VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 33 NUMMER 16 5 oktober 2007
Binnenin moet het kloppen Foto: Jan van Teeffelen
In juni van dit jaar lanceerde de Raad van Bestuur een groot scheeps reorganisatieplan, dat voorzitter Emile Lohman persoon lijk presenteerde. Er volgde een periode van intensieve weken voor de Raad van Bestuur die de resultaten hiervan in een boekje heeft vastgelegd. Luid en duidelijk worden de stappen beschreven voor het komende jaar. Volgende week ligt het bij alle mede werkers op de mat. N e l l eke D i nn i s s en
Het Radboud was klaarwakker, toen Emile Lohman zijn plannen presenteerde. Zeventien keer kreeg hij in het auditorium een gewillig oor en applaus. Het doek viel en reikhalzend keken medewerkers uit naar de volgende stap. Waar blijft Lohman? Er gebeurt niets, gonsde het na een tijdje door het ziekenhuis. ‘Natuurlijk staan mensen te popelen’, beseft de voorzitter. Maar pas na de zomer zou hij komen met een uitgewerkt plan. Dat ligt er. ‘Afspraak is afspraak’, zegt hij. ‘Medewerkers willen tempo. Zij vragen daar expliciet om. Het gaat echter om een zeer ingrijpende operatie, die veel impact heeft. Dat moeten we met de grootste zorgvuldigheid doen. First things first. De inhoud, het hele scenario moet van begin tot eind kloppen. Dat gaat niet van de ene op de andere dag.’ Maar achter de coulissen ging al veel van start.
Pagina 4 Nieuwe hoogleraar Chirurgie aangeboren hartgebreken
Pagina 5 Aantal kijkbuisingrepen neemt fors toe
In de vorm van een boekje ontvouwt de Raad van Bestuur minutieus zijn plannen met tijdspanne. Zelfs de antwoorden op essentiële vragen uit huis zijn erin meegenomen. Procedures van aanstellingen, taken en bevoegdheden van mensen op sleutelposities, toewijzing van geldstromen: het staat er in. Tot aan een definitie van ‘afdeling’ toe. Een kleine greep. Afdelingen kunnen over een jaar niet zonder een startbrevet. Een brevet dat bestaat uit een businessplan, geschreven door het afdelingshoofd en goedgekeurd door de Raad van Bestuur. Het profiel voor de Concernstaf staat. Na goedkeuring van de adviesorganen beginnen dit jaar de selectiegesprekken. Per 1 oktober is een projectdirecteur aangetreden voor de oprichting van het Servicebedrijf. Helga Wismeyer, oud-directeur ING, gaat deze kar trekken. Over een half jaar zullen de contouren zichtbaar zijn. Haast wordt gemaakt met de aanstelling van directeuren van de zes onderzoeksinstituten, de benoeming van een projectleider voor het tweede onderwijsinstituut en de instelling van het directoraat Valorisatie waarvan kennis vermarkten en actief octrooieren sleutelbegrippen zijn. Lohman zet hoog in op kwaliteit en veiligheid. ‘Het zijn de dominante elementen in de cultuuromslag. Daarom krijgt in het najaar ook het Kwaliteits- en Veiligheidsinstituut gestalte.’ En last but not least: er komt een hospitality officer, die moet instaan voor gastheerschap en eenduidige uitstraling. Lohman: ‘De klant staat centraal, die bieden wij wat hij nodig heeft. Binnenin moet het kloppen. Door het binnenste buiten te keren wekken we vertrouwen.’ n Zie voor meer informatie pagina 6
Pagina 8 Eigen bot is goud waard. Reportage over een heupreconstructie
Pagina 16 Ketamine en andere partydrugs
radb o de 1 6 - 2 0 0 7
inhoud 3
Beleid Efficiënter werken - Kinderkliniek wil medewerkers breder inzetten. - Radboud heeft klokkenluidersregeling. De regeling behoedt medewerkers voor persoonlijke schade na melden.
4
Reportage Eigen bot is goud waard Heupprotheses laten vaak vroegtijdig los bij jonge patiënten. Een bijzondere techniek van de afdeling Orthopedie biedt echter ook na twintig jaar nog ongeëvenaard goede resultaten. De methode benut overtollig bot van de patiënt.
10
13
Oecumenische vieringen Om 10.00 uur in het personeelsrestaurant. 7 oktober, voorganger Ries van de Sande; 14 okto ber, voorganger Ans Bertens, 21 oktober, voorganger Wim Smeets, 28 oktober, voorganger Stieneke Reeders.
Onderwijs - Wieteke Hoeijmakers studeerde summa cum laude af voor de masteropleiding Molecular Mechanisms of Disease. - Bexprijs voor beste bachelorstage Biomedische Wetenschappen voor Sanna Rijpma.
PAOG Voor alle cursussen en meer informatie: www. umcn.nl/paog.
Interviews Aangeboren hartgebreken - Kinderhartchirurgie breidt zich steeds meer uit. Interview met Paul Schoof, hoogleraar Chirurgie aangeboren hartgebreken. - Afscheid Martin Braspenning, directeur Huisvesting. Hij zag een Radboud dat voortdurend in beweging was.
8
agenda
Onderzoek Praten over radiotherapie Hoe beklijft medische informatie het best? Een onderzoek naar gesprekken tussen radiotherapeuten en hun patiënten.
10 en 11 oktober 16e Nijmeegse Nascholingsdag voor verloskundigen en huisartsen ‘Rode vlekken en blauwe plek ken’.
15
31 oktober
Opinie Het betoog
‘Kleine kinderen worden groot, 25 jaar nascholing in de JGZ’ voor huisartsen, artsen JGZ, nurse practitioners, zwakzinnigenzorgartsen en andere geïnteresseerden.
Wetenschappelijk onderzoek in een verleidelijke, leuke verpakking haalt steeds vaker het nieuws. Maar wan neer wordt leuk té leuk? Wetenschapsvoorlichter Pieter Lomans over Darwin in de media en de onstuitbare opkomst van het sciencetainment.
Overig 11 oktober
En verder...
Voorlichtingsavond Overgang om 19.30 uur in de Hippocrateszaal van het Studiecentrum, Geert Grooteplein 21 (routenummer 77). Gaarne aanmelden via secretariaat Gynaecologie, tel. 14728 op dinsdag, donderdag en vrijdag tussen 10.00 - 16.00 uur.
Nieuwsladder 3 Het aantal kijkbuisingrepen zal fors toenemen. Het moment 5 Emile Lohman, voorzitter van de Raad van Bestuur, over de uitgewerkte plannen van ‘Beter worden in het Radboud’. PIP Nieuws 6 Soms beginnen hartvaatziekten in de baarmoeder. Onvruchtbaarheid kan erfelijk zijn. Prijzen en benoemingen 11 Advertenties 12 Buitenland 13 Mensen. Kleine boodschap. Raak Radbouds. Colofon. Advertenties 14 Actueel. Artsen en verpleegkundigen moeten alles weten over ketamine en andere partydrugs. Ethiek 16
19 oktober ‘Arts for Arts’, het zesde CARS Arts-Assistenten Symposium, georganiseerd door de assistentenverenigingen van het UMC (AAVR), het CanisiusWilhelmina Ziekenhuis (AAV CWZ) en Alysis zorggroep, locatie Rijnstate (VRIJA). Er zijn wederom enige sprekers uitgenodigd, die thuis zijn in de wereld van arts en kunst, o.a. drs. G.J.F. de Haas, neuropsycholoog, werkzaam bij het Medisch Centrum voor Dansers en Medici, dr. F. van der Goot, patholoog bij het NFI en de VUMC, mw.drs. H. Westerhof, taal- en communicatiedeskundige en fysiotherapeute, en prof.dr. E.J. Dequeker, arts en schrijver. Aansluitend is er een borrel, een buffet en een feest. Vrij toegankelijk voor alle arts-assistenten (OIO, AIOS, HAIO, AGNIO) en medisch specialisten uit de CARS-regio. Aanmelding is verplicht via www.carssymposium.nl of m.vantits@ seh.umcn.nl.
kunst
Foto: Jan van Teeffelen
5 november
Evelien Melis, Zonder titel, 2004, gips gekleurd door poederpigment op frame, 240x120x40 en 110x120x30 cm. Een wand in de hal van het Onderwijscentrum Medische Wetenschappen telt drie nissen. In een van de nissen werd al gauw een deur geplaatst om de achterliggende ruimte te ontsluiten; de twee overige bleven lange tijd leeg tot bleek dat de voorziene grote schermen er niet in geplaatst zouden worden. Daarop heeft de Commissie Beeldende Kunst besloten een opdracht te verstrekken aan Evelien Melis op grond van ander werk van deze kunstenaar waarin ze via stapelingen lege plekken in de ruimte aankleedt. Zo vulde zij de nissen met handen – ordelijk naast en boven elkaar, dertien horizontale stroken hoog. Deze stapeling kent een zekere ronding, daarmee wordt de suggestie gewekt dat achter de wand een grote cilinder van gestapelde handen staat, slechts zichtbaar wordend waar de panelen die de wand vormen, zijn weggenomen. Alle handen zijn identiek van vorm – het zijn de handen van de kunstenaar zelf –, terwijl ze intussen verschillen in hun schakering van kleur. Gaarne hadden we ze transparanter gezien, als uiting van grote sensibiliteit en
kwetsbaarheid, maar het oorspronkelijk voorziene materiaal, was, dat een dergelijk effect heeft, bleek door zijn warmtegevoeligheid hier onmogelijk bruikbaar te zijn. Handen hebben iets persoonlijks. De gemoedstoestand en -verandering van een persoon is er vaak aan af te lezen. Of meer sociaal benaderd, worden ze vastgehouden om iemand te groeten, steun te bieden, te bemoedigen of te troosten. Hier stralen ze een zekere rust en berusting, misschien dankbaarheid uit. Ze verschillen nauwelijks van een biddende houding. Intussen blijven de duimen opgericht, en zo getuigen ze tegelijk van een gespitstheid en blijvende concentratie. In het hart van de medische opleiding, waar veel mensen rondlopen en studeren, worden ze de bezoeker van het gebouw voorgehouden als een min of meer verborgen front van handen die na hun werkzaamheden te hebben verricht, steeds klaar staan om ter hulp te schieten. Daan Van Speybroeck
2
Scholing ‘WCS-model, wondbedpreparatie, moderne wondproducten en de toepassing ervan’ van 13.45 – 16.15 uur in leslokaal fysiotherapie, route 645. Inschrijven:
[email protected]. Als inleiding worden kort het WCS-model en wondbedpreparatie behandeld. Hoofdonderwerp vormen de wondproducten die in het formularium van het UMC St Radboud staan. Wat voor verband is het, wat doet het, hoe pas je het toe? Daarna gaat men aan de hand van foto’s van wonden kijken welk product het beste gebruikt kan worden.
Expositie Rita Kooijmans In de maanden oktober, november en december zijn op de gang van het clusterbureau CSS, vijfde verdieping van het A-gebouw (route 632/633), schilderwerken te zien van Rita Kooijmans. De schilderijen geven de gevoelens en innerlijke reizen weer van Rita. Aquarel en gouache zijn de basis van haar schilderijen en zijn detaillistisch afgewerkt met pastelkrijt en Oost Indische inkt. Expositie te bezichtigen op werkdagen tussen 8.00 en 18.00 uur.
radb be leid o de 1 6 - 2 0 0 7
nieuwsladder
Op 1 oktober start er binnen het Universitair Kinderziekenhuis (CUKZ) een reorganisatie. In plaats van zes op zich zelf staande verpleegafdelingen komen er straks drie werkeenheden. ‘Zo kunnen we medewerkers breder inzetten en krijgt de kinderkliniek een steviger fundament,’ zegt prof.dr. Ronald de Groot, afdelingshoofd Kindergenees kunde.
Evaluatie herinrichting praktijkonderwijs verpleegkunde
Kinderkliniek gaat efficiënter werken
Per 1 januari 2006 is de begeleiding van verpleegkundestudenten en stagiaires in het UMC St Radboud opnieuw ingericht. Voorheen verzorgden de praktijkcoördinator, praktijkdocent en werkbegeleider dit. Sinds 2006 wordt de begeleiding gedaan door de contactpersoon onderwijs/expertverpleegkundige, seniorverpleegkundige en verpleegkundig werkbegeleider. De hoofdverpleegkundige is eindverantwoordelijke voor het praktijkonderwijs. De afdelingen werken samen met coördinatoren van Staf Zorg. Dit najaar wordt geëvalueerd wat de kwaliteit is van het praktijkonderwijs na de herinrichting. Een aantal hoofdverpleegkundigen, senio ren, verpleegkundig werkbegeleiders, coördinatoren en contactpersonen wordt geïnterviewd. Ook studenten en onderwijsinstellingen worden bevraagd.
J ann i e Meu s s en
Voor medewerkers is het ingrijpend. De verhuizing van het B- naar het Q-gebouw was een hele overgang. Nu, krap twee jaar later, volgt voor hen een nieuwe reorganisatie. ‘Maar het is echt nodig, want het loopt niet optimaal op de nieuwe plek’, vertelt Guido van den Bogaert, manager zorg CUKZ. ‘We hebben een prachtig gebouw, maar we werken niet efficiënt. De onderlinge communicatie verloopt moeizaam en er wordt langs elkaar gewerkt. Een evaluatierapport heeft dat met concrete resultaten bevestigd.’ Het Q-gebouw is opgebouwd uit drie zogenaamde wings met elk twee verpleegafdelingen. Dat zijn nu zes eilandjes, met ieder een eigen groep verpleegkundigen en artsen gespecialiseerd in hún patiëntengroep. ‘Dat gaan we veranderen’, vertelt De Groot. ‘Bouwkundig verandert er niets, maar per wing gaan medewerkers van twee afdelingen samenwerken in één team. Elk team krijgt een verpleegkundige en medische werkplekmanager. Verpleegkundigen die nu bijvoorbeeld alleen gespecialiseerde zorg geven, gaan meer verschillende patiënten zien en worden weer breder opgeleid. Door deze schaalvergroting kun je verpleegkundigen breder inzetten, en daarmee efficiënter werken. Maar we blijven uiteraard hooggespecialiseerde zorg bieden.’ Er zijn leerwijzers ontwikkeld waarmee verpleegkundigen zelf kunnen toetsen welke basis- en welke specialistische vaardigheden ze wel of niet beheersen. Seniorverpleegkundigen gaan allemaal circa tien verpleegkundigen coachen in het bijscholingstraject. Niet alleen verpleegkundigen, ook medici worden binnen de wings breder ingezet. De Groot: ‘Zij zullen straks niet meer denken: “Dat is een patiënt van Cardiologie, daar heb ik niks mee te maken.” Voor laag- en middencomplexe zorg kunnen zij gerust naar deze patiënten kijken, ook al blijft de hoofdbehandelaar eindverantwoordelijk.’
Opening parkeergarage voor medewerkers Foto: Frank Muller
‘In de nieuwe structuur staat het gezamenlijke doel voorop’, vertelt Van den Bogaert. ‘Per 1 januari voeren we één centrale opnameplanning in voor de hele kliniek, nu is dat nog per verpleegafdeling geregeld. Hiervoor kunnen ook de kinderchirurgen hun wensen aangeven, we houden rekening met OK-planning en wachtlijstproblematiek. Zo krijgen we een beter zicht op het hele beddenhuis. Door ook de dienstroosters centraal te regelen kunnen we een optimale bedbezetting en personele planning realiseren.’ Begin dit jaar heeft de kinderkliniek om de taakstelling van de RvB te halen 15 van de 105 bedden gesloten, omdat de gemiddelde bedbezetting toen 65 procent was. De Groot: ‘Met de nieuwe werkwijze verwachten we met minder bedden en een krappere bezetting toch hetzelfde aantal patiënten te kunnen behandelen. Maar het zal bijvoorbeeld ook het ketendenken stimuleren en de onderlinge samenwerking tussen kinderartsen, kinderchirurgen en verpleegkundigen versterken.’ n
Vanaf 11 oktober is de nieuwe parkeergarage voor medewerkers in gebruik. Deze garage, aan de FC Donderslaan achter het Researchgebouw, biedt ruimte voor circa 650 auto’s. Medewerkers van het UMC St Radboud kunnen hier met hun personeelsbadge gratis hun auto parkeren. De garage is geopend van maandag tot en met vrijdag van 06.00 tot 21.00 uur. Buiten deze tijden kan men niet de garage inrijden. Uitrijden is wel 24 uur per dag mogelijk. Medewerkers in avond-, nacht-, weekend- en bereikbare diensten blijven hun auto parkeren in de garage op het middenterrein. Op 10 oktober vindt de officiële opening plaats (15-16.30 uur), waarbij medewerkers een kijkje kunnen nemen in de nieuwe garage. Op 11 en 12 oktober is daar een medewerker Meldkamer & Receptie aanwezig voor vragen en onduidelijkheden. En van 15 tot en met 20 oktober tussen 07.00 en 09.30 uur en 16.00 en 17.30 uur.
Software voor thuisgebruik
Klokkenluiders beschermd Misstanden aan de kaak stellen via de pers. Het gebeurt vaak in Nederland. Meestal komt de klokkenluider niet goed weg. Zo werd de klokkenluider van de kerncentrale in Petten op staande voet ontslagen. In principe heeft een medewerker een geheimhoudingsplicht over gevoelige informatie van de organisatie. Ook in de CAO van het Radboud is een dergelijke clausule opgenomen. Maar het UMC St Radboud heeft een klokkenluidersregeling ingesteld die medewerkers behoedt voor persoonlijke schade. Medewerkers van het UMC St Radboud kunnen misstanden in de organisatie veilig aan de kaak stellen. Daarvoor heeft de Raad van Bestuur een klokkenluidersregeling ingesteld. ‘Misstanden kunnen medewerkers melden bij hun leidinggevende, bij de secretaris van de Raad van Bestuur of bij een vertrouwenspersoon’, legt jurist Gerrit Jan Mulder uit. ‘Onder misstanden verstaan we strafbare feiten, schending van wet en regelgeving, gevaar voor de volksgezondheid, veiligheid en milieu, en onjuist informeren van publieke organen.’ Kern van de regeling is dat een medewerker van een melding geen schade ondervindt en dat hij zijn werk gewoon kan blijven uitvoeren. Leidinggevenden zijn hiervoor verantwoordelijk. Zij moeten een klokkenluider behoeden voor repercussies. ‘De klokkenluidersregeling past precies in de cultuur die Emile Lohman nastreeft’, zegt Mulder. ‘Een open cultuur waar mensen tegen elkaar zeggen wat niet goed is. Loop niet naar de pers, hou het intern, zegt hij. Dat kan als medewerkers door de organisatie worden gehoord en erop kunnen vertrouwen dat het zorgvuldig wordt opgepakt.’ Een medewerker die liever niet meldt bij zijn leidinggevende kan naar de secretaris van de Raad van Bestuur of naar de vertrouwenspersoon.
Een melding moet schriftelijk worden vastgelegd met een akkoord van de melder. Waar de melding ook plaatsvindt, altijd moet de secretaris van de Raad van Bestuur op de hoogte worden gebracht. Pas dan zal de Raad van Bestuur een onderzoek instellen. Binnen acht weken hoort de klokkenluider wat het standpunt is van de Raad. De regeling bevat ook uitzonderingssituaties voor melden aan derden. Medewerkers zijn namelijk gebonden aan geheimhoudingsplicht. Zij mogen niet zomaar gevoelige informatie over een bedrijf naar buiten brengen. Vaak is in een arbeidsovereenkomst hierover een clausule opgenomen. Bij overtreding van de geheimhoudingsplicht kan een bedrijf een medewerker ontslaan. Ook in de CAO van het UMC is een dergelijke passage opgenomen. Immers gevoelige informatie kan het imago van een bedrijf behoorlijk schaden. Anderzijds moeten bij misstanden waarbij acuut gevaar en een zwaarwegend spoedeisend maatschappelijk belang in het geding is, medewerkers onmiddellijk kunnen melden. Daarom zijn in de klokkenluidersregeling ook uitzonderingssituaties opgenomen die de medewerker het recht geven direct aan derden te melden. Binenkort wordt een vertrouwenspersoon benoemd en ND staat de regeling op intranet.
3
Als medewerker van het UMC St Radboud kunt u via Surfspot goedkoop software aanschaffen om thuis te gebruiken. Ga naar de Surfspot website, selecteer Universitair Medisch Centrum St Radboud en login zoals u dat op uw werk gewend bent. U kunt het hier niet alleen voor een gereduceerde prijs het Office pakket (Word, Excel, enzovoort) bestellen, maar ook woordenboeken, encyclopedieën of Adobe Photoshop Elements zijn verkrijgbaar. Bestellen, betalen en leveren gaat heel eenvoudig. Kijk eens op https://www.surfspot.nl
Audiologisch Centrum vijftig jaar Het Audiologisch Centrum van het UMC St Radboud bestaat deze maand vijftig jaar. De audiologie, de wetenschap van het horen, is een relatief jong vakgebied. In 1957 werd in het Radboud het eerste Nederlandse Audiologisch Centrum met een compleet multidisciplinair team opgericht. Het Audiologisch Centrum richt zich op alles rondom diagnostiek van hoorproblemen en revalidatie van doven en slechthorenden. Dit gebeurt in samenwerking met het Doveninstituut in Sint-Michielsgestel. Het Audiologisch Centrum werkt ook intensief samen met de Stichting Gezinsbegeleiding, die families met een slechthorend gezinslid thuis opzoekt en ondersteunt. Momenteel ontvangt het Audiologisch Centrum zo’n vijfduizend patiënten per jaar. Jaarlijks krijgen ongeveer honderd patiënten een cochleair implantaat. Hiermee is het Audiologisch Centrum verreweg het grootste CI-centrum van Nederland en één van de grootste van Europa.
i radb n t erv i e w o de 1 6 - 2 0 0 7 vervolgt Schoof. ‘Sinds begin jaren tachtig worden ook baby’s met complexe aangeboren hartproblemen geopereerd. Bijvoorbeeld baby’s bij wie de grote vaten verkeerd staan. Zij overleden vroeger binnen een paar maanden. Nu zijn de oudsten van deze groep rond de 25 jaar, waarvan de meesten in goede gezondheid. Of zij even oud worden als mensen zonder hartgebrek weten we nog niet.’ Mensen die als baby geopereerd zijn voor een hartgebrek kunnen later opnieuw klachten krijgen. Sommigen moeten daarom weer onder het mes. ‘Zo breidt de kinderhartchirurgie zich steeds verder uit naar volwassenen. Omdat het niet meer alléén kinderen betreft, is het beter om te spreken over congenitale hartchirurgie’, aldus Schoof. ‘Voor patiënten met aangeboren hartproblemen blijft de nazorg door een gespecialiseerde cardioloog noodzakelijk. De nadruk ligt vooral op een goede kwaliteit van leven met zo min mogelijk ziekenhuisbezoeken.’ Veel kinderen verdwenen destijds na de operatie uit het zicht van de specialist. Of ze komen als volwassen patiënt voor controle in een niet-academisch ziekenhuis. ‘Dat is geen goede zaak’, stelt Schoof. ‘Deze superspecialistische zorg moet in een UMC plaatsvinden, waar de expertise van een gespecialiseerde cardioloog, een kinder cardioloog en een congenitaal hartchirurg aanwezig zijn.’
‘Aangeboren hartgebreken is het meest fascinerende dat er is’
Vruchtbare bodem
Foto: Flip Franssen
Baby’s met aangeboren hartgebreken hebben tegenwoordig een goede overlevingskans. Op volwassen leeftijd kunnen zij echter opnieuw klachten ontwikkelen. Sommigen moeten daarom weer geopereerd worden. Prof.dr. Paul Schoof is, als eerste in het UMC St Radboud, benoemd tot hoogleraar Chirurgie van aangeboren hartgebreken.
G i j s Munn i c h s
‘Opereren bij aangeboren hartgebreken is het meest fascinerende dat er is’, vertelt prof.dr. Paul Schoof. ‘Een baby met een hartgebrek is nog maar net ter wereld, maar in ernstige nood. Om in dat prille stadium een
wijziging aan te mogen brengen in wat de natuur gemaakt heeft, is heel bijzonder. Vroeger overleden deze baby’s, nu kunnen ze dankzij een operatie overleven.’ Schoof was eerder hartchirurg voor congenitale (aangeboren) hartafwijkingen in het Leids UMC en teamlid van het Centrum voor Aangeboren Hartgebreken AmsterdamLeiden, het grootste kinderhartchirurgische centrum van Nederland. Hij gaat nu zijn werkzaamheden voortzetten in het UMC St Radboud en de eindverantwoordelijkheid dragen voor de keten hartchirurgie van aangeboren hartgebreken.
Kwaliteit van leven ‘Tegenwoordig kunnen we bijna alle aangeboren hartafwijkingen zodanig corrigeren dat het kind overleeft’,
Schoof versterkt in het Radboud de twee kinderhartchirurgen Nijveld en Singh. ‘Ik hoop samen met hen de goede reputatie van onze afdeling verder te verbeteren’, vertelt hij. ‘We willen de patiëntenzorg moderniseren en ook meer aandacht besteden aan onderwijs en wetenschap.’ Hij zal nauw gaan samenwerken met de nieuwe hoogleraar Kindercardiologie, dr. Meijboom, die 1 januari 2008 in het Radboud zal starten, en met cardiologen Van Dijk en Bellersen die beiden gespecialiseerd zijn in aangeboren hartgebreken. Schoof is de eerste hoogleraar in Nijmegen die de leerstoel Chirurgie van aangeboren hartafwijkingen bekleedt. Hoe is het om tijdens de grote reorganisatie in het Radboud te beginnen? ‘Dat was voor mij een extra reden om voor het Radboud te kiezen’, zegt Schoof. ‘Iedereen is goed wakker geschud, zit op het puntje van de stoel. Dat is een vruchtbare bodem voor veranderingen en vernieuwingen én dus voor een beter Radboud.’ n
Stenen stapelen: het mooiste resultaat van veel overleg Reorganisaties
Kritisch kijken naar een optimale inzet van personeel en materieel. Op deze functieomschrijving kwam Martin Braspenning, voormalig arbeidsanalist bij de schoenen industrie, 35 jaar geleden binnen bij het Radboud. Hij verlaat het Radboud als directeur Huisvesting. Hij zag een Radboud dat voortdurend in beweging was. Toen Martin Braspenning nog als organisatieadviseur onder P&O viel ging zijn werk vaak over huisvesting. Immers zijn opdracht was de inzet van personeel en materieel kritisch onder de loep te nemen. Een van de eerste projecten die hij ter hand nam was de schoonmaak. Hoe kan het efficiënter en beter? Vanzelf raakte Braspenning als organisatieadviseur ook betrokken bij bouwprojecten. Want welke faciliteiten hadden medewerkers nodig die een nieuw gebouw gingen bevolken? En natuurlijk kwamen daar ook technische faciliteiten bij kijken. Braspenning vervulde verschillende functies die de kiem legden voor zijn directeurschap van Bedrijf Huisvesting. Hier voelde hij zich in zijn element, want Braspenning is vooral een pragmatisch man, zegt hij zelf. ‘Bouwen is stenen stapelen. Mooie gebouwen neerzetten.’ Op de vraag wat een directeur Huisvesting dan precies doet, antwoordt Braspenning onomwonden: ‘Overleggen, alleen maar overleggen. Maar dat is vooral leuk, omdat daar heel concrete resultaten uitkomen: gebouwen.’ Zo’n glasheldere uitkomsten kende hij als organisatieadviseur niet. Braspenning benadrukt dat bij de bouw altijd veel mensen betrokken zijn. Vaak ging hij met betrokkenen de hei op of naar het buitenland. Dagen achtereen werd het programma van eisen doorgenomen met de architect, onderzoekers, hoogleraren en medewerkers van bedrijf
Foto: Flip Franssen
Huisvesting. ‘Voor de researchtoren hebben we in New York gezeten om kennis op te doen en het gebouw vorm te geven. Heel intensieve dagen waren dat, waar het alleen maar draaide om het researchgebouw. Een gebouw waar ik het meest trots op ben.’
4
Braspenning surfte in 35 jaar soepel mee op de golfbewegingen die het Radboud maakte. Hij kwam binnen toen ziekenhuis en faculteit nog één waren. ‘Ik werd aangesteld op een facultaire plaats, dat stelt niks voor, werd mij gezegd.’ Maar onderhand dreven beide instituten uit elkaar en werden ze officieel gesplitst. ‘Een moeizaam proces.’ Even moeilijk was het opnieuw samengaan van de instituten in één UMC. ‘Dat heeft heel wat energie gekost en nog steeds. Ook voor bedrijf Huisvesting. Neem de gebouwen hier op het terrein: het ene gebouw is van het ziekenhuis, het andere van de universiteit waar medewerkers van het ziekenhuis in werken, weer een ander gebouw is van beide instellingen. Heel ingewikkeld om de financiering voor onderhoud en verbouwingen rond te krijgen.’ Braspenning zag in 35 jaar een organisatie in verandering, waar hij overigens wel de zin van in zag. ‘Veranderen is gezond. Af en toe moet je eens flink schudden om mensen wakker te houden en ervoor te zorgen dat de organisatiestructuur nog past in de tijd. Momenteel wordt er flink geschud aan het Radboud. Heel goed.’ Tijdens zijn lange Radboudjaren werd Braspenning twee keer ernstig ziek. Hij zag hierdoor ook het ziekenhuis met patiëntenogen. ‘Dat veranderde mijn kijk op de dingen. Een wachtkamer ging ik heel anders zien. Het was in die zin een verrijking.’ Over de zorg is hij vol lof. En dat hij na zijn ziekbed tot twee keer toe met open armen op het werk werd ontvangen, deed hem ontzettend goed. Braspenning voelt zich een Radboudiaan in hart en nieren. Van dat gevoel moet hij afscheid nemen. Hij zal het missen, maar vind het ook goed zo. ‘Aan alles komt een eind, dus ook aan werk.’ ND
P A TI Ë N T E N Z O R G radb o de 1 6 - 2 0 0 7 Een maand geleden is de nieuwe, ultramoderne laparoscopische operatiekamer in gebruik genomen. ‘We zijn razend enthousiast,’ vertelt kinderchirurg René Wijnen. ‘Vanaf de eerste week is de OK continu in gebruik.’ Verwijdering van nier, milt of baarmoeder, een galblaas-, prostaat- of slagaderoperatie, het gebeurt steeds meer laparoscopisch. ‘Als ik voor mijn eigen specialisme praat, denk ik dat over vijf jaar de helft van onze ingrepen met de kijkbuis plaats vindt.’ In het nieuwe Heelkundegebouw komen straks vijf of zes laparoscopische OK’s.
‘Het aantal kijkbuisingrepen zal fors toenemen’
De chirurg brengt een lange kijkbuis (laparoscoop) met camera naar binnen, via een ander sneetje verricht hij met instrumenten de ingreep. Foto: Frank Muller
J ann i e Meu s s en
‘Voor de kijkbuisingrepen gebruikten we losse torens die je een operatiekamer in kunt rijden. In de nieuwe OK staat de laparoscopische apparatuur vast op de plek, alles hangt aan het plafond. Je struikelt niet meer over kabels op de grond. Via het touchscreen of de voicecontrol kunnen we de druk verlagen bij ademhalingsproblemen, de lichtintensiteit aanpassen of bijvoorbeeld de tafel hoger of lager zetten. Op een groot plasmascherm kijken de anesthesist en OK-assistent mee. Heel ergonomisch en gebruiksvriendelijk allemaal. Maar vooral het zicht van de nieuwe apparatuur is geweldig. Het vergroot het beeld zeventien keer, haarscherp met heldere structuren. Door die gedetailleerdere beelden, kunnen we meer ingrepen laparoscopisch doen’, vertelt kinderchirurg René Wijnen, voorzitter van de werkgroep Laparoscopische Chirurgie. ‘We hoeven bovendien niet meer in het donker te werken, daar hadden met name de OKassistenten een hekel aan. Met een groen verlichte OK blijft ons zicht nu optimaal.’ Naast Kinderchirurgie maken Gynaecologie, Urologie en Chirurgie gebruik van de OK. ‘Ze hebben al nieuwe ingrepen toegepast. Er is bijvoorbeeld voor het eerst met de kijkbuis een slagaderoperatie aan de aorta verricht. We hebben verschillende buitenlandse gastoperateurs uitgenodigd om ons de fijne kneepjes bij te brengen.’ Met name de jonge chirurgen werken volgens Wijnen met de laparoscopische techniek. De chirurg brengt een lange kijkbuis (laparoscoop) met camera naar binnen, via een ander sneetje verricht hij met instrumenten de ingreep. ‘Dat is best lastig, omdat je met tweedimensionaal zicht driedimensionaal moet werken. Daar moet je gevoel voor ontwikkelen.’ Voor de patiënt heeft het grote voordelen. Een kleine operatiewond – slechts twee of drie kleine sneetjes – betekent: minder ontsierende littekens, maar vaak ook een sneller herstel. Met de nieuwe apparatuur wordt de hele ingreep digitaal opgeslagen. ‘Het kan bij
wijze van spreken zo het Elektronisch Patiënten Dossier in. Completere verslaglegging bestaat er niet. Als er iets misgaat, kunnen we niets verdoezelen. Alles staat zwart op wit’, zegt Wijnen.
Extra impuls voor onderwijs De laparoscopische OK geeft ook een extra impuls aan het onderwijs. ‘Co-assistenten en arts-assistenten kunnen op een beeldscherm op de OK of daarbuiten live op het operatiegebied van de chirurg meekijken. Er staan ook vier kijkstations buiten de OK, dat is heel handig. Een fellow die zelfstandig een ingreep uitvoert, kan mij bijvoorbeeld voor advies vragen even mee te kijken. Ik hoef daarvoor niet de OK op, kan het gewoon op mijn andere werkplek zien. We kunnen ook beelden buiten het Radboud live vertonen, bijvoorbeeld op een congres of tijdens een workshop. En als ik vastloop tijdens het werk kan ik zelfs een collega uit een ander UMC laten meekijken, die meer ervaring heeft met een bepaalde ingreep. Handig is het ook dat je tijdens de ingreep nog CT-scans of digitale röntgenbeeld kunt oproepen.’ In het nieuwe Heelkundegebouw, dat over drie jaar klaar moet zijn, komen naar verwachting vijf of zes laparoscopische OK’s. Chirurgen zullen deze techniek steeds meer gaan toepassen. ‘Ik verwacht dat binnen de Kinderchirurgie over vijf jaar 50 procent van de ingrepen laparoscopisch plaatsvindt, tegen nu 10 tot 20 procent. Ook voor de andere specialismen zal dat aantal toenemen. Daarom hebben we besloten nu al een nieuwe OK in te richten op het Centraal OK-complex. De verbouwing was behoorlijk omvangrijk en het is een kostbare investering voor korte tijd. De apparatuur nemen we echter mee naar de nieuwbouw. Voordeel is dat we al volop ervaring opdoen in de ultramoderne setting. We kunnen bovendien straks exact aangeven hoe het er in de nieuwbouw uit moet gaan zien. En omdat we tegen die tijd allemaal goed ingewerkt zijn, kunnen we daar direct op volle toeren gaan draaien.’ n
5
het moment In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring tijdens hun werk in het UMC St Radboud. Een ongewoon en persoonlijk verhaal. Dit keer een verhaal van anesthesioloog Daan Sep.
Kinderlijke onschuld ‘Toen jij mij belde voor een interview was het pre cies twee jaar geleden dat het Mobiel Medisch Team werd opgeroepen. Ik had dienst. Het was een prachtige nazomerse dag en we moesten met de heli uitrukken naar een dorp in de Veluwe. Kort voordat we arriveerden kreeg ik te horen dat het ging om een verhanging van een vierjarig kind. Er had zich een vreselijk drama voltrokken. Ik wist onmiddellijk dat wij dit kind niet meer konden redden. Wil je echt dat wij nog komen, vroeg ik de ambulancedienst die al ter plekke was? Ja heel graag! We landden in een idyllisch dorpje vlak voor het huis van het slachtoffer, waar mensen waren samen gedromd. Een golf van opluchting ging er door de groep toen wij arriveerden. De heli is er, de redding is nabij. Zo hooggespannen waren de verwachtingen. Wij zouden dit drama keren. Dat voel je vaak bij de omstanders. We werden naar de achtertuin geleid. Ik zie het nog zo voor me: een tuin vol bloeiende dahlia’s en asters, op een pick nicktafel lag het meisje dat werd gereanimeerd. In al haar speelsheid was ze met een touw om haar nek de glijbaan van het speelhuisje afgegleden. Gek, dacht haar vriendinnetje na een tijdje, ze doet niets meer. Toen de politie aankwam troffen ze een levenloos kind aan. De politie startte onmiddellijk de reanimatie, die de ambulancedienst later over nam. Bij aankomst zag ik dat verder reanimeren geen zin meer had. Maar ik moest met deze weten schap wel heel diplomatiek en zakelijk omgaan. Ik kon het nog niet zeggen. Want had het ambulance
‘Een golf van opluchting ging er door de groep toen wij arriveerden’ personeel haar werk goed gedaan? Waren het beademingsbuisje, de infusen en de toegediende medicatie correct? Ik moest dat controleren voor dat ik een beslissing openbaar kon maken. De moeder liep voortdurend om ons heen. Wij konden haar kind niet redden. Afschuwelijk om de reani matie te stoppen en de ouders te moeten vertellen dat hun kind is overleden. Ik heb politiemensen zien huilen, ambulancepersoneel. Iedereen was tot tranen toe geroerd. We brachten het meisje naar een kamertje waar de vloer bezaaid was met speel goed. Temidden van poppen, barbies en prinses senkleren lag ze op de schoot van haar ouders. Dit beeld, ik kan het bijna uittekenen, raak ik nooit meer kwijt. Hartverscheurend. Een beeld dat in alle tragiek ook mooi was. Als het dan moest sterven, dan was het hier en niet in een steriel ziekenhuis, weggerukt uit haar sprookjeswereld. Een rit naar het ziekenhuis was een dodemansrit geworden en had de ouders valse hoop gegeven. We zijn geble ven en hebben de traumaheli voor die dag afgemeld. We hebben alles gedaan wat in ons vermogen lag om deze ouders te steunen. Pak uw kind vast en hou het dicht tegen u aan, zei ik. Medisch inhoudelijk konden wij niets voor deze mensen meer betekenen, we leverden vooral psy chische steun. Aan de ouders, maar ook aan de hulpverleners. Ik ben zelf vader van drie kinderen. Sinds deze tragedie ben ik allergisch voor tuinhuisjes en tou wen. Zodra mijn kinderen met touwen aankomen ben ik als de dood . Dat mag gewoon niet.’ Nelleke Dinnissen
radb b leid o de 1 6 - 2 0 0 7
PIPnieuws Personeels Informatie Punt ma t/m do 11.30-14.00 en 15.00-17.00 uur vrij 11.30-14.00 uur, T (024) 361 91 66, route en interne post 536,
[email protected] : medewerker ➔ pip on line
Actueel De WW-premie voor werknemers gaat in 2008 omlaag van 3,85 naar 3,5 procent.
PIP tip Kijk eens op www.abp.nl ➔ u bouwt pensioen op ➔ naar mijn ABP voor uw persoonlijke digitale pensioendossier. Compleet met netto berekeningen en al uw pensioengegevens in heldere grafieken. Via de site vraagt u een wachtwoord aan. Houdt uw klantnummer bij de hand (op uw pensioenoverzicht).
Liever morgen dan overmorgen, hoort Emile Lohman als reactie op de plannen voor de reorganisatie. ‘Maar eerst moet de reorganisatie ruggengraat hebben. We moeten ons niet verliezen in premature conclusies en ondoordachte stappen. We gaan de trap van bovenaf schoonvegen. Dat kost tijd.’ Toch loste de Raad van Bestuur al veel van zijn beloftes in.
Organisatie met ruggengraat N e l l eke D i nn i s s en
Afdelingen
Vacatures Elke donderdag staan de nieuwe vacatures op internet en op het presentatiebord bij PIP.
Vacaturetip Voor ICT’ers met interesse voor electronisch patiëndossier (EPD), Staf INFO 08085 beheerder met ervaring in de patiëntenzorg 08084 ontwikkelaar voor applicatiebeheer : www.umcn.nl ➔ werken bij het UMC ➔ vacatures
‘Natuurlijk zijn medewerkers het meest geïnteresseerd in hun eigen toekomstplaatje’, snapt Emile Lohman. ‘Sommige onderdelen zijn nu al helder, maar andere hebben een langere aanlooptijd nodig.Tempoverschil is er. Je kunt niet zomaar ergens aan morrelen voordat de nieuwe organisatie aan alle randvoorwaarden voldoet.’ Wel stelde de Raad van Bestuur al per 1 oktober Helga Wismeyer (zie pag. 1) aan. Zij vormt de voorpost van het
FLEX U bent verpleegkundige en op zoek naar een afwisselende baan in een universitair medisch centrum? Dan is werken via FLEX, intern uitzendbureau van het UMC St Radboud, interessant voor u. Meer informatie over FLEX kunt u vinden op onze site. Voor meer uitleg omtrent uw inzet als verpleegkundige kunt u ons bellen of mailen. : www.umcn.nl ➔ werken bij het UMC ➔ tijdelijk werk, T (024) 361 03 03, flexmail@ po.umcn.nl route 534, interne post 536, ma t/m vrij 09.00-16.30 uur
Vrijwilligers In het UMC St Radboud werken ruim 250 vrijwilligers die zich inzetten voor patiënten en bezoekers. Voor meer informatie kunt u terecht bij Joke Hoop, T (024) 361 53 28,
[email protected]. : www.umcn.nl ➔ werken bij het UMC ➔ vrijwilligerswerk
Cursussen en trainingen Het UMC St Radboud heeft een breed pakket aan cursussen en trainingen. : medewerker ➔ leren in het Radboud ➔ opleidingsaanbod
R SI - p r e v e n t i e w e r k p l e k Na een dag werken achter de PC last van nek, arm en schouders? Vage klachten die steeds langzamer verdwijnen? Dan is het misschien tijd voor een bezoek aan de RSI-preventiewerkplek. Deze werkplek is ingericht om te laten zien hoe een goede beeldschermwerkplek eruit ziet. Deskundigen geven tips en adviezen. De RSI-preventiewerkplek is geopend op woensdag 24 oktober en op donderdag 22 november 2007 van 12.00 uur tot 13.00 uur. Route 235: bij IDEA, Bedrijf Huisvesting. Voor meer informatie: Pieternel van Heijst, T (024) 361 06 45,
[email protected].
PIPnieuws valt onder verantwoordelijkheid van Staf P&O
Foto: Jan van Teeffelen
Servicebedrijf. Lohman: ‘Eerst moeten we precies weten hoe dit bedrijf er uit gaat zien, welke functies en taken daar in komen, wat er komt te vervallen en welke training nodig is in klantgerichtheid. Want klanten moeten op hun wenken worden bediend, we verwachten dus veel van medewerkers in dit bedrijf.’ Wismeyer voert de regie en zal afdelingen in haar plannen betrekken.
Concernstaf Prioriteit heeft de inrichting van de Concernstaf. ‘Willen wij deze organisatie besturen zoals het betaamt dan moet heel snel de Concernstaf rond zijn’, stelt Lohman. ‘Deze staf gaat ons ondersteunen in beleid en toezicht over patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs, financiën, juridische zaken, marketing, communicatie en sociale zaken.’ Maximaal vijftig mensen gaan deze staf bemannen. Wie zijn dat? Lohman: ‘Veel medewerkers in huis zitten al op deze posten. Binnen een paar weken, na akkoord van de Ondernemingsraad, willen wij onder hen gaan werven.’ Consequentie is dat er nieuwe banen bij komen, dat er functies veranderen of verdwijnen. Voor eventuele uitbreiding van de sociale paragraaf gaat de RvB met de bonden in overleg. Het mobiliteitscentrum wordt opgetuigd met meer gekwalificeerde mensen. Het liefst wil de RvB de Concernstaf dicht bij zich hebben, op één locatie dus. Daar loopt momenteel een onderzoek voor.
6
Een vliegende start gaat de Raad van Bestuur maken met de benoeming van afdelingshoofden. Want afdelingen krijgen de lead, clusters verdwijnen. Afdelingshoofden worden verantwoordelijk voor alles wat op een afdeling speelt. Of het nu om patiëntenzorg gaat, onderwijs, onderzoek, personeelsbeleid of financiën: het afdelingshoofd draagt hierover rechtstreeks verantwoording af aan de Raad van Bestuur. Korte lijnen wil Lohman. Pas dan kan de Raad overzicht en toezicht houden. Er komt nadrukkelijk geen bestuurslaag tussen afdelingshoofden en Raad van Bestuur. Afdelingshoofden moeten aangeven hoe zij gaan samenwerken met andere afdelingen en wie van een zorgketen eigenaar wordt. Functioneert een keten slecht, dan grijpt de Raad van Bestuur in en wijst zelf een keteneigenaar aan met vergaande bevoegdheden. Naast het vastleggen van onderwijs- en onderzoeksbijdragen, moet een afdelingshoofd ook duidelijk maken hoe hij zijn middelen organiseert. Een afdeling is immers selfsupporting. Een uitdijend takenpakket dus. Willen huidige afdelingshoofden zo’n baan nog wel? Lohman: ‘Wij nodigen nog dit jaar afdelingshoofden uit hun kandidatuur kenbaar te maken, zodat wij de selectiegesprekken kunnen starten.’ Daarna worden bedrijfsleiders aangesteld die het afdelingshoofd ondersteunen bij financiële, personele en logistieke taken. Afdelingshoofden kunnen medewerkers voor deze functie voordragen, maar de uiteindelijke beslissing ligt bij de Raad van Bestuur. Sleutelposities worden hoogwaardig bemenst. Assessments maken daarom onderdeel uit van de aanstelling. ‘Afschaffing van de clusters is dus nog niet aan de orde. Dat zou onverantwoord zijn’, benadrukt Lohman. ‘De clusterstructuur blijft intact totdat de nieuwe situatie vaste grond onder de voeten heeft. Dat zal nog zeker een jaar duren.’ Dit jaar gaat ook het Kwaliteits- en Veiligheidsinstituut van start. Binnen het instituut wordt de afdeling KWAZO ondergebracht waarin praktijk en wetenschappelijk onderzoek naar kwaliteit van zorg gecombineerd zijn. Naast zich krijgt het instituut een Raad van Advies waarin externen en vertegenwoordigers van de patiëntenvereniging zetelen.
Medezeggenschap De positie van verpleegkundigen en paramedici, wordt volgens Lohman sterker. ‘De VAR komt veel dichter op onze huid te zitten door regelmatig overleg en door de rol die zij krijgen binnen de Concernstaf en het Kwaliteitsinstituut. En hoofdverpleegkundigen krijgen vanzelfsprekend een plek in het managementteam.’ Er komt een tweede onderwijsinstituut voor verpleegkundigen en paramedici, dat innovatief en commercieel is. ‘Een nieuw concept waarmee wij adequaat kunnen reageren op marktwerking en op wat de samenleving van professionals vraagt.’ Ook de Ondernemingsraad wordt anders. ‘Medezeggenschap is essentieel in een veranderende organisatie. Wij gaan samen met de OR bekijken welke structuur het best past in de nieuwe situatie. Het kan zijn dat we kiezen voor deelraden. Daar zijn we nog niet uit.’ De Raad van Bestuur blijft driekoppig en voert zelf de regie over de hele reorganisatie. Lohmans slotakkoord: ‘Het nieuwe boekje is een reisgids voor een jaar. Ik zou zeggen: mensen lees het.’ n
i radb n bedr i jf o de 1 6 - 2 0 0 7 onderzoek blijkt ook dat je bij extreme onderkoeling tijdig moet stoppen met opwarmen, al bij 32 graden, daarmee beperk je de neurologische schade.’ Tijdens de landelijke bijscholingsdag krijgen verpleegkundigen alle stappen in het proces voorgeschoteld: van eerste opvang ter plekke, het transport, casuïstiek van een opname tot de revalidatie. Ook vertellen ouders van een drenkeling over hun ervaringen. (Meer informatie: www.picu.nl).JM
Nieuwbouw
Heelkunde en Diagnostiek
Foto: Paul van Laere
Einde Ramadan
Suikerfeest voor iedereen Op 17 oktober organiseert het UMC St Radboud om 19.00 uur in het personeelsrestaurant een suikerfeest waar iedere patiënt en medewerker welkom is: moslims en niet-moslims. Het suikerfeest kondigt voor moslims het einde van de Ramadan aan, de vastenperiode waarin zij zich tussen anderhalf uur voor zonsopgang en zonsondergang onthouden van eten, drinken en seksuele contacten. ‘Veel mensen associëren Ramadan met de hele dag niet eten en drinken. Maar het is veel meer dan dat’, zegt Saïda Baktit, zorgconsulente allochtone patiënten. ‘Deze vastenmaand is voor ons een maand van reflectie. Een spirituele maand waarin we nadenken over het leven, over hoe het beter of anders kan. Het leven is een geschenk en iedereen heeft recht op een waardig leven. Daarom komen we samen, bidden we en geven we geld voor de armen.’ Het einde van de Ramadan wordt door alle moslims gevierd met een suikerfeest. ‘Medewerkers en patiënten van het Radboud die een keer een suikerfeest willen meemaken zijn van harte welkom op 17 oktober’, benadrukt Baktit. ‘Wij willen dit feest ook graag met nietmoslims vieren. Hier in het Radboud kunnen mensen zien hoe wij dat doen. Het is een prachtige gelegenheid om elkaar te ontmoeten en culturen met elkaar in contact te brengen.’ Tijdens het suikerfeest zal Imam Mahmoed El Gharabawy een korantekst reciteren, er is live muziek, er zijn hapjes en drankjes, en voor kinderen zijn er cadeautjes. ND Verpleegafdelingen krijgen voor medewerkers en patiën ten nog een aparte uitnodiging van de Dienst Geeste lijke Verzorging en Pastoraat.
Kinder IC
Richtlijn voor opvang drenkeling Jaarlijks verdrinken er circa driehonderd mensen in Nederland, waarvan twintig onder de vijf jaar. Met snel en adequaat handelen kunnen levens worden gered. ‘Daarom hebben wij met de landelijke werkgroep Intensive-Carekinderen een verpleegkundige richtlijn ontwikkeld voor de opvang van drenkelingen’, vertelt Moniek Elsebroek, verpleegkundige op de Kinder-IC van het UMC St Radboud. Op 11 oktober wordt de richtlijn in het Radboud gepresenteerd, tijdens een bijscholingsbijeenkomst waar driehonderd verpleegkundigen uit het land aan deelnemen. In de landelijke werkgroep Intensive-Carekinderen zijn van alle acht UMC’s één of twee verpleegkundigen vertegenwoordigd. ‘Wij vinden dat we als academische centra een voorbeeldfunctie moeten hebben in het verbeteren van de zorg’, vertelt Elsebroek. ‘Daarom ontwikkelen we landelijke richtlijnen, nu één voor de opvang van drenkelingen. Het is heel leerzaam om hierover met medewerkers uit andere UMC’s te praten en in elkaars keuken te kijken. Kinderintensivisten hebben kritisch meegekeken. In onze richtlijn zijn de nieuwste ontwikkelingen en inzichten verwerkt die de kans op overleven groter maken. Bij pasgeborenen kan er tegenwoordig bijvoorbeeld worden beademd met een hoge frequentie en een lage beademingsdruk, zodat de longen zo min mogelijk beschadigen. Dat gebeurt al bij te vroeg geboren baby’s, het gebruik bij drenkelingen is nieuw. Uit
Gezellig druk was het de afgelopen weken in de circustent op het toekomstige bouwterrein. Elke dag brachten zo’n honderd medewerkers er hun lunchpauze door. Daarnaast bezochten ruim driehonderd bezoekers afgelopen zaterdag 29 september de open dag, voornamelijk buurtbewoners. Ze waren zeer geïnteresseerd in de plannen van bouwfase 3. Dinsdag 1 oktober is het officiële
Met spoed gevraagd Het nieuw gebouwde medicatiedossier wordt dit najaar beproefd bij de IC en twee verpleegafdelingen. De module voor de klinische overdrachten wordt verder in het ziekenhuis ‘uitgerold’. In 2008 staan het verpleegkundig en het klinisch dossier op de agenda. Staf Info is dan ook dringend op zoek naar mensen die de ondersteuning van de opgeleverde modules van de EPD-projectorganisatie overnemen. Concreet zoekt Staf Info een aantal functioneel beheerders en applicatiebeheerders EPD. De functioneel beheerders zullen met name betrokken worden bij de invoering van het medicatiedossier en andere EPD-modules in de organisatie/ werkprocessen. Zij zorgen er tevens voor dat het EPD het werk goed blijft ondersteunen door in samenspraak met de gebruikersorganisatie en het applicatiebeheer wijzigingen voor te bereiden en in gang te zetten. Voor deze functie is kennis/ ervaring in de patiëntenzorg een vereiste. De applicatie beheerders zorgen ervoor dat de functies in het EPD worden aangepast als dat nodig is. Voor deze functie is technische ICT-deskundigheid vereist. De vacatures zijn via het intranet (vacatureladder) te bekijken, vac.nr’s 8084 en 8085. Nadere informatie is beschikbaar bij Peter Smit (vacature func tioneel beheer) of Hans van Buul (vacature applicatiebeheer), tel. 024 3613176. De sluitingsdatum is 8 oktober.
Foto: Jan van Teeffelen
startschot gegeven voor de bouw van het Heelkundegebouw en het westelijke gedeelte van het Diagnostiekgebouw. Burgemeester Thom de Graaf lanceerde daarbij de slogan die vanaf oktober/november op alle bouwborden zal prijken: ‘Topziekenhuis in de oudste stad van Nederland.’ De eerste bouwvergadering heeft al plaatsgevonden. De komende weken worden hekwerken om het bouwterrein geplaatst. In de zomer van 2010 moeten de gebouwen klaar zijn. JM
Prijs voor ECMO
Behandeling pasgeborenen Het ECMO-team van het UMC St Radboud heeft afgelopen week de ‘Excellence in life support award’ ontvangen. Deze award kent de Extracorporeal Life Support Organization (ELSO) toe aan ECMO-centra die zich buitengewoon onderscheiden op drie gebieden. Ze moeten excelleren in het promoten van de missie, activiteiten en visie van de ELSO. Daarnaast moeten ze voor de patiëntenzorg gebruikmaken van de hoogste standaarden, beste processen en structuren gebaseerd op wetenschappelijke bewijzen. Tot slot dienen ze te excelleren in training, opleiding en samenwerking volgens de ELSO richtlijnen. De ELSO is een overkoepelende organisatie van meer dan 120 actieve ECMO-centra en wil een hoge kwaliteitsstandaard voor zorg, opleiding en onderzoek realiseren. De ECMO (Extra Corporele Membraan Oxygenatie) is een soort hart-longmachine, die wordt gebruikt voor de behandeling van pasgeborenen en kinderen. Het UMC St Radboud en het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam zijn in Nederland de enige ziekenhuizen waar deze behandeling plaatsvindt. Pasgeborenen van meer dan 34 weken zwangerschapsduur met ernstige ademhalingsproblemen komen ervoor in aanmerking. Het gaat dan om kinderen met ontlasting in het vruchtwater, een ernstige sepsis of een gat in het middenrif. Gewone beademing is onvoldoende, de ECMO ondersteunt hart en longen. Verder wordt ECMO ook gebruikt bij grotere kinderen met ademhalingsproblemen en bij pasgeborenen en kinderen na een hartchirurgische ingreep. JM
Dermatologie
Micrografische chirurgie bij huidkanker Het UMC St Radboud gaat micrografische chirurgie toepassen bij patiënten met huidkanker in het gelaat. Op 4 september 2007 ontving dr. Marcel Pasch het cer-
7
tificaat van de European Society for Micrographic Surgery voor het afronden van zijn opleiding in de Micrografische chirurgie. Dit certificaat wordt verleend nadat honderd micrografische operaties onder supervisie zijn uitgevoerd. Het is een complexe, geavanceerde operatietechniek waarmee huidkanker in het gezicht met de grootste kans op genezing kan worden behandeld. Marcel Pasch deed zijn opleiding onder leiding van dr. Krekels, dermatoloog aan het Catharina Ziekenhuis te Eindhoven. De micrografische chirurgie wordt slechts in een beperkt aantal ziekenhuizen toegepast. ‘Wij zien veel patiënten met complexe vormen van huidkanker in het gelaat. Voor hen verbetert de zorg met deze nieuwe techniek’, aldus prof.dr. Peter van de Kerkhof. De micrografische chirurgie is een activiteit van het Centrum voor Aangezichtschirurgie, een samenwerkingsverband van de afdeling Dermatologie, Mond- Kaak- en Aangezichtschirurgie, Keel- Neus en Oorheelkunde en Plastische Chirurgie. JM
HIT-UMC Carréloop
Winnaar afdeling Orthopedie
Foto: Flip Franssen
Afgelopen woensdag is voor de zevende keer de HIT-UMC Carréloop gehouden. Onder veel belangstelling gingen zestien teams rond 13.00 uur van start. Het parcours, over 800 meter via de omloop van het ziekenhuis en het Studiecentrum, begon en eindigde bij het Verzendplein onder de researchtoren. Om deze loop mogelijk te maken zijn voor vijftien minuten het transport, het vervoer en de schoonmaak stilgelegd. Miranda Boonstra, vijfvoudig kampioen steeple chase, sportvrouw van het jaar in 2006 én medewerker Orthopedie Research laboratorium, gaf dit jaar het startsein. Zij liep tevens mee in het team van de afdeling Orthopedie, wederom winnaar van de wisseltrofee. Op de tweede plaats eindigde het team van het FC Donderscentrum en op de derde plaats de afdeling Mond-KaakAangezichtschirurgie. AvdH
rep o r t age
Heupprotheses laten vaak vroegtijdig los bij jonge patiënten. Een bijzondere tech niek van de afdeling Orthopedie biedt echter ook na twintig jaar nog onge evenaard goede resultaten. De methode benut overtollig bot van de patiënt voor reconstructie van de onderliggende heup defecten. Ondertussen worden jonge patiënten elders verleid te kiezen voor een mini prothese. Deze is sinds enkele jaren op de markt en draagt de suggestieve naam ‘sportheup’. Hoe de prothese zich houdt op lange termijn is echter nog een vraag teken. ’Je moet geen gouden bergen belo ven,’ vindt orthopeed dr. Wim Schreurs. Radbode keek mee bij een heuprecon structie-operatie. P au l van Laere
Eigen bot is goud w
Orthopeed dr. Wim Schreurs prepareert het bekken op de komst van de prothese. Links en rechts op de foto de arts-assisten
‘Ik een heupprothese? Dat kan toch niet, ik ben pas 35.’ Mevrouw Karahan-Ozdemir kon het nauwelijks geloven toen ze dit voorjaar in haar regionale ziekenhuis te horen kreeg dat ze een kunstheup nodig had. De pijn in haar heupen, die haar al zo lang plaagde en die de laatste maanden bijna ondraaglijk was geworden, kwam niet door een ontsteking. De röntgenfoto liet duidelijk zien dat kop en kom van het heupgewricht sterke slijtage vertoonden en nauwelijks nog bedekt waren met kraakbeen. Een operatie en prothese waren onontkoombaar. Maar welke prothese?
‘Vaak is er bij jonge heup patiënten meer aan de hand dan alleen slijtage’
Schreurs en Brokelman knippen de afgezaagde dijbeenkop tot kleine stukjes.
Haar orthopeed begon over een miniprothese. Daarbij wordt op de aangetaste kop van het dijbeenbot een ronde metalen kap geplaatst, een soort fietsbel. Deze draait in een metalen kom die in het bekken is verankerd. Bij deze resurfacingtechniek wordt dus niet, zoals bij de klassieke totaalprothese, de kop van het dijbeenbot afgezaagd. Minder ingrijpend qua operatie, en getooid met de veelbelovende naam sportheup. Toch had Kara-
8
han ‘er geen fijn gevoel bij.’ ‘Het ging alleen maar over de voordelen, en totaal niet over complicaties of mogelijke nadelen’, vertelt ze. ‘Logisch ook, want er is nog weinig langdurige ervaring. Hoe die prothese het op de lange termijn doet, kan niemand je vertellen.’ Ze overlegde met haar huisarts, die haar naar Nijmegen verwees voor een second opinion. Een gesprek met UMCheupspecialist dr. Wim Schreurs bevestigde haar twijfels. Sterker nog: het uiteinde van het bovenbeenbot bleek behoorlijk verdikt, wat de zijwaartse beweging van haar been sterk belemmerde. Dat probleem zou waarschijnlijk blijven bestaan met de resurfacingmethode. Het was veel beter die kop te verwijderen. Het botmateriaal zou daarbij prima van pas komen om de bekkenkom, die ongewoon diep was, op te vullen. Karahan was daarmee een zeer geschikte kandidaat voor een heupoperatie annex reconstructietechniek waarmee de afdeling Orthopedie internationaal faam heeft verworven.
Versnipperd Die operatie – in 1979 ontwikkeld door het vroegere hoofd van de afdeling, prof. Slooff - is speciaal bedoeld voor mensen die reeds op jonge leeftijd toe zijn aan een heupprothese. ‘Vaak is er bij deze groep meer aan de hand dan alleen slijtage,’ legt Schreurs uit. ‘Er is meestal een onderliggend probleem, bijvoorbeeld reuma of een aanlegstoornis. In zo’n geval kan de anatomie van kop en kom sterk afwijken. Dat defect reconstrueren we, voordat we de prothese plaatsen.’ Bij de Slooff-methode wordt het bot van de afgezaagde dijbeenkop versnipperd en hergebruikt, zonodig aangevuld met bot van de botbank. Schreurs: ‘Je kunt die afwijkingen ook met cement vullen, maar bot geeft een veel stabielere en natuurlijkere constructie.’ De resultaten bewijzen dat. Na tien jaar is ruim 95 procent van de aldus behandelde heupen nog intact, na twintig jaar nog altijd 88 procent. Geen enkele andere techniek haalt bij deze jonge patiënten eenzelfde hoog succespercentage. Juist deze gunstige langetermijn
radb o de 1 6 - 2 0 0 7
Cement of geen cement
waard
Foto’s: Paul van Laere
nten Roy Brokelman en Pieter Bullens.
ervaring deed Karahan besluiten voor de Nijmeegse reconstructietechniek te kiezen, in plaats van het ongewisse avontuur aan te gaan met de sportheup. Twee maanden later is het zover. Terwijl anesthesist Layla Kadic in de ruimte naast de OK Karahan onder narcose brengt, bestuderen Schreurs en assistent in opleiding Pieter Bullens op de OK nog een keer de röntgenfoto van de heup. Ze meten de hoek tussen bekken en bovenbeen, zodat ze precies weten welke stand de prothese moet
krijgen. Schreurs: ‘Dat luistert heel nauw. Als kop- en komgedeelte van de prothese onder een verkeerde hoek staan, heeft de patiënt minder bewegingsvrijheid of kan de zaak uit de kom schieten. Patiënten liggen daarom ook gestandaardiseerd op de operatietafel, met het bekken gefixeerd in een bekende positie.’ Dan begint het chirurgenwerk. Geroutineerd baant Schreurs zich een weg naar de onheilsplek. Na het passeren van huid, onderhuids vetweefsel en peeslaag, belandt hij bij de spieren die over het gewrichtskapsel liggen. ‘Die schuiven we opzij, en hechten we straks netjes weer terug,’ licht assistent Bullens toe. ‘De spieren houden namelijk alles op zijn plaats en moeten voorkómen dat later de prothesekop uit de kom schiet, een van de problemen bij een kunstheup.’ Met een minislijptol zaagt Schreurs in een oogwenk de kop van het dijbeenbot af. Roy Brokelman, eveneens assistent in opleiding, ontfermt zich over het botstuk. Hij zaagt het bot in twee stukken en knipt het dan tot kleine brokjes. Ondertussen prepareert Schreurs de bekkenkom, een karwei waar regelmatig hamer- en beitelinstrumenten aan te pas komen. ‘Orthopedische acupunctuur noemen we dat.’ Operatieassistente Fien Buchner en omloop Annemarie Goesten zorgen voor het instrumentarium. Wanneer het grove werk is gedaan freest Schreurs het resterende kraakbeen weg en boort hij gaatjes in de bekkenkom, om de ingroei van de botsnippers te bevorderen. Tenslotte reinigt hij het bekkenoppervlak. ‘Oké, bot,’ zegt de orthopeed, ten teken dat hij gereed is en het bakje met botbrokjes kan komen. ‘Heb je een soeplepel?’, vraagt hij Buchner om een schepje waarmee hij de croutonachtige stukjes kan lepelen. Met een hamer timmert hij via een lange steel de botsnippers muurvast in de bekkenholte. Het bolvormige uiteinde van de stamper zorgt dat de gewenste komvorm ontstaat. Tijd om de cement aan te maken. Schreurs doet poeder plus een vloeistof in een metalen koker, waarvan het deksel een draaiarm bevat om de inhoud te mixen. Na ruim vier minuten is het spul stijf genoeg. ‘Het moet een
Roy Brokelman houdt met een instrument de steel van de heupprothese vast. De inzetfoto toont de gehele prothese, waarvan de steel in het dijbeenbot wordt vastgezet, en de kom in het bekken.
9
De totale heupprothese voor ouderen met een versleten heup is een van de succesnummers van de geneeskunde. Het effect qua pijnvermindering en verbetering van de zelfstandigheid is groot. Dat succes heeft geleid tot het opschuiven van de leeftijdgrens. Maar bij jongere patiënten bleken de resultaten minder gunstig. Schreurs: ‘Die zijn vaak actiever, waardoor de prothese meer wordt belast en dus eerder gaat loszitten. Bovendien zijn er vaak botafwijkingen, wat een goede bevestiging van de prothese bemoeilijkt.’ Voor jonge patiënten bleek een revisie dus vaak onontkoombaar. Dat leidde tot de komst van de zogenaamde ongecementeerde heupprothese. Deze wordt niet met cement vastgezet, maar met schroeven verankerd of vastgeslagen in het bot. De hoop was dat een revisie makkelijker zou verlopen. Daarbij moest een biologische coating voor een betere hechting, dus langere levensduur zorgen. Maar de verwachtingen zijn niet uitgekomen, constateert Schreurs. ‘De norm voor succes is dat de prothese na tien jaar bij minstens 90 procent van de patiënten nog vastzit. Geen enkele ongecementeerde prothese haalt die norm, in tegenstelling tot de gecementeerde. Toch worden die ongecementeerde volop toegepast. Dat is naar ons idee niet te verdedigen.’ De nieuwste poging om ook de jongere patiënten te bedienen is de zogenaamde resurfacing techniek, waarbij het dijbeenbot behouden blijft. Ook nu zou een eventuele revisie makkelijker moeten zijn. De prothese wordt zelfs als sportheup betiteld, suggererend dat met de prothese alles weer kan. Of de fraaie beloftes dit keer wel bewaarheid worden, moet nog blijken. ‘De grote studies met deze prothese zijn nu een jaar of vijf onderweg. Maar eventuele mooie cijfers zeggen nog weinig, de eerste vijf jaar haal je altijd wel.’ Schreurs betwijfelt of na tien jaar de resultaten nog steeds goed zijn. ‘Er is een orthopeed in de VS die al veel langer met deze resurfacingtechniek bezig is. Die komt niet verder dan 80 procent succes na acht jaar. Het punt is dat loslatingsproblemen meestal in de kom zitten. Het is namelijk lastig de prothesekom in het bekken te fixeren. En bij die nieuwe techniek is de metalen kom een stuk groter dan bij de klassieke prothese. Dan blijft er bij een loslating misschien te weinig bot over voor een revisie. Maar goed, laten we de tienjaarscijfers afwachten. Tot die tijd doen we wat we al jaren doen: gecementeerde heupprotheses, bij de jongere patiënten zonodig inclusief een heupreconstructie. Die zitten bij ruim 95 procent van de patiënten ook na tien jaar nog vast.’
beetje deegachtig zijn, anders vliegt het alle kanten op,’ verklaart Schreurs, terwijl hij de cement met een schildje tussen de botsnippers perst. Dan drukt hij de kunststofkom in de bot-cementmassa en is het wachten tot de uithardingstijd van de cement – twaalf minuten – is verstreken.
Proefsteel Vervolgens is het dijbeenbot aan de beurt. Met hamer en een taps toelopend steekinstrument werkt Schreurs de mergholte open. Wanneer er voldoende ruimte is gecreëerd, plaatst hij een proefsteel met kop. Vervolgens probeert Schreurs uit of het geheel netjes in de bekkenkom past. Dat vergt nog het nodige duw- en trekwerk omdat de beenspieren erg stijf zijn. Maar de gekozen steelgrootte voldoet. ‘Oké, deze wordt het dus,’ besluit Schreurs, terwijl hij de roestvrijstalen prothesesteel weer terugtrekt. Eerst moet immers de mergholte gevuld worden met cement. Opnieuw maakt Schreurs cement aan, dat hij daarna met een soort kitspuit in de holte spuit. Trefzeker duwt hij daarna de steel diep in de cementmassa. Na uitharding wordt een proefkopje op de steel bevestigd. ‘Die kop is het laatste waarmee we nog kunnen variëren.’ Opnieuw wordt het prothesedeel dat in het bovenbeen zit, in de bekkenkom gewurmd. Schreurs beweegt het been en controleert nogmaals of er niet te weinig of teveel bewegingsvrijheid is. De prothese functioneert naar wens, de definitieve kop kan erop en de weg terug kan worden ingezet. Voor de laatste keer spoelt Schreurs het operatiegebied schoon. Dan sluiten assistenten Bullens en Brokelman achtereenvolgens de peeslaag, onderhuid en huid. Om 10.15 uur, een kleine twee uur na aanvang van de ingreep, is alles weer hersteld. Karahan zal over een dag of vijf naar huis kunnen, met krukken. Schreurs: ‘Ik zie haar dan terug na zes en twaalf weken. Over drie maanden mag ze alles weer doen. Nou ja, alles. Springsporten raden we af. Je kunt patiënten gouden bergen beloven, maar laat ze maar gewoon hun leven oppakken.’ n
o nderz o ek
Praten over radiotherapie Gesprekken tussen radiotherapeuten en hun patiënten gaan letterlijk over leven en dood. De communicatie verloopt beter en de medische informatie beklijft beter bij de patiënt als deze aan het begin van het consult de ruimte krijgt vragen te stellen en de persoonlijke situatie uiteen te zetten. Dit constateert Liesbeth Timmermans in het proefschrift waarop zij gisteren promoveerde. Mar t en D o o per
De patiënt anno 2007 heet wel een ‘mondige patiënt’ te zijn. Hij of zij komt op voor zijn/haar belang en vraagt de artsen en andere hulpverleners in de zorg het hemd van het lijf alvorens toestemming te geven voor een bepaalde ingreep of behandeling. Dat dit beeld niet geheel overeenkomt met de werkelijkheid in de dagelijkse praktijk, heeft Liesbeth Timmermans de afgelopen jaren van dichtbij mee kunnen maken. ‘Ik heb in het kader van mijn onderzoek zo’n 250 eerste consulten meegemaakt tussen patiënten en radiotherapeuten naar wie zij waren doorverwezen voor een behandeling wegens kanker. Doel van het onderzoek was na te gaan hoe de communicatie tussen arts en patiënt tijdens dat eerste contact verloopt. Achterliggende gedachte daarbij is dat hoe actiever een patiënt zich tijdens zo’n consult opstelt, dus hoe meer hij of zij zelf vragen stelt en punten van bezorgdheid aankaart, des te beter de medische informatie van de arts overkomt en des te beter aan eventuele wensen van de patiënt ten aanzien van de praktische uitvoering van de behandeling tegemoet gekomen kan worden. Actieve deelname aan het gesprek is ook bevorderlijk voor het verwerken en leren omgaan met het hebben van een ernstige ziekte als kanker, is aangetoond.’ In de consulten die Timmermans bijwoonde bleek de mondige patiënt vaak ver te zoeken. ‘Over het algemeen stelden de patiënten en ook hun naasten zich tijdens zo’n gesprek vrij afwachtend op. Begrijpelijk, want meestal zijn zij nog volop bezig met het verwerken van de mededeling dat zij een levensbedreigende of zelfs een dodelijke ziekte hebben. Zij lieten tijdens het eerste consult doorgaans het initiatief aan de arts die tijdens dat gesprek vrij veel medisch technische informatie aanlevert. Pas als zij de ruimte van de arts kregen om zelf iets te vertellen, kwamen de patiënten los. Dan ging het meestal niet om vragen over medisch technische zaken, maar eerder over hun prognose en wat hen de komende of, in geval van ongeneeslijke vormen van kanker, hen nog resterende tijd te wachten stond. Zaken die voor de arts dan weer moeilijk te beantwoorden zijn, want het enige dat daarbij houvast biedt zijn gemiddelden die voor een individuele patiënt niet op hoeven te gaan.’
Moeilijke opdracht Wat verder opviel tijdens de consulten is dat het voor de patiënten vaak heel moeilijk is de aangeleverde informatie in te passen in het eigen referentiekader. Timmermans: ‘Een arts kan bijvoorbeeld ter ondersteuning van zijn uitleg over de behandeling wel met een röntgenfoto laten zien waar de tumor zit en hoe groot die is, als de patiënt zo’n foto totaal niet kan interpreteren komt de informatie natuurlijk niet over. Daarmee wil ik niet zeggen dat de artsen het helemaal verkeerd doen, hoor. Ik heb diep respect gekregen voor de moeilijke opdracht waarvoor zij staan en hun betrokkenheid met de patiënten. Zij moeten toch op de een of ander manier een technisch verhaal over de behandeling over zien te brengen aan de patiënt. Een ander punt dat opviel is dat de patiënt vaak zo vol zit met vragen, variërend van iets kleins of praktisch tot hoe lang hij nog te leven heeft, dat de informatie die de arts vertelt voor een groot deel langs hem heen gaat.’ Om de actieve bijdrage van de patiënt tijdens het eerste consult met de radiotherapeut te stimuleren gaf Timmermans de radiotherapeuten vervolgens een korte communicatietraining. ‘Kern daarbij was de artsen te stimuleren het consult te beginnen met de patiënt de ruimte te geven prangende vragen te stellen en iets te vertellen over de persoonlijke leefsituatie. Dat heeft als voordeel dat de patiënt meteen zijn of haar ei kwijt kan en daarna zich beter kan concentreren op de informatie van de arts. Andersom weet de arts meteen wat de patiënt hoog zit en kan hij daar op ingaan. Ook biedt dit de mogelijkheid om de uitleg over de behandeling en ook de feitelijke uitvoering ervan aan te laten sluiten bij concrete zaken in de leefsituatie van de patiënt. Als Foto: Frank Muller
10
radb o de 1 6 - 2 0 0 7 iemand bijvoorbeeld zeven weken lang, vijf maal per week ’s morgens om negen uur in het ziekenhuis moet zijn om bestraald te worden, heeft dat ingrijpende gevolgen als je bijvoorbeeld ’s morgens je kinderen naar school moet brengen. Patiënten durven dit soort praktische problemen vaak niet aan te kaarten tijdens het consult. Zij vinden dat zij de arts, die hen toch zo goed mogelijk wil behandelen, daar niet lastig mee moeten vallen. Terwijl er in veel gevallen wel een oplossing mogelijk is, bijvoorbeeld behandeling op een wat later tijdstip op de dag. Door eerst de patiënt aan het woord te laten en te vragen naar diens leefomstandigheden kan de arts daar gemakkelijk achter komen.’
Emoties De communicatietraining, die de radiotherapeuten bereidwillig volgden, had succes constateert Timmermans in haar onderzoek. ‘De patiënten stelden zich inderdaad actiever op in het consult, de informatie kwam beter over en de patiënten kaarten eerder praktische punten rondom de behandeling aan. Keerzijde van deze aanpak is echter ook dat deze aanpak meer ruimte geeft voor het loskomen van emoties bij de patiënten. Dat maakt het consult voor de radiotherapeuten soms erg inspannend. Ze hebben als het ware geleerd met de patiënt iets dichter langs de rand van de afgrond te lopen, maar moeten nu oppassen dat de patiënt niet in die emotionele afgrond tuimelt.’ n
Soms beginnen hartvaatziekten in de baarmoeder De Engelse fysioloog dr. Dino Giussani onderhoudt een bijzondere relatie met zijn geboorteland Bolivia. Het Zuid-Amerikaanse gebied vormt één groot openluchtlaboratorium voor Giussani’s zoektocht naar de vroege oorzaken van hart-vaatziekten. Vorige week was de gerenommeerd onderzoeker uit Cambridge te gast bij de afdeling Gynaecologie/Obstetrie om daar de Wim Schellekens Lezing te geven. Dit is een jaarlijks terugkerend evenement die de gelijknamige oud-gynaecoloog in ere houdt. Giussani’s werk concentreert zich op de effecten van een slechte zuurstofvoorziening aan de foetus. Een nuttig effect is dat de lichaamsbloedvaten zich samentrekken, zodat er meer bloed naar de hersenen stroomt en er daar voldoende zuurstof is. Maar deze bescherming heeft zijn prijs, zo blijkt uit Giussani’s onderzoek in Bolivia. Hij vergeleek zwangerschappen uit het op zeeniveau gelegen Santa Cruz, met die van La Paz op 4 km hoogte. Door de ijle lucht is daar de zuurstofspanning in het bloed slechts 60 procent van normaal. De baby’s in La Paz bleken gemiddeld 600 gram onder het normale geboortegewicht te zitten. Dramatischer nog is het gegeven dat de vroege kindersterfte met 8,2 per 1000 meter hoogte blijkt toe te nemen. Op 4 km hoogte bedroeg de sterfte 120 kinderen op de 1000, tien keer zoveel als in Nederland.
Anti-oxidanten Hoe oefent het zuurstoftekort, ofwel hypoxie, op langere termijn zijn kwalijke effecten uit? Giussani ziet de sleutel in het ontstaan van extra zuurstofradicalen, reactieve deeltjes die de bloedvatwand aantasten en zo op termijn
prijzen en benoemingen D r. J o o s t H o e n d e r o p c o m m i s s i e l i d v a n IS N Onlangs werd Joost Hoenderop van de afdeling Fysiologie (NCMLS) gekozen als lid van een nieuwe commissie van de ISN, de internationale organisatie voor nefrologie. Dit is een vereniging met meer dan 8000 leden, die onderzoek en onderwijs stimuleert ter voorkoming en behandeling van nierziekten. De nieuwe commissie biedt junior wetenschappers en nefrologen mogelijkheden in de verdere ontwikkeling van hun carrière binnen het nieronderzoek.
Prof. Jan Willem Leer Prof.dr. Jan Willem Leer, hoofd van de afdeling Radiotherapie, ontving vorige week in Barcelona de Emanuel van der Schueren Award. Deze prijs van de European Society for Therapeutic Radiology and Oncology werd toegekend aan prof. Leer toe als waardering voor zijn wetenschappelijke werk en voor zijn inzet om de radiotherapie te ontwikkelen tot een vooraanstaand internationaal vakgebied.
D r. B a z i e l v a n E n g e l e n Dr. Baziel van Engelen is benoemd tot hoogleraar bij het UMC St Radboud met als leeropdracht Neuromusculaire Aandoeningen. Van Engelen was eerder bijzonder hoogleraar Neuromusculaire Aandoeningen, in het bijzonder de myopathieën, op voordracht van het Prinses Beatrix Fonds.
Heleen de Koning Foto: Jan van Teeffelen
hart-vaatziekten veroorzaken. Een aantrekkelijke hypothese. Zwangerschappen waarbij de foetus verminderd zuurstof krijgt, bijvoorbeeld bij pre-eclampsie, zouden zo te behandelen zijn met stoffen die radicalen wegvangen. En daarvoor komen volop beschikbare anti-oxidanten als vitamine C en E in aanmerking. Helpen deze stoffen inderdaad? De Engelse onderzoekers deden vitamine C in het drinkwater van zwangere ratten, waarvan de foetus te weinig zuurstof kreeg. En jawel: de groeivertraging werd tegengegaan, en ook verminderden de vaatveranderingen die tot hart-vaatziekten kunnen leiden. Of dat bij mensen ook lukt moet echter nog blijken. PvL
Onvruchtbaarheid kan erfelijk zijn
Heleen de Koning, student geneeskunde en inmiddels coassistent van het UMCN heeft op 21 september in het AMC de Snapperprijs gekregen voor haar wetenschappelijke prestaties. Ze kreeg de prijs uit handen van prof.dr. Marcel Levi, hoogleraar interne geneeskunde in het AMC. Hij noemde haar een ultieme multitasker. Als belangrijkste prestatie noemde hij het onderzoek naar Schnitzlersyndroom, waarover Heleen de Koning inmiddels twee internationale artikelen publiceerde.
Drs. Kirsten Kluivers Onlangs kreeg gynaecologe drs. Kirsten Kluivers de Aanmoedigingsprijs 2007 van de Werkgroep Gynaecologische Endoscopie. Aanleiding waren haar grote inzet voor het endoscopisch onderwijs en haar wetenschappelijke publicaties. Kirsten Kluivers promoveert 3 december ‘On the measurement of recovery following hysterectomy’. De prijs bestaat uit een buitenlands congres naar keuze en e 1500,- voor reis- en hotelkosten.
Promoties, oraties, afscheidsredes* Onderzoekers van de afdelingen Verloskunde en Gynaecologie en Antropogenetica hebben de oorzaak van een bijzondere vorm van mannelijke onvruchtbaarheid ontdekt. Het gaat om een mutatie van een gen, dat uitsluitend betrokken blijkt te zijn bij de productie van zaadcellen. De vondst kan aanknopingspunten bieden voor de ontwik keling van een anticonceptiepil voor mannen. De onderzoeksresultaten staan in het oktobernummer van The American Journal of Human Genetics.
Geen kapje Gezonde menselijke zaadcellen hebben een staart en een ronde kop, met daarop een kapje dat de noodzakelijke enzymen en andere eiwitten bevat om door de wand van de eicel heen te dringen. Zonder dat kapje kan de zaadcel geen eicel bevruchten. Bij een bepaalde, zeldzame vorm van mannelijke onvruchtbaarheid (globozoospermie) maken mannen alleen maar ronde zaadcellen aan zonder kapje. Zij zijn dus onvruchtbaar. Er zijn enkele families bekend waarin deze vorm van onvruchtbaarheid bij meerdere mannelijke familieleden voorkomt. Drs. Anika Dam, prof.dr. Jan Kremer en dr. Hans van Bokhoven hebben nu samen met een groep uit Straatsburg vastgesteld dat de onvruchtbare mannen uit één van deze families een mutatie hebben van een gen, dat een belangrijke rol speelt bij de zaadproductie. Zij hebben deze mutatie dubbel, dus op beide betrokken chromosomen. Mannen met slechts één gemuteerd gen kunnen wèl vader worden. Dit verklaart dat deze tot onvruchtbaarheid leidende mutatie toch erfelijk kan zijn.
Alleen als een zoon dit gen erft van een vader met één mutatie en hij ook van moederskant een gemuteerd gen krijgt, zal hij onvruchtbaar zijn.
Mannenpil Mannelijke onvruchtbaarheid als gevolg van een genmutatie was tot dusver alleen bekend bij complexe ziektebeelden met meerdere aangeboren afwijkingen. Het unieke van het nieuw gevonden gen is, dat het uitsluitend betrokken is bij de zaadproductie. Dit opent de mogelijkheid om gericht te zoeken naar een manier om het gen bij gezonde mannen tijdelijk stil te leggen, zodat ze tijdelijk niet vruchtbaar zijn. Anticonceptie voor mannen dus. Anika Dam, die volgend jaar op onder andere dit onderzoek hoopt te promoveren, geeft echter aan dat dit nog toekomstmuziek is. ‘Zoiets moet worden opgepakt door de farmaceutische industrie, en het is nog maar de vraag of dat gaat gebeuren. Toch hebben we er voor de zekerheid maar patent op aangevraagd.’ JG
11
• Promotie drs. W.A. Visser, maandag 8 oktober om 15.30 uur. Titel: Distribution of sensory blockade in thoracic epidural anesthesia • Promotie drs. M.M. Zandbelt, dinsdag 9 oktober om 15.30 uur. Titel: Classification and follow-up of Sjögren’s syndrome. Usefulness of objective parameters in clinical practice • Promotie mw. drs. K. Gijzen, woensdag 10 oktober om 13.30 uur. Titel: Modulation of the immune system by ligands of the C-type lectin DC-SIGN • Promotie mw. drs. D.D. Langeloo, woensdag 10 oktober om 15.30 uur. Titel: Monitoring the spinal cord during corrective spinal surgery: a clinical study of TES-MEP • Promotie drs. B.E. Dutilh, maandag 15 oktober om 10.30 uur. Titel: Extracting the evolutionary signal from genomes * Locatie: Radboud Universiteit, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2 Voor een volledig overzicht en korte inhoud van alle promoties, oraties en afscheidsredes, zie www. umcn.nl, ingang ‘scientist’, doorklikken op ‘science agenda’
Dorpstraat 48a te Malden
Speciale behandeling Zeer aantrekkelijke courtagekortingen voor alle leden van de Personeelsvereniging
Oranjesingel 21 • 6511 NM Nijmegen T (024) 360 69 00 E
[email protected] I www.beaufortmakelaars.nl
Berg en Dal - Kerstendalseweg 1a Op goede woonstand gelegen modern vrijstaand woonhuis met royale garage met zadeldak en vrije tuin met zonneterras, gazon en borders welke op de zonzijde is gesitueerd. Op 10 autominuten van het centrum van Nijmegen en op fietsafstand van universiteit en ziekenhuis. Ind.: beg.gr.: entree, hal, meterkast en toilet, L-woonkamer (40 m²) met schuifpui deuren naar terras, halfopen keuken v.v. inbouwapp., bijkeuken met witgoedaansl., 1e verd.: overloop met separaat toilet, 3 slaapkmrs, complete badkmr, vaste trap naar: 2e verd.: overloop, werk-en slaapruimte. Alg.: bj. 1992 / inh. 445 m² / woonopp. 160 m² / perceelopp. 346 m².
Ùw huis onze Hoofdzaak
VRAAGPRIJS € 558.000,Voor informatie: Gelsing Makelaardij te Nijmegen 024-3812233
Grand Buffet
Zaterdag en zondag 27,50 euro pp
*Aanbieding*
Maandag t/m vrijdag 22,50 euro pp Een 5- gangenbuffet, smaakvol van opbouw, waar fijnproevers van zowel vis- als vleesgerechten optimaal aan hun trekken komen.
Kleinschalige kinderopvang voor kinderen van 0-4 jaar Openingstijden ma t/m za van 07.00 – 19.00 uur In overleg ook opvang buiten de vaste openingstijden en flexibele opvang Kleur-Rijk is erkend, dus u krijgt een tegemoetkoming van de belastingdienst Bemiddeling tussen vraag en gastouders voor opvang aan huis Naschoolseopvang 024-8482409 – www.kleur-rijk.nl –
[email protected] – daalseweg 345 Nijmegen
Nergens beter, nergens completer
Alg.: In het kerkdorp Heumen gelegen, unieke villa met diverse bijgebouwen, waaronder een vrijstaande schuur met overkapping met 2 paardenstallen, dierenverblijf met ponystal en bergruimte. Ind.: Sout.: Onder de gehele woning. Grote speel-/hobbykelder, provisiekelder en 3 hobbykelders (onafgewerkt). Beg.gr.: Entree, open hal, garderobe, toilet, werkk met grote boekenkast, ruime L-vormige woonk, keuken met div. inbouwapp., bijkeuken met aansl voor vw en wm, tuink met vloerverwarming en gaskachel, te bereiken via galerie en met aparte ingang. 1e verd.: Slaapk met slaapentresol, ouderslaapk met 3 ingeb. kasten en heelal raam, apart toilet, badk met ligbad, douche en dubb wastafel, was-/werkk met vlizotrap naar zolder, slaapk. Vraagprijs € 695.000,-
Rijksweg 95 Mook 024-6962125 www.de-schans.nl
✁
Uitsluitend op reservering.
,PSUJOHTCPOt,PSUJOHTCPOt,PSUJOHTCPOt,PSUJOHTCPOt,PSUJO Exclusief voor personeel van het UMC St Radboud: Bij minimaal 10 personen,
3,00 euro korting per persoon.
Rijksweg 66, 6581 EP MALDEN 024-3570490 www.hestia.nl
assurantiën | pensioenen | hypotheken | financieel advies
Radboud Collectiviteit! Financieel voordeel voor alle (oud-)medewerkers van het UMC St Radboud Nieuwsgierig naar uw voordelen? Kom langs of bel de Radboudlijn: 0481-367077 U vindt ons in het UMC St Radboud op: maandag van 11.30 tot 17.00 uur en vrijdag van 9.00 tot 14.00 uur Locatie: Kamer 1.04, routenummer 526, 527 (vlakbij het PIP en FLEXPUNT)
Bespaar op uw verzekeringen!
Bespaar op uw hypotheek!
Het team van Akkermans Van Elten staat voor u klaar.
Het team van Alpha staat voor u klaar.
Maximale personeelskorting met de Radboud Collectiviteit: Verzekering
Collectieve + Pakket korting korting
Verzekering
Collectieve + Pakket korting korting
Hypotheekarrangement
Korting
• Auto
25%
+
10%*
• Doorlopende reis
15%
+
10%*
• Afsluitprovisie
25%
• Inboedel
25%
+
10%*
• Caravan
35%
+
10%*
• Makelaarscourtage
35%
• Woonhuis
15%
+
10%*
• Boot
10%
+
10%*
• Taxatiekosten
45%
• Combinatiedekking huiseigenaren
15%
+
10%*
• Aansprakelijkheid
30%
+
10%*
• Notariskosten
10%
• Kostbaarheden
15%
+
10%*
• Rechtsbijstand
10%
+
10%*
• Hoge kortingen op de rente
* 10% maximale pakketkorting
Direct meer weten? Bel onze speciale Radboudlijn: 0481-367077 op werkdagen van 8.30 tot 17.00 uur
Bereken zelf uw voordeel: Kijk op www.akkermansvanelten.nl gebruikersnaam: radboud wachtwoord: voordeel Onze website is ook bereikbaar via het intranet van het UMC St Radboud
12
Bespaar t ot 3 uw verzek 5% op er Bel de Ra ingen! dboudlijn : 0481-367 077!
radb o nder w i j s o de 1 6 - 2 0 0 7
buitenland In deze column schrijven studenten over hun ervaringen in het buitenland. Dit keer een verhaal van Lisette Kramer. Zij studeert in Groningen, maar kon via het Nijmeegs Instituut voor Internationale Gezondheidszorg coschap lopen in Rubya, Tanzania.
Z o r g v o o r HI V WAMATA is een vrijwilligersorganisatie in Rubya, Tanzania, die zich bekommert om slachtoffers (direct of indirect) van HIV. Een medewerker van WAMATA nam ons mee om een dagje mee te lopen. Aangezien de dorpjes die we gingen bezoeken midden tussen de bananenbomen liggen en niet met openbaar vervoer bereikbaar zijn, gingen we te voet. Onderweg vertelde hij enthousiast over hoe ze bezig waren om zoveel mogelijk zelfvoor zienend te worden. De vrijwilligersorganisatie heeft een kippenboerderij en een soort groentetuin waar ze stekjes kweken die ze vervolgens aan de cliënten kunnen geven om in hun eigen shamba (tuintje) te planten. De opbrengst hiervan gebrui ken ze om de armste cliënten (HIV-mensen, AIDSweduwen en wezen) van voedsel en onderwijs te voorzien. Ongeveer een keer per week proberen ze op huisbezoek te gaan om te informeren hoe het gaat en of ze tegen problemen aanlopen. Een maal per maand wordt in een dorp voorlichting gegeven over HIV en hieraan gerelateerde proble men. De cliënten hebben van het ziekenhuis alle maal een kaart met registratienummer gekregen. Hiermee kunnen ze bij het Care en Treatment Cen tre elke maand gratis medicijnen halen. Hoe HIV zich dan toch nog steeds verspreid? Seks met condoom is als slapen met muskietennet. Not part of culture, onnatuurlijk en dus not done! Daarnaast wordt er vrij veel vreemdgegaan in deze regio. Hoe kom je anders als 60-jarige die al jaren getrouwd is, ineens aan HIV? Gelukkig geldt dit niet voor iedereen en zijn er ook mensen die het advies van condoomgebruik en faithfullness wel opvolgen. Zowel WAMATA als de VCT (Voluntary Counseling and Testing) is druk bezig met voor lichting en gratis testen. Tegenwoordig worden ook alle bloedtransfusies getest op HIV. We hebben bij verschillende mensen thuis een kijkje mogen nemen. Oma’s die voor kleinkinderen zorgen. Oudere kinderen die voor hun jongere broertje en zusje zorgdragen. Wat is het toch een rot ziekte. Alle mensen stonden open voor vragen en vonden het erg leuk dat we bij hen thuis kwa men kijken. Gemiddeld bestaat een huis, dat wil zeggen, een lemen hutje uit drie of vier kamers. Een kamer met lappen stof en stro op de grond om op te slapen, een kamer met alle inboedel (potten en pannen en wat extra kleren) en een woonkamer met gedroogd gras op de vloer om op te zitten. Onvoorstelbaar als je het niet met eigen ogen hebt gezien. Er was zelfs een huisje waar twee oudere mannen (70+) woonden dat ingestort was en waarvan alleen nog het dak intact was. Het was amper mogelijk om rechtop te zitten. Zo leefden ze al enkele maanden, nog steeds wachtende om met steun van WAMATA een nieuw huisje te bou wen. Als dank voor ons bezoek kregen we suiker riet mee. Tijdens deze zeer indrukwekkende dag hebben we ook binnen mogen kijken bij een traditional healer en een bananenbierbrouwerij. Culturele armoede doop! Zeer moe en aangeslagen, maar voldaan na zeker 15 km wandelen zonder lunch, kwamen we aan het eind van de dag weer in Rubya aan. En nu?? Tell it on! Or contact:
[email protected]
Bexprijs voor beste bachelorstage
Foto: Frank Muller
Jaarlijks wordt de Bexprijs uitgereikt voor de beste bachelorstage van de studie Biomedische Wetenschap pen. Student Sanna Rijpma sleepte op 21 september deze prijs in de wacht. Ze moest bij de uitreiking van de bachelordiploma’s een presentatie houden over haar stage. ‘Het presenteren was leuker dan het winnen.’
Wetenschappen omdat ik wil bijdragen aan iets dat écht nut heeft. Het is fantastisch als je door onderzoek iets voor anderen kan betekenen. Of het nu gaat om de ontwikkeling van medicatie tegen malaria, kanker of aids, of om het bedenken van manieren om het proefdiergebruik te verminderen.’
‘Ik heb in mijn stage onderzoek gedaan naar de malariaparasiet’, vertelt student Sanna Rijpma. ‘Wereldwijd sterven er jaarlijks één à twee miljoen mensen door malaria. Op de plekken waar de ziekte voorkomt, is geen geld om onderzoek te doen. Dat we dat in Nijmegen wel doen, is heel zinvol. Het was geweldig om daarover te vertellen.’ Haar presentatie en het stageverslag zorgden ervoor dat Rijpma de Bexprijs kreeg uitgereikt. Rijpma deed de bachelorstage in de studierichting Toxicologie. In het Nijmegen Centre of Molecular Life Sciences ging ze op zoek naar de genen die coderen met de abc-transporters (bepaalde eiwitten) van de malariaparasiet. ‘Ik heb drie genen te pakken gekregen. Wat hun functie is, wordt verder onderzocht. Wie weet draagt mijn onderzoek bij aan de toekomstige ontwikkeling van een medicijn tegen malaria. Ik heb gekozen voor Biomedische
Taai, maar toegankelijk Drie studenten waren genomineerd voor de Bexprijs. Behalve Rijpma hielden ook Sara Al Shamma en Dineke Westra een presentatie. De jury, onder voorzitterschap van prof.dr. John Overbeke, koos Rijpma als winnaar. ‘Ik was natuurlijk heel blij. Maar eerlijk gezegd vond ik het presenteren veel leuker en spannender dan het winnen. De avonden ervoor ik heb nog bij vrienden en huisgenoten geoefend. Mijn doel was om de taaie materie over mijn onderzoek zo toegankelijk mogelijk te brengen.’ De Bexprijs wordt sinds 2003 uitgereikt. Deze aanmoedigingsprijs voor studenten is vernoemd naar wijlen dr. Jan Bex, die van grote betekenis is geweest voor de medische faculteit in Nijmegen. Rijpma ontving een oorkonde en een geldbedrag van 150 euro. GM
‘Summa cum laude? Wat is dat eigenlijk?’ Een gemiddelde van een 9 of hoger. Oftewel summa cum laude. Dit predicaat pronkt op de bul van Wieteke Hoeijmakers, die ze op 14 september behaalde voor de masteropleiding Molecular Mechanisms of Disease. De briljante student startte daags erna met een promotie traject op het Nijmegen Centre of Molecular Life Scien ces. ‘Ik wilde als kind al onderzoeker worden.’ ‘Summa cum laude? Wat is dat eigenlijk?’, was de eerste reactie van Wieteke Hoeijmakers (23) toen ze op haar diploma-uitreiking hoorde van het uitmuntende resultaat. ‘Ik had er eerlijk gezegd nog nooit van gehoord. Wat meespeelt, is dat ik voor mijn stage, die ik in Amerika gelopen heb, een heel hoog cijfer heb gehad. Een 10. Dat is natuurlijk heel ongebruikelijk. En eigenlijk niet reëel’, relativeert ze. ‘Een 10 betekent dat iets perfect is, terwijl er altijd wel iets te verbeteren valt.’ De kersverse doctorandus blijft bescheiden. ‘Het meest trots ben ik erop dat ik afgestudeerd ben. Weliswaar met hoge cijfers, maar ach…’ Hoeijmakers deed de masteropleiding Molecular Mechanisms of Disease, die vanuit het Nijmegen Centre of Molecular Life Sciences verzorgd wordt. Ze hoorde tot de eerste lichting van deze opleiding die sinds 2005 bestaat. ‘De studie is uitstekend bevallen. Je moest veel presentaties houden en onderzoeksvoorstellen schrijven, wat me erg aansprak. Daarnaast was
13
het kleinschalig onderwijs (ze was met twee andere studenten, red.) erg leuk.’
Heel nieuwsgierig Maakt een uitmuntende student lange studieweken? ‘Ik heb er niet bewust naar gestreefd om hele hoge cijfers te halen, maar was wel meer dan 40 uur per week bezig met mijn studie. De master was geen lichte kost. In het begin moesten we bijna wekelijks een presentatie houden. Doordat je in kleine groepjes onderwijs krijgt, wordt een heel actieve rol van je verwacht. Hierdoor motiveer je elkaar als studenten heel erg.’ Haar collega-student Karlien Coene rondde de studie dan ook af met het predicaat cum laude. De maandag na de diploma-uitreiking kon Hoeijmakers gelijk ‘doorstarten’ op het NCMLS. Als promovendus neemt ze de malariaparasiet onder de loep. ‘Ik ga onderzoeken hoe deze parasiet het voor elkaar krijgt om telkens opnieuw aan het menselijk immuunsysteem te ontsnappen. Ik heb daar veel zin in. Als kind wilde ik al onderzoeker worden. Vooral fundamenteel onderzoek vind ik interessant. Ik ben heel nieuwsgierig, wil weten hoe iets in elkaar steekt. Het zou prachtig zijn als mijn onderzoek aanknopingspunten biedt voor de ontwikkeling van een medicijn tegen malaria.’ GM
radb o de 1 6 - 2 0 0 7
mensen
Rianne Leegstraten, Noud de Haas en René Visser
Wicky Abels-Kosman Op 1 mei was Wicky Abels-Kosman 25 jaar in dienst van het UMC St Radboud. Sinds 1982 heeft zij o.a. gewerkt in de centrale keuken, bij de voedingsdienst, op A00 en de laatste 2,5 jaar op de Polikliniek voor Kinderen en Jeugdigenwaar zij werkzaam is als zorghulp. Wicky werkt met veel plezier en als collega wordt haar inzet en zorgzaamheid erg gewaardeerd. Zij is behulpzaam en loopt heel wat kilometertjes op een dag. Een kracht van Wicky is om altijd de positieve kant van het leven in te zien. Door een ingrijpende verdrietige, gebeurtenis in haar leven is het vieren van haar jubileum uitgesteld tot 16 oktober 2007. Namens alle collega’s van harte gefeliciteer. Marjo van der Doelen Werkplekmanager Polikliniek voor Kinderen en Jeugdigen
Jolanda Mathijssen Op 16 juli is het 25 jaar geleden dat Jolanda aangenomen werd op de afdeling Neurologie N30. Zij koos voor de verpleging van kinderen met een neurologische aandoening en verhuisde mee naar de kinderkliniek in het B-gebouw en later naar het Q-gebouw. Jolanda werkt vol enthousiasme mee om de verpleging op een kwalitatief hoog kinderneurologisch en neuro chirurgisch niveau te brengen. Wij kennen Jolanda als een hardwerkende, enthousiaste, kritische en deskundige collega. Namens alle collega’s van het IKNC en de verpleegafdeling Q2 links.
De Intensive Care voor cardio-thoracale chirurgie, AOV-IC, vierde het 25-jarig jubileum van 3 IC-verpleegkundigen. Rianne Leegstraten op 1 juni, Noud de Haas en René Visser op 1 september. De afdeling heeft dit heuglijke feit uitgebreid gevierd. Gidi van Neerven, Hoofdverpleegkundige AOV-IC.
D r. W i l Ta x Op 1 oktober verlaat dr. Wil Tax, UHD, het UMC St Radboud na een dienstverband van 33 jaar. Na zijn promotie bij de afdeling Biochemie en Kindergeneeskunde in 1978 trad hij in 1980 als post-doc in dienst bij de afdeling Nierziekten. Hij ontwikkelde meerdere monoclonale antilichamen, die nadien succesvol zijn gebruikt bij de diagnostiek en behandeling van acute afstotingen bij niertransplantaties. Op grond van dit onderzoek werd hem in 1987 een KNAW-fellowship toegekend. Van 1992 tot 2000 was hij hoofd van het researchlaboratorium Nierziekten. Nadien zette hij zijn grote immunologische kennis in voor het immunologie-onderwijs voor studenten Geneeskunde, Biomedische Gezondheidswetenschappen en Medische Biologie, onder meer als coördinator van meerdere immunologieblokken en als docent. Tevens was hij gedurende lange tijd opleider voor de SMBWO-opleiding medische immunologie. Namens de afdeling Nierziekten bedank ik Wil Tax voor zijn jarenlange inzet. Prof.dr. J.H.M. Berden, hoofd Nierziekten
Rita Willemsen Rita gaat als medisch maatschappelijk werker in het kinderziekenhuis, na meer dan 32 jaar werken in het Radboud, genieten van haar prepensioen. In 1972 begon zij als psychologisch assistent. Vanaf juni 1991 startte zij als medisch maatschappelijk werker, waarvan de meeste jaren binnen het CUKZ op de afdeling Neonatologie. Ze heeft met veel inzet, enthou siasme en kennis, inhoud gegeven aan
kleine boodschap
deze functie. Het laatste jaar heeft Rita veel fysieke problemen gehad. Voor haar een reden om eerder met haar werk te stoppen. Op 9 oktober is er dan ook een afscheidsreceptie van 16.00 -18.00 uur in Huize Heyendael. Mart Geven, hoofd Sociaal Pedagogische Dienst, CUKZ
Shanta Pherai-Moelchand Op 16 oktober viert Shanta Pherai-Moelchand haar 25-jarig jubileum als analiste bij de afdeling Verloskunde en Gynae cologie. Shanta begon in 1982 als klinisch chemisch analiste op het laboratorium Gynaecologie/KNO. In 1989 is zij overgestapt naar het Fertiliteitslaboratorium. Shanta heeft zich in de loop van de tijd ontwikkeld tot een allround analiste, die alle facetten van de diagnostiek en behandelingen van fertiliteitsproblemen onder de knie heeft. Kenmerkend voor Shanta zijn haar altijd goede humeur en grote collegialiteit. Wij feliciteren Shanta van harte met haar jubileum, en hopen dat we Shanta nog vele jaren onze collega mogen blijven noemen! Op 17 oktober viert Shanta haar jubileum met koffie en gebak. Dr. Hans Westphal, Hoofd Fertiliteitslaboratorium
Twanny Beissel-Dodemont Toen Twanny Beissel-Dodemont op Radiotherapie als vakantiekracht kwam werken had ze niet kunnen bedenken daar 25 jaar later nog te zijn. Ze wilde namelijk verloskundige worden. Ons toenmalige hoofd haalde Twanny echter over om Radiotherapeutisch laborant te worden. Voor de verloskunde jammer, maar voor de Radiotherapie een geweldige inval. Twanny heeft zich in deze 25 jaar laten kennen als een hardwerkende, punctuele en collegiale laborante. Haar vriendelijke en professionele benadering van patiënten is voor velen een voorbeeld. 16 september werkte ze 25 jaar op de afdeling, maar op verzoek is op 20 september tijdens ons dagje uit aan deze mijlpaal extra aandacht gegeven. Tony Lewis, paramedisch hoofd Radiotherapie
Wie schrijft wil gelezen worden Probeer het eens Raak Radbouds
Gratis niet commerciële advertenties van medewerkers, vrijwilligers en studenten. Opgave bij het Voorlichtingscentrum in de hal van het ziekenhuis. Postadres: 528 Staf Concerncommunicatie, voorlichtingscentrum. E-mail: Voorlichting@ com.umcn.nl. Hieronder een klein gedeelte, op intra net (www.umcn.nl) vindt u alle advertenties. Opgave van (UMC)werkadres of (RU)studentnummer is vereist. Maximale lengte 20 woorden, goederen mogen niet duurder zijn dan g 700, -.
Lustrum UTN ‘Raak Radbouds’ Het UTN bestaat vijftien jaar en looft voor deze gelegenheid de trofee ‘Raak Radbouds’ uit. Deze trofee is te bemachtigen door aanlevering van een treffende, heldere en zakelijke tekst. De tekst kan bestaan uit een eigen tekst of een tekst van een collega. Maximale lengte: 1200 woorden. De uitnodiging geldt voor zowel medewerkers van de Radboud Universiteit als het UMC St Radboud. Meer informatie en aanmelding: www.ru.nl/raakradbouds.
Gevraagd: Volleybal (man/vrouw) op woensdag van 16.30 tot 18.00 uur in sporthal Bottendaal. Enige ervaring gewenst. Inlichti ngen Luc T (024) 324 47 00.
Aangeboden: Easy walker donkergroen inclusief zonneluifel, regenhoes, mandje. Ziet er goed uit e 50,-. T (024) 373 31 89 of
[email protected]. Prachtige, zo goed als nieuwe, kastanjebruine leren bank, te groot voor appartement, vraagprijs e 500,-, T (0481) 37 78 71. Zien is kopen.
Gezien het feit dat men de wens te kennen gegeven heeft meer kennis te willen nemen van adviezen m.b.t. Raak Radbouds, bieden wij de gelegen heid om met ingang van 15 oktober a.s. zich te laten informeren via de hier voor speciaal ingerichte website: www.ru.nl/raakradbouds.
C o l o f o n Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen (eindredactie), Jannie Meussen, Gijs Munnichs, Walter Verhoeven. Aan dit nummer werkten mee: Marten Dooper, Alette van der Heijde, Paul van Laere, Pieter Lomans, Daan Van Speybroeck en Rietje van Vliet E-mail:
[email protected], telefoon: (024) 361 35 38 Correspondentie: UMC St Radboud, 528 Communicatie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Henk Gerrits, René Bakker, mr. Aemiel Kerckhoffs, drs. Sander van den Woudenberg Vormgeving en lay-out: Puntkomma Creatieve Communicatie Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, (023) 571 47 45, e-mail: zandvoort@ bureauvanvliet.com Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen (024) 361 54 42 Verschijningsdata zie intranet, button Radbode.
Zo kan het ook: Wilt u meer informatie over Raak Radbouds? Kijkt u dan vanaf 15 oktober op www.ru.nl/raakradbouds.
TI P : D u r f t e s c h r a p p e n .
Nachtegaalweg 8 te Berg en Dal Schitterend aan de bosrand gelegen goed onderhouden vrijstaande woning met balkon en garage. Fraai onder architectuur aangelegde tuin. Deze kindvriendelijke woning is recentelijk geheel verbouwd (2004). Begane grond: Entree, toilet met fontein, L-vormige woonkamer en-suite met erker, schouw met haard. Eetkamer met speelhoek, zeer ruime luxe keuken en bijkeuken met was/drooggelegenheid. Gehele achterzijde voorzien van schuifpuien. 1e verdieping: Overloop met cv-kast, 3 slaapkamers, badkamer met wasmeubel, ligbad, douche, toilet en designradiator. Vaste trap naar: 2e verdieping: Overloop, 2 slaapkamers, waarvan één v.v. een balkon en één v.v. een dakkapel. Badkamer met toilet, twee wastafels en designradiator. Een met een vlizotrap te bereiken bergzolder.
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
Algemeen: bouwjaar: 1996 / inhoud: ca. 620 m3 (excl. garage) / woonoppervlakte: 185 m2 / perceeloppervlakte: 382 m2
FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Omgeving: op ca. 2 automin van voorzieningen, op ca. 8 automin. van centrum Nijmegen en op 2 loopmin. van basisschool en speeltuin.
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37
Vraagprijs € 659.000,- k.k. Aanvaarding: in overleg Voor informatie:
Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
Oude Keizer makelaardij 024-6844965 www.oude-keizer.nl
radbode-oude keijzer 070925.indd1 1
Voor de persoonlijke aanpak
25-09-2007 13:51:11
14
opinie radb o de 1 6 - 2 0 0 7
Wetenschap. Leuker kunnen we het niet maken. Wetenschappelijke onderwerpen kwamen jarenlang nauwelijks aan bod in de media. Alleen met dwang komt weten schap op tv, schreef dagblad Trouw nog in 2002. De onderwerpen waren te ingewikkeld, te moeilijk, te serieus. Haalde wetenschap de krant, dan mondjesmaat en weggestopt op pagina’s voor nerds. Maar het kan verkeren. De afgelopen jaren is wetenschap uitgegroeid tot een geliefd onderwerp. Wetenschap levert de media nieuws, infor matie en verstrooiing. Wetenschap is leuk!
persoonlijke vetes worden daarom nogal eens uit de kast getrokken in de media. Ook in het nieuws. Ten onrechte.” In dezelfde maand promoveerde Koos Nuijten aan de Radboud Universiteit. “Televisienieuws wordt steeds sensationeler”, kopte de Volkskrant naar aanleiding van Nuijtens onderzoek en de NRC schreef: “Meer emoties, close-ups en burgers.” Journalisten laten hun mening en betrokkenheid – tien jaar geleden nog een doodzonde in de journalistiek – steeds vaker doorklinken in hun berichtgeving. “Media in de rol van campagnevoerders”, meldde de NRC, met daaronder de woorden: “Journalistiek campagnevoeren is in het buitenland heel normaal. ‘Hier gaat het vaker gebeuren’, voorspelt Henri Beunders, hoogleraar media en cultuur.” Het Financieel Dagblad legde, eveneens in september, de zere vinger op nog een ander probleem: “Journalist als reclamebron. Mengvormen van redactie en commercie komen ook op bij kranten en tijdschriften.”
Te leuk?
het betoog De toegenomen aandacht voor wetenschap leidt tot spetterende koppen boven krantenberichten. Vrolijk door vis. Koffie tegen huidkanker. Lawaai is dodelijk. Popsterren sterven veel eerder. Slordig zijn is gevaarlijk. Het zijn appetijtelijke titels die verleiden tot verder lezen, vette oneliners die schreeuwen om aandacht. Koppen en artikelen dekken niet altijd de lading van het bericht eronder. Wetenschappelijke nuances raken soms zoek of belangrijke onderdelen van het onderzoek worden niet genoemd. Soms blijft er van het onderzoek niets over, maar komt er wél een bericht. Een leuk bericht. Onderzoekers kunnen zich daar behoorlijk over opwinden. En terecht. Toch zouden ze zich ook moeten verplaatsen in de schoenen van de moderne, schrijvende journalist en zijn lezer. De dagbladjournalist, die de afgelopen jaren tienduizenden lezers zag weglopen. De dagbladjournalist die de Nederlandse redactielokalen en kantoortuinen zag leeglopen, omdat honderden collegajournalisten vroegtijdig hun biezen moesten pakken.
Darwin in de media Kijken we door de ogen van Darwin naar de Nederlandse dagbladen, dan zien we dat de marktwerking – herstel,
Foto: Jan van Teeffelen
de survival of the fittest – de afgelopen jaren in alle hevigheid heeft gewoed. Er verschenen maar liefst vier nieuwe gratis kranten op het toneel. Nieuws stond eerder op Internet dan in de krant. Allemaal ontwikkelingen waardoor kranten zich moesten bezinnen op hun nieuwe rol. Belangrijk(st)e vraag: hoe houden we de lezer vast, hoe winnen we hem terug? Zonder dat u en ik het echt in de gaten hadden, ontstond er achter onze rug een gevecht op leven en dood. Om te overleven. Er werd gevochten om u en mij. Om de Nederlandse lezer. Ook kranten kennen, net als elk ander organisme, een ingebouwde drang tot overleven. Dus werden nieuwe katernen gelanceerd en oude opgedoekt. Kranten ontdekten plotseling hun lezer, die onmiddellijk actief bij de krant betrokken moest worden. Civic journalism stak de kop op. Iedere krant stelde een ombudsman of opinievrouw aan om de lezer zelf in de krant een stem te geven. Voor lezersreacties kwam extra ruimte. En er werd ook vooral veel menselijker, emotioneler en met meer betrokkenheid geschreven. Omdat ‘de lezer’ dat zou willen. De veranderingen in het krantenlandschap zijn niet helemaal onopgemerkt gebleven. Eind september verkondigde Wubby Luyendijk, docent journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen, dat de journalistiek zich teveel laat meeslepen door emotie. Citaat uit het betreffende persbericht: “Emotie scoort. Mooie plaatjes en
Moeten we ons over dergelijke ontwikkelingen in de media zorgen maken? Ja, meent de Duitse socioloog Holger Rust van de universiteit van Hannover. In vakblad De Journalist laat hij weten dat de goede naam van de Duitse kwaliteitskranten afbrokkelt. De “veranderende beroepsopvattingen van vooraanstaande journalisten leiden ertoe dat de dagbladen zienderogen aan kwaliteit verliezen”. Dat klinkt niet best. Terug naar Darwin in de media. Hoe hebben de kranten en hun niet weggeselecteerde journalisten het hoofd boven water weten te houden? De beste optie voor een journalist is nog altijd om zoveel mogelijk lezers te verleiden tot het lezen van zíjn krant, zíjn artikelen en zíjn nieuwsberichten. Dat lukt het beste door het wetenschapsnieuws op te leuken. Stévig op te leuken, want the survival of the fittest kent zijn eigen wetten. Als iedereen opleukt, moet er nog ietsje meer worden opgeleukt. Wie ooit het populair-wetenschappelijke TV-programma Hoe?Zo! heeft gezien, gepresenteerd door de leukste Belg in Nederland, Bart Peeters, heeft een idee waartoe dat kan leiden. Is er een grens aan de opleuking van wetenschappelijk nieuws? Wordt wetenschapsnieuws sluipenderwijs vervangen door sciencetainment, door vermaak waar toevallig wat wetenschap voor gebruikt is? In het blad Bionieuws stelde schrijver, journalist en wetenschapper Menno Schilthuizen de juiste vraag: Wanneer is leuk te leuk? Een antwoord gaf hij niet, maar de speurtocht naar die grens is - juist voor onderzoekers - al interessant en verhelderend genoeg. n Pieter Lomans is wetenschapsvoorlichter in het UMC St Radboud en daarnaast werkzaam als wetenschapsjour nalist en communicatieadviseur.
I N M E MO R I A M
I N M E MO R I A M
Ton Cornelissen
Wim Eltink
Bedroefd hebben wij kennis genomen van het overlijden van onze oud-collega Ton Cornelissen. Na een langdurige ziekte, die hij op een bewonderenswaardige wijze heeft gedragen en doorstaan, is Ton zondag 16 september 2007 op 76-jarige leeftijd overleden. Ton heeft 22 jaar bij de Transportdienst gewerkt en was ook jarenlang actief als OR-lid. Na zijn pensionering, vanaf maart 1998, is hij werkzaam geweest als vrijwilliger in de Centrale Hal van het ziekenhuis. De afgelopen jaren heeft hij veel patiënten en bezoekers de weg gewezen en patiënten in rolstoel of die slecht ter been waren naar de juiste bestemming gebracht. Wij hebben Ton leren kennen als een sympathiek en zeer betrokken medewerker, die zijn werkzaamheden met veel toewijding vervulde. Helaas heeft hij om gezondheidsredenen dit vrijwilligerswerk met ingang van 1 januari 2007 moeten beëindigen. Ons medeleven gaat uit naar zijn familie.
Tijdens een indrukwekkende uitvaartdienst in een volle Boskapel aan de Graafseweg is op 1 oktober afscheid genomen van Wim Eltink. Onder de aanwezigen waren veel (oud)medewerkers van het UMC St Radboud waar Wim ruim 32 jaar heeft gewerkt waarvan de laatste jaren bij Bedrijf Huisvesting als bouwkundig adviseur. Wim heeft altijd met deskundigheid, overgave en enthousiasme (mee)gewerkt aan vele, vele projecten en niet zelden met extra inzet. Hij heeft daarmee een indrukwekkende staat van dienst opgebouwd. Wim was positief ingesteld en een prettige collega om mee samen te werken. Ook de laatste maanden van zijn leven bleef hij, ondanks de moeilijke vooruitzichten, altijd positief en betrokken. Vele hebben hier hun waardering over uit gesproken. Met het overlijden van Wim Eltink mist het UMC St Radboud een goede, professionele medewerker, missen de medewerkers van Bedrijf Huisvesting een bijzonder fijne collega waarmee het prettig samen werken was en mist het maandagavond voetbalteam een enthousiaste medespeler. Wim werd slechts 57 jaar. Onze gedachten zijn bij Ada, de kinderen en de familie.
Mede namens vrijwilligers van de Centrale Hal Joke Hoop, coördinator Vrijwilligers Maaike van Beek, teamleider Hotelservice Jeannette Rutten, hoofd Logistiek
Ir. Henk C. Postema Manager HAO, Bedrijf Huisvesting
15
radb ac t uee l o de 1 6 - 2 0 0 7 Omdat hij zei te hallucineren, vermoedden we een ketaminevergiftiging.’ Wie websites bezoekt als partyflock.nl of drugsforum.nl, ontmoet talloze mensen die met GHB, speed, cocaïne, XTC en andere genotsmiddelen aan het experimenteren zijn. Deze psychonauten combineren de pillen, poeders en kristallen vaak met alcohol. ‘Het is spannend om je grenzen op te zoeken’, verklaart Vroegop het toenemende gebruik onder jongeren. ‘En je kunt veel langer doorfeesten dan normaal.’ Het zero-tolerancebeleid maakt er de feestvreugde in discoteken en op dancefestivals niet minder op. ‘Ik denk dat zeker driekwart van de partygangers snuift en slikt. De controles zijn gemakkelijk te omzeilen.’
‘Artsen moeten de bijwerkingen van het snuiven en slikken herkennen’ ‘Heb wel een paar keer keta gedaan maar zo heftig heb ik het nog nooit ervaren. Was net een doodservaring. Kreeg ook last met ademen... Dat is ook de laatste x geweest dat ik keta aan heb geraakt. Ben nog nooit zo schuw geweest als die x... had echt het idee of ik in een dodentunnel zat.’ Een interview over waarom artsen en verpleegkundigen alles moeten weten over ketamine en andere partydrugs.
R i e t je van V l i e t
Het gebeurt naar verhouding niet vaak dat de artsen op Spoedeisende Hulp een patiënt voor zich krijgen die alleen wegens acute alcohol- of drugsvergiftiging moet worden behandeld. Nog niet eens één keer per week. Dat lage cijfer komt doordat er bij megaparty’s vaak eerstehulpposten aanwezig zijn. De opvang is daar meestal afdoende. ‘Het gaat ook om jonge mensen’, zegt anesthesioloog dr. Robert van Dongen, hoofd van het Pijn behandelcentrum. ‘Die kunnen wel wat hebben.’ Anesthesiologen zijn bekend met de effecten van partydrugs. Veel middelen zijn ooit toegepast in de anesthesie of bij de pijnbestrijding. Een betrekkelijk nieuwe loot aan de genotsmiddelenstam is bijvoorbeeld ketamine. Het wordt in de OK en na operaties nog altijd gebruikt, zij het in nauwkeurig afgepaste dosering. Vroeger kregen kinderen met ernstige brandwonden het als pijnstiller toegediend wanneer het verband werd gewisseld. ‘Maar aangezien ze er onrustig van werden, huilerig wakker werden en nare associaties hadden, gebeurt dat niet meer.’ Een goedkopere variant van ketamine ligt doorgaans in de medicijnkast van de dierenarts. Deze gebruikt het middel nog altijd om er katten of honden mee te verdoven. ‘Het is een uitstekend anestheticum omdat het de beschermende reflexen intact laat. De ademhaling gaat meestal gewoon door.’ Om die reden wordt ketamine nog
ethiek Mens en dier Gisteren, 4 oktober, was het Werelddierendag. De sterfdag van St. Franciscus is sinds 1929 gewijd aan de bescherming van dieren. Voor kinderen is dat meestal een speciale dag op school. Honden, cavia’s en poezen mogen worden meegenomen of getoond aan de hand van foto’s. Ook krijgen veel huisdieren iets extra’s. De dag staat met andere woorden in het teken van de vertroeteling van het huisdier. Daar is niets mis mee, voor veel mensen is dat huisdier immers een belangrijke levenskameraad die wordt geknuffeld of waarmee elke avond een wandeling wordt gemaakt. De grote emotionele waarde van het dier als huisdier ligt wellicht ten grondslag aan de verschijning van de Partij voor de Dieren in het Nederlandse parlement. Respect voor het leven van de dieren staat in het beginselprogramma van die partij, evenals de universele verklaring van de rechten van het dier.
Lijntje keta
steeds als anesthesiemiddel gebruikt in derde wereldlanden.
Dierenarts Ketamine is sinds enkele jaren in omloop als partydrug. Het duikt vooral in Brabant op. Daar zitten de meeste XTC-laboratoria, verklaart Maurice Vroegop, SEH-arts-inopleiding en verklaard Brabant-kenner. Hij vermoedt dat het spul daar gestolen is uit een paar dierenarts praktijken. Ook in de VS immers worden veterinaire klinieken geplaagd door ketaminediefstallen.
‘Veel par t ydrugs zijn ooit toegepast in de anesthesie of bij de pijnbestrijding’
In de Matrixx en in De Hoeve in Groesbeek lopen ongetwijfeld ook mensen rond die een lijntje keta hebben gesnoven, vermoedt Vroegop. ‘Een maand geleden werd op de SEH een patiënt binnengebracht, bij wie sprake was van acute drugsvergiftiging.’ Vroegop twijfelde tussen GHB of ketamine. ‘De patiënt was verward en nauwelijks aanspreekbaar. Hij wist niet wat hij geslikt had.
Daarmee vertolkt die partij een merkwaardige paradox. Enerzijds is respect voor het dier als levend wezen noodzakelijk, anderzijds is de productie van dieren, bijvoorbeeld als voedsel voor mens, kat en hond, een niet weg te denken onderdeel van de economie. Het dier is een gebruiksartikel, een productiemiddel en een kameraad.
In de biomedische wetenschappen kennen wij de spanning van die paradoxale relatie tussen mens en dier maar al te goed. Het proefdier wordt gebruikt als model om te onderzoeken hoe ziekten zich in een organisme ontwikkelen. Dat model hoeft een kameraadschappelijke relatie niet in de weg te staan. Onderzoekers en verzorgers vinden die relatie juist belangrijk, terwijl er voor proefdiergebruik strenge ethische regels gelden
16
‘Juist daarom is het belangrijk dat artsen de symptomen herkennen’, benadrukt internist en klinisch farmacoloog dr. Kees Kramers. ‘Kennis hebben van de bijwerkingen van partydrugs is essentieel.’ Aan ketamine is in Nederland weliswaar nog niemand doodgegaan, maar in combinatie met andere drugs of alcohol zijn de effecten volkomen onvoorspelbaar. ‘Het is een gekke stof’, weet Kramers. ‘In verschillende doseringen kan het de gemoedstoestand dempen, stimuleren of het heeft juist een geestverruimend effect. Je kunt er dus slaperig van worden, maar het heeft net als alcohol ook een ontremmende werking. En je kunt er net als bij paddo’s van gaan hallucineren.’ Na één lijntje keta is de gebruiker ongeveer twintig minuten high. De bloeddruk neemt toe en het hart gaat sneller kloppen. Het hallucineren kan gepaard gaan met een out of the body-ervaring. Gebruikers vinden dit heel beangstigend. Ze willen lopen, maar hun lichaam gaat niet mee. Ze denken dat hun ledematen groeien of krimpen, of dat ze dood gaan. In gebruikersjargon heet dat: een K-hole. ‘Zelfs na het ontwaken kunnen ze gedes oriënteerd zijn en flashbacks hebben, waardoor ze de nare ervaringen opnieuw beleven.’ Het probleem zit ’m in de slechte doseerbaarheid. ‘Van GHB wordt één en dezelfde dosis verkocht aan meisjes van 40 kg en jongens van 120 kg’, zegt Kramers. ‘Hierdoor kunnen de onvoorziene effecten extreem zijn. Gebruikers kunnen zelfs hun bewustzijn verliezen en er ernstige hartproblemen aan overhouden.’ ‘Het luistert heel nauw’, voegt Van Dongen eraan toe. ‘Om die reden houden pijnbestrijders de patiënten altijd goed in de gaten, ook binnen het ziekenhuis. Zelfs in de palliatieve zorg, waar we ketamine in drinkbare vorm als pijnstiller kunnen toepassen als morfine onvoldoende werkt, kunnen patiënten er naar van gaan dromen.’ ‘XTC is niet verslavend’, zegt Kramers, ‘al kan bij veelvuldig gebruik wel neurologische schade optreden. Van ketamine weten we het nog niet. Het erge is echter dat jongeren steeds meer nieuwe middelen uitproberen, waardoor er wel degelijk sprake is van een groot verslavingspotentieel. De stap van XTC naar cocaïne is maar klein. En dat is wel degelijk erg verslavend.’ n
om het welzijn van de dieren te waarborgen. In de spanningsvolle relatie schuilt een problematiek die ver teruggaat in de menselijke cultuur. Mens en dier voelen verwantschap, een gemeenschappelijke herkomst als levende wezens. Dieren werden vergoddelijkt als wezens met een wellicht hogere, onbekende bestemming en uitstraling. Dieren konden ons verhalen vertellen of de lotsbestemming mededelen. In de fabeltjeskrant, Donald Duck en Shrek is dat gevoel nog te herkennen. Dieren vertellen de waarheid zonder dat zij daarvan de gevolgen hoeven te ondervinden. Aan de andere kant zijn dieren ook lagere wezens, door de mens gebruikt voor zijn eigen behoefte, zoals dieren dat onderling ook doen. De mens jaagt en doodt zoals een dier en probeert daarin hooguit minder wreed te handelen. Kunnen wij die tegenstelling op dierendag overbruggen? Zeker niet door de rechten van het dier uit te dragen. Het ‘poezedier’ let niet op de rechten van mus of muis en is geen drager van rechten of plichten. Respect voor het dier zit niet in vertroeteling en vermenselijking, maar begint met de erkenning van het anders-zijn van het levende wezen. Evert van Leeuwen