FORM A CHAIN TO SAFEGUARD CHILDREN
OPLEIDING KINDERMISHANDELING HANDLEIDING TRAINER Auteur: Sabrina Reggers
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
1
INHOUDSOPGAVE INLEIDING ....................................................................................................................................................................3 OPLEIDINGSDAG 1: EEN ALGEMEEN BEELD VAN KINDERMISHANDELING ...........................................................................7 1 KINDERMISHANDELING .................................................................................................................................8 2 FYSIEKE KINDERMISHANDELING ...................................................................................................................13 3 EMOTIONELE KINDERMISHANDELING............................................................................................................19 4 VERWAARLOZING........................................................................................................................................32 5 SEKSUELE MISHANDELING............................................................................................................................38 6 IN MIJN JOB................................................................................................................................................43 7 TEST JEZELF................................................................................................................................................50 8 EVALUATIE .................................................................................................................................................55 OPLEIDINGSDAG 2: SPECIFIEKE VORMEN VAN KINDERMISHANDELING.............................................................................59 1 INLEIDING...................................................................................................................................................60 2 SHAKEN INFANT SYNDROOM........................................................................................................................66 3 SIBLING GEWELD.........................................................................................................................................73 4 SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG DOOR MINDERJARIGEN...............................................................78 5 ONLINE MISBRUIK.......................................................................................................................................86 6 KINDERHANDEL.........................................................................................................................................102 7 KINDERPROSTITUTIE..................................................................................................................................110 8 VROUWELIJKE GENITALE VERMINKING........................................................................................................118 9 EERGERELATEERD GEWELD........................................................................................................................124 10 IN MIJN JOB............................................................................................................................................130 11 EVALUATIE.............................................................................................................................................137 SAMENVATTING: VORMEN VAN KINDERMISHANDELING...............................................................................................141 SAMENVATTING: OMGAAN MET KINDERMISHANDELING...............................................................................................146 BRONNEN..................................................................................................................................................................151
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
2
INLEIDING KINDERMISHANDELING Wanneer mensen met kindermishandeling geconfronteerd worden, dan raakt het hen tot in het diepst van hun hart. Toch vinden ze het vaak moeilijk om erover te praten. Soms lijkt het zelfs makkelijker om erover te zwijgen en de ogen en de oren te sluiten voor wat er echt gaande is. Terwijl je de andere kant opkijkt, blijft het kind rondlopen met een pijnlijk geheim. Het enige wat het kan doen is af en toe een signaal geven, om zo te laten weten dat het niet goed gaat met hem of haar. Wanneer dat signaal dan niet opgepikt wordt door volwassenen, wordt het geheim alleen maar zwaarder en pijnlijker om te dragen. Het is natuurlijk niet altijd even eenvoudig om een dergelijk signaal te herkennen, ook niet voor professionals. Deze opleiding wil dan ook handvaten aanreiken aan professionals om het probleem kindermishandeling in al zijn vormen te leren herkennen, maar ook te erkennen. Wij hopen hiermee een eerste aanzet te geven om ermee te leren omgaan, maar vergis je niet. Wanneer je ermee geconfronteerd wordt, zal het je toch nog tot in het diepst van je hart raken.
WAT LEER JE IN DEZE OPLEIDING? In deze opleiding hebben we het over de verschillende vormen van kindermishandeling. Hierbij geven we niet alleen aandacht aan de algemene vormen zoals fysieke mishandeling, maar ook aan de meer specifiekere vormen. Daarnaast willen we ook stilstaan bij enkele verschijnselen die we steeds vaker zien terugkomen, zoals bijvoorbeeld cyberpesten of sexting. Het doel van deze opleiding is om professionals op een aantrekkelijke, interactieve manier op de hoogte te brengen van deze vormen en om hen handvaten aan te reiken om hiermee om te gaan, niet alleen als professional maar ook als persoon. Er zal worden stilgestaan bij definities, signalen en gevolgen van elke vorm, maar er is zeker ook plaats voor de persoonlijke inbreng van de deelnemers aan de opleiding. Het zijn net de ervaringen van de mensen in het werkveld, die deze opleiding sterk maken. Er staan individuele opdrachten op het programma, maar ook groepsopdrachten en groepsgesprekken waarbij de meningen en ervaringen van de deelnemers centraal staan. Aan de hand van allerlei (multimedia)opdrachten zal er gewerkt worden aan kennisoverdracht, reflectie en bewustmaking.
VOOR WIE IS DEZE OPL EIDING? Deze opleiding werd uitgewerkt voor iedere professional die op één of andere manier in contact kan komen met kindermishandeling. De bespreking van de algemene vormen zal vooral nuttig zijn voor professionals die slechts af en toe in contact komen met kindermishandeling of voor professionals die hun kennis hierover willen opfrissen. Het gedeelte rond de specifiekere vormen wordt eerder aangeraden aan professionals die dagdagelijks met deze problematiek bezig zijn of aan professionals die hun kennis over het onderwerp willen verdiepen.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
3
In het ideale scenario wordt deze opleiding gegeven aan een multidisciplinaire groep van professionals, maar het is eveneens mogelijk om deze opleiding te organiseren voor cursisten uit dezelfde beroepsgroep.
OPLEIDINGSOPZET De opleiding bestaat uit 2 opleidingsdagen. Bij het opmaken van de opleiding werd ervoor gekozen om de eerste dag vooral de algemene vormen te behandelen en de tweede dag de meer specifieke vormen.
Opleidingsdag 1 – Een algemeen beeld van kindermishandeling
Hoofddoelstelling o Kennisoverdracht van de algemene vormen van kindermishandeling (definities, signalen, gevolgen,…) o Delen van ervaringen en tips omtrent het omgaan met kindermishandeling Onderwerpen o Kindermishandeling in het algemeen o Fysieke en emotionele kindermishandeling (incl. kinderen blootgesteld aan partnergeweld en vechtscheidingen) o Fysieke en emotionele verwaarlozing o Seksuele kindermishandeling
Opleidingsdag 2 – Specifieke verschijningsvormen van kindermishandeling
Hoofddoelstelling o Bewustmaking van het bestaan van allerlei specifieke vormen van kindermishandeling en kennisoverdracht over deze vormen (definities, signalen, gevolgen,…) o Delen van ervaringen en tips omtrent het omgaan met kindermishandeling Onderwerpen o Shaken infant syndroom o Sibling geweld o Seksueel grensoverschrijdend gedrag door minderjarigen o Online misbruik (o.a. gevaren van het internet, cyberpesten en sexting) o Kinderhandel o Kinderprostitutie o Vrouwelijke genitale verminking o Eergerelateerd geweld
Uiteraard is het ook mogelijk om een eigen pakket samen te stellen, door bijvoorbeeld enkele onderwerpen van dag 1 en dag 2 met elkaar te combineren of door slechts 1 van de 2 dagen te organiseren. Op deze manier kan je tegemoetkomen aan de noden en verwachtingen van de professionals die de training volgen.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
4
In de handleiding wordt er altijd aangegeven hoeveel tijd een bepaald onderdeel in beslag zal nemen. Dit is slechts een indicatie. Indien de trainer aanvoelt dat een bepaald thema zeer sterk leeft onder de cursisten, kan hij of zij ervoor kiezen om er langer bij stil te staan. Dit kan de trainer op verschillende manieren doen; zelf delen van ervaringen, vragen naar de ervaringen van cursisten, vragen naar voorbeelden uit de media… Daarnaast zijn er binnen enkele opdrachten ook enkele optionele vragen terug te vinden, die de trainer kunnen helpen om dieper in te gaan op het thema. De tijd die deze vragen in beslag zouden nemen, werd niet opgenomen in de tijdsindicatie van dat onderdeel. Uiteraard kan een trainer er ook voor kiezen om sommige onderdelen minder diepgaand te behandelen, waardoor deze onderdelen ook minder tijd in beslag zullen nemen. Elk onderdeel wordt onderverdeeld in allerlei subonderdelen. Deze worden telkens op dezelfde manier weergegeven in deze handleiding:
Doelen: De doelen die worden behaald na het behandelen van dat subonderdeel. Opdracht: De opdracht zoals deze wordt weergegeven in de online blended learning module. Instructies voor de trainer: Deze zijn bedoeld om de trainer zoveel mogelijk handvaten aan te reiken om de training tot een goed einde te brengen.
BEGELEIDING DOOR EEN EXPERT Het spreekt voor zich dat de opleiding moet gegeven worden door een expert. Iemand die niet alleen over voldoende theoretische kennis beschikt, maar ook over voldoende ervaring en competenties in het omgaan met situaties van kindermishandeling. Hij of zij zal al haar kennis en ervaring moeten aanwenden bij het begeleiden van de interactieve (groeps)opdrachten.
ALGEMENE TIPS VOOR DE TRAINER 1.
Wees je ervan bewust dat de cursisten allemaal uiteenlopende ervaringen hebben met situaties van kindermishandeling.
Iedere cursist heeft zijn eigen ervaringen met situaties van kindermishandeling. Die ervaringen kunnen ze opgedaan hebben tijdens het uitoefenen van hun job, maar het is ook mogelijk dat ze die als privépersoon hebben opgedaan. Sommigen zijn misschien zelf slachtoffer geweest, anderen hebben het misschien zien gebeuren bij vrienden en nog anderen hebben misschien zelf wel handelingen gesteld die wij beschouwen als kindermishandeling… Ieder heeft zijn eigen verhaal en zijn eigen ervaringen. Hierdoor kunnen sommige cursisten bepaalde onderdelen van de opleiding als moeilijk en emotioneel stresserend ervaren. Wees je als trainer hiervan bewust en hou er ook voldoende rekening mee. 2.
Kennis alleen is onvoldoende.
Deze opleiding gaat verder dan alleen kennis overdragen naar anderen. Er wordt minstens evenveel aandacht geschonken aan het delen van ervaringen en tips in het omgaan met situaties van kindermishandeling.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
5
3.
Je gaat beter om met moeilijke situaties als je jouw eigen gevoelens en die van anderen kan herkennen.
Het herkennen, benoemen en erkennen van gevoelens is voor vele mensen niet zo eenvoudig. Deze vaardigheden zijn echter van groot belang wanneer je je in een moeilijke situatie bevindt. Daarom werden er in deze opleiding opdrachten toegevoegd die naar de emoties van de cursisten peilen. Daarnaast zal er ook worden stilgestaan bij de beleving van kinderen die de mishandeling moeten ondergaan. 4.
De cursisten zijn de echte experten.
Het kan gebeuren dat een cursist een vraag stelt, waar jij als trainer het antwoord niet op weet. Dit is geen schande. Dit is zelfs perfect normaal. Je moet als trainer ook niet alle antwoorden kennen. Misschien kunnen andere cursisten wel antwoorden op de vraag. Je kan ook altijd beloven om de informatie op te zoeken om deze dan op een later moment te bezorgen aan de cursist. 5.
Wees voorbereid.
Er wordt aangeraden dat de trainer het volledige lesmateriaal doorneemt vooraleer hij of zij een opleiding geeft. Hierdoor zal de trainer zich niet alleen de inhoudelijke kennis eigen maken, maar weet hij of zij ook op welke manier multimedia ingeschakeld kunnen worden tijdens de opleiding. Daarnaast is het ook aangewezen om deze handleiding aandachtig te lezen, aangezien deze vol staat met praktische en didactische tips die de trainer kunnen helpen bij het geven van de opleiding. 6.
Er zijn geen foute meningen.
Het is belangrijk om te onthouden dat er geen foute meningen bestaan. Iedere cursist heeft zijn eigen redenen, ervaringen en ideeën en het zijn net die redenen, ervaringen en ideeën die tot bepaalde meningen zullen leiden. Het is belangrijk dat de trainer hiervoor respect heeft en dat hij of zij een cursist hiervoor niet be- of veroordeelt.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
6
OPLEIDINGSDAG 1
EEN ALGEMEEN BEELD VAN KINDERMISHANDELING
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
7
1 KINDERMISHANDELING DOELEN EN TIJDSBESTEDING DOELEN
De cursisten maken kennis met de medecursisten. De cursisten worden geïnformeerd over de richtlijnen met betrekking tot groepsdiscussies. De cursisten reflecteren over het feit dat er verschillende percepties bestaan ten opzichte van kindermishandeling. De cursisten reflecteren over de definitie van kindermishandeling. De cursisten kunnen een definitie van kindermishandeling formuleren.
TIJDSBESTEDING Dit onderdeel zal ongeveer 45 minuten in beslag nemen. -------------------------------------------Tip voor de trainer: Het is belangrijk dat je ervoor zorgt dat de cursisten zich al meteen op hun gemak voelen tijdens de inleiding van de dag. Dit is absoluut noodzakelijk voor het open en eerlijk delen van hun ervaringen, gedachten, gevoelens en ideeën. --------------------------------------------
WARMING-UP
Doel: De cursisten maken kennis met de medecursisten en worden geïnformeerd over de richtlijnen met betrekking tot groepsdiscussies.
Instructies voor de trainer: De trainer begroet elke cursist wanneer hij of zij binnenkomt en vraagt aan hem of haar om de aanwezigheidslijst te ondertekenen. Wanneer dit gebeurd is, geeft de trainer de cursist zijn/haar inlogcode voor de online modules. Wanneer alle cursisten aanwezig zijn, verwelkomt de trainer nogmaals iedereen en stelt hij/zij zichzelf voor. Hierna zal de trainer het dagprogramma kort toelichten en hen enkele richtlijnen meegeven voor de groepsdiscussies.
Luister naar elkaar. Onderbreek elkaar niet. Wees respectvol ten opzichte van elkaar en elkaars mening. Je bent niet verplicht om te antwoorden wanneer je dit niet wil. Hanteer het principe “Wat gezegd wordt, blijft tussen vier muren.”
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
8
Hierna deelt de trainer de cursisten op in groepjes van twee of drie en geeft hen de volgende opdracht:
Log eerst jezelf in op je computer met de inloggegevens die je gekregen heb bij het signeren van de aanwezigheidslijst. Stel jezelf dan voor aan je medecursisten (naam en functie). Geef antwoord op de volgende vraag: “Waar maak jij je het meeste zorgen over wanneer je een situatie van kindermishandeling tegenkomt?
1.1 IS DIT KINDERMISHANDELING?
Doel: De cursisten reflecteren over het feit dat er verschillende percepties bestaan ten opzichte van kindermishandeling.
Opdracht: Bekijk volgend videofragment en duid aan in welke mate je dit kindermishandeling vindt. Indien je van mening bent dat het om kindermishandeling gaat, zal je ook moeten aangeven om welke vorm. Fragment 1:
In welke mate vind je dit kindermishandeling? kleine mate 1
grote mate
2
3
4
5
Welke vorm?
Geen kindermishandeling Fysieke mishandeling Emotionele mishandeling Seksuele mishandeling Fysieke verwaarlozing Emotionele verwaarlozing
Fragment 2:
In welke mate vind je dit kindermishandeling? kleine mate 1
grote mate
2
3
4
5
Welke vorm?
Geen kindermishandeling Fysieke mishandeling Emotionele mishandeling Seksuele mishandeling Fysieke verwaarlozing Emotionele verwaarlozing Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
9
Fragment 3:
In welke mate vind je dit kindermishandeling? kleine mate 1
grote mate
2
3
4
5
Welke vorm?
Geen kindermishandeling Fysieke mishandeling Emotionele mishandeling Seksuele mishandeling Fysieke verwaarlozing Emotionele verwaarlozing
Fragment 4:
In welke mate vind je dit kindermishandeling? kleine mate 1
grote mate
2
3
4
5
Welke vorm?
Geen kindermishandeling Fysieke mishandeling Emotionele mishandeling Seksuele mishandeling Fysieke verwaarlozing Emotionele verwaarlozing
Fragment 5:
In welke mate vind je dit kindermishandeling? kleine mate 1
grote mate
2
3
4
5
Welke vorm?
Geen kindermishandeling Fysieke mishandeling Emotionele mishandeling Seksuele mishandeling Fysieke verwaarlozing Emotionele verwaarlozing
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
10
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Klik eerst de eerste module ‘M1: Een algemeen beeld van kindermishandeling – opleidingsdag 1 aan’. Je ziet dan alle onderwerpen die aan bod komen in deze opleidingsdag. We gaan beginnen met ‘1. Kindermishandeling’. Bekijk één voor één de videofragmenten die je terugvindt op de slides ‘Is dit kindermishandeling?’ Duid telkens aan in welke mate je dit kindermishandeling vindt. Als je dit een duidelijk voorbeeld van kindermishandeling vindt, dan scoor je het videofragment als ‘5; Dit is zeer zeker kindermishandeling’. Wanneer je vindt dat het totaal geen situatie van kindermishandeling is, dan scoor je dit als ‘1; Dit is totaal geen kindermishandeling’. Indien je van mening bent dat het om kindermishandeling gaat, zal je ook moeten aangeven om welke vorm het precies gaat. Wanneer iedereen zijn scores heeft gegeven, worden de resultaten klassikaal besproken.
De trainer krijgt de antwoorden van de cursisten te zien en start op basis van deze antwoorden een interactief gesprek. De trainer kan de volgende vragen stellen over de videofragmenten:
Denk je dat dit kindermishandeling is? Waarom denk je dat dit kindermishandeling is? Wat heb je precies gezien in het videofragment? Heb je zelf ooit al een dergelijke situatie gezien tijdens het uitoefenen van je job?
1.2 DEFINITIE VAN KINDERMISHANDELING
Doel: De cursisten reflecteren over de definitie van kindermishandeling en kunnen een definitie van kindermishandeling formuleren.
Opdracht: Noteer hieronder jouw definitie van kindermishandeling.
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
11
Tijdens de rest van de opleiding gaan we het hebben over verschillende vormen van kindermishandeling. Vooraleer we hieraan beginnen, zou ik graag hebben dat jullie in je groep even overleggen over wat een mogelijke definitie zou kunnen zijn van kindermishandeling. Het is de bedoeling dat één van jullie deze definitie hierna ook invult in het kader dat jullie terugvinden op de slide ‘Definitie kindermishandeling- opdracht’.
De trainer krijgt de antwoorden van de cursisten te zien en vertelt hen dat er inderdaad vele verschillende definities bestaan van kindermishandeling, maar dat eigenlijk dezelfde elementen steeds terugkomen. De trainer kan hiervoor de antwoorden van de cursisten gebruiken, maar zorgt ervoor dat de volgende elementen zeker aan bod komen:
Kindermishandeling is
geweld tegen kinderen actieve en passieve vormen diverse settings, dus zowel binnen als buiten het gezin de ongelijke positie van het kind ten opzichte van diegene die het geweld pleegt. De relatie tussen beiden wordt gekenmerkt door verantwoordelijkheid, macht, zorg of afhankelijkheid. Niet alleen volwassenen, maar ook broers, zussen of leeftijdsgenoten kunnen geweld plegen.
OPTIONELE VRAGEN:
Wat wordt bedoeld met een actieve vorm van kindermishandeling? Wat wordt bedoeld met een passieve vorm van kindermishandeling? Kan je een concreet voorbeeld geven van actieve kindermishandeling? Kan je een concreet voorbeeld geven van passieve kindermishandeling? Kindermishandeling komt veel in de thuissituatie voor, maar ook daarbuiten. Kan je mij daar een concreet voorbeeld van geven?
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
12
2 FYSIEKE KINDERMISHANDELING DOELEN EN TIJDSBESTEDING DOELEN
De cursisten reflecteren over de definitie van fysieke kindermishandeling. De gevolgen van fysieke kindermishandeling bespreekbaar maken. De cursisten reflecteren over de uiterlijke tekenen van fysieke kindermishandeling. De cursisten reflecteren over de verschillende intenties van daders.
TIJDSBESTEDING Dit onderdeel zal ongeveer 30 minuten in beslag nemen.
2.1 DEFINITIE
Doel: De cursisten reflecteren over de definitie van fysieke kindermishandeling. Instructies voor de trainer: De trainer bespreekt kort de definitie van fysieke kindermishandeling en vertelt dat de cursisten deze ook kunnen terugvinden op de slide ‘Definitie - theorie’.
Fysieke kindermishandeling is
iedere vorm van fysieke dwang of geweld, door een ouder of door een persoon aan wie de zorg of opvoeding van het kind werd toevertrouwd, die met grote waarschijnlijkheid ernstige fysieke of mentale schade veroorzaakt aan het kind of diens ontwikkeling of die een ernstig risico inhoudt op dergelijke schade.
OPTIONELE VRAGEN
Kan je mij een concreet voorbeeld geven van een van de onderlijnde woorden. Kom je vaak in aanraking met fysieke kindermishandeling tijdens je werk? Op welke manier kom je in aanraking met fysieke kindermishandeling tijdens je werk? Kan je een concreet voorbeeld geven van een situatie waarin je geconfronteerd werd met fysieke kindermishandeling?
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
13
2.2 GEVOLGEN
Doel: De gevolgen van fysieke kindermishandeling bespreekbaar maken. Opdracht: Bekijk het verhaal van Ben in het onderstaand videofragment.
Som hieronder op welke gevolgen je gezien hebt.
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Bekijk het videofragment dat je terugvindt op de slide ‘2.2 Gevolgen’. Bespreek in jullie groep welke gevolgen van fysieke kindermishandeling jullie allemaal gezien hebben. Hierna noteert één van jullie deze gevolgen in het kader dat jullie terugvinden onder het videofragment.
De trainer krijgt de antwoorden van de cursisten te zien en overloopt de correcte antwoorden. Hij/zij vraagt daarna of de cursisten nog andere gevolgen kennen en bespreekt deze met hen. Indien er geen antwoorden komen, kan de trainer de hieronder voorgestelde gevolgen vermelden.
Te zien in het fragment: o Verwondingen (Blauwe plekken) o Externaliserend gedrag (Ben is zelf agressief.) o Angst (“Ik weet niet wat hij zal doen.”) o Loyaliteitsproblemen (“Ik wil niet dat hij in de problemen komt.”) Andere mogelijke gevolgen o Psychosomatische klachten (Bv. buikpijn, hoofdpijn, …) o Internaliserend gedrag (Bv. zelfmutilatie, depressie, …) o Externaliserend gedrag (Bv. druggebruik, vijandige houding, …)
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
14
2.3 ZICHTBAARHEID
Doel: De cursisten reflecteren over de uiterlijke tekenen van fysieke kindermishandeling. Opdracht: Hieronder zie je 5 foto’s van kinderen met verwondingen. Geef aan of je meteen kunt zien of er sprake was van fysieke kindermishandeling of niet.
Is hier sprake van fysieke kindermishandeling Ja
Nee
Is hier sprake van fysieke kindermishandeling Ja
Nee
Is hier sprake van fysieke kindermishandeling Ja
Nee
Is hier sprake van fysieke kindermishandeling Ja
Nee
Is hier sprake van fysieke kindermishandeling Ja
Nee
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
15
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Op de slide ‘2.3 Zichtbaarheid- opdracht’ zien jullie vijf foto’s van kinderen met verwondingen. Geef aan of je meteen kan zien of er sprake was van fysieke kindermishandeling of niet. Je doet dit door bij elke foto op de ja-knop te duwen als je dit onmiddellijk kan zien en op de nee-knop als je dit niet meteen kan zien. De trainer overloopt de correcte antwoorden met de cursisten:
Foto: Antwoord:
ja
nee
nee
ja
nee
De trainer houdt hierna een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vragen:
Zijn jullie het eens met de antwoorden? Waarom wel/niet? Welke conclusie zouden jullie hieruit trekken?
De trainer zorgt ervoor dat de volgende antwoorden zeker besproken zijn geweest en geeft ook de volgende tips mee:
Niet alle gevolgen van fysieke kindermishandeling laten uiterlijke sporen na (bv. interne bloedingen, hersenbloedingen, schedelbreuken, …) Tips o Indien je nog niet verzorgde letsels ziet, geef dan altijd de tip aan de ouders om hun huisarts hierover te contacteren. o Indien het over ernstige letsels gaat, neem dan zelf contact op met de hulpverleningsdiensten!
2.4 INTENTIE
Doel: De cursisten reflecteren over de verschillende intenties van daders. Opdracht: Hieronder zie je twee videofragmenten die al eerder in de training aan bod zijn gekomen. Geef aan wat de mogelijke oorzaken of motieven kunnen zijn.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
16
Welke van de volgende oorzaken of motieven horen bij bovenstaand videofragment.
Straffen Corrigeren Middelengebruik Psychopathische kenmerken
Welke van de volgende oorzaken of motieven horen bij bovenstaand videofragment.
Straffen Corrigeren Middelengebruik Psychopathische kenmerken
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Op de slide ‘2.4 Intentie - opdracht’ zien jullie twee videofragmenten die al eerder in de training aan bod zijn gekomen. Het is de bedoeling dat jullie het motief van de ‘pleger’ in het fragment gaan koppelen aan de juiste foto. Jullie kunnen minimum nul en maximum vier motieven verbinden aan elke foto.
De trainer overloopt de correcte antwoorden met de cursisten: Video:
Motief:
straffen, middelengebruik
corrigeren
De trainer houdt hierna een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vragen:
Zijn jullie het eens met de antwoorden? Waarom wel/niet? Welke conclusie zouden jullie hieruit trekken?
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
17
De trainer zorgt ervoor dat de volgende antwoorden zeker besproken zijn geweest:
Er zijn verschillende motieven voor het plegen van fysiek geweld o Straffen o Controleren van het gedrag o Corrigeren van het gedrag o Middelengebruik o Psychopathische karaktereigenschappen (geweld om het geweld) De pleger heeft niet altijd de intentie om een kind te verwonden of om het pijn te doen, maar om het te corrigeren of te straffen. Bij fysieke mishandeling wordt de grens van het aanvaardbare overschreden. Vaak hebben deze plegers er achteraf spijt van en weten ze ook dat ze over die grens zijn gegaan.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
18
3 EMOTIONELE KINDERMISHANDELING DOELEN EN TIJDSBESTEDING DOELEN
De cursisten reflecteren over de definitie van emotionele kindermishandeling. Erkennen dat het bespreken van emotionele kindermishandeling nooit eenvoudig is. De cursisten reflecteren over het feit dat er verschillende vormen bestaan van ‘blootstelling aan geweld’. De cursisten reflecteren over het feit dat intrafamiliaal geweld vaak een intergenerationeel probleem is. De cursisten reflecteren over het feit dat de gevolgen van het blootgesteld zijn aan geweld even ernstig zijn dan wanneer het kind zelf slachtoffer zou zijn. De cursisten reflecteren over het feit dat de gevolgen van de blootstelling aan geweld het meest ernstig zijn wanneer het kind nog jong is. De cursisten reflecteren over de beleving van een kind dat getuige is van intrafamiliaal geweld. De cursisten reflecteren over het feit dat vechtscheidingen ook tot de problematiek van emotionele kindermishandeling behoren. Erkenning geven aan de complexiteit van de problematiek van vechtscheidingen en de gevolgen die het met zich meebrengt.
TIJDSBESTEDING Dit onderdeel zal ongeveer 90 minuten in beslag nemen.
3.1 DEFINITIE
Doel: De cursisten reflecteren over de definitie van emotionele kindermishandeling. Opdracht: Bekijk onderstaand videofragment. Welke gevoelens roept dit bij je op?
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
19
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Bekijk het videofragment dat je terugvindt op de slide ‘3.1 Definitie- opdracht’. Bespreek in jullie groep welke gevoelens dit videofragment bij je oproept.
OPTIONEEL: De trainer bespreekt de definitie van emotionele kindermishandeling en vertelt dat de cursisten deze ook kunnen terugvinden wanneer ze doorklikken naar de slide ‘3.1 Definitie- theorie’.
Emotionele kindermishandeling is
zowel geïsoleerde incidenten als een patroon van tekortkomingen doorheen de tijd door een ouder of zorgverlener om een ondersteunende en aan de ontwikkelingsfase van het kind aangepaste omgeving te voorzien groot risico op het beschadigen van de fysieke of mentale gezondheid van het kind groot risico op het beschadigen van de fysieke, mentale, spirituele, morele of sociale ontwikkeling van het kind.
OPTIONELE VRAGEN
Kan je mij een concreet voorbeeld geven van een van de onderlijnde woorden? Kom je vaak in aanraking met emotionele kindermishandeling tijdens je werk? Op welke manier kom je in aanraking met emotionele kindermishandeling tijdens je werk? Kan je mij een concreet voorbeeld geven van een situatie waarin je geconfronteerd werd met emotionele kindermishandeling?
3.2 BESPREKEN VAN DE MISHANDELING
Doel:: Erkennen dat het bespreken van emotionele kindermishandeling nooit eenvoudig is. Opdracht: Bespreek met de persoon die naast je zit je antwoorden op de volgende vragen. Er is geen juist of fout antwoord. Situatieschets: Je ziet in de verte een moeder met haar dochter ruzie maken. De vrouw ziet er heel slank en goed verzorgd uit. Haar dochter is aan de mollige kant en heeft een T-shirt en een korte short aan. Zodra je dichterbij komt, hoor je dat de vrouw haar dochter aan het uitschelden is en dat ze tegen haar schreeuwt dat ze te dik is voor haar T-shirt en short. Je hoort haar schreeuwen dat ze zich schaamt voor haar en dat ze zich afvraagt waarom ze geen knappe, magere dochter heeft, maar in de plaats daarvan een vet kind dat best zoveel mogelijk van haar lichaam zou bedekken. Je hoort haar ook nog zeggen tegen haar dochter dat zij nooit een vriendje zal vinden, dat niemand haar ooit zal willen omwille van haar lichaamsgewicht…. Het meisje staat wat naar de grond te staren, met de tranen in haar ogen en durft niets terugzeggen tegen haar moeder……
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
20
Wanneer ik deze situatie zou tegenkomen als professional dan... is mijn eerste reactie ten opzichte van het kind .:
Is mijn eerste reactie ten opzichte van de pleger:
Wanneer ik deze situatie zou tegenkomen als privépersoon dan is mijn eerste reactie ten opzichte van het kind .:
Is mijn eerste reactie ten opzichte van de pleger:
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Lees de situatieschets die je terugvindt op de slide ‘3.2 Bespreken van de mishandeling- opdracht 1’. Nadat je deze gelezen hebt, bespreek je met je groep hoe je zou reageren tegen het kind en tegen de pleger als je deze situatie tegenkwam. Bespreek ook of er een verschil in reactie zou zijn wanneer je deze situatie in je privéleven tegenkomt of wanneer dat je dit zou tegenkomen op je werk.
De trainer houdt hierna een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vraag:
Wil iemand van jullie zijn antwoorden met de rest van de groep delen?
Opdracht: Het benoemen en bespreken van emotionele mishandeling is nooit eenvoudig ! Vele mensen vinden het niet evident om mensen op dergelijk gedrag aan te spreken. Totdat ze nadenken over de gevoelens en de gevolgen voor het kind. Het bewijs hiervan zie je in onderstaand videofragment.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
21
Formuleer 2 tips die je aan professionals of niet-professionals zou kunnen geven om de mishandeling te bespreken met de betrokken personen.
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Klik nu door naar de slide ‘3.2 Bespreken van de mishandeling- opdracht 2’ en bekijk het videofragment. Na het bekijken ervan, bedenken jullie met je groepje 2 tips die je zou kunnen geven om de mishandeling te bespreken met de betrokken personen.
De trainer houdt hierna een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vragen:
Wie van jullie wil zijn tips delen met de rest? Zijn jullie het eens met deze tips of niet?
De trainer zorgt ervoor dat de volgende tips zeker besproken worden en geeft ze indien nodig zelf mee.
Er zijn verschillende tips voor het bespreekbaar maken van emotionele mishandeling, namelijk o Blijf rustig en lok geen weerstand uit. o Vraag wat er aan de hand is en waarom iemand zo reageert t.o.v. zijn kind. o Vraag wat hij/zij nodig heeft om terug rustig te worden en om de ouderrol terug op te nemen. Hier kan enige tijd voor nodig zijn! o Raad een soort time-out aan, indien nodig. o Toets af bij het kind of het zich in orde voelt. o Ga zelf pas weg als je voelt dat het voor beide partijen in orde is.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
22
3.3 KINDEREN BLOOTGESTELD AAN PARTNERGEWELD 3.3.1 VORMEN VAN BLOOTSTELLING
Doel: De cursisten reflecteren over het feit dat er verschillende vormen bestaan van ‘blootstelling aan geweld’. Opdracht: Blootstelling van kinderen aan partnergeweld verwijst naar de ervaringen van kinderen die in een thuissituatie leven waarbij een volwassene gewelddadig gedrag stelt tegenover een intieme partner. Er zijn verschillende categorieën van blootstelling aan partnergeweld. Dit kan gaan van het (ogenschijnlijk) onbewust zijn van het geweld tot een actieve betrokkenheid.
Probeer samen met een andere cursist om de juiste omschrijving en bijpassende voorbeelden bij het type van blootstelling te plaatsen. Type van blootstelling
Omschrijving
Prenatale blootstelling Tussenkomen Slachtoffer worden Deelnemen Ooggetuige zijn Horen van het geweld Waarnemen van de aanvankelijke gevolgen De nasleep ervaren Horen over het geweld Ogenschijnlijk onbewust zijn Omschrijvingen
omschrijving 1: Het kind wordt verteld over of hoort conversaties over het geweld omschrijving 2: Het kind is niet op de hoogte van het geweld omschrijving 3: Het kind hoort het geweld, zonder het te zien omschrijving 4: Werkelijke of denkbeeldige effecten van partnergeweld op de ontwikkelende foetus omschrijving 5: Het kind wordt verbaal of fysiek aangevallen tijdens het incident omschrijving 6: Het kind wordt gedwongen of neemt ‘vrijwillig’ deel aan het geweld omschrijving 7: Het kind neemt het geweld direct waar omschrijving 8: Het kind ziet sommige van de onmiddellijke gevolgen van het incident omschrijving 9: Het kind ervaart veranderingen in zijn/haar leven ten gevolge van het geweld omschrijving 10: Het kind tracht verbaal of fysiek het geweld te stoppen
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
23
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Het blootstellen van kinderen aan partnergeweld verwijst naar de ervaringen van kinderen die in een thuissituatie leven waarbij een volwassene gewelddadig gedrag stelt tegenover een intieme partner. Er zijn verschillende categorieën van blootstelling aan partnergeweld. De volgende opdracht gaat over deze verschillende categorieën. Probeer samen met jullie groepje om de verschillende delen van het schema op de slide ‘3.3.1 Vormen van blootstelling’ op de correcte manier met elkaar te verbinden. Slechts één van jullie moet de oefening invullen op de computer.
De trainer overloopt daarna de correcte antwoorden met de cursisten en vraagt hierbij ook naar de ervaringen van de cursisten met de verschillende categorieën van blootstelling. Type van blootstelling
Omschrijving
Voorbeelden
Prenatale blootstelling
Werkelijke of denkbeeldige effecten van partnergeweld op de ontwikkelende foetus
De foetus wordt geraakt in de baarmoeder, de moeder leeft in angst, de moeder meent dat het geweld invloed heeft op de foetus
Tussenkomen
Het kind tracht verbaal of fysiek het geweld te stoppen
Het kind vraagt de ouders te stoppen, tracht de moeder te verdedigen
Slachtoffer worden
Het kind wordt verbaal of fysiek aangevallen tijdens het incident
Het kind wordt doelbewust verwond, wordt per ongeluk geraakt door een voorwerp
Deelnemen
Het kind wordt gedwongen of neemt ‘vrijwillig’ deel aan het geweld
Het kind wordt gedwongen deel te nemen aan het geweld, wordt gebruikt om te spioneren, bespot de moeder
Ooggetuige zijn
Het kind neemt het geweld direct waar
Het kind ziet het incident, is aanwezig en hoort verbaal geweld
Horen van het geweld
Het kind hoort het geweld, zonder het te zien
Het kind hoort geroep, bedreigingen, het breken van voorwerpen
Waarnemen van de aanvankelijke gevolgen
Het kind ziet sommige van de onmiddellijke gevolgen van het incident
Het kind ziet blauwe plekken of verwondingen, politie, ziekenwagen, beschadigde voorwerpen, intense emoties
De nasleep ervaren
Het kind ervaart veranderingen in zijn/haar leven ten gevolge van het geweld
Het kind ziet depressie bij de moeder, veranderingen in ouderlijke omgang, scheiding van een ouder, verhuis
Horen over het geweld
Het kind wordt verteld over of hoort conversaties over het geweld
Het kind hoort over het geweld via moeder, broer of zus, familielid of iemand anders
Ogenschijnlijk onbewust zijn
Het kind is niet op de hoogte van het geweld
Het geweld gebeurde wanneer het kind niet thuis was, het kind sliep (ogenschijnlijk) Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
24
3.3.2 GEVOLGEN VAN HET BLOOTGESTELD ZIJN
Doel: Met dit onderdeel willen we verschillende doelen bereiken, namelijk
De cursisten reflecteren over het feit dat intrafamiliaal geweld vaak een intergenerationeel probleem is. De cursisten reflecteren over het feit dat de gevolgen van het blootgesteld zijn aan geweld even ernstig zijn dan wanneer het kind zelf slachtoffer zou zijn. De cursisten reflecteren over het feit dat de gevolgen van de blootstelling aan geweld het meest ernstig zijn wanneer het kind nog jong is. De cursisten reflecteren over de beleving van een kind dat getuige is van intrafamiliaal geweld.
Opdracht: Vervolledig de zin met onderstaande mogelijkheden.
Uit onderzoek blijkt dat de gevolgen van het worden blootgesteld aan geweld
ernstiger even ernstig minder ernstig
kunnen zijn dan die van zelf slachtoffer van geweld zijn.
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Op de slide ‘3.3.2 Gevolgen van het blootgesteld zijn – opdrachten’ zien jullie een oefening staan. Jullie krijgen nu een minuutje om het juiste antwoord in te vullen in de zin die jullie daar kunnen lezen. Er zijn drie mogelijkheden, namelijk ernstiger, even ernstig, minder ernstig. De trainer vermeldt dan het correcte antwoord aan de cursisten:
Uit onderzoek blijkt dat de gevolgen van het worden blootgesteld aan geweld even ernstig kunnen zijn dan die van zelf slachtoffer van geweld zijn. De trainer houdt hierna een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vragen:
Zijn jullie het eens met deze uitspraak of niet? Welke conclusies zou je kunnen trekken uit deze stelling?
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
25
Opdracht: Bekijk onderstaand fragment en bespreek welke gevoelens dit fragment bij je oproept.
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Bekijk nu het videofragment dat je onder de vorige oefening terugvindt. De trainer geeft aan dat dit filmpje niet nagespeeld is en dat het dus om een echte oproep gaat. Bespreek daarna met je groepje welke gevoelens dit fragment bij je oproept.
De trainer houdt hierna een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vragen:
Welke gevoelens roept dit bij jullie op? Hoe zou een kind dit soort situaties beleven? Welke impact denk je dat zo’n ervaring heeft op een kind? Wat zouden mogelijke gevolgen zijn voor een kind van het herhaaldelijk blootgesteld zijn aan intrafamiliaal geweld?
De trainer verwijst voor de mogelijke gevolgen naar de volgende slide op de slide ‘Gevolgen van het blootgesteld zijn- theorie’ en overloopt deze ook kort met de cursisten. Psychologische gevolgen Kluwen van emoties en denkprocessen Schuld Angst Verdriet Boosheid Verwarring Niet veilig voelen …
Herkenbare gevolgen in het gedrag Externaliseren Voorbeelden Agressie Vernielen Luidruchtig gedrag Alcohol of drugs …
Internaliseren Voorbeelden Stil Negatief zelfbeeld Depressie Zelfmoordneigingen …
Cognitieve en sociale gevolgen
Leereffect
Voorbeelden Hechtingsproblemen Minder conflictoplossende vaardigheden Minder goede schoolse prestaties Sociale isolatie …
Kinderen leren door observatie leren dat geweld oké is hogere kans om zelf dader/slachtoffer te worden
Post-traumatische Stress Stoornis
Voornamelijk bij jongens Voornamelijk bij meisjes Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
26
De trainer gebruikt dit schema om aan te brengen dat intrafamiliaal geweld een intergenerationeel probleem is. Hij/ zij kan dit doen door:
Te vragen welke conclusies men kan trekken uit het leereffect van het getuige zijn van geweld. De cursisten het videofragment onder de tabel te laten bekijken en dan te vragen welke conclusies zij hieruit trekken.
3.3.3 BABY’S EN PEUTERS
Doel: De cursisten reflecteren over het feit dat de gevolgen van de blootstelling aan geweld het meest ernstig zijn wanneer het kind nog jong is.
Opdracht: Vul onderstaande oefening in.
Wanneer een baby zijn ouders elke dag hoort ruzie maken, dan zal dit minder schade aanrichten, dan wanneer hij dit pas begint te horen op 8-jarige leeftijd. Waar
Niet waar
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Op de slide ‘Baby’s en peuters- opdracht’ zien jullie een oefening staan. Jullie krijgen nu een minuutje om te beoordelen of de stelling die jullie daar zien waar of niet waar is. De trainer vermeldt dan het correcte antwoord aan de cursisten:
De stelling “Wanneer een baby zijn ouders elke dag hoort ruzie maken, dan zal dit minder fysieke/emotionele schade aanrichten, dan wanneer hij dit pas begint te horen op 8-jarige leeftijd.” is niet waar.
De trainer houdt hierna een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vraag:
Waarom zouden baby’s ernstigere gevolgen kunnen ervaren van het blootgesteld zijn aan geweld, dan bijvoorbeeld 7-jarigen?
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
27
De trainer zorgt ervoor dat de onderstaande antwoorden zeker besproken worden:
Een kind krijgt tijdens een dergelijke ervaring een overdosis aan alarmprikkels, waardoor de hersenen zich zo ontwikkelen dat ze op gevaar en op overleven zijn afgestemd. Dit alles kan o.a. leiden tot een verminderde hersenontwikkeling, een algemene ontwikkelingsachterstand, leerproblemen en stoornissen in de beheersing van impulsief gedrag. Bij wetenschappelijk onderzoek zijn er aanwijzingen gevonden dat deze veranderingen onomkeerbaar zouden zijn. Daarnaast benadrukt de trainer dat het blootgesteld zijn aan intrafamiliaal geweld ernstige gevolgen heeft voor alle kinderen en dat dit dus zeker ook onder de term (emotionele) kindermishandeling valt.
3.4 VECHTSCHEIDINGEN
Doel: Met dit onderdeel willen we verschillende doelen bereiken, namelijk
De cursisten reflecteren over het feit dat vechtscheidingen ook tot de problematiek van emotionele kindermishandeling behoren. Erkenning geven aan de complexiteit van de problematiek van vechtscheidingen en de gevolgen die het met zich meebrengt.
Opdracht:
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
28
Overleg samen met een andere cursist waarom ‘vechtscheidingen’ ook onder de noemer emotionele mishandeling kunnen geplaatst worden.
Bedenk dan samen 3 tips die je aan een professional zou geven om om te gaan met dit fenomeen.
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Op de slide ‘3.4 Vechtscheidingen - opdracht’ zien jullie een korte cartoon staan. Nadat jullie deze gelezen hebben, overleggen jullie met je groepje waarom ‘vechtscheidingen’ ook onder de noemer van emotionele mishandeling kunnen geplaatst worden. Deel ook zeker jullie ervaringen met deze problematiek met elkaar. Noteer drie tips die je aan een professional zou kunnen geven om om te kunnen gaan met dit fenomeen.
De trainer zorgt ervoor dat de onderstaande antwoorden zeker besproken worden:
Er zijn verschillende redenen waarom vechtscheidingen onder de noemer van emotionele mishandeling geplaatst kunnen worden, bijvoorbeeld o Kinderen worden vaak blootgesteld aan verbale en/of fysieke agressie tussen beide ouders. o Kinderen worden ingezet als machtsmiddel. o De ene ouder breekt de andere vaak af en/of wil die zwartmaken (‘Je bent niet meer belangrijk voor je papa, hij is blij dat hij je niet altijd moet zien’). o Kinderen kampen met verdriet, schuldgevoelens (‘mama vindt het niet leuk dat ik graag naar papa ga’), loyaliteitsgevoelens, ….
Er zijn verschillende aandachtspunten en tips die je aan professionals kan geven om te kunnen omgaan met vechtscheidingen o Hou er rekening mee dat kinderen altijd loyaal blijven naar 1 of beide ouders. o Benoem dat het voor kinderen moeilijk is om tussen twee vuren te zitten, dat zij niet horen te kiezen. o Ga pas weg als het voor iedereen oké is. o Ga na of er voldoende veiligheid voor iedereen is in het gezin. o Indien er niet voldoende veiligheid is, zoek dan naar manieren om hier wel voor te zorgen.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
29
Opdracht: Hieronder vind je een getuigenis van een kind over zijn ervaringen met een (v)echtscheiding. Bekijk het onderstaande videofragment en reflecteer over de volgende vragen:
Welke redenen haalt de jongen aan waarom je vechtscheidingen ook als emotionele kindermishandeling kan zien?
Wat zijn de mogelijke gevolgen van het ‘kind van een (v)echtscheiding’- zijn?
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten
“Bekijk het videofragment dat jullie terugvinden op de slide ‘3.4 Vechtscheidingen – getuigenis’. In dit fragment zal een jongetje over zijn ervaringen met de vechtscheiding van zijn ouders spreken.“
Na het bekijken van het videofragment, stelt de trainer de volgende vragen aan de cursisten:
“Welke redenen haalt de jongen aan waarom je vechtscheidingen ook als emotionele kindermishandeling kan bezien?” “Wat zijn de mogelijke gevolgen van het ‘kind van een (v)echtscheiding- zijn’?”
De trainer zorgt ervoor dat de volgende antwoorden zeker besproken worden:
Welke redenen haalt de jongen aan waarom je vechtscheidingen ook als emotionele kindermishandeling kan bezien? o “Als jullie ruzie maken en mij in het middel plaatsen, geven jullie me de boodschap dat winnen van elkaar belangrijker is dan ik.” o Jullie leren me dat ik het kind ben van iemand die ‘slecht’ is en niet kan liefhebben, en dat ik daardoor ook ‘fout’ ben “goede dingen gebeuren bij goede mensen... dan zal ik wel een slecht mens zijn...” Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
30
Wat zijn de mogelijke gevolgen van het ‘kind van een (v)echtscheiding’- zijn volgens het jongetje? o Zij voelen zich ook gekwetst door de situatie. o ‘Mijn hart breekt telkens als ik van ouder moet wisselen’ o Hun veiligheidsgevoel is weg. o “Als jullie ruzie maken en mij in het midden plaatsen, geven jullie me de boodschap dat winnen van elkaar belangrijker is dan ik.” o Jullie leren me dat ik het kind ben van iemand die ‘slecht’ is en niet kan liefhebben, en dat ik daardoor ook ‘fout’ ben o “Jullie vullen me met volwassen pijnen en stelen mijn jeugd.” o “Jullie nemen het geloof weg dat liefde onvoorwaardelijk kan zijn en vervangen dit door de boodschap dat ik hard moet worden, want als ik iemand graag zou zien, dan zou ik alleen maar gekwetst worden en dat zou ik niet te boven komen.” o “Jullie zorgen ervoor dat ik zelf een hoger risico loop om te scheiden later.”
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
31
4 VERWAARLOZING DOELEN EN TIJDSBESTEDING DOELEN
De cursisten reflecteren over de definitie van fysieke verwaarlozing. De cursisten reflecteren over het feit dat er verschillende vormen bestaan van fysieke verwaarlozing. De cursisten kunnen mogelijke signalen van fysieke verwaarlozing herkennen. De cursisten reflecteren over de definitie van emotionele verwaarlozing. De cursisten reflecteren over het feit dat de effecten van het gedrag van de opvoeder(s) doorslaggevend zijn wanneer er bepaald moet worden of er sprake is van emotionele verwaarlozing en niet de intentie van de opvoeder(s). De cursisten reflecteren over het feit dat er verschillende vormen bestaan van emotionele verwaarlozing. De cursisten reflecteren over het feit dat de gevolgen van emotionele verwaarlozing het meest ernstig zijn wanneer het kind nog jong is. De cursisten reflecteren over de beleving van een kind dat emotioneel verwaarloosd wordt.
TIJDSBESTEDING Dit onderdeel zal ongeveer 30 minuten in beslag nemen.
4.1 FYSIEKE VERWAARLOZING 4.1.1 DEFINTIE
Doel: De cursisten reflecteren over de definitie van fysieke verwaarlozing. Instructies voor de trainer: De trainer bespreekt kort de definitie van fysieke verwaarlozing en vertelt dat de cursisten deze ook kunnen terugvinden op de slide ‘4.1.1 Definitie’.
Fysieke verwaarlozing verwijst
naar geïsoleerde incidenten maar ook naar een patroon van tekortkoming door een ouder of andere volwassene om te voorzien in de ontwikkeling en het welzijn van een kind op één of meer van de volgende vlakken: o Gezondheid o Opvoeding o Voeding o Huisvesting o Veilige levensomstandigheden Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
32
OPTIONELE VRAGEN
Kan je een concreet voorbeeld geven van een van de onderlijnde woorden? Kom je vaak in aanraking met fysieke verwaarlozing tijdens je werk? Op welke manier kom je in aanraking met fysieke verwaarlozing tijdens je werk? Kan je een concreet voorbeeld geven van een situatie waarin je geconfronteerd werd met fysieke verwaarlozing?
4.1.2 VORMEN
Doel: De cursisten reflecteren over het feit dat er verschillende vormen bestaan van fysieke verwaarlozing en kunnen mogelijke signalen van fysieke verwaarlozing herkennen.
Instructies voor de trainer: De trainer bespreekt kort de verschillende vormen van fysieke verwaarlozing en vertelt dat de cursisten deze ook kunnen terugvinden op de slide ‘4.1.2 Vormen- theorie’. Categorieën Onachtzaamheid
Weigeren de zorg op zich te nemen
Weigeren van medische zorg
Toezicht verwaarlozing
Voorbeeld uit het videofragment Onvoldoende aandacht voor voeding, persoonlijke hygiëne, kleding, veilige huisvesting, lichamelijke noden, veiligheid in de auto Achterlaten of in de steek laten, permanent of tijdelijk uit huis sturen zonder andere geschikte zorg te regelen, weigeren het kind op te nemen nadat het is weggelopen Geen of laattijdige professionele hulp inschakelen bij gezondheidsprobleem, weigeren van medische behandeling wanneer nodig Kind niet tijdig waarschuwen voor gevaar, geen maatregelen nemen om veiligheid te verzekeren, gevaarlijke voorwerpen binnen bereik laten liggen
Opdracht: Bekijk de videofragmenten. Geef voor elke categorie een voorbeeld uit het videofragment
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
33
Onachtzaamheid
Weigeren de zorg op zich te nemen
Weigeren van medische zorg
Toezicht verwaarlozing
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Op de slide ‘4.2.2 Vormen- theorie’ zien jullie twee videofragmenten staan. Het is de bedoeling dat jullie deze twee fragmenten bekijken en daarna de tabel eronder aanvullen met voorbeelden uit de videofragmenten.
De trainer zorgt ervoor dat de onderstaande antwoorden zeker besproken worden: Categorieën Onachtzaamheid Weigeren de zorg op zich te nemen Weigeren van medische zorg Toezicht verwaarlozing
Voorbeeld uit het videofragment Niet voldoende eten, het meisje ‘stinkt’, overal kakkerlakken in het huis, … Babysitter die nooit goed oplet Niet naar de tandarts gaan Lucifers op de vloer
4.2 EMOTIONELE VERWAARLOZING
Doelen: Met dit onderdeel willen we verschillende doelen bereiken, namelijk
De cursisten reflecteren over de definitie van emotionele verwaarlozing. De cursisten reflecteren over het feit dat de effecten van het gedrag van de opvoeder(s) doorslaggevend zijn wanneer er bepaald moet worden of er sprake is van emotionele verwaarlozing en niet de intentie van de opvoeder(s). De cursisten reflecteren over het feit dat er verschillende vormen bestaan van emotionele verwaarlozing. De cursisten reflecteren over de beleving van een kind dat emotioneel verwaarloosd wordt. De cursisten reflecteren over het feit dat de gevolgen van emotionele verwaarlozing het meest ernstig zijn wanneer het kind nog jong is.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
34
4.2.1 DEFINITIE
Instructies voor de trainer: De trainer bespreekt kort de definitie van emotionele verwaarlozing en vertelt dat de cursisten deze ook kunnen terugvinden op de slide ‘4.2.1 Definitie’.
Emotionele verwaarlozing verwijst
zowel naar geïsoleerde incidenten als naar een patroon van tekortkoming door een ouder of andere volwassenen om te voorzien in de ontwikkeling en het welzijn van een kind op vlak van o opvoeding o emotionele ontwikkeling.
OPTIONELE VRAGEN
Kan je een concreet voorbeeld geven van een van de onderlijnde woorden? Kom je vaak in aanraking met emotionele verwaarlozing tijdens je werk? Op welke manier kom je in aanraking met emotionele verwaarlozing tijdens je werk? Kan je een concreet voorbeeld geven van een situatie waarin je geconfronteerd werd met emotionele verwaarlozing?
De trainer houdt hierna een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vragen:
Wanneer je moet bepalen of er in een situatie sprake is van (emotionele) verwaarlozing, dan zal je altijd kijken naar de effecten van het gedrag dat de opvoeder stelt en minder naar diens intentie.
Hoe komt dat volgens jou? Kan je daar een concreet voorbeeld van geven? Heeft iemand van de klasgroep al ooit met een dergelijke situatie te maken gehad en wil deze persoon zijn ervaringen hierrond delen met de anderen?
4.2.2 VORMEN
Doel: De cursisten reflecteren over het feit dat er verschillende vormen bestaan van emotionele verwaarlozing. Instructies voor de trainer: De trainer bespreekt kort de twee vormen van emotionele verwaarlozing en vertelt dat de cursisten deze ook kunnen terugvinden op de slide ‘ 4.2.2 Vormen’.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
35
Categorieën Emotionele ontoegankelijkheid
Educatieve verwaarlozing
Voorbeeld uit het videofragment Afstandelijk zijn, niet betrokken zijn, enkel noodzakelijke interactie onderhouden, weinig of geen warmte of verzorging geven, weinig of geen complimenten geven Gebrek aan stimuleren van sociale, psychomotorische en schoolse ontwikkeling, thuis houden van school
4.2.3 GEVOLGEN
Doelen: Met dit onderdeel willen we verschillende doelen bereiken, namelijk
De cursisten reflecteren over de beleving van een kind dat emotioneel verwaarloosd wordt. De cursisten reflecteren over het feit dat de gevolgen van emotionele verwaarlozing het meest ernstig zijn wanneer het kind nog jong is.
Opdracht: Bekijk het onderstaande videofragment.
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Open de slide ‘4.2.3 Gevolgen’ en bekijk het videofragment. De trainer houdt hierna een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vraag:
In het videofragment reageerde een anders zeer betrokken moeder niet op haar baby. Welke tekens van ongemak kon je herkennen bij de baby?
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
36
De trainer stelt hierna de volgende vraag aan de cursisten:
Op de slide ‘4.2.3 Gevolgen’ zien jullie eveneens een afbeelding van twee hersenscans van kinderen. De linkse hersenscan is afkomstig van een kind dat niet emotioneel verwaarloosd werd en de rechterscan is afkomstig van een zwaar emotioneel verwaarloosd kind. Welke conclusies trekken jullie hieruit?
De trainer zorgt ervoor dat de onderstaande antwoorden zeker besproken worden: Van alle vormen zou deze vorm de meest schadelijke effecten veroorzaken voor de ontwikkeling van het kind.
Emotionele verwaarlozing is uitermate schadelijk tijdens de eerste twee levensjaren. In die fase is de invloed op de ontwikkeling van de hersenen en de hechting van het kind uitermate groot. Emotionele voeding bij baby’s is dus erg belangrijk voor de volgende fasen van de psychologische ontwikkeling
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
37
5 SEKSUELE KINDERMISHANDELING DOELEN EN TIJDSBESTEDING DOELEN
De cursisten reflecteren over de definitie van seksuele kindermishandeling. De cursisten reflecteren over het feit dat er geen lichamelijk contact vereist is om te spreken van seksueel misbruik. De cursisten kunnen typische kenmerken van seksuele kindermishandeling herkennen. De cursisten reflecteren over mogelijke gedragssignalen van seksuele kindermishandeling . De cursisten reflecteren over mogelijke gevolgen van seksuele kindermishandeling.
TIJDSBESTEDING Dit onderdeel zal ongeveer 30 minuten in beslag nemen.
5.1 DEFINITIE
Doel: Met dit onderdeel willen we verschillende doelen bereiken, namelijk
De cursisten reflecteren over de definitie van seksuele kindermishandeling. De cursisten reflecteren over het feit dat er geen lichamelijk contact vereist is om te spreken van seksueel misbruik.
Opdracht: Geef aan of de volgende stellingen waar of niet waar zijn:
Lichamelijk contact is altijd vereist om te spreken van seksueel misbruik. Waar
Niet waar
Enkel volwassenen kunnen kinderen seksueel misbruiken. Waar
Niet waar
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
38
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Op de slide ‘5.1.1 Definitie- opdracht ’ zien jullie twee stellingen staan. Jullie krijgen nu een minuutje om aan te geven of deze stellingen correct of niet correct zijn. De trainer vermeldt dan het correcte antwoord aan de cursisten:
Lichamelijk contact is altijd vereist om te spreken van seksueel misbruik. Deze stelling is niet waar. Ook exhibitionisme, het verplicht kijken naar pornografie of seksuele handelingen tussen anderen of het maken van pornografie is seksueel misbruik.
Enkel volwassenen kunnen kinderen seksueel misbruiken. Deze stelling is niet waar. Kinderen kunnen ook misbruikt worden door andere kinderen die – omwille van hun leeftijd of ontwikkelingsniveau – een positie van verantwoordelijkheid, vertrouwen of macht innemen ten opzichte van het slachtoffer.
De trainer bespreekt kort de definitie van seksuele kindermishandeling en vertelt dat de cursisten deze ook kunnen terugvinden op de slide ‘5.1.1 Definitie - theorie’.
Seksueel misbruik is het betrekken van een kind in een seksuele activiteit
die het nog niet volledig begrijpt, waarvoor het niet in staat is om volledige toestemming te geven waarvoor het kind nog onvoldoende ontwikkeld is die ingaat tegen de wetgeving of sociale taboes van een samenleving.
OPTIONELE VRAGEN
Kan je een concreet voorbeeld geven van een van de onderlijnde woorden? Kom je vaak in aanraking met seksuele kindermishandeling tijdens je werk? Op welke manier kom je in aanraking met seksuele kindermishandeling tijdens je werk? Kan je een concreet voorbeeld geven van een situatie waarin je geconfronteerd werd met seksuele kindermishandeling?
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
39
5.2 KENMERKEN
Doel: De cursisten kunnen typische kenmerken van seksuele kindermishandeling herkennen. Opdracht: Lees onderstaande tekst en klik dan door naar de volgende slide. Kim heeft vandaag geen school. Het is de eerste keer dat ze alleen dan mag thuisblijven van haar ouders, maar ze is dan ook al 12 jaar. Ze is toch geen kind meer. Na lang uitgeslapen te hebben en een lekker middagmaal te eten, beslist ze wat televisie te gaan kijken. Hopelijk is er iets leuks op de televisie. Ze begint te zappen en hoort de begintune van een bekend praatprogramma. Kim neuriet mee, want ze kent de begintune. Haar mama kijkt ook altijd naar dit programma en af en toe mag Kim zelfs meekijken. ‘Welkom. Vandaag praten we met mensen die seksueel misbruikt zijn', zegt de presentator. Op het scherm verschijnt de zin 'Mijn lichaam is van mij en van mij alleen!'. Kim krijgt het warm en kijkt even om zich heen. Gelukkig is ze alleen thuis. 'Mijn lichaam is van mij en van mij alleen!' Kim denkt meteen aan de dingen die haar vader bij haar doet. Ze voelt weer zijn handen over haar borsten gaan, over haar buik en in haar slipje. 'Zou dat nu eigenlijk seksueel misbruik zijn?', denkt ze. Papa zegt dat het gewoon een spelletje is en dat alle papa’s dat doen als ze hun kinderen in bed stoppen. Dat kan wel goed zijn, maar zij vindt het in ieder geval niet leuk. ‘Bleef hij toch maar van mij af!', zucht ze. Eigenlijk wil ze er eens met iemand over praten, maar ze kan haar papa toch niet verklikken? Papa zou echt boos op haar worden als zij dat tegen iemand zou vertellen en dan zou ze misschien wel van ballet af moeten. Want papa zei gisteren nog: 'Wij hebben het altijd zo gezellig samen. Dat is een geheimpje dat niemand mag weten. En niet verklappen hoor, want dan mag je niet meer naar ballet.' Plus, papa is altijd zo lief voor haar de dagen erna. Ze krijgt dan vaak cadeautjes, die papa speciaal voor zijn lieve meid koopt omdat hij haar graag ziet. Op de televisie komen drie mensen aan het woord. Een blonde vrouw vertelt: 'Ik heb er jaren mee rondgelopen en ik durfde het nooit tegen iemand te vertellen.' Het jongere meisje zegt: 'Ik dacht dat die spelletjes normaal waren, dat alle vaders dat met hun kinderen deden.’ ‘Mijn vader zei dat hij het aan mijn moeder zou vertellen en dat zij dan heel boos op mij zou worden', zegt de derde man, 'Want ik zou begonnen zijn, toen we een keer zaten te knuffelen.' Nu is Kim helemaal in de war. Zouden die spelletjes dan toch meer zijn dan wat spelletjes? Kim beslist om toch eens met haar tante hierover te praten. Niet met mama, die zou meteen beginnen te huilen en ruzie te maken met papa en dat wil Kim nu ook weer niet. In het verhaal van Kim kwamen een zevental specifieke kenmerken van seksuele kindermishandeling naar voren. Probeer er hieronder zoveel mogelijk op te sommen, zonder het verhaal terug te gaan lezen.
Kenmerken uit de tekst
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
40
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Op de slide ‘5.3 Kenmerken – opdracht (deel 1)’ zien jullie een casus staan. Het is de bedoeling dat jullie die aandachtig lezen en dan doorklikken naar de volgende slide, waar jullie een oefening over de casus zullen moeten invullen. Julie mogen hiervoor overleggen met de andere cursisten uit jullie groepje. Binnen een tiental minuten zullen we jullie antwoorden overlopen.
De trainer start hierna een interactief klasgesprek en bevraagt de verschillende antwoorden van de cursisten. Hij/Zij zorgt ervoor dat onderstaande typische kenmerken zeker aan bod komen. Het is belangrijk dat de trainer niet alleen de kenmerken uit deze tekst bespreekt, maar dat hij/zij deze ook veralgemeent naar de algemene typische kenmerken van seksuele kindermishandeling. Kenmerken van seksuele kindermishandeling 1 2 3 4
5
6
7
Kenmerken uit de tekst Misbruik door vader
Typische kenmerken Het misbruik gebeurt door iemand uit de dichte omgeving Machtsoverwicht door vader Er is sprake van een machtsoverwicht. Aanrakingen,… Seksuele handelingen “Dit is ons geheimpje dat niemand mag weten. En Geheimhouding vragen/eisen van het niet verklappen hoor, want dan mag je niet meer slachtoffer naar ballet” “Papa is altijd zo lief voor haar de dagen erna. Ze Het slachtoffer voelt zich schuldig en legt krijgt dan vaak cadeautjes” + “Want ik zou (gedeeltelijk) de schuld bij zichzelf. begonnen zijn, toen we een keer zaten te knuffelen.” “En niet verklappen hoor, want dan mag je niet Er is ook altijd sprake van een andere vorm van meer naar ballet” + “Mijn vader zei dat hij het aan mishandeling (emotionele en fysieke mijn moeder zou vertellen en dat zij dan heel boos mishandeling) op mij zou worden.” “Ik vind dit echt zo leuk tussen ons. Dit doet mij Misbruik is ingegeven door de seksuele zoveel deugd telkens om zo kort bij je te zijn.” behoeften van de pleger.
5.3 SIGNALEN
Doel: De cursisten reflecteren over mogelijke gedragssignalen van seksuele kindermishandeling . Instructies voor de trainer: De trainer bespreekt kort de mogelijke gedragssignalen die slachtoffers van seksuele mishandeling kunnen uitzenden. Hij/zij benadrukt hierbij dat het niet gemakkelijk is om dergelijke signalen onmiddellijk te linken aan misbruik, aangezien het vaak om vage en aspecifieke signalen gaat die ook aan vele andere dingen te linken zijn. De trainer geeft aan de cursisten mee dat ze deze signalen kunnen terugvinden op de slide ‘5.3 Signalen’.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
41
Signalen van seksuele kindermishandeling Angstsignalen Seksuele signalen Algemene gedragssignalen Lichamelijke signalen
Bv. schrikreacties bij aanraking, angst voor een bepaalde persoon, opnieuw bedplassen of duimzuigen bij kinderen, … Bv. zich niet durven of willen ontkleden, afkeer van seks of juist overmatige interesse in seks, … Bv. slaapproblemen, eetproblemen, concentratiestoornissen... Bv. zwelling of verwondingen aan geslachtsdelen, soa's, ongeplande zwangerschap, …
De trainer houdt hierna een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vraag:
Wat kan je doen wanneer je een kind tegenkomt dat een/meerdere van dergelijke signalen uitzendt ?
5.4 GEVOLGEN
Doel: De cursisten reflecteren over mogelijke gevolgen van seksuele kindermishandeling. Instructies voor de trainer: De trainer houdt een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vraag:
Wat zouden mogelijke gevolgen kunnen zijn voor een slachtoffer van seksuele kindermishandeling? De trainer zorgt ervoor de volgende antwoorden worden besproken: Gevolgen van seksuele kindermishandeling Wantrouwen en loyaliteitsconflicten Schaamte- en verantwoordelijkheidsgevoel
Afkeer van zichzelf
Depressie
Zwangerschap
Verslavingen
Lichamelijke klachten
Relationele problemen
Moeite met grenzen stellen
Agressief gedrag
Genitale klachten
Seksuele problemen
Eetstoornissen
SOA’s
Post-traumatische stress stoornis Angststoornissen
OPTIONELE VRAGEN o o o o o
Waarom zou een slachtoffer loyaliteitsconflicten voelen ten opzichte van de dader? Waarom zou een slachtoffer zich verantwoordelijk kunnen voelen? Waarom zou een slachtoffer moeite hebben met het stellen van grenzen? Kan je een concreet voorbeeld geven van een van de mogelijke gevolgen? Op welke manier kunnen deze gevolgen het leven van een slachtoffer beïnvloeden?
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
42
6 IN MIJN JOB… DOELEN EN TIJDSBESTEDING DOELEN
De cursisten reflecteren over hun ervaringen met kindermishandeling. De cursisten reflecteren over hun gevoelens wanneer ze in aanraking komen met situaties van kindermishandeling. De cursisten reflecteren over personen bij wie ze terecht kunnen voor ondersteuning wanneer ze in contact komen met situaties van kindermishandeling. De cursisten reflecteren over de manier waarop ze in contact kunnen komen met fysieke kindermishandeling. De cursisten reflecteren over mogelijke tips voor professionals die in contact komen met fysieke kindermishandeling. De cursisten reflecteren over de manier waarop ze in contact kunnen komen met kinderen die getuigen zijn van intrafamiliaal geweld. De cursisten reflecteren over mogelijke tips voor professionals die in contact komen met kinderen die getuigen zijn van intrafamiliaal geweld. De cursisten reflecteren over de manier waarop ze in contact kunnen komen met vechtscheidingen. De cursisten reflecteren over mogelijke tips voor professionals die in contact komen met vechtscheidingen. De cursisten reflecteren over de manier waarop ze in contact kunnen komen met verwaarlozing. De cursisten reflecteren over mogelijke tips voor professionals die in contact komen met verwaarlozing. De cursisten reflecteren over de manier waarop ze in contact kunnen komen met seksuele kindermishandeling. De cursisten reflecteren over mogelijke tips voor professionals die in contact komen met seksuele kindermishandeling.
TIJDSBESTEDING Dit onderdeel zal ongeveer 75 minuten in beslag nemen.
6.1 EIGEN ERVARINGEN
Doel: Met dit onderdeel willen we verschillende doelen bereiken, namelijk
De cursisten reflecteren over hun ervaringen met kindermishandeling. De cursisten reflecteren over hun gevoelens wanneer ze in aanraking komen met situaties van kindermishandeling. De cursisten reflecteren over personen bij wie ze terecht kunnen voor ondersteuning wanneer ze in contact komen met situaties van kindermishandeling.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
43
Opdracht: Geef aan in welke mate je in contact komt met de verschillende vormen van kindermishandeling tijdens het uitoefenen van je job. Begin met hoge mate naar lage mate.
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de cursisten de volgende opdracht:
Op de slide ‘Eigen ervaringen’ zien jullie de verschillende vormen van kindermishandeling staan die we vandaag besproken hebben. Geef aan in welke mate je in contact komt met de verschillende vormen van kindermishandeling tijdens het uitoefenen van je job. Je rangschikt de vormen op een continuüm van meest naar minst mee in contact. De trainer krijgt de antwoorden van de cursisten te zien en gebruikt deze om een interactief klasgesprek te starten. Daarnaast kan hij/zij ook nog de volgende vragen stellen.
Het is altijd moeilijk om met kindermishandeling om te gaan, maar als je 1 vorm moest kiezen die je het moeilijkste vindt om mee om te gaan, welke is dat dan? Welke gevoelens roept het bij je op als je een situatie van kindermishandeling tegenkomt? Hoe ga je er persoonlijk mee om als je een situatie van kindermishandeling tegenkomt? Mocht je ooit een situatie van kindermishandeling tegenkomen die je echt volledig overstuur maakt, weet je dan bij wie je terecht kan om hierover te praten?
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
44
6.2 OMGAAN MET KINDERMISHANDELING
Doel: Met dit onderdeel willen we verschillende doelen bereiken, namelijk
De cursisten reflecteren over de manier waarop ze in contact kunnen komen met fysieke kindermishandeling. De cursisten reflecteren over mogelijke tips voor professionals die in contact komen met fysieke kindermishandeling. De cursisten reflecteren over de manier waarop ze in contact kunnen komen met kinderen die getuigen zijn van intrafamiliaal geweld. De cursisten reflecteren over mogelijke tips voor professionals die in contact komen met kinderen die getuigen zijn van intrafamiliaal geweld. De cursisten reflecteren over de manier waarop ze in contact kunnen komen met vechtscheidingen. De cursisten reflecteren over mogelijke tips voor professionals die in contact komen met vechtscheidingen. De cursisten reflecteren over de manier waarop ze in contact kunnen komen met verwaarlozing. De cursisten reflecteren over mogelijke tips voor professionals die in contact komen met verwaarlozing. De cursisten reflecteren over de manier waarop ze in contact kunnen komen met seksuele kindermishandeling. De cursisten reflecteren over mogelijke tips voor professionals die in contact komen met seksuele kindermishandeling.
Opdracht: Hieronder vind je enkele casussen die te maken hebben met kindermishandeling. Bespreek met een medecursist op welke manier jij als professional zou kunnen betrokken worden bij deze casus en hoe jij er op zou reageren? Geef ook telkens 1 of meer tips die professionals kunnen gebruiken wanneer ze geconfronteerd worden met dit soort casuïstiek.
CASUS 1 Vandaag was er familiefeest bij de familie Thomassen, want Sara werd 7 jaar. Het begon leuk, maar gaandeweg het feest begon haar oudere broer Tim (13 jaar) een grote mond op te zetten. Hij wilde ook niet aan tafel komen, hij wilde zijn bord niet leeg eten en tafelmanieren had hij ook niet echt. Papa nam Tim dan maar even apart in de keuken, want het moest gedaan zijn met dat onbeschofte gedrag. In plaats van deze preek te aanvaarden, begon Tim papa te antwoorden en zelfs uit te lachen. Toen ontplofte er iets in papa’s hoofd. Hij sleurde Tim mee naar zijn kamer, gooide hem op bed, gaf een klap in zijn gezicht en stampte hard tegen zijn benen. Tim probeerde zich achter een kussen te verstoppen. Hij schreeuwde zo luid hij kon dat papa moest ophouden en dat papa hem pijn deed. Beneden keek iedereen elkaar aan, maar niemand wist hoe ze hierop moesten reageren. Mama haalde haar schouders op en zei: “Het is Tim zijn eigen fout. De laatste tijd luistert hij nooit, dus moeten we ervoor zorgen dat hij luistert.” Niemand durfde hierop te reageren. Na het feest besloot een bezorgde tante dat ze niet langer kon zwijgen en ze nam de telefoon op. Zij contacteerde jouw organisatie/dienst met dit verhaal.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
45
CASUS 2 Jarne (11 jaar) heeft het thuis niet gemakkelijk. Hij is de oudste in een gezin met 3 kinderen. Hij voelt zich erg verantwoordelijk voor zijn 2 kleine zusjes. Hij probeert ervoor te zorgen dat zij zo weinig mogelijk last hebben van de ruzies thuis. De laatste tijd maken mama en papa steeds meer ruzie. Soms wordt er zelfs gevochten. Jarne gaat dan met zijn zusjes naar boven op zijn kamer. Hij zet de muziek op en speelt spelletjes met hen. Zijn zusjes lijken gelukkig niet veel te horen van wat er zich beneden afspeelt, maar Jarne wel. Hij hoort alles. En hij is bang. Bang dat het niet stopt. Bang dat het verkeerd gaat aflopen. Het is al vaker gebeurd dat mama blauwe plekken of een verwonding heeft opgelopen. De laatste keer was het heel erg. Toen had papa mama van de trap geduwd en daarna was papa terug weggegaan. Jarne had zijn mama onderaan de trap teruggevonden. Haar been in een gekke hoek, haar hoofd dat bloedde en mama reageerde ook niet op Jarne. Hoe hard hij ook riep tegen mama dat ze moest wakker worden, ze werd maar niet wakker. Toen heeft Jarne de telefoon genomen en gebeld naar de hulpdiensten.
CASUS 3 De ouders van Stan (6 jaar) zijn gescheiden. De ene week woont Stan bij zijn mama en haar vriend, de andere week bij papa. Elke week wisselt hij. In het begin vond hij dit niet zo fijn, maar ondertussen is hij het zo gewoon. Het liefste zou Stan willen dat zijn ouders niet gescheiden zouden zijn, maar ze maakten zoveel ruzie dat de scheiding voor hem niet eens zo’n slecht nieuws was. Helaas zijn de ruzies na de echtscheiding gewoon doorgegaan. Elke keer als hij van de ene naar de andere verhuist, slagen mama en papa erin om met elkaar ruzie te maken of elkaar uit te schelden. Er is altijd wel iets aan de hand. Deze keer moest hij weer naar de dokter met papa. Volgens papa is het niet normaal dat Stan zulke blauwe plekken heeft als hij van mama komt en papa vindt de vorm van sommige blauwe plekken ook verdacht. Stan durft niet te vertellen dat die blauwe plekken inderdaad komen door de nieuwe vriend van mama, dus liegt hij maar; “Ik ben van de schommel gevallen, ik ben tegen de tafel gelopen, ik ben met de fiets gevallen,…” Papa zou zo boos worden dan. Wie weet wat hij zou doen… De dokter gelooft het verhaal van papa en contacteert jullie dienst met dit verhaal.
CASUS 4 Kleuterjuf Claudia maakt zich zorgen over Tamara (4 jaar). Het meisje haar haren zijn altijd vettig en vol knopen en haar kleren zijn meestal te groot of te klein en zitten vol gaten. Het gebeurt ook wel dat Tamara geen boterhammen bijheeft op school en fruit heeft ze ook nog nooit gezien in Tamara’s boekentas. Het meisje klaagt ook vaker dat ze honger heeft en dat ze niet naar huis wilt, want het is veel leuker op school. Ze vertelt ook tegen de andere kindjes op de speelplaats dat ze juf Claudia super lief vindt, want ze krijgt af en toe koekjes of zelfs een stukje boterham van haar juf en die speelt ook met haar. Echt spelen, niet gewoon samen tv-kijken! Juf Claudia trekt met haar verhaal naar haar directeur. Samen beslissen ze om jullie dienst te contacteren met dit verhaal.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
46
CASUS 5 Op woensdagnamiddag gaat Marijke (11 jaar) steeds naar haar grootouders. Dat doet ze al jaren zo. Oma en opa doen vaak leuke dingen met haar. Marijke gaat graag naar oma en opa, behalve wanneer haar oom Frank thuis is. Oom Frank is de broer van mama. Hij woont nog thuis bij oma en opa. Af en toe gebeurt het dat oma en opa niet thuis zijn en dat Marijke bij oom Frank blijft. Eigenlijk is oom Frank wel leuk, behalve wanneer hij vieze dingen doet. De eerste keer had hij Marijke gevraagd of ze zin had om naar een film te komen kijken op zijn kamer. Dat leek Marijke een goed idee. Ze vond het een vieze film, maar ze hadden samen goed gelachen. Toen oom Frank een volgende keer weer een vieze film wou kijken, durfde Marijke niet te zeggen dat ze dat eigenlijk niet wou. Oom Frank zei dat Marijke toch niet zou willen dat oma en opa zouden weten dat ze samen naar zo’n film gekeken hadden. Dus bleef Marijke meekijken. Maar oom Frank begon ook vieze dingen te doen met haar. Zij moest hem aanraken, net zoals in de film. En hij wou haar aanraken, net zoals in de film. Grote mensen doen zo’n dingen, volgens oom Frank. Marijke zei dat zij nog geen grote mens was en dat ze dit niet wou, maar oom Frank deed gewoon door. Sinds oma en opa bij een wandelclub aangesloten waren, was Marijke steeds vaker alleen bij oom Frank. En het vieze gedoe ging maar verder. Marijke was ten einde raad. Ze had geen idee hoe ze oom Frank moest doen stoppen. Ze had al zo vaak gezegd dat ze dit niet wou, maar hij luisterde niet. Hij zei dat dit hun geheim was en dat ze het aan niemand mocht vertellen. Anders zou ze opa en oma nooit meer zien. Op een dag besloot Marijke weg te lopen. In plaats van naar oma en opa te gaan, ging ze op woensdagnamiddag naar de stad. Daar doolde ze de hele namiddag rond. Wanneer het donker werd, sprak een vriendelijke mevrouw haar aan om te vragen wat zo een lief, jong meisje zo alleen in de stad deed en of ze niet bij haar mama en papa moest zijn. Hierop vertelde Marijke dat ze eigenlijk bij haar oma en opa moest zijn, maar dat ze daar vandaag echt geen zin in had. De mevrouw zei dat haar oma en opa wel zeer ongerust moeten zijn en ze stelde voor om haar terug te brengen naar hen. Op dat moment begint Marijke hysterisch te huilen en te schreeuwen dat ze niet meer terug wilt. Niet terug naar dat huis. Niet terug naar oom Frank. Niet naar zijn vieze dingen. De vrouw beseft dat er mogelijk iets erg aan de hand is en besluit jullie organisatie/ dienst te bellen.
Tips voor professionals:
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de cursisten onderstaande opdracht. De trainer kiest ter plaatse twee casussen uit voor elk groepje. Hij/zij zorgt ervoor dat elke casus door minstens 1 groepje besproken wordt.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
47
Op de slides ‘6.2 Omgaan met kindermishandeling’ zien jullie vijf vormen van kindermishandeling staan die we vandaag besproken hebben. Elk groepje zal twee vormen toegewezen krijgen. Het is de bedoeling dat jullie de casus lezen en de bijhorende vragen bespreken in jullie groepje. o Jullie zullen nagaan op welke manier elk van jullie in contact kan komen met deze vorm van kindermishandeling en op welke manier elk van jullie met een dergelijke casus (persoonlijk) omgaat. o Daarnaast proberen jullie ook één of meer tips te formuleren die professionals zouden helpen om te gaan met een dergelijke situatie van kindermishandeling. Het is de bedoeling dat één van jullie deze tips hierna ook invult in het kader onder de casus. Binnen een twintigtal minuten zullen we jullie antwoorden klassikaal overlopen.
De trainer krijgt de antwoorden van de cursisten te zien en gebruikt deze om een interactief klasgesprek te starten. Daarnaast kan hij/zij ook nog de volgende vragen stellen:
Is de rest van de klasgroep het eens met de geformuleerde tips? Waarom wel/waarom niet? Heeft iemand nog andere tips? Wil iemand zijn ervaringen delen in verband met deze vorm van kindermishandeling?
Indien ze niet verwoord werden door de cursisten, kan de trainer ook altijd de volgende tips meegeven:
Fysieke mishandeling (casus 1) o Zijn er zichtbare letsels? o Luister naar het verhaal dat bij het letsel hoort. o Schat in of er een arts nodig is (zijn er zichtbare letsels en kunnen deze verklaard worden door het verhaal). o Zorg ervoor dat de verwondingen verzorgd worden. o Zorg ervoor dat de verwondingen gedocumenteerd worden. Blootgesteld zijn aan geweld (casus 2) o Ga na of er kinderen in huis zijn. o Zorg dat je elk kind gezien hebt, zodat je kan inschatten of alles oké is. o Benoem dat het zien en horen van geweld impact heeft op het kind. o Ga pas weg als het voor iedereen oké is. o Ga na of er voldoende veiligheid voor iedereen is in het gezin. o Indien er niet voldoende veiligheid is, zoek dan naar manieren om hier wel voor te zorgen. Vechtscheidingen (casus 3) o Hou er rekening mee dat kinderen altijd loyaal blijven naar 1 of beide ouders. o Benoem dat het voor kinderen moeilijk is om tussen twee vuren te zitten, dat zij niet horen te kiezen. o Ga pas weg als het voor iedereen oké is. o Ga na of er voldoende veiligheid voor iedereen is in het gezin. o Indien er niet voldoende veiligheid is, zoek dan naar manieren om hier wel voor te zorgen.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
48
Verwaarlozing (casus 4) o Verwoord hetgeen je ziet. Zeg bijvoorbeeld dat je ziet dat het gezin het moeilijk heeft. o Als je ziet dat een gezin het moeilijk heeft, vraag of het hulp of ondersteuning nodig heeft. o Geef het gezin namen en adressen van mogelijke ondersteunende diensten. o Schat in of er een niet-professioneel netwerk rond het gezin bestaat, dat mogelijk kan bijspringen of helpen. Seksueel misbruik (casus 5) o Besef dat dit een complex probleem is. o Hoor een kind niet uit. o Hoe dichter de pleger bij het kind staat, hoe kleiner de kans dat het kind het gaat vertellen. o Een kind zal het heel moeilijk hebben om hierover te spreken. Onthoud ook dat kinderen er geen ‘taal’ voor hebben en dat ze er hun eigen taal voor gebruiken. o Wanneer ze erover spreken, zullen ze niet meteen met een kant en klaar verhaal komen. Het kan onsamenhangend lijken. Het is daarom belangrijk om het kind de tijd te geven om zijn/haar verhaal te doen. o Een verhoor moet door een specialist gebeuren. o Bij een vermoeden, zorg dat er hulp komt die de situatie goed kan inschatten.
De trainer geeft aan dat wanneer de cursisten een kort en handig overzicht willen van de vormen van kindermishandeling en de tips die vandaag besproken werden, dat ze dit dan kunnen terugvinden op de slide ‘Samenvatting’.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
49
7 TEST JEZELF - OPTIONEEL DOELEN EN TIJDSBESTEDING DOELEN
De cursisten kunnen hun kennis testen over de algemene vormen van kindermishandeling.
TIJDSBESTEDING Dit onderdeel zal ongeveer 15 minuten in beslag nemen.
TEST JEZELF
Doel: De cursisten kunnen hun kennis testen over de algemene vormen van kindermishandeling Opdracht: Hieronder staan enkele stellingen in verband met kindermishandeling. Geef aan of ze juist of fout zijn.
1. Ouders die hun kind fysiek mishandelen, willen hun kind steeds verwonden. Waar
Niet waar
2. Om te beslissen of er sprake is van kindermishandeling moet er gekeken worden naar de intentie van de ouders. Waar
Niet waar
3. Enkel de ouders kunnen daders zijn van intrafamiliale kindermishandeling. Waar
Niet waar
4. Kinderen die slachtoffer zijn van kindermishandeling hebben een grotere kans om zelf dader te worden. Waar
Niet waar
5. Een baby kan geen gevolgen ervaren van het getuige zijn van geweld. Waar
Niet waar Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
50
6. Vechtscheidingen kunnen onder de noemer van emotionele mishandeling worden geplaatst. Waar
Niet waar
7. Het toelaten dat kinderen naar pornografie kijken, is een vorm van seksueel misbruik. Waar
Niet waar
8. Wanneer er geen zichtbare letsels zijn, kan er geen sprake zijn van fysieke kindermishandeling. Waar
Niet waar
9. Wanneer een kind slachtoffer is van kindermishandeling wil dat steeds dat de dader gestraft wordt. Waar
Niet waar
10. Uit onderzoek blijkt dat de gevolgen van het blootgesteld zijn aan geweld ... kunnen zijn dan die van zelf slachtoffer van geweld zijn.
Minder ernstig Even ernstig Ernstiger
11. Wat is geen signaal van seksuele kindermishandeling?
Schrikreactie bij het aanraken. Afkeer van seks. Overmatige interesse in seks. Alle bovenstaande antwoorden zijn correct (het zijn allemaal géén signalen). Alle voorstaande antwoorden zijn fout (het zijn allemaal wél signalen).
12. Welke situatie vertoont de meeste signalen van verwaarlozing?
Tom is 6 jaar, op vrijdag werken zijn ouders tot 8 uur. Hij is dan steeds alleen thuis met zijn 17-jarige broer. Elke vrijdag eten ze samen pizza. Jan is 7 jaar. Al zijn vriendjes zijn jaloers op hem, want thuis eet hij samen met zijn ouders elke avond chips, snoep en pizza als avondeten. In de weekends eten ze dit ook ’s middags. Pieter is 8 jaar. Deze week moeten zijn mama en papa uitzonderlijk veel werken. Daardoor eet hij al drie dagen na elkaar fastfood. Alle bovenstaande antwoorden beschrijven situaties van verwaarlozing. Geen enkele van de bovenstaande antwoorden beschrijft een situatie van verwaarlozing.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
51
13. Welke groep heeft een hogere kans om gewelddadig gedrag te stellen tegenover hun kinderen?
Daders en slachtoffers van partnergeweld. Daders van partnergeweld. Slachtoffers van partnergeweld.
14. Welke uitspraak is juist?
Lichamelijk contact is een vereiste om te spreken van seksuele kindermishandeling. Fysieke mishandeling uit zich enkel in fysieke gevolgen. Fysieke mishandeling heeft enkel schadelijke gevolgen voor de psychologische ontwikkeling van het kind. Alle bovenstaande antwoorden zijn juist. Alle bovenstaande antwoorden zijn fout.
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Voor degenen die willen testen of ze vandaag veel bijgeleerd hebben, is er de mogelijkheid om een quiz in te vullen die jullie terugvinden op de slides van ‘Test jezelf’. Er komt automatisch te staan of je antwoorden correct zijn of niet. Mocht je nog vragen hebben, mag je deze altijd aan mij komen stellen.
De trainer kan zich baseren op de volgende antwoorden:
Ouders die hun kind fysiek mishandelen, willen hun kind steeds verwonden. o Deze stelling is fout. Vaak willen ouders hun kinderen straffen of hun gedrag corrigeren of controleren, maar is het niet hun bedoeling om hun kind te verwonden.
Om te beslissen of er sprake is van kindermishandeling moet er gekeken worden naar de intentie van de ouders. o Deze stelling is fout. Men moet kijken naar de effecten die het gedrag van de ouders hebben op het kind of op de ontwikkeling van het kind. Soms stellen ouders bepaalde handelingen met de beste intenties, maar is er toch sprake van mishandeling.
Enkel ouders kunnen plegers zijn van intrafamiliale kindermishandeling. o Deze stelling is fout. Ook inwonende grootouders, broers of zussen, … kunnen plegers zijn.
Kinderen die slachtoffer zijn van kindermishandeling hebben een grotere kans om zelf dader te worden. o Deze stelling is juist. Kinderen die tijdens het opgroeien veelvuldig geweld zien, leren dat geweld oké is en dat je iemand van wie je houdt pijn mag doen. Er is als het ware een (onbewust) leereffect opgetreden.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
52
Een baby kan geen gevolgen ervaren van het blootgesteld zijn aan geweld. o Deze stelling is fout. Hoe jonger het kind, hoe ernstiger de gevolgen op lange termijn kunnen zijn. In die leeftijdsfase is de invloed van het blootgesteld zijn aan geweld uitermate groot op de ontwikkeling van de hersenen en de hechting van het kind.
Vechtscheidingen kunnen onder de noemer van emotionele mishandeling worden geplaatst. o Deze stelling is juist. Er zijn verschillende redenen waarom dit als een vorm van kindermishandeling kan aanzien worden; Kinderen worden vaak blootgesteld aan verbale en/of fysieke agressie tussen beide ouders. Kinderen worden ingezet als machtsmiddel. De ene ouder breekt de andere vaak af en/of wil die zwartmaken (‘Je bent niet meer belangrijk voor je papa, hij is blij dat hij je niet altijd moet zien’) en de kinderen lijden hieronder. Ze kampen met verdriet, schuldgevoelens (‘mama vindt het niet leuk dat ik graag naar papa ga’), loyaliteitsgevoelens, …. dankzij de handelingen van hun ouders;
Het toelaten dat kinderen naar pornografie kijken, is een vorm van seksueel misbruik. o Deze stelling is juist. Ook exhibitionisme, het verplicht kijken naar pornografie of seksuele handelingen tussen anderen of het maken van pornografie zijn vormen van seksueel misbruik.
Wanneer er geen zichtbare letsels zijn, kan er geen sprake zijn van fysieke kindermishandeling. o Deze stelling is fout. Er zijn ook (ernstige) letsels die je niet met het blote oog kan zien, denk maar aan botbreuken, schedelbreuken, hersenbloedingen,…
Wanneer een kind slachtoffer is van kindermishandeling wil hij of zij steeds dat de pleger gestraft wordt. o Deze stelling is fout. Vaak kampen de kinderen met schuldgevoelens en loyaliteitsproblemen, zeker wanneer de pleger een familielid of goede vriend is. Aan de ene kant willen ze dat de mishandeling stopt, maar aan de andere kant zien ze die persoon graag en willen ze die niet verliezen.
Uit onderzoek blijkt dat de gevolgen van het blootgesteld zijn aan geweld ... kunnen zijn dan die van zelf slachtoffer van geweld zijn. o
Antwoord B (even ernstig). Dit blijkt uit onderzoek.
Wat is geen signaal van seksuele kindermishandeling? o Antwoord E (Het zijn allemaal mogelijke signalen van seksuele kindermishandeling). De signalen die werden opgesomd zijn wel allemaal signalen die kinderen kunnen uitzenden wanneer ze het slachtoffer zijn van seksuele kindermishandeling.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
53
Welke situatie vertoont de meeste signalen van verwaarlozing? o Antwoord B (Jan is 7 jaar. Al zijn vriendjes zijn jaloers op hem, want thuis eet hij samen met zijn ouders elke avond chips, snoep en pizza als avondeten. In de weekends eten ze dit ook ’s middags.). Het gedrag van de ouders kan onder de noemer onachtzaamheid geplaatst worden, aangezien ze onvoldoende aandacht hebben voor gezonde voeding voor hun kinderen.
Welke groep heeft een hogere kans om gewelddadig gedrag te stellen tegenover hun kinderen? o Antwoord A (Daders en slachtoffers van partnergeweld). Uit onderzoek blijkt dat er een grote samenhang is tussen het dader/slachtoffer zijn van partnergeweld aan de ene kant en het stellen van gewelddadig gedrag ten opzichte van de eigen kinderen. Dit kan gedeeltelijk verklaard worden door het leereffect, maar er spelen ook andere factoren mee (verlaagde tolerantiegrens, verhoogd niveau van stress,…)
Welke uitspraak is juist? o Antwoord E (Alle bovenstaande antwoorden zijn fout). Lichamelijk contact is geen vereiste om te kunnen spreken van seksuele mishandeling. Fysieke mishandeling heeft ook emotionele gevolgen. Emotionele verwaarlozing heeft de meest ernstige gevolgen voor de ontwikkeling van een kind.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
54
8 EVALUATIE DOELEN EN TIJDSBESTEDING DOELEN
De cursisten kunnen hun mening geven over de opleiding in het geheel. De cursisten kunnen hun mening geven over de afzonderlijke onderdelen van de opleiding. De cursisten kunnen hun mening geven over de trainer. De trainer krijgt inzicht in hetgeen de cursisten het meest waardevol vonden binnen de opleiding. De cursisten kunnen hun mening geven over ontbrekende onderdelen binnen de opleiding. De cursisten kunnen opmerkingen en tips geven die de trainer kunnen helpen om de opleiding te verbeteren.
TIJDSBESTEDING Dit onderdeel zal ongeveer 15 minuten in beslag nemen.
EVALUATIE
Doel: Met dit onderdeel willen we verschillende doelen bereiken, namelijk:
De cursisten kunnen hun mening geven over de opleiding in het geheel. De cursisten kunnen hun mening geven over de afzonderlijke onderdelen van de opleiding. De cursisten kunnen hun mening geven over de trainer. De trainer krijgt inzicht in hetgeen de cursisten het meest waardevol vonden binnen de opleiding. De cursisten kunnen hun mening geven over ontbrekende onderdelen binnen de opleiding. De cursisten kunnen opmerkingen en tips geven die de trainer kunnen helpen om de opleiding te verbeteren.
Opdracht: Als een collega je vraagt wat je vandaag geleerd hebt, welke drie elementen zou je hem of haar dan zeker vertellen? 1. 2. 3.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
55
Welke score zou je geven aan elk onderdeel?
Inleiding
laag
1
2
3
4
5
hoog
Fysieke mishandeling
laag
1
2
3
4
5
hoog
Emotionele mishandeling
laag
1
2
3
4
5
hoog
Kinderen getuigen van geweld
laag
1
2
3
4
5
hoog
Vechtscheidingen
laag
1
2
3
4
5
hoog
Verwaarlozing
laag
1
2
3
4
5
hoog
Seksueel misbruik
laag
1
2
3
4
5
hoog
In mijn job...
laag
1
2
3
4
5
hoog
Welke score geef je aan de opleiding in zijn geheel? laag
1
2
3
4
5
hoog
5
hoog
Extra opmerkingen "de opleiding":
Welke score geef je aan de opleider? laag
1
2
3
4
Extra opmerkingen "de opleider":
Zijn er nog thema's die ontbreken in deze opleiding?
Heb je nog andere opmerkingen/tips?
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
56
Instructies voor de trainer: De trainer geeft aan dat dit het laatste onderdeel van de opleiding is. Hij/zij bedankt de cursisten voor hun inzet en medewerking. De trainer laat de cursisten ook weten dat hun log-in zal blijven werken voor deze modules en dat ze dus deze opleiding thuis nog eens kunnen bekijken, indien ze dit willen. Daarnaast laat de trainer ook weten dat ze met dezelfde log-in ook de module rond de specifieke vormen van kindermishandeling kunnen doorlopen als elearning of dat ze zich voor een opleidingsdag hiervoor kunnen inschrijven (indien deze georganiseerd wordt). De trainer geeft de cursisten onderstaande opdracht:
Open de slide ‘8 Evaluatie’ en vul het evaluatieformulier eerlijk in dat jullie daar terugvinden. Jullie antwoorden worden anoniem verwerkt. Wanneer je klaar bent, mag je het lokaal verlaten en naar huis gaan. Voor degene die willen testen of ze vandaag veel bijgeleerd hebben, is er ook altijd de mogelijkheid om de quiz in te vullen die jullie terugvinden in het onderdeel ‘Test jezelf’. Dit zal ongeveer 10 tot 15 minuten in beslag nemen.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
57
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
58
OPLEIDINGSDAG 2
SPECIFIEKE VORMEN VAN KINDERMISHANDELING
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
59
1 INLEIDING DOELEN EN TIJDSBESTEDING DOELEN
De cursisten maken kennis met de medecursisten De cursisten worden geïnformeerd over de richtlijnen met betrekking tot groepsdiscussies. De cursisten testen hun kennis over de algemene vormen van kindermishandeling.
TIJDSBESTEDING Dit onderdeel zal ongeveer 45 minuten in beslag nemen. -------------------------------------------Tip voor de trainer: Het is belangrijk dat je ervoor zorgt dat de cursisten zich al meteen op hun gemak voelen tijdens de inleiding van de dag. Dit is absoluut noodzakelijk voor het open en eerlijk delen van hun ervaringen, gedachten, gevoelens en ideeën. --------------------------------------------
WARMING-UP
Doel: De cursisten laten kennismaken met de medecursisten en informeren over de richtlijnen met betrekking tot groepsdiscussies.
Instructies voor de trainer: De trainer begroet elke cursist wanneer hij of zij binnenkomt en vraag aan hem of haar om de aanwezigheidslijst te ondertekenen. Wanneer dit gebeurd is, geeft de trainer de cursist zijn/haar inlogcode voor de online modules. Wanneer alle cursisten aanwezig zijn, verwelkomt de trainer nogmaals iedereen en stelt hij/zij zichzelf voor. Hierna zal de trainer het dagprogramma kort toelichten en hen enkele richtlijnen meegeven voor de groepsdiscussies.
Luister naar elkaar. Laat elkaar uitspreken. Wees respectvol ten opzichte van elkaar en ten opzichte van elkaars mening. Je bent niet verplicht om te antwoorden wanneer je dit niet wil. Hanteer het principe “Wat gezegd wordt, blijft tussen vier muren”.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
60
Hierna deelt de trainer de cursisten op in groepjes van twee of drie en geeft hen de volgende opdracht:
Log eerst jezelf in op je computer met de inloggegevens die je gekregen heb bij het signeren van de aanwezigheidslijst. Stel jezelf dan voor aan je medecursisten (naam en functie). Geef antwoord op de volgende vraag: “Waar maak jij je het meeste zorgen over wanneer je een situatie van kindermishandeling tegenkomt?
1 INLEIDING
Doel: De cursisten kunnen hun kennis testen over de correctheid van gangbare mythes met betrekking tot kindermishandeling.
Opdracht: Hieronder staan enkele stellingen in verband met kindermishandeling. Geef aan of ze juist of fout zijn.
1. Ouders die hun kind fysiek mishandelen, willen hun kind steeds verwonden. Waar
Niet waar
2. Om te beslissen of er sprake is van kindermishandeling moet er gekeken worden naar de intentie van de ouders. Waar
Niet waar
3. Enkel de ouders kunnen daders zijn van intrafamiliale kindermishandeling. Waar
Niet waar
4. Kinderen die slachtoffer zijn van kindermishandeling hebben een grotere kans om zelf dader te worden. Waar
Niet waar
5. Een baby kan geen gevolgen ervaren van het getuige zijn van geweld. Waar
Niet waar
6. Vechtscheidingen kunnen onder de noemer van emotionele mishandeling worden geplaatst. Waar
Niet waar
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
61
7. Het toelaten dat kinderen naar pornografie kijken, is een vorm van seksueel misbruik. Waar
Niet waar
8. Wanneer er geen zichtbare letsels zijn, kan er geen sprake zijn van fysieke kindermishandeling. Waar
Niet waar
9. Wanneer een kind slachtoffer is van kindermishandeling, wil dat steeds dat de dader gestraft wordt. Waar
Niet waar
10. Uit onderzoek blijkt dat de gevolgen van het blootgesteld zijn aan geweld ... kunnen zijn dan die van zelf slachtoffer van geweld zijn
Minder ernstig Even ernstig Ernsiger
11. Wat is geen signaal van seksuele kindermishandeling?
Schrikreactie bij het aanraken. Afkeer van seks. Overmatige interesse in seks. Alle bovenstaande antwoorden zijn correct .(het zijn allemaal géén signalen) Alle voorstaande antwoorden zijn fout. (het zijn allemaal wél signalen)
12. Welke situatie vertoont de meeste signalen van verwaarlozing?
Tom is 6 jaar, op vrijdag werken zijn ouders tot 8 uur. Hij is dan steeds alleen thuis met zijn 17-jarige broer. Elke vrijdag eten ze samen pizza. Jan is 7 jaar. Al zijn vriendjes zijn jaloers op hem, want thuis eet hij samen met zijn ouders elke avond chips, snoep en pizza als avondeten. In de weekends eten ze dit ook ’s middags. Pieter is 8 jaar. Deze week moeten zijn mama en papa uitzonderlijk veel werken. Daardoor eet hij al drie dagen na elkaar fastfood. Alle bovenstaande antwoorden beschrijven situaties van verwaarlozing. Geen enkele van de bovenstaande antwoorden beschrijft een situatie van verwaarlozing.
13. Welke groep heeft een hogere kans om gewelddadig gedrag te stellen tegenover hun kinderen?
Daders en slachtoffers van partnergeweld. Daders van partnergeweld. Slachtoffers van partnergeweld.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
62
14. Welke uitspraak is juist?
Lichamelijk contact is een vereiste om te spreken van seksuele kindermishandeling. Fysieke mishandeling uit zich enkel in fysieke gevolgen. Fysieke mishandeling heeft enkel schadelijke gevolgen voor de psychologische ontwikkeling van het kind. Alle bovenstaande antwoorden zijn juist. Alle bovenstaande antwoorden zijn fout.
Instructies voor de trainer:
De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Open de slide ‘1 Inleiding’. Om te beginnen zullen we vandaag starten met het invullen van een quiz om te kijken hoe goed jullie de correctheid van bepaalde mythes in verband met kindermishandeling kunnen inschatten. De quiz bestaat uit 9 juist-of-fout-vragen en 5 multiple-choice-vragen. Indien je twijfelt over een antwoord, kies dan het antwoord dat eerst in je opkwam. Binnen een tiental minuten zullen we de antwoorden kort overlopen en verduidelijken indien jullie dit willen.
De trainer krijgt de algemene resultaten per vraag te zien. Er wordt aangeraden om wat langer stil te staan bij de vragen waarbij meer dan 1/3 van de cursisten foutief antwoordden. De trainer kan zich hiervoor baseren op onderstaande informatie of op de informatie uit de eerste opleidingsdag.
Ouders die hun kind fysiek mishandelen, willen hun kind steeds verwonden. o Deze stelling is fout. Vaak willen ouders hun kinderen straffen of hun gedrag corrigeren of controleren, maar is het niet hun bedoeling om hun kind te verwonden.
Om te beslissen of er sprake is van kindermishandeling moet er gekeken worden naar de intentie van de ouders. o Deze stelling is fout. Men moet kijken naar de effecten die het gedrag van de ouders hebben op het kind of op de ontwikkeling van het kind. Soms stellen ouders bepaalde handelingen met de beste intenties, maar is er toch sprake van mishandeling.
Enkel ouders kunnen plegers zijn van intrafamiliale kindermishandeling. o Deze stelling is fout. Ook inwonende grootouders, broers of zussen, … kunnen plegers zijn.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
63
Kinderen die slachtoffer zijn van kindermishandeling hebben een grotere kans om zelf dader te worden. o Deze stelling is juist. Kinderen die tijdens het opgroeien veelvuldig geweld zien, leren dat geweld oké is en dat men iemand van wie men houdt pijn mag doen. Er is als het ware een (onbewust) leereffect opgetreden.
Een baby kan geen gevolgen ervaren van het blootgesteld zijn aan geweld. o Deze stelling is fout. Hoe jonger het kind, hoe ernstiger de gevolgen op lange termijn kunnen zijn. In die leeftijdsfase is de invloed van het blootgesteld zijn aan geweld uitermate groot op de ontwikkeling van de hersenen en de hechting van het kind.
Vechtscheidingen kunnen onder de noemer van emotionele mishandeling worden geplaatst. o Deze stelling is juist. Er zijn verschillende redenen waarom dit als een vorm van kindermishandeling kan aanzien worden; Kinderen worden vaak blootgesteld aan verbale en/of fysieke agressie tussen beide ouders. Kinderen worden ingezet als machtsmiddel. De ene ouder breekt de andere vaak af en/of wil die zwartmaken (‘Je bent niet meer belangrijk voor je papa, hij is blij dat hij je niet altijd moet zien’) en de kinderen lijden hieronder. Ze kampen met verdriet, schuldgevoelens (‘mama vindt het niet leuk dat ik graag naar papa ga’), loyaliteitsgevoelens, …. dankzij de handelingen van hun ouders; Het toelaten dat kinderen naar pornografie kijken, is een vorm van seksueel misbruik. o Deze stelling is juist. Ook exhibitionisme, het verplicht kijken naar pornografie of seksuele handelingen tussen anderen of het maken van pornografie zijn vormen van seksueel misbruik.
Wanneer er geen zichtbare letsels zijn, kan er geen sprake zijn van fysieke kindermishandeling. o Deze stelling is fout. Er zijn ook (ernstige) letsels die men niet met het blote oog kan zien, denk maar aan botbreuken, schedelbreuken, hersenbloedingen,…
Wanneer een kind slachtoffer is van kindermishandeling wil hij of zij steeds dat de pleger gestraft wordt. o Deze stelling is fout. Vaak kampen de kinderen met schuldgevoelens en loyaliteitsproblemen, zeker wanneer de pleger een familielid of goede vriend is. Aan de ene kant willen ze dat de mishandeling stopt, maar aan de andere kant zien ze die persoon graag en willen ze die niet verliezen.
Uit onderzoek blijkt dat de gevolgen van het blootgesteld zijn aan geweld ... kunnen zijn dan die van zelf slachtoffer van geweld zijn. o
Antwoord B (even ernstig). Dit blijkt uit onderzoek.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
64
Wat is geen signaal van seksuele kindermishandeling? o Antwoord E (Het zijn allemaal mogelijke signalen van seksuele kindermishandeling). De signalen die werden opgesomd, zijn wel allemaal signalen die kinderen kunnen uitzenden wanneer ze het slachtoffer zijn van seksuele kindermishandeling.
Welke situatie vertoont de meeste signalen van verwaarlozing? o Antwoord B (Jan is 7 jaar. Al zijn vriendjes zijn jaloers op hem, want thuis eet hij samen met zijn ouders elke avond chips, snoep en pizza als avondeten. In de weekends eten ze dit ook ’s middags.). Het gedrag van de ouders kan onder de noemer onachtzaamheid geplaatst worden, aangezien ze onvoldoende aandacht hebben voor gezonde voeding voor hun kinderen.
Welke groep heeft een hogere kans om gewelddadig gedrag te stellen tegenover hun kinderen? o Antwoord A (Daders en slachtoffers van partnergeweld). Uit onderzoek blijkt dat er een grote samenhang is tussen het dader/slachtoffer zijn van partnergeweld aan de ene kant en het stellen van gewelddadig gedrag ten opzichte van de eigen kinderen. Dit kan gedeeltelijk verklaard worden door het leereffect, maar er spelen ook andere factoren mee (verlaagde tolerantiegrens, verhoogd niveau van stress,…)
Welke uitspraak is juist? o Antwoord E (Alle bovenstaande antwoorden zijn fout). Lichamelijk contact is geen vereiste om te kunnen spreken van seksuele mishandeling. Fysieke mishandeling heeft ook emotionele gevolgen. Emotionele verwaarlozing heeft de meest ernstige gevolgen voor de ontwikkeling van een kind.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
65
2 SHAKEN INFANT SYNDROOM DOELEN EN TIJDSBESTEDING DOELEN
De cursisten kunnen zich een beeld vormen van de gevolgen van shaken infant syndroom (SIS). De cursisten reflecteren over de definitie van shaken infant syndroom De cursisten kunnen de ernst en de gevolgen inschatten van SIS. De cursisten reflecteren over de handelingen die al dan niet kunnen leiden tot SIS. De cursisten laten inzien dat niet alleen kleine baby’s slachtoffer kunnen zijn van SIS. De cursisten reflecteren over de manier waarop de verwondingen die gelinkt zijn aan SIS kunnen ontstaan. De cursisten reflecteren over mogelijke (uiterlijke) signalen van SIS. De cursisten reflecteren over de risicofactoren voor SIS. De cursisten reflecteren over de mogelijke intenties van de plegers van SIS. De cursisten kunnen enkele preventieve tips formuleren die ze aan ouders kunnen geven die aangeven dat ze het vaak moeilijk hebben met hun baby.
TIJDSBESTEDING Dit onderdeel zal ongeveer 45 minuten in beslag nemen.
2.1 DEFINITIE
Doel: Met dit onderdeel willen we verschillende doelen bereiken, namelijk:
De cursisten kunnen zich een beeld vormen van de gevolgen van shaken infant syndroom. De cursisten reflecteren over de definitie van shaken infant syndroom.
Opdracht: Bekijk het verhaal van Alexis in het onderstaande videofragment. Welke gevoelens roept dit bij je op?
Instructies voor de trainer:
De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
66
Bekijk het videofragment dat je terugvindt op de slide ‘2.1 Definitie- opdracht’. Opgepast, sommige mensen kunnen deze video als choquerend ervaren! De trainer start een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vragen
Is iemand al ooit met een situatie van SIS geconfronteerd en wil hij/zij deze ervaring met de rest van de groep delen? Welke gevoelens riep het videofragment op?
De trainer bespreekt dan kort de definitie van SIS en vertelt de cursisten dat ze deze ook kunnen terugvinden op de slide ‘2.1 Definitie - theorie’.
SIS verwijst naar:
niet-intentionele ernstige (hoofd)verwondingen bij jonge kinderen die het gevolg zijn van het door elkaar schudden van een kind, de impact op het hoofd van het kind of beiden.
KENMERKEN EN GEVOLGEN
Doel: Met dit onderdeel willen we verschillende doelen bereiken, namelijk:
De cursisten kunnen de ernst en de gevolgen inschatten van SIS. De cursisten reflecteren over de handelingen die al dan niet kunnen leiden tot SIS. De cursisten laten inzien dat niet alleen kleine baby’s slachtoffer kunnen zijn van SIS.
Opdracht: Vul onderstaande oefeningen in.
SIS kan ontstaan door het hard op-en-neer-wippen bij het ‘paardje spelen’ op het been van een ouder. Juist
Fout
SIS kan ontstaan door een kind hard neer te gooien in zijn bedje of op een luiertafel. Juist
Fout
Juist
Fout
Enkel ouders kunnen pleger zijn van SIS.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
67
Enkel baby’s jonger dan 8 maanden kunnen slachtoffer zijn van SIS. Juist
Fout
Hoeveel procent van de overlijdens bij baby’s onder de 3 jaar door kindermishandeling, is te wijten aan SIS?
3% 7% 12% 20% 25%
Castiglia (2001) en Coody (1994) onderzochten hoeveel procent van de slachtoffers van SIS gevolgen ervaren. Vul het ontbrekende percentage in onderstaande zinnen in. % overleeft zonder blijvende gevolgen % ondervindt ernstige permanente schade % sterft
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Open de slide ‘2.2 Kenmerken en gevolgen’. Daar vinden jullie enkele oefeningen die jullie moeten proberen in te vullen. Jullie krijgen hiervoor enkele minuten de tijd en daarna zullen we deze klassikaal overlopen.
De trainer krijgt de resultaten van de cursisten te zien. Hij/Zij overloopt de antwoorden op de vragen:
SIS kan ontstaan door het hard op-en-neer-wippen bij het ‘paardje spelen’ op het been van een ouder. o Deze stelling is fout. SIS ontstaat bijvoorbeeld niet door het kind heen en weer te wippen op je schoot of door de lucht te laten ‘vliegen’. Het is wel altijd belangrijk om het hoofd van het kind goed te ondersteunen bij zulke spelletjes. SIS kan ontstaan door een kind hard neer te gooien in zijn bedje of op een luiertafel. o Deze stelling is juist. Door de krachtige neergooiende beweging en de impact die het hoofd en de nek krijgen bij het neerkomen, kunnen er verwondingen ontstaan.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
68
Enkel ouders kunnen pleger zijn van SIS. o Deze stelling is fout. Ook andere plaatsvervangende opvoeders zoals onthaalmoeders, babysitters,… kunnen pleger zijn. Enkel baby’s jonger dan 8 maanden kunnen slachtoffer zijn van SIS. o Deze stelling is fout. Ook kinderen tot 4 jaar kunnen slachtoffer worden van SIS. Onderzoek zegt wel dat het meestal gaat om kinderen jonger dan 9 maanden. Hoeveel procent van de overlijdens bij baby’s onder de 3 jaar door kindermishandeling, is te wijten aan SIS? o Antwoord E (25%). Castiglia (2001) en Coody (1994) onderzochten hoeveel procent van de slachtoffers van SIS gevolgen ervaren. Vul het ontbrekende percentage in onderstaande zinnen in. o 33% overleeft zonder blijvende gevolgen o 33% ondervindt ernstige permanente schade o 33% sterft aan de gevolgen van SIS.
2.3 ONTSTAAN VAN DE VERWONDINGEN
Doel: De cursisten reflecteren over de manier waarop de verwondingen die gelinkt zijn aan SIS kunnen ontstaan.
Bespreking: De trainer bespreekt hoe de verwondingen kunnen ontstaan die gelinkt zijn aan SIS. Het is hiervoor aan te raden dat de trainer een pop meeneemt. Hij/zij kan dan met de pop schudden, terwijl hij /zij vraagt aan de cursisten om vooral te kijken naar de nekbewegingen die de pop maakt. Terwijl de trainer de pop schudt, kan hij/zij de volgende informatie delen met de cursisten.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
69
Bij het schudden van de baby en/of bij een plotse stop van deze beweging (bv. bij het ‘neergooien’ van de baby in het bedje) ontstaan er enorme krachten in de schedel. Hierdoor
kunnen de bloedvaten tussen de hersenen en de hersenvliezen scheuren, waardoor je een subdurale bloeding krijgt. kunnen de hersenen gaan zwellen. kan er rechtstreekse hersenschade zijn. kunnen er netvliesbloedingen ontstaan.
Daarnaast kunnen er ook breuken ontstaan op de plaatsen waar de baby’s worden vastgegrepen, zoals armen, benen of de ribbenkast. Optionele uitleg: De trainer legt één van de gevolgen van SIS uit, bijvoorbeeld verlamming. De trainer legt uit dat verlamming kan ontstaan wanneer de nek van het kind zo sterk heen-en-weer geschud wordt, dat het ruggenmerg dat in de nek loopt beschadigd wordt. Hierdoor komen er geen signalen meer van de armen/benen aan in de hersenen en kunnen de hersenen ook niet meer communiceren met de ledematen. Je spreekt dan van verlamming.
2.4 SIGNALEN
Doel: De cursisten reflecteren over mogelijke (uiterlijke) signalen van SIS. Bespreking: De trainer bespreekt dat de gevolgen in de hersenen en de botbreuken niet noodzakelijk met het blote oog zichtbaar zijn, maar dat er een aantal andere signalen kunnen zijn die wijzen op SIS. De trainer benadrukt dat dit algemene signalen zijn, die ook aan een aantal andere ziektebeelden toe te schrijven zijn, maar dat ze toch niet genegeerd mogen worden. Signalen van SIS Bewusteloosheid
Slaperigheid
Prikkelbaarheid
Lusteloosheid
Vertraagde ontwikkeling
Verlaagde bloeddruk
Braken
Stuipen
Coma
Verlengde pauzes bij het ademen Andere vage neurologische klachten
Ademhalingsstilstand
Gezwollen fontanel
Blauwe plekken ter hoogte van de borst, armen, benen en/of aangezicht
Tekenen van breuken ter hoogte van dijbeen, bovenarm of ribben
Meer wenen dan normaal Gebrek aan of verlies van eetlust Slechte gewichtstoename Grotere schedelomtrek …
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
70
2.5 INTENTIE EN RISICOFACTOREN
Doel: Met dit onderdeel willen we verschillende doelen bereiken, namelijk:
De cursisten reflecteren over de risicofactoren voor SIS. De cursisten reflecteren over de mogelijke intenties van de plegers van SIS.
Opdracht: Geef je mening over onderstaande stelling:
“De meeste mensen denken dat het schudden van een kind minder zware gevolgen heeft dan wanneer ze het ‘een pak slaag’ geven.” Akkoord
Niet akkoord
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Open de slide ‘2.5 Intentie en risicofactoren - opdracht’. Geef je mening over de stelling die je daar vindt. De trainer krijgt de resultaten van de cursisten te zien en start een interactief klasgesprek op basis van de volgende vragen:
Waarom heb je waar/ niet waar geantwoord? Waarom denk je dat mensen dan toch een baby door elkaar schudden?
De trainer zorgt ervoor dat de volgende antwoorden zeker besproken zijn:
Wanneer een kind geschud wordt, is het meestal niet de bedoeling om het kind te schaden. o De bedoeling is om het kind te doen gehoorzamen of zwijgen, of om het te straffen voor ongewenst gedrag. o Vaak gebeurt het uit frustratie of machteloosheid. o Gebrek aan kennis over de gevaren.
Er zijn een aantal risicofactoren die de kans op het SIS doen toenemen: o o o o
Stress. Omgevingsfactoren (werkloosheid, relatieproblemen, alleenstaande ouder, …). Persoonlijke factoren (op jonge leeftijd ouder worden, postnatale depressie, verslavingen, psychiatrische problemen,...). Kindfactoren (huilbaby, moeilijk eten, weinig willen slapen, …).
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
71
2.6 TIPS
Doel: De cursisten kunnen enkele preventieve tips formuleren die ze aan ouders kunnen geven die aangeven dat ze het vaak moeilijk hebben met hun baby.
Instructies voor de trainer: De trainer start een interactief klasgesprek op basis van de volgende vraag:
Kan iemand een preventieve tip geven die je aan ouders zou kunnen geven die aangeven dat ze het vaak moeilijk hebben met hun baby?
De trainer zorgt ervoor dat de volgende antwoorden zeker besproken zijn:
Enkele tips die je aan ouders kunt geven: o Ga de ‘logische’ dingen na: honger, dorst, vieze luier, pijn … o Pak je baby op en knuffel hem. Je verwent hem niet, je laat hem alleen voelen dat je er bent en dat je van hem houdt. o Wieg hem zachtjes heen en weer in je armen, in de kinderwagen of in zijn wiegje. o Zing zachtjes een rustig liedje of laat een muziekje horen. o Wordt het je echt te veel, laat het troosten dan even over aan iemand anders. o Verlaat de kamer en tracht even je zinnen te verzetten. Ga pas terug naar je baby wanneer je gekalmeerd bent. o Schakel hulp in van familie, vrienden, je arts, … Je staat niet alleen, er zijn heel wat mensen die je kunnen helpen.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
72
3 SIBLING GEWELD DOELEN EN TIJDSBESTEDING DOELEN
De cursisten reflecteren over de definitie van sibling geweld. De cursisten reflecteren over de definitie van sibling incest. De cursisten reflecteren over de twee types van sibling incest. De cursisten reflecteren over het verschil tussen rivaliteit en sibling geweld. De cursisten reflecteren over de prevalentie van sibling geweld. De cursisten reflecteren over de gevolgen van sibling geweld. De cursisten reflecteren over het feit dat sibling geweld nog altijd in de taboesfeer zit.
TIJDSBESTEDING Dit onderdeel zal ongeveer 20 minuten in beslag nemen.
3.1 DEFINITIE
Doel: De cursisten reflecteren over de definitie van sibling geweld. Opdracht: Geef je mening over onderstaande stelling:
“Vecht- en scheldpartijen tussen broers en zussen horen gewoon bij het opgroeien.” Akkoord
Niet akkoord
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Open de slide ‘3.1 Definitie – opdracht’. Jullie zien daar een stelling staan in verband met sibling geweld. Geef jullie eerlijke mening over deze stelling. De trainer krijgt de resultaten te zien en vraagt aan enkele cursisten waarom zij het eens of niet eens zijn met deze stelling. De trainer bespreekt daarna de verschillende soorten siblings en maakt hierna de brug naar de definitie van sibling geweld. Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
73
Sibling geweld =
een herhaald patroon van agressie gericht tegen een sibling met de bedoeling schade te berokkenen voortkomend uit een innerlijke emotionele behoefte aan macht en controle.
Het geweld kan verschillende vormen aannemen, namelijk fysiek, emotioneel of seksueel.
OPTIONELE VRAGEN
Kom je vaak in aanraking met sibling geweld tijdens je werk? Op welke manier kom je in aanraking met sibling geweld tijdens je werk? Kan je een concreet voorbeeld geven van een situatie waarin je geconfronteerd werd met sibling geweld?
3.2 VORMEN
Doel: Met dit onderdeel willen we verschillende doelen bereiken, namelijk
De cursisten reflecteren over de definitie van sibling incest. De cursisten reflecteren over de twee vormen van sibling incest.
Instructies voor de trainer: De trainer bespreekt kort de definitie van sibling incest en vertelt dat de cursisten deze ook kunnen terugvinden op de slide ‘3.2 Vormen’. Daarnaast bespreekt hij/zij ook kort de twee verschillende types.
Sibling incest verwijst naar o
seksueel gedrag tussen siblings dat: niet gepast is volgens hun leeftijd, niet van voorbijgaande aard is, niet voortkomt uit gewone nieuwsgierigheid die hoort bij hun ontwikkelingsfase.
Over het algemeen kan men twee types sibling incest onderscheiden:
agressieve type komt voort uit machtsmisbruik affectieve type komt voort uit een tekort aan warmte, affectie binnen het gezin de kinderen gaan zich tot elkaar wenden voor troost, hechting en fysiek contact
OPTIONELE VRAGEN o Kom je vaak in aanraking met sibling incest tijdens je werk? o Met welk type denk je dat je het meeste in contact komt. Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
74
o o
Op welke manier kom je in aanraking met sibling incest tijdens je werk? Kan je een concreet voorbeeld geven van een situatie waarin je geconfronteerd werd met sibling incest?
3.3 VERSCHIL TUSSEN RIVALITEIT EN GEWELD
Doel: De cursisten reflecteren over het verschil tussen rivaliteit en sibling geweld. Instructies voor de trainer: De trainer start een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vraag:
Wat is volgens jullie het verschil tussen rivaliteit tussen siblings en sibling geweld? De trainer zorgt ervoor dat de onderstaande antwoorden zeker besproken worden:
Gedrag? Patroon? Wederzijds? Geheim? Machtsverhouding? Doel van het gedrag?
Rivaliteit
Sibling geweld
Leeftijd gepast Losstaande incidenten Ja Neen, meer openlijk Gelijk niveau Plagen, boosheid, …
Niet leeftijd gepast Patroon Neen, meer eenrichtingsverkeer Geheimhouding Machtsverschil Domineren of vernederen
3.4 PREVALENTIE
Doel: De cursisten reflecteren over de prevalentie van sibling geweld. Opdracht: Vul onderstaande oefening in.
De frequentie en ernst van het sibling geweld is ... gerelateerd aan emotionele verwaarlozing van de ouders. wel
niet
De frequentie en ernst van het sibling geweld is wel/niet gerelateerd aan het ouderlijk toezicht. wel
niet
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten: Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
75
Op de slide ‘3.4 Prevalentie’ zien jullie enkele oefeningen staan. Jullie krijgen nu een minuutje om deze oefeningen in te vullen. Hierna zullen we de stellingen één voor één klassikaal overlopen.
De trainer laat de cursisten de oefeningen invullen en overloopt dan de correcte antwoorden met de cursisten:
De frequentie en ernst van het sibling geweld is wel gerelateerd aan emotionele verwaarlozing van de ouders. De frequentie en ernst van het sibling geweld is wel gerelateerd aan het ouderlijk toezicht.
De trainer houdt hierna een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vragen:
Welke conclusies zou je kunnen trekken uit deze oefening?
De trainer zorgt ervoor dat de onderstaande informatie zeker besproken wordt:
Sibling geweld is een veel voorkomende vorm van intrafamiliaal geweld, dus deze vorm van geweld mag zeker niet onderschat worden. Er is een correlatie gevonden tussen sibling geweld en verwaarlozing.
GEVOLGEN EN TABOE
Doel: Met dit onderdeel willen we verschillende doelen bereiken, namelijk:
De cursisten reflecteren over de gevolgen van sibling geweld. De cursisten reflecteren over het feit dat sibling geweld nog altijd in de taboesfeer zit.
Opdracht: Bekijk onderstaand videofragment.
Instructies voor de trainer: De trainer bespreekt kort de volgende gevolgen van sibling geweld met de cursisten: Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
76
De impact van het geweld kan zeer ver gaan, aangezien sibling relaties tot de meest invloedrijke in het leven van een mens behoren. Broers en zussen delen de vroegste, meest intieme en vaak ook langst durende relaties met elkaar. Bijgevolg oefenen ze een unieke invloed uit op elkaars emotionele, cognitieve, sociale en seksuele ontwikkeling. Verstoorde sibling relaties kunnen daarom ernstige gevolgen hebben, zowel op korte als op lange termijn.
Daarnaast geeft de trainer ook mee dat sibling geweld nog altijd in de taboesfeer zit, waardoor heel wat mensen het geweld afdoen als ‘wat rivaliteit tussen broers en zussen’. Velen beseffen onvoldoende dat dit soort geweld ook ernstig genomen moet worden. De trainer vertelt dat sommigen dit geweld zelfs als humoristisch voorstellen, iets wat ze niet snel zouden doen met een andere vorm van kindermishandeling. Hij/zij verwijst hierbij naar het videofragment dat terug te vinden is op de slide ‘Gevolgen en taboe’.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
77
4 SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG DOOR MINDERJARIGEN DOELEN EN TIJDSBESTEDING DOELEN
De cursisten reflecteren over de definitie van seksueel grensoverschrijdend gedrag (SGG). De cursisten kunnen de verschillende criteria van SGG herkennen. De cursisten reflecteren over de statistische gegevens in verband met de minderjarige plegers van SGG. De cursisten reflecteren over de gevolgen van SGG.
TIJDSBESTEDING Dit onderdeel zal ongeveer 20 minuten in beslag nemen.
4.1 DEFINITIE
Doel: De cursisten reflecteren over de definitie van seksueel grensoverschrijdend gedrag (SGG). Instructies voor de trainer: De trainer start een interactief klasgesprek met de cursisten aan de hand van de volgende vraag:
Wanneer denk je dat je kan spreken van seksueel grensoverschrijdend gedrag door minderjarigen? De trainer zorgt ervoor dat de volgende criteria besproken worden:
Toestemming: Beide partijen moeten toestemming geven. Om toestemming te kunnen geven, moet je oud, wijs of geïnformeerd genoeg zijn om in te kunnen schatten wat er gaat gebeuren, wat de gevolgen kunnen zijn en of iets dergelijk is om zulk gedrag te stellen binnen de gegeven situatie. Vrijwilligheid: Er mag geen sprake zijn van dwang en er mogen ook geen negatieve consequenties verbonden zijn aan weigering. Gelijkwaardigheid: Er moet een zeker evenwicht zijn op vlak van leeftijd, kennis, intelligentie, macht, aanzien, levenservaring, maturiteit, status,… Ontwikkelingsfase: Het gedrag moet passend zijn bij de leeftijd of de ontwikkelingsfase. Context van de situatie: Het gedrag is niet aangepast aan de situatie. Zelfrespect: Het gedrag getuigt niet van zelfrespect.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
78
De trainer geeft aan dat de drie eerste criteria (toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid) vervat zitten in het juridische begrip ‘toestemming’. De trainer zorgt er ook voor dat de termen van de criteria besproken worden, aangezien dit nodig is voor de volgende oefening en vertelt de cursisten dat ze deze kunnen terugvinden op de slide ‘Definitie’.
4.2 CRITERIA
Doel: De cursisten kunnen de verschillende criteria van SGG herkennen. Opdracht: Hieronder zie je een aantal voorbeelden staan van situaties van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Geef aan tegen welk criteria zij ingaan. Je kan kiezen uit: toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, ontwikkelingsfase, context, zelfrespect.
Een 12-jarige jongen ‘speelt doktertje’ met zijn 6-jarig nichtje.
Toestemming Vrijwilligheid Gelijkwaardigheid
Ontwikkelingsfase Context Zelfrespect
Ontwikkelingsfase Context Zelfrespect
Een 8-jarige zoekt naar porno op het internet.
Toestemming Vrijwilligheid Gelijkwaardigheid
Een 14-jarige jongen gaat in op de avances van zijn trainer omdat die ermee dreigt hem uit de ploeg te zetten als hij weigert.
Toestemming Vrijwilligheid Gelijkwaardigheid
Ontwikkelingsfase Context Zelfrespect
Een jongen van 13 vraagt een meisje van 12 te strippen voor de webcam en belooft haar hiervoor belkrediet voor haar gsm.
Toestemming Vrijwilligheid Gelijkwaardigheid
Ontwikkelingsfase Context Zelfrespect
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
79
Een 15-jarige jongen wil seks met een 11-jarig meisje dat niet weet dat ze zwanger kan worden als ze met een jongen vrijt.
Toestemming Vrijwilligheid Gelijkwaardigheid
Ontwikkelingsfase Context Zelfrespect
Een meisje van 15 heeft seks met een 17-jarige jongen met een verstandelijke beperking.
Toestemming Vrijwilligheid Gelijkwaardigheid
Ontwikkelingsfase Context Zelfrespect
Ontwikkelingsfase Context Zelfrespect
Een 16-jarige loopt naakt rond in de tuin.
Toestemming Vrijwilligheid Gelijkwaardigheid
Een 15-jarige jongen vraagt aan meisje om haar borsten te tonen op de webcam en dreigt ermee om rond te bazuinen dat ze lesbisch is als ze dit niet doet.
Toestemming Vrijwilligheid Gelijkwaardigheid
Ontwikkelingsfase Context Zelfrespect
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de cursisten de volgende opdracht:
Open de slide ‘4.2 Criteria’. Daar vinden jullie een oefening terug over de criteria van SGG. Bespreek met de andere cursisten uit je groepje tegen welk criteria deze situaties ingaan. Het is de bedoeling dat enkel één van jullie deze oefening op de computer invult.
De trainer houdt een interactief klasgesprek aan de hand van de correcte antwoorden: Situatie
Criteria?
Een 12-jarige jongen ‘speelt doktertje’ met zijn 6-jarig nichtje.
Gelijkwaardigheid
Een 8-jarige zoekt naar porno op het internet.
Ontwikkelingsfase
Een 14-jarige jongen gaat in op de avances van zijn trainer omdat die ermee dreigt hem uit de ploeg te zetten als hij weigert.
Vrijwilligheid
Een jongen van 13 vraagt een meisje van 12 te strippen voor de webcam en belooft haar in ruil belkrediet voor haar gsm.
Zelfrespect
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
80
Situatie
Criteria?
Een 15-jarige jongen wil seks met een 11-jarig meisje dat niet weet dat ze zwanger kan worden als ze met een jongen vrijt.
Toestemming
Een meisje van 15 heeft seks met een 17-jarige jongen met een verstandelijke beperking.
Gelijkwaardigheid
Een 16-jarige loopt naakt rond in de tuin.
Context
Een 15-jarige jongen vraagt aan een meisje om haar borsten te tonen op de webcam en dreigt ermee om rond te bazuinen dat ze lesbisch is als ze dit niet doet.
Vrijwilligheid
De trainer kan volgende vragen stellen aan de cursisten:
Welk antwoord hebben jullie gegeven en waarom? Kan je je vinden in het correcte antwoord?
4.3 WEL OF NIET?
Doel: De cursisten reflecteren over de definitie van seksueel grensoverschrijdend gedrag (SGG). Opdracht: Hieronder vind je een aantal seksuele gedragingen van kinderen en jongeren. Bespreek met een andere cursist of dit gedrag al dan niet seksueel grensoverschrijdend gedrag is en zet een kruisje in de juiste kolom.
Een kind van 9 met interesse voor erotisch getinte prentjes.
Niet grensoverschrijdend Licht grensoverschrijdend Zwaar grensoverschrijdend
Een 9-jarige speelt met zijn 6-jarige broertje ‘doktertje’.
Niet grensoverschrijdend Licht grensoverschrijdend Zwaar grensoverschrijdend
Twee 13-jarigen die seksueel expliciete conversaties voeren op hun privé-chat.
Niet grensoverschrijdend Licht grensoverschrijdend Zwaar grensoverschrijdend
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
81
Een kleuter van 5 die de eigen genitaliën stimuleert met de hand.
Niet grensoverschrijdend Licht grensoverschrijdend Zwaar grensoverschrijdend
Iemand van 15 zoekt kinderporno op en bekijkt dit op het internet.
Niet grensoverschrijdend Licht grensoverschrijdend Zwaar grensoverschrijdend
Obscene geluiden of gebaren maken als iemand passeert.
Niet grensoverschrijdend Licht grensoverschrijdend Zwaar grensoverschrijdend
Een 11-jarige zoekt op het internet naar informatie over seksualiteit.
Niet grensoverschrijdend Licht grensoverschrijdend Zwaar grensoverschrijdend
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de cursisten de volgende opdracht:
Klik nu door naar de volgende oefening op de slide ‘Wel of niet?’. Daar vind je een aantal seksuele gedragingen van kinderen en jongeren. Bespreek met de andere cursisten uit je groepje of dit gedrag al dan niet seksueel grensoverschrijdend is en zet een kruisje in de juiste kolom. Het is de bedoeling dat enkel één van jullie deze oefening op de computer invult. De trainer houdt een interactief klasgesprek aan de hand van de correcte antwoorden: Gedrag
NIET grensoverschrijdend
Een kind van 9 met interesse voor erotisch getinte prentjes. Een 9-jarige speelt met zijn 6-jarige broertje ‘doktertje’.
x
LICHT grensoverschrijdend
ZWAAR grensoverschrijdend
Criteria
Ok x
Gelijkwaardigheid
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
82
Gedrag
NIETgrensoverschrijdend
Twee 13-jarigen die seksueel expliciete conversaties voeren op hun privéchat. Een kleuter van 5 die de eigen genitaliën stimuleert met de hand. Iemand van 15 zoekt kinderporno op en bekijkt dit op het internet.
x
Ok
x
Ok
Obscene geluiden of gebaren maken als iemand passeert. Een 11-jarige zoekt op het internet naar informatie over seksualiteit.
LICHT grensoverschrijdend
ZWAAR grensoverschrijdend
x
x x
Criteria
Toestemming en context van de situatie (omdat het om kinderporno gaat) Context van de situatie, toestemming Ok
Het is belangrijk dat de trainer aangeeft dat deze normatieve indeling gemaakt werd op basis van uitgebreid onderzoek (Sensoa). Indien een gedrag bij minstens 20% van de ondervraagden terugkwam, werd er aangenomen dat dit gedrag belangrijk is voor de seksuele ontwikkeling van het kind. De trainer geeft ook aan dat deze indeling (geen-licht-zwaar) gebaseerd is op het ‘Vlaggensysteem’ van Sensoa. Indien de cursisten hierover meer willen weten, dan kunnen ze contact opnemen met Sensoa. De trainer kan volgende vragen stellen aan de cursisten:
Welk antwoord hebben jullie gegeven en waarom? Kan je je vinden in het ‘correcte’ antwoord? Welk criterium van SGG komt mogelijks in gevaar door dit gedrag?
4.4 WIE IS PLEGER?
Doel: De cursisten reflecteren over de statistische gegevens in verband met de minderjarige plegers van SGG. Opdracht: Geef aan of je denkt dat onderstaande stellingen correct of niet correct zijn.
Het zijn vooral bekenden die seksueel grensoverschrijdend gedrag vertonen ten opzichte van kinderen. Juist
Fout
Juist
Fout
60% van alle plegers zijn mannen.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
83
20 tot 50% van de plegers is jonger dan 20 jaar. Juist
Fout
Instructies voor de trainer: De trainer start een interactief klasgesprek met de cursisten aan de hand van de volgende vraag:
Open de slide ‘Wie is pleger- opdracht?’. Geef aan of je denkt dat de stellingen die je daar ziet juist of fout zijn. De trainer overloopt de correcte antwoorden met de cursisten:
Het zijn vooral bekenden die seksueel grensoverschrijdend gedrag vertonen ten opzichte van kinderen. Deze stelling is juist. In 75% van de gevallen zijn het bekenden zoals een gezins- of familielid, vrienden van de ouders of van broers of zussen, een buur, een babysitter, iemand van de sportclub, van de jeugdclub, van school, een vriendje/vriendinnetje …
60% van alle plegers zijn mannen . Deze stelling is fout. In de meerderheid van de gevallen is de pleger mannelijk. 10 tot 20% van de plegers is vrouwelijk.
20 tot 50% van de plegers is jonger dan 20 jaar. Deze stelling is juist. Zij plegen voornamelijk seksueel grensoverschrijdend gedrag ten opzichte van broertjes/zusjes, leeftijdsgenoten (date rape), jongere kinderen (als ze gaan babysitten). De meesten stoppen na hun ‘eerste feit’, slechts een kleine minderheid hervalt hierin.
4.5 GEVOLGEN
Doel: De cursisten reflecteren over de gevolgen van SGG. Instructies voor de trainer: De trainer bespreekt kort de mogelijke gevolgen van SGG en vertelt dat de cursisten deze ook kunnen terugvinden op de slide ‘4.5 Gevolgen’.
Wanneer je op jonge leeftijd met seksueel grensoverschrijdend gedrag in contact komt, dan kan dit ervaren worden als een erg traumatische ervaring en ook tal van gevolgen hebben.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
84
De ernst en aard van de symptomen hangen vooral samen met: de veerkracht van het slachtoffer de ondersteuning die het krijgt van de omgeving de mate van angst die het kind of de jongere ervaren heeft de leeftijd van het slachtoffer de aard van de feiten de duur van het misbruik de verhouding met de pleger de houding van de pleger. De gevolgen kunnen zeer divers zijn, maar veel mensen die tijdens hun jeugd (herhaaldelijk) in contact komen met seksueel grensoverschrijdend gedrag , vertonen dezelfde symptomen. Mogelijke gevolgen problemen met seksualiteit fundamenteel gevoel van wantrouwen psychosomatische klachten onaangepast seksueel gedrag druggebruik woede en agressie vijandigheid posttraumatische stressstoornis
laag zelfbeeld gevoelens van machteloosheid depressiviteit angst delinquent gedrag isolatie dissociatie …
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
85
5 ONLINE MISBRUIK DOELEN EN TIJDSBESTEDING DOELEN
De cursisten reflecteren over de voor- en nadelen van internetgebruik. De cursisten reflecteren over het online gedrag van kinderen en jongeren. De cursisten reflecteren over het offline afspreekgedrag van kinderen en jongeren. De cursisten reflecteren over beschermingstips tegen ongewenst online gedrag. De cursisten reflecteren over de definitie van cyberpesten. De cursisten reflecteren over het verschil tussen traditioneel pesten en cyberpesten. De cursisten reflecteren over de typische kenmerken van cyberpesten. De cursisten reflecteren over de definitie van sexting. De cursisten reflecteren over de gevolgen van sexting. Erkennen dat het bespreken van sexting nooit eenvoudig is.
TIJDSBESTEDING Dit onderdeel zal ongeveer 70 minuten in beslag nemen.
5.1 GEVAREN VAN HET INTERNET 5.1.1 VOORDELEN EN RISICO’S
Doel: De cursisten reflecteren over de voor- en nadelen van internetgebruik. Opdracht: Zoals alles heeft het internet zijn goede en minder goede kanten. Bedenk samen met een medecursist 4 voordelen, maar ook 4 risico’s die verbonden zijn aan internetgebruik .
Voordelen:
Risico’s:
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
86
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de cursisten de volgende opdracht:
Zoals jullie weten heeft alles zijn voor- en nadelen, dus ook het internet. Bedenk samen met de andere cursisten uit je groepje 4 voordelen en 4 risico’s die verbonden zijn aan internetgebruik. Het is de bedoeling dat enkel één van jullie deze oefening op de computer invult.
De trainer houdt een interactief klasgesprek door naar de antwoorden van de cursisten te vragen. Hieronder staan enkele mogelijke antwoorden die de trainer ook kan vernoemen tijdens het klasgesprek. Voordelen
Risico’s
toegang tot informatie mogelijkheden tot leren, participatie communicatie verhoogde digitale vaardigheden ontmoeten van vrienden publicatiemogelijkheden ...
en
zien van seksuele beelden of pornografie ontvangen of verzenden van seksuele boodschappen (sexting) cyberpesten blootgesteld worden aan schadelijke boodschappen misbruik van persoonlijke gegevens …
5.1.2 ONLINE GEDRAG
Doel: De cursisten reflecteren over het online gedrag van kinderen en jongeren. Opdracht: Vul de ontbrekende cijfers in:
Stelling 1: Ik kreeg in het voorbije jaar een seksueel getinte vraag % Jongens
% Meisjes
Stelling 2: Ik kreeg in het voorbije jaar de vraag om mij uit te kleden voor de webcam of om iets ‘seksueels’ te doen. % Jongens
% Meisjes
Stelling 3: In het voorbije jaar werd ik geconfronteerd met webcambeelden van iemand anders die naakt is, masturbeert … % Jongens
% Meisjes
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
87
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de cursisten de volgende opdracht:
Kinderen en jongeren die veel surfen, lopen een groter risico om met seksueel grensoverschrijdend gedrag in contact te komen. In een bevraging bij 12- tot 18-jarige jongeren uit 2006 werden een aantal stellingen voorgelegd. Geef op de slide ‘Online gedrag – opdracht’ aan hoeveel procent van de jongens en de meisjes aangaven dat ze met dergelijk gedrag geconfronteerd werden.
De trainer vraagt de cursisten om door te klikken naar de slide ‘5.1.2 Online gedrag – theorie’ en overloopt de correcte antwoorden: Stelling
Jongens
Meisjes
Ik kreeg in het voorbije jaar een seksueel getinte vraag Ik kreeg in het voorbije jaar de vraag om mij uit te kleden voor de webcam of om iets ‘seksueels’ te doen In het voorbije jaar werd ik geconfronteerd met webcambeelden van iemand anders die naakt is, masturbeert …
70% 40%
60% 60%
40%
40%
Bij het overlopen van de antwoorden vermeldt de trainer dat bij 75% van die 40% van de meisjes die in het voorbije jaar geconfronteerd werd met seksueel getinte beelden, dit ongevraagd gebeurde.
De trainer houdt hierna een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vragen:
Wat is jullie eerste gedachte wanneer jullie deze cijfers horen? Welke conclusie zouden jullie hieruit trekken?
5.1.3 ONLINE NAAR OFFLINE
Doel: De cursisten reflecteren over het offline afspreekgedrag van kinderen en jongeren. Opdracht: Geef aan of je al dan niet akkoord bent met de volgende stellingen:
‘In realiteit afspreken met iemand die je online hebt leren kennen, dat moet kunnen!’ Akkoord
Niet akkoord
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
88
‘Een meisje van 14 werd aangerand toen ze afsprak met iemand die ze online leerde kennen. Het is haar eigen schuld. Ze had maar niet moeten afspreken.’ Akkoord
Niet akkoord
‘Dat online daten is toch maar niets… Als je iemand wilt leren kennen, dan moet je maar in het echte leven op iemand durven afstappen en je niet verstoppen achter je computer.’ Akkoord
Niet akkoord
Uit de bevraging bij 12- tot 18-jarige jongeren bleek ook dat 66% van de jongens en 75% van de meisjes in het voorbije jaar de vraag kregen om ‘in real life’ af te spreken met iemand die ze online hadden ontmoet.
Hoeveel procent van de jongens en hoeveel procent van de meisjes zou ook effectief hebben afgesproken met iemand die ze online hebben leren kennen?
20% van de jongens en 30% van de meisjes
30% van de jongens en 10% van de meisjes
20% van de jongens en 40% van de meisjes
50% van de jongens en 40% van de meisjes
40% van de jongens en 60% van de meisjes
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de cursisten de volgende opdracht:
Op de slide ‘5.1.3 Online offline -opdrachten’ zien jullie enkele stellingen staan. Jullie krijgen nu even de tijd om aan te geven of jullie akkoord gaan met de stellingen of niet. De trainer krijgt de resultaten van de cursisten te zien en start een interactief klasgesprek op basis van de volgende vragen:
Waarom heb je akkoord of niet akkoord geantwoord? Heeft er ooit al iemand offline afgesproken met iemand die hij/zij online had leren kennen? Wat was je ervaring hiermee?
De trainer geeft de cursisten de volgende opdracht:
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
89
Vul nu de volgende oefening ook in. Daar zien jullie staan dat uit de bevraging bij 12- tot 18-jarigen bleek dat 66% van de jongens en 75% van de meisjes in het voorbije jaar de vraag kregen om ‘in real life’ af te spreken met iemand die ze online hadden ontmoet. Hoeveel procent van de jongens en hoeveel procent van de meisjes denk je dat ook effectief zou hebben afgesproken met iemand die ze online hebben leren kennen? De trainer geeft de cursisten even de tijd om de vraag te beantwoorden en bespreekt dan het correcte antwoord:
Hoeveel procent van de jongens en hoeveel procent van de meisjes zou ook effectief hebben afgesproken met iemand die ze online hebben leren kennen? Antwoord D: 50% van de jongens en 40% van de meisjes De trainer bespreekt dat dit slechts voor een kleine minderheid van de jongens en meisjes een negatieve ervaring was (minder dan 10%).
De trainer geeft de cursisten de volgende opdracht:
Op de slide 5.1.3 Online naar offline – getuigenis’ staat een videofragment dat jullie dadelijk gaan bekijken. Dit fragment laat zien dat je altijd moet altijd opletten wanneer je afspreekt met iemand die je enkel online kent, ongeacht of je nu volwassen of minderjarig bent. Niet iedereen is eerlijk over zijn geslacht, leeftijd, intenties,… maar je moet je hierdoor ook niet volledig laten afschrikken! Het internet biedt ook kansen, zoals we daarstraks al besproken hebben.
OPTIONELE VRAAG:
Wat was je eerste gedachte bij het zien van dit videofragment?
5.1.4 BESCHERMEN
Doel: De cursisten reflecteren over beschermingstips tegen ongewenst online gedrag. Instructies voor de trainer: De trainer start een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vraag:
We hebben het nu al even gehad over online gedrag dat als ongepast en/of ongewenst ervaren wordt en het feit dat ook kinderen en jongeren hiermee geconfronteerd worden. Welke tips zou je aan ouders kunnen geven om hen te helpen hun kinderen te beschermen tegen dergelijk ongewenst online gedrag?
De trainer zorgt ervoor dat onderstaande antwoorden zeker besproken worden:
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
90
Toon interesse in het online leven van de jongere. Praat met het kind over het gebruik van de computer en maak hierrond afspraken. Vertel over je eigen ervaringen. Laat het kind zo veel mogelijk zelfstandig van het internet gebruik maken, maar zet de computer wel in een gemeenschappelijke ruimte of op een goed zichtbare plaats. Denk eraan; ook smartphones en tablets hebben toegang tot internet !! Leer hen om nergens persoonlijke gegevens te vermelden zoals hun telefoonnummer of thuisadres . Maak bij discussies over computergebruik steeds de vergelijking met de ‘echte' wereld. Wat ze in de werkelijke wereld als ‘not done' beschouwen, moeten zij dan ook niet op internet doen. Vertel hen dat als je iets op internet plaatst, dat dit altijd beschikbaar zal blijven. Zelfs al klikken ze op verwijderen, toch zal het blijven rondzweven op het internet. Schakel de ‘parent control’ in op de computer, maar vertel hen ook dat je dit doet om hen te beschermen tegen ongepaste en ongewenste beelden en/of informatie. Overloop samen de privacy-instellingen van sociale netwerkprofielen. Leer hen om geen onbekenden zomaar toe te voegen aan hun ‘vriendenlijst’ en zeer kritisch te zijn ten opzichte van mensen die ze enkel via het internet kennen. Als de jongere toch wil afspreken met een online kennis, vraag dan dat ze een volwassene hiervan op de hoogte brengen. Geef hen dan ook de tip om nooit alleen te gaan en af te spreken op een plaats waar veel volk is. Als de jongere toch afspreekt, laat dan het vervoer naar huis NOOIT afhankelijk zijn van de persoon die ze gaat ontmoeten. Leer hen niet in te gaan op grensoverschrijdend gedrag, maar om de website of persoon weg te klikken en een volwassene hierover in te lichten.
5.2 CYBERPESTEN 5.2.1 DEFINITIE
Doel: De cursisten reflecteren over de definitie van cyberpesten. Opdracht: Bekijk onderstaand videofragment en vul de elementen uit de definitie aan met een voorbeeld uit het videofragment.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
91
Elektronische of digitale media:
Individuen of groepen:
Identiteit gekend of ongekend:
Herhaaldelijk:
Vijandige of agressieve boodschappen:
Ongemak of schade te berokkenen:
Instructies voor de trainer: De trainer bespreekt de definitie van cyberpesten en vertelt dat de cursisten deze ook kunnen terugvinden op de slide ‘5.2.1 Definitie - theorie’.
Cyberpesten verwijst naar:
ieder gedrag uitgevoerd via elektronische of digitale media door individuen of groepen waarvan de identiteit gekend of ongekend is, waarbij herhaaldelijk vijandige of agressieve boodschappen gecommuniceerd worden met de bedoeling anderen ongemak of schade te berokkenen.
Cyberpesten kan gebeuren via elektronische communicatie op school, maar doet zich ook buiten de schoolcontext vaak voor. OPTIONELE VRAGEN
Kan je een concreet voorbeeld geven van een van de onderlijnde woorden? Kom je vaak in aanraking met cyberpesten tijdens je werk? Op welke manier kom je in aanraking met cyberpesten tijdens je werk?
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
92
Kan je een concreet voorbeeld geven van een situatie waarin je geconfronteerd werd met cyberpesten?
De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Op de slide ‘5.2.1 Definitie - opdracht’ zien jullie een videofragment staan. Het is de bedoeling dat jullie dit fragment bekijken en daarna de tabel aanvullen met voorbeelden uit het videofragment. De trainer zorgt ervoor dat de onderstaande antwoorden zeker besproken worden: Elementen uit de definitie
Voorbeeld uit het videofragment
Elektronische of digitale media
Gsm, laptops … sms, e-mail …
Individuen of groepen
Zowel individuelen als mensen in groep schelden het meisje uit
Identiteit gekend of ongekend
Zowel gekend als via internet, mogelijk ongekend
Herhaaldelijk
“We literally can do this all year”, zowel tijdens school als daarbuiten.
Vijandige of agressieve boodschappen Ongemak of schade te berokkenen
“Slut, fat pig slut,… no one loves you, here comes the pig … ” Zelfbeeld omlaag, zich slecht voelen, mogelijk zelfmoord …
OPTIONELE VRAAG:
Wat was je eerste gedachte bij het zien van dit videofragment?
5.2.2 VERSCHIL MET TRADITIONEEL PESTEN
Doel: De cursisten reflecteren over het verschil tussen traditioneel pesten en cyberpesten. Instructies voor de trainer: De trainer bespreekt het verschil tussen traditioneel pesten en cyberpesten en vertelt dat de cursisten dit ook kunnen terugvinden op de slide ‘5.2.2 Verschil tussen traditioneel pesten en cyberpesten’. De trainer bespreekt eerst de kenmerken van traditioneel pesten, namelijk
Intentie te schaden Herhaling over tijd Machtsverschil
Daarna vermeldt de trainer de typische kenmerken voor cyberpesten (24/7 karakter, anonimiteit en omvang van het potentiële publiek). De trainer vermeldt dat er nu iets dieper zal ingegaan worden op de typische kenmerken van cyberpesten. OPTIONELE VRAGEN Kom je vaak in aanraking met ‘traditioneel pesten’ tijdens je werk? Op welke manier kom je in aanraking met ‘traditioneel pesten’ tijdens je werk? Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
93
Kan je een concreet voorbeeld geven van een situatie waarin je geconfronteerd werd met ‘traditioneel pesten’?
5.2.3 TYPISCHE KENMERKEN – 24/7 KARAKTER
Doel: De cursisten reflecteren over de typische kenmerken van cyberpesten. Opdracht: Geef aan of je akkoord of niet akkoord gaat met de volgende stelling.
‘Dat ze toch gewoon van Facebook af blijven, dan zien ze al die berichten niet meer.’ Akkoord
Niet akkoord
Instructies voor de trainer: De trainer bespreekt het eerste typische kenmerk van cyberpesten, namelijk het 24/7 karakter.
Elektronische en digitale media zorgen ervoor dat het slachtoffer altijd en overal, 24/7, bereikbaar is. De laagdrempeligheid van deze technologieën laat pesters toe hun slachtoffer op ieder moment van de dag en op iedere plaats te bereiken, zelfs tot in hun huis- of slaapkamer. In vergelijking met traditioneel pesten reikt de impact van de pesters ver buiten de schoolmuren, waardoor de effecten dan ook veel doordringender kunnen zijn. Dit gebrek aan een ‘veilige haven’ maakt het voor slachtoffers bijna onmogelijk om te ontsnappen.
De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Op de slide ‘5.2.3 24/7 karakter’ zien jullie een stelling staan, namelijk “Dat ze toch gewoon van Facebook af blijven, dan zien ze al die berichten niet meer.” Geef aan of je akkoord gaat of niet met deze stelling.
De trainer ziet de verdeling van de resultaten en start een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vraag:
Waarom ga je akkoord/niet akkoord met deze stelling?
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
94
5.2.4 TYPISCHE KENMERKEN – ANONIMITEIT
Doel: De cursisten reflecteren over de typische kenmerken van cyberpesten. Instructies voor de trainer: De trainer houdt een interactief klasgesprek aan de hand van de vraag:
Waarom zou anonimiteit een kenmerk zijn van cyberpesten? De trainer zorgt ervoor dat de onderstaande redenen zeker aangesproken worden en geeft ook meer uitleg over dit kenmerk.
Gemakkelijker dan bij traditioneel pesten, kan de pester zijn of haar identiteit verbergen, door bijvoorbeeld een pseudoniem of een anoniem nummer te gebruiken. Er is ook geen face-to-face interactie en weinig planning nodig. Cyberpesten is ook moeilijker te controleren. Bij traditioneel pesten kunnen schoolinstanties bijvoorbeeld nog een oogje in het zeil houden bij het gedrag van jongeren. Bij cyberpesten is dat minder vanzelfsprekend. Het is vooral dit aspect van anonimiteit dat een machtsverschil creëert tussen de pester en het slachtoffer, dat zich hierdoor veel moeilijker kan verdedigen. MAAR… de nieuwe media vergemakkelijken het verzamelen van bewijsmateriaal en het rapporteren van pestgedrag wel.
5.2.5 TYPISCHE KENMERKEN – OMVANG POTENTIËLE PUBLIEK
Doel: De cursisten reflecteren over de typische kenmerken van cyberpesten. Opdracht: Het publiek bij cyberpesten is potentieel wereldwijd. Het slachtoffer heeft geen duidelijkheid over het aantal personen die getuige zijn van de pesterij. Berichten kunnen makkelijk gedeeld en doorgestuurd worden. Het aspect van herhaling krijgt hierdoor een andere betekenis. Ook éénmalige gebeurtenissen die door de technologie herhaald worden, kunnen daardoor als cyberpesten beschouwd worden. Eén videofilmpje kan soms een sneeuwbaleffect veroorzaken, zoals je kan zien in onderstaand videofragment.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
95
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Het publiek bij cyberpesten is potentieel wereldwijd. Het slachtoffer heeft geen duidelijkheid over het aantal personen die getuige zijn van de pesterij. Berichten kunnen makkelijk gedeeld en doorgestuurd worden. Het aspect van herhaling krijgt hierdoor een andere betekenis. Ook éénmalige gebeurtenissen die door de technologie herhaald worden, kunnen daardoor als cyberpesten beschouwd worden. Eén videofilmpje kan soms een sneeuwbaleffect veroorzaken, zoals we zullen zien in het videofragment dat jullie terugvinden op de slide ‘5.2.5 Omvang potentiële publiek’. De trainer houdt een interactief klasgesprek aan de hand van de vraag:
Wat is jullie eerste reactie bij het bezien van dit videofragment?
5.3 SEXTING 5.3.1 DEFINITIE
Doel: De cursisten reflecteren over de definitie van sexting. Opdracht Bekijk onderstaand videofragment en bespreek daarna met een andere cursist wat je van dit nieuwe fenomeen vindt.
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
96
Bekijk het videofragment dat jullie terugvinden op de slide ‘5.3.1 Definitie – opdracht’. Bespreek daarna met de andere cursisten uit je groepje wat jullie van het fenomeen ‘sexting’ vinden. Bespreek ook of jullie al met sexting in aanraking zijn gekomen tijdens jullie beroepsuitoefening.
De trainer bespreekt daarna de definitie van sexting en vertelt dat de cursisten deze ook kunnen terugvinden op de slide ‘5.3.1 Definitie – theorie’.
Sexting is het verspreiden of delen van seksueel getinte foto's of berichten via mobiele telefoons of andere mobiele media. Het woord ‘sexting’ is ontstaan in de tijd dat het versturen van SMS-berichten populair werd, maar tegenwoordig wordt het ook gebruikt als mensen berichten op Twitter of Facebook plaatsen. Sexting komt dus wel voort uit het versturen van tekstberichten, maar krijgt een steeds bredere invulling. Sexting is niet alleen iets wat jongeren gebruiken, ook volwassenen zijn ermee bezig !! Enkele typische voorbeelden zijn:
foto’s in lingerie sturen via een privébericht op Facebook naaktfoto’s sturen via e-mail seksueel expliciete berichten sturen via sms videofragment maken tijdens het masturberen en dan doormailen …
5.3.2 GEVOLGEN
Doel: De cursisten reflecteren over de gevolgen van sexting. Opdracht: Bekijk onderstaand videofragment.
Som 3 gevolgen op die Sarah aanhaalt in het videofragment als gevolg van haar sexting.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
97
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Bekijk het videofragment dat jullie terugvinden op de slide ‘5.2.3 Gevolgen - opdracht’. Bespreek daarna met de andere cursisten uit je groepje welke mogelijke gevolgen van sexting Sarah tijdens haar verhaal opsomde. Het is de bedoeling dat enkel één van jullie de mogelijke gevolgen ook invult in het kader onder het videofragment.
De trainer krijgt de antwoorden van de cursisten te zien en vertelt hen dat er inderdaad veel gevolgen kunnen verbonden zijn aan sexting. De trainer kan hiervoor de antwoorden van de cursisten gebruiken, maar zorgt ervoor dat de volgende gevolgen zeker aan bod komen: We merken dat degene die op de foto’s staat, dit voor de rest van zijn/haar leven met zich meedraagt.
Deze persoon wordt vaak onderworpen aan andere vormen van online misbruik zoals cyberpesten, confrontaties met seksueel grensoverschrijdend gedrag, ongepaste vragen,… Het heeft ook gevolgen voor het zelfbeeld en het zelfvertrouwen en kan ook leiden tot spijbelen vermijdingsgedrag, eetstoornissen, zelfmutilatie of in sommige gevallen zelfs tot zelfmoord(pogingen) … Ook op lange termijn kunnen er gevolgen zijn. Wanneer een foto/video op het internet geplaatst is, dan is het zeer moeilijk deze te verwij. Ze blijven online circuleren en kunnen dus ook elk moment terug opduiken, bijvoorbeeld bij het solliciteren voor een nieuwe job, bij het leren kennen van een nieuwe partner,… De persoon die op de foto/video te zien is, leeft dus in voortdurende angst dat de beelden terug zullen opduiken, met alle gevolgen van dien.
5.3.3 BESPREKEN
Doel: Erkennen dat het bespreken van sexting nooit eenvoudig is. Opdracht: Bespreek je antwoorden op de volgende vragen met een medecursist. Er is geen juist of fout antwoord. Situatieschets 1: Je gaat op café en je hoort een jong meisje tegen haar vriendinnen vertellen dat haar vriendje een naaktfoto van haar vraagt. Ze twijfelt om hem de foto te sturen en aan haar vriendinnen heeft ze niet veel hulp…
Wanneer ik deze situatie zou tegenkomen als professional dan... Is mijn eerste reactie ten opzichte van het meisje dat de foto’s wil doorsturen: Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
98
Is mijn eerste reactie ten opzichte van de vriendinnen:
Wanneer ik deze situatie zou tegenkomen als privépersoon dan… Is mijn eerste reactie ten opzichte van het meisje dat de foto’s wil doorsturen.: Is mijn eerste reactie ten opzichte van de vriendinnen:
Situatieschets 2: Je gaat op café en er komen drie tieners naast je zitten. Het liefje van een van de jongens beëindigde net de relatie via een sms-berichtje. Zijn vrienden raden hem aan om wraak te nemen en een foto van haar door te sturen, die zij in vertrouwen naar hem had gestuurd. De jongen twijfelt, maar zijn vrienden blijven aandringen…
Wanneer ik deze situatie zou tegenkomen als professional dan... Is mijn eerste reactie ten opzichte van de jongen die net gedumpt is: Is mijn eerste reactie ten opzichte van de vrienden van de jongen:
Wanneer ik deze situatie zou tegenkomen als privépersoon dan… Is mijn eerste reactie ten opzichte van de jongen die net gedumpt is: Is mijn eerste reactie ten opzichte van de vrienden van de jongen: Mensen aanspreken op hun gedrag is nooit eenvoudig en zeker niet wanneer het om dergelijk gedrag gaat. Velen voelen zich ongemakkelijk en weten niet goed hoe ze zo’n gesprek moeten aanpakken. Anderen twijfelen al of ze überhaupt moeten reageren, totdat ze nadenken over de gevoelens en vooral de gevolgen voor de jongeren. Het bewijs ervan zie je in onderstaande videofragment.
Formuleer daarna 2 tips die je aan professionals of niet-professionals zou kunnen geven om sexting te bespreken met de betrokken personen.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
99
De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Lees de situatieschetsen die je terugvindt op de slide ‘5.3.3 Bespreken - opdracht’. Nadat je deze gelezen hebt, bespreek je met je groep hoe je zou reageren op het meisje en haar vriendinnen als je deze situatie tegenkwam, maar ook hoe je op de jongen en zijn vrienden zou reageren. Bespreek ook of er een verschil in reactie zou zijn wanneer je deze situatie in je privéleven tegenkomt of wanneer dat je dit zou tegenkomen op je werk.
De trainer houdt hierna een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vraag:
Wil iemand van jullie zijn antwoorden delen met de rest van de groep? Hierna geeft de trainer de volgende opdracht:
Mensen aanspreken op hun gedrag is nooit eenvoudig en zeker niet wanneer het om dergelijk gedrag gaat. Velen voelen zich ongemakkelijk en weten niet goed hoe ze zo’n gesprek moeten aanpakken. Anderen twijfelen al of ze überhaupt moeten reageren… Totdat ze nadenken over de gevoelens en vooral de gevolgen voor de jongeren. Het bewijs ervan zie je in het videofragment dat je kunt terugvinden als je nog eens doorklikt naar de slide ‘5.3.3 Bespreken – tips’. Na het bekijken ervan, bedenken jullie met je groepje 2 tips die je aan professionals of nietprofessionals zou kunnen geven om de mishandeling te bespreken met de betrokken personen. Hierna noteert één van jullie deze tips in het kader dat jullie terugvinden onder het videofragment.
De trainer houdt hierna een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vragen:
Wie van jullie wilt zijn tips delen met de rest? Zijn jullie het eens met deze tips of niet?
De trainer zorgt ervoor dat de volgende tips zeker besproken worden en geeft ze indien nodig zelf mee.
Er zijn verschillende tips voor het bespreekbaar maken van sexting en om ermee om te gaan, namelijk o Veroordeel de jongere hier niet voor! o Probeer hier rustig over te praten. o Benoem het gedrag dat de jongeren stellen en de gevaren ervan. o Vang de ouders ook op als het kind foto’s doorstuurt. o Spreek ouders ook aan op hun verantwoordelijkheid om te praten met hun kinderen over hun online gedrag.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
100
Er zijn verschillende tips voor het bespreekbaar maken van sexting en om ermee om te gaan, namelijk : o Tips die je aan de ouders kunt geven: Stel je kind gerust, wees niet veroordelend. Hij of zij heeft er niet om gevraagd om op die manier online te verschijnen Zit degene die de beelden verspreid heeft op dezelfde school, sportclub, muziekacademie,… licht de directie/trainer/verantwoordelijke dan zeker in Probeer een zicht te krijgen op de situatie (wanneer, naar wie en welke beelden zijn er precies verstuurd?) De beelden worden het snelst verwijderd door de persoon die ze verspreid heeft. Lukt dit niet dan kan je dit melden op de website in kwestie. Daarnaast kan ook Child Focus helpen. Je kan hen bereiken via 116 000 of
[email protected].
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
101
6 KINDERHANDEL DOELEN EN TIJDSBESTEDING DOELEN
De cursisten reflecteren over de definitie van kinderhandel. De cursisten reflecteren over het feit dat kinderhandel een universeel fenomeen is. De cursisten reflecteren over de factoren die kinderhandel bevorderen. De cursisten reflecteren over de verschillende motieven voor kinderhandel. De cursisten reflecteren over de slachtoffers van kinderhandel.
TIJDSBESTEDING Dit onderdeel zal ongeveer 30 minuten in beslag nemen.
6.1 DEFINITIE
Doel: De cursisten reflecteren over de definitie van kinderhandel. Instructies voor de trainer: De trainer bespreekt kort de definitie van mensenhandel en vertelt dat de cursisten deze ook kunnen terugvinden op de slide ‘Definitie’.
Op 15 november 2000 werd door de Verenigde Naties het ‘Protocol van Palermo’ aangenomen: het Protocol voor de Preventie, de Bestrijding en de Bestraffing van Mensenhandel, in het bijzonder de Handel in Vrouwen en Kinderen. Dit is een aanvullend protocol bij het ‘Internationaal Verdrag tegen de Transnationale Georganiseerde Misdaad’. Volgens het Protocol gaat het bij mensenhandel om: “het rekruteren, vervoeren, overbrengen, herbergen of in ontvangst nemen van personen, onder bedreiging of met gebruik van geweld of andere dwangmiddelen, of door ontvoering, onder valse voorwendselen, met machtsmisbruik, of gebruik makend van de kwetsbare positie van het slachtoffer, tegen betaling in geld of andere voordelen, met het oog op exploitatie en uitbuiting.” Het Protocol stelt dat de genoemde middelen van dwang of geweld niet noodzakelijk aanwezig moeten zijn in het geval van kinderen. Hiermee erkent het Protocol dat, aangezien kinderen geen toestemming kunnen verlenen volgens internationale wetgeving, kinderhandel zich kan voordoen met of zonder toestemming van het kind.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
102
6.2 UNIVERSEEL FENOMEEN
Doel: De cursisten reflecteren over het feit dat kinderhandel een universeel fenomeen is. Instructies voor de trainer: De trainer bespreekt kort dat kinderhandel niet alleen in andere werelddelen voorkomt, maar ook bij ons:
Kinderhandel komt niet alleen in andere werelddelen voor, maar ook bij ons. Het komt voor in alle continenten en alle landen kunnen er mee in aanraking komen, zowel als land van herkomst, maar ook als land van bestemming of als transitland. In Europa zien we dat vooral kinderen afkomstig uit Oost-Europa en Afrika verkocht en uitgebuit worden en verplicht worden te bedelen, te werken, drugs te verkopen of zich te prostitueren. Europa is daarnaast een belangrijke draaischijf naar andere werelddelen toe, maar ook een belangrijke bestemmingsregio voor kinderen die het slachtoffer zijn van illegale adoptie.
6.3 MOTIEVEN
Doelen: Met dit onderdeel willen we meerdere doelen bereiken, namelijk:
De cursisten reflecteren over de factoren die kinderhandel bevorderen. De cursisten reflecteren over de verschillende motieven voor kinderhandel.
Opdracht: Enkele factoren bevorderen de handel in mensen en vooral in kinderen. Geef voor elk van de factoren aan waarom zij bevorderend werken.
Fenomeen van de globalisering:
Snel en goedkoop wereldwijd :
Transport:
Ontwikkeling van toerisme:
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
103
Ontwikkeling van moderne communicatiemiddelen:
Uitgebreide internationale (criminele) netwerken:
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
“Er zijn enkele factoren die de handel in mensen en vooral in kinderen bevorderen. Op de slide ‘6.3 Motieven’ zien jullie een aantal van die factoren staan. Bedenk even samen met de andere personen uit je groepje waarom deze factoren bevorderend werken.”
De trainer overloopt de antwoorden van de cursisten en zorgt ervoor dat onderstaande antwoorden zeker besproken worden: Factoren die mensenhandel bevorderen Fenomeen van de globalisering Snel en goedkoop wereldwijd transport
Ontwikkeling van toerisme Ontwikkeling van moderne communicatiemiddelen Uitgebreide internationale (criminele) netwerken
Waarom werken ze bevorderend? De mogelijkheden voor kinderhandel zijn veel uitgebreider geworden (bv. keuze voor ‘exotische’ kinderen) . Kunnen personen van over de hele wereld transporteren en dit op een redelijk korte tijdsspanne. Dit is ook niet meer zo duur als vroeger, dus men zal vlugger geneigd zijn om voor deze optie te kiezen. Mensen reizen naar bv. landen waar ze weten dat sekstoerisme ‘goedkoop is en ‘getolereerd wordt.’ Deze zijn veel eenvoudiger en goedkoper geworden, waardoor bv. mensenhandelaars gemakkelijker contact kunnen leggen met ‘geïnteresseerden’. Zij zien kinderhandel bv. als een extra inkomstenbron.
OPTIONELE VRAGEN: Wie kan een concreet voorbeeld geven van snel en goedkoop wereldwijd transport? Wie kan een concreet voorbeeld geven van de ontwikkeling van toerisme? Wie kan een concreet voorbeeld geven van de ontwikkeling van moderne communicatiemiddelen? Wie kan een concreet voorbeeld geven van uitgebreide internationale (criminele) organisaties?
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
104
Opdracht: Aan de ene kant komen heel wat kinderen in aanraking met uitbuiting, door de vraag naar goedkope arbeidskrachten of voor seizoensarbeid. In vele landen voldoet het aanbod niet aan de vraag naar werkkrachten voor laaggeschoolde jobs, de dienstensector en voor seizoensarbeid. Denk bijvoorbeeld maar aan fruitplukkers, au pairs … Opdracht: In onderstaand videofragment ziet u een andere vorm van uitbuiting waarin wereldwijd maar liefst meer dan 1,8 miljoen kinderen in betrokken zijn, namelijk de commerciële seksuele exploitatie.
Opdracht: Jammer genoeg zijn de vraag naar goedkope arbeidskrachten/ seizoenarbeiders en de commerciële seksuele exploitatie niet de enige motieven. Probeer samen met een andere cursist eens na te gaan waarom er nog in mensen of in kinderen zou gehandeld worden.
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Aan de ene kant komen vele kinderen in aanraking met uitbuiting door de vraag naar goedkope arbeidskrachten of voor seizoenarbeid. In vele landen voldoet het aanbod namelijk niet aan de vraag naar werkkrachten voor laaggeschoolde jobs, de dienstensector en voor seizoensarbeid. Denk bijvoorbeeld maar aan fruitplukkers, au pairs, … Daarnaast zijn er wereldwijd maar liefst meer dan 1,8 miljoen kinderen betrokken in de commerciële seksuele exploitatie. Bekijk het videofragment dat je terugvindt op de slide ‘6.3.1 Motieven – opdracht 1’.
De trainer houdt hierna een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vraag:
Wat is je eerste reactie wanneer je dit videofragment bekijkt?
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
105
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
We hebben de twee belangrijkste motieven al besproken, namelijk de vraag naar goedkope arbeidskrachten/seizoenarbeiders en de commerciële seksuele exploitatie. Dit zijn jammer genoeg niet de enige motieven. Probeer samen met een andere cursist eens na te gaan waarom er nog in mensen of in kinderen zou gehandeld worden. Noteer welke motieven er volgens jullie nog bestaan. Slechts één van jullie moet deze voorbeelden intypen in het kader.
De trainer krijgt de antwoorden van de cursisten te zien en gebruikt deze om de andere motieven te bespreken. Hij/zij zorgt ervoor dat onderstaande factoren zeker besproken worden en zegt tegen de cursisten dat ze deze ook kunnen terugvinden wanneer ze doorklikken naar de slide ‘6.3.1 Motieven-theorie’. De trainer overloopt de factoren in de volgorde dat ze ook te vinden zijn op de slide ‘Motieven theorie’! Wanneer hij/zij een motief tegenkomt die de cursisten opgeschreven hebben, vraagt hij waarom ze denken dat dit ook een motief is.
Gedwongen bedelarij o Kinderen worden gekocht of ontvoerd om op straat te gaan bedelen voor georganiseerde criminele netwerken. Men dwingt deze kinderen op het einde van de dag om hun geld af te geven en dit om een schuld af te betalen (hun vervoer naar Europa, kosten voor identiteitspapieren,…) of om bij te dragen aan de kosten van hun verblijf (voeding, onderdak,…). De handel in organen o Kinderen worden gekocht of ontvoerd zodat men hun organen kan wegnemen en aanbieden aan zieke, rijke personen. Daarnaast worden hun organen ook af en toe gebruikt bij rituele genezingspraktijken. Internationale adoptie o De wettelijke adoptieprocedures zijn vaak lang, vol onzekerheid en frustraties. Sommige toekomstige ouders beslissen dan ook om alternatieve kinderhandel-wegen te bewandelen… Kindsoldaten o Kinderen en jongeren worden weggehaald uit hun dorpen, speeltuinen, scholen om verkocht te worden en daarna ergens onder dwang ingelijfd te worden bij gewapende troepen. Ze kunnen dan verschillende ‘jobs’ toegewezen krijgen, zoals spion, verkenner, kok, soldaat of als seksslaaf.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
106
Gedwongen huwelijk o Kinderen worden gedwongen om met iemand te trouwen die ze niet kennen en worden dan verplicht om hun echtgenoot/echtgenote te volgen.
De volgende twee factoren (gedwongen criminaliteit en sport) worden aan de hand van de onderstaande opdrachten besproken.
Opdracht: Bekijk onderstaand videofragment:
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
De volgende factor die we zullen bespreken is gedwongen criminaliteit. We zien dat kinderen er ook worden gedwongen om te stelen of in te breken, aangezien de straffen hiervoor voor minderjarigen veel minder zwaar zijn, dan voor volwassenen. We gaan nu een videofragment zien van een jong meisje dat haar verhaal vertelt. Je vindt dit fragment terug onderaan de slide ‘6.3.1 Motieven – theorie’.
De trainer houdt hierna een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vraag:
Wat is je eerste reactie wanneer je dit videofragment bekijkt?
Opdracht: Er is nog een categorie die vaak niet wordt beschouwd als kinderhandel, maar het toch is, namelijk sport. Lees hieronder het verhaal van Timo en bespreek dan samen met je collega waarom sport als een motief kan gezien worden.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
107
Timo, een 13-jarige jongen, zit in de gietende regen langs de straat. Ondanks die regen was het vandaag toch een goede dag. Hij had voor 55 euro nepartikelen kunnen verkopen aan toeristen en hij was maar 1 keer moeten gaan lopen voor de politie. Eindelijk heeft hij genoeg geld om een nieuw paar voetbalschoenen te kopen. Timo is er zeker van; die nieuwe schoenen, die gaan het verschil maken! Nu Timo erover nadenkt, eigenlijk is het toch al een hele tijd geleden dat hij nog iets gehoord heeft van ‘Monsieur le Manager’. De laatste keer dat hij hem zag, was toen hij werd afgezet bij het appartement met de instructie ‘Blijf hier en help de mannen die hier wonen. Doe niet moeilijk en veroorzaak geen problemen. Ik zal ondertussen contact opnemen met een paar clubs die zeer geïnteresseerd in je waren. Dit kan even duren, maar alles komt wel in orde. Ik zal je bellen zodra ik iets weet’. Dat was nu toch al enkele weken geleden…. Wie weet, misschien is hij zijn gsm verloren of heeft hij een fout nummer, waardoor hij Timo niet kon bellen met het goede nieuws dat een club geïnteresseerd is in hem. Ja, dat moet het wel zijn, het kan niet anders. Vanavond zal hij eens naar zijn mama in Kameroen bellen, want misschien heeft zij iets van ‘Monsieur le Manager’ gehoord. Met heimwee denkt Timo terug aan de laatste keer dat hij zijn familie zag. Ze waren allemaal zo trots op hem want hij ging een grote ster worden in Europa! Het was misschien niet goedkoop om hem naar Europa te krijgen, maar dat was het hen wel waard. Hij zou daar genoeg geld gaan verdienen om die reis niet 100 keer, maar 1000den keer terug te kunnen betalen. Timo roept zichzelf terug tot de orde. Hij wordt altijd emotioneel als hij hieraan denkt en dat mag niet. Niet vandaag. Vandaag gaat hij trainen met zijn nieuwe schoenen!
Bespreek samen met een mede-cursist waarom sport ook aanschouwd wordt als een motief voor kinderhandel.
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
De laatste factor die we gaan bespreken is sport. Lees op de slide ‘6.3.1 Motieven – opdracht 2’ het verhaal van Timo en bespreek dan met je groepje waarom sport ook als een motief kan gezien worden.
De trainer houdt hierna een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vraag:
Waarom is sport volgens jullie een motief?
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
108
De trainer zorgt ervoor dat de volgende redenen ook gegeven worden: Bij sommige sportclubs, voornamelijk voetbalclubs, worden jonge talentvolle kinderen opgespoord, getraind, naar het land van bestemming gebracht en aangeworven, soms na het vervalsen van hun identiteitskaart wat hun leeftijd betreft. Indien ze niet voldoen aan de verwachtingen van de club worden ze aan hun lot overgelaten. Daarnaast zijn er ook malafide spelersmakelaars die gemakkelijk geld verdienen aan de jonge spelertjes, zoals in het verhaal van Timo.
6.3.2 SLACHTOFFERS
Doel: De cursisten reflecteren over de slachtoffers van kinderhandel. Instructies voor de trainer: De trainer start een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vraag: Welke kinderen denken jullie dat voornamelijk slachtoffer worden van mensenhandelaars? De trainer zorgt ervoor dat volgende antwoorden zeker besproken worden:
We zien dat vooral de meest kwetsbare kinderen en jongeren slachtoffer worden van mensenhandelaars: kinderen van arme families; niet-schoolgaande kinderen; kinderen van gemarginaliseerde gemeenschappen; kinderen van minderheidsgroepen; meisjes die slachtoffer zijn van genderdiscriminatie; kinderen die in een kwetsbare positie verkeren door oorlog, natuurrampen, of omdat ze in de illegaliteit zijn beland; kinderen onder de hoede van instellingen, weeshuizen,.. De trainer stelt daarna de volgende vraag:
Waarom denken jullie dat kinderen/families van kinderen ingaan op het aanbod van mensenhandelaars? De trainer zorgt ervoor dat volgende antwoorden zeker besproken worden:
We zien dat armoede een belangrijke factor en dat families zich soms genoodzaakt voelen om hun kinderen te ‘verkopen’, ook al weten ze dat het verkeerd is. Het is vaak uit onwetendheid dat families hun kinderen naar een andere stad of zelfs naar het buitenland sturen. Er worden beloften gedaan van betere levensomstandigheden, van toegang tot onderwijs of een goedbetaalde job.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
109
7 KINDERPROSTITUTIE DOELEN EN TIJDSBESTEDING DOELEN
De cursisten reflecteren over de definitie van kinderprostitutie. De cursisten reflecteren over de verschillende types van slachtoffers van kinderprostitutie. De cursisten reflecteren over de definitie van loverboys. De cursisten reflecteren over de twee methodes die loverboys hanteren om hun slachtoffers uit te buiten. De cursisten kunnen de methode die een loverboy gebruikt herkennen. De cursisten reflecteren over het feit dat slachtoffers van loverboys vaak lang zwijgen over hun situatie. De cursisten reflecteren over de risicofactoren om slachtoffer te worden van een loverboy.
TIJDSBESTEDING Dit onderdeel zal ongeveer 40 minuten in beslag nemen.
7.1 DEFINITIE
Doel: De cursisten reflecteren over de definitie van kinderprostitutie. Opdracht: Bespreek samen met een medecursist wat volgens jullie wordt verstaan onder de term ‘kinderprostitutie’.
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de cursisten de volgende opdracht:
Bespreek met de andere cursisten uit je groepje wat jullie verstaan onder de term kinderprostitutie en noteer dat in het tekstvak dat jullie terugvinden op de slide ‘7.1 Definitie- opdracht’. Het is de bedoeling dat enkel één van jullie deze oefening op de computer invult.
De trainer vraagt naar een aantal antwoorden van de cursisten en bespreekt dan onderstaande informatie.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
110
Er worden vaak een aantal criteria in verband gebracht met kinderprostitutie, namelijk
de vergoeding (financieel of in de vorm van goederen) Door dit (financieel) gewin gaat het ook om een vorm van seksuele uitbuiting. een relatie van ongelijkheid (economisch, cognitief en psychosociaal). een element van dwang (lichamelijk of relationeel overwicht, emotionele druk, geweld) dat ervoor zorgt dat het kind de seksuele handelingen niet kan weigeren.
De Verenigde Naties geven een brede invulling aan de term kinderprostitutie, namelijk “Kinderprostitutie is het gebruiken van een kind in seksuele activiteiten tegen een vergoeding of elke andere vorm van beloning.”
7.2 SLACHTOFFERS
Doel: De cursisten reflecteren over de verschillende types van slachtoffers van kinderprostitutie. Instructies voor de trainer: De trainer bespreekt dat er verschillende manieren bestaan waarop kinderen en jongeren slachtoffer worden van kinderprostitutie, namelijk:
Weglopers en thuisloze jongeren worden op straat gerekruteerd door een pooier (= stereotype beeld). Kinderen en jongeren die ‘solo’ opereren: o weglopers of straatkinderen o jongeren die thuis wonen o jongeren die in een instelling wonen. Kinderen en jongeren die misbruikt worden door familie of zorgdragers en die daarvoor een vergoeding ontvangen. Uitbuiting door derden: o mensenhandel door grootschalige commerciële en criminele organisaties o loverboys.
7.3 LOVERBOYS 7.3.1 DEFINITIE
Doel: De cursisten reflecteren over de definitie van loverboys. Opdracht: De trainer start een interactief klasgesprek aan de hand van volgende vragen:
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
111
Heeft iemand van jullie al ooit van de term ‘loverboys’ gehoord? Wat wordt met deze term bedoeld? Is iemand al ooit in contact gekomen met loverboys of slachtoffers van loverboys tijdens zijn beroepsuitoefening? Wil iemand zijn professionele ervaring met loverboys of slachtoffers van loverboys delen met de groep?
De trainer zorgt ervoor dat de definitie van loverboys tijdens dit interactief klasgesprek ook besproken wordt:
Loverboys zijn mensenhandelaren die:
vrouwen en/of mannen doelbewust emotioneel afhankelijk maken door (de belofte van) het aangaan van een liefdesrelatie hen vervolgens uit te buiten o via dwang, (dreiging met) geweld of andere feitelijkheid, afpersing, fraude, misleiding, misbruik maken van hun machtspositie, misbruik maken van een kwetsbare positie van deze vrouwen of mannen.
Het werkveld van loverboys beperkt zich niet meer tot de prostitutiesector en er komen ook steeds meer andere vormen van uitbuiting voor, zoals het afsluiten van leningen of (telefoon) abonnementen op naam van het slachtoffer, het dealen of smokkelen van drugs, …
7.3.2 VORMEN
Doel: De cursisten reflecteren over de twee methodes die loverboys hanteren om hun slachtoffers uit te buiten. Instructies voor de trainer: De trainer bespreekt dat loverboys steeds dezelfde 2 methoden gebruiken om hun slachtoffers uit te buiten en dat beide methodes in 4 fasen kunnen worden opgedeeld. De trainer bespreekt beide methoden kort en kan zich hiervoor baseren op de volgende informatie: Klassieke loverboymethode
Nieuwe loverboymethode
Ronselen Inpalmen Losweken van sociaal netwerk/isoleren Uitbuiten
Grooming en hawking Inpalmen Inlijven Uitbuiten
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
112
KLASSIEKE METHODE
Ronselen: Dit is het zoeken naar en het benaderen van een potentieel slachtoffer. Volgens de klassieke methode ronselen loverboys op verschillende locaties, zoals op scholen, op straat, in winkelcentra, opvangcentra en clubs. De loverboy legt contact met een potentieel slachtoffer en probeert indruk te maken. Dit kan door het tonen van een mooie auto, nafluiten of naroepen van een meisje, een praatje maken, geven van complimenten et cetera. Soms zetten loverboys meisjes in om slachtoffers te ronselen.
Inpalmen: De loverboy gebruikt verleidingstechnieken om het potentiële slachtoffer in te palmen. Hij doet alsof hij verliefd is, overlaadt hem/haar met veel (en vaak dure) cadeaus en schenkt veel aandacht. Hij gaat een relatie met het slachtoffer aan en spiegelt hem/haar een mooie toekomst samen voor. De loverboy voelt precies aan waar de zwakke plek zit en speelt daar handig op in. Hij doet alsof hij echt om het slachtoffer geeft en zegt dat hij altijd voor hem/haar klaar staat.
Losweken: o Zodra de relatie een feit is en het slachtoffer verliefd is op de loverboy, isoleert hij hem/haar van zijn/haar sociale netwerk Hij zorgt ervoor dat het slachtoffer breekt met zijn/haar sociale netwerk, zodat hij/zij (emotioneel en financieel) afhankelijk wordt van hem. Soms maakt een loverboy ook gebruik van drugs om het slachtoffer afhankelijk te maken. o Hierna gaat hij hem/haar ook steeds meer controleren. Hij wacht hem/haar op of laat anderen op de uitkijk staan. Vaak geeft de loverboy het slachtoffer een mobiele telefoon, waarop deze dan dag en nacht bereikbaar moet zijn voor hem. o Het gedrag van de loverboy verandert. Hij wordt onvoorspelbaar en de relatie kenmerkt zich door afwisseling van haat en liefde. Daarnaast gebruikt de loverboy steeds vaker geweld en ook (groeps)verkrachtingen komen voor. Het slachtoffer is vaak nog zo verliefd, dat hij/zij de minder goede kanten van de loverboy goedpraat. Het slachtoffer is onbereikbaar voor haar oude sociale netwerk.
Uitbuiten: Vaak vertelt de loverboy dat hij problemen heeft. o In het geval van een schuld of het terugbetalen van de cadeaus, stuurt de loverboy er op aan dat er geld moet worden verdiend. Hij weet wel een manier om ‘snel’ geld te verdienen. Dit kan gaan om prostitutie, maar ook om het afsluiten van leningen en (telefoon)abonnementen op haar naam en het dealen of smokkelen van drugs. Als het slachtoffer niet akkoord gaat, overhaalt de loverboy hem/haar door middel van geweld, (emotionele) chantage of dwang. o In het geval van een vriend die in de put zit, vraagt de loverboy het slachtoffer om zijn vriend op te vrolijken en hem gezelschap te houden. Ook hier volgt (emotionele) chantage, dwang of geweld als hij/zij niet akkoord gaat. Eenmaal daar moet hij/zij met de vriend naar bed of hij/zij wordt door hem verkracht. Daarna moet het slachtoffer steeds vaker met anderen naar bed en wordt hij/zij uiteindelijk in de prostitutie tewerkgesteld. o Ook komt het voor dat de loverboy het slachtoffer een mooie toekomst voorspiegelt, bijvoorbeeld samen starten van een restaurant in het buitenland. Hiervoor is geld nodig. De loverboy stelt het slachtoffer voor om eenmalig of voor een korte periode geld te verdienen in de prostitutie. Eenmaal begonnen in de prostitutie is er geen weg meer terug. De loverboy heeft namelijk een nieuw dwangmiddel: rondvertellen dat hij/zij zich prostitueert.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
113
NIEUWE METHODE Grooming en hawking: Daders kunnen passief of actief op zoek gaan naar potentiële slachtoffers. o Daders zoeken passief naar potentiële slachtoffers door middel van het aanmaken van een profiel op sociale netwerksites. Dit kan in de meeste gevallen anoniem of met foutieve (misleidende) informatie. Met dit profiel proberen loverboys potentiële slachtoffers naar hen toe te lokken. o Vaak vindt een eerste contact op het internet echter plaats door actief op zoek te gaan naar potentiële slachtoffers. De loverboy zoekt dan op sociale netwerksites, jongerensites en chatboxen. Loverboys benaderen meerdere slachtoffers tegelijkertijd en kijken wie er reageert. Het selecteren van slachtoffers via het internet heet hawking. Het symboliseert het rondcirkelen van een havik boven zijn prooi. Ze selecteren potentiële slachtoffers vaak op geslacht, leeftijd, (laag) opleidingsniveau, hobby’s en uitdagende profielfoto’s.
Inpalmen: o Dit kan op dezelfde manier gebeuren als bij de klassieke methode. De loverboy gebruikt het internet dan alleen voor het vinden van zijn slachtoffer. o Het internet biedt echter ook andere mogelijkheden. Zo investeert een loverboy niet altijd in een liefdesrelatie, maar ook in het opbouwen van een vertrouwensband met het potentiële slachtoffer. Wanneer er een vertrouwensband is opgebouwd, ontlokt hij persoonlijke of vertrouwelijke informatie. Hij stelt hem/haar seksueel getinte vragen en probeert via een webcam seksueel getinte beelden van hem/ haar te krijgen.
Inlijving: In de fase van inlijving vindt vaak een ontmoeting plaats. Na een aantal chatsessies spreekt de loverboy af met het slachtoffer. Bij die afspraak of na een aantal afspraken wordt hij/zij gedwongen tot seksuele handelingen. Maar ook verkrachtingen, soms door meerdere personen, komen voor. De loverboy kan het slachtoffer ook chanteren met de in chatsessies verkregen informatie of seksueel getinte beelden. Hij belooft geheimhouding in ruil voor seksuele handelingen. Deze seksuele handelingen gaan steeds verder.
Uitbuiten: Deze fase verschilt niet van de klassieke methode (zie klassieke methode)
7.3.3 AANGIFTEN
Doel: De cursisten reflecteren over het feit dat slachtoffers van loverboys vaak lang zwijgen over hun situatie. Opdracht: Bespreek met een mede-cursist waarom vele slachtoffers lang zwijgen over deze problematiek.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
114
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de cursisten de volgende opdracht:
De meeste slachtoffers van loverboys wachten lang voordat ze met hun verhaal naar buiten komen en/of aangifte doen bij de politie. Bespreek met de andere cursisten uit je groepje wat hiervoor de redenen zouden kunnen zijn en noteer deze op de slide ‘7.3.3 Aangiften – opdracht’. Het is de bedoeling dat enkel één van jullie deze oefening op de computer invult.
De trainer vraagt naar een aantal antwoorden van de cursisten en zorgt ervoor dat onderstaande redenen ook besproken worden.
We merken dat de aangiftebereidheid onder slachtoffers aan de lage kant ligt. Hiervoor worden verschillende redenen naar voren geschoven:
Angst dat de loverboy te weten komt van wie de verklaring of aangifte komt. Angst dat de loverboy geweld gaat gebruiken tegen het slachtoffer zelf of tegen haar familie. Het slachtoffer kan door de loverboy aangezet zijn geweest tot het plegen van strafbare feiten, waardoor zij niet naar de politie durft te stappen. Schuld- en schaamtegevoelens spelen. Een verregaande afhankelijkheidsrelatie ( onderdak, eten en vervoer). Vaak is een slachtoffer geïsoleerd van haar oorspronkelijke sociale netwerk, waardoor ze (voor haar gevoel) nergens heen kan. Sommige slachtoffers zien zichzelf niet als slachtoffer, omdat ze bijvoorbeeld nog verliefd zijn op hun loverboy. …
Wanneer een slachtoffer toch beslist om aangifte doen, dan zal het van groot belang zijn dat er een goede vertrouwensband ontwikkeld wordt tussen het slachtoffer en de professional en zal het noodzakelijk zijn dat er begrip wordt getoond voor het gevoel van afhankelijkheid dat het slachtoffer voelt ten opzichte van de loverboy.
7.3.4 PROFIELEN
Doel: De cursisten reflecteren over de risicofactoren om slachtoffer te worden van een loverboy. Opdracht: Geef aan of je al dan niet akkoord gaat met de volgende stelling:
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
115
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten: Op de slide ‘7.3.4 Profielen- opdracht’ zien jullie een uitspraak staan, namelijk “Iedereen die verliefd kan worden, kan slachtoffer worden van een loverboy”. Geef aan of je akkoord gaat met deze uitspraak of niet.
De trainer ziet de verdeling van de resultaten en start een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vraag:
Waarom ga je akkoord/niet akkoord met deze uitspraak?
De trainer bespreekt daarna de volgende risicofactoren om slachtoffer te worden van een loverboy:
Meisjes, maar ook jongens, uit alle lagen van de bevolking, met verschillende opleidingsniveaus kunnen een slachtoffer worden. Toch is er sprake van een risicogroep. Enkele risicofactoren zijn Leeftijd: o Ongeveer 20% is zelfs jonger dan 14! Verstandelijk vermogen: o Vooral jongeren met een laag IQ hebben een grotere kans om slachtoffer te worden Achtergrond: o Jongeren uit streng religieuze gezinnen en/of uit een eercultuur vallen ook vlugger slachtoffer aan deze praktijken. Thuissituatie: o Instabiele thuissituatie (echtscheiding, verslavingsproblematiek van een ouder, huiselijk geweld, misbruik,…) o Verwaarlozing of hechtingsproblematiek o Laag zelfbeeld o Gevoelig zijn voor aandacht o Gemakkelijk beïnvloedbaar
7.3.5 CASUS
Doel: De cursisten kunnen de methode die een loverboy gebruikt herkennen. Opdracht: Bekijk het videofragment en los daarna de bijhorende vraag op.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
116
Welke methode gebruikte Emma’s loverboy?
Klassieke methode Nieuwe methode
Waarom zou Dave Emma hebben gekozen als slachtoffer?
Waarom deed Emma geen aangifte van Dave’s praktijken?
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Op de slide ‘7.3.5 Casus’ zien jullie een videofragment staan. Het is de bedoeling dat jullie dit fragment bekijken en daarna de oefening eronder invullen. De trainer zorgt ervoor dat de onderstaande antwoorden zeker besproken worden: 1
Welke methode gebruikte Emma’s loverboy? Klassieke methode Waarom zou Dave Emma hebben gekozen als slachtoffer? Jonge leeftijd, gemakkelijk beïnvloedbaar, gevoelig voor aandacht … Waarom deed Emma geen aangifte van Dave’s praktijken? “Niemand gaat je geloven, je gaat in de problemen komen omdat je vanalles verzint.” , “Ik voelde me zo alleen.”, “Ik was bang om naar de politie te gaan omdat ze misschien zouden zeggen dat het mijn eigen fout was.”, “Ik was bang wat Dave zou doen als hij erachter kwam.”
2 3
OPTIONELE VRAAG:
Wat was je eerste gedachte bij het zien van dit videofragment?
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
117
8 VROUWELIJKE GENITALE VERMINKING DOELEN EN TIJDSBESTEDING DOELEN
De cursisten reflecteren over de prevalentie van vrouwelijke genitale verminking (VGV). De cursisten reflecteren over de definitie en de verschillende types van VGV. De cursisten reflecteren over de motieven voor VGV. De cursisten reflecteren over de gevolgen van VGV. De cursisten reflecteren over het feit dat VGV steeds meer gemedicaliseerd wordt.
TIJDSBESTEDING Dit onderdeel zal ongeveer 35 minuten in beslag nemen.
8.1 PREVALENTIE
Doel: De cursisten reflecteren over de prevalentie van vrouwelijke genitale verminking (VGV). Opdracht: Geef aan of je denkt dat onderstaande stellingen juist of fout zijn.
In de hele wereld zijn volgens de Wereldgezondheidsorganisatie 100 tot 140 miljoen vrouwen genitaal verminkt. Juist
Fout
Men schat dat in Europa 300 000 vrouwen leven die slachtoffer zijn van VGV. Juist
Fout
Tot in de jaren vijftig kwam vrouwenbesnijdenis in Europa voor als behandeling van ‘hysterie, masturbatie, nymfomanie en lesbische geaardheid. Juist
Fout
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
118
Vrouwelijke genitale verminking wordt voorgeschreven door bepaalde religies. Juist
Fout
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de cursisten de volgende opdracht:
Op de slide ‘8.1 Prevalentie’ zien jullie vier stellingen staan. Geef aan of je denkt dat deze stellingen juist of fout zijn.
De trainer overloopt de correcte antwoorden met de cursisten: 1.
2.
3.
4.
In de hele wereld zijn volgens de Wereldgezondheidsorganisatie 100 tot 140 miljoen vrouwen genitaal verminkt. Deze stelling is juist. Men schat dat in Europa 300 000 vrouwen leven die slachtoffer zijn van VGV. Deze stelling is fout. Er wordt geschat dat er in Europa 500 000 vrouwen zijn die slachtoffer zijn van VGV. Tot in de jaren vijftig kwam vrouwenbesnijdenis in Europa voor als behandeling van ‘hysterie, masturbatie, nymfomanie en lesbische geaardheid. Deze stelling is juist. Vrouwelijke genitale verminking wordt voorgeschreven door bepaalde religies. Deze stelling is fout. VGV wordt niet voorgeschreven door bepaalde religies.
8.2 DEFINITIE
Doel: De cursisten reflecteren over de definitie en de verschillende types van VGV. Opdracht: Bespreek samen met een medecursist wat volgens jullie wordt verstaan onder vrouwelijke genitale verminking.
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de cursisten de volgende opdracht:
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
119
Bespreek met de andere cursisten uit je groepje wat jullie verstaan onder de term VGV en noteer dat in het tekstvak dat jullie terugvinden op de slide ‘8.2 Definitie - opdracht’. Het is de bedoeling dat enkel één van jullie deze oefening op de computer invult.
De trainer vraagt naar een aantal antwoorden van de cursisten en bespreekt dan onderstaande informatie.
VGV omvat alle praktijken waarbij de buitenste vrouwelijke geslachtsdelen gedeeltelijk of volledig worden verwijderd, of waarbij andere verwondingen worden aangebracht aan de vrouwelijke genitaliën om nietmedische redenen. Er zijn vier types van VGV. Naar schatting zouden 90% van de gevallen van VGV wereldwijd Type 1, 2 of 4 zijn. Bij de overige 10% gaat het om Type 3, de meest ernstige vorm van VGV. Type
Naam
Omschrijving
Type 1
Clitoridectomie
Type 2
Excisie
Type 3
Infibulatie
Type 4
Alle andere schadelijke praktijken
De clitoris of de voorhuid van de clitoris wordt gedeeltelijk of volledig weggenomen. De clitoris en de binnenste schaamlippen worden gedeeltelijk of volledig weggenomen, soms ook de buitenste schaamlippen. De uitwendige opening van de vagina wordt vernauwd of afgesloten door de binnenste of buitenste schaamlippen weg te halen en te hechten, met of zonder verwijdering van de clitoris. Alle andere schadelijke praktijken aan de vrouwelijke geslachtsdelen om niet-medische redenen zoals prikken, doorboren, insnijden, schuren of verbranden van de genitale streek
8.3 CASUS
Doel: Met dit onderdeel willen we verschillende doelen bereiken, namelijk
De cursisten reflecteren over de motieven voor VGV. De cursisten reflecteren over de gevolgen van VGV.
Opdracht: Bekijk onderstaand videofragment en probeer onderstaande vragen op te lossen.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
120
1. Welke motieven haalt Djenabou aan voor haar verminking?
2. Welke gevolgen ondervond Djenabou na haar ervaringen met VGV?
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Op de slide ‘8.3 Casus’ zien jullie een videofragment staan. Het is de bedoeling dat jullie dit fragment bekijken en daarna de oefening eronder invullen. De trainer zorgt ervoor dat de onderstaande antwoorden zeker besproken worden: 1.
Welke motieven haalt Djenabou aan voor haar verminking? Overgangsritueel “Ze vertelden me dat ik geen meisje meer ging zijn, maar een vrouw.” Gebrek aan kennis “Ik wist niets van de pijn of de gevolgen.” Eer “Ik kon niet weglopen want dat zou schande toebrengen aan mijn familie.” Welke gevolgen ondervond Djenabou bij haar ervaringen met VGV? Fysieke gevolgen gesneden in een ader (bijna doodgebloed). Pijn.
2.
OPTIONELE VRAAG: Wat was je eerste gedachte bij het zien van dit videofragment?
8.4 MOTIEVEN
Doel: De cursisten reflecteren over het feit dat VGV steeds meer gemedicaliseerd wordt. Bespreking: De trainer bespreekt dat verschillende motivaties die aan de basis liggen van meisjesbesnijdenis en dat Djenabou er al enkele opnoemde in het videofragment, maar dat er nog enkele zijn, namelijk:
De motivaties die Djenabou aanhaalde in het videofragment waren:
VGV is het overgangsritueel van meisje naar vrouw. Het moet gebeuren voor de eer van de familie. Er is een gebrek aan kennis over de pijn en de gevolgen van VGV en het menselijk lichaam in het algemeen. Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
121
Daarnaast zijn er nog andere redenen waarom men bij meisjes en vrouwen VGV uitvoert:
Traditie. Taboes rond seksualiteit. Bestaan van bepaalde mythes. o Zo denken sommige volkeren dat de clitoris mannen impotent maakt of de bevruchting tegenhoudt. Sociale druk. Het is voorwaarde om te kunnen trouwen. o In sommige culturen kan een man kan zijn vrouw verstoten als ze geen VGV ondergaan heeft. Beschermen van de maagdelijkheid. Neutraliseren van het libido. Garanderen van trouw aan haar echtgenoot.
8.5 GEVOLGEN
Doel: De cursisten reflecteren over de gevolgen van VGV. Instructies voor de trainer: De trainer bespreekt dat er vele ernstige gevolgen gelinkt zijn aan VGV, vooral op het vlak van seksuele en reproductieve gezondheid.
Fysieke gevolgen, zowel onmiddellijk als op lange termijn: o Onmiddellijke fysieke gevolgen zijn pijn, bloedingen, infecties, shock en verwondingen in de schaamstreek. o Op lange termijn kunnen zich ook fysieke gevolgen voordoen, zoals chronische pijn, pijnlijke maandstonden, infecties zoals herhaalde ontsteking van de urinewegen, cysten en abcessen, vorming van littekenweefsel, onvruchtbaarheid, en verhoogde vatbaarheid voor seksueel overdraagbare aandoeningen. Psychologische gevolgen: o Bijvoorbeeld angst, depressie, flash-backs, nachtmerries en post-traumatische stress Seksuele gevolgen: o Seksueel genot vermindert. o Seksueel contact kan pijnlijk, traumatisch of zelfs onmogelijk zijn. Reproductieve gevolgen: o Meer kans op complicaties bij de bevalling. o Hoger risico op een doodgeboren baby. In het uiterste geval kan VGV leiden tot de dood.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
122
8.6 MEDICALISERING
Doel: De cursisten reflecteren over het feit dat VGV steeds meer gemedicaliseerd wordt. Opdracht: Geef aan of je akkoord gaat met de volgende uitspraak of niet.
“Het is beter dat de procedure door een arts gebeurd. Dan gebeurt het tenminste in een propere omgeving en is er iemand bij die verstand heeft van geneeskunde.” Akkoord
Niet akkoord
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de volgende opdracht aan de cursisten:
Op de slide ‘8.6 Medicalisering - opdracht’ zien jullie een uitspraak staan, namelijk “Het is beter dat de procedure door een arts uitgevoerd wordt. Dan gebeurt het tenminste in een propere omgeving en is er iemand bij die verstand heeft van geneeskunde”. Geef aan of je akkoord gaat of niet met deze uitspraak. De trainer ziet de verdeling van de resultaten en start een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vraag:
Waarom ga je akkoord/niet akkoord met deze uitspraak? De trainer geeft dan de volgende opdracht aan de cursisten:
Onder de slide ‘8.6 Medicalisering – theorie’ zien jullie een videofragment staan. In dit fragment dat we gaan bekijken, zien we een dokter die het ook gaat hebben over de medicalisering van VGV en wat zijn mening hierrond is. De trainer bespreekt daarna dat VGV effectief steeds vaker gemedicaliseerd wordt en dat hier zowel voor- als tegenstanders voor te vinden zijn:
Voorstanders hopen erger te voorkomen door de praktijk in ziekenhuizen door medisch opgeleid personeel te laten uitvoeren. Tegenstanders, waaronder de World Health Organization (WHO) zijn tegen de institutionalisering ervan. Zij vinden dat de VGV nooit door een arts mag uitgevoerd worden en dit om verschillende redenen:
Meisjes zijn vaak nog te jong om hiervoor toestemming te geven. Meestal zijn er geen medisch gegronde redenen om een dergelijke procedure uit te voeren. Het is een verminkende ingreep, die vele ernstige complicaties tot gevolg heeft. … Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
123
9 EERGERELATEERD GEWELD DOELEN EN TIJDSBESTEDING DOELEN
De cursisten reflecteren over de definitie van eergerelateerd geweld (EGG). De cursisten reflecteren over de uitingsvormen van EGG. De cursisten reflecteren over de motieven voor EGG. De cursisten reflecteren over het feit dat ook jongens slachtoffer kunnen worden van EGG.
TIJDSBESTEDING Dit onderdeel zal ongeveer 35 minuten in beslag nemen.
9.1 CASUS + 9.2 DEFINITIE + 9.3 CONTINUÜM VAN GEWELD
Doel: Met dit onderdeel willen we verschillende doelen bereiken, namelijk
De cursisten notie laten nemen van de definitie van EGG. De cursisten notie laten nemen van de uitingsvormen van EGG.
Opdracht: Bekijk onderstaand videofragment en probeer daarna samen met een medecursist de bijhorende vragen op te lossen.
Welke emoties roept de getuigenis van Sara op en welke emotie overheerst er? Noteer hieronder de overheersende emotie.
Beschrijf je eigen definitie van eergerelateerd geweld.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
124
Hieronder zijn een aantal verschijningsvormen van eergerelateerd geweld opgesomd waarmee Sara te maken kreeg. Plaats de uitspraken op een continuüm van wat je de minst zware verschijningsvorm vindt naar de zwaarste vorm van eergerelateerd geweld.
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de cursisten de volgende opdracht:
Op de slide ‘9.1 Casus’ zien jullie een videofragment staan. Het is de bedoeling dat jullie dit fragment bekijken en daarna de oefening eronder invullen. De trainer zorgt ervoor dat de drie onderdelen van de oefening zeker besproken worden:
1. Welke emoties roept de getuigenis van Sara op en welke emotie overheerst er? Noteer hieronder de overheersende emotie. De trainer vraagt aan enkele cursisten welke emotie zij neergeschreven hebben en waarom ze net voor die emotie gekozen hebben.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
125
2. Beschrijf je eigen definitie van eergerelateerd geweld. De trainer vraagt aan enkele cursisten om hun definitie van EGG te geven. De trainer zorgt ervoor dat het volgende ook besproken wordt en vertelt hen dat ze dit kunnen terugvinden op de slide ‘9.2 Definitie’. In gemeenschappen waar erecodes belangrijk zijn, neemt de familie-eer een centrale plaats in. De eer van een individu heeft weerslag op de hele familie en is ook afhankelijk van de hele familie.
Eer wordt een gemeenschappelijk goed van alle familieleden en de bescherming of verdediging ervan is de verantwoordelijkheid van ieder familielid. Het begrip ‘eer’ heeft in elke gemeenschap een eigen invulling en wordt het anders beleefd en wordt er ook anders mee omgegaan.
Hieruit volgt dat EGG beschreven wordt als:
Alle handelingen en vormen van geweld. (Meestal) tegen vrouwen en meisjes. In naam van traditionele erecodes.
3. Hieronder zijn een aantal verschijningsvormen van eergerelateerd geweld opgesomd waarmee Sara te maken kreeg. Plaats de uitspraken op een continuüm van wat je de minst zware verschijningsvorm vindt naar de zwaarste vorm van eergerelateerd geweld. Er wordt aangeraden om de volgende volgorde te vermelden aan de cursisten. o o o o o o o o
Ik mocht geen make-up dragen. Bij het chatten kwam mijn moeder altijd langs me zitten om me te controleren. Ik mocht niet naar buiten. Ik werd geslagen. Ze gaan me aan iemand uithuwelijken. Ze zouden me ontvoeren naar een ander land. Ze dreigen om me te vermoorden want ik ben toch niets meer waard. Ik heb de keuze gekregen; ofwel trouwen met mijn vriendje, ofwel vermoorden ze me, ofwel moet ik maar zelfmoord plegen.
De trainer bespreekt met de cursisten dat het niet zo gemakkelijk is om deze uitspraken op een continuüm te zetten en dat het daarom mogelijk is dat iedereen een licht verschillende volgorde heeft. Belangrijkst is dat de cursisten begrijpen dat er een continuüm bestaat van geweldsdaden. Aan de ene kant heb je de minder gewelddadige vormen zoals het uitoefenen van controle en aan het andere uiteinde heb je de meest extreme vorm, namelijk moord.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
126
Daartussen in zijn er nog een heel aantal andere manieren om de eer te herstellen, namelijk
Isolering Beperking van de bewegingsvrijheid Ontzeggen van ontwikkelingsmogelijkheden Psychologisch geweld en bedreigingen Gearrangeerde en gedwongen huwelijken Gedwongen abortus Gedwongen maagdenvliesherstel Wegsturen naar het land van herkomst Verstoting Fysiek geweld Aanranding Foltering
Wanneer een lichte vorm van eerherstel niet efficiënt blijkt en dit geen einde maakt aan de eerschending, dan is de kans groot dat men zal overschakelen op een zwaardere vorm. Dit continuüm vormt dus in feite een glijdende schaal waarbij steeds het risico op escalatie aanwezig is.
9.4 MOTIEVEN
Doel: De cursisten reflecteren over de motieven voor EGG. Instructies voor de trainer: De trainer bespreekt de motieven voor EGG en vertelt dat de cursisten deze ook kunnen terugvinden op de slide ‘9.4 Motieven’. Het is belangrijk dat de trainer benadrukt dat het bij EGG niet alleen om seksuele eer gaat, maar dat er ook andere manieren zijn om de familie-eer te schenden.
Eergerelateerd geweld wordt gepleegd als een reactie op een (dreigende) eerschending waarbij de eer van de familie in het gedrang is of om de eer te herstellen. Er zijn vele invullingen mogelijk voor het concept ‘eer’, maar vaak wordt het in verband gebracht met de controle van de vrouwelijke seksualiteit en de schending van de seksuele eer. Het gaat echter niet altijd om deze seksuele eer. Het feit dat een (mogelijke) eerschending bekend raakt bij de buitenwereld, kan tot escalatie leiden. Daarom is het belangrijk om als professional de betrokkenen bij een geval van eergerelateerd geweld altijd voorzichtig te benaderen !! Wanneer politiediensten al te opzichtig bij een familie aanwezig zijn, kan dit eerverlies veroorzaken of in de hand werken. Wanneer hulpverlening een meisje al te snel uit huis haalt, dan kan dit niet alleen een escalatie veroorzaken, maar kan het ook de veiligheid van eventuele andere slachtoffers in het gezin in gevaar brengen. Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
127
9.5 SLACHTOFFERS
Doel: De cursisten reflecteren over het feit dat ook jongens slachtoffer kunnen worden van EGG. Opdracht: Lees de onderstaande getuigenis. Bespreek dan met een medecursist of je Ismael ook als een slachtoffer beschouwd of niet.
“Mijn familie was niet akkoord met Saba haar gedrag. Ze wou geen hoofddoek dragen, maar droeg wel make-up. En ze wou graag uitgaan met vriendinnen. Dat zorgde voor heel veel ruzies en spanningen thuis. Maar ook de buren en de rest van de familie hadden veel commentaar. Mijn ouders probeerden het meermaals uit te leggen aan Saba dat dit niet hoorde. En toen kreeg ze ook nog een Vlaams vriendje. Mijn moeder smeekte dat ze het gedaan zou maken. En mijn vader verweet haar dat haar gedrag schande bracht over heel de familie. Toch bleef ze hem zien. Op een dag ging het gerucht zelfs de ronde dat ze met hem naar bed was geweest. Toen was het bijna misgegaan. Ik had bijna mijn klein zusje vermoord. Ik wilde het helemaal niet, maar ik voelde zo’n druk op mijn schouders. Mijn familie verwachtte van mij dat ik dat deed. Mijn vader eiste zelfs dat ik haar zou vermoorden. Ik probeerde tijd te rekken, maar uiteindelijk ging het echt niet meer. Mijn vader stelde een ultimatum: ‘Morgen vermoord je haar of ik doe het zelf en dan ga jij er ook aan’.”
Is Ismael ook slachtoffer? Ja
Nee
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de cursisten de volgende opdracht:
Op de slide ‘9.5 Slachtoffers- getuigenis’ zien jullie het verhaal van Ismael staan. Lees zijn getuigenis en bespreek dan met je groepje of je Ismael ook als een slachtoffer van EGG kan beschouwen of niet.
De trainer ziet de verdeling van de resultaten en start een interactief klasgesprek aan de hand van de volgende vraag:
Waarom vind je Ismael wel/niet een slachtoffer van EGG?
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
128
De trainer zorgt ervoor dat het volgende antwoord zeker besproken wordt:
Eergerelateerd is een vorm van gendergerelateerd geweld. Dat wil zeggen dat iedereen die niet aan de geldende genderverwachtingen voldoet, mogelijk slachtoffer kan worden van deze vorm van geweld. Jonge meisjes vormen het overgrote deel van de slachtoffers, maar eergerelateerd geweld kan ook tegen jongens gericht zijn. Jongens zoals Ismael kunnen ook slachtoffer zijn als ‘eerzuiveraar’ wanneer zij onder druk worden gezet om hun vrouwelijke familieleden te controleren of sanctioneren, of wanneer ze weigeren een daad van eerherstel uit te voeren. Er zijn zelfs zaken bekend waarbij minderjarige jongens onder druk werden gezet om geweld te plegen aangezien voor hen de strafmaat beperkter is. Daarnaast kunnen jongens ook het doelwit van het geweld worden als ‘eerschender’, bijvoorbeeld wanneer zij een verboden relatie aangaan met een meisje, een gearrangeerd huwelijk weigeren, of uitkomen voor hun homoseksuele geaardheid.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
129
10 IN MIJN JOB… DOELEN EN TIJDSBESTEDING DOELEN
De cursisten reflecteren over hun ervaringen met kindermishandeling. De cursisten reflecteren over hun gevoelens wanneer ze in aanraking komen met situaties van kindermishandeling. De cursisten reflecteren over de personen bij wie ze terecht kunnen voor ondersteuning wanneer ze in contact komen met situaties van kindermishandeling. De cursisten reflecteren over de manier waarop ze in contact kunnen komen met sibling geweld. De cursisten reflecteren over mogelijke tips voor professionals die in contact komen met sibling geweld. De cursisten reflecteren over de manier waarop ze in contact kunnen komen met eergerelateerd geweld. De cursisten reflecteren over mogelijke tips voor professionals die in contact komen met eergerelateerd geweld. De cursisten reflecteren over de manier waarop ze in contact kunnen komen met kinderprostitutie. De cursisten reflecteren over mogelijke tips voor professionals die in contact komen met kinderprostitutie. De cursisten reflecteren over de manier waarop ze in contact kunnen komen met seksueel grensoverschrijdend gedrag door minderjarigen. De cursisten reflecteren over mogelijke tips voor professionals die in contact komen met seksueel grensoverschrijdend gedrag door minderjarigen. De cursisten reflecteren over de manier waarop ze in contact kunnen komen met cyberpesten. De cursisten reflecteren over mogelijke tips voor professionals die in contact komen met cyberpesten.
TIJDSBESTEDING Dit onderdeel zal ongeveer 75 minuten in beslag nemen.
EIGEN ERVARINGEN
Doel: Met dit onderdeel willen we verschillende doelen bereiken, namelijk
De cursisten reflecteren over hun ervaringen met kindermishandeling. De cursisten reflecteren over hun gevoelens wanneer ze in aanraking komen met situaties van kindermishandeling. De cursisten reflecteren over de personen bij wie ze terecht kunnen voor ondersteuning wanneer ze in contact komen met situaties van kindermishandeling.
Opdracht: Geef aan in welke mate je in contact komt met de verschillende vormen van kindermishandeling tijdens het uitoefenen van je job. Begin met hoge mate naar lage mate. Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
130
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de cursisten de volgende opdracht:
Op de slide ’10.1 Eigen ervaringen’ zien jullie de verschillende vormen van kindermishandeling staan die we vandaag besproken hebben. Geef aan in welke mate je in contact komt met de verschillende vormen van kindermishandeling tijdens het uitoefenen van je job. Je rangschikt de vormen op een continuüm van ‘meest naar minst mee in contact gekomen’. De trainer krijgt de antwoorden van de cursisten te zien en gebruikt deze om een interactief klasgesprek te starten. Daarnaast kan hij/zij ook nog de volgende vragen stellen.
Het is altijd moeilijk om met kindermishandeling om te gaan, maar als je 1 vorm moest kiezen die je het moeilijkste vindt om mee om te gaan, welke is dat dan? Welke gevoelens roept het bij je op als je een situatie van kindermishandeling tegenkomt? Hoe ga je er persoonlijk mee om als je een situatie van kindermishandeling tegenkomt? Mocht je ooit een situatie van kindermishandeling tegenkomen die je echt volledig overstuur maakt, weet je dan bij wie je terecht kan om hierover te praten?
OMGAAN MET KINDERMISHANDELING
Doel: Met dit onderdeel willen we verschillende doelen bereiken, namelijk
De cursisten reflecteren over de manier waarop ze in contact kunnen komen met sibling geweld. De cursisten reflecteren over mogelijke tips voor professionals die in contact komen met sibling geweld. Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
131
De cursisten reflecteren over de manier waarop ze in contact kunnen komen met eergerelateerd geweld. De cursisten reflecteren over mogelijke tips voor professionals die in contact komen met eergerelateerd geweld. De cursisten reflecteren over de manier waarop ze in contact kunnen komen met kinderprostitutie. De cursisten reflecteren over mogelijke tips voor professionals die in contact komen met kinderprostitutie. De cursisten reflecteren over de manier waarop ze in contact kunnen komen met seksueel grensoverschrijdend gedrag door minderjarigen. De cursisten reflecteren over mogelijke tips voor professionals die in contact komen met seksueel grensoverschrijdend gedrag door minderjarigen. De cursisten reflecteren over de manier waarop ze in contact kunnen komen met cyberpesten. De cursisten reflecteren over mogelijke tips voor professionals die in contact komen met cyberpesten.
Opdracht: Hieronder vind je enkele casussen die te maken hebben met kindermishandeling. Bespreek met een medecursist op welke manier jij als professional zou kunnen betrokken worden bij deze casus en hoe jij er op zou reageren? Geef ook telkens 1 of meer tips die professionals kunnen gebruiken wanneer ze geconfronteerd worden met dit soort casuïstiek.
CASUS 1 De ouders van Sylvie en Dennis zijn druk bezette mensen. Ze hebben allebei een belangrijke job en verdienen veel geld. Hierdoor zijn Sylvie en Dennis vaak alleen thuis. Ze zoeken steeds elkaars gezelschap op. Ze kijken tv, surfen op de computer, luisteren naar muziek. Meestal hebben ze het leuk samen. Maar soms is Sylvie bang van Dennis en wil ze niet alleen met hem thuis zijn. Sylvie weet dat Dennis regelmatig speed gebruikt. Hij doet dat om zich beter te kunnen concentreren als hij moet leren. Maar Dennis wordt dan ook opvliegend en zelfs agressief. Hij begint dan heel bazig te doen tegen Sylvie. Zij is zijn kleine zus en moet alles doen wat hij zegt. Toen Sylvie zich hiertegen wou verzetten, pakte hij haar bij de keel. Sylvie heeft zich toen de rest van de dag in haar kamer opgesloten. Tegen haar ouders heeft ze niks verteld. Die zouden haar niet geloven. Bovendien wou ze niet klikken over Dennis zijn drugsgebruik. Op een dag zijn Sylvie en Dennis opnieuw alleen thuis. Dennis komt haar kamer binnen. Hij heeft zo’n vreemde blik in zijn ogen. Zonder iets te zeggen, duwt hij Sylvie op bed. Onder dwang betast hij haar borsten en begint haar wild te kussen. Sylvie gilt van de angst en de pijn, maar niemand hoort haar. Die nacht wordt Sylvie op spoed opgenomen. Ze heeft geprobeerd haar polsen over te snijden. De behandelende arts neemt contact op met jullie dienst/organisatie.
CASUS 2 Een jonge man komt binnen bij jullie dienst/organisatie en vraagt een gesprek aan. Zodra jij met hem in een lokaal zit, begint hij zijn verhaal te doen: “Ik had het niet mogen doen. Hoe kon ik zo dom zijn en denken dat onze ouders er niet achter zouden komen. Samira was gewoon een flirt voor me. Je kent dat wel, zo een paar weken plezier met elkaar en dan bye bye, daar is de deur. Zij is het type meisje dat eventjes leuk is om mee om te gaan, maar toch niet om mijn heel leven Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
132
met haar door te brengen. Oké, we hebben die ene keer plezier gehad, maar daarom wil ik nog niet met haar trouwen! Ik hoop echt dat mijn ouders zich nog bedenken, maar ik vrees ervoor. Zowel mijn als haar ouders staan op dit huwelijk. Door met haar te vrijen zou ik mijn én haar reputatie om zeep hebben geholpen, samen met die van mijn én haar familie en nu willen ze dat we trouwen om de schade wat te beperken. Ik vind het zo onnozel, maar ik vrees dat ik geen keuze heb. De dreigementen die ze geuit hebben als we het niet doen…. ”
CASUS 3 Tom was amper acht jaar toen zijn alleenstaande papa, onder invloed van alcohol en drugs, voor de eerste keer ’s nachts binnenkwam op zijn slaapkamer. Hij vroeg hem om hun seksuele spelletjes geheim te houden en beloonde hem achteraf met lieve woordjes en speelgoed. Na een tijdje begon hij Tom ook mee te nemen naar ‘speciale feestjes’. Hij vertelde hem dat ‘enkel de mooiste en meest speciale jongetjes’ daar mee naartoe mochten. Op die feestjes waren er ook altijd wel vrienden van zijn papa, die dezelfde spelletjes met hem wilden spelen. Die mannen gaven dan wat geld aan zijn papa, zodat die nog wat nieuw speelgoed kon kopen voor hem. Na een tijdje kreeg Tom echter door dat het geld niet naar nieuw speelgoed ging, maar dat zijn papa die aan een andere man gaf in ruil voor een zakje met wit poeder in. Na een tijdje begon Tom steeds meer en meer af te vallen en vaker ziek te worden. Uiteindelijk kon zijn papa er niet meer om heen en nam zijn zoon mee naar de dokter. Na een bloedonderzoek bleek dat Tom besmet was geraakt met het Hiv-virus. De behandelende arts neemt contact op met jullie dienst/organisatie.
CASUS 4 Jamie is een jongen met een autisme spectrum stoornis (ASS). In school loopt het moeilijk. In de klas kan hij wel volgen, maar hij heeft het moeilijk met contact met leeftijdsgenoten. Hij wordt gepest. Hij kan dan heel boos worden. Jamie snapt niet waarom andere kinderen zo naar tegen hem doen. In zijn klas zit Inez. Zij is het enige meisje dat hem niet pest. Zij doet lief tegen hem. Hij wil graag met haar spelen. Op een dag volgt hij Inez naar de toiletten. Hij dwingt haar een toilet binnen te gaan, trekt zijn broek af en begint te masturberen. Hij dwingt haar om zijn piemel aan te raken. Inez kan Jamie van zich afduwen en loopt weg. Ze vertelt aan de leerkracht wat er gebeurd is.
CASUS 5 Op vrijdagavond gaat Axana naar een vriendin. Die geeft een feestje. Er zijn verschillende vrienden en vriendinnen aanwezig. Timo is er ook. Axana en Timo zonderen zich af. Ze kussen elkaar. Hij streelt over haar borsten. Axana vindt het allemaal goed. Ze gaan helemaal in elkaar op. Ze zien niet dat een vriend hen aan het filmen is. Wanneer Axana ’s maandags in school toekomt, merkt ze meteen dat er iets is. Waarom kijkt iedereen zo naar haar. Een meisje uit een andere klas roept “slet” naar haar. Axana begrijpt er niks van. Haar beste vriendin vertelt haar hoe die jongen een filmpje gemaakt heeft van haar en Timo. Hij heeft dit doorgestuurd naar een paar vrienden. Een andere jongen heeft dit filmpje op Facebook gezet.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
133
Axana schaamt zich. Tijdens de speeltijd wordt ze bij de directeur geroepen. Die zegt dat hij niet kan toelaten dat leerlingen seksuele filmpjes rondsturen van zichzelf. Axana probeert zich te verdedigen, maar vindt geen gehoor. Ze barst in tranen uit. De directeur zegt dat haar ouders onderweg zijn. De ouders van Axana zijn woedend. Dat hun dochter zo’n gedrag gesteld heeft is schandalig, maar dat iemand zo’n filmpje verspreidt, is ontoelaatbaar. Zij willen dat het filmpje van internet afgehaald wordt.
Tips voor professionals:
Instructies voor de trainer: De trainer geeft de cursisten onderstaande opdracht. De trainer kiest ter plaatse twee casussen uit voor elk groepje. Hij/Zij zorgt ervoor dat elke casus door minstens 1 groepje besproken wordt.
Op de slide ’10.2 Omgaan met kindermishandeling’ zien jullie vijf vormen van kindermishandeling staan die we vandaag besproken hebben. Elk groepje zal twee vormen toegewezen kregen. Het is de bedoeling dat jullie de casus lezen en de bijhorende vragen bespreken in jullie groepje. o Jullie zullen nagaan op welke manier elk van jullie in contact kan komen met deze vorm van kindermishandeling en op welke manier elk van jullie met een dergelijke casus (persoonlijk) omgaat. o Daarnaast proberen jullie ook één of meer tips te formuleren die professionals zou helpen om te gaan met een dergelijke situatie van kindermishandeling. Het is de bedoeling dat één van jullie deze tips hierna ook invult in het kader onder de casus. Binnen een twintigtal minuten zullen we jullie antwoorden klassikaal overlopen.
De trainer krijgt de antwoorden van de cursisten te zien en gebruikt deze om een interactief klasgesprek te starten. Daarnaast kan hij/zij ook nog de volgende vragen stellen:
Is de rest van de klasgroep het eens met de geformuleerde tips? Waarom wel/waarom niet? Heeft iemand nog andere tips? Wil iemand zijn ervaringen delen in verband met deze vorm van kindermishandeling?
Indien ze niet verwoord werden door de cursisten, kan de trainer ook altijd de volgende tips meegeven:
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
134
Sibling geweld (casus 1) o Minimaliseer het niet!! o Bied hulp aan beiden, niet alleen aan het slachtoffer. o Denk eraan dat de ouders hierdoor vaak tussen twee vuren komen te zitten. Bied hen ook hulp aan.
Eergerelateerd geweld (casus 2) o Als je weet dat het om deze problematiek gaat, ga dan niet in uniform / met een politiewagen naar het huis, dit kan het mogelijk verergeren! o Kijk naar de veiligheid van het slachtoffer en alle andere gezinsleden. o Denk eraan: ook daders kunnen slachtoffer zijn. o Denk eraan: ook jongens kunnen slachtoffer zijn. o Vraag waarom de familie-eer mogelijk geschonden kan zijn.
Kinderprostitutie (casus 3) o Hou in je achterhoofd dat de kinderen niet altijd de waarheid (mogen) spreken. o Kijk wat de kinderen nodig hebben qua doorverwijzing. o Ga na of er steunfiguren voor het kind zijn. o Vraag waarom ze een bepaald gedrag stellen. o Kijk naar de veiligheid van het kind/jongere, maar ook naar die van de familie van het kind/jongere.
Seksueel grensoverschrijdend gedrag (casus 4) o Houd rekening met de ontwikkelingsfase van het kind. Raadpleeg het Vlaggensysteem van Sensoa, een erg bruikbare tool die je even doet stilstaan bij wat ‘normaal’ en ‘grensoverschrijdend’ gedrag is. o Bied hulp aan het slachtoffer, maar ook aan de dader. o Zorg dat er hulp komt die de situatie goed kan inschatten en de betekenis van dit gedrag kan plaatsen. o Verwijs door naar de gepaste dienst. o Spreek niet meteen veroordelend naar de dader toe. o Luister naar het verhaal van de dader. Zorg dat hij/zij zich ook gehoord voelt. o De manier waarop de politie omgaat met de dader heeft bepaalde gevolgen. Wanneer politie hardhandig optreedt ten opzichte van de dader, kan dit er voor zorgen dat deze zich in een slachtofferrol gaat wentelen. Anderzijds hebben sommige daders ook een duidelijke signaal/boodschap nodig. Belangrijk dat ze zich hiervan bewust zijn! Bewustwording van eigen houding/gedachten/waarden en normen ten opzichte van (potentiele) plegers van zedenfeiten is aangewezen.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
135
Cyberpesten (casus 5) o Tips die je ouders kan geven: Cyberpesten voorkomen: Zorg dat je weet waar je kind mee bezig is. Probeer een sfeer te creëren waarin je kind met problemen naar je toe komt. Zet de computer in een gemeenschappelijke ruimte. Kinderen zijn voorzichtiger als ze weten dat er een oogje in het zeil gehouden wordt. Leer je kinderen op een veilige, verantwoorde en respectvolle manier met het internet om te gaan. Zeg hen geen zaken te versturen die anderen kunnen kwetsen. Als hun kind slachtoffer is van cyberpesten: Probeer als ouder rustig te blijven, ook al kunnen de boodschappen hard aankomen. Wees attent op signalen die je kind kan vertonen. Als je kind gepest wordt, moet je hem of haar serieus nemen, maar ook leren relativeren. Soms zijn de pestmails niet specifiek voor hem of haar bedoeld en is het beter ze te negeren. Zeg je kind om niet te reageren op haatmailtjes of -berichten en om ze ook niet zelf te versturen. Blokkeer de afzenders. Hij/zij kan dan geen berichten meer sturen naar je kind. Meld misbruik bij de provider van de site. Deze kan de pester uit de chatroom verwijderen of het profiel van de site halen. Breng ook de school op de hoogte. Praat erover op school en met andere ouders. De oplossing van dit probleem zou moeten kaderen in het anti-pestbeleid van een school. Over het algemeen zou je op 5 sporen tegelijkertijd moeten werken. De pester, de omstaanders, de gepeste, ouders en school moeten rond de tafel gaan zitten en een oplossing zoeken voor het probleem. In ernstige gevallen kan de politie ingeschakeld worden. Neem ‘bewijsmateriaal' mee. Bewaar daarom pestmails en -smsjes, chatconversaties, printscreens … Hou rekening met het effect van cyberpesten op het gevoel van zelfwaarde of het schuldgevoel van je kind. Hoe groter dit effect, hoe meer tijd er nodig zal zijn voor gesprek en begeleiding. Als hun kind de pestkop is: Maak duidelijk dat jij dat pestgedrag niet accepteert. Praat met je kind en vraag hem waarom hij/zij dit doet. Cyberpesten is erger dan gewoon plagen. Straf niet meteen, maar wijs je kind wel op zijn/haar verantwoordelijkheden en probeer hem/haar bewust te maken van de gevolgen van zijn/haar daden. Eis van je kind dat hij/zij meteen ophoudt met zijn/haar pestgedrag.
De trainer geeft aan dat wanneer de cursisten een kort en handig overzicht willen van de vormen van kindermishandeling en de tips die vandaag besproken werden, dat ze dit dan kunnen terugvinden op de slide ‘Samenvatting’. Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
136
11 EVALUATIE DOELEN EN TIJDSBESTEDING DOELEN
De cursisten kunnen hun mening geven over de opleiding in het geheel. De cursisten kunnen hun mening geven over de afzonderlijke onderdelen van de opleiding. De cursisten kunnen hun mening geven over de trainer. De trainer krijgt inzicht in hetgeen de cursisten het meest waardevol vonden binnen de opleiding. De cursisten kunnen hun mening geven over ontbrekende onderdelen binnen de opleiding. De cursisten kunnen opmerkingen en tips geven die de trainer kunnen helpen om de opleiding te verbeteren.
TIJDSBESTEDING Dit onderdeel zal ongeveer 15 minuten in beslag nemen.
EVALUATIE
Doel: Met dit onderdeel willen we verschillende doelen bereiken, namelijk
De cursisten kunnen hun mening geven over de opleiding in het geheel. De cursisten kunnen hun mening geven over de afzonderlijke onderdelen van de opleiding. De cursisten kunnen hun mening geven over de trainer. De trainer krijgt inzicht in hetgeen de cursisten het meest waardevol vonden binnen de opleiding. De cursisten kunnen hun mening geven over ontbrekende onderdelen binnen de opleiding. De cursisten kunnen opmerkingen en tips geven die de trainer kunnen helpen om de opleiding te verbeteren.
Opdracht: Als een collega je vraagt wat je vandaag geleerd hebt, welke drie elementen zou je hem of haar dan zeker vertellen? 1. 2. 3.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
137
Welke score zou je geven aan elk onderdeel?
Inleiding
laag
1
2
3
4
5
hoog
Shaken Infant Syndroom
laag
1
2
3
4
5
hoog
Sibling geweld
laag
1
2
3
4
5
hoog
Seksueel grensoverschrijdend gedrag
laag
1
2
3
4
5
hoog
Online misbruik
laag
1
2
3
4
5
hoog
Kinderhandel
laag
1
2
3
4
5
hoog
Kinderprostitutie
laag
1
2
3
4
5
hoog
Vrouwelijke genitale verminking
laag
1
2
3
4
5
hoog
Eergerelateerd geweld
laag
1
2
3
4
5
hoog
In mijn job...
laag
1
2
3
4
5
hoog
Welke score geef je aan de opleiding in zijn geheel? laag
1
2
3
4
5
hoog
5
hoog
Extra opmerkingen "de opleiding":
Welke score geef je aan de opleider? laag
1
2
3
4
Extra opmerkingen "de opleider":
Zijn er nog thema's die ontbreken in deze opleiding?
Heb je nog andere opmerkingen/tips?
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
138
Instructies voor de trainer: De trainer geeft aan dat dit het laatste onderdeel van de opleiding is. Hij/Zij bedankt de cursisten voor hun inzet en medewerking. De trainer laat de cursisten ook weten dat hun log-in zal blijven werken voor deze modules en dat ze dus deze opleiding thuis nog eens kunnen bekijken, als ze dat willen. Daarnaast laat de trainer ook weten dat ze met dezelfde log-in ook de module rond de specifieke vormen van kindermishandeling kunnen doorlopen als elearning of dat ze zich voor een opleidingsdag hiervoor kunnen inschrijven (indien deze georganiseerd wordt). De trainer geeft de cursisten onderstaande opdracht:
Open de slide ’11 Evaluatie’ en vul het evaluatieformulier dat jullie daar terugvinden eerlijk in. Jullie antwoorden worden anoniem verwerkt. Wanneer je klaar bent, mag je het lokaal verlaten en naar huis gaan.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
139
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
140
SAMENVATTING
VORMEN VAN KINDERMISHANDELING
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
141
Vorm Fysieke mishandeling
Shaken Infant Syndrome
Geïnduceerde /gefalsificeerde aandoening (Munchausen by proxy syndroom)
Emotionele mishandeling
Definitie Iedere vorm van fysieke dwang of geweld, door een ouder of door een persoon aan wie de zorg of opvoeding van het kind werd toevertrouwd, die met grote waarschijnlijkheid ernstige fysieke of mentale schade veroorzaakt aan het kind of diens ontwikkeling, of die een ernstig risico inhoudt op dergelijke schade Niet-accidentele hoofdverwondingen die het gevolg zijn van het dooreenschudden van een zuigeling bij schouders, armen of benen. Hierdoor kunnen verwondingen aan de nek, subdurale bloedingen (bloedingen tussen de hersenen en de hersenvliezen) en hersenbeschadiging ontstaan Vorm van kindermishandeling veroorzaakt door een zorgdrager die ziekte bij een kind veroorzaakt of voorwendt, met onnodige en potentieel schadelijke medische onderzoeken en/of behandelingen tot gevolg Zowel geïsoleerde incidenten als een patroon van tekortkomingen doorheen de tijd vanwege een ouder of zorgverlener om een ondersteunende en aan de ontwikkelingsfase van het kind aangepaste omgeving te voorzien. Handelingen die binnen deze categorie van mishandeling vallen, houden een groot risico in op beschadiging van de fysieke of mentale gezondheid, of van de fysieke, mentale, spirituele, morele of sociale ontwikkeling van het kind
Kenmerken - Vaak met de bedoeling te straffen - Verwondingen op specifieke plaatsen - Niet altijd uiterlijke tekenen zichtbaar
Voorbeelden Slaan, kloppen, schoppen, door elkaar schudden, bijten, wurgen, verbranden, vergiftigen en verstikken
- Meestal door ouders of plaatsvervangende opvoeders - Zeer jonge kinderen - Niet noodzakelijk uiterlijke tekenen van geweld - Geen intentie om te schaden - Risicofactoren stressgerelateerd
Dooreenschudden van een zuigeling, meestal ten gevolge van frustratie, stress, gebrek aan kennis.
- Moeilijke diagnose - Bijna hoofdzakelijk door vrouwen - Pleger vaak medische achtergrond - Motief: aandacht of manipulatie - Voornamelijk in ziekenhuissetting - Voornamelijk door de primaire zorgdrager - Harde kern van kindermishandeling - Samenhang met andere vormen van kindermishandeling - Gerichte aanval op de ontwikkeling van kinderen
Onder- of over-rapporteren van symptomen; valselijk voorstellen van symptomen (vb. knoeien met bloedstalen); creëren van symptomen (vb. vergiftiging); slachtoffer ertoe brengen zich als ziek voor te doen
Afwijzen (kleineren, denigreren, afkeuren; bespotten; publiekelijk vernederen; bekritiseren); tiranniseren (in onvoorspelbare omstandigheden brengen; in gevaarlijke situaties brengen; onrealistische verwachtingen koesteren; dreigen geweld te gebruiken tegen geliefde personen of voorwerpen); isoleren (opsluiten binnen de omgeving; sociale interacties met anderen beperken); uitbuiten (toestaan of aanmoedigen van antisociaal of (volgens de leeftijd) ongepast gedrag; ondermijnen psychologische autonomie)
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
142
Vorm Kinderen blootgesteld aan partnergeweld
Definitie Blootstelling aan partnergeweld verwijst naar een veelheid aan ervaringen van kinderen die in een thuissituatie leven waar een volwassene gewelddadig gedrag stelt als een patroon van dwang tegenover een intieme partner
Kenmerken - Verhoogd risico (herhaald) slachtofferschap - Spill-over effect - Negatieve impact op de ontwikkeling - Lange termijn
Fysieke verwaarlozing
Zowel geïsoleerde incidenten als een patroon van tekortkoming door een ouder of ander familielid om te voorzien in wanneer ze in de positie zijn om dit te doen - de ontwikkeling en het welzijn van een kind op één of meer van de volgende vlakken: gezondheid, voeding, huisvesting en veilige levensomstandigheden
- Patroon van ontoereikende zorg - Gevolgen minder zichtbaar - Ernstige gevolgen op vlak van gezondheid, ontwikkeling en sociaal functioneren - Armoede belangrijke risicofactor
Emotionele verwaarlozing
Zowel geïsoleerde incidenten als een patroon van tekortkoming door een ouder of ander familielid om te voorzien in wanneer ze in de positie zijn om dit te doen - de ontwikkeling en het welzijn van een kind op één of meer van de volgende vlakken: opvoeding, emotionele ontwikkeling
- Onthouden van de nodige emotionele voeding - Meest schadelijk voor de ontwikkeling van kinderen
Seksueel misbruik
Het betrekken van een kind in een seksuele activiteit die het nog niet volledig begrijpt, waarvoor het niet in staat is om volledige toestemming te geven, waarvoor het kind nog onvoldoende ontwikkeld is, of die op een andere manier ingaat tegen de wetgeving of sociale taboes van een samenleving.
- Meestal door iemand uit de dichte omgeving - Machtsverhouding - Geheimhouding - Schuldgevoel
Voorbeelden Prenatale blootstelling; tussenkomen; slachtoffer worden; deelnemen; ooggetuige zijn; horen van het geweld; waarnemen van de aanvankelijke gevolgen; waarnemen van de nasleep; horen over het geweld; ogenschijnlijk onbewust zijn Onachtzaamheid (onvoldoende aandacht voor voeding, persoonlijke hygiëne, kleding, veilige huisvesting, lichamelijke noden, veiligheid in de auto); weigeren zorg op zich te nemen (achterlaten of in de steek laten, permanent of tijdelijk uit huis sturen zonder andere geschikte zorg te regelen, weigeren het kind op te nemen nadat het is weggelopen); weigeren van medische zorg (geen of laattijdige professionele hulp inschakelen bij gezondheidsprobleem, weigeren van medische behandeling wanneer nodig); toezicht verwaarlozing (kind niet tijdig waarschuwen voor gevaar, geen maatregelen nemen om veiligheid te verzekeren, gevaarlijke voorwerpen binnen bereik laten liggen) Emotionele ontoegankelijkheid (afstandelijk zijn, niet betrokken zijn, enkel noodzakelijke interactie onderhouden, weinig of geen warmte of verzorging geven, weinig of geen complimenten geven); educatieve verwaarlozing (gebrek aan stimuleren van sociale, psychomotorische en schoolse ontwikkeling, thuis houden van school) Specifiek: failure-to-thrive syndroom of psychogene groeiachterstand Het (doen) aanraken van borsten en geslachtsdelen; kussen met seksuele bedoelingen; dwingen tot masturbatie; vaginale, orale of anale geslachtsgemeenschap; binnendringen met voorwerpen of vingers, verplichten te kijken naar pornografie of seksuele handelingen tussen anderen
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
143
Vorm Sibling geweld
Seksueel grensoverschrijdend gedrag door minderjarigen
Cyberpesten
Kinderprostitutie
Kinderhandel
Definitie Herhaald patroon van agressie gericht tegen een sibling, met de bedoeling schade te berokkenen en voortkomend uit een innerlijke emotionele behoefte aan macht en controle Gelijk welke seksuele daad van een jongere, van puberteit tot de wettelijke leeftijd van meerderjarigheid, met een persoon van gelijk welke leeftijd, tegen de wil van het slachtoffer, zonder toestemming, of op een agressieve, uitbuitende of bedreigende manier Ieder gedrag uitgevoerd via elektronische of digitale media door individuen of groepen, waarbij herhaaldelijk vijandige of agressieve boodschappen gecommuniceerd worden met de bedoeling anderen ongemak of schade te berokkenen. Bij ervaringen van cyberpesten kan de identiteit van de dader gekend of ongekend zijn. Cyberpesten kan gebeuren via elektronische communicatie op school, maar doet zich ook buiten de schoolcontext vaak voor. Gebruiken van een kind in seksuele activiteiten tegen een vergoeding of elke andere vorm van beloning Kinderhandel betekent iedere daad van werving, vervoer, overbrenging, huisvesting, of opname van een persoon, met uitbuiting tot doel. Uitbuiting omvat ten minste de uitbuiting van prostitutie van anderen of andere vormen seksuele uitbuiting, gedwongen arbeid of diensten, slavernij of praktijken die vergelijkbaar zijn met slavernij, onderworpenheid, of de verwijdering van organen.
Kenmerken - Frequenter dan doorgaans wordt aangenomen - Taboesfeer - Context gezin
Voorbeelden Fysiek, emotioneel of seksueel (sibling incest)
- Criteria: toestemming, gelijkwaardigheid, vrijwilligheid, leeftijdsadequaat, contextadequaat, zelfrespecterend - Gevolgen vergelijkbaar met misbruik door volwassenen
Aanraken van iemands geslachtsdelen zonder toestemming; seksueel expliciete conversaties met aanzienlijk leeftijdsverschil; iemand seksueel in verlegenheid brengen; dwangmatige masturbatie; penetratie van poppen, dieren
- 24/7 bereikbaarheid - Anonimiteit - Omvang potentiële publiek
Sturen van een beledigende sms; veranderen van iemands paswoord; creëren van haatpagina via Facebook
- Criteria: vergoeding, seksuele uitbuiting, dwang - Verschuiving beeldvorming - Mishandeling en verwaarlozing pushfactor - Belangrijkste vormen: seksuele uitbuiting, gedwongen arbeid - Armoede en oorlog belangrijke pushfactoren - Betrokkenheid criminele netwerken - Gevolgen voor kind, familie, gemeenschap en land
Straatprostitutie; escort; ‘virtuele’ prostitutie
Seksuele uitbuiting; gedwongen arbeid; handel in organen; bedelen; gedwongen huwelijk; illegale adoptie; deelname aan gewapende conflicten; drugshandel; misdaadmilieu
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
144
Vorm Eergerelateerd geweld
Vrouwelijke genitale verminking
Definitie Continuüm van geweldsvormen waarbij het voorkomen of het herstellen van een schending van de seksuele en familiale eer waarvan de buitenwereld op de hoogte is of dreigt te geraken - het hoofdmotief vormt. Het kan daarbij gaan om de eer van een individu, de familie of de gemeenschap en het geweld kan uitgaan of ondersteund worden door meerdere personen en gericht zijn op meerdere slachtoffers Alle praktijken waarbij de buitenste vrouwelijke geslachtsdelen gedeeltelijk of volledig worden verwijderd, of waarbij andere verwondingen worden aangebracht aan de vrouwelijke genitaliën om niet-medische redenen
Kenmerken - (Dreiging) schending familieeer - Bekend raken bij de buitenwereld - Continuüm van geweldvormen - Meerder betrokkenen mogelijk
Voorbeelden Controle; isolering en beperking van de bewegingsvrijheid; onthouden van ontwikkelingsmogelijkheden; psychologisch geweld en bedreigingen; gearrangeerde en gedwongen huwelijken; gedwongen abortus; gedwongen maagdenvliesherstel; wegsturen naar het land van herkomst; verstoting; fysiek geweld; en moord
- Motivaties: taboe seksualiteit, gebrekkige kennis, overgangsritueel, voorwaarde voor juwelijk - Ernstige gevolgen op vlak van seksuele en reproductieve gezondheid - Mensenrechtenperspectief
Clitoridectomie; excisie; infibulatie; andere schadelijke praktijken zoals prikken,
doorboren, insnijden, schuren of verbranden van de genitale streek
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
145
SAMENVATTING
OMGAAN MET KINDERMISHANDELING
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
146
FYSIEKE MISHANDELING o o o o o
Zijn er zichtbare letsels? Luister naar het verhaal dat bij het letsel hoort. Schat in of er een arts nodig is (zijn er zichtbare letsels en kunnen deze verklaard worden door het verhaal). Zorg ervoor dat de verwondingen verzorgd worden. Zorg ervoor dat de verwondingen gedocumenteerd worden.
EMOTIONELE MISHANDELING o o o o o o
Blijf rustig en lok geen weerstand uit. Vraag wat er aan de hand is en waarom iemand zo reageert t.o.v. zijn kind. Vraag wat hij/zij nodig heeft om terug rustig te worden en om de ouderrol terug op te nemen. Hier kan enige tijd voor nodig zijn! Raad een soort time-out aan, indien nodig. Toets af bij het kind of het zich in orde voelt. Ga zelf pas weg als je voelt dat het voor beide partijen in orde is.
BLOOTGESTELD ZIJN AAN GEWELD o o o o o o
Ga na of er kinderen in huis zijn. Zorg dat je elk kind gezien hebt, zodat je kan inschatten of alles oké is. Benoem dat het zien en horen van geweld impact heeft op het kind. Ga pas weg als het voor iedereen oké is. Ga na of er voldoende veiligheid voor iedereen is in het gezin. Indien er niet voldoende veiligheid is, zoek dan naar manieren om hier wel voor te zorgen.
VECHTSCHEIDINGEN o o o o o
Hou er rekening mee dat kinderen altijd loyaal blijven naar 1 of beide ouders. Benoem dat het voor kinderen moeilijk is om tussen twee vuren te zitten, dat zij niet horen te kiezen. Ga pas weg als het voor iedereen oké is. Ga na of er voldoende veiligheid voor iedereen is in het gezin. Indien er niet voldoende veiligheid is, zoek dan naar manieren om hier wel voor te zorgen.
VERWAARLOZING o o o o
Verwoord hetgeen je ziet. Zeg bijvoorbeeld dat je ziet dat het gezin het moeilijk heeft. Als je ziet dat een gezin het moeilijk heeft, vraag of het hulp of ondersteuning nodig heeft. Geef het gezin namen en adressen van mogelijke ondersteunende diensten. Schat in of er een niet-professioneel netwerk rond het gezin bestaat, dat mogelijk kan bijspringen of helpen.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
147
SEKSUEEL MISBRUIK o o o o o
o o
Besef dat dit een complex probleem is. Hoor een kind niet uit. Hoe dichter de pleger bij het kind staat, hoe kleiner de kans dat het kind het gaat vertellen. Een kind zal het heel moeilijk hebben om hierover te spreken. Onthoud ook dat kinderen er geen ‘taal’ voor hebben en dat ze er hun eigen taal voor gebruiken. Wanneer ze erover spreken, zullen ze niet meteen met een kant en klaar verhaal komen. Het kan onsamenhangend lijken. Het is daarom belangrijk om het kind de tijd te geven om zijn/haar verhaal te doen. Een verhoor moet door een specialist gebeuren. Bij een vermoeden, zorg dat er hulp komt om de situatie goed in te schatten.
SHAKEN INFANT SYNDROOM o o o o o o o
Ga de ‘logische’ dingen na: honger, dorst, vieze luier, pijn … Pak je baby op en knuffel hem. Je verwent hem niet, je laat hem alleen voelen dat je er bent en dat je van hem houdt. Wieg hem zachtjes heen en weer in je armen, in de kinderwagen of in zijn wiegje. Zing zachtjes een rustig liedje of laat een muziekje horen. Wordt het je echt te veel, laat het troosten dan even over aan iemand anders. Verlaat de kamer en tracht even je zinnen te verzetten. Ga pas terug naar je baby wanneer je gekalmeerd bent. Schakel hulp in van familie, vrienden, je arts, … Je staat niet alleen, er zijn heel wat mensen die je kunnen helpen.
SIBLING GEWELD o o o
Minimaliseer het niet!! Bied hulp aan beiden, niet alleen aan het slachtoffer. Denk eraan dat de ouders hierdoor vaak tussen twee vuren komen te zitten. Bied hen ook hulp aan.
EERGERELATEERD GEWELD o o o o o
Als je weet dat het om deze problematiek gaat, ga dan niet in uniform/ met een politiewagen naar het huis, dit kan het mogelijk verergeren! Kijk naar de veiligheid van het slachtoffer en alle andere gezinsleden. Denk eraan: ook daders kunnen slachtoffer zijn. Denk eraan: ook jongens kunnen slachtoffer zijn. Vraag waarom de familie-eer mogelijk geschonden kan zijn.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
148
KINDERPROSTITUTIE o o o o o
Hou in je achterhoofd dat de kinderen niet altijd de waarheid (mogen) spreken. Kijk wat de kinderen nodig hebben qua doorverwijzing. Ga na of er steunfiguren voor het kind zijn. Vraag waarom ze een bepaald gedrag stellen. Kijk naar de veiligheid van het kind/jongere, maar ook naar die van de familie van het kind/jongere.
SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG o
o o o o o o
Houd rekening met de ontwikkelingsfase van het kind. Raadpleeg het Vlaggensysteem van Sensoa, een erg bruikbare tool die je even doet stilstaan bij wat ‘normaal’ en ‘grensoverschrijdend’ gedrag is. Bied hulp aan het slachtoffer, maar ook aan de dader. Zorg dat er hulp komt die de situatie goed kan inschatten en de betekenis van dit gedrag kan plaatsen. Verwijs door naar de gepaste dienst. Spreek niet meteen veroordelend naar de dader toe. Luister naar het verhaal van de dader. Zorg dat hij/zij zich ook gehoord voelt. De manier waarop de politie omgaat met de dader heeft bepaalde gevolgen. Wanneer politie hardhandig optreedt ten opzichte van de dader, kan dit er voor zorgen dat deze zich in een slachtofferrol gaat wentelen. Anderzijds hebben sommige daders ook een duidelijke signaal/boodschap nodig. Belangrijk dat ze zich hiervan bewust zijn! Bewustwording van eigen houding/gedachten/waarden en normen ten opzichte van (potentiele) plegers van zedenfeiten is aangewezen.
INTERNETGEBRUIK ALGEMENE TIPS
Toon interesse in het online leven van de jongere. Praat met het kind over het gebruik van de computer en maak hierrond afspraken. Vertel over je eigen ervaringen. Laat het kind zo veel mogelijk zelfstandig van het internet gebruik maken, maar zet de computer wel in een gemeenschappelijke ruimte of op een goed zichtbare plaats Denk eraan; ook smartphones en tablets hebben toegang tot internet!! Leer hen om nergens persoonlijke gegevens te vermelden zoals hun telefoonnummer of thuisadres . Maak bij discussies over computergebruik steeds de vergelijking met de ‘echte' wereld. Wat ze in de werkelijke wereld als ‘not done' beschouwen, moeten ze dan ook niet op internet doen. Vertel hen dat als je iets op internet plaatst, dat dit altijd beschikbaar zal blijven. Zelfs al klikken ze op verwijderen, toch zal het blijven rondzweven op het internet. Schakel de ‘parent control’ in op de computer, maar vertel hen ook dat je dit doet om hen te beschermen tegen ongepaste en ongewenste beelden en/of informatie. Overloop samen de privacy-instellingen van sociale netwerkprofielen. Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
149
Leer hen om geen onbekenden zomaar toe te voegen aan hun ‘vriendenlijst’ en zeer kritisch te zijn ten opzichte van mensen die ze enkel via het internet kennen. Als de jongere toch wil afspreken met een online kennis, vraag dan dat ze een volwassene hiervan op de hoogte brengen. Geef hen dan ook de tip om nooit alleen te gaan en af te spreken op een plaats waar veel volk is. Als de jongere toch afspreekt, laat dan het vervoer naar huis NOOIT afhankelijk zijn van de persoon die hij/zij gaat ontmoeten. Leer hen niet in te gaan op grensoverschrijdend gedrag, maar om de website of persoon weg te klikken en een volwassene hierover in te lichten.
CYBERPESTEN
Tips die je ouders kan geven: o Cyberpesten voorkomen Zorg dat je weet waar je kind mee bezig is. Probeer een sfeer te creëren waarin je kind met problemen naar je toe komt. Zet de computer in een gemeenschappelijke ruimte. Kinderen zijn voorzichtiger als ze weten dat er een oogje in het zeil gehouden wordt. Leer je kinderen op een veilige, verantwoorde en respectvolle manier met het internet om te gaan. Zeg hen geen zaken te versturen die anderen kunnen kwetsen. o Als hun kind slachtoffer is van cyberpesten: Probeer als ouder rustig te blijven, ook al kunnen de boodschappen hard aankomen. Wees attent op signalen die je kind kan vertonen. Als je kind gepest wordt, moet je hem of haar serieus nemen, maar ook leren relativeren. Soms zijn de pestmails niet specifiek voor hem of haar bedoeld en is het beter ze te negeren. Zeg je kind om niet te reageren op haatmailtjes of -berichten en om ze ook niet zelf te versturen. Blokkeer de afzenders. Hij/zij kan dan geen berichten meer sturen naar je kind. Meld misbruik bij de provider van de site. Deze kan de pester uit de chatroom verwijderen of het profiel van de site halen. Breng ook de school op de hoogte. Praat erover op school en met andere ouders. De oplossing van dit probleem zou moeten kaderen in het anti-pestbeleid van een school. Over het algemeen zou je op 5 sporen tegelijkertijd moeten werken. De pester, de omstaanders, de gepeste, ouders en school moeten rond de tafel gaan zitten en een oplossing zoeken voor het probleem. In ernstige gevallen, kan de politie ingeschakeld worden. Neem ‘bewijsmateriaal' mee. Bewaar daarom pestmails en -smsjes, chatconversaties, printscreens … Hou rekening met het effect van cyberpesten op het zelfwaardegevoel of het schuldgevoel van je kind. Hoe groter dit effect, hoe meer tijd er nodig zal zijn voor gesprek en begeleiding. o Als hun kind de pestkop is: Maak duidelijk dat jij dat pestgedrag niet accepteert. Praat met je kind en vraag hem/haar waarom hij dit doet. Cyberpesten is erger dan gewoon plagen. Straf niet meteen, maar wijs je kind wel op zijn/haar verantwoordelijkheden en probeer hem/haar bewust te maken van de gevolgen van zijn/haar daden. Eis van je kind dat hij/zij onmiddellijk ophoudt met zijn/haar pestgedrag. Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
150
REFERENTIES
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
151
THEORIE
Centrum Kinderhandel Mensenhandel (2014). Columns: Bring her back to where she came from. Geraadpleegd op 26 mei 2014 op http://www.ckm-fier.nl/Bring-her-back-to-where-she-came-from.ashx
Childfocus
(z.j.)
Stop
cyberpesten.
Geraadpleegd
op
26
juni
2014
op
http://www.childfocus.be/sites/default/files/cf_dossier_cyberpesten_nl_versie_032011.pdf
Childfocus
(z.j.)
Think
before
you
post.
Geraadpleegd
op
26
juni
2014
op
http://www.childfocus.be/sites/default/files/think_before_you_post_nl_0.pdf
Childfocus (z.j.) Tips & tricks voor een veilig internet. Geraadpleegd op 26 juni 2014 op http://www.childfocus.be/sites/default/files/lesvoorbereiding_veilig_online.pdf
Childfocus
(2010).
Connected.
Geraadpleegd
op
26
juni
2014
op
http://www.seksuelevorming.be/sites/default/files/digitaal_materiaal/connected.pdf
Groupe pour l'abolition des mutilations sexuelles (z.j.) Onze publicaties. Geraadpleegd op 26 juni 2014 op http://gams.be/index.php?option=com_content&view=article&id=54&Itemid=57&lang=nl
Gevolgen.
(z.j.).
Geraadpleegd
op
4
juli
2014
op
http://www.seksueelgeweld.nl/linkinformatie/linkinformatieDetails.php?linkinformatie_id=23
Klasse
(2011).
Partnergeweld.
Geraadpleegd
op
4
juli
2014
op
http://www.klasse.be/leraren/eerstelijn/partnergeweld/#
Marchand,
J.
(z.j.).
Het
Shaken
Infant
Syndrome.
Geraadpleegd
op
26
mei
2014
op
http://www.kindengezin.be/img/SIS.pdf
Nederlands Jeugdinstituut (z.j.). Een verhaal over seksueel misbruik. Geraadpleegd op 4 juli 2014 op http://www.kindermishandeling.nl/pages/11tot14/kimlees.htm
Rijksoverheid (2012). Handreiking Aanpak Loverboyproblematiek. Geraadpleegd op 26 mei 2014 op http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2012/05/31/handreiking-aanpakloverboyproblematiek.html
Sensoa (z.j.). De beoordelingscriteria voor seksueel gedrag. Geraadpleegd op 28 november 2014 op http://www.seksualiteit.be/voorlichting/seks-en-grenzen/de-beoordelingscriteria-voor-seksueel-gedrag
Sensoa (z.j.). Seksuele signalen herkennen. Geraadpleegd op 4 juli 2014 op http://www.seksualiteit.be/misbruik/misbruik-herkennen/signalen-herkennen
Sensoa (2013). Normatieve lijst:Vlaggensysteem: Verkorte versie 2013 . Geraadpleegd op 28 november 2014 op http://www.seksuelevorming.be/materiaal/vlaggensysteem
Sensoa (2013). Vlaggensysteem: uitgebreide normatieve lijst. Geraadpleegd op 28 november 2014 op http://www.seksuelevorming.be/sites/default/files/digitaal_materiaal/uitgebreidenormatievelijst2013. pdf
Vereniging voor Verenigde Naties (2011). Kinderhandel: Een probleem van deze tijd? Geraadpleegd op 26 mei 2014 op http://www.vvn.be/wp-content/uploads/2011/04/kinderhandel.pdf Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
152
Vrouwenbesnijdenis, mijn manier om nee te zeggen. (2013). Geraadpleegd op 26 juni 2014 op http://www.mafacondedirenon.be/nl/home
Wyckmans, D., Jong, R. de, Vossole, A. Van, Delameillieure, I. & Reggers, S. (2015). Form a chain to safeguard children. A guide for a multidisciplinary and family-focused approach to child abuse and domestic violence. Hasselt: Province of Limburg.
VIDEOFRAGMENTEN – OPLEIDINGSDAG 1 OPDRACHT 1.1
Womenscrisis SWR (2013). What about the kids. Gedownload op 28 juli 2014 van http://www.youtube.com/watch?v=myre8MU-uuw
McChrystals44
(2013).
Child
watches
porn.
Gedownload
op
28
juli
2014
van
http://www.youtube.com/watch?v=D5r9oLaG20c
Gts fan (2013). The Believers (1987) Father spanks his son. Gedownload op 28 juli 2014 van http://www.youtube.com/watch?v=DVwI9hNCl1A
Filipoloz
(2007).
Throwing
a
tantrum.
Gedownload
op
28
juli
2014
van
http://www.youtube.com/watch?v=X-G1sY_XWu0
Kfleetwood
(2008).
Gravel
Road
(Part
1
of
2).
Gedownload
op
28
juli
2014
van
http://www.youtube.com/watch?v=-_MbEZE_yyc
OPDRACHT 2.2
Childline (2012). It follows me around – A child’s physical abuse story. Gedownload op 28 juli 2014 van http://www.youtube.com/watch?v=pLaHfZgSOYY
OPDRACHT 3.1
Childline (2013). Words Can Hurt – Verbal abuse and emotional abuse. Gedownload op 28 juni 2014 van http://www.youtube.com/watch?v=1G7nohXboIc
OPDRACHT 3.2
TheWWYD Show (2013). Mother Reprimands Obese Daughter. Gedownload op 28 juni 2014 van http://www.youtube.com/watch?v=j7jEqCbB1Cg
OPDRACHT 3.3.2
Makers of Memories Foundation – Domestic Violence Charity (2012). 911 domestic violence call from a child
witnessing
abuse.
Gedownload
op
28
juni
2014
van
http://www.youtube.com/watch?v=ryLBCu097ns Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
153
True Activist (2014). This will change you in exactly 60 seconds. Gedownload op 28 juni 2014 van http://www.youtube.com/watch?v=gXjE68-_jBs
OPDRACHT 4.1.2
Educationgovuk (2012). Childhood neglect: Susan Miller’s story. Gedownload op 28 juni 2014 van http://www.youtube.com/watch?v=ROIGfGGx80U
WKRG
(2012).
Horrible
Case
of
Child
Neglect.
Gedownload
op
28
juni
2014
van
Neglect.
Gedownload
op
28
juni
2014
van
http://www.youtube.com/watch?v=_IQif5uiARc
OPDRACHT 4.2.3
WKRG
(2012).
Horrible
Case
Of
Child
http://www.youtube.com/watch?v=apzXGEbZht0
VIDEOFRAGMENTEN – OPLEIDINGSDAG 2 OPDRACHT 2.1
BrainInjuryNebraska
(2014).
Forever
Shaken.
Gedownload
op
28
juni
2014
van
http://www.youtube.com/watch?v=_t9vH6tqwxg
OPDRACHT 3.4
Monica Epperson (2014). Voice of the Child of Divorce. Gedownload op 28 juni 2014 van http://www.youtube.com/watch?v=lbTFZ8cvHo4
OPDRACHT 3.5
Will
Bigham
(2013).
Sibling
Rivalry.
Gedownload
op
28
juni
2014
van
http://www.youtube.com/watch?v=VwqpI0TQgq8
OPDRACHT 5.1.3
Brett Fletcher (2012). Child Internet Safety PSA – Online Predators. Gedownload op 28 juni 2014 van http://www.youtube.com/watch?v=9waE2A-uIxQ
OPDRACHT 5.1.2
Sorviball
(2010).
Cyberbullying
PSA.
Gedownload
op
28
juni
2014
van
http://www.youtube.com/watch?v=OpQuyW_hISA
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
154
OPDRACHT 5.2.5
ThinkUKnowAUS
(2010).
Megan’s
Story.
Gedownload
op
28
juni
2014
van
http://www.youtube.com/watch?v=DwKgg35YbC4
OPDRACHT 5.3.1
CEOP
(2011).
Exposed.
Gedownload
op
28
juni
2014
van
http://www.youtube.com/watch?v=4ovR3FF_6us
OPDRACHT 5.3.3
DesiiChaos (2014). What would you do – Sexting – Teen forced to send naked photos (Part 1). Gedownload op 28 juni 2014 van http://www.youtube.com/watch?v=QhiGJ1ic81Y
DesiiChaos (2014). What would you do – Sexting – Boy to send naked photos of his girlfriend (Part 2). Gedownload
op
28
juni
2014
van
http://www.youtube.com/watch?annotation_id=annotation_1878823545&feature=iv&src_vid=QhiGJ1i c81Y&v=l8uZ2KRe1gc
OPDRACHT 6.3.1
Fighting the Commercial Sexual Exploitation of Children (2006). Child Sex Tourism In Flight. Gedownload op 6 januarie 2015 van http://www.youtube.com/watch?v=9rasCAdMOao
Home Affairs (2012). Personal testimonies of victims of human trafficking. Gedownload op 28 juni 2014 van http://www.youtube.com/watch?v=-021GVUiKgU
OPDRACHT 7.3.6
West Yorkshire Police (2013). Know The Signs - Emma's Story - A Victim's Perspective of Child Sexual Exploitation. Gedownload op 28 juni 2014 van http://www.youtube.com/watch?v=pnTYFeZNLkQ
OPDRACHT 8.3
UNHCR (2014). FGM Too Much Pain: The Voices of Refugee Women - 2/6. Gedownload op 28 juni 2014 van http://www.youtube.com/watch?v=cognrhAndR4
OPDRACHT 9.1
Kanaal van FCJoeTjoeb (2012). 3Doc Code Rood – Eerwraak. Gedownload op 28 juni 2014 van https://www.youtube.com/watch?v=sKMzfIQhpSs
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
155
AFBEELDINGEN – OPLEIDINGSDAG 1 OPDRACHT 2.3
Jara, J. (2011). Corporal punishment. Gedownload op 28 april 2015 van http://researchreportjaninejara.blogspot.be/2011/12/corporal-punishment.html
Beranice (2009). Shocking Message about Shaken Baby Syndrome. Gedownload op 28 april 2015 van http://littleprincekyrell.blogspot.be/2009/05/shocking-message-about-shaken-baby.html
Jagyasi, P. (z.j.) How to deal with a broken arm. Gedownload op 28 april 2015 van http://drprem.com/life/broken-arm
Kennis Centrum (2008). Signalen van kindermishandeling – forensische kenmerken van traumata bij kinderen. Gedownload op 28 april 2015 van http://www.kidnet-ozl.nl/index.php/page18/page18.html
Brooke, C. (2012). Miracle survival of child, 3, hit by 70mph train as suicidal father kills himself by running in front of it while carrying her because wife had found another man. Gedownload op 28 april 2015 van http://www.dailymail.co.uk/news/article-2223109/Miracle-survival-child-3-thrown-clear-railtracks-suicidal-father-mown-70mph-express-train-discovering-wifes-relationship-friend.html
OPDRACHT 3.3.2
MD News (2012). Maltreatment or Witnessing Family Violence Can Lower a Child’s IQ. Gedownload op 28 april 2015 van http://www.mdnews.com/news/2012_04/maltreatment-or-witnessing-familyviolence.aspx
OPDRACHT 3.3.3
Cribbs, S. (2011). Bad-Dream-Away-Inators. http://stevencribbs.com/bad-dream-away-inators/
Gedownload
op
28
april
2015
van
OPDRACHT 3.4
Reggers, S. (2014). Vechtscheidingen. Hasselt: Provincie Limburg.
OPDRACHT 4.2.3
NAIC (2001). In Focus: Understanding the effects of maltreatment on early brain development. Washington: NAIC.
OPDRACHT 5.1
Reggers, S. (2014). Seksueel misbruik. Hasselt: Provincie Limburg.
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
156
AFBEELDINGEN – OPLEIDINGSDAG 2 OPDRACHT 2.3
National Center on Shaken Baby Syndrome (z.j.). Shaken Baby Syndrome (SBS). Gedownload op 28 april 2015 van http://www.purplecrying.info/sub-pages/protecting/shaken-baby-syndrome-sbs.php
OPDRACHT 3.1
Carrie (2014). VIDEO: Bad-Tempered Brothers Unite To Make Mother’s Day Special For Mum! Gedownload op 28 april 2015 van http://rsvpmagazine.ie/video-bad-tempered-brothers-unite-makemothers-day-special-mum/
OPDRACHT 6.2
HealthSpace.Asia (2015). Call for Proposals on Child Trafficking and Migration for a World Free of Child Exploitation. Gedownload op 28 april 2015 van http://healthspace.asia/forum/topics/call-for-proposalson-child-trafficking-and-migration-for-a-world
Co-funded by the Prevention of and Fight against Crime Programme of the European Union
157