OPGAVE Nu de renovatie en nieuwbouw zijn voltooid, voldoet het Rijksmuseum aan de internationale condities om ruim 7.000 voorwerpen van kunst en geschiedenis aan een publiek van 1.5 à 2 miljoen bezoekers per jaar te tonen. Het hoofdgebouw is daartoe weer geheel publiekelijk toegankelijk gemaakt voor bezoekers en voorzien van alle moderne faciliteiten en voorzieningen voor de conservering en veiligheid van de getoonde voorwerpen. Dit alles met behoud & herstel van het monumentale 19e -eeuwse gebouw van Pierre Cuypers. Het Rijksmuseum is weer een icoon voor de stad en haar omgeving met bijzondere onderwijsprogramma’s waarbij kunst en geschiedenis tot leven komen. PROGRAMMA Het gebouw herbergt naast haar tentoonstellingsruimten, een Groot Café, museumwinkel, auditorium, 2 grootkeukens, leesplekken, een kinder-leer-centrum, workshopruimtes, kantoren, kantine, diverse grote en kleinschalige bijeenkomst- en presentatieruimtes en Museumtuin. AANPAK Het in de vorige eeuw door de architect Pierre Cuypers ontworpen Rijksmuseum in Amsterdam, heeft een excessief hoge prijs betaald voor zijn stedenbouwkundige rol als poortfunctie naar de nieuwe uitbreidingswijken in het zuiden van de stad en zijn rol als nationaal museum. De passage die dientengevolge het gebouw al een eeuw lang doorkruist, verdeelt het gebouw in tweeën en verplicht het gebouw om twee hoofdentrees en twee trappenhuizen te hebben. De hoofdverdieping is opgetild boven straatniveau en enkel hier is de west- met de oostkant aan elkaar verbonden. De noodzaak voor meer tentoonstellingsoppervlakte leidde er in de jaren ‘60 toe dat de originele binnenplaatsen dichtgebouwd werden, met als gevolg een gebrek aan natuurlijk licht en oriëntatie. De oorspronkelijk heldere route van het museum was hiermee in een klap veranderd in een doolhof. Het gebouw liet daarnaast de gewoonlijke gebreken van een museum uit de 19e eeuw zien, zoals het ontbreken van isolatie, laagwaardige installaties, geen degelijke ontvangstruimte voor de grote getale bezoekers die een hedendaags museum verwacht en ruim gebrek aan publieksvoorzieningen. Het ontwerp van Cruz y Ortiz is een eenvoudige interventie en bestaat uit het realiseren van een centrale nieuwe ingang van het museum aan de passage, met behoud van de openbare fietspaden en trottoirs, het terugbrengen en verbinden van de in de loop der jaren dichtgegroeide lichthoven, het tonen van Cuypers’ gewelven en het aan het licht brengen van vele van Cuypers’ weggekalkte decoraties. De manier waarop Cruz y Ortiz het gebouw heeft behandeld, heeft alles te maken met de manier waarop we met monumentale panden omgaan. Ook bij het Rijksmuseum gaat het nieuwe ontwerp verder op dat van de oude meester: Cuypers. Dit gebeurt op een synergetische manier, alsof oud en nieuw altijd al parallel aan elkaar heeft bestaan, zonder het contrast op te zoeken of een te expliciete verhaallijn neer te leggen over hoe en waar oud en nieuw samenvloeit. Zo spreken de nieuwe binnenplaatsen een vergelijkbare monumentale taal, met de rust van de symmetrie en zijn zij afgewerkt in een kalkzandsteen die zowel in kleur, levensduur, wijze van detailleren en tijdsloosheid goed past bij de imposante verschijning van de oudbouw.
Cruz y Ortiz Arquitectos – Jan Luijkenstraat 10 – 1071 CM – Amsterdam – 020 572 08 56 –
[email protected]
ORGANISATIE Vanuit de passage begeleiden twee grote tourniquets en vergelijkbare ronde liften (met gereduceerde uitloop) de bezoekers naar de publieke binnenplaatsen. Om de verbinding tussen deze twee van oorsprong gescheiden binnenplaatsen te garanderen, is er een plein gecreëerd, dat onder de passage door beide ruimten met elkaar verbindt. Twee chandelliers die in de lichthoven hangen, begeleiden deze beweging, geven een menselijke schaal aan de ruimtes en zorgen naast de verlichting ook voor akoestische absorptie. Het plein introduceert een nieuwe symmetrie in noord zuidelijke richting als een nieuwe laag op de oost westelijke symmetrie van Cuypers. Dit zorgt voor rust en herkenning: een neutrale omgeving, die ruimte zal bieden aan de vele activiteiten die het Rijksmuseum in petto heeft. De vaste nieuwe publieksactiviteiten worden efficiënt gehuisvest onder, aan en op dit nieuwe plein binnen de contouren van de oudbouw. Dit zijn faciliteiten als de museumwinkel, het restaurant, het auditorium, de kaartverkoop, de garderobe en informatiebalie. Ook is er een beperkte collectie opgesteld als eerste kennismaking met de expositie die het museum rijk is. Vanuit de westelijke binnenplaats kan het museumbezoek daadwerkelijk gestart worden. Eenmaal de ceremoniële poorten gepasseerd, kan men via meerdere ingangen naar de gewelfde ruimtes in de oudbouw van Cuypers, dat op drie niveaus, allen met hun eigen karakter, de expositie herbergt. Diverse raamopeningen op strategische posities zorgen voor oriëntatie vanuit de bestaande bebouwing naar de binnenplaats en directe omgeving. Om de gewelven weer in het zicht te brengen, en de ruimtes in vol ornaat te beleven, zijn alle installatievoorzieningen zo goed mogelijk weggewerkt. De grootste interventie die hierachter schuilgaat is de energiering om het gebouw heen, diep onder de tuin al vanwaar via dikke kanalen tussen de funderingspalen door de zalen gevoed worden met verse lucht. Met al deze ingrepen is het Rijksmuseum weer klaar voor een lange nieuwe toekomst. GEBRUIK EN TECHNIEK OP INNOVATIEVE WIJZE Om het gebouw in zijn functie als museum geschikt te maken voor zowel objecten als bezoekers zijn tal van technische installaties nodig. Voor de kunst is het van groot belang de luchttemperatuur en de luchtvochtigheid zo constant mogelijk te houden. Onderzocht is onder welke condities de voorwerpen tentoongesteld kunnen worden zonder het gebouw van Cuypers schade aan te brengen of onrecht aan te doen. Een van de uitkomsten is het opstellen van seizoensgebonden klimatologische voorwaarden. Zo mag het in het museum in de winter enkele graden kouder zijn dan in de zomer. De techniek volgt hetzelfde motto als de renovatie van het Rijksmuseum: verder met Cuypers. De meeste technische voorzieningen zijn straks vrijwel onzichtbaar voor de bezoeker. Weggewerkt in het gebouw, maar ook voor een groot deel geplaatst buiten het museum, dat daardoor geheel bestemd kan worden voor het tonen van de objecten. De voorzieningen worden gedistribueerd vanuit een ondergronds energiecentrum dat buiten de contouren van het museum ligt. Hier staan de meeste installaties opgesteld, zoals transformatoren voor elektra, noodstroomfaciliteiten, brandbeveiligingssystemen en een hydrofoor – een pomp die de druk op het drinkwatersysteem opvoert, zodat alle verdiepingen kunnen worden bereikt. Bovendien komen in het energiecentrum de installaties waarmee het museum wordt gekoeld en verwarmd. De koude en warmte zal worden opgewekt met warmtepompen, gekoppeld aan een bodemopslagsysteem. De warmte die in de zomer wordt afgevoerd uit het gebouw wordt in de grond opgeslagen en in de winter weer gebruikt om het museum te verwarmen. Daarvoor zijn 2 putten geslagen van 142 meter diep en met een diameter van ca. 80 centimeter. Deze installatie, die is enorm energiebesparend. Daarnaast zijn cv-ketels en koeltorens aanwezig als back-up voor het geval het bodemopslagsysteem het een keer laat afweten.
Cruz y Ortiz Arquitectos – Jan Luijkenstraat 10 – 1071 CM – Amsterdam – 020 572 08 56 –
[email protected]
Aangesloten op het energiecentrum ligt rond het hele museum ondergronds een energiering. Van daaruit worden alle voorzieningen gedistribueerd, zoals gekoeld en verwarmd water, drinkwater, droge blusleidingen, elektra, bekabeling en data-installaties. In deze ring staan luchtbehandelingskasten die via ondergrondse buizen voor de luchttoevoer zorgen van de tentoonstellingszalen in het souterrain en de bel-etage. Voor het realiseren van deze ondergrondse leidingen zijn er vanuit de energiering kanalen geboord tussen de funderingspalen van Cuypers door, die nog wel eens scheef of naast zijn oorspronkelijk beoogde positie stonden. Deze leidingen komen uit in zogenaamde ontvangstputten onder het souterrain van de bestaande bebouwing. Van daaruit gaat de verwarmde of gekoelde lucht via een plenum naar vloerroosters op de nieuwe begane grond in de tentoonstellingszalen. Voor de belatege is er gekozen om naar voorbeeld van Cuypers, die het regenwater afvoerde via kanalen in de wanddikte van de gevels, de lucht te transporteren via nieuw gemaakte kanalen in de dikte van de veelal overgedimensioneerde buitengevels. Voor de bovenste verdiepingen komen er luchtbehandelingskasten onder de dakkappen van de galerijen. Het atrium wordt op zijn beurt gevoed via de overstort van de tentoonstellingszalen. Voor bezoekers zijn de klimaateisen minder hoog dan voor de tentoongestelde voorwerpen, maar zij moeten wel kunnen verblijven in een prettig binnenklimaat. In het atrium bevinden zich diverse retourpunten voor hergebruik van lucht richting de luchtbehandelingskasten in de energiering. Het grootste deel van deze gerecirculeerde lucht wordt opnieuw gebruikt voor het conditioneren van de lucht in het museum. De installaties moeten aan veel voorwaarden voldoen, omdat het een museum in een monumentaal gebouw is en de kunst van hoge internationale waarde. Zowel voor temperatuur als voor relatieve vochtigheid is een bandbreedte vastgesteld, die per seizoen een klein stukje verschuift. Voor de temperatuur is het midden van die bandbreedte in de zomer bijvoorbeeld 24°C, in de winter 21°C. Zo hoeft niet onnodig verwarmd of gekoeld te worden. Dat geeft een grote besparing op het energieverbruik. Het effect op de capaciteit van de warmtepompen is echter beperkt. Die moeten immers zoveel vermogen hebben dat ze ook een heel koude of een heel warme dag in bijvoorbeeld het voorjaar moeten aankunnen. Daarop zijn deze installaties berekend. Er is bovendien de nodige back-up capaciteit. SAMENWERKING MET ADVISEURS Wat duidelijk blijkt uit bovenstaande esthetische en technische uiteenzettingen, is dat Het Nieuwe Rijksmuseum te Amsterdam, een uitdagende multifunctionele ontwerp- en uitvoeringsfase is geweest, waarin architectuur, renovatie, restauratie, constructie en installaties hand-in-hand gingen. De vele relaties tussen de verschillende disciplines heeft ontwerpuitdagingen op eenieders vakgebied gekend en het onderste naar boven gehaald uit iedere partij: adviserend, dan wel uitvoerend. Om de verbinding tussen de oostelijke en westelijke binnenplaats te realiseren, moesten de kolommen in de passage opgetild worden om zo de poeren uit de jaren ’60 te verjongen. BAM Civiel – normaliter veeleer betrokken bij nieuwbouwprojecten in het veld en/of zelfs snelwegen, heeft dit gerealiseerd onder nauw toezien van de constructeur Arcadis. Om de installaties in de tuin te realiseren en die vervolgens te verbinden met het hoofdgebouw, was een zelfde nauwe samenwerking essentieel, aangevuld met de installatieadviseur (kanaalgroottes) en restauratie architect (funderingspalen en beschikbare ruimte). Om de lucht van boven naar beneden te krijgen wilden we de installaties integreren in het detail van het legraam en aangrenzende toog. De eis dat dit omwille van tijd geprefabriceerd diende te worden, wat vloeken in de kerk is bij een restauratie project, heeft tot een uitgekiend detail van Cruz y Ortiz geleid in samenwerking met adviseurs en uitgevoerd door JP van Eesteren. Om de luchtstroom tussen expositiegalerijen en binnenplaats te realiseren ter plaatse van een brandwerende scheiding koos Cruz y Ortiz ervoor om de voormalige glas-in-lood bovenraampjes uit te voeren als messing overstort roosters, met daarachter – verdekt opgesteld - een brandklep. Ook dit is een samenwerking geweest tussen de architect, restauratie architect, bouwkundig aannemer, restauratie aannemer (Woudenberg) en installatieadviseur. Zo heeft elke inpassing zijn eigen verhaal, overleg, creatieve ideeën en suggesties gehad. Cruz y Ortiz Arquitectos – Jan Luijkenstraat 10 – 1071 CM – Amsterdam – 020 572 08 56 –
[email protected]
De direct betrokken adviserende en ontwerpende partijen, zijn als hieronder genoteerd: Cruz y Ortiz Amsterdam Jan Luijkenstraat 10-3 1071 CM 10 Contactpersoon: Mevr. M. Huisman Van Hoogevest Architecten Jan Luijkenstraat 10-2 1071 CM AMSTERDAM Contactpersoon: dhr. R. van Wakeren ARCADIS Bouw & Vastgoed B.V. Postbus 84319 2508 AH DEN HAAG Contactpersoon: Dhr. A. de Roo VOF ARUP Van Heugten Het Nieuwe Rijksmuseum Postbus 8128 9702 KC GRONINGEN Contactpersoon: dhr. W.H.G.M. Buurman ARUP-DGMR Het Nieuwe Rijksmuseum vof Naritaweg 118 1043CA Amsterdam Contactpersoon: dhr. J. Paul Wilmotte & Associés 68 Rue du Faubourg Saint Antoine 75012 PARIS (F) Contactpersoon: mevr. M. Homan Copijn Tuin- en landschapsarchitecten Gageldijk 4F, Utrecht Contactpersoon: Dhr. R. Verheul ADP Architecten Kerkstraat 310, Amsterdam Contactpersoon: Dhr. M a Campo Nebest Adviesgroep Zeeweg 144, Katwijk Contactpersoon: Dhr. K.Caspers. C2N Bouwmanagement Koraalweg 25, Zoetermeer Contactpersoon: Mevr. B. van Brakel IGG bouwkostenadvies Postbus 444 2240 AK Wassenaar Contactpersoon: Dhr. T. de Groot BRINK Groep Postbus 177 2260 AD Leidschendam Contactpersoon: Dhr. B. Stierhout
Cruz y Ortiz Arquitectos – Jan Luijkenstraat 10 – 1071 CM – Amsterdam – 020 572 08 56 –
[email protected]
NAWOORD Het herontwikkelen van karakteristiek cultureel erfgoed is een fundamentele bron om tot duurzame omgevingen te komen. Onze speciale interesse in het herbestemmen van bestaande bebouwing, heeft ertoe geleid dat veel van Cruz y Ortiz’ gebouwen renovatieprojecten zijn. We streven behoud door ontwikkeling na, dat zowel recht doet aan het erfgoed als aan de wensen en eisen van heden ten dage. De aanwezige kwaliteiten van elk erfgoed vormen de basis, waaraan Cruz y Ortiz een nieuwe laag toevoegt op een uitermate vanzelfsprekende en ongecompliceerde manier. We bepleiten een renovatie alsof deze altijd al aanwezig was, zonder daarbij historiserend of verhalend te zijn. Wij gebruiken vaak ambachtelijke technieken, die zich resistent hebben bewezen in de tijd. Voor ons wordt het grootste ontwerpsucces bereikt, wanneer het synergetische karakter van architectuur ten volste benut wordt, middels een natuurlijke samenloop van vorm, bouw, techniek en gebruik. We proberen daarbij een onafhankelijke “nieuwe werkelijkheid” te bereiken middels een meticuleuze integratie van alle betrokken disciplines, waarbij het effect van een samenwerking groter is dan elk van de samenwerkende partijen afzonderlijk zou kunnen bereiken. Alleen dan is er sprake van een duurzame architectuur. Wij denken dat de renovatie van Het Rijksmuseum deze uitgangspunten bij uitstek vertegenwoordigen.
Cruz y Ortiz Arquitectos – Jan Luijkenstraat 10 – 1071 CM – Amsterdam – 020 572 08 56 –
[email protected]