VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 35 NUMMER 20 4 december 2009
Kwalitatief goede zorg: daar staat het UMC St Radboud voor. Het verantwoord omgaan met vertrouwelijke en soms gevoelige gegevens hoort daarbij. Net zoals zorgen voor een goede beveiliging van patiënten en medewerkers. Om dit onder ieders aandacht te brengen, start de campagne ‘Veiligheid. Onze gezamenlijke zorg’. Femke van de Berg
De kwaliteit van zorg, onderzoek en onderwijs hangt af van de veiligheid in het UMC St Radboud. Een veilig ziekenhuis begint natuurlijk met een goede fysieke beveiliging van patiënten, bezoekers, medewerkers, wetenschappers en studenten. Daarnaast is het noodzakelijk dat iedereen verantwoord omgaat met informatie. Immers: zelfs een verkeerd ingevoerde komma kan al ernstige gevolgen hebben voor de zorg aan de patiënten! Maar ook met de exclusieve resultaten van wetenschappelijk onderzoek, studieprestaties of informatie over salarissen moet zorgvuldig worden omgegaan.Gaat er iets mis met dit soort gegevens, dan kan dat leiden tot schade die varieert van lichamelijk letsel tot geestelijke of materiële schade als gevolg van privacyschending. Om mensen, waardevolle apparatuur en materialen en vertrouwelijke informatie goed te beveiligen, zijn er verschillende organisatorische en technische
Pagina 3 MS-kliniek bij Radboud
Pagina 5 Afscheid hoogleraar plastische chirurgie prof.dr. Paul Spauwen
maatregelen getroffen. ‘Zo wordt er steeds strenger nagezien op de naleving van de wet- en regelgeving en normen op het gebied van informatiebeveiliging’, vertelt security officer drs. Martijn van Oosten. Ook werden er meer badgedeuren geplaatst, hangen op cruciale plaatsen camera’s en kent het ziekenhuis een Beveiligingsdienst, die preventieve surveillancerondes uitvoert en direct reageert op assistentieverzoeken van medewerkers. Bovendien heeft de Raad van Bestuur beleid voor informatiebeveiliging en fysieke beveiliging vastgesteld. Toch komen er nog incidenten voor, zoals misbruik van informatie, vernielingen, diefstal en inbraak. ‘Het is belangrijk dat we daar iets tegen ondernemen, omdat we alleen in een veilige omgeving ons werk goed kunnen doen’, zegt prof.dr. Melvin Samsom van de Raad van Bestuur. ‘Maar om de risico’s af te dekken, zijn beleid en technische maatregelen niet voldoende. Beveiliging is mensenwerk en vraagt om alertheid en bewust gedrag van ons allen.’ Om medewerkers nog eens extra te attenderen op de belangrijke rol die zij hebben bij de beveiliging van het Radboud, gaat de campagne ‘Veiligheid. Onze gezamenlijke zorg’ van start. Iedereen ontvangt een brief van de Raad van Bestuur en een folder waarin vuistregels worden gegeven voor het omgaan met beveiligingsrisico’s. In de folder vinden medewerkers bovendien een kaartje met belangrijke telefoonnummers die ze kunnen bellen om onveilige situaties te melden. Verder komt er een enquête over beveiliging op het intranet. Deze geeft medewerkers een beeld van hun eigen veiligheidsbewustzijn. ‘Over enige tijd wordt de enquête herhaald om het effect van de campagne te meten’, aldus Van Oosten. Samsom vult aan: ‘Uiteindelijk draait het erom de juiste balans te vinden tussen beveiliging en toegankelijkheid. Voorop staat dat we een veilige én gastvrije organisatie willen zijn en blijven.’ n
Pagina 8 Zoeken naar verborgen hersenletsel
Pagina 10 Alternatief voor Pap-test betrouwbaar
ra d bo d e 2 0 - 2 0 0 9
inhoud 3
Betoog Patiëntenzorg MS-kliniek bij Radboud De zelfstandige MS-kliniek in Nijmegen valt vanaf 9 december onder het UMC St Radboud. Beide partijen zijn blij met de overeenkomst. De MS-kliniek krijgt in het voorjaar een plek in het Centrum voor Chronische Ziekten Dekkerswald.
7
Beleid Radboudleiderschapscolleges Radbode proefde de sfeer tijdens de bijeenkomst Kwaliteit en veiligheid: ‘Als jij vindt dat het anders had gemoeten, zeg dat dan vooral.’
8
10
agenda
15
Reportage
Zoeken naar verborgen hersenletsel Jaarlijks komen hier zo’n zevenhonderd patiënten binnen met traumatisch hersenletsel. Een grote groep heeft zogenaamde diffuse axonale schade, waarbij de hersenbanen zijn aangetast. Moeilijk te zien, maar met mogelijk grote gevolgen. De afdeling Neurologie wil juist deze schade in beeld krijgen.
Onderzoek Alternatief voor Pap-test betrouwbaar Dunnelaagcytologie, een nieuwe techniek om een uitstrijkje van de baarmoederhals te onderzoeken, is net zo betrouwbaar als de klassieke Pap-test. Dit concludeert Bert Siebers (Pathologie) in zijn proefschrift.
Oecumenische vieringen
Medisch-wetenschappelijk onderzoek bij kinderen is noodzakelijk De commissie Doek adviseert bestaande regels rond medisch-wetenschappelijk onderzoek bij kinderen te verruimen. Een betoog van Norbert Steinkamp, die in deze commissie zitting had.
6, 13 en 20 december 10.00 uur personeelsrestaurant: zondag 6 december, voorganger Ries van de Sande, zondag 13 december Wim Smeets en zondag 20 december Mies Singendonk.
PAOG-Heyendael Voor nadere info: www.paogheyendael.nl.
10 december
16 Radbode- debat Mag de overheid mensen aansporen gezond te leven? Moeten de mieren solidair blijven met de krekels, als die laatste willens en wetens ongezond leven? Een debat tussen Gert-Jan van der Wilt (hoogleraar health technology assessment van het UMC St Radboud) en Herman van Gunsteren (auteur van het boek Bouwen op burgers).
En verder...
Kunst, agenda 2 Nieuwsladder 3 De Da Vinci connectie, IM prof.dr. Clemens Haanen 4 Interview prof.dr. Paul Spauwen: ‘De esthetische chirurgie heeft mij nooit getrokken’ 5 UMC-debat, Sinterklaas, Oncologiedagen, MCU, Opening onderzoekscentrum Maculadegeneratie Prijs voor Telenefrologie 6 Iedere patiënt heeft recht op veilige zorg 7 Valkhof Wisselleerstoel voor Finse prof. Irma Thesleff: nieuwe tanden en kiezen kweken uit stamcellen 11 Alumnidag Tandheelkunde in teken van nieuwe master, Spierziekten opsporen via echografie, Column buitenland 13 Mensen, ingezonden 14 PIP-nieuws 15
kunst
Audit ‘Help, wie is mijn dokter?’ Multiprofessionele patiëntenbespreking in het kader van kwaliteit in de patiëntenzorg met als onderwerp: de ziekenhuisbrede regeling Hoofdbehandelaarschap. Bestemd voor alle geïnteresseerde zorgverleners en studenten van het UMC St Radboud. Aanvang: 16.30 - 17.45 uur. Plaats: auditorium. Informatie: audit
[email protected].
8 januari Afscheidssymposium van prof.dr. Y.A. Hekster ‘Veilig en verantwoord gebruik van geneesmiddelen: uw ziekenhuisapotheker zorgt ervoor!’.
21 en 22 januari VRA-cursus: Multiple Sclerose en Neurodegeneratieve Aandoeningen/Revalidatieseksuologie. Bestemd voor Revalidatieartsen (i.o.).
Sectie Bijscholing, Radboud Zorgacademie Sectie Bijscholing van de Radboud Zorgacademie verzorgt bij- en nascholing voor medewerkers van het UMC St Radboud en voor externe klanten. Informatie scholingsaanbod: www.umcn.nl/sv, kies ‘Bijscholing’ en daarna ‘Scholingen’.
18 december Cursus medische terminologie met als doel inzicht in medische termen te vergroten en leren hanteren in woord en geschrift. Bestemd voor: personen die (met regelmaat) in contact komen met medische termen. Sluitingsdatum 2 weken voor start scholing.
18 januari
In Feest der Herdenking – publicatie ter gelegenheid van 50 jaar academische zorg in Nijmegen – staat een foto waarbij een Christusbeeld van een buitenmuur los gemaakt, naar beneden wordt gelaten. Een ware kruisafname. Het enigszins nostalgisch bijschrift luidt: ‘De hoofdingang van het ziekenhuis lag vroeger links van het
kruisbeeld, dat zo geen enkele passant kon ontgaan. Nadat de nieuwe ingang gereedkwam [...] in 1973 verhuisde het kruis naar een onopvallende hoek van de hal.’ Toch kan niet worden beweerd dat Christus op de toen nieuwe en tot op heden gehandhaafde plek weggemoffeld is. Hij is en blijft er – mede door zijn monumentale dimensies – prominent aanwezig. Maar als verwijzing naar de katholieke identiteit van het UMC St Radboud, hangend boven de koffiehoek in de hal, blijkt dat de secularisering wel heeft toegeslagen. Op zijn huidige plek raakt het Christusbeeld met nog meer eigentijdse kenmerken bekleed. Waar deze Christus vroeger duidelijk aan een kruis hing, is dit thans minder nadrukkelijk het geval. Velen hebben waarschijnlijk nooit opgemerkt dat er nog wel degelijk een kruis is. Het werd subtiel uitgespaard in de wand door stenen die zich als het ware lichtjes in de muur hebben teruggetrokken. En voor dit onopvallende kruis is Christus opgehangen. Met hedendaagse ogen bekeken komt dit het beeld ten goede. Immers in een ziekenhuis wordt Christus minder en minder met lijden geassocieerd, maar wordt de verlossing die Hij bracht geaccentueerd. En door eerder onopvallend vóór dan expliciet áán het kruis te hangen, krijgt zijn opstanding haar volle betekenis. Zat deze dimensie ontegensprekelijk vanaf het begin in dit beeld, nu laat het als het ware de kruisdood achter zich. Mij is verteld dat het beeld van Paul Gregoire zou zijn, maar concrete sporen of documenten heb ik daar niet van kunnen vinden. In elk geval is het een sculptuur van een waar kunstenaar. Niet alleen heeft hij lijden, dood én opstanding in één beeld weten te vatten, ook de Christusfiguur in het algemeen en de verfijnde uitwerking van zijn grote lendendoek in het bijzonder, verheft het ontegensprekelijk tot kunst.
Paul Gregoire, Christusbeeld, hal hoofdingang ziekenhuis UMC St Radboud. Foto: Jan van Teeffelen
Daan Van Speybroeck
2
Scholing ‘Begeleiden studenten vervolgopleiding’ over alle ins en outs van het begeleiden van studenten van één van de verpleegkundige vervolgopleidingen van de Radboud Zorgacademie. Bestemd voor: Verpleegkundig werkbegeleiders (evt. praktijkopleiders). Sluitingsdatum is 4 weken voor start scholing.
29 januari (Module 1) Scholing ‘Ziekenhuisbrede basisscholing voor werkbegeleiders’ over alle ins en outs van het begeleiden van studenten van initiële opleidingen. Bestemd voor: (verpleegkundig) werkbegeleiders. Sluitingsdatum is 4 weken voor start scholing.
O VE R I G 8 december Dinsdag 8 december, Radboudconcert in De Vereeniging. Aanvang 20.15 uur.
7 en 19 januari CaRe cursus: Kwalitatieve onderzoeksmethoden in de gezondheidszorg. Interactief programma, met ruime aandacht voor problemen in lopend onderzoek. Plaats: Radboud Universiteit Nijmegen Medisch Centrum. Informatie:
[email protected]
13 januari Scholingsavond van Acute Zorgregio Oost met als thema ‘Gegevensuitwisseling in de acute zorg’. Tijd: 19.00-21.30 uur. Plaats: Lammerszaal (route 86). Deelname is gratis, inschrijving noodzakelijk. Informatie www.azo.nl
ra pati ë n t e n zor g d bo d e 2 0 - 2 0 0 9
MS-kliniek bij Radboud De zelfstandige MS-kliniek in Nijmegen valt vanaf 9 december onder het UMC St Radboud. Beide partijen zijn blij met de overeenkomst. De MS-kliniek krijgt in het voorjaar een plek in het Centrum voor Chronische Ziekten Dekkerswald. ‘Het is een goed opgetuigd bedrijf dat uitblinkt in patiëntenzorg.’
N e ll e k e Di n n iss e n
De MS-kliniek die momenteel huist aan een pand aan de Heiweg en opgezet is door oud-Radboudiaan prof. Hommes, is een van de eerste Zelfstandige Behandelcentra (ZBC) die in de jaren negentig het licht zag. Dat ging destijds niet zonder slag of stoot, want patiënten waren niet blij met de keuze van het UMC St Radboud om de aandoening Multiple Sclerose als “aandachtspunt” op een lager pitje te zetten. En Hommes, destijds nog werkzaam bij het Radboud, ook niet. Hij besloot na zijn pensioen een ZBC op te richten. ‘Het is een goed opgetuigd bedrijf met veel aandacht voor de patiëntenzorg, daar kunnen wij nog een puntje aan zuigen’, zegt afdelingshoofd Neurologie George Padberg die een paar jaar na de commotie aantrad.
heeft. Daarom is een persoonlijke aanpak niet alleen heel prettig maar ook nodig. Deze manier van patiëntenzorg bedrijven zal dan ook na de overname in stand blijven.’ Dat de aandoening MS als aandachtspunt in het Radboud steeds meer op de achtergrond verdween, deed Padberg pijn in het hart. Hij lonkt al jaren naar de MS-kliniek. ‘Ik heb het contact met de kliniek altijd onderhouden, we hadden een “latrelatie”. De kliniek verkreeg zijn ZBC-status ook dankzij de toezegging van het Radboud om patiënten in de avonduren en weekenden op te vangen. En de kliniek verwees patiënten naar ons door voor opname.’ De afdeling Neurologie deed verschillende pogingen om de MS-kliniek dichter in de buurt te krijgen, maar telkens kwam er een kink in de kabel. Padberg: ‘Dit keer is het wel gelukt, dankzij de Raad van Bestuur van het Radboud en die van de MS-kliniek, en dankzij de zorgverzekeraar die eveneens de voordelen van een academisch MScentrum inziet.’
Twijfels ‘Natuurlijk was er aanvankelijk weerstand bij medewerkers’, zegt Geelen. ‘Mensen zijn gewend aan een klein instituut met een eigen cultuur en waren bang om in een grote instelling als het Radboud te verzuipen. Die angst is grotendeels weg, ook omdat wij een plek in Dekkerswald krijgen en onze eigenheid kunnen behouden, zij het met uitbreiding van onderzoek en onderwijs dat hoort bij een academisch centrum en waar wij ons voordeel mee kunnen doen. En voor de specialisten zelf is het aantrekkelijk betrokken te zijn bij een afdeling waar het hele spectrum van neuro logische aandoeningen de revue passeert.’ Bij Radboudmedewerkers rezen aanvankelijk ook twijfels of de MS-kliniek geen blok aan hun been zou worden. Was de kliniek wel financieel levensvatbaar? En hoe zat het met de kwaliteit? De kliniek is echter op grond van Radboudcriteria helemaal doorgelicht en kwam op beide punten positief uit de bus. ‘Met de uitslag hiervan in de hand was de zorgverzekeraar ook om’, aldus Padberg.
Foto: Frank Muller
Patiënt centraal In de MS-kliniek staat de patiënt centraal. Alle ondersteuning zoals ergotherapie, fysiotherapie, diëtetiek, voorlichting en begeleiding door gespecialiseerde MSverpleegkundigen ligt in de zorg besloten. ‘De persoonlijke benadering die patiënten daar krijgen is opvallend’, zegt neuroloog Jan Geelen werkzaam op de MS-kliniek. ‘Toen ik daar begon trof ik uiterst tevreden patiënten aan en specialisten met veel expertise op het gebied van Multiple Sclerose, een aandoening van de hersenen en ruggenmerg. Een ziekte met een enorme impact. De aandoening heeft niet alleen consequenties voor de motoriek, maar patiënten kunnen ook last hebben van concentratiestoornissen, slechtziendheid, coördinatieproblemen...’ ‘De ziekte wordt gekenmerkt door ups en downs’, vult Padberg aan. ‘Soms komt de ziekte een tijd tot stilstand, dan weer raakt deze in een versnelling. Patiënten verkeren voortdurend in onzekerheid. Een chronische ziekte die de patiënt de rest van zijn leven in de greep houdt en die bij iedereen een ander verloop
Voor de MS-kliniek was de uitslag spannend. ‘De zorgverzekeraar heeft de toeslag die wij voor MS-patiënten kregen afgeschaft’, zegt Geelen. ‘In die zin was het - zij het een negatieve - duw in de rug om onze blik naar buiten te richten. Maar de verleiding om samen te gaan met een academisch ziekenhuis was ook heel groot: verdieping van het vak door wetenschappelijk onderzoek, wie wil dat niet? We kunnen onderzoek gaan doen op het gebied van genetica en immunologie, maar ook cognitief onderzoek bij het Dondersinstituut en natuurlijk op het terrein van de patiëntenzorg zelf. Dat komt de patiënt ten goede en voor ons is het een uitdaging.’ Voor het Radboud is de MS-kliniek met zo’n groot patiëntenaantal inderdaad een vruchtbare onderzoeksvijver. ‘En ook voor het onderwijs is het samengaan van belang’, stelt Padberg. ‘Arts-assistenten willen in de MS-kliniek graag stage lopen. In het voorjaar gaat de eerste artsassistent daar zijn fellowship doen. Het is echt een winwinsituatie. En heel uniek: een Zelfstandig Behandel Centrum dat weer terugkeert naar het ziekenhuis.’ n
nieuwsladder Mexicaanse griep In het Radboud liet maar liefst 87 procent van de medewerkers met patiëntencontacten zich vaccineren. Ten opzichte van de andere ziekenhuizen in Nijmegen scoorde het Radboud veruit het hoogst. Bij de Sint Maartenskliniek liet 64 procent zich vaccineren en bij het Canisiusziekenhuis 54 procent. Van 14 tot en met 18 december vindt de tweede prikronde plaats. U vindt het prikschema op intranet en de posters op afdelingen.
Geld voor Ronald McDonaldhuis Op 3 december hebben medewerkers van receptie circa 450 euro overhandigd aan Nessy van Gisteren en Erny Frowijn van het Ronald McDonaldhuis aan de Kapittelweg. Ze hebben dit geld ingezameld via een spaarpot die ruim een jaar op de balie heeft gestaan. Mensen konden in dit glazen huisje een gift doneren voor het Ronald McDonaldhuis. Het glazen huisje blijft staan. Vanaf nu is de inhoud bestemd voor het Kika (Kinderen Kankervrij), dat fondsen werft voor de kinderkankercentra in Nederland.
Zes Vidi-premies voor Radboud Van de 18 Vidi-premies die de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek dit jaar aan de UMC’s heeft toegekend, zijn er zes voor onderzoekers van het UMC St Radboud. Zij ontvangen elk 800.000 euro om vijf jaar lang een eigen onderzoekslijn en onderzoeksgroep op te zetten. De UMC St Radboud-Vidi’s op een rij. Dr. Jörgen Bruhn (Anesthesiologie) onderzoekt het wakker zijn tijdens algehele narcose. Dr. Reinout van Crevel (Algemeen Interne Geneeskunde) onderzoekt de aanleg voor TBC. Dr. Andrea Evers (Medische Psychologie) onderzoekt of iemands verwachting over een geneeskundige behandeling het succes van de behandeling beïnvloedt. Dr. Roland Kuiper (Antropogenetica) gaat op zoek naar nieuwe oorzaken van erfelijke darmkanker. Dr. Anna Simon (Algemeen Interne Geneeskunde) doet onderzoek bij patiënten met de zeldzame ziekte HIDS, die aan terugkerende koortsaanvallen lijden. Dr. Katarina Wolf (Celbiologie) onderzoekt proteases. Dit zijn eiwitten die de voortgang van kanker bevorderen door de grenzen tussen weefsels te doorbreken. In het volgende nummer zoomt Radbode in op een paar onderzoekers.
Lead Pharma in ‘Kraamkamer’ Op 27 november vond de feestelijke opening plaats van de nieuwe vestiging van Lead Pharma Medicine in de ‘Kraamkamer’ van het UMC St Radboud. Lead Pharma Medicine is daarmee het eerste bedrijf dat zich hier vestigt. Lead Pharma gaat in Nijmegen medicijnen ontwikkelen die chronisch hartfalen kunnen stopzetten of vertragen. Het UMC St Radboud biedt via de ‘Kraamkamer’ faciliteiten aan jonge bedrijven op het gebied van (bio)medische technologie. De vestiging van onderzoekers en bedrijven in één gebouw zorgt voor kruisbestuiving. Op de korte termijn benutten geïnteresseerde bedrijven voor zover mogelijk vrijkomende kantoor- en laboratoriumruimten. Zodra Research Gebouw 2 klaar is, wordt de ‘Kraamkamer’ daarin geconcentreerd.
FLEX is verhuisd Uitzendbureau FLEX is sinds 25 november verhuisd naar het gebouw Tandheelkunde, Philips van Leijdenlaan 25, route 342, 4e etage. Voorheen was FLEX gehuisvest vlakbij de brug naar het personeelsrestaurant. Het nieuwe huispostnummer is 309. De telefoonnummers blijven hetzelfde: algemene nummer (024-36)10303 en planning (024-36) 66387. De balie is geopend van maandag tot en met vrijdag van 07.30 tot 17.00 uur. ‘MS is een chronische ziekte die bij elke patiënt een ander verloop heeft. Daarom is een persoonlijke aanpak niet alleen heel prettig maar ook nodig.’ Foto: Frank Muller
3
ra d bo d e 2 0 - 2 0 0 9
De Da Vinci connectie Wat Da Vinci niet wist
Cardioloog dr. Gheorghe Pop en hartchirurg prof.dr. Henry van Swieten houden vandaag, 4 december, op uitnodiging van het Nederlands Interuniversitair Kunsthistorisch Instituut (NIKI) te Florence beiden een lezing tijdens een symposium in het NIKI over de betekenis van Leonardo da Vinci (1452 – 1519) voor de moderne cardiologie en cardiochirurgie.
‘Merkwaardig dat een man die zo goed in staat was te observeren en zijn observaties te vertalen naar functies niet heeft ontdekt dat het bloed in twee gesloten kringlopen door het lichaam stroomt’, zegt Pop die daar in Florence zijn voordracht aan zal wijden. ‘Leonardo is wat dat betreft nog blijven hangen in het Galenische model waarin de lever het bloed aanmaakt dat van daaruit naar de rechterhelft van het hart stroomt. Via onzichtbare poriën in het harttussenschot stroomt het bloed van rechts naar links in het hart waarna het naar de organen gaat die het bloed opnemen en verteren, aldus Galenus. Wel was Leonardo al zo ver dat hij het hart beschreef als een spier die in de eerste plaats dient als een pomp voor het bloed. Ook heeft hij op een gegeven moment zitten rekenen aan het Galenische model. Hij constateerde daaruit dat de lever per dag wel erg veel bloed moest aanmaken. Verder dan deze verbazing kwam hij niet.’
M art e n Doop e r
Eerlijk gezegd had hij zich nooit eerder zo gedetailleerd verdiept in het werk van Leonardo da Vinci, bekent Van Swieten. ‘Na de uitnodiging van dr. Michael Kwakkelstein, directeur van het NIKI, heb ik een paar dikke boeken over Leonardo doorgenomen. Het is dan fascinerend om te zien dat de tekeningen die hij ruim vijf eeuwen geleden maakte over de anatomie en de werking van het hart verrassend nauwkeurig aansluiten bij onze huidige kennis over de werking van het hart. Waarbij je je goed moet realiseren dat Leonardo zijn ideeën over de werking van het hart volledig moest afleiden uit anatomische
In memoriam Prof.dr. Clemens Haanen Op zaterdag 14 november 2009 overleed prof.dr. Clemens Haanen. Vanaf zijn indiensttreding in het UMC St Radboud in 1957 heeft hij zich ten volle ingezet voor de patiëntenzorg, het onderzoek en het onderwijs. Hij heeft aan de basis gestaan van de oprichting van de afdeling Hematologie en het hemato logisch laboratorium waarin hij het klinisch translationeel onderzoek tot grote bloei heeft gebracht. Hij was het gezicht van de Hematologie. De afdeling groeide onder zijn leiding uit tot een van de grootste en beste leukemiecentra van West-Europa. Werklust, inventiviteit, doorzettingsvermogen heeft deze bloei van de afdeling mogelijk gemaakt. Hij heeft vele professionele, maatschappelijke en bestuurlijke functies bekleed, zoals voorzitter van de Stichting Hematologie-Oncologie Volwassenen Nederland (HOVON), voorzitter van de EORTC Leukemiegroep, voorzitter Stichting Fundamenteel Geneeskundig Onderzoek (Fungo/ZWO) en hij was lid van het Directoraat klinieken van het Radboudziekenhuis. Clemens was een begenadigd clinicus met een groot hart voor zijn patiënten en hij was een stimulerende docent en opleider. Van hem leerden wij hoe je met een patiënt moest omgaan, hoe je slecht nieuws moest vertellen en dat jij dag en nacht voor de patiënt klaar moest staan. Als onderzoeker had hij een internationale reputatie, onder andere erkend door zijn lidmaatschap van de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen sinds 1981. 29 promoties hebben onder zijn begeleiding plaatsgevonden. Zeven van deze promovendi zijn hoogleraar geworden. Na zijn emeritaat bleef hij actief in het onderzoek waarvoor hij in 1996 de prestigieuze Heijmans-van den Bergh-penning ontving. Tot de laatste dag bleef hij nauw betrokken bij de nieuwe ontwikkelingen in zijn vakgebied. De afgelopen 10 jaar werden Clemens’ artikelen nog meer dan 300 keer per jaar geciteerd. Hij was een zeer bijzondere persoon. Dit weerspiegelde zich in zijn afscheidsrede bijna 20 jaar geleden, getiteld: “Wat patiënten mij hebben geleerd”. Wat hebben de patiënten Clemens geleerd en wat zegt dat over hem? “Patiënten met ernstige ziektes zijn dapper, kennen grote morele reserves. De wil tot genezing is groot; bij falen van de behandeling wordt de dood dapper aanvaard”. Clemens was een echte patiëntendokter en was zijn tijd ver vooruit. Op zijn 65ste was hij er eigenlijk nog niet aan toe om zijn werk neer te leggen. De vitaliteit spatte nog van hem af en dat bleef zo tot aan zijn laatste week. Met Clemens heeft het Radboud een van de meest markante persoonlijkheden verloren. Wij zullen hem node missen, maar we zullen verder gaan in zijn geest. Zijn vrouw Magda wensen wij veel kracht toe het verlies te dragen. Prof.dr. T. de Witte, dr. N.N.A. Blijlevens, dr. I. Nováková, dr. J.H. Jansen, prof.dr. D.J.T. Wagener, namens (oud-)medewerkers van Hematologie en het Hematologisch laboratorium.
observaties aan dood weefsel. Tegenwoordig doen we zogeheten functioneel onderzoek; we kunnen het levende hart bestuderen als het in werking is, bijvoorbeeld met behulp van echografie. Leonardo moest het destijds doen met een dood hart dat hij opensneed. Verbazingwekkend is het dan om bijvoorbeeld te constateren dat hij een uiterst accurate beschrijving geeft van de werking van de aortaklep. Hij tekent daarbij kleine wervelingen in de bloedstroom aan het begin van de aorta die de aortaklep al dichtdrukken voordat het bloed de kans krijgt terug te stromen in de linkerhartkamer. Recent heeft echo-onderzoek uitgewezen dat deze wervelingen inderdaad optreden en dat de klep niet, zoals tot dan toe werd aangenomen, wordt dichtgedrukt door het terugstromende bloed. Op dat terugstroom principe waren de eerste kunstkleppen gebaseerd. Nu weten we dat het terugstroomvolume dat hierbij ontstaat niet natuurlijk is. Leonardo da Vinci wist dat al ruim vijf eeuwen geleden!’
Het was William Harvey die ruim honderd jaar na Leonardo’s dood opnieuw zo’n berekening maakte en uitkwam op een hoeveelheid bloed van 540 pond per dag die de lever zou moeten maken. Hieruit trok Harvey de conclusie dat dit niet kon en dat bloed door een gesloten kringloop moet stromen waarbij het hart als pomp dient. ‘Blijkbaar lukte het Leonardo niet om zich, ondanks zijn inzichten en creativiteit, verder los te maken van het in zijn tijd geldende Galenische paradigma.’ Dat de inzichten van Leonardo da Vinci ook de tegenwoordige cardiologie en cardiochirurgie nog kunnen inspireren, toont een derde spreker tijdens het symposium, de Britse hartchirurg professor Francis Wells. Pop: ‘Wells is een groot kenner van Leonardo da Vinci en door Leonardo’s tekeningen van de mitralisklep, de klep tussen de linkerboezem en linkerhartkamer, goed te bestuderen ontwikkelde Wells enkele jaren geleden een nieuwe techniek om bij patiënten met een defecte mitralisklep een reconstructie uit te voeren. Deze zogeheten Leonardo Da Vinci-techniek is zeer effectief. Zelf heb ik twee jaar geleden een patiënt naar hem doorverwezen voor zo’n operatie. Het resultaat was perfect.’ n
Prestigieuze prijs voor Jelle Barentsz
Op 24 november heeft Minister Plasterk van OCW de Koningin Wilhelmina Onderzoeksprijs uitgereikt aan prof.dr. Jelle Barentsz (op foto tweede van rechts), hoogleraar Functionele Beeldvorming aan het UMC St Radboud. Dit gebeurde in de Ridderzaal in aanwezigheid van Koningin Beatrix. Barentsz ontvangt de prijs voor het toepassen van nieuwe MRI-technieken om prostaatkanker en mogelijke uitzaaiingen ervan beter in kaart te brengen. De verbeterde, driedimensionale beeldvorming zorgt voor een betere opsporing, lokalisatie en typering van prostaatkanker. Voordeel voor de patiënt is dat de diagnose op minder belastende wijze kan worden gesteld, met lagere kosten voor de zorg. (Meer informatie: zie digitale Radbode op intranet, nr. 19 pagina 7).
4
i ra nterview d bo d e 2 0 - 2 0 0 9
‘Kijk over de grenzen van je eigen vakgebied’ ‘Met pijn’, zoals hij zelf aangeeft, neemt hoogleraar plastische chirurgie prof.dr. Paul Spauwen (62) op 18 december afscheid van het UMC St Radboud. Maar zijn 25-jarig jubileum als plastisch chirurg, zijn uitgesproken aandacht voor meer collegiale samenwerking en een betere communicatie én zijn Nederlands opleidingsplan voor plastisch chirurgen POWER rechtvaardigen, volgens hem, zijn besluit om ‘even de bakens te verzetten’. In Wenen en Bangladesh pakt hij straks de draad weer op.
A D DEN H E L D
Al in het eerste jaar van zijn studie Geneeskunde in Nijmegen, werd Paul Spauwen gegrepen door de reconstructieve mogelijkheden van de plastische chirurgie. Hij was er getuige van hoe de dienstdoende plastisch chirurg een verkeersslachtoffer, ‘met verschrikkelijke verwondingen’, uiterst knap wist te herstellen. Ook na zijn opleiding tot plastisch chirurg, in Groningen, bleef zijn voorkeur uitgaan naar juist die reconstructieve kant. ‘De esthetische chirurgie heeft mij nooit getrokken’, geeft hij ruiterlijk toe. ‘Waarom niet? Omdat er zoveel andere zaken zijn, die voor mij essentiëler zijn. Als je het hele pallet van ons vakgebied overziet, dan praten we over ruim 90 procent functionele afwijkingen, tegen nog geen 10 procent afwijkingen die als subjectief ervaren worden. Ik heb mij er als hoogleraar uiteraard wel mee bezig gehouden, omdat ook esthetische chirurgie een stukje vormt van het complete pakket van de plastische chirurgie, maar ik heb mij er even goed tegen afgezet. Want esthetische chirurgie… daar zit heel veel wildwest, heel veel glamour omheen, waar ik gewoon niet tegen kan. Als je de media mag geloven, dan is plastische chirurgie vooral borsten, billen en buiken, dus esthetische chirurgie. Terwijl 80 tot 90 procent van wat de plastisch chirurgen wérkelijk doen, reconstructieve chirurgie is. Dus: kindjes opereren met aangeboren afwijkingen, het leven van onder meer borstkankerpatiënten, brandwondenen verkeersslachtoffers draaglijker maken.’ Het dieptepunt in zijn 18-jarige hoogleraarschap heeft volgens Spauwen te maken met een soortgelijk onbegrip. Maar dan op politiek niveau: ‘Het terugdraaien door minister Klink, begin dit jaar, van het aantal nieuwe opleidingsplaatsen per jaar voor plastisch chirurgen van 19 naar 7. Dat is een slechte zaak. Dat aantal moet op z’n minst terug naar 19, en in mijn perceptie moet het aantal zelfs worden verhoogd naar 30 per jaar!’ En het hoogtepunt? Zijn gezicht begint op slag te stralen: ‘Dat hier in Nijmegen het hoogleraarschap plastische chirurgie tot stand gekomen is. Ik ben de eerste!’
Reorganisaties Spauwen heeft binnen het Radboud een tweetal reorganisaties meegemaakt. Eerst de integratie van afdelingen tot clusters. En recentelijk weer de terugkeer naar afdelingen, ditmaal met een afdelingshoofd plus een eigen bedrijfsleider. Hoe kijkt hij aan tegen beide veranderingen in de organisatiestructuur? ‘Ik was destijds een warm voorstander van die clustervorming. Zo ben ik in 1998 voorzitter geworden van het toenmalige cluster CSS2. En in 2002, in de tweede zittingsperiode, was ik voorzitter van het cluster van alle 12 chirurgische afdelingen. Ook toen de toenmalige Raad van Bestuur terugtrad, een direct gevolg van de crisis op de hartchirurgie, besloot ik om door te gaan als clustervoorzitter. Omdat ik vind dat je juist in zo’n situatie je verantwoordelijkheid moet nemen en ervoor moet zorgen dat de zaken, ondanks alles, gewoon kunnen doorgaan. Maar dat heb ik helaas niet kunnen volhouden. Er was ruis in de organisatie. “Spauwen is daar ook bij betrokken geweest en heeft het niet kunnen voorkomen”, heette het. Toen ben ik vrijwillig opgestapt als clustervoorzitter. Dat is, denk ik, een juist besluit geweest.’ De jongste reorganisatie, waarbij het afdelingshoofd en een goed opgeleide bedrijfsleider nu samen volledig verantwoordelijk zijn voor hun eigen afdeling, ziet Spauwen als een belangrijk winstpunt. ‘Met die clusters
werd er vroeger nog wel eens wat uitgegumd. Als de één wat minder presteerde of verdiende, dan werd er soms gemakkelijk wat van de een naar de ander overgeheveld. Maar nu weet je, dat je met je afdeling voortdurend op je huishoudboekje moet letten. Dat werkt heel goed.’ Bovendien heeft Spauwen het gevoel dat de medici, binnen de nieuwe organisatiestructuur, weer een beetje ‘de lead’ hebben gekregen. ‘De afdelingshoofden hebben nu veel directere toegang tot de Raad van Bestuur. De lijnen zijn korter geworden. Binnen de clusterstructuur zat daar altijd nog een extra laag tussen.’
Over grenzen Vrijdag 18 december staat helemaal in het teken van zijn afscheid. Met een afscheidssymposium, gevolgd door een afscheidscollege ‘Over grenzen’. Hij spoort daarin collega-medici aan om toch vooral over de grenzen van hun eigen vakgebied heen te kijken. ‘Dat kan volgens mij nog veel intensiever.’
het moment In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring tijdens hun werk in het UMC St Radboud. Dit keer een verhaal van chirurg/ traumatoloog Jan Biert.
Nijmeegse ééndaagse ‘Ik was aan het werk toen ik een telefoontje kreeg: of ik mee de stad in ging, want het liep vreselijk uit de hand met de Vierdaagse. Het was die dag erg warm. We gingen met zijn tweeën met het MMTbusje de stad in. We waren gevraagd om in de buurt van het postkantoor hulp te bieden. Op de Oranjesingel liepen drommen mensen richting de Wedren, waar ze moesten wachten voor een stoplicht om af en toe verkeer door te laten. Omdat het zo heet was en wandelaars dicht op elkaar gepakt stonden vielen er mensen met bosjes flauw. We legden ze voor het postkantoor. Een curieus gezicht: daar waar je normaal je postzegels haalt lagen mensen naast elkaar op straat in een gewondennest. Terwijl wij mensen koelden en aan infusen legden, liepen er drommen mensen aan onze voeten voorbij. Toen er meer ondersteuning kwam werden we naar de Lentse dijk geroepen. Ook daar liep het uit de hand. Onderweg op de Waalbrug werden we eerst door een politieman aangehouden. Er was een vrouw onwel geworden. Doordat ze op het hete asfalt was gaan zitten was ze verder
‘Iedereen voelde aan zijn water dat het ook heel erg mis kon gaan’
Prof.dr. Paul Spauwen: ‘80 tot 90 procent van wat de plastisch chirurgen doen, is reconstructieve chirurgie.’ Foto: Frank Muller Heeft zijn bredere kijk op de medische wetenschap mogelijk te maken met het feit, dat Spauwen in Nijmegen eerst twee jaar filosofie en theologie studeerde? ‘Dat heeft er zeker toe bijgedragen. Je leert om breder te zien. Maar dat zit ongetwijfeld ook in je persoonlijkheid. In mijn hele carrière heeft de ethiek van het medisch handelen een zeer belangrijk accent gehad. Daarom ook ben ik graag als hoogleraar naar Nijmegen gekomen. Omdat de Radboud Universiteit, denk ik, nét iets meer aandacht biedt aan de ethische vraagstelling rond medisch handelen dan de meeste andere universiteiten.’ Spauwen erkent dat de titel van zijn afscheidscollege, ‘Over grenzen’, met het oog op zijn toekomstplannen even goed letterlijk opgevat kan worden. Want na zijn afscheid gaat hij zich bezighouden met de chirurgische aanpak van lip-, kaak- en verhemeltespleten en brandwondletsels in Bangladesh. Ook wil hij ter plekke medici gaan opleiden in deze operatietechnieken. En daarnaast verruilt hij Nijmegen definitief voor het noordelijk van Wenen gelegen dorpje Klosterneuburg. Daar betrekt hij samen met zijn vrouw Elizabeth, die hij precies veertig jaar geleden tijdens een medisch congres in Wenen leerde kennen, een door hun oudste zoon Alexander ontworpen huis. De bijzondere, plastisch-chirurgische ervaring en vaardig heden van Paul Spauwen gaan hiermee overigens niet voorgoed verloren. Want ook in Oostenrijk hoopt hij nog enige tijd met veel enthousiasme als plastisch chirurg te kunnen werken. In het prachtige, grotendeels in Jugendstil opgetrokken, Wilhelminen Spital in Wenen. n
5
onderuit gegaan. Wij konden in het busje geen mensen vervoeren, omdat het helemaal vol lag met materiaal. Er kwam voor die vrouw andere hulp, dus reden wij door tot onder de spoorbrug waar bij een schuur een soort noodhospitaal was ingericht. De brandweer had er grote ventilatoren geplaatst. Mensen lagen hutje mutje naast elkaar en ambulances reden af en aan. De ambulancedienst had de zaak goed onder controle, maar iedereen voelde aan zijn water dat het heel erg mis kon gaan. Als er meer mensen zouden omvallen was er meer capaciteit nodig. Op een gegeven moment heb je dan geen auto’s genoeg om al die mensen af te voeren. Wij waren een soort vliegende kiepen, die van de ene naar de andere plek gingen. Mensen vielen niet flauw, omdat ze niet getraind waren of onvoldoende gedronken hadden. En het waren ook niet per se ouderen. Ik zag jonge mensen onderuit gaan, maar er lag ook een stevige gespierde Amerikaanse soldaat. Het was gewoon erg warm, drukkend, en vooral windstil. Als ik eraan terugdenk voel ik nog het onbehaaglijke gevoel wat ik toen had. Zoiets van: het moet niet erger worden. We wisten toen nog niet dat twee mensen overleden waren. Je functioneert op topniveau, je bijnieren zijn volledig leeggeknepen. Je probeert orde in de chaos te scheppen en dat is mooi als dat lukt. Maar als je niet alle mensen meer kunt helpen, dan wordt het een echte ramp. Dan moet je gaan triëren: deze patiënt leggen we nog even opzij, want deze is er het ergst aan toe of deze heeft meer kans te overleven. Mensen voorrang geven, dat wil je niet. Zover is het gelukkig niet gekomen. Het was een uiterst verstandige beslissing om de verdere Vierdaagse af te gelasten.’ Nelleke Dinnissen
i n b e d rijf
PV Radboud
Enthousiast onthaal voor de Sint
Zorgcongres
Radboud medeorganisator Oncologiedagen De 28e Oncologiedagen voor verpleegkundigen op 19 en 20 november trokken maar liefst 1200 verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten uit heel het land. Ieder jaar nodigt de beroepsvereniging V&VN Oncologie een partij uit om het congres mee te organiseren. Dit jaar is het opgezet in samenwerking met het UMC St Radboud en het Integraal Kankercentrum Oost. Onder de noemer Voortgang & Variatie zijn diverse ontbijt- en lunchmeetings, lezingen en workshops gegeven in het teken van de zorg voor patiënten met kanker. De sprekers kwamen uit ziekenhuizen en zorginstellingen uit heel het land. ‘Het Radboud was goed vertegenwoordigd om over een aantal nieuwe ontwikkelingen te praten’, vertelt verpleegkundig expert Marlies Peters. ‘Er is bijvoorbeeld een sessie geweest over de speciale aandacht die we hebben voor jongeren en adolescenten met kanker. De centrale vraag daarin was hoe je als verpleegkundige de zorg het beste kunt afstemmen op deze patiënten en hun naasten.’ Het Radboud verzorgde daarnaast onder meer sessies over de ketenzorg rond sarcomen, over het centrum voor slokdarmkanker, en over het onderzoek naar vruchtbaarheid en seksualiteit bij kanker. Ook was er een informatiestand van het UMC (zie foto). Naast Marlies Peters zaten, namens de werkgroep oncologieverpleegkundigen (WOV) van het Radboud, Gerda Dekker (seniorverpleegkundige Orthopedie) en Kelly Sessink (verpleegkundige Heelkunde) in de organisatie van de oncologiedagen. ‘Wij kijken terug op een geslaagd congres. Deelnemers waren heel enthousiast’, aldus Sessink. ‘Het organiseren was heel leuk en leerzaam, vooral omdat je veel contacten hebt met medici en verpleegkundigen uit andere ziekenhuizen.’ Peters, tot slot: ‘We waren even bang dat veel sprekers niet zouden komen vanwege de Mexicaanse griep. Gelukkig was er maar één spreker die zich afmeldde.’ GM
%F6.$4U3BECPVEEFCBUUFO
8FCTJUFWPPS[FMGEPEJOH ESFNQFMWFSMBHFOEPGXBBSEJHFIVMQ &FO TJUF WPPS UJQT CJK [FMGEPEJOH ;FMGT JO /FEFSMBOE XFSFMEXJKE CFSPFNE PN [JKO FVUIBOBTJFXFUHFWJOH SPFQU EBU EJTDVTTJF PQ %F TJUF [PV NFOTFO BBO[FUUFO UPU TVuDJEF [FHHFO DSJUJDJ )FU CJFEU KVJTU XFHFO PN XBBSEJH UF TUFSWFO FO OJFU WPPS EFUSFJOUFTQSJOHFO [PSFEFOFFSUEFPQSJDIUFSWBOEFTJUF EF7FSFOJHJOHWPPSFFO 7SJKXJMMJH -FWFOTFJOEF /77& %F JOGPSNBUJF JT WPPSBM CFEPFME WPPS NFOTFO EJF LBNQFO NFU FFO DISPOJTDIF QTZDIJBUSJTDIF [JFLUF FO WSPFHF EFNFOUJF .BBS PPL WPPSPVEFNFOTFOEJF[FMGWJOEFOLMBBSUF[JKONFUMFWFO1SFDJFTEFHSPFQXBBSIFU DSJUFSJVNPOESBBHMJKLMJKEFOPGGJDJFFMOJFUWPPSHFMEU;FUEFTJUFJOEFSEBBEBBOUPU [FMGEPEJOHPGJTIFUFFOWPPS[JFOJOHJOFFOCFTDIBBGEFTBNFOMFWJOH &FOEFCBUNFU1FUSBEF+POH EJSFDUFVS/77& "OOF4QFDLFOT IPPHMFSBBS1TZDIJBUSJF 6.$ 4U 3BECPVE FO &WFSU WBO -FFVXFO IPPHMFSBBS .FEJTDIF &UIJFL 6.$ 4U 3BECPVE0PLWPPSIFUQVCMJFLJTFSHFMFHFOIFJENFFUFEJTDVTTJqSFO .BBOEBHEFDFNCFS "BOWBOHVVS HSBUJTUPFHBOHTLBBSUFO[JKO WFSLSJKHCBBSBBOEFLBTTBWBO-69 SFTFSWFSFOWJB NFFSJOGPXXXMVYOJKNFHFOOMEFCBU
Op 29 november vulde Sinterklaas met zijn Pietengezelschap het Auditorium tot de nok toe vol. Kinderen en hun ouders moesten wel even wachten op de komst van de Sint, want natuurlijk was hij weer eens veel te laat. Een dubbelafspraak voor een quiz bij de Radboud Televisie gooide bijna roet in het eten. Gelukkig liet de Sint de kinderen niet in de steek, en werd het wachten beloond met cadeautjes en pepernoten. De kinderen zorgden voor een enthousiast onthaal en mochten allemaal met de Sint op de foto. Het was voor de veertigste keer dat de Personeelsvereniging Radboud de komst van Sinterklaas organiseerde. Er werden op 29 november drie voorstellingen verzorgd voor in totaal 750 kinderen van UMC- en universiteitsmedewerkers. GM
Volgens onderzoekster Scherpbier zijn de voordelen groot. ‘Huisartsen bellen de nefrologen vaak op ongelegen momenten. Voor een goed advies moeten ze veel informatie overdragen: voorgeschiedenis, medicijngebruik, bloeduitslagen, bloeddruk. In de nieuwe situatie krijgen de nefrologen per sms of e-mail een seintje dat er een digitaal consult is binnengekomen. Ze kunnen er op een tijdstip dat hen uitkomt rustig naar kijken en binnen 48 uur reageren. Ze beschikken over alle relevante gegevens waardoor het advies kwalitatief goed is en patiënten niet onnodig naar het ziekenhuis hoeven te komen. Het blijkt dat het de nefrologen per patiënt circa 10 minuten tijd kost. De consulten worden nu nog betaald uit een subsidie van de Nierstichting. Maar als we meer data hebben, gaan we via de Nederlandse Zorg Autoriteit afspraken maken over de tarieven.’ Scherpbier wil de pilot uitbreiden naar veertig praktijken en ook naar nefrologen uit andere ziekenhuizen. Scherpbier: ‘Op termijn zouden in principe alle huisartsen in Nederland er mee kunnen gaan werken. Het is ook uit te breiden naar andere patiëntengroepen, zoals patiënten met chronische schildklieraandoeningen.’ JM
MICU
Nieuwe ‘grootvolume’ ambulance voor IC-patiënten Foto: Wilma Manders
Oogheelkunde
Opening nieuw onderzoekscentrum Op 30 november heeft CDA-Kamerlid Janneke Schermers het nieuwe onderzoekscentrum van de afdeling Oogheelkunde geopend. Dit centrum richt zich op maculade generatie, de meest voorkomende vorm van slechtziendheid bij ouderen. In Nederland zijn rond de honderdduizend ouderen zeer ernstig slechtziend als gevolg van de oogziekte leeftijdsgebonden maculadegeneratie. Een combinatie van genetische factoren is waarschijnlijk de belangrijkste achterliggende oorzaak van deze invaliderende ziekte.
Foto: Jan van Teeffelen
Het nieuwe onderzoekscentrum Oogheelkunde verzamelt gegevens en bloed van patiënten met maculadegeneratie. Deze worden opgeslagen in EUGENDA, een grote Europese database. De afdeling Oogheelkunde werkt hierin samen met de Universiteit van Keulen. De database zal uiteindelijk gegevens van 3000 patiënten en 1000 controles van gezonde mensen bevatten. Behalve een onderzoeks gedeelte is er ook een behandelkliniek, waar oogartsen nieuwe behandelmethoden en nieuwe medicijnen uit proberen. De behandelkliniek bestond al en is uitgegroeid tot het grootste behandelcentrum van Nederland voor maculadegeneratie. Het centrum wordt geleid door dr. Carel Hoyng en dr. Anneke den Hollander. GM
VVAA-prijs
Telenefrologie veelbelovende zorgvernieuwing Nynke Scherpbier, huisarts en onderzoeker bij Eerstelijns geneeskunde van het UMC St Radboud, heeft met het zorgvernieuwingsproject Telenefrologie de VVAA-prijs gewonnen. Bijna 5 procent van de patiënten in de huisartsenpraktijk kampt met chronische nierschade, bijvoorbeeld als gevolg van suikerziekte of hoge bloeddruk. Voor deze groep is het Telenefrologie-project gestart. In de proeffase, die sinds een paar maanden draait, nemen er negen groepspraktijken uit de regio Nijmegen aan deel. Huisartsen uit deze praktijken kunnen de nefrologen van het Radboud digitaal consulteren. Heel eenvoudig door gegevens uit het huisartsinformatiesysteem (via Zorg domein) te exporteren naar een beveiligd internetpodium.
6
Foto: Frank Muller
De Mobiele Intensive Care Unit (MICU) vervoert ICpatiënten van het ene naar het andere ziekenhuis. Sinds kort gebeurt dit met de spiksplinternieuwe ‘grootvolume’ ambulance, die uitgerust is met een speciale IC-trolley. Hierin zijn alle faciliteiten aanwezig om onderweg optimale IC-zorg te bieden. Vanuit het UMC St Radboud worden alle IC-transporten gecoördineerd voor de ruime regio. ‘IC-patiënten moeten soms naar een IC in een ander ziekenhuis worden gebracht, omdat bepaalde apparatuur of specialismen niet aanwezig zijn’, zegt Stephanie Kaalberg, hoofdverpleegkundige IC. ‘Denk bijvoorbeeld aan hemodialyse of ingewikkelde chirurgie. In een dergelijk geval heeft de patiënt meer gespecialiseerde IC-zorg nodig. We vervoeren ook “level down”, bijvoorbeeld van een academische naar een perifere IC. Ons doel is om patiënten de juiste zorg te bieden én om de IC-bedden in de regio goed te verdelen. Overigens vervoert de MICU alleen geplande IC-transporten, geen acuut zieke patiënten of trauma’s.’ Het IC-transport in Nederland wordt vanuit zeven centra geregeld. Het UMC St Radboud coördineert dit voor een deel van Gelderland en Brabant. Het gaat om het transport tussen het UMC en andere ziekenhuizen, maar ook tussen perifere ziekenhuizen. ‘Als er in onze regio IC-patiënten vervoerd moeten worden, dan wordt naar de opnamecoördinator van het Radboud gebeld’, zegt intensivist Jeroen Verwiel, MICUcoördinator regio Nijmegen. ‘Vanuit hier regelen we het vervoer tussen de ziekenhuizen. Er rijdt altijd een gespecialiseerd MICU-team mee, met daarin een intensivist of een intensivist in opleiding en een gespecialiseerde MICU-verpleegkundige. Daarmee is tijdens de rit gegarandeerd alle kennis en kunde aanwezig.’ De MICU rijdt in de regio ongeveer vijftien ritten per maand. De Inspectie voor Volksgezondheid heeft inmiddels beoordeeld dat de Nijmeegse MICU aan alle kwaliteitseisen voldoet. GM
Mexicaanse Griep
Ook Sint moet geloven aan het mondmasker ter preventie van de Mexicaanse griep, getuige deze foto die Sandra Smith van Q3C Intensive Care Kinderen naar de redactie mailde.
ra b eleid d bo d e 2 0 - 2 0 0 9
‘Als jij vindt dat het anders had gemoeten, zeg dat dan vooral’ ‘Kwaliteit en veiligheid. Hoe leeft dat thema in huis?’ Circa 40 medewerkers breed uit de organisatie discussieerden hier 17 november over bij de Goffert, ver van de werkplek. Radbode proefde de sfeer tijdens deze bijeenkomst, die onderdeel uitmaakt van de Radboud Leiderschapscolleges.
J a n n i e M e uss e n
Melvin Samsom van de Raad van Bestuur trekt demonstratief zijn jasje uit. ‘We willen hier laagdrempelig discussiëren. Kwaliteit en veiligheid, wat voor gevoel hebben jullie daarbij?’ Vrij snel ontstaat er een levendige discussie. ‘Ideeën tot verbeteren zijn er genoeg’, zegt psychiater Anne Speckens, ‘maar de implementatie en het naleven is lastiger!’ ‘Het gaat vooral mis op de overdrachts momenten’, meent medisch psycholoog Andrea Evers. ‘Eigenlijk zou iedere patiënt een zorgcoördinator moeten hebben, die zich verantwoordelijk voelt voor het geheel.’ Op basis van de interne audits kan Wilma Boeijen, directeur Instituut Waarborging Kwaliteit en Veiligheid (IWKV) dat beamen. ‘Het zit ‘m niet in het naleven van regels, maar in de attitude. Ook al zouden medewerkers alle protocollen
uit KWINT uit hun hoofd leren, juist de overdrachts momenten zijn funest. Iedereen is vooral gefocust op de eigen deskundigheid. Er wordt te weinig naar links en rechts gekeken. Wat dat betreft moeten we er met z’n allen een schepje bovenop doen. De verantwoordelijkheid pas loslaten als het écht kan.’
Schijnveiligheid Laten we niet alles dichttimmeren met regels, is de algemene conclusie. Met een teveel aan controlemomenten en aftekenlijstjes ontstaat er een schijnveiligheid. ‘Ik sta er niet voor in dat artsen in alle hectiek alles lezen, voordat ze een handtekening zetten’, zegt iemand in de zaal. En een ander tipt: ‘Ga met de stofkam door de bestaande regels, er zitten veel onzinnige bij. Laat medewerkers zien dat richtlijnen zinvol zijn. Medewerkers zijn dan meer gemotiveerd om afspraken na te leven.’ ‘En dat betekent dat je elkaar vervolgens ook op het handelen mag aanspreken’, benadrukt Samsom. In de praktijk blijkt dat nog lastig. Iemand uit de zaal: ‘Je hebt toch te maken met hiërarische posities. Je plaatst niet zo gemakkelijk kritische kanttekeningen bij iemands handelen. Verpleegkundigen voelen soms al schroom om een dienstdoende arts op te piepen en artsassistenten stellen het uit hun supervisor te raadplegen.’ ‘Die
‘Iedereen is vooral gefocust op de eigen deskundigheid. Juist de schakelmomenten zijn funest,’ merkt een deelnemer op tijdens het Radboudleiderschapscollege over Kwaliteit en veiligheid . Foto: Flip Franssen
schroom moeten ze maar eens overwinnen. Je vraagt het immers niet voor niks’, vindt hoofdverpleegkundige Suus van Neerven. ‘Artsen moeten ook vaker uitspreken: “Bij twijfel mag je me midden in de nacht wakker bellen.”
Impact van calamiteit Tijdens de bijeenkomst vertelt een jonge arts die betrokken is geweest bij een calamiteit met dodelijke afloop, hoe groot de impact voor hem was. ‘Ben vooral open naar collega’s en familie van de patiënt’, benadrukt hij. ‘Dat helpt enorm. Door terug te redeneren wat er fout ging, kun je het proces verbeteren.’ Afdelingshoofden moeten een veilig meldklimaat scheppen, benadrukt iemand uit de zaal. ‘Niet reageren: “Welke domkop op mijn afdeling…” Stel het oordeel uit en begin met een vraag.’ ‘Maar hoe open kun je – vers na een incident – zijn richting familie?’, vraagt een ander zich af. ‘Moet je niet oppassen dat je alle verantwoordelijkheid naar je toetrekt?’ Boeijen: ‘Als jij als professional vindt dat het anders had gemoeten, zeg dat dan vooral. Claims ontstaan juist als mensen gefrustreerd raken, omdat ze het gevoel hebben dat de communicatie niet open en eerlijk verloopt.’ Tijdens de borrel praten deelnemers in groepjes na. ‘Leuk om te horen wat er op andere afdelingen speelt. Je loopt toch tegen dezelfde problemen aan’, zegt neuroloog Rianne Esselink. ‘Ik vind dit nuttige bijeenkomsten. Ook de andere colleges, zoals die over ondernemerschap en markt, vond ik inspirerend. Je ziet veel meer de grote verbanden. Je wordt aan het denken gezet en gaat bijvoorbeeld ook anders naar de Raad van Bestuur kijken.’ n
Circa 200 staf- en MT-leden volgen momenteel de Radboudleiderschapscolleges. In vijf sessies krijgen zij diverse thema’s voorgeschoteld: Leiderschap en het proces van ‘Beter worden’, Ondernemerschap en markt, Kwaliteit en veiligheid, HRM/talentontwikkeling en Waardecreatie en financiën. De afdelingshoofden hebben de leergang geïnitieerd en samen met Concernstaf HR in een programma omgezet. De colleges zijn onder meer bedoeld voor medisch specialisten, leidinggevende onderzoekers, UHD’s, hoofdverpleegkundigen en leidinggevenden uit de paramedische hoek. Met als doel dat zij – samen met de afdelingshoofden - vol inspiratie de vertaalslag van de bedrijfsfilosofie ‘Beter worden’ kunnen maken naar de werkvloer en daar een actieve rol in gaan spelen.
Iedere patiënt heeft recht op veilige zorg ‘Iedere patiënt in het Radboud heeft recht op veilige zorg’, zegt Roos Trooster. Zij is per 1 november aangenomen bij de Concernstaf als senior-beleidsadviseur kwaliteit en veiligheid patiëntenzorg, samen met Lilian Briggeman. Beiden hebben ze ruime ervaring op dit terrein.
Net als 92 andere ziekenhuizen, werkt het Radboud aan de tien thema’s van het landelijke VMS Veiligheids programma voor de patiëntenzorg. Uit een groot dossier onderzoek in 2007 bleek dat er in Nederland per jaar sprake was van 1735 vermijdbare doden in ziekenhuizen. Daarnaast lopen jaarlijks 6000 patiënten vermijdbare, blijvende schade op. De oorzaken hiervan zijn geanalyseerd
De tien thema’s 1 Voorkomen van wondinfecties na een operatie 2 Voorkomen van lijnsepsis en behandeling van ernstige sepsis 3 Vroege herkenning en behandeling van de vitaal bedreigde patiënt 4 Medicatieverificatie bij opname en ontslag 5 Kwetsbare ouderen 6 Optimale zorg bij Acute Coronaire Syndromen 7 Vroege herkenning en behandeling van pijn 8 High Risk Medicatie: klaarmaken en toedienen van parenteralia 9 Verwisseling van en bij patiënten 10 Voorkomen van nierinsufficiëntie bij intravasculair gebruik van jodium Voor meer informatie over het landelijk Veiligheidsprogramma, zie www.vmszorg.nl
en daar is een lijst van tien veiligheidsthema’s (zie kader) uit voortgekomen.Voor elk thema is een praktijkgids met adviezen op basis van richtlijnen en best practices gemaakt. Roos Trooster was landelijk projectleider van de tien thema’s. ‘Omdat het op deze punten vaak mis gaat, zijn medische en verpleegkundige experts uit het land hiermee aan de slag gegaan. Ook diverse deskundigen van het Radboud hebben het afgelopen jaar meegewerkt aan de adviezen in de praktijkgidsen, waarmee we nu dus ook zelf UMC-breed gaan werken. We weten dat we zo de zorg optimaal en veiliger voor de patiënt kunnen maken.’
kennis op dit terrein. We willen ervoor zorgen dat deze deskundigheid doorstroomt naar andere afdelingen.’ Vanuit de Concernstaf gaan ze met heldere beleidslijnen en coördinatie een bijdrage aan deze verbeteringen leveren. ‘Wij gaan hierbij nauw samenwerken met de implementatiedeskundigen van de afdeling Procesverbetering en Innovatie. En met het Instituut Waarborging Kwaliteit en Veiligheid, dat een belangrijke rol heeft in de toetsing. Ook met de kennis die bij IQ healthcare ontwikkeld wordt kunnen we processen in de patiëntenzorg optimaliseren en veiliger maken.’
Lat hoog
‘Ondermeer door scholing, informatievoorziening en kennisuitwisseling zullen alle medisch specialisten en medewerkers verder betrokken raken bij het versterken van de patiëntveiligheid. De meest kritische veiligheidsaspecten zullen we opnemen in ons kwaliteitssysteem, zodat we gemakkelijker vasthouden wat verbeterd is ’, vertelt Briggeman. ‘Iedereen moet continu alert zijn op patiëntveiligheid. We gaan voor een cultuur waarin we voortdurend verbeteren en van elkaar leren. En natuurlijk elkaar durven aanspreken op zaken die beter kunnen. Daar wordt overigens al hard aan gewerkt. Neem het decentraal melden van incidenten, dat hier is ingevoerd. Je merkt dat het medewerkers meer bewust maakt en dat er daarna verbeteracties worden ingezet. Daar gaat het om, dat iedereen zich verantwoordelijk voelt en dat elke patiënt in ons ziekenhuis zich veilig voelt en kwaliteit ervaart.’ JM
‘Het Radboud legt de lat hoog op dit gebied’, zegt Trooster. ‘We gaan samen met afdelingen zorgen dat goede initiatieven voor patiëntveiligheid ziekenhuisbreed gestimuleerd en verspreid worden. Uiteraard betrekken we ook het Stafconvent en de VAR erbij. We kijken nu eerst wat er al ontwikkeld is en welke enthousiaste ideeën er leven op afdelingen. Ik heb gemerkt dat kwaliteits verbetering hier volop leeft. Er is de afgelopen jaren veel opgepakt, zoals het vroeg herkennen van sepsis op de SEH en het outreachprogramma om vitaal bedreigde patiënten vroegtijdig te herkennen en te behandelen. De veiligheidsthema’s zijn vaak voor het hele ziekenhuis van belang. Neem bijvoorbeeld de kwetsbare ouderen. Door hun complexe aandoeningen lopen zij meer risico op complicaties en daardoor zelfs de kans dat zij het ziekenhuis slechter verlaten. Bij Geriatrie is er heel veel
7
r e porta g e
Jaarlijks komen in het UMC St Radboud zo’n zevenhonderd patiënten binnen met traumatisch hersenletsel. De ernstige gevallen zijn getroffen door bloedingen en kneuzingen. Een veel grotere groep heeft zogenaamde diffuse axonale schade, waarbij de hersenbanen aangetast zijn. Moeilijk te zien, maar met mogelijk grote gevolgen. De afdeling Neurologie wil juist deze schade in beeld krijgen. Een reportage.
Zoeken naar P aul v a n L a e r e
Zaterdagavond rijdt Roy Graveth met de auto van Groesbeek terug naar Nijmegen, wanneer hij plots om nog onbekende reden van de weg raakt. Hij dendert het talud af en komt in de greppel met een klap tot stilstand. Een geluk bij een ongeluk: een tegenligger ziet het gebeuren en belt 112, waardoor ambulance en traumaheli er snel bij zijn. Roy wordt opgevangen op de Spoedeisende Hulp van het Radboud, en komt vervolgens op de Intensive Care terecht. De lichamelijke ravage is groot. Bijna alle ribben gebroken, een scheur in de lever, de knie verbrijzeld, twee klaplongen. Ook zijn hoofd heeft een dreun gekregen. Roy is in coma en in zijn hersenen zijn op drie plaatsen bloedingen. Jaarlijks worden zo’n zevenhonderd patiënten met traumatisch hersenletsel naar het UMC St Radboud gebracht. Ruim honderd daarvan zijn er, net als Roy, ernstig aan toe. Het betekent dat ze buiten bewustzijn zijn, en de hersenen bloedingen en kneuzingen vertonen, waardoor hersen cellen ten gronde (kunnen) gaan. Nagenoeg alle patiënten - alleen de hele lichte niet - worden reeds op de Eerste Hulp door een neuroloog gezien. ‘We onderzoeken de patiënt neurologisch en horen dan ook het verhaal’, vertelt neuroloog dr. Pieter Vos, die gespecialiseerd is in traumatisch hersenletsel. ‘We kijken naar uitvalsverschijnselen en schatten het gevaar in van levensbedreigende complicaties. Heel belangrijk is ook vaststellen van geheugenverlies.’
Witte bokshandschoen Ongeveer de helft van de patiënten met licht hersenletsel wordt opgenomen, meestal voor één nacht ter observatie. Ook veel van de ernstige patiënten komen na de Eerste Hulp en IC en soms na een operatie, uiteindelijk op de verpleegafdeling terecht. Ook dan worden ze nauwlettend in de gaten gehouden. Vos: ‘Patiënten blijven at risk. Door verminderde weerstand is er gevaar van infecties,
‘De impact van hersenletsels is gigantisch. Bedenk ook dat het vaak nog jonge mensen treft’
vooral longontsteking, en door een verminderd bewustzijn en verwardheid kunnen patiënten hun klachten niet goed aangeven. Ze kunnen ook gedragsstoornissen vertonen, bijvoorbeeld zeer passief of onrustig zijn.’ De verpleging speelt een belangrijke rol bij de signalering van afwijkend gedrag. ‘Is een patiënt bijvoorbeeld verward en onrustig, dan is het zaak prikkelarm te verplegen, bijvoorbeeld door licht en geluid te dempen, en het bezoek te minimaliseren.’ Dit is ook geboden bij meneer Leenders, die eveneens een auto-ongeluk heeft gehad. Zo’n drie weken heeft hij in coma op de IC vertoefd. Nu ligt hij bijna een week op de verpleegafdeling. Hij heeft een tracheostoma - een opening in de keel - waarlangs hij zuurstof krijgt toe gediend via een groen lijntje. Voeding gaat langs een katheter in de neus. Om te voorkómen dat hij de slangetjes wegtrekt, zijn zijn handen opgeborgen in een soort witte bokshandschoenen. Meneer Leenders lijkt zich niet bewust van zijn omgeving. Maar op de vraag van neuroloog Vos of hij de ogen kan sluiten, doet hij dat. En op verzoek kan hij ook de benen optillen. ‘Hij is dus in staat eenvoudige opdrachten uit te voeren. Dat is een hele belangrijke mijlpaal in het herstel’, constateert Vos tevreden. ‘Het betekent dat de patiënt definitief uit zijn coma is ontwaakt. Maar hoe het verder gaat, is afwachten.’ Foto: Frank Muller
8
ra d bo d e 2 0 - 2 0 0 9
aar verborgen hersenletsel Ook meneer Leenders had bloedingen in de hersenen. De CT toont een kleine bloeding in de hersenbalk, die de twee hersenhelften verbindt. Het is voor Vos een teken dat waarschijnlijk de helften langs elkaar geschoven zijn, en er aanzienlijk diffuse axonale schade is. Daarbij zijn de verbindingen (axonen) tussen de zenuwcellen aangedaan. De afdeling Neurologie houdt zich speciaal bezig met deze vorm van hersenletsel. Vos: ‘Het is een veel voorkomend en ook groot probleem. Aantasting van de zenuwbanen kan bijvoorbeeld mentale traagheid en
‘Aantasting van de zenuwbanen kan bijvoorbeeld mentale traagheid en stoornissen in spraak, gedrag of cognit ie veroorzaken’ Neuroloog Pieter Vos controleert de oogreflex van een hersenletselpatiënt stoornissen in spraak, gedrag of cognitie veroorzaken. Maar het is nog weinig onderzocht.’ Een belangrijke reden daarvoor is, dat het moeilijk zichtbaar is te maken. ‘Tot voor kort kon je diffuse schade eigenlijk alleen onder de microscoop vaststellen, dus na iemands overlijden’, verklaart neuropsycholoog en promovendus drs. Teuntje Andriessen, die nauw samenwerkt met Vos. In de praktijk wordt vaak afgegaan op een CT. ‘Als je daarop ziet dat kleine bloedvaatjes kapot zijn, mag je aannemen dat in hetzelfde hersengebied ook de veel fragielere zenuwbanen zijn aangetast. Maar liever wil je dat natuurlijk direct vaststellen.’ Met MRI kan dat al een stuk beter dan met CT. Nog een stap vooruit is de zogenaamde Diffusion Tension Imaging (DTI), een recent ontwikkelde techniek die afgeleid is van de MRI. Vos en Andriessen maken er voor hun onderzoek, samen met onder andere de afdeling Radiologie, dankbaar gebruik van. ‘Met DTI kunnen we op microscopisch niveau kijken naar de kwaliteit van de zenuwbanen. We proberen mensen binnen een maand te scannen, en dan na zes maanden. Vervolgens gaan we na hoe het signaal is veranderd en of dat een indicatie is voor eventueel herstel.’ Liefst zouden ze binnen 24 uur een scan maken. ‘Vroege herkenning is belangrijk omdat diffuse schade niet in één klap ontstaat, maar zich waarschijnlijk in de dagen na het ongeval ontwikkelt. Het is een proces. In theorie kun je dat
met medicijnen tegengaan. Maar voor de ontwikkeling van zo’n behandeling moet je die schade natuurlijk wel kunnen volgen. Ook dat is een belang van ons onderzoek.’
De ogen los Vos en Andriessen bestuderen diffuus hersenletsel niet alleen met DTI. ‘Bij de mensen die op de IC belanden kijken we in het bloed naar eiwitten die specifiek in de hersenen voorkomen’, legt Andriessen uit. ‘Tegelijkertijd brengen we herstelproces in kaart. Hoe functioneert iemand na verloop van tijd, wat zijn de klachten? We doen allerlei neuropsychologische tests. En de uitkomsten relateren we dan aan de scans en de eiwitmetingen.’ Vos is een gedreven pleitbezorger voor dit soort studies, die naar zijn oordeel nog te weinig worden gedaan. Hij heeft daarom een landelijke werkgroep opgericht die de onderzoekskrachten bundelt. Goed nieuws is ook dat de Hersenstichting traumatisch letsel tot speerpunt heeft gemaakt. ‘De impact van deze letsels is gigantisch. Bedenk ook dat het vaak nog jonge mensen treft.’
Foto: Paul van Laere
chirurgisch aangebrachte druksensor in de hersenen is weer verwijderd, omdat het gevaar van oplopende druk is geweken. En de diepte van het coma lijkt af te nemen. Vader Graveth: ‘De eerste dagen gaf hij totaal geen reactie wanneer hij in de nagelriem werd geprikt. Normaal vlieg je dan tegen het plafond. Maar vandaag zag mijn vrouw dat hij iets voelde. Het is net alsof hij probeert wakker te worden. Het belangrijkste is nu: de ogen los. Dat heeft ie nog niet gedaan.’ Pieter Vos weet maar al te goed hoe de omgeving van patiënten op en neer geslingerd wordt tussen hoop en vrees. Garanties zijn nooit te geven. Het herstel, of uitblijven daarvan, kan zeer onvoorspelbaar zijn. ‘Ik ken mensen die na drie maanden weer aan het werk zijn, terwijl ze toch een behoorlijke tijd op de IC hebben gelegen, en langdurig verward waren. “Dit wordt niks meer”, is een gevaarlijke gedachte. Daar waak ik altijd voor.’ n
Lichte letsels die zwaar wegen Zoals Roy. Vier dagen na het ongeval is hij nog steeds niet bij kennis. Zijn familie heeft al die tijd bij de IC gebivakkeerd, verdoofd door de klap die Roy en daardoor ook zij hebben gekregen. Maar er gloren lichtpuntjes. De
Neuropsychologe Teuntje Andriessen neemt een test af om geheugen- en concentratiefuncties te meten.
9
Foto: Frank Muller
Hoewel de gevolgen van ernstige hersentrauma’s ingrijpender zijn, komt het lichte letsel tien keer vaker voor, zo’n veertig tot vijftigduizend patiënten per jaar. En ook een licht trauma kan lang doorwerken. ‘Het grootste deel van de mensen met zo’n letsel herstelt goed. Maar 15 procent houdt chronische klachten, zoals hoofdpijn, duizeligheid of geheugen- en concentratieproblemen, zonder duidelijke afwijkingen op de CT-scan’, weet neuroloog Pieter Vos Hoe kan dat? De promotiestudie van psychologe Maja Stulemeijer wierp onlangs een interessant licht op deze vraag. Ze ontdekte dat herstel na een hersenschudding samenhangt met niet-letsel gebonden factoren als opleidingsniveau en de mate van angst na het ongeval. Maar voor Vos is hierover het laatste woord nog niet gezegd. Want langetermijnklachten kunnen óók samenhangen met verborgen letsel, zoals diffuse axonale schade, dus schade aan de zenuwbanen. Een relatief lichte kracht op de hersenen zou misschien niet tot bloedingen en kneuzingen leiden, maar wel het kwetsbare netwerk van zenuw uitlopers kunnen aantasten. Dat is moeilijk vast te stellen met conventionele technieken als CT. ‘Maar met een speciale MRI-variant, de Diffusion Tension Imaging (DTI), proberen we dit zichtbaar te maken’, zegt onderzoekerster Teuntje Andriessen. Dit gebeurt in samenwerking met het Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour. Andriessen: ‘Het mooie van ons onderzoek bij mensen met traumatisch hersenletsel is dat we enerzijds fysieke schade in de hersenen proberen op te sporen, maar tevens naar de psychologische kant kijken: wat zijn de klachten, hoe staat iemand daarin, wat is de achtergrond?’ Ondertussen werkt de afdeling ook aan het verminderen van chronische klachten. Vos: ‘Patiënten die echt at risk zijn gaan we intensiever benaderen en volgen. Door een betere uitleg en geruststelling en door meer contact in de periode daarna, denken we veel problemen te voorkómen.’
o n d e rzo e k
Alternatief voor Pap-test betrouwbaar Een nieuwe techniek om een uitstrijkje van de baar moederhals te onderzoeken is net zo betrouwbaar als de klassieke Pap-test. Dit concludeert Bert Siebers (Pathologie) in het proefschrift waarop hij op 8 december promoveert. Wel is de nieuwe techniek (dunnelaag cytologie) gemakkelijker voor degene die het uitstrijkje afneemt en levert de techniek minder vaak preparaten op die niet goed te beoordelen zijn. Maar de dunne laagcytologie is ook duurder. M art e n Doop e r
Iedere vrouw in Nederland tussen de 30 en 60 jaar is er mee bekend: eens in de vijf jaar valt een uitnodiging in de bus om mee te doen aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Mede dankzij dat bevolkingsonderzoek, dat nu al ruim twintig jaar landelijk plaatsvindt, scoort Nederland internationaal gezien zeer laag als het gaat om het aantal gevallen van baarmoederhalskanker. ‘Jaarlijks wordt deze ziekte vastgesteld bij minder dan 700 vrouwen’, weet Siebers. ‘Vóór de brede invoering van het bevolkingsonderzoek waren dat er ruim driemaal zoveel.’ Het hart van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker wordt gevormd door de microscopische beoordeling van het zogeheten uitstrijkje. Hiervoor veegt de huisarts (of in veel gevallen de praktijkassistente) met behulp van een borsteltje wat cellen van de baarmoederhals af, smeert dit op een glaasje uit en fixeert de cellen met een vloeistof. Het preparaat gaat vervolgens naar het pathologie laboratorium waar microscopisch onderzoek van de cellen moet uitwijzen of er afwijkingen aanwezig zijn. Deze methode is al ruim tachtig jaar geleden uitgevonden door de Grieks-Amerikaanse arts-onderzoeker Georgios Papanicolaou, reden waarom de test bekend staat als de Pap-test. ‘In Nederland laten jaarlijks ongeveer 500.000 vrouwen een uitstrijkje maken. Bij zo’n 10.000 vrouwen is er een afwijking in de cellen te zien’, noemt Hans Bulten, regionaal coördinerend patholoog bij het bevolkingsonderzoek, enkele cijfers. ‘Bij vrouwen met een ernstige celafwijking dient aanvullend onderzoek te worden verricht. Blijkt er dan sprake van een voorstadium van baarmoederhalskanker, dan kan dit nog met succes worden behandeld. Vandaar het lage aantal vrouwen in Nederland dat daadwerkelijk baarmoederhalskanker krijgt.’
‘De procedure is gemakkelijker voor degene die het uitstrijkje afneemt’
Uitschudden in vloeistof Ofschoon de Pap-test al ruim tachtig jaar zijn waarde bewijst, is er enige tijd geleden toch een alternatief voor deze techniek ontwikkeld. Siebers: ‘De Pap-test kent een paar nadelen. De ‘uitstrijker’ moet om te beginnen goed getraind zijn om de cellen van het borsteltje netjes in een dun laagje op het glaasje uit te smeren. Anders ontstaan er klonten van cellen die door het microscoop niet meer te beoordelen zijn. Ook het opspuiten van de fixeervloeistof dient nauwkeurig te gebeuren. Niet van te dichtbij, niet van te ver af. Ook gaat het restmateriaal dat achterblijft op het borsteltje, verloren doordat het borsteltje na het afstrijken op het glaasje wordt weggegooid.’ De alternatieve techniek, dunnelaagcytologie geheten, kent die nadelen niet. ‘Bij deze techniek schudt de uitstrijker het borsteltje simpelweg uit in een potje met vloeistof’, legt Siebers uit. ‘Dat potje gaat naar het laboratorium waar een deel van de vloeistof wordt uitgenomen. Dat wordt, na wegfilteren van verontreinigingen als bloedcellen of ontstekings cellen, zodanig op een glaasje gebracht dat de aanwezige baarmoederhalscellen keurig naast elkaar een dun laagje op het glaasje vormen. Na kleuring worden
Op grond van de bevindingen van Bert Siebers (op foto) mag de dunnelaagcytologie nu ingezet worden in het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Foto: Flip Franssen
10
ra d bo d e 2 0 - 2 0 0 9 de cellen microscopisch op afwijkingen beoordeeld.’ Deze techniek kent diverse praktische voordelen, stelt Siebers. ‘Om te beginnen is de procedure gemakkelijker voor degene die het uitstrijkje afneemt. Door de gelijkmatige verspreiding van de cellen in het preparaat is er minder kans dat het preparaat niet goed beoordeeld kan worden en de afname van cellen opnieuw moet gebeuren. Tenslotte is de vloeistof die overblijft nog te gebruiken. Bijvoorbeeld om een nieuw preparaat te maken, mochten er twijfels zijn over het eerste preparaat. Of om andere testen op te doen.’
E v e n b e t r o u w b a a r, w e l d u u r d e r Vanwege deze praktische voordelen is geopperd om de Pap-test in het bevolkingsonderzoek te vervangen door de dunnelaagcytologie. ‘Voordat je dat doet, moet je eerst wel zeker weten dat je met de dunnelaagcytologie net zo goed in staat bent vrouwen op te sporen met afwijkende cellen in het baarmoederhalsslijmvlies’, stelt Bulten. ‘Er zijn hiernaar veel studies gedaan, maar de kwaliteit daarvan liet te wensen over.’ Vandaar dat het UMC St Radboud, in de personen van Siebers en Bulten, samen met het
pathologie laboratorium in Eindhoven, in de persoon van patholoog en medeprojectleider Paul Klinkhamer, met subsidies van het RIVM en de EU, de afgelopen jaren een groot onderzoek heeft uitgevoerd om een betrouwbaar antwoord te krijgen op deze vraag. ‘We maakten bij 90.000 vrouwen die in het kader van het bevolkingsonderzoek een uitstrijkje lieten maken in de helft van de gevallen gebruik van de Pap-test en in de andere helft van de dunnelaagcytologie. Vervolgens vergeleken we de uit komsten in beide groepen’, schetst Siebers de opzet. Drie jaar en 90.000 testen later kunnen ze nu met stelligheid zeggen dat de dunnelaagcytologie net zo betrouwbaar is als de aloude Pap-test. ‘Met de aantekening dat er bij de dunnelaagcytologie minder onbruikbare preparaten waren en er dus minder vrouwen opnieuw opgeroepen moesten worden. Nadeel van de dunnelaagcytologie is wel dat deze duurder is dan de Pap-test.’ De bevindingen van Siebers, vorige maand gepubliceerd in het prestigieuze medisch tijdschrift JAMA, zijn voor de overheid reden om te stellen dat de dunnelaagcytologie nu ingezet mag worden in het bevolkingsonderzoek. n
Gekweekte tanden en kiezen Nieuwe tanden en kiezen kweken uit stamcellen. In die uitdaging bijt prof. Irma Thesleff (universiteit Helsinki) zich al ruim een kwart eeuw vast. Met als gevolg dat deze droom langzaam werkelijkheid begint te worden. Vorige week was Thesleff een week lang te gast in Nijmegen in het kader van de Valkhof Wisselleerstoel die dit jaar aan haar is toegekend.
Wanneer het zo ver zal zijn, durft ze niet te voorspellen. Maar Thesleff is er nu meer dan ooit van overtuigd dat het zal lukken: nieuwe tanden en kiezen kweken uit stamcellen. ‘De afgelopen tien, twintig jaar heeft het vakgebied van de ontwikkelingsbiologie een enorme ontwikkeling doorgemaakt’, vertelt zij tijdens een van de spaarzame vrije ogenblikken in het drukke programma dat zij vorige week in Nijmegen afwerkte. ‘Ontwikkelingsbiologie is de wetenschap die zich bezig houdt met de vraag hoe één enkele ongedifferentieerde cel uit kan groeien tot een heel organisme met tal van verschillende organen en weefsels. Om een bepaald orgaan of weefsel te vormen, bijvoorbeeld een tand, moet een stamcel op het juiste moment de juiste prikkels uit zijn omgeving krijgen en hierop
Vorige week was prof. Thesleff (links) een week lang te gast in Nijmegen. Prof. dr. Anne Marie Kuijpers-Jagtman (rechts) heeft haar voorgedragen voor de Valkhofleerstoel. Foto: Jan van Teeffelen
Valkhofleerstoel De Valkhofwisselleerstoel is in 2002 ingesteld om internationaal toonaangevende vrouwelijke wetenschappers tijdelijk naar Nijmegen te halen. Prof. Irma Thesleff (instituut voor biotechnologie, universiteit Helsinki) is opgeleid als tandarts en orthodontist en raakte al tijdens haar opleiding geïnteresseerd in wetenschappelijk onderzoek. In 1975 promoveerde zij op een onderzoek naar schisis (gespleten verhemelte). Daarna verdiepte zij zich in de ontwikkelingsbiologie, met name de ontwikkeling van tanden en kiezen uit stamcellen. Binnen dit vakgebied geldt prof. Thesleff inmiddels als de autoriteit bij uitstek. Zij is een veelgevraagde spreker over dit onderwerp en is onderscheiden met tal van eredoctoraten. Voor de Valkhofleerstoel is zij voorgedragen door prof. dr. Anne Marie Kuijpers-Jagtman (hoogleraar orthodontie) en prof. dr. John Jansen (hoogleraar biomaterialen, experimentele implantologie en experimentele parodontologie).
reageren door precies die genen te activeren die de eiwitten aanmaken die de cel op dat moment in zijn ontwikkeling nodig heeft. De technische mogelijkheden om genen en eiwitten in cellen gedetailleerd te bestuderen, zijn de afgelopen decennia gigantisch toegenomen. Hierdoor kennen we inmiddels tal van spelers die betrokken zijn bij de ontwikkeling van stamcel tot tand. Het beeld is echter nog niet compleet genoeg om bij mensen al in de praktijk succesvol tanden en kiezen te kweken uit stamcellen. Kleine variaties in de hoeveelheid van een groeifactor of in het precieze moment en de duur waarop de groeifactor aanwezig is, blijken de uiteindelijke vorm van de tand enorm te beïnvloeden. We zullen dus eerst nog veel moeten leren over de fine-tuning van het proces. Maar dat het ooit mogelijk zal worden uit menselijke stamcellen een mensentand te kweken, daarvan ben ik zeker.’
prijzen en benoemingen D r. J o o s t H o e n d e r o p Moleculair fysioloog dr. Joost Hoenderop is gekozen tot nieuw lid van De Jonge Akademie (DJA), een onderdeel van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen (KNAW). De Jonge Akademie werd in 2005 opgericht door de KNAW om jonge onderzoekers in contact te brengen met collega’s uit andere vak gebieden. De Jonge Akademie organiseert inter disciplinaire wetenschappelijke bijeenkomsten, geeft haar mening over maatschappelijke en politieke thema's en probeert het brede publiek enthousiast te maken voor de wetenschap.
P r o f . d r. P a u l S p a u w e n Prof.dr. Paul Spauwen, hoofd afdeling plastische, reconstructieve en handchirurgie, is 3 november 2009 unaniem benoemd tot erelid van de Nederlandse Vereniging voor Plastische chirurgie (NVPC). Dit vanwege zijn verdiensten voor de NVPC en in het bijzonder voor zijn bijdrage op het gebied van het onderwijs en de schisis chirurgie, zowel in binnen- als buitenland. Hij is hiermee de elfde in lijn, die dit erelidmaatschap ooit heeft ontvangen.
D r. M a u d G r a f f Op 12 november ontving dr. Maud Graff de Catharine Pijls dissertatieprijs voor het beste proefschrift in de Gezondheidswetenschappen. Haar proefschrift is getiteld ‘Effectiveness and efficiency of community occupational therapy in older people with dementia and their caregivers’ en werd uitgevoerd vanuit de afdeling Revalidatie-Ergotherapie, Geriatrie en IQ healthcare van het UMC St Radboud. Met de prijs (10.000 euro) wil ze een pilot-implementatieproject opzetten naar de mogelijkheden en barrières voor implementatie van deze effectief gebleken ergo therapierichtlijn in Engeland en Noorwegen.
Interactie
D r. M a d e l o n V o n k
Hetgeen de vraag oproept naar het nut van het kweken van tanden en kiezen. ‘Op het eerste oog lijkt het niet meer dan een fraai kunstje van wetenschappers’, beaamt Thesleff. ‘Immers, tanden en kiezen kunnen we tegenwoordig heel goed vervangen door een implantaat. Een implantaat heeft echter als nadeel dat het een dood ding is. Een echte, levende tand vertoont wisselwerking met het kaakbot waarin hij zit. De aanwezigheid van de tand stimuleert bijvoorbeeld de botaanmaak. Je ziet dan ook bij kinderen die wegens een erfelijke afwijking veel te weinig tanden en kiezen hebben, dat hun kaakbot zich niet goed ontwikkelt. Levende, gekweekte tanden en kiezen zouden voor deze kinderen een oplossing kunnen zijn. Maar’, voegt zij er meteen aan toe, ‘zelfs al zou het morgen lukken bruikbare menselijke tanden te kweken vanuit stamcellen, dan zou die techniek nog niet meteen massaal worden toe gepast. Al is het maar vanwege de hoge kosten. Echter, dat kan in de toekomst veranderen. Mogelijk is het gebruik van gekweekte tanden en kiezen voor een volgende generatie tandartsen volkomen normaal.’
Dr. Madelon Vonk, Reumatoloog heeft 13 november de Passion award uitgereikt gekregen. Deze prijs is ingesteld door Actelion Nederland en een erkenning voor het betonen van bijzondere en aanhoudende Passie voor de zorg voor mensen met Pulmonale Hypertensie.
Kanker Minstens zo interessant als het toekomstige gebruik van gekweekte tanden, vindt Thesleff de basale kennis over de ontwikkeling van weefsels die haar onderzoek oplevert. ‘Fundamentele kennis over hoe een orgaan of weefsel zich vanuit stamcellen ontwikkelt, is nodig om beter te begrijpen hoe ziektes ontstaan. Neem kanker; in feite is dat een vorm van een ontspoorde ontwikkeling van een weefsel. Onderzoekers in de ontwikkelingsbiologie stuiten dan ook regelmatig op genen of signaalroutes in de cel die betrokken zijn bij het ontstaan van kanker.’ Zelf overkwam dat Thesleff enkele jaren geleden. Een gen, AXIN2 geheten, dat in gemuteerde vorm leidt tot het ontbreken van tal van tanden en kiezen (oligodontie), blijkt ook een rol te spelen bij het ontstaan van dikkedarmkanker. ‘Naar aanleiding daarvan hebben we tandartsen er op gewezen bij kinderen met oligodontie navraag te doen of er ook veel darmkanker in de familie voorkomt. Is dat zo, dan kan die kinderen geadviseerd worden zich de rest van hun leven regelmatig te laten controleren op beginstadia van darmkanker. Zo kunnen tandartsen nog eens levens redden!’ MD
11
Promoties, oraties, afscheidsredes* • Promotie mw. A. Topaloˇglu-Ak, maandag 7 december om 15.30 uur. Titel: Management of dental caries in primary teeth through minimal intervention approaches • Promotie drs. A.G. Siebers, dinsdag 8 december om 13.00 uur. Titel: Evaluation of national guide lines and implementation of new techniques with the Dutch screening program against cancer of the uterine cervix • Promotie mw. drs. A.L.M. Oei, woensdag 9 december om 13.30 uur. Titel: Immune responses in ovarian cancer patients treated with intra peritoneal 9-Yttrium labeled HMFG1 • Promotie mw. drs. A. Tostmann, woensdag 16 december om 10.30 uur. Titel: Challenges in tuberculosis treatment and control: studies from the Netherlands and Tanzania • Afscheidscollege prof.dr. P.H.M. Spauwen, hoogleraar Plastische chirurgie, vrijdag 18 december om 15.00 uur. Titel rede: Over grenzen * Locatie: Radboud Universiteit, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2, tenzij anders vermeld Voor een volledig overzicht en korte inhoud van alle promoties, oraties en afscheidsredes, zie www.umcn.nl, ingang ‘scientist’, doorklikken op ‘science agenda’
3-KAMER APPARTEMENTEN Intensivprogramm Deutsch v ana f
5 85 pe *Vraag naar de voorwaarden.
r maa n * d
ver ko
DcYZgYdbeZa^c\hXjghjhkVc*YV\Zc HigjXijgZaZkZgWZiZg^c\kVcYZ iVVakVVgY^\]Z^Y IgV^c^c\YddgcZVgcVi^kZheZV`Zgh )idi+YZZacZbZgh EZghddca^_`ZaZZglZchZchiVVcXZcigVVa 8jaijgZZa!VXVYZb^hX]VkdcYegd\gVbbV
op vanaf 169.900 V.O.N.
www.graafsewegtwentyfourseven.nl Aan de Graafseweg 247 in Nijmegen wordt het appartementencomplex TwentyFourSeven gebouwd. Op slechts 5 minuten fietsen van het centrum van Nijmegen, de universiteit, het CWZ en Winkelcentrum Dukenburg. Het complex biedt plaats aan 30 “Urban Level”
Data :ZghiZbd\Za^_`]Z^Y/ ''i$b'+[ZWgjVg^'%&%
appartementen, met een woonkamer en open keuken, twee slaapkamers en een badkamer. Op de bovenste verdieping bevinden zich 6 moderne “Skyline” appartementen die, naast een soortgelijke indeling, ook nog voorzien zijn van een ruim dakterras. Er zijn uitstekende parkeervoorzieningen in de parkeerkelder aanwezig.
Meer informatie:
www.radboudintolanguages.nl
024 3711104 KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
Voor de persoonlijke aanpak
tel.: 0481 - 465898
FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37 Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
12
ra o n d e r w ijs d bo d e 2 0 - 2 0 0 9
buitenland In deze rubriek schrijven studenten over hun ervaring in het buitenland. Marysia Hengeveld liep vanaf september tot november 2009 eerst een maand stage in KCMC Moshi, en daarna in het Huruma Hospital in Rombo-Mkuu, Tanzania.
Hakuna matata ‘Karibu sana! Hakuna matata!’ (Van harte welkom! Geen problemen cq zorgen hier!), is mijn hartelijke begroeting op de Interne Geneeskunde in Huruma Hospital in Rombo Mkuu, Tanzania. De charme van het tropenco-schap is de kans krijgen een tijd zelf deel te nemen aan het Afrikaanse leven! Op mijn eerste dag op de afdeling zie ik vier grote kamers. ‘Vanaf nu ben jij de dokter op deze ward!’ lacht de medical officer me toe, terwijl ik stapels dossiers in mijn handen krijg gedrukt. ‘Let’s start! Ik help je wel; hakuna matata!’ Het ene na het andere schrijnende verhaal komt voorbij. Zo is er de jongen met anemie, pathologische klieren en een hepatosplenomegalie die niet te missen is. De diagnose hematologische maligniteit wordt gesteld. Voor behandeling moet de jongen naar Dar es Salaam; helaas heeft zijn familie geen geld voor de 500 km lange reis en de behandeling. In zijn dossier komt één regel: continueren ondersteunend beleid. Zo is er de mevrouw die in een septische shock is geraakt na een illegale abortus bij een traditionele genezer. Bij gebrek aan een IC, gebrek aan zuurstoftherapie en gezien de te slechte conditie om bij gebrek aan ambulance de reis naar een groter ziekenhuis te doorstaan, is het enige wat we haar kunnen bieden: continueren ondersteunend beleid. Zo is er de jongen die inmiddels genezen is van ernstige brandwonden die hij had opgelopen toen zijn huis volledig afbrandde. Hij heeft de zorg voor zijn jongere broertje een aantal jaar geleden op zich genomen toen hij beide ouders aan AIDS heeft verloren. Hij is goed genoeg genezen om te worden ontslagen. Maar waar moet hij heen zonder geld, zonder familie die voor hem kan zorgen en in een nog te slechte conditie om zijn werk te hervatten? In zijn dossier komt één zin: continueren ondersteunend beleid. Al snel blijkt dat het alom gebruikte ‘hakuna matata’ ver te zoeken is op deze afdeling en bij uitsluitend ondersteunend beleid is helaas ook het uitzicht hierop discutabel. Gelukkig zijn er ook patiënten waarbij we wel een steentje kunnen bijdragen aan de genezing, zoals patienten die na start van ARVs, tuberculostatica of antibiotica weer hun dagelijkse leven kunnen hervatten. Als we iedereen hebben gezien ben ik er echter wel van overtuigd dat we bij het merendeel van de 60 patiënten klem staan in ons beleid.
‘De mond zegt veel over het lijf’ De alumnidagen van Tandheelkunde, tweemaal per jaar, trekken bijna zeshonderd oud-studenten. Tandartsen worden geüpdatet in hun kennis en kunnen elkaar ontmoeten. De laatste keer stonden de alumnidagen in het teken van de nieuwe master Tandheelkunde, waarin meer Geneeskunde geïntegreerd zal worden. ‘De mond zegt veel over het lijf.’
De vernieuwde master Tandheelkunde start in september 2010. Hierin komt meer aandacht voor geneeskunde. De alumnidagen in november haken hierop in met het thema: de medische en medicatieaspecten in de tandheelkunde. ‘Veel medische aandoeningen komen tot uiting in de mond’, zegt opleidingsdirecteur prof.dr. Nico Creugers. Hij noemt enkele voorbeelden. ‘Mensen met diabetes hebben vaak tandvleesproblemen. Ook zijn er veel genetische aandoeningen waarbij er afwijkingen zijn in het gebit. Daarnaast komen vaker hoofd-halstumoren voor waarbij de mond ook is aangedaan.’ Op de alumnidagen werden diverse colleges gegeven over medische onderwerpen, die ook in de opleiding aan bod komen. Zo waren er bijvoorbeeld colleges over de invloed van antibioticagebruik en (te) hoge bloeddruk op de tandheelkundige behandeling. De colleges zijn onder meer verzorgd door de afdelingen Algemeen Interne Geneeskunde en Klinische Genetica.
Op 20 november kwamen de studenten bijeen die 15 tot 25 jaar geleden afstudeerden. Tandartsen Petra The en Marlies de Graaf haalden hun bul in 1989. ‘Twintig jaar geleden was er in de opleiding weinig aandacht voor medische aandoeningen’, zegt The. ‘Daarnaast zakt je medische kennis deels ook weg.’ De Graaf: ‘Het wordt steeds meer bekend dat de mond veel zegt over het lijf. Meer mensen behouden tot op hoge leeftijd hun eigen gebit. Daardoor zie ik meer oudere patiënten; een groep waarin vaker sprake is van medicijngebruik en medische aandoeningen. De alumnidag houdt je een spiegel voor: voer ik mijn praktijk nog volgens de huidige inzichten?’
Groepsgevoel Ieder jaar in april en november organiseert het PAOT (postacademisch onderwijs tandheelkunde) de alumnidagen. Gedurende drie dagen worden de alumni uit de diverse jaargangen ontvangen. Tandarts/UMC-medewerker Rob de Kanter is organisator sinds het eerste uur, tien jaar geleden. ‘De kracht is dat alumni elkaar zien en daarnaast bijgeschoold worden’, vertelt hij. ‘De alumni delen hun ervaringen met elkaar als tandarts. De jongere lichting bespreekt bijvoorbeeld hoe het is om een eigen praktijk op te zetten. Als studenten leerden ze met elkaar het vak in de kliniek. Op de alumnidagen zie je dat het onderlinge groepsgevoel nog steeds erg groot is.’ GM
De alumni Tandheelkunde die 15 tot 25 jaar geleden afstudeerden. De kleurkaarten maakten de colleges interactief. De alumni konden zo antwoord geven op stellingen.
Spierziekten opsporen via echografie In het UMC St Radboud is een techniek ontwikkeld om via echo’s spieren te bekijken. Deze echo’s blijken een goed hulpmiddel te zijn om spierziekten op te sporen. Op 20 november is in het Radboud scholing gegeven aan professionals uit andere ziekenhuizen, zodat ook zij er mee kunnen gaan werken.
De gebruikelijke methode om bij kinderen spierziekten op te sporen is om een biopt te nemen of een EMG te maken. Deze ingrepen zijn echter pijnlijk en belastend voor het kind. Vanuit de afdeling Klinische Neurofysiologie is een techniek ontwikkeld om spierecho’s te maken. ‘Op het beeldscherm zie je welke spieren er aangedaan zijn’, vertelt kinderarts in opleiding Sigrid Pillen, die in mei dit
jaar promoveerde op deze techniek. ‘De echo geeft niet aan welke spierziekte een kind heeft. Het is een hulpmiddel om tot de diagnose te komen.’ Op de echo zijn de gezonde spieren relatief zwart; naarmate spieren zieker zijn, worden ze witter op het echobeeld. Pillen: ‘Het speciale aan onze methode is dat het witter worden van de spier in maat en getal wordt uit gedrukt. Dit is beter dan alleen een visuele beoordeling, omdat ook bij normale veroudering de spier witter wordt. Je ziet, of eigenlijk berekent, dus in welke mate bepaalde spieren zijn aangedaan. Vervolgens kun je bij de ziekere spieren een biopt nemen of een EMG maken. Je kunt dus veel gerichter een spierziekte opsporen.’ Op 20 november zijn 25 professionals uit andere ziekenhuizen (klinisch neurofysiologen, (kinder)neurologen, fysiotherapeuten en laboranten) geschoold in deze nieuwe techniek. Bij de scholing zijn ook zenuwecho’s aan bod gekomen, een techniek waarmee onder andere beknellingen van zenuwen kunnen worden opgespoord.
Veel belangstelling
De medical officer bedankt me voor mijn inbreng en komt met een idee: ‘als je hier een man trouwt, dan kom je hier wonen en dan blijf je meteen werken! Ik help je wel met zoeken; hakuna matata!’ Met mijn hoofd vol van alle indrukken ga ik naar huis. Het wordt een uitdaging om de komende weken het Afrikaanse leven te ervaren, maar een nog grotere uitdaging om wat te kunnen betekenen zodat in ieder geval een aantal patiënten hopelijk zal kunnen zeggen: HAKUNA MATATA! Op 20 november zijn 25 professionals uit andere ziekenhuizen geschoold in deze nieuwe techniek. Foto: Flip Franssen
13
In het maken van spierechografie bij patiënten loopt het Radboud voorop. ‘Jaarlijks worden hier 300 tot 400 spier echo’s gemaakt’, aldus Pillen. ‘Behalve bij kinderen gebruiken we de spierecho’s nu ook bij volwassenen.’ Er is veel belangstelling van de Nederlandse ziekenhuizen voor de spierechografie. ‘We gaan het eerst uitdragen in Nederland, maar ook in rest van de wereld is interesse. Alleen in de VS en in London zijn er enkele klinieken die ook spierecho’s in de patiëntenzorg gebruiken’, zegt Pillen. ‘Ik vind het geweldig als mijn promotieonderzoek ertoe leidt dat veel ziekenhuizen deze techniek toepassen. Dat zou de bekroning op mijn werk zijn.’ GM
ra d bo d e 2 0 - 2 0 0 9
mensen Pieternel de Boer – Dorjee Op 1 november 2009 heeft Pieternel de afdeling Heelkunde A40 verlaten vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Pieternel kwam ruim 10 jaar geleden in het UMC St Radboud werken als verpleegkundige op verpleegafdeling Heelkunde A30. De laatste jaren werkte ze op A40. Ze heeft zich al die tijd ingezet voor de patiënt waarbij kwaliteit van zorg voor Pieternel belangrijk was. De omgang met patiënten en collega’s verliep prettig en ze hield de aandacht scherp vanwege haar kritische kijk op dingen. We willen Pieternel bedanken voor haar inzet, de samenwerking en betrokkenheid binnen de verpleegafdelingen A30 en A40 en haar veel geluk toewensen in de toekomst! Namens alle collega’s van verpleegafdeling A30 en A40 Geertje Braks, verpleegkundige A40 en Annique Thuis, hoofdverpleegkundige A40
d r. A l e c R o s s Wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd heeft onze collega, dr. Alec Ross, na een dienstverband van bijna 40 jaar, de afdeling Laboratoriumgeneeskunde verlaten. Alec heeft zich in deze periode als analytisch chemicus en staflid Endocriene Ziekten en later van Laboratoriumgeneeskunde meer dan verdienstelijk gemaakt voor alle activiteiten van onze afdelingen. Vele klinisch werkzame collega’s, artsen in opleiding en studenten vonden hun weg naar Alec om door hem te worden onderwezen in de medische statistiek. Dikwijls leverde hij zijn bijdrage aan hun onderzoek en voorzag hen van waardevolle adviezen. In de patiëntenzorgtaken van de afdeling heeft hij een bijzondere expertise en voorliefde ontwikkeld voor de diagnostiek van schildklierziekten en het meten van vrije hormonen. Zijn voortreffelijke inzichten en passie voor het waarborgen van de kwaliteit van onze analytische verrichtingen zijn voor de afdeling van groot belang geweest. Met name de externe kwaliteitsborging in het kader van de Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoria (SKML)sectie Endocrinologie, waarvan hij bijna twee decennia secretaris was, heeft Alec nationaal en internationaal aanzien opgeleverd. Als blijk van waardering werd hem tijdens zijn afscheidssymposium de Gouden SKML Standaard toegekend. Deze prijs
VO Management in de Gezondheidszorg af. Op 1 september 2003 verruilt ze de Heelkunde voor het Hartcentrum, en wordt hoofdverpleegkundige van de polikliniek en functieafdeling. Om vervolgens vanaf 1 juni 2008 terug te keren naar de afdeling Heelkunde als hoofdverpleegkundige A40. Daarmee start ze in een bijna geheel nieuw managementteam om samen, met elan opbouw en richting te geven aan de vernieuwde afdeling Heelkunde. In haar hele loopbaan heeft Annique zich verdienstelijk gemaakt als projectleider of projectlid van afdelingsen afdelingsoverstijgende en ziekenhuisbrede projecten. Kenmerkend voor haar is de wijze waarop ze als mens en als manager in de verpleegkundige praktijk staat. Met als uitgangspunt: professionaliteit van het eigen vak, samenwerking over disciplines heen en gericht op hoogwaardige academische patiëntenzorg. Kenmerkend voor Annique in al die jaren zijn haar integriteit, trouw, verbindend vermogen en gevoel voor humor. Op 3 december is in brede kring het glas geheven op Annique en wij hopen nog jaren de voortreffelijke samenwerking voort te zetten. Kees van Laarhoven, afdelingshoofd Heelkunde Robert Opsteeg, bedrijfsleider
werd slechts eenmaal eerder toegekend in Nederland. Wij danken Alec voor zijn inzet en wensen hem en zijn vrouw Trude nog veel gelukkige jaren in goede gezondheid toe. Fred C.G.J. Sweep, Hoofd Laboratoriumgeneeskunde.
D r. P a u l P l a s m a n s Onlangs nam de vakgroep Orale Functieleer van de afdeling Tandheelkunde afscheid van dr. Paul Plasmans. Hij vervulde in zijn 32-jarig dienstverband vele onderwijsfuncties in de opleiding tandheelkunde. Al tijdens zijn studie was hij student-assistent. Hij heeft in alle jaren van de opleiding onderwijs gegeven en is gedurende vele jaren blokcoördinator geweest. Zijn groot organisatietalent was een bepalende factor in dit succesvolle onderwijsblok. Plasmans begon zijn carrière als fulltime docent; hij was samen met prof. A.F. Käyser, de belangrijkste auteur van het Nederlandstalige standaardwerk op het terrein van de occlusie-opbouw. Ondanks zijn professionele liefde voor het klassieke kroon- en brugwerk was hij een van de eersten in Nederland die onderzoek verrichtte naar voor een breder publiek toegankelijke alternatieven voor deze meestal kostbare therapie. Dit mondde uit in een goed ontvangen proefschrift met de titel ‘The extensive amalgam restoration’. Dat het in het proefschrift beschreven tandheelkundig materiaal amalgaam thans, 20 jaar na publicatie, nauwelijks nog wordt gebruikt doet niets af aan het belang van dit onderzoek; dat aantoonde dat er een effectief en efficiënt alternatief voor kronen bestond. Dr. Plasmans heeft met dit onderzoek de professie een grote dienst bewezen, omdat tandartsen vanaf dat moment meer openstonden voor andere oplossingen dan kronen als het ging om door cariës verzwakte elementen. Modernere materialen zoals tandheelkundig composiet hebben mede op basis van dit proefschrift een goede ‘doorstart’ kunnen maken. Dr. Plasmans heeft zich slechts gedeeltelijk teruggetrokken uit de tandheelkunde; hij voert thans als parttime algemeen practicus praktijk in Nijmegen. Namens de vakgroep Orale Functieleer dank ik dr. Plasmans voor zijn inzet in de werkzaamheden van de vakgroep en zijn bijdragen aan de opleiding Tandheelkunde. Prof. dr. Nico Creugers
Ruud Nelissen Ruud Nelissen verlaat na 22 jaren het UM St Radboud. Hij gaat terug naar zijn geboortestad voor een baan als hoofd verpleegkundige in het Academisch ziekenhuis aldaar. Ruud blijft in Nijmegen wonen! Maastricht, proficiat. Een kleurrijker, creatiever en betrokkener persoon zal niet gemakkelijk te vinden zijn. Altijd vindt Ruud een oplossing voor de vraagstukken en problemen die hij tegenkomt. Niet alleen werkgerelateerd is hij creatief. De sfeer wordt absoluut positief beïnvloed door zijn Sinterklaasoptreden, het oprichten van de zanggroep voor afdelingsfeesten, de creatieve ideeën als er een collega vertrekt, de vakantiekaartenwedstrijd, zijn mening over de modebewustheid van de verpleegkundigen en niet te vergeten zijn zelfgebakken taarten op zaterdag! Teveel om op te noemen. In de doorstart Kinderdialyse is Ruud een belangrijke motivator geweest. Vele uren heeft hij hierin gestoken zonder één onvertogen woord. Vaak was hij op de afdeling terwijl hij een vrije dag had. ‘Ik woon toch om de hoek’, zei Ruud dan… De erkenning van de werkplaatsfunctie voor de dialyseopleiding is geheel en al toe te schrijven aan zijn inzet en betrokkenheid. Op 16 december nemen wij afscheid van hem in de Aesculaaf vanaf 16.00-18.30 uur. We zullen ‘m missen en wensen hem het allerbeste! Namens alle medewerkers! Suus van Neerven, Hoofdverpleegkundige
Annique Thuis Op 1 december was Annique Thuis, hoofdverpleegkundige A40 (afdeling Heelkunde), 25 jaar in dienst. Begonnen op 1 december 1984 als leerlingverpleegkundige start ze in 1987 als verpleegkundige bij Algemene Chirurgie (nu Heelkunde) op A30. Hierna stapt ze in 1993 voor het eerst in een managementrol als waarnemend teamoudste. Vervolgens wordt ze in 1994 teamleider op A30, waarin ze zich onderscheidt, door onder lastige omstandigheden, succesvol het project ‘Artsenvisite’ te implementeren. In 1996 vervolgt ze haar carrière als teamleider en rond ze vervolgens in 2001 succesvol de
ingezonden Lunchfrustraties Elke dag kijken we weer uit naar de lunchpauze: er worden lunchafspraken gemaakt, het menu wordt bestudeerd en er wordt besproken welke maaltijd of soep er straks besteld gaat worden. Kortom, algehele vreugde over zoiets simpels als een korte werkonderbreking. Echter, sinds de invoering van het nieuwe meubilair is deze vreugde omgeslagen naar frustraties. Toegegeven: de oude stoelen en tafels waren wel eens toe aan wat moderners. De oude stoelen waren zwaar en veroorzaakte een oorverdovend orkest aan lawaai zodra het hongerige personeel toestroomde. Dat neemt niet weg dat we nu toch met heel wat minder enthousiasme naar de lunch gaan, wetende dat er specifieke eisen gesteld worden aan onze fysieke gesteldheid. Iedere lunch is er opnieuw het probleem van de stoelen die niet onder de tafels schuiven en dienbladen die niet passen op de ronde tafels en om die reden wordt er geklommen, geschoven, verplaatst, excuses aangeboden en gefrustreerd gereageerd. Dienbladen worden hoog in de lucht gebalanceerd en de adem wordt ingehouden om passerende collega’s genoeg ruimte te geven. En als dan weer voor de zoveelste keer de stoelen tegen elkaar knallen concluderen wij: de lunch heeft bij ons een wrange bijsmaak gekregen. Sandra Post Cleanroombeheer Laboratoriumgeneeskunde
bij ons ben je verzekerd van ondersteuning, belangenbehar-
Colofon Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud. Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen, Jannie Meussen (eindredactie), Gijs Munnichs Aan dit nummer werkten mee: Femke van de Berg, Marten Dooper, Flip Franssen, Ad den Held, Frank Muller, Piet-Hein Peeters, Eugenie van Schaik, Norbert
tiging en professionele hulp bij problemen
Steinkamp, Daan Van Speybroeck, Jan van Teeffelen E-mail:
[email protected], telefoon: 024-3613538 Correspondentie: UMC St Radboud, 528 Productgroep Communicatie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Peter van Dijk, Henk Gerrits, mr. Æmiel Kerkhoffs, prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat Vormgeving en lay-out: Puntkomma Nijmegen Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 023-5714745, e-mail:
[email protected] Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen 024-3615442 De volgende Radbode verschijnt vrijdag 18 december.
Prachtig vrijgelegen vrijstaand woonhuis totaal grondopp. 7.725 m2 in het buitengebied.
info www.ac-hop.nl
Volgens NEN 2767 BOUWKEURMEESTER KEURT UW WONING
Adviesburo van den Berk uw partner voor financiële zekerheid (sinds 1963)
Financiële planning
Praktijkfinanciering
Hypotheken
Praktijkbemiddeling
Verzekeringen
Pensioenen
Regentessestraat 3
T. 024 - 3230731
www.vandenberk.com
6522 AM Nijmegen
F. 024 - 3601567
[email protected]
Paardenstallen, weiland plus verlichte rijbak. Grote opslag-hobbyruimte 400 m2. Bouwjaar woonhuis 1956 - 2005 inhoud 545 m3. De woning is voorzien van kunststof kozijnen en isolatieglas. De ligging is slechts 10 min. van Nijmegen nabij de A73. Indeling: entree, hal, ruime woonkamer met marmeren schouw en inbouwhoutkachel, 45 m2 grote woonkeuken, berging, prov.kelder en slaapkamer. 1e verdieping: overloop, 4 slaapkamers, badkamer met o.a. ligbad. Aanvaarding in overleg.
Vraagprijs E 565.000,-
Tel. 0492-326194
14
Een pand kopen of verkopen? Schakel bouwkeurmeester Toon Peters in voor:
UÊ>«ÊiÕÀ}i UÊ6iÀ«ÊiÕÀ}i UÊii«ÊiÕÀ}i UÊ ÊiÕÀ}i Meer informatie of een oriënterend gesprek? Bel Toon Peters!
UÊ"«iÛiÀ}i UÊëiVÌià UÊÊ iÀ}iÊ*ÀiÃÌ>ÌiÊ `Ûià Met kwaliteitsgarantie ISO 9001:9002 certificering TUV!
Sprokkelveld 52 6596 DM Milsbeek T (0485) 516 775 I www.petersbouwadvies.nl E
[email protected]
ra opi nie d bo d e 2 0 - 2 0 0 9
PIPnieuws PersoneelsInformatiePunt Ma: 10.00 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Di: 11.30 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Wo: 10.00 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Do: 11.30 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Vrij: 10.00 - 14.00 uur. T (024) 361 91 66, route en interne post 536
[email protected] : organisatie ➔ personeels informatie punt en services ➔ HRM
PIP is op 17 december gewijzigd open PIP zal op donderdag 17 december tussen 10.00 14.00 uur open zijn in verband met een bijeenkomst van de productgroep HRM. Tussen 15.00- 17.00 uur zijn wij niet bereikbaar.
PIP tip Reist u met de OV chipkaart? Kijk op het intranetportaal hoe u bewijsstukken voor de fiscale reiskostenregeling, toelage openbaar vervoer, kunt verzamelen. U kunt dit nalezen bij Services, Fiscale regeling reiskosten woon-werkverkeer.
Medisch-wetenschappelijk onderzoek bij kinderen is noodzakelijk Medisch-wetenschappelijk onderzoek bij kinderen dat henzelf niet ten goede kan komen, is in ons land slechts onder strenge voorwaarden toe gestaan. Toch is ook dit onderzoek belangrijk, bijvoorbeeld tijdens de vroege fase van geneesmiddelontwikkeling, benadrukt de Commissie Doek. Na bijna twee jaar onderzoek adviseert deze commissie, onder voorzitterschap van emeritus hoogleraar kinder- en familierecht prof.dr. Jaap Doek (VU, Amsterdam), de bestaande regels rond medisch-wetenschappelijk onderzoek bij kinderen te verruimen. Donderdag 26 november presenteerde de Commissie Doek een advies van die strekking aan staatssecretaris Jet Bussemaker van VWS. Een betoog over het belang van medisch-weten schappelijk onderzoek bij kinderen door dr. Norbert Steinkamp, universitair docent medische ethiek aan het UMC St Radboud én lid van de Commissie Doek.
het betoog
Vacatures Elke dag staan de nieuwe vacatures op internet en hangt de vacatureladder bij PIP. Gebruik onze klantencomputer om vacatures te bekijken en vraag desgewenst een uitdraai. : Intranetportaal ➔ organisatie ➔ vacatures
FLEX ma t/m vrij 07.30-17.00 uur T (024) 361 03 03 route 342, gebouw Tandheelkunde.
[email protected] : www.umcn.nl ➔ werken bij het UMC ➔ tijdelijk werk
De Commissie Doek heeft zich de afgelopen twee jaar over de Nederlandse wetgeving met betrekking tot medischwetenschappelijk onderzoek bij kinderen gebogen. En adviseert, op basis van haar onderzoek, het nu gehanteerde Artikel 4 in de wet (‘Nee-tenzij’) te wijzigen in een ‘Ja-mits’-beleid. Een opstap dus naar enige verruiming.
Ja-mits In haar advies aan de Staatssecretaris van VWS en de Minister van Justitie, waarover eerst de Tweede Kamer zich nog moet uitspreken, gaat de Commissie Doek uit van twee uitgangspunten: ‘Medisch-wetenschappelijk onderzoek met kinderen is belangrijk’ én ‘Kinderen verdienen als bijzonder kwetsbare proefpersonen extra bescherming.’ Die bescherming van zieke kinderen moet tot uitdrukking komen in bijzondere regels voor het onderzoek, vooral in het geval dat het onderzoek de minderjarige proefpersoon zelf niet direct ten goede kan komen. In zo’n geval is het onderzoek enkel geoorloofd als het groepsgebonden is, en als de bezwaren minimaal en de risico’s verwaarloosbaar zijn. In de huidige wet hebben de ‘minimale bezwaren’ en de ‘verwaarloosbare risico’s’ een absoluut karakter; afweging is dan niet mogelijk. De Commissie Doek nu adviseert om de minimale bezwaren en de risico’s als criteria zodanig te formuleren, dat een afweging wél mogelijk wordt. Toegevoegd wordt dan de verplichting dat ‘altijd inspanningen noodzakelijk zijn om de bezwaren en risico’s te minimaliseren’. Deze laatste toevoeging verplicht de onderzoekers, bij elk onderzoek de bescherming van de proefpersoon opnieuw te verbeteren. Naast de afweging tussen voor- en nadelen is de toestemming van de proefpersoon belangrijk voor de moraliteit van het onderzoek. Daartoe geeft de Commissie Doek in haar advies de morele stem van het kind een groter gewicht. Het is belangrijk dat die morele stem van het kind een wat meer gekwalificeerde ruimte krijgt binnen de hele instemmingsprocedure.
Dezelfde rechten Vrijwilligers Wilt u 1 dagdeel per week gastvrouw of gastheer zijn, eens per maand op zondag bij de kerkdienst actief zijn of iets anders doen? Voor meer informatie: Coördinator vrijwilligerswerk, Joke Hoop. T (024) 361 53 28,
[email protected]. : www.umcn.nl ➔ werken bij het UMC ➔ vrijwilligerswerk Norbert Steinkamp:‘De commissie Doek adviseert het ‘nee-tenzij’-beleid te wijzigen in ‘ja-mits’.’ Foto: Frank Muller
Cursussen en trainingen Er zijn nog plaatsen beschikbaar voor: RSI-contactpersoon basiscursus: 28 januari 2010, 9.00 -12.30 uur RSI-preventiewerkplek: 24 februari 2010, 12.00 -13.00 uur Harmony Basis: 21 en 28 januari 2010 van 13.00-17.00 uur Jaargesprekken medewerkers: 26 januari 2010 van 09.00-13.00 uur Harmony Basis: 22 en 25 februari 2010 van 09.00-13.00 uur Onderhandelen: 30 en 31 maart + 13 april 2010 van 09.00-17.00 uur Projectmatig werken: 30 maart en 13 april 2010 van 09.00-17.00 uur Leertraject Coördineren met Resultaat: Dit voorjaar start weer het leertraject voor coördinatoren of senior medewerkers, die inhoudelijke taken combineren met operationele aansturing. Meer informatie kunt u terugvinden op intranet. Inschrijven kan tot 10 december. Informatie en aanmelden via : intranetportaal ➔ organisatie ➔ opleidingen ➔ opleidingsaanbod ➔ functiegericht PIPnieuws is van Servicebedrijf, productgroep HRM
De Nederlandse wetgeving is zeer terughoudend bij medisch-wetenschappelijk onderzoek bij kinderen, dat henzelf niet ten goede kan komen. Terughoudender ook dan de wetgeving in de ons omringende EU-landen. De Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek (WMO) met mensen schrijft in Artikel 4 op dit punt een ‘Nee-tenzij’-beleid voor. Het gebruik van geneesmiddelen bij kinderen berust in de praktijk nu nog in veel gevallen op resultaten verkregen uit medisch-wetenschappelijk onderzoek met volwassenen. Deze onderzoeksresultaten worden op basis van ervaring vertaald naar kinderen. Maar volgens kinderartsen voldoet deze praktijk niet langer aan de eisen van goede kwaliteit van zorg omdat er enkele significante verschillen zijn tussen het lichaam van een kind en dat van een volwassene. Zo hebben kinderen bijvoorbeeld een ander metabolisme. Daarom kan bijvoorbeeld, menen kinderartsen, onmogelijk worden gezegd: ‘Dit kind is half zo groot of half zo zwaar als een volwassene, dús krijgt het de halve dosering van het geneesmiddel.’ Vanwege dat andere metabolisme kan een kind een geneesmiddel heel anders in het lichaam verwerken. Zodat die halve dosering voor dat kind veel te weinig of misschien wel veel te veel is. Onze terughoudende wetgeving staat ook het onderzoek naar aandoeningen die uitsluitend bij kinderen voorkomen in de weg. Nederlandse kinderartsen waken er op dit moment wel voor om een dergelijke onderzoeksaanvraag in te dienen.
15
Het verruimen van de wetgeving rond medisch-wetenschappelijk onderzoek bij kinderen kunnen we ook beargumenteren vanuit het principe van rechtvaardigheid. Nederlandse kinderen zijn niet anders dan kinderen uit andere Europese landen en moeten daarom dezelfde rechten hebben. Ook dezelfde rechten op goede zorg. En ik vind dat dit laatste, als gevolg van de bestaande regelgeving, in sommige gevallen een beetje scheef komt te liggen. Ten nadele van onze Nederlandse kinderen. Dat nadeel zit ‘m in het feit dat Nederlandse kinderen niet alle kans krijgen om mee te doen aan medischwetenschappelijk onderzoek. En daardoor missen zij ook het mogelijke voordeel dat zo’n medisch-wetenschappelijk onderzoek voor hen kan hebben. Zieke kinderen die meedoen aan een medisch-wetenschappelijk onderzoek kunnen namelijk in het kader van dat onderzoek soms al beter worden, of een opmerkelijke vermindering van hun gezondheidsklachten ervaren. Doordat zij als eerste de beschikking krijgen over een bepaalde interventie of over een nieuw geneesmiddel voor kinderen, dat een positief effect heeft. Daarnaast zijn er ook nog andere rechtsvaardigheidsoverwegingen die pleiten voor het gemakkelijker betrekken van Nederlandse kinderen bij medisch-wetenschappelijk onderzoek. Want wij kunnen als Nederland toch eigenlijk niet verwachten dat uitsluitend kinderen in andere landen worden betrokken bij onderzoek, dat eveneens in het belang is van ónze kinderen? Om vervolgens daarna, zodra blijkt dat dat buitenlandse onderzoek voordeel oplevert, er in een latere fase mogelijk van te profiteren? Maar veruit de belangrijkste overweging om de bestaande regelgeving te verruimen blijft, dat medisch-wetenschappelijk onderzoek bij kinderen belangrijk is. Ook in ons land. Waarom? Omdat methodologisch goed opgezet onderzoek de kwaliteit van de zorg aan kinderen in ons land verbetert. Dat moet het uiteindelijke doel zijn. n Dr. Norbert Steinkamp, universitair docent medische ethiek aan het UMC St Radboud én lid van de Commissie Doek.
ra d e bat d bo d e 2 0 - 2 0 0 9
Het Radbode-debat
Mag de overheid zich bemoeien met levensstijl burgers? Mag de overheid zich bemoeien met de levensstijl van haar burgers? En hoe dwingend mag die bemoeienis dan zijn? ‘Zoals het nu gaat, staan zorgprofessionals te dweilen met de kraan open.’
Gert-Jan van der Wilt vs Herman van Gunsteren
P i e t - H e i n P e e t e rs
‘Ik begrijp niet waarom u zich In uw boek ‘Bouwen op Burgers’ zo afzet tegen de nota Gezond zijn, gezond blijven. Ik vind dit stuk van minister Klink over preventie juist één van zijn betere. We hebben in dit land bijvoorbeeld te maken met een dreigende verdubbeling van diabetes-patiënten. Dan mag je mensen toch aansporen gezond te leven?’ Gert-Jan van der Wilt, hoogleraar health technology assessment van het UMC St Radboud, kijkt Herman van Gunsteren, auteur van ‘Bouwen op Burgers’ vragend aan. Het is de eerste echte novemberdag. Regen klettert tegen de ramen van de Amsterdamse werkkamer van Van Gunsteren, emiritus-hoogleraar politieke theorieën en rechtsfilosofie. Van Gunsteren ontving ons met thee en tarte Normande, ‘ik heb hier een bakkerijtje om de hoek. Ik kon de verleiding niet weerstaan’, en bladert nu door zijn boek heen. ‘Eén van mijn problemen met die nota is dat zij gebaseerd is op theorieën over gezond leven. Maar die worden in de nota als waarheid gepresenteerd en min of meer dwingend aan mensen opgelegd. Dat vind ik riskant. Ik heb zelf één been dat acht centimeter korter is dan het ander. Ik ben twee keer bij een orthopeed geweest en die zeiden “daar kun je niet op lopen”, maar ik kwam lopend binnen! Ik vind de nota veel te jubelend over preventie. Ook dat is een theorie die maar bewezen moet worden.’ Van der Wilt: ‘Natuurlijk zijn er schaduwzijden aan preventie. Maar wat de nota volgens mij terecht doet, is het benoemen van de te verwachten winst als we allemaal bewuster met ons lichaam omgaan. En die winst Is fenomenaal, dat zouden we nooit met curatieve middelen kunnen bereiken.’ Van Gunsteren: ‘Oké, dan kun je mensen dus uitnodigen. Maar de overheid biedt hier mensen min of meer één keuze. Leef gezond! Maar ze hebben het niet over de schaduwzijden, ze weten niet of het voor iedereen zo werkt, ze hebben geen oog voor de impliciete norm die ze stellen. Ik zou voor dat been een maatschoen moeten hebben, maar die heb ik niet omdat je in die schoenen zo vervelend om kunt knikken. Ik heb dus last van mijn rug. Volgens deze nota kan tegen mij gezegd worden dat ik bewust het risico loop ernstige rugproblemen te krijgen. Mag ik dus niet zonder zo’n schoen lopen?’ Van der Wilt: ‘Maar uw gedrag is beredeneerd, is niet asociaal. Voor roken en drinken geldt dat wel. Het stoort dat mensen gewoon zo leven en vervolgens bij problemen naar het zorgsysteem kijken. Die nota gaat over verantwoordelijkheid nemen, ook als burger.’ Van Gunsteren: ‘Ik ben zo iemand die zijn eigen verantwoordelijkheid neemt. Ik vermijd bewust doktoren. Ik haal geen griepprik. Ik was laatst bij neurologie omdat ik niet helemaal lekker was en toen zeiden ze “we kunnen niets vinden, maar neem voor de zekerheid maar dit en dit”. Ik heb dat niet gedaan, juist omdat ze het zelf ook niet helemaal wisten, maar dat is denk ik niet de eigen verantwoordelijkheid die u bedoelt?’ Van der Wilt: ‘Kent u de fabel van de krekel en de mier? De mier is ijverig bezig een wintervoorraad te maken, de krekel leeft er maar op los. De schrijver, La Fontaine, beargumenteert dat beiden van waarde zijn en dat vind
Foto: Piet-Hein Peeters
ik ook. Maar de mier zorgt wel goed voor zichzelf en zit op een gegeven moment lekker binnen. En u zegt dat die krekel daar dan ook recht op heeft.’
Dweilen Het is het cruciale punt in de kritiek van Van der Wilt op Van Gunsteren. Moeten de mieren solidair blijven met de krekels, als die laatste willens en wetens ongezond leven? Van Gunsteren vindt het eigenlijk een verkeerde vraag.
‘Moeten de mieren solidair blijven met de krekels, als die laatste willens en wetens ongezond leven?’
‘Ik denk dat toen we ons gezondheidszorgsysteem ontwikkelden nooit gedacht hebben dat mensen min of meer gewild of door eigen onachtzaamheid daarin terecht zouden komen. Het was een vangnet, een teken van beschaving ook. Als je een gezondheidsnorm stelt, en daar was deze nota een aanzet toe, dan kom je op een hellend vlak. Als ik op mijn leeftijd met een gids de bergen in ga, krijg je uiteindelijk de vraag: waarom moet jij die bergen in?’ Van der Wilt: ‘Goed, er moet een vangnet zijn. Maar volgens mij is het publieke draagvlak daarvoor aan het afbrokkelen. En dat heeft onder andere te maken met de afnemende acceptatie voor mensen die er op los leven.’ Van Gunsteren: ‘Je kunt je bij veel mensen die roken en drinken afvragen of ze wel een eigen keuze hebben. Het zijn vaak uitlaatkleppen. Creëer dan als overheid de
16
omstandigheden waardoor mensen minder naar die uitlaatklep grijpen, zou ik zeggen.’ Van der Wilt: ‘Oké, daar wil ik wel een eind in meegaan, maar dat betekent dus ook voor zorgprofessionals dat ze nu dweilen met de kraan open.’ Van Gunsteren, lachend: ‘Inderdaad, dat is precies jullie beroep.’
Ideaalbeeld Het blijft op de werkkamer van Van Gunsteren een gesprek tussen twee waarheden. Enerzijds de zorgdeskundige Van der Wilt die een lans breekt voor meer verantwoordelijkheidsbesef. Burgers kunnen hun gezondheidsproblemen vaak voorkomen en het is goed dat de overheid hen daar op wijst. Anderzijds de politiek filosoof Van Gunsteren die wijst op de samenleving die dreigt te ontstaan als de overheid steeds meer vast gaat stellen hoe te leven. Van Gunsteren: ‘Het gaat uiteindelijk ook niet werken. In de DDR was de overheid enorm bedillend over wat je wel en niet mocht. En wat zag je: als de overheid zei dat iedereen margarine moest kopen, ging iedereen boter halen. Hier zie je dat ook. Jongeren blijven ondanks alle waarschuwingen gewoon roken.’ Van der Wilt: ‘Het lijkt wel alsof u zegt dat we de opgebouwde wetenschappelijke kennis over gezondheidsrisico’s maar moeten negeren. Dat kan toch niet?’ Van Gunsteren: ‘Wist u dat op een zebrapad meer mensen worden aangereden dan op straat? Dat door reflectoren op fietsen mensen minder goed uitkijken. Ik ben niet tegen preventie. Ik plaats wel kanttekeningen bij een overheid die daar eenzijdig positief over is. Laat mensen zelf nadenken in plaats van dat je ze vertelt wat te doen.’ Van der Wilt: ‘Dat vind ik een wat naïef ideaalbeeld van de burger. Wanneer ik met goed ingevoerde vertegenwoordigers van patiëntenverenigingen spreek, dan zie je bij die mensen al hoe moeilijk het is tot een standpunt te komen, om grip te krijgen op een onderwerp. Ik ben niet zo optimistisch over de kans dat mensen daar goed uitkomen.’ Van Gunsteren: ‘Maar dan nog, heb je als burger het recht om onverstandig te zijn?’ Van der Wilt: ‘Dan wil ik toch wel weten welke verplichtingen daar tegenover staan.’ n