Watervogels:
Watervogels Wie kent niet verschillende van die prachtig gekleurde eenden? Vooral de mannelijke exemplaren van de Mandarijn- en Carolinaeend bezitten een prachtig gekleurd verenkleed en zijn dus echte pronkvogels. Maar ook onder de Zwanen en Ganzen komen schitterende dieren voor. Op deze website willen we ons echter beperken tot wat algemene informatie betreffende deze drie groepen. De Zwanen, Ganzen en Eenden kunnen we onderverdelen in wilde en gedomesticeerde (tamme) watervogels. Tot de groep wilde watervogels behoren de Zwanen, Ganzen en Eenden, die ergens waar ook ter wereld in de vrije naruur voorkomen. Tot de groep gedomesticeerde watervogels behoren die soorten, welke uitsluitend door menselijk toedoen zijn ontstaan. Verleden en heden Als we terug gaan in de tijd van de Nederlandse bloei op de wereldzeeën weten we dat de Verenigde Oost-Indische Compagnie daarin een belangrijk aandeel had. Deze handelsschepen brachten uit alle werelddelen die werden aangedaan voor ons vreemde rassen mee naar Nederland. door kruising met de hier voorkomende dieren ontstonden nieuwe tamme rassen. Van de meegebrachte dieren waren er die uitblonken in legcapaciteit en ook dieren die veel vlees leverden. Dat resulteerde in de eendenhouderij die met name in Noord Holland en op de Veluwe rond Ermelo, Harderwijk en Putten tot grote bloei is gekomen. De ei- en vleesproductie van deze dieren was een enorme bron van inkomsten. Thans staat deze bedrijfstak sterk onder druk. Door concurrentie met name uit Oost Europa, staat de eendenhouderij er in ons land niet best voor. De slachtsector doet het nog iets beter als de eiersector. Heden is het beter gesteld met de sportfokkerij van watervogels. De animo voor deze
diergroepen is de laatste jaren fors gestegen. De liefhebbers van watervogels behoeden op deze manier veel rassen voor uitsterven. Met name de oer Hollandse rassen staan er op dit moment weer iets rooskleuriger voor dan voor jaren terug. Diverse sportfokkers houden zich weer bezig met de fokkerij van deze rassen zoals de Noord-Hollandse Witborsteend, de Noord-Hollandse Krombekeend en het Kwakertje. Vooral deze laatste weet zich gesteund door een groot aantal liefhebbers. De sierwatervogels nemen de laatste jaren een belangrijke plaats in op de tentoonstellingen. Vele rassen zijn er dan in al hun pracht te bewonderen. Alleen de Zwanen zien we niet zoveel, zij lenen zich niet zo om tentoongesteld te worden in een tentoonstellingskooi. Op grotere tentoonstellingen wordt nogal eens een vijver aangelegd waarin ze met al hun statie kunnen zwemmen. Menig bezoeker brengt een poosje bij zo'n vijver door.
Noord-Hollandse Witborsteend
Noord-Hollandse Krombek eend
Huisvesting Lang niet iedereen zal in de gelegenheid zijn om watervogels te houden. Een eerste vereiste voor deze dieren is vanzelfsprekend water. Dat kan variëren van een kleine vijver in de achtertuin tot een stromende watervijver die afgetakt wordt van een rivier of beek. In het eerste geval zal de liefhebber zich moeten beperken tot het houden van slechts één of twee paartjes. De werkelijk mooie collecties worden dan ook gevonden in de waterrijke gebieden van ons land. De liefhebbers die in zulke waterrijke gebieden wonen, kunnen (als dat mag) één of meerdere bassins in het water met gaas afzetten zodat de vogels een schoon fris water hebben. Op de oever kan die omheining voortgezet worden zodat de dieren ook op het droge voldoende ruimte hebben. We kunnen deze beplanten met wat struiken zodat de dieren ook wat bescherming hebben of onder zo'n struik
hun nest kunnen maken. Nestkasten kunnen in vele modellen op het land of op het water geplaatst worden. Als je het moet doen met een vijver in de tuin, dan zijn er ook volop mogelijkheden tegenwoordig. je hebt wel dan wel leidingwater nodig en je zal wel de vijver minimaal één keer per week schoon moeten maken. je kan de vijver natuurlijk ook aansluiten op het riool, wat het schoonmaken aanzienlijk vergemakkelijkt. Voor elke vijver geldt, dat het water in beweging moet zijn daar zullen de dieren je dankbaar voor zijn. Dat kan door middel van een fontein of een waterval.
Nestkast
Voeding en verzorging De meeste watervogels zijn planteneters. In het wild voeden zij zich hoofdzakelijk met waterplanten. Als wij niet de beschikking hebben over plantenrijk water of een weiland waarop de dieren kunnen 'grazen' kunnen we ze groenvoer bijvoeren in de vorm van sla, andijvie, witlof en ect. Daarnaast eten ze ook graag allerlei granen. Tegenwoordig is er ook een goede korrel voor watervogels op de markt, die alle nodige voedingsstoffen voor de dieren bevat. De belangrijkste verzorging die watervogels nodig hebben doen zij wel zelf maar daar hebben zij van ons wel water voor nodig. Watervogels vooral zwanen verblijven het grootste gedeelte van hun bestaan op het water. Ze zijn daarin vaak en langdurig bezig met de verzorging van hun verenkleed. Die moeten ze namelijk ingevet houden om te blijven drijven. Dat doen ze door met hun snavel over hun stuitklier te gaan en daar een olieachtige stof uit te halen en deze over hun verenkleed te verdelen. Als een watervogel langere tijd noodgedwongen op het droge moet doorbrengen zal de stuitklier verstopt raken en kan het zich dus niet meer invetten. Het dier is nu 'lek' als het te water gaat wordt het drijfnat en zal dus niet blijven drijven. Na weer enige tijd met water in aanraking te kunnen komen zal de stuitklier weer gaan werken zodat het dier zich weer kan invetten.
De kweek en het opfokken van de jongen Veel watervogels zullen als de omstandigheden daartoe gunstig zijn zelf gaan broeden. Als het wijfje haar eerste legsel gaat bebroeden volgt er geen tweede legsel meer. Veel liefhebbers halen het eerste legsel dan ook weg om die machinaal uit te broeden. Het tweede legsel doet het wijfje dan zelf. Kuikens die uit de broedmachine komen moeten onder een kunstmoeder (warmtebron) grootgebracht worden. Na enkele dagen krijgen ze een laagje water ter beschikking waarin ze hun stuiklier tot ontwikkeling kunnen brengen. Als voedsel krijgen de jongen opfokvoer en veel groenvoer. Na een paar weken kunnen er ook granen bijgevoerd worden. Zwanen Zwanen zijn de grootste watervogels. Ondanks hun afmetingen zijn ze toch zeer sierlijk. De meeste soorten wilden zwanen leven op de noordelijk halfrond. In de winter trekken ze naar zuidelijker streken zoals GrootBrittannië en Noord-Europa sommige zelfs naar Japan of China. De Zwarte Zwaan en de Zwarthals Zwaan leven op het zuidelijk halfrond. De Zwarte Zwaan in Australië en de Zwarthals Zwaan in Zuid-Amerika. Vooral dieren van het zuidelijk halfrond pasten zich wonderwel aan aan hun nieuwe leefomgeving. Zij bleken zich in deze gewijzigde situatie ook gemakkelijk voort te planten. In het land van oorsprong broeden deze zwanen in de periode juni-augustus. Verwonderlijk is het dat zij in WestEuropa geen vaste broedperiode hebben maar het hele jaar door kunnen broeden. Er zijn zelfs gevallen bekend dat Zwarte Zwanen twee maal per jaar voor nakomelingen zorgden. Een bijzonderheid van de Zwarte Zwaan is nog dat het de enige zwanensoort is waarbij zowel de man als de vrouw zich met het broeden bezig houden. In ons land is de meest geziene zwaan de Witte Knobbelzwaan. Tientallen koppels broeden nog in de polders.
Zwartezwaan
Ganzen De ganzen vormen een veel meer afwisselende groep dan de zwanen.
Ze leven ook in een veel groter verspreidingsgebied en komen over praktisch de gehele wereld voor. Ganzen hebben ook altijd een belangrijke rol gespeeld in de menselijke samenleving. Ze leverden niet alleen eieren, vlees en mest maar ook dons. Ganzenveren met name de vleugelslagpennen werden vroeger ook gebruikt als schrijfgereedschap. Dat ganzen waakzaam zijn is een ieder wel bekend. Columnella scheef reeds 50 jaar na Christus dat de ganzen van Rome de Romeinen waarschuwden voor de naderende vijand terwijl de honden nog niet eens hadden aangeslagen. In Engeland is er nog op een geheel andere manier gebruik van de gans gemaakt. Hendrik V had namelijk in een oude Engelse wet van 1417 bepaald dat van elke gans die gehouden werd er zes vleugelpennen moesten worden geplukt ten behoeve van zijn boogschutters in de oorlog tegen de Fransen. Het is natuurlijk logisch dat in de loop der eeuwen dierenrassen verloren zijn gegaan. Menselijk ingrijpen of dat nu bewust of onbewust is gedaan in de natuur en het milieu zijn daarvan de oorzaak. Gelukkig draagt de mens ook dikwijls bij tot herstel of handhaven van datgene wat verloren dreigt te gaan. Zo waren er in 1951 van de Hawaigans op zich geen opvallende verschijning op de hele wereld nog maar 13 exemplaren bekend. Watervogelliefhebbers hebben kans gezien deze ganzensoort voor uitsterven te behoeden. Zij komen thans in zulke grote aantallen voor dat hun voortbestaan verzekerd lijkt. Eenden Iedereen heeft natuurlijk wel eens eenden gezien. In parken op vijvers en op veel waterpartijen en sloten komen ze voor. De meest bekende eend is wel de Wilde Eend. Deze benaming duidt meer op de soort dan op het gedrag. Door eeuwenlang in de omgeving van mensen te leven kunnen we deze eenden meer tam dan wild noemen. Over de gehele wereld komen vele eendensoorten voor. Afwijkend niet alleen in grootte en kleur maar ook on leefgewoonten. Zo zijn er soorten die leven van plantaardige voeding en weer andere van dierlijke. Soorten die gemakkelijk kunnen vliegen en soorten die dat vanwege hun lichaamsgewicht niet kunnen. Hoewel veel eendensoorten elk afkomstig zijn uit een verschillend gedeelte van het noordelijk halfrond worden toch over nagenoeg de gehele wereld alle soorten aangetroffen. Die verspreiding is reeds eeuwen geleden begonnen. Overwinnende legers en zeevaarders troffen op hun tochten de dieren aan en namen ze mee naar hun vaderland en leverde hun winstgevende handelswaar op. Ook van Nederland zijn historische bijzonderheden over eenden te vermelden. Een bekend verhaal is, dat tegen het eind van 1800 en in het beging van 1900 in Noord-Holland veel eenden werden gehouden. Eén van de bekendste rassen was destijds de Noord-
Hollandse Krombekeend. Veelal werden deze eenden gehouden door dagloners. De eenden zwommen vrij rond in de talloze polders en scharrelden zo hun kostje bij elkaar. 's Avonds kwamen zij naar hun nachtverblijven waar ze nog maar spaarzaam gevoerd behoefden te worden. Nadat de eenden in de vroege morgen hun eieren hadden gelegd werden ze weer los gelaten. Ze zwierven dan weer uit over de polders. Op deze manier wisten de eigenarenhun schamel loontje enigszins aan te vullen met de opbrengt van de eieren.
Mandarijneend
Carolinaeend
Tot slot De vele watervogelliefhebbers die er heden ten dage zijn houden hun dieren niet enkel en alleen om hun uiterlijke schoonheid. De echte watervogelliefhebber houd ze ook om ze voor het nageslacht te bewaren. De dieren leven bij hen onder ideale omstandigheden en dus lijkt het voortbestaan van veel rassen te zijn gewaarborgd.