Oudheid en Heden Bijlage LESMATERIAAL Deze bijlage bevat lesmateriaal dat in de loop van het onderzoek ‘Oudheid en Heden’ is ontwikkeld. De bijlage bevat ook een aantal lessen afkomstig van andere gymnasia. Enkele zijn (waar nodig aangepast) gebruikt tijdens pilots, zoals beschreven in het onderzoekverslag. Andere lessen zijn onveranderd in deze bijlage opgenomen.
1
INHOUD
Blz.
Verteltheater Antigone Project Metamorphosen De Romeinse limes Rembrandts voorbeelden Allard Pierson Project Identiteit Themaproject Klassieke oudheid Multimedia project ‘Itsmylife’ De Kunstroute in A’dam Rome-Docufilm Fotoreportage architectuur Webquest worldcities Sneak preview: Rome Project Schrikbeelden Paleis op de Dam Verbreden zonder grenzen KCV opdracht Virtueel museum Filmproject The Trumanshow Betoog Godencompetitie Betoog Nachleben Recensie
2 10 14 18 22 26 30 36 42 46 50 60 64 70 74 86 92 96 100 108 112 114
Verteltheater docentenhandleiding en lesbrief Een voorbereidende les voorafgaand aan een theatervoorstelling op school, en een lesbrief met beschouwingvragen voor het schrijven van een verslag. Klas 1 en 2
2
3
Docentenhandleiding Voorstelling “Er was een broer en een broer. Over de zonen van Zeus” Verteltheater De Overkant , door Fons Boer en Jelke Smit Woensdag 9 maart, 13.30 uur klas Gym 1 De dag van de voorstelling. De klas verzamelt zich in een lokaal, dat op het roosterbord wordt aangegeven. Bereid de leerlingen voor op de voorstelling zoals hier staat beschreven. Zorg dat jullie vijf minuten voor aanvang in de aula zijn. Jassen en tassen en de lesbrief blijven achter in het lokaal. Toon de leerlingen waar ze moeten gaan zitten, haal luidruchtige groepjes uit elkaar. Ga met je collega’s verspreid in de zaal zitten. Na de voorstelling ga je met je klas terug naar het lokaal om na te praten en de leerlingen in de gelegenheid te stellen om de vragen over de voorstelling maken. Vooraf Vertel waar de voorstelling over gaat en hoe het zal verlopen. Wat treffen de leerlingen in de zaal aan? Hoe dienen zij zich te gedragen? Vraag wie er wel eens bij een voorstelling is geweest. Wat gebeurt er? Groepsgesprek ‘Hoe kijk je naar een voorstelling?’ Leerlingen moeten vaak nog vertrouwd raken met het kijken naar een voorstelling. Een voorstelling is live en wordt dus gemaakt waar je bij bent. Het gedrag van het publiek is van invloed op de kwaliteit van de voorstelling in positieve, maar ook in negatieve zin. Kinderen zijn allemaal vertrouwd met televisie kijken. Het bijwonen van een voorstelling is iets heel anders. Vraag de leerlingen welke verschillen er zijn tussen TV kijken en naar een live voorstelling gaan. Kijken naar een voorstelling. - Een voorstelling is live. - Je kunt de voorstelling niet zo maar stopzetten. - Een voorstelling speelt zich af speciaal voor de kinderen. - Er zijn onbekende mensen bij die de voorstelling maken. - Er zijn speciale voorzieningen nodig, zoals licht en geluid. - Lopen, praten, eten en schuifelen stoort. - Jassen en tassen moeten elders opgeborgen worden - Telefoons e.d. zijn niet toegestaan
Voorbereiding op het verhaal In Er was een broer en een broer... wordt eerst kort verteld over de Chaos en het ontstaan van de wereld. De strijd tussen de oergoden wordt genoemd (maar niet uitvoerig behandeld. ) De belangrijkste personages van de voorstelling zijn in volgorde van opkomst: Zeus, Hera, Hephaistos, Ares, Aphrodite, zeegodin Thetys, Eros, Tante Twistappel (Eris). Vertel de leerlingen in de voorbereiding iets over het begrip ‘mythe’ en over bovengenoemde goden. Mythe (Grieks: mythos; µυθος) betekende oorspronkelijk in het Grieks: gesproken woord, verhaal.
Mythen vertellen ons over het ontstaan van goden, halfgoden of goddelijke voorouders, over 4
hun daden, over de schepping van de wereld en van de mens. In de mythen wordt verteld hoe de wereld in elkaar zit, over het ontstaan van de cultuur en de sociale gebruiken. De Olympische goden en de goden die een rol spelen in de voorstelling Vroeger bedachten de mensen een godheid voor allerlei natuurverschijnselen, waarvoor ze geen verklaring hadden of waarvoor ze bang waren of ontzag hadden,. Ook bedachten ze goden en godinnen als beschermheer of -vrouw van belangrijke levensprocessen, zoals bijvoorbeeld een godin van de oogst of een godin van het huwelijk, de liefde enz. Ook in het oude Griekenland aanbaden de mensen vele goden en de belangrijkste onder hen waren de 12 goden, die volgens de Grieken op de berg Olympus woonden. Voor de mensen was het ondenkbaar dat de goden tussen hen in zouden wonen; zij hadden hun zetel op onbereikbare plaatsen en de bijna 3.000 meter hoge Olympus was een uitgelezen plek waar de Grieken hun goden konden laten wonen. Een plaats die voor stervelingen streng verboden terrein was. Zeus is de God van de Hemel, heerser over de mensen en de goden. Hij is de oppergod, de machtigste van alle goden op Olympus. Andere namen voor Zeus waren de Regengod, Wolkenverzamelaar, de Bliksemgooier. De vogel van Zeus is de adelaar en zijn boom is de eik. Zeus was de jongste zoon van Kronos en Rhea. Zijn vader Kronos werd gewaarschuwd dat één van zijn kinderen hem zijn macht en heerschappij zou ontnemen. Om dat te voorkomen at hij al zijn kinderen op, meteen na de geboorte. Maar dat gebeurde niet bij Zeus... Rhea redde Zeus door niet het pasgeboren kind maar een in een doek gewikkelde steen aan Kronos te eten te geven. Kronos at deze steen in één keer op.
Zeus werd in het geheim grootgebracht op het eiland Kreta door Adrasta en haar zuster Io. Eenmaal volwassen ging hij terug om wraak te nemen op zijn vader. Hij vroeg de hulp van Metis, zijn tante, die een drankje voor Kronos maakte, waardoor hij al zijn kinderen uitbraakte. Dit waren Hera, Poseidon, Hades, Hestia en Demeter. Nadat Zeus Kronos doodde met zijn bliksemschicht, vielen alle goden onder zijn heerschappij. Zeus is getrouwd met Hera. Zij trouwden in de lente en men zegt dat hun huwelijksnacht wel 300 jaar duurde! Samen hadden zij 4 kinderen: Hephaestos, Ares, Eris en Hebe.
5
De god Hephaistos (Gr ) of Hephaestus (Lat.) is de god van het vuur en de smid van de goden. De oude Grieken dachten dat wanneer er een vulkaan uitbarstte dat het door Hephaistos kwam omdat hij dan weer aan het smeden was. Hephaistos is getrouwd met Aphrodite, godin van de schoonheid en de liefde. Ares, wat bederver betekent, was de god van de oorlog en niet erg geliefd bij de andere goden. Ares zou als oorlogsgod een modelkrijger moeten zijn, maar hij was verre van dat. Hij zaaide veel chaos op het slagveld, zodat er zoveel mogelijk bloed zou vloeien, iets waar hij verzot op was. Eris is de godin van Tweedacht en Strijd. Zij is de dochter van Zeus en Hera, tweelingzuster van Ares. Eris vond het leuk om geruchten te verspreiden die onenigheid voortbrachten. Aphrodite is de godin van de Liefde en Schoonheid. Zij was ook de godin van ontucht en prostitutie. Ze had de kracht om vrouwen te verleiden tot ontrouw maar kon hen ook aanmoedigen tot trouw en kuisheid. Eros is de god van de liefde en schoonheidsverlangen. Hij werd vaak afgebeeld als een jongen met gouden vleugels en met een pijl en boog. Tenslotte: Deel de bijgevoegde lesbrief uit aan de leerlingen en laat ze alvast de vragen door lezen voordat ze naar de voorstelling gaan, zodat ze weten waar ze op moeten letten.
NB
De lesbrief niet mee nemen naar de voorstelling! Tassen en jassen blijven in het lokaal, evenals mobieltjes e.d. Begeleid de klas naar de zaal en wijs hen hun zitplaatsen (let op wie je naast elkaar laat zitten) Ga zelf tussen de leerlingen in de zaal zitten Bespreek de voorstelling na in het lokaal en laat de leerlingen de vragen beantwoorden van de lesbrief Succes en veel plezier met deze bijzondere voorstelling!
6
7
Lesbrief Voorstelling “Er was een broer en een broer. Over de zonen van Zeus” Vertel/muziektheater De Overkant , door Fons Boer en Jelke Smit Woensdag 9 maart, 13.30 uur in aula Trinitas Gymnasium
klas Gym 1
De Olympische goden en de goden die een rol spelen in de voorstelling Vroeger bedachten de mensen een godheid voor allerlei natuurverschijnselen, waarvoor ze geen verklaring hadden of waarvoor ze bang waren of ontzag hadden,. Ook bedachten ze goden en godinnen als beschermheer of -vrouw van belangrijke levensprocessen, zoals bijvoorbeeld een godin van de oogst of een godin van het huwelijk, de liefde enz. Ook in het oude Griekenland aanbaden de mensen vele goden en de belangrijkste onder hen waren de 12 goden, die volgens de Grieken op de berg Olympus woonden. Voor de mensen was het ondenkbaar dat de goden tussen hen in zouden wonen; zij hadden hun zetel op onbereikbare plaatsen en de bijna 3.000 meter hoge Olympus was een uitgelezen plek waar de Grieken hun goden konden laten wonen. Een plaats die voor stervelingen streng verboden terrein was. Zeus is de God van de Hemel, heerser over de mensen en de goden. Hij is de oppergod, de machtigste van alle goden op Olympus. Andere namen voor Zeus waren de Regengod, Wolkenverzamelaar, de Bliksemgooier. De vogel van Zeus is de adelaar en zijn boom is de eik. Zeus was de jongste zoon van Kronos en Rhea. Zijn vader Kronos werd gewaarschuwd dat één van zijn kinderen hem zijn macht en heerschappij zou ontnemen. Om dat te voorkomen at hij al zijn kinderen op, meteen na de geboorte. Maar dat gebeurde niet bij Zeus.. Rhea redde Zeus door niet het pasgeboren kind maar een in een doek gewikkelde steen aan Kronos te eten te geven. Kronos at deze steen in één keer op. Zeus werd in het geheim grootgebracht op het eiland Kreta door Adrasta en haar zuster Io. Eenmaal volwassen ging hij terug om wraak te nemen op zijn vader. Hij vroeg de hulp van Metis, zijn tante, die een drankje voor Kronos maakte, waardoor hij al zijn kinderen uitbraakte. Dit waren Hera, Poseidon, Hades, Hestia en Demeter. Nadat Zeus Kronos doodde met zijn bliksemschicht, vielen alle goden onder zijn heerschappij. Zeus is getrouwd met Hera. Zij trouwden in de lente en men zegt dat hun huwelijksnacht wel 300 jaar duurde! Samen hadden zij 4 kinderen: Hephaestos, Ares, Eris en Hebe. De god Hephaistos (Gr ) of Hephaestus (Lat.) is de god van het vuur en de smid van de goden. De oude Grieken dachten dat wanneer er een vulkaan uitbarstte dat het door Hephaistos kwam omdat hij dan weer aan het smeden was. Hephaistos is getrouwd met Aphrodite, godin van de schoonheid en de liefde. Ares, wat bederver betekent, was de god van de oorlog en niet erg geliefd bij de andere goden. Ares zou als oorlogsgod een modelkrijger moeten zijn, maar hij was verre van dat. Hij zaaide veel chaos op het slagveld, zodat er zoveel mogelijk bloed zou vloeien, iets waar hij verzot op was. Eris is de godin van Tweedacht en Strijd. Zij is de dochter van Zeus en Hera, tweelingzuster van Ares. Eris vond het leuk om geruchten te verspreiden die onenigheid voortbrachten.
8
Verslag van de voorstelling _______________________________________________________________________ NAAM: KLAS: •
Gegevens voorstelling ( titel, datum, locatie):
_______________________________________________________________ Vragen: (je mag de antwoorden ook op een ander blad schrijven) Wat waren je verwachtingen?
Beschrijf de voorstelling naar: INHOUD (waar gaat het over?) VORM (wat is er allemaal te zien in de voorstelling ?)
Wat heb je ervaren, was het anders dan je verwachting?
Wat vind je van de voorstelling?
Zoek een passende afbeelding of maak zelf een tekening als illustratie bij je verslag. ___________________________________________________________________ Verslag inleveren bij je K&C docent voor in je kunstdossier.
9
Antigone docentenhandleiding en lesbrief Een voorbereidende les voorafgaand aan een theatervoorstelling op school, en een lesbrief met beschouwingvragen voor het schrijven van een verslag. Klas 2
10
11
Docentenhandleiding Voorstelling “Antigone” door Theatergroep ZINspelers Dinsdag 8 maart, 14.00 uur
klas Gym 2
De dag van de voorstelling. De klas verzamelt zich in een lokaal, dat op het roosterbord wordt aangegeven. Bereid de leerlingen voor op de voorstelling zoals hier staat beschreven. Zorg dat jullie vijf minuten voor aanvang in de aula zijn. Jassen en tassen en de lesbrief blijven achter in het lokaal. Toon de leerlingen waar ze moeten gaan zitten, haal luidruchtige groepjes uit elkaar. Ga met je collega’s verspreid in de zaal zitten. Na de voorstelling ga je met je klas terug naar het lokaal om na te praten en de leerlingen in de gelegenheid te stellen om de vragen over de voorstelling maken. Voorbereiding Vertel waar de voorstelling over gaat en hoe het zal verlopen. Wat treffen de leerlingen in de zaal aan? Hoe dienen zij zich te gedragen? Vraag wie er wel eens bij een voorstelling is geweest. Wat gebeurt er? Vertel de leerlingen iets over het begrip ‘mythe’ en lees samen de korte samenvatting van het verhaal. Mythe (Grieks: mythos; µυθος) betekende oorspronkelijk in het Grieks: gesproken woord, verhaal. Mythen vertellen ons over het ontstaan van goden, halfgoden of goddelijke voorouders, over hun daden, over de schepping van de wereld en van de mens. In de mythen wordt verteld hoe de wereld in elkaar zit, over het ontstaan van de cultuur en de sociale gebruiken. Tenslotte: Deel de bijgevoegde lesbrief uit aan de leerlingen en laat ze alvast de vragen door lezen voordat ze naar de voorstelling gaan, zodat ze weten waar ze op moeten letten. NB De lesbrief niet mee nemen naar de voorstelling! In het kort het verhaal van Antigone: Antigone en Ismene , de dochters van Oedipoes en Iokaste,lijken eindelijk een vreedzaam leven te leiden in Thebe, waar hun oudste broer Eteocles op de troon zit. Maar hun jongere broer Polyneikes heeft zijn zinnenop de troon van Thebe gezet en doet een aanval op de stad. In een gevecht doden de broers elkaar. Kreon, de broer van Iokaste, wordt hierdoor Koning van Thebe.Het is aan hem te besluiten wat er met de doden zal gebeuren. Eteokles zal een eervolle begrafenis ten deel vallen,omdat hij in de strijd voor Thebe gesneuveld is. Maar het lichaam van Polyneikes , die de stad verraden heeft,zal onbegraven over de stadsmuur gegooid worden als voer voor de wilde honden. Een ieder die toch zal proberen hem te begraven,zal dit met de dood moeten bekopen. Antigone kan de gedachte aan het gruwelijke lot van haar broer niet verdragen. Zij voelt het als haar plicht hem te begraven zelfs al heeft Kreon het verboden. Zelfs al weet ze wat de gevolgen kunnen zijn. Als haar zus Ismene haar niet wil helpen, besluit Antigone in haar eentje het lichaam van haar broer de laatste eer te bewijzen. Een besluit dat heel Thebe op zijn grondvesten zal doen schudden...
12
Verslag van bezoek aan voorstelling _______________________________________________________________________ NAAM: KLAS: •
Gegevens voorstelling ( titel, datum, locatie):
______________________________________________________________________ Vragen:
(je mag de antwoorden ook op een ander blad schrijven)
Wat waren je verwachtingen?
Beschrijf de voorstelling naar: INHOUD (waar gaat het over?) VORM (wat is er allemaal te zien in de voorstelling ?)
Wat heb je ervaren, was het anders dan je verwachting?
Wat vind je van de voorstelling?
Zoek een passende afbeelding of maak zelf een tekening als illustratie bij je verslag. ___________________________________________________________________ Verslag inleveren bij je K&C docent voor in je kunstdossier.
13
Metamorphosenproject Een projectweek met workshops waarin een hele klas een multidisciplinaire productie maakt. Klas 1 of 2
14
15
LESBRIEF
Metamorphosenproject
klas Gym 1
Het thema voor deze projectweek is ‘Metamorphosen’, naar het werk van de klassieke auteur Ovidius.
In deze projectweek gaan jullie met je klas een toneelproductie maken die vrijdag aan alle andere brugklassen getoond wordt. Er zijn heel veel verschillende dingen te doen en je mag zelf kiezen bij welke werkgroep je je aansluit. De bedoeling is dat je de hele week met je werkgroepje werkt aan jullie onderdeel van de productie. Met de hele klas samen zet je dan een geweldige voorstelling neer. De klas met de beste voorstelling krijgt een prijs!
Zo ziet de week er uit: Dag 1 Start met het toneelstuk ‘Acht Goden’, gespeeld door jullie docenten in de aula. Terug in je klas lezen jullie met elkaar het verhaal dat in een toneelstuk met muziek en dans moet worden veranderd. Daarna worden de keuzes gemaakt en gaan de verschillende werkgroepjes naar het lokaal waar de workshops gegeven worden door gastdocenten. Elk groepje krijgt ook een ‘eigen’ docent die de hele week je begeleider blijft.
Dag 2 Iedereen gaat in zijn eigen werkgroepje verder. Net als op dag1 hebben jullie dezelfde docent als begeleider. De muziekgroep gaat vandaag naar de KunstLinie. Om 15 uur toont iedereen aan de rest van de klas wat ze tot nu toe hebben gedaan.
Dag 3 In de ochtend gaat iedereen weer aan de slag met zijn of haar eigen taak. Na de lunch wordt de eerste doorloop van het hele toneelstuk gedaan, iedereen is daar bij aanwezig en er wordt besproken wat er nog veranderd moet of kan worden.
Dag 4 Dit is de dag van de generale repetities en alle puntjes op de i!
Dag 5 Alle brugklassen tonen vandaag hun toneelstuk in de aula. Voorafgaand aan elk toneelstuk geven de journalisten een presentatie. Na afloop wordt de winnende klas bekend gemaakt en de projectweek wordt afgesloten met een feestelijk buffet.
16
Dit zijn de verschillende werkgroepen waaruit je kunt kiezen: Toneelspelers Samen met de regiegroep gaan jullie van het verhaal een echt toneelstuk maken. Jullie krijgen een workshop van echte acteurs die jullie leren om zonder de teksten helemaal uit je hoofd te kennen toch je rol goed te kunnen spelen (improvisatietoneel). De hele week ga je oefenen met jullie begeleider, en met de regiegroep.
Regiegroep Jullie gaan samen met de toneelspelers van het verhaal een echt toneelstuk maken. Jullie schrijven teksten en toneelscènes en helpen de toneelspelers met aanwijzingen. Jullie krijgen een workshop ‘Theater maken’.
Kostuumgroep Na een workshop grime gaan jullie aan de slag met het aanpassen en versieren van de kostuums, de hoofddeksels en de maskers. Jullie verzorgen ook het schminken van de toneelspelers op dag 4 en 5
Journalisten De hele week moet verslagen worden in een projectkrant. Deze mag digitaal zijn of ‘ouderwets’ op papier. Jullie doen interviews, maken foto’s en/of filmpjes en schrijven elke dag een stukje over wat er gebeurd is. Ook maken jullie de poster bij het toneelstuk. Hiervoor krijgen jullie een workshop Photoshop. Voorafgaand aan de voorstelling geven jullie een presentatie over het verloop van de week.
Dans- en muziekgroep Dans je graag of heb je verstand van muziek? Dan is dit een goede keuze. De muziekgroep gaat een dag naar De Kunstlinie waar je leert om muziek op de computer te maken bij het toneelstuk. De dansgroep gaat met een choreografe dansjes maken die bij het toneelstuk worden opgevoerd. De muziekgroep helpt hierbij met de muziek en de techniek.
Decorgroep Eerst krijgen jullie een workshop waarin je leert van kartonnen dozen en met spuitbussen echt lijkende decorstukken te maken. De rest van de week ga je onder leiding van een docent aan de slag met het decor voor het toneelstuk.
Veel plezier en succes deze week!
17
De Romeinse limes Onderzoeksopdracht ter voorbereiding van het introductiekamp in Nijmegen. Klas 1
18
19
Lesbrief De Romeinse Limes
Klas Gym1
Inleidend filmpje: http://entoen.nu/romeinselimes/beeld-en-geluid/canonclip-de-romeinse-limes-(voortgezetonderwijs)#beeld
Inleiding Ongeveer 2000 jaar geleden veroverden de Romeinen vele landen. Daardoor ontstond het grote Romeinse Rijk. Een groot deel van wat nu Nederland is, was toen Romeins. De rivier de Rijn stroomde van vlakbij Nijmegen via Utrecht naar de Noordzee. De Rijn was de noordelijke grens van het Romeinse Rijk. In het Latijn, de taal van de Romeinen, heet zo'n grens de 'Limes'. De grens moest goed bewaakt worden De Rijn was trouwens niet alleen de grens, maar ook een belangrijke transportrivier voor de Romeinen. Per boot voerden ze hun voorraden af en aan. Ten noorden van de Rijn begon - volgens de Romeinen - de woeste wereld. Daar woonden 'wilde' Germaanse en Keltische stammen, zoals de Friezen. De Romeinse soldaten bewaakten hun grens, de Limes, dus heel goed. Getrainde soldaten met blinkende zwaarden Langs de oevers van de Rijn bouwden ze forten, wachtposten en legerkampen. Zo verdedigden ze hun rijk tegen aanvallen van hun vijanden uit het noorden. De Romeinen bouwden heel veel, ook buiten de forten. Door de Romeinse manier van bouwen ging de hele omgeving er anders uitzien. In de meeste kampen woonden een paar honderd Romeinse soldaten. Maar bij Nijmegen bouwden ze een kamp voor 2 legioenen, dat zijn wel 12.000 soldaten! Je kunt wel bedenken wat een indruk die maakten op de mensen: 12.000 getrainde Romeinse soldaten met blinkende helmen, schilden en zwaarden. De Bataven komen in opstand De stam van de Bataven woonde ten zuiden van de grens, in wat nu de Betuwe heet. Op Romeins gebied dus. Ze leefden in vrede met de Romeinen. Veel Bataven waren zelfs soldaat in het Romeinse leger. Na de dood van keizer Nero in 69 werd het overal in het Romeinse Rijk onrustig. Veel stammen kwamen in opstand. Ook de Bataven. Hun leider was Julius Civilis, een Bataaf die al 25 jaar in het Romeinse leger zat. Na een paar maanden werden de Bataven door de Romeinen verslagen. Toch werd Julius Civilis een held die voor de vrijheid van de Bataven had gevochten. Vanaf het jaar 300 vielen Germaanse stammen steeds vaker het Romeinse Rijk binnen. Daardoor trokken de Romeinen zich uiteindelijk terug in Zuid-Europa. Romeinse spullen in de grond Op oude kaarten kun je zien dat verschillende Nederlandse plaatsen langs de Rijn uit de Romeinse tijd stammen. Langs de oude grens doen archeologen regelmatig opgravingen. Ze vinden nog steeds oude Romeinse spullen. Niet zo lang geleden vonden ze nog resten van een wachttoren en twee schepen bij een nieuwe wijk van Utrecht. Veel van die archeologische vondsten zijn ook te zien in het Valkhof Museum in Nijmegen. 20
OPDRACHT Op welke manier zie je Romeinse invloeden terug in onze cultuur? In kleine groepjes gaan jullie op zoek naar antwoorden op deze vraag. Bestudeer de onderstaande websites en zoek zelfstandig in de mediatheek naar meer bronnen. Als je meerdere bronnen hebt bekeken moet je een keuze maken. Beperk je tot een onderwerp wat je interessant vindt, bijvoorbeeld ‘aquaducten’. Bespreek goed met je groepje wie wat verder wil onderzoeken en werk samen zodat alles goed bij elkaar gaat passen. Bedenk met je groepje een originele manier om het onderzoek aan de rest van de klas te presenteren. Enkele voorbeelden: - een maquette - een landkaart - een toneelstukje met Romeinen en Bataven - een posterpresentatie - enz enz Vergeet niet dat je een antwoord op de vraag van de opdracht moet kunnen geven.
Enkele bronnen http://entoen.nu/doc/02_PO_Romeinse_Limes_SLO.pdf http://www.collectieutrecht.nl/view.asp?type=verhaal&id=86 http://histoforum.digischool.nl/lesmateriaal/oudheid.htm
Zoek zelf nog tenminste 2 andere bronnen. Dat kunnen natuurlijk ook boeken zijn. Succes!
21
Rembrandts voorbeelden Docentenhandleiding bij de workshop ‘Mijn Rembrandt’ en de rondleiding in Museum Het Rembrandthuis. Klas 1 of 2
22
23
Lesbrief bij de workshop in Museum Het Rembrandthuis Workshop: Mijn Rembrandt Thema: Rembrandts voorbeelden Klas 1 of 2 Museum Het Rembrandthuis heeft dit educatieve materiaal ontwikkeld bij de workshop Mijn Rembrandt in het Rembrandthuis. Deze workshop is geschikt voor klassen uit de onderbouw van het voortgezet onderwijs. De leerlingen maken kennis met etsen van Rembrandt en werken van andere kunstenaars die Rembrandt als voorbeeld heeft gebruikt. De leerlingen maken op school een tekening en laten zich inspireren door Rembrandts werk. De tekening wordt meegenomen naar het museum voor de workshop. Tijdens deze workshop zullen uw leerlingen een aantal van Rembrandts geëtste zelfportretten bekijken. Ze komen te weten hoe Rembrandt zich door andere kunstenaars heeft laten inspireren en hoe hij zichzelf als model heeft gebruikt. Daarnaast leren zij de belangrijkste kenmerken van de techniek van het etsen en zullen ze zelf ervaren hoe het is om een eenvoudige prent te maken. Korte omschrijving van de workshop Het programma bestaat uit twee onderdelen: 1. Voorbereidende les op school (duur: 100 minuten) Aan de hand van een lesbrief en een powerpoint presentatie (te downloaden vanaf www.rembrandthuis.nl) maken de leerlingen kennis met etsen van Rembrandt waarin hij werk van andere kunstenaars als voorbeeld gebruikte. De leerlingen maken op school een tekening (15 x 10 cm) en laten zich inspireren door Rembrandts werk. De tekening wordt meegenomen naar het museum voor de workshop. 2. Workshop en rondleiding in Museum Het Rembrandthuis. (duur: 2 uur) In het museum bekijken de leerlingen samen met een museumdocent het huis en prenten van Rembrandt. In een aparte ruimte maken ze een prent van de tekening die ze zelf eerder op school hebben gemaakt. Dat doen ze door de tekening over te krassen in een plastic plaatje (15 x 10 cm) dat ze vervolgens zelf inkten en afdrukken, onder begeleiding van een museumdocent. Deel 1 Introductieles op school De leerlingen krijgen een introductie over het thema: Rembrandts voorbeelden. Daarna gaan zij zelf aan de slag. Aan de hand van Rembrandts zelfportretten tekenen zij een portret van Rembrandt. Zij kunnen Rembrandts voorbeeld exact natekenen, maar mogen er ook van alles bij verzinnen. Hun tekening zal als uitgangspunt dienen voor een eigen prent. Ze maken de prent tijdens het bezoek aan het Rembrandthuis. Benodigdheden Powerpoint presentatie ‘Rembrandts voorbeelden’ Tekenpapier (formaat 15 x 10 cm of getekend kader van 15 x 10 cm) Potloden (HB) Gum Liniaal
24
Andere kunstenaars door Rembrandt als voorbeeld gebruikt Rembrandt gebruikte wel eens kunstwerken van andere kunstenaars als voorbeeld. Hij keek vaak naar het werk van kunstenaars van voor zijn tijd en ook van kunstenaars uit zijn eigen tijd. Zelf had hij een grote verzameling schilderijen, beeldhouwwerken, tekeningen en prenten van kunstenaars die hij bewonderde. Zo had hij al veel kunstwerken bij de hand waardoor hij zich kon laten inspireren voor zijn eigen werk. Het gebruiken van voorbeelden was in Rembrandts tijd gewoon Het was toen heel gewoon dat kunstenaars zich door beroemde voorbeelden lieten inspireren en die voorbeelden zelfs probeerden te verbeteren. Leerling-kunstenaars moesten kunstwerken precies natekenen. Na hun leertijd mochten kunstenaars vrijer met voorbeelden omgaan. Vaak namen zij alleen maar onderdelen van een voorstelling over. Bijvoorbeeld de houding van een lichaam. En die onderdelen veranderden ze dan weer een beetje in hun eigen voorstelling. Zo heeft Rembrandt zich vaak laten inspireren door werk van kunstenaars die hij bewonderde. De powerpoint presentatie Rembrandts voorbeelden bestaat uit 21 dia’s. Steeds horen twee afgebeelde kunstwerken bij elkaar. Ze worden eerst apart getoond en daarna naast elkaar. Hieronder treft u informatie over de afbeeldingen aan. Voor iedere afbeelding kunt u gebruik maken van de verklarende teksten . Met behulp van deze teksten kunnen enkele beeldende begrippen worden uitgelegd die bij het werken naar een voorbeeld van pas kunnen komen. Downloaden op http://www.rembrandthuis.com/2004/bas_doc_activiteitenklassen.html Duur: 30 minuten Deel 2 Zelf tekenen Rembrandts kunstwerken kunnen nog steeds een heleboel kunstenaars inspireren. Kijk eens goed naar Rembrandts zelfportretten en probeer dan een portret van Rembrandt te tekenen. Je kunt dat heel precies proberen te doen, door exact na te tekenen. Maar je kunt dat ook heel vrij en persoonlijk proberen te doen, net zoals Picasso. Bedenk dat de gedrukte prent die je van je tekening gaat maken, in spiegelbeeld zal zijn. Denk ook aan: 1. Expressie van het gezicht 2. Afwisseling van donkere en lichte gedeelten 3. Dikke en dunne lijnen 4. Scheiding tussen voor- en achtergrond 5. De houding 6. De kleding Als de tekeningen klaar zijn, dan worden ze verzameld om mee te nemen bij het bezoek aan het Rembrandthuis. Deel 3 Workshop Mijn Rembrandt Het laatste deel van de workshop zal plaatsvinden in Museum Het Rembrandthuis. Daar zullen de leerlingen hun getekende portretten overzetten op een drukplaat. Met een zware naald krassen ze de lijnen van hun tekening volgens de droge naaldtechniek in een doorzichtig, plastic plaatje. Vervolgens krijgen ze instructies over het proces van inkten en afdrukken. Uiteindelijk drukt iedere leerling zijn eigen portret af op een etspers. De resultaten worden aan het eind bekeken en besproken. Ze kunnen op school naast elkaar worden gehangen en zo een leuke tentoonstelling vormen. Rondleiding Bij de workshop hoort altijd een rondleiding. De leerlingen worden rondgeleid door de kamers van Rembrandts vroegere woning. Ze zien ook etsen van Rembrandt die tentoongesteld zijn. Speciale aandacht gaat naar werken van kunstenaars die als voorbeeld of inspiratiebron hebben gediend (voor zover tentoongesteld) en naar Rembrandts zelfportretten.
25
Alexanders Erfenis, Grieken in Egypte Docentenhandleiding en lesbrief met onderzoeksopdrachten bij de tentoonstelling in het Allard Pierson Museum. Klas 5
26
27
Alexanders Erfenis, Grieken in Egypte Allard Pierson Museum 2010-2011 - DocentenhandleidingDe tentoonstelling Alexanders Erfenis is te zien van 17 september 2010 tot en met 20 maart 2011 in het Allard Pierson Museum te Amsterdam. Bij deze tentoonstelling is educatief materiaal gemaakt op twee niveaus, namelijk voor brugklas en voor KCV-leerlingen. Onderzoekskaarten Voor beide niveaus zijn 15 onderzoekskaarten gemaakt. De kaarten kunt u zelf afdrukken vanaf de digitale bestanden. De kaarten zijn horizontaal opgemaakt en als u ze dubbelzijdig wilt printen, moet u de kopie laten draaien over de korte zijde. De kaarten kunnen vervolgens worden dubbelgevouwen zodat een ‘boekje’ ontstaat. Wanneer u de antwoorden wilt afdrukken, moet u de kopie over de lange zijde laten draaien. In de kaarten wordt verwezen naar zalen en vitrines. Werkwijze De onderzoekskaarten bevatten verschillende opdrachten. Het is de bedoeling dat twee leerlingen samen één kaart afwerken. Voorafgaand aan het museumbezoek worden de voorbereidende opdrachten gemaakt. Deze bestaan uit individuele opdrachten die verdeeld worden en door verschillende leerlingen worden gemaakt en gezamenlijke opdrachten, waarbij het de bedoeling is dat de leerlingen elkaar op de hoogte brengen van wat ze bij hun eerdere opdracht hebben gevonden en dan samen in overleg te komen tot een antwoord op de gemeenschappelijke vragen. Zo doen de leerlingen zelf onderzoek, leren ze de uitkomst te communiceren aan een medeleerling en vervolgens in een discussie tot een antwoord te komen. De museumopdrachten sluiten aan bij hetgeen ze eerder hebben onderzocht en worden door beide leerlingen samen gemaakt, zodat ze door overleg en met gebruikmaking van wat ze eerder geleerd hebben, tot een antwoord komen. Klassieke teksten In de KCV-opdrachten staan verwijzingen naar klassieke teksten. Waar dit een schrijver als Homerus, Herodotus of Ovidius betreft, is er alleen een verwijzing, omdat de oorspronkelijke tekst en de vertaling op school voorhanden zijn. Bij andere - minder gangbare - schrijvers is de vertaling in de opdracht opgenomen. Lessuggesties Wij kunnen ons voorstellen dat men wel de museumopdracht laat doen, maar niet de praktische opdracht in het museum afrondt, zodat men meer tijd over heeft om het museum te bekijken. KCV-leerlingen kunnen naar aanleiding van het museumbezoek een onderzoek doen naar een of meerdere geleerden zoals op de lesbrief vermeld staan ( geschikt voor bovenbouwleerlingen van het gymnasium). Films Er zijn verschillende films die in het kader van een les over Alexander en Alexandrië bekeken kunnen worden: Alexander (2004) Oliver Stone; Agora (2009) Alejandro Amenábar; The man who would be king (1975) John Huston; In the footsteps of Alexander, (1998) documentaire met Michael Wood
28
Lesbrief Alexanders Erfenis, Grieken in Egypte
klas Gym5
Alexander III van Macedonië (356-323 voor Christus) trok in 334 voor Christus op tegen het Perzische Rijk. Nadat hij de Perzische koning had verslagen, regeerde hij over Azië. Hij zette zijn veldtocht voort tot in India. Toen hij in 323 stierf, besloeg zijn rijk het gebied tussen Griekenland, Turkije en Egypte in het westen en India en Pakistan in het oosten. Hoewel zijn rijk na zijn dood snel uit elkaar viel, was de wereld niet meer hetzelfde. Door zijn tocht waren eeuwenoude structuren doorbroken en verschillende culturen met elkaar in contact gebracht. De versmelting van Griekse, Egyptische en oosterse beschavingen, het Hellenisme, zorgde voor een nieuw elan en een nieuwe impuls voor kunst, techniek en wetenschap. Vooral in Egypte is de wederzijdse invloed tussen Egyptische en Griekse cultuur merkbaar. Alexanders Erfenis gaat over deze wederzijdse invloed en (culturele) versmelting van volkeren. Tips bij het maken van de opdrachten Deze opdrachten zijn gemaakt bij de tentoonstelling Alexanders Erfenis. Grieken in Egypte. De bedoeling is dat je onderzoek doet naar een bepaald onderwerp in deze tentoonstelling en uiteindelijk de verworven kennis in een praktische opdracht verwerkt. Op je onderzoekskaart staan verschillende opdrachten en je maakt deze met een medeleerling. De individuele opdrachten kun je verdelen. Bij de gezamenlijke opdracht vertel je elkaar wat je gevonden hebt, waarna je samen tot een antwoord op de gemeenschappelijke vraag moet komen. In het museum doe je samen de museumopdracht. Gebruik de kennis die je bij de voorbereidende opdrachten heb opgedaan. Gebruik in je PO alle informatie die je hebt verworven (zowel bij de voorbereiding als in het museum). Praktische opdracht: Er is op vele gebieden onderzoek gedaan in Alexandrië. Kies 2 of 3 geleerden (of maak een verdeling in de klas) en onderzoek wie ze waren en wat ze ontdekt hebben. Dit kan vakoverstijgend worden gedaan, omdat er ook onderzoek was op wis- en natuurkundig en biologisch gebied. Verwerk je opgedane kennis tijdens het museumbezoek in je onderzoeksverslag. Bedenk een originele manier om je onderzoek vorm te geven en te presenteren. Suggesties voor geleerden die in aanmerking komen: Literatuur Filosofie Archimedes Ctesibius Aristophanes van Strato van Lampsacus Geneeskunde Herophilus van Chalkedon Byzantium Hypatia Theocritus Plotinus Erasistratus van Ceos Callimachus Theon Galenus Apollonius Rhodius Philo Astronomie Aristarchus van Samos Lycophron Wiskunde Elementa Stoicheia Geografie Claudius Theologie Septuagint Euclides Ptolemaeus Architectuur Demetrius van Phaleron Eratosthenes Clemens van Alexandrië Zeef van Eratosthenes Sostratus van Cnidus Natuurkunde Deinokrates van Rhodos Arius Heron van Alexandrië 29
Project Identiteit Vakoverstijgend themaproject voor de vakken Levensbeschouwing, Kunst&Cultuur, Nederlands en Beeldende vormgeving Klas 2 of 3
30
31
Lesbrief
IDENTITEIT
klas Gym 2
Themaproject voor de vakken Levensbeschouwing, Kunst & Cultuur (kunstbeschouwing) en Nederlands. Eventueel af te ronden met extra opdracht bij Beeldende vormgeving.
A. Inleiding Iemand vraagt je: Wie ben je? Je zegt je naam. Hij zegt: Dat vroeg ik niet. Ik vroeg wie je bent.
Onder identiteit verstaan we: de uiterlijke en innerlijke kenmerken die het wezen van een persoon vormen. Onder imago verstaan we: het beeld dat de anderen van een persoon hebben. Film- en popsterren besteden veel tijd en geld aan het creëren en uitbouwen van hun imago. Hun identiteit kan heel erg verschillen van hun imago. Opdracht 1 Hierboven zie je een schilderij van René Magritte. Het heet Nadruk Verboden( 1939). In de spiegel zien we wel het boek in spiegelbeeld, maar de man niet. • Probeer onder woorden te brengen wat dit schilderij bij je oproept. • Waarom vind je dit werk wel/ niet bij het thema van identiteit passen? • Probeer een verband te leggen tussen het schilderij en de titel. Opdracht 2 Zoek foto’s van 3 sterren die een duidelijk imago tonen. Beschrijf hoe ze over willen komen en welke middelen ze daarbij gebruiken ( denk daarbij aan kleur,kleding, make-up, sieraden, tatoeagess, piercings, lichaamhouding, gezichtsuitdrukking, achtergrond, camerapositie). Opdracht 3 Verzin voor jezelf drie imago's. Bedenk hoe je houding, gezichtsuitdrukking, kleding, etc. bij elk imago moeten zijn (zie opdracht 1). Vorm groepjes van maximaal 4 en zet elkaar op de foto. Druk de foto's per persoon af en geef ze een titel waaruit blijkt welk imago er aangenomen is.
32
B. Portretkunst Veel kunstenaars zijn geïnteresseerd in de wijze waarop iemand zich presenteert en in de persoon die daarachter verborgen gaat. Wie mensen op kunstzinnige wijze portretteert, - wil laten zien hoe de persoon echt is, - wil zijn visie op de persoon weergeven, - wil een andere kant van de geportretteerde laten zien, - ziet de persoon als een symbool voor een groep mensen of voor een manier van leven, - wil een mooi werk maken met de persoon als deel van het geheel. Opdracht 4. 1. Bestudeer onderstaande afbeeldingen. Geef aan wat volgens jou de bedoeling van de kunstenaar is met het portret (kies uit bovenstaande mogelijkheden) 2. Beschrijf de wijze waarop de persoon is afgebeeld. a- Close-up, halftotaal of totaal b- Frontaal, en profiel, c- Realistisch, idealistisch, expressief d- Zittend, staand, liggend e- Wat doet de geportretteerde? f- Waar komt het licht op de persoon vandaan? g- Welke kleuren overheersen? h- Welke kleding en ‘versieringen’ zie je? i- Wat toont de achtergrond? 3. Beschrijf welke informatie we uit het portret kunnen halen. 4. Beschrijf kort wat je van het portret vind en beargumenteer je antwoord.
Da Vinci – La Gioconda (1503)
33
Picasso – Jacqueline Rogue (1954)
Andy Warhol – Marilyn Monroe (1964)
Quentin Matsys –Een groteske oude vrouw (1515)
C. Zelfportretten Van veel kunstenaars zijn zelfportretten bekend. Soms zijn het een soort visitekaartjes: Kijk, dat ben ik. Soms zijn het probeersels om technieken uit te proberen. Er zijn vele redenen waarom een kunstenaar zichzelf als model neemt. Opdracht 5 Zoek een zelfportret van de kunstenaar op die je uit onderstaande lijst krijgt toebedeeld (of kiest). Download de afbeelding en beschrijf het op dezelfde wijze als bij opdracht 4. 1. Rembrandt van Rijn 2. Vincent van Gogh 3. Philip Akkerman 4. Charley Toorop 5. Ans Markus 6. Peter van Poppel 7. Dick Pieters 8. Dick Ket 9. Piet Mondriaan 10. M.C. Escher
11. Jeff Koons 12. Marc Quinn 13. Gilbert & George 14. David Hockney 15. Andy Warhol 16. Salvador Dali 17. Frida Kahlo 18. Egon Schiele 19. Mark Chagall 20. James Ensor
Extra opdracht Bedenk een manier om je eigen zelfportret te verbeelden. Keuze in technieken en materialen is vrij. Denk ‘out of the box’!
34
35
Thema Klassieke Oudheid Lesbrief van het vak Beeldende vormgeving voor het ontwerpen van een gebouw gebaseerd op de architectuur van de Klassieke Oudheid. Klas 3
36
37
LESBRIEF Thema Klassieke Oudheid
Klas Gym 3
INTRODUCTIE Bij de vakken Grieks en Latijn (of KCV) maak je kennis met de architectuur in de Klassieke Oudheid. Aan de hand van zelf verzameld beeldmateriaal verdiep je jezelf verder in het onderwerp. Lees ook de beknopte informatie op deze lesbrief en zoek naar meer voorbeelden. Bij Beeldende vormgeving wordt het geleerde vertaald naar een ontwerp voor een gebouw dat is gebaseerd op de architectuur van de Klassieke Oudheid (of Classicisme). Eerst worden schetsen voor een technische tekening gemaakt, die moeten resulteren in een uiteindelijk ontwerp voor bijvoorbeeld een tempel of een badhuis. Daarna wordt het gebouw op
schaal van hout of karton gemaakt. Daarna moeten er ontwerptekeningen gemaakt worden van het interieur van het klassieke gebouw. In plaats van tekeningen van het interieur te laten maken, kan er ook gekozen worden voor het maken van een decor. Het decor verbeeldt het landschap of omgeving passend bij het gebouw. De keuze van het onderwerp, de techniek en materialen is vrij. LEERDOELEN De leerling heeft kennis van de architectuur uit de Klassieke Oudheid (en Classicisme). De leerling kan: - het thema ‘Klassieke Oudheid’ op persoonlijke wijze verbeelden. - de verschillende aanzichten van een gebouw tekenen. - een technische tekening maken. - vorm- en beeldelementen juist toepassen. - juist gebruik maken van materialen en gereedschappen. - gekozen technieken goed toepassen. - een goede tijdsplanning en plan van aanpak maken. - het eigen werk evalueren/kritisch beschouwen. - het eindproduct goed presenteren. VAARDIGHEDEN Materiaal: hout / tekenmaterialen naar keuze. Gereedschappen: machines en gereedschappen m.b.t. houtbewerken Techniek: aftekenen, klemmen, zagen, vijlen, schuren, boren, lijmen / bij tekenen naar keuze Vorm- en beeldelementen: vlakverdeling, vorm, kleur, verhoudingen, verbeelding. Proces: getoond en zelf verzameld beeldmateriaal, schetsen Presentatie: inzichtelijk maken van het proces, goed gebruik van audiovisuele middelen, reflectie op eigen werkwijze BEOORDELINGSCRITERIA - Is het thema duidelijk beeldend weergegeven? - Zijn de vorm- en beeldelementen goed toegepast met name verbeelding, verhoudingen, vlakverdeling, vorm en kleur? - Zijn de materialen en gereedschappen en technieken juist gebruikt? - Is een goede werktekening gemaakt? - Is er sprake van een goede voorbereiding, planning en zelfevaluatie? - Is op een goede manier samengewerkt? Wat ging goed, wat kan beter? - Is het uiteindelijke resultaat goed gepresenteerd?
38
Kapiteel, architraaf en tympanon: de Griekse tempel
1 Dorische bouwstijl (met kapitaal bestaande uit abacus en echinus) 2 Ionische bouwstijl (met kapiteel, gekenmerkt door voluten) 3 Korinthische bouwstijl (met kapiteel, gekenmerkt door acanthusbladeren) a b c d e f g h i j k l m n
tympanon fries triglief metope regula (lijst) guttae ('druppels') architraaf kapiteel abacus (dekplaat) echinus (zuil)schacht cannelure stylobaat basement
Zoek afbeeldingen van tenminste drie gebouwen in ons land waarin de vorm van een Griekse tempel (deels) is terug te vinden. Baksteen, beton en bogen: de Romeinse tempel (beknopte informatie over Romeinse bouwtechniek is te vinden in SYNOPSIS op pagina 56-57) In de periode van kennismaking met de Griekse cultuur - met een voorzichtig begin in de vijfde eeuw, maar vooral vanaf de tweede eeuw - identificeerden de Romeinen hun belangrijkste goden met die van de Grieken en plaatsten hun beelden in tempels die ook 39
sterk leken op de Griekse. Toch zijn er enkele verschilpunten tussen een Griekse en een Romeinse tempel. Dat heeft mede te maken met het materiaal dat de Romeinen gebruikten. Terwijl de Grieken hun tempels bouwden van marmer, moesten de Romeinen noodgedwongen - het marmer was te duur en moest van verre komen - uitzien naar ander bouwmateriaal, zoals baksteen, travertijn (een kalkachtige steensoort) en later ook beton. GEWELFBOUW Parallel aan de groei van het Romeinse Rijk groeide in en buiten Rome de behoefte aan steeds grotere ruimten, waarin veel mensen tegelijk aanwezig konden zijn. De Romeinse architecten wisten aan deze behoefte te voldoen met behulp van met name drie bouwelementen: beton dat in houten vormen kon worden gegoten, baksteen en de boogconstructie met wigvormige stenen. Met deze ‘ingrediënten’ bouwden zij de enorme ruimten die nog steeds ons ontzag afdwingen: thermen (badhuizen), amphitheaters zoals het Colosseum en basilieken (gebouwen voor rechtspraak en handel)bijvoorbeeld. Maar ook aquaducten, triomfbogen, bruggen, marktpleinen, vestingmuren en forten. Een klassiek Romeins hoogtepunt: het Pantheon (beknopte informatie over het Pantheon in Rome is te vinden in SYNOPSIS op pagina 59-60) Omstreeks 125p verrees op het Marsveld een tempel die nog steeds een indruk maakt die niet onderdoet voor die van het Atheense Parthenon: het Pantheon. Het Pantheon is een rond bouwwerk, dat is gecombineerd met een rechthoekig Grieks tempelfront. De eigenlijke ruimte is een cylinder, afgesloten door een koepel in de vorm van een halve bol. Het licht valt er binnen door een ‘oog’: een grote ronde opening van bijna 9 meter doorsnee in de top van de koepel. In het driehoekig gevelfront was indertijd Jupiter afgebeeld, in strijd gewikkeld met de Giganten om de macht in de kosmos. Binnen stond in de absis, precies tegenover de ingang, ook een beeld van Iupiter. In de andere zes nissen: Saturnus, Venus, Mars, Mercurius, Zon en Maan. De verklaring van de naam Pantheon is niet zo simpel als het lijkt. We zagen al dat het woord een samenstelling is van ‘pan’: ‘al(le)/elk’ en ‘theon’: ‘(het) goddelijk(e)’. Wordt nu bedoeld dat dit het heiligdom is voor alle (belangrijke) goden? Of moeten we het vertalen als: het ‘algoddelijke’, het ‘al-heilige’? Waarschijnlijk is de tweede verklaring de juiste. Immers als hier de belangrijkste Romeinse goden hadden moeten staan, dan missen wij bijvoorbeeld Iuno, Diana, Ceres en Minerva. Volgens de tweede verklaring is deze tempel gewijd aan de zeven planeten (de zon werd toen ook bij de planeten geteld) en heeft de ruimte daarom zelf ook de vorm van een hemelkoepel, met de zon in het midden. Ook in Nederland is veel ‘klassiek’ gebouwd in het verleden. Zoek informatie en voorbeelden van: a het Hollands classicisme b de Strakke stijl c het neoclassicisme in Nederland d het Nieuwe Bouwen
40
41
Project “It’s My Life” Lesbrief voor een project waarbij gebruik gemaakt wordt van nieuwe media. Klas 3
42
43
Lesbrief Nieuwe mediaproject “It’s My Life” Beschrijving ‘Itsmylife’ is een project Nieuwe Media waarin elke 3e klas een gezamenlijke website maakt waarin de leerlingen hun leven in de vorm van filmpjes, teksten, foto’s, animaties en geluid laten zien. Het project gaat om het vertellen van je eigen verhaal en het communiceren daarvan in beeld via internet. Het project begint met een zoektocht van de leerling naar persoonlijke thema’s. Deze zoektocht wordt gestimuleerd door activeringsopdrachten zoals spellen, het schrijven van gedichten (bij het vak Nederlands) en het bijhouden van een video-dagboek. Tegelijkertijd verwerven de leerlingen inzicht (onder andere door het ondernemen van culturele activiteiten) in hoe digitale media worden ingezet in kunst en communicatie. Hierbij wordt onder andere aandacht besteed aan portretfotografie en het thema jongeren en Nieuwe Media (met onderwerpen als internetverslaving en taalgebruik). Tijdens de lessen in de kunstvakken leren de leerlingen hoe ze een idee kunnen verbeelden. Na deze voorbereidingsfase vindt het praktijkdeel van het project plaats: het filmen en fotograferen van het persoonlijke thema en het maken van een website. De leerlingen volgen hiervoor workshops bij gastdocenten en mediaconsulenten waarin ze leren hoe een (digitale) fotocamera en videocamera te hanteren en een website te bouwen. Het project resulteert niet alleen in een website, maar ook in een videoinstallatie die de leerlingen samen met een zogeheten interaction designer (gastdocent) maken. Deze video-installatie wordt op groot scherm vertoond tijdens de feestelijke afsluitende presentatie waarvoor de leerlingen hun ouders/verzorgers en betrokkenen uit mogen nodigen. Doelstelling Leerlingen leren hoe ze ervaringen, onderzoek, meningen en ideeën kunnen presenteren met digitale media. Bovendien is het project een voorbereiding op verschillende vakken en het profielwerkstuk in de bovenbouw. Organisatie De organisatie van het project is vastgelegd in een projectplan dat is geschreven door de cultuurcoördinator die tevens projectleider is. Haar taak is het beheersbaar en overzichtelijk houden van de begeleiding, organisatie, inroostering, deelname van docenten en vakken, materiaalgebruik en aanschaf. De voorbereidingsfase van het project (bijvoorbeeld het vinden van een persoonlijk thema) vindt plaats tijdens de reguliere lessen Nederlands en de kunstvakken . Voor de uitvoering van het praktijkgedeelte (filmen, fotograferen en website bouwen) worden de leerlingen over 6 weken verspreid een aantal lessen uitgeroosterd en zijn er extra lesuren op de (lesvrije) dinsdagmiddagen . Een aantal 5e en 6e-jaars leerlingen begeleiden de leerlingen bij het bouwen van de website. Zij krijgen voor deze werkzaamheden studiepunten in de vrije ruimte en een (gedeeltelijke) vrijstelling van maatsschappelijke stage. Nodig De school moet voor dit project ( en de voortgang ervan) financieel investeren in het project door digitale camera’s aan te schaffen en een computer met voldoende geheugen en mogelijkheden om montageprogramma’s op uit te voeren.
44
45
De Kunstroute in Amsterdam Opdracht om een eigen route samen te stellen langs culturele instellingen en bezienswaardigheden in Amsterdam. Klas 4, 5 en 6
46
47
Lesbrief
De Kunstroute gaat door A M S T E R D A M op dinsdag..……….. 2011
Zin om mee te gaan? Iedere zelfstandige en ondernemende leerling van klas 4, 5 of 6 kan een aanvraagformulier downloaden, invullen en ondertekend inleveren bij de cultuurcoördinator. Maak voor jezelf een interessant cultuurprogramma in Amsterdam. Bedenk bij welke vakken, projecten of werkstukken jij met deze ervaringen je voordeel kunt doen. De busrit naar Amsterdam is gratis. De entree van de musea en/of culturele instellingen (soms gratis, meestal sterk gereduceerd jongeren of CJP-tarief ) die je gaat bezoeken moet je zelf betalen van het tegoed op je Cultuurkaart. School zorgt voor voldoende budget op je kaart als je plan wordt goed gekeurd. Vergeet je schoolpas en deze kaart dan ook niet! Als jij denkt dat het voor jou zinvol is om de kunstroute in Amsterdam te doen volg dan onderstaand stappenplan. 1. Bestudeer het culturele aanbod van de stad. Voor tips met stip: zie onderaan lesbrief 2. Download het inschrijfformulier (op Itslearning) en vul in. 3. Maak je eigen routeplanner (hoe te wandelen, welke metro/buslijn). 4. Laat de aanvraag ondertekenen door je ouders en je mentor 5. Lever je plan op het volledig ingevulde formulier met bijlagen/routeplanner in (let op tijdpad) 6. Uiterlijk 5 februari ontvang je via je schoolmailadres bericht. Als je plan goed in elkaar zit zal er normaal gesproken plaats voor je zijn. Kunstleerlingen genieten voorrang. Kijk op: http://www.vvvamsterdam.nl/ onder de links eropuit / musea & attracties, tentoonstellingen, wijkeninfo, architectuur, cultuur of op http://www.amsterdam.nl/ onder de linkvrije tijd en toerisme of op http://www.amsterdam.nu/ met links naar museums, exhibitions, art galleries, explore Amsterdam, things to do for free e.a. Voor vervoersmogelijkheden : http://www.9292ov.nl/ of op http://www.routecraft.nl/
Tips met stip: Tentoonstelling Niet Normaal in de Beurs van Berlage. We reserveren op verzoek theatrale rondleidingen met een speciale acteur. De rondleidingen zijn grappig, interactief en reflecterend. De kosten hiervan zijn niet voor eigen rekening, maar worden met het collectieve cultuurkaarttegoed betaald. Stadswandeling De Gouden Eeuw. Je maakt zelfstandig (minimaal 2 leerlingen) met een (papieren) gids een wandeling van het Centraal Station naar het Rijksmuseum langs o.a Begijnhof, Koninklijk Paleis, Nieuwe Kerk en diverse grachtenpanden, die je evt. van binnen kunt bekijken. Bovendien kom je onderweg door de negen straatjes en de Jordaan, de meest originele winkeltjes tegen. Aanbevolen voor leerlingen Kunst- examenthema Burgercultuur. Tourguide Koninklijk Paleis op de Dam, aanbevolen voor leerlingen Kunst- examenthema Burgercultuur.
48
verder: Amstelkring, Ons’lieve heer op solder: 17de eeuws grachtenpand met volledig ingericht woonhuis en kerkje http://www.museumamstelkring.nl/ (opgenomen in stadswandeling) Allard Piersonmuseum: archeologisch museum met kunst-en gebruiksvoorwerpen http://www.allardpiersonmuseum.nl/ Arcam: architectuurcentrum, toegang gratis http://www.arcam.nl/ Cobramuseum: Amstelveen http://www.cobra-museum.nl/ Concertgebouw : http://www.concertgebouw.nl/ , rondleidingen achter de schermen en lunchconcerten FOAM: fotografiemuseum, tentoonstelling Alexander Rodchenko, http://www.foam.nl/ Filmmuseum: het enige museum voor cinematografie in Nederland http://www.filmmuseum.nl/ Nieuwe Kerk: tentoonstelling Oman http://www.nieuwekerk.nl/ (opgenomen in stadswandeling) Rembrandthuis: het woonhuis van Rembrandt met schilderijen en vooral veel grafisch werk http://www.rembrandthuis.nl/ Rijksmuseum: gratis toegang http://www.rijksmuseum.nl/ (opgenomen in stadswandeling) Tassenmuseum Hendrikje: geschiedenis van de westerse tas tot heden http://www.tassenmuseum.nl/ (opgenomen in stadswandeling) Tropenmuseum: een reis door de kunst en cultuur van de hele wereld http://www.tropenmuseum.nl/ Van Goghmuseum: http://www.vangoghmuseum.nl/ Imagine Identity and Culture – beeldinstituut voor cultuur en identiteit van migranten in Nederland http://www.imagineic.nl/ Persmuseum: 4oo jaar nieuws in Nederland http://www.persmuseum.nl/ Stedelijk Museum CS: geopend in 2010 http://www.stedelijk.nl/ ……….en een lekker broodje of een stuk huisgemaakte taart eet je in De Bakkerswinkel Warmoesstraat 69 (achter de Beurs)
Veel succes met plannen en veel plezier tijdens jouw eigen Kunstroute!
49
Rome Docufilm Project ter voorbereiding van de klassieke reis naar Rome waar verslag van gedaan wordt in de vorm van een film. Klas 4
50
51
ROME MOVIE PROJECT Filmcrew:
alle Gym-4 leerlingen
Locatie:
Rome
Tijdstip:
maart 2011
Opdracht: een reisverslag over de Romereis in de vorm van een documentaire film Voorwaarden: - alle leerlingen werken mee aan de film - uiteindelijke (gemonteerde) film duurt niet langer dan 1 uur - alle belangrijke bezienswaardigheden worden in de film getoond (ondersteunende teksten voorbereid door expertgroepjes vlg. KCV opdracht) - vormgeving van de film is vrij en originaliteit wordt aangemoedigd maar de film moet aan ouders vertoond kunnen worden op de Movie Party. - leerlingen zijn zelf verantwoordelijk voor alle nodige materialen en camera’s (eventueel met hulp van school) Mogeljke taken zoals in de klas verdeeld kunnen worden: Taak Expert bezienswaardigheid Cameraman/vrouw Acteurs/actrices (eventueel) Presentator/trice, voice over Figuranten Montage experts Muziek experts Creatievelingen Grafische groep Feestcommissie
Verantwoordelijk voor Relevante tekst voor de film Maken van alle filmopnames Speciale rollen in de film Uitleg tijdens de scenes Geloofwaardigheid vd film Montage van de hele film Filmmuziek, effecten e.d. Maken van de filmposter Maken van DVD-hoes Organisatie Movie Party
Wie Alle leerlingen
Afhankelijk van de afspraken die jullie met elkaar maken kunnen er taken bij komen en meer of minder leerlingen dezelfde taak vervullen.
52
WERKWIJZE Er gaan meerdere klassen naar Rome en die worden in groepen verdeeld. Het is het gemakkelijkst als je samenwerkt met mensen uit dezelfde groep., of waar je mee op de kamer slaapt. Iedereen maakt zoveel mogelijk opnamen op film , maar ook foto’s kunnen gebruikt worden. Terug in de klas bekijken jullie met elkaar alle opnamen en bepalen jullie wat bruikbaar is en samengevoegd kan worden tot een film. Als er voldoende materiaal is kunnen er misschien meerdere films van gemaakt worden. Vervolgens moeten de films gemonteerd worden, de DVDhoesjes ontworpen worden en de filmposters gemaakt worden. Tenslotte De hele film staat of valt bij communicatie en samenwerking! Iedereen is verantwoordelijk voor het eindresultaat. De voorbereidingen voor de film worden tijdens de mentorlessen gedaan. De voorbereidende onderzoeksopdracht krijg in je de lessen KCV.
Scenario De Romereis is dus het onderwerp, en misschien hebben jullie ook een verhaal bedacht maar dat maakt nog geen film. In dat geval moet de inhoud van de film vertaald worden naar een script. Je moet het zo opschrijven, dat het in filmscènes kan worden geknipt. Je moet dus een scenario gaan maken. Het begin van het scenario kan eruit zien als onderstaand voorbeeld (een shot is een opname). Voor het schrijven van het scenario ( of script ) kun je gratis een heel handig programma downloaden: http://celtx.com/
Wanneer je een film wilt maken moet je een verhaal of in dit geval de reis eerst opdelen in scènes. Scènes zijn stukjes film die zich op één bepaalde plaats afspelen. Zoals in het voorbeeld verhaal bijvoorbeeld op het plein, of bij het stadhuis. Als jullie een verhaal hebben moet dat in scènes opgedeeld worden, dat maakt het straks een stuk makkelijker bij het filmen. Voor een documentaire kan dit veel algemener, belangrijkste is dat er een duidelijk overzicht is wat en wanneer er gefilmd moet worden. Denk daarbij niet alleen aan de te bezoeken bezienswaardigheden maar ook de vliegreis, op straat en in het hotel. Hoe uitgebreider het scenario hoe meer schrijvers er aan kunnen werken. NB Kennis van het (voorlopige) dagprogramma is noodzakelijk.
53
Begrippen Kaders
Beelduitsnede (de invulling van het beeld).
Totaal-shot
Shot waarin het onderwerp geheel in beeld is.
Medium-shot
Shot waarin het onderwerp half in beeld is.
Close-up
Shot waarin een detail van het onderwerp in beeld is.
Two-shot
Shot van bijvoorbeeld twee mensen.
Over-shoulder
Shot waarin over de schouder van een persoon gefilmd wordt, gedeeltelijk in beeld.
Vogelperspectief
Shot van boven af genomen.
Kikkerperspectief
Shot van onderen af genomen.
Audio
Geluid (muziek, straatgeluid, stem, etc.)
Video
Beeld (opgenomen beelden).
Montage
Het verwerken van de shots tot een film. Knippen & plakken op de computer met een zogenaamd editprogramma.
Shot
Een shot is een stukje van de film, als een zin in een boek, van het moment dat je opneemt tot je op stop drukt. Een scène is als een hoofdstuk uit een boek. Dat zijn een aantal shots die zich op één bepaalde plek afspelen. Verteller die niet in beeld is maar uitleg geeft bij de scène. Dit hoeft niet perse tijdens het filmen, kan ook later worden ingevoegd.
Scène Voice over
Benodigdheden voor het maken van een film: • script / scenario (of een filmplan) • camera • statief • batterijen (accu’s) • voldoende tapes of ander opnamemateriaal dat in je camera past • microfoon? • licht?
Niet vergeten mee te nemen: De uitgewerkte teksten van de expertgroepen bij de bezienswaardigheden als je ter plekke wilt inspreken (voice over of presentator/trice)
54
Checklist productie (callsheet) Op welke locaties gaan jullie filmen?
Hebben jullie daar toestemming voor nodig? Van wie? Wie gaat daar voor zorgen?
Maak een lijstje met spullen die je nodig hebt: Kostuums/accessoires Rekwisieten
Wie gaat wat doen tijdens het filmen? WIE WAT
55
Spullen voor het filmen
Tips •
Zorg altijd dat je alles bij je hebt: camera, eventueel statief, eventueel een extra batterij en tapes of memorysticks!
•
Vergeet niks mee terug te nemen!
•
Controleer goed of de poten van je statief helemaal uitgetrokken zijn, anders staat de camera scheef en wiebelig!
•
Zo weinig mogelijk zoomen, ga maar goed dichtbij staan als je een close-up wilt maken
•
Film nooit tegen het licht in (zon, lamp, raam. enzovoort)
•
Denk erom dat je niet te veel plafond of lucht in beeld hebt (kader bepalen!)
•
Film een belangrijk shot twee of drie keer, dan heb je meer kans op een goed shot.
•
Laat de camera eerst even lopen voordat je het teken geeft dat de acteurs in actie moeten komen, laat hem ook daarna nog even lopen. Beter te lang dan te kort gefilmd.
•
Als je eerst buiten en daarna binnen filmt laat de camera dan eerst ook even draaien om aan het licht (donker) te wennen.
•
Overleg goed wat je als groep gaat doen en luister tijdens het filmen goed naar de regisseur of cameraman/vrouw!
•
Zorg voor een reservecamera (of mobiele telefoon) met camerafunctie voor het geval dat de camera het niet goed meer doet.
. Tenslotte: Op de website Expose your talent staan allerlei voorbeelden van filmpjes, gemaakt door leerlingen en studenten http://vo.exposeyourtalent.nl/
56
De eindmontage Tijdens mentoruur na de reis: Een groep ICT-experts werkt aan de eindmontage van de film. Er wordt door een aantal leerlingen passende muziek bij de filmscènes gezocht. Anderen werken aan de filmposters en de DVD-hoesjes. Ook moeten er voorbereidingen getroffen worden voor een Movie party, waar de films getoond zullen worden aan medeleerlingen en ouders, met als afsluiting een feest. Voor de eindmontage geldt: 1. Zorg dat alle geschoten materiaal in de computer staat. 2. Bekijk de shots. 3. Zet de bruikbare shots in de goede volgorde in de tijdlijn. 4. Ga nu trimmen (de juiste lengte van de shots bepalen). 5. Zorg voor afwisseling en ritme in de film. 6. Bewerk waar nodig het filmgeluid (windgeruis weghalen etcetera “set noise”). 7. Voeg eventueel geluidseffecten toe( door de muziekexperts). 8. Als de film klaar is ga dan op zoek naar passende muziek ( door de muziekexperts). 9. Maak begin- en eindtitels (credits). 10. Sla het project op. 11. Schrijf het project naar DVD of Mpeg. 12. Als je klaar bent kan het materiaal van de computer worden verwijderd.
Gratis montage programma: Windows Movie Maker. Er zijn ook nog andere programma’s te downloaden. Vraag aan Tjeerd!
De film is klaar voor vertoning!
57
Maak een passende filmposter Jullie maken de poster voor de film. Samen met je groepje bepaal je wat voor soort film het is, de titel (hebben jullie al bedacht) en welke sfeer, lettertypes en kleurgamma’s daarbij passen. Op de poster komt: • een afbeelding • een achtergrond • de titel van de film • en de namen van de makers van de film.
Je mag de poster tekenen, schilderen, of gebruik maken van foto’s en bestaande afbeeldingen . De poster wordt 50 x 65 cm groot en de letters zijn duidelijk leesbaar en netjes. In de filmposter maak je gebruik van acteurs (stereotypen) die je hebt gebruikt in de film. De stereotypen mogen wel een beetje overdreven worden. Het is heel belangrijk dat alles bij elkaar past (letters, afbeeldingen, kleuren).
TIP Kijk op http://www.filmposter-archiv.de/ of zoek in Google of Yahoo naar voorbeelden van filmposters.
DVD hoesje Je gaat met een groepje een ontwerp voor het dvd-hoesje (inlay) maken. Daarop komt een foto (filmstill), de titel van de film en de makers van de film. Op de achterkant komt een kort verhaaltje over de inhoud van de film en de makers ervan. Maak het verhaal informatief, eventueel spannend maar verraad niet de afloop! Het ontwerp moet precies in een hoesje passen, dat is iets kleiner dan een A4. Pak een hoesje er bij voor de exacte maat. Even uitproberen! Ook hier moeten de letters weer duidelijk leesbaar en netjes zijn. Het is belangrijk dat alles goed bij elkaar past.
58
++
Reflectie formulier
+
+/-
-
Leerdoel (zelf opschrijven)
Hoe vind je de film geworden? Hoe vind je de film in vergelijking met andere films? Hoe vond je de samenwerking in de groep? Is het gegaan zoals jullie het voorgesteld hadden? Geeft de film aan wat jullie hebben bedoeld met de film? Is de film één geheel? Voorbereidingen voor de film. Het filmen.
Het monteren.
Poster DVD-hoesje Organisatie Movie Party Het leren kijken naar beelden. Het geven van een boodschap met beeld.
Naam:…………………………………………………………………Klas:…………………….
59
Leerdoel behaald? Hoe?
Fotoreportage architectuur Lesbrief voor het maken van een fotoreportage tijdens de Romereis of een andere excursie. Klas 4
60
61
Fotoreportage Architectuur Culturele activiteit: Architectuur (Italië) KCV – Gym 4 Inleveren voor K&Cdossier: week 44, via it’s learning Tijdens de werkweek in Italië zul je met veel verschillende bouwstijlen geconfronteerd worden: renaissance, barok, neoclassicisme, jugendstil etc. Jullie hebben tijdens de KCVles(sen) een introductie gehad op het thema architectuur door middel van een PowerPointpresentatie, video en een instructie over fotografie als kunst. Tijdens de werkweek ga je beide combineren tot een bijzondere fotoreportage over de architectuur van een gebouw of een bouwwerk als een fontein. Ook kun je kiezen voor de restanten van een basilica, tempel, triomfboog etc. Opnames Je werkt maximaal met z’n tweeën. Eén van jullie neemt een (digitale) fotocamera mee. Jullie kiezen (het restant van) een gebouw/bouwwerk dat duidelijk tot één bepaalde bouwstijl behoort en jullie wel of juist niet aanspreekt. Van dat gebouw/bouwwerk maken jullie ongeveer 15 foto’s, op een bijzondere manier; het is de bedoeling dat jullie ongebruikelijke standpunten innemen. Ga bijvoorbeeld op de grond liggen en fotografeer heel dicht langs de gevel van het gebouw/bouwwerk. Bedenk zelf nog een aantal bijzondere standpunten. Op deze manier krijg je heel aparte foto’s. Denk ook aan bijzondere foto’s van details van de bouwstijl! Het gaat dus meer om een kunstzinnige foto dan om het zomaar maken van een kiekje van een gebouw/bouwwerk. (Medeleerlingen mogen niet in beeld zijn.)
Verslag Vervolgens maak je een verslag van jullie werkzaamheden. Hierin vermeld je allereerst (zoek zonodig op internet): a. de naam, plek en bouwstijl van het gebouw/bouwwerk; b. wanneer het gebouw/bouwwerk is gebouwd en door wie het is ontworpen; c. waarvoor het wordt/werd gebruikt; d. waarom jullie voor dit gebouw/bouwwerk hebben gekozen. Verwerk vervolgens zes tot tien foto’s in je verslag. Zorg dat ze samen een kunstzinnige indruk van het totale gebouw/bouwwerk geven. e. Geef van iedere foto aan waarom je deze foto op die manier hebt gemaakt. f. Geef ieder jullie mening over het fotoresultaat en hoe je het gevonden hebt om aan deze opdracht te werken.
Tijdpad wk 37-39 wk 41 wk 42, 43 wk 44
– uitleg en voorbereiding opdracht – werkweek Italië – uitwerken opdracht – inleveren via it’s learning.
Deze opdracht valt onder Culturele Activiteit architectuur voor je kunst&cultuurdossier. Het cijfer telt mee als PO voor het vak KCV.
62
Een suggestie voor de verwerking van je foto’s: Een Leporello!
Elke foto van de serie heeft een overeenkomst met de ander. Elke andere kunstzinnige, originele verwerking van je foto’s is natuurlijk ook goed. Veel plezier en succes!
63
Webquest worldcities: Rome Vakoverstijgende onderzoeksopdrachten ter voorbereiding op de Romereis , resulterend in het maken van een webpagina. Klas 4
64
65
LESBRIEF
WEBQUEST WORLDCITIES: ROME
klas Gym 4
NB deze zelfde les kan ook als voorbereiding op een reis naar Berlijn of Londen gemaakt worden.
OPDRACHT
Tijdens de projectweek gaan jullie in tweetallen een onderdeel van Rome beschrijven en daar een webpagina van maken. Alle pagina's bij elkaar zullen de website vormen, waarin een goed beeld gevormd wordt over deze stad. De thema's waarover geschreven kan worden zijn: • • • • •
Bezienswaardigheden Musea Shopping Theater en Evenementen Vervoer
Voor deze opdracht hebben jullie de vakken Engels, Informatica en Latijn nodig. VERWERKING •
Vorm tweetallen om samen aan deze opdracht te werken. Samen kiezen jullie allereerst over welke stad jullie willen schrijven. De leerlingen die Latijn hebben schrijven over Rome; de andere leerlingen kiezen tussen Londen en New York. Zet dan jullie namen op de intekenlijst in lokaal 10.
• •
Allereerst beantwoorden jullie enkele algemene vragen over Londen, New York of Rome.
• •
Om alvast in de stemming te komen gaan jullie daarna een film bekijken over jullie stad naar keuze.
•
Bij de film horen een aantal opdrachten die jullie helpen als voorbereiding op het maken van de website. Per bestemming moeten jullie kiezen over welk thema je wilt schrijven. Bij elk thema moet je 3 verschillende plekken beschrijven.
•
66
ROME Bezienswaardigheden = Sights Monumenten, parken, enz. Musea = Museums Kunst, wetenschap, geschiedenis, enz. Theater en Evenementen = Theatre and Events Musicals, concerten, carnaval, shows, enz. Shopping = Shopping Markten, winkelcentra, warenhuizen, enz.
Kerken = Churches Grote, kleine, oude, nieuwere...
Vervoer = Transport Hoe kun je je het beste verplaatsen door de stad
Vervoer en Shoppen = Transport and Shopping Verplaatsen door de stad en winkelen
http://web.piusx.nl/grassroots/worldcities/4-infobronnen.htm
Bezienswaardigheden: beschrijf 3 bezienswaardigheden. • • • • • • •
Het Forum Romanum: Het oude centrum van Rome, met vele gebouwen uit de Romeinse tijd die (gedeeltelijk) zijn overgebleven. Het Collosseum: Het grote amphitheater gebouwd door keizers Titus en Vespasianus. Het Circus Maximus: De bekende renbaan van het antieke Rome. De Palatijn: De heuvel waar de rijken woonden in de oudheid. Het Capitool: De heuvel waar de burcht van de Romeinen was, de enige plek die standhield tegen de Galliërs. De Engelenburcht: Het mausoleum van Hadrianus, later een middeleeuwse vesting. Trevi Fontein: aangesloten op een Romeins aquaduct, de bekendste fontein van Rome.
Kerken: beschrijf 3 kerken die je in Rome kunt bezichtigen. • • • • • • • • •
De Sint Jan van Lateranen: Eén van de grote basilieken in Rome. De Sint Pieter: De kerk van het Vaticaan en de "thuis"-kerk van de Paus. De Maria-Maggiore: Centraal gelegen basiliek. De Sint-Paulus-buiten-de-muren: Eén van de oudste kerken in Rome. Het Pantheon: Oorspronkelijk een Romeinse tempel gebouwd in de tijd van Augustus. Maria in Aracoeli: Kerk gelegen op/tegen het Capitool, veel door pelgrims gezocht. Maria in Trastevere: Trastevere is een wijk van Rome vlakbij het Tibereiland gelegen. Trinita dei Monti: Kerk hoog gelegen bovenaan de Spaanse Trappen. En nog tientallen andere kerken...
Musea: beschrijf 3 musea. • • • •
67
Het Vaticaans museum: Misschien wel het bekendste museum ter wereld, met vele beroemde stukken uit de Renaissance. De nationale musea: Overblijfselen uit de Romeinse tijd in de omgeving van Rome gevonden. Vooral veel mozaieken. Het keizersforum museum: Een museum over de opgravingen van de keizerfora. Het Palatijns museum: Een museum met de vondsten van de opgravingen op de Palatijn.
• •
Het Capitolijns museum: Eén van de grotere musea met veel antieke stukken. Het museum van de geschiedenis van de pasta: Een modern museum over Italiaans eten.
Theater en evenementen: beschrijf 3 voorstellingen/evenementen. • • • • •
Het Theater van Marcellus: Het oude theater uit de Romeinse tijd. Het Collosseum: Het oude amfitheater. Moderne Theaters: voor moderne opvoeringen. Evenementen van het Vaticaan (o.a. heilig/zaligverklaringen). Overige evenementen.
Vervoer en shoppen:beschrijf 3 plaatsen om te winkelen in Rome of 3 verschillende manieren van vervoer (of een combinatie). • • • • • • • •
De metro. De bus. De trein. De taxi. De huurfiets. Piazza Navona: Een gezellig plein niet ver van het Pantheon, een verzamelplek in de avond. De Spaanse Trappen: verzamelplek voor vooral jongelui, grenst aan meerdere winkelstraten. Overige winkelstraten.
Als je eenmaal gekozen hebt over welk thema je gaat schrijven, kan het echte werk beginnen!! o o
o
Schrijf jullie web pagina! Als de pagina geschreven is, wordt hij toegevoegd aan de website van het hele project. En print de pagina dan ook uit zodat jullie hem samen met de opdrachten over de film in jullie media-dossier Engels kunnen doen.
Nog enkele belangrijke tips voordat je begint. Lees deze goed o o
o
Gebruik het programma Word om je pagina te schrijven. Bewaar je pagina in de bestandenopslagruimte van Brainbox. Bewaar het document eerst op de computer waarop je werkt, bijvoorbeeld op het bureaublad. Klik dan in Brainbox op bestandenopslagruimte in het menu links. Je komt dan in de 'digital dropbox'. Klik op 'add file' (= bestand toevoegen). Via 'bladeren' geef je aan welk bestand je wilt opslaan. Als laatste klik je op 'submit'. Geef het bestand de volgende naam: klas-stad-thema-achternaam1achternaam2. 68
Bijvoorbeeld: Kevin Vos en Michael Van den Berg uit G1c werken samen over Rome, en kiezen bijvoorbeeld het thema musea. Hun bestandsnaam wordt dan: G1C-rome-musea-vos-berg TAALGEBRUIK: o De web pagina moet helemaal in het ENGELS worden geschreven! o Schrijf de pagina in jullie EIGEN woorden! Knippen en plakken mag dus niet. o Maak eenvoudige zinnen. Het hoeft niet helemaal correct te zijn, het belangrijkste is dat de lezer begrijpt wat je bedoelt. Maar denk natuurlijk wel aan de grammatica die je al kent. o Daarom is het dus ook niet de bedoeling dat je hele teksten gaat vertalen. Een enkel woord opzoeken in een woordenboek mag, maar doe dat niet met alle woorden. o Handig on-line woordenboek: interglot. ICT GEBRUIK:
•
•
o
o o o
•
Gebruik Word om de web pagina te schrijven. Denk aan: Opmaak (lettertype, opsommingen, alinea's, inspringen, speciale opmaak , gebruik van sjablonen en gebruik van een achtergrond). Gebruik van WordArt. Gebruik van links om diverse pagina’s met elkaar te verbinden. Invoegen van figuren. Gebruik Internet om informatie te zoeken. Gebruik Brainbox om de opdracht te zien en maak gebruik van de bestanden opslagruimte. Vermeld de bronnen (1D en 1E).
VORMGEVING: o o
o
o
Maak goed gebruik van A, B en C-teksten Afbeeldingen moeten niet te ingewikkeld zijn (inzoomen) en kloppen met het verhaal. De kleur van de foto's moeten een duidelijke kleurovereenkomst hebben met òf de tekst, of de achtergrondkleur (dus bijv. foto's waar veel blauw in zit met een blauwe tekst). De achtergrondkleur en de tekst moeten duidelijk tegen elkaar afsteken
Film over Rome:The Talented Mr Ripley Een rijke Amerikaan huurt Tom in om naar Italië te reizen en zijn playboy zoon terug te brengen
69
Sneak preview: Rome Internetlessen voor het vak KCV als voorbereiding op de reis naar Rome. Klas 4
70
71
Lesbrief Sneak Preview Internetles als voorbereiding op Romereis klas Gym 4 Deze interactieve opdrachten worden tijdens de KCVlessen (of mentorles) in het ICTlokaal gemaakt. De vragen kunnen individueel of in kleine groepjes beantwoord worden. Lees eerst de vraag en bekijk dan het bijbehorende fragment. 1) http://www.youtube.com/watch?v=6vdJLMY3TOs Bekijk en beluister dit bij moderne Romeinen zeer bekende liedje. Welke van de volgende gebouwen of pleinen zijn NIET te zien in de clip? Monument voor Vittorio Emmanuele II, Sint-Pieter, Piazzo Navona, Colosseum. Wat is er bijzonder aan de piano waarop Venditti speelt? 2) Een van de beroemdste plekken in Rome is de Trevi-fontein. Hij is extra beroemd geworden door de volgende filmscène: http://www.youtube.com/watch?v=GKN1T3K1idg Wat gebeurt er in die scène? (Je kunt meteen naar minuut 2 gaan) Een van de mannelijke hoofdpersonen van de film heeft zijn naam gegeven aan een bekend begrip. Zoek in de Internet Movie Data Base op welk begrip dat is. 3) In de film Caro Diario rijdt de in Italië zeer bekende acteur Nanni Moretti op zijn scooter door allerlei doodgewone wijken van Rome heen. Probeer uit zijn Italiaanse voice-over op te maken uit welke eeuw deze gebouwen stammen. (De muziek is overigens van de beroemde Algerijnse zanger Cheb Khaled). Dit is de link: http://www.youtube.com/watch?v=K2Gqbnml8aw&feature=related 4) Om een indruk te krijgen van wat er voor spektakel te zien was (ten tijde van de Romeinen) in het Circus Maximus zou je hier kunnen kijken: http://www.youtube.com/watch?v=pbQvpJsTvxU Het is een zeer beroemde scène uit de spektakelfilm Ben Hur. (In de film speelt deze scène zich af in Jeruzalem, maar je krijgt toch een goed idee) De scène is heel lang. Hij is spannend genoeg om helemaal te bekijken. Kijk in ieder geval lang genoeg om erachter te komen op wat voor manier wordt bijgehouden hoeveel ronden er al zijn gereden. 5) http://davichu.wordpress.com/2008/02/13/ponte-milvio/We zien hier een foto die is genomen op de Milvische brug. (Dat is de brug waar Constantijn de Grote zijn rivaal Maxentius versloeg) Zoek uit wat de reden is dat die lantaarnpaal helemaal is behangen met kleine hangsloten. Het staat hier: http://www.nytimes.com/2007/08/06/world/europe/06rome.html?_r=1&scp=1&sq=ponte %20Milvio&st=cse 6) http://www.foodnetwork.com/recipes/mario-batali/roman-style-tripe-trippa-allaromana-recipe/index.html Een typisch Romeins gerecht is trippa alla Romana. Welk in Nederland nogal ongebruikelijk ingrediënt zit daarin?
72
7) Zoek uit wat het 'knekelkerkje' is. Wat is daar voor speciaals te zien? 8) Zoek op Google Maps de Via dei Fori Imperiali op. Als je die hebt gevonden, kun je meteen door naar een foto van die straat, die je dan vervolgens in het rond kunt draaien, net alsof je midden op die straat staat. Wat herken je onmiddellijk als je midden op die straat gaat staan? 9) http://www.bisdomhaarlem.nl/nieuws/2004/adlimina23.jpg Waar precies zou deze foto genomen zijn? En wat is dat felgekleurde mannetje in het midden? 10) http://roma.repubblica.it/multimedia/home/5178014/1/4 a) Welke website is dit? b) Het Colosseum wordt vaak gebruikt als achtergrond voor foto's. Zo tref je er vaak pas getrouwde stelletjes aan. Kun je uit het Italiaans onder deze foto opmaken welk voorwerp hier aan de pers wordt gepresenteerd? 11) http://www.flickr.com/photos/photorobw/2901733055/ Op deze site kun je inspiratie opdoen voor de foto’s of de film die je in Rome gaat maken. Ben je het eens met wat er beweerd wordt in het onderschrift van deze foto? Verklaar je antwoord. 12) http://www.flickr.com/photos/ddasbg/375830747/ In Italië heb je allerlei soorten politie. Hoe heten deze? Zoek ook andere voorbeelden. 13) http://www.flickr.com/photos/mikegk/2917773783/ In Rome wemelt het van de fonteinen. Waar staat deze fontein? Verwerk je antwoorden in een Worddocument en breng deze mee naar de volgende KCVles.
73
Project Schrikbeelden Lessenserie met als thema “Het kwaad in de kunst”, voor het vak KunstBeeldend of als CM-profielproject. Klas 4
74
75
SCHRIKBEELDEN HET KWAAD IN DE KUNST Klas Gym 4-CM Themaproject Profieldagdeel - Cultuur& Maatschappij Vakken: Levensbeschouwing, KCV, Nederlands, Geschiedenis, Kunst Algemeen Inleiding Met de term Kwaad duiden we alles aan wat ons aangename leventje verstoort. Ziekte en dood, rampen, geweld, ongemak en pech, we doen er van alles aan om ze te vermijden, maar ze blijven ons dwarszitten. We willen weten waarom. Een van de antwoorden die we verzonnen, was dat de goden ons straften omdat ze boos op ons waren. Enerzijds geloven veel mensen dat het kwaad en het goede afkomstig zijn van hogere (hemelse) machten. Anderzijds accepteren we dat het kwaad het gevolg is van menselijk handelen. Ook dan wijzen we anderen aan als veroorzakers van het kwaad, vaak op grond van vooroordelen. Iedereen wil zich tegen het Kwaad verweren. Tegen ziektes zetten we de geneeskunde in, tegen rampen dijken en brandweer, tegen misdaad en geweld bewakingscamera’s en antiterreurbrigades en gevangenissen en wapens. Maar ondanks dat worden we nog steeds ziek, gaan we nog steeds dood en voelen we ons bedreigd. Van oudsher zoeken we naar de oorzaken van het kwaad. We kunnen immers toch moeilijk accepteren dat het kwaad nu eenmaal bij het menszijn hoort. In de oudheid zag men de wereld als een speelplek voor goden en geesten. Als een god boos was teisterde hij de aarde met rampen en oorlogen. Nog steeds gelooft de meerderheid van de mensheid in bovennatuurlijke krachten. En in een vooortdurende strijd tussen het Goed en het Kwaad. Religie, bijgeloof en magie zet men in om het goede te behouden of te verkrijgen en om het kwaad te bestrijden of weg te houden. De grenzen tussen geloof en bijgeloof zijn moeilijk te trekken. Ze lopen in elkaar over en het oordeel “waar geloof” of bijgeloof hangt af van de cultuur waarin men leeft. Tegenwoordig beziet men in het westen het kwaad als een onvermijdelijk gevolg van menselijk handelen. We wijzen naar elkaar als veroorzakers van het kwaad, soms op grond van harde bewijzen, vaker op grond van vooroordelen of gevoelens. Tegelijkertijd genieten we van het kwaad, zoals dat tot ons komt in verhalen, strips, computergames, films, tv-series en roddelbladen. Het kwaad heeft een aantrekkingskracht die het Goede totaal mist. Kwaad zorgt voor spanning, actie. De Amerikaanse amusementsindustrie is daar volledig opgebouwd. Het kwaad krijgt alle aandacht. Toch wint uiteindelijk het goede. Want we moeten wel met een positief gevoel de bioscoop verlaten. OPDRACHT 1 Zoek 5 illustraties die volgens jou het Goede verbeelden. Zoek 5 illustraties die volgens jou het Kwade verbeelden. Maak een collage of een andere vormgeving waarbij je Goed en Kwaad tegenover elkaar zet.
76
OPDRACHT 2 Hierboven stond vermeld dat de Amerikaanse amusementsindustrie graag werkt met 1. de strijd tussen goed en kwaad 2. dat het goede uiteindelijk altijd wint 3. dat er ingespeeld wordt op angsten, maar dat je erom kunt lachen of opgelucht bent. Geef van elke bewering een voorbeeld uit een film, cartoon of tv-serie. Vergelijk deze beweringen met kenmerken van de klassieke tragedies (KCV bronnen).
De Oorsprong van het Kwaad Volgens de Griekse mythen ging het zo: Prometheus schiep uit klei en stro de mens. Om hem te beschermen schonk hij de mens het vuur. Daardoor kreeg deze de macht over alles wat leeft. De oppergod Zeus vreesde dat de mens te dicht bij de goden zou komen. Daarom liet hij Pandora maken. Zeus gaf haar cadeau aan de broer van Prometheus, samen met een doos die ze nooit mochten openmaken. Wat niet mag, is altijd aantrekkelijk. De nieuwsgierigheid won en ze lichtten samen het deksel van de doos. Talloze monsters vlogen eruit: alle mogelijke ziektes, rampen en misdaden verspreiden zich razendsnel over de wereld. Zo riep de mens het kwaad over zichzelf af. Op de bodem van de doos bleef alleen de Hoop achter. Zo kan een mens in alle ellende en verdriet nog altijd hopen dat er betere tijden komen. John Waterhouse Pandora 1896 Volgens de Bijbel ging het zo: God schiep in zes dagen de hemel en de aarde en al wat daarop en daarin leeft. Als laatste schiep hij de mens, Adam, naar zijn evenbeeld. uit de rib van Adam maakte hij de vrouw Eva. Dit eerste mensenpaar leefde in de Hof van Eden, het Paradijs. In het midden van de hof stond een boom met prachtige vruchten. Daarvan mochten ze niet eten. De duivel, een engel die uit de hemel was verdreven, verleidde hij Eva om van de verboden boom te eten. Dat deed ze en ze gaf ook Adam de verboden vrucht te eten. Daarmee hadden ze het gebod van God overtreden. Het gevolg: ze moesten het paradijs verlaten, werken om in leven te blijven, kinderen met pijn ter wereld brengen en doodgaan.Ook de Koran kent dit verhaal. In sommige navertellingen komt de duivel het paradijs binnen in de maag van een slang. De duivel is namelijk een klein wezentje dat met list en bedrog zijn slag moet slaan. Bij Eva is hem dat gelukt.
77
OPDRACHT 3 De duivel is de verpersoonlijking van het kwaad. Zoek drie verschillende voorbeelden van duivels. Kopieer de afbeeldingen en benoem de verschillen. Denk daarbij aan kleur, menselijke of dierlijke attributen, elementen die met dood of verleiding hebben te maken, grappig of griezelig, aansluitend bij het gangbare beeld of afwijkend, etc. Duivelse werken Politiek en godsdienst hebben van oudsher met elkaar te maken. Gerald Messadié beweert in zijn standaardwerk De Geschiedenis van het Kwaad dat de drie monotheïsthische godsdiensten,de Christelijke, de Islamitische en de Joodse, hun ene god te danken hebben aan de koningen die geen godsdiensttwisten in hun bevolking wensten. Is het zo dat bij het polytheïsme de goden net als de mensen hun goede en slechte zijden hebben, nu er een god is moet die wel het goede representeren. En dus moet er een god van het kwaad komen. En dat is de duivel geworden. Ook dus een menselijke schepping. De meest bekende voorstelling van de duivel is gek genoeg gebaseerd op de Griekse figuur Pan.De Grieken zagen Pan helemaal niet als de verpersoonlijking van het kwaad. De hoorntjes en de bokkepoten zijn van Pan. De staart met de driepunt is niet van hem.
Meestal krijgt de Duivel de volgende geschiedenis: Hij was de belangrijkste engel, zeg maar de vorst (Lucifer). Hij kon zich niet neerleggen bij het besluit van God dat de nieuwe schepping , de mens, boven de engelen werd gesteld. daarbij kwam dat de mens twee soorten kenden, man en mannin(vrouw) en de engelen geslachtsloos waren. De duivel voert de opstandige engelen aan, verliest de strijd tegen de goede engelen onder aanvoering van Michael en valt met de zijnen de hemel uit. Zij komen in de hel terecht. Onderweg verleidt hij Eva om van de verboden vrucht te eten. Zo verdrijft hij de mens uit het Paradijs en maakt hem sterfelijk.
78
De Zeven Hoofdzonden Paus Gregorius de Grote introduceerde de Zeven Hoofdzonden en de Zeven Deugden.Hij wilde daarmee de Christenen een leidraad geven voor een goed leven.Wie zich vooral toelegde op de deugden, zou zeker in de hemel komen. Wie zich overgaf aan de zonden, wachtte de hel. De hoofdzonden zijn: 1. SUPERBIA, de hoogmoed, ijdelheid, trots
2. AVARITIA hebzucht, gierigheid
3. LUXURIA, lust, wellust
79
4. INVIDIA, nijd, jaloezie, afgunst
5. GULA gulzigheid, vraatzucht
6. ACEDIA, luiheid.
7. IRA, woede, wraakzucht
80
Als je de hoofdzonden zo bij elkaar ziet, komen ze over als heel menselijk. De vraag is waarom Gregorius deze zonden heeft ingevoerd in de kerk. De 10 geboden uit de Bijbel voldeden blijkbaar niet. OPDRACHT 4 1. Beschrijf hoe elk van de zonden is uitgebeeld in de illustraties uit het Mexicaanse boekje Deadly Sins . Het gaat om de symbolen voor de zonden en om de handelingen die de zonden tonen. 2. Welk land is hier steeds de boosdoener, de zondaar? H3. De Verzoeking (verleiding) van St.Antonius De Middeleeuwer moest door beelden overtuigd raken dat een zondig leven tot een eeuwig branden in de hel zou voeren. Schilders moesten daarvoor de schrikbeelden leveren. In veel kerken werden de altaren versierd met grote triptieken waarop de Dag des Oordeels te zien is. Zie bijvoorbeeld http://www.avromuseumtv.nl/museum/?mname=Koninklijk%20Museum%20voor%20Schone% 20Kunsten%20Antwerpen Wie zondig leefde, maar voor de dood tot inkeer kwam en diep berouw toonde, kon genade krijgen. Veel heiligen dienden daarbij als voorbeeld. Een populaire heilige was St.Antonius. Deze trok zich terug uit de zondige wereld in ging als kluizenaar leven in de woestijn. Daar kreeg hij duivelse visioenen, zo schreef hij. Wat is er mooier voor een schilder dan die duivelse visioenen te verbeelden. Jeroen Bosch (circa 1550 -1616) had zeer veel succes met zijn verbeeldingen van de duivels en verleidingen die de mensen van het geloof afhouden. Aan de heilige Antonius wijdde hij dit drieluik (triptiek): linkerpaneel
middenpaneel
rechterpaneel
OPDRACHT 5 1. Antonius is op elk van de drie delen te zien. Beschrijf op welke plekken. 2.Op het linkerpaneel zijn twee fasen te ontdekken uit dezelfde gebeurtenis. Breng onder woorden wat er volgens jou is gebeurd. 3. Op het rechterpaneel probeert de duivel Antonius op tenminste twee manieren te verleiden. Benoem deze.
4. Op het middenpaneel wijst Antonius naar waar de redding voor de mensheid is te vinden. Op de achtergrond is te zien wat er gebeurd als je die redding naast je neerlegt. Geef aan waar de redding is te vinden en wat er dreigt voor de zondaars.
Grunewald (circa 1475 -1528)
OPDRACHT 6 1.Dit werk kent een merkwaardig perspectief. Beschrijf zo nauwkeurig mogelijk vanuit welk standpunt we naar Antonius kijken. 2. Het werk kent een duidelijke driedeling: voor(onder), midden, achter(boven). Voor zien we de aanval op de heilige. Wat laat het middengedeelte zien? En wat toont de achtergrond, de lucht? 3. Welke symbolische betekenis hebben de elementen in het midden en achter? 4. Op welk deel van de dag speelt het gebeuren zich af: 's morgens vroeg, overdag, tegen de avond? Waarom denk je dat? Lovis Corinth 1858- 1925
Lovis Corinth 1858- 1925
5. Ook dit werk kent een driedeling. Beschrijf elk deel zo precies mogelijk. 6. Welke van de hoofdzonden zijn rond Antonius herkenbaar? Hoe zijn ze vormgegeven?
82
Jeanne Mammen (1890-1976) 7. Welke beeldelementen (noem er drie) laten zien dat in dit werk Antonius het dreigt te verliezen?
Salvador Dali ( 1904 -1989) 8. Geef aan waarom jij denkt dat het kruis Antonius wel of niet zal beschermen in deze voorstelling (let op de hoeven van het paard). 9. Welke verleidingen zie je op de olifanten? 10. Dit werk rekent men tot het surrealisme. Noem tenminste 3 kenmerken van het surrealisme die je in dit werk terugvindt. H4. FATALE VROUWEN & SLECHTE MANNEN FATALE VROUWEN In de tweede helft van de 19e eeuw verdiepten veel met name Engelse schilders zich in het mysterie van de vrouw. Tot die tijd was een vrouw een wezen met slechts enkele taken: moeder, minnares en verzorgster. Nu probeerden de mannen de gedachtes en emoties van een vrouw te begrijpen en dat lukte hen niet. Ze geeft leven en maakt dood. Ze verwent en ze kwelt. Ze troost en ze pijnigt. Ze geeft je genot en geslachtsziektes. In de 19e eeuw werden veel mannen krankzinnig door verwaarloosde syfilis. Seks was dus gevaarlijk, maar daardoor ook extra opwindend. Dit leidde tot schilderijen van vrouwen die verleidelijk en gevaarlijk voor mannen waren. Gevaarlijke vrouwen uit mythen en Bijbelverhalen: 1 Eva 2 Lilith 3 Judith 4 Delila 5 Salome (stiefdochter van Herodes) Gevaarlijke vrouwen uit de Griekse mythologie: 6 Medusa 7 Pandora 8 Circe 9 Helena 10 Medea Gevaarlijke vrouwen uit de geschiedenis 11 Cleopatra 12 Mata Hari 13 Messalina 14 Lucretia de Borgia 15 Erzsébet Báthory Gevaarlijke vrouwen uit de wereldliteratuur 16 Carmen 17 Morgan le Fay 18 La Belle Dame Sans Merci 19 Lady Macbeth 20 Clytaemnestra
83
OPDRACHT 7 Je krijgt van je docent uit bovenstaand rijtje een naam van een dergelijke vrouw toegewezen. Zoek haar verhaal op en vertel dat in je eigen woorden na. Illustreer je verhaal met reproducties van schilderijen. Minimaal 200 woorden en 3 illustraties.. Maximaal 400 woorden en 5 illustraties. SLECHTE MANNEN De grens tussen schurk en held is niet zo duidelijk te trekken. In veel Hollywoodfilms gaat het om de strijd tussen goed en kwaad. De held is vaak degene die zich niet stoort aan god en gebod maar alleen luistert naar zijn eigen geweten. Zijn tegenstanders zijn eerst de knechten, die opdrachten krijgen van de grote baas. Hij trekt die achter de schermen aan de touwtjes en wil macht, steeds meer macht. Maar hoe zien die slechte mannen eruit? Zoals op deze foto's? Het zijn bendeleden die in Nieuw- Guinea moorden en roven. Hun buit is voor hun families.Ze hebben geen andere mogelijkheid om aan voedsel te komen. Dat is hartstikke fout. Maar zijn het schurken?
HET KWAAD IN HET THEATER Toneel gaat altijd over conflicten. De sympathieke hoofdpersoon komt in een situatie terecht die bedreigend is. Hij komt voor een dilemma te staan. Zijn keuze blijkt er een tussen het goede en het kwade. Kiest hij voor het goede, dan volgt een happy end en hebben we een komedie. Kiest hij voor het kwade, dan volgt zijn ondergang en spreken we van een tragedie. Shakespeare is een meester in het tonen van het kwaad in de mens. Voorbeelden Jago in Othello, Macbeth, Richard II en Richard III. Zijn “schurken” worden gedreven door jaloezie of lust naar macht. In andere stukken komen duivelse figuren voor, zoals Moenen in Marieken van Nieumeghen en Mephisto in Faust. Zij verleiden de mens met almachtige kennis. Moderne stukken laten zien dat het kwaad niet zo eenduidig is. Het kwaad komt in vele gedaanten. OPDRACHT 8 (SLOTOPDRACHT) Vorm een groepje met maximaal 3 medeleerlingen. Brainstorm samen welke associaties jullie krijgen door het thema ‘Schrikbeelden’. Werk je ideeën uit tot een nieuw onderwerp en bedenk een originele manier om dit aan de rest van de klas te presenteren. Je mag het thema in de tegenwoordige tijd plaatsen maar natuurlijk ook een onderwerp kiezen dat met geschiedenis , religie, filosofie of een ander vak te maken heeft. 84
85
Paleis op de Dam Lesbrief en docentenhandleiding voor het vak KCV met onderzoeksopdrachten ter voorbereiding op een bezoek aan het Paleis op de Dam, en beschouwingvragen voor het schrijven van een verslag. Klas 5
86
87
Lesbrief Voorbereiding bezoek Paleis op de Dam
klas Gym 5
Bestudeer de onderstaande websites om je voor te bereiden op het bezoek naar het Palies op de Dam. Voor de verwerkingsvragen kun je de informatie op deze sites ook gebruiken, naast alle kennis die je tijdens de rondleiding zult opdoen. Leerlingen met Kunst Algemeen bestuderen deze sites tijdens de les in combinatie met aanvullend materiaal. http://www.canonvanamsterdam.nl/venster/paleis-op-de-dam http://www.koninklijkhuis.nl/Paleizen/Koninklijk_Paleis_Amsterdam.html http://www.cultuurwijzer.nl/www.cultuurwijs.nl/cultuurwijs.nl/cultuurwijs.nl/i000261.html http://www.paleisamsterdam.nl/geschiedenis/stadhuis/ http://www.rijksmuseum.nl/aria/aria_assets/BK-AM-51-3?lang=nl (over het timpaan)
Inleiding In de 17e eeuw was Amsterdam een rijke, machtige stad, het centrum van de wereldhandel. Midden in de stad stond het stadhuis. Iedereen mocht er naar binnen. Van ver over de grens kwam men naar Amsterdam om ‘Het achtste wereldwonder’ te bekijken. Het stadhuis, nu een Paleis, is gedecoreerd met prachtige marmeren beelden en schilderijen gemaakt door beroemde kunstenaars. Deze beelden vertellen het verhaal van de gloriejaren in de Republiek. In deze actieve rondleiding ontrafelen de leerlingen de symboliek van het gebouw en komt de 17e eeuw tot leven. Leerdoelen Na de rondleidng en het maken van deze opdrachten Weet je meer over de ontstaansgeschiedenis van het stadhuis. Heb je kennis gekregen over de classicistische architectuur van het stadhuis. Kun je het verband leggen tussen de architectuur met het decoratieprogramma en de positie van Amsterdam als de belangrijkste handelsstad van de wereld in 1648. Ken je de functies van het stadhuis in de 17e eeuw. Kun je het verband leggen tussen de vroegere functies en de mythologische en Bijbelse voorstellingen in het stadhuis en de klassieke kenmerken van de architectuur Opdracht 1 Bestudeer het timpaan aan de Damzijde · Wat is hierop afgebeeld? · Met welke bedoeling is gekozen voor deze beeldengroep? · Welke verhalen uit de Oudheid hebben als inspiratiebron gediend? · Welke personificaties staan boven het timpaan? · Vind je de keuze geslaagd? Beargumenteer. - Waar vind je het verhaal van de verstening van Atlas? - Geef een korte samenvatting van het verhaal.
88
Opdracht 2 Luister tijdens de rondleiding goed naar de uitleg van de gids over De Vierschaar · Beschrijf de ruimte · Beschrijf de reliëfs die je hebt gezien · · Met welke bedoeling hebben ze voor dit beeldmateriaal gekozen? De volgende verhalen uit de vroegere wereld hebben als inspiratiebron gediend: - Het vonnis van Brutus - Het oordeel van Salomo - Het vonnis van Zaleukos - De Architectura · Lees die verhalen en maak er korte samenvattingen van. Zoek bij elk verhaal een afbeelding van een kunstwerk waarin een scène uit het verhaal is afgebeeld. Vereet niet titel, maker en jaartal bij elke afbeelding te vermelden.
Mattheus Ingantius van Bree, Keizer Napoléon op de Dam, ca 1811
89
Docentenhandleiding Het verhaal van Atlas Perseus voelde goddelijke kracht in zich. Om dat te tonen, wilde hij Medusa overwinnen. De goden hielpen hem bij haar te komen. Hij toonde haar zijn schild, ze zag zichzelf erin en zo kreeg Perseus de kans haar hoofd eraf te hakken. Met dit mooie bewijs in een reistas (jaja) trok hij naar het rijk van Atlas. Atlas had een hof vol gouden vruchten. Toen Atlas hoorde dat Perseus met het hoofd van Medusa naar hem toekwam, joeg hij de arme man weg. Maar Perseus pikte dat (natuurlijk) niet en liet Atlas het hoofd van Medusa zien. Door haar aanblik versteende Atlas… Beschrijving de Vierschaar Hoog, wit, ramen met uitzicht op de Dam (dan konden de mensen op de Dam de rechtszitting zien). Aan de muur veel beeldhouwwerken. Verder is de ruimte licht, allerlei kleine versiersels met guirlandes en karyatiden. Aan de noordzijde staan banken tegen de wand. De wand die het volk zag als ze van buiten naar de rechtszitting keken is versierd met drie grote reliëfs van Quellinius. De reliëfs van links naar rechts: - Je ziet op dit reliëf het verhaal van Zaleukos, links zie je zijn zoon. Van hem is al één oog uitgeprikt. In het midden zit Zaleukos zelf vastgebonden op een stoel. Zijn oog wordt zojuist uitgeprikt. Eromheen staat een groep mannen. - Hier zie je het verhaal van Salomo, Salomo zelf zit in het midden op de troon. Links zit de ene "moeder" en op de knieën zit de andere echte moeder die de beul ervan probeert te weerhouden dat hij het kind in tweeën hakt. - Dit is het verhaal van Brutus, één zoon is al onthoofd, zijn lichaam en zijn hoofd liggen rechtsonderin. De andere zoon zit op de knieën en wacht tot de beul toeslaat. Links staat Brutus, hij dringt er bij de beul op aan goed hard door te slaan… Ook zijn er de Karyatiden. Deze vrouwen hebben een kleed om en dragen het kapiteel op hun schouders. De buitenste twee huilen, de andere twee zijn vastgebonden met de handen op de rug. Boven hen zie je Medusakoppen. Boven de zetel van de secretaris staat (net als op het timpaan) de Stedenmaagd. In de nissen tussen de ramen staan Gerechtigheid en Voorzichtigheid. Gerechtigheid is geblinddoekt. Ze heeft een zwaard en een weegschaal in haar hand. Voorzichtigheid houdt de rechters een spiegel voor. · Met welke bedoeling hebben ze voor dit beeldmateriaal gekozen? In deze zaal werd vroeger het doodvonnis uitgesproken. De reliëfs stellen allemaal een vonnis voor. Het dient als voorbeeld voor de rechters. Zo moeten zij ook handelen, de drie vonnissen staan namelijk voor barmhartigheid, wijsheid en onpartijdigheid. Voor Gerechtigheid en Voorzichtigheid is de bedoeling natuurlijk logisch; zo moeten de rechters handelen. · Welke verhalen uit de vroegere wereld hebben als inspiratiebron gediend? - Het vonnis van Brutus - Het oordeel van Salomo - Het vonnis van Zaleukos - De Architectura Het vonnis van Brutus De Romeinen en de Tarquinii vochten om Rome. De Romeinen wonnen en twee mannen werden consul, één van hen heette Brutus. De Tarquinii wilden Rome terug en stuurden gezanten om te onderhandelen met Romeinse edelen. Tijdens een geheime samenkomst hoorde een slaaf toevallig wat hun plannen waren. Dit vertelde hij direct aan de consuls. Toen de Romeinen hoorden dat er bij die samenzwering ook mensen van hun eigen volk aanwezig waren, vonden ze dat die gestraft moesten worden. Maar bij die edelen waren ook twee zoons van Brutus; ook zij kregen de doodstraf. Bij de uitvoering daarvan was Brutus onverbiddelijk, hij toonde geen emoties. Dit vond het Romeinse volk geweldig! Het oordeel van Salomo Er waren eens twee vrouwen en een baby. De vrouwen beweerden allebei dat de baby van hun was, maar ze kwamen er niet uit; wie was de echte moeder? Ze besloten naar de wijze Salomo te gaan. Hij oordeelde dat het kind dan maar in tweeën gehakt moest worden zodat ze allebei een helft kregen. Maar de ene vrouw vond dit zo vreselijk dat ze zei dat de andere vrouw dan de baby wel mocht hebben. Toen wist Salomo dat zij de echte moeder was en hij gaf haar de baby. Het vonnis van Zaleukos De zoon van Zaleukos had overspel gepleegd. De straf die daarop stond was: de ogen uitsteken (dan kon je nooit meer naar een andere vrouw kijken). Zaleukos vond dit zielig voor zijn zoon en besloot dat ze bij hem ook een oog uit mochten steken zodat zijn zoon één oog kon behouden. De Architectura De mensen uit het Spartaanse plaatsje Karia vochten door in de oorlog tussen de Perzen en de Grieken tot op het laatste moment. Uiteindelijk wonnen de Grieken. Daarvoor moesten de inwoners worden gestraft. Alle mannen werden vermoord en alle vrouwen werden slaaf. De Karyatiden dragen de straf op hun schouders.
90
91
Project Verbreden zonder grenzen Lesbrief voor de invulling van een projectweek waarin leerlingen eigen keuzes kunnen realiseren Klas 5
92
93
Dit jaar worden de G5-leerlingen in de gelegenheid gesteld om zelf een invulling voor de activiteitenweek in maart te bedenken, te organiseren en uit te voeren. De kaders zijn breed en de mogelijkheden groot: je kunt in Nederland of zelfs in Almere blijven maar eventueel ook naar het buitenland gaan. Je stelt je eigen leerdoelen op en schrijft een plan waarbij je ervoor zorgt dat je daarin steun van je ouders en op school krijgt. Leerdoelen Dit project dient als invulling voor MaS (maatschappelijke stage), PWS (profielwerkstuk), International Award, verdieping van een van je profielvakken of je persoonlijke LOB-traject (beroepsoriëntatie). Plan van aanpak Met een groepje medeleerlingen of alleen bedenk je een invulling voor ‘Verbreding zonder grenzen’. Je schrijft vervolgens een projectontwerp met de volgende punten: - omschrijving van de leerdoelen - organisatie: wat is er nodig, hoe moet het geregeld worden - tijdpad - begroting
Voorwaarden 1. Projectontwerp is besproken met je ouders en door hen goedgekeurd 2. Projectontwerp voldoet aan bovenstaande criteria 3. Projectontwerp wordt goedgekeurd door vakdocenten (leerdoelen) en je teammanager. Download het toestemmingsformulier van ItsL. 4. De uitvoering van het plan kan plaatsvinden in de aangegeven periode (tijdpad) 5. Als het ontwerp niet wordt goedgekeurd moet je het aanpassen of een plan B indienen 6. Vanaf de goedkeuring hou je een procesverslag bij tot het einde van het project 7. Je verzorgt een eindpresentatie na afloop van het project 8. Voor wie geen invulling voor dit project bedenkt geldt er een aangepast lesrooster op school in de activiteitenweek
Tijdpad 12 nov: in mentoruur: lesbrief en brief voor ouders ontvangen 23 nov: ouderavond ‘Verbreden zonder Grenzen’ 14 dec: uiterste inleverdatum idee/projectontwerp Tot 3 jan: eventuele aanpassingen in je projectontwerp Vanaf 3 jan: na goedkeuring van projectontwerp het plannen en organiseren van de activiteiten (eventueel in mentortijd) In de activiteitenweek ( 7 t/m 11 maart): Project uitvoeren!
94
95
Virtueel museum KCV opdracht voor het samenstellen van een virtuele collectie naar aanleiding van klassieke thema’s Klas 5
96
97
Lesbrief Virtueel museum Klassieke thema’s
Klas Gym-5
THEMATA TER KEUZE VOOR EEN VIRTUELE TENTOONSTELLING
thema
Schilders
1. filosofen
Van Campen Lastman Moreelse
2. Alexander de Grote
Hoet Mariënhof Rubens
3. Parisoordeel
Heemskerk Moreelse Poelenburgh/Both De Roore
4. Satyr en boer
Fabritius Jan Steen Stom
5. Venus en Adonis
Bloemaert Bol Holsteyn Honthorst
6. Zeus en Callisto
Van Everdingen Poelenburch
7 .Pyramus en Thisbe
Hondius/De Hondt
8. Roof Ganymedes
De Keuninck Rubens
9. Odysseus en Circe
Van Mieris Tengnagel
10. Perseus, Medusa, Andromache
Rubens/Snijders Van Thulden
11. Orfeus en Eurydice
Aelbert Cuyp Saverij
12. Trojaanse oorlog
Bramer Van Dijck Jan Steen
namen groepsleden
98
Werkwijze 1. Titel, schilder, jaartal bij ieder kunstwerk vermelden 2. Welk moment uit het verhaal / de traditie is afgebeeld? (je moet het hele verhaal dus kunnen vertellen). Je moet met elkaar al tijdens de voorbereiding afspreken wat ieder bij welk schilderij gaat vertellen. 3. Je moet kijkrichtlijnen kunnen geven. (Zie de hulp beeldanalyse in FORUM blz. 192-193), met name: -licht/kleur/compositie -wat is er in grote lijnen te zien op welke details wil je wijzen -wat vond/ vind je er zelf van, en waarom? Hoe is je eerste (voor)oordeel na analyse veranderd in een beargumenteerde mening? Jullie gaan met elkaar een eigen virtuele tentoonstelling samenstellen; een selectie kunstwerken die jullie naar aanleiding van het bovenstaande schema hebben gevonden. Plaats de gevonden afbeeldingen in een powerpointdia volgens het voorbeeld (sjabloon) zoals als bijlage gegeven is. Je mag ook zelf een layout ontwerpen, maar belangrijk is dat alle relevante informatie aanwezig is. Zorg voor een logische volgorde van de kunstwerken en een goede samenhang met jullie verhaal. Creëer eenheid in lettertype en layout zodat de tentoonstelling een geheel vormt. Dit alles vormt jullie VIRTUEEL MUSEUM. De presentatie wordt in de klas gegeven en nabesproken.
Afronding Iedere groep levert op een nog nader vast te stellen datum een schriftelijke versie in van het gedane werk: Een lijst van de feitelijke gegevens van de hele tentoonstelling, een analyse van het door jou persoonlijk gekozen kunstwerk, en een persoonlijke reflectie op het proces en het eindproduct. Nodig: vertaling van de Metamorfosen van Ovidius en de Ilias/Odyssee van Homeros, en andere boeken over mythologie (mediatheek en internet)
99
The Truman Story Lesbrief en docentenhandleiding naar aanleiding van de film ‘The Truman Story’, waarbij de vakken Latijn, KCV, en Filosofie aan bod komen. Klas 4, 5 of 6
100
101
Lesbrief The Truman Show
Klas Gym 4, 5 en 6
Module klassieke filosofie: vragen bij The Truman Show
The Truman Show: 'een heerlijke filmkomedie'? De film The Truman Show dateert uit 1998 en is door een van de recensenten 'spectacularly original' genoemd. Anderen noemen hem 'een heerlijke
filmkomedie'. Inderdaad, als je niet bekend bent met de opvattingen van Plato, speciaal zoals hij die heeft verwoord in de beroemde Grotvergelijking, dan vind je het thema van de film waarschijnlijk heel 'origineel' en zorgt de film voor anderhalf uur zorgeloos genieten van een 'heerlijke komedie'.
The Truman Show & Plato Maar wie wél de Grotvergelijking gelezen en begrepen heeft, zal zien dat Plato, als hij de middelen had gehad, dit filmscenario ook had kunnen schrijven. De hoofdpersoon, Truman Burbank, komt namelijk gedurende de film langzamerhand tot de ontdekking dat de realiteit zoals hij die kent, niet de enige realiteit is die er bestaat.
Het beste zou zijnom de film tweemaal te bekijken: eerst als een originele komedie, dan als een allegorie op de Ideeënleer van Plato. De film wordt op school echter maar een keer vertoond, daarom moet je al tijdens de eerste keer dat je de film bekijkt, proberen het genieten te combineren met goed nadenken. Vragen bij The Truman Show De vragen zijn in twee delen gesplitst: • het eerste deel (2 vragen) lees je voor het begin van de film even door en je beantwoordt de vragen tijdens het kijken; • het tweede deel is van meer reflectieve aard en die vragen kun je later beantwoorden. Lees deze vragen juist niet door voordat je de film gaat zien.
102
deel 1: vragen tijdens de film.
Lees deze vragen voordat de film begint even door en beantwoord ze tijdens het kijken. 1.
Aan het begin van de film lijkt alles heel normaal; aan het einde van de film staat de werkelijkheid op zijn kop. Het aantal aanwijzingen dat er iets vreemds aan de hand is, wordt opgebouwd van “spaarzaam en subtiel” tot “frequent en niet meer te missen”. Vooral in het begin van de film moet je goed opletten op je eigen intuïtie: je voelt wel dat er iets raars aan de hand is, maar waar zit ‘m dat nu precies in? Noteer alle aanwijzingen uit het begin van de film die maken dat jij reden hebt om aan de werkelijkheid ervan te twijfelen. Zeker in de eerste helft is dat zinvol; daarna ligt het er zo dik op dat je met enkele grove punten kunt volstaan.
2.
Als de gevangene van Plato de grot verlaat, neemt hij iets geheel anders waar dan Truman als hij de echte werkelijkheid binnentreedt. Wat ziet Truman dan namelijk? Kijk goed.
deel 2: reflectie na het zien van de film. 1.
Hier volgt een aantal elementen uit de Grotvergelijking van Plato. Leg uit door welke elementen uit The Truman Show zij worden vertegenwoordigd. Voorbeeld: Truman zelf = de gevangene die zich uit de grot bevrijdt. a. de grot van Plato is in de film: …. b. de “beelden van mensen en dieren en dingen die langs het vuur gedragen worden” is in de film:… c. de angst die de gevangene voelt om zijn vertrouwde plek te verlaten, is in de film:… d. de pijn die de gevangene voelt bij de zware klim omhoog uit de grot is in de film:…
2.
Nu omgekeerd. Hier volgt een aantal elementen uit de film. Leg uit met welke elementen in de Grotvergelijking zij overeenkomen. Voorbeeld: de gevangene die zich uit de grot bevrijdt = Truman Burbank. a. de echtgenote, de moeder en de beste vriend van Truman = ... b. de storm op zee aan het einde van de film = ... c. de serveersters en te televisiekijkers die hun commentaar leveren op de show = ... d. de regisseur “op de maan” (Is er wel een antwoord op deze vraag...?)=... e. het enige meisje waar Truman echt verliefd op is = ...
3.
In de Grotvergelijking geldt het als een bijzondere gave van iemand in de grot als hij kan voorspellen in welke volgorde de afbeeldingen van mensen, dieren en dingen voorbij gedragen zullen worden. 103
In de film komt dit beeld ook terug. Kun je je herinneren waar in de film en in welke vorm? 4.
Truman loopt iedere dag een tijdschriftenkiosk binnen om een tijdschrift te kopen, dat hij daarna haastig en een beetje stiekem wegstopt. Wat betekent dit in de film en welke parallel kun je met enig creatief nadenken ontdekken tussen dit tijdschrift en een element in de Grotvergelijking?
5.
Truman is bang voor water; deze fobie komt herhaaldelijk terug. Toch stapt hij aan het einde van de film zonder angst in een bootje. Door welke gebeurtenis is hij zijn angst kwijtgeraakt?
6.
Als de gevangene van Plato uit de grot is bevrijd en de wereld erbuiten heeft aanschouwd, wil hij terug de grot in. a. Waarom wilde hij dat ook alweer? b. Zal Truman dat ook willen, denk je? Motiveer je antwoord.
7.
Als Truman uiteindelijk de stap naar de écht wereld zet, ziet hij een zwart gat achter de deuropening. Dat is iets anders dan het zonlicht dat de gevangene van Plato ziet. En toch: is dat echt zo anders? Motiveer je antwoord.
8.
Aan het begin van de film komt er een filmlamp naar beneden vallen, vlak voor Trumans voeten. Hij is verbaasd, maar laat het verder zitten. Er zijn ook in onze tijd mensen die aanwijzingen zien dat er buiten onze realiteit een andere realiteit bestaat: zij vinden het dom van andere mensen dat ze geen aandacht schenken aan die toch regelmatig “uit de lucht vallende filmlampen”. Kun je zo’n hedendaagse “neervallende filmlamp” bedenken?
9.
De naam van Truman is niet toevallig gekozen. Denk na over de oorsprong van die naam, wie hem zo genoemd heeft, de betekenis ervan voor hem en zijn omgeving, en vorm een theorie over die naam.
10.
Als je op het internet via een zoekmachine de Truman Show opzoekt, zul je een paar duizend links krijgen naar websites van mensen die helemaal gek zijn van de film. Niet al die interpretatoren leggen de link met Plato. De meesten verbinden de film met contemporaine vrijheidsstrijders als Nelson Mandela en afvallige communisten onder Castro. Als je erover nadenkt, is dat ook geen gekke interpretatie. Er zijn duidelijke elementen in de Truman Show die wél overeenkomen met de weg die een vrijheidsstrijder moet afleggen om vrij te worden en níet met de weg van de gevangene bij Plato. Licht deze stelling toe met het oog op: a. de bijzondere rol die de vader van Truman speelt (door zijn dood en door zijn terugkeer) b. de bijzondere rol van de jeugdvriend van Truman c. de regisseur “op de maan” d. het personeel van de regisseur op de maan e. de televisiekijkers die de soap volgen
104
module filosofie: The Truman Show docentenexemplaar met antwoorden De film The Truman Show dateert uit 1998 en is door een van de recensenten spectacularly original genoemd. Anderen noemen hem een heerlijke filmkomedie. Inderdaad, als je niet bekend bent met de opvattingen van Plato, speciaal zoals hij die heeft verwoord in de beroemde Grotvergelijking, dan vind je het thema van de film waarschijnlijk heel origineel en zorgt de film voor anderhalf uur zorgeloos genieten van een heerlijke komedie. Maar wie wel de Grotvergelijking gelezen en begrepen heeft, zal zien dat Plato, als hij de middelen had gehad, dit filmscenario ook had kunnen schrijven. De hoofdpersoon, Truman Burbank, komt namelijk gedurende de film langzamerhand tot de ontdekking dat de realiteit zoals hij die kent, niet de enige realiteit is die er bestaat. Het zou leuk zijn als we de tijd hadden om de film tweemaal te bekijken: eerst als een heerlijke originele komedie, dan als een allegorie op de Ideeënleer van Plato. Helaas, dat kost teveel tijd. Daarom moet je al tijdens de eerste keer dat je de film bekijkt, proberen het genieten te combineren met goed nadenken. Om je daarbij te helpen, volgt hier een aantal vragen. De vragen zijn in twee delen gesplitst: • het eerste deel (2 vragen) lees je voor het begin van de film even door en je beantwoordt de vragen tijdens het kijken; • het tweede deel is van meer reflectieve aard en die vragen kun je later beantwoorden. Lees deze vragen juist niet door voordat je de film gaat zien. deel 1: vragen tijdens de film.
Lees deze vragen voordat de film begint even door en beantwoord ze tijdens het kijken. 1.Aan het begin van de film lijkt alles heel normaal; aan het einde van de film staat de werkelijkheid op zijn kop. Het aantal aanwijzingen dat er iets vreemds aan de hand is, wordt opgebouwd van “spaarzaam en subtiel” tot “frequent en niet meer te missen”. Vooral in het begin van de film moet je goed opletten op je eigen intuïtie: je voelt wel dat er iets raars aan de hand is, maar waar zit ‘m dat nu precies in? Noteer hieronder alle aanwijzingen uit het begin van de film die maken dat jij reden hebt om aan de werkelijkheid ervan te twijfelen. Zeker in de eerste helft is dat zinvol; daarna ligt het er zo dik op dat je met enkele grove punten kunt volstaan. 2.Als de gevangene van Plato de grot verlaat, neemt hij iets geheel anders waar dan Truman als hij de echte werkelijkheid binnentreedt. Wat ziet Truman dan namelijk? Kijk goed. antwoorden: 1. de scherpe, filmische belichting 2. het feit dat iedereen hem kent, ook onbekenden 3. de filmlamp die naar beneden valt 4. hij meent zijn vader te herkennen 5. de scène met de lift in het kantoor 6. de autoradio die hem volgt 7. de reclame-uitingen (bier, chocolademelk) 8. enz…
deel 2: reflectie na het zien van de film. 1.Hier volgt een aantal elementen uit de Grotvergelijking van Plato. Leg uit door welke elementen uit The Truman Show zij worden vertegenwoordigd. Voorbeeld: Truman zelf = de gevangene die zich uit de grot bevrijdt. f. de grot van Plato is in de film: de dagelijkse wereld om Truman heen
105
g. de “beelden van mensen en dieren en dingen die langs het vuur gedragen worden” is in de film: alle personen en zaken die deel uitmaken van Trumans leven h. de angst die de gevangene voelt om zijn vertrouwde plek te verlaten, is in de film: de angst voor water i. de pijn die de gevangene voelt bij de zware klim omhoog uit de grot is in de film: de paniek waarin hij probeert de stad te ontvluchten en/of de storm op zee 2.Nu omgekeerd. Hier volgt een aantal elementen uit de film. Leg uit met welke elementen in de Grotvergelijking zij overeenkomen. Voorbeeld: de gevangene die zich uit de grot bevrijdt = Truman Burbank. j. de echtgenote, de moeder en de beste vriend van Truman afspiegelingen van de realiteit; de beelden die worden langsgedragen k. de storm op zee aan het einde van de film de pijn die de gevangene lijdt bij het beklimmen van de steile weg en de verblinding door het felle zonlicht; Sokrates zou het de barensweeën noemen l.
de serveersters en te televisiekijkers die hun commentaar leveren op de show Moeilijk! Dat is Plato of dat zijn wij, de lezers: in ieder geval de buitenstaanders die het geworstel in de grot gadeslaan (dat wij zelf ook in een grot zitten, maakt niet uit: de tv kijkers en de serveersters bevinden zich ook in hun eigen grot.)
m. de regisseur “op de maan” (dit is een héle moeilijke! Is er wel een antwoord op?) In de Grot bevindt zich niet echt een duivels personage dat de gevangene per se binnen wil houden; de regisseur is meer een element uit de vrijheidsstrijd, zie vraag 10. n. het enige meisje waar Truman echt verliefd op is zij is een “echt” mens, eentje van buiten de grot, niet te vergelijken met de regisseur (want wél van goede wil, een coach in de opgang naar het licht) noch met de serveersters en tv kijkers (want zij kijkt niet passief toe maar zet zich in voor de bevrijding). 3.In de Grotvergelijking geldt het als een bijzondere gave van iemand in de grot als hij kan voorspellen in welke volgorde de afbeeldingen van mensen, dieren en dingen voorbij gedragen zullen worden. In de film komt dit beeld ook terug. Denk goed na: kun je je herinneren waar in de film en in welke vorm? Als Truman in zijn auto zit en ontdekt (+ aan zijn vouw laat zien) dat bepaalde personen (figuranten dus) in volgorde langskomen: a lady on a red bike, a man with flowers and a Volkwagen Beetle with a dented fender. In tegenstelling tot Plato’s grotmensen ziet Truman daarin wél een aanwijzing dat er iets mis is: de grotmensen beschouwen dit slechts als een aanwijzing voor hun eigen slimheid. 4.Truman loopt iedere dag een tijdschriftenkiosk binnen om een tijdschrift te kopen, dat hij daarna haastig en een beetje stiekem wegstopt. Wat betekent dit in de film en welke parallel kun je met enig creatief nadenken ontdekken tussen dit tijdschrift en een element in de Grotvergelijking? Het tijdschrift stimuleert Truman om verder te kijken dan zijn neus lang is, zoals er in de Grot iemand de moeite neemt de gevangene los te maken en naar boven te sleuren. Het is de enige aanwijzing die hij krijgt over het mogelijke uiterlijk van de wereld boven de zijne.
5.Truman is bang voor water; deze fobie komt herhaaldelijk terug. Toch stapt hij aan het einde van de film zonder angst in een bootje. Door welke gebeurtenis is hij zijn angst kwijtgeraakt? Hij heeft gezien dat zijn vader nog leefde en dat dat hele gedoe met verdrinken dus “fake” was; daarmee vervalt de realiteit van zijn angst voor water. 106
6. Als de gevangene van Plato uit de grot is bevrijd en de wereld erbuiten heeft aanschouwd, wil hij terug de grot in. a. Waarom wilde hij dat ook alweer? Medegevangenen bevrijden en naar het echte licht brengen. b. Zal Truman dat ook willen, denk je? Motiveer je antwoord. Nee. De mensen in Trumans omgeving zijn geen gevangenen maar samenzweerders. Zij hoeven niet bevrijd te worden. 7.Als Truman uiteindelijk de stap naar de écht wereld zet, ziet hij een zwart gat achter de deuropening. Dat is iets anders dan het zonlicht dat de gevangene van Plato ziet. En toch: is dat echt zo anders? Motiveer je antwoord. In zekere zin niet: ook de bevrijde gevangene ziet eerst niets (ogen zijn verblind door het licht = het zwart van Truman) en zal langzaam moeten wennen aan de nieuwe realiteit. 8.Aan het begin van de film komt er een filmlamp naar beneden vallen, vlak voor Trumans voeten. Hij is verbaasd, maar laat het verder zitten. Er zijn ook in onze tijd mensen die aanwijzingen zien dat er buiten onze realiteit een andere realiteit bestaat: zij vinden het dom van andere mensen dat ze geen aandacht schenken aan die toch regelmatig “uit de lucht vallende filmlampen”. Kun je zo’n hedendaagse “neervallende filmlamp” bedenken? Dit is een discussievaag waar je maar net zin in moet hebben. Te denken valt aan de Bijbel en wonderen en optreden van Jezus en/of andere heiligen; graancirkels die duiden op buitenaards leven; verschijnselen als déjà vu; betekenisvolle dromen; astrologen die de gebeurtenissen van 11 september 2001 hebben voorspeld;… 9.De naam van Truman is niet toevallig gekozen. Denk na over de oorsprong van die naam, wie hem zo genoemd heeft, de betekenis ervan voor hem en zijn omgeving, en vorm een theorie over die naam. Hij is de enige True Man in de film en dat weet iedereen behalve hij; zijn naam is een filmnaam, zijn geboorte was een media event en de naamgever is de regisseur geweest. 10.Als je op het internet via een zoekmachine de Truman Show opzoekt, zul je een paar duizend links krijgen naar websites van mensen die helemaal gek zijn van de film. Niet al die interpretatoren leggen de link met Plato. De meesten verbinden de film met contemporaine vrijheidsstrijders als Nelson Mandela en afvallige communisten onder Castro. Als je erover nadenkt, is dat ook geen gekke interpretatie. Er zijn duidelijke elementen in de Truman Show die wél overeenkomen met de weg die een vrijheidsstrijder moet afleggen om vrij te worden en níet met de weg van de gevangene bij Plato. Licht deze stelling toe met het oog op: a. de bijzondere rol die de vader van Truman speelt (door zijn dood en door zijn terugkeer) de vader speelt het spel eerst mee door te “verdrinken”, maar komt later terug om dat recht te zetten; is daarmee een soort tot inkeer gekomen spion van het Systeem. b. de bijzondere rol van de jeugdvriend van Truman speelt een verradersrol: hij wekt de indruk betrouwbaar te zijn (“we kennen elkaar toch al zo lang”), maar werkt intussen mee aan het binnenboord houden van een potentiële afvallige van het Systeem.Misschien wel “voor zijn bestwil”, maar hij beperkt bewust de vrije keuze van zijn vriend. c. de regisseur “op de maan” vervult de rol van de dictator die de mensen voorhoudt dat het hier het beste en het veiligste voor hen is en dat de buitenwereld slecht en vijandig is. d. het personeel van de regisseur op de maan dat zijn de rechterhanden van de dictator, mensen die hem helpen zijn macht te behouden maar toch vraagtekens zetten bij zijn handelen. e. de televisiekijkers die de soap volgen de vrije, zogenaamde democratische landen die het gedoe in de totalitaire staat hoofdschuddend aanzien. Met daarbij het tevreden gevoel dat het “bij ons gelukkig beter is”.
107
Betoog Godencompetitie Lesbrief voor het schrijven en geven van een toespraak naar aanleiding van een thema. Klas 4
108
109
Betoog opdracht: DE GODENCOMPETITIE WAT VOORAFGING Op de Olympus zijn alle goden en godinnen bijeengekomen om feest te vieren. Natuurlijk is Eris, de godin van de ruzie, hierbij niet welkom. Uit ergernis hierover rolt zij stiekem een gouden appel de feestzaal in waar de goden genieten van nectar en ambrozijn. De appel draagt de tekst “ Voor de beste”. Nu zijn de poppen aan het dansen. Alle goden en godinnen roepen om het hardst: “Ik ben de beste! Die appel is voor mij bestemd!” Omdat er ruzie dreigt uit te breken, voelt Zeus zich gedwongen om in te grijpen. “Rustig, rustig! Als ieder van jullie dan zo zeker meent te weten dat hij/zij de beste is, laat hij/zij de anderen daarvan overtuigen. We gaan allemaal een toespraak houden waarin we aan elkaar duidelijk maken wat onze verdiensten zijn. Zo zal ongetwijfeld blijken wie met recht aanspraak kan maken op De Gouden Appel.” Met een instemmend gemompel gaan de andere goden accoord met het voorstel van Zeus. VOORDRACHT Per twee leerlingen kruip je in de huid van een godheid (na loting). Je gaat een toespraak houden tot de andere goden om met argumenten aan te tonen dat jij in alle opzichten de beste godheid bent. Hoe je de toespraak verdeelt over twee personen moet je samen beslissen. De argumenten ontleen je aan mythologische verhalen waarin jij een rol speelt. Ook onderstreep je jouw verdiensten voor de mensheid en de hele wereld. Beperk je niet tot de Griekse mythologie, maar laat ook je Romeinse tegenhanger aan bod komen. Om aan te tonen dat je verering geniet onder de mensen ga je in je betoog ook in op een cultusplaats in de Griekse of Romeinse wereld. Je richt je in je toespraak tot je collega-goden, maar je houdt er ook rekening mee dat eventuele buitenstaanders je betoog helemaal moeten kunnen volgen (Gebruik daarom formuleringen als: “Zoals jullie allemaal weten, heb ik ...”, “Ik weet wel dat het volgende verhaal over mij verteld wordt”). Je mag aan mythologische verhalen waarin jij negatief wordt afgeschilderd een positieve draai geven, maar je moet dan wel eerst (iets over) het oorspronkelijke verhaal vertellen. Het is niet de bedoeling om alle verhalen waarin jij een rol speelt, heel uitvoerig te vertellen. Je moet selecteren en samenvatten en je steeds goed afvragen wat overtuigingskracht kan hebben. Ook laat je in de toespraak een of meer getuigen optreden. Je bepaalt in onderling overleg welke rol(len) de getuige in de toespraak krijgt. Behalve de inhoud is ook de formulering van je toespraak van belang. Bedenk welke stijl je gaat hanteren. Streef originaliteit na bij het onder woorden brengen van je argumenten. De presentatie is ook iets waarop je goed moet letten. Je mag de tekst van de toespraak bij de voordracht wel bij de hand houden, maar je mag niet volstaan met voorlezen. Let op afwisseling in het gebruik van je stem (hard-zacht, vriendelijk-boos, rustig-snel). Pas op dat je niet te snel spreekt. De toehoorders moeten jouw woorden rustig kunnen verwerken. Laat daarom rustig steeds kleine pauzes vallen. Dit aspect moet je samen goed hardop oefenen. Ook je uiterlijke verschijning moet je enigszins aanpassen aan je nieuwe identiteit (bijv. door gebruik van attribuut). Iedere voordracht duurt ongeveer 10 tot 12 minuten. Na afloop levert ieder duo de uitgeschreven toespraak in met daarbij de literatuuropgave. Het is noodzakelijk verscheidene boeken te raadplegen en niet uitsluitend internet-sites! Aan het begin van de les levert ieder duo een kort schematisch overzicht in van de inhoud van het betoog. Daarin moet minimaal vermeld staan welke verhalen je gaat vertellen en welke argumenten je daaraan ontleent. Ook dit schema telt mee bij de beoordeling. Succes!
110
111
Betoog Nachleben Lesbrief voor het schrijven van een betoog naar aanleiding van een thema. Klas 5
112
Lesbrief
Betoog “Nachleben”
klas Gym 5
Vakken: KCV, Filosofie, Nederlands
Voor deze opdracht bestudeer je klassieke teksten en zoek je ter vergelijking naar citaten uit latere tijden. Hierover schrijf je een betoog. Zorg dat je je goed informeert over de verschillende onderwerpen en de genoemde teksten en begrippen. • Schrijf een betoog over één van de volgende onderwerpen. • Je mag het alleen of in tweetallen doen • Je betoog moet per persoon minimaal 3 en maximaal 5 pagina’s tellen . Bronvermelding volgens de gestelde regels. Onderwerpen: 1. Is het mogelijk om geluk in jezelf te vinden of ben je afhankelijk van hoe anderen over jou denken? Lees de tekst van Herodotus over Solon en schrijf een betoog. Verwijs in je betoog naar deze tekst en geef tenminste drie citaten van andere belangrijke teksten, wijsgeren, filosofen enz. 2. Stel je moet een betoog houden over het verval van zeden in de huidige samenleving. Hoe zou je daarin verandering kunnen brengen? Doe dit aan de hand van de leer van Epicurus en lees daarvoor de teksten uit de bundel. Verwerk tenminste drie citaten van Epicurus en refereer aan tenminste één bestaand persoon die volgens jou de belichaming is van het ideaal van Epicurus. 3. Stel je moet een betoog houden over het verval van zeden in de huidige samenleving. Hoe zou je daarin verandering kunnen brengen? Doe dit aan de hand van de leer van de Stoa en lees daarvoor de teksten uit de bundel. Verwerk tenminste drie citaten van de leer van de Stoa en refereer aan tenminste één bestaand persoon die volgens jou de belichaming is van het ideaal van de Stoa. 4. ‘Het is beter onrecht te lijden dan onrecht te doen’. Als je de samenleving volgens dit principe zou inrichten, hoe zou die er dan volgens jou uitzien? Lees de teksten van Plato uit de bundel. Verwerk tenminste drie citaten uit Plato’s tekst en refereer aan tenminste twee bestaande personen of personen uit de geschiedenis die hiervan volgens jou de belichaming zijn. 5. ‘Het is beter onrecht te doen dan onrecht te lijden’. Als je de samenleving volgens dit principe zou inrichten, hoe zou die er dan volgens jou uitzien? Lees de teksten van Plato uit de bundel. Verwerk tenminste drie citaten uit Plato’s tekst en refereer aan tenminste twee bestaande personen of personen uit de geschiedenis die hiervan volgens jou de belichaming zijn.
113
Recensie Lesbrief voor het lezen en schrijven van recensies Klas 3
114
115
Lesbrief
Recensie schrijven
Doel van de opdracht
Bij deze opdracht leer je beter uiting te geven aan je persoonlijke beleving van een culturele activiteit leer je binnen een afgesproken tekstomvang informatie te geven over een culturele activiteit
Wat is een recensie? Een recensie is een kort stuk in tijdschrift of krant waarin een cultureel evenement wordt besproken. Als elk krantenstuk moet de recensie prettig leesbaar zijn voor het doelpubliek van de krant. Het doel is het publiek opmerkzaam te maken op het evenement, te informeren over het evenement, en een oordeel te geven over de kwaliteit van het evenement. Vooral het laatste maakt de recensent voor de kunstenaar tot een gevreesde opponent: wanneer een kunstwerk gekraakt wordt in de pers zal het publiek wegblijven. Recensies lezen Een recensie bevat tenminste vier soorten mededelingen
objectieve gegevens : Gegevens die controleerbaar zijn en waarover geen meningsverschil kan ontstaan 1.
feiten: wie?, wat?, waar?, wanneer? hoe lang?, enzovoort.
Voorbeeld: Titel: Touw; door Gezelschap Goede en Fien; Gezien: Amphion Doetinchem, 21 november 2003. Bij de feiten hoort ook achtergrondinformatie over de kunstenaar of het kunstwerk 2. een beschrijving in onpersoonlijke woorden, vaak ontleend aan de betreffende kunstdiscipline; analyse. Zo wordt uitgelegd hoe de kunstenaar heeft vormgegeven.
Voorbeeld: "Het decor bestaat uit tientallen touwladders, willekeurig verspreid over het toneelvlak. Door de felle lichten van de toneellampen ontstaat een abstract lijnenspel van schaduwen" subjectieve mededelingen : Mededelingen die sterk gekleurd zijn door de gevoelens en ervaringen van de recensent 3. een weergave van de ervaringen in persoonlijke woorden; beleving
Voorbeeld: "…als het vermaledijde apenspel van de gymles, waarbij de sterkste altijd bovenin zit" 4.
een (positieve of negatieve) waardering van het gebodene
Voorbeeld: "…een ontroerend verhaal dat briljant wordt gespeeld. Voortaan zal ik elk touwtje met andere ogen bezien.". Onderzoek: Lees de recensies nog eens, en markeer de vier soorten mededelingen (bijvoorbeeld met kleur, of door verschillende onderstrepingen). Wanneer je het goed doet krijgt elk woord of elke zin een markering. Tel het aantal woorden per soort. Doe vervolgens hetzelfde met het verslag van je laatste culturele activiteit. Opdracht: Schrijf een recensie van minimaal 400 woorden die zoveel mogelijk lijkt op een echte krantenpagina op 1 A4-tje. De pagina bevat dus ook een foto en achtergrondinformatie! Tip: je kunt foto’s en achtergrondinformatie vinden op het internet. De meeste voorstellingen en films hebben eigen websites. Let op: gebruik alleen je eigen woorden: simpelweg knippen en plakken van internet is heel erg dom, en wordt als plagiaat beschouwd. Vergeet niet de naam van de journalist (dat ben jij dus!) te vermelden. 116