OUD MECHELEN
Oud Mechelen Penteekeningen door LEOPOLD GODENNE naar David De Noter en anderen
Uitgave van Willy Godenne, drukker te Mechelen
Bij de uitgave dezer penteekeningen was het mij al eerst te doen een hulde te brengen aan de nagedachtenis van mijn betreurden vader, die de laatste maanden van zijn werkzaam leven wijdde aan het voorbereiden. met eigen hand, der plaatjes, welke hij hoopte in een tweede uitgave zijner Geschiedenis van Mechelen te pas te brengen. Mijn doel was ook onder een handigen vorm, en in sprekende beelden de Mechelsche schoolgaande jeugd vertrouwd te maken met het voorkomen der stad in vorige eeuwen, met poorten en vestingen, met haar kerken, kloosters, straten en openbare gebouwen. Veel die weelde van vroeger is thans verdwe~ nen, maar toch zal het de opkomende jonkheid wel goed aan 't hart doen, met den vinger te wijzen op elk onzer plaatjes en te zeggen: Zie, zoo schoon was ons Mechelen eertijds I W.GODENNE Drukket~ Uitgever.
Over Oud~Mechelen, raadplege men: L. GODENNE, Malines Jadis et Aujourd'hui (uitgeput). KAN. Dr J. LA ENEN, Geschiedenis van Mechelen tot op 't einde der Middel~ eeuwen, W. Godenne, 1926.
De Nieuwe Brusselsche, - in tegenstelling met de Oude, rechtover de Oude Brusselsche straat, - of Overste Poort, met de wallen, in 1505. Links, de Sint~ Romboutstoren nog in opbouw. Deze poort maakte deel uit van den tweeden vestenmuur op 't einde der XIII" en in het begin der XIVe eeuw aangelegd. Een vroegere omheining reikte niet verder dan tot aan den Gazendries. %uid~ waarts; den Bruel, oost-, de Melaan noord~ en westwaarts.
en
5
De Nieuwe Brusselsche of Overste Poort, in 1560, van buiten de stad gezien, met haar ophaalbrug en buitenwerken. Langs daar liep een zeer oude baan op Londerzeel en Assche, en verder op naar Bavai, een Romeinsche weg, welke Midden-Gallië met de noorderlijke streken verbond.
6
De Overste Poort met een gedeelte van den vesten gordel. in 1780. In 1578 en in 't begin der XVIII" eeuw, onderging die poort merkelijke veranderingen. Wat er thans nog van overblijft, onder den min juisten naam « Oude Brussel~ sche Poort », is weinig meer dan de deerlijk verminkte herinnering aan een machtig en kunstvol verleden. Buiten deze poort telde men nog zes andere groote poorten: de Adeghem~, de Sinte~Cathelijne~, de Koei~, de Neckerspoel~, de Hanswijk- en de Oude Brusselsche Poort. 7
De Adeghem~Poort, in 1550, van buiten de stad gezien. Deze prachtbouw bereikte een hoogte van 41 m. 50 en had een diepte van 44 m. 50. Onder deze poort liep de oude baan welke Leuven met Gent verbond, en op haar kruispunt met de baan van Bavai op 't Noorden, nabij de Grootbrug aanleiding gaf tot het onstaan eener vroege stadsbevolking .
8
De Adeghem~Poort in 1808, kort voor de afbraak. van binnen de stad gezien. Het was in deze wijk, dat nevens den vroegsten kern van stadbewoners, een tweede bevolking tot stand kwam. Deze was van de eerste afgescheiden door een omheining welke in 't jaar 1300, reeds als de oude doorgaat, en liep langs de lijn der huidige Hertshoorn- en De Langhestraat.
9
De Winket~Poort in 1508. van buiten de stad gezien. Geruimen tijd diende deze poort als stads gevangenis. Deze poort. samen met de Nonnen~. de Kerkhof~. de Blok~ en de Zandpoort gold als een der vijf kleine. doch nog sterk gebouwde. stadspoorten. In de verte ziet men den toren van Sint~Rombouts. in opbouw.
10
De Winket~Poort of Water~Poort. in 1570. Alleen van de kleine poorten was deze gebouwd op het plan der Hoogpoort. en zag haar doorgang versierd, maar vooral verdedigd, door twee zware halfronde torens.
11
De Sinte~Kathelijne~ of Antwerpsche Poort. in 1560. gezien van op PennepoeI. Alhoewel minder grootsch aangelegd dan de andere groote poorten. bood ook deze poort een indrukwekkend beeld aan van -de macht der gemeente. welke het vermocht. alleen van de omliggende steden. haar oude Germaansche vrijheden tegen het Latijnsch machtsbegrip geruimen tijd nog hoog te houden.
12
De Koepoort of Liersche Poort. in 1808. van binnen de stad gezien. In tegenstelling met de andere groote poorten. bestond deze slechts uit een enkelen zwaren toren, boven den doorgang. met enkel twee sterk vooruitspringende freiten. Deze poort waar o. a. Jan Keldermans. in 1428. herstellingen aan uitvoerde, werd afgebroken in 1808.
13
De Neckerspoel~Poort, in 1808, van binnen de stad gezien. Ze werd gebouwd op het einde der XIIIe eeuw of het begin der XIVe eeuw. Zij werd gedeeltelijk afgebroken in de XVII Ie eeuwen verdween gans eh in 1812. Langs daar ging men tijdens Mechelen's groote bloeiperiode naar de nijverige voorstad Neekers~ poel. Evenals de Blok~ en Nonnenpoort, was zij op vierkant plan opgevat.
14
De Hanswijck~Poort, in 1578, van buiten de stad gezien. Wanneer in 1268 de stad in onmin lag met den vorst~bisschop van Luik, bestond daar ter plaatse nog slechts een staketsel, een « hamei de », waar de vorst eens even de hand mocht opleggen, om dan terug te keeren. 't Was hçm een magere troost, doch: Andren borge nog andren scat Sone vercreech hi van sine soenen.
15
De Hanswijk~ of Leuvensche Poort, in 1808, van binnen de stad gezien. Reeds in 1808 werd deze poort fel verminkt en in 1829 werd ze ten gronde afgebroken. De Hanswijk~Poort gaf toegang tot de bloeiende wijk van dien naam, met haar van in de XIIle eeuw alzeker vermaarde bedevaartplaats, en dan verder naar Leuven. Eilaas! de koude Ragheno~plaats is weinig van aard om ons 't verdwijnen der oude poort te vergoeden! 16
De Hoogbrug. de oudste der Mechelsche bruggen. merkwaardig door haar bouw. bestond reeds ten jare 1279. In de XV· eeuw was zij met een gesmeed ijzeren kruis op arduinen voetstuk versierd. In 1580 afgeworpen door de Pro~ testanten. werd het kruis in 1594~1595 hersteld. Door de Franschen werd het in 1798 onder den hamer gebracht en voor 179 papieren livres aan een Brusse~ laar verkocht.
17
De Vischmarkt. in 1500. Deze werd alsdan gehouden op de IJzeren Leen. Ter zîjde. van op de Hoogbrug. ziet men onder een welfsel de uitmonding eener vliet. welke eertijds midden~in de huidige IJzeren Leen doorliep tot onder het Schepenhuis toe. Reeds in 1279 bouwde men daar een planken vloer waar de vischverkoopers hun tafels opsloegen. Later werd de markt ter zijde van de vliet gehouden.
18
Het Vlees eh huis, of Gildenhuis en Verkoophuis det Beenhouwers, in 1780. op den Steenweg nabij de Ijzeren Leen. In 1220 reeds bestond er een Vleeschhuis, dat in 1332 herbouwd werd, en tot den tijd der Duitsche bezetting, hoe ver~ hakkeld en verwaarloosd ook, bestaan bleef. Het « huis » bevatte, buiten een kapel en een vergaderzaal, toogen voor de beenhouwers, banken gelijk men ze heette. die al heel vroeg in erfelijk bezit overgingen.
19
- --
---- ----.... '- --:-:::::.. -
-::~~~~~~ ~.~~~~-3= De Schoenmarkt. de Steenweg en het Schepenhuis of Oud Paleis. zetel van den Grooten Raad van de XVle tot het einde der XVIIIe eeuw. Deze Groote Raad. eerst Parlement. was het hooger gerechtshof der hertogen van Burgondië en hun opvolgers. keizer Karel en de latere Belgische vorsten. Dank aan de tegenwoordigheid van dien Raad behield Mechelen tijdens de XVlIe eeuw een zekere voornaamheid onder de diepgevallen vlaamsche steden.
20
Het Hof van Bourgondië. eigendom eerst der bisschoppen van Camerijk. later van Margarethe van Y ork. weduwe van hertog Karel den Stoute. die hier als weduwe verblijf hield. Na haar dood. werd het hof een tijd lang bewoond door Margaretha van Oostenrijk. landvoogdesse der Nederlanden na den dood van Philips den Schoone. De jonge Aartshertog Karel. later Karel V. en zijn zusters. ontvingen hier een gedeelte hunner opvoeding.
21
Het Hof van Hoogstraten, in 1512. Deze woning, door Antoon de Lalaing gebouwd, was een der vele heerlijke verblijven te Mechelen opgetrokken ten tijde dat Margaretha van Y ork en Margaretha van Oostenrijk hun hofhouding hier hielden. Thans blijft er van dien bouw nog slechts over een slank en bevallig torentje op de koer van 't klein Seminarie.
22
Het Hof van Egmont. Deze woning werd door J. Sucquet. requesten~meester aan den Grooten Raad. gebouwd op den grond van eén alouden eigendom der Berthout's. In 1539 ging zij over tot den Graaf van Egmont. Later werd het Hof tot kanongieterij - waarvan hier een binnenzicht - en een wezenhuis ingericht. In 1839. werd de oude eigendom afgebroken en de grond gedeeltelijk door de Egmont~ - thans de Kardinaal~Mercier.plein - ingenomen.
23
111 Binnenkoer van het Hötel de Liedekerke, in de Bleekstraat, thans het Redemp ... toristinnen ... klooster, oudtijds het Hof van Immerseel. De bouw biedt het schil... derachtige uitzicht niet meer aan der XVe ... eeuwsche woningen, maar in de statigheid der algemeene opvatting en der eenvoudige lijnen vindt men hi~r een treffend voorbeeld van den uiterst deftigen trant eener heerenwoonst der XVIII- eeuw.
21
De Gildestraat en de Graanmarkt. Deze maakten deel van het oudste gedeelte der stad. Hier vond men de oude halle der XIII·, best mogelijk der XIIe eeuw. Later werd de eigendom herbouwd tot gildehuis voor den Grooten Kruisboog of der Sint~Jorisgilde. De gevel was tot in 1846 met een beeld van Sint~Joris te paard versierd.
25
De Groenstraat. in 1790. met het Schuttershof. Hier hielden de gilden hun oefeningen. Men vond daar den hof der kruisboogschutters. en dien der Handboogschutters. - beide met hun toegang langs de Groenstraat. - verder den grond der Schermers. langs de Sint-Jacobstraat. en dien der Kolveniers. langs het Schuttershofstraatje.
26
Het Huis De Blauw, in 1729. Die eigendom werd ontworpen door Boeckstuyns voor de Gilde van den Handboog. Het beeld in den voorgevel is dit van Sint Sebastiaan, hun patroon. de wapens daarboven, die van Ridder Locquet, schout van Mechelen en burggraaf van Hombeeck. Na 1795 werd de Gilde afgeschaft en werd de Sint-Sebastiaan weg genomen. Later zette men een SintRombout in den gevel. Het huis werd door de Duitsehers uitgebrand in 1914, en korten tijd daarop vielen de muren neer.
27
Kapel van Sint-Elooi of der Smeden, op de Veemarkt. Het smedersambacht had in de XVI- eeuw haar kapel op de Veemarkt. ter plaatse van het huidige n r 50. Door de soldaten van Alva, in1572, geplunderd werd de bouw door de Protestanten in 1580 verwoest. Gebrek aan middelen verhinderde de smeden na 1585 hun kapel herop te bouwen. Zij brachten hun diensten over, eerst naar de Hoofdkerk, en in 1773, naar de Minderbroeders.
28
Eenige huizen op de Groote Markt, in 1580. Men bemerke van links naar rechts: het gasthof « De Kraan », thans huis De Ridder; twee huizen verder: « De Zwaan », geruimen tijd de meest voorname herberg der stad; het huis « Oostenrijk », met den renaissance-gevel, het ambachtshuis der Vier gekroonden of der metsers, schaliëndekkers, en glazenmakers.
29
De GrootschooI. in de Schoolstraat. De aloude latijnsche school. alzeker van in de XII- eeuw onder leiding der kanunniken, werd in 't midden der XV- eeuw door de stad overgenomen en naar hier overgebracht. In de XVIIe eeuw kwam zij onder 't bestuur der Oratorianen. Op den hoek het Cho~ ralen-Huis, waar de jonge zangers der groote kerk huisvesting en onderwijs genoten.
30
Het huis van Rembert Dodoens. in de Augustijnenstraat. Dodoens. te Mechelen den 20 Juni 1518 geboren. verwierf grooten naam als geneesheer en vooral als plantenkundige. Eenigen tijd was hij geneesheer van keizer Maximiliaan 11. en woonde te Weenen. Later kwam hij nog wel eens te Mechelen. maar voor goed naar Holland uitgeweken stierf hij. leeraar te Leiden. den 10 Maart 1585.
31
De oude Kapel van Sint-Rombout op het kerkhof, zooals deze op oude schilderijen te zien is. De kapel verdween in 1580 of kort daarop. Terzijde de gevel van het huis Concordia, als vergaderzaal voor het Broederschap van dien naam opgericht.
32
De Sint~Romboutskerk, met den vroegeren toren. De huidige werd begonnen
in 1452. De torenspits werd aan de kerkmeesters van Sint~Jan afgestaan. 't Is
deze welke de teekenaar hier nog verbeeldt.
33
De Sint~Romboutskerk, in 1608, links in 't verschiel de kapel van den heiligen Rumoldus, na 1585 heropgebouwd. Bemerk in de zijbeuk een toen bestaande poort, welke op het kerkhof uitgaf, de zoogeheeten « lijkdeur ». Het kerkhof zelve werd buiten dienst gesteld op 't einde der XVIII" eeuw.
34
De Kerk der HH. Petrus en Paulus, in 1750. De parochie, een der werkmans~ parochiën buiten de eerste omheining, bestond van in de XIII" eeuw. Later werd deze een der aristokratische wijken der stad. De kerk zelve werd in 1775 ver~ laten en de diensten overgebracht naar de vrij~gekomen Sint~Franciscus~ Xavetius kerk der afgeschafte Jezuïeten~orde.
35
O. L. Vrouwkerk over de Dyle, in 1850. Deze kerk, de oudste parochiekerk van Mechelen, dagteekent, als bouw, uit de XIV· eeuw, maar de omgang werd eerst in de XVII" eeuw opgetrokken. Links, op den hoek der Milsenstraat, ziet men een der staties van de toen nog bestaande openbaren kruisweg.
36
De Sint~Jans Kerk, in de XIX" eeuw. Deze kerk werd gebouwd in 't midden der XV" eeuw. In de XVI" eeuw was zij met Sint~Pieter een der aristokra~ tische kerken der stad. Men bemerke het aanvallig venster boven het sacristij, der XVII" eeuw. Verkocht door de Franschen, samen met haar bemeubeling, werd zij door eenige parochianen ingekocht en bleef alzoo gespaard. 37
Kerk van Neckerspoel. De parochie van Neckerspoel. midden der nijverige wijk van dien naam, werd opgericht in 1255. De staatsche bezetting vernielde de kerk in 1572. Het verval van handel in nijverheid belette den heropbouw ervan na den terugkeer der stad onder 't gezag van den koning, in 1586.
38
De Sint~Niklaas Kerk. buiten de Antwerpsche Poort. Deze kerk. waarvan de oorsprong niet gekend is. had in de XIV· eeuw een zekere vermaardheid. In de XVI" eeuw, werd ze door de Staatschen vernietigd en niet meer heropge~ bouwd.
39
~
. -2-_-~--,.....- -
~
Kapel van O. L. Vrouw van Afflighem. gebouwd in 1730. in de Geerdeghemstraat. Deze kapel werd als nationaal goed door de Franschen verkocht en ging . weldra te niet.
40
De Kapel van Bruinekruis. In deze oude wijk, gelegen op den weg naar de strafplaats, werd in 't midden der XIV~ eeuw een kapel gebouwd. Weldra werd de bediening ervan aan de Carmelieten toevertrouwd. In de XVII" eeuw vereerde men daar een « H. Cruyce ». Na de vernietiging der kapel in den Fransehen tijd, werd dit, in 1802, naar Sinte~Kathelijne overgebracht.
'il
Het Klooster van Blijdenberg. De Nonnen van Mechelen, volgens den ouden zeg te Mechelen door den H. Rumoldus gesticht, woonden in de XIIIe eeuw, in de huidige Augerstijnenstraat. In 1252 of 1254, maakten zij hun klooster over aan de Augerstijnen en gingen wonen buiten de stad, op de gronden van 't huidige slachthuis. Het klooster werd in 1572 v~rbrand.
~2
Het Klooster van Bethanië. Het huis werd in 1422 buiten de Adeghem-Poort gesticht. binnen het oude hof van Petershem. De oudste Mechelsche druk. een xylographie. werd aldaar vervaardigd. Het klooster werd afgestookt in de XVI" eeuwen de zusters kwamen na 1585 in de Schoutetstraat wonen.
43
Het klooster der Predikheeren. in de Kerkhof~. later de Stassartstraat. De kloosterlingen. na de inneming van 's Hertogenbosch door de Staatschen van daar verjaagd. kwamen hier aan in 1651. De kerk. waarvan - men ziet het hier - de voorgevel onafgewerkt bleef. werd in 1720 aangelegd. Na het uit~ drijven der kloosterlingen in den Fransehen Tijd diende de bouw van 1803 tot 1809 tot oudmannenhuis : van 1809 tot 1814 als gasthuis. en dan verder ge~ deeltelijk tot krijgsarsenaal, gedeeltelijk tot hospitaal. Thans staat de bouw ongebruikt. 44
"
.,
.
.
"...
- --
Een nog al gephantaziërde afbeelding van het klooster van Bethanië in de Schoutetstraat. rechtover het Refugie van Tongerloo. Het klooster verdween bij de Fransche overheersching.
"15
Abdij van Roosendael. De abdij werd op de boorden der Nethe, bij Waalhem, gesticht rond 1220. Deze was een zeer rijke en nobele abdij der Orde van ·Cistercië. Naar men zegt, waren de zeven eerste abdissen uit het geslacht der Berthouders, de « heeren van Mechelen ». De abdij onderging het lot der andere geestelijke instellingen in de XVIIIe eeuw. Thans bestaat nog enkel een monumenteele ingangspoort.
46
De Priorij van Muizen. De nonnen van Muizen, in de XIV· eeuw gesticht op de Oude Leuvensche Baan, kwamen na de Beroerten der XVI" eeuw, naar de stad over. Het plaatje stelt dit tweede klooster voor, op de Lange Hair~ gracht. De priorij van Muizen was 't eerste klooster te Mechelen, dat op bevel van Joseph II gesloten werd, op 22 April 1783.
47
Het Klooster van LeliëndaeI. tusschen Hombeeck en Leest. Het klooster, in 1231 opgericht, werd vernield in 1580 door de Geuzen. De kloosterzusters vluchtten dan naar Keulen; in 1585 kwamen zij naar de Nederlanden terug en bouwden hun klooster in den BrueI. « Leliëndael », nu de bureelen der Com~ missie van Weldadigheid en de kerk der Jezuïeten.
48
Klooster der Theresianen in de Adeghemstraat van af 1845. Op dezelfde plaats stond vroeger het Hof van Vlaanderen, bewoond door de Heeren van Ade~ ghem. Rond 1500 werd het krankenhuis van het Begijnhof, en zelfs danszaal tijdens de Fransche Republiek.
-+9
Vorschenborg, buitengoed der Dalscholieren of Hanswijk~heeren. Na 1795 werd Vorschenborg een poedermagazijn. Later, in openbare veiling gesteld. werd het goed gekocht door graaf Coloma. die er een prachthof van maakte. Na den dood van den graaf, in 1825. werd Vorschenborg een open~ bare lusthof. Eindelijk aangekocht door de Dames de Marie kreeg het zijn huidige bestemming als pensionaat voor meisjes van den begoeden stand.
50
'i ·
Het Klooster der Geschoeide Karmelieten of O. L. Vrouw-Broeders, in de Merodestraat, vóór 1580. De religieuzen eerst op Neckerspoel, sinds 1254, daarna, sinds 1304, binnen de stad gevestigd, werden evenals de andere geestelijken in 1580 verjaagd. Na de Reductie der stad konden de paters fel geholpen door de weldadigheid der geloovigen hun klooster heropbouwen van 1585 tot 1651.
51
Het Klooster der Geschoeide Karmelieten, na den heropbouw van 1651 tot 1796. Deze kloosterlingen werden tijdens de Fransche overheersching vet~ jaagd. Van hun huis blijft thans niets meer over. Eens was het de verblijfplaats van de hulp~bisschoppen van Kamerijk, in onze gewesten, waaronder Marten Cuperus.
S2
Klooster der Zusters Karmelieteresen, in de Sint~Janstraat , in 1780, waar later, in 1834, de Apostolinnen zich vestigden. De laatste overblijfselen van het oud klooster gingen in vlammen op tijdens den Duitsehen inval.
53
Het Klooster der Beggaarden, in 1560. Deze Broeders, in de XlIIe eeuw tot stand gekomen, hielden zich met handenwerk bezig, met weven en 't vervaar~ digen van kammen voor wolbereiders. Zij namen nimmer den geestelijken stand aan. Na den vrede, in 1585, bleven ze slechts met drieën over en verkochten cian maar hun klooster aan de Nonnen van Sion of Blijdenberg.
54
Het Klooster der Grauwzusters op Broenendael of het latere Begijnhof. Deze oude CeIIe~Zusters namen in 't begin der XVe eeuw het habijt en den regel van Sint~Franciscus aan. In de XVI" eeuw, op verzoek van Aartsbisschop Hauchinus gingen zij naar Leuven over.
55
...... -,.- ....
=- ......
- .~
Het Klooster der Eremijten van Sint~Augustinus. op den Ham. in 1790. Die kapel bevatte tal van kunstwerken. Het klooster. zooals het hier voorkomt. was dit gelijk het herbouwd werd na de ontploffing van het poeder dat binnen de Zand~Poort opgestapeld lag, op de Zandpoorstvest, en tijdens een zwaar on· weder, in 1546, ontbrandde.
56
De ingang van het Klooster der Eremijten van Sint~Augustinus. op den Ham en in de Augustijnenstraat. ter plaatse waar thans een fabriek is opgericht. De Eremijten werden evenals de andere kloosterlingen door de Fransehen verjaagd.
57
Het Klooster van Thabor. op de Melaan. De nonnen van Thabor. eerst buiten de stad gevestigd. op de DijIe. rechtover Bethanië. kwamen na de vernietiging van hun huis in 1572. op de Melaan wonen. De grond van hun klooster is thans ingenomen door de Broeders van Barmhartigheid.
58
Het Klooster der Zwartzusters, op de Lange Hairgracht. Godvruchtige doch~ ters in den beginne, die zich wijdden aan den dienst der zieken, kwamen de latere Zwartezusters, eerst als Celle~zusters bij een, o. a., op het SchermoeIsblok. In 1463 namen deze zusters den regel aan van den H. Augustinus. Zij bleven echter ziekendiensters. Verjaagd uit hun huis door de Franschen, vestigen zij zich later op den hoek der Bleekstraat.
59
Het Klooster der Engelsche Zusters, « Brigitinnen van Si,o n » of Urbanisten. Deze religieuzen gevlucht tijdens de vervolgingen van koningin Elisabeth in Engeland, kwamen zich, in 1570, vestigen op de Leermarkt, nabij de huidige overdekte markt. Meermalen werden deze zusters beproefd, geplunderd, tot ze in 1580 naar Frankrijk en dan naar Spanje vluchtten, om in 1861 terug naar Engeland te keeren.
60
Het Refugie der Abdij van Averbode, in den Btuel, nU 99, 101. lOS, van 1559 tot 1794. Refugiehuizen waren neerzettingen waar de abdijheeren bij hun door~ tocht te Mechelen een onderkomen vonden. Al de rijke kloosters hadden van die huizen waar ook den rentmeester veelal woonde, die hun djnsen en andere inkomsten te Mechelen inde.
61
Refugie der Abdij van Tongerloo. hoek der Schoutet~ en De Deckerstraat. Deze prachtbouw. langen tijd verlaten en verwaarloosd. werd in de laatste jaren door de Provincie hersteld en bestemd om er diensten van het Aartsbis~ dom in onder te brengen. Tot hiertoe zijn enkel de gevels hersteld.
62
Het Refugie~Huis der Abdij van Sint~Huibrecht. Dit huis gelegen op den Kat~ of beter Kateelberg, hoogte waarop bij overstrooming der weiden het kateel, het vee, kon worden in veiligheid gebracht, werd in 1841 door de stichting van Oliveten aangekocht, en bij den bouw van 't Godshuis ingenomen. ten~
63
Oud refugie van de Adbij van Sint~Bernaarts, op de Schelde. Dit refugie stond eertijds op de plaats waar nu de Sint~Josephsschool zich bevindt, op n r 12 der Beggaardenstraat. De cisterciencer monniken van Sint~Bernaarts, bezaten t'allen tijde meerdere eigendommen te Mechelen.
64
Oud Refugie der Abdij van Sint~Bernaarts in de eerste helft der XIX· eeuw. De oude bouw, rechts den toeschouwer, heeft zijn trapgevel ingeboet en is hier, gelijk zooveel andere huizen in de stad, achter een doodgewoon en droef een~ tonig scherm verdoken. 't Is de goesting van den tijd, welke overigens ook blijkt uit de smakelooze witte gevels verder in de straat.
65
Refugie der Abdij van Roosendael. in de Bleekstraat, rond 1790. Na de vernietiging der abdij, in de XVI" eeuwen tot den heropbouw van dit klooster verbleven de religieuzen hier. Ook in de eerste jaren der XVIIIe eeuw verbleven zij daar een tijdlang.
66
Het Pleintje. in 1820. Rechts een der ingangspoorten van het O. L. Vrouwhospitaal. Dit hospitaal kwam daar tusschen de jaren 1196-1200 als « huis der Armen » tot stand. door toedoen van den bisschop van Luik Aalbrecht van Cuyck. Het bleef daar tot in de XIX· eeuw. wanneer de diensten in den nieuwen bouw der Keizerstraat werden overgebracht.
67
Het Krankenhuis, of Ziekenhuis der Begijntjes, later 't klein Begijnhof. De ingangspoort gaf uit in de Peper- of De Deckerstraat. Het Krankenhuis was de oudste stichting der Begijnen. Deze gingen in 1259 eerst voor goed samen wonen, en nog wel, tot in 1572. buiten de Sinte-Kathelijne ,Poort.
68
Godshuis van Oliveten. « Den edelen heer ende ridder Godevaert van Vilain met zijn vrouw / hebben dit Godshuys hier gesticht in goeden trouwe / Tot behoef der armen mannen elck sonder vrouw / 500 't alderbest betaemt. / Den Berg van Oliveten hebben sij 't genaemt / MCCCCLXXXII getelt / syn dese oude mannekens hier in ghestelt. » Alzoo staat geschreven op een steen boven den ingang.
60
Het Klooster van Terzieken, in de Ziekenliedenstraat. Dit huis, begonnen in de eerste jaren der XIII" eeuw, tusschen 1201 en 1219, was bestemd om melaat~ schen te ontvangen. Het stond buiten de stad, op den weg naar Brussel. Het huis werd in 1577 platgelegd. De zusters, na 1585, kwamen dan in het hof van Rogbroeck in de huidige Ziekenliedenstraat. Daar bestond het klooster tot op 't einde der XVIII" eeuw.
70
Het Kasteel van Bautersem, op den « Hanswycken dries », in 1580. 't Was een overblijfsel van het verblijf der heeren van Bautersem. eigenaars van een gedeelte der gronden ten zuid~oosten der stad. Het kasteel. later tot hofstede vervallen, verdween in den modernen tijd. De gronden er rondom werden grootelijks ingenomen door het arsenaal van den ijzeren weg.
71
Kasteel van Borgerstijn, in 1790. Oudtijds, in de VII" en VIII" eeuw, woonden in den omtrek van Mechelen vele Franken, die elk op hun hoef. een vrij bestaan leefden. Langzamerhand. bij de uitbreiding van den landbouw. werden de boeren heeren. en werd de hoef kasteel. Zoo kende men de hoeven en latere kasteel en van Bautersem. van BeHeren. van Petershem. van Suiveghem en meer andere. 72
Het Kasteel « De Borght ». op NeckerspoeI. in 1580. Het kasteel werd ge~ bouwd op de overblijfselen van den ouden burcht der Berthout's of beter van een zijtak van dit geslacht. welke van in de XIII" eeuw de wijk Neckerspoe1 in leen hield van hun bloedverwanten de « heeren » van Mechelen.
73
De « Borght » in 1770. De huidige wijk Neckerspoel, waar van in de XIIIe eeuw een talrijke bevolking wevers en andere stielmannen wemelde, was tot in 1308 door geen andere betrekkingen met Mechelen zelve verbonden dan deze van goed gebuurtschap. Zoo bestond er dan tot 1308, een schepenbank op Neckerspoel, onafhankelijk van deze der stad.
74
Het Kasteel van Zellaer, te Bonheyden. Dit kasteel kwam toe in de eerste helft der XIII" eeuw, bij erfenis van zijn broeder Michiel, aan den schatrijken en milddadigen Arnold van Zellaer, scholaster van het kapittel, en begiftiger van meestal de abdijen van zijn tijd.
75
)
Het Doncksken, aan 't moerassige Battenbroek op den samenloop van de Dijle en de Nethe. Op het Doncksken of de kleine hoogte, werd in den mo~ dernen tijd een schans of kleine versterking gebouwd om als vooruitspringend vestingwerk de stad tegen den overval van allerlei oorlogsvoerend krijgsvolk te beschutten.
76
Het « Blockhuis », op de Vrouwenvliet gelegen, nabij den Antwerpschen steenweg. Het Blöckhuis was een der forten rond Mechelen, en wel het bijzonderste. Langen tijd diende het als poedermagazijn. In de verte ziet m?n het kasteel Blauwensteen en de oude kapel van Batte!. Het Blockhuis bestond nog gedeeltelijk in 1906.
77
Het fort van Nieuwendijck. gebouwd in 1606. Een der ander forten rondom Mechelen.
78
De kamer waarin Patm' Damiaan tel' wm'eld kwam werd in een kleine kapel orngeboutvd.
De stroohoeden en de tc(laie'fS, waarvan de Pater de wan/Ie dnqe'n qebnlik '1nocst m.nken.
tijr[('118
Het zwa're gereedschap, waarmede de zendeUng zijn kerkje en de huffen VOO?" de ?nelaat~che'n b01.I/WJf,
In de woonkarner va'/I het geboortehuis 'van PaleI' Darniaan staan thans diells misgew(tden opgesteld.
De stichting van de Paters de,,' Heilige Harten te Tremeloo met het geboo,,'tehuisje van Pater Damiaan "nuseu'ln, - op den voorg?'O?Ld,
thans
De Engelsche schilder Clijfo'rd - Pater Damiaan's goede 'l}riend - 'Ynaakte dit portret van den zendeling, toen hij reeds doo'r de 'melaatschheid l.O(J,S aanget.ast, rnarl/I" nog vóór het gelaat door deze t reesel-ijke kwaa.l. gcscho'nde-n wc'rd.