Ouderschap begint eerder dan je denkt! Bewustwording en gedragsverandering ten aanzien van preconceptie-, zwangerschaps- en kraamzorg Een project in het kader van het programma Klaar voor een Kind
Methodiekbeschrijving, resultaten en aanbevelingen
Het gemeentelijke programma Klaar voor een Kind wordt gecoördineerd door GGD RotterdamRijnmond en Erasmus MC.
Inhoudsopgave Voorwoord
3
Hoofdstuk 1
Inleiding
4
8
12
22
24
Ervaringen en waarnemingen
30
Hoofdstuk 2 Opzet van het project Hoofdstuk 3 Projectonderdelen Hoofdstuk 4 Activiteiten en resultaten Hoofdstuk 5 Aandachtspunten Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7 Conclusies en aanbevelingen
36
Voorwoord De geboorte van een kind is vaak een mooie gebeurtenis. Het brengt geluk en het brengt een nieuw leven. Dat geluk gun je iedereen. Helaas, is het niet iedereen gegund. Sommige moeders en vaders krijgen te maken met problemen en soms zelfs sterfte van hun baby voor, tijdens of na de geboorte. Dat is verschrikkelijk. We doen er alles aan om dat te voorkomen. Misschien klinkt het raar, maar in Rotterdam zijn die problemen bij de geboorte vaker aanwezig dan in de rest van Nederland. Dat heeft te maken met de gezondheid van de aanstaande moeder, met onwetendheid en met de leefomstandigheden van de zwangere vrouw. Daarom is in Rotterdam, samen met het ziekenhuis Erasmus MC, een speciaal plan gemaakt om de problemen in tien jaar tijd terug te dringen. Daarbij schakelen we verloskundigen en huisartsen in, we voeren grote publiekscampagnes en in oktober 2009 is er een Geboortecentrum geopend bij het Erasmus MC. Maar we kunnen niet afwachten tot de mensen naar ons toe komen. Vrouwen en mannen die een kind verwachten of een kind wensen moeten ook worden opgezocht en worden geïnformeerd. Dat doet Dona Daria ook. Dit is een zeer belangrijke schakel in het hele proces. Met getrainde mensen worden cursussen gegeven waardoor Nederlandse zorgverleners en allochtone vrouwen elkaar beter begrijpen. Zowel de zwangere vrouwen als de verloskundigen zijn hier zeer enthousiast over! Dona Daria heeft laten zien dat met de juiste voorlichting mensen beter voorbereid zijn op een zwangerschap en een bevalling. En een goede voorbereiding zorgt voor een grotere kans dat alles goed gaat. Een grotere kans dat moeders en vaders kunnen genieten van hun kind. Jantine Kriens Wethouder Volksgezond, Welzijn en Maatschappelijke Opvang
3
Nederland is altijd erg trots geweest op de zorg rond zwangerschap en geboorte. Maar sinds enige tijd is duidelijk geworden dat er reden is tot zorg: in Nederland is het sterftecijfer van baby’s rond de geboorte hoger dan in andere West-Europese landen. Binnen Nederland is Rotterdam bovendien nog eens koploper. Hier zijn de verloskundige uitkomsten het slechtst. Meer baby’s komen vanaf de 22e week van de zwangerschap tot in de eerste week na de bevalling te overlijden. Er worden relatief vaker baby’s met een lager geboortegewicht geboren. Ook is relatief vaker sprake van een vroeggeboorte. In Rotterdam zijn er meer kinderen die een slechte start kennen dan in andere steden in Nederland.
Een op de zes kinderen maakt in Rotterdam een slechte start. Deze slechte start heeft nadelige consequenties voor de rest van hun leven.
Hoofdstuk 1 Inleiding
In reactie op deze constateringen is in opdracht van de gemeente Rotterdam een breed gedragen Aanvalsplan Perinatale Sterfte Rotterdam opgesteld1 . Onder regie van de GGD Rotterdam-Rijnmond en het Erasmus MC werken tal van partijen samen om de geboorteuitkomsten in Rotterdam te verbeteren en de perinatale sterfte in tien jaar terug te brengen tot het landelijk gemiddelde. Het Aanvalsplan beschrijft de volgende risicofactoren: - Leefstijlfactoren, zoals roken, alcoholgebruik, insufficiënte voeding, overgewicht, stress. Deze factoren hangen vaak samen met etniciteit en sociaal-economische positie. - Buurtmilieu, fysieke en sociale omgeving (waaronder lawaai, slechte behuizing). - Er is sprake van een cumulatie van sociale en individuele problematiek. Zorgfactoren - Zwangeren komen te laat in zorg. - Zwangeren maken te weinig gebruik van de geboden zorg. - Inadequate zorg: de hulpverlener herkent de zorgvraag niet altijd en de zwangere begrijpt het zorgaanbod niet altijd. - Kwaliteit in het zorgproces. In aansluiting hierop hebben ook wij van Dona Daria, centrum voor vrouwen en emancipatie, onderzocht welke bijdrage wij daaraan kunnen leveren. Onze expertise 1| Aanvalsplan Perinatale Sterfte Rotterdam, GGD Rotterdam-Rijnmond en Erasmus MC, augustus 2008 5
ligt vooral op het gebied van het bereiken van allochtone vrouwen met een beperkte opleiding en empowerment van deze groepen. Dona Daria heeft ervaring met het ontwikkelen van methodieken om doelgroepen waar onverschilligheid of wantrouwen bestaat tegenover de beschikbare zorgverlening en voorzieningen te activeren en te betrekken. Wij werken natuurlijk als professionals op het gebied van educatie en empowerment. Maar we doen dat ook omdat we enorm gemotiveerd zijn, we werken vanuit ons hart. Je gunt die moeders dat hun kindjes een goede start kunnen maken in het leven. Gerda Nijssen, directeur Dona Daria Binnen het Aanvalsplan Perinatale Sterfte Rotterdam worden verschillende oplossingsstrategieën gecombineerd. Eén daarvan is de keuze voor de ontwikkeling van nieuwe zorgvormen, met name preconceptiezorg. Het is belangrijk dat vrouwen in een vroeg stadium nadenken over de betekenis en gevolgen van een zwangerschap. Via kinderwensspreekuren wil men samen met vrouwen eventuele risicofactoren, zoals slechte huisvesting, stapeling van sociale en individuele problemen, maar ook keuzes op het gebied van leefstijl en gebruik van zorg(voorzieningen) bespreekbaar maken. Echter, te verwachten valt dat vrouwen die niet of nauwelijks gebruik maken van verloskundigen of consultatiebureaus ook niet spontaan naar een kinderwensspreekuur zullen gaan.
zorgvoorzieningen. Daarnaast is het uiteraard van belang dat ook op heel andere fronten vooruitgang wordt geboekt, zoals het verbeteren van slechte huisvesting, het verbeteren van de toegang tot informatie, het wegwerken van achterstand in wijken, kwaliteitsverbetering van bestaande zorgvoorzieningen en het zorgproces. Het project is als pilot uitgevoerd in Deelgemeente Noord in het najaar van 2009. In deze project- en methodiekbeschrijving wordt uitgebreid ingegaan op de opzet van het project en de resultaten. De resultaten betreffen niet alleen de ontwikkeling en uitvoering van een cursus en themabijeenkomst, maar ook het leveren van input voor de andere partners in de ketenzorg, het zichtbaar en bespreekbaar maken van factoren die gebruik van zorg belemmeren en het bereiken en zichtbaar maken van de potentiële gebruiksters van zorg uit de ‘moeilijk bereikbare groepen’. Als onderdeel van de keten levert Dona Daria op basis van haar specifieke deskundigheid een unieke en waardevolle bijdrage aan het programma Klaar voor een Kind en de gezamenlijke inzet om de perinatale sterfte in Rotterdam omlaag te brengen.
Daarom heeft Dona Daria in opdracht van het programma Klaar voor een Kind een project ontwikkeld rondom bewuste zwangerschap. In eigen kring gaan vrouwen in gesprek over hun beelden bij zwangerschap en ouderschap, hun verwachtingen en wensen. Belangrijke onderdelen daarvan zijn de eigen verantwoordelijkheid van de aanstaande moeder (bewustwording en activering) en haar mogelijkheden en onmogelijkheden om binnen de context van familie en gemeenschap eigen keuzes te maken (empowerment). Zoals het Aanvalsplan Perinatale Sterfte Rotterdam aangeeft is het de veelheid en complexiteit van factoren die kunnen verklaren waarom de geboorteuitkomsten in Rotterdam zorgwekkend zijn. Dat houdt in dat ook binnen een effectief Aanvalsplan meerdere sporen gevolgd moeten worden. De bijdrage van Dona Daria richt zich met name op het bewustwordingsproces bij de vrouwen om wie het gaat: het bespreekbaar maken van vragen en taboes, wensen en verwachtingen, het stimuleren van een actieve houding en nieuwsgierigheid, het aanreiken van passende informatie en handelingsperspectieven en de weg bereiden voor een optimaal gebruik van 6
7
Het project ‘Ouderschap begint eerder dan je denkt!’ omvat verschillende onderdelen:
Hoofdstuk 2 Opzet van het project
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Een cursus voor vrouwen Een themabijeenkomst voor meiden Een fotospel Een training voor cursusbegeleidsters Een uitwisselingsbijeenkomst voor verloskundigen en vrouwen Een themabijeenkomst voor professionals in de kraamzorg
Doelstellingen Het project combineert de volgende doelstellingen: • Deelneemsters bewust maken van het belang van preconceptie-, zwangerschapsen kraamzorg. • Deelneemsters bewust maken van hun keuzemogelijkheden en verantwoordelijkheden ten aanzien van zwangerschap en ouderschap. • De toegankelijkheid van de voorlichting en informatie vergroten. • Starre, beperkte beeldvorming over zorg en hulpverleners doorbreken. • Een brug vormen tussen doelgroepen en de zorgsector. • Mentaliteits- en gedragsverandering bevorderen ten opzichte van zwangerschap. Tijdens de loop van het project bleek de betekenis van ‘Ouderschap begint eerder dan je denkt!’ breder dan aanvankelijk gedacht. De volgende doelstellingen kwamen erbij: • Het verzamelen van signalen. • Uitwisseling op gang brengen tussen gebruiksters van preconceptie- zwangerschaps- en kraamzorg en professionals in deze sectoren. • Het zichtbaar maken van het perspectief van de gebruiksters/moeilijk bereikbare doelgroepen. Doelgroepen Het project is ontwikkeld voor: • Zwangere vrouwen. • Vrouwen die zwangerschap overwegen, zowel vrouwen die nog geen kinderen hebben als vrouwen die al kinderen hebben. • Meiden in de tienerleeftijd. • Moeders en oma’s met opgroeiende (klein)kinderen. Daarnaast is het project gericht op: • Professionals in de preconceptie-, zwangerschaps- en kraamzorg. 9
De cursus is met name geschikt voor allochtone vrouwen met een lage opleiding, die bovendien een beperkte toegang hebben tot relevante informatie. We gaan ervan uit dat de cursusopzet en cursusmaterialen ook met succes toegepast kan worden voor autochtone vrouwen met een lage opleiding. De themabijeenkomst is opgezet voor meiden in de leeftijd van 14 tot 20 jaar en toepasbaar voor meiden van verschillende achtergronden. Uitgangspunten in het project 1. De basisgedachte is dat het geven van informatie over belangrijke zaken rond de zwangerschap, zoals het slikken van foliumzuur, erfelijkheid en een gezonde leefstijl pas kans van slagen heeft als de vrouwen in kwestie daar voor open staan en zelf kiezen voor het inwinnen van informatie. 2. Bovendien is het van belang dat de vrouwen zich sterk genoeg voelen om opgedane informatie om te zetten in concreet handelen, veelal tegen bestaande culturele gebruiken en een afwerende houding tegenover ‘Nederlandse’ (= vreemde, decadente) adviezen binnen de familie en gemeenschap in. 3. Vanwege dat laatste wordt de cursus niet alleen gegeven aan jonge vrouwen en meiden, maar ook aan moeders en grootmoeders. Met name de (groot)moeders kunnen een belangrijke rol spelen om de aanstaande moeders ruimte te geven om eigen regie te nemen bij hun zwangerschap. 4. Visies en beelden, wensen en verwachtingen van vrouwen en meiden zelf over zwangerschap en bevalling vormen het vertrekpunt. 5. Het perspectief van de vrouwen is belangrijk voor het welslagen van het programma Klaar voor een Kind.
10
De cursus De cursus bestaat uit vijf bijeenkomsten en is ontwikkeld voor vrouwen die zwanger willen worden of vrouwen die al kinderen of kleinkinderen hebben. De cursus verenigt twee componenten, gericht op: • Bewustwording, empowerment en gedragsverandering. • Overdracht van feitelijke kennis over zwangerschap, geboorte en het functioneren van het eigen lichaam, informatie over risicofactoren en leefstijl, informatie over zorg en zorgvoorzieningen2. Kern van de cursus is dat vrouwen zelf actief worden. Gekozen is voor een aanpak waarin discussie, bewustwording en meningsvorming voorop staan. Pas dan kan kennisoverdracht succesvol plaatsvinden. Voor de werkwijze betekent dat het volgende: • Veiligheid in de groep is een eerste voorwaarde om aan het werk te gaan. • De werkwijze van de cursus is interactief: tijdens de bijeenkomsten maken de deelneemsters opdrachten, doen rollenspellen, wisselen ervaringen uit en gaan onderling in discussie. • Er is ruimte voor de gebruiken die binnen de eigen familie en gemeenschap gangbaar zijn. • Startpunt vormt de eigen manier van denken. • De werkvormen zijn gericht op het aanreiken en ontwikkelen van handelingsalternatieven. • Concrete informatie en adviezen volgen de vraag vanuit de deelneemsters.
Hoofdstuk 3 Projectonderdelen
Tijdens de cursus wordt aandacht besteed aan: • Beeldvorming over zwangerschap. • Regie over de eigen zwangerschap. • De invloed van de sociale omgeving de verhouding tussen eigen wensen en die van de omgeving. • Het omgaan met opvattingen en goede raad uit de omgeving. • De positie van vrouw en man in dit geheel. • Betekenis van leefstijl, buurtmilieu, inkomen voor zwangerschap en ouderschap • Beeldvorming over zorg en hulpverleners. Ook is ruimte voor: • Praktische tips voor een gezonde leefstijl (voeding, het slikken van foliumzuur, niet roken). 2| Gebaseerd op de door het Gezondheidsinstituut NIGZ ontwikkelde cursus voor Voorlichters in Eigen Taal en Cultuur (VETC), getiteld: Gezond zwanger. 13
• Het formuleren van vragen aan hulpverleners. • Kennismaking met hulpverleners. Opbouw van de cursus: 1. Beeldvorming en mentaliteit Zwangerschap, waar denk je aan? Wie is/was voor jou belangrijk tijdens de zwangerschap? Wie heeft invloed op jouw zwangerschap? 2. Risicofactoren en leefstijl 3. Wat kun je zelf doen? 4. Excursie naar een verloskundige praktijk, (eventueel een kinderwensspreekuur, kraamhotel of consultatiebureau) 5. Evaluatie en toekomstperspectieven Enkele uitspraken van deelneemsters:
De verloskundige had het vaak veel te druk. Dan durf ik niks te vragen of te vertellen. Je denkt bij je zelf: je herkent me niet eens. Je moet eerst het dossier nog helemaal lezen.
Ik ging altijd samen met mijn man naar de verloskundige, omdat ik niet goed Nederlands spreek. Maar het is veel beter als ik zelf kan vertellen hoe ik mij voel.
De geboorte van mijn eerste was heel zwaar. Ik lag vastgebonden. Toen begon opeens iedereen te rennen. Later heb ik begrepen dat het hartje bijna was gestopt. Mijn vriendin vroeg wat er aan de hand was. Niks aan de hand, zeiden de dokters.
In de cursus heb ik gehoord over de ervaringen van andere vrouwen. Ik was blij. Nu weet ik dat ik niet de enige ben die het moeilijk vindt om te zeggen wat ik voel en wat ik wil.
Ik had nog nooit van foliumzuur gehoord. Ik slik altijd vitaminen, ik dacht dat dat wel genoeg was. 14
Themabijeenkomst voor meiden Voor meiden is een themabijeenkomst van 2 tot 2,5 uur uitgewerkt en uitgetest. Het startpunt in de bijeenkomst voor meiden ligt eerder dan bij de volwassen vrouwen, bij de partnerkeuze. Dit onderwerp is voor meiden in deze leeftijd actueel en sluit aan bij de levensfase waarin ze verkeren. Kinderen krijgen ligt in de beleving van de meeste meiden verder in de toekomst. Via discussie over de toekomstige partner is het een logische stap om in gesprek te raken over de verwachtingen, beelden en wensen ten aanzien van zwangerschap en ouderschap. Ook hier staan bewustwording, discussie en meningsvorming centraal. Jongeren hebben tegenwoordig, ongeacht sociale klasse, breed toegang tot internet en andere informatiebronnen. Bewustwording van het belang van het maken van eigen keuzes en verantwoordelijkheid voor de toekomst van je kind en jezelf stimuleert het zoeken naar relevante en betrouwbare informatie. Voor de werkwijze gelden de volgende punten: • Veiligheid in de groep is een eerste voorwaarde om aan het werk te gaan. • Interactieve werkvormen (associatieoefening, rollenspel) zijn nodig om actieve deelname en kennisvergroting te stimuleren. • De themabijeenkomst gaat uit van eigen ervaringen en de eigen belevingswereld van meiden. • Er is ruimte voor de gebruiken en ideeën die binnen de eigen familie en gemeenschap gangbaar zijn. • De werkvormen zijn gericht op het aanreiken en ontwikkelen van handelingsalternatieven. • Concrete informatie en adviezen volgen de vraag vanuit de deelneemsters. Tijdens de themabijeenkomst wordt aandacht besteed aan: • Wensen en verwachtingen ten aanzien van de toekomstige partner. • Wensen en verwachtingen ten aanzien van jezelf in het huwelijk. • Dilemma’s rond partnerkeuze. • Beeldvorming over zwangerschap.
15
Enkele uitspraken van deelneemsters:
Hij moet wel een eigen huis hebben. Je schoonouders bemoeien zich anders veel te veel met je.
Taal is belangrijk, maar moslim zijn is toch wel nummer één.
Ik vind niet dat de vrouw dezelfde eigenschappen moet hebben als de man. Ik als vrouw hoef niet per se te werken, dat is mooi meegenomen. Hij moet meer gelovig zijn, hij moet standvastig zijn en mij leiden.
Je hoeft als vrouw niet perfect te zijn, maar niet al te lelijk
Veel meiden denken: als ik trouw dan krijg ik meer vrijheid. Dan kan ik met vriendinnen naar buiten. Als je je ouders iets vraagt, dan zeggen ze: wacht maar tot je getrouwd bent.
Bij zwangerschap denk ik aan moederschap. Dan voel je je niet meer het kleine meisje.
Als de band met je man goed is dan scheelt dat de helft.
Ik ga stoppen met werken als ik kinderen krijg. Ik wil mijn kinderen niet bij een kinderdagverblijf achterlaten.
Het was een interessante bijeenkomst. Ik ga nu naar huis. Dan is de hele familie thuis. Ik ga erover vertellen aan mijn zussen en mijn tantes.
Fotospel Ter ondersteuning van de cursus en de themabijeenkomsten is een fotospel ontwikkeld3. Hierin zijn foto’s opgenomen van tal van momenten rondom de zwangerschap en geboorte. De foto’s zijn een uitstekend, niet-talig middel, om vrouwen die moeite hebben met de Nederlandse taal uit te nodigen om hun ervaringen en gedachten naar voren te brengen. Ook voor meiden (voor wie het taalprobleem nauwelijks een rol speelt) werken de foto’s stimulerend vanwege het visuele karakter. De foto’s geven 3| De foto’s zijn gemaakt door Robert de Hartogh, de Rotterdamse fotograaf die al meer dan 20 jaar zijn camera richt op de verschillende culturele bevolkingsgroepen. Daarmee is het fotospel niet alleen een educatief middel, maar ook een klein ‘kunstwerk’, dat de leefwereld van een bijzondere groep vrouwen in Rotterdam in beeld brengt.
16
aanleiding om te praten over de mooie en minder mooie en makkelijke dingen die met zwangerschap, geboorte en ouderschap te maken hebben. Ze roepen associaties op met onder andere roken, de rol van de vader, het verdelen van je aandacht bij de komst van een volgend kindje, het geven van borstvoeding, bevallen thuis of in het ziekenhuis, het gebruik van foliumzuur, zwangerschapsgymnastiek, de verloskundige en andere vormen van professionele zorg. Het fotospel is voorzien van een handleiding. Training van cursusbegeleidsters De cursusbegeleidsters hebben een intensieve training gevolgd, waarin twee elementen een plaats hebben gekregen: • De aanpak en werkwijze in de groepen. • Praktische informatie over zwangerschap, geboorte en kraamzorg. De overdracht van de theoretisch en meer medisch gerelateerde kennis heeft plaatsgevonden in een training, verzorgd door het NIGZ (Nationaal Instituut voor Gezondheidsvoorlichting en Ziektepreventie)4. Aansluitend heeft de projectleider vanuit Dona Daria een training gegeven over de aanpak en werkwijze. Essentieel in de aanpak is het motiveren van de deelneemsters en het aansluiten bij de eigen leefwereld. Dit is een vertrouwde werkwijze voor de medewerksters van Dona Daria. Voor dit project werd deze verbonden aan de thematiek van zorg rond zwangerschap en geboorte. Aan de orde is gekomen: • Een veilige en open(hartige) sfeer creëren. • Uitnodigen om eigen ervaringen en ideeën naar voren te brengen. • Niet belerend reageren. • Serieus nemen van traditionele gebruiken en ideeën. • Met respect alternatieven en andere ideeën naar voren brengen. • Omgaan met weerstanden. Ook is extra aandacht besteed aan het gebruik van vragenlijsten, ontwikkeld om de effecten van de cursus op de deelneemsters te meten. Tijdens de uitvoering van de cursussen zijn terugkombijeenkomsten ingepland, zodat de cursusbegeleidsters de gelegenheid hadden om hun ervaringen onderling te bespreken.
4| Daarbij is gebruik gemaakt van de cursusmap ‘Gezond zwanger’ uitgegeven door NIGZ, Woerden, 2008.
17
Enkele uitspraken van verloskundigen:
Uitwisselingsbijeenkomst tussen verloskundigen en vrouwen In de cursus is een bezoek opgenomen aan een verloskundige praktijk. Voor de deelneemsters is dat een gelegenheid om kennis te maken en vragen te stellen. De verloskundigen konden hun manier van werken toelichten en ingaan op het belang van tijdige en regelmatige controle tijdens de zwangerschap. Tegelijk bieden deze excursies verloskundigen een inkijkje in de belevingswereld van hun (potentiële) klanten. De vrouwen vertelden over hun ervaringen met de zorg, de manier waarop ze bejegend worden, hun schroom om vragen te stellen, hun denkbeelden over zorg en zelfzorg. Zo groeiden de excursies uit tot uitwisselingsbijeenkomsten waar beide partijen elkaar beter leerden kennen. Misverstanden werden benoemd en besproken. Samen legden zij een basis voor een betere toegankelijkheid van de zorg in de toekomst. Enkele uitspraken van vrouwen:
Ik spreek niet genoeg Nederlandse taal. Maar ik vind het heel fijn dat de verloskundige op een papiertje schrijft wat ik moet doen. Dan kan ik dat aan mijn man laten lezen.
Er werd mij uitgelegd waarom ik de onderzoeken moet ondergaan. Nou begrijp ik waarom bloedonderzoek belangrijk is, ik urine in een potje moet afgeven en mijn bloeddruk moet laten meten.
Er is geen tijd voor ons. We knikken alleen maar ja en het moet snel, snel. Ik heb behoefte aan meer tijd en begeleiding.
Ik heb nog steeds pijn door de hechtingen. Kan ik hier advies vragen? Ik durf het niet te vragen aan de huisarts.
Ik snapte niet waarom vragen gesteld werden over mijn familie en mijn man. Ik ben toch degene die zwanger is?
18
De dingen die genoemd zijn vormen een eye-opener voor ons.
We hadden nog nooit zoveel vrouwen binnen. We willen deze bijeenkomsten vaker zien in ons centrum.
Er moet echt iets gedaan worden aan de communicatie. We gaan meer stilstaan bij de vanzelfsprekende controles die we uitvoeren en gaan meer uitleg daarover geven.
We willen Dona Daria vragen om medewerking om meer vrouwen te bereiken.
Gespreksbijeenkomst met kraamzorg Op verzoek van Kraamzorg Rotterdam verzorgde de projectleider driemaal een gespreksbijeenkomst voor professionals in de kraamzorg. Het was goed om de mensen uit de kraamzorg de gelegenheid te geven om de problemen waar zij tegenaan lopen bij allochtone families vrijuit te laten bespreken. De projectleider kon gebruikmaken van de informatie en persoonlijke ervaringen die de vrouwen tijdens de cursusbijeenkomsten naar voren hadden gebracht. In een dergelijke gespreksbijeenkomst kunnen vrij eenvoudig tal van misverstanden uitgelegd worden en handreikingen gegeven worden voor de praktijk. De vragen en bevindingen uit de gespreksbijeenkomst met de kraamverzorgenden is later teruggekoppeld naar de deelneemsters in de cursussen. Het was goed om ook bij hen weer misverstanden op te helderen en uitleg te geven over bijvoorbeeld procedures en regels. Enkele uitspraken van de vrouwen:
Ik moest van de verloskundige kraamzorg vragen, maar ik wist eigenlijk niet wat ze doen.
Ik ga geen kraamzorg vragen. Het kost veel geld van mij. En bovendien, die hulp zal ik krijgen van de familie.
Bij mijn eerste kind had ik kraamzorg gevraagd. Het hele huis moest schoon blijven en ik zette koffie en thee voor haar.
19
Enkele uitspraken van kraamverzorgenden:
Ik was bij een Marokkaans gezin. Er werd een schaal met nootjes en koekjes op tafel gezet. Met het idee dat ik hen niet wilde kwetsen heb ik alles opgegeten. Later kwam ik er achter dat dat helemaal niet de bedoeling was. De kraamvrouw dacht zeker: Díe heeft honger! Die komt alleen maar om te eten en het bezoek heeft niets meer!
Ik weet nooit of ik de vader in een moslimgezin nu wel of niet een hand moet geven. Ik was blij dat uitgelegd werd waarom mannen soms geen hand geven. Dat ze dat doen uit respect voor de vrouw. Voortaan wacht ik maar gewoon even af als ik binnenkom of de vader mij uit zichzelf een hand geeft. Dat was een goed advies.
Enkele uitspraken van de projectleider:
Ik kon uitleggen dat het in allochtone gezinnen vaak niet gebruikelijk is om alles al in huis te hebben voor de baby. Men wil eerst zeker weten dat de baby gezond en wel geboren is. Maar voor de kraamverzorgster kan het inderdaad heel lastig zijn als er geen thermometer is of geen steriele gaasjes.
Er zijn veel misverstanden over het opmaken van het bed. Als het bed niet verhoogd is, zegt de kraamverzorgster bijvoorbeeld dat ze pijn in haar rug krijgt als ze zo het bed moet opmaken. De familie denkt: Waarom doe je dan dit werk, als je last van je rug hebt? Het is goed om duidelijk uit te leggen dat er een Arbowet is en dat die wet er is om de werkers te beschermen.
20
De activiteiten in het project ‘Ouderschap begint eerder dan je denkt!’ zijn uitgevoerd in het najaar van 2009. De volgende resultaten zijn geboekt:
Hoofdstuk 4 Activiteiten en resultaten
• Een cursusopzet is ontwikkeld en uitgetest. • Drie cursusbegeleidsters (één van Marokkaanse, twee van Turkse achtergrond) zijn getraind. • 88 deelneemsters hebben deelgenomen aan acht cursussen. Daarvan hadden 51 vrouwen een Marokkaanse achtergrond, 25 vrouwen een Turkse achtergrond en 4 vrouwen een Kaapverdiaanse, Surinaamse en Spaanse achtergrond. • De cursussen hebben plaatsgevonden op acht locaties, te weten: een wijkgebouw (’t Klooster), twee zelforganisaties (de Turkse vrouwenorganisatie Beraberlik en de Marokkaanse vereniging Smanec) en vijf basisscholen (De Dialoog, Het Plein, Juliana van Stolberg, Hildegardis en Combinatie ’70). • Alle 88 vrouwen hebben meegewerkt aan de 0- en 1-meting, ontwikkeld door Dona Daria. • 80 vrouwen hebben het evaluatieformulier van het programma Klaar voor een Kind ingevuld. • Een themabijeenkomst voor meiden is ontwikkeld en uitgetest. • 11 meiden met een Marokkaanse achtergrond hebben deelgenomen aan een themabijeenkomst bij Dona Daria. • Een fotospel, voorzien van een handleiding, is ontwikkeld. • Twee uitwisselingsbijeenkomsten tussen verloskundigen en vrouwen hebben plaatsgevonden bij Verloskundig Centrum Bergweg. Hieraan hebben twee verloskundigen en 65 vrouwen (waarvan 40 van Marokkaanse en 25 van Turkse achtergrond) deelgenomen. • Drie gespreksbijeenkomsten zijn verzorgd bij Kraamzorg Rotterdam. Daaraan is deelgenomen door 60 kraamverzorgenden. • Twee vrouwen hebben aangegeven zich in te willen zetten als vrijwilligster bij een verloskundige praktijk om voor andere vrouwen te tolken en te helpen bij vragen rond de zwangerschap. • Cineac Noord, wijktv in deelgemeente Noord, heeft een item gewijd aan het project ‘Ouderschap begint eerder dan je denkt’. • Signalen en waarnemingen zijn verzameld en inzichtelijk gemaakt voor andere partners in de ketenzorg rond zwangerschap en geboorte. • Methodiekbeschrijving.
23
Het bereiken van de vrouwen Allochtone vrouwen met een lage opleiding worden vaak beschouwd als moeilijk bereikbare groepen in de samenleving. De reguliere voorlichting over zwangerschap en geboorte komt vaak niet bij deze vrouwen terecht. Zij maken te weinig gebruik van de mogelijkheden van professionele zorg in de begeleiding van zwangerschap, bevalling en kraamperiode. Cursussen over zwangerschap die worden gegeven door verloskundigen worden niet of nauwelijks bezocht door deze doelgroepen, en al helemaal niet door degenen met een lage opleiding.
Hoofdstuk 5 Aandachtspunten
Dona Daria heeft in de loop van de jaren strategieën ontwikkeld om deze groepen wel te bereiken. Een outreachende benadering is absoluut noodzakelijk. Enkele voorwaarden om dat met succes te doen zijn: • Volg de weg van mondelinge werving. Folders en brieven alléén werken niet, maar kun je wel gebruiken ter ondersteuning bij de mondelinge werving. • Zoek de vrouwen op. Organiseer de activiteit op een plaats die voor de vrouwen vertrouwd is, een ouderkamer van een basisschool, een zelforganisatie, een buurthuis waar wekelijks een koffiemorgen wordt georganiseerd. • Maak afspraken met sleutelfiguren en cursusbegeleidsters van bestaande groepen dat zij vrouwen stimuleren om deel te nemen. • Vraag deelneemsters om andere vrouwen, vriendinnen, zussen ook uit te nodigen om mee te doen. Bij het enthousiasmeren van potentiële deelneemsters is het ook belangrijk op welke wijze je het belang van de cursus verwoordt. Dona Daria heeft ervoor gekozen expliciet te wijzen op de problematiek van de hoge babysterfte in Rotterdam. Vrouwen wilden graag meer weten over de oorzaken en zaken die ze zelf konden ondernemen om babysterfte te voorkomen.
De vrouwen schrokken wel toen ik vertelde dat het niet goed gaat met de geboorte van baby’s in Rotterdam. Ze dachten dat in Nederland alles in principe toch zo goed geregeld is. Dus toen ik zei dat we in de cursus gingen praten over wat je er zelf aan kunt doen, wilden ze wel komen. Cursusbegeleidster
Het bereiken van meiden Meiden kunnen via verschillende wegen bereikt worden. Een goede manier is om afspraken te maken met scholen. Op scholen voor voortgezet onderwijs kan de themabijeenkomst uitgevoerd worden binnen een lopend lesprogramma of in een programma in het kader van de brede school. Op ROC’s sluit het onderwerp met name aan bij 25
opleidingen verzorging en welzijn, maar ook bij andere opleidingen kan ingang verkregen worden door de themabijeenkomst in te passen in het lesprogramma sociale vaardigheden. Daarnaast is het mogelijk meiden te werven via de moeders die deelnemen aan de cursussen. Onze ervaring is dat moeders, omdat ze vertrouwen hebben in de cursusbegeleidsters, ook makkelijk hun dochters stimuleren om aan de themabijeenkomst mee te doen. Tot slot kan werving plaatsvinden via bestaande meidengroepen bij zelforganisaties of buurthuizen. Oppassen voor het ‘belerende vingertje’ Als geconstateerd wordt dat er bij bepaalde groepen in de samenleving een gebrek aan informatie bestaat of te weinig gebruik gemaakt wordt van voorzieningen, wordt vaak het geven van voorlichting beschouwd als dé oplossing. In kennisoverdracht ligt zeker een deel van de oplossing, maar het is daarbij wel erg belangrijk om te zoeken naar een goede vorm daarvoor. Als de voorlichting niet aansluit bij de bestaande denkbeelden en vragen bij de groep op wie men zich richt zal de kennisoverdracht niet effectief zijn. Dona Daria kiest ervoor rekening te houden met bestaande barrières en taboes bij de deelneemsters en deelnemers aan haar cursussen, trainingen en themabijeenkomsten. Ook in ‘Ouderschap begint eerder dan je denkt!’ wordt gewaakt voor een normatieve aanpak en gaan de cursusbegeleidsters uit van de competenties die wel degelijk aanwezig zijn, ook al komen die niet precies overeen met de huidige, gangbare opvattingen bij zorgverleners. De erkenning van die competenties vormen een voorwaarde voor een effectieve strategie om vrouwen te betrekken en te stimuleren zich op hun eigen manier te ontwikkelen. Bewustwording en gedragsverandering De cursus is in eerste instantie gericht op bewustwording, maar heeft tevens tot doel een start te maken met gedragsverandering of op zijn minst daarvoor een basis te leggen. Vele jaren ervaring leert dat het geven van voorlichting weinig effectief is, als deze niet gepaard gaat met bewustwording van het belang ervan en de vragen die daaromtrent bestaan bij de deelneemsters. Daarom kiest Dona Daria, wanneer dat mogelijk is, altijd voor een reeks van bijeenkomsten en geen eenmalige bijeenkomst. Het startpunt ligt dan bij de directe vragen en ervaringen van de deelneemsters. Door daar contact mee te maken wordt een basis gelegd voor een proces van bewustwording en het onderkennen van behoefte aan kennis. In een serie van bijeenkomsten kunnen de deelneemsters ontdekken dat verandering in gedrag nuttig en ondersteunend kan zijn. Weerbaarheid Het toelaten van de gedachte dat traditionele handelwijzen, eetpatronen, onderlinge verhoudingen en dergelijke wellicht ter discussie gesteld kunnen worden vergt tijd en 26
inzet. Als vrouwen en meiden al ontdekken dat ze dingen anders willen doen, dan is het vervolgens nog maar de vraag of zij weerbaar genoeg zijn om in de context van het eigen gezin, de familie en gemeenschap veranderingen te bewerkstelligen en op te eisen. Een cursus als deze moet daarom ook altijd gericht zijn op empowerment. In de vijf bijeenkomsten wordt een basis gelegd voor gedragsverandering, zeker als de vrouwen kunnen doorstromen naar een vervolgcursus rond zwangerschap en geboorte, activiteiten op het gebied van opvoedingsondersteuning of andere cursussen en activiteiten op het gebied van empowerment.
Ik zeg altijd: je moet denken in kleine stapjes. Als je hebt bedacht dat je dingen in je leven misschien anders wilt aanpakken, dan moet je tenslotte ook nog je schoonmoeder weten te overtuigen dat dat goed is. En dat is vaak het allermoeilijkste. Daarom moet er eigenlijk ook meer tijd zijn om in de groep te oefenen om dingen thuis bespreekbaar te maken. Gerda Nijssen, directeur Dona Daria
Schriftelijk voorlichtingsmateriaal In de cursus is waar nodig foldermateriaal uitgedeeld aan de deelneemsters. De cursusbegeleidsters weten uit ervaring dat het uitdelen van schriftelijke informatie nauwelijks effectief is. Daarom is het foldermateriaal, bijvoorbeeld over foliumzuur, Klaar voor een Kind, erfelijk onderzoek, syndroom van Down, in de cursusbijeenkomst gezamenlijk doorgenomen en besproken. De cursusbegeleidsters Voor het geven van de cursus zijn cursusbegeleidsters gekozen die door jarenlange ervaring en hun achtergrond dichtbij de vrouwen staan. Zij hebben een goed beeld van de leefwereld van de deelneemsters en kunnen daar bij aansluiten. De cursusbegeleidsters hebben MBO-niveau, één van hen zit in het laatste jaar van de HBO-opleiding. Zij spreken letterlijk en figuurlijk de taal van de deelneemsters en worden gezien als rolmodellen. Bovendien zijn ze bereid om – binnen bepaalde grenzen - hun eigen ervaringen in te brengen en te delen. Daardoor kunnen de deelneemsters zich met de cursusbegeleidsters identificeren, hetgeen het vertrouwen versterkt. Zorg voor de cursusbegeleidsters Gedurende het project heeft de projectleider gezorgd voor een continue persoonlijke begeleiding en verschillende terugkombijeenkomsten voor de cursusbegeleidsters. In het persoonlijke contact en tijdens de bijeenkomsten konden de cursusbegeleidsters de ervaringen in de groepen met elkaar delen. Dat was belangrijk omdat er bij de cursisten een golf aan zeer persoonlijke en pijnlijke ervaringen naar boven kwam. 27
Ik ben echt geschrokken van de vele verhalen over miskramen. Sommige vrouwen hadden wel vier, vijf, zes, soms wel tien miskramen gehad. Dat soort verhalen heeft ook een grote invloed op de cursusbegeleidsters. Projectleider
drugs, roken, aanraking met chemicaliën in dagelijks leven, wel of geen kinderen en chronische ziekten. • Vragen over de deelname aan de cursus en daar geboden informatie over gezonde zwangerschap en foliumzuur.
Soms raak je diep geschokt van de ervaringen van de vrouwen. Zo was er een vrouw die al zes meisjes had gekregen. Maar ze wilde per se een jongetje. Dus ze wilde nog een keer zwanger worden. Ze ging naar een traditionele genezer om te vragen of hij haar misschien kon helpen. Cursusbegeleidster
De 0- en 1-meting was als werkvorm opgenomen in de cursusbijeenkomsten. Het invullen vroeg aandacht en begeleiding, maar werkte goed. De deelneemsters begrepen het als een actieve manier om hun eigen ontwikkeling te bekijken en formuleren. Het invullen van het evaluatieformulier daarentegen stelde de cursusbegeleidsters voor een fikse uitdaging. De deelneemsters hadden grote moeite met het persoonlijke karakter van de vragen. Met name de vragen naar inkomen en etniciteit riepen weerstand op. De vrouwen toonden wantrouwen over wat er met de gegevens gedaan zou worden. Bovendien hadden ze moeite met de taal en begrepen ze de vragen niet.
Dat er zóveel negatieve ervaringen en problemen naar voren zouden komen hadden we niet verwacht. Cursusbegeleidster
Meting Vanwege het pilotkarakter van het project is veel aandacht besteed aan de meting van de resultaten. Dona Daria heeft speciaal voor deze cursus een 0- en 1-meting ontwikkeld. Daarnaast is een evaluatieformulier opgesteld door de GGD Rotterdam-Rijnmond en ErasmusMC. Zowel voor de cursusbegeleidsters als voor de deelneemsters aan de cursussen was het gebruik van dergelijke formulieren nieuw. Dat betekende dat in de training van de cursusbegeleidsters aandacht is besteed aan het belang daarvan en de manier waarop de formulieren gepresenteerd konden worden aan de deelneemsters. De 0- en 1-meting is eenvoudig en toegankelijk opgezet. Deze bestond uit vijf stellingen, waarin de kennis en ideeën van de deelneemsters vooraf werden getest. De vrouwen hebben deze beantwoord en hun formulier in een envelop gestopt. Aan het einde van de cursus hebben de deelneemsters dezelfde vragen nogmaals ingevuld en vervolgens vergeleken met de antwoorden die zij aan het begin van de cursus hadden gegeven. Daarmee werd inzicht verkregen in de ontwikkeling van de deelneemsters in relatie tot de cursus. Het evaluatieformulier van GGD Rotterdam-Rijnmond en Erasmus MC had een algemenere opzet. Het betrof: • Algemene vragen over de deelneemster en haar huishouden, zoals leeftijd, jaar van aankomst in Nederland, bevolkingsgroep, land van geboorte van de ouders, burgerlijke staat, opleiding en inkomen. • Persoonlijke vragen over de gezondheid, zoals lengte, gewicht, gebruik medicijnen, 28
Ik heb de vrouwen uitgelegd dat de gegevens anoniem waren en dat het nodig was om het in te vullen om te helpen om ervoor te zorgen dat er voortaan minder baby’s doodgaan. Zo kon ik hen wel motiveren, maar het invullen nam heel veel tijd in beslag. Cursusbegeleidster Uiteindelijk hebben we de vrouwen stap voor stap begeleid om het hele evaluatieformulier in te vullen. De stagiaire en ik hebben de vrouwen iedere vraag uitgelegd en geholpen om het antwoord in te vullen. Cursusbegeleidster Bij een van de bijeenkomsten waar ik zelf ook bij was protesteerde een vrouw tegen de vraag over de etnische achtergrond. Ze vroeg: waarom moeten ze weer weten of ik Marokkaans ben? Is deze cursus weer alleen voor Marokkanen? Ik vind dat discriminatie. Maar ik heb haar wel kunnen uitleggen waarom de vraag gesteld werd. Projectleider
De gegevens uit de evaluatieformulieren worden meegenomen in het Programma Klaar voor een Kind.
29
Taalproblemen Het allerbelangrijkste obstakel in de zorg rond zwangerschap en geboorte is gelegen in de problemen met de taal. Veel vrouwen hebben maar een beperkte woordenschat en kunnen zich moeizaam verstaanbaar maken in het Nederlands. Soms schamen ze zich en durven daarom niet in gesprek te gaan. Anderen kúnnen het niet omdat ze hun klachten en vragen niet kunnen verwoorden. Aan de andere kant is er bij de zorgverleners vaak geen gelegenheid om door te vragen naar de vraag achter de vraag.
Hoofdstuk 6 Ervaringen en waarnemingen
Ik had eigenlijk allerlei vragen, maar ik durfde ze niet te stellen. Eigenlijk was ik bang dat ik het antwoord niet kon verstaan. De vrouwen kennen het woord ‘weeën’ niet. Dus tijdens de bevalling roepen ze ‘pijn, pijn, pijn’. De arts reageert laconiek en zegt: ja mevrouw, het doet pijn. Terwijl de vrouw bedoelt dat ze persweeën heeft. Cursusbegeleidster Een verloskundige vertelde dat vrouwen op het spreekuur soms heel dwingend en directief overkomen. Dan zeggen ze: U moet dat doen. Ik kon uitleggen dat dat komt omdat de vrouwen het Nederlands niet goed beheersen en geen nuances kunnen aanbrengen door allerlei hulpwerkwoorden te gebruiken. Dat gaf haar toch een heel andere kijk op de communicatie Projectleider
Fabels of waarheden In de keuzes die vrouwen maken rond de zwangerschap spelen traditionele, cultureel en/of religieus bepaalde opvattingen een belangrijke rol. In de Turkse en Marokkaanse gemeenschap, maar ook in bijvoorbeeld de Surinaamse en Kaapverdiaanse gemeenschap is het geloof in kwade geesten vrij algemeen. Veel adviezen rond de zwangerschap en geboorte zijn gebaseerd op de angst dat een boze voorouder of iemand uit de omgeving de aanstaande moeder of de baby schade kan berokkenen. Vrouwen krijgen van andere vrouwen, moeders, schoonmoeders, oma’s en tantes allerlei adviezen. ’s Nachts heb ik gedroomd dat iemand naar mijn baby keek. De volgende dag kreeg ik weer een miskraam.
Als je zwanger bent mag je niet ’s nachts baden en in het donker lopen, zegt mijn oma. 31
Mijn moeder heeft mij geadviseerd om een mes onder het matras van de baby te leggen. Dat houdt de kwade geesten op een afstand. Of ik dat advies ook weer aan mijn dochter zal meegeven? Ja, ik denk van wel.
Ik denk dat het goed is om een koran in het bedje van de baby te leggen. Dan kan ik hem beschermen tegen het kwade.
Je moet de baby meteen na de geboorte met zout wassen. Dat houdt de kwade geesten op een afstand.
Mijn tante zegt dat het helpt om je handen met henna te schilderen.
In Suriname zijn we gewend om de kleine kinderen blauwsel achter de oortjes te wrijven als er iemand is overleden. Dan kan de geest van de overledene hen geen kwaad doen.
Soms kan het opvolgen van deze adviezen geen kwaad (‘baat het niet, dan schaadt het niet’), maar in andere gevallen kan dat wel risico meebrengen. Er ontstaat een probleem als adviezen ter harte worden genomen als vervanging voor reguliere medische zorg. De invloed van de gemeenschap Uit de gesprekken en verhalen van de vrouwen wordt duidelijk dat de invloed van de gemeenschap op de keuzes die vrouwen maken erg groot is. Dat heeft positieve en negatieve kanten. In positieve zin bieden mensen elkaar ondersteuning. Maar de hechtheid van de gemeenschap kan ook de traditionele denkbeelden in stand houden en belemmerend werken op het in gang brengen van veranderingen in gedrag met betrekking tot de zwangerschap en geboorte, het gebruik van zorgvoorzieningen en dergelijke. De onderlinge discussies in de cursusgroepen verhelderen deze invloeden. Doordat vrouwen vertellen over de keuzes die zij hebben gemaakt kunnen ze van elkaar leren en fungeren bijvoorbeeld vrouwen die wel vroegtijdig naar de verloskundige gegaan zijn of foliumzuur hebben geslikt als rolmodellen voor de anderen.
Ik ben pas laat naar de verloskundige gegaan. Want als ik dat doe, dan weet iedereen dat ik zwanger ben en dat wilde ik niet. Ik wacht het liefste tot de buik wat groter is.
Mijn tante zei tegen mij: je hebt al twee gezonde kinderen. Je hoeft niet naar de verloskundige of de kraamzorg. Ik help je wel.
32
Ik wist niet dat foliumzuur zo belangrijk was. Dat was er vroeger niet en ik heb toch allemaal gezonde kinderen gekregen. Maar ik ga mijn kleindochters vertellen dat het helpt om te zorgen dat je baby geen open ruggetje krijgt. Dat moet ik doen als oma, vind ik.
Mijn man heeft altijd gerookt. Ik wist niet dat dat niet goed was. Ik heb er eigenlijk nooit op gelet. Ja, daar ga ik het wel met mijn dochter over hebben als ze zelf kinderen wil hebben.
Beperkte kennis van het (eigen) lichaam De vrouwen hebben vaak heel weinig kennis van de werking van het lichaam. Dat heeft te maken met een beperkte opleiding in het land van herkomst, een gebroken opleiding als gevolg van migratie en vervolgens taalproblemen hier in Nederland. Medicijnen In het verlengde van de beperkte kennis over het eigen lichaam is ook de kennis over de werking van medicijnen gering. Dat leidt tot situaties die voor doorsnee Nederlandse zorgverleners ondenkbaar zijn.
Toen ik zwanger was had ik vaak last van buikpijn. Mijn zus had tabletten gekregen van de dokter. Ze gaf ze aan mij, want ze hadden haar heel goed geholpen.
Ik had tabletten gekregen tijdens de zwangerschap. Toen ze niet hielpen heb ik er gewoon twee keer zo veel genomen.
De gynaecoloog had mij medicijnen voorgeschreven. Maar mijn tante zei dat ze iets veel beters voor me had. Toen heb ik dat maar genomen. Had ik dat tegen de dokter moeten zeggen?
Vrouwen zijn vaak vanuit hun achtergrond niet gewend om stipt met medicijnen om te gaan. Dat geeft vaak problemen met het innemen van anticonceptiemiddelen, maar bijvoorbeeld ook met het afmaken van een kuur. Als medicijnen worden voorgeschreven is het niet voldoende om de vrouwen te adviseren om de bijsluiter goed te lezen. In veel gevallen kunnen ze die niet eens goed lezen. Bovendien kunnen ze de informatie niet begrijpen.
33
In de cursussen vertelden meerdere vrouwen dat ze zwanger waren geworden terwijl ze de pil slikten. Ze hadden antibiotica voorgeschreven gekregen van de huisarts, maar ze hadden niet begrepen dat daardoor de werking van de pil verminderd kan worden. Cursusbegeleidster
Toegankelijkheid van informatie over zwangerschap, bevalling en kraamzorg Voor veel vrouwen uit de doelgroepen van het project is de toegankelijkheid van de informatie beperkt. Veel algemene communicatie via folders, artikelen in huis-aanhuisbladen, magazines bij de apotheek en huisarts, televisie en internet gaan aan hen voorbij. Dat komt voornamelijk door de taalproblemen, maar ook omdat zij zich niet direct aangesproken voelen. Allochtone vrouwen hebben vaak niet de beschikking over internet of zijn niet of onvoldoende bekend met de werking daarvan. Zij maken weinig gebruik van de mogelijkheden om op internet informatie te vergaren of vragen te stellen. Overigens is dat voor de meiden wel anders. De vrouwen geven aan wel behoefte te hebben aan informatie, maar deze informatie vooral mondeling te willen krijgen in een groepsgesprek of individueel gesprek, in begrijpelijke taal. Met name mondelinge kennis- en informatieoverdracht is bij allochtone doelgroepen, waar bovendien sprake is van een lage opleiding en taalproblemen, effectief. Opvattingen over professionele zorg Er bestaat een grote kloof tussen de Nederlandse reguliere opvattingen over zorg en zorgverlening en de verwachtingen van de vrouwen. Zij kijken naar de arts of verloskundige als een ‘autoriteit’. Ze verwachten een snelle diagnose en medicatie. Zo zijn ze dat vanuit hun land van herkomst vaak gewend. Zelf zijn ze niet gewend hun gedachten of vragen naar voren te brengen. Dat leidt tot veel misverstanden.
Ik kwam bij de dokter. Ik vertelde waar ik pijn had. Hij vroeg aan mij: Waar denkt u dat de klachten vandaan komen? Ik zei: dat weet ík niet, ú bent de dokter!
We zien een vreemde paradox. Aan de ene kant doen allochtone vrouwen relatief vaker een beroep op de huisarts. Aan de andere kant komen ze rond de zwangerschap vaak pas erg laat in zorg.
Waarom zou ik op controle naar de verloskundige gaan? Alles gaat goed. Het is mijn tweede kind. Ik weet wat me te wachten staat. Ik ga toch ook niet naar de dokter als er niets aan de hand is?
34
Er was een vrouw in mijn cursus die al acht keer een miskraam had gehad. Ze was er niet voor naar de dokter gegaan. Cursusbegeleidster
Ervaringen met de professionele zorg In de cursussen zijn veel uiteenlopende ervaringen met professionals in de zorg naar voren gekomen. Naast positieve verhalen waren er vooral ook erg veel negatieve ervaringen. Hierboven aangegeven factoren als problemen met de taal, schroom om te vragen of je eigen mening te geven, beperkte kennis van het zorgsysteem, verschillende opvattingen over zorg, uiteenlopende verwachtingen, miscommunicatie, gebrek aan tijd spelen allemaal een rol. De cursusbegeleidsters hebben de vrouwen gestimuleerd om hun ervaringen te vertellen tijdens het bezoek aan de verloskundige praktijk. Dat heeft aan beide kanten veel openheid gegeven. De vrouwen vonden het prettig om hun ervaringen te delen, de verloskundigen konden er op reageren en werden geattendeerd op zaken die ze zouden kunnen verbeteren.
Er wordt vaak gezegd: Turkse en Marokkaanse vrouwen schreeuwen teveel bij de bevalling. Nou, dan houd je wel je mond.
Ik had heel veel pijn bij de bevalling. Maar ik kon niks vragen, mijn Nederlands was toen nog heel slecht. Ze praatten alleen met mijn man. Hij zei steeds: ze zeggen dat het normaal is. Ik voelde me heel machteloos.
Toen we met de groep op bezoek waren bij de verloskundige kon ik haar meteen iets vragen. Ze heeft ook meteen een afspraak voor me gemaakt. Daar was ik heel blij mee.
De ervaringsverhalen zijn ook meegenomen in de voorlichtingen aan verloskundigen en kraamzorg. De rol van mannen Tijdens de cursussen kwamen ook de verhalen op gang over de rol van de mannen en hun verantwoordelijkheid. Vrouwen gaven aan dat hun mannen zwangerschap vooral zien als de verantwoordelijkheid van de vrouw. Hun betrokkenheid bij de zwangerschap is vaak beperkt, evenals hun kennis over hun invloed op het welzijn van hun vrouw en het komende kindje.
35
Het pilotproject ‘Ouderschap begint eerder dan je denkt!’ kunnen we met recht een succes noemen. Dona Daria heeft op basis van jarenlange ervaring en specifieke expertise een brug weten te slaan tussen doorgaans moeilijk bereikbare groepen en de preconceptie-, zwangerschaps- en kraamzorg. We zijn van mening dat hiermee een belangrijke aanvulling op de ketenzorg gerealiseerd is, die bredere toepassing verdient.
Hoofdstuk 7 Conclusies en aanbevelingen
Gedurende het project hebben vele vrouwen openlijk gesproken over hun ideeën en opvattingen. Ze hebben mooie, pijnlijke, intieme en persoonlijke ervaringen met elkaar en met ons gedeeld. Dat is een bron van kennis en inspiratie om verder te werken aan de verbetering van de geboorteuitkomsten in Rotterdam, zowel voor Dona Daria als voor andere ketenpartners. Met deze project- en methodiekbeschrijving willen we onze werkwijze toelichten en ook het perspectief van de vrouwen zichtbaar maken. Het project heeft een aantal belangrijke conclusies opgeleverd: • Vrouwen hebben behoefte aan uitwisseling van ervaringen rond zwangerschap en geboorte • Cultureel en religieus bepaalde opvattingen over en gebruiken bij zwangerschap en geboorte hebben grote invloed op het gedrag van vrouwen. Voorlichting kan alleen succesvol zijn als deze gegeven wordt in een omgeving waarin deze culturele en religieuze context tot uitgangspunt wordt genomen. • Er is een ernstig gebrek aan kennis over de werking van het lichaam, het gebruik van medicijnen, chronische en erfelijke ziekten, risicofactoren bij zwangerschap en dergelijke. • Er is grote behoefte aan kennis en informatie, mits deze gegeven wordt in een vertrouwde omgeving, in begrijpelijke taal, in een passend tempo. • Er is niet alleen behoefte aan informatie over zwangerschap en geboorte, maar ook over anticonceptie. • Er is een grote motivatie om zich te verdiepen in de oorzaken van de slechte geboorte-uitkomsten en daar wat aan te doen. • Groepsgewijze bespreking in een vertrouwde omgeving legt een basis voor gedragsverandering. • Vrouwen hebben behoefte hun (vaak negatieve) ervaringen met de zorgverlening kenbaar te maken. Door een groepsgewijze voorbereiding van het bezoek aan bijvoorbeeld de verloskundige praktijk voelen zij zich gesteund in het formuleren van hun vragen en ideeën. • Het voorbereiden van en organiseren van groepsgewijze gesprekken met zorgver37
leners werkt aan drempelverlaging voor het gebruik van zorg. • Het betrekken van vrouwen van verschillende generaties, d.w.z. niet alleen de vrouwen die kinderen (willen) krijgen, maar ook hun moeders en grootmoeders, zorgt voor breder draagvlak voor meningsvorming. informatieoverdracht en gedragsverandering. • Verloskundigen hebben baat bij de groepsbezoeken aan hun praktijk. Zij krijgen meer inzicht in de vragen en wensen van vrouwen. • Professionals in de kraamzorg geven aan dat zij problemen ervaren in de zorg bij allochtone gezinnen. Ook voor hen werkt inzicht in de vragen en wensen van vrouwen verhelderend en ondersteunend voor de praktijk. • Reguliere vormen van communicatie werken niet of nauwelijks in het bereiken van de doelgroepen van allochtone vrouwen met een lage opleiding.
• In het project zijn door vrouwen heldere signalen afgegeven over de rol en verantwoordelijkheid van mannen. Het is belangrijk deze signalen mee te nemen in de activiteiten voor (aanstaande) vaders. Ook hier geldt de aanbeveling niet alleen een enkele themabijeenkomst over leefstijl en risicofactoren rond zwangerschap en geboorte te organiseren, maar ook in een reeks van bijeenkomsten te werken aan bewustwording en gedragsverandering. • Niet alleen de cursus en themabijeenkomst, maar ook de voorlichting aan en ontmoetingen met verloskundigen moet verder uitgerold worden in andere deelgemeenten van Rotterdam. • Het zou goed zijn om ook groepsgewijze bezoeken aan kraamzorg en consultatiebureaus te organiseren, zodat ook medewerkers daar kennis kunnen nemen van de ervaringen van vrouwen en een uitwisseling van ideeën kan plaatsvinden.
Op basis van de gesprekken met de deelneemsters, zorgprofessionals en andere betrokkenen in het Aanvalsplan Perinatale Sterfte Rotterdam formuleren wij enkele aanbevelingen: • Het verdient aanbeveling om het project ‘Ouderschap begint eerder dan je denkt!’ uit te rollen over geheel Rotterdam. • Het is belangrijk om voor een reeks van jaren te investeren in een fijnmazige benadering van meiden en vrouwen van verschillende leeftijden. • De cursus kan in de huidige vorm ingezet worden naar andere doelgroepen, zoals vrouwen met een Antilliaanse, Surinaamse, Kaapverdiaanse en vluchtelingenachtergrond. • Op basis van de opgedane ervaringen verdient het aanbeveling om een vervolgcursus te ontwikkelen, waarin ruimte is voor bezoeken aan meerdere zorgvoorzieningen (het persoonlijke contact en de openheid van een dergelijk bezoek draagt bij aan toegankelijkheid van de zorgvoorziening), zoals kraamzorg en consultatiebureau en het oefenen met het bespreekbaar maken van verschillende onderwerpen in de thuissituatie. • Dona Daria heeft de wens om de themabijeenkomst verder te ontwikkelen en uit te testen door te experimenteren met verschillende groepssamenstellingen: meiden van verschillende culturele achtergronden, deelname van moeders en oma’s. • De ervaring leert dat het altijd beter is een reeks bijeenkomsten te organiseren om bij een groep een proces van bewustwording op gang te brengen en een start te maken met gedragsverandering. Daarom is het wenselijk de themabijeenkomst voor meiden uit te breiden naar een programma van twee of eventueel meer bijeenkomsten.
38
39
Colofon Ouderschap begint eerder dan je denkt! een project van Dona Daria, centrum voor vrouwen en emancipatie Gerard Scholtenstraat 129 3035 SJ Rotterdam 010 465 92 96
[email protected] www.donadaria.nl Projectleider: Saadia Daouairi Cursusbegeleidsters: Samia Tamimy Emel Yuce Raabia Orhan Het gemeentelijke programma Klaar voor een Kind wordt gecoördineerd door GGD RotterdamRijnmond en Erasmus MC.
Met dank aan: Verloskundig Centrum Bergweg Kraamzorg Rotterdam Ernie van der Weg, GGD Rotterdam-Rijnmond Semiha Denktas, Erasmus Medisch Centrum Tekst: Yvonne Heygele (Focuscultura) in samenwerking met Saadia Daouairi, Aisha de Jong, Gerda Nijssen Fotografie: Robert de Hartogh Karin Oppelland Ontwerp en opmaak: Pressure Line, Rotterdam Druk: De Heij Van Norden Grafisch Facilitair © programmabureau Klaar voor een kind Februari 2010
Stichting Bevordering
Dit project is opgezet in opdracht van het programma Klaar voor een Kind en mogelijk gemaakt door bijdragen van de GGD RotterdamRijnmond, Stichting Kinderpostzegels en Stichting Bevordering Maatschappelijke Dienstverlening Rotterdam.
40
Maatschappelijke Dienstverlening Rotterdam
Gerard Scholtenstraat 129 3035 SJ Rotterdam 010 465 92 96
[email protected] www.donadaria.nl
Het gemeentelijke programma Klaar voor een Kind wordt gecoördineerd door GGD RotterdamRijnmond en Erasmus MC.