Oprukkend MOS Milieuzorg van kleuter- tot hogeschool
Alles wordt MOS
Zorgvuldig gekweekt
Na het succes van Groene School in het secundair onderwijs – al meer dan 50% van de Vlaamse secundaire scholen ondertekenden een Milieubeleidsverklaring en werken aan milieuzorg – ging vorig schooljaar MOS (Milieuzorg Op School) voor het basisonderwijs van start. Sinds september 2002 groeit er nu niet alleen MOS in de basisschool maar ook in de secundaire en hogescholen. Groene School wordt óók MOS. Het Vlaamse Gewest besloot namelijk om in het kader van het ‘Kerntakendebat’ voor natuur- en milieueducatie de samenwerking met de provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (Brussel) te versterken. MOS is nu een milieuzorgproject van kleutertot hogeschool. Groene School maakt er dus sinds september ‘02 deel van uit. Een ploeg van 20 projectbegeleiders staat nu ook voor jouw school klaar: 16 begeleiders (3 per provincie en 1 voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) en 4 coördinatoren. De begeleiders opereren, nu ook voor het secundair onderwijs, vanuit de provincies. Ze doen dat in nauwe samenwerking met de gemeenten en in overleg met de vier gewestelijke coördinatoren. Een stuurgroep met vertegenwoordigers van de onderwijswereld, de provinciale Natuur- en Milieueducatieve diensten en de Vlaamse Gemeenschapscommissie leidt het project in goede banen. Die samenwerking zorgt ervoor dat elke Vlaamse school, ongeacht het net of de leeftijd van de jongeren, een gelijkwaardig aanbod en een gelijkwaardige begeleiding krijgt. Zo ontstaat geleidelijk een netwerk van milieubewuste scholen met kinderen en jongeren die zelf concrete oplossingen voor plaatselijke milieumateries leren vinden. Wil je weten wie MOS in jouw provincie begeleidt? Je vindt de namen en adressen op de achterflap van deze Mosterd. Je vindt ze ook via www.milieuzorgopschool.be
De MOS-stuurgroep bestaat uit afgevaardigden van het departement Onderwijs, de verschillende onderwijsnetten, de inspectie van het basis- en secundair onderwijs, de provincies, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de Permanente Commissie Milieueducatie in het Onderwijs en enkele vertegenwoordigers van de Cel Natuur- en Milieueducatie. Deze stuurgroep zorgt voor een kwalitatieve sturing van het MOS-project, zowel voor het basisonderwijs als voor het secundair en hoger onderwijs (Groene School). Het uiteindelijke doel is de invoer van een educatief milieuzorgsysteem in alle Vlaamse scholen. De stuurgroep bewaakt de specificiteit van benadering van basis-, secundaire en hogescholen. Het educatief aanbod (inhoudelijk, de presentatie ervan, het erbijhorend educatief materiaal) krijgt telkens de goedkeuring van de MOS-stuurgroep. Hij beslist verder over de te volgen strategie en de eventuele bijsturing van het project.
42
E-MOS Secundaire scholen zijn al langer vertrouwd met de MOS (Groene School)-website. Nieuw is het luik voor het basisonderwijs. In het luik ‘basis’ vind je een deel algemene informatie. ‘MOS-info’ leert je waar MOS voor staat, hoe je een MOS-school wordt en waarom je met je school in het MOS-project stapt. ‘Thema’s’ behandelt de MOS-thema’s afvalpreventie, energie, natuur op school, verkeer en water. Je vindt er telkens een korte inleiding, achtergrondinformatie, concrete actie-ideetjes, je leert er leermiddelen kennen en je vindt er de MOS-schakels die je kan bezoeken. Bij de rubriek ‘Wie’ kom je te weten op wie je voor ondersteuning kan terugvallen als je met Milieuzorg Op School start. Deze rubriek vertelt je ook hoeveel scholen er precies aan MOS deelnemen. Praktijkvoorbeelden kunnen je overtuigen om ook met jouw school met MOS- acties te starten. MOS werkt samen met gemeenten en andere organisaties. Hun verhalen vind je hier ook terug. Ben je benieuwd welke activiteiten MOS nog in de schuif heeft? Grasduin dan geregeld door de ‘MOSagenda’. Verdere mosterd voor je schoolproject vind je via de ‘Links’. ‘Prikbord’ is en wordt hoe langer hoe meer het interactieve luik van de MOS-webstek: een forum, de antwoorden op veelgestelde vragen en een galerij met foto’s van scholen en hun MOS-activiteiten. Gericht ‘Zoeken’ op trefwoord kan je binnenkort ook. Contact met de MOS-coördinatie neem je via ‘Contacteer’. www.milieuzorgopschool.be
43
De Keure van Kortrijk
Kortrijk trekt hiervoor zo’n 30.000 euro uit. Dat is de inspanning die de stad voor MOS doet. Scholen die aan MOS deelnemen krijgen voor hun engagement voor het MOS-charter extrapunten. Milieuzorg op school mag geen éénmansproject zijn. De sleutel tot succes is de participatie van alle actoren die bij een school betrokken zijn. Aan elke actiedoelstelling wordt een score of gewicht toegekend (10 tot 40). De school kan het charter tekenen als minstens 100 punten behaald worden op 240. Twee acties worden opgelegd: zelf-audit en de reductie van restafval.
(2002) In Kortrijk sluiten 24 basisscholen, meer dan 6.000 leerlingen, een milieucharter af met de stad. Als een school een bijzondere inspanning voor een beter leefmilieu doet, zet de stad er iets tegenover: begeleiding en logistieke ondersteuning. De scholen stellen zelf een pakket met acties samen dat het beste aan hun behoeften beantwoordt. Slechts twee acties zijn gemeenschappelijk: elke school engageert zich ertoe minder afval te produceren. elke school voert een zelf-audit uit over milieu (de bevraging uit de MOS-handleiding). Voor hun inspanningen krijgen leerlingen en school een beloning. Het charter is opgebouwd rond vier thema’s: afval, netheid, groen en milieu-audit. Wat doet de stad? Ze stelt gratis mini-containerparken ter beschikking. Hierin verzamelt de school papier en karton, GFT, glas, PMD, hout en restafval apart. De stad koopt 6.000 brooddozen voor scholen die het gebruik van de brooddoos in het schoolreglement opnemen. De stad ondersteunt scholen die permanent composteren. Die krijgen een of meer gratis compostvaten of wormenbakken. Elke school krijgt een compostmeester toegewezen. Met het milieucharter verbindt de stad zich ertoe scholen die zwerfvuil opruimen te helpen. Een aantal medewerkers van de stad begeleiden de acties en stellen hiervoor materiaal ter beschikking. De school die zich geregeld voor een propere buurt inzet, krijgt van de stad regenjasjes en baseballpetjes. De stad koopt drinkwaterfonteintjes aan voor scholen die drankautomaten met blik weren. Scholen die hun omgeving willen vergroenen krijgen van de stad streekeigen struiken en planten. De scholen zorgen voor het onderhoud ervan.
Enkele van de voorgestelde acties: Afval: resultaatverbintenis minder afval, composteren op school/wormenbakken, houden van kippen, de brooddoos, waterfonteintjes, een mini-containerpark op school, educatieve acties over afval, milieuvriendelijke producten. Netheid: zwerfvuilacties, kunst met afval. Groen: aanplantingen op het schoolterrein, groene speelplaats, ecologisch tuintje, ecologisch onderhoud groen. Milieu-audit: zelf-audit, energie- en wateraudit, milieuvergunningen-audit. Basisscholen die aan het project MOS-Groene School deelnemen krijgen automatisch 40 punten voor het Kortrijkse milieucharter. De stad sloot ook met 48 basis- en secundaire scholen (26.000 leerlingen), hun oudercomités en de politie de overeenkomst ‘Veilig en milieuvriendelijk naar school voor een duurzaam veilige schoolomgeving’ af. Elk van de partners engageert zich ertoe een aantal maatregelen te nemen en activiteiten te organiseren die de verkeersveiligheid op de schoolroutes verhogen, de verkeersleefbaarheid in de schoolomgevingen verbeteren en het aantal milieuvriendelijke verplaatsingen aanmoedigen. Stadsbestuur Kortrijk, Lode Valcke, tel. 056 23 95 06,
[email protected]
44
Oplossingen van milieuproblemen Ze bestaan in allerlei soorten. - Fysiek: zoals afvalscheiding en verkeersdrempels. - Juridisch: verboden en geboden met betrekking tot gedrag. - Financieel: heffingen en subsidies, groene financieringen en investeringen. - Communicatie: informatie, training en participatie in de besluitvorming. - Technisch: ontwikkeling en gebruik van duurzame materialen, van energie- en materiaalefficiënte technieken, van communicatiemiddelen voor telewerken, van automatische melders van water en elektriciteitsverbruik, van snelheidscontrole ...
MOS (Milieuzorg Op School) is een milieuzorgproject van kleuter- tot hogeschool. Groene School maakt er sinds september 2002 deel van uit.
45
MOS in de basisschool
Mosbasis -
Van brik en koek naar schoolparlement
Het MOS-systeem Bryum argenteum (zilvermos) vind je tussen tegels en straatstenen, op muren, rotsen en puinhopen. Als je niet uitkijkt ook tussen je tenen. Zoals je merkt een taai plantje. Op de meest onherbergzame plaatsen gedijt het. Dat geldt dus ook voor Milieuzorg Op School (MOS). In de Vlaamse basisscholen groeit het besef dat iedereen zich voor een schoner milieu moet inzetten. Daarom is het aan de school om met de leerlingen het thema milieu te verkennen en met hen naar oplossingen te zoeken. MOS ontwikkelt daarom een handleiding en vijf educatieve themabundels * (afvalpreventie, verkeer, water, energie, natuur op school). De MOS-webstek, het tijdschrift Mosterd en de praktische ondersteuning van de provinciale MOS-begeleiders maken de MOS-plaat volledig.
Tijdens het oudercontact bouwen we in de inkomhal van de school een tentoonstelling met verloren voorwerpen. We hangen een waslijn met verloren voorwerpen en plaatsen tafels en spots. Leerlingen maken slogans en affiches. Bij het binnenkomen krijgen alle ouders een briefje met uitleg over de bedoeling van de actie en de oproep om de kledij van de kinderen van een naam te voorzien. In een werkgroepje denken we verder na over de netheid van onze speelplaats. Want er ligt ook heel wat afval. De eigenlijke verantwoordelijken, de kinderen, moeten we bij onze plannen betrekken. Enkele ouders bedenken vragen voor een enquête onder de leerlingen en zorgen achteraf voor de verwerking ervan. Uit de antwoorden blijkt dat ook de kinderen zich van het probleem bewust zijn. Richten we een milieuraad op, of een milieupolitie of kiezen we voor ludieke acties? We kiezen voor een en drie. Elke klas stuurt een of twee vertegenwoordigers naar de milieuraad. Tijdens de eerste zitting van de raad sommen de kinderen hun ideeën op. Eén idee willen ze met de milieuraad uitwerken. De andere nemen ze mee naar hun klas. Ze willen op de speelplaats toneeltjes spelen om te tonen wat de leerlingen met hun afval moeten doen. De kinderen verkleden zich als brikje of koekje en lopen op de speelplaats rond. Zo tonen ze waar de verschillende afvalfracties thuishoren. Dat slaat in. De stad Leuven bezorgt ons prikkers en knijptangen om het vuil te verzamelen. Die vallen zo in de smaak dat kinderen vragen of ze de papiertjes mogen oprapen. Ondertussen voeren we glazen flesjes in, kopiëren we op kringlooppapier en raden we de kinderen aan om zoveel mogelijk brooddozen en hervulbare drinkbekers te gebruiken. De milieuraad groeit ondertussen uit tot een schoolparlement, waarin de leerlingen allerlei zaken bespreken die hen bezighouden. Zo zorgt aandacht voor milieu voor een betere participatie van de leerlingen op school. We verwachten erg veel van het schoolparlement waarin elke klas een stem heeft en het initiatief van de leerlingen komt. Meester Patrick Van Welde, Vrije Basisschool Paridaens Leuven
* De MOS-themabundel Afvalpreventie is al uit (zie p. 52). De 4 andere zijn in voorbereiding.
46
“Onze ouders liggen hier niet wakker van.” “Welke ervaringen hadden jullie met MOS?” De MOS-begeleiding van de provincie Antwerpen stuurde eind augustus een vragenlijst naar de MOSscholen van het basisonderwijs. Hier volgen enkele reacties: • “Goede informatie en ondersteuning. Een prachtig project waarin wij graag willen participeren.” (Veerle Pauwels, logopediste, BBOGO De Balderschool Berlaar)
• “De vormingsmomenten waren voor ons boeiende en
Hoor hoe MOS groeit
informatieve uiteenzettingen met praktijkvoorbeelden en ervaringen van leerkrachten en milieuwerkgroepen. Ook interessante excursietips.”
Als MOS-contactpersoon in onze school bezorgde ik vorig schooljaar de ouders een korte toelichting bij MOS. Ik kondig hierin aan dat ook onze school een MOS-team wil installeren. De brief roept geïnteresseerde ouders op om met de provinciale MOS-begeleiders aan een eerste infoavond over MOS deel te nemen. Die infoavond is niet onmiddellijk een succes. Buiten de leerkrachten die zich voor het MOS-team opgeven komt er bijna niemand op af. Achteraf blijkt dat vijf ouders voor een eerste bijeenkomst niet eens zo slecht is. Met de weinige ouders spreken we af om tijdens het schoolfeest een enquête te verspreiden. Een ouder stelt die enquête op.Tijdens het schoolfeest verdelen leerlingen in groene T-shirt en met herkenbare pet de enquêtes. Ze leggen de ouders ook uit waarvoor MOS staat. Een vijftigtal ingevulde enquêtes komen terug. Zeker 80 procent van die ouders vindt dat milieueducatie in ons lessenpakket thuishoort. De meesten zijn er voorstander van om belangrijke milieumaatregelen in het schoolreglement op te nemen. Ze vinden dat er voor afvalpreventie op school nog veel kan en moet gebeuren. Heel wat ouders willen bij de uitvoering van bepaalde initiatieven helpen. In het begin van dit schooljaar komt ons pedagogisch team samen om het educatieve luik van afvalpreventie uit te werken. Alle klassen ondertekenen ondertussen de MOS-Milieubeleidsverklaring voor kinderen. De volgende vergadering komt ons nieuwe MOS-team voor het eerst samen: vijf leerkrachten en vijf ouders.
(Christel Vercammen, leerkracht, Vrije Basisschool Berlaar)
• “Goede informatie, mensen die ervaring hebben en hun verhaal komen vertellen, open gesprekken.” (Marie-Josée Heymans, leerkracht, GBS Voorheide Arendonk)
• “De ondersteuning van de provincie geeft ons een enorme steun.” (Heidy Lievens, leerkracht OLVE-Familia Edegem)
• “Enthousiaste MOS-begeleidster, nuttige tips, degelijk veldmateriaal van het PIME en goed documentatiecentrum. Doe zo voort.” (Mieke Noë, leerkracht, Parkschool Te Boelaer Borgerhout)
• “Goede begeleiding en uitleg bij eventuele vragen of problemen.” (Lieve Verlinden, directie, Gemeentelijke Lagere School Ranst)
• “De afvalberg op school verminderde. We hebben minder kosten voor de aankoop van vuilniszakken, de bewustwording evolueert positief en er ontstaat meer samenwerking tussen leerkrachten, leerlingen en ouders.” (Annik Schaeten, GVB De Wijngaard Laakdal)
Een tweede vraag uit de lijst: “Op welke problemen botsten jullie bij de invoering of uitwerking van MOS?” • “Onze school behoort tot het buitengewoon onderwijs. Onze kinderen komen uit een grote regio. Dat maakt het moeilijker om de ouders actief bij MOS te betrekken of aan de MOS-werkgroep deel te nemen.” (Bart Willemen, leerkracht BBOG Groenlaar, Reet) • “Hoe kunnen we onze collega’s motiveren om ook aan MOS mee te werken?” (een veel voorkomende bekommernis van MOS-leerkrachten)
Inga Coucke, leerkracht ’t Groen Schooltje Hove
47
MOS in de basisschool
Mosbasis -
• “Onze ouders (kansarm milieu) liggen hier niet wak-
(Chris Verhuyck, leerkracht, BSGO De Puzzel Mechelen)
• “De vrees bij leerkrachten voor de extra planlast bij
ker van.” • “Wij willen wel MOS-schakels bezoeken, maar meestal kost de busuitstap te veel. Bestaat er hiervoor sponsoring?” *
het starten van een MOS-werkgroep en de activiteiten die eruit voortvloeien.” (een overigens enthousiaste directie)
* Voor antwoord zie p. 53.
Waag je aan het MOS-avontuur Met je school op MOS-reis De directie van je school ondertekent de Milieubeleidsverklaring: het signaal om aan het MOS-avontuur te beginnen. Hoe vlugger je kan vertrekken, hoe beter. Daarom bezorg je de ondertekende Milieubeleidsverklaring aan je provinciale of Brusselse MOS-begeleiding. Zij bezorgt je de MOS-handleiding. Plaatsen in de MOS-bus Je gaat nooit alleen op MOS-reis. Leerlingen, leerkrachten, ouders, ondersteunend personeel springen samen op de MOS-bus. Ze vormen een milieuwerkgroep die de school milieuvriendelijker en milieubewuster wil maken. Waar naartoe? Het MOS-reisbureau plaatst vijf thema’s in de aanbieding: afvalpreventie, verkeer, natuur op school, energie en water. Om je bestemming te bepalen is er een vragenlijst waarmee je de milieusituatie op je school in kaart brengt. Wie beslist? Je bepaalt met je reisgenoten van de milieuwerkgroep aan de hand van de resultaten van de vragenlijst het thema van de reis. Wat doen we onderweg? Kies een goede reisgids. Voor ieder thema stelt MOS een bundel samen. Daarin vind je ideeën voor actie onderweg. Om de schoolreis aantrekkelijk te maken, vind je verwijzingen naar educatief lesmateriaal en een overzicht van MOS-schakels (buitenschoolse activiteiten die bij MOS aansluiten). De MOS-themabundel* vraag je aan bij je provinciale of Brusselse MOS-begeleider. Welke excursiemogelijkheden? De milieuwerkgroep stelt voor de MOSreis een actieplan op. Wat doen we onderweg? Hoe bereiden we de reis in de klas voor? Welke schakels bezoeken we? Hoe beviel de trip? Onderweg en op het einde van de rit blik je even terug. Dat kan met het zelfevaluatieformulier van je MOS-reisbureau. Souvenir voor thuis? Je school gaf tijdens de reis gestalte aan haar eigen MOS-project. Je werkte op een creatief-educatieve manier aan milieuzorg. Je school maakt dan kans op een mooie reisherinnering: het MOS-deelnamelogo. Je provinciale MOS-reisbegeleiding vertelt je hier meer over.
* De MOS-themabundel Afvalpreventie ligt klaar. Water en Verkeer (sept. ‘03), Natuur op school en Energie (sept. ‘04)
48
De win-win van MOS
Gedeelde zorg
Gedaan met de versnippering van inspanningen en middelen. MOS wil bestaande Natuur- en Milieueducatieve projecten op elkaar afstemmen. Een concreet voorbeeld hiervan is de samensmelting van de Milieu-Teamwerking in Gent en Destelbergen met MOS. In 1997 startte het project Milieu-Teams op School in Gent en Destelbergen. De dienst Leefmilieu en Natuurontwikkeling van Gent, de milieudienst van Destelbergen en de afvalintercommunale Ivago begeleidden de scholen die in het project stapten. Voor die scholen lag er een didactische map als hulpmiddel klaar. De Milieu-Teamwerking had hetzelfde doel als MOS: scholen ondersteunen die een milieuzorgsysteem willen organiseren. De twee projecten werden vanaf dit schooljaar tot één project gebundeld. Deze fusie is voor iedereen een win-win situatie. De basisscholen in Gent en Destelbergen kunnen voor de ondersteuning van hun milieuproject nog altijd een beroep doen op de milieudiensten, specifiek voor afvalpreventie ook op de intercommunale Ivago. En uiteraard kunnen ze ook rekenen op het provinciale MOS-team. Gent, Destelbergen en Ivago rekenen op hun beurt op de hulp van de provincie. Alle partners werken voortaan met de MOS-handleiding en de MOSthemabundels. Op die manier profiteert MOS op zijn beurt van de ervaring van de Milieu-Teamwerking, want heel wat scholen waren door de jarenlange milieuwerking al vaste klant van de milieudiensten en Ivago. Binnenkort lees je op alle MOS-producten in Gent en Destelbergen het volgende zinnetje: ‘Dit dynamisch natuurproduct is een gezamenlijk initiatief van MOS, de Dienst Leef- milieu en Natuurontwikkeling Gent, de Milieudienst Destelbergen, de intercommunale Ivago, het Provinciebestuur Oost-Vlaanderen’.
De zes basisscholen van Borgloon en het stadsbestuur ondertekenden samen de MOS-milieubeleidsverklaring. Daarmee engageren ze zich om zich ten volle voor Milieuzorg Op School in te zetten.Vanuit de leefwereld van de kinderen proberen stadsbestuur en scholen duurzame milieuzorg in de verschillende leergebieden te integreren. Dit schooljaar wordt afvalpreventie de eerste kluif. Zowel scholen als stadsbestuur stelden ondertussen een inventaris op van het in de scholen aanwezige materiaal en de al bereikte resultaten.Tijdens vaste overlegmomenten wisselen ze materiaal en ervaringen uit en bespreken ze ideeën om in de schoolprojecten op te nemen. De scholen werken volop aan een actieplan. Daarin nemen ze op wanneer en hoe ze tijdens dit schooljaar in de verschillende klassen aan afvalpreventie werken. Het stadsbestuur onderzoekt ondertussen de verschillende mogelijkheden om de afvalberg in de scholen op termijn te verminderen.
49
MOS in de basisschool
Mosbasis -
Scholen als breekijzer
een informatiebord aan de scholen.
• Kippenproject: om het keukenafval in de vuilnis-
Het gemeentebestuur van Putte vindt het belangrijk om goed met haar zes basisscholen samen te werken. Het wil de kinderen een aantal waarden meegeven om op termijn een mentaliteitswijziging op het vlak van milieuzorg teweeg te brengen en het respect voor de natuur te versterken. Ook de ouders worden zo veel mogelijk bij de schoolprojecten betrokken. De scholen zijn voor de gemeente een belangrijke partner om de gemeentelijke milieuprojecten te promoten. Zo hoopt de gemeente om ook de ouders en de gezinnen te bereiken. Hoe pakt de gemeente dat aan?
zakken te verminderen werkt het gemeentebestuur een kippenproject voor de bevolking uit. Een aantal scholen houdt sindsdien kippen. • Tentoonstelling ‘ecologische voetafdruk en duurzame ontwikkeling’: Milieudienst en Natuurouders brengen deze tentoonstelling van de provincie over energie, water, afval en de Noord-Zuid-verhouding op het niveau van de leerlingen en vullen ze aan met praktische opdrachten. • Natuur in de schoolomgeving: om de twee jaar organiseert het bestuur met de scholen een boomplantdag in de schoolbuurten. De gemeentelijke Milieudienst werkt mee aan de inrichting van natuurreservaatjes in de scholen. Aandachtspunten De gemeente past de milieureflexen die de kinderen op school leren ook op andere gemeentelijke activiteiten toe: glazen flesjes met statiegeld tijdens de scholenveldloop en Roefel; herbruikbare bekers en literflessen voor de kinderopvang; sensibilisering voor de brooddoos tijdens de speelpleinwerking; zwerfvuilactie en papierophalingen met de jeugdbewegingen. Zo gaan de inspanningen van de scholen niet verloren.
Jaarlijks overleg Einde augustus organiseert de gemeente een jaarlijks overleg met de scholen. Daarop worden de acties van het voorbije schooljaar besproken en die voor het volgende schooljaar voorgesteld. Het bestuur legt de nadruk op afvalpreventie. Het stapt zo veel mogelijk af van de oorspronkelijk populaire selectieve inzameling op school. Samenwerking met intercommunale en provincie De intercommunale Igemo en het provinciebestuur ontwikkelen een aantal projecten voor de scholen: toneelvoorstellingen, het feest ‘Vijf jaar afvalvoorkoming’ … Het gemeentebestuur speelt op dit aanbod in en geeft de scholen faciliteiten om zeker ook aan dit aanbod deel te nemen (politiebegeleiding, financiering …). Compostmeesters en Natuurouders De gemeentelijke milieudienst en de intercommunale Igemo leiden compostmeesters op. De scholen kunnen op hen een beroep doen voor de begeleiding van het composteren op school. De kinderen composteren in alle Putse scholen en krijgen hiervoor een opleiding in klasverband. De gemeente zorg voor het materiaal. Het PIME en de Provincie verzorgen de opleiding van twaalf Natuurouders die een handje toesteken bij de natuur- milieuprojecten van de scholen. Milieuraad De Milieuraad neemt met het gemeentebestuur initiatieven voor scholen: de jaarlijkse milieuprijs, een fotowedstrijd. Projecten • ‘Al-arm’: de actie voor brik- en blikvrije scholen. Het gemeentebestuur geeft aan alle leerlingen een brooddoos en begeleidt de campagne met een folder voor de ouders en de plaatsing van
Milieudienst Putte, tel. 015 76 78 98, fax 015 76 78 99,
[email protected]
50
Security komt tussen Bij het begin van de projectweek begraven de kinderen verschillende afvalfracties. Na twee weken graven ze het afval opnieuw op. Ze stellen vast dat dat afval niet zomaar verdwijnt. De school haalt daarna de workshop ‘Rommeldom’ uit de Themabundel Afvalpreventie (MOS-schakels) naar de school. Ondertussen bekrachtigen directie en MOS-werkgroep de beslissing van het afvalparlement om brik en blik uit de school te weren. Een mooi staaltje van leerlingenparticipatie. De gemeenteschool van Destelbergen werkt al een aantal jaren aan milieuzorg. Dit jaar kiest ze voor afvalpreventie.Twee projectweken in september brengen het thema in de belangstelling. Leerlingen en leerkrachten installeren sorteerhoeken op de speelplaats en in de klassen. Het containerpark in de school wordt met onder andere een compostvat uitgebreid. “We plaatsen onze tafels in halfrond. Bram wordt tot voorzitter gekozen. We krijgen allen een rol:
vice-voorzitter, veiligheidsagent, penningmeester, secretaris, sociale partij, economist, groene partij, vertaler enz. In het eerste deel voor de speeltijd blijven we rond de pot draaien. We spelen onze rol zo goed dat de ‘security’ moet tussenkomen. Ook tijdens de speeltijd lopen de discussies hoog op. Eén van ons wil zelfs achteraf niks meer zeggen en zijn partijgenoot mag dat ook niet meer. Het tweede deel verloopt vlotter en beter. Als iedereen zijn zegje heeft gedaan mogen we stemmen: pro of contra blik en brik. Iedereen, behalve één, is tegen. Tot nu toe werkt het voorstel, want we zien veel drinkbussen. Blik en brik zijn hopelijk voor lange tijd uitgeroeid. We ondertekenen na afloop allen een manifest: “Wij brengen geen blik of brik meer naar school.” Dat hangt aan onze klasdeuren.” Cynthia en Zeff, 6de klassers Gemeentelijke Basisschool Destelbergen
51
Mosbasis -
MOS in de basisschool
MOS-b Afvalpreventie in Zeven Sprongen
undel
1
Ondertekende je school al een Milieubeleidsverklaring en popelt de MOS-werkgroep om het thema Afvalpreventie aan te pakken? Vraag dan de gratis themabundel Afvalpreventie aan bij je provinciale MOS-begeleiding. Hij bestaat uit vier luiken. Thema aanbrengen Het eerste luik helpt je het thema Afvalpreventie in de klas aan te kaarten. Een informatieve tekst legt je haarfijn uit waarom afvalpreventie belangrijk is. Je vindt er ook een inleidend verhaal voor kinderen. ‘Een engel in een soepjurk’ vertelt hen dat afvalpreventie in tal van kleine dagelijkse dingen schuilt. Het verhaal slaat de brug tussen respect en waardering voor anderen én zorgzaam omgaan met afval. Een persoonlijk verhaal met voor kinderen herkenbare personages. Aansluitend bij dat verhaal vind je in de bundel prenten en oriënterende activiteiten.
Bij elke sprong staan een korte duiding en een aantal acties die je school kan uitwerken. In de klas Het derde luik van de bundel geeft een overzicht van geselecteerde leermiddelen voor de klas. De MOS-coördinatie zorgt voor een jaarlijkse aanvulling van deze leermiddelen of educatieve pakketten. Buitenschools Een overzicht van provinciale en Brusselse schakels vind je in luik vier. Schakels zijn externe activiteiten of leeruitstappen die in het project Milieuzorg Op School passen. Hiermee zien de leerlingen hoe ‘anderen’ milieuzorg beleven. De schakels afvalpreventie leveren een gevarieerd aanbod waarvan er vast en zeker een bij jouw lesprogramma aansluit.
Afvalacties kiezen In luik twee vind je een overzicht van duurzame MOS-acties voor de school. Die helpen je de afvalberg in je school aan te pakken. Met de school kan je Zeven Sprongen maken in de richting van een afvalvrije school
Informatie De themabundel sluit af met een aantal adressen waar je nog meer over afvalpreventie opsteekt. Kader Bij het inleidend verhaal vind je een aantal oriënterende activiteiten: rollenspel, enquête, interview … ingedeeld in drie stappen volgens het didactische principe: activeren, verwerven, verwerken en toepassen. De leermiddelen werden aan de ontwikkelingsdoelen en eindtermen gekoppeld.
1 ‘Maak eens een kopietje minder’ 2. ‘Weg die verpakkingsrommel’ 3. ‘Duurzaam wordt de rage’ 4. ‘Poets je proper?’ 5. ‘Ik hoef niet op te ruimen na mijn feest’ 6. ‘Van klokhuis tot compost’ 7. ‘Alles de juiste bak in’.
52
natuureducatief centrum
De Vroente
‘Natuur- en milieueducatie in de lagere school. Mag het ook buiten?’ Het Natuureducatief Centrum De Vroente en het Centrum Permanente Vorming van de Karel de Grote Hogeschool organiseren praktische NME-workshops voor de kleuter- én voor de lagere school.
Kleuter: woensdagen 12 maart en 19 maart. Lager: woensdagen 26 maart en 2 april. Telkens van 14 tot 17u. De Vroente, Putsesteenweg 129, 2920 Kalmthout, tel. 03 620 18 30.
Vlaanderen. Je ondersteunt verkeersveiligheid en stimuleert kinderen om zich nu en in de toekomst milieuvriendelijk te verplaatsen. Om je hierbij extra aan te moedigen, maakte MOS een exclusieve afspraak met de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn. Die zorgt ervoor dat klassen uit de basisschool voor hun MOS-bezoeken gratis op de bussen en trams van De Lijn kunnen springen. Binnenkort krijgen alle basisscholen die een MOSMilieubeleidsverklaring ondertekenden een exemplaar van de ‘Leidraad voor schakelbezoek met De Lijn’ toegestuurd. Daarin staan alle voorwaarden om aan een gratis bus te komen en de stappen die je ervoor moet ondernemen. Als je school van dit aanbod gebruik wil maken, krijgt ze een voldoende aantal MOS-poppelepees bezorgd: een badge die leerlingen en begeleiders tijdens hun uitstap dragen en die als vervoerbewijs dienst doet. Zonder MOS-poppelepee kom je de bus niet op. Van bij de start kon MOS rekenen op een brede steun binnen de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn. Die samenwerking maakt een educatief project alleen maar sterker: het milieuvriendelijk signaal is krachtig, de voordelen voor de scholen zijn groot. Voor informatie neem je contact op met het provinciale MOS-team.
Ook de bus schakelt Met een bezoek aan een MOS-schakel plaats je milieuzorg in de belangstelling en lanceer je een milieuproject in de school. Je trekt er zo veel mogelijk met het openbaar vervoer naar toe. Zo draagt je school alvast haar steentje bij tot een duurzame mobiliteit in
53
MOS-Groene School in het secundair
Mosmiddel -
Onrust op het toilet
De leerlingen waren geweldig
Hoe maak je iedereen van zijn ecologische voetafdruk bewust? Tijdens de eerste vergaderingen van de prille milieuwerkgroep willen de leerlingen weten hoeveel de school uitgeeft aan afval, elektriciteit, verwarming, water enz. De voorzitster van de leerlingenraad komt op het idee om 'Wist-je-datjes' her en der in de schoolgebouwen op te hangen. De milieuwerkgroep ontwerpt de affiches en hangt ze op zichtbare plaatsen uit (gangen, lerarenkamer, drukkerij, toiletten, bij de frisdrankautomaten). De affiches drukken iedereen met de neus op de feiten en tonen de noodzaak om met het project MOSGroene School door te gaan. Iedereen in de school spreekt erover, ook in de lerarenkamer. Een selectie: Wist je dat?
“Het behalen van het derde luik van het Groene Schoollogo is geen streefdoel op zich. Het is wel een bekroning van een jaar inzet, creativiteit en samenwerking tussen leerlingen, leerkrachten, directie, hulpopvoedend personeel, ouders, politie en gemeentebestuur. Ik wil de leerlingen bedanken voor hun tomeloze inzet. Ik bewonder hun zelfstandig optreden, het feit dat ze hun verantwoordelijkheid nemen en de vriendschappelijke manier waarop ze met elkaar en met iedereen in de school omspringen. De directie en ouders bedank ik voor hun medewerking maar tevens voor de unieke ervaringen die ik met het project mocht opdoen. Het Groene Schoolproject is een unieke vorm van leren, waarbij leerlingen zichzelf zaken eigen maken zonder ‘dat we moeten leren’. Het is belangrijk dat die samenwerking op vrijwillige basis gebeurt. Mensen die samen het leefmilieu van de school bevragen, het verbeteren waar het kan zonder dat er iets tegenover staat. De voldoening om niet bij de pakken te blijven zitten en iets aan de leefsituatie duurzaam te veranderen, dat is de intrinsieke motivatie. Hierbij is dialoog tussen alle deelnemers van het onderwijsgebeuren een noodzakelijke voorwaarde.”
onze school jaarlijks 8 203 euro (328 118 BEF) uitgeeft voor de ophaling van het schoolafval?
elke Vlaamse scholier jaarlijks 100 kg afval produceert?
een blikje 20 jaar nodig heeft om 'op te lossen'? onze school een jaarlijkse elektriciteitsrekening van 33.600 euro (1 344 000 BEF) betaalt?
onze school elk jaar 72 550 euro (2 902.000 BEF)
betaalt om de schoolgebouwen te verwarmen? onze school jaarlijks 2 595 euro (103 776 BEF) voor toiletpapier uitgeeft? onze school elk jaar voor 5 562 euro (222 469 BEF) schoonmaakproducten koopt? onze school jaarlijks 2 296 euro (91 832 BEF) betaalt om de speelplaats proper te houden? onze school vorig jaar 50 056 euro (2 002 242 BEF) uitgaf aan het onderhoud van de schoolgebouwen? 30,7% van de leerlingen in onze school een brooddoos gebruikt? onze school per jaar 2 700 000 kopiën maakt, waarvan slechts 535 000 recto-verso.
Jean-Marie Daniëls, leerkracht Sint-Donatus Merchtem
‘Als we alleen nog maar recto-verso kopiëren, aan 0,0123 euro (0,5BEF)/stuk, betekent dat al een verschil van 13 417,24 euro (541 250 BEF). Met zo'n bedrag kunnen we toch heel wat andere leuke dingen doen’. Meten is weten Sint-Jozefscollege Aalst, 1ste luik logo Groene School
54
Groene School heeft honderd! Op 4 november namen 100 scholen (98 secundaire en 2 hogescholen) in de Stadsschouwburg van Sint-Niklaas het
eerste, tweede of derde luik van het Groene Schoollogo
• Tegen het systeem
in ontvangst. Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, Vera Dua, overhandigde het derde luik van het Groene School-logo mét diploma aan de 16 scholen die voor milieuzorg ‘afstudeerden’.
De werkgroep Milieu en Gezondheid ontstaat uit de vakoverschrijdende eindtermen. De milieu-audit van de school toont duidelijk aan dat ze haar afvalberg moet aanpakken. De werkgroep organiseert een milieu- en gezondheidstweedaagse. De eerste dag met gezonde, actieve en leerrijke uitstappen: een milieurally door Antwerpen, bezoek aan verschillende afvalverwerkingsbedrijven, een eco-fietstocht. De tweede dag blijven de activiteiten rond afvalpreventie en -recyclage binnen de schoolmuren. De leerlingen krijgen een gezonde maaltijd en een gezond tussendoortje. Ze recycleren papier, maken kunst met afval, krijgen een milieules, verbeteren het vuilnisbakkensysteem, leren sorteren, ontwerpen affiches, bedenken slogans, beschilderen brooddozen en doen aan wateronderzoek.
• Bij ministerieel besluit De leerlingen van het 4de, 5de en 6de jaar werken aan heel wat projecten. Die dynamiek doet de leerlingenraad van de school draaien. Maar specialisatie dringt zich op. Binnen de leerlingenraad ontstaan er werkgroepen of departementen. Zo heb je het departement milieu (Groene School), pastoraal, Broederlijk Delen, relatievorming, taaluitwisseling, oud-leerlingen, bibliotheek en cultuur.Twee ministers, leerlingen van het 6de jaar, leiden elk departement.Vrijwilligers stellen zich kandidaat om minister te worden en het departement te leiden. Als er hiervoor meer dan twee kandidaten zijn, worden er verkiezingen georganiseerd. De ministers vertegenwoordigen de leerlingen op vergaderingen met de personeelsleden van de school en zorgen ervoor dat leerlingen, leerkrachten en directie onderling informatie uitwisselen. Het departement Leefmilieu verzorgt de administratie voor het Groene Schoolproject. De beide ministers plannen en stellen de agenda van de vergaderingen op, maken het verslag en houden het logboek bij, verkopen met de leerlingen van de milieuwerkgroep tijdens de middag biofruitsap in hun winkeltje, koeken en gerecycleerd papier. De ministers willen de leerlingenraad naar het 1ste, 2de en 3de jaar uitbreiden.
Sint-Willebrord Heilige Familie Antwerpen, 1ste luik Groene Schoollogo
• Bezoekers verdwaald De milieuraad ‘Merlijn’ bestaat uit een 25-tal leerlingen van het 3de , 4de , 5de en 6de jaar. Om blik en brik te vermijden zorgen die onder andere voor de drankverkoop. Ze kijken toe bij het sorteren van het afval in de refters, verkopen recyclagepapier en halen oud papier op in de klassen. Ze verzorgen de kippen die het keukenafval eten en onderhouden het reservaatje met schapenstal, vijver, wilgen en houtwal. De leerlingen leggen de binnentuin van de school opnieuw aan.Tijdens het schoolfeest leidt een educatief wandelpad de bezoekers door het mooie, groene domein van de school. Merlijn organiseert een wedstrijd voor het origineelste en ‘vogelvriendelijkste’ nestkastje, omdat die aan vervanging toe zijn. De brooddoos krijgt meer aandacht en de jongeren van Merlijn zetten de leerlingen aan om geen aluminiumpapier meer te gebruiken.
Sint-Pietersinstituut Gent, 1ste Groene Schoollogo Annemie Debouck, graadcoördinator, tel. 09 222 14 52,
Sint-Jozefcollege Turnhout, 2de luik Groene Schoollogo
[email protected]
55
Mosmiddel
Logo 1 (52): Antwerpen (11): Sint-Lutgardis Antwerpen; Sint-Ursula Bovenbouw Antwerpen; Sint-Willebrord-H. Familie Bovenbouw Antwerpen; Sint-Willebrord-H.Familie Middenschool Antwerpen; Stedelijke BuSo Burchtse Weel Antwerpen; Stedelijk Instituut Secundair Onderwijs III Antwerpen; Stedelijk Polytechnisch Instituut Antwerpen; MSGO De Wamp Arendonk; Instituut Spijker Hoogstraten; SSBOG Zonnebos Schilde; Vita et Pax Schoten. Limburg (7): Middenschool De Graaf Dilsen-Stokkem; SSBOG de Richter Genk; BuSo Sint-Ferdinand Lummen; College Heilig Kruis-Sint Ursula 3 Maaseik; College Heilig Kruis-Sint Urusula 1 Maaseik; College Heilig Kruis-Sint Ursula 4 Maaseik; Technisch Instituut Heilig Hart Maasmechelen; Sint-Jan Berchmansinstituut Zonhoven. Oost-Vlaanderen (14): BuSo Levensvreugde Aalst; KA II Aalst; MSGO III Aalst-Berlare; SIBOGO De Horizon Aalst; Sint-Jozefscollege Aalst; KA Deinze; MSGO Evergem; Instituut van Gent; Sint-Pietersinstituut Gent; Sint-Catherinacollege vestiging 1 Geraardsbergen; Sint-Catherinacollege vestiging 2 Geraardsbergen; MSGO De Veerman Hamme; Sint-Matutinacollege Lede; Onze-Lieve-Vrouw Presentatie Lokeren. Vlaams-Brabant (13): KTA II Diest; KHL-Lerarenopleiding Diest; BuSo Ter Bank Heverlee; Sint-Janscollege Hoegaarden; Sint-Michielsinstituut Keerbergen; Sint-Godelieve Instituut Lennik; De Wijnpers Leuven; Sint-Gabriëlsinstituut Liedekerke; BuSo Sint-Franciscus Roosdaal; Montfortcollege Rotselaar; MSGO Tienen; Onze-Lieve-Vrouwcollege Vilvoorde; SintLeonardusinstituut Zoutleeuw. West-Vlaanderen (6): Sint-Godelievecollege Gistel; Margareta Maria Instituut Kortemark; Technisch Instituut Sint-Lucas Menen; BuSo Huis Tordale Torhout; College Onbevlekte Ontvangenis Veurne; Sint-Niklaasinstituut vestiging oost Zwegem. Brussel (1): KTA Jette.
• Kustwachters
• Leerlingen stelen fietsen
De milieuraad vergadert maandelijks met de verantwoordelijken voor milieu. Die brengen de actiepunten aan tijdens het ‘sociaal uurtje’ in de klas. De leerlingen leggen een vijver aan, verfraaien de speelplaats, maken vogelkastjes en vleermuizenbakken en organiseren een boomplantactie. Een gezond ontbijt op school heeft veel succes. Op een kanaalboot maken de leerlingen wateranalyses en trekken ermee op natuuruitstap naar de Westhoek en het Zwin. De school neemt deel aan het internationale project ‘Coastwatch’. Ze inventariseert het strandafval van 5 km kust - van het Zwin tot Cadzand - en ruimt het op. Kippen verwerken op school het organisch afval en omdat composteren minder goed lukt, maken de leerlingen wormenbakken en leren ermee te werken.Voor de promotie van MOS op school produceren ze een diamontage. In de lessen Plastische Opvoeding ontwerpen ze affiches en reclameborden. Minder afval, meer groen en controle van het energieverbruik is het uiteindelijke doel. Hiervoor wordt het schoolreglement aangepast.
De leerlingen fleuren de gangen en lokalen op met kamerplanten. De 4dejaars decoreren de bloempotten. Op de speelplaats vullen ze, naargelang het seizoen, een schaal met bloeiende planten.Via een ICTspel en affiches komt afvalpreventie in de lessen Technologische Opvoeding aan bod.Voor de promotie van haar activiteiten organiseert de milieuwerkgroep voor de 1stejaars een bosspel over de zeven aandachtsvelden van MOS-Groene School en verzorgt hij een radioprogramma op school. Om de ouders bij het milieuproject te betrekken brengt de werkgroep verslag uit in de nieuwsbrief van de school en werken de leerlingen mee aan het Broederlijk Delen-weekend over de ecologische voetafdruk. De milieuwerkgroep is bij de uitwerking van het schoolvervoerplan betrokken. Leerlingen verzamelen fietsen die niet op slot zitten. Zo wijzen ze erop dat je zelf diefstal kan voorkomen. Het Comeniusproject ‘Water for Life’ gaat over waterverontreiniging en -zuivering.Verschillende klassen werken eraan mee en wisselen hierover met deelnemers uit andere landen ideeën uit.
Provinciale Middenschool Hasselt, 2de luik Groene Schoollogo
Immaculata-Instituut De Panne, 2de luik Groene Schoollogo
56
• Vrouwelijke vuilnisbakken
• Leerkrachten met eigen kopje
Alle leerjaren krijgen in het begin van het schooljaar de opdracht een originele milieuactie te bedenken en ze op school uit te werken. Hiervoor mogen ze een beroep doen op de steun van de milieuwerkgroep. In de lessen Nederlands ontwerpen de leerlingen affiches en slagzinnen over milieu. De 2dejaars schrijven een toneelstukje en voeren het op. Een winkeltje dat gezonde tussendoortjes, cursusblokken en kladblokken verkoopt, kent niet erg veel succes. Bedenken hoe het beter kan is een opdracht voor de milieuwerkgroep. De vuilnisbakken op de speelplaats krijgen een kleurrijk kleedje. De milieuwerkgroep organiseert een milieuquiz voor de lagere en de hogere cyclus en de 6dejaars schrijven een rap. In het 7de jaar voorziet de leerkracht een geïntegreerde proef waarbij de leerlingen de afvalverwerking op het stagebedrijf doorlichten. Elke leerkracht besteedt aandacht aan ‘papier en afval’ in de lessen.
De school werkt verder aan de vergroening van speelplaats en klassen. Beplanting doorbreekt de eentonige grasvlakten en de heuvel aan de fietsenstalling. De leerlingen onderhouden zelf de bloemen plantenperken. Met een briefschrijfactie stellen ze de verkeerssituatie rond de school aan de kaak. Dat levert drie zebrapaden aan de schoolingang op. De leerlingen komen naar school met een fiets die in orde is. Een inleefactie (afval meten, wegen en sorteren) zet de leerlingen aan om het afval op school te beperken.Vier kippen eten de etensresten, het groente- en tuinafval. De leerlingen Hout timmeren het hok en de leerlingen Bouw leggen de omheining aan. Omdat zowel leerlingen als leerkrachten uit een brooddoos eten komt er geen aluminiumfolie meer bij het restafval terecht. Het bezoek aan een verbrandingsoven versterkt de wil van de school om haar afval verder aan te pakken. De schooltassen worden voortaan aan een boom opgehangen. De leerlingen knutselden die in de lessen Hout en Decoratie zelf in elkaar. Hun koffie slurpen de leerkrachten voortaan uit een eigen kopje in plaats van uit plastic bekers.
Onze-Lieve-Vrouw Presentatie Handelsschool Sint-Niklaas, 2de luik Groene Schoollogo
EDUCO Campus De Brug Oostakker, 2de luik Groene Schoollogo
• Milieu op de schoolradio Een betere communicatie tussen milieuwerkgroep en de andere leerlingen. Dat is de uitdaging voor de milieuwerkgroep. De idee om de milieuacties via de schoolradio bekend te maken krijgt gehoor. De radio brengt iedereen op school op de hoogte van de evolutie van het milieuproject. Leerkrachten en leerlingen praten er verder in de lessen over. Naast de schoolradio wordt ook het leerlingenparlement voor het milieuproject aangesproken. Een nieuwsbrief en videoreportages maken de milieuprojecten ook bij de ouders bekend. Immaculata-Instituut De Panne, 2de luik Groene Schoollogo
57
Logo 2 (32):
Mosmiddel
Antwerpen (7): Sancta Maria Deurne; Sint-Ursula Wilrijk; Heilig Hart Bovenbouw 1 en 2 Heist-op-denBerg; Heilig Hart Middenschool 1 en 2 Heist-op-den-Berg; Instituut van de Voorzienigheid Herentals; BuSo Sint-Janshof Mechelen; Sint-Jozefcollege Turnhout. Limburg (6): Salvatorcollege HamontAchel; Humaniora en Middenschool Kindsheid Jesu Hasselt; Provinciale Middenschool Hasselt; Filip Neri Middenschool Houthalen-Helchteren; Instituut en Middenschool Onbevlekt Hart van Maria Lummen; Technisch Instituut Sint-Jansberg Maaseik. OostVlaanderen (7): KTA II Aalst; EDUGO Campus De Brug Gent; MSGO Oudenaarde; Onze-Lieve-Vrouw Presentatie Sint-Niklaas; Instituut Berkenboom Sint-Niklaas; Instituut Heilige Familie Sint-Niklaas; Sint-Vincentiuscollege Middenschool Zomergem. Vlaams-Brabant (6): Instituut Sancta Maria Aarschot; Sint-Jan Berchmanscollege Diest; Gemeentelijke BuSoschool Opwijk; Sint-Jozefsinstituut Tienen; Erasmus-Horteco Vilvoorde; Stedelijke BuSo De Vest Vilvoorde. West-Vlaanderen (6): MSGO Maerlant Blankenberge; Immaculata-instituut De Panne; Sint-Niklaasinstituut Kortrijk; Scholen van de Lovie Poperinge; BuSo Sint-Idesbald Roeselare; Sint-Niklaasinstituut vestiging west Zwevegem.
• Leerkrachten onder contract
• Word fiets
De school maakt dit jaar werk van de aandachtsvelden energie, afvalpreventie, materialen en verkeer. De leerlingen bouwen een overdekte fietsenstalling en ontwerpen heel wat sensibilisatieaffiches. De afdeling houtbewerking maakt uilenkasten die ze in overleg met een uilenexpert in de omgeving uithangt. De leerlingen laten alle leerkrachten een contract ondertekenen waarin ze beloven alleen recto-verso te kopiëren. De milieuwerkgroep maakt van kladpapier 1200 kladblokken en deelt ze aan de andere leerlingen uit.Volgens een beurtrolsysteem zijn alle leerlingen bij de dagelijkse zwerfvuilactie in de school betrokken. De milieuwerkgroep tracht met een brief de algemeen directeur van de scholengroep en de onderhoudsfirma ervan te overtuigen om in de school geen chemische onkruidremmers meer te gebruiken. De leerlingen maken en plaatsen nieuwe ‘kauwgomborden’ op de speelplaats. Ze verkopen nu colaflesjes in plaats van blikjes. Een enquête en een ideeënbus op de speelplaats geven alle leerlingen, leerkrachten en het onderhoudspersoneel de kans de acties van de milieuwerkgroep mee te sturen.
Milieueducatie wordt dit jaar volledig in het schoolgebeuren geïntegreerd. De aandacht gaat naar afval, energie, groenvoorziening, verkeer, water en materialen. Niet alleen in de school bekommert de milieuwerkgroep zich om het afvalprobleem. Hij spreekt ook het gemeentebestuur over het zwerfvuil in de omgeving van de school aan. Het bestuur zorgt voor meer vuilnisbakken. Het belangrijkste aandachtspunt is de promotie van het fietsgebruik. De leerlingen gaan zo veel mogelijk met de fiets op uitstap. Met de hulp van de plaatselijke handelaren zet de school een fietsenactie op het getouw met een splinternieuwe fiets als hoofdprijs. De leerlingen pakken de ‘groene strook’ in de schooltuin grondig aan en bemesten een stukje natuurschoon met compost uit eigen productie. Alle leerkrachten steunen de leerlingen bij het gebruik van brooddozen, wijzen hen op het efficiënt gebruik van papier en het sluiten van ramen en deuren. Een drankenautomaat is nog steeds niet in de school aanwezig. De school boekte al heel wat milieuwinst maar vindt dat stilstaan achteruit gaan is. Ze wil haar milieu-inspanningen in de toekomst nog opdrijven.
MSGO Ninove, 3de luik Groene Schoollogo
Sint-Jozef Middenschool, Betekom, 3de luik Groene Schoollogo
58
Logo 3 (16): Antwerpen (3): VTI Spijker Hoogstraten; Hagelstein Sint-Katelijne-Waver; BuSo Berkenbeek Wuustwezel. Limburg (1): VTI Beringen. Oost-Vlaanderen (2): Sint-Theresia Instituut Deinze; MSGO Ninove Vlaams-Brabant (5): Sint-Jozefsinstituut Middenschool Begijnendijk; Sint-Donatus Bovenbouw Merchtem; SintJozefsinstituut Ternat; KTA Horteco Vilvoorde; KTA Horeca- en Sportinstituut Wemmel. West-Vlaanderen (5): Instituut Heilige Kindsheid Ardooie; Sint-Jozefscollege Izegem; BuSo Kwadrant Poperinge; Onze-Lieve-Vrouwe-Instituut Poperinge; KA en MSGO Veurne.
• Mieren vervangen lampen In onze school gebruiken we alleen kringlooppapier. Elke week halen leerlingen het papierafval in de klassen op. De leden van de milieuwerkgroep De Mieren leggen een natuureducatieve tuin aan. Overal vervangen ze gloeidoor spaarlampen. De drankautomaten spuwen alleen nog retourflesjes. Het water in de toiletten is enkel regenwater. Wegwerpverpakkingen als blik en brik zijn op school niet langer toegelaten. Sensibiliseringsacties promoten geregeld milieuvriendelijk schoolmateriaal. Op de speelplaats staan aparte bakken voor het GFT-afval. De Mieren maken en verkopen nestkastjes. Dit jaar bannen De Mieren de wegwerpzaken uit de school. Het stadsbestuur richt een overleggroep op om uit te zoeken hoe de stad properder kan worden. Een werkgroep buigt zich over de overlast die graffiti en zwerfvuil veroorzaken. Enkele Mieren hebben zitting in de stedelijke Minaraad. Sint-Jozefscollege Izegem, 3de luik Groene Schoollogo
59
MOS-Groene School in het secundair
Mosmiddel -
Logoparcours Om op het einde van het schooljaar het logo Groene School buiten te kunnen hangen, beslist je school in het begin van het schooljaar om op een educatieve manier aan milieuzorg te werken. Hiervoor ondertekent de directie een Milieubeleidsverklaring. Daarmee stapt je school in het project MOS-Groene School. Je stuurt één ondertekende Milieubeleidsverklaring naar je provinciale begeleider, de andere is voor de school zelf. Zo maak je in eigen rangen en gangen bekend dat je school in MOS stapt en dat ze werk wil maken van milieuzorg. Het is dan helemaal geen must om je datzelfde schooljaar al voor een eerste luik van het Groene Schoollogo kandidaat te stellen. Het kan best zijn dat je eerst wat ervaringen rond milieuzorg wil opdoen, dat proces is even waardevol. Wil je met jouw school het logo Groene School (luik 1, 2 of 3) behalen, dan bezorg je de volgende documenten aan je provinciale begeleider: Vóór 1 november het deelnameformulier, waarop je aanduidt naar welk luik je school streeft en hoe je de andere documenten wil ontvangen. Uiteraard kan je niet onmiddellijk luik 2 of 3 behalen, maar dat had je natuurlijk al begrepen. Vóór 15 december Rapport 1: de planning voor het lopende schooljaar. Vóór 15 mei Rapport 2. Dat bestaat uit het logboek, documenten die de acties uit het logboek bewijzen en een zelfevaluatie. Het logboek is een procesboek dat je stelselmatig invult en waarmee de milieuwerkgroep aantoont dat hij oog heeft voor de criteria waarop de werking van de school wordt beoordeeld. Die criteria zijn: planning, participatie, communicatie, continuïteit en structurele inpassing, milieu- en educatieve winst. De normen om een eerste, tweede of derde luik van het logo te behalen zijn uiteraard verschillend. De logocommissie, samengesteld uit leden van de onderwijsinspectie, pedagogische begeleidingsdiensten, provinciale educatieve diensten en andere deskundigen, beoordeelt op basis van de ingediende rapporten of een logo al of niet wordt toegekend.
60
Nu jij nog! Secundaire of hogescholen die een Milieubeleidsverklaring ondertekenen en een milieuzorgsysteem in de school willen uitbouwen, krijgen van hun provinciale MOS-begeleider het volgende projectmateriaal: • de Groene Schoolmap ‘Groene School staat’ met de handleiding en de zeven uitgewerkte aandachtsvelden van het project; groenvoorziening, energie, keuken en kantine, water, afval, materialen en verkeer. • de CD-Rom ‘Groene School draait’ met een presentatie van MOS-Groene School, het Groene Schoolprogramma, achtergrondinformatie en het pakket ‘Groene School voor BSO-TSO’. • Eventueel een aparte CD-Rom ‘Milieuzorg in BSOTSO’ (milieuzorg in praktijklokaal of werkplaats) met een algemene inleiding en het materiaal voor zeven beroepenvelden: auto, chemie, personenzorg, grafische technieken, mechanica-elektriciteit, voeding en hout. Scholen die met het project starten kunnen bij hun provinciale begeleider ook het volgende promotiemateriaal aanvragen: • ‘Ik ben van het Milieu’, ‘Wij zijn van het Milieu’: affiches Milieuzorg op school. • ‘Ik ga voor het logo Groene School’, ‘Wij gaan voor het logo Groene School’: affiches voor scholen die het 1ste, 2de of 3de luik van het logo Groene School willen behalen. • ‘Wij blijven plakken tot we dat logo hebben’: zelfklevers Groene School. • ‘Niet goed wijs?’ bladwijzers voor scholen die het logo willen behalen én bladwijzers met de aandachtsvelden van Groene School. Voor scholen die met Groene School kennis willen maken zijn er: • ‘Vuur, water en wind’: projectbrochure Groene School. • ‘Passie voor groen’: video en toelichtingsbrochure over milieuprojecten op school. Het project- en promotiemateriaal krijg je te pakken via je provinciale MOS-begeleider. (zie achterflap Mosterd).
61
MOS-Groene School in het secundair
Mosmiddel -
Uit de antwoorden distilleerden we volgende aandachtspunten voor het beleid (de departementen Onderwijs én Landbouw en Leefmilieu), de stuurgroep MOS en de logocommissie Groene School. 1. ‘Wij gaan door’ De 8 Logo 3-scholen zetten dit schooljaar hun milieuwerking wel degelijk zelfstandig verder, mede door de ervaring van drie jaar of meer met het project. Ze vinden dat ook zij voor milieuzorg op school nog een lange weg te gaan hebben, maar het inhoudelijk karakter van Groene School geeft hen een waaier van mogelijkheden om er verder aan te werken. De methodiek Groene School staat borg voor een sterke participatie van de leerlingen. Die vinden de acht onontbeerlijk om tot duurzame oplossingen te komen. 2. Meer dan vrijwilligerswerk De creatie van een breed draagvlak voor milieuzorg in de school is belangrijk. Elke school geeft aan dat de realisatie van een project als Groene School een intensieve onderwijsopdracht is die op voldoende ondersteuning in de school moet kunnen rekenen. De steun van de directie is hierbij onmisbaar. De hele school moet beleidsmatig meedenken en het proces dat het project doormaakt mee opvolgen. Visie en organisatie van de school zijn hierbij essentieel: doet een school wat ze voorstaat? Weet de buitenwereld waar de school voor staat? Worden de inspanningen gewaardeerd? Het vrijwilligerswerk waarmee het project vaak van start gaat moet op korte termijn een invulling krijgen aan uren, mankracht en structuur, zoniet haken de trekkers af of bezwijken ze aan de werkdruk en/of tegenstand.
“Wij gaan door maar maak het ons gemakkelijker.” Aanbevelingen voor het beleid van acht Groene Scholen Tijdens de logo-uitreiking van vorig schooljaar ontvingen acht secundaire scholen voor het eerst het derde en laatste luik van het logo Groene School. Dat was meteen de eerste lichting ‘afgestudeerde’ milieubewuste secundaire scholen, die voortaan zelfstandig aan milieuzorg verder moesten werken. Zeven maanden later bracht Groene School de acht opnieuw samen. Tijdens een feestelijke Terugkomdag (Kasteel van Ham, Steenokkerzeel, vrijdag 24 mei) legden de MOS-Groene Schoolbegeleiders de afgevaardigden van de acht ‘afgestudeerde’ scholen volgende vier vragen voor: 1. Wat zijn jullie ervaringen na minimum drie jaar inspanningen voor milieuzorg? 2. Hoe gingen jullie dit schooljaar op eigen houtje met milieuzorg verder? 3. Wat kunnen andere scholen van jullie ervaringen opsteken? 4. Moeten ‘afgestudeerde’ Logo 3- scholen nog verder worden opgevolgd of begeleid? Hoe? 5. In hoeverre is de begeleiding van Groene School (provinciale begeleiders, projectmateriaal, Nieuwsbrief, website, logo’s …) belangrijk om milieuzorg in de school op de agenda te plaatsen of ze erop te houden?
3. Milieuzorg als topje Een blijvend enthousiasme voor milieuzorg is niet vanzelfsprekend. In de huidige situatie resulteert een tekort aan uren dikwijls in een tekort aan helpende handen. Milieuzorg komt er immers bovenop. Eventuele extrauren komen bij de scholengemeenschap terecht die op hoog niveau beslist waaraan de uren worden besteed. Aan de andere kant kan de (gedeeltelijke) vrijstelling van een personeelslid voor milieuzorg een valkuil zijn. Het werk wordt dan op die ene persoon afgeschoven zodat die alleen aan de kar moet trekken. Het moet duidelijk zijn dat de vrijgestelde enkel de contactfunctie tussen leerkrachten en directie voor milieuzorg op zich
62
neemt, het project coördineert en eventuele externe vergaderingen met het gemeentebestuur of de intercommunale opvolgt. Maar het werk op het terrein gebeurt door de hele school die hier duidelijk voor kiest. 4. Geen geïsoleerd thema Het Groene Schoolproject staat in al deze scholen borg voor een sterke invulling van de vakoverschrijdende eindtermen en/of ontwikkelingsdoelen. Een afvalprobleem in de secundaire school heeft vaak meer te maken met burgerzin en sociale vaardigheden (of een gebrek eraan) dan met sorteerregels. Jongeren een gezonde attitude bijbrengen is geen eenvoudige taak en kadert in een complex geheel van invloeden, sferen en mentaliteit. De eindtermen natuurzorg in de tweede en natuurbeleid in de derde graad kunnen in deze context dan ook een sterke invulling krijgen als de school voor een milieuvriendelijk beleid kiest. De acht scholen zien Natuur- en Milieueducatie als deel van een groter geheel. Ze hebben nood aan een breder kader waarbinnen milieuzorg functioneert. Het aanreiken en invullen van strategieën en probleemoplossers die de brug slaan met sociale vaardigheden, burgerzin, gezondheidszorg, leren leren en duurzame ontwikkeling zijn dan ook meer dan welkom. Inspecteurs en pedagogisch begeleiders spreken volgens de acht niet altijd dezelfde taal als het erop aankomt een school op haar toepassing van de vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen te evalueren. Het Groene Schoolprogramma moet in de eindtermen worden ingebed. Voor scholen zou het handig zijn na te gaan welke vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen er via het Groene Schoolprogramma aan bod komen. Nu al is het evaluatie-instrument van Groene School afgestemd op het instrument waarmee de inspectie de inspanningen van de school voor de toepassing van de vakoverschrijdende eindtermen meet. De vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen creëren een opening om de leerlingen van de derde graad bij het milieubeleid van de school te betrekken. Zo zien leerlingen in dat participatie de molen trager doet draaien maar dat ze daardoor zelf meer verantwoordelijkheid krijgen dan enkel de uitvoerende kant van het project.
waterdistributie en energie en organisaties met een duidelijk milieuaanbod ervaren de scholen als waardevol en zelfs noodzakelijk om tot duurzame oplossingen te komen. Een samenwerkingsovereenkomst met de gemeente heeft positieve gevolgen op de impact van het milieuproject. De expertise van deskundigen komt in het onderwijs nog te weinig aan bod, ook omdat het landschap van ondersteunende instanties en organisaties ontzettend versnipperd is. De acht scholen vinden ook dat het ongecontroleerd aanreiken van allerlei educatief materiaal contraproductief werkt. Ze zien door de bomen het bos niet meer. Het materiaal voldoet dikwijls ook niet aan de gestelde onderwijsnormen of past niet in de planning van de school. Overleg op dat vlak is dus dringend nodig. 6. ‘Geef ons rugdekking’ Het milieubesef is er bij leerlingen, maar aan de andere kant is milieuzorg of het zuinig omspringen met ons milieu niet ‘cool’: milieuzorg komt bij sommige leerlingen negatief over als ‘allemaal dingen die ze niet mogen doen’. Milieuzorg sluit niet altijd aan bij een jongerencultuur die erg consumptief is. Afval blijft een moeilijk thema, vooral als het gaat over automaten en de industrie die erachter schuilt. Ook hier weegt uiteindelijk het prijskaartje door: wat kost de school het minste? Het aandachtsveld energie slaat wel aan omdat het op termijn geld kan besparen. Het afwezig blijven van de ruggensteun van een (onderwijs)beleid dat laat voelen dat het milieuzorg op school écht belangrijk vindt zorgt in de school soms voor communicatiestoornissen, meningsverschillen, conflicten, met ongenoegen of soms stopzetting van het project als gevolg. De initiatiefnemers voelen zich wel eens in de
5. Samenwerking versus versnippering De samenwerking met en ondersteuning van buitenschoolse partners als de intercommunales voor afval,
63
MOS-Groene School in het secundair
Mosmiddel -
steek gelaten. Het beleid zendt dan ook tegenstrijdige signalen uit. Aan de ene kant voert de overheid dure campagnes om overdreven verpakkingen te ontmoedigen, aan de andere kant laat ze die overconsumptie oogluikend toe. De bal ligt te veel in het kamp van de burger en komt dan uitvergroot in de mand van de school terecht. Die moet er dan maar ‘educatief’ mee omspringen. Meestal laat de school daarom de economische boven de ecologische keuze primeren. De vrije handel en de ongebreidelde verkoopsagressie van bepaalde producenten maken het voor de school en zijn jonge consument moeilijk om de juiste keuze te maken. Wanneer er dan ook nog tegenstrijdige berichtgeving komt over het al dan niet milieuvriendelijker zijn van één of andere verpakking (vb. blik versus glas), wordt het pleit vlug beslecht door de grootste groep van ‘niet bewuste consumenten’. De scholen vragen dat de overheid het voorbeeld geeft en duidelijk is met haar bedoelingen.
8. Begeleiding werkt “Je hebt niet alle wijsheid in pacht. Als het water al warm is, moet je het niet opwarmen.” Groene Schoolbegeleiders kunnen de informatie van de ene school aan de andere doorspelen. Het samenbrengen van voorbeeldprojecten lijkt de logo-3 scholen een goede houvast voor beginnende scholen. Overtuigend projectmateriaal is zeer belangrijk. Uitwisseling van projecten mag uiteraard de eigen creativiteit niet ondermijnen. Het idee van een aantal contactscholen die openstaan om ervaringen te delen en op de vragen van andere scholen in te spelen wordt naar voren gebracht. Voor kleine praktische vragen zouden scholen bij elkaar terecht moeten kunnen. De Nieuwsbrief is een belangrijk medium dat scholen inspireert. Het logo is een stimulans voor scholen om er voluit voor te gaan. Na het behalen van het derde en laatste luik van het logo mag de begeleiding niet ophouden: een bezoek van de Groene Schoolbegeleider motiveert de trekkers van het project en stimuleert hen om verder te werken. Het logboek wordt als een concreet en verrijkend instrument ervaren. Het is een hulpmiddel om over de kwaliteit van het project na te denken. De logonormen sluiten erbij aan en slaan de brug naar de vakoverschrijdende eindtermen. Een milieuzorgpakket voor het BUSO moet actiegericht en visueel zijn. De leerlingen moeten iets in handen hebben om het geheel concreet te maken.
7. Besparen kost geld Milieuzorg is niet de enige zorg van een school. Onder steeds maar toenemende maatschappelijke druk wordt de school overladen met alle narigheid die onze huidige samenleving kenmerkt. Het is dan ook maar normaal dat de overheid meer middelen en mensen ter beschikking stelt aan de scholen om aan deze problemen aandacht te kunnen geven. De acht scholen vragen zich af waarom scholen die zich extra voor milieuzorg inspannen niet kunnen genieten van een zekere voorrang bij het toekennen van subsidies, vrijstellingen of aanpassing van de werkingsmiddelen. Energiebesparende maatregelen gaan de school altijd eerst geld kosten voor de investeringen kunnen worden terugverdiend. Dat geld is er niet en kan blijkbaar ook niet worden gevonden. “De vervuiler betaalt, maar hij die sorteert of preventief optreedt betaalt vaak nog meer”, beweren de Logo 3-scholen. Waarom gaat er wel geld naar ICT- (o.a. PC-Kadee) en cultuurprojecten en niet naar milieuzorg? Als de overheid wil dat de scholen alleen nog maar aan de milieuwetgeving kunnen voldoen, moet ze er de middelen voor uittrekken. De scholen vermelden ook specifieke problemen. Zo zou een tuinbouwschool, in tegenstelling tot bedrijven uit dezelfde sector, geen recht hebben op een korting op de prijzen van milieuvriendelijke brandstoffen. Scholen betalen hiervoor meer dan bedrijven.
9. ‘Maak het ons gemakkelijker’ De autonomie van steden en gemeenten in verband met afvalophaling en -verwerking maakt het de scholen niet gemakkelijk. De school van de ene gemeente geniet van een ‘gunstige behandeling’, die van een andere helemaal niet. De scholen vragen om een gelijke behandeling voor alle gemeenten en onderwijsnetten en -koepels. Ze vragen ook naar duidelijkheid en uniformiteit. Niet zelden is de school bevolkt met leerlingen uit verschillende gemeenten waar telkens andere sorteerregels gelden en andere kleuren van recipiënten worden gebruikt. Begin er als school dan maar aan. 10. Zoeken naar bestendiging De scholen die het volledige Logo Groene School behaalden hebben internationaal zeker iets te bieden.
64
Bijvoorbeeld in Comenius 1 dat een netwerk van groene scholen uitbouwt en praktijkvoorbeelden via het net op wereldschaal verspreidt. De ‘afgestudeerde’ Groene Scholen vinden een jaarlijkse evaluatie en een geregeld contact met de begeleiders noodzakelijk. Het contact tussen ‘afgestudeerde’ scholen, zoals de Terugkomdag is belangrijk voor uitwisseling. Ook de uitwisseling tussen de leerlingen is zinvol. Of waarom geen Groen+ logo waar een klein bedrag van het departement Onderwijs aan vasthangt als schouderklop voor scholen die het goed blijven doen? Die scholen kunnen eventueel een forum op het internet openen dat je enkel kan bekijken als je er zelf praktijkvoorbeelden of ideeën op loslaat. Hilde Michiels en Agnes Van de Velde (Sint-Carolus SintNiklaas); Gerd Sips en Chris Cox (Mariagaarde-instituut Malle); Jan Van Zeebroeck, Peter Cochez en Daniël Herinckx (Gemeentelijke Biotechniek- en Tuinbouwschool Merchtem); Rik Theite (BuSo Onze Jeugd Roeselare), Dominique Detremmerie en Door Sercu (Sint-Theresia Kortrijk); Annemie Verstaen (Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart Waregem); Els Janssens en Kris Segaert (KTA en MSGO Heist-op-den-Berg); Linda Impens (MSGO Geraardsbergen).
65