VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 35 NUMMER 8 15 mei 2009
Kinderhartcentra verhogen expertise door samenwerking Foto: Flip Franssen
De Kinderhartcentra van Nijmegen en Utrecht gaan met onmiddellijke ingang één Kinderhart-chirurgisch centrum vormen. Zij voegen zich daarmee in een klap bij de grootste centra van Nederland. Minister Ab Klink is voorstander van concentratie van zorg. Voorzitter van de Raad van Bestuur Emile Lohman deelt die opvatting en denkt dat Klink het initiatief voor samenwerking van Nijmegen en Utrecht positief zal beoordelen. N e l l e k e D inni s s en
Minister Ab Klink installeerde bij zijn aanstelling de Commissie Lie, die moest onderzoeken of het mogelijk was de kinderhartchirurgische zorg in Nederland in een beperkter aantal centra te concentreren met als doel de kwaliteit en expertise te verhogen. Want hoe vaker kinderhartchirurgen hoogcomplexe operaties uitvoeren, hoe vaardiger zij worden en hoe veiliger dat is voor de patiënten.
‘Een aantal operaties komt nu eenmaal weinig voor, dan is het goed om de uitvoering ervan over te laten aan een beperkt aantal centra of operateurs. Die kunnen hun expertise uitbouwen en dat komt ten goede van de patiëntjes, daar kun je nooit tegen zijn’, zegt bestuursvoorzitter Emile Lohman. Onlangs besloten het Kinderhartcentrum van het Radboud en dat van Utrecht één Kinderhartcentrum te vormen. Enige tijd geleden werd, via de website van Zembla, gesuggereerd dat de commissie Lie, Ab Klink zou adviseren de kinderhartcentra van Nijmegen en Utrecht te sluiten. ‘Dat zijn inderdaad de geruchten, maar noch van de commissie Lie, noch van minister Klink hebben wij daar een bevestiging van’, zegt Lohman. Wij kennen de status van het rapport Lie niet. Al langer worden op overheids- en ziekenhuisniveau discussies gevoerd over concentratie van zorg op allerlei gebied. Dat geldt ook voor de kinderhart chirurgie. ‘Dat wijs ik niet af, maar je moet het wel eerlijk spelen. Op basis van geruchten en vermeende feiten kwam de kwaliteit van ons Kinderhartcentrum in het geding. Daar hebben wij ons tegen verzet. Door de ophef dwaalden we af van de eigenlijke discussie: een bundeling van krachten.’ Alle centra in Nederland wisten sinds lange tijd dat er gezocht werd naar concentratie. De twee universitaire Amsterdamse centra hebben al samen met Leiden een bondgenootschap gesloten en zijn nu één centrum. Het Radboud speelde eerder met de gedachte om met Utrecht in zee te gaan en dat bleek een wederzijdse wens. Lohman: ‘Qua ligging is het een ideale combinatie, bovendien gaat het bij de twee centra om een groot spreidingsgebied. Lees verder op pagina 3 f
Pagina 3 Honderdste geboortedag prof. Prick
Pagina 7 Radboud gaat eierstokweefsel invriezen
Pagina 10 Interactie tussen geneeskrachtige kruiden en hiv-remmers
Pagina 11 Emoties bij kanker; bespreken of niet?
r a db o de 8 - 2 0 0 9
inhoud 3
Patiëntenzorg Goedemorgen heren! Sjef Prick was een beroemd wetenschapper en een berucht docent. Hij was één van de eerste hoogleraren van het Sint Radboudziekenhuis. Op 21 april herdacht de afdeling Neurologie zijn honderdste geboortedag.
4
Oecumenische vieringen
Onderzoek
17, 21, 24 EN 31 MEI
Kruiden en hiv-remmers Een combinatie van kruidengeneesmiddelen met reguliere medicijnen kan soms ernstige gevolgen hebben voor de werkzaamheid van die reguliere medicijnen. Biomedisch wetenschapper Carolien van den Bout-van den Beukel ontdekte dat in de praktijk tijdens haar promotieonderzoek onder hiv-patiënten in Tanzania.
10.00 uur personeelsrestaurant: zondag 17 mei, voorganger Jack de Groot; donderdag 21 mei Hemelvaart, voorganger Ries van de Sande; zondag 24 mei, voorganger Jack de Groot; zondag 31 mei Pinksteren, voorganger Wim Smeets.
P AOG - H e y e n d a e l 28 mei
Interview Salonfähig Toen Richard Grol zo’n dertig jaar geleden begon de kwaliteit van zorg op een wetenschappelijke manier te onderzoeken, was hij nog een roepende in de woestijn. Nu krijgt hij er de Universiteitspenning voor.
8
10
Beleid Nieuwe website Lang gewacht en toch gekregen: eindelijk een nieuwe website voor het Radboud. Op 1 september gaat hij online. State of the art met de nieuwste mogelijkheden: film, blogs, interactieve tools.
5
agenda
Reportage Sneldiagnostiek Patiënten met een knobbeltje in de borst kunnen vijf dagen per week terecht bij de mammapoli van het UMC St Radboud. De poli past sneldiagnostiek toe, met de radioloog als poortarts. ‘ Wat zijn die mensen hier lief.’
‘Het beroepsgeheim in beweging’ bestemd voor medisch specialisten, sociaal geneeskundigen, huisartsen, verpleeghuisartsen, verpleegkundigen, paramedici, leden ethische commissies.
13 Onderwijs
3 juni t/m 17 juni
Tandartsen en public health Tandartsen uit ontwikkelingslanden volgen de cursus New Concepts in Public Oral Health, die de vakgroep Internationale Mondgezondheid organiseert. Ze krijgen zaken mee, waarmee ze in hun eigen land direct of indirect aan een betere mondgezondheid kunnen bijdragen.
‘Opleidingsmodule arbeidstoxicologie’ bestemd voor arbeidshygiënisten, bedrijfsartsen, medisch milieukundigen, gezondheidswetenschappers, toxicologen en veiligheidskundigen.
3, 4 en 5 juni
En verder... Agenda, kunst Nieuwsladder Lintjes Plexus, Jacqueline de Leeuw, brandoefening, spinning, handhygiëne, Zwitserloot, NEC Jules Tolboom, diesrede Proefschrift Ruud Uitterhoeve Training vreemde talen, column buitenland Mensen, ingezonden,colofon PIP-nieuws, ziekenhuishygiëne, Mexicaanse griep Medezeggenschap, ethiek
2 3 5 6 7 11 13 14 15 16
‘10th International Course on Reconstructive and Aesthetic Surgery of the Nose and Face (Around the Nose)’ bestemd voor KNO-artsen, plastisch chirurgen, mond- en kaakchirurgen.
U N I T 4 , ( b i j s c h o l i n g ) SVG Unit 4 (bijscholing) van SVG verzorgt bij- en nascholing voor medewerkers en voor externe klanten. Informatie scholingsaanbod: www.umcn. nl/svg, kies dan Bijscholing (unit 4) en daarna Scholingen.
Overig 27 mei De WIG organiseert samen met het SPS-NIP (Nederlands Instituut voor Psychologen) een lezing over bijnadoodervaringen. De spreker is Pim van Lommel, cardioloog, onderzoeker en schrijver van de bestseller ‘Eindeloos bewustzijn’. Hij vertelt over zijn werk en de aangrijpende getuigenissen van patiënten met bijnadoodervaringen. Tijd: 16.00 – 18.30 uur in het collegezalencomplex, Mercatorpad 1. Voor reservering/informatie:
[email protected] en www.ru.nl/wig.
kunst
2 en 15 juni
Foto: Jan van Teeffelen
De profundis van Henk Hage. Het doek van Henk Hage, De profundis, is weinig toegankelijk en komt het best tot zijn recht op een plek waar men er vaak, langdurig en in stilte naar kan kijken. Dan opent het zich. Men kan er langzaam, bijna behoedzaam, in wegdromen; zich erin laten meenemen. Want voor het schilderij, indien men er aandacht en concentratie voor opbrengt, verliest men de tijd uit het oog. Men belandt in de duur, in iets dat duurt – waarbij de tijd geen glijdende schaal meer is, niet langer als een lineair gebeuren verstrijkt. De duur staat eerder haaks op de tijd, als een soort verticaliteit die zich erin nestelt, een diepte waarmee men wordt geconfronteerd. De titel van dit schilderij is dan ook niet toevallig De profundis: ‘vanuit de diepten’. En deze woorden ontleend aan een psalm, geven er een extra dimensie of draagkracht en tevens zwaarte aan. Wordt men als kijker vanuit dergelijke diepten toegesproken? Nauwelijks. Het gaat eerder om een zich aangedaan voelen, wat meer dan aan woorden en hun helderheid, aan muzikaliteit met al haar ongrijpbaarheid refereert. De kunstenaar tracht niet alledaagse ervaringen met zijn
bestaan, die verankerd zijn in het leven, in zijn artistiek oeuvre in het algemeen en in De profundis in het bijzonder vorm te geven. Hij gebruikt hier daarvoor een langwerpig doek, 180 cm breed, dus horizontaal. Maar midden op het schilderij poneert zich een sterk contrasterende rode beweging in verf, om alle aandacht op te eisen en tegelijk te breken met én te verrijzen uit de horizontaliteit. Duur en diepte ballen zich samen om ongekende zijnsniveaus present te stellen. Daan Van Speybroeck, kunstcoördinator
2
CaRe cursus S08, Kwalitatieve onderzoeksmethoden in de gezondheidszorg. Kwalitatief onderzoek verdient aanbeveling als het gaat om ervaringen van mensen, om thema’s waarover weinig bekend is en om de context waarin een gebeurtenis plaatsvindt. Het gaat hierbij meer om het bieden van een zo compleet mogelijk beeld dan om de frequentie van voorkomen. Meer informatie en inschrijving:
[email protected].
10 juni Jaarsymposium Cardiovascular Diseases: Science for Care, Care for Science. Het symposium vindt plaats van 9.00 – 18.00 uur in de Hippocrateszaal (route 77), Geert Grooteplein 21, Studiecentrum. Aanmelden:
[email protected], meer informatie via www.ncebp.eu.
r P AT I Ë N T E N Z O R G a db o de 8 - 2 0 0 9
Kinderhartcentra verhogen expertise door samenwerking Vervolg van pagina 1 f In deze regio woont maar liefst 50 procent van alle 0-20 jarigen van Nederland. Daar kun je niet omheen. Utrecht en Nijmegen voegen zich in één klap bij de grootste centra van Nederland. Als je kijkt naar de regionale spreiding van de centra, de bevolkingsconcentratie, de kwaliteit die we hiermee garanderen en naar het aantal ingrepen, dan lijkt het mij dat de minister dit initiatief alleen maar kan toejuichen’.
Hoogcomplexe zorg In de commotie rondom het hartcentrum was toch ook de kwaliteit in het geding? ‘Dat klopt, wij ontkennen de cijfers van de Europese database niet en hebben daar externe deskundigen naar laten kijken. Hun conclusie was dat op basis van deze cijfers geen betrouwbare kwaliteitsvergelijking kon worden gemaakt. Deze was
daar ook niet voor bedoeld. De inspectie heeft onlangs twee keer de kwaliteit en veiligheid getoetst binnen ons UMC en bevestigd dat deze in orde zijn.’ Maar in de samenwerking met Utrecht is wel besloten dat de hoogcomplexe operaties van neonaten voortaan in Utrecht worden gedaan. Geven we daarmee te kennen dat we het hier niet kunnen? ‘Nee, het had ook hier gekund. Maar het aantal ingrepen is beperkt en dan moet je keuzes maken. De keuze is op Utrecht gevallen’, zegt Lohman. ‘De andere niet-hoogcomplexe neonaten, dat zijn er met Utrecht samen ongeveer zeventig per jaar, worden dus ook in Nijmegen geopereerd.’ De twee kinderhartchirurgen en drie kindercardiologen van het Nijmeegse kernteam, dat in het najaar van 2008 is samengesteld om de kwaliteit verder te verbeteren, gaan samenwerken met twee kinderhartchirurgen en drie kindercardiologen van Utrecht. Het team krijgt een eenhoofdige leiding met roulerend voorzitterschap. De specialisten van het Nijmeegs/Utrechts team zullen over en weer intakes doen en operaties uitvoeren. Voor elk centrum geldt dat ze in de meeste gevallen de patiënten uit de eigen contreien opereren, maar wel met het nieuw samengestelde team. n
Minister Klink is op de hoogte gebracht van het initiatief van Nijmegen en Utrecht. Het advies van de commissie Lie wordt afgewacht.
Prof. Prick 100 jaar geleden geboren
Productgroep Logistiek & Services doet onderzoek naar de ervaringen met de (witte) dienstkleding en de automaten. Dragers van de witte dienstkleding kunnen hun mening geven via een korte digitale vragenlijst die zij per e-mail ontvangen. Heeft u geen computer of ontvangt u geen e-mail? Vul dan de vragenlijst in bij de computer van Textielservice (route 523). Het onderzoek loopt tot 1 juni. Resultaten volgen rond de zomer. Meer informatie: http://portal.umcn.nl/organisatie/sbls/ Pages/enquete.aspx.
Toekenning Vaatkeurmerk De Hart&Vaatgroep heeft aan het UMC St Radboud het Vaatkeurmerk toegekend. De Hart&Vaatgroep is een patiëntenvereniging voor mensen met een hart/vaatziekte. Deze vereniging heeft minimale kwaliteitscriteria opgesteld voor behandelingen van aandoeningen in slagaders van benen, bekken, buik, aorta en hals. Op www.hartenvaatgroep.nl kunnen patiënten en verwijzers zien welke ziekenhuizen het Vaatkeurmerk hebben gekregen.
Gezocht: gezonde mannen en vrouwen van 18 tot 50 jaar, zonder hersenafwijking, voor eenmalig onderzoek in de MRI-scan. Onderzocht worden de normaalwaarden van hersenvloeistofvolume en -circulatie. Meer informatie: telefoon 024 3613218 (bereikbaar tussen 09.00 en 15.00 uur van maandag t/m donderdag) of mail:
[email protected] of
[email protected].
maar een relatief begrip.’ Toen we terug liepen naar de afdeling merkte hij op: “Ik hoop dat het goed gaat. De patiënte is een familielid. Als het niet goed afloopt, heb ik het goed verbruid.’’. MD
SEN en Vierdaagse Foto: Flip Franssen
Prick zelf zag deze scheiding tussen lichaam en geest eigenlijk niet zitten. Zijn hele carrière lang, tot aan zijn plotselinge dood in 1978, predikte hij zijn filosofie van een antropologische neurologie, een ondeelbaarheid van lichaam en geest. ‘Eigenlijk was Prick daarmee zijn tijd ver vooruit’, stelt neuroloog dr. Hennie Schoonderwaldt, die in 1968 als coassistent bij Prick haar neurologische carrière startte. ‘Tegenwoordig is de ondeelbaarheid van lichaam en geest, kortom de psychosomatiek, een alom geaccepteerd begrip.’
Onderzoek dienstkleding en automaten
Oproep voor proefpersonen
Met het leggen van een bos bloemen bij de buste van prof. Prick herdacht de afdeling Neurologie op 21 april dat deze legendarische hoogleraar precies honderd jaar daarvoor het levenslicht zag. Prick was medeoprichter van de Nijmeegse medische faculteit en grondlegger van de Nijmeegse neurologie en psychiatrie. Over hem doen nog tal van anekdotes de ronde.
De in Maastricht geboren en in Amsterdam tot arts opgeleide Sjef Prick kreeg in 1938 van het bestuur van de Radboudstichting een uitnodiging mee te komen werken aan de oprichting van een medische faculteit aan de in 1923 opgerichte Katholieke Universiteit Nijmegen. Het zou, mede als gevolg van de Tweede Wereldoorlog, uiteindelijk tot 1948 duren voordat tot oprichting van een medische faculteit in Nijmegen werd besloten. In 1951 startte het preklinische deel daadwerkelijk. Prick was toen al benoemd tot hoogleraar psychiatrie en hoogleraar neurologie.
nieuwsladder
De Stamceldonorbank Nijmegen (SEN) grijpt ook dit jaar de Vierdaagse aan om enerzijds naamsbekendheid te genereren en anderzijds geld op te halen ter uitbreiding van het vrijwillige stamceldonorbestand. SEN is op zoek naar mensen die voor hen willen lopen en sponsors in hun omgeving willen zoeken. Als tegenprestatie mogen zij onder meer gebruik maken van de verzorgingspost van de personeelsvereniging, ze krijgen t-shirts en/of petten en onder meer kortingsbonnen. Voor meer informatie en een inschrijfformulier: www.stamceldonor.org .
Vacaturespecial Servicebedrijf Het Servicebedrijf heeft een special uitgebracht, over de stappen die het Servicebedrijf zet op personeel gebied. Hierin staan onder meer de vacatures die binnen het Servicebedrijf zijn ontstaan en hoe met de sollicitatieprocedure wordt omgegaan. Belangstelling voor vacatures: zie de vacaturesite op internet.
Over Prick gaan nog steeds allerlei anekdotes rond. Legendarisch is het verhaal dat Prick ieder college steevast begon met de begroeting ‘Goedemorgen heren!’. Toen er een keer alleen vrouwelijke studenten in de collegezaal zaten, reageerde Prick met de mededeling: ‘Ik zie dat er vandaag niemand is.’ Waarna hij vertrok.
Suikerplein ‘Ik werd als vrouw op de afdeling eerder in de watten gelegd’, zegt Schoonderwaldt. Zij kent nog een andere anekdote. ‘Prof. Prick had bij een patiënte een vernauwde halsslagader vastgesteld. Daar moest de vaatchirurg aan te pas komen, maar Prick wilde de operatie zelf meemaken. Omdat hij altijd de weg kwijt raakte in het ziekenhuis ging ik met hem mee naar de OK. Daar wilde hij na de mededeling ‘Ik ben professor Prick. Ik mag meekijken’ rechtstreeks de OK op lopen. Pas na veel vijven en zessen was hij er toe over te halen zich in een OK-pak te laten hijsen. Dat moest dan wel over zijn nette pak heen. Toen hij eindelijk klaar was, was de operatie al zo goed als voltooid. Toch wilde Prick nog even naar de wond kijken. Algehele paniek, want Prick was natuurlijk niet steriel! ‘Ach’, antwoordde Prick, ‘Steriel is ook
Dinsdag 19 mei wordt het Kinder Diabetes Centrum Nijmegen officieel geopend, waarin Radboud en CWZ gaan samenwerken. Dan wordt ook het www. suikerplein.nl officieel in gebruik genomen. Het is de eerste digitale polikliniek voor kinderen met diabetes in Nederland. Via de site kunnen kinderen met diabetes aandacht besteden aan hun ziekte op het moment dat zij dit willen. Naast een algemeen deel is er voor elke patiënt een ‘mijn diabetes’ ingang. Kinderen kunnen in volledige privacy, op elk moment van de dag, vragen stellen aan hun eigen arts en behandelteam.
3
Skills & Simulatie Lab verhoogt patiëntveiligheid Op 23 april opende het Skills & Simulatie Lab van het UMC St Radboud. In het nieuwe lab kunnen praktische vaardigheden, maar ook meer complexe situaties in een gesimuleerde omgeving worden geoefend. Kinderarts Jan Loeffen: ‘Het grote voordeel is dat je teams op hun eigen leerdoelen kunt trainen.’ MA R L I E S M I E L E KAM P
De beheerders van het Skills & Simulatie Lab (SSL), Sharon Giesbers en Charlotte Lommen, zijn trots op de nieuwe ruimtes. Dat mogen ze ook zijn, want die zijn op en top functioneel, blijkt bij rondleiding. Er is een ruimte waar enkelvoudige vaardigheden geoefend kunnen worden, twee simulatieruimtes, twee instructieruimtes waar voor- en nabesproken kan worden , eventueel met videobeelden, en twee ruimtes met laparoscopiesimulatoren. Het Skills & Simulatie lab is een samenwerkingsverband tussen de afdelingen Anesthesiologie, Kindergeneeskunde, Intensive Care, het Instituut voor Wetenschappelijk Onderwijs en Opleidingen en de Radboud Zorgacademie, vertelt Giesbers. ‘Hier worden bijvoorbeeld reanimatietrainingen verzorgd en kunnen enkelvoudige vaardigheden zoals bloed prikken en infusen aanleggen geoefend worden, maar zoals de naam al zegt: er worden ook simulatietrainingen verzorgd waarin hele teams oefenen en daarna de videobeelden van de oefening nabespreken.’
‘De situatie wordt zo geënsceneerd dat alles zo realistisch mogelijk de praktijk nabootst, het beslaat echt de tijd die zo’n kritieke situatie duurt en ademhaling en pols van de HPS reageren op wat de professionals doen’, vult Hogeveen aan. ‘Alles wordt op video opgenomen en daarna kan het team in de nabespreking bekijken wat goed of juist niet zo goed ging.’ Momenteel loopt er een onderzoek onder coassistenten naar het gebruik van de HPS. ‘We vergelijken daarbij drie methoden: klassiek probleem gericht onderwijs bestaande uit colleges en opdrachten, de European Pediatric Life Support methode waarbij een eenvoudige ‘kindpop’
wordt gebruikt en de Video Asssited Real Time Situation (VARS) methode waar we de HPS gebruiken’, vertelt Loeffen. ‘Het onderzoek loopt nog, maar de trend wijst erop dat studenten die met de VARS-methode zijn getraind het meest gestructureerd werken en het snelst hun leerdoelen halen.’
Volwassen HPS Loeffen en Hogeveen vinden het fijn dat nu de trainingen met de HPS op een centrale plaats in het ziekenhuis plaats kunnen vinden. ‘In de toekomst zullen zeker ook andere groepen met de kind-HPS gaan oefenen’, stelt Hogeveen. Maar dat niet alleen, Giesbers vertelt dat andere afdelingen door het succes van de trainingen met ‘het kind’ ook graag willen oefenen met ‘een volwassene’. ‘Er zijn dan ook serieuze plannen om met vier van de vijf partijen een volwassen HPS voor het Skills & Simulatie Lab aan te schaffen. Uiteindelijk verhoogt het de patiëntveiligheid om medewerkers zo reëel mogelijk in complexe leersituaties te laten oefenen.’ n
Teams Lommen is gedetacheerd vanuit de afdeling Kindergeneeskunde omdat ze ervaring heeft met de Pediatric Human Patient Simulator (HPS) : ‘een kind’ van zes jaar dat tegenwoordig op het SSL ligt. ‘Op de afdeling Kindergeneeskunde trainen ze al een aantal jaren afdelingsbreed met een programma voor de behandeling van ernstig zieke kinderen. Daar is vorig jaar de HPS aan toegevoegd.’ Kinderarts Jan Loeffen en neonatoloog in opleiding Marije Hogeveen zijn al vanaf het begin betrokken bij de simulatietrainingen. ‘Het grote voordeel is dat je met de HPS individueel maar ook met teams kunt trainen’, vertelt Loeffen enthousiast. ‘In zo’n team vervult iedereen zijn eigen rol en traint bijvoorbeeld de verpleegkundige op herkenning van zowel presenterende tekenen van ernstig onderliggend lijden als veranderingen en op verpleegkundige vaardigheden, de assistent op kennis en technische vaardigheden en het staflid op communicatieve vaardigheden, overdracht en leiderschap. Ieder heeft in zijn of haar specifieke functie dus zijn eigen leerdoelen.’
Ademhaling en pols van de ‘kindpop’ reageren op wat de professionals doen.
Foto: Flip Franssen
Nieuwe website op 1 september De website van het UMC St Radboud wordt vernieuwd. Op 1 september gaat de nieuwe site online. De uitstraling wordt opgefrist. Gebruikers, zoals patiënten en verwijzers, vinden straks sneller de informatie die ze zoeken. En de site biedt alle mogelijkheden die er anno nu op ICT-gebied zijn.
Momenteel is het nieuwe bedrijfsportaal (intranet) al in de lucht. De nieuwe website (internet) van het UMC St Radboud volgt 1 september. De eerste belangrijke stap is gezet: de demo van de site is goedgekeurd door de Raad van Bestuur. Groen licht dus voor de productgroepen Communicatie en ICT om verder aan de slag te gaan. De nieuwe website krijgt een opgefriste uitstraling en gebruiksvriendelijkere zoekmogelijkheden. ‘Men vindt straks veel sneller de juiste informatie’, vertelt Annemiek Barnouw, projectleider Communicatie. ‘Op de huidige site moet je altijd eerst op afdeling zoeken om verder te kunnen. Straks kunnen patiënten zoeken op aandoening, op afdeling of op de behandeling die ze krijgen. Er zijn als het ware meer startpunten van waaruit je bij de
4
juiste informatie komt.’ Hier geldt dus: meerdere wegen leiden naar Rome. Daarbij staat alle relevante informatie voor de zoeker bij elkaar. Zo krijgen bijvoorbeeld verwijzers zoals huisartsen naast de juiste verwijsinformatie ook links naar het opleidingsaanbod voor hen.
Berg werk ‘Een enorme stap voorwaarts’, zegt Krijn Schuurman, projectleider ICT, over de nieuwe site. ‘Op ICT-gebied kunnen we de nieuwste mogelijkheden bieden: film, blogs, interactieve tools. Als het UMC daarmee aan de slag wil, dan is de infrastructuur aanwezig. De site zal ook de ingang worden naar onze andere online diensten, zoals de digitale poli’s.’ Voor het zover is, is er nog een berg werk te verzetten. Barnouw: ‘We gaan de komende maanden de informatie van de huidige site omzetten naar de nieuwe site, en waar nodig de informatie updaten. De klantcontactpersonen van de productgroep Communicatie nemen hierover contact op met de afdelingen.’ De demo van de nieuwe website is te zien op het bedrijfsportaal (ingang organisatie, projecten, Radboud digitaal, internet). Medewerkers kunnen hier ook hun mening geven over de site. gm
r in t er v ie w a db o de 8 - 2 0 0 9
Universiteitspenning voor Richard Grol Gisteren ontving Richard Grol, hoogleraar Kwaliteit van Zorg en hoofd van de afdeling IQ healthcare de Universiteitspenning van de Radboud Universiteit. Deze onderscheiding wordt jaarlijks toegekend aan personen die zich op bijzondere wijze verdienstelijk hebben gemaakt voor de universiteit. ‘Ik heb er in de afgelopen dertig jaar aan bijgedragen dat het onderzoek naar kwaliteit van zorg salonfähig is geworden’, stelt Grol bescheiden maar ook tevreden vast.
M a r t en D o o per
Aanvankelijk wees er weinig in Grols carrière op dat hij een van de (wereldwijde) grondleggers zou worden van het wetenschappelijk onderzoek naar kwaliteit van zorg. ‘In 1965 ben ik begonnen met een studie rechten aan wat toen nog de Katholieke Universiteit Nijmegen heette. Na het afronden van die studie ben ik een jaartje werkzaam geweest in de journalistiek en als docent maatschappijleer. Vervolgens ben ik met een studie psychologie begonnen en heb ik een opleiding tot psychotherapeut afgerond. Per toeval kon ik in 1977 aansluitend een parttime baan krijgen aan de medische faculteit; een onderzoek naar de kwaliteit van de huisartsenzorg. Ik ben daarna nooit meer uit Nijmegen vertrokken. Ook het vakgebied van het onderzoek naar kwaliteit van zorg heb ik nooit meer verlaten. Ik vind het een enorm fascinerend onderwerp. Hoe handelen professionals in de gezondheidszorg? Waarom handelen zij juist zo en niet anders? En waarom handelen zij niet altijd zoals het zou moeten? Ligt dat aan de professional zelf? Of ook aan de sociale en maatschappelijke context? En wat is kwaliteit van zorg eigenlijk? Kun je dat meten en wetenschappelijk onderzoeken? En hoe zorg je dat de patiënt de kwalitatief hoogstaande zorg ook krijgt? Eigenlijk komen in het onderzoek naar kwaliteit van zorg de drie disciplines bijeen die mij na aan het hart liggen. Uiteraard de geneeskunde maar ook de psychologie, als het gaat om de drijfveren van individuele personen, en rechten, waar het de maatschappelijke context betreft.’
Salonfähig maken Toen Grol zo’n dertig jaar geleden begon de kwaliteit van zorg op een wetenschappelijke manier te onderzoeken,
‘Iedereen vindt kwaliteit nu een belangrijk thema en niemand betwijfelt nog of je dit onderwerp wel wetenschappelijk kunt benaderen.’ Foto: Jan van Teeffelen was hij – op enkele geestverwanten in de V.S. en Groot Brittannië na – nog een roepende in de woestijn. ‘Ik herinner me een bijeenkomst eind jaren tachtig met klinische wetenschappers en epidemiologen die mijn voorstel tot een wetenschappelijke benadering van kwaliteit van zorg maar een raar idee vonden. Tja, dat is voor mij mede een drive geweest om te proberen dit onderzoek salonfähig te maken.’ Een missie met succes, gezien de veranderingen in de afgelopen dertig jaar op dit gebied. Grol: ‘Er zijn nu wereldwijd leerstoelen op dit vakgebied, er is een brede, internationale gemeenschap van onderzoekers in het vakgebied gegroeid, we hebben gespecialiseerde vaktijdschriften maar ook de gerenommeerde geneeskundige vaktijdschriften als the Lancet, JAMA of BMJ publiceren regelmatig over onderzoek naar kwaliteit van zorg.’ In eigen land wordt Grol gezien als de nestor van het onderzoek naar kwaliteit van zorg. ‘Onze eigen Nijmeegse onderzoeksgroep, voorheen opererend onder de
naam Werkgroep Onderzoek Kwaliteit en sinds vorig jaar Scientific Institute for Quality of Healthcare – kortweg IQ healthcare - geheten, is uitgegroeid tot een afdeling met 130 mensen. Wij zijn betrokken bij zo’n 80 promovendi en hebben een team van zeer deskundige mensen.’ Grol stond ook aan de basis en was acht jaar directeur van het onderzoeksinstituut NCEBP (Nijmegen Centre for Evidence Based Practice), waar de afdeling IQ healthcare een onderdeel van is. ‘Het NCEBP is een van de paradepaardjes van het UMC St Radboud, al zeg ik het zelf. Het is in internationale visitaties als ‘excellent’ bestempeld. Je kunt met recht stellen dat er de afgelopen dertig jaar een enorme omslag heeft plaatsgevonden binnen het kwaliteitsdenken en het onderzoek hiernaar. Iedereen vindt kwaliteit nu een belangrijk thema en niemand betwijfelt nog of je dit onderwerp wel wetenschappelijk kunt benaderen’, stelt Grol tevreden vast.
Steadily pushing
Koninklijke onderscheidingen
Cor Cremers
Ook dit jaar kregen diverse medewerkers een koninklijke onderscheiding. Prof. dr. Cor Cremers, KNO-arts en hoogleraar in de oorheelkunde is benoemd tot Ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw. Hij geniet wereldwijde bekendheid vanwege zijn onderzoek naar erfelijke oorzaken van doofheid. Ook had hij een belangrijke rol in de ontwikkeling van implantaten voor gehoorverlies en doofheid. Cremers ontvangt de onderscheiding vanwege zijn wetenschappelijke prestaties en zijn inzet voor de verbetering van de kwaliteit van leven van een grote groep patiënten. Neuroloog dr. Antoine Keijser is benoemd tot Ridder in de orde van Oranje Nassau. Hij is meer dan veertig jaar aan het UMC St Radboud verbonden geweest, eerst als student, daarna als arts. Eerder dit jaar ging hij met pensioen. Als neuroloog was hij bij uitstek een generalist. Hij richtte onder andere multidisciplinaire werkgroepen op, voor bijvoorbeeld patiënten met neuro-oncologische complicaties en patiënten met epilepsie. Hij heeft de onderscheiding gekregen vanwege zijn grote verdiensten voor patiëntenzorg en wetenschap. Prof.dr. Ben Hamel, hoogleraar Klinische Genetica, is bij zijn afscheid op 3 april benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau. In Radbode nummer 5 (20 maart 2009) stond een interview met hem op pagina 5.
Wil Hartskeerl
Lid in de orde van Oranje Nassau:
Antoine Keijser
Ben Hamel
Wil Hartskeerl, senior medewerker projectadministratie van de productgroep Financiën & heeft zich de afgelopen dertig jaar met hart en ziel ingezet voor de personeelsvereniging (PV). Als lid van het algemeen en het dagelijks bestuur van de PV, vaak als penningmeester, maar ook wel als secretaris, heeft hij eraan bijgedragen dat de PV uitgroeide tot een vereniging van meer dan 12.000 leden. Hartskeerl is bovendien al meer dan vijftien jaar voorzitter van de voetbalvereniging van de PV. Verder was hij nauw betrokken bij de oprichting van de gebruikersgroep voor computers en treedt hij al jarenlang op als voorzitter van de vierdaagsecommissie van de PV. Zijn inspanningen hebben niet alleen een uitstraling naar de hele universitaire gemeenschap, maar ook naar de gemeente en de regio. Gerda Bruring werkt sinds 1995 als vrijwilliger voor het UMC St Radboud. Zij vervult een belangrijke rol als gastvrouw in de centrale hal. Daarnaast is ze vanaf 1996 actief als vrijwilliger bij de patiëntenbibliotheek. Ze vervult dit werk met enthousiasme, grote plichtsbetrachting en kennis van zaken. Zij neemt de tijd om aandacht aan de patiënt te geven en voelt zich bij hen betrokken. Haar werk wordt dan ook zeer gewaardeerd door patiënten en medewerkers. Oud-medewerker Jan Brandt initieerde diverse activiteiten in de 38 jaar dat hij hier heeft gewerkt. Zo was hij medeoprichter van Radio Radboud en van de trimclub binnen het Radboud. Hij is bijna 25 jaar actief geweest in het bestuur van de personeelsvereniging en heeft de Sinterklaasvieringen, klassieke massagecursussen en de fotoclub mee opgezet. Tijdens zijn werkzaamheden bij de Technische Dienst heeft hij jarenlang scholieren geëxamineerd van de technische school in Nijkerk en van daaruit een samenwerkingsverband gesloten met een technische school in Tsjechië. Sinds 5 jaar wordt hij regelmatig gevraagd als simulatiepatiënt voor de Nijmeegse medische studenten.
5
Gerda Bruring
Jan Brandt
Wat niet wil zeggen dat het werk er nu op zit. ‘Voor mij persoonlijk bijna wel. Volgend jaar neem ik, na 45 jaar, afscheid van het UMC St Radboud. Op het gebied van het onderzoek naar kwaliteit van zorg en het daarmee samenhangende onderzoek naar innovaties in de zorg en veiligheid van de zorg, valt evenwel nog veel te doen. De zorg is de afgelopen decennia op een aantal gebieden onmiskenbaar beter en veiliger geworden. Niet alleen door de toegenomen wetenschappelijke kennis op gebieden als hart- en vaatziekten of kanker, maar vooral ook door het beter vertalen van die kennis naar de praktijk en door het werken volgens richtlijnen die gebaseerd zijn op bewezen effectieve interventies. Er zijn echter tal van terreinen waarop nog veel vooruitgang geboekt kan worden. Neem de ketenzorg, waarbij de chronische of ernstig zieke patiënt tijdens het traject van diagnostiek en behandeling te maken krijgt met een reeks van zorgverleners. De kwaliteit van zorg en de snelheid waarmee de patiënt zo’n keten doorloopt, kunnen in veel gevallen toenemen door de samenwerking in het team te verbeteren, door processen te standaardiseren en door de manier van werken beter te controleren en te borgen in de organisatie. Dat vergt soms extra mensen en middelen, onder andere IC-investeringen. Wetenschappelijk gezien vormt het nog steeds een uitdaging het geheel aan krachten te ontrafelen die maken dat zorgverleners en teams van professionals handelen zoals zij handelen. Wij hebben onlangs een studie afgerond naar de factoren die van invloed zijn op het voorschrijven van antibiotica. Dat blijkt een complex krachtenspel waarin verwachtingen van patiënten, gewoonten in de samenleving, de houding van de arts, het voorschrijfgedrag van de collega’s van de arts, de farmaceutische industrie en het nationale beleid allemaal een aandeel hebben. Wil je dus iets veranderen aan dat voorschrijfgedrag, dan zul je met al die factoren rekening moeten houden. Simpele oplossingen bestaan meestal niet als het gaat om het verbeteren van de kwaliteit van zorg. Het is een kwestie van steadily pushing in the right direction. Dat heb ik de afgelopen dertig jaar met veel plezier en veel voldoening gedaan.’ n
in bedrijf
Foto: Flip Franssen
Spoedeisende Hulp
Brandoefening ‘Oefenen loont. Iedereen wordt weer eens met de neus op de feiten gedrukt’, zegt Jan Pelt (Interne Calamiteiten Coördinator). Onlangs vond er op de Spoedeisende Hulp een brandoefening plaats voor artsen, verpleegkundigen en administratief medewerkers. ‘Alle oefendoelen hebben we gehaald. Hoe alarmeer je, hoe bestrijd je het incident en evacueer je patiënten. En hoe werk je samen met in- en externe hulpverleners. Hoewel de ‘aanstichter’ van de brand helaas alleen maar dood door de Brandweer uit de kamer kon worden gehaald, konden we verder goed uit de voeten met ons afdelingscalamiteitenplan. De lotuspatiënten zijn uiterst rustig en vakkundig van de rokerige afdeling weggehaald en naar andere afdelingen buiten de SEH vervoerd.’ JM
Theaterplein
NEC op bezoek Op woensdagmiddag 29 april bracht een groot deel van de selectie van NEC, inclusief trainer Mario Been, een bezoek aan het Radboud Kinderziekenhuis. Patiëntjes namen het op het theaterplein op tegen de NEC-spelers met Wii-spelletjes, tafeltennis en voetbalwedstrijdjes. Enkele NEC- spelers hebben ook een bezoek gebracht aan de kinderen die niet uit bed konden.
doende gedesinfecteerd. Reden temeer voor medewerkers om nogmaals de juiste instructie eigen te maken.’ Op korte termijn, waarschijnlijk nog deze maand, krijgt deze actie een vervolg in het ULC Dekkerswald. Daarnaast wordt de prijswinnaar van de handhygiënequiz binnenkort bekend gemaakt. Wereldwijd wordt door de Wereldgezondheidsorganisatie de verandering van handen wassen (met water en zeep) naar handdesinfectie (met handenalcohol) gepromoot. ‘Desinfectie met handenalcohol kost minder tijd, doodt meer micro-organismen, is huidvriendelijker en kan handeczeem voorkomen’, aldus Andreas Voss, hoogleraar Infectiepreventie. ‘En het is het effectiefst om infectieoverdracht naar patiënten te voorkomen.’ GM
Afscheid
Ambitieuze kuitenbijter Vier jaar lang was Jacqueline de Leeuw voorzitter van de VAR, de adviesraad voor verpleegkundige en paramedische beroepen. Maar nu zit haar zittingstermijn erop. Op 25 mei neemt ze afscheid van haar voorzittersrol, die ze met groot plezier en vol ambitie vervulde. ‘Ik ben verpleegkundige in hart en nieren’, vertelt De Leeuw. ‘Ook in mijn werk voor de VAR blijft de patiënt het allerbelangrijkst. Voor verpleegkundigen en paramedici moeten er uitstekende randvoorwaarden zijn, zodat zij de zorg voor de patiënt optimaal kunnen uitvoeren. Ik ben er altijd heel gedreven in geweest om me daarvoor in te zetten.’ De Leeuw is trots op de positie die de VAR de afgelopen jaren heeft verworven. ‘We zijn een volwaardige gesprekspartner van de Raad van Bestuur geworden. Het verwerven van positie is een spel dat mij goed ligt. Ik ben iemand van de lange adem. Kan een echte kuitenbijter zijn, flink doorhameren, steeds weer terugkomen op waar het om gaat. Je moet de kleine successen vieren, en je einddoel goed voor ogen houden. De VAR is voor mij enorm verrijkend geweest.’ Er is nog geen opvolger bekend als VAR-voorzitter. De Leeuw gaat straks haar promotieonderzoek afronden. ‘Bij de VAR heb ik me ingezet voor de verpleegkundige en paramedische beroepen in ons UMC. Nu wil ik kijken hoe ik eraan kan bijdragen om het verpleegkundige beroep en het verplegingswetenschappelijk onderzoek op Europees niveau te verbeteren. Mijn ervaring als VAR-voorzitter zal daarin goed van pas komen.’ GM
Gelredome. Drieduizend spinners veroverden in de Arnhemse voetbalarena een plaats in het Guinness Book of Records en haalden in totaal e 39.000 op. De mega spinningactie was georganiseerd door Het goede doelen elftal, dit jaar ten bate van elf doelen die zich richten op kansen voor kinderen. Het Radboudteam fietste voor stichting Metakids (www.metakids.nl). Deze stichting werft fondsen om meer onderzoek mogelijk te maken naar stofwisselingsziekten bij kinderen. In het Radboud wordt bij Kindergeneeskunde onderzoek gedaan naar energiestofwisselingsziekten. De Klankbordgroep fietsbeleid van het UMC St Radboud heeft de spinningfiets gesponsord. Deze klankbordgroep promoot de fiets in het woonwerkverkeer naar het ziekenhuis.
Lezersonderzoek
Nieuwe koers Plexus Lezers hebben de Plexus wellicht gemist. Staf Zorg was de betalende opdrachtgever van dit magazine voor verpleegkundigen en paramedici. Nu deze staf is opgeheven, heeft het blad geen eigenaar meer en kan het in de huidige vorm niet blijven bestaan. De redactieraad van
Topsport- en Innovatiepark
Zwitserloot Dak Run
Foto: Flip Franssen
Handhygiëne
Fluorescerende handen Op weg naar het restaurant even kijken hoe schoon je handen zijn? Dat kon op 5 mei op de informatiestand over handhygiëne. De afdeling Hygiëne en Infectiepreventie en IQ healthcare gaven voorlichting hierover. De fluorescerende handen waren daarbij een groot succes. Hiermee werd bekeken of medewerkers op een goede manier handdesinfectie toepassen. ‘Het verbaasde medewerkers dat ze dit vaak niet goed genoeg doen’, vertelt Leo Ummels, adviseur infectiepreventie. ‘Vooral het muis-/duimgebied en de vingertoppen werden onvolFoto: Frank Muller
Op zondag 7 juni vindt de Zwitserloot Dak Run plaats: een hardloopwedstrijd van 5 en 10 kilometer in het centrum van Groesbeek. Ook het UMC St Radboud rent mee. Maar niet alleen. ‘Dat doen we samen met de overige partners van het toekomstige Topsport- en Innovatiepark De Goffert (TIP)’, zegt Ward Verkuylen, hoofd Marketing. Begin februari ondertekenden het UMC St Radboud, CWZ, de Sint Maartens kliniek, HAN, gemeente Nijmegen en een aantal sport organisaties een samenwerkingsovereenkomst voor het TIP. Uiterlijk in 2012 zal deze nieuwe topsportlocatie er zijn, inclusief (sport)medische ruimten voor zorg en onderzoek. ‘We willen met de medische partners van het Topsport- en Innovatiepark aan de Zwitserloot Dak Run deelnemen met één groot TIP-team, en hieruit kleinere TIP-teams samenstellen’, legt Verkuylen uit. ‘Samen gaan we natuurlijk een toptijd neerzetten.’ Hardloopliefhebbers van het UMC St Radboud zijn daarom uitgenodigd om deel te nemen aan de wedstrijd. De inschrijfkosten neemt het Radboud voor zijn rekening. Inschrijven kan tot en met 28 mei, via de speciale button (Inschrijven TIP!) op www.zwitserlootdakrun.nl. De gemeente zorgt voor een sportief T-shirt voor elke deelnemer. Er is een speciaal verzoek aan de supersnelle lopers. Dit zijn de lopers die verwachten hoog te scoren in het eindklassement: mannen sneller dan 35 minuten op 10 kilometer, vrouwen sneller dan 40 minuten op 10 kilometer, mannen sneller dan 16.30 minuten op 5 kilometer en vrouwen sneller dan 19 minuten op 5 kilometer. Hen wordt verzocht zich niet via de site aan te melden, maar rechtstreeks een mail te sturen naar Desirée Wierper (
[email protected]). Zij stelt enkele top-TIP-teams samen (5 en 10 kilometer) die kunnen concurreren met de andere bedrijventeams. GM
Marathon
Spinning voor Metakids Namens het UMC St Radboud heeft een team van vijf personen van de Arbo- en Milieudienst meegedaan aan een zes uur durende spinningmarathon op 18 april in het
6
Plexus wil door middel van een korte enquête nagaan of er behoefte is aan het voortbestaan en of er draagvlak is voor een nieuwe (digitale) vorm. Plexus was een platform voor verpleegkundigen en paramedici. Het informeerde deze doelgroep over de laatste ontwikkelingen in de zorg en nieuwtjes van binnen en buiten het Radboud. Over de voortgang en vorm van Plexus moet nog een besluit worden genomen. Met de nieuwe middelenmix die de productgroep Communicatie aanbiedt, kan bijvoorbeeld een digitale nieuwsbrief en een zogenaamde Teamsite worden gerealiseerd. Deze middelen maken het mogelijk om relevante nieuwtjes, documenten, afbeeldingen en vele andere zaken te vinden en te delen en ook om in contact te komen met collega’s. De redactieraad wil inspelen op wensen en behoeften van haar doelgroep en vraagt alle verpleegkundigen, paramedici, verpleegassistenten en verzorgenden in het UMC St Radboud om deel te nemen aan een korte enquête, dat kan tot 1 juni. Het invullen kost slechts een paar minuten tijd. Op basis van de onderzoeksresultaten brengt de redactie een advies uit aan de Raad van Bestuur. Kijk voor meer informatie en de link naar de enquête op http://portal. umcn.nl/organisatie/Plexus of ga naar de startpagina van Intranet ➔ Organisatie ➔ Van Huis Uit ➔ Speciale Doelgroepen ➔ Plexus. Hier worden later ook de resultaten gepubliceerd. JvdL
I r n t er v ie w a db o de 8 - 2 0 0 9
‘Natuurlijk gaat mijn verrekijker mee naar Afrika’ Huisarts wilde Jules Tolboom worden, hij werd kindergastro-enteroloog met een grote belangstelling voor voeding en voor de tropen. Tolboom werkte jarenlang in Afrika en gaat daar na zijn pensionering weer naar toe. ‘Ik ben gevraagd als gecommitteerde bij arts-en specialistenexamens in Tanzania.’
MA R L I E S M I E L E KAM P
Als hij gebeld wordt om een afspraak voor dit interview te maken, staat kindergastro-enteroloog Jules Tolboom midden in een weiland: hij is aan het vogelen. Die hobby deed hij op bij de Wageningse chirurg waar hij in 1970 de tropenopleiding volgde. ‘Hij vroeg me mee te gaan om vogels te kijken en al snel had ik een goedkoop kijkertje en raakte net zo enthousiast als mijn opleider. Vooral roofvogels hebben mijn interesse.’ De tropenopleiding volgde Tolboom na een tijdje waargenomen te hebben als huisarts in Groningen. ‘Eigenlijk had ik huisarts willen worden, maar op een of andere manier trokken de tropen me aan, in het bijzonder Afrika. In die tijd gingen trouwens veel net afgestudeerde artsen naar ontwikkelingslanden.’
Inmiddels had Tolboom een gezin met kinderen en het was fijn dat hij vanuit de hoofdstad Maseru kon werken. ‘Ik werkte daar samen met een lokale kinderarts die later op het ministerie ging werken. Mede daardoor lukte het me om er onderzoek te gaan doen naar ondervoeding en werkzame diëten bij kinderen.’ In 1986 promoveerde Tolboom op dat onderwerp in Groningen. Na een tijdje in Londen stage te hebben gelopen, werd hij kindergastroenteroloog in het UMC St Radboud. Daar hield hij zich bezig met maagdarmproblemen en voeding, maar werd al snel dé deskundige voor kinderen met importziekten. ‘Als mensen die in de tropen hadden gewerkt terugkwamen, lieten ze hun kinderen in het UMC St Radboud nakijken. Dan vonden we heel wat parasitaire infecties. We hebben daar toen goede protocollen voor gemaakt.’
Twee passies Zo komen de twee passies die hij altijd heeft gehad weer samen, volgens Tolboom. ‘Op de uitnodiging voor mijn afscheidssymposium staat een foto van een grauwe kiekendief. Die roofvogel komt zowel in Nederland als in Afrika voor. Ik verheug me op het symposium waar ik enkele van mijn oude leermeesters weer zal zien. Daarna op reis naar Afrika. En natuurlijk gaat mijn verrekijker mee!’ n Op 29 mei wordt voor Jules Tolboom het afscheidssymposium ‘Diarrhoea and Malnutrition’ gehouden in het Radboud Auditorium.
Ondervoeding Drie jaar werkte hij als algemeen arts in Zambia. Tolboom raakte er geïnteresseerd in ondervoeding bij kinderen en de mogelijkheden om dat probleem te behandelen. Daarom besloot hij zich te specialiseren. ‘Eerst heb ik erover gedacht dat in Afrika te doen, maar iedereen raadde me aan in Nederland te specialiseren, omdat ik daar een veel grondiger opleiding zou krijgen.’ Zo kwam hij van het ‘primitieve’ Zambia terecht in de Nijmeegse wijk Weezenhof. ‘En net zoals wanneer je pas in Afrika bent, moet je je dan weer aanpassen aan de veranderde Nederlandse maatschappij.’ Tolboom volgde zijn opleiding tot kinderarts in de twee Nijmeegse ziekenhuizen. ‘Daar merkte ik dat in het Radboud het personeel een meer academische blik had en artsen bezig waren met de waarom-vraag. Daar voelde ik me erg bij thuis.’ Na zijn opleiding werkte hij als kinderarts in het geheel door Zuid Afrika omsloten Lesotho. ‘Specialisten bleken niet veel gevraagd in Afrika. Uiteindelijk kwam ik op verzoek van een aantal Nederlandse artsen en met medewerking van de organisatie Medicus Mundi in Lesotho terecht om daar protocollen te maken en lijnen uit te zetten voor de kindergeneeskunde.’
Jules Tolboom werd al snel dé deskundige voor kinderen met importziekten.
Foto: Frank Muller
Radboud start met invriezen eierstokweefsel Een behandeling tegen kanker leidt vaak tot onvruchtbaarheid. Binnenkort kunnen vrouwen met kanker die daarvoor in aanmerking komen, in het UMC St Radboud vóór aanvang van de kankerhandeling eierstokweefsel laten invriezen. Dit ingevroren weefsel kan wellicht later, als de vrouw genezen is van de kanker, teruggeplaatst worden zodat een biologisch moederschap voor de vrouw in kwestie mogelijk wordt. Prof. Didi Braat kondigde dit gisteren aan in de rede, die zij hield ter gelegenheid van de 86ste verjaardag van de Radboud Universiteit.
‘Het leven houdt niet op bij kanker’, luidde enkele jaren geleden de wervingsslogan van KWF Kankerbestrijding. Prof Didi Braat, hoogleraar voortplantingsgeneeskunde, ging gisteren in haar diesrede een stapje verder. Onder de titel ‘Nieuw leven na kanker’ schetste zij de mogelijkheden voor vrouwen om na een succesvolle behandeling van kanker toch nog kinderen te krijgen.
Prof Didi Braat, hoogleraar voortplantingsgeneeskunde.
Foto: Frank Muller
Steeds meer mensen genezen van kanker, onder andere dankzij betere behandelmogelijkheden. Deze behandelingen leiden vaak tot een verminderde vruchtbaarheid. Mannen wordt daarom standaard vóór de behandeling aangeboden sperma in te vriezen, zodat zij later toch nog kinderen kunnen verwekken. Ook voor vrouwen zijn er nu mogelijkheden, zij het in veel gevallen nog experimenteel. De meest zekere kans op nageslacht is om vóór de behandeling tegen kanker een spoed-ivf te ondergaan. De embryo’s die dat oplevert kunnen worden ingevroren totdat de vrouw hersteld is van kanker. ‘In het Radboudziekenhuis hebben we zo’n spoed-ivf
7
inmiddels bij 23 paren uitgevoerd’, aldus Braat. ‘Eén van de nadelen is dat de behandeling tegen kanker enige weken moet worden uitgesteld. Een nieuwe methode is om, voordat de behandeling tegen kanker start, via laparoscopie wat eierstokweefsel bij de vrouw weg te nemen en dat in te vriezen. Dit eierstokweefsel bevat vele onrijpe eicellen, waarvan de kwaliteit tijdens het invriezen niet of nauwelijks te lijden heeft. Het idee is om dat ingevroren eierstokweefsel te zijner tijd weer in de eierstok van de vrouw terug te transplanteren. Wereldwijd zijn tot nu toe vijf vrouwen die genezen zijn van kanker, na deze procedure weer moeder geworden. Dit heeft ons, in navolging van enkele andere centra in Nederland, doen besluiten vrouwen die een behandeling wegens kanker moeten ondergaan in bepaalde gevallen aan te bieden eierstokweefsel in te vriezen. Let wel, we weten nog niet of en, zo ja, op welke termijn het weefsel ook daadwerkelijk zal worden teruggeplaatst. In Nederland hebben we afgesproken dit alleen in onderzoeksverband te doen.’ Braat benadrukt in haar rede dat vrouwen bij wie kanker is geconstateerd, een gesprek met een gynaecoloog over het eventuele herstel van de vruchtbaarheid erg blijken te waarderen. ‘Zelfs als het herstel van de vruchtbaarheid geen optie blijkt te zijn, vinden ze het heel fijn om te merken dat er artsen zijn, die met hen meedenken over de periode die na de kanker aanbreekt.’ md
rep o r t a g e
‘Je moet geen lente met zomer, herf ‘Het zal toch niet, schoot door me heen, toen ik al binnen drie dagen een oproep kreeg voor de mammapoli. Was het knobbeltje in mijn borst toch kanker? Dat ik zo snel kon komen, was ook een opluchting’, aldus een patiënt. Het UMC St Radboud heeft sinds enige tijd de mammapoli voor eendagsdiagnostiek uitgebreid van twee naar vijf dagen per week. Daarom kunnen vrouwen zo snel terecht. Nieuw is dat de radioloog de centrale figuur is, hij bepaalt tijdens de eendagsdiagnostiek welke onderzoeken nodig zijn. De meeste patiënten mankeren niets, de chirurg hoeft hen dus ook niet te zien. Dat scheelt de chirurg enorm veel tijd. Patiënten die niets hebben, staan binnen een uur al opgelucht buiten. Anderen komen ’s middags terug voor de definitieve uitslag. N e l l e k e D inni s s en
Bij mevrouw Pietersen, een krasse oude dame van in de tachtig, is bij toeval een verdachte plek gezien op een thoraxfoto. ‘Er is al een cytologische punctie gedaan, maar het vocht was te dik om op te zuigen’, legt verpleegkundig specialist van de mammapoli Lenny Polman uit. ‘We gaan nu een histologische punctie doen, waarbij we wat weefsel uitnemen.’ Polman neemt eerst een korte anamnese af. Of mevrouw nog weet wanneer ze haar eerste menstruatie kreeg? Hoeveel kinderen ze heeft gehad, of er binnen de familie kanker voorkomt en welke medicijnen ze gebruikt? De kwieke mevrouw Pietersen, een beetje doof en haar gehoorapparaat thuis op de piano, heeft op elke vraag een helder antwoord. Na de anamnese onderzoekt Polman beide borsten. Op ‘twaalf uur’ zit een knobbel. Met de stand van de klok lokaliseren betrokken hulpverleners de verdachte plek. Polman stuurt mevrouw door naar de röntgen voor een punctie en vraagt haar daarna nog even langs te komen. ‘Ze gaan die punctie toch wel verdoven’, vraagt de patiënt. ‘Natuurlijk, u moet niet onnodig pijn hebben’, reageert Polman. ‘Ik vind het zo fijn, dat ik de uitslag vandaag al krijg’, zegt mevrouw spontaan. ‘Van dat wachten word ik doodzenuwachtig. Je zit toch in de rats.’ Terwijl mevrouw Pietersen met haar dochter naar de röntgen gaat, ontvangt Polman Fanny Rutten, die sinds een maand of twee een knobbeltje in haar borst voelt. Ook bij haar neemt Polman een anamnese af en onderzoekt ze beide borsten. ‘Meestal is er niets aan de hand’, zegt Polman geruststellend, ‘maar we moeten het wel controleren.’ Standaard schrijft Polman een mammogram, een echo en een punctie voor. Maar de radioloog beslist welk onderzoek nodig is.
Poortarts Vroeger kwamen patiënten eerst bij de chirurg. Chirurg Margrethe Schlooz heeft nog steeds twee dagen poli, maar sinds enige tijd houden verpleegkundig specialist
Lenny Polman en nurse practitioner Renate Besselink de andere drie dagen poli. Van Schlooz kregen de twee een training in onderzoek van borsten. Schlooz: ‘Het maakt niet uit bij wie de patiënt komt, we doen allemaal hetzelfde en de patiënt loopt hetzelfde traject.’ De uitbreiding van de mammapoli met verpleegkundig specialisten ontlast de chirurgen van zo’n vijftien patiënten per week. ‘Patiënten die niets hebben, zie ik niet meer en dat scheelt een hele hoop tijd’, zegt Schlooz. Zij benadrukt ook dat het een multidisciplinaire poli is. ‘Verschillende disciplines kijken en beslissen mee.’ De radioloog bepaalt welke onderzoeken nodig zijn. Hij ziet immers wel of geen verdachte plek op het mammogram. Soms is een echo nodig, want een mammogram is niet zaligmakend. Zeker bij jonge mensen is door veel klierweefsel weinig te zien. En sowieso moet een tumor ongeveer 5 mm zijn om hem te zien. ‘Ontdekken wij een tumor, dan loopt een patiënt hier al vier jaar mee, tenzij het om een agressieve tumor gaat’, weet radioloog Roel Mus. ‘Een tumorcel heeft een verdubbelingstijd van drie maanden. Zo’n cel heeft een grootte van 7 miljoenste millimeter. Na twee jaar is dat 1024 keer 7 miljoenste millimeter. Dat kan ik echt niet op het mammogram zien, niet op de echo en niet op de MRI. Ik heb wel eens een keer een tumor van 3 mm ontdekt, omdat ik in vergelijking met de oude foto iets anders zag.’
Seizoenen Mevrouw Pietersen ligt al klaar voor een punctie. ‘We gaan bij u wat weefsel uit het randje van de cyste weghalen’, legt Mus uit. ‘Daarvoor verdoven we eerst de huid. Als u pijn voelt moet u het zeggen.’ Terwijl Mus uitlegt dat de punctienaald een harde klik zal geven, verdooft arts-assistent Marjolein Lamers de huid. ‘Is het al verdoofd’, vraagt mevrouw Pietersen verbaasd. ‘Ik heb niks gevoeld.’ Intussen heeft mevrouw Rutten een mammogram laten maken. Op de foto was niets bijzonders te zien, maar Mus neemt het zekere voor het onzekere en doet nog een echoonderzoek. Onder de echokop floept het knobbeltje steeds
Bij de meeste patiënten wordt een mammogram en een echo ge weg. Arts-assistent Lamers legt uit wat ze op het scherm ziet. De partner van mevrouw Rutten zegt al starende naar het scherm: ‘Je kunt me van alles wijsmaken, ik zie het niet.’ Tussen een wirwar van melkgangen, spier-, klier- en vetweefsel, ontwaart Lamers een klein zwart vlekje. Ze roept Mus er bij en ook hij voelt het knobbeltje onder de echokop wegschieten. ‘Het is een klontje klierweefsel’, zegt Mus na enige tijd resoluut. ‘Daar heeft u er meer van. Kijk maar hier zit er een en daar. U hoeft zich echt geen zorgen te maken, het is niks.’ Mus legt mevrouw nog wel uit hoe ze haar borsten kan controleren. ‘U moet uw borsten vergelijken met een appelboom in verschillende seizoenen. We vinden het heel normaal dat een appelboom in de winter kale takken heeft, in de lente bloesem en in het najaar appels. Vergelijk je lente met zomer, herfst en winter, dan vergelijk
Magrethe Schlooz, Renate Besselink (op de linker foto) en Lenny Polman (op de rechter foto) draaien samen vijf dagen poli. Van chirurg Schlooz kregen Polman en Besselink een training in onderzoek van borsten.
8
r a db o de 8 - 2 0 0 9
herfst of winter vergelijken’ bespreekt. Alle foto’s en echo’s worden nog eens bekeken. Is er echt niets over het hoofd gezien, is de hamvraag. ‘Ik ben ook maar een mens’, bekent Mus. ‘Heeft één van ons maar de geringste twijfel, dan doen we nader onderzoek’, zegt Schlooz. ‘Vrijdags hebben we een groot multidisciplinair overleg en passeren alle patiënten met een kwaadaardige tumor nogmaals de revue.’
Behandeling Patiënten die een operatie krijgen komen binnen drie dagen bij de chirurg op het spreekuur. Die vertelt nogmaals wat de diagnose is en wat de behandelopties zijn. Schlooz: ‘Is de tumor groter dan 5 cm, dan is ons advies een volledige amputatie. Een aantal mensen zit op de grens. De patiënte maakt altijd zelf een keuze.’ Schlooz is erg voor een borstsparende operatie, maar elke patiënt denkt daar het hare van, weet zij. ‘De een zegt: haal alles maar weg, dan ben ik ervan af. Een ander kan een amputatie helemaal niet aan; bij hen doen we het dan, mits het veilig is, in twee stappen. Eerst borstsparend. Zijn de randen niet helemaal schoon, dan volstaat de ene keer met het weghalen van de randen, een andere keer volgt alsnog een amputatie. Deze patiënten hebben dan wel het gevoel dat ze er alles aan hebben gedaan om hun borst te behouden. Mensen moeten overtuigd zijn van hun keuze.Vrouwen die te snel besluiten tot amputatie, hebben achteraf nog wel eens twijfels of een borstsparende operatie toch niet afdoende was geweest.’ Iets meer dan de helft van de patiënten krijgt een borstsparende operatie.
emaakt. Daarna bepaalt de radioloog of hij nog een punctie wil doen. je bloesem, met blaadjes, appels en kale takken. Dan weet je niet wat je moet voelen. Dat is voor borsten precies zo. Voor, tijdens of na de menstruatie verandert de hormoonbalans en voel je telkens iets anders. Controleer uw borsten altijd in dezelfde periode: anderhalve week na de menstruatie.’ Terwijl mevrouw Rutten terug naar de poli loopt, belt Mus Lenny Polman de uitslag door. Overigens gaat er bij Mus geen patiënt de deur uit, zonder dat ze een voorlopige uitslag heeft. Ook als het kwaadaardig lijkt.
De uitslag ‘Bij mevrouw Rutten was niets gevonden, die kon met een gerust hart naar huis’, zegt Polman. ‘Mevrouw Pietersen komt vanmiddag terug voor de uitslag van de punctie.’ Het weefsel van mevrouw is naar de afdeling Pathologie
Foto’s: Frank Muller
gebracht. Daar is het ontvet, ontwaterd, in paraffine gedompeld en heeft het in verschillende apparaten gestaan om er uiteindelijk dunne plakjes (coupes) van te kunnen snijden. Ten slotte komt het materiaal bij patholoog Peter Bult terecht die het onder de microscoop bekijkt en zijn bevindingen meteen digitaal inspreekt in het zogenoemde PALGA-systeem. Een landelijk systeem dat ook pathologen uit andere ziekenhuizen kunnen raadplegen als de patiënt in het eigen ziekenhuis komt. Uniek is dat het Radboud de uitslag van een histologische punctie al binnen een dag heeft. Bij verdenking op borstkanker wordt altijd een histologische punctie gedaan, bij een cyste een cytologische. Na de registratie gaat Bult meteen naar de multidisciplinaire bespreking, waar hij samen met de verpleegkundig specialist, de chirurg en de radioloog de uitslagen
Roel Mus: ‘Een tumor moet ongeveer 5 mm zijn om hem te zien. Ontdekken wij een tumor, dan loopt een patiënt hier al vier jaar mee, tenzij het om een agressieve tumor gaat.’
Schlooz kijkt ook naar de esthetische kant. ‘Bij vrouwen met een kleine cup, is een borstsparende operatie niet mooi, en voor volumineuze vrouwen is de asymmetrie een probleem. Een borst kan wel twee kilo wegen. Dan geeft een borstreconstructie met eigen materiaal en een verkleining van de gezonde borst fraaie resultaten.’ Een borstreconstructie is het best na bestraling en chemotherapie. Schlooz stuurt mensen wel alvast door naar de plastisch chirurg, zodat zij tijd hebben een goede afweging te maken. Minder dan 30 procent van alle patiënten kiest voor een borstreconstructie, waaronder het meest jongeren. Maar soms ook een vrouw van 70, en dan zal Schlooz de laatste zijn om dit tegen te houden. Om vier uur ’s middags is mevrouw Pietersen weer terug bij Lenny Polman voor de uitslag van de punctie. Goed en wel binnen, zegt Polman: ‘We hebben goed nieuws hoor.’ Ze laat de patiënt niet graag in het ongewisse. ‘Het is gewoon een cyste.’ ‘Heb ik geluk’, reageert mevrouw opgelucht en pakt de hand van haar dochter vast. ‘Wat heerlijk, nu kan mijn vakantie beginnen.’ Eenmaal op de gang zegt ze: ‘Het is spannend hoor, om te wachten op de uitslag. Maar gelukkig is het goed en wat waren die mensen hier lief.’ Voor huisartsen en patiënten is een speciale mammalijn geopend die vijf dagen per week is geopend. Telefoon: 3619225
Patholoog Peter Bult kan al binnen een dag de uitslag van een histologische punctie geven.
9
o nderz o e k
Geneeskruiden verstoren werking hiv-remmers Sommige, ook in Nederland populaire, geneeskruiden kunnen de werking van hiv-remmers ernstig verstoren. Mogelijk met alle gevolgen van dien voor de aidsbestrijding in ontwikkelingslanden, waar traditiegetrouw vaak geneeskruiden worden gebruikt. Tot die conclusie komt dr. Carolien van den Bout in een onderzoek, waarop zij op 29 april promoveerde aan de Radboud Universiteit.
AD DEN HELD
‘Baat het niet, het schaadt ook niet’, met die geruststellende gedachte gebruiken heel wat mensen geneeskruiden of kruidengeneesmiddelen. Al dan niet naast de reguliere geneesmiddelen die zij van hun huisarts of medisch specialist krijgen voorgeschreven. En juist zo’n combinatie van kruidengeneesmiddelen met reguliere medicijnen kan soms ernstige gevolgen hebben voor de werkzaamheid van die reguliere medicijnen. Biomedisch wetenschapper Carolien van den Bout-van den Beukel ontdekte dat in de praktijk tijdens haar promotieonderzoek onder hiv-patiënten in Tanzania. ‘Orale candida, mondschimmel, is een veel voorkomend probleem bij hiv-patiënten’, vertelt zij. ‘En normaal gesproken gaan hiv-patiënten in Tanzania voor de behandeling van orale candida naar hun plaatselijke kruidendokter, die vervolgens bepaalde geneeskruiden adviseert. Maar steeds meer Tanzaniaanse hiv-patiënten krijgen toegang tot hiv-remmers. Met als gevolg dat een groeiend aantal hiv-patiënten daar die geneeskruiden naast hun hivremmers gaat gebruiken.’ Dit gegeven was voor Van den Bout aanleiding om te kijken naar de effectiviteit van die kruidengeneesmiddelen op orale candida. En met name om te onderzoeken of er bij een gelijktijdig gebruik een mogelijke wisselwerking zou kunnen ontstaan tussen die kruidengeneesmiddelen en de hiv-remmers.
Toxische óf verminderde werking Voor haar promotieonderzoek verzamelde Van den Bout in Tanzania in totaal 65 kruidenextracten, die daar vooral worden toegepast bij orale candida. De effectiviteit van die verzamelde kruidenextracten testte zij in Nederland in vitro – dus in een laboratoriumsetting – op verschillende candidastammen. Op basis van die testresultaten selecteerde de Nijmeegse onderzoekster uiteindelijk twaalf geneeskruiden met een goede effectiviteit tegen die schimmels. Volgende stap was om mogelijke interacties vast te stellen tussen die geneeskruiden en hiv-remmers. En wat bleek? De geselecteerde geneeskruiden beïnvloedden eveneens het enzymsysteem dat verantwoordelijk is voor de omzetting van hiv-remmers in het lichaam. Sommige geneeskruiden hadden een remmende werking
Voor haar promotieonderzoek verzamelde Van den Bout in Tanzania in totaal 65 kruidenextracten. op dat enzymsysteem, andere geneeskruiden bleken het enzymsysteem juist te stimuleren. Met als gevolgen voor het effect van de hiv-remmers: een versterkte – dus toxische – werking óf juist een sterk verminderde concentratie werkzame stof in het lichaam, dus een verminderde werking. Met als risico: therapiefalen.
Knoflookpillen Voor haar promotieonderzoek maakte Van den Bout eveneens gebruik van literatuurstudies. Zo keek zij naar de meest gebruikte Amerikaanse, Duitse en Afrikaanse kruidengeneesmiddelen en hun potentiële interactierisico met hiv-remmers. ‘Ook daaruit bleek dat diverse kruiden een risico vormen, wanneer ze tegelijkertijd worden gebruikt met hiv-remmers. Kortom, kruiden kunnen in combinatie met hiv-remmers wel degelijk gevaarlijk zijn.’ Waaronder de ook in ons land populaire geneeskruiden: St. Janskruid (vermindert werking hivremmers), Echinacea (versterkt werking hiv-remmers), Ginkgo biloba (versterkt werking hiv-remmers) en mariadistel (vermindert werking hiv-remmers). Maar ook het gebruik van knoflookpillen met allicine kan de werking van hiv-remmers beïnvloeden, ontdekte zij tijdens haar onderzoek. ‘Knoflookpillen met allicine in combinatie met hiv-remmers geven een verhoogd risico op een verminderde werking van die hiv-remmers.’ Van den Bout benadrukt volledigheidshalve dat het hierbij
uitsluitend gaat om knoflookpillen met allicine, dus om sterk verhoogde concentraties knoflook, en niet om het gebruik van teentjes knoflook in maaltijden.
Voorzichtig met vitamine D Tijdens haar promotieonderzoek stuitte Van den Bout ook nog op mogelijk schadelijke gevolgen van extra vitamine D-gebruik. ‘Veel hiv-patiënten hebben een vitamine D-tekort en onder andere hiv-remmers kunnen daaraan bijdragen. Dat geldt zeker voor hiv-patiënten met een donkere huidskleur in Nederland. Want zelfs gezonde mensen met een donkere huidskleur hebben hier al te weinig zonlicht om via hun huid voldoende vitamine D aan te maken.’ De oplossing voor deze hiv-patiënten lijkt simpel: extra vitamine D slikken. Uit explorerend onderzoek van Van den Bout onder twintig hiv-patiënten bleek, dat de gewone onderhoudsdosering van 1000 IE vitamine D per dag geen problemen geeft en de vitamine D-spiegel weer normaliseert. Maar een hogere dagelijkse dosis vitamine D (meer dan 2000 IE) zou volgens haar mogelijk ongunstig kunnen zijn voor hun insulinegevoeligheid. ‘Met andere woorden: hiv-patiënten die naast hun hiv-remmers per dag meer dan 1000 IE vitamine D gebruiken, hebben mogelijk een hoger risico op het krijgen van diabetes. Al zijn er’, zo nuanceert Van den Bout dit onderzoeksresultaat, ‘veel grotere klinische studies nodig om écht harde conclusies te kunnen verbinden aan het gebruik van extra vitamine D in combinatie met hivremmers. Het blijft, voor het behoud van sterke botten, voor hiv-patiënten wel degelijk belangrijk om een vitamine D-tekort aan te vullen. Maar mijn onderzoek laat zien dat overdosering mogelijk nadelige effecten heeft.’
Aanbevelingen
Carolien van den Bout (midden) hoopt dat er door haar onderzoek internationaal meer aandacht komt voor het probleem.
10
Van den Bout erkent dat het bij haar promotieonderzoek om een in vitro-studie ging. ‘Dus het is nog moeilijk te zeggen, wat er precies in de mens gebeurt wanneer er tegelijkertijd kruidengeneesmiddelen en hiv-remmers worden gebruikt. Daarvoor is nog nader onderzoek nodig. Maar aan de andere kant: de concentratieranges waarin de kruidengeneesmiddelen zijn getest, komen overeen met de concentratieranges in Sint Janskruid. En van Sint Janskruid was al eerder bekend dat het de werking van onder meer hiv-remmers kan beïnvloeden. Dat staat ook vermeld op de bijsluiters van hiv-geneesmiddelen.’ De onderzoeker van het UMC St Radboud adviseert zowel hiv-patiënten, huisartsen, specialisten als apothekers alert te zijn op mogelijke interacties tussen kruidengeneesmiddelen en hiv-remmers. Maar ze hoopt vooral dat er door haar promotieonderzoek internationaal meer aandacht komt voor een mogelijk verstorende werking van kruidengeneesmiddelen op hiv-remmers. ‘Want dit thema is erg onderbelicht. En daar moet beslist op worden gelet, wil je een optimale behandeling van hiv krijgen. Zeker in Afrikaanse en andere ontwikkelingslanden, waar hiv-patiënten traditiegetrouw al snel hun toevlucht zoeken tot kruidengeneesmiddelen naast hun hiv-remmers.’ n
r a db o de 8 - 2 0 0 9
De signalen van de patiënt Goede zorg is meer dan een goede behandeling. Ook de kwaliteit van de communicatie tussen patiënt en zorgverlener is belangrijk. Maar waar de ene patiënt zijn emotionele problemen graag bij de zorgverlener wil aankaarten, wil de andere patiënt dat juist liever niet. Oncologieverpleegkundige en gezondheidswetenschapper Ruud Uitterhoeve verdiepte zich in dit onderwerp en ontwierp een trainingsprogramma dat verpleegkundigen beter in staat stelt de subtiele signalen te herkennen die aangeven welke (emotionele) zaken de patiënt graag zou willen bespreken met de verpleegkundige.
MA R T E N D OO P E R
‘Kanker is een ziekte die gepaard gaat met veel emoties’, weet Uitterhoeve, die op 26 mei promoveert op zijn onderzoek, op grond van zijn ervaring als oncologieverpleegkundige. ‘Patiënten worstelen met de consequenties van hun ziekte. Ze maken zich zorgen om hun eigen toekomst maar vaak ook over de toekomst van hun naasten. In de gesprekken tussen patiënten en zorgverleners komen die emotionele aspecten van kanker doorgaans maar mondjesmaat aan bod. Dat blijkt uit een enquête die ik hield onder 120 patiënten en 110 zorgverleners. De gesprekken tussen patiënten en zorgverleners zijn voornamelijk technisch van aard. Welke behandeling gaat er plaatsvinden, hoe gaat dat in zijn werk, welke lichamelijke gevolgen heeft de behandeling?’ Uitterhoeve, die tevens filosofie heeft gestudeerd, noemt dit het gevolg van de heersende dominantie van ‘ episteme en techne’ in de zorg. ‘Je kunt die twee beschouwen als de vormen van kennis die ten grondslag liggen aan het werken volgens evidence based richtlijnen. Voor zorgverleners is echter nog een andere vorm van kennis belangrijk, de phronesis. Dat is kennis die meer rekening houdt met de context, met de specifieke omstandigheden van de individuele patiënt. Goede zorgverlening houdt ook rekening met die individualiteit.’ Een onderdeel van die individualiteit is de mate waarin de patiënt behoefte heeft te praten over zijn of haar emoties die voortkomen uit de ziekte. Niet alle patiënten hebben evenveel behoefte te praten over hun emoties. En de patiënten die wel die behoefte hebben, maken dit meestal slechts in zeer bedekte vorm kenbaar aan de zorgverleners. Uitterhoeve: ‘Uit mijn onderzoek blijkt dat verpleegkundigen maar in de helft van de gevallen in staat zijn deze subtiele signalen, zogeheten cues, op te merken en hier vervolgens adequaat op te reageren. Herkent de verpleegkundige de behoefte van de patiënt
om over een bepaald emotioneel onderwerp te praten en gaat de verpleegkundige hier ook op in, dan draagt dit bij aan de door de patiënt ervaren kwaliteit van zorg, heb ik tevens kunnen aantonen.’ Uitterhoeve stelt dat het belangrijk is dat de communicatiestijl van de zorgverlener aansluit op de voorkeur van de patiënt. Deze cue-responding is wat hem betreft een kerncompetentie van een verpleegkundige. Waar het dus op aankomt in de zorg is het herkennen van de cues die de patiënt geeft over zijn of haar behoefte aan een gesprek over de emotionele aspecten van de ziekte. En natuurlijk op de juiste manier om daarop te reageren. Om dit te bereiken ontwierp Uitterhoeve een speciaal trainingsprogramma voor verpleegkundigen. ‘In dat programma, dat uitgesmeerd is over een half jaar, oefenen de verpleegkundigen met behulp van een acteur die verschillende scenario’s simuleert, in het herkennen van en reageren op signalen van de patiënt.
‘Goede zorgverlening houdt ook rekening met de individualiteit’
prijzen en benoemingen P r o f . d r. R o b H o l d r i n e t Prof.dr. Rob Holdrinet, hoogleraar ontwikkeling medisch onderwijs, is tijdens de internistendagen op 23 en 24 april in Maastricht benoemd tot erelid van de Nederlandse Internisten Vereniging. Het erelidmaatschap werd hem toegekend omdat hij in 1989 het initiatief heeft genomen tot het organiseren van de eerste landelijke internistendagen. Hij heeft er veel aan bijgedragen, dat deze dagen zijn uitgegroeid tot een evenement, waar tegenwoordig meer dan 1500 internisten aan deelnemen. Het initiatief is sindsdien door vele medische beroepsverenigingen overgenomen. De internistendagen vormen voor internisten een goede gelegenheid om ook collega’s uit andere deelspecialismen te ontmoeten. Zij kunnen er hun onderzoek en casestudies presenteren. Ook voor internisten in opleiding zijn de internistendagen een belangrijk platform voor informatie-uitwisseling.
P r o f . d r. B e n H a m e l Bij zijn afscheid op 3 april is Ben Hamel, hoogleraar Klinische Genetica, benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau en tot erelid van de contactgroep Marfan (de vereniging van patiënten met het Marfan syndroom). Kort daarvoor werd hij al benoemd tot erelid van de Vereniging Klinische Genetica Nederland.
Jorieke Peters
Die scenario’s zijn gebaseerd op de eigen ervaringen van de cursisten. Een eerste test van het trainingsprogramma wijst uit dat de deelnemers na afloop beter in staat zijn de cues van de simulatiepatiënt te herkennen en hier adequaat op te reageren. De deelnemers vonden dat ze hierdoor de tijd met de patiënt nuttiger kunnen besteden. We zijn nu gestart met een grotere, gerandomiseerde studie om het effect van de training verder te onder zoeken. Als hieruit een meerwaarde blijkt, zou wat mij betreft scholing in cue-responding vanzelfsprekend moeten zijn.’ n
Jorieke Peters van de afdeling Laboratoriumgeneeskunde heeft op het Internationale Sanquin Spring Seminar voor Cellular Therapy in Amsterdam de prijs gewonnen voor de beste poster. Haar poster was getiteld Ex vivo generation of antigen specific regulatory T cells for immunotherapy.
D r. H a n s d e W i l t Dr. Hans de Wilt wordt met ingang van 1 juni benoemd tot hoogleraar Oncologische Chirurgie.
D r. P a u l T i e s i n g a Dr. Paul Tiesinga wordt met ingang van 1 juli benoemd tot hoogleraar Neuroinformatica.
Promoties* • Promotie mw. drs. H.C. Kroese-Deutman, woensdag 20 mei om 10.30 uur. Titel: Closing capacity of bone defects, scaffolds, porosity and growth factors updated • Promotie mw. drs. K.I.E.M. Wijffels, maandag 25 mei om 13.30 uur. Titel: Microenvironmental parameters in head and neck tumours. Patterns and quantitative analysis of vasculature hypoxia and proliferation • Promotie mw. drs. S. Pillen, dinsdag 26 mei om 13.30 uur. Titel: Quantitative muscle ultrasound in childhood neuromuscular disorders • Promotie drs. R.J. Uitterhoeve, dinsdag 26 mei om 15.30 uur. Titel: Nurse responsiveness to emotional cues of cancer patients - development of a training program • Promotie mw. drs. M. Bakker, woensdag 27 mei om 13.30 uur. Titel: Supraspinal control of walking: lessons from motor imagery • Promotie drs. J.E.M. Körver, woensdag 27 mei om 15.30 uur. Titel: Quantitative visualisation of epidermal cell populations; A study in healthy and psoriatic skin and its appendages • Promotie ing. H.A.R. van Wijk, vrijdag 29 mei om 10.30 uur. Titel: Dissection of the molecular pathology of Usher syndroms * Locatie: Radboud Universiteit, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2
Ruud Uitterhoeve ontwierp een speciaal trainingsprogramma voor verpleegkundigen in het herkennen van en reageren op signalen van de patiënt. Foto: Jan van Teeffelen
11
Voor een volledig overzicht en korte inhoud van alle promoties, oraties en afscheidsredes, zie www.umcn.nl, ingang ‘scientist’, doorklikken op ‘science agenda’
GRAFWEGEN, DUITSLAND Ref: 680
ARNHEM Wessel Couzijnhof 43
Adviesburo van den Berk uw partner voor financiële zekerheid (sinds 1963) Wonen in een woning met rieten dak, met een traditionele uitstraling en moderne architectuur? Gelegen in een besloten kleinschalige wijk met landelijk karakter, zeer ruime lichte woning met uitbouw en rond de woning gelegen tuin op het zuidwesten.
Inhoud: 660 m3. Perceel oppervlak: 392 m2.
KAVEL: ca. 1500m², INHOUD: ca. 800m³ Uitermate charmant, rietgedekt woonhuis óp de grens met Nederland nét onder Breedeweg! Bijzonder is dat de voordeur in Duitsland is en de garagedeur in Nederland! Boven de dubbele, eveneens rietgedekte garage is een gastenverblijf gemaakt. Het bos ligt op loopafstand, richting Nederland is er een vrij uitzicht over akkers. Het is in 2005 compleet gerenoveerd. De highlights zijn verder: een bijzonder sfeervolle woon/eetkamer met vide en open haard en een zeer compleet uitgeruste luxe woonkeuken met open haard. De gehele begane grond is voorzien van een hardstenen vloer met vloerverwarming. 1e verd.: vier slaapkamers, een kleedkamer en de luxe badkamer met eiken vloer. Meer info en foto’s op www.verbeek-immo.nl, exclusief 3,57% koperscourtage. Vraagprijs: ` 749.500,-- k.k.
Meer informatie: www.funda.nl en www.jaap.nl
Verbeek Immobilien Nijmegen 024-3820010
Nabij winkelcentra, stadscentrum, uitvalswegen, basisscholen, voortgezet onderwijs, kinderboerderij en sportverenigingen. UMC St Radboud op 20 auto minuten en Ziekenhuis Rijnstate op 12 auto minuten.
`iÀiÊÃV
i`iÊiÌ
radbode-krasznai 090313.indd 1
iÊÃV
i`}ÊÃÊiiÊÛ>Ê`iÊiiÃÌÊ}À«i`iÊ }iLiÕÀÌiÃÃiÊ`iÊÊiiÊ}iâÊ>Ê}iLiÕÀi°ÊiÌÊ viÌÊ`>ÌÊÕ`iÀÃÊ`iÊÀi>ÌiÊÜiÊÛiÀLÀiiÊÛiÀÀ â>>ÌÊÛ>>ÊiiÊÛiÀâV
ÌiiÊiÊÛiÀÜ>ÀÀi`iÊ ÃÌÕ>Ìi°Ê>>ÀÊÕ`iÀÃÊLÛiÊÊ>Ê`iÊÃV
i`}Ê Li`iÊ`iÊÛiÀ>ÌÜÀ`i
i`ÊÛÀÊ`iÊ`iÀiÊ
Õ`iÊiÊâÊ`>>À`ÀÊ}i`Ü}iÊÊÊVÌ>VÌÊ iÌÊi>>ÀÊÌiÊLÛi°Ê"âiÊÃÌiiÊÃÊ«À>ÌÃV
\Ê >ÃÊ`iÊÃV
i`}Êii>>ÊiiÊviÌÊÃ]Ê}>>ÌÊ
iÌÊiÀÊ Ü>ÌÊ
iÌÊLiÃÌiÊÃÊÛÀÊ`iÊ`iÀi°
iÊLi>}ÀÃÌiÊÀi}i\Ê}iLÀÕÊ`iÊ`iÀiÊiÌÊÊiÊ}iÊÌiÊ À}i°Ê`iÀiÊiâiÊiÌÊÛÀÊiiÊÃV
i`}ÊiÊÜiÊÊ iÌÊÛÀÊiiÊÛ>Ê`iÊÕ`iÀÃÊiâi°ÊiÌÊÃÊâiiÀÊ«ÊÊÊ
iÌÊ VyVÌÊÛ>ÊiÊÕ`iÀÃÊLiÌÀiÊÌiÊÜÀ`i° >>ÀÊÃÊ
iÌÊLi>}ÀÊÊ}i`i]Ê
i`iÀiÊ>vëÀ>iÊÌiÊ> i°Ê iÊ>v}i«iÊ>ÀiÊ>iÊÃÌii`ÃÊiiÀÊiÃiÊiiÊÕ `iÀÃV
>«Ã«>°Ê ÌÊ}>>ÌÊ
}ÃÌÜ>>ÀÃV
ÊÜiÌÌiÊÛiÀ«V
ÌÊ ÜÀ`i°ÊÊiiÊÕ`iÀÃV
>«Ã«>Ê>>ÊiÊ>vëÀ>iÊÛiÀÊ`iÊ `iÀiÊiÊ
iÌÊ>Ê`iÀ`iiÊâÊÛ>ÊiiÊiV
ÌÃV
i`}ÃV Ûi>Ì°ÊvëÀ>iÊÛiÀÊÜiÊ`iÊ`iÀiÊÛiÀâÀ}ÌÊiÊÜ>iiÀ]Ê ÛiÀÊ`iÊVÕV>ÌiÊiÌÊÃV
]ÊÜiÊLiÃÃÃ}iÊiiÌÊiÊ ÛiÀÊÜiiÊâ>iÊÛiÀi}Ê«>>ÌÃÛ`Ì]Ê`iÊÛ>>ÌiÃ]ÊviiÃÌ`>}iÊ iÊÛiÀ>>À`>}i]Ê`iÊ}>}ÊiÌÊiiÊiÕÜiÊ«>ÀÌiÀ°Ê>>ÀÊ> ÌÕÕÀÊÊÛiÀÊÜiiÊÃÌiÊ`ÀÊÜiÊ}i`À>}iÊ}>>ÊÜÀ`i° <ÊÃÌiiÊÜ]Ê`iÊ}iÜiÃÌ]ÊÛiiÊÛÀ>}iÊ>>ÊÃV
i`i`iÊ Õ`iÀðÊ1ÌÊâiÊ«À>Ì]Ê>>ÀÊÊÕÌÊ`iÀâi]ÊLÌÊ`>ÌÊ iiÊÕ`iÀÃV
>«Ã«>Ê}i`ÊÜiÀÌ°ÊiÌÊÃÊ}i`ÊÊÛ>ÊÌiÊÛÀiÊ
Financiële planning
Praktijkfinanciering
Hypotheken
Praktijkbemiddeling
Verzekeringen
Pensioenen
Regentessestraat 3
T. 024 - 3230731
www.vandenberk.com
6522 AM Nijmegen
F. 024 - 3601567
[email protected]
07-05-2009 10:51:08
Grand Buffet & andere mogelijkheden
ÛiÀÊ`iâiÊ`}iÊ>ÊÌiÊ`iiÊiÊLÊi}
i`ÊÕÊiÊiÀÊ >Ì`Ê«ÊÌiÀÕ}Û>i°Ê"Õ`iÀÃÊiÌÊiiÊÕ`iÀÃV
>«Ã«>ÊâiÊ i>>ÀÊÛiiÊ`iÀÊÊ`iÊÀiV
ÌL>°Ê iÊÕ`iÀÃV
>«Ã«>ÊÃÊiÌÊ >iiÊâÛÊÛÀÊÃV
i`i`iÊÕ`iÀÃÊ>>ÀÊ>ÊÊÛÀÊÀii`ÃÊ }iÃV
i`iÊÕ`iÀÃÊ}ÊiiÊ}i`Ê
Õ«``iÊâ°
www.de-schans.nl
iÊÃV
i`}ÊÃÊÛÀÊ`iÀiÊ>Ì`Êi]Ê>>ÀÊÊiÌÃÊ Ü>>ÀiiÊâiÊÕiÊiÀiÊiÛi°Ê iÊÃV
i`}Ê`iÊÌ>>À`Ê ÊiiÊÃi«i`ÊVyVÌÊÃÊÃV
>`iÊÛÀÊ`iÀi]ÊÊ«Ê`iÊ >}iÊÌiÀ°ÊiÌÊÕ`iÀÃV
>«Ê}>>ÌÊ`ÀÊ>ÊiiÊÃV
i`}°Ê Ê `>Ê}>>ÌÊ
iÌÊiÌÊ>iiÊÊÀiV
ÌiÊiÊ«V
Ìi]Ê>>ÀÊÛÀ>Ê ÊÛiÀÊ`iÊ}i
i`ÊÊ>iLiÊiiÊ}i`iÊL>`ÊiÌÊ`iÊ `iÀiÊÌiÊLi
Õ`i°
Rijksweg 95 Mook 024-6962125
[email protected]
>À>iÊ>>À>iÀÊÃÊÃV
i`}Ã>i>>ÀÊÊ i}iÊiÊÃÌÀii
KAAIJ ADVOCATEN
,i>}iÀi¶ >À>iÊ>>À>iÀ]ÊäÈ£xxxÇÈ{ >>À>iÀJÃV
i`}Ã>i>>À°
1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
Aanbieding voor personeel van UMC St Radboud: bij minimaal 10 personen € 3,00 korting p.p., doordeweeks t/m vrijdag
Voor de persoonlijke aanpak FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37 Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
ÜÜÜ°ÃV
i`}Ã>i>>À°
12
r o nder w ij s a db o de 8 - 2 0 0 9
buitenland Mirte Siemerink liep een keuzecoschap tropengeneeskunde in Sumve (Tanzania). Ze is geneeskunde student aan het erasmus MC in Rotterdam, 6e jaars. Aankomende week studeert ze af en gaat ze werken als arts-assistent dermatologie.
Bijscholing voor tandartsen uit ontwikkelingslanden Van 6 mei tot en met 24 juni is er weer een groep bijzondere ‘studenten’ uit ontwikkelingslanden op de afdeling Tandheelkunde aanwezig. Zij volgen de cursus New Concepts in Public Oral Health die de vakgroep Internationale Mondgezondheid organiseert. ‘We krijgen regelmatig enthousiaste reacties van cursisten uit voorgaande jaren.’
Kiran Raj Awasthi uit Nepal en de Nigeriaanse Ayamma Udo Umanah zijn pas twee dagen bezig en hebben hoge verwachtingen. ‘Toen ik het programma zag wist ik dat ik hier bepaalde zaken kon leren die in mijn eigen land niet mogelijk zijn’, vertelt Ayamma. ‘Ik vind het fijn om te leren hoe ik iets beter kan presenteren’, vult Kiran aan.
Educatie en praktijk
1 januari 2009. ‘Mwaka mpya njema!’ Gelukkig nieuwjaar in het Swahili. Het schalde vrolijk door de overdrachtsruimte. Niet veel over te dragen, aldus de dienstdoende arts. Alleen een patiënt met brandwonden in de maleward. Ik maakte een notitie: Burncase, private room 1. Ik opende de deur van private room 1 en wist meteen: deze jongeman zou geen Mwaka mpya njema tegemoet gaan. Beyo was zijn naam en hij frituurde mandaazi’s op een huwelijksfeest toen hij vlamvatte omdat een vriend een fles kerosine omstootte in het vuur… Zijn schreeuwend gehuil en de aanblik van de grote zwartgeblakerde korsten en bloederige wonden deden me rillen. Deze patiënten gaan in Nederland linea recta naar een brandwondencentrum. Hier krijgt een dergelijke patiënt een coassistent als zaalarts en heeft hij maar te hopen dat er middelen zijn voor verzorging. Ik dacht daar maar niet te veel over na en vroeg om assistentie. We berekenden het lichaamspercentage verbrandingen: 54. Als getal misschien niet eens veel zeggend, maar de aanblik van deze jongeman, gevangen in één grote wond die hem niets dan pijn en onbehagen bezorgde, was afschuwelijk.
Programmacoördinator Dominique Niesten legt uit dat het eerste deel van de cursus over educatie gaat. ‘Ze leren bijvoorbeeld hoe ze hun lesmethoden effectiever kunnen maken en studenten een actievere rol kunnen laten spelen door probleemgestuurd onderwijs toe te passen.’ De acht cursisten die uit 42 aanvragen zijn geselecteerd zijn allemaal minimaal tandarts op bachelorniveau. Vaak hebben ze ook nog een functie aan een hogeschool of universiteit, vandaar dit deel van de cursus. Van deze acht gaan er zes mee naar het volgende deel
van de cursus. Er stromen vijf nieuwe cursisten in. ‘Het tweede deel gaat over public oral health, gemeenschapstandheelkunde. Daar leren studenten bijvoorbeeld hoe ze gaatjes kunnen vullen zonder te boren. Met handinstrumenten wordt het betreffende gaatje dan schoongemaakt waarna de tandarts speciaal vulmateriaal aanbrengt. Ideaal voor gebieden waar geen elektriciteit en stromend water is’, legt Niesten uit. Doel van deze cursus is dat de cursisten zaken meekrijgen waarmee ze in hun eigen land direct of indirect aan een betere mondgezondheid kunnen bijdragen.
Enthousiaste berichten De programmacoördinator benadrukt dat veel collega’s bijdragen aan de cursus . ‘Hoogleraar Wim van Palenstein en vakgroephoofd Jo Frencken verzorgen het cursusgedeelte over Public Oral Health, hoogleraar Nico Creugers verzorgt het leeuwendeel van het educatiegedeelte en drie andere enthousiaste vakdocenten geven ook enkele dagdelen cursus. Janny Wijmenga regelt alle logistiek rondom de studenten.’ Dat het aanslaat is duidelijk. ‘Regelmatig krijgen we enthousiaste berichten van cursisten uit voorgaande jaren over activiteiten die ze hebben ondernomen om de mondgezondheid van hun landgenoten te verbeteren’, besluit Niesten. Mm
De cursisten leren bijvoorbeeld hoe ze gaatjes kunnen vullen zonder boren. Zorg voor brandwonden is niet gemakkelijk en zeker niet in een setting als deze, las ik in een handboek tropengeneeskunde. Personeel haakt af omdat het enge, vieze, stinkende gevallen zijn. Behandeling wordt gezien als tijdconsumerend en demoraliserend voor de patiënt. Ik zag het gebeuren bij Beyo. Ik nam zelf de continue wondzorg op me en diende vocht en antibiotica toe. Het was vreselijk als Beyo al enorm veel pijn had en ik ook nog eens zijn wonden schoon moest maken met jodiumoplossing. In het begin zijn mijn tranen in zijn wonden gevallen. Naast gebrekkig Swahili had ik een nonverbale taal met Beyo ontwikkeld. Aan zijn ogen zag ik wat voor dag het was. Ongelooflijk hoe vrolijk zijn ogen soms nog konden staan. Liggend in zijn nattende, ontstekende wonden. Aan het bed gebonden met als enige pijnmedicatie paracetamol en ibuprofen. Met kleine ups en grote downs was er na een maand toch sprake van vooruitgang. Sommige brandwonden vertoonden huidregeneratie. Beyo had de energie om af en toe uit bed te komen. Kleine mijlpaaltjes op weg naar herstel. Na twee maanden moest ik gaan. Ik stelde het afscheid dagen uit. Ik kon me niet voorstellen dat ik niet meer vrolijk en dankbaar onthaald zou worden door Beyo en zijn familie. Ik nam innig afscheid maar deed de deur niet dicht. Terug in Nederland kijk ik nog steeds mee door een kier. Beyo gaat nog steeds vooruit, maar is er nog lang niet. Ik hoop dat hij nog dit jaar definitief naar buiten loopt door de deur van private room 1. Zijn ongekende doorzettingsvermogen verdient het mooiste Mwaka mpya njema dat er bestaat.
Versneld talen leren In sneltreinvaart een vreemde taal eigen maken. Dat kan met de Intensive Language Programmes van het Universitair Taal- en Communicatiecentrum Nijmegen (UTN). Onder het motto ‘doeltaal is voertaal’ worden de cursisten vijf dagen lang ondergedompeld in de vreemde taal. De cursussen starten in september.
Academici opereren in een internationale context. Het spreken van vreemde talen is daarin steeds meer een vereiste. Het UTN speelt in op deze behoefte. Vanaf september starten de Intensive Language Programmes voor hoogleraren, universitair (hoofd)docenten, medisch specialisten, managers en overige medewerkers van de Radboud Universiteit en het UMC. Deze taaltrainingen hebben als doel om iemands taalvaardigheid in het Engels, Duits of andere vreemde taal aanzienlijk te verbeteren. Ook zijn er trainingen Nederlands voor buitenlandse medewerkers. ‘Internationalisering is een van de speerpunten van de universiteit’, vertelt Liesbet Korebrits, directeur UTN. ‘Medewerkers moeten bijvoorbeeld een congres voorzitten, presenteren, vergaderen of onderhandelen in het Engels. In het Intensive English Programme kunnen we specifiek deze vaardigheden bij iemand verbeteren. Ook uitspraak, woordenschat, grammatica en taalbeschouwing komen aan bod. Door de training leren mensen vloeiender, zelfverzekerder, grammaticaal correcter, genuanceerder, kortom: natuurlijker spreken in de vreemde taal.’
13
Doeltaal is voertaal De trainingen vinden plaats in het Kasteeltje. De tweede verdieping wordt hiervoor stijlvol verbouwd, en krijgt voorzieningen voor een digitaal talenpracticum. De taaltraining duurt vijf opeenvolgende werkdagen. De cursisten werken aan een case study die ze aan het einde van de week presenteren (uiteraard in de vreemde taal) aan een panel. Onder het motto ‘doeltaal is voertaal’ wordt uitsluitend in de vreemde taal gecommuniceerd. ‘Ook tijdens het diner of in de wandelgang’, aldus Korebrits. ‘De cursisten worden letterlijk ondergedompeld in de vreemde taal. Dit vergroot het leereffect, zodat men zich de vreemde taal snel eigen maakt.’ De taalcursussen hebben een uniek, academisch karakter. Korebrits: ‘In het Intensive English Programme worden er lezingen en debatavonden gehouden onder leiding van gerenommeerde gastdocenten van de RU en getalenteerde studenten van de Radboud Honours Academy. Hierbij komen onderwerpen aan bod waar de universiteit onderzoek naar doet.’ Het College van Bestuur van de Radboud Universiteit en de Raad van Bestuur van het UMC St Radboud ondersteunen de trainingen: de eerste aanmelders krijgen een financiële tegemoetkoming in de trainingskosten. gm Medewerkers kunnen zich aanmelden voor de Intensive Language Programmes. Meer info? Neem contact op met het UTN, 16166 of 12159,
[email protected].
r a db o de 8 - 2 0 0 9
mensen José Meijs Op 6 april is José Meijs met pensioen gegaan. Zij is bijna 22 jaar in dienst geweest van het UMC St Radboud, als secretaresse van de afdeling Cardiothoracale Chirurgie. José was een trouwe en aanwezige kracht binnen ons secretariaat, die hield van gezelligheid. We wensen haar alle goeds toe en danken haar hartelijk voor de jarenlange inzet en collegialiteit. José heeft de wens uitgesproken haar afscheid met haar collega’s te vieren tijdens een gezellig etentje. Namens staf en secretariaat Cardiothoracale Chirurgie Prof.dr.ir. H.A. van Swieten Els van Hulzen- Gielis
José Aldeweireldt Al veertig jaar komt José Aldeweireldt elke dag met plezier naar het UMC St Radboud. Ze startte als leerling-laborant op het histologisch laboratorium van Pathologie. Na afronding van haar opleiding startte ze op het Liquorlaboratorium. Tijdens haar loopbaan werkte ze op diverse laboratoria en ontwikkelde ze zicht tot senior analist. Naast haar inzet voor de patiëntenzorg werkte ze mee aan researchprojecten. Ze wist zich steeds aan te passen aan veranderingen en ontwikkelingen. In 2006 maakte ze een switch in haar loopbaan. Zij stapte over naar het patiëntenzorgsecretariaat van de afdeling PA. Tot op heden werkt ze ook hier met veel plezier. De afdeling Pathologie bedankt haar voor haar inzet en feliciteert haar met het bereiken van het veertigjarig dienstjubileum. Het jubileum is inmiddels, volgens de wens van José, in kleine kring gevierd. Marian van de Geer, hoofd secretariaten afdeling Pathologie.
Carla Veldkamp De afgelopen zes jaar heeft dr. Carla Veldkamp met veel enthousiasme gewerkt aan de onderwerpen kwaliteit en veiligheid. Zij zag kans in korte tijd zowel nationale als internationale expertise op het gebied van patiëntveiligheid binnen te halen en bracht dat als projectleider samen in het project Focus op veiligheid. Onder deze paraplu heeft Carla op een bevlogen manier veel projecten geïnitieerd. Zij ontwikkelde, samen met collega’s en een externe firma, een nieuw digitaal systeem dat op alle zorgafdelingen is geïmplementeerd. Ook landelijk is hier belangstelling voor. Carla wist collega’s ervan te overtuigen dat de patiëntenzorg in ons ziekenhuis toch veiliger kan. Zij heeft regelmatig presentaties gehouden op afdelingen. Haar hart gaat daarbij altijd uit naar de menselijke factor bij patiëntveiligheid. Carla gaat werken als manager kwaliteit, veiligheid en verantwoording in het CWZ. In haar nieuwe rol zullen we nauwe contacten met haar blijven onderhouden. Wij danken Carla voor haar grote inzet. Erik Booden, manager Adviesgroep PVI
ingezonden René van Gemert
Servicegerichtheid
Op 1 juni is René van Gemert 25 jaar in dienst. Hij is nu werkzaam als logistiek medewerker binnen de afdeling BTS van het Servicebedrijf. Wij bedanken René voor zijn inzet gedurende deze jaren en hopen ook voor de toekomst op een fijne samenwerking. Hij heeft ervoor gekozen zijn jubileum in kleine kring te vieren. J. Rutten v.d. Snoek, hoofd Logistiek & Services
Het leek mijn collega’s en mij een leuk idee: een afdelingssnack ter ere van onze verjaardagen. En hoe moeilijk kan het zijn met het professionele friteuse systeem in het Restofant. Een belketen leerde mij anders. Allereerst werd contact opgenomen met het Restofant. Op de vraag of dertig frikadellen en dertig kroketten tot de service behoorden, werd ik doorverbonden met de chef-kok. Haute cuisine, moet natuurlijk hoog overlegd worden. Helaas, dit valt niet onder de dienstverlening van de keuken. Maar wel het geven van een nummer van de catering, zij kunnen me vast helpen. De catering zag wel opties om deze massa-order te verwerken. Hoe we gingen betalen, met een model8 bon? Dit leek mij nou precies iets wat je uit je eigen zak betaalt. Helaas kon dat niet, maar via het reserveringsbureau kon vast wel een order geplaatst worden. Zou het hen nog wel lukken dit binnen 24 uur te regelen? Op de vraag wie nu uiteindelijk de snacks ging bakken werd geantwoord dat de catering dat natuurlijk zou regelen, zodat ik ze in het Restofant kon ophalen. Het reserve-
Maria Hugen Op 1 mei 2009 vierde Maria Hugen haar 25-jarig jubileum als medewerker van het UMC St Radboud. Ze is haar carrière begonnen als verpleegkundige in de (acute) psychiatrie, maar kwam al snel terecht op Neurologie. Na een aantal jaren gewerkt te hebben als verpleegkundige op N10 werd zij daar teamleider, in de tijd dat er nog twee neurologische verpleegafdelingen waren. Enkele jaren na de samenvoeging nam zij op 1 juni 2001 het hoofdschap op zich en sedertdien heeft zij altijd een centrale rol gespeeld bij de ontwikkelingen in de kliniek. Zo is zij een van de drijvende krachten achter de opzet van verschillende kwaliteitssystemen. Ze heeft vanaf het begin ingezien dat hiervoor mensen en middelen nodig zijn. Medewerkers op de afdeling roemen haar grote betrokkenheid, daadkracht, positieve levenshouding en analytische kijk op problemen. Maria Hugen kan veranderingen goed van verschillende kanten bekijken waardoor er rust in de organisatie blijft. Zij sluit haar ogen niet voor nadelen of problemen voor het personeel, maar zij maakt ook duidelijk wanneer veranderingen nu eenmaal nodig zijn. In woelige tijden als deze is iedere afdeling een hoofdverpleegkundige toegewenst als Maria Hugen. En uiteraard ook in rustige tijden! Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog
Witte jas; waarom? Verveeld wachtend voor het laatste stoplicht van de Annastraat keek ik wat rond en ontwaarde in de auto naast me een vrouw in een groen springpak. Of het springpak thuishoorde op de OK, IC of in de keuken, kon ik niet uitmaken. Evenmin of het een Radboudmedewerkster betrof. Gelukkig was Zembla niet in de buurt, maar het hoort niet. Een maand later nam ik de proef op de som. Bij het inleidend college voor een practicum over virussen betrad ik de collegezaal in een witte jas met korte mouwen, waar de lange mouwen van mijn overhemd onder uitstaken (u kent dat wel, die onhandige jassen). De jas was voor het gemak niet gesloten en de zakken goed gevuld met medisch interessante parafernalia die gemakkelijk besmet raken (stethoscoop, oogspiegel, PDF etcetera). Ik verzocht mijn collega-inleider om alvast te beginnen, want ik moest eerst mijn verlate lunch nog nuttigen. Als bij afspraak had mijn collega
Bart Tijsse Klasen Op 1 mei 2009 was het 25 jaar geleden dat Bart Tijsse Klasen in dienst kwam, de voormalige Patiënten debiteurenadministratie (unit Incasso centrale inning honoraria). Op 1 maart 1991 stapte hij over naar de Boekhouding van de Financiële Administratie. In 2000 is Bart overgestapt naar zijn huidige werkveld in de projectadministratieve ondersteuning van onderzoeksprojecten. Deze ondersteuning voert Bart sinds kort uit onder de vlag van het Servicebedrijf in de Productgroep F&A. Bart is daarbij als ervaren medewerker Financiële Informatie een vraagbaak voor zijn collega’s en hij ondersteunt de onderzoekers bij de afdelingen van de neurosensorische specialismen met projectrapportages en projectafrekeningen naar subsidiegevers. Bart zal deze mijlpaal met zijn collega’s vieren. Richard Bens, hoofd Financiële Informatie, productgroep F&A
ringsbureau, dat zou de offerte maken. Nog niet eens één frikadel op en nu al mijn buik ervan vol, besloot ik het over een andere boeg te gooien. Onze eigen trouwe afdelingssnackbar: Çiçek aan de Groenestraat. Zelfs om tien uur in de ochtend is het daar mogelijk om orders te plaatsen. Binnen zestig seconden was geregeld dat morgen een paar kilo gefrituurd afvalvlees wordt afgeleverd, drie uur vroeger dan normaliter de koeriersdienst ingaat. Geen model8 bon, wel korting. En wat betreft servicegerichtheid? De manager van Çiçek belde persoonlijk nog even terug om te vragen of ik ook aan de sausjes gedacht had… Om samen te vatten: binnen het Radboud van het kastje naar de muur en terug in tien minuten, maar een goede handel extern binnen één minuut. De bedrijfsvoering van het Radboud zou nog veel kunnen leren van de service van een snackbar. Ik weet in ieder geval waar ik de volgende keer moet zijn. Dennis Vriens, arts-onderzoeker nucleaire geneeskunde.
eveneens zijn jas open gelaten en kwamen óók de AIOS die gingen assisteren met open jas binnen, met een broodje plus drankje in de hand. Een enkele student zocht in z’n tas een banaan en begon die ook maar te nuttigen. Voorbeeld doet volgen, nietwaar. Na vijf minuten onderbrak ik mijn collega en vroeg de studenten naar de activerende gegevens. Aanvankelijk voelde men zich overdonderd, maar toen ik het een en ander had uitgelegd over het nut van beschermende kleding, barstten de reacties los. Kritisch, als studenten betaamd, kaatsten ze de bal terug: kijk eens rond in het ziekenhuis. Men houdt zich nergens aan regels. Ga eens naar het restaurant, waar iedereen in witte jas zit te eten, een ware gospe! Ik moest de studenten gelijk geven en beloofde dit stukje te schrijven. Dat was me echter al weer enige tijd ontschoten, maar toen de Mexicaanse griep uitbrak vond ik daarin de aanleiding het te doen. Prof. dr. Joep Galama, viroloog
Academische vertaal- en redactieservice Wilt u een brief, artikel, proefschrift of andere tekst laten vertalen of corrigeren? Hebt u een professionele tolk nodig? Voor al deze diensten kunt u bij het UTN terecht.
Colofon Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud. Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen, Joke Groeneveld (eindredactie), Jannie Meussen , Gijs Munnichs Aan dit nummer werkten mee: Marten Dooper, Flip Franssen, Ad den Held, Marlies Mielekamp, Frank Muller, Daan Van Speybroeck, Studio Duel, Jan van Teeffelen E-mail: radbode @sb.umcn.nl, telefoon: 024-3613538 Correspondentie: UMC St Radboud, 528 Product groep Communicatie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Peter van Dijk, Henk Gerrits, mr. æmiel Kerckhoffs. prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat Vormgeving en lay-out: Puntkomma Nijmegen Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 023-5714745, e-mail:
[email protected] Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen 024-3615442 De volgende Radbode verschijnt vrijdag 29 mei.
Volgens NEN 2767
Wat bieden wij?
BOUWKEURMEESTER KEURT UW WONING
•
academische (medische, juridische, etc.) expertise
•
zeer ervaren (native) topvertalers en -tolken
•
snelle levering
•
scherpe controle op de kwaliteit van elke vertaling
•
service in vele talen
•
geen btw
Hoe werkt het? U mailt uw vraag of opdracht naar
[email protected]
Een pand kopen of verkopen? Schakel bouwkeurmeester Toon Peters in voor:
UÊ>«ÊiÕÀ}i UÊ6iÀ«ÊiÕÀ}i UÊii«ÊiÕÀ}i UÊ ÊiÕÀ}i Meer informatie of een oriënterend gesprek? Bel Toon Peters!
of belt met 024 – 361 14 25.
UÊ"«iÛiÀ}i UÊëiVÌià UÊÊ iÀ}iÊ*ÀiÃÌ>ÌiÊ `Ûià Met kwaliteitsgarantie ISO 9001:9002 certificering TUV!
Sprokkelveld 52 6596 DM Milsbeek T (0485) 516 775 I www.petersbouwadvies.nl E
[email protected]
14
radbode-utn 090504.indd 1
07-05-2009 10:53:06
r o pinie a db o de 8 - 2 0 0 9
PIPnieuws
Vieze ziekenhuizen
PersoneelsInformatiePunt
De tv-uitzending ‘Vieze ziekenhuizen’ zorgde op 19 april voor ophef. Voor professor dr. Andreas Voss, hoogleraar Infectiepreventie van het UMC St Radboud, aanleiding tot wat kanttekeningen. Plús een antwoord op de vraag: hoe is het gesteld met de ziekenhuishygiëne in Nijmegen?
Ma: 10.00 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Di: 11.30 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Wo: 10.00 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Do: 11.30 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Vrij: 10.00 - 14.00 uur. T (024) 361 91 66, route en interne post 536
[email protected] : Organisatie ➔ Personeels Informatie Punt of: voor informatie en formulieren ga naar Services ➔ HRM
Actueel De procedure en het declaratieformulier voor vergoeding uit het (extra) persoonlijk budget in het kader van scholing en ontwikkeling zijn beschikbaar en te raadplegen op intranet.
Salaris De uitbetaling van het salaris is 26 mei.
PIP tip Wanneer u en uw partner beide werkzaam zijn bij het UMC St Radboud, kunt u de verzending van één Radbode laten blokkeren. Geef dit aan bij PIP.
AD DEN HELD
Na het zien van de tv-uitzending Vieze ziekenhuizen van Zembla, moet ook de Nijmeegse hoogleraar medische microbiologie en infectiepreventie professor dr. Andreas Voss toegeven: er kwamen in de ziekenhuizen in Delft en in Harderwijk echte schoonmaakfouten aan het licht. ‘En ook al zullen de meeste patiënten van wat stof niet direct ziek worden, voor sommige patiëntengroepen kunnen vooral de schimmelsporen in stof wel degelijk een risico vormen.’ Voss wijst daarbij onder meer op patiënten op een hematologische afdeling, brandwondenpatiënten, transplantatiepatiënten en in het algemeen: alle patiënten met een sterk verminderde afweer. Naast stof- en bloedresten was in de uitzending ook te zien dat de oplossing van schoonmaakmiddelen dagelijks werd bijgevuld. Daarmee wordt, meent Voss, een belangrijke regel op het gebied van de ziekenhuishygiëne overtreden: alle flessen met schoonmaakmiddel na het
werk leegmaken, goed omspoelen en daarna laten drogen. ‘Doe je dat niet en vul je de flessen dagelijks bij, dan kunnen er in zo’n fles grote hoeveelheden microorganismen ontstaan die vervolgens tijdens de schoonmaakwerkzaamheden in de hele omgeving worden verspreid. Het niet volgen van zo’n wezenlijke hygiënemaatregel roept bij mij al snel de vraag op, hoe het in zo’n ziekenhuis gesteld is met het naleven van alle overige regels voor ziekenhuishygiëne, zoals een goede handhygiëne, schoon instrumentarium enzovoort.’ Volgens de Nijmeegse arts-microbioloog is de ziekenhuishygiëne in het UMC St Radboud over het algemeen op een hoog niveau. ‘Natuurlijk, het kan altijd beter. En mede naar aanleiding van de Zembla-uitzending zal het onderwerp ‘schoonmaken’ dan ook nog eens uitvoerig worden besproken tijdens de eerstvolgende bijeenkomst van de Ziekenhuisinfectiecommissie. Maar er zijn hier in ieder geval niet permanent klachten over het schoonmaken en dat stemt tevreden. Temeer, omdat het schoonmaakgebeuren in ziekenhuizen altijd twee kanten heeft. Allereerst draagt het schoonmaken bij aan de infectiepreventie. Maar tegelijkertijd heeft het schoonmaken ook een meer psychologische kant. Een ziekenhuis moet optisch schoon zijn. Want een ziekenhuis dat schoon oogt, draagt bij aan het gevoel dat patiënten zich in dat ziekenhuis veilig voelen. Dat is erg belangrijk. Een patiënt die in een ziekenhuis wordt opgenomen komt namelijk in een ongewone situatie terecht, die als bedreigend kan worden ervaren. En daarom alleen al moet ieder ziekenhuis uitstralen: hier ben je veilig.’ n
Vacatures Elke dag staan de nieuwe vacatures op internet en hangt de vacatureladder bij PIP. Gebruik onze klantencomputer om vacatures te bekijken en vraag desgewenst een uitdraai. : werken bij het UMC ➔ vacatures
FLEX Bent u verpleegkundige en op zoek naar een afwisselende baan? Dan is werken via FLEX, intern uitzendbureau, interessant voor u. Kijk voor meer informatie op onze site, of bel of mail ons. : www.umcn.nl ➔ werken bij het UMC ➔ tijdelijk werk T (024) 361 03 03,
[email protected] Route 534, interne post 536 Ma t/m vrij 07.30-16.30 uur
Vrijwilligers Wilt u 1 dagdeel per week gastvrouw of gastheer zijn, eens per maand op zondag bij de kerkdienst actief zijn of iets anders doen? Wij zijn blij met uw aanmelding. Voor meer informatie: Coördinator vrijwilligerswerk, Joke Hoop. T (024) 361 53 28,
[email protected]. : werken bij het UMC ➔ vrijwilligerswerk
Cursussen en trainingen Het UMC St Radboud heeft een breed pakket aan cursussen en trainingen, gericht op ontwikkeling, professionalisering en deskundigheidsbevordering voor medewerkers. Er zijn nog plaatsen beschikbaar voor de volgende trainingen: GROS - 04 juni Basisinstructie calamiteiten - 08 juni (Engelstalig voor laboratoria) RSI-workshop laboratoria - 15 juni BASS HRM / e-MF / RADAR - 16 juni Veilig werken met cytostatica - 18 juni Radboud Leergang Leidinggeven (RLL) In september start de Radboud Leergang Leidinggeven. De RLL is bestemd voor hiërarchisch leidinggevenden, die eindverantwoordelijk zijn voor de resultaten van een team. Doel is het versterken van uw competenties in uw rol van eindverantwoordelijk leidinggevende. Kijk voor meer informatie en het inschrijfformulier op onze website. Een compleet overzicht van onze opleidingen vindt u op intranet. : Home ➔ Organisatie ➔ Opleidingen ➔ Opleidings aanbod ➔ Functiegericht PIPnieuws is van Servicebedrijf, productgroep HRM
Foto: Frank Muller
Voorbereid op de Mexicaanse griep Zodra het Mexicaanse griepvirus zich over andere landen begon te verspreiden, heeft het UMC St Radboud ogenblikkelijk voorzorgsmaatregelen getroffen. Zodat het Nijmeegse UMC optimaal is voorbereid op de mogelijke komst van Nederlandse patiënten met Mexicaanse griep.
Het UMC St Radboud is helemaal klaar voor de opvang van patiënten met Mexicaanse griep, zo verzekert professor dr. Andries Hoitsma. De hoogleraar orgaantransplantatie zegt dit als één van de drie voorzitters van het Calamiteiten Organisatie Team (COT) van het Radboud. Het COT is de afgelopen weken al meerdere keren bijeen geweest. Welke acties zijn er zoal ondernomen, ter voorbereiding op de komst van deze grieppatiënten? Hoitsma: ‘De opvang van deze grieppatiënten in ons ziekenhuis vereist uiteraard nogal wat voorzorgsmaatregelen, met name op het gebied van isolatie. Dit betekent dat we zonodig vijf speciale isoleerkamers beschikbaar hebben voor volwassen grieppatiënten, plus nog wat meer isoleerkamers voor kinderen met Mexicaanse griep. Verder is er voldoende kweekmateriaal aanwezig, waarmee we kunnen aantonen of een patiënt met verdachte symptomen ook wérkelijk de Mexicaanse griep heeft. En mínstens zo belangrijk zijn alle instructies, waaronder het verplicht dragen van
15
mondkapjes, voor het verpleegkundig en medisch personeel. Alle patiënten die worden beschouwd als besmet met het Mexicaanse griepvirus moeten worden behandeld volgens een vastgesteld protocol, dat we breed beschikbaar hebben gesteld via ons eigen intranet Kwint. Dus iedereen kan daar altijd nalezen wat-ie moet doen.’ Kortom, het UMC St Radboud is ronduit uitstekend voorbereid op de komst van patiënten met Mexicaanse griep. ‘Overigens zijn we daarbij geweldig geholpen door de dreiging van het Marburgvirus, nu bijna een jaar geleden’, geeft COT-voorzitter Hoitsma ruiterlijk toe. Een Nederlandse toeriste liep dit even zeldzame als gevaarlijke Marburgvirus, dat hoge koorts en hevige bloedingen veroorzaakt, op in Uganda en is daar toen na thuiskomst aan overleden. Hoitsma: ‘Die serieuze dreiging van het Marburgvirus was voor ons reden om vorig jaar al alle protocollen in ons ziekenhuis rondom een dergelijke virusuitbraak nog eens goed door te nemen en up-to-date te maken. Dat Marburgvirus hebben we daarna weliswaar niet meer teruggezien. Maar van die goede voorbereidingen in 2008 hebben we – ook organisatorisch – heel veel geleerd. En daar profiteren we nu, bij de uitbraak van de Mexicaanse griep, nog steeds van.’ AdH
r a c t uee l a db o de 8 - 2 0 0 9
‘Medezeggenschap is van alle medewerkers’ De medezeggenschaps- en adviesorganen zijn er volop mee bezig om in het gereorganiseerde UMC St Radboud nog meer hun stem te laten gelden. Ook gaan ze meer doen om de achterban te bereiken. Radbode inventariseerde de ontwikkelingen bij de Ondernemingsraad, de VAR, de UMC-Raad en het Stafconvent. ‘Medezeggenschap moet laagdrempelig zijn.’
Gij s Munni c h s
Hoe bereik je het beste je achterban? Een vraag die bij alle medezeggenschaps- en adviesorganen (VAR, Stafconvent, OR en UMC-Raad) speelt. Een concreet actiepunt hierin is het uitgeven van een aantrekkelijke nieuwsbrief. De Ondernemingsraad en UMC-Raad lanceerden onlangs vernieuwde nieuwsbrieven, die medewerkers automatisch in hun mailbox kunnen ontvangen. Ook de VAR, de adviesraad voor verpleegkundige en paramedische beroepen, gaat een opgefrist VAR Journaal uitbrengen. ‘Medezeggenschap moet van alle medewerkers zijn. Dit doel hadden we ook scherp voor ogen toen we de medezeggenschap opnieuw inrichtten’, vertelt OR-voorzitter Hanneke Santegoets. ‘De OR heeft nu zes onderdeelcommissies ingesteld, die ieder een deel van het UMC bestrijken. Een OC geeft advies over zaken die dichter op de werkvloer spelen.’ Op 21 april ondertekenden Santegoets en bestuursvoorzitter Emile Lohman het nieuwe convenant medezeggenschapsstructuur. De OC’s worden op 15 mei ingesteld. Daarnaast wil de OR vaker gebruik maken van klankbordgroepen van medewerkers. ‘Bij belangrijke thema’s kunnen zij meedenken en ons van informatie voorzien. Bij de inrichting van het nieuwe OK-bedrijf bijvoorbeeld is er al een klankbordgroep geweest’, zegt Santegoets. ‘Ook moet medezeggenschap laagdrempelig zijn. Er komt vanaf juni voor de OC’s en de OR één bureau medezeggenschap. Dit krijgt ook een loketfunctie, waar medewerkers makkelijk en snel terecht kunnen met hun vraag.’
zou betekenen dat zo’n 450 specialisten lid worden. ‘We vinden dat iedere medisch specialist zijn of haar mening moet kunnen geven’, zegt Braat. ‘Verder willen we werkgroepen inrichten waarin enkele specialisten zich buigen over een specifiek onderwerp, een vooradvies formuleren en dit presenteren aan het hele Stafconvent.’ Ook de VAR is bezig zijn reglement te herzien en hierin de adviestaak goed te beschrijven. ‘Veel vragen die voorheen bij staf Zorg of de managers zorg kwamen, komen nu bij ons terecht’, zegt vicevoorzitter Jolanda ter Sluysen. ‘Het moet duidelijk worden voor collega-vakgenoten welke vraagstukken bij de VAR horen en welke elders. Daarover blijven we het komende jaar regelmatig met collega’s praten. We doen dit sinds een jaar in de openbare vergaderingen. We denken erover om hierbij per afdeling een afvaardiging uit te nodigen.’ De VAR is in de afgelopen tijd een volwaardig gesprekspartner van de Raad van Bestuur geworden. ‘We overleggen nu elke maand met RvB-lid Melvin Samsom’, vertelt Ter Sluysen. ‘Er wordt groot belang gehecht aan onze mening en visie. We werken binnen de VAR met portefeuilles, waardoor we veel effectiever het werk kunnen verdelen en voorbereiden.
onderbouwd zijn. De UMC-Raad heeft recent een format ontwikkeld dat alle afdelingen kunnen gebruiken. Het voordeel voor het UMC is dat er zo transparant beleid komt in het toekennen van de leerstoelen.’ Ook bij de UMC-Raad is er een nieuw reglement in de maak. Bindels: ‘We willen vooral duidelijkheid over ons advies- en instemmingsrecht. Met name het laatste is nu nog vaag. De UMC-Raad wordt tegenwoordig wel sneller en meer betrokken bij allerlei ontwikkelingen op het
Betrokkenheid vergroten Het Stafconvent adviseert de Raad van Bestuur over het medisch beleid. ‘Medisch specialisten willen graag meepraten over ‘beter worden’. Onlangs zijn er brainstormsessies geweest over de toekomst van het Stafconvent. Er kwamen maar liefst 200 specialisten. De betrokkenheid is dus groot’, aldus prof. dr. Didi Braat, voorzitter Stafconvent. ‘Momenteel zijn we een nieuw reglement aan het opstellen. Het voorstel is dat niet alleen afdelingshoofden, maar álle medisch specialisten deel uitmaken van het Stafconvent. Zo word je allemaal ervoor verantwoordelijk om de kwaliteit en veiligheid van medische zorg te verbeteren.’ Dit voorstel is op 12 mei intern door het Stafconvent besproken. De uitkomst hiervan was aan het eind van het productieproces van Radbode nog niet bekend. Het
ethiek Geven om niet Op 4 oktober 1951 overlijdt Henrietta Lacks, 31 jaar oud, aan baarmoederhalskanker. Diezelfde dag verschijnt het hoofd van het ziekenhuislaboratorium op televisie om te spreken over een grote wetenschappelijke doorbraak: zijn team is er voor het eerst in geslaagd een celcultuur langdurig in leven te houden. De cellen vermenigvuldigen zich razendsnel en lijken onsterfelijk. De man is met recht enthousiast; dergelijke cellen kunnen voor allerlei doelen gebruikt worden, zoals kankeronderzoek en het ontwikkelen van vaccins. Deze beroemde celcultuur werd de HeLa-cellijn genoemd, een lettercombinatie van voor- en achternaam van Henrietta Lacks. Henrietta noch haar man en kinderen was toestemming gevraagd voor het gebruik van haar cellen, laat staan dat ze in de uiteindelijk aanzienlijke winst deelden. Pas toen verschillende onderzoekers de familie jaren later
Illustratie: Duel
En we hebben met een bijna voltijds secretariaat een goed bereikbaar loket voor vragen en contact. Onze ambitie is en blijft om een top-VAR te worden.’
Proactief ‘Als adviesorgaan moet je proactief zijn’, vindt prof. dr. René Bindels, voorzitter UMC-Raad. Als voorbeeld noemt hij de advisering van de UMC-Raad over het leerstoelenbeleid. ‘Afdelingen beschikten niet over een vast format om een hoogleraar aan te stellen. Onbedoeld kan een aanvraag voor een leerstoel daardoor onvoldoende
verzochten bloed af te staan voor verder onderzoek kwam de aap uit de mouw: hun moeder ‘leefde verder’ als een van de meest gebruikte en bekende cellijnen ter wereld. Nieuwe technologische ontwikkelingen zorgen ervoor dat lichaamsmateriaal voor steeds meer toepassingen gebruikt kan worden, zowel voor wetenschappelijk
onderzoek als commerciële doeleinden. In Nederland is het niet toegestaan je eigen cellen of weefsels te verkopen. Hierachter gaat de opvatting schuil dat het schenken van lichaamsmateriaal zou moeten gebeuren uit altruïsme, de zogeheten donatie om niet. Dit beginsel van non-commercialiteit geldt alleen voor de donor, de instelling waar de donatie aan is afgestaan mag deze
16
gebied van onderzoek en onderwijs. Wij zorgen steeds dat we snel een gedegen advies uitbrengen. Processen moeten niet onnodig vertragen, omdat een stuk te lang bij een adviesorgaan blijft liggen. Uiteindelijk hebben de medezeggenschaps- en adviesorganen en de RvB allen hetzelfde doel voor ogen: samen van dit UMC een toptent maken.’ n Meer info over advies en medezeggenschap: bedrijfs portaal, linksboven ‘Organisatie’, links doorklikken ‘Medezeggenschap’
wel gebruiken voor financieel gewin. Zo ondervond ook John Moore, een leukemiepatiënt wiens afweercellen zonder zijn medeweten door zijn arts werden doorverkocht aan een biomedisch bedrijf. Volgens de rechter was niet Moore, maar het bedrijf eigenaar van zijn cellen en kon hij geen aanspraak maken op de naar schatting 3 miljard dollar winst. In vijftig jaar tijd is veel veranderd, en rondom het gebruik van cellen en weefsels is de nodige wet- en regelgeving ontstaan. Toch is er nog veel onduidelijk, vooral waar het gaat om de rechten van degene die lichaamsmateriaal afstaat. Als ik weefsel doneer, ben ik daar dan eigenaar van? Heb ik nog iets te vertellen over wat er met mijn materiaal gebeurt, of geef ik het zeggenschap volledig over? Als bedrijven aan mijn materiaal verdienen, moet daar dan niet iets tegenover staan? Al ruim acht jaar wordt er gewerkt aan wetgeving om de rechten van de donor beter vast te leggen, maar vooralsnog is men er niet in geslaagd zich een juridische weg te banen uit het complexe geheel van grote financiële belangen en waarden als solidariteit en wederkerigheid. Anke Oerlemans