1
2
Inhoudstafel P.4 ..............................inleiding p.5-8 ...........................poëzie lezen en schrijven P.9-18 .........................muzische domein: beeld P.19-25 .......................muzische domein: muziek en geluid P.26-28 .......................muzische domein: drama p.27-31 .......................muzische domein: beweging P.32 ............................zintuigen P.33 ............................tips bij het zaaien van poëzie
3
inleiding Naar aanleiding van de week van de poëzie is er een werkgroep samengesteld die educatieven en cursisten op een andere manier wil onderdompelen in de wereld van de taal. Poëzie kan op veel verschillende manieren beleefd worden. In onze bundel vind je een kleine greep uit het aanbod. Achteraan in de bundel vind je nog meer informatie en inspiratie. Hopelijk kunnen we je hiermee warm maken om met je cursisten poëtisch aan de slag te gaan. Laat deze zaadjes niet bevriezen maar laat ze kiemen en ontdek hoe mooi ze bloeien.
Het poëzieteam, Katleen, Tinne, Maïteh, Hanne, Femke, Lies, Alexandra
4
POËZIE: LEZEN EN SCHRIJVEN Een-klaar-in-vijf-minuten-gedicht De gang Een rode gloed ligt over de vloer De stofzuiger stommelt in de gangkast Het is donker en stormachtig Ik voel me echt niet lekker, wat moet ik ermee? De gang En die rode gloed over de vloer…
Werkwijze Schrijf zonder na te denken kort en snel onder elkaar op wat er in je opkomt bij de volgende opdrachten: Benoem of beschrijf een plek in huis Verzin een regel met een kleur erin Verzin een regel met een huishoudelijk apparaat en een geluid Schrijf iets over het weer Verzin zelf een regel Herhaal de eerste regel Herhaal de tweede regel met een kleine verandering
5
POËZIE: LEZEN EN SCHRIJVEN Letters zaaien, woorden oogsten, zinnen maken Verdeel de klas in groepjes van 2 of 3 personen. Elk groepje krijgt een andere letter, bijvoorbeeld de letter K. Het groepje verzint zoveel mogelijk woorden met de letter K en schrijft deze op. (variant: verzamel zoveel mogelijk woorden met de letter K uit tijdschriften) Een ander groepje verzint zoveel mogelijk woorden met de letter T, bijvoorbeeld. Nu maakt het eerste groepje een zin met de gezochte Kwoorden. Bv: Kaat knipt koel koord kaal Het tweede groepje met de T-woorden. Bv: Tien treinen trappelen te tof. Nu kan je de gemaakte zinnen eventueel puzzelen tot een leuk gedicht.
6
POËZIE: LEZEN EN SCHRIJVEN Dobbelgedicht Werkwijze: cursisten hebben een blaadje en 1 cursist gooit met de dobbelsteen 1 cursist gooit bijvoorbeeld 4. Alle cursisten noteren alle woorden die ze kennen met 4 letters. De cursisten geven hun eigen blad in wijzerzin door en alle cursisten kiezen van hun buur 1 woord dat ze leuk, grappig, droevig of… vinden Deze woorden schrijft de educatieve op bord. Dit proces een aantal keer herhalen tot er voldoende woorden op bord staan om een kort/lang gedicht te maken (naar eigen keuze) De cursisten kiezen zelf de volgorde van de woorden, de educatieve vult aan met enkele verbindingswoorden om structuur in het gedicht te krijgen.
7
POËZIE: LEZEN EN SCHRIJVEN Google gedicht
Werkwijze Noteer de start van een zin of kies 1 woord. Schrijf het in google (computer - internet ) Kijk naar de suggesties (witte balk die verschijnt onder jouw woord/zin) Welke zin vind je grappig, mooi, leuk, droevig,… Schrijf deze op je blad. Kies een nieuw woord/ zin en herhaal de oefening. Zo krijg je een googlegedicht voorbeeld: Dansen op de vulkaan vulkaan van binnen Van binnen ga ik kapot kapotte schoenen door het dansen op de vulkaan
8
MUZISCHE DOMEINEN: BEELD Op woordenjacht
Werkwijze Deze opdracht vraagt van je om NIET na te denken maar puur op je intuïtie te vertrouwen. Pak een willekeurige krant, een tijdschrift en een schaar. Blader snel door de pagina’s heen en ga met je blik over de teksten. Pas op: er staat niet lees de teksten maar ga met je blik overheen.
9
Kijk alleen naar koppen en tittelteksten. Die zullen toch al meer opvallen omdat ze nu eenmaal groter gedrukt zijn. Kijk welke zinnen, stukken van zinnen of woorden je in het oog springen en knip of scheur ze uit. Werk snel en denk er niet bij na! Als je een stuk of tien hebt is het genoeg. Leg je gevonden woorden op een blanco papier en ga ermee schijven. Je mag woorden weglaten of er nog woorden bij zoeken als je wilt. Maak je niet druk om logica of betekenis. Schuif net zo lang tot je tevreden bent. Plak vast en kleur of teken er wat omheen.
10
MUZISCHE DOMEIN: BEELD Stripgedicht
Neem een gedicht dat je mooi vind. Lees het grondig. Welke woorden kan je tekenen? Kies uit het gedicht enkele zinnen/ woorden en maak voor elk deel een tekening. Zet de tekeningen in het sjabloon van de lege strip. Nu staat jouw gedicht in stripvorm! (groter of kleiner naar eigen keuze)
11
MUZISCHE DOMEIN: BEELD Rebusgedicht
+ vlokje N=H
L=G
-N
+a
?
12
Werkwijze Kies een gedicht. Zoek bij ELK woord van het gedicht een foto (op de computer, in kranten, tijdschriften enzovoort.) Vind je geen foto van het woord, zoek dan een woord dat er op lijkt en schrijf welke letters moeten veranderen. Als je bij elk woord een foto of beschrijving hebt is je rebusgedicht klaar.
13
MUZISCHE DOMEIN: BEELD Dagboek
Werkwijze cursisten brengen gedurende meerdere lessen foto’s of afbeeldingen mee die ze in hun dagelijkse leven tegenkomen: in de krant, in een tijdschrift, een folder, reclame, op verpakkingen, enzovoort Dit plakken ze in een ideeënboek. Op het einde van een week/ maand, bekijken ze allemaal samen het boek en kiezen een of een aantal prenten uit (gezamenlijk of individueel) en noteren er woorden en zinnen bij. Naargelang het niveau kan de educatieve gezamenlijk of individueel ondersteunen om er een structuur in te krijgen. (Zie boven om een gedichtvorm aan te bieden)
14
MUZISCHE DOMEIN: BEELD Stiftgedicht
Een stiftgedicht is een gedicht waarbij je alleen maar schrapt. Je neemt dan een tekst en een stift, en door woorden weg te strepen maak je een gedicht. Dit is een bijzondere poëzievorm: de taal ís er al en het gedicht verschijnt door overbodige taal te schrappen. Dat maakt de dichtvorm aantrekkelijk voor taalzwakkere personen en kan hen stimuleren om zelf te experimenteren. Werkwijze Neem een pagina uit een boek, tijdschrift of krant en zoek woorden, zinnen of delen van zinnen die samen een gedicht of verhaal vormen. 15
Zet om deze woorden en zinnen met een dunne zwarte stift een kader en streep de rest van de tekst weg met een brede zwarte stift met platte punt. Vertaling naar het onderwijs Bekijk met de cursisten enkele voorbeelden en bekijk eventueel ook deze filmpjes: https://www.youtube.com/watch?v=hOSmWW0asKc https://www.youtube.com/watch?v=KNRFzcL95jQ https://www.youtube.com/watch?v=Rj1U6Pz3GRs http://www.taalanderwijs.org/wp/2010/04/01/stiftgedichtenschrijven Kopieer enkele pagina’s uit boeken of kranten en vergroot deze eventueel zodat de cursisten er gemakkelijker mee aan de slag kunnen. Laat de cursisten werken met potlood en een lat en pas op het einde met de dikke stiften. Een andere optie is het gebruik maken van digitale krantenberichten of andere teksten. Kopieer de tekst of een deel ervan naar een wordbestand en pas lettertype en –grootte aan. Het weghalen van zinnen en woorden is simpel. Selecteer en klik op markeren. Kies de zwarte kleur waardoor de geselecteerde delen verdwijnen.
16
Benodigdheden Gekopieerde pagina’s uit boeken, tijdschriften en kranten (bv: kleine wablieft) eventueel iets vergroot. Linialen, potloden, dunne zwarte stiften en dikke zwarte stiften. Belangrijkste tip: iedereen kan het … je hebt alleen een stift en een krant nodig! Andere tips: Probeer de tekst niet te lezen, maar ’scan’ enkel op woorden die je aanspreken … vaak gaat dat makkelijker als je de tekst van onder naar boven bekijkt In het westen lezen we van links naar rechts, en van boven naar onder … probeer je ook in je stiftgedicht daaraan te houden … anders wordt het al heel snel een zootje Met stippellijntjes, bolletjes, etc … kan je de lezer ’sturen’ … zo wordt het duidelijker in welke volgorde hij de woorden moet lezen Je kan ook woorden ‘maken’ door verschillende letters samen te voegen … probeer die zoveel mogelijk op één lijn te houden … dat leest makkelijker Start met het omlijnen van de woorden en letters die je gedicht gaan vormen … stift pas daarna al de rest weg Have fun
17
MUZISCHE DOMEIN: BEELD Zichtbare muziek
Werkwijze Schilderen/tekenen op verschillende muziek genres ( van AC/DC tot Verdi) Muziek wordt ook gezien als een vorm van poëzie! Je laat een muziekstukje horen Bespreek het met de cursisten Neem een blad, een gordijn, het bord,… en begin op het muziek te schilderen/tekenen/prentjes plakken,… Wees Creatief !
18
MUZISCHE DOMEINEN: MUZIEK EN GELUID
De geluidsmachine
Werkwijze Voorbereidende oefening: de machine. Maak samen met je groep een reuze machine. Daarna kan je een versie maken op basis van poëzie. De machine: Iemand gaat als eerste. Hij gaat in de ruimte staan en vormt een eerste onderdeel van de machine. Dat wil zeggen dat hij een bepaalde beweging maakt met een bepaald geluid erbij. Deze beweging met geluid is repetitief. De cursist stopt niet. Dan komt de tweede persoon. Hij doet een extra beweging en geluid, die aansluiten op de eerste. Samen doen ze verder. Nu heb je al een machine van twee stukken. Zo komt iedereen er één voor één bij, tot de hele machine af is. Probeer dan de machine zo snel mogelijk te laten draaien. Steeds sneller en sneller en sneller tot ... de machine ontploft.
19
Poëzieversie: vertrek vanuit een bestaande poëzievorm. Lees/beluister het samen Stel bijvragen: o waaraan denk je bij het woord… o waaraan denk jij bij de regel… o welke geluiden passen bij het woord… o welke geluiden passen bij de regel… na deze inspiratieronde maak je een nieuwe machine: de machine van jouw poëzie. Je kan het gedicht ook indelen in stukken. Laat iedere groep een deelmachine maken. Breng het gedicht door de machines na elkaar of tegelijkertijd te laten werken. Dit resultaat kan je ook opnemen!
20
MUZISCHE DOMEIN: MUZIEK EN GELUID Poëzie in het oor geluid Deze poëzie Nergens te lezen Je kan’t nergens zien Luistergedicht Werkwijze Nodig: een groep cursisten en een audiorecorder. Voorbereidende oefening: tel tot 10 o De cursisten staan in een cirkel o Iedereen sluit zijn ogen o Samen tellen we tot tien. Maar! Er mag maar één iemand tegelijkertijd een getal zeggen Start bij één en tel tot tien Zijn er twee personen tegelijk aan het woord? Begin dan opnieuw. Elke cursist krijgt een woord. Dit kan een woord zijn uit de les, rond een bepaald thema, of hetzelfde woord dat iedereen in zijn eigen taal zegt, woorden via associaties,… o De cursisten vormen terug een cirkel o De poëzie wordt opgenomen! 21
o Ieder een sluit zijn ogen o Elke persoon zegt zijn eigen woord, maar niet op hetzelfde moment (analogie met de tel tot tien oefening) o Klaar? Luister samen naar het resultaat. Dit kan weer het vertrekpunt zijn voor een nieuwe opdracht…
22
MUZISCHE DOMEIN: MUZIEK EN GELUID klankgedicht Bijv Scha Wo Ope Aarm Sliss Eel Ink Seq Ebbe Scha scha, wo a Ebbe eel Sliss ope scha Wo wo wa
werkwijze Je neemt een gedeelte uit een kranten artikel. Je streep alleen klanken van woorden aan die je leuk lijken. Met die klanken maak je weer een gedicht. Wie, bijvoorbeeld na de aanschaf van een nieuwe woning, besluit om een nieuwe keuken te kopen, neemt daarmee een beslissing die zowel financieel als praktisch flinke consequenties kan hebben. 23
Cursisten krijgen verschillende soorten gedichten en beschrijven wat het verschil is, of wat ze zien. Ze kiezen het gedicht dat ze het leukste vinden en maken zelf een gedicht in die vorm. Alle benodigde materialen wel voorzien in de klas. Zoek een voorwerp dat het geluid van een “woord” nabootst. Breng het gedicht door middel van de geluiden na elkaar te produceren in plaats van voor te lezen. Neem het resultaat op. Beluister.
24
MUZISCHE DOMEIN: MUZIEK EN GELUID Nonsensgedicht Werkwijze Je zoekt een gedicht in een taal die voor iedereen in de klas vreemd is, bijvoorbeeld Tsjechisch. -Je leest het hele gedicht voor in de klas. Niemand begrijpt er iets van, maar iedereen heeft wel zijn eigen invulling aan de voordracht gegeven. Nu lees je het gedicht woord voor woord voor. Jullie zoeken een Nederlandstalig woord voor elk Tsjechisch woord. Bijvoorbeeld: Kocha (kat in’t Tsjechisch) Coca, koffie, Colruyt, cosmetica Zo kom je samen tot een nieuw gedicht. OF Je leest het gedicht voor en laat cursisten raden over wat het gaat. OF Je werkt zin per zin i.p.v. woord per woord (NT2 en NT)
25
POEZIE: DRAMA Hoe drinken deze mensen koffie?
Werkwijze Vertrek vanuit een bestaand gedicht. In dit gedicht moeten (liefst meerdere) personages zitten. Dit kunnen mensen, dieren of andere (onduidelijke) wezens zijn. Lees het gedicht samen met je groep. Bespreek het. Hierbij kunnen de volgende vragen helpen: o Wat gebeurt er? o Waar is het? o Wanneer is het? o Waarom? o Wie is er? Is dit personage… boos? Verliefd? Iets anders? Spreekt er iemand? Wat zegt hij/zij?
26
Doe improvisatie oefeningen. Twee of drie mensen komen naar ‘het podium’. Verdeel de personages. o Waar zijn ze? (de groep zegt een nieuwe locatie: aan zee) o Wat doen ze? (de groep geeft een nieuwe activiteit: koffie drinken) o Is er iemand boos? (de groep geeft een emotie aan een personage) o … Spelen maar! Tip: je kan apart alle acteurs een emotie geven. Het publiek moet achteraf raden wie welke emotie vertoonde.
27
MUZISCHE DOMEIN: DRAMA De laatste op de foto
Werkwijze Tip: dit kan dienen als een begin/afsluiter van de les. Iedereen kent wel foto’s waarop iets mis is gegaan. De situatie liep anders dan bedoeld was. Voorbeeld: op de trouwfoto op het stadhuis liep, op het moment dat de groep klaar stond en de fotograaf klikte, een zwerver het beeld in en ging tussen het gezelschap staan. Vertrek vanuit een gedicht De begeleider verdeelt de groep in vijftallen. Groep bootst een situatie uit het gedicht na waarbij een fotograaf een leuke foto kan maken. Als de groep klaar staat mag iemand die niet mee heeft gewerkt in die groep inspringen, erbij gaan staan, hangen en een personage ter plekken invullen die er niet beslist niet bij hoort Maak een foto De anderen op de foto moeten er dan enigszins verongelijkt uitzien. Je kan ook de foto als startpunt voor een gedicht nemen.
28
MUZISCHE DOMEIN: BEWEGING Bewegend gedicht Maak samen met je groep een reuze machine (1). Daarna kan je een versie maken op basis van poëzie (2).
Iemand gaat als eerste. Hij gaat in de ruimte staan en vormt een eerste onderdeel van de machine. Dat wil zeggen dat hij een bepaalde beweging maakt met een bepaald geluid erbij. Deze beweging met geluid is repetitief. De cursist stopt niet. Dan komt de tweede persoon. Hij doet een extra beweging en geluid, die aansluiten op de eerste. Samen doen ze verder. Nu heb je al een machine van twee stukken. Zo komt iedereen er één voor één bij, tot de hele machine af is. Probeer dan de machine zo snel mogelijk te laten draaien. Steeds sneller en sneller en sneller tot ... de machine ontploft. Poëzieversie: Lees/beluister samen een gedicht. Begrijpt iedereen het gedicht? Doe opnieuw de machine-oefening, maar laat het gedicht de inspiratie zijn. Dus: lees de eerste zin, de eerste persoon gaat in de ruimte staan en maakt een bijpassende beweging bij deze zin. Deze beweging is repetitief. 29
Lees daarna de tweede zin, de tweede persoon zet zich naast de eerste persoon en maakt een bijpassende beweging bij de tweede zin. Enzovoort. Nu heb je een poëtisch-bewegend-gedicht. Als iedereen zijn/haar beweging heeft onthouden, kan je de oefening nog eens herhalen, maar dan een beetje sneller of vloeiender. Je kan de machine eventueel filmen.
30
MUZISCHE DOMEIN: BEWEGING Dada-gedicht
Werkwijze De cursisten gaan het gedicht uitbeelden Lees het gedicht voor Laat de cursisten het gedicht voorbrengen door bewegingen te maken bij het gedicht. Probeer het gedicht voor te brengen zonder te lezen. Je kunt het resultaat eventueel filmen
31
POEZIE: WERKEN MET DE ZINTUIGEN Verzamel de woorden
WAARgaan WEnaartoe? Werkwijze Werk in een cirkel (zittend, liefst op kussens op de grond). “Ga” samen met je cursisten naar een plek: de markt, hun land, het park, een droomplek, de maan, een speeltuin, … Sluit je ogen. Wat zie je? Wat zie je nog? Wat hoor je? Wat hoor je nog? Wat ruik je? Wat ruik je nog? Wat voel je? Wat zeg je? Wat roep je? Verzamel de antwoorden op een groot papier/stuk behangpapier. De cursisten kunnen daarna (een deel van) de woorden gaan schikken op een blad. In alle richtingen, groottes, lettertypes, vormen, kleuren. Je kan de woorden ook laten schrijven op een foto van de plek.
32
ENKELE TIPS BIJ HET ZAAIEN VAN POËZIE Creatieve media om te gebruiken : mobiele drager zoeken voor je gedicht (raam, karton, douchegordijn, spiegel in de toiletten, behangpapier, stof, voorwerpen werk met de computer Over-head projectie: op slides met permanente stift een gedicht schrijven tekenen, nadien met overhead projecteren eender waar (muren, lichamen, straat, raam, handen) foto’s nemen of een filmpje maken. Een hangend gedicht: uit oude boeken of papier letters knippen en met vis draad aan elkaar hangen = woorden maken .Deze slingers/slierten voor een raam plaatsen (of uit een gieter/emmer/theepot/regenbuis laten “druppelen”) De rode draad: samen met cursisten een kort gedicht maken of kiezen (evenveel woorden als deelnemers) Elke cursist nagelt zijn/haar woord op een houten plankje ( zoals bij verbind de punten) Dit kunnen ze makkelijk door een papier op hun plankje te leggen met daarop en woord geschreven.
33
Op strategische plaatsen een nageltje hameren en papier nadien verwijderen. Op het einde alle plankjes verbinden met een rode draad = samen een 3D gedicht Voorbeeldje:
34
BRONNEN Nijman, L., de Bode, J. (2009). Creativiteit, geen kunst. Eeserveen: Akasha. Rooyackers, P. (1998). Honderd nieuwe dramaspelen. Katwijk: Panta Phei. http://www.poeziepaleis.nl/lesmateriaal/basisschool/onderbouw http://www.klascement.be/docs/51312/?previous http://www.allesovergedichten.nl/naamdicht.html http://www.klascement.be/docs/49285/?previous http://www.klasse.be/tvklasse/12760-Creatief-in-de-lesNederlands%20-%20.VGtbFzSG9sw#.VIhX9YMVFoA
35
36