Port Management Consultants DIRECTI.ËzUio~HQ"lLANo_f- N~ Q-9-_Q_~ Rotterdam 2 9 JÓL 1996
- -VOOR NR.
l
·,-·-· ··- - ·-
\ 'û LG NR.
PROGRAM MANAGEMENT & SYSTEMS DEVELOPMENT MARCONISTRAAT 16 P.O. BOX 6583. 3002 AN ROTIERDAM THE NETHERLANDS TELEPHONE (JI l I0-47N07 66 TELEFAX (31) 10-478 02 88 E. MAIL (MEMOCOM)27: NLX 1354
Directoraat Generaal Rijkswaterstaat Directie Zuid Holland T.a.v. de Heer H. van Dijke Postbus 556 3000 AN Rotterdam
[~._. __::i iNn ·
n.~\L
Av s
Tt:RN!:: BEHANDEU G
Ons nummer: PP/96300 Onderwerp:
SAT HITT herhaling
Rotterdam, 25 juli 1996
Beste Hans, Hierbij het verslag over de SAT regressietesten. Ik vond nog wat materiaal waaruit enigszins het gedrag van een reflector als de onze mag blijken. De krommen gelden voor een enkele hoekreflector. De aanwezigheid van de omliggende reflectoren zal hierop denk ik wel enige invloed hebben, maar niet veel.
Paul van de Poll.
PMC
d
RVC2000
1.
1
Algemeen
SAT (HITT) regressietesten DIR. ZUID- HOLLAND I ~~------~-------~ Rel. nr. ~ 0 [ill~~
j 2 6'
Op 23 juli 1996 zijn de volgende testen uit de SAT van 18-20 juni herhaald: • Detectiegevoeligheid tot ca 1000 m De test gaf destijds een groot aantal missers in het gebied tot ca 1000 m. Het optreden van missers kan worden verklaard (uitdoving door aanstraling direct en via het water, en ten gevolge van het gebruik van 2 reflectoren). Het resultaat was desondanks onbevredigend.
2.
•
Minimum afstand Aan het kriterium werd niet voldaan. De meting wordt herhaald.
•
Track onderhoud De metingen worden herhaald met beter gedefiniëerde manoeuvres. Aan de eerdere waarnemingen kon geen duidelijke conslusie worden verbonden.
Detectiegevoeligheid tot 1000 m De test is herhaald met dezelfde opstelling van de reflectoren, op dezelfde surfplank. In eerste instantie werd het testdoel nauwelijks gedetecteerd. Vóór het herhalen van de test is de minimum drempel zodanig ingesteld dat een maximale gevoeligheid wordt bereikt zonder aanleiding te geven tot overmatig veel valse detecties. De eerste testrun bleek met een ongevoeliger instelling te zijn uitgevoerd (acceptabel voor operationeel personeel). Er werd in de tweede run een beperkt aantal fades geconstateerd, overeenkomstig de verwachting. Ten gevolge van uitdoving is er een zekere, overigens moeilijk in the schatten, kans dat het ontvangen signaal te zwak is. Een aantal van de missers zou overigens te verklaren kunnen zijn uit opgetreden merges. Wanneer een merge optreedt van twee tracks zal de plot processor trachten de merge op te lossen door lokaal de drempel te verhogen. Een gevolg is dan tijdelijk een verlaagde gevoeligheid met wellicht missers als gevolg. Een dergelijke situatie is opgetreden. Verhoging van de gevoeligheid heeft het nadeel dat het beeld op het scherm minder acceptabel is voor de verkeersleiders. Kleine vaartuigen, behalve wellicht sommige pleziervaart, hebben echter een groter reflecterend oppervlak dan het testdoeL Een waarde voor de minimum drempel moet worden gezocht die een acceptabel beeld geeft zonder dat de kwaliteit van de doelvolger onnodig wordt aantgetast. Dit dient nog te geschieden.
3.
Minimum afstand De minimum afstand is bepaald bij de sensor Wieldrecht. Aan de eis werd voldaan. Er is overigens opnieuw geconstateerd dat de AFC niet optimaal was afgeregeld. Dit is een ernstig probleem, want het maakt frequente bezoeken aan de radarposten noodzakelijk. Een radarpost zou in normale gevallen enkele maanden zonder nazorg moeten blijven functioneren. Er is overigens een additionele test uitgevoerd met een 4 m2 reflector op het land. Duidelijk is gebleken dat de oriëntatie van de reflector van invloed is op het reflecterend oppervlak van de reflector. Een reflector van de gebezigde constructie kan niet worden beschouwd als een ideale, isotrope reflector (een reflector die hetzelfde reflecterend oppervlak aanbied ongeacht de richting van aanstralen).
Port Management Consultants bv
20 Juni 1996
RVC2000
2
SAT (HITT) regressietesten
De bijgaande kopie uit Skolnik illustreert dat voor een enkele hoekreflector. Als de maximale reflectie (plaatje ~=0°) overeenkomt met 2 m2 , dan is bij ~=30° het reflecterend oppervlak al ca 13 db lager, resulterend in een oppervlak van 0,1 m2 . Omdat de reflektor is georienteerd als liggend op een vlakke, horizontale plaat (één hoekreflector wijst naar beneden, een andere naar boven) wijzen de zes overige hoekreflectoren om en om enigszins naar beneden en naar boven. Het reflecterend epervlak hang dus af van de ligging van de plank (de reflector) ten opzichte van de radar.
4.
Track onderhoud De test is overgedaan met vaarkarakteristieken die voldoende redelijk overeenkomen met de in de FAT gehanteerde gesimuleerde doelsbeweging. Controle van de vaarsnelheid is geschied met behulp van de doelvolger. Er mag worden aangenomen dat de door de doelvolger bepaalde snelheid, mits voldoende gestabiliseerd, een bruikbare meetwaarde opleveren. Met de op deze wijze bepaalde vaarbewegingen verloor de doelvolger het doel niet. Het vaartuig is weliswaar éénmaal door de doelvolger verloren, maar op dat moment voldeed de beweging van het dienstvaartuig niet aan de gestelde eisen. Er is derhalve aan de eis voldaan. Geconstateerd is verder dat de onderlinge oplijning van de radars nog niet optimaal is. De aanwezige oplijningsfout veroorzaakt een schijnbare anomalie in de doelsbaan, die ontstaat doordat een geleidelijke overgang plaats vindt tussen de tracks van de betreffende radars, op die plaatsen waar het systeem gaat overschakelen nar een andere tracker. De individuele trackers hebben daarvan geen Jast. Oplijning is wel van belang voor behoud van label (herkennen van elkaars tracks door de doelvolgers en het visuele beeld. 'Dubbelplots' werken storend.
Port Management Consultants bv
20 Juni 1996
RADAR CROSS SECTJON OF TARGETS
27-16
50
r-....
/
/
10 0 50 40
V
./
I
1\
"': -30° -
~ 30 ~ 20
d
rp=Oo
"'= -40"-
40 30 20
A
I \I
n.
r'\.~
/
""""
V ....
IV
\
~_Ö
- "'=f\.1\ ......._._
100-
10
> 0 ~ 50
rp : -20° -
40 I 30 u w 20 0
30 I
rv
/
0 -40
9 =- 10° ~
...-
\
I
I
I
10
i
-20
j_\
~
i\/
10 0 50 40 20
;--...,..1
V
I
:/_
./
~
--
rp=20°
r-...1 \ I
~
I
"'
1\V
./
--
I ............
20 40 -40 -20 0 ANGLE 8 (degrees)
/'\
I'-V I i
I
0
r'\A
20
40
Fig. 12 Echo-response patterns of a triangular tribedral refiec.tor. Edge of aperture = 24 in. ; À = 1.25 cm. (Courtesy of American Telephone and Teleoraph Co .2 9 )
and azimuthare shown in Fig. 121 basedon the angular coordinates defined by Fig. 13. The maximum radar cross section obtained on the symmetry axis is given by the modified flat-plate formula 2 2 (]' = 471" -'-(0_._28_9_l--')_ (10) f-2
where l is the length of each side of the reflector. The factor 0.289 is obtained by consiclering the fraction of the trihedral projected area that participates fully in the triple-reflection process. 2 ~ An interesting and informative discussion of the effects of small errors in construction upon the radar cr-oss section of a corner reflector is given by Robertson . 2g High-resoJution Measurements The use of range resolution capable of isolating individual scattering centers on a target generally yields much more information for each target aspect than the relatively narrowband measurement which has been Fig. 13 Coordinate system !or descrihing represented in the previous data. One the radar cross section of a triangular triexperimental evidence of this is shown in bedral corner reflector. (Courtesy of Amer~ Fig. 141 where a fiber-glass model of an ican Telephone and Teleoraph Co.:') F-102 fighter aircraft is shown as seen by a radar with resolution of approximately 6 in. 30 Several scattering sourees at different locations are evident. These may be identified generally with specific features within the model for which one can predict scattering as seen here. High-resalution studies place emphasis upon the ability to examine separately t.he
Port Management Consultants bv Rotterdam PROGRAM MANAGEMENT & SYSTEMS DEVELOPMENT MARCONISTRAAT 16 P.O. BOX 6583,3002 AN ROTTERDAM THE NETHERLANDS TELEPHONE (31) 10-478 07 66 TELEFAX (31) 10-478 02 88
Directoraat Generaal Rijkswaterstaat Directie Zuid Holland T.a.v. de Heer H. van Dijke Postbus 556 3000 AN Rotterdam
Ons nummer: PP/96290 Onderwerp:
Bijwonen SAT HITT
Rotterdam , 9 juli 1996
Beste Hans, Hierbij het aangepaste verslag over de SAT week.
Pa ui.
PMC
PMC is registere~ atthe Chambcr of Commerce Roltcrdam. no.: 15SR70 Dank· AON-AMRO. no
50 . 17.~1.371.
p,,..tbank
~605K97
RVC2000
1
SAT Radarsystemen TERMA
SAT VTS systeem RVC 2000
1.
Algemeen Op verzoek van Rijkswaterstaat heeft PMC de SAT testen bijgewoond waarin HITT aan RWS de goede werking van de gehele levering in het kader van het RVC-2000 projekt aantoont. PMC is op 18, 19, 20 en 21 juni bij de testen tegenwoordig geweest. DeSATtesten zijn redelijk verlopen. In het algemeen kan gesteld worden dat het systeem naar behoren functioneert. Vooral op de doelvolger echter valt nog het een en ander aan te merken. Bij de beoordeling van de doelvolger mag meespelen dat de radarlokaties indertijd zijn gekozen voor een ruw-video systeem, waardoor deze lokaties wellicht niet optimaal zijn voor automatisch doelvolgen. Dit houdt echter niet in dat alle tekortkomingen hierop zijn terug te voeren. Bovendien heeft het PVE hierin voorzien en de leverancier de gelegenheid gegeven hierop in te haken, zo hij dit wenste. HITT heeft dit niet gedaan.
2.
De testen Over de uitgevoerde testen vallen de hierna volgende kanttekeningen te maken. De punten verwijzen naar de SAT procedure.
4.7.2.1
Radar dekkingsgebied Het radar dekkingsgebied is nog onvoldoende gecontroleerd. Afgesproken is dat een volledige controle (langsvaren van de randen van het dekkingsgebied) nog dient te geschieden. Deze controle kan ook na de bedrijfstest worden uitgevoerd.
4.7.4.1
Detektiegrenzen. De test heeft duidelijk aangetoond dat de detectiegevoeligheid voldoende is. Over de test zelf en het gebruik van het testdoel vallen echter toch de nodige kanttekeningen te maken. Om de prestaties te bepalen voor wat betreft de grenzen van de detectie is gebruik gemaakt van een testdoel, dat bestaat uit een op een surfplank opgestelde radar-reflector van nominaal 4 m2. Eerdere ervaringen (eerste serie SAT TERMA) hadden uitgewezen, dat een dergelijke opstelling problemen geeft op kortere afstanden. Het waargenomen verschijnsel (wegvallen echo op afstanden van enkele honderden meters) is terug te voeren op uitdoving van het gereflecteerde signaal. Het signaal volgt het direkte pad radarantenne-reflector en het indirecte pad via het wateroppervlak. Wanneer het faseverschil ten gevolge van het weglengteverschil tussen deze twee paden, in combinatie met de fase-verschuiving bij weerkaatsing op het water, juist 180° is, vindt uitdoving plaats en is het doel niet of heel slecht waar te nemen. Het effectief reflecterend oppervlak van een dergelijke reflectoropstelling 2 bedraagt maximaal het dubbele van een enkele reflector (hier dus 8 m ) . Voor de tweede serie metingen SAT TERMA is daarom door TERMA een opstelling voorgesteld met twee radar reflectoren van elk 2 m2 . Met reflecties mee levert dat dan eveneens een effectief reflecterend oppervlak op van maximaal 8 m2 . TERMA zal hiervoor nog een prestatiekromme leveren.
Port Management Consultants bv
20 Juni 1996
2
RVC2000
SAT Radarsystemen TER MA
Een voorlopige analyse op de opstelling is door PMC uitgevoerd met gebruikmaking van de gemeten hoogtes van de reflectoren (0.91 m en 3.42 m). Hierbij is de onderste reflecter tegen de mast bevestigd, ongeveer 15 naar achteren ten opzichte van de bovenste reflector. De analyse geeft aan dat met een dergelijke opstelling het gedrag van het testdoel (in termen van effectief reflecterend oppervlak) in het gebied beneden 1000 m uiterst onzeker is 2 (gemiddeld ca 4 m maar uiterst fluctuerend als functie van de afstand). Vanaf 1000 m tot ca 7000 mis het totaal reflecterend oppervlak 4 à 6 m2 • Aangetekend zij hierbij, dat het model uitgaat van ideale reflectie op het water (1 00% reflectie en 180° fasedraaiïng). De ontvangen direkte en indirecte signaal zijn daardoor even sterk en volledige uitdoving vindt plaats. In werkelijkheid is de reflectie-coëfficient afhankelijk van de strijkhoek en vindt bijvoorbeeld reflectie van ongeveer 80% plaats op een afstand van 1000 m. Wordt het model gedraaid met deze constante waarde dan is het gedrag overigens nauwelijks anders. Hieruit moge blijken dat het eenvoudig model voldoende informatie biedt. Het model veronderstelt overigens een rigide opstelling. Het weglengteverschil wordt in werkelijkheid sterk beïnvloed door plank-bewegingen, vooral stampen. Uit het model mag dus alleen worden afgeleid dat tot ongeveer 1000 m de ontvangen echo uiterst onbetrouwbaar is. De conclusie is dat het gebruik onderhavige testdoel beneden ca 1000 m niet bruikbaar is om de detecteerbaarheid in dit gebied te bepalen. De vraag rijst dan, of een klein schip in gedrag met een dergelijk testdoel is te vergelijken en daardoor ook minder zichtbaar wordt. Zelfs indien dit het geval zou zijn, dan nog valt dit de leverancier (HITT) niet te verwijten. Het scheepje manifesteert zich immers incidenteel als een doel met een reflecterend oppervlak veel kleiner dan 4 m2 en hoeft dus op die momenten formeel niet gedetecteerd te kunnen worden. Uit de detecteerbaarheid op grotere afstanden mag overigens worden afgeleid (radar vergelijking} dat een 4 m2 doel dichterbij dus ook zal worden gedetecteerd. Op 300 m afstand bijvoorbeeld wordt een 0.0004 m2 doel bij afwezigheid van dutter en andere storende invloeden met dezelfde waarschijnlijkheid gedetecteerd als een 4 m2 doel op 3000 m. 4.7.6.1
Resolutie tangentiëel Aan de eisen van de PVE werd voldaan (24 m gemeten, PVE eis 30 m}. HITT heeft echter in de aanbieding een afwijkende aanzienlijk lagere waarde genoemd. Die blijkt het gevolg van een verkeerde formule. HITT zal dit nader uitleggen.
4.8.1 .4
Track onderhoud De doelvolger vertoont nog een aantal gebreken. 1.
Er is een harde bug in het systeem die er voor zorgt dat tracks soms spontaan dwarsuit de kant in gaan. Dit moet uiteraard verholpen worden. Het verschijnsel treedt vrij regelmatig op.
2.
De doelvolger houdt tracks goed vast zolang het stabiele plots betreft Met een "wild" bewegend vaartuig heeft de doelvolger veel meer moeite de track te onderhouden, zeker in een clutterrijke omgeving.
Port Management Consultants bv
20 Juni 1996
RVC2000
3
SAT Radarsystemen TERMA
Overigens bewoog het betrokken vaartuig soms met karakteristieken die uitgingen boven hetgeen in het PVE vereist is. Dit gold met name voor de draaisnelheid (snelheid van koersverandering) en voor de vertraging bij stoppen. De test dient te worden herhaald, waarbij er naar moet worden gestreefd het dienstvaartuig zo goed mogelijk gedefiniëerde manoeuvres uit te laten voeren . HITT wijt het met het dienstvaartuig geconstateerde trackverlies ook aan het feit dat het hier gaat om een klein doel. De echosterkte heeft dan de orde van grootte van die van clutter. Een plot van het dienstvaartuig kan daardoor door het systeem als een clutterplot worden gezien en vervolgens verworpen. Dit is o.i. geen steekhoudende redenering. Het is nog voor te stellen dat een dergelijk doel wat moeilijker initieert, maar het onderhouden van een bestaande track, ook van een klein doel, mag onder een dergelijke redenering niet lijden. Overigens leek de echo van het dienstvaartuig (in de herinnering) beduidend sterker dan clutter en voortdurend goed waarneembaar. De oorzaak van trackverlies moet hier dus niet worden gezocht.
3.
Verder is geconstateerd dat het gedrag van de systeem bij het volgen van een door sleepboten begeleid ponton niet aan de verwachtingen voldeed. Helaas bleek dit eerst na afspelen van een registratie. Het was dus niet mogelijk 'life' in te grijpen en bijvoorbeeld alle deel-objecten apart te identificeren. Geconstateerd is dat de track(s) enkele malen verloren zijn gegaan en dat één van de sleepboten het label en de afmetingen van de ponton had overgenomen. Een nadere analyse van deze situatie is gewenst. Bij het terugspelen van de registratie zijn slechts enkele momenten uit de vaart van het ponton (duur enkele uren) bekeken. Nagegaan moet worden wat er precies is gebeurd, en welke onvolkomenheden van de doelvolger aan het geconstateerde gedrag ten grondslag liggen. Ten slotte zal HITT maatregelen moeten voorstellen.
Het is te verwachten dat het onderhouden van tracks van de normale scheepvaart door de doelvolger goed te doen is. Overigens is gebleken dat, hoewel het systeem reeds operationeel bruikbaar lijkt, verder afregelen van de doelvolger nog gewenst is. Een dergelijke afregeling is altijd een compromis. Het moet dan ook duidelijk zijn welke compromissen acceptabel zullen zijn. Een extra complicatie is hierbij, dat niet alleen de prestaties van de doelvolger worden beïnvloed, maar ook het 'video', dat in dit systeem rechtstreeks uit het doelvolgsysteem wordt betrokken (plots). In feite wordt hier de in de PVE voorgestane onafhankelijkheid van deelsystemen (4.2.3, Randvoorwaarden) enigszins geweld aangedaan.
4.9.1.3
Orientatie tracksymbool Bij een aan de wal stilliggend schip vertoont het tracksymbool een zeer afwijkende ligging. Dit moet door fine-tuning verholpen kunnen worden.
4.9.4.1
Kaartproblemen Er blijken onvolkomenheden in de kaart, waardoor schepen over land lijken te varen . Dit is HITT niet aan te rekenen.
4.9.6.1
Plots nabij
Port Management Consultants bv
20 Juni 1996
4
RVC2000
SAT Radarsystemen TERMA
Nabij een radarsensor kunnen plots, bijna altijd ten gevolge van het open-bak effect, plotseling worden opgeblazen tot grote ballonnen. HITT heeft reeds met succes maatregelen genomen om dit effect te verminderen. Het verschijnsel is echter nog regelmatig waarneembaar. Het ruw video wordt in het RVC2000 systeem gemaakt door 'plots' te vertonen. Plots zijn ellipsen waarvan afmetingen en oriëntatie worden afgeleid van de door de extraeter uit het radar-video afgeleide deelsgrootte en ligging. Het is PMC niet bekend hoe tot deze keuze van vertoning van 'ruw video' is gekomen en welke afspraken hierbij zijn gemaakt. In het PVE woordt onder 4.2.3, Randvoorwaarden, aangegeven dat het inbrengen van een doelvolger geen invloed mag hebben op de werking van andere deelsystemen. In de huidige configuratie is dit echter ten gevolge van de gedane keuze nu wel het geval. Indien dit het gevolg is van een voorstel van de zijde van HITI dan heeft HITT wellicht ook de verplichting om al te grote afwijkingen van het echte ruwe video weg te werken. 4.9.6.3
Vertoning radarbeeld De vertoning van mozaïek is in orde. Er blijkt (overigens reeds tijdens de besprekingen van de SAT procedure) een verschil van inzicht over de situatie bij uitval van één van de sensoren uit het mozaïekbeeld. Het systeem reageert daarop niet automatisch. Dit is acceptabel indien operationeel voor elke uitvalssituatie een apart mozaïekbeeld gekozen kan worden.
4.11.2.2
Afspelen registraties Hier treden twee problemen op. Ten eerste blijkt dat de voice replay consequent ca 6 seconden achterloopt op de track replay. Dit kan volgens HITTeen gevolg zijn van de wijze waarop synchronisatie is geïmplementeerd. Het is waarschijnlijk gemakkelijk aan te passen. Ten tweede blijkt dat het niet mogelijk is de replay snelheid (van tracks) operationeel in te stellen. Dit is wel geëist. Alleen 'snel' is mogelijk en resulteert in een versnelling die kleiner is dan 10*. HITT zal dit aanpassen. Operationeel is de keuze uit Normaal, *2, *4, *6, *8 en *1 0 acceptabel. AÎipassing wordt niet moeilijk geacht. Scheepslengte Invoer. Bij teruglezen van een ingevoerde scheepslengte blijkt de eerder ingevoerde waarde veranderd (altijd kleiner voorzover waargenomen). Dit is een fout in de programmatuur die zal worden hersteld.
5.4.2.1
3.
Bedrijfstest Een bedrijfstest kan slechts worden uitgevoerd aan een voltooid systeem. Dat houdt in dat in ieder geval geconstateerde 'harde' onvolkomenheden uit de weg moeten worden gewerkt. Voor de hierboven geconstateerde afwijkingen dient de volgende akties te worden genomen:
3. 1
Aanpassingen waarvan uitvoering vóór de bedrijfstest wenselijk is 1. 2. 3.
Oplossen 'dwars-uit' bug van de doelvolger; Eenduidig bepalen grenzen volggedrag doelvolger met testvaartuig. Hieruit zou kunnen blijken dat niet aan de PVE wordt voldaan en dus maatregelen nodig zijn; Analyse trackingverloop ponton. Hieruit kunnen tekortkomingen blijken die aanpassing vragen vóór de bedrijfstest. Een spoedige analyse is daarom wenselijk;
Port Management Consultants bv
20 Juni 1996
RVC2000 4.
3.2
2. 3. 4. 5. 6. 7.
Verbeteren scheepslengte invoer;
Nader in detail bepalen van het dekkingsgebied. Kan aanleiding geven tot aanpassingen in de maps. Verdere maatregelen tegen 'ballonnen' indien hierin nog verbetering mogelijk wordt geacht. Het is o.i. niet haalbaar om dit te eisen vóór de bedrijfstest. Onderzoek naar de harde dutterdoelen Baanhoekbrug. Kan aanleiding geven tot thans nog onbekende aanpassingen. Kaartaanpassingen. RWS moett.z.teen verbeterde kaart leveren. Definiëren mozaïekinstellingen voor uitval radars. Aanbrengen keuzen snelheid versneld terugspelen tracks. Nadere 'tuning' van de doelvolg-ketens.
Geen aanpassingen benodigd 1. 2.
3.4
SAT Radarsystemen TERMA
Aanpassingen welke na de bedrijfstest kunnen worden gedaan 1.
3.3
5
Problemen detektie beneden ongeveer 1000 m. HITI moet wel de door TERMA voorspelde prestatiekromme leveren. Tangentiële resolutie. HITI moet wel een uitleg geven.
Voorwaarde bedrijfstest Aktiviteiten aan het systeem na de bedrijfstest kunnen alleen worden geaccepteerd indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1. Bij het ingaan van de bedrijfstest is het systeem operationeel goed bruikbaar; 2. Tijdens de na de bedrijfstest nog aan het systeem uit te voeren aktiviteiten, zoals afregelingen, mag de operationele bruikbaarheid niet storend worden aangetast. De aktiviteiten moeten gestopt kunnen worden indien dit operationeel noodzakelijk wordt geacht; 3. Een planning van de aktiviteiten moet worden overlegd; 4. De aktiviteiten mogen de waarnemingen voor wat betreft bedrijfszekerheid en beschikbaarheid, die gedurende het garantiejaar plaats vinden, niet beïnvloeden. De garantieperiode mag ten gevolge van de aktiviteiten ook niet worden verlengd. Overigens wordt het systeem reeds operationeel gebruikt en is terugkeer naar de oude situatie ondenkbaar. Wel moet ervan worden uitgegaan dat vanaf het moment dat de bedrijfstest wordt gestart het systeem 100% operationeel bruikbaar is en de gerantieperiade daarop naadloos aansluit. Worden er ingrijpende wijzigingen aan het systeem uitgevoerd, dan zijn regressietesten nodig voorafgaand aan de bedrijfstest. Van de hierboven opgesomde punten 'na bedrijfstest' zou dat gelden voor aanpassingen aan de 'ballonnen'. Het is echter niet realistisch om dit vóór de bedrijfstest te eisen. In dit geval kan een uitgebreide test aan één doelvolgketen uitkomst bieden. De overige punten behelzen aanpassingen die op het terrein van het systeembeheer liggen.
Port Management Consultants bv
20 Juni 1996
Port Management Consultants bv Rotterdam PROGRAM MANAGEMENT & SYSTEMS DEVELOPMENT MARCONISTRAAT 16 P.O. BOX 6583, 3002 AN ROTTERDAM THE NETHERLANDS TELEPHONE (31)10-4780766 TELEFAX (31) 10-478 0288
Directoraat Generaal Rijkswaterstaat Directie Zuid Holland T.a.v. de Heer H. van Dijke Postbus 556 3000 AN Rotterdam
Ons nummer: PP/96282 Onderwerp:
Bijwonen SAT HITT
Rotterdam, 3 juli 1996
Beste Hans, Hierbij het verslag over de SAT week.
Met vriendelijke groet,
Pa ui.
PMC
PMC is reg.stere~ atthe Chamber of Commerce Rotterdam. no.: 158870. Bank: ABN-,\MRO. nu:
.'i{)
17.21 371. Postbank
~60SR97
1
RVC2000
SAT Radarsystemen TERMA
SAT VTS systeem RVC 2000 Kort verslag.
1.
Algemeen Op verzoek van Rijkswaterstaat heeft PMC de SAT testen bijgewoond waarin HITT aan RWS de goede werking van de gehele levering in het kader van het RVC-2000 projekt aantoont. PMC is op 18, 19, 20 en 21 juni bij de testen tegenwoordig geweest. De SAT testen zijn in principe goed verlopen. In het algemeen kan gesteld worden dat het systeem naar behoren functioneert. Vooral op de doelvolger echter valt nog het een en ander aan te merken. Bij de beoordeling van de doelvolger mag meespelen dat de radarlokaties indertijd zijn gekozen voor een ruw-video systeem, waardoor deze lokaties wellicht niet optimaal zijn voor automatisch doelvolgen. Dit houdt echter niet in dat alle tekortkomingen hierp zijn terug te voeren. Bovendien heeft het PVE hierin voorzien en de leverancier de gelegenheid gegeven hierop in te haken, zo hij dit wenste. HITT heeft dit niet gedaan. Concluderend kan gesteld worden dat een perfect werkende doelvolger voor de binnenwateren nog steeds niet beschikbaar is, maar dat het door HITT geleverde systeem operationeel goed bruikbaar is. De hierna volgende kanttekeningen zijn te maken.
2.
Doelvolgen
2.1
Detectie Bij de detectie-test was het opvallend dat de detectiekans tot pakweg 1000 m slechter was dan voor de rest van het dekkingsgebied, van 1000 tot 3500 m. Dit kan worden verklaard uit de testopstelling (zie 3.3, Testdoel) . Met een betere afregeling, samen met een optimalisering van de maskering, uit te voeren voor alle radars, moet bereikt kunnen worden dat de detectie voldoende is in het gehele dekkingsgebied.
2.2
Resolutie De resultaten van de resolutie metingen stemden overeen met wat verwacht mocht worden gezien bundelbreedte en pulslengte. De waarden vielen binnen de grenzen genoemd in het PVE. Door een misrekening had HITT veel strengere eisen gesteld aan de resolutie, die niet gehaald werden. Een toelichting van HITT is nodig.
2.3
Doelvolgen Er is een harde bug in het systeem die er voor zorgt dat tracks soms spontaan dwarsuit de kant in gaan. Dit moet uiteraard verholpen worden. Het verschijnsel treedt vrij regelmatig op. De doelvolger houdt tracks goed vast zolang het stabiele plots betreft Met een "wild" bewegend vaartuig heeft de doelvolger veel meer moeite de track te onderhouden, zeker in een clutterrijke omgeving.
Port Management Consultants bv
20 Juni 1996
RVC2000
2
SAT Rada rsystemen TERMA
Overigens bewoog het betrokken vaartuig soms met karakteristieken die uitgingen boven hetgeen in het PVE vereist is. Dit gold met name voor de draaisnelheid (snelheid van koersverandering) en voor de vertraging bij stoppen. De test dient te worden herhaald, waarbij er naar moet worden gestreefd het dienstvaartuig zo goed mogelijk gedefiniëerde manoeuvres uit te laten voeren. Verder is geconstateerd dat het gedrag van de systeem bij het volgen van een door sleepboten begeleid ponton niet aan de verwachtingen voldeed. Helaas bleek dit eerst na afspelen van een registratie. Het was dus niet mogelijk 'life' in te grijpen en bijvoorbeeld alle deel-objecten apart te identificeren. Geconstateerd is dat de track(s) enkele malen verloren zijn gegaan en dat één van de sleepboten het label en de afmetingen van de ponton had overgenomen. Een nadere analyse van deze situatie is gewenst. Het is te verwachten dat het onderhouden van tracks van de normale scheepvaart door de doelvolger goed te doen is. Overigens is wel gebleken dat, hoewel het systeem reeds operationeel bruikbaar lijkt, verder afregelen van de doelvolger nog gewenst is. Een dergelijke afregeling is altijd een compromis. Het moet dan ook duidelijk zijn welke compromissen acceptable zullen zijn. Een extra complicatie is hierbij, dat niet alleen de prestaties van de doelvolger worden beïnvloed, maar ook het 'video', dat in dit systeem rechtstreeks uit het doelvolgsysteem wordt betrokken (plots). In feite wordt hier de in de PVE voorgestane onafhankelijkheid van deelsystemen enigszins geweld aangedaan.
3.
Overig
3. 1
Andere tekortkomingen Voor het overige geven de tekortkomingen geen aanleiding tot commentaar. Verwacht kan worden dat passende maatregelen getroffen kunnen worden om ze op te heffen.
3.2
Bedrijfstest Een bedrijfstest kan slechts worden uitgevoerd aan een voltooid systeem. Dat houdt in dat in ieder geval geconstateerde 'harde' onvolkomenheden uit de weg moeten worden gewerkt. Voor het overige zijn nog afregelingen uit te voeren. Dit kan alleen na de bedrijfstest worden geaccepteerd indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1. Bij het ingaan van de bedrijfstest is het systeem operationeel goed bruikbaar 2. Tijdens de na de bedrijfstest nog aan het systeem uit te voeren aktiviteiten, zoals afregelingen, mag de operationele bruikbaarheid niet storend worden aangetast. De aktiviteiten moeten gestopt kunnen worden indien dit operationeel noodzakelijk wordt geacht. 3. Een planning van de aktiviteiten moet worden overlegd. 4. De aktiviteiten mogen de waarnemingen voor wat betreft bedrijfszekerheid en beschikbaarheid, die gedurende het garantiejaar plaats vinden, niet beïnvloeden. De garantieperiode mag ten gevolge van de aktiviteiten ook niet worden verlengd.
3.3
Testdoel Het testdoel bestaat uit een tweetal reflectoren van elk 2 m2 geplaatst op een mast op een surfplank. Hoogten van de reflectoren 0.61 m en 3.42 m t.o.v. de ril in de zijkand van de plank (niveau water). De bovenste reflector staat boven de (vierkante houten) mast, de onderste staat er tegenaan richting achterzijde plank.
Port Management Consultants bv
20 Juni 1996
RVC2000
3
SAT Radarsystemen TERMA
TERMA zal de prestatie-kromme voor deze testdoel-opstelling (komend uit een simulatie-model) bij de meetresultaten voegen. De eerste figuur toont het mogelijk gedrag van het testdoel als boven omschreven. Eerst na ca 100 m wordt het gedrag wat 'rustiger'. Zeer kleine wijzigingen in de opstelling veranderen het gedrag overigens ingrijpend. De twee volgende figuren geven het berekende resultaat voor het geval dat de onderste reflector niet loodrecht onder de top-reflector is geplaats, maar enigszins naar achteren. Het verschil tussen beide figuren is een verplaatsi ng van de onderste reflector over 3 cm richting radar. Dit effect is volkomen vergelijkbaar met het 'stampen' van de surfplank. De bovenste reflector beweegt daa rbij gemakkelijk 3 cm voor- en achterwaarts. Kleine wijzigingen in de getallen zullen dus een duidelijk ander resultaat geven. Ongetwijfeld zal ook het TERMA model een ander resultaat geven, al ware het maar ten gevolge van andere reflector-hoogten. Bovendien is, om praktische redenen, bij het hier gepresenteerde model het water nog als ideale reflector beschouwd ( 100% reflectie, fasedraaiïng 180°. Dit doet voor het algemene effect niet veel terzake. In werkelijkheid is de reflectie niet volkomen (tussen 80 en 100%, ook bij minder rustig water). Daardoor zulfen de dippen wellicht iets minder geprononceerd zijn. Aan een verfijning van het model wordt nog gewerkt.
Port Management Consultants bv
20 Juni 1996
. .,
. . 10
1:
_, ...
~ ~~:: . •:1
>j:
">(: ••. •.
• :1:
. .I.U O.
' ......l.
4 ....... .
3 .... ....
...,........T..
~
2
!h).ll " lanE:
... ,
:
···········:·········
········
oo
10 .00
:
······: ····
...........~-· ···· ... ....... . ...... ~- ·· ....
........... .................. ·--···y···--· ~
·. . .;. . ·;·3 ~
~llllO.
··~
....
1
2
~·" ·~'-! ·' ~~~ :·· ,. "~ ': ...,...~. · ·r·i ·~··· · ·1····::···· -·~· · ·· w· :· · ··
:r:':•:•rlr·t•••• • • .. •••·r·· l·t:·· J·· ~·
· · · · · · 1~..·.• ·. .• . . ..:··•••:··•:·•• ••·••••• : . . . . . ..,. . . .. . . . . . . . ,... . . . . [. ·
11:
........... ; ... . .... .'/: ... ..
:....... ~....... ·4
..• :::r::::: :::::y ~-- -- .. ... ... .
z .........1.... ... ......\ ........ .... ......
ft ..
•.., •..•.. .. ,...
?
~~::~~-) .. . .... & i.......; ...... .:s
' .. j ..
:s ....... .
•o
oo o
~ o .oo
.
::::-11:
?
ól.lr"ll.nn
... .
j····· ......... ,,,_, ,,. ... ...
~-·
;
....... ....... -~
i;
;
~
"
~
"t""~ :~oo
I
1·
-
~
~
~
~
_j
_i,
_J
·f····.. ····--··
;a
Figuur 1 Schijnbaar reflecterend oppervlak van een combinatie van twee radar-reflectoren op hoogten 0.61 m en 3.42 m loodrecht boven elkaar
.. 1n
I
t
I
I
I
I
I
I
I
I
I
t
I
•
I
I
t
4
I
t
I
I
I
I
I
I
I
I
t
I
I
I
t
I
I
I
t
I
•
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
t
I
t
I
I
I
- ~ ·- -----~---~--------~------~---- ~ ---~---~--:--~-!-----~---------~--~------~--- -· ~----~-- --~- -!--!--~-~------- - -------~------ - --~-----~-- ---~---~--~--~--~-I
-~ ·-----------~--------~------~----~---~~~-~--;--~-~-------------- - ~---------~---- - ~----~-- ~ -~--~ -- {--~-~-------- -~ -----~---------;-----~-----~---~--~--~--{-I
- f' ·- --·····---~--------~------r----1---~---r--r--r -;---------------i------- --r -----i-~--~----r--i·-~~-~-~----·· -- -------~---------~-----~---·-;---~--~--~--~-•
. E)
-5
I
I
I
I
I
I
I
I
t
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
t
I
I
· ·····------~-- - -----~- -----~----~---~---~--~--~-~---------------~---------~-----~----~----~--~·-!--;-~- --------------~-----···-;-----~-----~ - --;--~--~--~-• I I I I t t I I I I I I I I I I I I t I I I I I I I t I I • ••••••·····r····-··-~·-····r···-,--~, · -·r··r ··~ -,·· · ·-····-··· · -, · -·······r· ···· I
I
I
I
I
I
I
J
I
I
I
I l
I
I I
I I
I
I t I t I I I I t I I I I I I I I I I I t I I I t I t I I I I I I ,-·--~ · -·· r ··,--,··r·~·-············-~·-· · ·····r····-,·····r···r··~--~ - -, -·
I I I
f
I
I
I
I I
I
I
I
I
I
I
L
I
I
I I
I
I
I I
I I
I I
I I
I I
I I
I I
············r···-----~·-····r···-,---~·-·r••r••r·,······-·······-,·········r···--,----~····r··,--,··r-~--·············~·········r·····~·-···r···r·-~--~·-,--
3· · -----~-- - -~ - -
~
..
J.
··"-
.
~-
.
.
. .~\-:--:·-~-: : :::
::
. 1....
·······
:i
\
........
-~-·-· ... ,.
- ~--··
• • • J ..... t..
--:--~-- ---- ·
~---
·--~---~-
~--:- ~-------
5 ·-
t
-~ ..
......--:
:
:
:
:
:
:
:
:
: : :: :
: : ·: .. : : .: .: ..
1
· ~·.__.L.L
: ; : : ; \::
:
: :.. __,...:--,..,.;::
:;·::u::H:: "''
11
' t
I
-·4·--------~ I - ----·----~---·~-I I I ~ --4--~I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
t
I
I I
I
I
-3
I
I
I
I
t
I
I
I
I
I I
I f
I I
I
I
I I
I
I
I
I
I
I
I
I
1
I I I
I 1 I
I
t
I
I 1 I
I I I
I I
I I I
I 1 I
t
I
I I I
f
t
I
I I I
I I I
I I I
I I I
1
I
1
1
1
I
I
I
1
I
t
I
I
I
I
I I
I I
I I
I
I I
I I
I
I I
I I
t I
I I
I I
I I
t
t
I
I I
I I
I
I
1
I
I
I
I
I
I
t
1
I
1
I
1
I
I
I
I
I
1
1
1
I
I
1
1
I
I
I
I
I
I
I
1
I
1
I
I
I
I
I
I
f
I
I
I
I
I
I
I
1
I 1
1 1
I
I 1
I
I I
I I
I I
I I
I I
I I
I I
I I
I 1
I I
I :
t
I
~I t
t I
I I
.Q.QQ••. •••• •
I
I
I
Point target cross sectien
~ ~- ~.~.k.k.
g........ .... ...:.>...
~
Shift
I
~
•••
L ... J •• J •• J • •
I I
I I
I I
I I
I I
I
I
I
I
I
I
t
I
I I I
I I I
I I I
I I I
I I I
I I I
I I
t
I
t
I
I
I
I
I
I I
I I
I I
I I
I I
I I
I I
I I
I
••••••·•••••••J• • •••• • •• L •••• • ~ •••• • ~ ••• 1 •• J • • J • • J • •
1
-~-....~... ~..-~-.~.i!.~~
I
1 I I I I -------------~---------~-----~-----~---~-.~--~--··l
- ~ •• • • • · · · · · · -L• •••• • ••J•••••• t • • • • J • • • J • • • L •• L •• ~.J • • • • • • • • • • • • • • • J • • • • • • • • • ~ ••••• J • • • • J • • • • ~ •• I • • ~ •• L.
J
I
I
1
t
I
t
I I
---~-~--·---~---·--·--~-·-----·····-----·---------~-----·----~-~--~--4···--~ t I I I t I I I I I I I I I t
. . . . . .. . . . . . . . J . . . . . . . ... L ••••• J • • • • •
I
I 1
..
c.
<
(IJ
:I
CD
.QQQ_Q_ ...••
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I :
I
I :
I :
:
I :
I
I
I
I
I I
Rat}ge I
I
I
1M
I
I
I
I
I
I
I
1
1
1
t
t
1
1
I
-~- ~ -~ t ~~~~ .•••••• .•••
.•
lower refl:0.144 log-log
Al
S'
(I)
-.
:I
CD
en
CD 0 "'C
ng. 0 -·
...... (Q
Al ..
P..
......
~:T5-5o 0 -· Al .. 0 ~ Al ~::-=-.
•
• • • J • • • L ... L •• ~.J . . . . . . . . . . . . . . . . . . J . . . . . . . . . . . ~ • • • • • J • • • • J ••• • ~ • • J • • J • • l1~-
-·-~---·
-~- - -- - ---
Q!L ........ il .......
I
- - ---'-----+--+--~·-j··j--r· . . . .. . : : : : ::: :
··-~-
·--~-4-------
t
!
:. : . L.......t---·-+---+-··r-·1-·rt . .
L;r-:. .. : : : ;_.............. ::
... .
I
. i..L U::::·.: ::::::::(:::::::t :::::f : _ .. ::::::::,1-----:--..... L:;:. • ····:-\. . i .....•. . • ---•---. .: +j-. . ~ -:-~-----::: .... -~--------:----. :· .. L -~-... .... . --~-(-V ··---·----. : ...... . .·1-J·-j-·· . .... --~---··~·.. ........ ·~ .''-'"" . . . . . . . . . . ..... . I . • --•--. . ....... . . . . ............. --- .. ---. . ...------- t., :::t::::::::ts;ç::r..t--H--.ri-- :::::::::... j---------[-----:----rT ! ! : ... . --- . ... ... . .
··-
0 1 1
:.
I
,: ·:·. ': : -------------+---·t--···1···· ,. .. .....,: .: .: .: r .: :.: '\.: :.: .,.:. ,_.......... .. :,.... ,.·-.. ,:·--·. :: i :: :: :: :: :: :: _,:..... :.: .. ,_: ..+ ...::., :.: :: ::
'.
· 4 ··
,
I
0
:I
I I
"' CD CD ï1
~~ < ~-· C'lOQICDCC ... (') 1:: 3 .<»-,..!:: ~ ...... !::!'~ .. Al ::C: CD N Al CD ~ -. CD CD C. Al :I ... 0 (') (,.) Al "'C
3
:T.
c.
-~AI"'C
~
N
";'CD
(I)
3 .. CD
<
...CD<
(I) C'l
""
... ...
~Al
,.. 0
(IJ (')
..
0
:I
-:r
< (I) :I
(I)
•
.10 : : : : : : : : • ••••••••• : : • ••••r•• : •• ••••••~··•·r·•••••··••~· : : : : : : : ·• •••••••••••• ~··• : ··••••r•••••~··•••r•••r••~·-~··•• : : : : : : :• ~ ••·•••••••••r•••••••·~···•••••••••···~···•••r••r •• ••••••••••
· 8 · ----- --·- .. ; ·-- ------:------ ; .. ·· ~ · .. .; .. ·; · · •- -:-- ~ -- --- --·-- --- ·. ~- .. · -- ---~- --. · ~ -· ·· .;.. --~ .. ~ -. ~- -•- .;... -·· .... --- .. .;.. -. . -- .. ; ·-· .. .;... - -~-- . ; -- -:- --:--~-. I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
t
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
. 7 ·-··-··----·•···- · ··--:---·-·•··· ·~ ---.;---•·· •·-~·l·· ··· · · · -······l··-·-····~·-··-~-----:----~·-i·-~·-•--:---··· · ·· · --·---:--------·•·-·--.;- -- - -~ - - - •- - -:- - -:--~- ~ - 6 . ------- --- - ~ --- ·-- -- ~---- -- ~ -- --~ - -- ~--- ~-- ~- ·:-· ~-. · --- ... ··- .. - ~- .. -.... -:-· --.- ~ ---- ~-- --~ .. ~-. ~. -~- ~- ·- ----- .. -.. .. ~--- .. --- -~ ... -- ~-- ···:-·- -~ -- ~- - ~-- ~ -- 5 -----------. ;.. · ------ .;. --- -.;-- . . ; -.. .;. ··; ·-; --~-~ ....... ·-· -- ... ~ .. ---. -··r·- --.; .... .;. - --~-- ~ -- ~- .;. . .;.. -········ -··· .;..... --· .;. -- -.. .;. -·· -~- .. ; .. .;.. -:--; .. I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
• I
I I
I I
I I
I I
I I
I 1
I I
I I
I I
I 1
I I
I I
I
I I
I 1
I I
I I
I 1
1 1
1 I
I I
1 I
1 1
1 1
1 1
• I
I I
I I
I I
I I
I I
I I
I I
I I
I f
I I
I I
I I
I I
I I
I I
I I
I I
I I
I I
I I
1
I
r
I I
I I
1 I
I I I
I I I
I I I
I I I
I
I
I
I I I
I I I
~
I I I
I I
I I
I
I I
I I I
t
I
I I I
I I
I
I I I
t
I
I I I
I
I
I I I
I I I
I I I
I I I
I I I
:
:
: l
:
,:
:
:
I
:
I
I
I
I
I
I
I
:
:
1
;
:
:
:
t
I
I I I
1
1
I
- il·- · -·-----··•···------:---··-•·-··~---.; ... ;.. ;. .. ~.; ............... ;......... ~ ..... ; .... .;....~ .. ;.. ;.. ; . .;............... .;......... ; ..... .;.....~ ... ; .. .;.. .;.. ;..
.
.' ' , ,.
.. .·t--·.
· i~--~--
. 3 ..... w••••
..,_;___ ____
-~----
I'
\
:
'
,......._:
y
\\)'
'
:
> '
; : :~~:: ::
' ' :
•
:
.
•
:
I 1
1I
: I
: I
.
: 1
: I
~~~ ~ ~ ~ ~ ~ ~'
' '
'
:
. .
.
'
:
'
.
'
:
:
_, __ ............ .
:: ::
: :
I
::
L
~
'
.............. ,_ .. ______ , ____ _, __ ___, ________ ······
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
'
I
I
I
I
I
I
I
I
1
I I
I I
I I
I I
I I
I
I
I
I I
I I
I I
I I
I I
I I
I I
I I
t
I
I
I
I
I
I
I
I
I I
I I
I
I
I
t
I
I
I
I I
I I
I I
I I
I I
I I
- - -~--~~--- · -- ·--~ - ·-~--------- --- -· -- ----- --~---- - ·-~- - ~-- --~ --~ -- · --·-~-- -~--- --------~- --- -----·-----~- --- -~- - -·--·- -4--4--
'
..
. 2 ·--·-·---· -~--------~------~
...... I ...... J .... .. \ .... L .. .. ~ .. J
. . ..
..............................
I
• I
I I
1 I
I I
t
I
I I
t
I
I
I
I
I
I
1
I
I
I
1
I
I
I
I
I 1
I I
I 1
1 I
I I
1 1
I I
t
I
I
I I
I I
I .. ........ , . . .. ~ ......... I ..... .. J .. ...... ~ .... I .... J .... \ .. J ................ .... .......... ~ .................. L .. .. ......
.
.
. . . . .
.
.
I
. I I
I
J .. ........ ~ ......
L .... J
.... J .. ..
I . ..
t
I
I
t
I
I
1 •
I
I
1 I
1 I
I I
.
~0~e
.
: !M ..: .. . t "'
~ ®~qo ~
g-... --. -~---- -- -- - -~ ·--~-- ~ - ~ -~ ~.Q.Q.Q.- . . .•. _g___ ·----~ ·-.. ~- -· .=J...~-- :'? --~ -~-~-9..Q9_Q __....?.. ------~- - - - -~ ---~ - - ~--~--fl-~. I
I
I
f
I
I
I
Point target cross sectien (rel),
I
I
Shif"t
I
I
t
I
I
I
lowet- ref" 1: 0 . .147
I
t
I
log-log
-
C1)
..,
~
-0
C1) "0
<
DJ
::J C1) C1)Ch
::J 0
O::r 0 - · -·
a::r~&
0 00 ::J -· DJ DJ ..,
DJ..,
~-~ ...
J • • J •• •••
• I
a. C1)
;;;
-ca
: : !' ................. i; .....;i....;!......LU. LL j........+::::i ..:--t:::;::;::;::;:: ., .. ,'.. ,.' (•:·-~·-·::::: ' ' j ........... ............. ' ' '' .. ·::::::::: ... !......... ,. ;..... ,'.....,' ····:··:··;·· •· •';........., ' ..... '.... '....,~·'••'••l·~·t···•• ' ' \. ... , .... . : : ,, ; ............. ;'......... ~-----:-----, ::
·'•
:
--
. .. .......... -. . ..............
QQ.-. J-.-.--
•
11
, , :·:::::J:It::~-i------- --i---------~-----!····:···:r::1::1::l\J? ll [ : : f : : . ......:.........,.....,....,... ' : : : : ..............,...,..,..,.. _,:,::TI rr r::::: _: : : : :c::::: t::: t:: t:: : ~ : r n T:::::::::::::;:::::::--1-----;..---i---f-- i--;.+ . . . w- ~- .... :
.
.. ..
! ·-r,-·-~!- --·-· \-~-----~- ··r·-r-·; TTT ~
. . I!' !' . ..,.,....... "•'•••••••
.......
. 5 ..
\:
...L ! ~:~: ~ r . . ::1 I I:: :; '
-7 -6
~ :!'
. . . . :' ::' :': :': ...J.........;!':.....~·-··+··:· ;' :!' :: ·:·:! ·:·-:-· ::' ':! .. ' .. ~~-.' .....' . ~'. . ---.- .. -... -. ~,' .. - .'11 -- ·:-:' -. •• ~:' ••• ••.'L:'~:: ·~··~--~·~··········-' ' ' .. : ' : : ·•::: : :::::::
3·--- •. _,._ •• - ~-··-·· · ~~-
0
::J
~~()~:!!
3no~ti"ca .O>~-c:: - (") c:: ::J-~~
...
g:3C1)gw ... C1) C1) a. DJ ::J ... 0
(") w a. DJ "0 :r. -~DJ"O
~N7C1) C1)
::J
<
C1)
3 èil
C1)~
(")
...en ...o (")
:r 0
< C1) ::J
~
~DJ
C1)
::J
Port Management Consultants bv Rotterdam PROGRAM MANAGEMENT & SYSTEMS DEVELOPMENT MARCONISTRAAT 16 P.O. BOX 6583,3002 AN ROTIERDAM THE NETHERLANDS TELEPHONE (31) 10-478 07 66 TELEFAX (31) 10-478 02 88
Directoraat Generaal Rijkswaterstaat Directie Zuid Holland T.a.v. de Heer H. van Dijke Postbus 556 3000 AN Rotterdam
Ons nummer: PP/96271 Onderwerp:
Bijwonen SAT TERMA
Rotterdam, 21 juni 1996
Beste Hans, Hierbij mijn verslag over de afgelopen week. De tekst spreekt, dunkt mij, voor zichzelf. Met v_ ·endelijke groet,
I
I i
\
\
PMC
PMC' is regiSiered at the C'hamber of Commerce Rotterdam. no · 15RK70. Bank· ABN-r\MRO. no 50.17 21.371 Pu
5(J()5~97
RVC2000
1
SAT Radarsystemen TERM A
SAT Radarsystemen RVC 2000 Tweede serie Kort verslag.
1.
Algemeen Op verzoek van Rijkswaterstaat heeft PMC de SAT testen bijgewoond waarin TERMA aan HITT de radarsystemen ter overname aanbiedt. De testen vonden plaats aan de zeven systemen die in een eerdere SAT niet konden worden gedaan. De SAT testen, die plaats vonden van 10 t/m 14 juni 1996, zijn in principe goed verlopen . De hierna volgende kanttekeningen zijn te maken.
2.
De apparatuur
2.1
AFC Bij vier van de zeven installaties (waarvan 1 dubbel uitgevoerd) was indicatie aanwezig dat de AFC niet goed was afgestemd. AFC (Automatic Frequency Control) zorgt ervoor dat in de ontvanger de local oscillator zodanig wordt afgestemd dat het frequentieverschil overeenkomt met de middenfrequentie. Bij één van de radars was de afwijking zodanig dat in een foutindicatie werd gegeven. Bij de overige drie brandde alleen de 'tuning' indicator niet constant. Afregeling was ongeveer 5 weken tevoren gedaan. Onderzocht dient te worden door welke oorzaak dit her-afstemmen nodig is.
2.2
Nabijgedrag Er zijn duidelijk waarneembare verschillen tussen de radarinstallaties in het radarbeeld ter plaatse van de sensor. Het midden is een heldere vlek, niet altijd even groot, zo lijkt het. Wieldrecht vertoonde een sterke ring, een andere installatie in mindere mate. Later zou blijken dat de ring geheel verdwijnt na vervanging van de ontvanger.
2.3
ACP probleem Bij enkele lokaties bleek de vertoning in hoek niet correct (waargenomen op de service display). Dit gebeurde onder andere op de RX1 van Duivelseiland, waardoor toen werd besloten de test op deze zend-ontvanger uit te stellen totdat het probleem was opgelost. Het verschijnsel is minstens driemaal geconstateerd. ACP=Azimuth Count Pulse. De situatie geeft aanleiding tot een foutboodschap. Later is gebleken dat de fout in principe op alle installaties kan voorkomen. Het is een random verschijnsel dat blijkt al of niet aanwezig te zijn na inschakelen van de zendontvanger. De oplossing is dan ook (voorlopig) uitschakelen en dan weer inschakelen. De kans dat het bij inschakelen goed gaat is beduidend hoger dan het omgekeerde.
Port Management Consultants bv
20 Juni 1996
RVC2000
2
3.
De testuitvoering
3. 1
Voorbereiding
SAT Radarsystemen TERMA
Waar mogelijk is de testopstelling (PC service display) in een busje opgesteld en met een kabel aan de zend-ontvanger verbonden. Voordat de varende testen kunnen worden gedaan, moet het service display worden afgeregeld. Daarna worden de instelwaarden van de zend-ontvangers vastgelegd. In principe zou bovengenoemde voorbereiding in een kwartier, en zeker binnen een half uur gedaan kunnen zijn. In de praktijk bleek er aanzienlijk meer tijd verloren te gaan voordat aan de varende metingen kon worden begonnen. Enkele malen moest bijvoorbeeld de AFC worden afgeregeld.
3.2
Testdoel Het testdoel bestaat uit een tweetal reflectoren van elk 2 m2 geplaatst op een mast op een surfplank. Hoogten van de reflectoren 0.61 m en 3.42 m t.o.v. de ril in de zijkand van de plank (niveau water). De bovenste reflector staat boven de (vierkante houten) mast, de onderste staat er tegenaan richting achterzijde plank. Bij de detektiemetingen zijn op relatief korte afstand (ruwweg tot 1000 m) slechte detektieresultaten geconstateerd. De oorzaak daarvan kon niet worden achterhaald. Een mogelijkheid is dat uitdoving plaats vindt doordat de weglengten scannerreflector voor de beide reflectoren juist een oneven aantal halve golflengten verschillen . TERMA zal de prestatie-kromme voor deze testdoel-opstelling (komend uit een simulatie-model) bij de meetresultaten voegen. De opstelling van het testdoel gaf herhaaldelijk aanleiding tot problemen, waarvan de oplossing veel tijd vergde. De surfplank is herhaaldelijk omgeslagen, een vervangend polyester bootje dat aanvankelijk een goed alternatief bleek (Donderdag), is vrijdag ochtend bij het invaren omgeslagen waarbij de mast is gebroken . Na reparatie bleek het bootje onstabiel en lek. Er is daarom uiteindelijk weer met de surfplank gemeten. HITT heeft erkend dat in de toekomst een betere opstelling gewenst is. De ervaringen bij deze metingen zijn hierbij van grote waarde.
3.3
Service display De service display (PC) is ook gebruikt bij de testen als meet-instrument. Eigenlijk is deze display daarvoor minder geschikt:
1. 2.
3. 4.
Bediening van de meetcursoren is erg traag. Een grote verbetering zou zijn indien de muispositie van afleesbare relatieve coördinaten werd voorzien, met een afleesresolutie op pixel-niveau. De resolutie is te beperkt. Aflezingen geven alleen aan dat de metingen wel ongeveer goed zijn. Het gaat hier om het inregelen van de service display op de referentiepunten. De instelling is overigens niet van wezenlijk belang omdat eenzelfde afregeling ook in de extraeter plaats vindt. Zowel het vertoonde (plot) video als de tracks zijn alleen afhankelijk van die afregeling en van een eventueel in de zend-ontvanger aanwezige afregeling. Bij verstellen van de cursoren wordt het beeld verstoord. Dat is soms hinderlijk gedurende de detektiemetingen. De VRM (Variable Range Marker) heeft een beperkte instelmogelijkheid, waardoor veelvuldig storend omschakelen van het afstandsbereik nodig is. Het is namelijk wel mogelijk de marker op een groter bereik de gewenste waarde te geven en daarna terug te schalen.
Port Management Consultants bv
20 Juni 1996
RVC2000
3
4.
De resultaten.
4.1
Defekteerbaarheid op grote afstand
SAT Radarsystemen TER MA
Het testdoel werd tot op het einde van het radarbereik goed waargenomen . De slechte resultaten op middel grote afstand kunnen niet aan de radar worden geweten. Einde bereik werdt steeds bereikt doordat geen radarzicht meer mogelijk was.
4.2
Defekteerbaarheid op kleine afstand De minimum afstand blijkt bij alle installaties enigszins boven de gewenste waarde te liggen (30 à 35 m).
4.3
Oplossend vermogen. Het oplossend vermogen , zowel radiaal als tangentieel, voldoet verwachtbaar aan de eisen.
4.4
Kinderziekten Alle bij "2, De apparatuur" hierboven genoemde problemen zijn struktureel. Zij zijn indicatief voor een nog niet geheel uitontwikkeld produkt. Eerdere voorbeelden waren de scheurtjes in de antenne-afdichting en de modulator-problemen. Voor alle problemen geldt dat de oorzaak eenduidig dient te worden achterhaald en daarna weggenomen. Het is aan te bevelen dat TERMA hierover duidelijk rapporteert, zodat ook Rijkswaterstaat inzicht krijgt in de oorzaak van de problemen. Er is overigens geen aanleiding aan te nemen dat niet adequaat door TERMA aktie wordt genomen.
Port Management Consultants bv
20 Juni 1996
28 MAY '96 17:45 PMC 31 10 478 0288
P.i/8
Port Management Consultants PROGRAM MANAGEMENT & SYSTEMS DEVELOPMENT
P.O. BOX 6583, 3002 AN ROTIERDAM, THE NETHERLANDS, TELEPHONE (31) 10-478 0766, FAX (31) 10-478 0288
To:
Fax nr:
Zie distributie
Attention:
Country:
From:
Peter Noe
Date:
28/05/96
Ref:
RVC2000
OurRef:
PP/9623
MESSAGE:
DISTRIBUTIE:
RWS, Directie Z-Holland: RWSAW:
c. Jolmers
RWS , Directie Z-Holland:
J. Kerkhoven B. Nalis
HITI:
c. Willems
Bijgaand zoals afgesproken het commentaar VC~n AW en PMC op de Acceptatie Test Specificatie -
SAT. Zulks in verband met de bespreking van vrijdag a.s.
Paulvan deP
FIRST PAGE OF 8 PAGES
P.2/8
28 MAY '96 17:45 PMC 31 H'l 478 0288
SAT-HITT
1.
RVC2000
Commentaar
Inleiding In het kader van de opdracht voor het vertenen van management ondemeuning biJ de realisatie van het RVC 2000 systeem, opdracht nr Zha 5933 heeft het Directoraat Generaal Rljkswaten;taat, directie Zuid-Holland aan PMC verzocht om een beoordeling van het door HITT op 13 mei opgeleverde document, getiteld: •ACCEPTATIE TEST SPECIFICATIE -sAT, voor RVC 2000 (Overeenkomst ZHa 5704), doe. nr 2201 .ATS_SAT -18 oktober 1995. Revisie: 00-96 05
oe·.
Tevens is verzocht om in dit commentaar te integreren het commentaar van
AW en eventueel commentaar van operationele zijde. Het commentaar is ingedeeld in een algemeen deel, het hele document betreffende, en detailcommentaar per test of testonderdeeL Voor dit laatste commentaar wordt daarbij verwezen naar de desbetreffende test. Teneinde de omvang en leesbaartleid van deze beoordeling te bevorderen, is bij gelijkluidend, of vrijwel gelijkluidend commentaar in eerste instantie het commentaar van AW aangehouden. Waarbij dus dient te worden aangetekend dat het commentaar van AW volledig door PMC wordt onderschreven. Ter vergemakkelijking van de bespreking van het commentaar is in de marge aangegeven wie het commentaar leverde.
2.
Algemeen
2.1
Voot'Waan:len vooraf PMC
Bij het ingaan van de SAT moeten de volgende vragen positief kunnen worden beantwoord: • kunnen alle tests worden uitgevoerd? • zijn alle tests al eens op lokatie door HITT gedaan? Dit voorkomt verrassingen tijdens de uitvoering van de tests en een eventueel daaraan gepaard gaand tijdverlies. Ook moet ervoor worden gezorgd dat voldoende werkplekken bezet zijn en dat degenen die erachter zitten weten wat er van hen kan worden verlangd. Er zijn nog uitstaande TERMA SATs. Deze SATs moeten eerst met goed gevolg zijn doorlopen.
2.2
Beperlfing radarlokaties AW
2.3
Niet accoord met de opmertcing onder 4.7. dat tests op één radarlokatie uitgevoerd worden. Deze opmerking is al bij eerdere gelegenheden gemaakt en besproken. Als de opdrachtgever dit noodzakelijk of wenselijk acht, worden metingen met verschillende radarsensoren uitgevoerd.
Te beperlcte testscript AW
SATHITTE.DOC
De specificaties van deze tests zijn zeer summier en zeker niet aiS een testscripts te beschouwen. Er dient met name aangegeven te worden, hoe de meting uitgevoerd wordt
1
05128196 3:21 PM
28 MAY '96 17=46 Pl'l: 31 10 478 0288
SAT-HITf AW
2.4
Commentaar
Als voorbeeld ad 4.7.2.1: * bepaal een vaarschema per sensor * laat het vaartuig 25m uit de oever varen * controleer permanent de echopresentatie op het scherm en * controleer of de echo onderscheiden van de (synthetische)wal is waar te nemen.
In de beschrijving van de beoogde resuHaten wordt een enkele keer volstaan met verwijzingen naar bijVoorbeeld de eis vermeld in SSS. Dit beperkt de leesbaarheid/bruikbaarheid van dit document Zie o.m. 4.7.2.1, 4 .7.3.1 en 4.8.1.4 .
Vastlegging resultaten AW
2.6
RVC2000
Resultaatbeschrij.ving AW
2.5
P.3/8
De resultaten, meetcondities en meetspecifikaties dienen tijdens de meting schriftelijk vastgelegd te worden. Het herielden van deze gegevens uit registraties Is veelal ondoenlijk omdat dit type metingen vaak moeilijk strak is te beheersen.
Plotvideo AW
De observatie van het radarvideo ter verificatie van plotlengte, plotbreedte en plotrichting is veel te beperkt (test 4.9.6.1 ). Gezien de problematiek aangaande de correcte presentatie van plotvideo en daaraan gekoppeld de tracking-problematiek, zullen metingen aan plotvideo meer aandacht vereisen. Oe overall performance van plotvideo (In relatie tot complexe radarecho's in clutteromgeving) moet intensief bemeten worden. Dus: 1. Geen observatie maar metingen uitvoeren op het plotvideo 2. oe meting moet niet beperkt blijven een patrouillevaartuig als testvaartuig. De Opdrachtgever zal gebieden aanwijzen waar metingen 3. uitgevoerd zullen worden. Daarbij zal met name worden gekeken naar gebieden waar problemen zijn te verwachten.
De resultaten moeten uitwijzen dat 1. Representatie van doelen met plotvideo (lengte, breedte en
2.
3.
oriêntatie) optimaal is, zodat resolutiemetingen met n~darreflector of klein meetvaartuig representatief zijn voor alle typen schepen (zie eis PVE). Positie· en oriêntatiemetingen aan tracksymbolen met een klein meetvaartuig (test 4.9.1.213), dankzij een optimale basis (plotvideo), representatieve en betrouwbare resultaten opleveren.
Detailcommentaar
4.1.2 PMC
De figuur 1 moet een weerslag zijn van het volledig operationeel systeem. Er zijn echter geen dubbele radar zendontvangers op getoond.
PMC
De tabel legt de SAT tegen de eisen uit de SSS. Het zou juister zijn de 1 PVE als leidraad te nemen.
4.2.3
Mening van Peter vragen. Wat zijn de exacte afspraken?
SATHITTE.OOC
2
05128196 3:21 PM
28 MAY '96 17:47 PMC 31 10 478 0288
P.4/8
RVC2000
SAT-HITT
Commentaar
4.3.1 PMC
Het moet duidelijk zijn wanneer de vaartuigen benodigd zijn. Een planning van de tests moet worden toegevoegd. Een en ander geldt naruurlijk ook voor eventueel benodigd personeel van de Opdrachtgever. ~1 0 m in geval van regen'' is onjuist gespecificeerd. Bij een regenval v~n 16 mmlh geldt de detectie-eis voor een 10 m2 doeL Het betekent dus niet dat zodra het gaat regenen een 10 m2 reflektor mag worden geplaatst HITikan, zo het mocht gaan regenen, aan de Opdrachtgever toestemming vragen om met de grote reflektor te gaan meten. Vooralsnog kan gewoon met de kleine reflektor worden doorgegaan. Mochten de resultaten niet binnen de eisen zonder regen vallen, dan kan gebruikmakend van de feitelijke neerslagsituatie de discussie over de geldigheid van de resultaten worden geopend. 2
4.3.2 PMC Voor Noordparkis ooit een ander punt opgegeven,.dat ook beter in het zicht van de radar ligt een referentiepunt op het puntje van een in het water uitstekend stuk land, op X=106073,00 Y=425868,29, met de meetwaarden p=B61 ,32 qr=126,46. Is hier iets bewust gewijzigd, en zo ja waarom?
4.3.3 PMC
Het is niet erg zinvol om boeien of tonnen te gebruiken voor het bepalen van positienauwkeurigheden. Bovendien moeten de X-Y coOrdinmen zo nauwkeurig mogelijk worden opgegeven. Merk op, dat 0.1" overeen komt met een onnauwkeurigheid van 3.1 m in X en 1.9 m in Y (gezien de gemelde getallen wordt verondersteld dat de laatste '0' niet meedoet. Is dat wel het geval dan wordt de onnauwkeurigheid 30 cm resp. 20 cm)
AW
Vóór uitvoering van de Sat dient de CCCL ter controle beschikbaar te zijn. Tevens dient tijd beschikbaar te worden gesteld om ook de technische gebruikersdocumentatie te beoordelen.
PMC
Is het niet belangrijk wanneer de registratieverlenging aan het systeem wordt opgedragen?
PMC
Het is nodig dat er een duidelijke afspraak wordt gemaakt hoe het moment van passeren van een vast punt kan worden geconstateerd en vastgelegd. Misschien is het nodig om eerst langzaam te varen en het radarbeeld te onthouden bij het moment van passeren zoals dat aan boord van het vaartuig wordt geconstateerd. Daarna kan het vaartuig met de vereiste snelhe1ó de manoeuvre herhalen. Het tijdsverschil tussen constateren van het passeren door het vaartuigpersoneel en het optreden van het eerder daarbij behorend radarbeeld kan dan worden bepaald.
PMC
Beoordeling moet plaats vinden door het waarnemen van plots. Daannee wordt duidelijkheid verkregen omtrent de ingangsvoorwaarden voor de doelvolger en worden onzekerheden tijdens de waarneming vermeden. Een plot wordt al of niet gegenereerd; de '1' bij de waarnemingen via het radar video komt hier niet voor.
AW
De meting is onmogelijk op deze wijze uit te voeren gezien de grote hoeveelheld niet te voorkomen meetfouten. (Op welk moment zijn de voorstevens gelijk voor de veldwaarneming en voor de beeldwaameming, welke aanstraalrichting heeft de antenne op dat moment?)
4.5.1.2
4.6.2.4 4.7.3
4.7.4.1
4.7A.2
SATHITIE.DOC
3
05128198 3;21 PM
28 MAY '96 17:47 PM: 31 10 478 0288
SAT-HITI
P.S/8
RVC2000
Commentaar
Er dient op een effectieve manier gebruik te worden gemaakt van de Terma faciliteit, dat in een nader te bepalen radarsector de zendpuls tijdelijk te "blinderen" is. Voorstel: Op remote-lokatie: • kies een referentiepunt * blindeer de zendsector waarin dit referentiepunt ligt • herstart uitzenden in de bewuste sedor op moment TO * bepaal het moment dat de rndarantenne het referentiepunt aanstraalt: T1 . In de centrale: • bepaal het presentatiemoment l2 van het referentiedoel, * T2 - T1 max 3 seconden, • T1 - TO max 3 seconden omwentelingatijd PMC
De opdeling van de tijd van 6 (?) seconden in tweemaal drie is nergens genoemd. De zin derhalve weglaten. Er mag een maximale totale vertraging van 3 seconden worden geconstateerd, zoals in de PVE geëist en in de SSS gesteld, ongeacht de analyse van een onderliggend mechanisme. De Cdrachtgever houdt voor het moment van detectie vast aan het moment juist nadat de radarbundel het doel heeft gepasseerd. Het is niet duidelijK waarom het passeren van een ander vaartuig als moment wordt gebruikt. Hoe snel passeren de vaartulgen elkaar? Beter is een procedure zoals aangegeven in het commentaar bij 4.7.3 of het voorstel van AW hierboven. Oe laatste is het scherpst maar werkt alleen op video en plots, de eerste werid ook op tracks.
4.7.5.1 PMC
Op de hier beschreven wijze wordt alleen een relatieve nauwkeurigheid aangetoond. Het lis het beste om voor de bepaling van absolute nauwkeurigheden als meetbasis het X-Y coördinatenstelsel aan te houden. Voor alle objecten (plots. referentiepunten, kaarten, symbolen ...)moet dan worden aangetoond dat zij op de juiste plaats in dat stelsel liggen.
4.7.5.2 PMC
Er is geen specifieke eis in dePVEvoor een gebied met meervoudige dekking. Deze test toont dan ook alleen positieverschil aan bij waarneming door twee verschillende radars zoals in de SSS gespecificeerd.
PMC
In deze tests wordt alleen beoordeeld of de resolutie wordt gehaald. De resolutie dient te worden gemeten door de (bekende} afstand langzaam kleiner/groter te maken totdat samensmelting van plots optreedt/ophoudt. Er ontstaat dan een meetwaarde die kan worden vastgelegd.
AW
De tangentiële resolutie van 21 m geldt op de maximum afstand van 2000m. De vereiste tangentiële voor punt 2b is dus afhankelijk van de afstand tot de radarsensor.
PMC
Zie eerdere opmerkingen over de (positie)nauwkeurigheden. Het coördinatenstelsel is de meetbasis.
4.7.6
4.7.6.1
4.7.7
Het is beter om niet de geografische positie te nemen maar de daarvan afgeleide X-Y waarden. Hiennee wordt o.a. voorkomen dat conversiefouten als systeemfouten worden bezien (aangenomen dat de boelposities worden ingebracht als X-Y waarden). Wanneer hier de
SATHITTE.OOC
4
05128.196 3:21 PM
P.6/8
28 MAY '96 17:48 PMC 31 10 478 0288
SAT-HITT
RVC2000
Commentaar
gegevens van de nominale posities van de boeien wolden gecontroleerd is dat juist (controle van de kaart). Wanneer de posities van de boeiplots of -tracks wordt gecontroleerd is dat niet juist. Boeien en tonnen zijn hierveer niet geschikt omdat zij kunnen bewegen over afstanden die ver uitgaan boven de nauWI<eurigheidseis. Nauwkeurigheid van video en plotpresentatie hoort overigens in een andere test thuis. De afwijking Oost-West wordt berekend met (20/1852)/cos(51 49) en wordt daardoor niet 0.4" maar 1".
4.7.8.2. AW
Tot de meting behoren m.i. tevens de volgende aspecten: a. een doel dient ondanks de passage van mosaTekgrenzen consistent in beeld te blijven. b. Het moet mogelijk zijn in gevat van uitvallen van één der radarsensoren van het mozaTekbeeld dat het video van één van de andere dat gebled dekkende radars vertoond wordt (zie PVE blz. 37 punt 4.1.9).
4.7.8.3. PMC
De procedure die nodig is om de mozaïekgrenzen te bepalen is niet geschikt voor gebruik naderhand door de systeembeheerder. • de coördinaten zijn nietszeggend en dienen via de human interface te worden vertaald naar/vanuit de begrijpelijke en aan iedereen bekende X-Y coördinaten. • het moet mogelijk zijn de set coördinaten op het scherm op te roepen en er één of meer van te wijzigen, dit om volledig opnieuw intypen van alle waarden te vermijden en de kans op typefouten te minimaliseren. • het moet mogelijk zijn op het geografische scherm de mozaTekgrenzen aan te passen en te controleren hoe deze aansluiten bij de grenzen van het aanliggende mozalekgebïed. Controle is zonder een dergelijk instrument bijna niet mogelijk. • het moet mogelijk zijn (voordat een wijziging formeel wordt bevestigd) de situatie van v6ór de wijziging op eenvoudige wijze te herstellen. De hier beschreven procedure is gebruiksonvriendelijk en is waarschijnlijk alleen uit te voeren als kan worden beschikt over een grondige systeemkennis. Het biedt voordelen om ook eerst een kopie te maken van de file mosiacOB.cgm. De procedure voor het maken van de kopieën dient te worden aangegeven evenals het weer ongedaan maken.
4.7.9.1. PMC
Deze procedure behandelt het gebruik van een communicatielijn met gedefinieerde capaciteit voor het transporteren van een verkaarsbeeld met ongedefinlêerde informatie-inhoud. Oe test is dus nietszeggend. Wellicht is het mogelijk de drempel van de betreffende radar te verlagen totdat een zeker aantal plots per omwenteling wordt gegenereerd (er is vast wel een plot-teller). Dat aantal moet dan overeenkomen met de maximale gespecificeerde capaciteit voor één track kanaal.
AW
De hier beschreven test is zinloos. Als een track samensmelt of door afscherming verloren gaat wordt de track niet onderhouden. We weten niet of dit nu conform de specificaties is of niet. Op de pagina's 44 en 45 van het PVE staat expliciet aangegeven onder welke omstandigheden/condities een track kan samensmelten c.q. verloren kan gaan door afscherming en hoe dit tot uiting mag komen.
4.8.1.4
SATHmE.DOC
5
~8196
3:21 PM
28 MAY '96 17: 49 PMC 31 10 478 0288
SAT-HITT
PMC
P . ?/8
RVC2000
Commentaar
Dus hiermee kunnen we de extremen voor trackonderhoud expliciet maken voor deze test. Trackverties mag niet plaats vinden zolang de plots een bepaalde detektiekans niet onderschrijden. Dat wordt hier niet aangetoond. Ook dient te worden aangetoond dat trackverties evenmln optreedt in gebieden waar automatische initiatie niet is toegestaan. De PVE onderscheidt 5 geldige oorzaken voor trackverllee, ongeacht of de track is ge'(dentificeerd: 1. manoeuvres buiten de gespecificeerde karakteristieken 2. venaten dekkingsgebied 3. detectiewaarschijnlijkheid lager dan 70% 4. voldoende lang afgeschermd 5. samensmelten met de wal Behalve de detectiewaarschijnlijkheid, kunnen al deze gevallen met behulp van een dienstvaartuig worden getest. Wellicht is met gebruik van de surfplank en verhogen van de drempel ook oorzaak 3 te testen.
4.8.1.5. AW
4.8.1.6. PMC
Er dient te worden aangegeven onder welke extremen (o.m. ten aanzien van de snelheid) de track nog behouden blijft, en onder die condities dient te worden getest. Indien trackverlies optreedt mag definitief afbreken pas geschieden na een gespecificeerd aantal antenne omwentelingen. Dit dient te worden getest.
4.8.1.8. AW PMC
Alleen zinvol als HITT in afgelopen periode met stroomrillen is geconfronteerd. Aangetoond dient ook te worden dat de varende objecten van de plaatselijke drempelverhoging geen hinder ondervinden.
4.9.1.1 AW
Het resultaat dient als volgt gespecificeerd te worden: De afmetingen van het symbool Is op schaal gelijk aan de afmetingen van het vaartuig met een afwijking kleiner dan 30%. Zulks op voorwaarde dat de afmetingen van het vaartuig niet handmatig ingevoerd zijn maar meetwaarden zijn.
4.9.1.2. en 4.9.1.3. AW
Zijn eerst zinvolle tests als duideijk is dat het genoemde ~~bijbehorend video" optimaal van kwaliteit is. Eerst dient dus (in meer detail dan voorgesteld) proef 4.9.6.1. uit te worden gevoerd.
4.9.1.4. PMC
Kan tijdens de test aan een symbool elke willekeurige status worden toegekend? Aangegeven dient te worden hoe de test verloopt.
4.9.2.1. PMC De uitwisselbaarheid houdt ook en vooral in, het kunnen uitvoeren van functies die voorbehouden zijn aan degeen die heeft ingelogd. Dit dien te worden aangetoond. Te denken valt aan bediening van radars, identificeren en dergelijke.
4.9.6.1. PMC
SAlliiTTE.OOC
Dezelfde radar mag niet worden bediend vanuit twee werkposities (SCM vensters). Dat zou tot oonflicten kunnen leiden. In de eerste zin van 'invoer' moet een keuze worden gemaakt uit 'een twee'. Het aspect van de autorisatie is heel wezenlijk maar hier niet ter sprake gebracht. Bij 6 beter spreken van selectie van zendontvanger in plaats van radar selectie.
6
05128196 3:21PM
---~28~~!:1..~~ - ~
17:se PMC 31 10 478 0288
P . B/8
RVC2000
SÄT-HITI
Commentaar
-4.9.6.6.
PMC 4.11.1 •.
Het testvaartuig moet varen met constante snelheid en richting.
PMC Alle afspeeltests hierna gaan samen met audio. Er dient ook te worden aangetoond dat beeld en audio afzonderlijk kUnnen worden afgespeeld, en dat bijvoorbeeld bij het afspelen van een verkeerssituatie (beeld) vanaf een bepaald moment het audio kan worden bijgeschakeld.
Oe testprocedures zJjn te summier beschreven om definitief te beoordelen, echter de huidige beschrijving doet vermoeden dat de human interface bij dit proces geheel via UNIX commando's verloopt. Dat is niet gebruiksvriendlijk. Discussie is noodzakeUjk. 4.11.1.2. en
4.11.1.3. PMC Hier en bij atle betreffende synchronisatie aktiviteiten: op de band moet eerst de boodschap I aankondiging, daarna pas het moment 'NU' of 'JA'., De synchronisatie is anden; moeilijk te testen. 4.11.1.5. PMC Bij deze test dient zowel de mogelijkheid heen en terug springen over een korte tijd (minder dan 15 seconden) en een langere tijd (10 minuten of meer} te worden aangetoond. 4.12..
PMC Het ~eest voo~omende geval (het uitvallen van de netspanning op een lokatie) ~t ntet getest. Er zijn tenslotte UPs.sen geplaatst waarvan · 4.12.1.3. en 4.12.1.4. PMC
4.12.1.3.
de werking nog moet worden aangetoond.
De laatste zin van 'Resultaaf . . t ?nieuw opbouwen van het ~s me correct. Er is tijd nodig .voor het tiJdsduur van de spanningsuitval=~ld. .Hoe lang ~uurt dit? De Wat gebeurt er met de identificaties? ge pec;ficeerd. Is d1e belangrijk?
PMC Wat is hier het blijvend MRT).
trekt · ee van een spanningsuitvaf (identificaties,
Waarom wordt de 'extra test' hier toegevoegd?
5en6
PMC
De restpunten staan hier achtera . uitgevoerd (FAT Vooraf adn, maar dtenen eigenlijk eerst te. worden 5.3.1.1.. gaan aan SAT). PMC De bedoeling van 'Omschr' . . . .. configuratie. Het is niet zinvol IS dmet dUideliJk. Er is nu een andere 5.3.2.3. om aarvan afte wijken. PMC Wybertje? enz.
5.4.2.6.
PMC
SATHITTE.DOC
.Hier kan worden aang wordt aangetoond. Do~e~:n dat de ~nctionalite.~ in ~ SAT Procedure volkomen identiek geworden. omstandtgheden ZIJn dte Pl'OC@dures nu
7
i