MEIJER & VAN DER HAM Management Consultants Meijer & Van der Ham B.V. Javakade 24 1019 BK Amsterdam T: 06 – 51 18 90 16 F: 020 – 419 79 40 E:
Publicatie Bijgaande publicatie is tot stand gekomen naar aanleiding van één van onze adviesprojecten. De auteur van het artikel is geheel verantwoordelijk voor de inhoud daarvan. Ook het auteursrecht ligt bij de auteur.
Meer informatie Indien u naar aanleiding van het artikel meer informatie wenst, kunt u telefonisch (0651189016) of via E-mail contact opnemen: Op onze website vindt u bovendien onze visie op diverse actuele thema’s die hoog op de directieagenda staan: www.meijervanderham.nl.
Over Meijer & Van der Ham Management Consultants Geschiedenis Meijer & Van der Ham Management Consultants is opgericht in 2004 vanuit de overtuiging dat ondernemers behoefte hebben aan onafhankelijk advies, een no-nonsensebenadering en een strategie waarin visie gebaseerd wordt op feiten en cijfers. Rob Meijer & Ube van der Ham werkten voorheen bij achtereenvolgens Coopers & Lybrand, PricewaterhouseCoopers en IBM Business Consulting Services. Sinds respectievelijk 1996 en 1995 zijn zij actief in de advisering van ondernemende organisaties. Onderscheidend vermogen Wij hebben ruime ervaring als consultant opgedaan in meer dan 150 projecten op het gebied van strategie, organisatiestructurering en –besturing. Wij hebben een groot aantal markt- en branchestudies uitgevoerd voor zowel brancheverenigingen als individuele bedrijven. Onze cliënten geven aan dat wij de conceptuele kwaliteit van een groot adviesbureau - beter dan anderen - weten te vertalen in praktische aanbevelingen die de organisatie verder helpen. Grote en kleine opdrachtgevers kwalificeren de samenwerking als een laagdrempelig contact op hun eigen niveau. Zoals één van onze klanten dat verwoordde: "Meijer & Van der Ham Management Consultants levert de kwaliteit van een groot adviesbureau met de praktische insteek van een ondernemer."
1
Nummer 4 December 2006 Redactieadres: ABU
CIJFERS EN TRENDS UIT DE UITZENDBRANCHE
FLEX&FIGURES DE GROEI HOUDT AAN Het derde kwartaal van 2006 is voor de uitzendbranche gunstig verlopen. De branche groeit nog steeds, de vraag naar arbeidskrachten stijgt en de werkloosheid daalt. De krapte op de arbeidsmarkt wordt nog niet gevoeld op de uitzendvestigingen, maar ligt wel op de loer. Dit is dan ook het moment om voorbereidingen te treffen. Het arbeidsmarktpotentieel is nog lang niet uitgeput, de werkloosheid is nog niet op het laagste punt en op het gebied van arbeidsparticipatie is nog een wereld te winnen. Zo vertelt drs. E.H.T.M. (Ed) Nijpels in deze uitgave van Flex & Figures welke rol ouderen in dit proces kunnen spelen en hoe we gebruik kunnen maken van het potentieel van deze groep mensen.
Uitzendmarkt groeicijfer gewerkte uren 40
30
30
26 23 22 21 17 13 10
10
11
14
13
11
10
0
1
2
3
4
5
6
13
17
15 14 15
14
8
6
%
21 18
20
7
8
9 10 11 12 13 1
2005
2
3
4
5
6
7
8
9 10
2006
Uitzendmarkt groeicijfer omzet 40
30
Postbus 144 1170 AC Badhoevedorp telefoon: 020 – 655 82 55 fax:
020 – 655 82 44
internet: www.abu.nl.
UITZENDMARKT 2006 Bron: ABU/TNS-NIPO, ABU-Marktmonitor, 2006
De uitzendmarkt laat uitstekende groeicijfers zien in het derde kwartaal van 2006. Zowel in uren als omzet is de totale cumulatieve groei uitgekomen op 19%, inclusief correctie voor het aantal werkbare dagen. Tot en met periode 10 van 2006 behaalden de deelnemers van de marktmonitor ruim 4 miljard euro omzet. Gedurende de zomer heeft de stijgende trend zich voortgezet zonder opvallende onderbrekingen. Het lijkt erop dat er minder gebruik wordt gemaakt van de vakantiewerkersregeling, ten gunste van de inzet van reguliere uitzendkrachten. De krapte op de arbeidsmarkt wordt nog niet gevoeld op de gehele uitzendmarkt, alleen voor specifieke functies blijkt het aanbod van werknemers schaars te zijn. De verhouding tussen het aantal gewerkte uren in de verschillende fases in het totaal is namelijk ongewijzigd ten opzichte van vorig jaar. Fase A is goed voor 78% van de markt en de overige 22% komt voor rekening van de fasen B en C. De groei in uren wordt voornamelijk veroorzaakt door een sterke groei in fase A.
26 23 22 19
20
23 20 21
19
16 14
13 10
10
%
0
1
2
11
3 2005
13 10
4
5
8
6
13
19 16 16
14 11
7
7
8
9 10 11 12 13 1
2
3
4
5
6
7
8
2006
Een periode wordt gevormd door vier weken. De groeicijfers zijn met correctie van het aantal werkbare dagen.
9 10
* De ABU-Marktmonitor is goed voor ruim 60% van de CBS-markt. Het CBS meet de omzet van uitzenden detacheringsbureaus en gaat uit van de totale omzet van een onderneming. De ABU-Marktmonitor meet operationele uitzendomzet van alleen uitzendondernemingen. De ABU-Marktmonitor dekt op zijn beurt 90% van de omzet van alle ABU-leden.
UITZENDMARKT IN SECTOREN
FLEX&FIGURES
In deze rubriek kunt u nagaan wat de groeicijfers in gewerkte uren en omzet zijn voor verschillende sectoren. De sectoren Administratief, Medisch, Industrie en Technisch worden apart gemeten in de ABU-Marktmonitor. De ABUMarktmonitor is goed voor ruim 60% van de CBS-markt en dekt 90% van de omzet van alle ABU-leden. Het CBS meet de omzet van uitzenden detacheringsbureaus en gaat uit van de totale omzet van een onderneming. De ABU-Marktmonitor meet operationele uitzendomzet van alleen uitzendondernemingen. Voor een technische toelichting van CBS en ABU kunt u terecht op www.abu.nl in de rubriek Cijfers & onderzoeken.
Administratief groeicijfer uren
31 29
30 26 23
22
20
19 19
18 13
18
24
23
22
GROEICIJFER UREN EN OMZET ADMINISTRATIEF Bron: ABU/NIPO, ABU-Marktmonitor, 2006
28 23
18
23 17
15
14
12 12 9
10
%
0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 2005
2006
Administratief groeicijfer omzet 29
30
28
26
20
21
20
19 15
13 14
17
19
21 20
22
22 20
20 18
17
16 13
14
13
10
%
0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 2005
2006
Gedurende de eerste drie kwartalen van 2006 heeft de administratieve sector zeer goed gepresteerd. De cumulatieve groeicijfers komen uit op 19% in zowel uren als omzet, daarmee volgt deze sector nauwgezet het algemene beeld. Tot nu toe is het aantal gewerkte uren in fase A gestegen met 23% en de uren in fase B/C met 6%. Waarschijnlijk kan deze sector profiteren van de toetreding van personen op de arbeidsmarkt die voorheen niet geregistreerd stonden als zijnde werkloos. Deze groep meldt zich als werkzoekende nu het perspectief op een baan positiever is geworden.
57
Medisch groeicijfer uren
49
50
42
40
38 34
30
27 22
21
20
13 15
10
7
0 -5
-10
-3
10
6 3
%
32 33
31
3
-1 -8
-20 -30 -40
-29
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 2006
2005
60
Medisch groeicijfer omzet
50
50
42
40
38 33
22
20
36 32
31
30 21
23
13 13 8
10 3
%
2
0 -10
-8
-3
-6 -4
-1
-11
-20 -30 -40
-30
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 2005
2006
GROEICIJFER UREN EN OMZET MEDISCH Bron: ABU/NIPO, ABU-Marktmonitor, 2006 De medische sector is al sinds het begin van 2006 de kleinste sector met de hoogste groei. Tot en met het derde kwartaal van dit jaar komt de groei van het aantal gewerkte uren uit op 36% en van de behaalde omzet op 37%. Deze cijfers zijn gecorrigeerd voor het aantal werkbare dagen en een vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. In deze sector is met name de groei in gewerkte uren in de fasen B en C opvallend, namelijk 35% tot nu toe. In de ontwikkeling van de groei in uren fase B/C loopt deze sector voorop. In vergelijking met 2005 is er sprake van een schril contrast, na 9 maanden is de behaalde omzet van het jaar 2005 al ruimschoots overschreden.
AARTSCOLUMN Industrie groeicijfer uren
GROEICIJFER UREN EN OMZET INDUSTRIE Bron: ABU/NIPO, ABU-Marktmonitor, 2006
40 31
30
26
20
18 16 17 16 9 6 7 7
7 4
-4
-5
-10
3 4
1
0
%
14 14
13
12
10
18
17
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 2005
2006
Industrie groeicijfer omzet 40 30
28
14 15 14
13
10
7 6 7 7
14
13
16
5
3
-10
18
16
9
7
0
%
21
21
20
2 0
-1
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 2005
2006
Technisch groeicijfer uren
GROEICIJFER UREN EN OMZET TECHNISCH Bron: ABU/NIPO, ABU-Marktmonitor, 2006
40 35 31
30
27 25
25
31
30
28
28 25 25
24 21
20
20
20
20
24
26 22
20
18
19
16
10
%
0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 2005
2006
Technisch groeicijfer omzet 40 31
30
20
28
28 29 29
27
19
21
21
29
28 25 26
25 26 21
20 20 16 14 13 11
10
%
0
8
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 2005
De sector industrie laat tot en met het derde kwartaal van 2006 een groei zien van 17% in zowel uitzenduren als -omzet. Wat betreft groei lijken de sectoren administratief en industrie stuivertje te wisselen. In het begin van 2006 was de groei in de sector industrie beduidend lager dan in de administratieve sector, maar gedurende het jaar is er sprake geweest van een inhaalslag. De groei in fase B/C is sterker dan de totale groei in deze sector, hierdoor is de verhouding tussen fase A en B/C verschoven in het voordeel van de laatste, in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Het ziet ernaar uit dat deze sector wel te kampen heeft met moeilijk vervulbare vacatures, waardoor getracht wordt om goede kandidaten voor de organisatie te behouden.
2006
Er lijkt geen einde te komen aan de gestage groei van de technische sector. Waar andere sectoren schommelingen laten zien, blijft de groei in deze sector constant. In het derde kwartaal van 2006 komt de cumulatieve groei uit op 25% en 26% voor respectievelijk gewerkte uren en behaalde omzet. Ter vergelijking, in dezelfde periode vorig jaar was de groei 25% in uren en 20% in omzet. Met een tot nu toe behaalde omzet van ruim € 400 miljoen is deze sector nog steeds verantwoordelijk voor een kleine 10% van de markt die door de ABU-Martkmonitor wordt gemeten.
UITZENDKRACHTEN ZIJN NIET DUUR
L
aatst had ik een gesprek met een ondernemer die mij vertelde dat hij graag met uitzendkrachten werkt. Maar hoe zit dat nu met de arbeidskosten, vroeg hij zich af? Want is het werken met uitzendkrachten niet duurder dan mensen aannemen op contractbasis? Personele flexibiliteit is de essentiële brandstof voor grote én kleine organisaties. Zonder flexibiliteit loopt de motor vast. Uitzendondernemingen verdienen dan ook hun brood met het verkopen van externe flexibiliteit. Boven op de loonkosten komt een marge en daaruit worden de organisatiekosten van de uitzendondernemingen betaald en uiteraard een winstmarge. Dat is feitelijk hoe het zit. Soms bestaat de mythe dat daardoor uitzendkrachten ‘duur’ zouden zijn. Dat heeft de ABU in 1994 al ontzenuwd met het rapport Kosten en moeite gespaard door IVA Tilburg. In 2004 kwam het rapport De kosten van flexibiliteit uit door IBM Business Consulting Services waarin tot uiting kwam dat externe flexibiliteit geleverd door uitzendbureaus vaak aanmerkelijk lager in kosten ligt dan interne flexibiliteit georganiseerd door tijdelijke contracten. Dit jaar hebben we het rapport Flexibiliteit, noodzaak voor concurrentiekracht uitgebracht van bureau Meijer & Van der Ham, waaruit min of meer hetzelfde blijkt. Vaak zijn uitzendkrachten zelfs voor onbeperkte duur efficiënter in te zetten dan contractanten voor bepaalde tijd. Dat klinkt gek, maar is het niet. Kosten voor werving en selectie, administratieve procedures bij in- en uitstroom, opleidingen en risico’s bij ziekte en arbeidsongeschiktheid zijn er nadrukkelijk niet bij uitzendkrachten, maar wel bij werknemers met contracten voor bepaalde of onbepaalde tijd. VNO-NCW-voorzitter de heer B.E.M. (Bernard) Wientjes benadrukt bij het ontvangen van het eerste exemplaar van dit rapport het belang van flexibiliteit in het Nederlandse bedrijfsleven en de belangrijke rol van het uitzendwezen daarbij. Bij ons congres Iedereen aan het werk! op 7 november jl. zei de heer A.J. (Ad) Scheepbouwer, CEO van KPN, dat zij zonder uitzendkrachten de poort wel kunnen sluiten. Een beter bewijs dat bedrijven flexibel moeten zijn om te overleven in een steeds harder wordende concurrentiestrijd is er naar mijn mening niet. drs. A. (Aart) van der Gaag directeur ABU
FLEX&FIGURES
CBS EN UITZENDMARKT In deze rubriek worden de gepubliceerde CBS-cijfers weergegeven. Het CBS geeft de ontwikkeling in omzet en uren aan in een index. Het CBS meet de omzet van uitzend- en detacheringsbureaus en gaat uit van de totale omzet van een onderneming. De ABU-Marktmonitor meet operationele uitzendomzet van alleen uitzendondernemingen. Voor een technische toelichting van CBS en ABU kunt u terecht op www.abu.nl onder de rubriek Cijfers en onderzoeken. Hieronder vindt u de cijfers en een korte toelichting.
Omzetindices
Urenindices
140
136 129
130
130
123
120 110 107 107 109 107 110 108 107
100
120
113 115 103 101 101 99 97 96 95 97
80 70
70 1
2
3
4
2001
1
2
3
4
2002
1
2
3
4
2003
1
2
3
4
2004
1
2
3
4
2005
1
2
60
2006
Urenindices fase A 130
130
120 110
102
90 80
86 87 88 83 81 80
88 88
92
106
109
96
1
2
3
4
2002
1
2
3
4
2003
1
2
3
4
2004
1
2
3
4
2005
1
2
2006
119 120 117 116 116 115 113 112 111 110 109 107 110 107 105 103 103 101 102 102 99 98 97 97 100
90
82
80
77 76 74 73 75
70 60
4
Urendindices fase B/C 140
90
3
De index voor het totale aantal gewerkte uren is, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden, in het tweede kwartaal 2006 vastgesteld op 113. Ook in uren is dit het hoogste indexcijfer sinds 1999. De groei ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar is 4%. Het eerste halfjaar van 2006 zijn de uren cumulatief 20% gegroeid ten opzichte van de eerste zes maanden van 2005.
140
93
2
URENINDICES, TOTAAL Bron: www.cbs.nl, Statline, 2006
In het tweede kwartaal van 2006 is het indexcijfer van de totale omzet voor uitzenden en detacheren gestegen naar 136 (2000=100), inclusief seizoenscorrectie. Dit is het hoogst gemeten indexcijfer sinds het begin van deze metingen in 1999. De omzet is daarmee 5% gestegen ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2005, deze stijging houdt al aan vanaf het derde kwartaal van 2004.
98
1 2001
OMZETINDICES TOTAAL Bron: www.cbs.nl, Statline, 2006
100
113
108 110 104 103 100 99 99 100 96 95 95 96 92 91 91 90 89 90 85 84 83 83 84 87 80
106 105
90
60
140
70 1 2001
2
3
4
1 2002
2
3
4
1 2003
2
3
4
1 2004
2
3
4
1 2005
2
3
4
1 2006
2
60
1 2001
2
3
4
1 2002
2
3
4
1 2003
2
3
4
1 2004
2
3
4
1 2005
2
3
4
1
2
2006
URENINDICES FASE A EN B/C Bron: www.cbs.nl, Statline, 2006 Het indexcijfer van het aantal uitzenduren fase A kwam, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, in het tweede kwartaal van 2006 uit op 109 (2000=100). Dat is bijna 3% hoger dan in het eerste kwartaal van 2006, toen het aantal uitzenduren met bijna 4% toenam. Vanaf het eerste kwartaal van 2004 is het aantal uitzenduren fase A in zo goed als alle kwartalen gestegen. Voor 2004 als geheel kwam de toename uit op 6%, voor 2005 op bijna 18%. De index van de detacheringsuren oftewel gewerkte uren in fase B/C, is in het tweede kwartaal van 2006 uitgekomen op 119, dit is inclusief seizoenscorrectie. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2006 is dit een groei van ruim 5%. Wanneer dit eerste halfjaar wordt vergeleken met 2005 dan is een groei zichtbaar van 18%. Fase A en fase B/C lijken dus voorlopig gelijk op te gaan.
ARBEIDSMARKT EN ECONOMIE Hieronder vindt u een aantal gegevens over recente ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in de economie. Er wordt een beeld geschetst aan de hand van bepaalde arbeidsmarkt- en conjunctuurindicatoren zoals werkgelegenheid en werkloosheid.
WERKGELEGENHEID Bron: www.cbs.nl, Statline, 2006 In het tweede kwartaal van 2006 waren er 83 duizend banen van werknemers meer dan in hetzelfde kwartaal van 2005. Deze toename is iets groter dan in het eerste kwartaal van 2006. Het aantal banen kent een duidelijk seizoenpatroon. Na correctie hiervoor was het aantal banen van werknemers in het tweede kwartaal 23 duizend hoger dan in het eerste kwartaal van 2006. Het tweede kwartaal van 2006 is het vijfde kwartaal op rij met banengroei. Veruit de meeste banengroei vond plaats in de zakelijke dienstverlening. Door de aantrekkende economie ontstaan extra banen die door veel werkgevers voorlopig worden ingevuld met uitzendkrachten. Maar ook andere zakelijke dienstverleners hebben meer personeel in dienst. Het gaat onder meer om accountants-, advocaten-, en ingenieursbureaus en ICT-bedrijven. Daarnaast blijft de zorg een belangrijke banenmotor. Arbeidsmarkt Aantal banen x 1.000
ARBEIDSPARTICIPATIE Bron: www.cbs.nl, Statline, 2006 Met de netto arbeidsparticipatie wordt aangegeven hoeveel procent van de potentiële beroepsbevolking (iedereen tussen 15-64 jaar) een baan heeft van meer dan 12 uur in de week. De afgelopen paar maanden is dit cijfer aan het stijgen van 63,8% aan het einde van 2005 tot 64,5% in de periode juli-september 2006. Er zijn echter grote verschillen in arbeidsparticipatie wanneer verschillende groepen worden onderscheiden. De participatie onder de groep autochtone mannen in de leeftijdscategorie 25-44 ligt in 2005 het hoogst, rond 91%. In tijden van schaarste zullen dus andere groepen moeten worden gezocht om openstaande vacatures te vullen. De gemiddelde participatie van vrouwen ligt bijvoorbeeld op 54% in 2005. Wanneer ingezoomd wordt op het aspect leeftijd blijkt de participatie af te nemen van 73% in de leeftijdscategorie 25-34 jaar tot 66% in de categorie 35-44 jaar. De participatie onder ouderen (55-64 jaar) ligt in 2005 gemiddeld op 40%, onder vrouwen zelfs op 27%. Ten slotte is de arbeidsparticipatie van allochtonen lager in vergelijking met autochtonen. Gemiddeld hebben allochtonen een netto arbeidsparticipatie van 54%. De participatie van allochtonen wijkt het meest af van die van autochtonen in de leeftijdscategorie 25-34 jaar, bij mannen is dit verschil -18% en onder vrouwen 24%. Netto arbeidsparticipatie in % 90 80
7.500
70
7.400 60
7.300
2
3
4
7.518
7.463
1 2005
7.495
7.448
4
7.433
3 2004
7.419
7.000
7.441
7.100
7.448
7.200
1
2
50 40
2006
30 20
15-24 jaar
WERKLOOSHEID Bron: www.cbs.nl, Statline, 2006 Het aantal werklozen kwam in de periode juli-september 2006 uit op 407 duizend. Dit is bijna 70 duizend lager dan een jaar eerder. Sinds de zomer van 2005 is de seizoengecorrigeerde werkloosheid gedaald van 492 tot 403 duizend in de periode juni-augustus 2006. In de eerste helft van 2006 daalde de werkloosheid nog met gemiddeld 9 duizend personen per maand. Daarna nam het dalingstempo af. In de periode juli-september 2006 nam de werkloosheid voor het eerst weer toe met 14 duizend personen. De stijging van de werkloosheid wijst erop dat meer mensen zich aanbieden op de arbeidsmarkt, mede door de gunstige economische ontwikkeling. Deze werkzoekenden zijn niet allemaal direct aan de slag gekomen. Het is overigens nog te vroeg om te stellen dat met deze stijging in de periode juli-september 2006 een omslagpunt is bereikt in de ontwikkeling van de werkloosheid. Werkloosheid x 1000 500
25-34 jaar
35-44 jaar
De Nederlandse economie groeit in het tweede kwartaal van 2006 sterk met 2,8%. Dit betekent een verdubbeling van de groei ten opzichte van 2005. De belangrijkste bijdrage aan deze groei wordt geleverd door de uitvoer. Maar ook de binnenlandse bestedingen groeien flink, de huishoudens kopen meer duurzame consumptiegoederen en bedrijven investeren meer. In het tweede kwartaal nam de productie bijna overal toe, maar het meest bij de commerciële dienstverleners. Toppers zijn de uitzendbranche, de groothandel en het bankwezen. De detailhandel profiteerde van de sterk toegenomen kooplust van de consumenten. Zoals gebruikelijk blijven de arbeidsmarktindicatoren iets achter bij de industrie, maar ook zij komen nu terecht in de fase van hoogconjunctuur. 4,0 3,5
460
2,9 2,8
3,0 440
2,5
420
2,0
2,3 2,4 1,9 2,0 1,9
1,8
1,5 1,3 400 380
1,0 0,4
0,5 dec- jan- feb- mrt- apr- mei- jun- jul- aug- sep- okt- nov- dec- jan- feb- mrt- apr- mei- jun- julfeb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep 2005
2006
55-64 jaar
CONJUNCTUUR Bron: www.cbs.nl, Statline, 2006
Bruto Binnenlands Product (BBP) in %
480
45-54 jaar
Mannen Vrouwen Autochtonen Allochtonen
0
1 2004
2
3
4
1 2005
2
3
4
1 2006
2
ONDERZOEK
ARBEIDSMARKT
FLEX&FIGURES
In deze rubriek worden een aantal onderzoeken toegelicht die gericht zijn op de flexibele arbeidsmarkt. Deze onderzoeken kunt u terugvinden op www.tempwork– research.com
GRENZEN VERLEGGEN Bron: ABU, 2006
DE NEDERLANDSE ECONOMIE 2005 Bron: CBS, 2006
In opdracht van de ABU heeft Research voor Beleid onderzoek gedaan naar de omvang van de malafide tewerkstelling via bemiddeling in Nederland. Het rapport is getiteld Grenzen verleggen; een onderzoek naar grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling in 2006. Het vormt een vervolg op het onderzoek Over de grens uit 2004. De omvang van malafide bemiddeling is volgens de onderzoekers tussen 2004 en 2006 duidelijk en sterk gegroeid met minimaal 10% en maximaal 20%. Het blijkt dat het aantal frauduleuze ondernemingen fors is toegenomen tot 6.000 bemiddelaars. Samen stelden zij 97.000 personen illegaal tewerk, ongeveer 20.000 meer dan in 2004. Een groot deel van de illegaal tewerkgestelden is afkomstig uit Polen, ter vergelijking meldt CBS dat er momenteel 70.000 Poolse werknemers legaal werkzaam zijn in Nederland. Samen hebben ze in 2004 100.000 vacatures vervuld, waarvan 60.000 via een uitzendbureau. De schade die illegale bemiddeling veroorzaakt bij de overheid is omvangrijk. Was het in 2004 nog 160 miljoen euro dat de overheid misliep aan sociale premies en loonbelasting, in 2006 komt dit neer op 260 miljoen euro. Ondanks verwoede pogingen van de Arbeidsinspectie om illegaliteit en fraude in de uitzendbranche te beperken is het alleen maar toegenomen. De onderzoekers doen de volgende aanbevelingen om dit te verbeteren: • Controles van handhavers zouden vooral gericht moeten zijn op niet NEN-gecertificeerde en malafide uitzendorganisaties. • Stimuleren van opdrachtgevers om alleen zaken te doen met NEN-gecertificeerde uitzendondernemingen. • Opdrachtgevers moeten gevrijwaard worden van naheffingen en boetes, wanneer ze gebruik maken van NEN-gecertificeerde uitzendondernemingen. • NEN-gecertificeerde uitzendondernemingen zouden bij tekorten gebruik mogen maken van werknemers uit de Midden en Oost-Europese landen. • Vervolgonderzoek om harde cijfers in kaart te brengen rondom het fenomeen malafide bemiddeling is geboden.
Grenzen verleggen Vestigingen van georganiseerde uitzendondernemingen Vestigingen van geregistreerde, bonafide uitzendondernemingen Malafide vestigingen Illegaal tewerkgestelde personen Illegale tewerkstelling in arbeidsjaren
2004 3.050 4.200 5.000 80.000 35.000
2006 3.500 4.350 6.000 97.000 56.000
Jaarlijks publiceert het CBS een breed, samenhangend en diepgaand overzicht van de belangrijkste economische ontwikkelingen in Nederland. Dit jaar is een volledig hoofdstuk gewijd aan de ontwikkelingen in de uitzendbranche. CBS meent dat de uitzendbranche een belangrijke rol heeft gespeeld in het herstel van de werkgelegenheid. In het artikel zetten ze de voordelen van uitzendwerk op een rij. De voordelen van uitzendwerk voor een werknemer: • Springplankmotief; de kans op vast werk neemt voor de uitzendkracht na verloop van tijd toe. • Vrijheids- en verkenningsmotief: uitzendwerk biedt de mogelijkheid om werk en privé op een flexibele manier op elkaar af te stemmen. • Reïntegratiemotief: in de uitzendbranche is het percentage werkzame allochtonen tweemaal zo hoog als de totale werkzame beroepsbevolking. De voordelen van uitzendwerk voor een werkgever: • Flexibiliseringsmotief: bedrijven proberen overof ondercapaciteit zoveel mogelijk te voorkomen. • Screeningsmotief: uitzendwerk biedt een prima mogelijkheid om werknemers eerst te observeren, om ze vervolgens aan te nemen. • Kostenmotief: wanneer kosten voor ziekte, pensioen en overige arbeidskosten meegenomen worden in de kostenberekening blijkt een uitzendkracht in veel gevallen goedkoper te zijn dan een werknemer met een contract voor bepaalde tijd. • Professionaliseringsmotief: veel bedrijven kiezen er tegenwoordig voor om taken die niet tot hun kernactiviteit behoren af te stoten.
TEMPORARY AGENCY WORK IN AN ENLARGED EUROPE Bron: European Foundation for the Improvement of Living and Working Conditions, 2006 Het reguleren van uitzendarbeid staat al geruime tijd op de agenda binnen de EU. Echter, in elke lidstaat benadert men het fenomeen anders en blijkt het niet eenvoudig te zijn om hiervoor uniforme afspraken te maken. Gezocht wordt naar een manier om flexibiliteit mogelijk te maken voor werkgevers en tevens de rechten van werknemers te beschermen. Dit rapport tracht een overzicht te geven van de stand van zaken op het gebied van uitzendarbeid in de 25 EU-landen plus Noorwegen, Bulgarije en Roemenië. Ten eerste wordt inzicht geboden in de aard en omvang van deze vorm van flexibele arbeid in de diverse landen. Er wordt daarbij gekeken naar sectoren en functies, duur van de opdracht en de samenstelling van de uitzendpopulatie. Vervolgens zijn wetten en regelgeving bestudeerd die gelden in de diverse landen. Ten slotte is een analyse gemaakt van de manieren van zelfregulering die in de landen zijn ontstaan, hierbij staan CAO-afspraken centraal.
ze een persoon in dienst neemt. Uit het onderzoek blijkt de uitzendkracht wederom in de meeste gevallen voor langere tijd voordeliger te zijn dan een contractant. De mate waarin de uitzendkracht voordelig is hangt onder meer af van de manier waarop een organisatie zijn werkprocessen heeft ingericht op flexibiliteit. Daar valt voor een groot aantal onder-
FLEXIBILITEIT, NOODZAAK VOOR CONCURRENTIEKRACHT Bron: ABU, 2006 Organisaties krijgen een steeds grotere behoefte aan flexibiliteit. Ze staan voor de lastige keuze om dit intern of extern te organiseren. In het voorjaar van 2006 heeft de ABU opdracht gegeven voor een nieuw onderzoek waarin de vergelijking tussen een uitzendkracht en een contractant centraal staat. Het onderzoek draagt de titel: Flexibiliteit, noodzaak voor concurrentiekracht, en is uitgevoerd door adviesbureau Meijer & Van der Ham Management Consultants. Het rapport geeft organisaties inzicht in de elementen die bepalend zijn bij de keuze tussen een uitzendkracht en een contractant voor bepaalde tijd. Er wordt daarbij een kostenvergelijking gemaakt door middel van een kwantitatief rekenmodel. Maar ook de kwalitatieve argumenten worden in beeld gebracht. Bijzondere aandacht is er voor de risico’s die een organisatie loopt wanneer
nemingen nog veel te winnen. Tegenwoordig speelt ook risicobeheersing een rol van belang voor ondernemingen, zeker nu de overheid de werkgever meer en meer verantwoordelijk maakt. Ook in dat opzicht blijkt het aantrekkelijker om een uitzendkracht in te zetten. Dit rapport is te bestellen via www.abu.nl
TIJDSDUUR WAARBINNEN EEN UITZENDKRACHT VOORDELIGER IS DAN EEN CONTRACTANT
ja
middellange periode
lange periode
nee
korte periode
middellange periode
Inleenproces geprofessionaliseerd?
ja Werkprocessen en organisatie gereed voor flexibiliteit?
INTERNATIONAAL In deze rubriek krijgt u meer inzicht in de ontwikkelingen van de uitzendmarkt in het buitenland.
BELGIË Bron: Federgon, 2006
DUITSLAND Bron: BZA, 2006
Na de daling in augustus was de maand september positief voor de uitzendsector in België, meldt branchevereniging Federgon. Het aantal gepresteerde uren uitzendarbeid nam toe met 3,15% ten opzichte van de maand augustus (op basis van voor seizoeninvloeden gecorrigeerde cijfers). In vergelijking met de maand september van vorig jaar is het aantal gepresteerde uren uitzendarbeid gestegen. Op jaarbasis is er immers een toename met 16,06%. De Federgon-index staat op 259,6 punten in september 2006, t.a.v. 251,7 punten in de maand augustus 2006. Deze index geeft het niveau van de activiteit weer in de onderzochte maand ten opzichte van de activiteit in de maand januari 1995 (basis 100) en dit op basis van voor seizoeninvloeden gecorrigeerde cijfers. België Federgon-index 2004-2005 260 250
De Duitse branchevereniging voor uitzendarbeid BZA (Bundesverband Zeitarbeit PersonalDienstleistungen) publiceert op zijn site gegevens over de uitzendpopulatie in dat land. In Duitsland is uitzendwerk vooralsnog geen vanzelfsprekendheid, maar verandering is op komst. Er kan geconcludeerd worden dat het aantal uitkrachten per jaar de afgelopen jaar sterk is toegenomen. Van 753.000 in 2003 tot 976.000 in 2005. In Duitsland is een kwart van de uitzendkrachten vrouw. De uitzendkrachten worden in eerste instantie ingezet voor ongeschoolde arbeid, dit beslaat ruim 30% van het totaal, daarnaast zijn ze actief in de metaal- en elektrosector (26%), werkt 16% in de dienstensector en doet 11% administratief werk. Ook in Duitsland wordt uitzendwerk als steppingstone gebruikt. Van de totale populatie was 51% tot een jaar werkloos en 14% langer dan een jaar voordat zij een uitzendbaan bemachtigden.
240 230
1.000.000
220
Duitsland Aantal uitzendkrachten per jaar
950.000
210 sep
aug
jul
jun
mei
mrt
apr
feb
jan
dec
nov
sep
okt
aug
jul
jun
mei
apr
mrt
feb
900.000
2006
21 2, 7 21 4, 6 21 8, 1 21 2, 5 21 6, 8 21 6, 1 21 8, 8 22 3, 1 22 4, 5 22 5, 9 23 3, 3 24 0, 7 23 6, 6 24 2, 6 24 3, 4 25 1, 2 25 4, 9 25 8, 6 25 7, 2 25 1, 7 25 9, 6
jan
2005
850.000 800.000 750.000 700.000 2000
2001
2002
2003
2004
2005
INTERVIEW
FLEX&FIGURES Uitzendbranche belangrijk voor 55+-er Het vergrijzingsspook waart boven onze economie, maar veel werkgevers én werknemers zijn er nog niet van doordrongen dat de tijd van ‘jong’ stoppen met werken voorbij is. “Iedereen die nu nog geen 55 is, zal tot zijn 65e moeten doorwerken”, zegt drs. E.H.T.M. (Ed) Nijpels, voorzitter van de Regiegroep Grijs Werkt!, die de zorgwekkende situatie in kaart heeft gebracht.
kou laten staan. Het is een ernstig maatschappelijk probleem als maar 8% van de mensen werkt tot zijn 65e jaar. Dan is er iets heel vreemds aan de hand. In de politiek brandt nu ineens de discussie los over doorwerken na je 65e, maar juist tot aan die leeftijd is er nog een wereld te winnen. De verkiezingsplannen op dit punt zijn bovendien defensief van karakter. Wij pleiten voor een offensieve aanpak voor de leeftijd tot 65 jaar.”
WAT GEBEURT ER ALS WE NIET INGRIJPEN? “Als er geen maatregelen worden genomen zijn er te weinig werkende mensen om de economie draaiend te houden. Te weinig om de premies voor bijvoorbeeld de AOW op te brengen. Te weinig geld én mensen om de stijgende zorgvraag in te vullen. Er ontstaat een geweldige verspilling van kennis en ervaring doordat mensen voortijdig het arbeidsproces verlaten. Kortom: een economische teruggang als er niet wordt ingegrepen.”
WELKE MAATREGELEN DENKT U AAN? “Het centrale punt is een leeftijdsbewust personeelsbeleid voeren. Daarvoor is een cultuuromslag bij werkgevers én werknemers nodig. Het Zwitserleven-gevoel moet tussen de oren uit. Daarnaast moeten allerlei vooroordelen over oudere werknemers, zoals minder productief en vaker ziek, de wereld uit. We moeten af van ‘ouwelullendagen’ en ‘zijspoorbanen’, maar wel meer training, opleiding en uitdaging. Er is nu vrijwel geen bedrijf dat een ict-training geeft aan een 50-plusser. We moeten er op toezien dat ‘slijtende beroepen’ zoals de stratenmaker niet daadwerkelijk tot slijtage leiden. En het is goed dat het kabinet een eind heeft gemaakt aan alle vut- en prepensioenregelingen. De bal ligt nu bij de sociale partners. De overheid heeft alles afgeschaft wat vroeg stoppen aantrekkelijk maakt, maar de daadwerkelijke afspraken worden door
IS IEDEREEN DAARVAN DOORDRONGEN? “Nee, 50% van het bedrijfsleven ziet de vergrijzing als een conjunctureel verschijnsel. Iets dat wel overwaait. Wij hebben 9.000 ondernemingsraden van bedrijven een discussiestuk met 36 punten voor een leeftijdsbewust personeelsbeleid voorgelegd. Daaruit blijkt dat zij oudere werknemers in de
de werkgevers en werknemers in de bedrijven gemaakt.”
COLOFON Flex & Figures is een uitgave van de ABU (Algemene Bond Uitzendondernemingen) en is bestemd voor
ZUUR VOOR MENSEN DIE NU LANG(ER) MOETEN DOORWERKEN. “Natuurlijk is dat zuur. Mensen die nog geen 55 zijn moeten zich realiseren dat ze waarschijnlijk tot hun 65e zullen doorwerken. Overigens wordt niemand daartoe verplicht. Je kunt voor je 65e stoppen, maar dan is de consequentie wel een daling van het inkomen. De verplichte pensionering moet vervangen worden door het recht met pensioen te gaan. En wie na zijn 65e blijft werken moet beloond worden met een belastingtarief van 18%. Geen half werk, maar rigoureus aanpakken.”
iedereen die geïnteresseerd is in cijfermateriaal over de uitzendbranche. Het blad verschijnt vier keer per jaar en wordt onder anderen verspreid onder leden van de ABU, pers, onderzoeksinstellingen, financiële instellingen, politici, medewerkers overheid, vertegenwoordigers van werkgeversverenigingen, -centrales en branches, vertegenwoordigers van vakbonden en vertegenwoordigers van publieke organisaties. Wanneer u in aanmerking wilt komen voor toezending van Flex & Figures, dan kunt u dit schriftelijk kenbaar maken bij de redactie. Wanneer u niet in een van bovenstaande categorieën valt, kunt u toch Flex & Figures ontvangen.
WELKE ROL KAN DE UITZENDBRANCHE SPELEN VOOR OUDEREN? “De uitzendbranche, die er toch ook is voor specifieke doelgroepen, kan een voortreffelijke rol spelen om oudere werkzoekenden aan een baan te helpen. De lage drempel voor werkgevers om met ouderen in zee te gaan – en omgekeerd – kan baanbrekend werken. Het is een goede manier om aan elkaar te wennen. Er zijn nu al hele goede voorbeelden van waardevolle oudere werknemers die via uitzendbureaus weer aan de slag zijn gegaan. Uitzendwerk kan ook een goed instrument zijn om van baan te switchen in het kader van een leeftijdsgericht personeelsbeleid.”
U betaalt dan € 125,- per jaar, exclusief BTW en verzendkosten. U kunt Flex & Figures ook downloaden via www.abu.nl. Overname van de tekst of gedeelten daarvan is toegestaan, mits de titel en de uitgever worden vermeld. De inhoud van de uitgave is met grote zorgvuldigheid samengesteld. Niettemin aanvaardt de uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele onjuistheden.
Redactieadres: ABU Postbus 144 1170 AC Badhoevedorp telefoon:
020 – 655 82 55
fax:
020 – 655 82 44
Internet:
www.abu.nl.
Vormgeving: Bureau voor de Vorm, Haarlem Druk: W.C. den Ouden, Amsterdam
“De belangrijkste cijfers. Van alle mensen boven de 55 jaar in ons land werkt nog maar 40%. Slechts 8% werkt door tot zijn 65e. De gemiddelde stopleeftijd is 61,5 jaar. Nederland telt nu 2,3 miljoen 65-plussers, maar 3,2 miljoen in 2020. Nu is 1 op de 7 mensen 65 of ouder, maar in 2020 1 op de 5. Nu zijn er 3,5 werkenden per gepensioneerde, in 2010 – als de babyboomers massaal met pensioen gaan – minder dan 2,5.”