Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform Logotechnisch Tanach-onderzoek en Thematische Studieprogramma’s vanuit Tora en Traditie, gericht op Joods leven in twee culturen en een modern-dynamisch en orthodox Jodendom.
Inleiding Tanach 2
2
Samenvattende terugblik op inhoud van de brochure en Inleiding Tanach I
U maakte kennis met het onderzoeksysteem dat we gebruiken om het schitterende literaire bouwwerk, dat Tanach heet, te bestuderen. We beschouwen Tanach als de eerste uitwerking van Tora, die bij Moshe begonnen is. Onze tekstanalyse leidt ons tot volkomen stilte bij ontdekken van de kracht en de pracht van Tora, die via de structuur van Dewarim heel kunstig en duidelijk en met opzet door de schrijvers verbonden is met de Mishna, de Talmoed en verder, waardoor Schriftelijke Tora en Mondelinge Tora onlosmakelijk verbonden zijn met de laatste redactie van Tora uit de tijd van Ezra. Ezra erkende Moshe als de auteur. Voor hem voor ons is en blijft hij is de Auctor Honoris: “de Ere Schrijver”. In opdracht van de Perzische vorst noemde Ezra de nationale grondwet van Israël de “Wet van Mozes”. De betekenis van Tora als wet komt dus niet van de Grieken, de Romeinen, of van de Christenen, maar van de Perzen. Voor ons is Tora: onderwijzing voor “een leven in belangeloze liefde”. Ga er maar aan staan. Gelukkig, het “juk van de Mitswot” blijkt geen last te zijn, maar bevrijding te geven. Het is de kracht van de Eeuwige die de “krachten in ons die hun gang willen gaan” inperken. Als deze natuurkrachten – hoe uiteindelijk afkomstig van de Bron – worden beteugeld worden vrije mensen die niet slaafs leven en die nee kunnen zeggen tegen iets waarvan een ander geen begrip heeft: de spijswetten zeggen al genoeg. Conclusie Alleen als we het gezag van Tora en haar uitleggingen erkennen, heeft het pas zin ons te buigen over de heiliging van ons leven, die de Eeuwige ons opdraagt door zijn Mitswot te onderhouden.
3
I
Van Onderschrift naar Onderzoek “De verborgen dingen zijn voor de Eeuwige, onze God, maar de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen voor altijd, opdat wij al de woorden van de Tora zullen volbrengen.” Deut.29,29 (hebr.29,28)
De basis van alle onderzoeks- en studieprogramma’s op ons Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform is Tanach, uitwerking van de Geschreven Tora en met een ‘open einde’ na een eeuwenlange mondelinge overlevering beschreven in de teksten van de Mondelinge Tora: Talmoediem, Halacha en Hagada, met de Midrash, als systeem van toepassing en uitleg. De methode van onderzoek van de Tanach-tekst die wij gebruiken is de analyse van de eindtekst van Tanach, zoals wij die hebben. Omdat de Bijbel een zeer verfijnde compositie is van woorden en getallen sluiten we ons binnen OJOS aan bij het wetenschappelijke bijbelonderzoek, dat de naam Logotechniek kreeg.
1.1
Studie-aanwijzing
Het is de moeite waard eerst nog even de brochure en de eerste les te herlezen op het punt van de Logotechniek. Het zal voor menigeen lastig zijn deze techniek in het hoofd te prenten. Maar al doende leren we het wel. Beschouw het als een ontdekkingsreis naar de waarheid van onze Joodse traditie, die zegt dat Tora een uitschrijving is van HaShem, er structureel één mee is. Bekijk ook nog even de beide Naamgetallen van HaShem – JHWH – (17 en 26) en de verhouding tussen het Sjema en het aantal bijbelboeken. Zij blijken bepalend te zijn voor de structuur van de gehele Tanach.
4
1.2
Tellen en ver-tellen
1.3
Centrale onderzoeksvraag binnen OJOS
1.4
Vernieuwende kijk op het ‘Oude Boek’
Het Logotechnisch onderzoek is pure techniek van “tellen”, zodat je later kunt “ver-tellen”. Het is een wetenschappelijke methode die niet is gebonden aan een religieus uitgangspunt. Over getallen kan een mens niet twisten, maar wel over de interpretatie daarvan. Voor de interpretatie van de resultaten (hermeneutiek) van de Logotechniek achten wij ons dus gebonden aan de Joodse Schriftelijke en Mondelinge Tora en de Joodse Wijzen zl (Zichrono Livracha, zijn nagedachtenis zij ons tot zegen). “Hoe leren wij Tora begrijpen en toepassen op ons dagelijkse leven als “de dingen die ons geopenbaard zijn”, in aanvaarding dat er bij de Eeuwige “verborgen dingen zijn” die van Hem zijn. Een kenmerk van de G’d van Israël is dat Hij verborgenheden onthult. Welke essentiële rol Tanach daarbij speelt, gaan we zien. Omzetcijfers van de Ikea-catalogus heeft de omzetcijfers van de christelijke bijbelverkoop overstegen, lazen we onlangs in de krant. Maar wat zeggen omzetcijfers. Het gaat immers om het effect op ons leven en onze opdrachten: beschavingsontwikkeling en individuele menswording in relatie met G’d. In plaats daarvan ontmoeten wij ook binnen het Jodendom van vandaag vragen als: Waarom Tora, waarom Halacha? Hebben we niet meer aan eigentijdse bronnen? 1.4.1 Higg’s-deeltje spannender dan het oude boek”? Wij zijn als moderne mensen behept met een forse dosis arrogantie. Wij denken vanuit onze inzichten en prestaties die wij leveren. We maken de knapste computerprogramma’s, we doorbreken enorme kosmische barrières, we hebben misschien in Genève het bestaan van een Higg’s-deeltje vastgesteld, om van daaruit het begin van het leven te kunnen verklaren. Onze kennis lijkt eindeloos: wij zijn bijna tot aan het begin van alles gekomen. Dat geeft ons – zo menen wij – het recht om neerbuigend te spreken over de primitieve mensen, mensen die als Joden leven in een cultuur die ver voor onze gewone jaartelling ligt, opgetekend door mensen uit een vergeeld
Cern Genève
5
verleden. Er zijn veel ‘Heilige Boeken’, maar er is niet een volk zo gek in de omgang ermee als de Joden: nou ja, de vromen wel te verstaan. Het is waar: wie aan Tora komt, trapt op onze ziel, die echter zwijgt als hij wordt gelasterd. Dat is vrijheid. Dat is heiliging door de Mitswot tegenover ongerechtigheid die geen stand houdt, zoals we zullen zien aan de ondergang van de menselijke stamboom m.u.v. Noach en de zijnen.
1.4.2 Met dank aan de wetenschap ... tot zover? De weg die de exacte wetenschappen gaan is de weg van de terugkeer naar het begin; netjes gezegd: de weg van de reductie. Voor deze wetenschap mogen we erg dankbaar zijn, omdat zij ons helpen inzicht te krijgen in het wonder van de schepping. De psalmisten zetten ons aan tot het onderzoeken van de werken die de Eeuwige tot stand heeft gebracht en ons heeft geschonken om te onderzoeken: 1.4.2.1 Machtig zijn de werken van de Eeuwige, wie ze liefheeft onderzoekt ze (111,2) 1.4.2.2 Neem de sluier van mijn ogen – dan zal ik zien hoe wonderlijk mooi uw Tora is (119,18) Met deze beide citaten legitimeren we de wetenschappen en geven direct ook hun uiteindelijke beperkingen aan. In het wetenschappelijk onderzoek op basis van reductionisme zou men rekening moeten houden met de “betonnen muur van het onkenbare”. Dan staan we op de tweesprong: of we roepen het toeval te hulp en blijven dichtbij het neodarwinisme, of we kiezen voor Tora en de vraag: Stuit het wetenschappelijk Tora-onderzoek ook op de “betonnen muur van het onkenbare”? Nu moeten we ons bedwingen en niet direct roepen: “Natuurlijk geloven we dat Tora ons geen muur geeft”. Joodse wetenschappers zijn net zulke onderzoekers als hun atheïstische collegae. Laten we hen ondersteunen met ons Tora-onderzoek, dat de evolutie als Schepping, het Proces van Ein Sof, aanvaardt. Hoe een darwinistische wetenschap zonder G’d tot een massief eindpunt komt, kan ik het beste illustreren met een pictogram dat ons bij de eerste letter van Tora brengt.
6
1.4.3
Met de evolutie als schepping in goed rabbijns gezelschap
“De evolutie volgt een stijgend pad en voorziet daarmee de wereld van een basis van optimisme. Hoe kan men wanhopen als men ziet dat alles zich ontwikkelt en steeds hoger stijgt?” Citaat is van Daniel Matt die zich baseert op HaRav, ofwel Abraham Isaac haKohen Kook (1865–1935), de Ashkenazische opperrabbijn van Palestina in de tijd van het Engelse protectoraat. Hij was een geleerde op tal van terreinen, onder andere als halachist en kabbalist. Hij was een vernieuwende Tora-geleerde. In zijn boek Orot ha-Qodesh schreef hij “Ein Sof verwerkelijkt de potentiële oneindigheid.” Matt: “In tegenstelling tot de theorie van Darwin, die stelt dat de evolutie een doelloos en ongestuurd proces is, is Kook van mening dat de evolutie een diep doel dient – een uitdrukking van de G’ddelijke wil. Via de evolutie wordt Ein Sof verwerkelijkt”.1 Hiermee heeft HaRav Kook mijn “evolutie & Tora-onderzoek” een stevig fundament gegeven, hoewel ik de mystieke visie van de Kabbala op de verwerkelijking van Ein Sof niet deel. Dat zal ik op een later tijdstip, als we het energiebegrip behandelen uitgebreid doen. Hier wil ik volstaan met duidelijk te stellen dat ik iedere vorm van evolutie afwijs die het proces “zonder vooraf bepaald doel” definieert. Ogenschijnlijk stond Spinoza op eenzelfde concept in zijn Ethica. Daarover is nog veel te zeggen, wat we hier niet zullen doen. In onze tijd staat de neodarwinist Richard Dawkins model voor deze visie. Mijn visie blijft: de evolutie als schepping is het proces dat zichzelf ontwikkelt conform de “innerlijke energie” die voortkomt uit de Bron die buiten iedere waarneming valt: Ein Sof.” Dat betekent ook dat G’d niet ingrijpt in het proces om de dingen bij te sturen, zoals de aanhangers van de christelijke Intelligent Design voorstaan.
1
Matt, Daniel D. De Kabbala, het hart van de Joodse mystiek. Servire Utrecht, pag. 53 en voetnoot 27.
7
De eerste letter van Tora plaatst ons meteen ook voor onze beperkingen: we kunnen niet verder terug als mensen. Maar ... Over dat “maar ...” gaat het in Tora, niet over wat we moeten geloven, maar wie we moeten zijn! Onze relatie met de Eeuwige schenkt ons inzichten die onze menselijke beperkingen overstijgen. Dat betekent dat we zonder een werkelijke relatie met de Eeuwige niet tot de belijdenis van de Schepper kunnen komen. Het Hebreeuwse ‘scheppen” is bara. Dat betekent naast scheppen ook “schenken”. Wie ontdekt dat alles wat bestaat een geschenk van de Schepper is, heeft geen moeite met de kennis van het evolutionaire proces dat van Ein Sof is uitgegaan, met als doel: de mens als gelijkenis van de Eeuwige. Dat geeft de mens geen recht als “bezitters” van de schepping zich op te stellen, om machthebber te zijn. In deze afbeelding zien we hoe de wetenschap botst op het einde van de kennis, verworven door Botsing van de wetenschappen op het ondoordringbare einde van de eindigheid waarneming en proeven. Toch heeft de deïst Darwin het proces van de Schepping losgeweekt van loutere godsdienstige uitspraken. “Tora zegt ons niet hóe de wereld door G’d is geschapen, maar dát hij door Hem is geschapen.” De vraag is echter: “Is dat wel waar?” Om een antwoord te vinden op deze vraag ben ik een onderzoek gestart onder de noemer “Evolutie als Schepping”, waarin ik mij ertoe heb gezet om de geweldige informatie van Tora over de schepping als evolutie te interpreteren: vanuit Tanach naar de wetenschappen en terug. Om het belang aan te tonen neem ik u mee naar de dynamische, evolutionaire ontwikkeling van ons als moderne mensen.
8
2
G’ds evolutionaire schepping van de mens
Ontwikkeling dynamisch mensbeeld, noodzaak voor inzicht in G’ds ‘verschijnsel mens’ “Toen ik in het verborgene gemaakt werd, kunstig geweven in de schoot van de aarde, was mijn wezen voor U geen geheim.” Psalm 139, 15 Op de savannen van zuidelijke Afrika, nog duizenden jaren verwijderd van wat we beschaving zullen gaan noemen, voltrekt zich een langzaam, maar steeds sneller proces van menswording. We stappen pardoes in het tweehonderdste millennium voor onze jaartelling: 200.000 jaar geleden. Wetenschappers benaderen de ontwikkeling van de Oermens tot ons moderne menstype langs diverse richtingen. De ontwikkeling vanaf de oermens tot de Homo Sapiens laat vijf stappen zien op basis van herseninhoud en de daarmee verbonden gedragsveranderingen. Om onszelf, zoals we vandaag zijn, te leren kennen, verschuiven we de panelen van Afrika naar de Levant, de vruchtbare halve maan in het Midden-Oosten, waar uit opgravingen is gebleken, dat het huidige Israël een centrale positie heeft ingenomen in de ontwikkeling van mens en cultuur.
9
Homo Sapiens (Noachidicus)
10
Op grond van de geschiedenis voor en na Noach maken we een driedeling in de ontwikkeling van de moderne mens: Homo Sapiens Africanus, de Afrikaanse mens (biologische mens) Homo Sapiens Noachidicus, de Noachidische mens (cultuurvormende moderne mens) Homo Sapiens Sinaiticus, de Sinaïtische mens (altruïstische verbondsmens) Hiermee lanceer ik zoals gezegd een drietal zelfgekozen typeringen op basis van Tanach, die vragen om een Logotechnische studie van Genesis 1 – 3 en 9 – 12. Toelichting 1. De Afrikaanse mens is mijn samentrekking van een vijftal ontwikkelingen met de homo sapiens als de vijfde mens. 2. De Noachidische mens is de zesde mens van na de laatste IJstijd. Deze nieuwe mens heeft een algemeen menselijke cultuuropdracht om een wereldsamenleving te stichten op basis van de Verordeningen die Elohiem aan Noach gaf. 3. De Sinaïtische mens is de zevende mens; het menstype dat een verdere ontwikkeling is van de zesde mens, die op basis van de persoonlijke relatie met de Eeuwige samenbindt als volk van G’d: Israël, het volk van Tora, met daaruit de universele opdracht voor de wereldsamenleving op weg naar de Olam ha Ba, de ultieme bestemming van het evolutionaire proces, terug naar de Bron.
2.1
Ark van Noach-model
Er bestaan diverse visies over de evolutie uit de voorgaande soorten. Ik sluit me aan bij het “Ark van Noach-model”, het wetenschappelijk aanvaarde vervangingsmodel, waarin de nieuwe soort de voorgaande vervangt. Eén tak van de menselijke stamboom gaat verder en de andere takken sterven af. De redenen voor dat uitsterven zijn van biologisch-genetische aard. In het verhaal van Noach gaat de lijn van Noach verder en vervangt het menstype voor hem. Het uitsterven van de Vijfde Mens door de “Grote Vloed” heeft naar de beschrijving van Tanach niet te maken met de biologisch-genetische reden, zoals voorheen, maar met het verlies van de grondeigenschap van de mens: verlies van gerechtigheid.
11
2.1.1 Adam, de mens met 98,4% chimpansee-DNA De gedachte dat wij van de apen afstammen is erg infantiel. Apen hebben zich zijwaarts begeven op de ontwikkelingslijn vanuit de primaten, die ook onze biologische voorouders zijn. Net als er verschillende soorten mensen zijn geweest, die zich van de soort “homo” hebben afgesplitst en daarna uitgestorven zijn, zo zijn er ook apen als een volgroeide soort, als een eindproduct, onder de zoogdieren. Het kan echter niemand ontgaan dat we 98,4% van onze genen, ons erfelijk materiaal, delen met de chimpansees. Anders gezegd: we hebben 98,4%-chimpansee DNA. Dat betekent dat ons specifieke mens-zijn, zoals taalontwikkeling, de plaats van de genitaliën aan ons lichaam en het seksleven, de specifieke beharing en het typisch menselijk gedrag, zich allemaal in de resterende 1,6% specifiek menselijke DNA bevinden. 2.1.2 Menseigen DNA Wanneer we op zoek gaan naar het specifiek menselijke in het 1,6 % menseigen DNA dan moeten we het zoeken in het menselijk gedrag. Dat geeft al direct een richting die ons als Joden aanspreekt: de ethiek. De natuur van de mens is dus van oorsprong ethisch en zingevend van aard. Onze gedragsontwikkelingen zijn niet zomaar bij ons begonnen, maar het resultaat van een ontwikkeling, dus niet los van de primaten die ons voorgingen. Daarom gaat de ontwikkeling van het menselijke gedrag terug tot 3-4 miljoen jaar geleden.
2.2
Trektocht naar Midden-Oosten
De Afrikaanse mens, zoals ik die samengevat noem, heeft zich verplaatst over het Afrikaanse continent, vanuit het zuiden, via de Sahara die toen geen zandwoestijn was, naar de Levant, de vruchtbare plek in het Midden-Oosten. Van daaruit heeft de homo sapiens (noachidicus) zich over de wereld verspreid. We schrijven dan zeg maar 60.000 jaar geleden. De Afrikaanse Eva en de Afrikaanse Adam hebben hun intrede gedaan. Deze wetenschappelijke types zijn geen “paartje” zoals de Adam en Eva uit Genesis. De Afrikaanse Adam is ± 50.000 jaar jonger dan de Afrikaanse Eva. Nu we door middel van de herseninhouden ons een beeld hebben kunnen vormen van de fysieke menswording en we het specifiek
12
menselijke aan het gedrag hebben gekoppeld, kunnen we een overzicht maken van deze kenmerken, op weg naar de Anatomisch Moderne Mens (AMM) of de Vroeg Moderne Mens (VMM). Deze VMM heeft de bekend geworden Cro-Magnonmens als typering vervangen. De reden waarom laat ik hier rusten. Dat is een wetenschappelijke kwestie. In het hart van al deze ontwikkelingen klopt het Grote Plan, het evolutionaire proces, op weg naar de voltooiing, ver over onze eindigheid, hoe die er ook uit zal zien. Olam ha Ba?!
2.3
Enige natuurlijke ontwikkelingen op een rij
De evolutionaire processen hebben geleid tot de volgende biologisch-genetische en cultureel-menselijke kenmerken. 2.3.1 Tastbare kenmerken Start: rechtop lopen en groepsvorming Hogere primaten: ontwikkeling en gebruik van werktuigen Hominiden (mensachtigen) als een volgende fase: beheersing van het vuur, betrokkenheid bij hun doden en de uitbeelding van de omgeving in kunst. (Deze tastbare kenmerken worden gedragen door archeologische vondsten die waarheid en werkelijkheid van de ontwikkelingsprocessen aantonen.)
2.3.2 Minder tastbare kenmerken Specifiek seksueel gedrag Vermogen tot volharding Spraakvermogen Sterk ontwikkelden morele overtuiging Buitengewoon vermogen om voor de hulpeloze en oude mensen te zorgen (altruïsme)
13
Bereidheid andere mensen te doden. 2.3.3 Altruïsme Het altruïsme als "zorg voor de ander" is essentieel voor onze menselijke samenleving. We zien dat ook in het dierenrijk sprake is van verzorging van de zorgbehoevenden. Altruïsme is dus niet specifiek menselijk. Deze vorm van zorgverstrekking is niet belangeloos. Als het ene dier het andere helpt om te overleven, zal in een volgend geval de rol omgekeerd zijn. Het stramien voor deze vorm van bijstand is: ik help jou, want straks help jij mij. Deze vorm van zorg zouden we biologisch-evolutionair kunnen noemen. Er is geen sprake van een godsdienstige drive achter de hulpverlening, behalve als die specifiek wordt en fundamenteel verandert. Dat gebeurt in mijn concept bij het verschijnen van de Zevende mens, de Homo Sapiens Sinaiticus die leeft naar de Tora van de G’d van Israël. De kracht achter de biologisch-evolutionaire vorm van bijstand is de overlevingsdrift, of de fundamentele drang en actie tot zelfbehoud. We noemen deze vorm van altruïsme: mutualistisch altruïsme, zorgverstrekking op basis van we wederzijds (mutualistisch) voordeel. Ook het dierenrijk kent dat. 2.3.4 Belangeloos altruïsme, resultaat van mitswot Altruïsme is een kenmerk van lotsverbondenheid, waaruit de vijandschap op dat moment is weg gefilterd. Met verschijnen van de Homo Sinaiticus en de Tora krijgt het altruïsme een betekenisverandering. De zorg voor de zwakken in de samenleving wordt een opdracht in Tora, niet vanuit wederzijds voordeel, maar vanuit belangeloosheid en verantwoordelijkheid voor de Ander. De zorg voor de doden is betrekkelijk jong en een eerste bewijs van de zorg voor de ander zonder iets terug te ontvangen (misschien van de familie). Het zou tot na de Neandertalers duren eer archeologen definitief zicht krijgen op een ritueel bij begraven van de gestorvenen. Opgravingen op de berg Karmel hebben daarvoor bewijs aangedragen.
14
2.3.5 Ontwikkeling van de taal Ik ga hier niet in op dit belangwekkende proces. Het volstaat om te vermelden dat onze huidige taalvorm niet voor 50.000 jaar geleden is ontstaan uit de eerdere taal-evolutionaire ontwikkelingen. Taalarcheologen hebben gewezen op de taaluitingen van de Groene Meerkat die mogelijk een evolutionaire voorloper van onze taalontwikkeling is geweest. De geschreven taal is niet ouder dan tussen 7000 en 5000 jaar voor onze jaartelling. 2.3.6 Elementaire cultuurontwikkelingen Tussen 2 en 3 miljoen jaar geleden is het menselijk gedrag gecompliceerder geworden. Het vermogen om dingen te maken groeide uit, omdat de opslag van informatie in de hersenen zich ontwikkelde, mede door toename van de herseninhoud. Opslaan zonder te kunnen terugroepen van de opgeslagen informatie schiet niet op. Als een logisch gevolg ontwikkelde zich het geheugen en de taal om het te communiceren. Maken van werktuigen dwingt om te onthouden hoe je ze hebt gemaakt en hoe je dat kunt overdragen op anderen. Het leerproces doet haar intrede en houdt verband met de toenemende ontwikkeling van gereedschappen, die steeds verfijnder worden, ook al zou het duizenden jaren in beslag nemen. Men werd zich ervan bewust dat deze verworven kennis moest worden overgedragen. Dat was een belangrijke stap op de weg naar cultuurvorming.
2.4
Voorbeelden van ontwikkeling
Een beknopte tijdlijn toont de snelheid van de menselijke ontwikkeling. 2.4.1 werktuigen 1.000.000 jaar geleden: maken van eenvoudige stenen voorwerpen; 15.000 jaar geleden, na de laatste ijstijd zijn hutten gevonden van honderden in elkaar passende mammoetbotten. Deze beide fasen tonen hoe enorm de verschillen in ontwikkeling zijn geworden over een heel lange tijd gemeten.
15
2.4.2 andere bewustzijnsontwikkelingen 500.000 jaar geleden: vuur maken en in standhouden ervan 100.000 jaar geleden: ontwikkeling van de herinnering in verband met de gestorvenen 50.000 jaar geleden: herinneringen die zijn opgeslagen in de hersenen worden teruggeroepen en omgezet in beelden, die de herinnering vastleggen: kunst is geboren. 30.000 – 15.000 jaar geleden: uitwerking van bewuste verbanden tussen een gebeurtenis in het verleden en een object. Dat vereiste nieuwe vaardigheden voor artistiek en scheppend gedrag. Grotten van Lascaux zijn een illustratie daarvan. 15.000 jaar tot heden: voortschrijdende culturele ontwikkeling door landbouw en veeteelt.
2.5
Laatste IJstijd als Kaboel en de veranderingen daarna
De smeltperiode van de ijskap is de laatste “wereldomvattende catastrofe” die de aarde heeft getroffen. De Vroeg Moderne Mens verdween en de moderne mens die wij zijn, de Homo Sapiens Noachidicus, nam het stokje over. De religieuze tradities hebben deze IJstijd-catastrofe vertaald als een straf van G’d en de goden over de mensen die slecht waren geworden. In de taal van de mythische beschrijving – de mythische beschrijving gaat aan alle wetenschappelijke beschrijving vooraf – beantwoordden de mensen niet meer aan de bedoelingen van G’d. Hij kreeg berouw 2 en stopte de voorgang van deze tak aan de menselijke stamboom. Noach vormde de tak die overleefde, omdat hij aan G’ds eisen voldeed: drager zijn van de gerechtigheid. Hij, zijn vrouw, zijn zonen en hun vrouwen vormden de voortzetting van de nieuwe mens, op weg naar de moderne wereldsamenleving, gevormd door Noachidische mensen. Andere mensen waren er immers niet meer, zegt het verhaal.
2 “G’d kreeg berouw dat Hij de mens had gemaakt” is een antropomorfisme, een mensvormige voorstelling. Als we ons – met de bijbelschrijvers – inleven in de overlevering, dan kan het eigenlijk niet minder betekenen dan: “Wat een ramp moet dat voor de Schepper zijn geweest, dat de mens geen gerechtigheid en trouw als wezenskenmerk voortbracht.
16
2.6
Afronding mensbeeld
Wanneer we de periode na de laatste IJstijd tot heden overzien, dan is er sprake van een onvoorstelbare snelheid in ontwikkeling sinds de ontwikkeling van de wetenschap, met name de industrialisatie, de mechanisatie van het vervoer en de ruimtevaart. De ontwikkelingssnelheid is zo groot geworden dat het de vraag is of de Moderne Mens hiertegen bestand is. Neurotische, psychotische en andere aan de mens wezensvreemde ontwikkelingen hebben een onomkeerbare vlucht genomen. Modern hersenonderzoek bevestigt de biologisch-genetische evolutie, maar ook zien we de ontwikkeling van neurale netwerken, waardoor wij gevangenen zijn van ons eigen, door de ervaringen beschadigde denken. Over deze neurale netwerken zullen we ruim spreken omdat zij ons zo belemmeren in de navolging van de mitswot. Voor alsnog verwijs ik naar de literatuur over neurale netwerken. Tot zover de benadering vanuit de resultaten van wetenschappelijke onderzoekingen. Met deze gegevens keren we terug naar Tanach en gaan over tot de Logotechnische analyse en de bestudering van de tekst van de Vloed en wat Tanach ons leert over de nieuwe Noachidische mensheid, op weg naar de Zevende Dag.
17
3
Kanttekeningen bij het verhaal van de Vloed
Beschrijving van de Vloed is een prachtige literaire compositie, gemaakt door waarschijnlijk een enkele schrijver of een schrijversgroep die hebben gewerkt aan een onthullend en onthutsend verhaal over de ontwikkeling van de menselijke samenleving en de fricties die dat direct al bleek te geven. Met metaforen en getallen worden we meegenomen op weg naar de Zevende Mens, de individuele mens als nageslacht van Abraham de vader van ons volk, dat tot Volk van G’d werd geroepen: de Homo Sapiens Sinaiticus betreedt daarmee de geschiedenis; de geschiedenis die door de mashiach, die uit het midden van het Volk zal opstaan en telg is van het geslacht van Jehoeda en David, tot haar einde zal worden gebracht. Daarover later meer, stemmen we in met Levinas in zijn bespreking van het BT Joma 9a.
Ararat, waar de rivieren Eufraat en Tigris ontspringen
18
3.1
Literaire structuur van het Verhaal verbazingwekkend
In de ogen van de Schepper maakt ongerechtigheid de mens zo zwak dat hij niet in staat is de schepping verder te ontwikkelen, niet in staat om mens te worden naar de Gelijkenis van de Schepper, tenzij er iets ingrijpends gebeurt: teshuva. Als dat uitblijft wordt de natuur een ramp, waarin de mens ‘omkomt’ of ‘uitsterft’, zoals tot dan het geval was. Tanach: Slechts één mensenfamilie die gerechtigheid in het vaandel heeft mag verder. Kortom: de taal van de antropologen over uitsterven van de soort wordt in Tanach gekoppeld aan een Vloed, een natuurverschijnsel dat – met de kennis van toen – het menselijk vermogen tot verklaren en begrijpen oversteeg. In de wereld van toen kwam alle onheil van de goden, waarmee alles was verklaard. Tanach: Ongerechtigheid maakt de mens ongeschikt om door te gaan, G’ds gerechtigheid en trouw maken mensen sterk. Evolutionair zouden er andere oorzaken voor te geven zijn: niet sterk genoeg in de aanpassing. Voor we deze 2e Inleiding afsluiten met kanttekeningen bij het verhaal kijken we eerst naar een literaire structuur van het verhaal als eenheid en daarna staan we nog even stil bij enkele logotechnische bijzonderheden over de hoge leeftijden en de namen van de voorvaders. Kritische bijbelwetenschappen De bijbelwetenschappen hebben over het algemeen een voorkeur voor de opvatting dat de Tora is samengesteld uit vier bronnen. In de vorige leerstof hebben we al gezien dat wij daar niet mee instemmen, ofschoon het aan de oppervlakte er soms zo uitziet. Dat geldt voor sommige geleerden ook voor het verhaal van de Vloed, dat volgens hen uit twee verschillen bronnen zou zijn samengesteld. Volgens de ene bron regende het constant 40 dagen. Volgens de andere bron kwam het water ook als kolken uit de aarde (Gen. 7,11). Uit de volgende compositie kunnen we zien wat een literaire eenheid de structuur laat zien.
3.1.1
19
De naam voor de compositiestructuur is chiasma. Een chiasma is een kruisvormige stijlfiguur die uit het Grieks stamt en de letter X (chi) als kenmerk heeft. Het is een stijlvorm die erop gericht is, iets belangwekkends uit te drukken of de speciale aandacht te vragen. 3.1.2
Chiasma in drie voorbeelden 3.1.2.1 Bij de opening van een rede begint de spreker met: dames en heren, jongens en meisjes. geschreven in de stijl van het chiasma: dames – heren X jongens – meisjes Je ziet dat het kruis de mensen van het gelijke geslacht aanwijst. 3.1.2.2 De dichter Bloem schreef in zijn gedicht Insomnia: denkend aan de dood kan ik niet slapen en niet slapend denk ik aan de dood 3.1.2.3 In het sonnet hebben we kwatrijnen een rijmschema van ABBA. Dat kan ook weer als een chiasma of kruisstijl worden uitgewerkt: A = je moet niet leven B = om te eten B = maar eten A = om te leven Ook in dit rijmschema is het chiasma duidelijk.
20
3.1.3
Chiasma in het verhaal van de Vloed.
In 1978 verscheen in het wetenschappelijk tijdschrift Vetus Testamentum (afl.28) van de hand van G.J. Wenham het artikel “The Coherence of the Flood Narrative” (De eenheid van het Vloedverhaal). Hij publiceerde daarin het chiasma van Genesis 6, 10a – 9, 19. Daarmee zette hij eigenlijk iedereen die twee bronnen in het verhaal aanneemt buiten spel. Als je wilt denken aan een gebruikte bron, dan zou je eerder kunnen denken aan het Gilgamesh Epos dat ouder is. Maar dat is wat mij betreft niet aan de orde. 3.1.4
Enig commentaar
Zoals ik al eerder opmerkte zijn de verhalen van de Grote Vloed overal in de wereld te vinden, ook op plekken waar de rotsbodem “het kolken van het water uit de aarde” praktisch ondenkbaar is. Deze metafoor kan alleen maar standhouden in het wereldbeeld van de drie lagen, met “de wateren onder de aarde”. Wij weten nu dat er helemaal geen water onder de aarde is, behalve op bijzondere plaatsen, zoals de Sahara die een enorm zoetwater bekken onder de grond heeft, waardoor op dunne plekken in de rotsbodem een oase kan ontstaan. Er is nog een tweede argument van archeologische aard. Er zijn in nergens hoge concentraties skeletten of schedels aangetroffen die wijze op een massale en plotselinge sterfte van grote groepen mensen. We weten wel dat in Israël de vroeg moderne mensen en de neanderthalers hebben samengeleefd. De berg Karmel en andere plaatsen tonen dat aan. Waarom zou men dergelijke massa’s mensen niet hebben aangetroffen als de Vloed een historisch verslag wil zijn van de werkelijk massale uitroeiing van de toenmalige mensheid? Geen historie? Ja zeker, maar anders, onder verwijzing naar de Laatste IJstijd.
21
Hoe belangrijk dit verhaal voor ons is komt ook weer tot uitdrukking in de metaforen en de structuren van de tekst waarin de Eeuwige en zijn Kavod een centrale positie hebben, waardoor het niet zomaar een literair verhaal is, maar Tora!
Het verhaal spreekt nog steeds tot de verbeelding van de hedendaagse scheepsbouwers. We kunnen een “replica” in de Nederlandse wateren zien rondvaren om getuigenis af te leggen van de waarheid van de Bijbel. Helaas blijft het een verbeelding van een oppervlakte verhaal dat ontdaan is van de diepgang van Tora. Maar dat is mijn persoonlijke mening.
22
3.1.4
Het chiasma van de Vloed volgens Wenham
A Noah (6:10a) B Shem, Ham and Japhet (6:10b) C Ark be built (6:14-16) D Flood announced (6:17) E Covenant with Noah (6:18-20) F Food in the ark (6:21) G Command to enter ark (7:1-3) H 7 days waiting for the flood (7:4) I 7 days waiting for the flood (7:10) J Entry to ark (7:11-15) K Yahweh shuts Noah in (7:16) L 40 days flood (7:17a) M Waters increase (7:17b-18) N Mountains covered (7:19-20) O 150 days waters prevail (7:24) P GOD O’ 150 days waters abate (8:3) N’ Mountain tops visible (8:4-5) M’ Waters abate (8:5) L’ 40 days (end of) (8:6a) K’ Noah opens window of ark (8:6b) J’ Raven and dove leave ark (8:7-9) I’ 7 days waiting for waters to subside (8:10-11) H’ 7 days waiting for waters to subside (8:12-13) G’ Command to leave ark (8:15-17 [22]) F’ Food outside ark (9:1-4) E’ Covenant with all flesh (9:8-10) D’ No flood in future (9:11-17) C’ Ark (9:18a) B’ Shem, Ham and Japhet (9:18b) A’ Noah (9:19)
REMEMBERS NOAH (8:1)
23
3.1.5 Conclusie De chiastische structuur levert het bewijs dat er een gedegen samenhang is tussen de delen die zich in elkaar weerspiegelen. Maar we moeten natuurlijk wel zien dat we met het blootleggen van deze structuur de integrale betekenis van het Verhaal nog niet hebben gevat. Dat zal uit een complex van factoren moeten komen. De eerste conclusie die ik blijf trekken is: er is een verwijzing naar een historische gebeurtenis, waar sprake is geweest van veel wateroverlast ten gevolge van een klimaatverandering: opwarming van de aarde, waardoor de ijskappen gingen smelten. Wellicht verloren veel mensen het leven. De tweede conclusie is: Noach en de zijnen behoorden tot de categorie van de rechtvaardigen. Maar zelfs deze rechtvaardigheid van Noach is relatief als je hem plaatst in de tijd van kennelijk grote onrechtvaardigheid en geen ontwikkeling van de ingeschapen mogelijkheid om met G’d rekening te houden. Kijken we vanaf het begin van Genesis naar de ontwikkeling van de “5e mens” dan merken we al spoedig de ontwikkeling van twee lijnen: een heilige en een onheilige lijn. Na Enosj, de zoon van Sjeet, de vervanger van de vermoorde Havel, begon men de Naam van de Eeuwige aan te roepen. Dat is de ene lijn, de lijn van de ~yhil{a/h' ynEB., benei ha-Elohiem, de zonen van G’d. Naast de heilige lijn met achting voor de Naam van G’d ontwikkelt zich de lijn van de mensen, de cultuurdragers, nageslacht van Kain: smeden, tentbouwers en muziekinstrumentbouwers. Zij hadden knappe dochters, de ~d'a'h' tAnB. benot ha-adam, de dochters van de mensen. De zonen van G’d, de mannen uit de heilige lijn, vielen voor de mooie vrouwen van de Kainitische cultuurdragers. De heilige en onheilige lijn vermengde zich. Zij plantten zich voort met als resultaat ~ylipiN> ,de reuzen. We hebben de neiging om reuzen te zien als krachtpatsers waar je bang voor moet zijn. Het omgekeerde is het geval: reuzen zijn uit hun krachten geroeid. Conclusie uit de vermenging van de beide lijnen is een bewijsvoering van verzwakking in de aanpassing. De mythologische fantasie dat godenzonen met mensendochters zouden hebben gecohabiteerd, waaruit de reuzen zijn geboren (in deze betekenis een volstrekt vreemd fenomeen in het Jodendom, dat meer weg heeft van de Griekse Olympos), werp ik ver van mij. Een dergelijke uitleg is ook helemaal niet nodig, zoals we zojuist hebben kunnen zien. Het is wel een
24
onderstreping van de corruptie van de mens in zijn ontwikkeling, waardoor zijn tak van de menselijke stamboom wordt afgebroken en hij niet verder mag. Corruptie kan nooit leiden tot het resultaat dat de Schepper heeft beoogd, toen Hij aan de start van de evolutie de mens naar zijn Gelijkenis voor zich zag. We gaan nu kijken naar de lijst van de verwekkers van deze mensen, die met hun hoge leeftijden tot allerlei verbeelding hebben gesproken. Als je uitgaat van Adam en Eva die in zonde vallen en die nog veel van hun oorspronkelijke energie konden doorgeven in het mensengeslacht, dan zou je je kunnen voorstellen dat zulke exorbitante leeftijden daarvan een gevolg konden zijn. Maar als we de leeftijden gaan “ontbinden in factoren” op een logotechnische wijze dan blijkt het opeens een andere bedoeling te hebben en geen persoonlijke leeftijden, maar gecomponeerde structuren.
3.2
Bijzondere getallen en leeftijden die geen leeftijden zijn
Het lijkt uitgesloten dat men destijds een relatie zag met de Homo Africanus, de mens die bij de 5 ontwikkelingen hoorde en tot uitsterven was gedoemd. Toch is er iets heel bijzonders in de compositie. We moeten daarvoor kijken naar de hoge leeftijden die geen leeftijden zijn, maar compositorische gegevens die ons veel willen zeggen. Opnieuw zullen we zien dat de overgang van 500 naar 600 (lees van de 5e naar de 6e mens) van grote betekenis is. Maar om dat echt helder te maken, kijken we opnieuw naar de drie bijzondere getallen die we in de vorige leerstof als aanstipten en die in Tenach als een sonore klok de grondtoon vormen voor het bijzondere van de compositie en het unieke resultaat.
25
3.2.1
Bijzondere getallen 26, 17 en 73 3.2.1.1 Tetragrammaton JHWH (26,17) JHWH (10+5+6+5=26) is de oude vorm voor de derde persoon enkelvoud van yihyeh, Hij is. (26) ‘HWH (1+5+6+5=17) is de oude vorm voor de eerste persoon enkelvoud van de infinitief ‘ehyeh, Ik ben. (17) De beide vormen hebben respectievelijk 26 en 17 als getalswaarde, zodat de G’dsnaam in deze beide getallen wordt uitgedrukt. 4 3.2.1.2 Kabod – G’ds majesteitelijkheid (17,26) Wanneer we kijken naar k-b-d, kabod, G’ds heerlijkheid, dan is de getalswaarde chaf – beth – daleth = 20 + 2 + 4 = 26. Wanneer we de plaatswaarde vaststellen aan de hand van de positie in het alfabet dan is de uitkomst: 11 + 2 + 4 = 17. Opvallend is de overeenkomst tussen HaSjem (17) en Kabod (17) en HaSjem (26) en Kabod (26); tussen HaSjem (26) en HaWaJaH, het bestaan (26). 3.2.1.3 Volheid van de kosmos (7) Het getal 7 fungeert als de totale kosmische volheid. Zeven is 3 + 4. Het getal 3 staat voor de verticale ruimte in het oude wereldbeeld: hemel – aarde – onder de aarde. Het getal 4 staat voor de horizontale ruimte (4 hoeken van de aarde etc.).
3
Ik maak hier gebruik van de tabel van Cassuto, zoals deze door prof. Labuschagne is gegeven in zijn boek “Vertellen met getallen” is weergegeven en uitgewerkt. In het boek maakt Labuschagne nog gebruik van de 10 als 0 + 1 om zo tot het getal 17 te komen. Omdat echter het Hebreeuws geen 0 kent, heeft hij in een corrigerend artikel dit herstelt en het getal vanuit de Hebreeuwse grammatica onderbouwd.
4
26
3.2.2 Conclusie Het getal 7 staat dus voor de totaliteit van de kosmos, de gehele aarde. De psalmtekst “De ganse aarde is van Zijn heerlijkheid vol” kunnen we compositorisch uitdrukken in de samenstelling van: 3.2.2.1 voor de ganse aarde = 7 3.2.2.2 voor de Eeuwige (Zijn) = 26 (17) 3.2.2.3 voor zijn kabod = 17 (26) Deze drie getallen vormen een sterke compositorische lijn in Tora. Het getal 7 komt alleen al 390 keer voor in Tenach om een volheid uit te drukken.
3.3
Herhaling van de Masoretische tellingen 5
Zoals we in de voorafgaande leerstof zagen, hebben de Masoreten om een heel gewichtige reden de verzen, woorden en letters geteld. Deze reden was niet dat met het handmatig kopiëren het juiste aantal verzen, woorden en letters is gebruikt: een toetssteen. De kopiisten konden op de ene pagina twee woorden vergeten en elders er weer twee bijmaken. Daarom is de telling van inhoudelijke aard. De Masoreten hebben de letters, woorden en verzen van elk Bijbelboek geteld. Een blik in de Hebreeuwse Stuttgarter Bijbel laat dat zien. Ik geef een voorbeeld. U vindt aan het einde van Tora, in het Hebreeuws dat in vertaling er als volgt uitziet:
5
De bewerkers van Tanach, de liberale versie van de Nieuwe Bijbel Vertaling, zeggen in hun inleiding over deze zo belangrijke tellingen en het mathematische midden die door de Masoreten aan het einde van ieder boek zijn toegevoegd, dat zij slechts dienden om na te gaan of het boek volledig is gekopieerd. Zij geven de aanwijzingen samenvattend weer. Het is een onderstreping dat deze “doelvertaling” niet als studiebijbel is bedoeld. Daarvoor hebben we immers een goede “bronvertaling” nodig. Het beste is het Hebreeuws te gebruiken, maar dat lukt niet iedereen. Misschien toch te overwegen. OJOS heeft de mogelijkheden ervoor in huis.
27
3.3.1 3.3.2 3.3.3
3.4
De som der verzen van Tora: 5,845 De som der woorden van Tora: 79,856 De som der letters van Tora: 400,945
Bijzonderheden
De eerste twee getallen (5,845 en 79,856) zijn beide deelbaar door 7. Het laatste getal (400,945) is deelbaar door 17. De getalswaarde van JHWH is 26. De Eeuwige is alomtegenwoordig in de tekst. Dat vestigt onze aandacht op drie bijzondere getallen in Tora: 7, 17 en 26, kennelijke de compositiemotieven van de schrijvers. De drie getallen zijn uit het geheel van Tenach niet weg te denken. *
28
3.5
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Leeftijden die geen leeftijden zijn
Naam
Leeftijd
Compositie
Adam Set Enos Kenan Mahelalel Jered Henoch Metusalach Lamech Noach
930 912 905 910 895 962 365 969 777 950
186 x 5 181 x 5 (+ 7) 181 x 5 182 x 5 179 x 5 191 x 5 (+ 7) 73 x 5 191 x 5 (+ 7 + 7) 154 x 5 (+ 7) 190 x 5
Totaal
8575
1708 (244 x 7) x 5 + 35 (5 x 7)
3.5.1 Verklaring We zien dat alle namen een relatie hebben met het getal 5. Het is mij nog niet duidelijk waarom de 7 op sommige plaatsen daar staat. Cassuto heeft daarvoor ook geen oplossing aangedragen. Misschien wordt dat een keer duidelijk.
29
3.5.2 Eerste conclusie De eerste conclusie is: de mensheid voor de zonen van Noach bevestigt de ontwikkelingsfase zoals ik eerder aangaf. Noach is de sterkste en mag verder. Sterkste betekent hier: voldoet aan de eisen van de Schepper, los van de tekst. Noach verwekt op 500 jarige leeftijd Shem, Cham en Jafeth. Zijn geschiedenis gaat echter over de Vloed, die start als hij 600 is. De 500 (lees opnieuw de 5e mens) is achter de rug en maakt plaats voor de nieuwe eeuw de 600 (Noach en de intrede van de 6e mens). Noach komt echter uit de 5e mens voort en dat zal hem qua persoonlijkheid opbreken, zoals we zullen zien.
3.6
Slotsom
Het totaal aantal gecomponeerde “levensjaren” is 8575. We ontbinden dat getal aan de hand van de 5 en de 7 die in de namen voorkomen. 3.6.1 3.6.2
8575 is deelbaar door 7 als het getal van de volheid. Het is ook deelbaar door 5 als het getal van het G’ddelijk Ontwikkelingsplan = 1715 x 5 = 8575.
Moeten we nu ophouden met aan hoge leeftijden te denken waaraan we de jaartelling ontlenen? Welnee. Als we maar weten dat er sprake is van een compositorische noodzaak om de gang van de mensheid in Tora op te nemen in een eigen taal, die zelfs voor wetenschappers aanleiding is geworden om over het Ark van Noach-model van de mensontwikkeling te spreken. We blijven nog even bij de voorvaderen in een onderzoek van de Duitse wetenschapper Rüdiger Heinzerling die in het spoor van Claus Schedl en Labuschagne werkt. Hij heeft over de namen van de voorvaderen bijzonderheden in kaart gebracht die voor ons interessant zijn als we tot de conclusies komen die hij in getallen heeft vastgesteld. Het bijzondere in zijn onderzoek is dat hij heeft gekeken naar het aantal stamletters van de Hebreeuwse namen in kolom 3. In de laatste kolom vinden we de som van de getalswaarden met een opmerkelijke totaaltelling van 7000. Kijk en tel.
30
3.7
Tweeëntwintig voorvaders
Heinzerling heeft de lijn van Adam tot Israël (Ja’acov) consequent in kaart gebracht en kwam tot 22 voorouders. We beginnen bij Genesis 5 en stappen via Noach over naar Genesis 11 waar hij de lijn van Sjeem volgt. Ook hier volgt hij het systeem van de menselijke stamboom waarvan de sterkste lijn doorgaat en dat is de directe lijn via Noach en Sjeem tot Israël. In de directe lijn van de 5e en de 6e mens komt de 7e de geschiedenis binnen. We zien als we de tabel bestuderen dat er sprake is van 2 namen die 5 stamletters hebben. Dat is geen toeval. De samenstellers van deze lijst moeten dat heel bewust hebben gedaan. Er waren immers namen met 5 stamletters voldoende in omloop. Ook hier stellen we vast dat er geen sprake is van willekeur, maar van heel zorgvuldige keuzes en composities. Of de namen die hier genoemd zijn, ook werkelijk als historische personen hebben geleefd is een open vraag. We hebben geen reden om dat tegen te spreken. Sterker nog, opgravingen in Ebla hebben heel wat namen bevestigd, zodat we er gerust van kunnen uitgaan met historie van doen te hebben. Maar, als we de reden van de Vloed erbij roepen, dan is de historische betekenis van minder belang, omdat dat deel van de mensontwikkeling tot Noach uitsterft. Hierboven heb ik gewezen op de “heilige” en de “onheilige” lijn die door de Tora-geschiedenis is getrokken. Het lijkt mij vrij waarschijnlijk dat de 22 voorvaders die hier met name genoemd zijn, die heilige lijn, die intussen wel gecorrumpeerd was, is bedoeld. Maar steeds blijken er 7000 hun knie voor Baäl niet hebben gebogen. Maar er zijn meer betekenissen, zoals we zullen zien.
31 Nr.
Namen voorvaders
Transliteratie namen in Hebreeuws
Getalswaarden
Aantal letters
Som van de letterwaarden
1
Adam
‘DM
1+4+40
3
45
2
Sjeet
ST
300+400
2
700
3
Enosj
‘NWS
1+50+6+300
4
357
4
Kenan
QYNN
100+10+50+50
4
210
5
Mahalaleel
MHLL’L
40+5+30+30+1+30
6
136
6
Jered
YRD
10+200+4
3
214
7
Henoch
XNWK
8+50+6+20
4
84
8
Metoesjelach
MTWSLX
40+400+6+300+30+8
6
784
9
Lemech
LMK
30+40+20
3
90
10
Noah
NX
50+8
2
58
11
Sjeem
SM
300+40
2
340
12
Arpachsjad
‘RPKSD
1+200+80+20+300+4
6
605
13
Sjelach
SLX
300+30+8
3
338
14
Ever
‘BR
70+2+200
3
272
15
Peleg
PLG
80+30+3
3
113
16
Reoe
R’W
200+70+6
3
276
17
Seroeg
SRWG
300+200+6+3
4
509
18
Nachor
NXWR
50+8+6+200
4
264
19
Terach
TRX
400+200+8
3
608
20
Avraham
‘BRHM
1+2+200+5+40
5
248
21
Isaak
YCXQ
10+90+8+100
4
208
22
Israel
YSR’L
10+300+200+1+30
5
541 totaal: 7000
32
3.8
Betekenis van de analyse van de namen
In dit overzicht is het zoals gezegd opvallend dat slechts 2 namen bestaan uit 5 letters. Natuurlijk is hierover veel te zeggen, zowel statistisch als compositorisch. Ongeveer ¼ van de Hebreeuwse namen bestaat uit 5 letters. De namen zijn dus niet toevallig. Zij staan daar met een doel. Dus in deze structuur komt een rijke symboliek mee. De totaaltelling van de getalswaarden van de namen komt uit op 7000 = 7 x 1000. De logotechnische analyse toont 3 compositiegetallen: 22 + 7 + 1000. De periode die door de 22 voorvaders wordt bestreken loopt uit in de 22 letters van het Hebreeuwse alfabet en blijken steeds een sleutelrol te vervullen in de getalscompositie. De logotechnische analyse van de zogenoemde hoge leeftijden van de voorvaders in Genesis heeft vergelijkbare conclusies geleid. De structuuranalyse van het boek B’resjiet tot Sjemot/Horeb blijkt gecomponeerd op basis van de getalswaarde van JHWH (10-5-6-5 = 26), ook weer op grond van de verdeling van de afstammingslijsten. Waarom dit overzicht en deze conclusie? De 19 voorvaders van het menselijke geslacht spelen een contrasterende rol. Zij zijn er en ook hun nageslacht gaat verder tot Noach. Na de vloed ontwikkelde zich een nieuwe mensheid uit Noach en zijn drie zonen aan wie de eisen tot gerechtigheid en een regelgeleide ethiek is opgelegd. De Noachidische wetten beogen de ontwikkeling van een menselijke samenleving op de basis die G’d aan Noach heeft meegedeeld. Toch is het de maanverering en een polytheïstische cultuur met veel andere kleinere goden die de nieuwe Noachidische samenleving bepaalt. Of er helemaal geen monotheïstische volken voor Israël zijn geweest is niet helemaal helder. Uit deze reeks van mensen die de maanculturen hebben voortgebracht wordt Avraham geroepen en ontstaat uiteindelijk Israël, het volk van de Eeuwige, die een nieuwe cultuur moet vestigen in het Land van de Belofte, Eretz Israel. Jericho, de oude hoofdstad van de Natufcultuur 9000 jaar v.g.j. was de eerste confrontatie bij de binnenkomst in het Land. Het is niet toevallig dat in het Hebreeuws maan en Jericho van dezelfde stam zijn. Hierover gaat het in de verdere compositie van de Bijbel, naast de rol die de andere volken
33
spelen. Uit de lijn Avraham, Yitschak en Ja’acov komt straks dus de Sinaïtische mens, de mens die leeft bij Tora en Halacha. De Sinaïtische mens heeft persoonlijke verandering tot doel en van daaruit een nieuwe samenleving met Tora als grondwet, voortrap van de Olam ha Ba.
3.9
Een gechargeerde conclusie om mee te eindigen
De volgende Inleiding Tanach zal gaan over het slot van de Vloed, de onvermijdelijke effecten door misverstaan van G’ds bedoelingen en de roeping van Avraham, de exodus uit de culturen van de maanverering met Ur en Charan als centra. Wanneer beperken ons tot Mesopotamië, de Levant, het Arabisch schiereiland en Egypte en zullen zien hoe de maangoden contrasteren met de G’d van Israël (El Shaddai). Een opstapje naar de actualiteit De invloed van de maancultus was groot en is nog steeds groot, ook al denken we van niet en is hij “verdonkeremaand” door een godsdienst die zich het summum van monotheïsme noemt. Het Midden-Oosten is nooit werkelijk uit de invloed van de oude maancultus weggekomen. De kerstening van Noord-Afrika en het Arabisch Schiereiland was slechts tijdelijk. Onder het dunne christelijke laagje lag de maancultus te wachten op haar wederopstanding: de Islam.
3.10 Opdracht
3.10.1 Maak een uittreksel van de Brochure, 3.10.2 Ontwikkel 7 vragen die u zichzelf stelt bij de inhoud van deze aflevering 3.10.3 Zet de inhoud van deze aflevering door trefwoorden en –begrippen te gebruiken in een structuur (out-line).