© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Elobase Detailhandel Ondernemingsbeleid/Organisatiebeleid
Rekenwerkboek voor het theorie-examen kerntaak 1
Commercieel 1 Ondernemer / Manager Dit rekenwerkboek is van de student: _______________________________ Klas:
_______________________________
Telefoonnummer:
_______________________________
E-mailadres:
_______________________________
1
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Rekenwerkboek Kerntaak 1 Ondernemingsbeleid/Organisatiebeleid: Marktbenadering en marktonderzoek, Commerciële samenwerking Wat ga je doen? Je kunt je via je theorieboek en dit rekenwerkboek voorbereiden op het theorie-examen Commercieel 1 kerntaak 1. Het gaat, wat de voorbereiding betreft, om de examenonderwerpen: - Marktbenadering en marktonderzoek, - Commerciële samenwerking
Resultaat De rekenvaardigheden die zich bij het ondernemingsbeleid voordoen. Het theorieboek geeft de begeleiding bij dit rekenwerkboek. Aanbevolen hulpmiddel: Rekenmachine.
Aan bod komen achtereenvolgens:
Marktbenadering en marktonderzoek (opgave 1 t/m 48) Opgaven Verzorgingsgebied beoordelen Opgaven Kleinschalig marktonderzoek uitvoeren Opgaven Conclusies trekken Statistieken en tabellen lezen Indexcijfers Verkoopprognoses
opgave 1 t/m 26 opgave 27 opgave 28 opgave 29 t/m 37 opgave 38 t/m 44 opgave 45 t/m 48
2
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Examen– Marktbenadering en marktonderzoek, Commerciële samenwerking
__________________________________________________ Kerntaak 1 Commercieel 1 Opgaven Marktbenadering en marktonderzoek Noteer ook altijd je berekenwijze!
Opgaven Verzorgingsgebied beoordelen Opgave 1 Eugene wil een snackbar in Landmaas beginnen. In Landmaas wonen in totaal 22.000 mensen. De wijk waarin Eugene zich wil vestigen, rekent hij tot zijn vestigingsgebied. In die wijk wonen 7.300 mensen. Eugene rekent 2% van de mensen buiten het verzorgingsgebied ook tot klant. Hij schat het afvloeiingspercentage 20%. a. Bereken voor Eugene het aantal mensen dat afvloeit.
b. Bereken voor Eugene het aantal mensen dat in de overige wijken van Landmaas wonen.
3
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
c. Bereken het aantal mensen buiten het verzorgingsgebied dat Eugene tot klant rekent.
d. Bereken voor Eugene het aantal consumenten dat Eugene tot zijn verzorgingsgebied rekent.
Opgave 2 Piet wil een kapperszaak "Looking Good" beginnen. In het gedeelte van de straat waar Piet zijn zaak wil vestigen, wonen in totaal 12.800 mensen. Het afvloeiingspercentage in het verzorgingsgebied schat Piet op 14%. Hij rekent op een instroom van 2.000 mensen. Piet schat dat mensen 1 × per twee maanden naar de kapper gaan en daar € 15 voor over hebben. a. Bereken voor Piet het totaal aantal consumenten voor het verzorgingsgebied.
4
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
b. Bereken voor Piet het jaarlijkse omzetpotentieel voor de branche.
Opgave 3 Piet wil een kapperszaak "Looking Good" beginnen. Hij heeft het totaal aantal kappersbezoeken in zijn verzorgingsgebied berekend. Dit bedraagt 78.048. In de gemeente zijn al vier ondernemingen gevestigd. Piet gaat met zijn auto in de buurt van de kapperszaak staan. Hij telt een week lang het aantal klanten dat de zaak van zijn toekomstige concurrent binnen stapt. Maandag: 24 Dinsdag: 13 Woensdag: 33 Donderdag: 42 Vrijdag: 51 Zaterdag: 67 a. Bereken voor Piet het aantal consumenten dat zich wekelijks bij deze concurrent laat knippen.
5
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
b. Bereken voor Piet het aantal consumenten dat zich jaarlijks bij deze concurrent laat knippen indien hij 50 weken per jaar geopend is.
c. Bereken voor Piet het aantal consumenten dat zich jaarlijks bij al zijn concurrenten laat knippen (waarbij Piet verwacht dat alle kappers ongeveer evenveel klanten bedienen).
d. Bereken voor Piet zijn marktaandeel als hij 20% van de resterende klanten tot klant kan maken.
6
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
e. Bereken voor een concurrent van Piet het marktaandeel.
Opgave 4 In een plattelandsstadje GrootGroen wonen 23.500 mensen. In Grootgroen zijn twee kaasspeciaalzaken en drie supermarkten gevestigd. de consumenten kopen voor gemiddeld € 3 kaasproducten per week. Slechts 1 op de 8 mensen koopt zijn producten in een speciaalzaak. Speciaalzaak ‘Speciaal’ verkoopt 2 keer zoveel als de andere speciaalzaak. a. Bereken de jaaromzet aan kaasproducten die inwoners van GrootGroen kopen.
7
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
b. Bereken de jaaromzet aan kaasproducten die inwoners van GrootGroen in een speciaalzaak kopen.
c. Bereken de jaaromzet van speciaalzaak ‘Speciaal’.
d. Bereken het marktaandeel van speciaalzaak ‘Speciaal’.
8
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Opgave 5 Op Ameland worden door diverse strandtenthouders voor in totaal € 23.000 ligstoelbedden per jaar verhuurd. Het paviljoen "Het zonnige Zuiden" verhuurt jaarlijks voor € 2.750 aan ligstoelen. Het "Noordstrandpaviljoen" verhuurt voor € 1.250 aan ligstoelen. a. Bereken voor "Het Zonnige Zuiden" het marktaandeel.
b. Bereken voor "Noordstrandpaviljoen" het marktaandeel.
9
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Opgave 6 In een klein landelijk gelegen dorp zijn twee snackbars. Piet Patat heeft een jaarlijkse omzet van € 120.000. Piet denkt dat hij wel 240 vaste klanten heeft. Fred Kroket heeft een jaarlijkse omzet van € 100.000. Fred denkt dat hij 500 vaste klanten heeft. a. Bereken voor Piet het marktaandeel.
b. Bereken voor Fred het marktaandeel.
c. Bereken voor Piet de penetratiegraad.
10
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
d. Bereken voor Fred de penetratiegraad.
Opgave 7 In Maassluis zijn minstens 29 horecagelegenheden gevestigd. Eén eigenaar vertelde: "Het bevolkingspotentieel is 32.000 inwoners. Er komen nog enkele Maaslanders, een stuk of 2.000. De meeste gaan echter in Rotterdam stappen. Dat schat ik toch op zo'n 8.000 in. Ik schat onze doelgroep op 30%. Zij drinken voor gemiddeld per jaar € 1.200 bij ons op. Nou dan weet je wel hoeveel we met elkaar omzetten." a. Hoeveel zetten de 29 horecabedrijven om?
b. Hoeveel is dat gemiddeld per bedrijf?
11
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Opgave 8 Op een vakantiepark liggen in het overdekte centrum een zwembad, vijf horecagelegenheden en twee winkels. Er staan op het park 320 huisjes. Deze 4-persoonshuisjes worden per week verhuurd. De huisjes zijn voor 76% in het jaar bezet. Er is berekend dat de huurders per persoon per week gemiddeld € 145,20 in het centrum uitgeven. De snackbar haalt een jaarlijkse omzet van € 2.396.800. a. Bereken voor het centrum de omzetpotentie.
b. Bereken het marktaandeel van de snackbar.
12
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Opgave 9 Op een vakantiepark liggen in het overdekte centrum een zwembad, vijf horeca gelegenheden en twee winkels. Er staan op het park 320 huisjes. Het bruine café/snackbar behaald een jaarlijkse omzet van € 2.396.800. De arbeidsproductiviteit van het bruine café/snackbar is € 155.624. Het gedeelte van het centrum waarvan het bruine café/snackbar gebruikmaakt, is 20 meter lang en 18 meter breed. a. Bereken het aantal arbeidskrachten dat hiervoor ingezet moet worden.
b. Bereken de oppervlakte die het bruine café/snackbar gebruikt.
c. Bereken de omzet per meter.
13
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Opgave 10 In een plattelandsstadje staat de scholengemeenschap ″De Schakel″. Hier zitten 4.500 leerlingen op school. Deze leerlingen geven in en rond de school gemiddeld € 30,-- per week uit. De school telt 40 lesweken. De kantine behaalt een jaarlijkse omzet van € 1.200.000. a. Bereken de omzetpotentie.
b. Bereken het marktaandeel.
14
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Opgave 11 Op de website van de gemeente Groningen vind je voor de Oosterparkwijk de volgende gegevens.
a. Bereken de gemiddelde gezinsgrootte .
b. Welke conclusie kun je hieruit trekken over het soort huishoudens?
15
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Opgave 12 Uit gegevens van de gemeente Waaldam blijkt dat er 2.345 consumenten van buiten het verzorgingsgebied komen. Er komen 23.636 consumenten uit het verzorgingsgebied. Het afvloeiingspercentage in het verzorgingsgebied is 16%. Bereken het totaal aantal consumenten voor het verzorgingsgebied in Waaldam.
Opgave 13 Bij 't Naadje van de Kous, een sokken- en kousenwinkel in het centrum van de stad, krijgt Melanie (de eigenaar) in het weekend hulp van twee scholieren. De gemiddelde omzet per werknemer is € 85.900. Bereken bij benadering de omzet van 't Naadje van de Kous.
Opgave 14 't Naadje van de Kous heeft een winkelverkoopvloeroppervlakte van 18 m2. Bereken de omzet als de gemiddelde omzet per m2 (vloerproductiviteit) € 6.050 is.
16
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Opgave 15 Bereken de gemiddelde omzet van 't Naadje van de Kous, als je weet dat de arbeidsproductiviteit € 85.900 is en de vloerproductiviteit € 6.050 is.
Opgave 16 Gegevens van de cd-winkel Disco:
aantal krachten: aantal m² WVO: arbeidsproductiviteit: vloerproductiviteit:
2,36 100 € 357.000 € 9.000.
Bereken de gemiddelde omzet van de cd-winkel Disco aan de hand van de gegevens.
17
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Opgave 17 Gegevens van ToysWorld: aantal krachten: aantal m² WVO: arbeidsproductiviteit: vloerproductiviteit:
4,6 200 € 186.000 € 6.000
a. Bereken op basis van de gegevens de omzet van de speelgoedzaak ToysWorld.
b. Welk cijfer van ToysWorld is naar jouw mening het meest betrouwbaar, de vloerproductiviteit of de arbeidsproductiviteit? Waarom?
18
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Opgave 18 Ayub is zelfstandig ondernemer. In hartje Amsterdam heeft hij een speciaalzaak in kampeerartikelen. Hij heeft drie fulltime verkoopmedewerkers in dienst die 40 uur per week werken, één parttimer voor 16 uur per week en één weekendkracht (een scholier). Het WVO bedraagt 350 m2. Bereken de omzet van deze winkel. De arbeidsproductiviteit van de winkel is € 123.000 en de vloerproductiviteit bedraagt € 2.200.
19
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Opgave 19 a. Bereken de omzet van een bedrijf waar je ooit gewerkt hebt door een combinatie te gebruiken van arbeids- en vloerproductiviteit.
Branches
Omzet per werknemer (arbeidsproductiviteit)
Omzet per m2 winkelverkoopvloer ) (vloerproductiviteit)
Aardappelen, groente en fruit
€ 96.328
€ 3.597
Bloemenwinkels
€ 82.758
€ 1.264
Cd/video
€ 144.860
€ 4.183
Damesbovenkleding
€ 130.450
€ 2.701
€ 95.535
€ 1.557
Doe-het-zelf producten (algemeen)
€ 133.000
€ 1.011
Drogisterijen
€ 152.949
€ 4.166
Herenbovenkleding
€ 155.599
€ 3.031
Huishoudelijke artikelen
€ 130.938
€ 1.980
Kaas en zuivel
€ 108.199
€ 4.589
Natuurvoedingswinkels en reformzaken
€ 143.369
€ 4.276
Schoeisel
€ 129.9S4
€ 2.079
Speelgoed
€ 155.624
€ 2.189
Sport- en kampeerartikelen
€ 150.091
€ 2.099
Dieren & dierenbenodigdheden
Bron: www.hbd.nl, branchegegevens augustus 2002 Gemiddelde arbeidsproductiviteit en vioerproductiviteit per branche
b. Vergelijk de uitkomst met gegevens over de branche. De gegevens vind je in de tabel. Wat valt je op?
20
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Opgave 20 In Waaldam is kinderboekenwinkel De Boekenwurm gevestigd. Uit heel Waaldam komen de mensen naar De Boekenwurm voor hun kinderboeken omdat het er zo gezellig is ingericht voor kinderen (22.199 personen). Uit branchegegevens blijkt dat het gemiddeld bestede bedrag € 28 is. Bereken het omzetpotentieel van het verzorgingsgebied van De Boekenwurm in Waaldam.
Opgave 21 In Workum zijn twee boekhandels gevestigd. De Boekenwurm, met een omzetpotentieel van € 621.572, en de Paperback. De Paperback is 35 m2 groot en er werken drie parttime werknemers en twee weekendhulpen. De volgende kengetallen zijn bekend: Omzet per werknemer
€ 131.000
Personeelskosten per arbeidsplaats
€ 15.000
Brutowinst per arbeidsplaats
€ 36.100
Omzet per m2 WVO
€ 3.300
a. Bereken de omzet van de concurrentie van De Boekenwurm in Workum met behulp van de eerdergenoemde kengetallen.
21
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
b. Bereken de eigen potentiële omzet (EPO) van De Boekenwurm.
Opgave 22 Geef aan hoe je de eigen potentiële omzet (EPO) berekent.
Opgave 23 Groentespecialist Arie Greenspan heeft een direct verzorgingsgebied van 6.000 inwoners. De toevloeiing bedraagt 5%. De afvloeiing is 25%. De concurrentie van andere distributiekanalen bedraagt 79%. Wat is de potentiële omzet voor deze groentespeciaalzaak? (De gemiddelde besteding AGF is € 45.)
22
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Opgave 24 Vorig jaar had De Boekenwurm een omzet van € 310.262. Het omzetpotentieel van De Boekenwurm is € 432.822. Bereken het marktaandeel van De Boekenwurm.
Opgave 25 Van twee speelgoedwinkels zijn de volgende gegevens bekend:
Het verzorgingsgebied van de speelgoedwinkels bestaat uit 35.000 inwoners. Uit verzamelde gegevens blijkt dat de afvloeiing 6% is en de toevloeiing 1.500 consumenten. De gemiddelde besteding per hoofd van de bevolking in de speelgoedbranche is € 49. In speelgoedwinkel Hobbema besteedt de klant gemiddeld € 36 en in speelgoedwinkel Klaassen besteedt de klant gemiddeld € 50. Het aantal klanten bij Hobbema is 18.000 en het aantal klanten bij Klaassen is 15.000.
a. Wat is het bevolkingspotentieel van het verzorgingsgebied (stap 2: haalbaarheidsanalyse)?
b. Bereken de afvloeiing uit het verzorgingsgebied (stap 3).
23
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
c. Bereken het totaal aantal consumenten van het verzorgingsgebied.
d. Bereken het omzetpotentieel van het verzorgingsgebied (stap 4).
e. Bereken de omzet van Hobbema en Klaassen (stap 5).
f. Bepaal van beide speelgoedwinkels het marktaandeel (stap 6).
24
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
g. Bereken voor beide speelgoedwinkels de marktpenetratiegraad (stap 7).
Opgave 26 In een middelgrote gemeente zit een dierenspeciaalzaak. Imam denkt erover om nog een dierenspeciaalzaak te openen. Uit haar onderzoek zijn de volgende gegevens bekend:
Het verzorgingsgebied van de dierenspeciaalzaken bestaat uit 68.000 inwoners. Uit de gegevens blijkt dat de afvloeiing 6.120 consumenten is en de toevloeiing 7.480. De gemiddelde besteding per hoofd van de bevolking in de branche is € 43.
Imam heeft ontdekt dat haar concurrent 25.000 klanten heeft en dat de klant gemiddeld € 36,30 besteedt. Voor haar winkel gaat ze uit van de gemiddelde besteding per hoofd van de bevolking, dus € 43, en 20.000 klanten. a. Bereken voor beide dierenspeciaalzaken het marktaandeel.
b. Bereken van beide dierenspeciaalzaken de marktpenetratiegraad.
25
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Opgaven Kleinschalig marktonderzoek uitvoeren Opgave 27 Zuivelfabrikant VersBest is een bedrijf dat zuivelproducten volgens ‘grootmoeders recept’ op de markt brengt. Echter, grootmoeders recepten zijn niet meer van deze tijd: ze zijn vet en zien er minder smakelijk uit. Bovendien zijn ze minder lang houdbaar. Want wat is het geval? De producten worden vervaardigd met ingrediënten die men tegenwoordig niet veel meer gebruikt. De huidige voedingsmiddelenindustrie concentreert zich op de lightproducten, en daar past boerenmelk met een vetgehalte van 7% niet tussen. Sinds de invoering van de lightproducten is de omzet van VersBest dan ook enorm achteruit gegaan. Zuivelfabrikant VersBest heeft na lang zwoegen de oplossing voor het omzetprobleem gevonden. Het bedrijf brengt een lightproduct op de markt: ‘Grasmelk’, bereid met melk van scharrelkoeien en een vleugje gras. Om erachter te komen of de melk ook daadwerkelijk aanslaat, wordt besloten een marktonderzoek uit te voeren. In overleg met een marktonderzoeksbureau wordt gekozen voor een aankooponderzoek. De probleemstelling die wordt geformuleerd, bestaat uit drie delen: 1. Hoeveel liter Grasmelk wordt er per dag gekocht? 2. Waar wordt Grasmelk gekocht? 3. Wat is de reden voor de aankoop van Grasmelk? VersBest hoopt op deze vragen, die de mate van succes van het nieuwe product aanduiden, een antwoord te krijgen zodat het omzetprobleem wordt verkleind. VersBest is daarnaast ook benieuwd naar de omzet van de concurrenten in de branche na het op de markt brengen van soortgelijke producten, zoals ‘Prikkel’ (magere melk met een beetje koolzuur) en ‘Licht’ (magere melk in een vederlichte verpakking). Om daarachter te komen, informeert VersBest bij het EIM naar kengetallen van de levensmiddelenbranche. De probleemstellingen voor het aankooponderzoek naar Grasmelk worden door het marktonderzoeksbureau onderzocht. Het onderzoek moet informatie opleveren over het aantal liters Grasmelk dat er wordt verkocht, over de plaats van aankoop en de reden van de aankoop. Van de totale Nederlandse bevolking wordt, volkomen willekeurig, een steekproef genomen: vijftig respondenten krijgen een schriftelijke enquête thuisgestuurd. De enquête over Grasmelk levert de volgende gegevens op: Het aankooponderzoek heeft zowel kwantitatieve als kwalitatieve resultaten opgeleverd:
gezinssamenstelling leeftijd aantal liter Grasmelk per week plaats van aankoop van Grasmelk reden voor het drinken van Grasmelk.
Schrijf het rapport waarmee het marktonderzoeksbureau de onderzoeksgegevens en conclusies aan VersBest kan overdragen. Gebruik een apart papier. Behandel in het rapport de volgende onderwerpen:
de onderzoeksvraag; de methoden van gegevensverzameling; betrouwbaarheid en representativiteit van de steekproef; de verwerking en analyse van de gegevens; de conclusie.
26
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
1 Gezinssamenstelling respondenten Alleenstaand
24
Alleenstaand met kinderen
2
Gehuwd/samenwonend zonder kinderen
13
Gehuwd/samenwonend met kinderen
8
Thuiswonend
3
Totaal
50
2 Gemiddelde leeftijd: 26 jaar 3 Aantal liter Grasmelk per week Geen
8
0 tot 1 liter
27
1 tot 2 liter
14
2 tot 5 liter
1
Meer dan 5 liter
0
Totaal
50
4 Plaats aankoop Grasmelk Supermarkt
23
Melkboer
3
SRV
4
Anders, namelijk ...
12
Totaal
42
Anders, namelijk ... Snackbar
3
Slager
4
Werk
5
Totaal
12
5 Reden voor drinken Grasmelk Gezond
11
Kalkrijk
17
Romig
2
Anders, namelijk ...
10
Totaal
40
27
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Anders, namelijk ... Lekker
6
Fris
1
Ijzerhoudend
1
Geen reden
2
Totaal
10
Opgaven Conclusies trekken Opgave 28 Zuivelfabrikant VersBest is een bedrijf dat zuivelproducten volgens ‘grootmoeders recept’ op de markt brengt. Echter, grootmoeders recepten zijn niet meer van deze tijd: ze zijn vet en zien er minder smakelijk uit. Bovendien zijn ze minder lang houdbaar. Want wat is het geval? De producten worden vervaardigd met ingrediënten die men tegenwoordig niet veel meer gebruikt. De huidige voedingsmiddelenindustrie concentreert zich op de lightproducten, en daar past boerenmelk met een vetgehalte van 7% niet tussen. Sinds de invoering van de lightproducten is de omzet van VersBest dan ook enorm achteruit gegaan. Zuivelfabrikant VersBest heeft na lang zwoegen de oplossing voor het omzetprobleem gevonden. Het bedrijf brengt een lightproduct op de markt: ‘Grasmelk’, bereid met melk van scharrelkoeien en een vleugje gras. Om erachter te komen of de melk ook daadwerkelijk aanslaat, wordt besloten een marktonderzoek uit te voeren. In overleg met een marktonderzoeksbureau wordt gekozen voor een aankooponderzoek. De probleemstelling die wordt geformuleerd, bestaat uit drie delen: 1. Hoeveel liter Grasmelk wordt er per dag gekocht? 2. Waar wordt Grasmelk gekocht? 3. Wat is de reden voor de aankoop van Grasmelk? VersBest hoopt op deze vragen, die de mate van succes van het nieuwe product aanduiden, een antwoord te krijgen zodat het omzetprobleem wordt verkleind. VersBest is daarnaast ook benieuwd naar de omzet van de concurrenten in de branche na het op de markt brengen van soortgelijke producten, zoals ‘Prikkel’ (magere melk met een beetje koolzuur) en ‘Licht’ (magere melk in een vederlichte verpakking). Om daarachter te komen, informeert VersBest bij het EIM naar kengetallen van de levensmiddelenbranche. De probleemstellingen voor het aankooponderzoek naar Grasmelk worden door het marktonderzoeksbureau onderzocht. Het onderzoek moet informatie opleveren over het aantal liters Grasmelk dat er wordt verkocht, over de plaats van aankoop en de reden van de aankoop. Van de totale Nederlandse bevolking wordt, volkomen willekeurig, een steekproef genomen: vijftig respondenten krijgen een schriftelijke enquête thuisgestuurd.
28
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
De enquête bestaat uit de volgende vragen: 1 Gezinssamenstelling respondenten
24
Alleenstaand 2 Alleenstaand met kinderen 13 Gehuwd/samenwonend zonder kinderen 8 Gehuwd/samenwonend met kinderen 3 Thuiswonend 50 Totaal 2 Gemiddelde leeftijd: 26 Jaar 3 Aantal liter Grasmelk per week
8
Geen
27
0 tot 1 liter
14
1 tot 2 liter
1
2 tot 5 liter
0
Meer dan 5 liter
50
Totaal 4 Plaats aankoop Grasmelk
23
Supermarkt
3
Melkboer
4
SRV
12
Anders, namelijk ...
42
Totaal
3
Anders, namelijk ...
4
Snackbar
5
Slager
12
Werk Totaal 5 Reden voor drinken Grasmelk
11
Gezond
17
Kalkrijk
2
Romig
10
Anders, namelijk...
40
Totaal
29
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Anders, namelijk...
6
Lekker
1
Fris
1
Ijzerhoudend
2
Geen reden
10
Totaal
VersBest is ook wel benieuwd naar de onderzoeksresultaten van het aankooponderzoek naar Grasmelk. Kopen de consumenten het product nu wel of niet regelmatig en wat vinden ze ervan? Bovendien wil de fabrikant weten aan welke verkooppunten hij het product het best kan leveren. Het marktonderzoeksbureau informeert VersBest dat de gegevens binnen zijn. Er kan nu worden begonnen met de verwerking ervan. Het marktonderzoeksbureau verwerkt de gegevens met behulp van geavanceerde computerprogramma’s, waarin verschillende soorten informatie kunnen worden ingevoerd en de gegevens op verschillende punten met elkaar kunnen worden vergeleken. Welke conclusies zou VersBest volgens jou uit dit onderzoek kunnen trekken. En wat zou de fabrikant met deze conclusies moeten of kunnen doen?
30
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Statistieken en tabellen lezen Opgave 29 Lees de volgende twee stukjes rapportage. Gedurende de eerste helft van 2011 heeft ons bedrijf het niet zo goed gedaan. We hebben een omzet gehaald van € 250.000, maar de winst viel lager uit dan we gehoopt hadden. De winst bedroeg slechts € 20.000. Dat de winst tegenvalt, komt waarschijnlijk doordat er niet hard en zorgvuldig genoeg gewerkt is door de medewerkers van het bedrijf. Over de eerste helft van 2011 zijn de volgende resultaten behaald. De omzet bedroeg € 250.000. De totale kosten bedroegen € 230.000. Dit leidde dus tot een winst van € 20.000. De omzet lag iets onder de vooraf begrote omzet van € 260.000. De totale kosten waren echter € 50.000 hoger dan begroot. Hierdoor komt de winst lager uit dan was begroot. Het is van belang dat uitgezocht wordt hoe het komt dat de werkelijke kosten hoger liggen dan de begrote kosten. Geef aan wat het verschil is tussen deze twee stukjes rapportage.
Welk stukje vind jij beter? Licht je antwoord toe.
31
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Opgave 30 Een ondernemer wil weten waar zijn klanten de voorkeur aan geven: kant-en-klaarmaaltijden of verse groente. Hij ondervraagt daarvoor 25 klanten op de koopavond en 25 klanten op zaterdagmorgen. Uit het onderzoek blijkt dat 75% van de klanten liever kant-en-klaarmaaltijden heeft. Is deze steekproef representatief? Licht je antwoord toe.
Opgave 31 Actie tegen marktverzadiging prijs-/kortingsacties verbeterde service meer reclame meer kwaliteit opleiden personeel klantenrelaties scherpere inkoop schaalvergroting nieuwe markten kosten verlagen
Kleinbedrijf 32 12 39 5 1 6 30 1 4 2
Middenbedrijf 45 20 32 4 1 6 30 0 0 0
Grootbedrijf 43 21 29 0 7 7 18 0 0 0
Totaal Commerciële organisaties 33 44 12 11 38 33 5 11 1 11 6 0 30 33 1 0 4 0 2 0
Reactie detailhandel op marktverzadiging
Waar gaat de tabel over?
32
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Welke acties worden hoofdzakelijk ondernomen?
Van welke middelen wordt weinig gebruikgemaakt?
Opgave 32
Wat kun je uit dit diagram aflezen?
33
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Opgave 33
Hoe groot is het aandeel van de verkoopkosten ten opzichte van de totale kosten?
Opgave 34 Een grootwinkelbedrijf heeft onderzocht of er een verband bestaat tussen de omzet van een bepaald product per hoofd van de bevolking en de bevolkingsdichtheid (het aantal inwoners per km2). Het onderzoek heeft de volgende gegevens opgeleverd: Gemeente 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Omzet per hoofd van de bevolking in euro’s 4,3 4,7 5,7 0,4 1,1 3,3 3,3 3,4 6,2 4,7 1,1 1,8
Bevolkingsdichtheid x 1.000 6,8 5,8 8,3 0,7 2,2 3.6 4,4 5,7 8,8 6,6 1,3 3,2
Welke conclusie kun je trekken uit de samenhang tussen de omzet van het product per hoofd van de bevolking en de bevolkingsdichtheid? Verklaar je antwoord.
34
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Opgave 35 Bereken op basis van de gegevens: Week 42 maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag
Klanten 70 89 129 85 187 166
Omzet € 10.500 € 15.130 € 16.770 € 12.325 € 28.985 € 29.050
de gemiddelde dagomzet
de gemiddelde besteding per klant op woensdag
de gemiddelde besteding per klant per dag.
Noteer ook steeds je berekening
35
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Opgave 36 De eigenaar van een kledingzaak wil berekenen hoeveel geld de gemiddelde consument besteedt in zijn winkel. De eigenaar kent de gemiddelde bestedingscijfers van de verschillende afdelingen:
damesafdeling: € 750 herenafdeling: € 450 kinderafdeling: € 250
Jaarlijks bezoeken 12.000 klanten de winkel. Deze klanten zijn als volgt verdeeld over de afdelingen:
damesafdeling: 7.000 herenafdeling: 3.000 kinderafdeling: 2.000 Bereken de gemiddelde besteding per klant over de gehele winkel
Opgave 37 Boekhandel Nieuwenhuis heeft een vestiging in Almere. De accountant van boekhandel Nieuwenhuis heeft per productgroep de brutowinst bepaald. Deze staat in de volgende tabel. Boeken volwassenen Boeken kinderen Tijdschriften Kantoorartikelen Speelgoed Diversen Totaal
Omzet in mln euro 0,68 0,45 0,81 0,74 0,55 0,31 3,54
Winst in procenten 37% 73% 44% 55% 38% 49%
Winstgegevens boekhandel Nieuwenhuis - Almere, eerste halfjaar
Bereken het gemiddelde winstpercentage over het eerste halfjaar.
36
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Indexcijfers Opgave 38 Bij een index wordt altijd een basisjaar aangegeven. In dat jaar wordt de index op 100 gesteld. Consumentenprijzen; prijsindex 2006 = 100 Onderwerpen
Perioden 2006 2007 2008 2009 januari 2009 februari 2009 maart 2009 april 2009 mei 2009 juni 2009 juli 2009 augustus 2009 september* © Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen 12-10-2011
CPI
Jaarmutatie CPI = de procentuele verandering met het voorgaande jaar
100,00 101,61 104,14 104,08 104,81 105,86 106,10 106,24 105,87 104,74 105,03 105,59
1,2 1,6 2,5 1,9 2,0 2,0 1,8 1,6 1,4 0,2 0,3 0,4
Wat is het basisjaar in de tabel?
Wat is het indexcijfer van 2007?
Bereken de prijs in 2008 als het ‘boodschappenmandje’ in 2007 € 80 kostte.
Bereken het indexcijfer van 2005.
37
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Opgave 39 Prijsindex Index Prijs € hoeveelheidindex Index Aantal Waarde-index Index Waarde €
2006 100 2010 100 2010
2011 103 125 2011 99 3255 2011
2012 104,1 2012 101 2012
Bereken de ontbrekende gegevens. Rond de indexcijfers af op 1 decimaal!
Opgave 40 De omzetcijfers van de heer Pieterse hebben zich als volgt ontwikkeld: Jaar
Omzet
2010
€ 2.400.000
2011
€ 2.352.000
2012
€ 2.544.000
Bereken de indexcijfers als 2010 als basisjaar genomen wordt.
38
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Opgave 41 De omzetcijfers van de heer Jansen hebben zich als volgt ontwikkeld. Van het basisjaar is bekend dat de omzet € 4.120 bedroeg. Welke omzet is er in de andere jaren gerealiseerd? Jaar 2010
Index 100
Omzet ..
2011
98
..
2012
106
..
Berekening
Opgave 42 De omzetcijfers van de heer Pieterse hebben zich als volgt ontwikkeld. Er is bekend dat er in 2012 een omzet werd behaald van € 2.544.000. Jaar
Index
Omzet
2010
100
..
2011
98
..
2012
106
..
Welke omzet is er in 2010 en 2011gerealiseerd?
39
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Met hoeveel procent is de omzet in 2012 ten opzichte van 2011 veranderd?
Noteer ook steeds je berekening
Opgave 43 De waarde-index van de heer Sahin ziet er als volgt uit: Jaar 1910 1915 1920 1925 1930 1935 1940 1945 1950 1955 1960 1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005
Afzetindex 100 233 466 789 512 588 248 223 689 1.269 3.455 4.781 7.890 5.789 5.984 6.750 8.990 9.764 9.843 9.902
Afzetindex
Maak van 1985 het nieuwe basisjaar en pas de indexcijfers na 1985 aan.
40
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Opgave 44 De omzetcijfers van de heer Pieterse hebben zich als volgt ontwikkeld: Jaar 2010 2011 2012
Omzetindex 100 98 106
Met hoeveel procent is de omzet van de heer Pieterse in 2011 ten opzichte van 2010 veranderd?
Verkoopprognoses Opgave 45 Dit zijn de indexcijfers voor 2006 tot en met 2010 voor twee artikelen. Het basisjaar is 2005. Jaar 2006 2007 2008 2009 2010
Indexcijfers artikel X Prijs Hoeveelheid x € 1.000 105 102 112 107 123 108 146 117 105 102
Omzet x € 1.000 107 119 132 170 107
Indexcijfers artikel Y Prijs Hoeveelheid x € 1.000 113 109 126 103 130 114 139 118 113 109
Omzet x € 1.000 124 129 149 164 124
Omzetgegevens voor de artikelen X en Y. Jaar 2005 = 100. Wat zeggen de indexcijfers over artikel X in 2009?
Wat zeggen de indexcijfers over artikel Y in 2010?
41
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager
Kerntaak 1
Rekenwerkboek (Commercieel1)
Opgave 46 Jaar
Artikel X Prijs €
2005 2006 2007 2008 2009
1,10 1,15 1,23 1,35 1,60
Hoeveelheid x 1.000 90 92 96 97 105
Omzet x € 1.000
Artikel Y Prijs € 2,38 2,70 3,00 3,10 3,30
Hoeveelheid x 1.000 380 415 390 435 450
Omzet x € 1.000
Bereken de omzetcijfers van artikel X en artikel Y.
Opgave 47 Bereken de prijs-, hoeveelheid- en waarde-indexcijfers voor artikel Y uit de vorige opgave voor 2006 tot en met 2009. Het basisjaar is 2005.
Opgave 48 Boekhandel Nieuwenhuis heeft een vestiging in Almere. De accountant van boekhandel Nieuwenhuis heeft per productgroep de brutowinst bepaald. Deze staat in de volgende tabel. Boeken volwassenen Boeken kinderen Tijdschriften Kantoorartikelen Speelgoed Diversen Totaal
Omzet in mln euro 0,68 0,45 0,81 0,74 0,55 0,31 3,54
Winst in procenten 37% 73% 44% 55% 38% 49%
Winstgegevens boekhandel Nieuwenhuis - Almere, eerste halfjaar
Bereken het gemiddelde winstpercentage over het eerste halfjaar met behulp van het gewogen gemiddelde.
42