blz. 1
NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING OP 28 DECEMBER 2015
OPENBARE ZITTING ................................................................................................. 2 1. KENNISNAME ONTSLAG GEMEENTERAADSLID ELS DE CEUNINCK ....................................... 2 2. INSTALLATIE EN EEDAFLEGGING OPVOLGER ............................................................................ 3 3. SAMENWERKING STAD-OCMW: GOEDKEURING BEHEERSOVEREENKOMST. ...................... 4 4. ALGEMEEN NOOD EN INTERVENTIEPLAN VERSIE 2.0 SEPTEMBER 2015. ............................ 20 5. BIJZONDER NOOD EN INTERVENTIEPLAN OVERSTROMINGEN. ............................................ 20 6. BIJZONDER NOOD EN INTERVENTIEPLAN AFSCHAKELPLAN ELEKTRICITEITSSCHAARSTE EN BLACK-OUT 2015-2016. ......................................................................................................... 21 7. POLITIEVERORDENING OP HET AANBIEDEN VAN AFVALSTOFFEN: WIJZIGING. ................ 22 8. POLITIEZONE WESTKUST: BIJDRAGE 2016. .............................................................................. 22 9. AANVULLENDE GEMEENTEBELASTING OP DE PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2016. ............................................................................................................................................... 23 10. VASTSTELLING OPCENTIEMEN OP DE ONROERENDE VOORHEFFING AANSLAGJAAR 2016. ............................................................................................................................................... 24 11. VASTSTELLING GEMEENTELIJKE SANERINGSBIJDRAGE EN –VERGOEDING AANSLAGJAAR 2016.................................................................................................................... 24 12. BELASTING HAVENRECHTEN ZEEHAVEN VOOR SCHEPEN KLEINER DAN 500 BT EN VOOR BINNENVAARTSCHEPEN - HERVASTSTELLING. ......................................................... 26 13. RETRIBUTIE GEBRUIK EN OPHALING CONTAINERS VOOR HUISHOUDELIJK OF GELIJKGESTELD AFVAL - WIJZIGING. ..................................................................................... 29 14. AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF VRIJE TIJD: TOEKENNING ENERGIE- EN ONDERHOUDSSUBSIDIE ............................................................................................................. 30 15. AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF VRIJE TIJD: WIJZIGING MEERJARENPLANNING 20142019 N.A.V. BUDGET 2016. .......................................................................................................... 31 16. AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF VRIJE TIJD: BUDGET 2016................................................ 31 17. STAD NIEUWPOORT: BUDGETWIJZIGING NR. 2 DIENSTJAAR 2015. .................................... 32 18. STAD NIEUWPOORT: WIJZIGING MEERJARENPLANNING 2014-2019 N.A.V. BUDGET 2016. ........................................................................................................................................................ 33 19. STAD NIEUWPOORT: BUDGET 2016 .......................................................................................... 34 20. OCMW NIEUWPOORT: ADVIES JAARREKENING 2014. ........................................................... 35 21. OCMW NIEUWPOORT: BUDGETWIJZIGING 2015. NR.1: EXPLOITATIEBUDGET. ................. 36 22. KERKFABRIEK ONZE-LIEVE-VROUW: BUDGETWIJZIGING 1 - 2015. ..................................... 37 23. KERKFABRIEK ONZE-LIEVE-VROUW: BUDGET 2016. ............................................................. 38 24. INFRASTRUCTUURWERKEN ANDRE DE ZAEYERSTRAAT - ONTWERP. .............................. 40 25. AANLEG VERKAVELING KATTESAS + PARKING KINDERBOERDERIJ + RENOVEREN SPORTPAD - ONTWERP............................................................................................................... 41 26. BEHEERSOVEREENKOMST VOOR UITVOERING VAN HET GROENBEHEER PRINS MAURITSPARK - GOEDKEURING ............................................................................................... 43 27. OPMAKEN GEMEENTELIJK RUP FLOREAL: AANSTELLEN URBANIST. ............................... 44 28. OPMAKEN GEMEENTELIJK RUP VIERBARKE: AANSTELLEN URBANIST. ........................... 45 29. SCHOLENGEMEENSCHAP STRAND & POLDER: CONVENANT PERSONEELSBELEID. ...... 46 30. SCHOLENGEMEENSCHAP STRAND EN POLDER: BEGROTING 2016. .................................. 47 31. VRAGEN RAADSLEDEN ............................................................................................................... 48
BESLOTEN ZITTING................................................................................................ 48 32. GESCHIL FINANCIEEL BEHEERDER: DADING. ......................................................................... 48 33. AANSTELLING WAARNEMEND STEDENBOUWKUNDIG AMBTENAAR. ................................ 51
GR dd. 28 december 2015
blz. 2
NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING OP 28 DECEMBER 2015 Tegenwoordig:
Verontschuldigd:
Roland Crabbe: Burgemeester; Jos Decorte: Voorzitter; Geert Vanden Broucke, Els Filliaert - Vanlandschoot, Kris Vandecasteele, Rik Lips, Bert Gunst: Schepenen; Frans Lefevre: OCMW - Voorzitter; Greet Ardies Vyncke, Karin Debruyne Vancoillie, Wim Demeester, Xavier Braet, Ann Gheeraert, Eddy Louwie, Roland Woestijn, Adina Counye, Matthias Priem, Sabine Slembrouck, Johan Roelens, Philip Rathé, Arnel Lemaire, Jo Rousseau: Raadsleden; Benoit Willaert: Secretaris Eddy Louwie: Raadslid verontschuldigd voor 19
De Voorzitter zich verzekerd hebbende dat de raad overeenkomstig art. 26 van het gemeentedecreet wettelijk is samengesteld verklaart de zitting voor geopend en openbaar. Bij toepassing van art. 27 van het gemeentedecreet is het raadslid verboden deel te nemen aan de bespreking en de stemming over aangelegenheden waarbij hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk, hetzij als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot, of bloed- of aanverwanten t/m de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Deze onverenigbaarheid geldt tevens voor de vaststelling of goedkeuring van de jaarrekening van een instantie waaraan hij rekenschap verschuldigd is of waarvan hij tot het uitvoerend orgaan behoort. Overeenkomstig art. 33 van het gemeentedecreet werden de notulen van de vorige gemeenteraadszitting ter inzage gelegd acht dagen voor de zitting. Bij aanvang van de zitting vraagt Raadslid Rousseau om de volgorde van een aantal punten op de agenda te wijzigen. Het raadslid vindt het logischer dat er eerst gestemd worden over de toekenning van een onderhouds- en energiesubsidie voor het AGB en vervolgens over het MJP en het budget waarin deze subsidies vervat zitten; de raad gaat met dit voorstel akkoord.
OPENBARE ZITTING 1. KENNISNAME ONTSLAG GEMEENTERAADSLID ELS DE CEUNINCK De Raad, Gelet op art. 15 van het gemeentedecreet; Gelet op het schrijven van mevr. Els De Ceuninck dd. 8 december 2015 door de voorzitter van de gemeenteraad ontvangen op 11 december 2015, waarbij mevr. Els De Ceuninck haar ontslag indient als gemeenteraadslid; Overwegende dat het ontslag definitief is na ontvangst en kennisname door de voorzitter van de gemeenteraad; Overwegende dat wordt voorgesteld om kennis te nemen van het ontslag; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.
Kennis te nemen van het ontslag van mevr. Els De Ceuninck als gemeenteraadslid.
Art.2.
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de Vlaamse regering binnen de 20 dagen.
Art.3.
Mevr. Els De Ceuninck de dankbetuigingen van de raad over te maken voor haar inzet als raadslid.
Art.4.
Kennis van dit besluit te geven aan de secretarie en aan betrokkene.
GR dd. 28 december 2015
blz. 3
2. INSTALLATIE EN EEDAFLEGGING OPVOLGER De Raad, Gelet op het ontslag ingediend door mevr. Els De Ceuninck dd. 11 december 2015; Gelet op de art. 7, 11, 12, 16, 43 en 252 van het gemeentedecreet; Gelet op de resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 en de geldigverklaring dd. 23 november 2012 ervan door de Raad voor Verkiezingsbetwistingen; Overwegende dat ingevolge het ontslag van mevr. Els De Ceuninck het nodig is over te gaan tot nazicht van de geloofsbrieven van het plaatsvervangend raadslid dat op de geschikte plaats komt op de lijst nr. 2 N-VA van de op 14 oktober 2012 gekozenen; Overwegende dat de eerste in aanmerking komende plaatsvervanger van deze lijst dhr. Swennen Benedikt is, Overwegende dat dhr. Swennen Benedikt bij schrijven dd. 8 december 2015, door de Voorzitter van de Gemeenteraad ontvangen op 11 december 2015 meedeelt te verzaken aan zijn recht als opvolger; Overwegende dat de volgende in aanmerking komende plaatsvervanger van deze lijst dhr. Boute Christian is, Overwegende dat dhr. Boute Christian bij schrijven dd. 8 december 2015, door de Voorzitter van de Gemeenteraad ontvangen op 11 december 2015 meedeelt te verzaken aan zijn recht als opvolger; Overwegende dat de volgende in aanmerking komende plaatsvervanger van deze lijst mevr. Hesters - Vanoverbeke Patricia is; Overwegende dat mevr. Hesters - Vanoverbeke Patricia bij schrijven dd. 8 december 2015, door de Voorzitter van de Gemeenteraad ontvangen op 11 december 2015 meedeelt te verzaken aan haar recht als opvolger; Overwegende dat de volgende in aanmerking komende plaatsvervanger van deze lijst dhr. Clauw Dario is, Overwegende dat dhr. Clauw Dario bij schrijven dd. 8 december 2015, door de Voorzitter van de Gemeenteraad ontvangen op 11 december 2015 meedeelt te verzaken aan zijn recht als opvolger; Overwegende dat de volgende in aanmerking komende plaatsvervanger van dezelfde lijst dhr. Roelens Johan is; Gelet op het onderzoek door de gemeenteraad van de geloofsbrieven van dhr. Roelens Johan, zoals voorgeschreven in art. 7 § 3 en 10 van het gemeentedecreet, waaruit blijkt dat de opvolger voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden; Gelet op de verklaring op eer van de opvolger dat hij zich niet bevindt in een van de gevallen van onverenigbaarheid zoals voorzien in art. 11 van het gemeentedecreet; Overwegende dat dhr. Roelens Johan wordt verzocht de eed “Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen” af te leggen in handen van de voorzitter ten blijke waarvan een akte wordt opgemaakt welke aan verschijner wordt voorgelezen en welke daarna met ons wordt genaamtekend; BESLUIT: Art.1.
De geloofsbrieven voor de hoedanigheid van gemeenteraadslid van dhr. Johan Roelens geboren op 18 december 1961 worden goedgekeurd.
Art.2.
De gemeenteraad neemt akte van de eedaflegging en vervolgens wordt dhr. Johan Roelens geïnstalleerd als gemeenteraadslid.
Art.3.
Een afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de Vlaamse regering binnen de 20 dagen.
GR dd. 28 december 2015
blz. 4
Art.4.
Kennis van dit besluit te geven aan betrokkene en aan de secretarie.
3. SAMENWERKING STAD-OCMW: GOEDKEURING BEHEERSOVEREENKOMST. De Raad, Gelet op art. 271 van het Gemeentedecreet; Gelet op art. 271 van het OCMW-decreet; Gelet op het raadsbesluit dd. 26 december 2013 houdende goedkeuring van het meerjarenplan 2014-2019; Overwegende dat de stad in het meerjarenplan 2014-2019 de samenwerking tussen stad en ocmw als prioritaire beleidsdoelstelling heeft geformuleerd; Overwegende dat de decreetgever voorziet dat de modaliteiten inzake samenwerking tussen beide besturen dienen geregeld te worden in een beheersovereenkomst; Overwegende dat een ontwerp-beheersovereenkomst werd opgesteld; Overwegende dat de respectievelijke raden de beheersovereenkomst dienen goed te keuren; BESLUIT:
Art.1.
15 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 6 ONTHOUDINGEN(Matthias Priem Sabine Slembrouck Johan Roelens Philip Rathé Arnel Lemaire Jo Rousseau ):
De beheersovereenkomst inzake de samenwerking tussen de stad Nieuwpoort en het OCMW-Nieuwpoort wordt goedgekeurd:
Beheersovereenkomst tussen stadOCMW Nieuwpoort betreffende onderlinge samenwerking: Inhoud VOORAFGAAND ....................................................................................................................................... 6 HOOFDSTUK I – Algemene bepalingen.................................................................................................... 8 Artikel 1 Doel van de overeenkomst ................................................................................................... 8 Artikel 2 Inwerkingtreding en du ur van de overeenkomst ................................................................ 8 HOOFDSTUK II – Algemeen kader ........................................................................................................... 9 Artikel 3 Juridisch kader ...................................................................................................................... 9 Artikel 4 Financieel kader .................................................................................................................. 11 Artikel 5 Organisatorisch kader ......................................................................................................... 11 Artikel 6 Beleidsmatig kader ............................................................................................................. 12 HOOFDSTUK III – Domeinen van samenwerking................................................................................... 12 Artikel 7 Secretaris ............................................................................................................................ 12 GR dd. 28 december 2015
blz. 5
Artikel 8 Personeelsdienst ................................................................................................................. 12 Artikel 9 Secretariaat – 1 secretariaat ............................................................................................... 13 Artikel 10 Financiële zaken – 1 financiële dienst .............................................................................. 13 Artikel 11 Technisch ondersteunende diensten – 1 technische dienst............................................. 14 Artikel 12 ICT/ drukwerken/ communicatie – 1 dienst communicatie ............................................. 15 Artikel 13 Archief – 1 dienst archief .................................................................................................. 16 Artikel 14 Meldingen / klachten. ....................................................................................................... 16 Artikel 15 Samenwerking bij projecten – Inzet van personeel.......................................................... 16 HOOFDSTUK IV – Rechtspositie van het betrokken personeel ............................................................. 17 Artikel 16 ........................................................................................................................................... 17 Artikel 17 ........................................................................................................................................... 17 Artikel 18 ........................................................................................................................................... 17 Artikel 19 ........................................................................................................................................... 17 Artikel 20 ........................................................................................................................................... 18 Artikel 21 ........................................................................................................................................... 18 Artikel 22 ........................................................................................................................................... 18 Artikel 23 ........................................................................................................................................... 18 HOOFDSTUK V – Evaluatie en aanpassing ............................................................................................. 18 Artikel 24 Jaarlijkse evaluatie ............................................................................................................ 18 Artikel 25 Uitvoering ......................................................................................................................... 19
GR dd. 28 december 2015
blz. 6
Beheersovereenkomst tussen stadOCMW Nieuwpoort betreffende onderlinge samenwerking: Tussen ondergetekenden : A. de Stad Nieuwpoort, waarvan de burelen gevestigd zijn te 8620 Nieuwpoort, Marktplein 7, vertegenwoordigd door dhr. Jos Decorte, Voorzitter van de gemeenteraad en door dhr. Benoit Willaert, Stadssecretaris, beiden handelend namens de stad Nieuwpoort, in uitvoering van het besluit van de gemeenteraad van 28 december 2015.
en
B. het OCMW Nieuwpoort, waarvan de burelen gevestigd zijn te 8620 Nieuwpoort, Astridlaan 103, vertegenwoordigd door dhr. Frans Lefevre, OCMW-Voorzitter en mevr. Maria van der Auwera, OCMW-Secretaris, beiden handelend namens het OCMW Nieuwpoort, in uitvoering van het besluit van de OCMW-raad van 23 december 2015
wordt op basis van artikel 271 van het Gemeentedecreet en artikel 271 van het OCMWdecreet volgende beheersovereenkomst afgesloten: BEHEERSOVEREENKOMST STAD-OCMW BETREFFENDE ONDERLINGE SAMENWERKING
VOORAFGAAND De samenwerking tussen de Stad en het OCMW werd door de gemeenteraad gekwalificeerd als een prioritaire doelstellling. Naast het afsluiten van een beheersovereenkomst werden als acties in het MJP hieromtrent de realisatie van een gemeenschappelijk administratief centrum voorzien en het voeren van een gemeenschappelijk uniform personeelsbeleid zowel op het vlak van RPR, organogram, aanwerving, evaluatie en competentiemanagement.
De artikelen 271 van het Gemeentedecreet en van het OCMW-decreet bepalen dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) onderling GR dd. 28 december 2015
blz. 7
beheersovereenkomsten kunnen afsluiten over het gemeenschappelijk gebruik van elkaars diensten. In de beheersovereenkomst kan tevens opgenomen worden dat de gemeente en het OCMW voor bepaalde functies een beroep kunnen doen op elkaars personeelsleden. Er kan hierbij in eerste instantie worden gedacht aan een gemeenschappelijke organisatie van de ondersteunende diensten, zoals het personeelsmanagement, de logistieke diensten, het financieel beheer, de informatisering en het gemeenschappelijk gebruik van infrastructuur (Zie J. DUJARDIN, W. SOMERS, L. VAN SUMMEREN en J. DEBYSER, Praktisch handboek voor Gemeenterecht, Die Keure, 2006, p. 486). Er is in Nieuwpoort reeds sprake van een goede samenwerking tussen gemeente en OCMW. De administratie van beide besturen werkt reeds goed samen en in veel gezamenlijke dossiers zijn reeds mooie resultaten geboekt. In navolging van het decreet lokaal sociaal beleid werkten beide besturen en administraties samen om na een uitgebreide omgevingsanalyse een eerste beleidsplan lokaal sociaal beleid op te maken. Ook worden reeds gezamenlijke aankopen gevoerd op vlak van kantoorbenodigdheden, verzekeringen, werken aan gebouwen en levering van gas en elektriciteit. De opname van de Voorzitter van het OCMW in het College van Burgemeester en Schepenen heeft de band tussen beide besturen nog versterkt. Het stadsbestuur en het OCMW van Nieuwpoort wensen hun krachten te bundelen door intensere samenwerking en (fasegewijze) integratie van ondersteunende diensten, waarbij kennisbundeling, efficiëntie en beheersing van recurrente kosten worden beoogd. Een nog verder doorgedreven samenwerking tussen beide besturen kan immers leiden tot schaalvoordeel inzake personeel en financiën om zo een zuinig, efficiënt en effectief beleid te realiseren ten voordele van de bevolking. Om de samenwerking op een goede koers te brengen is het aangewezen een beheersovereenkomst zoals mogelijk gemaakt door artikel 271 van het Gemeentedecreet en van het OCMW-decreet uit te werken tussen stad en OCMW Nieuwpoort. Beide besturen wensen d.m.v. deze beheersovereenkomst de modaliteiten van samenwerking verder uit te diepen en te verbreden. Beide besturen streven naar het realiseren van een doorgedreven samenwerking van zowel de stads- als OCMW-diensten (met vervaging van onderscheid tussen label stad of OCMW) ten dienste van de burger/ondernemer en de bezoekers.
GR dd. 28 december 2015
blz. 8
Volgende uitgangspunten gelden bij deze samenwerking tussen stad en OCMW Nieuwpoort: Een kennis-, krachten- en waar mogelijk locatiebundeling van stads- en OCMWdiensten in de beleidsdomeinen ICT, personeelszaken, financiële zaken, communicatie, drukwerken, aankoopbeleid, vervoer en mobiliteit, facilitaire en technisch ondersteunende aangelegenheden (deze opsomming is niet limitatief); Het voeren van een gezamenlijk lokaal sociaal beleid; Gezamenlijke aankopen en gemeenschappelijke keuzes; We wensen in deze beheersovereenkomst de nadruk te leggen op eenheid van arbeidsgezag en duidelijke juridische structuren, zodat de hiërarchie van leiding op een effectieve en efficiënte wijze kan verlopen. Personeelsleden die louter taken voor het andere bestuur dan het huidig tewerkstellend bestuur verrichten, worden in dit kader overgedragen naar het andere bestuur, dit met behoud van rechten zoals bepaald in de toepasselijke regeling van de geldende rechtspositieregelingen. De geëigende OCMW-diensten, zoals sociale dienst, poetsdienst, maaltijdbedeling, WZC De Zathe (met uitzondering van de technische dienst van het WZC) vallen buiten deze overeenkomst.
HOOFDSTUK I – Algemene bepalingen Artikel 1 Doel van de overeenkomst Deze beheersovereenkomst beoogt het gemeenschappelijk gebruik van elkaars ondersteunende diensten en van elkaars personeel van de in deze overeenkomst opgesomde diensten teneinde door deze intensere samenwerking schaalvoordelen te bekomen inzake personeel en financiën om zo een zuinig, efficiënt en effectief beleid te realiseren ten voordele van de bevolking. De beheersovereenkomst is een kaderovereenkomst met algemene afspraken omtrent samenwerking. Indien dit nodig wordt geacht kunnen verdere uitvoeringsmodaliteiten en concrete afspraken worden afgesproken tussen beide besturen en als addendum aan deze overeenkomst worden gevoegd.
Artikel 2 Inwerkingtreding en duur van de overeenkomst Onderhavige beheersovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2016. Onder voorbehoud van de mogelijkheid tot verlenging, wijziging, schorsing en ontbinding van deze beheersovereenkomst, wordt zij afgesloten voor een periode die eindigt op het ogenblik dat ze in een nieuwe stedelijke/OCMW legislatuur wordt aangepast. Als in de GR dd. 28 december 2015
blz. 9
volgende stedelijke/OCMW legislatuur geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden, wordt de bestaande overeenkomst van rechtswege verlengd, tot op het ogenblik dat een nieuwe beheersovereenkomst in werking treedt.
HOOFDSTUK II – Algemeen kader Artikel 3 Juridisch kader Het juridisch kader voor deze beheersovereenkomst is onder meer vastgelegd in: Artikel 271 van het Gemeentedecreet en artikel 271 van het OCMW-decreet: “Tussen de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen beheersovereenkomsten worden gesloten over het gemeenschappelijk gebruik van elkaars diensten. In de beheersovereenkomst kan tevens opgenomen worden dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voor bepaalde functies een beroep kunnen doen op elkaars personeelsleden.” In de rechtsleer wordt in eerste instantie gedacht aan “een gemeenschappelijke organisatie van de ondersteunende diensten, zoals het personeelsmanagement, de logistieke diensten, het financieel beheer, de informatisering en het gemeenschappelijk gebruik van infrastructuur” (Praktisch Handboek voor Gemeenterecht, hoofdstuk V) De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten o Artikel 2,4° van de wet op de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15.06.2006 voorziet de mogelijkheid dat een aanbestedende overheid als opdrachtencentrale leveringen of diensten verwerft die bestemd zijn voor andere aanbestedende overheden of opdrachten gunt inzake werken, leveringen of diensten die bestemd zijn voor andere aanbestedende overheden. o Artikel 15 van de wet op de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15.06.2006 bepaalt dat de aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoop- of een opdrachtencentrale als bedoeld in artikel 2,4° vrijgesteld is van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren. Het besluit van de Vlaamse Regering van 07.12.2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn GR dd. 28 december 2015
blz. 10
Het besluit van de Vlaamse Regering van 21.12.2007 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de ambten van gemeentesecretaris, gemeentelijk financieel beheerder, secretaris van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn deeltijds kunnen worden uitgeoefend, en houdende vaststelling van sommige gevallen waarin de ambten van gemeentelijk financieel beheerder en van ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen worden uitgeoefend door een gewestelijke ontvanger. Het besluit van de Vlaamse Regering van 12.11.2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn Het besluit van de Vlaamse Regering van 23.11.2012 tot wijziging van het besluit rechtspositieregeling gemeente- en provinciepersoneel van 7 december 2007 en van het besluit rechtspositieregeling OCMW-personeel van 12 november 2010 Artikel 104 §4 van het Gemeentedecreet: “De gemeenteraad kan personeel ter beschikking stellen van of overdragen aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient, mits de geldende rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel nageleefd wordt en mits goedkeuring door de raad van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. De Vlaamse Regering kan daartoe minimale voorwaarden vaststellen.” Artikel 103 §5 van het OCMW-decreet: “De raad voor maatschappelijk welzijn kan personeel ter beschikking stellen van of overdragen aan de gemeente die door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt bediend, mits de geldende rechtspositieregeling van het personeel nageleefd wordt en mits goedkeuring van de gemeenteraad van de gemeente die door het centrum voor maatschappelijk welzijn wordt bediend. De Vlaamse Regering kan daartoe minimale voorwaarden vaststellen.”
GR dd. 28 december 2015
blz. 11
Artikel 4 Financieel kader Stads- en OCMW-bestuur zullen in de toekomst prestaties voor elkaar leveren op diverse vlakken. Gezien het aangewezen is om administratieve vereenvoudiging na te streven en uitgebreide wederzijdse facturaties te vermijden, zullen de kosten voor deze wederzijdse prestaties niet worden aangerekend. Er gebeurt geen interne facturatie van prestaties tussen beide besturen. De wederzijdse prestaties worden wel geïnventariseerd. De stad en het OCMW voeren – waar mogelijk – een gezamenlijk aankoopbeleid. Bij gezamenlijke aankopen zal het stadsbestuur optreden als aanbestedende overheid mits het bekomen akkoord van het bevoegde bestuursorgaan van het OCMW-bestuur en vice versa. Indien de gevraagde prestaties (werken, leveringen of diensten) specifiek toewijsbaar zijn, wordt door de leverancier een factuur uitgereikt aan beide besturen overeenkomstig het deel dat hun ten laste valt en zo beschreven werd in het bestek. Gerealiseerde kostenbesparingen door synergiën worden over beide rechtspersonen verspreid en desgevallend verrekend via de dotatie.
Artikel 5 Organisatorisch kader De samenwerking tussen beide besturen wordt uitgewerkt met respect voor de werking van beide organisaties. De interne (verlofaanvragen, aankopen, ziektemeldingen,…) en externe (klachtenmanagement/reglement klachtenbehandeling, communicatie, website, openingsuren, onthaal,…) processen van beide organisaties zullen op elkaar worden afgestemd teneinde een goede werking te garanderen. Bij documenten die beide besturen verplicht moeten opmaken (deontologische codes, huishoudelijk reglement beleidsorganen, bepaling begrip dagelijks bestuur, klachtenreglement,…) wordt gestreefd naar eenvormigheid. De managementteams van beide besturen vergaderen gezamenlijk in het kader van de bespreking van de samenwerking gemeente en OCMW en in het kader van gemeenschappelijke raakvlakken (bijv. aanpassing rechtspositieregeling, personeelsformatie, sociaal beleid, financieel beleid…). Deze vergaderingen vormen een trefpunt teneinde het beleid van beide besturen op gemeenschappelijke punten op elkaar af te stemmen. Zij staan in voor de jaarlijkse evaluatie van de beheersovereenkomst. Naar aanleiding van de doorgedreven samenwerking tussen stad en OCMW kunnen diensten gehuisvest worden in gebouwen die eigendom zijn van het ander bestuur. De kosten hiertoe worden gedragen door de eigenaar van het gebouw en worden niet doorgerekend aan het ander bestuur.
GR dd. 28 december 2015
blz. 12
Artikel 6 Beleidsmatig kader Stad en OCMW behouden hun autonomie inzake het opmaken van de beleidslijnen eigen aan de werking en de organisatie van het eigen bestuur. Gelet echter op de nauwe samenwerking tussen beide besturen zijn er raakvlakken waarop het noodzakelijk is gezamenlijk éénzelfde beleid te voeren. Dit beleid moet door beide besturen samen worden opgesteld en beslist. Hiertoe dragen de gemeenschappelijke vergaderingen van beide managementteams bij (de OCMW-voorzitter en de burgemeester maken deel uit van respectievelijk het managementteam van het OCMW-bestuur en het managementteam van het stadsbestuur), evenals de opname van de OCMW-Voorzitter in het CBS. Inzake het lokaal sociaal beleid zal de initiatiefnemer in eerste instantie het OCMW zijn. Dit belet echter niet dat de stad hiertoe eveneens initiatief kan nemen, doch steeds in voorafgaandelijk overleg en samenspraak met het OCMW.
HOOFDSTUK III – Domeinen van samenwerking Artikel 7 Secretaris Bij pensionering van de huidige OCMW-secretaris zal de functie van OCMW-secretaris worden uitgeoefend door de stadssecretaris.
Artikel 8 Personeelsdienst Vanaf 1 januari 2017 wordt gewerkt met 1 personeelsdienst voor zowel stad als OCMW. De administratief deskundige personeel van het OCMW wordt het diensthoofd van de gezamelijke personeelsdienst. Deze integratie van werking wordt stapsgewijs geïmplementeerd in de loop van 2016 in overleg met de beide secretarissen. In de aanloop naar 1 januari 2017 zal de stad een overheidsopdracht in gezamelijke naam uitschrijven voor het beheer van het sociaal secretariaat en de weddecentrale van beide besturen om zo tot één dienstverlener voor beide besturen te komen. Er wordt structureel overleg gepleegd tussen de verantwoordelijken van beide personeelsdiensten, teneinde een gelijklopende interpretatie van de respectievelijke rechtspositieregeling voor de werknemers te bekomen en teneinde informatie en vakkennis uit te wisselen. Er wordt samengewerkt inzake informatieverstrekking (via informatiesessies en via intranet) aan de personeelsleden van beide besturen en inzake het organiseren of laten volgen van opleidingen. GR dd. 28 december 2015
blz. 13
Vacatures binnen stad en OCMW worden bekendgemaakt aan de personeelsleden van beide besturen. Alle vacatures worden steeds openverklaard onder andere bij wijze van bevordering, externe en interne personeelsmobiliteit zodat personeelsleden van beide besturen kunnen deelnemen aan occasionele selecties en zo intern doorgroeimogelijkheden krijgen. Bij een tewerkstelling in het kader van artikel 60 kan het OCMW-bestuur dit personeelslid te werk stellen binnen een stadsdienst in het kader van deze beheersovereenkomst. Er wordt tot het ogenblik van integratie van de personeelsdiensten gezamenlijk beleidsvoorbereidend werk verricht inzake personeelsbeleid (o.a. rond rechtspositieregeling, personeelsformatie, evaluatie, implementatie sectorale akkoorden, vorming,…). De personeelsleden van het OCMW-bestuur die deel uitmaken van de personeelsdienst van het OCMW worden op grond van de toepasselijke bepalingen van de rechtspositieregeling overgedragen naar het stadsbestuur bij wijze van formele raadsbeslissingen van stad en OCMW. De personeelsformaties van stad en OCMW worden in deze zin aangepast.
Artikel 9 Secretariaat – 1 secretariaat Op het moment dat beide besturen met eenzelfde secretaris werken neemt het secretariaat van de stad de administratie van de notulering van de beslissingen van de bevoegde bestuursorganen voor stad en OCMW op. Specifiek zal het secretariaat instaan voor alle administratieve verrichtingen en afhandelingen omtrent de zittingen van de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen en de OCMW-raad. Op heden wordt de aanbesteding van verzekeringen al gezamenlijk verricht. Een volgende stap is de centralisatie van schadeaangiften voor beide besturen op het secretariaat van de stad.
Artikel 10 Financiële zaken – 1 financiële dienst Samenwerking tussen de financiële diensten van beide besturen situeert zich voornamelijk op vlak van vervangingen bij afwezigheden van de personeelsleden door ziekte, verlof, onvoorziene omstandigheden of bij overmacht, mits respect voor de bepalingen inzake informatieveiligheid waaraan het OCMW dient te voldoen.
GR dd. 28 december 2015
blz. 14
Beide diensten werken samen inzake de uitwisseling, het delen en het gebruik maken van elkaars expertises en vakkennis. Sinds 1 januari 2014 werken stad en OCMW met een zelfde boekhoudpakket hetgeen de onderlinge inwisselbaarheid van kennis en middelen ten goede komt Leningen worden gezamenlijk aanbesteed en het debiteurenbeheer verloopt uniform. Op termijn streven we naar de realisatie van 1 financiële dienst voor stad en OCMW Nieuwpoort onder leiding van 1 financieel beheerder.
Artikel 11 Technisch ondersteunende diensten – 1 technische dienst Het OCMW-bestuur en het stadsbestuur beschikken tot op heden beiden over een eigen technische dienst. Deze technische diensten worden geïntegreerd tot 1 technische dienst, waarbij het personeel van de technische dienst van de stad zal worden ingeschakeld voor het OCMW voor het uitvoeren van onderhouds-, herstellings- en infrastructuurwerken. De personeelsleden van het OCMW-bestuur die deel uitmaken van de technische dienst van het OCMW worden op grond van de toepasselijke bepalingen van de rechtspositieregeling overgedragen naar het stadsbestuur bij wijze van formele raadsbeslissingen van stad en OCMW. De personeelsformaties van stad en OCMW worden in deze zin aangepast. Afhankelijk van hun competenties en taakinhoud worden zij overgedragen naar een specifieke cel van de stedelijke technische dienst uitvoering. De stad en het OCMW beschikken elk over materieel voor de uitvoering van onderhouds- en herstellingswerken en over de nodige accomodatie. Indien nodig, kan gebruik gemaakt worden van het materiaal en de accommodatie van het andere bestuur. De stedelijke technische dienst staat in voor volgende zaken: 1. De algemene coördinatie van grote uitvoeringsprojecten OCMW gebeurt door het afdelingshoofd Technische Dienst (zoals bijv. reeds gebeurde bij de bouw van het nieuw woonzorgcentrum). 2. De stedelijke groendienst zal instaan voor het noodzakelijke groenonderhoud van het OCMW. De huidige materialen en machines van het OCMW worden hiertoe gebruikt door de stedelijke technische dienst. 3. In het woonzorgcentrum De Zathe zal een technieker van het stadsbestuur instaan voor het onderhoud en dringende herstellingen aan het gebouw en zijn aanhorigheden. Hiertoe zal een beurtrol-systeem worden gehanteerd, waardoor de
GR dd. 28 december 2015
blz. 15
diverse techniekers van de stedelijke technische dienst de nodige know-how en expertise kunnen bieden binnen het WZC De Zathe en waardoor gedurende de werkweek permanentie wordt geboden. 4. Het onderhoud van het patrimonium van het OCMW (muv het WZC De Zathe) gebeurt door de dienst beheer en onderhoud gebouwen van het stadsbestuur. De poetsvrouwen van het OCMW (muv van het poetspersoneel dat exclusief tewerk gesteld is in het WZC De Zathe) worden overgedragen naar het stadsbestuur onder de dienst beheer en onderhoud gebouwen. 5. Bestellingen kunnen via de administratie van de stedelijke technische dienst lopen, mits factuur voor OCMW indien deze splitsbaar is. Indien de factuur niet splitsbaar is tussen stad en OCMW (bijv. aankoop oliën voor voertuigen), wordt geen verdeelsleutel afgesproken om de betaling te regelen. De stad zal instaan voor de betaling van de factuur. Bij gezamenlijke overheidsopdrachten zal stad Nieuwpoort optreden als aanbestedende overheid, mits akkoord van het OCMW. 6. De dienstvoertuigen van het OCMW worden door de stedelijke werkplaats nagezien en hersteld. Beide besturen kunnen gebruik maken van elkaars wagenpark. 7. Het stedelijk magazijn staat in voor het voorraadbeheer van de technische dienst.. 8. De administratief deskundige aankoopdienst van het stadbestuur staat in voor de ontwikkeling, uitvoering en opvolging van het aankoopbeleid van de stad en het OCMW. Deze werkt nauw samen met beide preventieadviseurs van stad en OCMW en de afdelings- en diensthoofden van beide organisaties. De aankoopdeskundige zorgt dat alle afdelingen en diensten tijdig en tegen de beste prijs/kwaliteitverhouding voorzien worden van de nodige diensten of goederen zodat de werking optimaal kan verlopen. Hij/zij waakt over het realiseren van gezamenlijke aankopen in het kader van deze beheersovereenkomst. 9. De preventieadviseur van de stad vervangt bij afwezigheid de preventieadviseur van het OCMW en vice versa. Op termijn zal na de pensionering van de preventieadviseur van het OCMW de stedelijke preventieadviseur optreden voor zowel stad als OCMW.
Artikel 12 ICT/ drukwerken/ communicatie – 1 dienst communicatie Stad en OCMW voeren een gezamenlijk ICT-beleid, waarbij de eigenheid van de dienst(verlening) behouden blijft. Er wordt gestreefd naar gezamenlijke aankopen van ICTmateriaal. Stad en OCMW voeren een gezamenlijk beleid inzake de verwerving en exploitatie van toepassings-, bureautica- en systeemsoftware, hardware (pc’s, printers, servers,…), GR dd. 28 december 2015
blz. 16
netwerkapparatuur, beheerscontracten.
datalijnen
en
alle
hieraan
gerelateerde
onderhouds-
en
De medewerkers van de ICT-dienstvan het stadsbestuur zijn verantwoordelijk voor de ICTondersteuning en coördinatie van beide besturen. Drukwerken van het OCMW worden uitgevoerd door de kopiedienst van de stad. Er wordt een gezamenlijke aankoop van benodigdheden (papier,…) gedaan. De dienst communicatie van het stadsbestuur is verantwoordelijk voor het inhoudelijk beheer van de website en alle overige communicatie van beide besturen.
Artikel 13 Archief – 1 dienst archief De toepassingen van selectie, vernietiging, inventarisering, digitalisering en conservering van het archief van stad en OCMW gebeurt gezamenlijk onder verantwoordelijkheid van de stadsarchivaris. Aankopen van conserveringsmateriaal gebeuren gezamenlijk. Het statisch archief van beide besturen kan op 1 nader te bepalen locatie bewaard worden. Het dynamisch archief wordt bewaard op de behandelende dienst zelf.
Artikel 14 Meldingen / klachten. Meldingen en klachten lastens stad of OCMW worden door de klachtencoördinator van de stad behandeld en opgevolgd, tenzij deze betrekking hebben op de sociale dienstverlening van het OCMW. Beide besturen nemen hiertoe eenzelfde klachtenreglement aan.
Artikel 15 Samenwerking bij projecten – Inzet van personeel Beide besturen kunnen onderling overeenkomen om inzake specifiek afgelijnde projecten of taken personeel van het andere bestuur opdracht te geven dit project of deze specifieke taken uit te voeren, mits akkoord van het betrokken personeelslid. Dit gebeurt bij wijze van eenvoudige beslissing van de OCMW-raad en van het College van Burgemeester en Schepenen.
GR dd. 28 december 2015
blz. 17
HOOFDSTUK IV – Rechtspositie van het betrokken personeel Artikel 16 De rechtspositieregeling van beide besturen voor personeel met gemeenschappelijke functies is op elkaar afgestemd. De interpretatie en toepassing ervan wordt eveneens op elkaar afgestemd.
Artikel 17 Het werkgeversgezag berust bij het eigen tewerkstellend bestuur. Er is geen terbeschikkingstelling of overdracht van het eigen personeel aan het andere bestuur, tenzij dit beslist wordt door de bevoegde beleidsorganen volgens de geldende regelgeving en bepalingen van de rechtspositieregelingen. Ieder personeelslid dat niet werd overgedragen of ter beschikking gesteld van het andere bestuur blijft bijgevolg uitsluitend werken onder het gezag van het eigen bestuur dat optreedt in hoedanigheid van werkgever, ongeacht of de opdracht wordt uitgevoerd voor het eigen bestuur of het andere bestuur.
Artikel 18 Voor contractuele werknemers worden geen wijzigingen aangebracht aan hun bestaande arbeidsovereenkomsten, tenzij de bevoegde beleidsorganen beslissen tot ter beschikking stelling of overdracht van het personeelslid van het ene naar het andere bestuur, mits akkoord van het personeelslid.
Artikel 19 Bij de overdracht van een personeelslid wordt de betrokken ambtenaar voorafgaand gehoord door de aanstellende overheid. Bij de overdracht van personeel van het ene naar het andere bestuur blijven alle rechten van het overgedragen personeel behouden, zoals deze gelden op het moment van de overdracht. Het behoud van rechten blijft verworven zolang de rechtspositieregeling van het overnemend bestuur niet gunstiger is. Ook komen de overgedragen personeelsleden in beginsel in aanmerking voor bevordering en interne mobiliteit bij het overnemend bestuur op dezelfde wijze en onder dezelfde voorwaarden als de andere personeelsleden van het overnemend bestuur. De overdracht maakt steeds een einde aan de tewerkstelling bij het overdragend bestuur.
GR dd. 28 december 2015
blz. 18
Artikel 20 Mochten rond het uitvoeren van de opdrachten problemen ontstaan, worden deze opgenomen door de secretarissen. De secretarissen treden op naar aanleiding van problemen met het personeel.
Artikel 21 De gezagsverhouding dient steeds eenduidig te zijn voor de betrokken personeelsleden. De personeelsleden worden geëvalueerd door hun hiërarchisch meerderen binnen het organogram van hun tewerkstellend bestuur. De betrokken leidinggevende van het niettewerkstellende bestuur zal als functioneel leidinggevende worden betrokken bij de evaluatie van het personeelslid van het andere tewerkstellende bestuur.
Artikel 22 Er wordt gestreefd naar gezamenlijke opleidingen en informatiesessies.
Artikel 23 Volgende bijzondere clausule betreffende informatieveiligheid zal worden opgenomen in de nog op te maken deontologische code voor het gemeentepersoneel van het gemeentebestuur. Deze clausule heeft tot doel om al de gemeentelijke personeelsleden die zich in hun functie van hun taakuitoefening moeten begeven in ruimtes waarin zich te beveiligen gegevens van persoonlijke aard bevinden, te verbinden tot geheimhouding: Indien u niet geautoriseerd bent om kennis te hebben van of toegang te hebben tot persoonlijke gegevens van dossiers betreffende individuele dienstverlening van het OCMW tracht u zichzelf nooit die toegang te verschaffen. Indien u ongewild wel in aanraking komt met deze gegevens, hetzij op fysische wijze, hetzij elektronisch of allebei, verbindt u zich tot strikte geheimhouding.
HOOFDSTUK V – Evaluatie en aanpassing Artikel 24 Jaarlijkse evaluatie Tijdens een jaarlijks overlegmoment bespreken de managementteams van beide besturen gezamenlijk de voortgang van de beheersovereenkomst, op basis van een evaluatie van de
GR dd. 28 december 2015
blz. 19
uitvoering van de beheersovereenkomst. Deze evaluatie wordt voorgelegd aan het College van Burgemeester en Schepenen en aan de OCMW-raad. Wanneer de in deze overeenkomst voorziene verplichtingen door een partij niet worden nageleefd, plegen de partijen overleg over de te nemen bijsturingsmaatregelen. Bij de jaarlijkse evaluatie van de uitvoering van de beheersovereenkomst zullen de partijen nagaan of er al dan niet aanpassingen aan de beheersovereenkomst moeten worden aangebracht.
Artikel 25 Uitvoering Het College van Burgemeester en Schepenen en OCMW-raad, evenals het managementteam van stad en OCMW, worden belast met de uitvoering van deze beheersovereenkomst. Stads- en OCMW-bestuur engageren zich om enig geschil dat zou ontstaan omtrent de uitvoering van onderhavige beheersovereenkomst in onderling overleg op te lossen.
Opgemaakt te Nieuwpoort op 28 december 2015
Namens het Stadsbestuur De Secretaris
De Voorzitter van de Gemeenteraad
Benoit WILLAERT
Jos DECORTE
Namens het OCMW-bestuur.
De Secretaris
De Voorzitter van de OCMW-Raad
Maria Van der Auwera
Frans Lefevre
GR dd. 28 december 2015
blz. 20
Art.2.- Kennis van dit besluit te geven aan de secretarie en de OCMW-raad. Bij de behandeling van dit punt vraagt Raadslid Rathé of het niet beter zou zijn om dit te beslissen bij wijze van princiepsakkoord in plaats van als beheersovereenkomst. Er is immers nog niet onderhandeld met de vakbonden en veel kwesties staan nog open. Raadslid Rousseau vraagt of de berekening van de besparing is gemaakt. In de tekst staat ‘op termijn wordt één secretaris en één financieel beheerder ingezet’; wat is ‘op termijn’? De Burgemeester antwoordt dat een aantal praktische aspecten nog verder dienen geregeld te worden dat op het gepaste moment in overleg zal gegaan worden met de vakbonden. ‘Op termijn’ betekent bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. 4. ALGEMEEN NOOD EN INTERVENTIEPLAN VERSIE 2.0 SEPTEMBER 2015. De Raad, Gelet op art. 42 en 43 van het gemeentedecreet; Gelet op art. 64 § 1 van het gemeentedecreet; Gelet op art. 1 en art. 18 van het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de bevoegdheden van de burgemeester i.k.v. noodplanning; Gelet op de Ministeriële Omzendbrief NPU1 van 26 oktober 2006 betreffende de Nood-en Interventieplanning; Gelet op de Ministeriële Omzendbrief NPU3 van 30 maart 2009 betreffende de goedkeuring van de noodplannen; Gelet op de Ministeriële Omzendbrief NPU4 van 30 maart 2009 betreffende de disciplines; Gelet op art. 135 § 2 van de nieuwe gemeentewet betreffende de verantwoordelijkheden van de gemeenten ten opzichte van de inwoners wat betreft veiligheid; Gelet op het raadsbesluit dd. 31 juli 2009 houdende vaststelling algemeen nood en interventieplan; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 23 februari 2009 en gewijzigd bij het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 3 maart 2015 betreffende de samenstelling van de veiligheidscel; Overwegende dat dit Algemeen Nood en Interventieplan de algemene richtlijnen en de nodige informatie bevat om het beheer van een noodsituatie te verzekeren; Overwegende dat het Algemeen Nood en Interventieplan gewijzigd werd met de meest recente gegevens. BESLUIT:
21 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 0 ONTHOUDINGEN( ):
Art.1.
Het Algemeen Nood en Interventieplan van de stad Nieuwpoort, versie 2.0 dd. september 2015 goed te keuren.
Art.2.
Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de dienst veiligheid en preventie, aan de Politie Westkust, de brandweer, de technische dienst en de Provincie West Vlaanderen.
5. BIJZONDER NOOD EN INTERVENTIEPLAN OVERSTROMINGEN. De Raad, Gelet op art. 42 en 43 van het gemeentedecreet; Gelet op art. 64 § 1 van het gemeentedecreet; Gelet op art. 1 en art. 18 van het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de bevoegdheden van de burgemeester i.k.v. noodplanning;
GR dd. 28 december 2015
blz. 21
Gelet op de Ministeriële Omzendbrief NPU1 van 26 oktober 2006 betreffende de Nood-en Interventieplanning; Gelet op de Ministeriële Omzendbrief NPU3 van 30 maart 2009 betreffende de goedkeuring van de noodplannen; Gelet op de Ministeriële Omzendbrief NPU4 van 30 maart 2009 betreffende de disciplines; Gelet op art. 135 § 2 van de nieuwe gemeentewet betreffende de verantwoordelijkheden van de gemeenten ten opzichte van de inwoners wat betreft veiligheid; Overwegende dat het Bijzonder Nood-en Interventieplan werd opgemaakt om reden dat bij een overstroming dit een zeer grote impact zal hebben op de veiligheid, de bedrijven, de inwoners en anderen op het grondgebied van Nieuwpoort; Overwegende dat het Bijzonder Nood-en Interventieplan werd opgemaakt door de ambtenaar noodplanning samen met de organisatie; Overwegende dat het Bijzonder Nood-en Interventieplan specifieke richtlijnen en de nodige informatie bevat om het beheer van een noodsituatie te verzekeren; BESLUIT:
21 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 0 ONTHOUDINGEN( ):
Art.1.
Het Bijzonder Nood-en Interventieplan ‘overstromingen’, goed te keuren.
Art.2.
Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de dienst veiligheid en preventie, aan de Politie Westkust, de brandweer, de technische dienst en de Provincie West Vlaanderen.
6. BIJZONDER NOOD EN INTERVENTIEPLAN AFSCHAKELPLAN ELEKTRICITEITSSCHAARSTE EN BLACK-OUT 2015-2016. De Raad, Gelet op art. 42 en 43 van het gemeentedecreet; Gelet op art. 64 § 1 van het gemeentedecreet; Gelet op art. 1 en art. 18 van het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de bevoegdheden van de burgemeester i.k.v. noodplanning; Gelet op de Ministeriële Omzendbrief NPU1 van 26 oktober 2006 betreffende de Nood-en Interventieplanning; Gelet op de Ministeriële Omzendbrief NPU3 van 30 maart 2009 betreffende de goedkeuring van de noodplannen; Gelet op de Ministeriële Omzendbrief NPU4 van 30 maart 2009 betreffende de disciplines; Gelet op art. 135 § 2 van de nieuwe gemeentewet betreffende de verantwoordelijkheden van de gemeenten ten opzichte van de inwoners wat betreft veiligheid; Overwegende dat het Bijzonder Nood-en Interventieplan werd opgemaakt om reden dat bij een afschakeling van het elektriciteitsnetwerk dit een zeer grote impact zal hebben op de veiligheid, de bedrijven, de inwoners en anderen op het grondgebied van Nieuwpoort; Overwegende dat het Bijzonder Nood-en Interventieplan werd opgemaakt door de ambtenaar noodplanning; Overwegende dat het Bijzonder Nood-en Interventieplan specifieke richtlijnen en de nodige informatie bevat om het beheer tijdens de afschakeling te verzekeren; Overwegende dat het Bijzonder Nood- en Interventieplan gewijzigd werd met de meest recente gegevens; BESLUIT:
21 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 0 ONTHOUDINGEN( ):
GR dd. 28 december 2015
blz. 22
Art.1.
Het Bijzonder Nood-en Interventieplan afschakelplan elektriciteitsschaarste en black-out, goed te keuren.
Art.2.
Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de dienst veiligheid en preventie, aan de Politie Westkust, de brandweer, de technische dienst en de Provincie West Vlaanderen.
7. POLITIEVERORDENING OP HET AANBIEDEN VAN AFVALSTOFFEN: WIJZIGING. De Raad, Gelet op art 42 en 43 van het gemeentedecreet; Gelet op art. 119 en art.130bis van de Nieuwe Gemeentewet; Gelet op het raadsbesluit dd. 9 juni 2005 houdende vaststelling van het algemeen reglement op de administratieve sancties; Gelet op het raadsbesluit dd. 24 mei 2007, gewijzigd dd. 16 augustus 2007, 27 december 2007 en 17 april 2008, houdende vaststelling van de politieverordening op het aanbieden van afvalstoffen en inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen, hervaststelling; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 15 december 2015 houdende voorstel de politieverordening op het aanbieden van afvalstoffen aan de gemeenteraad; Overwegende dat werd vastgesteld dat afval, in afwachting van de wekelijkse of tweewekelijkse ophaling, wordt opgeslagen in de voortuinstrook van bepaalde woningen; dat dit, hoewel op privaat domein, het straatbeeld niet ten goede komt; dat wordt voorgesteld om de politieverordening inzake afval aan te passen waarbij het verplicht wordt om afval op privaat domein op te bergen zodat het niet zichtbaar is vanop de openbare weg; dat wordt voorgesteld om een art. 9 § 7 toe te voegen die als volgt luidt: De recipiënten waarin afval wordt geborgen en zich op privaat domein bevinden mogen niet zichtbaar zijn vanop de openbare weg. BESLUIT:
Art.1.
15 JA, 3 NEEN (Matthias Priem Sabine Slembrouck Johan Roelens ), BIJ 3 ONTHOUDINGEN(Philip Rathé Arnel Lemaire Jo Rousseau ):
In het raadsbesluit dd. 24 mei 2007, gewijzigd dd. 16 augustus 2007, 27 december 2007 en 17 april 2008, houdende vaststelling van de politieverordening op het aanbieden van afvalstoffen en inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen wordt een artikel 9.- § 7. toegevoegd luidende: Art.9.-§ 7.- De recipiënten waarin afval wordt geborgen en zich op privaat domein bevinden mogen niet zichtbaar zijn vanop de openbare weg.
Art.2.
Deze verordening wordt bekendgemaakt overeenkomstig art. 186 van het gemeentedecreet.
Art.3.
Kennis van dit besluit te geven aan de dienst veiligheid en preventie, de politierechtbank, de politie Westkust, de dienst milieu en de technische dienst.
Bij de behandeling van dit punt vraagt Raadslid Priem om het verbod duidelijker te omschrijven. Hij verwijst naar het voorbeeld van een brave burger die zijn container in zijn carport zet en vermoedt dat het de bedoeling is dat in dergelijk voorbeeld niet gesanctioneerd wordt. De Burgemeester antwoordt dat de formulering duidelijk is: afvalrecipiënten mogen niet zichtbaar zijn vanop de openbare weg. 8. POLITIEZONE WESTKUST: BIJDRAGE 2016. De Raad, Gelet op art. 40, 43 en 252 van het gemeentedecreet;
GR dd. 28 december 2015
blz. 23
Gelet op het de wet dd. 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid op art. 40 derde en zesde lid en art. 71 eerste lid; Gelet op het koninklijk besluit dd. 16 november 2001 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeente politiezone; Gelet op de mail van de bijzonder rekenplichtige Politiezone Westkust betreffende de toelage aan de politiezone voor het budget 2016; Overwegende dat een bedrag van € 2.704.195,00 werd opgenomen als bijdrage voor de politiezone in het budget 2016 van de stad Nieuwpoort; dat de volgende ramingen in het meerjarenplan werden opgenomen: € 2.771.800,00 € 2.841.095,00 € 2.912.122,00
2017 2018 2019
Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn onder beleidsitem 040000 - politiediensten (A.R. 6494000); BESLUIT:
21 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 0 ONTHOUDINGEN( ):
Art.1.
De bijdrage 2016 voor de Stad Nieuwpoort aan de zonale politie Westkust ten bedrage van € 2.704.195,00 goed te keuren.
Art.2.
De bijdragen voor de Stad Nieuwpoort aan de zonale politie Westkust in het beleidsplan als volgt te bepalen: 2017: € 2.771.800,00 – 2018: € 2.841.095,00 – 2019: € 2.912.122,00.
Art.3.
Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd reken- en belastingdienst, de Gouverneur van de Provincie West-Vlaanderen en aan het politiecollege.
9. AANVULLENDE GEMEENTEBELASTING OP DE PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2016. De Raad, Gelet op art. 42, 43 en 253 § 1-3° van het gemeendecreet; Gelet op het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid op de art. 464 t/m 470bis; Overwegende dat het noodzakelijk is, teneinde de gemeentefinanciën in evenwicht te houden, een aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting te vestigen; Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van een rendabele belasting; BESLUIT:
21 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 0 ONTHOUDINGEN( ):
Art.1.
Voor het aanslagjaar 2016 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Art.2.
De belasting wordt vastgesteld op 5 % (vijf procent) van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Art.3.
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
Art.4.
Deze verordening wordt naar de toezichthoudende overheid gezonden.
GR dd. 28 december 2015
blz. 24
Art.5.
Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd reken- en belastingdienst, de wd. financieel beheerder en de FOD Financiën.
10. VASTSTELLING OPCENTIEMEN OP DE ONROERENDE VOORHEFFING AANSLAGJAAR 2016. De Raad, Gelet op art. 42, 43 en 253 § 1-3° van het gemeendecreet; Gelet op het wetboek van inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid op de art. 298, 464 en 464/1; Gelet op het decreet dd. 9 juni 1998 houdende bepalingen tot wijziging van het Wetboek van inkomstenbelastingen voor wat betreft de onroerende voorheffing, in werking getreden op 1 januari 1999, gewijzigd bij decreet dd. 30 juni 2000; Overwegende dat het noodzakelijk is, ten einde de gemeentefinanciën in evenwicht te houden, opcentiemen op de onroerende voorheffing te vestigen; Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van een rendabele belasting;
BESLUIT:
21 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 0 ONTHOUDINGEN( ):
Art.1.
Er worden voor het aanslagjaar 2016 1.700 gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing gevestigd.
Art.2.
Deze verordening wordt naar de toezichthoudende overheid gezonden.
Art.3.
Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd reken- en belastingdienst, de wd. financieel beheerder en de FOD Financiën.
11. VASTSTELLING GEMEENTELIJKE SANERINGSBIJDRAGE EN –VERGOEDING AANSLAGJAAR 2016. De Raad, Gelet op art. 42, 43 en 253 § 1-3° van het gemeentedecreet; Gelet op de richtlijn 2000/60/EG dd. 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maartregelen betreffende het waterbeleid, de Europese kaderrichtlijn Water; Gelet op de richtlijn 91/271/EEG dd. 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater. Gelet op het decreet dd. 6 juli 2001 houdende intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de omzendbrief BA 2002/01 dd. 11 januari 2002 betreffende de toepassing van bovengenoemd decreet; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering dd. 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzage milieuhygiëne; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering dd. 23 maart 1999 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering dd. 30 maart 1996 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder, alsook van de verhouding waarin het Vlaams gewest bijdraagt in de kosten verbonden aan de aanleg en de verbetering door de gemeenten van openbare riolen, andere dan prioritaire rioleringen, evenals houdende de vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de procedure tot vaststelling van subsidiëringprogramma’s; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering dd. 1 februari 2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg door de gemeenten van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen en van de bouw door de gemeenten van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties;
GR dd. 28 december 2015
blz. 25
Gelet op de recente evolutie met betrekking tot de reorganisatie van de watersector en de beslissingen hieromtrent van de Vlaamse regering dd. 17 december 2004; Gelet op de wet dd. 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, gewijzigd door hoofdstuk XIII – Reorganisatie watersector – afdeling I van het decreet dd. 24 december 2004 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2005; Gelet op het decreet dd. 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending, gewijzigd door hoofdstuk XIII – Reorganisatie watersector – afdeling V, van het decreet dd. 24 december 2004 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2005; Gelet op hoofdstuk XII (waterzuivering) en XIII (reorganisatie watersector) van het decreet dd. 24 december 2004 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2005; Gelet op de voorafgaande beslissingen dd. 7 juli 2005 met betrekking tot de behandeling van de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsbijdrage, afgesloten tussen de Dienst Voorafgaande Beslissingen van de FOD Financiën en de I.W.V.A.; Gelet op het raadsbesluit dd. 24 november 2005 houdende toetreding tot de I.W.V.A. voor de activiteit “sanering” en beheersoverdracht wat betreft het beheer van afvalwater en hemelwater; Overwegende dat indien de gemeente zelf zou blijven instaan voor het onderhoud en de verdere uitbouw van haar infrastructuur voor de beheersing van afvalwater en hemelwater, dit grote financiële inspanningen zal vergen; Overwegende dat de gemeente rechtstreeks verantwoordelijk is voor de toepassing van de Europese richtlijnen binnen de grenzen van haar bevoegdheid; Overwegende dat ondanks het subsidiebesluit dd. 1 februari 2002 de gemeenten geconfronteerd worden met niet-subsidieerbare kosten en de uitdaging om administratief en technisch de veelheid aan noodzakelijke werken tot een goed einde te kunnen brengen; Overwegende dat het beheer van de infrastructuur voor de beheersing van afvalwater en hemelwater een gemeentelijke kernopdracht blijft; Overwegende dat de gemeente ervoor opteert een saneringsbijdrage te vragen om zodoende het principe ‘de vervuiler betaalt’ te hanteren; Overwegende dat een saneringsvergoeding gevraagd kan worden aan eigen waterwinners teneinde een gelijkbehandeling te bekomen van drinkwaterlozers en eigen waterwinners; dat deze maatregel bovendien de BTW-aftrek maximaliseert; Overwegende dat de principes inzake vrijstellingen om sociale, economische of ecologische redenen van toepassing op de bovengemeentelijke saneringsbijdrage eveneens van toepassing gemaakt kunnen worden op de gemeentelijke saneringsbijdrage en de saneringsvergoeding; Overwegende dat de VMM als economische toezichthouder aanbeveelt om de kortingsregeling voor grootverbruikers vanaf 2007 enkel toe te passen voor de landbouwers-grootverbruikers, gezien voor de niet-landbouwers-grootverbruikers het grootste deel van het opgenomen water terug geloosd wordt in de gemeentelijke saneringsinfrastructuur; Overwegende dat een afwijking kan toegestaan worden indien de verbruiker een gemotiveerde aanvraag indient waarin aangetoond wordt dat er een redelijkerwijs groot verschil bestaat tussen het opgenomen en geloosde water op basis van een door de economische toezichthouder goedgekeurde waterbalans;
BESLUIT:
21 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 0 ONTHOUDINGEN( ):
Art.1.
Voor het aanslagjaar 2016 wordt een saneringsbijdrage van 1,4 x de Bovengemeentelijke Saneringsbijdrage van toepassing in 2016 aangerekend via de waterfactuur.
Art.2.
Voor het aanslagjaar 2016 wordt een gemeentelijke saneringsvergoeding aangerekend voor eigen waterwinning gelijk aan het tarief van de gemeentelijke saneringsbijdrage en toegepast op de opgenomen m³ water.
GR dd. 28 december 2015
blz. 26
Art.3.
De principes inzake vrijstellingen om sociale, economische of ecologische redenen van toepassing op de bovengemeentelijke saneringsbijdrage zijn eveneens van toepassing op de gemeentelijke saneringsbijdrage en de saneringsvergoeding.
Art.4.
De kortingsregels voor grootverbruikers wordt in 2016 enkel toegepast voor de landbouwersgrootverbruikers, gezien voor de niet-landbouwers-grootverbruikers het grootste deel van het opgenomen water terug geloosd wordt in de gemeentelijke saneringsinfrastructuur.
Art.5.
Een aanrekening van de gemeentelijke saneringsbijdrage en gemeentelijke saneringsvergoeding op basis van geloosde m³ in plaats van op basis van opgenomen m³ water is mogelijk indien de verbruiker een gemotiveerde aanvraag indient waarin aangetoond wordt dat er een redelijkerwijs groot verschil bestaat tussen het opgenomen en geloosde water op basis van een door economische toezichthouder goedgekeurde waterbalans.
Art.6.
Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig art. 186 van het gemeentedecreet.
Art.7.
Dit besluit treedt in voege vanaf 1 januari 2016.
Art.8.
Deze verordening wordt naar de toezichthoudende overheid gezonden.
Art.9.
Kennis van dit besluit te geven aan de I.W.V.A., technische dienst - afdeling wegen, aan het diensthoofd reken- en belastingdienst en wd. financieel beheerder.
12. BELASTING HAVENRECHTEN ZEEHAVEN VOOR SCHEPEN KLEINER DAN 500 BT EN VOOR BINNENVAARTSCHEPEN - HERVASTSTELLING. De Raad, Gelet op art. 42, 43 en 253 § 1-3° van het gemeentedecreet; Gelet op het decreet dd. 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet dd. 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op het raadsbesluit dd. 29 augustus 2013 houdende vaststellen van de belasting havenrechten zeehaven voor schepen kleiner dan 500 BT; Overwegende dat de belasting gevestigd werd vanaf 1 januari 2014; dat het reglement na evaluatie dient bijgestuurd; dat een minimumtarief dient ingevoerd om de belasting rendabel te houden; Overwegende dat er geen permanentie is in de haven; dat bepaalde controles niet kunnen uitgevoerd worden; Overwegende dat om het reglement overzichtelijk te houden het volledig dient hervastgesteld;
BESLUIT:
21 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 0 ONTHOUDINGEN( ):
Art.1.
Er wordt voor de aanslagjaren 2016 t/m 2019 een belasting geheven op het aanleggen, laden, lossen en dokken door schepen kleiner dan 500 BT en door binnenvaartschepen in de zeehaven en op de pontons aangemeerd in de vissers- en handelshaven, genoemd “havenrechten zeehaven”.
Art.2.
Vallen onder de toepassing van deze verordening: - binnenvaartschip: een schip of vaartuig (o.a. aak, lichter, enz.) bestemd voor de binnenvaart, waarvoor een meetbrief voor binnenvaart werd afgeleverd; - zeeschip: een schip of vaartuig als dusdanig geregistreerd door een zeemeetbrief; - vissersvaartuig: een vaartuig bestemd voor de zeevisserij, de hoogzee- of kustvisserij, met bedrijfsdoeleinden; - pleziervaartuig: een vaartuig bestemd voor de pleziervaart en waaraan geen commerciële bedrijvigheid verbonden is. GR dd. 28 december 2015
blz. 27
- sportvissersvaartuig: een vaartuig dat niet voor de bedrijfsvisserij bestemd is, wel voor de sportvisserij als tak van de vrijetijdsbesteding en al of niet betalende passagiers meeneemt en waaraan een commerciële bedrijvigheid verbonden is; - lijnvissersvaartuig: een vaartuig dat niet voor de bedrijfsvisserij bestemd is, wel voor de lijnvisserij als tak van de vrijetijdsbesteding en al of niet betalende passagiers meeneemt en waaraan een commerciële bedrijvigheid verbonden is; - ponton: drijvende aanlegplaats in de haven bestaande uit één of meer onderling gekoppelde, dichte bakken, waarover een (houten) dek is gelegd. Art.3.
Begripsbepalingen: - zeehaven: de kaaimuren, aanlegsteigers, enz. gelegen op de linker- en rechterhavenoever van de Havengeul tussen de Langebrug en het profiel 85 (Kaart haven Nieuwpoort – administratie Waterwegen dd. 13 juli 2001); - kaai: de wegverharding langs de kaaimuren; - aanleggen: met een schip tegen een oever, meerpaal, ponton of langszij een ander schip ligplaats nemen en daaraan vastmaken; - dokrecht: vaste vergoeding voor een permanente plaats in de zeehaven waarvoor een vergunning vereist is (ponton); - lading: alle door een zeeschip of binnenvaartuig geloste of geladen handelsgoederen en verpakkingsmateriaal (containers, trailers, kratten, enz.) met uitzondering van ballast, brandstof, proviand en alle voor eigen gebruik bestemde scheepsbenodigdheden; - meetbrief: certificaat waarin de hoofdafmetingen van het schip vermeld staan; - (metrische) ton: slaat op het draagvermogen van het binnenvaartschip zoals vermeld op de meetbrief (gewichtseenheid van 1.000 kg); - bruto tonnenmaat (BT): wordt berekend met een formule waarin is opgenomen het scheepsvolume onder het bovendek en de ingesloten ruimtes boven het bovendek. Het verkregen volume in m³ wordt vermenigvuldigd met een factor (een logaritme van de m³) waarna het gevonden getal onbenoemd is (d.w.z. geen ton of m³); - netto tonnenmaat (NT): is een onbenoemd getal dat in hoofdzaak de inhoud van de laadruimtes van het schip aangeeft voor het vervoer van goederen en passagiers. Bij de berekening van de netto tonnenmaat wordt vertrokken van de bruto tonnenmaat waarbij alle ruimtes die niet voor lading worden gebruikt (zoals ruimtes bestemd voor bemanning, navigatie, voortstuwing enz.) worden afgetrokken. Bruto en netto tonnenmaat worden berekend volgens de Internationale Conventie inzake Scheepsmeting dd. 23 juni 1969 te Londen en zijn vermeld op de internationale meetbrief van het schip.
Art.4.
De belasting wordt als volgt vastgesteld: A. Aanleg-, laad en losrechten: - binnenvaartschepen: € 5,00/metrische ton/maand met een minimum van € 60/maand; - zeeschepen, visserijschepen, plezier-, sportvissers- en lijnvissersvaartuigen: € 1,00/BT/maand met een minimum van € 60/maand; Het betalen van de aanlegrechten geeft de zeeschepen het recht op een continu verblijf in de zeehaven tot het einde van de desbetreffende kalendermaand. Het aanlegrecht wordt: verdubbeld voor: - alle vaartuigen die geen enkele activiteit meer uitoefenen; - alle vaartuigen die volgens het oordeel van het stadsbestuur in vervallen toestand verkeren of waarvan de reder/eigenaar geen gevolg heeft gegeven aan de sommatie van het stadsbestuur om de haven te verlaten. Het verdubbelde tarief vangt aan de dag van de sommatie. GR dd. 28 december 2015
blz. 28
verviervoudigd voor: - alle vaartuigen die meer dan één jaar geen enkele activiteit meer uitoefenen; - alle vaartuigen die volgens het oordeel van het stadsbestuur in vervallen toestand verkeren en waarvan de reder/eigenaar na één jaar geen gevolg heeft gegeven aan de sommatie van het stadsbestuur om de haven te verlaten. Het verviervoudigd tarief vangt aan één jaar na de dag van de sommatie. B. Dokrechten - op pontons permanent aangemeerd aan de Kaai: € 50,00 per lopende meter kaai per jaar. De belasting wordt ondeelbaar vastgesteld voor een volledig jaar volgens de op 1 januari van het aanslagjaar bestaande toestand. Art.5.
De belasting is verschuldigd door de eigenaar, uitbater, makelaar of consignataris van een onder art. 2 vermeld vaartuig of ponton.
Art.6.
Zijn van elk aanleg-, laad- en losrecht, dokrecht vrijgesteld: a) het vlottend materieel en de zee- en binnenvaartschepen die aan de overheid toebehoren of opdrachten uitvoeren in naam van de overheid; b) de Belgische schoolschepen en de vreemde schoolschepen waarvan de staat van oorsprong vrijstelling verleent aan de Belgische schoolschepen; c) binnen de grenzen van de onderneming, het vlottend materieel en de zee- en binnenvaartschepen, voor rekening van de staat, gebruikt door aannemers, hetzij bij onderhouds- en verbeteringswerken aan de bevaarbare waterlopen, hetzij voor het vervoer in verband met deze werken; d) de zee- en binnenvaartschepen die wegens overmacht de haven binnen lopen met een maximum van 3 kalenderdagen; e) de zee- en binnenvaartschepen bestemd tot gebruik voor visserij en die hun lading geheel of gedeeltelijk in de vismijn te Nieuwpoort verkopen. De vrijstelling geldt per kalendermaand; f) het gedeelte van de pontons die enkel dienstig zijn voor het inschepen van passagiers en voor schepen voor reddingswerken, bergingswerken en milieubescherming; g) de overeenkomstig de milieuwetgeving vergunde pontons voor het bevoorraden van schepen en afname van vaste en vloeibare stoffen; h) voor een periode van maximum zes maand, de vissersvaartuigen die ingevolge breuk, overmacht of mechanisch defect niet bij machte zijn om hun vaartuig te exploiteren; i) vaartuigen die deelnemen aan marine of toeristische activiteiten met medewerking of in organisatie met het stadsbestuur; j) schepen aangemeerd aan pontons voor herstelling en/of onderhoud.
Art.7.
De belastingplichtige is gehouden binnen de 24 uur van het binnenvaren van elk schip waarvan de havenrechten verschuldigd zijn de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Art.8.
De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier dat periodiek wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Art.9.
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen deze belasting bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn. De indiening kan gebeuren door verzending, door overhandiging of via e-mail via het mailadres
[email protected]. De indiening, moet op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat.
GR dd. 28 december 2015
blz. 29
Het college van burgemeester en schepenen stuurt binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. Art.10. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet dd. 30 mei 2008, gewijzigd bij decreet dd. 28 mei 2010 en 17 februari 2012 zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 t/m 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Art.11. Het raadsbesluit dd. 29 augustus 2013 houdende vaststelling van de belasting havenrechten zeehaven voor schepen kleiner dan 500 BT wordt opgeheven bij het in voege treden van onderhavig besluit. Art.12. Onderhavig besluit treedt in voege vanaf 1 januari 2016. Art.13. Deze verordening wordt naar de toezichthoudende overheid gezonden. Art.14. Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd reken- en belastingdienst, de dienst algemene zaken, landbouw en visserij en de wd. financieel beheerder. Bij de behandeling van dit punt vraagt raadslid Rathé wat er concreet veranderde aan dit reglement. Schepen Vandecasteele antwoordt dat de controlemogelijkheden in het vorige reglement minder praktisch waren dan in het voorliggende reglement.
13. RETRIBUTIE GEBRUIK EN OPHALING CONTAINERS VOOR HUISHOUDELIJK OF GELIJKGESTELD AFVAL - WIJZIGING. De Raad, Gelet op art. 42, 43 en 253 § 1-3° van het gemeentedecreet; Gelet op het raadsbesluit dd. 26 december 2013, houdende vaststelling van de retributie gebruik en ophaling containers voor huishoudelijk of gelijkgesteld afval, gewijzigd bij raadsbesluit dd. 27 november 2014; Gelet op het decreet dd. 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen met latere wijzigingen; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen VLAREMA dd. 17 februari 2012 met later wijzigingen; Gelet op het raadsbesluit dd. 24 mei 2007 houdende vaststelling van de politieverordening op het aanbieden van afvalstoffen en inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen met latere wijzigingen; Overwegende dat de stad een kustgemeente is; dat bedrijven meer afval aanbieden in de maanden juli en augustus; dat bijkomende ophalingen dienen voorzien;
BESLUIT:
Art.1.
18 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 3 ONTHOUDINGEN(Philip Rathé Rousseau ):
Het art.4. A) Containers voor bedrijven van het raadsbesluit dd. 26 december 2013 houdende vaststelling van de retributie gebruik en ophaling containers voor huishoudelijk of gelijkgesteld afval, gewijzigd bij raadsbesluit dd. 27 november 2014 wordt aangevuld met: Containers met een inhoud van * 1 ophaling per week per jaar en 2 ophalingen per week in de maanden juli en augustus:
Art.2.
Arnel Lemaire Jo
140 L
240 L € 364
1000 L € 1.211
Dit besluit treedt in voege vanaf 1 januari 2016. GR dd. 28 december 2015
blz. 30
Art.3.
Dit besluit wordt aan de heer Gouverneur van de Provincie toegezonden.
Art.4.
Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd reken- en belastingdienst, de wd. financieel beheerder, de cel milieu en technische dienst -cel ophalen huisvuil.
Raadslid Rathé stelt dat hij de visie achter deze wijziging niet goed begrijpt. In het verleden zijn immers veel bedrijven overgestapt naar een privé-ophaler omwille van de kostprijs en nu gaat de stad een regime aanbieden van 8 extra ophalingen voor amper 54 EUR extra. Schepen Vandecasteele antwoordt dat dit er komt op vraag van de bedrijven. Raadslid Rousseau stelt dat dit een beleid à la tête du client is en dat het reglement op die manier een kakafonie wordt en dat deze visie niet strookt met het beleid om op verschillende plaatsen ondergrondse afvalcontainers te voorzien om te besparen op de ophaalrondes. 14. AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF VRIJE TIJD: TOEKENNING ENERGIE- EN ONDERHOUDSSUBSIDIE De Raad, Gelet op art. 42, 43, 236 en 252 van het gemeentedecreet; Gelet op het raadsbesluit dd. 12 april 2007 houdende oprichting van het autonoom gemeentebedrijf Nieuwpoort en haar statuten; goedgekeurd bij ministerieel besluit dd. 19 juli 2007; Gelet op het raadsbesluit dd. 29 januari 2015 houdende hervaststelling van de statuten van het AGB en houdende de naamswijziging van het AGB in AGB Vrije Tijd, goedgekeurd bij ministerieel besluit dd. 18 mei 2015; Gelet op het raadsbesluit dd. 14 februari 2008 houdende goedkeuring van de beheersovereenkomst tussen het AGB en de Stad Nieuwpoort; Gelet op het raadsbesluit dd. 29 december 2014 houdende het verlenen van een energie- en onderhoudssubsidie voor het dienstjaar 2014 en 2015 aan het AGB Nieuwpoort; Overwegende dat gelet op de stijgende energiekosten, wordt voorgesteld om een energiesubsidie te verlenen aan het Autonoom Gemeentebedrijf Vrije Tijd; Overwegende dat het Autonoom Gemeentebedrijf Vrije Tijd tevens grote financiële inspanningen dient te leveren inzake het onderhoud van het zwembad; dat een goed onderhoud ten goede komt aan de levensduur van het technische installatie; dat om deze reden wordt voorgesteld om tevens een onderhoudssubsidie te verlenen aan het Autonoom Gemeentebedrijf Vrije Tijd; Overwegende dat de grootteorde van de subsidie kan worden bepaald in functie van de resultaten van de jaarrekening; Overwegende dat het AGB Vrije Tijd een raming op basis van gebudgetteerde cijfers voorstelt voor de kosten in 2016 inzake energie en onderhoud: Energie-en onderhoudssubsidie Schietstand
0
zwembad
€ 252.500,00
Ysara
€ 33.800,00
City
€ 12.500,00
Iseland
€ 15.150,00
Stadshalle
€ 4.150,00
Bibliotheek
€ 12.750,00
Voetbal
€ 3.900,00
Totaal
€ 334.750,00
GR dd. 28 december 2015
blz. 31
Overwegende dat wordt voorgesteld om voor het dienstjaar 2016 een energie- en onderhoudssubsidie te verlenen ten bedrage van € 334.750,00; Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn onder beleidsitem 070211 –Ysara-City, Iseland-Stadshalle, 070311 - bibliotheek, 070411 - zwembad, 070511 – voetbal – A.R. 6498100;
BESLUIT:
15 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 6 ONTHOUDINGEN(Matthias Priem Sabine Slembrouck Johan Roelens Philip Rathé Arnel Lemaire Jo Rousseau ):
Art.1.
Aan het AGB Vrije Tijd een energie- en onderhoudssubsidie te verlenen van € 334.750,00 voor het dienstjaar 2016.
Art.2.
Kennis van dit besluit te geven aan de secretarie en de wd. financieel beheerder.
15. AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF VRIJE TIJD: WIJZIGING MEERJARENPLANNING 20142019 N.A.V. BUDGET 2016. De Raad, Gelet op art. 42, 43 en 243 van het gemeentedecreet; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering dd. 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering dd. 23 november 2012 en 22 november 2013; Gelet op het Ministerieel besluit dd. 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij Ministerieel besluit dd. 26 november 2012; Gelet op het besluit van de Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Vrije Tijd dd. 28 december 2015 houdende vaststelling van het meerjarenplan 2014-2019 en het budget 2016; Overwegende dat het resultaat op kasbasis niet negatief mag zijn, dat de autofinancieringsmarge, die de indicator voor het structurele evenwicht in de beleids- en beheerscyclus is, het laatste jaar van het meerjarenplan positief moet zijn; Overwegende dat het resultaat op kasbasis (geconsolideerd) voor de jaren 2014-2019 als volgt is : 2014 1.099.666
2015 1.055.728
2016 1.415.662
2017 1.779.296
2018 2.196.212
2019 2.553.273
Overwegende dat de autofinancieringsmarge voor de jaren 2014-2019 als volgt is: 2014 -192.650 BESLUIT:
2015 469.698
2016 359.934
2017 363.634
2018 416.916
2019 357.061
15 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 6 ONTHOUDINGEN(Matthias Priem Sabine Slembrouck Johan Roelens Philip Rathé Arnel Lemaire Jo Rousseau ):
Art.1.
De wijziging meerjarenplan voor de jaren 2014-2019 van het Autonoom Gemeentebedrijf Vrije Tijd goed te keuren.
Art.2.
Kennis van dit besluit te geven aan de secretarie, het diensthoofd reken- en belastingdienst en de wd. financieel beheerder.
16. AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF VRIJE TIJD: BUDGET 2016 De Raad,
GR dd. 28 december 2015
blz. 32
Gelet op art. 42, 243 en 252 van het gemeentedecreet; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering dd. 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering dd. 23 november 2012 en 22 november 2013; Gelet op het ministerieel besluit dd. 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij Ministerieel besluit dd. 26 november 2012; Gelet op het besluit van de Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Vrije Tijd dd. 28 december 2015 houdende vaststelling van het budget 2016; Overwegende dat het budget 2016 werd opgesteld door de Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Vrije Tijd; Overwegende dat het budget 2016 bestaande uit het exploitatiebudget, het investeringsbudget en het liquiditeitenbudget dient te worden goedgekeurd; Overwegende dat het resultaat op kasbasis (geconsolideerd) voor het budget 2016 € 1.415.662 bedraagt; Overwegende dat de autofinancieringsmarge voor het budget 2016 € 359.934 bedraagt;
BESLUIT:
15 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 6 ONTHOUDINGEN(Matthias Priem Sabine Slembrouck Johan Roelens Philip Rathé Arnel Lemaire Jo Rousseau ):
Art.1.
Het budget 2016 van het Autonoom Gemeentebedrijf Vrije Tijd goed te keuren.
Art.2.
Kennis van dit besluit te geven aan de secretarie, het diensthoofd reken- en belastingdienst en de wd. financieel beheerder.
Bij de behandeling van dit punt stelt raadslid Rousseau dat het budget tamelijk verwarrend is en bijvoorbeeld zaken bevat die zowel bij de stad als het AGB vermeld staan in het budget. Het raadslid geeft als voorbeeld de bibliotheek, bepaalde vrijwilligersvergoedingen, een tweede kunstgrasvoetbalveld. Verder wijst het raadslid op een discrepantie tussen de kosten voor aankoop dranken ysara (15.000 EUR) en de opbrengst verkoop dranken (12.000 EUR). Het raadslid wijst op een anomalie bij de budgettering van de ontvangsten voor ticketverkoop van Westfront, op kosten die voorzien worden voor leeggoed en op een daling van de ontvangsten van ticketverkoop van ysara met 40%. Tot slot vraagt het raadslid waar het budget blijft voor AGB stadsontwikkeling. Het raadslid dringt ook aan op het houden van een speciale budgetcommissievergadering teneinde dergelijke zaken op voorhand in detail te kunnen bespreken. Schepen Vandecasteele duidt een aantal van de opmerkingen en licht het begrotingsprincipe toe (ontvangsten onderramen, uitgaven overramen). De Burgemeester antwoordt dat het directiecomité van het AGB SO in januari zal samenkomen. 17. STAD NIEUWPOORT: BUDGETWIJZIGING NR. 2 DIENSTJAAR 2015. De Raad, Gelet op art. 42, 43, 154, 252, 253 en 303, 11° van het gemeentedecreet; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering dd. 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse regering dd. 23 november 2012 en 22 november 2013; Gelet op het ministerieel besluit dd. 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften voor de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de
GR dd. 28 december 2015
blz. 33
gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij Ministerieel besluit dd. 26 november 2012; Gelet op het raadsbesluit dd. 29 december 2014 houdende goedkeuring van het meerjarenplan 2014-2019 n.a.v. het budget 2015 en goedkeuring van het budget 2015; Overwegende dat het resultaat op kasbasis niet negatief mag zijn, dat de autofinancieringsmarge, die de indicator voor het structurele evenwicht in de beleids- en beheerscyclus is, het laatste jaar van het meerjarenplan positief moet zijn ; Overwegende dat het resultaat op kasbasis (geconsolideerd) na budgetwijziging nr. 2 dienstjaar 2015 voor de jaren 2014-2019 als volgt is: 2014 25.017.752
2015 7.343.540
2016 6.366.115
2017 9.643.954
2018 12.243.665
2019 17.122.735
Overwegende dat de autofinancieringsmarge voor de jaren 2014-2019 na budgetwijziging nr.2 dienstjaar 2015 als volgt is: 2014 2.982.292 BESLUIT:
2015 4.381.198
2016 3.379.128
2017 4.101.782
2018 4.393.835
2019 4.978.353
15 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 6 ONTHOUDINGEN(Matthias Priem Sabine Slembrouck Johan Roelens Philip Rathé Arnel Lemaire Jo Rousseau ):
Art.1.
De budgetwijziging nr. 2 van het dienstjaar 2015 goed te keuren.
Art.2.
Kennis van dit besluit te geven aan de secretarie en de wd. financieel beheerder.
18. STAD NIEUWPOORT: WIJZIGING MEERJARENPLANNING 2014-2019 N.A.V. BUDGET 2016. De Raad, Gelet op art. 42, 43, 146, 147, 148, 149,150, 151 en 252 van het gemeentedecreet; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering dd. 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering dd. 23 november 2012 en 22 november 2013; Gelet op het Ministerieel besluit dd. 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij Ministerieel besluit dd. 26 november 2012; Gelet op het raadsbesluit dd. 26 december 2013 houdende goedkeuring van het meerjarenplan 2014-2019; Overwegende dat het resultaat op kasbasis niet negatief mag zijn, dat de autofinancieringsmarge, die de indicator voor het structurele evenwicht in de beleids- en beheerscyclus is, het laatste jaar van het meerjarenplan positief moet zijn ; Overwegende dat het resultaat op kasbasis (geconsolideerd) voor de jaren 2014-2019 als volgt is: 2014 2015 2016 2017 2018 2019 25.017.752 9.882.031 1.824.003 1.551.430 803.316 2.340.419 Overwegende dat de autofinancieringsmarge voor de jaren 2014-2019 als volgt is: 2014 2.982.292 BESLUIT:
2015 6.919.689
2016 1.180.580
2017 608.046
2018 648.221
2019 790.223
15 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 6 ONTHOUDINGEN(Matthias Priem Sabine Slembrouck Johan Roelens Philip Rathé Arnel Lemaire Jo Rousseau ):
GR dd. 28 december 2015
blz. 34
Art.1.
De wijziging van het meerjarenplan voor de jaren 2014 – 2019 goed te keuren.
Art.2.
Kennis van dit besluit te geven aan de secretarie, aan het diensthoofd reken- en belastingdienst, de wd. financieel beheerder.
19. STAD NIEUWPOORT: BUDGET 2016 De Raad, Gelet op art. 42, 43, 146, 147, 148, 149,150, 151 en 252 van het gemeentedecreet; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering dd. 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering dd. 23 november 2012 en 22 november 2013; Gelet op het Ministerieel besluit dd. 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij Ministerieel besluit dd. 26 november 2012; Gelet op het raadsbesluit dd. 26 december 2013 houdende goedkeuring van het meerjarenplan 2014-2019; Overwegende dat het resultaat op kasbasis niet negatief mag zijn, dat de autofinancieringsmarge, die de indicator voor het structurele evenwicht in de beleids- en beheerscyclus is, het laatste jaar van het meerjarenplan positief moet zijn; Overwegende dat het resultaat op kasbasis (geconsolideerd) voor het budget 2016 € 1.824.003 bedraagt Overwegende dat de autofinancieringsmarge voor het budget 2016 € 1.180.580 bedraagt; BESLUIT:
14 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 6 ONTHOUDINGEN(Matthias Priem Sabine Slembrouck Johan Roelens Philip Rathé Arnel Lemaire Jo Rousseau ):
Art.1.
Het budget 2016 van het stadsbestuur Nieuwpoort goed te keuren.
Art.2.
Kennis van dit besluit te geven aan de secretarie, aan het diensthoofd reken- en belastingdienst, de wd. financieel beheerder.
Bij de behandeling van dit punt geeft Schepen Vanlandschoot toelichting. De Burgemeester wijst erop dat in het budget een ontvangst van 7 miljoen euro is ingeschreven voor de verkoop van de gronden van de voormalige gemeenteschool. Als de stad er niet in slaagt deze gronden te verkopen zullen heel wat investeringsprojecten moeten geschrapt worden. Een aantal raadsleden heeft vragen bij het budget: -
Raadslid Rousseau: o
In de strategische doelstellingen ontbreken de cijfers voor de jaren 2018 en 2019 voor wat betreft de ‘groote oorlog’. Wordt er dan niets meer ondernomen? Idem voor het bezoekerscentrum vanaf 2016 Schepen Vanden Broucke antwoordt dat dit niet juist kan zijn aangezien het programma voor de groote oorlog al vastligt tot het einde van de legislatuur. Ook de tentoonstellingen in Westfront liggen al vast.
o
Klopt het dat er niets voorzien is voor de heraanleg van de Zeedijk tussen de Veurnestraat en het Hendrikaplein? De Burgemeester antwoordt dat dit klopt. Eerst wordt namelijk de Strandjutter verbouwd. We gaan niet met zwaar vervoer over een vernieuwde zeedijk rijden.
o
Jammer dat de verschuldigde 5 miljoen euro niet is opgevraagd bij het parkeerbedrijf. Dan gingen we geen 8 miljoen moeten lenen.
GR dd. 28 december 2015
blz. 35
De Burgemeester antwoordt dat de 5 miljoen zal gebruikt worden om wegenwerken uit te voeren in Nieuwpoort-Bad en dat het zeker niet zal gedumpt worden in de put van AGB 1. o
De Burgemeester wordt herinnerd aan zijn belofte van 1994 om de Dudenhofenlaan her aan te leggen. De Burgemeester antwoordt dat dit nu niet aan de orde is.
o
Hurlebise staat te koop maar in het budget staat nog dat de hierin het toerismekantoor zullen bouwen. Hoe kan dit? Schepen Gunst antwoordt dat het gebouw op heden nog niet verkocht is.
o
Wat wordt bedoeld met toeristische all-weatherinfrastructuur? De schepen licht dit concept toe.
o
Nieuwpoort is de enige stad die geen VVV heeft. Raadslid Ardies antwoordt dat het de bedoeling was om een raad voor toerisme op te richten. De Burgemeester voegt eraan toe dat er geen enkel initiatief genomen wordt.
o
Wat gebeurt er met de 300.000 EUR voorzien voor toeristische activiteiten? Schepen Gunst antwoordt dat er van die 300.000 EUR ongeveer 170.000 EUR overschiet voor evenementen/activiteiten van de dienst toerisme. Een flink stuk gaat immers al naar jaarlijks terugkerende zaken zoals de Sint-Bernardusfeesten en reuzenstoet.
-
Raadslid Priem o
Waaruit bestaan de investeringen in sport? E
Schepen Gunst antwoordt dat er een 6 tennisplein wordt gecreëerd en een uitbreiding van de petanque in 2016. Tevens is het voorzien dat de stad de studie in verband met de overdekte sportzaal van Bloso volledig prefinanciert. Daarnaast komt er een uitbreiding van het jeugdcentrum met nieuwe douches voor de sport. o
Wat is de oorzaak van de stijging van de personeelskosten bij de contractanten? De secretaris antwoordt dat dit te maken heeft met de afschaffing van het GESCOstatuut waardoor alle gesco’s thans contractuelen geworden zijn.
o
Hoe ver staat het met de volkstuintjes? Schepen Gunst antwoordt dat hij een locatie gevonden heeft maar dat hij de politieke wil zoekt om het dossier te laten landen. De Burgemeester voegt eraan toe dat het niet evident is om een bouwvergunning te krijgen voor volkstuintjes in landbouwzone.
-
Raadslid Rathé; o
Komen er beachbars in Nieuwpoort? De Burgemeester antwoordt dat er tegen 2018 zullen komen.
o
Wordt in 2016 eindelijk een plaats gegeven aan de Surcouf? Schepen Vanden Broucke antwoordt dat al 4 locaties werden onderzocht maar dat de stad nooit de toelating krijgt van de bevoegde overheid.
20. OCMW NIEUWPOORT: ADVIES JAARREKENING 2014. De Raad, Gelet op art. 42, 43 en 252 van het gemeentedecreet; Gelet op art. 148 en 150, 174 § 2 en 270 van het OCMW-decreet dd. 19 december 2008; Gelet op de wet dd. 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en haar latere wijzigingen;
GR dd. 28 december 2015
blz. 36
Gelet op het decreet dd. 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra van maatschappelijk welzijn; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering dd. 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering dd. 23 november 2012 en 22 november 2013; Gelet op het Ministerieel besluit dd. 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij Ministerieel besluit dd. 26 november 2012; Gelet op het raadsbesluit dd. 10 april 2014 houdende de goedkeuring van het budget 2014 en de strategische meerjarenplanning 2014-2019 van het OCMW Nieuwpoort; Gelet op het besluit van de OCMW-raad dd. 28 oktober 2015 houdende vaststelling jaarrekening 2014; Gelet op de ontvangen documenten van het OCMW Nieuwpoort dd. 17 november 2015 houdende de jaarrekening 2014 om ter advies voor te leggen aan de gemeenteraad; Overwegende dat de autofinancieringsmarge negatief is zoals blijkt uit de boekhoudkundige stukken, m.n. -130.155,00 EUR; Overwegende dat de financieel beheerder van het OCMW, Dhr. Philip Pieters, volgende uitleg heeft overgemaakt met betrekking tot de negatieve autofinancieringsmarge: “Door een manipulatiefout bij het boeken van de VIPA toelage werd deze budgettair niet verwerkt, waardoor de autofinancieringsmarge in het boekhoudsysteem negatief is, in realiteit bedraagt de autofinancieringsmarge 331.703,70 EUR; de correctie van de niet-budgettair doorgeboekte VIPA toelage 2014 kan in 2015 gebeuren”; Overwegende dat Dhr. Pieters op basis van bovenstaande uitleg aan het Agentschap Binnenlands Bestuur een akkoord heeft gevraagd met de voorgestelde werkwijze; Overwegende dat Dhr. Van der Borght van ABB zich akkoord heeft verklaard op voorwaarde dat de VIPA toelage werd opgenomen in het investeringsbudget en dat het budgettair resultaat 2014 correct is, zonder zich uit te spreken over de jaarrekening in zijn totaliteit; De financieel beheerder heeft bevestigd dat de VIPA toelage is meegenomen in het investeringsbudget zoals blijkt uit de ingediende stukken schema J5; Overwegende dat de jaarrekening 2014 een budgettair resultaat weergeeft van -994.668 EUR; Overwegende dat het resultaat op kasbasis positief is en 888.399,00 EUR bedraagt; Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage voor het jaar 2014 2.263.254,43 EUR bedraagt, bestaande uit 2.000.000 EUR als gewone dotatie vermeerderd met de kosten van de aflossingen van de leningen voor de bouw van het WZC De Zathe, die 263.254,43 EUR bedroegen in 2014; BESLUIT:
21 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 0 ONTHOUDINGEN( ):
Art.1.
Akte te nemen van het besluit van de OCMW-raad dd. 28 oktober 2015 houdende vaststelling jaarrekening 2014 rekening houdende met de gemaakte opmerking betreffende het effectieve bedrag van de autofinancieringsmarge.
Art.2.
Kennis van dit besluit te geven aan secretarie, OCMW Nieuwpoort, de heer Gouverneur van de Provincie West-Vlaanderen, diensthoofd reken- belastingdiensten en de wd. financieel beheerder.
21. OCMW NIEUWPOORT: BUDGETWIJZIGING 2015. NR.1: EXPLOITATIEBUDGET.
De Raad, Gelet op art. 42, 43 van het gemeentedecreet; Gelet op art. 150 en 270 § 1 van het OCMW decreet dd. 19 december 2008;
GR dd. 28 december 2015
blz. 37
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering dd. 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering dd. 23 november 2012 en 22 november 2013; Gelet op het Ministerieel besluit dd. 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij Ministerieel besluit dd. 26 november 2012; Gelet op het raadsbesluit dd. 10 april 2014 houdende aktename van het budget 2015 van het OCMW Nieuwpoort; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 22 december 2014 houdende het verlenen van een gunstig advies met betrekking tot het budget 2015 van het OCMW Nieuwpoort; Gelet op het raadsbesluit van het OCMW Nieuwpoort dd. 23 december 2014 houdende vaststelling van het budget 2015; Gelet op het raadsbesluit van het OCMW Nieuwpoort dd. 28 oktober 2015 houdende budgetherziening 2015 exploitatie budgetwijziging; Overwegende dat het resultaat op kasbasis 1.383.412 EUR bedraagt; Overwegende dat de autofinancieringsmarge na wijziging 467.743 EUR bedraagt; overwegende dat dit bedrag geen correct beeld weergeeft van de autofinancieringsmarge daar het bedrag van de netto-aflossingen van de schulden negatief is (-87.127 EUR); overwegende dat aan Dhr. Philip Pieters, financieel beheerder van het OCMW, werd gevraagd dit te verduidelijken; overwegende dat volgend antwoord werd overgemaakt: ‘het heeft zoals bij de rekening 2014 te maken met de VIPAtoelage van € 461858 die ergens niet doorgetrokken wordt om de AFM te berekenen. Het heeft ook hier met de software te maken, Cevi is gecontacteerd en het wordt rechtgezet bij de tweede budgetwijziging die nu in ontwerp is.’; BESLUIT:
18 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 3 ONTHOUDINGEN(Matthias Priem Johan Roelens ):
Sabine Slembrouck
Art.1.
Kennis te nemen van de budgetwijziging 2015 – nr.1 exploitatiebudget van het OCMW Nieuwpoort met een autofinancieringsmarge na wijziging van 467.743 EUR.
Art.2.
Kennis te nemen van het resultaat op kasbasis met name 1.383.412 EUR.
Art.3.
Kennis van dit besluit te geven aan de secretarie, aan het diensthoofd reken- en belastingdienst, de wd. financieel beheerder en aan het OCMW Nieuwpoort.
22. KERKFABRIEK ONZE-LIEVE-VROUW: BUDGETWIJZIGING 1 - 2015. De Raad, Gelet op art. 42, 43 van het gemeentedecreet; Gelet op het decreet dd. 6 juli 2012 houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van erkende erediensten; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering dd. 14 december 2012 houdende algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst; Gelet op het besluit van de kerkraad dd. 15 juli 2014 houdende vaststelling van het budget 2015; Gelet op het raadsbesluit dd. 23 oktober houdende aktename van het budget 2015 van kerkfabriek Onze Lieve Vrouw; Gelet op het besluit van de kerkraad dd. 14 juli 2015 houdende goedkeuring budgetwijziging 2015; Overwegende dat het Bisdom Brugge dd. 27 augustus 2015 een gunstig advies verleende betreffende de budgetwijziging;
GR dd. 28 december 2015
blz. 38
Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen dd. 13 oktober 2015 de nota ‘budgetwijziging nr.1 – 2015 van kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw verdaagde met de opmerking dat de extra ontvangsten ter waarde van € 9.500 tgv van creditnota’s van nutsvoorzieningen anders kan verdeeld worden in de budgetwijziging; Overwegende dat er een overleg plaatsvond op 9 november 2015 tussen het stadsbestuur, kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw en het CKB; dat in samenspraak volgende aanpassingen werden overeengekomen: -
1. exploitatieontvangst: MAR118: op basis van deze kredietnota werd oorspronkelijk een extra krediet van € 9.500,00 gebudgetteerd. dit wordt nu geschrapt.
2. Verschuiving binnen exploitatie-uitgaven. voor het werkjaar 2015 werd € 25.950 gebudgetteerd. Door het pijnlijk overlijden van mevr. Maria Vandaele, waarvoor er nog steeds geen vervang(st)er gevonden is, willen we enkele verschuivingen doen. MAR 2040 (nettolonen) wordt verminderd met € 8.000 De verdeling gebeurt als volgt: € 7.000 naar MAR 2120 – onderhoud woning bedienaar eredienst € 1.000 naar MAR 2113 – onderhoud andere gebouwen eredienst MAR 2043 (bedrijfsvoorheffing) wordt verminderd met € 4.000. De verdeling gebeurt als volgt: € 1.000 naar MAR 214 – vergoeding aan vrijwilligers € 1.000 naar MAR 2113 – onderhoud andere gebouwen eredienst € 1.000 naar MAR 2005 – drukwerk vieringen € 1.000 naar MAR 2207 - kantoorbenodigdheden Overwegende dat de gemeentelijke toelage ongewijzigd blijft; Overwegende dat deze nieuwe aanpassingen werden goedgekeurd in de kerkraad van OnzeLieve-Vrouw dd. 14 november 2015; Overwegende dat de aangepaste budgetwijziging nr. 1 -2015 van kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw werd ingediend bij de stad Nieuwpoort dd. 17 november 2015; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 8 december 2015 om het dossier ter besluitvorming over te leggen aan de gemeenteraad; BESLUIT:
18 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 3 ONTHOUDINGEN(Philip Rathé Rousseau ):
Arnel Lemaire Jo
Art.1.
De budgetwijziging dienstjaar 2015 van de kerkfabriek Onze Lieve Vrouw gunstig te adviseren.
Art.2.
Kennis van dit besluit te geven aan de secretarie, kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw, CBK, aan het diensthoofd reken- en belastingdienst, de wd. financieel beheerder, Bisdom Brugge en aan de Gouverneur van de provincie West-Vlaanderen.
23. KERKFABRIEK ONZE-LIEVE-VROUW: BUDGET 2016. De Raad, Gelet op art. 42, 43 en 252 van het gemeentedecreet;
GR dd. 28 december 2015
blz. 39
Gelet op het decreet dd. 6 juli 2012 houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van erkende erediensten; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering dd. 14 december 2012 houdende algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst; Gelet op het raadsbesluit dd. 26 december 2013, houdende goedkeuring van het meerjarenplan 2014-2019 van kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw; Gelet op het raadsbesluit dd. 23 oktober 2014, houdende goedkeuring van het gewijzigde meerjarenplan 2014-2019 van kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw; Gelet op het besluit van de kerkraad van kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw dd. 14 juli 2015 houdende vaststelling van het budget 2016; Gelet op het gunstig advies van het bisdom Brugge dd. 27 augustus 2015; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen in zitting dd. 13 oktober 2015 de nota ‘Budget 2016 van kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw’ verdaagde met de opmerking dat ook van de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw een inspanning wordt verwacht inzake een vermindering van de exploitatietoelage zoals dit bij de drie andere kerkfabrieken gebeurde; Overwegende dat er een overleg plaatsvond op 9 november 2015 tussen het stadsbestuur , kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw en het CKB; dat in samenspraak volgende aanpassingen werd overeengekomen: Aanpassingen budget 2016 MAR-nummer Oorspronkelijk voorzien krediet Ontvangsten MAR 133 0,00
Aanpassing
Nieuw krediet
+180,00
180,00
Uitgaven MAR 2002 MAR 2003 MAR 2050 MAR 2101 MAR 2105 MAR 232
1.400,00 6.300,00 3.000,00 54.000,00 1.000,00 16.000,00
-100,00 -300,00 -1.500,00 -10.000,00 -500,00 -4.000,00
1.300,00 6.000,00 1.500,00 44.000,00 500,00 12.000,00
Exploitatietoelage
111.384,60
-16.580,00
94.804,60
Overwegende dat deze nieuwe aanpassingen werden goedgekeurd in de kerkraad van OnzeLieve-Vrouw dd. 14 november 2015; Overwegende dat het aangepaste budget 2016 van kerkfabriek Onze-Lieve Vrouw werd ingediend bij de stad dd. 17 november 2017, Gelet op de aangepaste gemeentelijke exploitatietoelage van € 94.804,60 Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 8 december 2015 houdende voorstel budget 2016 van kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw voor te leggen aan de gemeenteraad; Overwegende dat de gemeentelijke toelage binnen het voorziene budget van het meerjarenplan 2014-2019 van kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw ligt; Budget 2015 Exploitatietoelage € 103.932,07 Investeringstoelage € 17.000,00
Budgetwijziging 2015 /
/
Budget 2016 Exploitatietoelage € 94.804,60 Investeringstoelage /
Overwegende dat onderstaande gegevens ontvangen werd van kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw: 2015
2016 GR dd. 28 december 2015
blz. 40
Exploit.-ontvangsten 10. eredienst 11. gebouwen ered. 12. bestuur eredienst 13. privaat patrimonium 14. stichtingen 15. financiering Exploit.-uitgaven 20. eredienst 21. gebouwen ered. 22. bestuur eredienst 23. privaat patrimonium 24. stichtingen 25. financiering Investeringsontvangsten
€ 35.600,00 € 5.100,00 € 300,00 € 450,00 € 28.100,00 € 1.650,00
€ 35.250,00 € 4.350,00 € 400,00 € 420,00 € 28.660,00 € 1.780,00
€ 170.050,00 € 47.940,00 € 88.450,00 € 15.210,00 € 18.300,00 € 150,00
€ 166.430,00 € 44.390,00 € 89.500,00 € 16.940,00 € 15.450,00 € 150,00
€ 17.000,00
/
Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn onder beleidsitem 079001 – kerkfabriek OnzeLieve-Vrouw; BESLUIT:
18 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 3 ONTHOUDINGEN(Philip Rathé Rousseau ):
Arnel Lemaire Jo
Art.1.
Akte te nemen van het budget 2016 van kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw.
Art.2.
De gemeentelijke dotatie voor stad Nieuwpoort in het exploitatiebudget van kerkfabriek O.L.Vrouw bedraagt € 94.804,60.
Art.3.
Kennis van dit besluit te geven aan de secretarie, aan kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw, het CKB, diensthoofd reken- en belastingdienst, de wd. financieel beheerder, het Bisdom Brugge en de Gouverneur van de provincie West-Vlaanderen.
Raadslid Rousseau wijst erop dat in 2 jaar tijd al 250.000 EUR is bespaard. Mocht hij 10 jaar eerder raadslid geweest zijn zou dit dus al x 10 zijn. De Burgemeester antwoordt dat deze redenering niet klopt, er is immers altijd een nulpunt. Het raadslid verwijst naar de praktijk van de kerkfabriek om garages te verhuren waarvan het onderhoud gebeurt met geld van de stad. De Burgemeester antwoordt dat de garages tot het patrimonium van de kerkfabriek behoren en dat zij de plicht hebben hun patrimonium te onderhouden. 24. INFRASTRUCTUURWERKEN ANDRE DE ZAEYERSTRAAT - ONTWERP. De Raad, Gelet op art. 42 en 43 van het gemeentedecreet; Gelet op de wet dd. 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 juli 2011 betreffende de plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren; Gelet op het koninklijk besluit dd. 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken; Gelet op de wet dd. 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het schrijven van de woonmaatschappij IJzer & Zee Canadalaan 39 8620 Nieuwpoort dd. 30 januari 2014;
GR dd. 28 december 2015
blz. 41
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 10 maart 2014 houdende de aanvaarding van het voorstel om de woonmaatschappij IJzer & Zee te laten optreden als opdrachtgevend bestuur voor de infrastructuurwerken in de Andre De Zaeyerstraat die worden betoelaagd door de VMSW; Gelet op het schrijven van studiebureau Lobelle bvba Gistelsesteenweg 112 8490 Jabbeke dd. 13 oktober 2015 ref. WW.1854; Gelet op het ontwerp infrastructuurwerken Andre De Zaeyerstraat – verkaveling woonmaatschappij IJzer & Zee dd. 14 augustus 2015 van het studiebureau Lobelle bvba; Gelet op de kostenraming bij het ontwerp ten bedrage van € 123.037,51 (BTW incl.) ten laste van de woonmaatschappij IJzer & Zee; Overwegende dat de woonmaatschappij IJzer & Zee als opdrachtgevend bestuur optreedt; dat de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen de infrastructuurwerken zal subsidiëren onder de voorwaarde dat deze worden overgedragen naar het openbaar domein van de stad; Overwegende dat de woonmaatschappij IJzer & Zee als aanbestedende overheid zal optreden; Overwegende dat het ontwerp voorziet in infrastructuurwerken ter ontsluiting van de verkaveling van de woonmaatschappij IJzer & Zee in de Andre De Zaeyerstraat: •
de aanleg van een gescheiden rioolstelsel;
•
de her aanleg van de rijweg in betonstraatstenen;
•
de aanleg van opritten/trottoirs in betonstraatstenen;
Overwegende dat volgens artikel 80 van de Huisvestingscode alle infrastructuurwerken uiterlijk binnen de 6 maanden na de voorlopige oplevering van de werken dienen te worden overgenomen in het openbaar domein van de stad, dat de woonmaatschappij dezelfde rechte ten opzichte van de aannemer behoudt als de VMSW; Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn onder beleidsitem 020000 Wegen; BESLUIT:
21 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 0 ONTHOUDINGEN( ):
Art.1.
Het tracé, profiel, de breedte en verharding van de nieuwe wegen, aanhorigheden en openbare nutsvoorzieningen, zoals voorzien in het ontwerp infrastructuurwerken Andre De Zaeyerstraat – verkaveling woonmaatschappij IJzer & Zee dd. 14 augustus 2015 van het studiebureau Lobelle bvba, goed te keuren.
Art.2.
Het ontwerpdossier infrastructuurwerken Andre De Zaeyerstraat – verkaveling woonmaatschappij IJzer & Zee dd. 14 augustus 2015, zoals opgemaakt door het studiebureau Lobelle bvba, goed te keuren.
Art.3.
De kosten van de werken te ramen op € 123.037,51 (BTW incl.) ten laste van de woonmaatschappij IJzer & Zee.
Art.4.
De werken worden gegund door de woonmaatschappij IJzer & Zee bij open aanbesteding.
Art.5.
De infrastructuurwerken en de gronden volgens art. 80 van de huisvestingscode over te nemen in het openbaar domein van de stad.
Art.6.
Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd technische dienst, diensthoofd reken- en belastingdienst en de wd. financieel beheerder.
25. AANLEG VERKAVELING KATTESAS + PARKING KINDERBOERDERIJ + RENOVEREN SPORTPAD - ONTWERP. De Raad, Gelet op art. 42, 43 § 2-11° en 252 § 1 van het gemeentedecreet; Gelet op de wet dd. 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten;
GR dd. 28 december 2015
blz. 42
Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren; Gelet op het koninklijk besluit dd. 14 januari 2013 algemene uitvoeringsregels; Gelet op de wet dd. 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 13 augustus 2014 houdende goedkeuring van het voorontwerp aanleg verkaveling Kattesas + parking kinderboerderij + renoveren sportpad dd. 30 juni 2014 van het studiebureau Haegebaert n.v.; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 4 augustus 2015 houdende aanvaarding van het ontwerp aanleg verkaveling Kattesas + parking kinderboerderij + renoveren sportpad dd. 16 juni 2015 mits het ontwerp wordt aangepast aan de opmerkingen van het college van burgemeester en schepenen; Gelet op het ontwerp aanleg verkaveling Kattesas + parking kinderboerderij + renoveren sportpad dd. 16 november 2015 van het studiebureau Haegebaert n.v.; Gelet op de raming bij het ontwerp ten bedrage van € 834.842,72 (BTW incl.); Deel 1 Aanleg riolering/wegen tlv IWVA Deel 2 Aanleg wegen tlv stad Deel 3 Renovatie Sportpad Totaal BTW 21% Algemeen totaal
I.W.V.A. 300.732,01
Stad Nieuwpoort /
Totaal 300.759,01
/
384.109,91
384.109,91
/
57.303,90
57.303,90
300.732,01 / 300.732,01
441.413,81 92.696,90 534.110,71
742.145,82 92.696,90 834.842,72
Overwegende dat het ontwerp de volgende werken omvat: 1. de wegen en rioleringswerken van de verkaveling tussen de Julles Filliaertweg - Kattesas – Elf Juliwijk – Jozef Cardijnlaan – Albert I laan; de werken omvatten de aanleg van een rijweg in bitumineuze verharding met weggoten om de verschillende loten van de verkaveling te bedienen; er wordt een gescheiden rioolstelsel aangelegd waarop de woningen kunnen aansluiten; de lozing van het hemelwater van het openbaar domein gebeurt in de waterloop zonder naam; na de realisatie wordt de straat opgenomen in de openbaar domein van de stad; 2. de heraanleg van een parking met 37 parkeerplaatsen ter hoogte van de ingang kinderboerderij in de Jozef Cardijnlaan; de rijweg wordt uitgevoerd in bitumineuze verharding, de parkeerplaatsen worden aangelegd in betonstraatstenen; op de parking worden ook 6 ondergrondse afvalcontainers voorzien; 3. de 66 hoogstammen langs het sportpad tussen de Dudenhofenlaan en de Jozef Cardijnlaan worden gerooid en de bitumineuze verharding van het sportpad, lengte 370 m, wordt afgefreesd en vernieuwd. Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn onder beleidsitem 020000 - wegen; BESLUIT:
21 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 0 ONTHOUDINGEN( ):
Art.1.
Het ontwerp aanleg verkaveling Kattesas + parking kinderboerderij + renoveren sportpad dd. 16 november 2015 goed te keuren.
Art.2.
De kosten te ramen op € 834.842,72 (BTW incl.), waarvan € 441.413,81 + € 92.696,90 (BTW 21%) ten laste van de stad en € 300.732,01 (BTW medecontractant) ten laste van de IWVA.
Art.3.
De werken worden gegund bij open aanbesteding.
Art.4.
Volgende voorwaarden zijn van toepassing op deze opdracht:
GR dd. 28 december 2015
blz. 43 •
het koninklijk besluit dd. 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, incl. errata en aanvullingen;
•
het standaardbestek 250 voor de wegenbouw, versie 3.1;
•
het bijzonder bestek W2193 en de samenvattende meetstaat;
•
het bij dit bestek horende model van inschrijving en de bijgevoegde samenvattende opmetingsstaat;
•
de 5 plannen horende bij het bijzonder bestek W2193;
•
het veiligheids- en gezondheidsplan;
•
het A.R.A.B.;
•
de CODEX;
•
het A.R.E.I.;
•
de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 19 september 1996) en het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (B.S. 07 februari 2001);
•
het technisch verslag grondverzet met bijhorende conform verklaring;
Art.5.
Kennis van dit besluit te geven aan de technische dienst cel wegen, aan het diensthoofd technische dienst, aan het diensthoofd reken- en belastingdienst en de wd. financieel beheerder.
Bij de behandeling van dit punt stelt raadslis Slembrouck dat het spijtig is dat het groen moet sneuvelen. Schepen Vandecasteele antwoordt dat er in compensatie nieuwe bomen werden geplant op de hoek van de Genklaan met de Zandstraat. 26. BEHEERSOVEREENKOMST VOOR UITVOERING VAN HET GROENBEHEER PRINS MAURITSPARK - GOEDKEURING De Raad, Gelet op art. 42, 43 § 2-11° en 252 §1 van het gemeentedecreet; Gelet op de wet dd. 15 juni 2006, overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren; Gelet op het koninklijk besluit dd. 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken; Gelet op de beheersovereenkomst voor uitvoering van het groenbeheer van het Prins Mauritspark tussen het Vlaamse Gewest, Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust, Afdeling Kust en de stad Nieuwpoort; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 1 december 2015 houdende de aanvaarding van de beheersovereenkomst voor uitvoering van het groenbeheer van het Prins Mauritspark tussen het Vlaamse Gewest, Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust, Afdeling Kust en de stad Nieuwpoort; Overwegende dat het Vlaamse Gewest en meer bepaald het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust, afdeling Kust, bevoegd is voor de zeewering bestaande uit dijken, stranden, duinen en jachthavens; Overwegende dat het Vlaamse Gewest de exclusieve bevoegdheden inzake zeeweringen wenst te behouden; GR dd. 28 december 2015
blz. 44
Overwegende dat het Vlaamse Gewest het onderhouden van niet zee-werende groenzones niet als kerntaak ziet; Overwegende dat het de wens is van de stad om de niet zee-werende groenzones, eigendom van afdeling Kust, te beheren en aldus urbanistische eenheden te verwezenlijken; Overwegende dat de stad zich er toe verbindt om de werken uit te voeren voor het onderhoud, de uitbreiding en de verbetering van bestaande of aan te leggen beplantingen en opschikkingen in het Prins Mauritspark gelegen op de grond, kadastraal gekend te Nieuwpoort 2de afdeling, sectie D, nrs. 539M2 en 539N2 en delen van 539D4, 539E2, 502T en deel zonder nummer – met een totale oppervlakte van 9 ha 73a en 37 ca; Overwegende dat beide partijen de overeenkomst kunnen beëindigen door middel van een aangetekend schrijven mits een opzegperiode van 3 maanden; BESLUIT:
21 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 0 ONTHOUDINGEN( ):
Art.1.
De beheersovereenkomst voor uitvoering van het groenbeheer Prins Mauritspark tussen het Vlaamse Gewest, Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust, Afdeling Kust en de stad Nieuwpoort te aanvaarden en goed te keuren.
Art.2.
Kennis van dit besluit te geven aan het Vlaamse Gewest, Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust, het afdelingshoofd, diensthoofd technische dienst, aan het diensthoofd reken- en belastingdienst en de wd. financieel beheerder.
27. OPMAKEN GEMEENTELIJK RUP FLOREAL: AANSTELLEN URBANIST. De Raad, Gelet op art. 42 van het gemeentedecreet; Gelet op de wet dd. 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op de wet dd. 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 juli 2011 plaatsing overdrachten klassieke sectoren; Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 januari 2013 algemene uitvoeringsregels; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; Gelet op het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Nieuwpoort goedgekeurd door de deputatie West-Vlaanderen dd. 9 december 2010 waarbij volgende gewenste nederzettingsstructuur voor Nieuwpoort-Bad wordt voorziet: “Algemene visie (Richtinggevend Gedeelte pag. 51): Nieuwpoort-stad en Nieuwpoort-bad zijn de structurele elementen van de bebouwde ruimte en het wonen in ruime zin (wonen is hier gemend aanwezig, inclusief voorzieningen die het wonen ondersteunen of ermee verbonden zijn: handel, diensten, kleine lokale bedrijvigheid, recreatie, e.d.). Dit betekent dat de verdere ontwikkeling van het wonen in ruime zin zich in of aan deze kernen zal moeten voltrekken. Enkel op die manier kunnen de open ruimterelicten maximaal gevrijwaard blijven van verder aantasting door woonbebouwing en kan het onderscheid bebouwde ruimte versus open ruimte ruimtelijk bewaard blijven. Beleidsdoelstellingen (Richtinggevend Gedeelte pag. 53): Een preferentiële zone voor hoogbouw en tweede verblijven: Er wordt gepleit om de aaneengesloten hoogbouw te voorzien in de huidige zone in Nieuwpoort-bad, met name tussen de Zeedijk en de Elisalaan en Albert I Laan - en langs beide kanten van de Albert I Laan tussen Bad en Stad, hier weliswaar in hoofdzaak beperkt tot 3 bouwlagen en 1 bouwlaag in het dak (voor nieuwe bebouwing). Het zal hier voornamelijk gaan om tweede verblijven. Hier kan verder met grote dichtheden worden gewerkt. Ter hoogte van structuurbepalende grootschalige assen, waaronder de Albert I Laan, is de bouw van kwaliteitsvolle villa - appartementen te verantwoorden. Deze as vormt immers een strategische locatie voor meergezinswoningen i.f.v. residentiële en tweede verblijven, gelet op de ligging nabij de Promenade, Ijzermonding en jachthavengebeuren.”
Gelet op het raadsbesluit dd. 27 augustus 2015 houdende vaststelling van de aannemingsvoorwaarden en gunningwijze van de studieopdracht tot de opmaak Gemeentelijk RUP site Floreal;
GR dd. 28 december 2015
blz. 45
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 10 november 2015 houdende gunning van de studieopdracht tot de opmaak van het Gemeentelijk RUP Floreal aan de W.V.I. Baron Ruzettelaan 35, 8310 Brugge voor een bedrag van € 12.100,00 (BTW incl.), zijnde de laagste regelmatige inschrijver; Overwegende dat de W.V.I. opgenomen is in het openbaar register van de provincie WestVlaanderen van personen die kunnen belast worden met het opmaken van ontwerpplannen; Overwegende dat de gemeenteraad voor de studieopdracht tot de opmaak van het Gemeentelijk RUP Floreal een urbanist dient aan te duiden; Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn onder beleidsitem 060000 Ruimtelijke planning; Overwegende dat deze uitgave kadert onder actie 2.1.1.1. ‘er worden RUPS en verordeningen opgemaakt om het ruimtelijk beleid verder te verfijnen’; BESLUIT:
21 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 0 ONTHOUDINGEN( ):
Art.1.
De W.V.I. Baron Ruzettelaan 35, 8310 Brugge aan te duiden als urbanist voor de studieopdracht tot de opmaak van het Gemeentelijk RUP Floreal, zoals gegund door het college van burgemeester en schepenen dd. 10 november 2015.
Art.2.
Kennis van dit besluit te geven aan de cel stedenbouw, de urbanist, de deputatie WestVlaanderen, RWO, de wd. financieel beheerder en het diensthoofd reken- en belastingdienst.
28. OPMAKEN GEMEENTELIJK RUP VIERBARKE: AANSTELLEN URBANIST. De Raad, Gelet op art. 42 van het gemeentedecreet; Gelet op de wet dd. 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op de wet dd. 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 juli 2011 plaatsing overdrachten klassieke sectoren; Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 januari 2013 algemene uitvoeringsregels; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; Gelet op het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Nieuwpoort goedgekeurd door de deputatie West-Vlaanderen dd. 9 december 2010 waarbij volgende gewenste nederzettingsstructuur voor Nieuwpoort-Bad wordt voorziet: “Algemene visie (Richtinggevend Gedeelte pag. 51): Nieuwpoort-stad en Nieuwpoort-bad zijn de structurele elementen van de bebouwde ruimte en het wonen in ruime zin (wonen is hier gemend aanwezig, inclusief voorzieningen die het wonen ondersteunen of ermee verbonden zijn: handel, diensten, kleine lokale bedrijvigheid, recreatie, e.d.). Dit betekent dat de verdere ontwikkeling van het wonen in ruime zin zich in of aan deze kernen zal moeten voltrekken. Enkel op die manier kunnen de open ruimterelicten maximaal gevrijwaard blijven van verder aantasting door woonbebouwing en kan het onderscheid bebouwde ruimte versus open ruimte ruimtelijk bewaard blijven. Beleidsdoelstellingen (Richtinggevend Gedeelte pag. 53): Een preferentiële zone voor hoogbouw en tweede verblijven: Er wordt gepleit om de aaneengesloten hoogbouw te voorzien in de huidige zone in Nieuwpoort-bad, met name tussen de Zeedijk en de Elisalaan en Albert I Laan - en langs beide kanten van de Albert I Laan tussen Bad en Stad, hier weliswaar in hoofdzaak beperkt tot 3 bouwlagen en 1 bouwlaag in het dak (voor nieuwe bebouwing). Het zal hier voornamelijk gaan om tweede verblijven. Hier kan verder met grote dichtheden worden gewerkt. Ter hoogte van structuurbepalende grootschalige assen, waaronder de Albert I Laan, is de bouw van kwaliteitsvolle villa - appartementen te verantwoorden. Deze as vormt immers een strategische locatie voor meergezinswoningen i.f.v. residentiële en tweede verblijven, gelet op de ligging nabij de Promenade, Ijzermonding en jachthavengebeuren.”
Gelet op het raadsbesluit dd. 27 augustus 2015 houdende vaststelling van de aannemingsvoorwaarden en gunningwijze van de studieopdracht tot de opmaak Gemeentelijk RUP Vierbarke; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 10 november 2015 houdende gunning van de studieopdracht tot de opmaak van het Gemeentelijk RUP Vierbarke aan de
GR dd. 28 december 2015
blz. 46 W.V.I. Baron Ruzettelaan 35, 8310 Brugge voor een bedrag van € 12.100,00 (BTW incl.), zijnde de laagste regelmatige inschrijver; Overwegende dat de W.V.I. opgenomen is in het openbaar register van de provincie WestVlaanderen van personen die kunnen belast worden met het opmaken van ontwerpplannen; Overwegende dat de gemeenteraad voor de studieopdracht tot de opmaak van het Gemeentelijk RUP Vierbarke een urbanist dient aan te duiden; Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn onder beleidsitem 060000 Ruimtelijke planning; Overwegende dat deze uitgave kadert onder actie 2.1.1.1. ‘er worden RUPS en verordeningen opgemaakt om het ruimtelijk beleid verder te verfijnen’; BESLUIT:
21 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 0 ONTHOUDINGEN( ):
Art.1.
De W.V.I. Baron Ruzettelaan 35, 8310 Brugge aan te duiden als urbanist voor de studieopdracht tot de opmaak van het Gemeentelijk RUP Vierbarke, zoals gegund door het college van burgemeester en schepenen dd. 10 november 2015.
Art.2.
Kennis van dit besluit te geven aan de cel stedenbouw, de urbanist, de deputatie WestVlaanderen, RWO, de wd. financieel beheerder en het diensthoofd reken- en belastingdienst.
29. SCHOLENGEMEENSCHAP STRAND & POLDER: CONVENANT PERSONEELSBELEID. De Raad, Gelet op art. 43 van het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding; Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997; Gelet op het decreet van 6 juli 2001 betreffende intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de ministeriële omzendbrief basisonderwijs van 30 juni 2005 betreffende de scholengemeenschappen; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 27 mei 2014 betreffende de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst van de scholengemeenschap Strand & Polder voor de periode 20142020; Gelet op het advies van de directieraad van de scholengemeenschap Strand & Polder dd. 11 en 31 maart 2015; Gelet op het protocol dd. 26 juni 2016 van het onderhandelingscomité van de scholengemeenschap; Gelet op het advies van het college van burgemeester en schepenen dd. 08 december 2015 houdende het convenant personeelsbeleid; Overwegende dat er een noodzaak is tot een gezamenlijk personeelsbeleid van de aangesloten scholen van de scholengemeenschap Strand & Polder; Overwegende dat er een noodzaak is tot een duidelijke omschrijving van rol en taken van het schoolbestuur, de directeur en de scholengemeenschap bij de aanwerving van nieuw personeel; Overwegende dat het convenant belangrijk is voor de kwaliteitsgaranties voor nieuwe personeelsleden; goedkeuring voor het convenant gevraagd wordt; BESLUIT:
21 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 0 ONTHOUDINGEN( ):
GR dd. 28 december 2015
blz. 47
Art.1.
Het convenant personeelsbeleid van de scholengemeenschap Strand & Polder wordt goedgekeurd.
Art.2.
Kennis van dit besluit te geven aan de directieraad van de personeelsdienst, Scholengemeenschap Strand & Polder, de reken- en belastingdienst, de wd. financieel beheerder en de directeur van de gemeentelijke basisschool.
30. SCHOLENGEMEENSCHAP STRAND EN POLDER: BEGROTING 2016. De Raad, Gelet op art 43 van het gemeentedecreet;
Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997; Gelet op het decreet van 6 juli 2001 betreffende intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de ministeriële omzendbrief basisonderwijs van 30 juni 2005 betreffende de scholengemeenschappen; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 27 mei 2014 betreffende de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst van de scholengemeenschap Strand & Polder voor de periode 20142020; Gelet op het besluit van de college van burgemeester en schepenen van 9 september 2015 betreffende de kosten voor de aanstelling van de heer Bart Maeckelbergh voor een 10/24 opdracht PWB-uren in de gemeentelijke basisschool De Zandloper ten laste van de begroting 2016 van de Scholengemeenschap Strand en Polder; Overwegende dat de begroting 2016 van de scholengemeenschap Strand en Polder een totaal bedrag van 157.771 euro voorziet; binnen deze begroting een bijdrage van 12.346 euro wordt voorzien voor de stad Nieuwpoort; Overwegende dat deze bijdrage niet gesubsidieerd wordt door het departement Onderwijs; Overwegende dat het bedrag van de financiering van elk participerend schoolbestuur berekend wordt op basis van het aantal leerlingen; Overwegende dat de begroting 2016 dd. 16 oktober 2015 werd goedgekeurd door het beheerscomité van de Scholengemeenschap Strand & Polder; Overwegende dat het ontwerp van de begroting een gedeelde prefinanciering door de gemeentebesturen van Gistel, Middelkerke en Koksijde omvat; Overwegende dat er geen nieuwe initiatieven worden toegevoegd aan de begroting van de scholengemeenschap; Overwegende de financiële weerslag van de rechtzetting van de ingeschreven WISA-onkost; Overwegende de financiële weerslag van het leerlingenaantal van de gemeenteschool van Adinkerke op de loonkost van de pedagogisch medewerker; Overwegende dat voorgesteld wordt de begroting 2016 van de scholengemeenschap Strand en Polder goed te keuren; BESLUIT:
21 JA, 0 NEEN ( ), BIJ 0 ONTHOUDINGEN( ):
Art.1.
De begroting 2016 van de Scholengemeenschap Strand en Polder ten bedrage van € 157.771, met een bijdrage van € 12.346 in hoofde van de stad Nieuwpoort wordt goedgekeurd.
Art.2.
Kennis van dit besluit te geven aan de personeelsdienst, het secretariaat van de scholengemeenschap Strand & Polder, de reken- en belastingsdienst, de wd. financieel beheerder en de directeur van de gemeentelijke basisschool.
GR dd. 28 december 2015
blz. 48
31. VRAGEN RAADSLEDEN 1. Raadslid Lemaire vraagt naar een stand van zaken m.b.t. de werken in de Elisalaan. Het raadslid merkt op dat deze wel lang duren in vergelijking tot andere wegenwerken. De Burgemeester antwoordt dat dit aan de aannemer ligt. 2. Raadslid Priem vraagt naar de plannen met het pand dat naast de bibliotheek ligt. De Burgemeester antwoordt dat IJzer en Zee dit gekocht heeft met de bedoeling er sociale woningen te bouwen. De stad zal de benedenverdieping aanwenden voor een uitbreiding van de bibliotheek. 3. Schepen Gunst deelt mee dat hij een lijst zal bezorgen aan de raadsleden en aan de pers met de voorstellen die hij deed en die door het college werden afgewezen.
BESLOTEN ZITTING 32. GESCHIL FINANCIEEL BEHEERDER: DADING. De Raad, Gelet op art. 43 van het gemeentedecreet; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering dd. 7 december 2008 houdende de vaststelling van de rechtspositieregeling; gewijzigd bij raadsbesluit dd. 3 december 2009; Gelet op het raadsbesluit dd. 5 februari 1980 houdende de aanstelling van mevr. Martine Fremaut als stadsontvanger in vast verband met voltijdse dagtaak per 1 september 1980; Gelet op het raadsbesluit dd. 19 maart 2009 houdende de goedkeuring rechtspositieregeling; gewijzigd bij raadsbesluiten dd. 3 december 2009, 28 oktober 2010, 25 augustus 2011 en 10 april 2014; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 28 mei 2004 houdende preventieve schorsing van mevr. Fremaut gedurende een periode van vier maanden; Gelet op het raadsbesluit dd. 10 juni 2004 houdende bekrachtiging van de preventieve schorsing van mevr. Fremaut gedurende een periode van vier maanden; Overwegende dat door mevr. Fremaut beroep werd ingesteld tegen voormelde preventieve schorsing Gelet op het Ministerieel Besluit van 20 augustus 2004 houdende de ongegrondverklaring van het beroep en de goedkeuring van het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 28 mei 2004; Overwegende dat de preventieve schorsing vervolgens telkens werd verlengd met periodes van 4 maand tot en met november 2008; Gelet op het raadsbesluit dd. 26 november 2015 houdende ambtshalve pensionering van mevr. Martine Fremaut per 1 mei 2014; Overwegende dat er een geschil is ontstaan tussen de stad Nieuwpoort en zijn financieel beheerder mevr. Martine Fremaut; dat door de stad Nieuwpoort in 2004 een klacht met burgerlijke partijstelling werd ingediend tegen mevr. Fremaut; dat de correctionele rechtbank van Veurne dd. 30 september 2008 betrokkene vrijsprak; dat gedurende de periode juni 2004 tot en met november 2008 de wedde van mevr. Fremaut werd gehalveerd gelet op de preventieve schorsing wegens ordemaatregel; Overwegende dat de door de stad Nieuwpoort ingestelde beroepen (arrest Hof van Beroep Gent dd. 7 september 2013 en Arrest Hof van Cassatie dd. 23 september 2014) werden verworpen; Overwegende dat een vrijspraak op strafrechtelijk vlak geen beoordeling op tuchtrechtelijk of burgerlijk vlak impliceert;
GR dd. 28 december 2015
blz. 49
Overwegende dat beide partijen in dit stadium nog bepaalde vorderingen jegens elkander zouden kunnen instellen; dat het echter de wens is van beide partijen om het geschil in der minne te regelen d.m.v. een dading; BESLUIT:
Art.1.
18 JA, 3 NEEN (Matthias Priem ONTHOUDINGEN( ):
Sabine Slembrouck
Johan Roelens ), BIJ 0
De dading tussen mevr. Fremaut, stadsontvanger, en de stad Nieuwpoort wordt goedgekeurd als volgt:
Overeenkomst van dading tussen partijen art.2044 e.v. B.W. Tussen: Mevrouw Martine FREMAUT, P. Pourbusstraat 4, 8670 Koksijde En De Stad Nieuwpoort, vertegenwoordigd door dhr. Jos Decorte, Voorzitter van de Gemeenteraad en dhr. Benoit Willaert, Secretaris, handelend in uitvoering van een beslissing van de gemeenteraad dd. 28 december 2015 . Werd overeengekomen hetgeen volgt: Voorafgaand: Mevrouw Fremaut is de vastbenoemde stadsontvanger (thans: financieel beheerder genoemd) te Nieuwpoort sinds 05.02.1980. Tussen de partijen bestond er een onenigheid omtrent de wijze waarop mevrouw Fremaut haar functie uitoefende. Door de stad Nieuwpoort werd in 2004 een klacht met burgerlijke partijstelling ingediend tegen mevr.Fremaut. De correctionele rechtbank van Veurne dd. 30 september 2008 sprak mevr. Fremaut vrij. Gedurende de periode juni 2004-november 2008 werd de wedde van mevr. Fremaut gehalveerd gelet op de preventieve schorsing wegens ordemaatregel. De door de stad Nieuwpoort ingestelde beroepen (arrest Hof van Beroep dd. 7 september 2013 en arrest Hof van Cassatie dd. 23 september 2013) werden verworpen. Beide partijen zouden in dit stadium nog bepaalde vorderingen jegens elkander kunnen instellen. Het is echter de wens van beide partijen om het geschil in der minne te regelen d.m.v. een dading. Dading: Het is thans de uitdrukkelijke wens van de beide partijen om aan elk geschil een einde te maken. Teneinde een definitief einde te stellen aan elke procedure tussen de partijen, werd dan ook bij wijze van onherroepelijk en definitieve dading tussen de betrokken partijen overeengekomen hetgeen volgt: 1. De Stad Nieuwpoort betaalt aan mevrouw Fremaut haar achterstallige wedde met aanhorigheden en de erop verschuldigde rente uit, verschuldigd voor de periode 01.06.2004 tot en met 30.11.2008.
GR dd. 28 december 2015
blz. 50
2. Mevrouw Fremaut gaat akkoord met haar op pensioenstelling met ingang van 01.05.2014, en gaat er dus ook mee akkoord om de wedde die ze sindsdien heeft ontvangen, berekend tot en met december 2015, aan de Stad Nieuwpoort terug te betalen. 3. Mevrouw Fremaut doet afstand van elke verdere procedure in schadevergoeding, of welke procedure dan ook tegenover de Stad Nieuwpoort, en de Stad Nieuwpoort doet afstand van elke procedure in schadevergoeding, of welke procedure dan ook spruitend uit dit geschil, tegenover Mevrouw Fremaut. 4. De beide partijen gaan akkoord om de aan elkaar verschuldigde bedragen te compenseren. Aldus ziet de afrekening tussen de partijen als volgt uit: Hoofdsom verschuldigd aan mevrouw Fremaut Rente verschuldigd aan mevrouw Fremaut Subtotaal
€ 164.111,06 € 64.784,92 € 228.895,98
Terugbetaling wedde verschuldigd door mevrouw Fremaut Totaal verschuldigd door de Stad Nieuwpoort
€ - 72.930,29 € 155.965,69
Het is wel begrepen dat het bedrag van de hoofdsom, bruto is vóór elke afhouding van RSZ bijdragen, Bedrijfsvoorheffingen en pensioeninhoudingen op de wedde. De rente en de verschuldigde terugbetaling zijn nettobedragen. De bedragen bestemd voor RSZ, BV en pensioeninhoudingen zullen door de weddedienst van de Stad Nieuwpoort worden berekend en het verschuldigd nettobedrag zal door de Stad Nieuwpoort worden uitbetaald tegen uiterlijk 15 januari 2016 op de rekening van mevr. Fremaut. Indien de Stad Nieuwpoort in gebreke blijft om het verschuldigd bedrag tegen deze datum te hebben overgemaakt, zal mevrouw Fremaut recht hebben op een bijkomende schadevergoeding van € 250,00 per kalenderdag vertraging. 5. De beide partijen komen uitdrukkelijk overeen dat deze uitbetaling geldt voor slot en saldo van alle rekeningen, en als definitief einde van elke procedure en elke betwisting tussen de partijen, nu en in de toekomst. Ze verklaren dan ook uitdrukkelijk dat ze over en weer van elkaar niets meer te vorderen hebben. 6. Deze overeenkomst geldt als dading tussen de partijen en zal gelden, bij de uitvoering daarvan, als definitieve kwijting over en weer van alle verbintenissen.
Art.2.
Kennis van dit besluit te geven aan de personeelsdienst, aan betrokkene, aan het diensthoofd reken- en belastingdienst en de wd. financieel beheerder.
Bij de behandeling van dit punt vraagt Raadslid Priem hoe het komt dat dergelijk dossier zo lang kan aanslepen terwijl er nu enkel maar verliezers zijn. De Burgemeester antwoordt dat de stad ervan overtuigd was door de administratie in Brussel dat de stad gelijk ging krijgen.
GR dd. 28 december 2015
blz. 51
33. AANSTELLING WAARNEMEND STEDENBOUWKUNDIG AMBTENAAR. De Raad, Gelet op art 43 van het gemeentedecreet; Gelet op de Vlaamse codex ruimtelijke ordening; Gelet op het besluit dd. 19 mei 2000 van de Vlaamse regering tot vaststelling van de voorwaarden waaraan personen moeten voldoen om als ambtenaar van ruimtelijke ordening te kunnen worden aangesteld; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering dd. 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gewijzigd dd. 16 januari 2009 en 23 november 2012; Gelet op het raadsbesluit dd. 19 maart 2009 houdende de goedkeuring van de rechtspositieregeling; gewijzigd bij raadsbesluiten dd. 3 december 2009, 28 oktober 2010, 25 augustus 2011 en 10 april 2014; Gelet op het pensionering dd. 30 juni 2014 van stedenbouwkundig ambtenaar Marc Vandevelde; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 21 oktober 2013 houdende de organisatie van een aanwervingsexamen voor de functie van statutair stedenbouwkundig ambtenaar; Gelet op het besluit van het college van burgemeester van schepenen dd. 26 mei 2014 houdende de aktename van de resultaten van het wervingsexamen voor de functie van stedenbouwkundig ambtenaar; Gelet op het raadsbesluit dd. 26 juni 2014 houdende de aanstelling van Damian Rommens per 01 juli 2014 als waarnemend stedenbouwkundig ambtenaar; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 30 juni 2014 houdende de organisatie van een aanwervingsexamen voor de functie van statutair stedenbouwkundig ambtenaar; Gelet op het besluit van het college van burgemeester van schepenen dd. 08 december 2014 houdende de aktename van de resultaten van het wervingsexamen voor de functie van stedenbouwkundig ambtenaar; Overwegende dat geen enkele kandidaat slaagde voor bovenstaande examenprocedures; Overwegende dat, zodoende de continuïteit van de dienstverlening te garanderen, voorgesteld wordt om een waarnemend gemeentelijke stedenbouwkundig ambtenaar aan te stellen; Overwegende dat de Vlaamse codex in geval van tijdelijke verhindering of bij een vacature voor een gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar voorziet in de mogelijkheid om een waarnemend stedenbouwkundig ambtenaar aan te stellen; Overwegende dat gemeenten met minder dan 20 000 inwoners, personeelsleden die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau C als waarnemend gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar kunnen aanstellen; deze personeelsleden op het ogenblik van hun aanstelling wel betrokken moeten zijn bij de uitvoering van de gemeentelijke taken inzake ruimtelijke ordening; Overwegende dat een dergelijke aanstelling maximaal 18 maanden kan duren; voorgesteld om de waarnemingsopdracht te laten aanvangen per 1 januari 2016 t/m de aanstelling van een nieuwe stedenbouwkundig ambtenaar, met een uiterlijke duur van 18 maanden; Overwegende dat enkel Damian Rommens aan bovenstaande vereisten voldoet; te beslissen of Damian Rommens aangesteld wordt als waarnemend stedenbouwkundig ambtenaar; BESLUIT BIJ GEHEIME STEMMING EN BIJ EENPARIGHEID: Art.1.
Damian Rommens per 1 januari 2016 aan te stellen als waarnemend stedenbouwkundig ambtenaar.
GR dd. 28 december 2015
blz. 52
Art.2.
De waarnemingsopdracht wordt beëindigd bij de aanstelling van een stedenbouwkundig ambtenaar of na 18 maanden.
Art.3.
Kennis van dit besluit te geven aan de personeelsdienst, aan het diensthoofd reken- en belastingdienst, de dienst stedenbouw en de wd. financieel beheerder.
Geen andere punten meer te behandelen zijnde, wordt de zitting opgeheven. Secretaris
Benoit Willaert
Voorzitter
Jos Decorte
GR dd. 28 december 2015