg de helft van de patiënten een behandeling met chemotherapie en bevacizumab en kreeg de andere helft hier bovenop ook cetuximab toegediend. Zeer tegen de verwachting in blijkt het toevoegen van cetuximab geen voordeel maar zelfs een klein nadeel te hebben. Punt: ‘Niet alleen kregen de mensen met cetuximab meer last van bijwerkingen, bij deze patiënten trad gemiddeld ook eerder een verslechtering van de ziekte op in vergelijking met de patiënten die alleen de
D r. K . M . H e b e d a Dr. K.M. Hebeda, patholoog, is per 1 januari benoemd tot penningmeester van de Stichting Kwaliteits toetsing Klinische pathologie, die vanaf deze datum als Sectie Pathologie deel zal gaan uitmaken van de Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratorium diagnostiek (SKML). Hiermee worden de activiteiten voor externe kwaliteitsbewaking binnen de pathologie gebundeld met die van de disciplines klinische chemie, microbiologie, immunologie, hemato-oncologie, parasitologie, klinische farmacie en toxicologie en stolling. Ook de voorzitter van het dagelijks bestuur van de SKML, prof.dr. J.L. Willems, Afdeling Klinische Chemie, en de voorzitters van de secties Humorale immunologie, dr. I.S. Klasen, ABTI, en Immunologische Celdiagnostiek, dr. F. Preijers, Centraal Hematologisch Laboratorium, zijn aan het UMC St Radboud verbonden.
standaardbehandeling ondergingen. Minder medicijnen blijkt dus beter in dit geval. Dat was, op grond van alle voorkennis die we hadden totaal onverwacht. De uitkomst druist ook in tegen de heersende gedachte dat je kanker het beste kunt bestrijden door de tumorcellen op zoveel mogelijk verschillende manieren tegelijk aan te vallen. Dit resultaat is om te beginnen belangrijk voor de kliniek. Toevoegen van cetuximab aan de behandeling is niet zinvol. Daarnaast is onze studie een impuls tot meer onderzoek
Promoties, oraties, afscheidsredes*
Foto: Flip Franssen
naar de manier waarop verschillende anti-tumormedicijnen op elkaar inwerken. Met name over de invloed die de verschillende targeted drugs op elkaars werking hebben is nog amper iets bekend. We gaan dit nu verder uitzoeken voor cetuximab en bevacizumab. Onze studie laat daarnaast ook maar weer eens zien dat je toch altijd groot opgezette studies bij mensen nodig hebt om een betrouwbare uitspraak te kunnen doen over de werkelijke waarde van een behandeling in de kliniek. Iets dat de redactie van de New England Journal of Medicine volmondig onderschrijft in het redactioneel commentaar bij ons artikel.’ MD
Opnieuw scoorde de Dutch Colorectal Cancer Group, een samenwerkingsverband op het gebied van dikkedarmkanker tussen 79 Nederlandse ziekenhuizen onder leiding van de Nijmeegse medisch oncoloog prof. Kees Punt, met een publicatie in een medisch wetenschappelijk toptijdschrift. Haalde de uitkomsten van de zogeheten CAIRO studie vorig jaar de eerbiedwaardige Lancet, het verrassende resultaat van de zogeheten CAIRO-2 studie is sinds vorige week donderdag te lezen in het prestigieuze New England Journal of Medicine. ‘Opnieuw een bewijs dat we ons in Nederland door intensief met elkaar samen te werken moeiteloos kunnen meten met de grote onderzoeksinstituten in de V.S of elders in Europa’, stelt Punt tevreden vast.
11
• Promotie drs. K. Scheeres, vrijdag 20 februari om 15.30 uur. Titel: Implementing cognitive behavioral therapy for CFS in clinical practice • Promotie D. Nikolidakis, donderdag 5 maart om 13.30 uur. Titel: Oral implants. The effect of biological factors of bone healing • Promotie mw. drs. J.W.J. Repping-Wuts, donderdag 5 maart om 15.30 uur. Titel: Fatigue in patients with rheumatoid arthritis • Promotie mw. drs. I. Krabbendam, vrijdag 6 maart om 13.30 uur. Titel: Venous reserve capacity & autonomic function in formerly preeclamptic women * Locatie: Radboud Universiteit, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2 Voor een volledig overzicht en korte inhoud van alle promoties, oraties en afscheidsredes, zie www.umcn.nl, ingang ‘scientist’, doorklikken op ‘science agenda’
Adviesburo van den Berk uw partner voor financiële zekerheid (sinds 1963)
Voor al uw touringcarvervoer! Financiële planning
Praktijkfinanciering
Hypotheken
Praktijkbemiddeling
Verzekeringen
Pensioenen
Regentessestraat 3
T. 024 - 3230731
www.vandenberk.com
6522 AM Nijmegen
F. 024 - 3601567
[email protected]
-
Groepsvervoer Dagtochten Meerdaagse reizen Zakelijk vervoer
Munckhof Reizen Nijmegen Hogelandseweg 7, Nijmegen Tel. 024 377 24 27
[email protected] www.munckhofreizen.nl
Huurprijs € 2900,-- p.mnd.
Te huur vanaf 1 juli 2009 Stijlvolle en vrij gelegen moderne villa op 3000m2, prachtige locatie in centrum Beuningen (centrum Nijmegen 6km). Riant (circa 1000m3) onder architectuur gebouwd met groot verwarmd buiten zwembad. Hal, woonkamer en ruime woonkeuken, 5 slaapkamers, 2 badkamers. Duurzaam en modern materiaalgebruik, strakke en luxe afwerking. Zeer goede bereikbaarheid via o.a. A73 en A50.
Informatie:
[email protected]. Tel: 06-13474197
Voor de persoonlijke aanpak
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37 Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
assurantiën | pensioenen | hypotheken | financieel advies
Radboud Collectiviteit! Financieel voordeel voor alle (oud-)medewerkers van het UMC St Radboud Akkermans Van Elten Privé Pakket
Internets paren, rente 4,2 5%!
Voordelig, overzichtelijk en perfecte dekking. Kijk in onderstaand schema hoeveel voordeel u kunt behalen.
Verzekering
Premie zonder Radboud korting
Premie met Radboud korting
Auto Peugeot 307, 80% no-claimkorting
€ 576,00
€ 417,65
Auto (2e gezinsauto) Renault Twingo, 80% no-claimkort. Inboedel € 75.000,- verzekerde som Woonhuis € 225.000,- verzekerde som
€ 324,50 € 234,75 € 211,50
€ 243,25 € 176,05 € 187,85
Aansprakelijkheid Gezin Rechtsbijstand
€ 53,00 € 195,90
€ 37,00 € 176,20
Doorlopende reis Gezin
€ 81,85
€ 65,00
€ 1.677,50
€ 1.303,00
Totaal per jaar
Onze adviseurs in het UMC St Radboud: Agneta Nijsse, Jeanette Millecam en Judith Nuyens
Direct meer weten?
Uw voordeel per jaar € 374,50!*
Bel onze speciale Radboudlijn: 0481-367077 op werkdagen van 8.30 tot 17.00 uur
* Deze tabel is een rekenvoorbeeld per product, inclusief 7,5% assurantiebelasting en 10% pakketkorting. Identieke situaties komen zelden voor, dit voorbeeld is een indicatie voor de voordelen van de Radboud Collectiviteit.
Kom langs of maak een afspraak:
Het Radboud Hypotheekarrangement
U vindt ons in het UMC St Radboud
Een voorbeeld van de totale besparing met het Radboud Hypotheekarrangement SZ[VV_XVhV_deYja`eYVV\SVUcRXgR_è#%#!!!\``ad`^è##!!!!
Tot 0,3% rentekorting (jaarlijks) 50% korting op de taxatiekosten 25% korting op makelaarscourtage bij aankoop 25% korting op makelaarscourtage bij verkoop Besparing notariskosten (schatting)
(vlakbij het PIP en FLEXPUNT): \R^Vc"!%c`feV_f^^Vc'(
€ 726,00
€ 250,00 € 1.210,00 € 1.210,00 € 600,00
Uw voordeel bij aanvang* € 3.270,00
Openingstijden: maandag van 11.30 tot 17.00 uur V_gcZ[URXgR_*!!e`e"%!!ffc
Bereken zelf uw voordeel: Kijk op www.akkermansvanelten.nl gebruikersnaam: radboud
per jaar* € 726,00
* Identieke situaties komen zelden voor, dit voorbeeld is een indicatie voor de voordelen van het Radboud Hypotheekarrangement.
12
wachtwoord:
voordeel
Onze website is ook bereikbaar via het intranet van het UMC St Radboud
r o n d e rw i js a dbod e 3 - 2 0 0 9
buitenland In deze rubriek schrijven studenten over hun ervaringen in het buitenland. Anne Brants liep eind vorig jaar voor haar studie geneeskunde co-schap in Aruba. Na een introductiedag ben ik op de afdeling Dames Chirurgie achtergelaten. Een week later lijkt het alsof ik de afdeling in mijn eentje moet runnen. Een ongelooflijke uitdaging. De 33 bedden worden bezet door chirurgische, orthopedische, interne, gynaecologische en neurologische patiënten. Het zijn niet de patiënten waar ik aan moet wennen, maar de werkwijze en het gebrek aan structuur. Iedere specialist behandelt zijn eigen patiënten volgens eigen beleid. Zij komen gedurende de hele dag op onvoorspelbare momenten langs hun beleid afspreken. Beleidvoering is in het Nederlands, de patiëntenzorg in Papiamento. Hierdoor krijg ik het gevoel tot een elitegroep te behoren. Het eerste waar ik mee begin is een poging tot structureren. Dagelijkse routines en visite lopen. Dan ontdek ik de spil van de organisatie: de afdelingssecretaresse. Ze deinst voor niemand terug en laat dat weten ook. Elke patiënt wordt met haar besproken. Haar balie is de plek waar het gebeurt en er is altijd wel wat te beleven. Iedereen stopt bij haar voor een praatje. Het past bij de levensstijl overal een praatje te maken. Haast dat kennen ze hier niet en
Slim sporten
Foto: Jan van Teeffelen
De afgelopen jaren is bij het Universitair Sportcentrum (USC) het aantal UMC bezoekers gedaald. Terwijl iedereen weet dat sporten gezond is. Praktische bezwaren lijken de overhand te hebben: Geen tijd, te ver weg, te oud om te sporten… En is sporten wel zo gezond als we denken? Studenten Biomedische wetenschappen deden een onderzoek.
Gezond sporten Bijna alle UMC-ers (98 procent) die meewerkten aan het communicatieonderzoek (zie kader) associëren ‘gezond’ met sporten. Bedrijfseconomisch is er ook wel wat voor te zeggen om sporten bij werknemers te stimuleren. Maar sporten kan ook leiden tot blessures, die de werkgever juist geld kosten. Maria Hopman, hoogleraar fysiologie aan het UMC: ‘Als je het niet goed aanpakt kun je blessures oplopen. Maar sporten is belangrijk voor je gezondheid en levert veel energie. Ik ben altijd effectiever na het sporten.’ Volgens Hopman is het een positieve balans: de voordelen van sporten wegen op tegen eventuele nadelen. dat maakt het leven een stuk relaxer. Tevens kun je het informeel ver schoppen. Het is verbazingwekkend hoe ver je komt met een ziekenhuispasje. Voor mij betekent het goedkope uitjes in tropisch klimaat. Dit maakt de weekenden tot kleine vakanties. Hoewel de beperkte ruimte, de toestand van de wegen en het ontbreken van riolering me soms naar thuis doen verlangen. Tijd voor heimwee is er niet. Het ziekenhuis beschikt over uitstekende faciliteiten. Zorg na een ziekenhuisopname kent hier wat gebreken. Patiënten moeten terug kunnen vallen op een familienetwerk om te voorkomen dat ze in een meubelstuk van het hospitaal veranderen. Patiënten kunnen soms niet naar huis, omdat er geen rolstoel geleverd kan worden. Tussen de dagelijkse werkzaamheden door ga ik naar OK. Ook hier hangt de bekende geur van steriliteit, bloed en verschroeid vlees. Terwijl ik sta te assisteren bij een amputatie valt de stroom uit. Iets wat vaker gebeurt als het regent. Gelukkig regent het niet zo vaak. Terwijl ik de koffiekamer binnenloop wordt langzaam duidelijk dat er meer gaande is. De televisie staat luid aan en laat beelden zien van mensen in paniek. De zee gaat tekeer en het eiland verandert in een waterpoel. Er zal een orkaan over het eiland gaan razen. Ik voel lichte paniek opkomen. Wat een geluk dat ik zo dichtbij woon. Wadend door het water ben ik in staat van en naar het ziekenhuis te verplaatsen. Die nacht heb ik goed geslapen ondanks het stromen van de regen en het gieren van de wind. De kleuren zijn verbleekt en alles is overstroomd. De sfeer is anders, het eiland werkt op halve kracht. Mensen komen niet opdagen, patiënten laten het afweten, scholen zijn dicht en restaurants sluiten deuren. Mijn laatste week is aangebroken. Er is een nieuwe zaalarts die ik in moet werken. Nu ik daar mee bezig ben, wordt duidelijk hoeveel ik de afgelopen weken heb geleerd. In het begin was het wennen en nu lijkt het alsof ik niets anders gewend ben.
Sportgedrag Volgens communicatiedeskundigen zijn opvattingen over in hoeverre je in staat bent gedrag zelf te beïnvloeden (‘perceived behavioral control’) voor veel mensen bepalend voor hun sportgedrag. Denkt u dat u te oud bent om te sporten, kost het teveel tijd, is het sportcentrum te ver weg of vindt u er niets aan? Dan heeft dit een negatieve invloed op uw sportgedrag. Uit het onderzoek onder medewerkers van het UMC blijkt dat vooral de locatie van het Universitair Sportcentrum (USC) praktische bezwaren oplevert om te gaan sporten. Is een extra locatie in het UMC misschien een optie? Hopman: ‘Je kunt wel zo’n zaaltje hebben met een paar van die toestellen, maar dan komt er toch niemand. Je moet wel alle faciliteiten hebben. Zet eventueel pendelfietsen neer bij de hoofdingang van het sportcentrum en bij het UMC, dan zijn medewerkers er in drie minuten.’
Imagoprobleem? ‘Het sportcentrum biedt veel verschillende sportmogelijkheden. Voor iedereen is er wel een sport die interessant is’, aldus Roeland Smits. Toch daalde de afgelopen twee jaar het aantal UMC-bezoekers met 17 procent. Maria Hopman: ‘De enige reden die ik hiervoor kan bedenken is
dat het financieel minder aantrekkelijk is geworden. Maar betere faciliteiten dan daar kun je toch nergens anders vinden.’ Kampt het USC met een imagoprobleem? Medewerkers van het UMC die geen lid zijn van het sportcentrum zijn minder enthousiast over de sfeer en de begeleiding. Maar leden van het USC zijn hier juist positief over. Voor Smits is begeleiding een belangrijk onderdeel van zijn werk. ‘Begeleiding betekent voor mij helpen bij het realiseren van trainingsdoelen en met alternatieve sportmogelijkheden komen. Ook de sporters veilig laten trainen en zelfs afremmen als dat nodig is.’ In vakgroepen binnen het USC werken de docenten aan kwaliteitsverbetering van hun lessen en de begeleiding. Daarnaast bezoeken de sportdocenten regelmatig congressen en zijn er externe bijscholingen.
Omgeving Mensen laten zich beïnvloeden door hun omgeving, bijvoorbeeld als het gaat om kleding, roken of sporten. Wat betreft dit laatste trekken UMC-medewerkers zich hier niets van aan. Het onderzoek laat zien dat zes van de tien medewerkers zich door hun omgeving niet in de sportschoenen laten praten. Een communicatiestrategie die inspeelt op de sportende UMC-er die zijn niet sportende collega probeert over te halen naar het USC heeft dus geen zin. ‘We maken wel eens grapjes tegen promovendi op de afdeling over hun sportgedrag. Maar volgens mij trekken ze zich daar niets van aan’, aldus Hopman.
Win-win situatie Wat wellicht wel zal werken is de nadruk leggen op de voordelen die sporten heeft. Ook al is een medewerker druk, misschien niet meer piepjong en woont hij in Wijchen. Volgens Hopman, die zelf een erg drukke baan heeft, is het een kwestie van plannen en prioriteiten stellen. Slim sporten creëert een win-winsituatie. Werknemers voelen zich fitter en werken effectiever. Maar blessures zijn een mogelijke valkuil. Daarom is vooral bij beginnende sporters vakkundige begeleiding noodzakelijk. Voor een werkgever is het misschien moeilijk praktische bezwaren te verhelpen. Immers, een fitnesszaal bouwen of voor elke werknemer een uur tijd beschikbaar stellen om te sporten is een kostbare zaak. Christine van der Welle, Marleen Ploegmakers, Inge van Veggel
Maria Hopman (L) en Roeland Smits
Dit artikel is gebaseerd op een onderzoek dat is uitgevoerd door studenten Biomedische Wetenschappen van het UMC St Radboud, voor het onderwijsblok ‘Effectieve communicatie van biomedische kennis’, onder leiding van drs. Ron Welters en prof. dr. Gert-Jan van der Wilt. De studenten hebben onderzoek gedaan naar de oorzaak van de afname van het sporten bij verschillende afdelingen van het UMC St Radboud. Op basis van dit onderzoek hebben zij hun communicatieinterventie hierop aangepast.
13
r a dbod e 3 - 2 0 0 9
mensen Maria Peelen Op 20 februari neemt Maria Peelen afscheid om van haar prepensioen te gaan genieten. Maria is sinds 2000 als verpleegkundige oproepkracht werkzaam op de afdeling Oogheelkunde. Wij willen haar bedanken voor haar flexibele inzet, waardoor ze de afdeling menigmaal uit de brand heeft geholpen. De afscheidsreceptie is op 20 februari van 16.00 tot 19.00 uur in Huize Heyendael. Namens de medewerkers van afdeling Oogheelkunde, hoofdverpleegkundige Suzanne Verploegen
Coen Stevering Met ingang van 1 februari heeft Coen Stevering, manager bedrijfsvoering binnen het (voormalig) Cluster CAIO, het UMC St Radboud verlaten. Hij aanvaardt per zelfde datum de functie van directeur Jeugdtandverzorging Noordoost Noord– Brabant. Coen heeft zich ruim zes jaar met verantwoordelijkheidsgevoel en met open stijl van leidinggeven ingezet als manager bedrijfsvoering van het cluster CAIO. Mede door zijn achtergrond als arts en zijn bestuurlijke ervaring in verschillende ziekenhuizen, heeft hij in die functie zowel beslissend bijgedragen aan het samenvoegen van de OK’s naar één bedrijfseenheid, als het recent voorbereiden van de nieuwe structuur van het
aantal co-assistenten heeft zij mede gevormd tijdens hun eerste stappen in de kliniek voor inwendige ziekten. Zij heeft een voorbeeldige attitude, een no-nonsense type. Ze staat altijd klaar voor een ieder die een beroep op haar doet, vertoont een buitengewone inzet voor patiënten en werk en ze wordt op handen gedragen door haar patiënten. Voor haar zijn aan bevelingen in ‘Beter worden in het Radboud’ vanzelfsprekend. Ze zal haar afscheid in beperkte kring op de polikliniek Interne geneeskunde met collega’s vieren. We hopen dat ze nog vele jaren in goede gezondheid mag genieten van haar hobby’s (reizen naar Frankrijk, met als lijfspreuk: Wijn is geen drank, wijn is kunst). Prof.dr. Anton Stalenhoef, internist, Afd. AIG
OK bedrijf. Coen heeft aangegeven in kleine kring te willen stilstaan bij zijn vertrek. Wij bedanken hem voor zijn inzet en wensen Coen veel succes in zijn nieuwe functie. Drs. Emile Lohman, voorzitter Raad van Bestuur en prof. dr. Leon Eijsman, voormalig voorzitter Cluster bestuur CAIO.
Anselien School Op 1 april aanstaande verlaat Anselien School het UMC St Radboud. Bijna 7 jaar werkte Anselien als seniorcommu nicatie adviseur. Met flair en enthousiasme werkte zij aan diverse grote projecten, ondermeer op het gebied van huisstijl en internet. Bij de invulling van haar taak zocht zij waar mogelijk de verbinding met andere disciplines. ‘Synergie en samenwerking’ kenmerken haar kijk op het communicatievak. Voor haar directe collega’s vervulde Anselien veelal een coachende rol: jongere collega’s nam zij als vanzelfsprekend onder haar hoede. Op 19 februari neemt Anselien op informele wijze afscheid van haar collega’s. We wensen haar veel succes toe in haar nieuwe baan bij de Sint Maartenskliniek. Namens alle collega’s van Productgroep Communicatie, Mascha Weijers, manager.
Angelique Wellink-Gerhardt 1 maart is het 40 jaar geleden dat Angelique Wellink-Gerhardt in het Radboudziekenhuis kwam werken. Angelique startte 1 maart 1969 met de opleiding A-verpleegkundige, aansluitend haalde zij in ’73 de Kinderaantekening. Vele jaren werkte ze met plezier op de verpleegafdeling Kinderchirurgie B22 en Neurologie. In’88 begon ze aan een nieuwe uitdaging de OK opleiding. Sinds sept.’91 werkt Angelique als OK assistent op het complex Neuro/Plastische chirurgie. De laatste 3 jaar combineert ze haar taken met de Chirurgische Dag behandeling. Angelique is een OK-assistent met een groot verantwoordelijkheidsgevoel die een hoge mate van perfectionisme nastreeft. Kwaliteit en veiligheid van
Til Terburg Per 1 maart maakt Til Terburg na een lange loopbaan gebruik van de FPU-regeling. In 1965 trad zij aan als leerling-verpleegkundige (verdiende toen 79 gulden per maand) en bleef daarna als verpleegkundige meer dan 40 jaar in dienst van het UMC St Radboud op diverse afdelingen, maar verreweg het langst op de afdeling Algemeen Interne Geneeskunde. De laatste 13 jaar werkte zij als research-verpleegkundige op de polikliniek AIG Vasculaire geneeskunde. Een groot
zorg heeft ze hoog in het vaandel. De collega’s van Angelique kennen haar als een gedreven, zorgzame en betrokken collega, die in het team een geheel eigen inbreng heeft. Naast haar liefde voor het werk heeft ze veel belangstelling voor de wandelsport, muziek en alles wat met cultuur heeft te maken. Wij hopen nog een aantal jaren heel prettig met haar te mogen samenwerken. Angelique heeft de wens uitgesproken het jubileum met haar directe collega’s tijdens een gezellig samenzijn te willen vieren. Esther van Teeffelen, algemeen manager OK a.i. Marlies van Melick, operationeel manager OK Neuro/Plastische Chirurgie
Colofon Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud. Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen (eindredactie), Jannie Meussen, Gijs Munnichs Aan dit nummer werkten mee: Marten Dooper, Flip Franssen, Frank Muller, Paul van Laere, Pieter Lomans, Marlies Mielekamp, Daan Van Speybroeck, Jan van Teeffelen, Marcel Olde Rikkert E-mail:
[email protected], telefoon: 0243613538 Correspondentie: UMC St Radboud, 528 Productgroep Communicatie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Peter van Dijk, Henk Gerrits, mr. æmiel Kerckhoffs. prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat Vormgeving en lay-out: Puntkomma Nijmegen Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 023-5714745, e-mail:
[email protected] Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen 024-3615442 De volgende Radbode verschijnt vrijdag 6 maart.
kleine boodschap
Elektronische fiets voor Dekkerswald
Gratis niet commerciële advertenties van medewerkers, vrijwilligers en studenten. Opgave bij het Voorlichtingscentrum in de hal van het ziekenhuis. Postadres: 528 Staf Concerncommunicatie, voorlichtingscentrum. E-mail: Voorlichting@ com.umcn.nl. Hieronder een klein gedeelte, op intranet (www. umcn.nl) vindt u alle advertenties. Opgave van (UMC)werkadres of (RU)studentnummer is vereist. Maximale lengte 20 woorden, goederen mogen niet duurder zijn dan g 700, -.
De Groesbeekse fietszaak Sjef van Bergen uit Groesbeek bestaat honderd jaar. Om dit te vieren schonk de fietsspecialist een elektronische fiets aan het Universitair Longcentrum Dekkerswald. Deze fiets wordt gebruikt voor de revalidatie van patiënten met longziekten en ademhalingsstoornissen.
Gevraagd:
Aangeboden:
Woonruimte voor arts- onderzoeker (vrouw) in Nijmegen (maximaal 3 km vanaf UMC St Radboud) T 06-13 38 59 66. Hulp in de huishouding voor een ochtend in de week (3 á 4 uur). T 06 - 51 08 25 49. Room/apartment for 1 person (post doc at UMC St Radboud) as from March 2009,
[email protected].
Elektrisch bedienbaar zonnescherm in prima staat: Groen- wit- beige streep. Breed 4.00m, uitval van 2.50m, e 300,-. T (024) 378 61 39. Koelstra flex kinderwagen, donkerblauw met warme voetenzak (zonder reiswieg). Erg weinig gebruikt. e 100,-.
[email protected]. Tomos Quadro brommer, wegens verandering van werkafstand, in goede staat. e200,-. T (024) 3609727.
Sprok “Feesten aan de Waal”
Breaking language barriers! Cursusaanbod Cursusaanbod voorjaar voorjaar 2009 2009
eUnieke zaal aan het water met balkon, terras en strand
Vreemde Vreemde talen talen •• Engels: Engels: Engels Engels voor voor beginners beginners en en (half)gevorderden (half)gevorderden English English at at work work University University of of Cambridge Cambridge Certificates Certificates English English for for IELTS IELTS English English writing writing for for students students •• Chinees Chinees -- Duits Duits -- Frans Frans -- Italiaans Italiaans -- Russisch Russisch -- Spaans: Spaans: diverse diverse niveaus niveaus
eSchitterende zaal op de dijk met prachtig terras onder de platanen eVoor promoties, personeelsfeesten, presentaties en vegaderingen eLeuke logementen voor uw gasten van ver eSlechts 5 autominuten van centrum Nijmegen
Nederlands Nederlands voor voor anderstaligen anderstaligen •• DagDag- en en avondcursussen: avondcursussen: alle alle niveaus niveaus
Sprok “Feesten aan de Waal” Waaldijk 9, 6681KJ Lent/Bemmel 024-3243703
[email protected] www.sprok.nl
Communicatietrainingen Communicatietrainingen •• Mondelinge, Mondelinge, schriftelijke schriftelijke en en managementvaardigheden managementvaardigheden Schrijf Schrijf nu nu in in via via www.ru.nl/utn www.ru.nl/utn Voor Voor medewerkers medewerkers van van het het UMC UMC St. St. Radboud Radboud gelden gelden speciale speciale tarieven. tarieven.
Grand Buffet & andere mogelijkheden
www.de-schans.nl Rijksweg 95 Mook 024-6962125
[email protected]
14
Aanbieding voor personeel van UMC St Radboud: bij minimaal 10 personen € 3,00 korting p.p., doordeweeks t/m vrijdag
op i n i e r a dbod e 3 - 2 0 0 9
PIPnieuws PersoneelsInformatiePunt Ma: 10.00 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Di: 11.30 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Wo: 10.00 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Do: 11.30 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Vrij: 10.00 - 14.00 uur. T (024) 361 91 66, route en interne post 536
[email protected] : medewerker ➔ pip on line
Actueel PIP is donderdag 19 februari van 14.00 - 17.00 uur gesloten.
Salaris De uitbetaling van het salaris is 25 februari.
PIP tip Korting op uw OV abonnement? Vraag het formulier bij PIP.
Vacatures Elke dag staan de nieuwe vacatures op internet en hangt de vacatureladder bij PIP. Gebruik onze klantencomputer om vacatures te bekijken en vraag desgewenst een uitdraai. : werken bij het UMC ➔ vacatures
F LE X Medewerkers en mensen van buiten de organisatie met een verpleegkundige, administratieve of facilitaire achtergrond, kunnen bij het interne uitzendbureau FLEX terecht voor een tijdelijke en afwisselende baan op maat. Ook studenten zijn bij FLEX welkom. ma t/m vrij 07.30-16.30 uur T (024) 361 03 03 route 534
[email protected] : www.umcn.nl ➔ werken bij het UMC ➔ tijdelijk werk
Vrijwilligers Wilt u 1 dagdeel per week gastvrouw of gastheer zijn, eens per maand op zondag bij de kerkdienst actief zijn of iets anders doen? Wij zijn blij met uw aanmelding. Voor meer informatie: Coördinator vrijwilligerswerk, Joke Hoop. T (024) 361 53 28,
[email protected]. : werken bij het UMC ➔ vrijwilligerswerk
Cursussen en trainingen Er zijn nog plaatsen beschikbaar voor de volgende trainingen: Adviesvaardigheden - 5 maart BASS HRM/e-MF/RADAR - 19 maart of 14 april Basisinstructie calamiteiten - diverse data Ergocoach basiscursus - 16 maart,20 april,28 mei GROS - 7 april Jaargesprekken medewerkers - 21 april Onderhandelen - 25 maart Projectmatig Werken - 31 maart RSI-workshop PC-werkers - 9 april RSI-workshop laboratoria - 5 maart Resultaatgericht communiceren - 26 en 27 mei Timemanagement - 10 maart Veilig werken met stikstof - 10 maart Veilig omgaan met gasflessen - 9 april Een compleet overzicht vindt u op intranet. : Medewerker ➔ Leren in het Radboud ➔ Opleidingsaanbod ➔ Functiegericht
PIPnieuws is van Servicebedrijf, productgroep HRM
Change? Veranderen is gewenst. Daarvoor heb je krachtige leiders nodig, maar dat niet alleen. Er is meer voor nodig. Marcel Olde Rikkert pleit voor lerend onderweg gaan en veranderexperimenten durven bij te stellen.
het betoog De economische crisis vraagt om verandering van het bancaire systeem. Ook op andere fronten zijn echter grote veranderingen noodzakelijk, die onze samenleving duurzaam in evenwicht kunnen houden. Het energie verbruik moet omlaag en door andere bronnen gevoed. Het verkeer moet anders georganiseerd en het milieu minder schaden. De demografische transitie die we doormaken door ontgroening en vergrijzing vraagt om substantiële veranderingen in arbeidsbestel en gezondheidszorg. De laatste moet bovendien beter van kwaliteit, beheersbaar in kosten en volgens marktwerking gestuurd worden. Kortom grote veranderingen zijn gewenst en krachtige leiders staan op om ons op deze uitdagende paden te leiden. Maar, hoe sterk Barack Obama en Wouter Bos ook mogen zijn, hun kracht is absoluut onvoldoende voor majeure transities. Wanneer de nood erg hoog is, zoals na 9/11, de bankcrash of onze watersnoodramp in 1953, kan een leider verandering starten. Maar daarna begint duurzaam veranderen pas echt. Bush is met zijn ‘war on terror’ een dramatisch voorbeeld van een gok op het verkeerde paard. In veranderjargon heet dat een keuze voor een verkeerd transitiepad. Dat kan en mag gebeuren bij een veranderexperiment, maar is in dit geval wel een met slachtoffers bezaaid pad. Is de marktwerking van Hoogervorst en Klink een beter pad om de juiste transitie in de zorg te krijgen? Helaas zijn de moderne regelsystemen in de verschillende sectoren van de samenleving zo complex geworden, dat zich niet meer betrouwbaar laat voorspellen hoe veranderacties zullen uitpakken. De vele complexe en interacterende instellingen en de nog complexer en vooral emotioneel reagerende mensen erbinnen, zorgen samen voor absolute onvoorspelbaarheid van grote maatschappelijke systemen. Dit maakt het kiezen en sturen van grote veranderingen van bovenaf onmogelijk. Zelfs voor Obama, bij wie de eerste barsten in zijn veranderkracht niet voor niets al voelbaar zijn. Een trapje lager, op instellings- en afdelingsniveau is veranderen bijna even lastig. Mensen willen immers van nature maar beperkt veranderen. Die weerzin begint klein. Lichaamscellen streven naar evenwicht. Ik merk dat ze mij proberen te stoppen, wanneer ik bij het hardlopen de zuurgraad probeer op te schroeven om mijn persoonlijk record te verbeteren. We streven als mens vanaf celniveau naar evenwicht en niet naar verandering. Daarom bouwen we huizen met verwarming die ons beschermen tegen opwarming en afkoeling. Vanuit een zelfde zucht naar stabiliteit hebben we de samenleving zo geregeld dat deze tegen een stootje kan. Ziekenhuizen en andere zorginstellingen gedragen zich vervolgens als mensen: ze willen zich handhaven en groeien, maar niet écht veranderen. Als hardlopers willen ze wel steeds sneller, meer en beter, maar zonder verzuringspijn. Als een ancien régime zullen ze andere verandering naar het leven staan. Met alle middelen. Dat kunt u al zien bij thuiszorg instellingen, nu de concurrerende WMO zijn weg vindt. Hoe moeten de gewenste grootschalige en duurzame veranderingen in de zorg dan tot stand worden gebracht? Kijken naar andere delen van de samenleving kan helpen. Het watermanagement toont een aansprekend voorbeeld. Iedereen zal hierbij denken aan de Deltawerken, onze nationale trots. We bleken tot grote prestaties in staat, toen het water ons over de lippen kwam. Toch is het idee van de Deltawerken minder groots en vernieuwend dan we uit nostalgie denken. Al voor de Watersnood in 1953 was er een Deltaplan gereed, dat simpelweg meer en hogere dijken voorstelde. De grote vernieuwing in duurzaam waterbeheer is pas na de Deltawerken gekomen, met als doel op een meer ecologische wijze met ons oppervlakte- drink- en grondwater om te gaan. De
15
Foto: Jan van Teeffelen
landelijke overheid stimuleerde veranderingstrajecten. Bedrijven, wetenschappers en lokale overheden realiseerden samen via experimenten langzaam een grote verandering. Kijkt u ter illustratie maar eens naar de filmpjes over het waterbeheer anno 2009 (www.waterschapsverkiezingen.nl) en vergelijk deze met onze oude ‘war on water’ in Polygoonbeelden over de Watersnood (bv op Youtube). Dit maakt duidelijk dat we als maatschappij toch kunnen veranderen. Duwkracht van Prins Willem Alexander is niet genoeg, omdat ook de waterwereld te complex. Voor de noodzakelijke veranderingen in de gezondheidszorg moeten we lerend onderweg gaan. De complexiteit van het systeem is te groot voor dogmatisch leiderschap en rechtlijnige koerswijzigingen. We hebben verander experimenten nodig, die we onderweg durven bijstellen. Zo moeten we ook onderweg evalueren wat marktwerking in de zorg doet. Nieuwe vormen van aansturing zijn nodig om netwerken van instellingen vol met eigenwijze professionals in een bepaalde richting te laten bewegen. Sterke leiders zijn daarbij handig, maar niet voldoende. Een gezamenlijke agenda en goede communicatie is onmisbaar. Een nieuwe sport is geboren: verandermanagement. We gaan in ons ouderenzorg netwerk ZOWEL kijken of we daarmee de zorg kunnen veranderen zodat kwetsbare ouderen niet meer in onze zorgstraten verdwalen. Ook u kunt er echter met verandermanagement uw voordeel doen, als u echte veranderplannen heeft. Maar pas op. Het is een gevaarlijke sport, waarbij u ook ineens Beentje gelicht kunt worden. Praat maar eens met Gertjan Verbeek die het oude Feyenoord wilde veranderen…. Marcel Olde Rikkert, hoogleraar Geriatrie
Nieuw: energielabel! BOUWKEURMEESTER KEURT UW WONING
Een pand kopen of verkopen? Schakel bouwkeurmeester Toon Peters in voor:
UÊ>«ÊiÕÀ}i UÊ6iÀ«ÊiÕÀ}i UÊii«ÊiÕÀ}i UÊ ÊiÕÀ}i Meer informatie of een oriënterend gesprek? Bel Toon Peters!
UÊ"«iÛiÀ}i UÊëiVÌià UÊÊ iÀ}iÊ*ÀiÃÌ>ÌiÊ `Ûià Met kwaliteitsgarantie ISO 9001:9002 certificering TUV!
Sprokkelveld 52 6596 DM Milsbeek T (0485) 516 775 I www.petersbouwadvies.nl E
[email protected]
r a ct u e e l a dbod e 3 - 2 0 0 9
‘Agressie komt vrijwel altijd voort uit onmacht’ Agressie tegen hulpverleners is een actueel thema in de media. Ook in het Radboud worden medewerkers geconfronteerd met agressie. Of het nu gaat om een patiënt die aan het vernielen slaat of iemand die een vernederende opmerking maakt. Hoe dergelijke incidenten worden beleefd, verschilt per medewerker. ‘Iedere keer dat iemand er last van heeft, is één keer te veel.’
G i js M u n n i c h s
Onlangs berichtte De Gelderlander over een man die stennis schopte op de Spoedeisende Hulp. Hij zou een brancard gesloopt hebben en tegen een monitor hebben getrapt. ‘Hoe iemand reageert op een dergelijk incident verschilt per persoon’, vertelt Riny van der Ven, hoofdverpleegkundige op de Spoedeisende Hulp. ‘Een patiënt die aan vernielen slaat, zien sommige verpleegkundigen als “part of the job”. Maar anderen kunnen er dagen door van slag zijn. Als iemand geschopt of geslagen wordt, dan kan een medewerker zelfs maanden thuis komen te zitten. Gelukkig komt dit heel weinig voor.’ Geen enkele reactie op agressie is vreemd of verkeerd, zegt Van der Ven. ‘Maar iedere keer dat een medewerker ergens last van heeft, is één keer te veel.’ Of een situatie als agressief wordt bestempeld, verschilt. Typerend is de zaak die onlangs in Uden speelde, waarbij een man werd
verdacht van bedreiging van ambulancepersoneel. De officier van justitie oordeelde echter dat er sprake was van een emotionele reactie. Van der Ven: ‘Of deze uitspraak juist is, kan ik niet beoordelen. Agressie komt vrijwel altijd voort uit onmacht. Iemand is in paniek, bijvoorbeeld omdat zijn familielid een hartinfarct heeft gekregen, en uit zich heel dwingend. Door als verpleegkundige begrip te hebben voor deze onmacht, kun je mogelijk de agressie reduceren.’ Agressie kent verschillende definities. De omschrijving die het Radboud gebruikt, staat in KWINT en onderscheidt drie vormen: verbale agressie (schelden, dreigen, vernederende opmerkingen), fysieke agressie (slaan, dreigen met een voorwerp) en agressie gericht op objecten (vernielen van ziekenhuismateriaal). ‘Fysieke agressie is op de SEH de afgelopen tien jaar maar enkele keren voorgekomen’, aldus Van der Ven. ‘Verbale agressie gebeurt bijna dagelijks.’ ‘Maar niet elke verpleegkundige meldt het als een patiënt kwaad keek of een vernederende opmerking maakte’, vult Evert Martin, seniorverpleegkundige SEH, aan. ‘Medewerkers bespreken het pas als ze het als vervelend hebben ervaren.’ Vorige week meldde het nieuws dat hulpverleners in Nederland duizend keer per maand aangifte tegen agressie doen. Martin: ‘Harde cijfers heb ik niet, maar ik bespeur wel dat op de SEH verbale agressie toeneemt.’
Opvanggesprekken Van verbale agressie komen medewerkers doorgaans niet thuis te zitten, aldus Van der Ven. ‘Maar men kan er wel goed door geraakt zijn. Het is belangrijk dat je meteen na het incident erover praat met je collega’s. Dat je er bijvoorbeeld over droomt of een paar dagen later nog moet huilen, is normaal. Het herbeleven is een normale reactie op een abnormale gebeurtenis. Dit doe je om de gebeurtenis te verwerken.’ Lukt dit niet goed, dan staat het Bedrijfsopvangteam (BOT) klaar. ‘Dit team voert opvanggesprekken met medewerkers na een schokkende of traumatische ervaring’, vertelt Martin, één van de BOT-leden. ‘Het eerste gesprek is binnen 72 uur na de gebeurtenis. Hierin lopen we samen na wat er precies gebeurd is. Zo leert iemand het te verwerken. Een tweede en derde gesprek volgen na twee en zes weken. Wij willen voorkomen dat een medewerker een posttraumatische stressstoornis ontwikkelt. Dit kan gebeuren als er drie maanden na de gebeurtenis nog steeds klachten zijn.’
De boel sussen Agressie wordt vaak in verband gebracht met de Spoedeisende Hulp. Terecht? ‘Nee’, vindt Van der Ven. ‘Op de SEH zal het vanwege de patiëntengroep meer voorkomen. Zo zien we meer mensen in de nachtelijke uren onder invloed van alcohol of drugs. Maar met agressie kan men overal in het ziekenhuis te maken krijgen.’ Martin: ‘Psychiatrie heeft er ook veel mee van doen. Maar op een plek waar je het niet verwacht, kan de impact juist groter zijn. Het kan ook op de poliklinieken voorkomen, bijvoorbeeld als mensen lang moeten wachten.’ Het project Veiligezorg wordt sinds vorig jaar UMC-breed uitgerold. Afdelingen verbeteren hierin zelf de veiligheid. De SEH heeft als eerste in het UMC het project Veiligezorg geïmplementeerd. Er wordt hier veel gedaan om agressiviteit te voorkomen. Medewerkers worden bijvoorbeeld allemaal getraind in het omgaan met verbale agressie. Mocht de situatie alsnog escaleren, dan zijn ruimtes via een noodknop af te sluiten. Ook is er een persoonsalarmsysteem om alle collega’s en de Beveiliging te alarmeren. Het project Veiligezorg is een speerpunt in het beveiligingsbeleid. De Beveiliging gaat de veiligheid meer preventief aanpakken, door meer in de gebouwen en op de afdelingen te komen. Het is een misverstand dat bij een incident de Beveiliging de boosdoener direct bij de arm grijpt en naar buiten brengt. ‘We proberen de boel te sussen door te praten met de “pleger” en degene die het ondervonden heeft’, aldus Mario Elbersen en René van der Heijden, team leiders Beveiliging. ‘Als iemand héél agressief blijft, wat niet vaak gebeurt, dan moeten we iemand naar buiten brengen. In een uiterst geval roepen we de politie op. Maar dat is niet onze insteek. Wij willen door bemiddelend op te treden ervoor zorgen dat de rust terugkeert op de afdeling.’ n
Foto: Flip Franssen
ethiek Calvijn, Darwin, Williamson en Knevel Johannes Calvijn zag zijn eerste daglicht zo’n vijf honderd jaar geleden en Charles Darwin op 12 februari precies tweehonderd jaar terug. Andries Knevel is veel jonger en kan niet in de schaduw staan van de titanen, maar toch trok hij de aandacht met de spijt die hij betuigde over zijn censurering van een Engelse natuurfilm en zijn late erkenning van de evolutie theorie. Opvallend is dat er weer forse verwarring heerst over het verschil tussen een geloofswaarheid en een wetenschappelijke, theoretische waarheid. De eerste bejubelt het geheel van de wereld als geschapen eenheid, de tweede probeert een wetenschappelijk aannemelijk verband te vinden tussen de verschil lende plant- en diersoorten, ervan uitgaande dat het leven uit één bron is ontstaan. Het òf-òf gevoel van voor- en tegenstanders van beide waarheden
bevreemdt na zoveel eeuwen strijd tussen geloof en wetenschap. Calvijn meende in zijn tijd al de waarheid in pacht te hebben en toen Michael Servet een andere theologische opvatting over de triniteit naar voren bracht, schroomde Calvijn niet om hem langzaam te laten ver branden. Darwin was lid van de Unitarian Church die een geloofsstandpunt vertegenwoordigde dat veel leek op
dat van Servet. Darwin werd bij het ouder worden steeds zwijgzamer over zijn geloof, terwijl Calvijn juist fanatieker en intoleranter werd. Tegenwoordig lijken geloofswaarheden nog altijd een steen des aanstoots te zijn. Katholieke anti-modernisten, machtig tot aan het Tweede Vaticaans Concilie, willen
16
krampachtig aan de hunne vasthouden door het moderne wetenschappelijke wereldbeeld te verwerpen. Uit de kerk gezet, evenals Calvijn en Servet, houdt de Pius X sociëteit vast aan haar visie. Maar de huidige paus is uit op eenheid binnen de kerk en liet hen daarom weer toe. Blijkbaar wil hij binnen de grenzen van het Tweede Vaticaans Concilie ook de tegenstanders daarvan een plek in de kerk geven. Dat gebaar lijkt bijzonder te zijn, althans naar Nederlandse normen gemeten. Andries Knevel ervaart dat dezer dagen aan den lijve, naar het oordeel van velen had hij beter een nieuwe kerk kunnen oprichten dan toegeven dat hij van visie is veranderd. Juist dat òf-òf gevoel in kerk en samenleving heeft Calvijn al vijfhonderd jaar geleden vlijmscherp aangezet toen hij de inwoners van Genève het avondmaal weigerde omdat zij zijn zin niet deden. Misschien dat de paus een nieuwe weg inslaat en de tegenstellingen wil overbruggen die voortgekomen zijn uit het òf-òf gevoel. Oecumene met Servet, Darwin, Calvijn en zelfs Williamson wanneer de laatste zijn anti-semitisme achter zich laat. Evert van Leeuwen