Opdragen van kinderen Binnen de gemeente van Jezus Christus
J.C. Bette Evangeliegemeente ‘De Regenboog’
HET OPDRAGEN VAN KINDEREN IN DE GEMEENTE
inhoud
1. Geloofsopvoeding 2. Het opdragen van kinderen 3. Een voorbeeld 4. Het kind in het Nieuwe Testament 5. Uitspraken
1. Geloofsopvoeding
In de Bijbel vinden we enkele gegevens over de wijze waarop de Here Jezus met kinderen omging. Wanneer we datgene wat beschreven is goed tot ons door laten dringen, komen we tot de konklusie dat de Heiland grote waarde gaf aan de kleine kinderen. Hij liet ze niet in grote groep opgaan als de zgn. 'toekomstige generatie', maar Hij betrok ze heel persoonlijk bij zijn leven. Hij stelde ze temidden van een groep volwassen mensen zelfs ten voorbeeld, om van hun eenvoud en afhankelijkheid te leren. Jezus is zelf als kind opgegroeid in de joodse samenleving met de daarin zo belangrijke plaats van tempel en thora. In de joodse leefwereld zijn kinderen onderdeel van het 'verbondsvolk' hetgeen bijvoorbeeld door de besnijdenis en de wijding van de eerstgeborenen benadrukt wordt (Gen.17:10-14; Ex.22:29; Num.18:14 vv). De eerstgeborenen staan daarbij als voorbeeld voor alle kinderen van een man en een vrouw. Alle kinderen behoren God toe: kinderen zijn een erfdeel van de HERE (Ps. 127:3). De kinderen behoren er helemaal bij, ook al zijn hun mogelijkheden nog beperkt. In de geloofsopvoeding willen christenouders hun kinderen zo graag iets meegeven van het christelijk geloven. Zij willen in de alledaagse werkelijkheid voorleven van wat hun eigen leven zo diep doortrekt. Binnen de geloofsgemeenschap van de gemeente behoort er plaats te zijn om samen met de ouders en de kinderen te beleven wat christelijk geloven is: vieren, leren en dienen. Dankbaarheid om de ontvangen kinderzegen maar ook gebed om veel wijsheid in de opvoeding zullen juist in de gemeente een plaats hebben. Het prachtige gebed van Mozes, de man Gods,drukt het verlangen van christen-ouders mooi uit:
'Laat uw dienaren Uw werken zien; ik bid dat hun kinderen Uw majesteit mogen aanschouwen. HERE, onze God, stort Uw liefdevolle vriendelijkheid over ons uit. Zegen het werk dat wij doen. Ja, wij bidden U om Uw zegen over alles wat wij ondernemen'. (Ps. 90:16,17, Het Boek)
Opvoeden heeft te maken met het voeden van alle elementen van het persoonlijke leven. Hoe zal een mens bij machte zijn dat harmonieus te doen? Alleen met Gods hulp.
2. Het opdragen van kinderen In het midden van de gemeente worden de jonge kinderen (meestal babies) door de ouders aan de Heer opgedragen. Dit gebeurde ten tijde van de geboorte van de Here Jezus ook. Godvruchtige ouders brachten hun kind naar de tempel en 'stelden het voor aan de Here God' (Luc.2:22-24). Korte tijd na de geboorte wordt in een eredienst een moment genomen waarop één van de ouders, meestal de vader, het kindje in zijn armen neemt en in het openbaar God voor dit kindje dankt. De voorganger neemt daarna het kind van hem over en bidt, samen met de gemeente, een gebed van toewijding van dit kind aan de Here. Wij vragen dan als gemeente de zegen van de Heer over dit jonge leven en bidden dat er een dag zal komen waarop deze jongen of dit meisje oud genoeg zal zijn om zelfstandig een keuze voor de Here Jezus te maken.
Tussen het opdragen en de persoonlijke keuze voor de Here Jezus zijn de kinderen natuurlijk ook een deel van de gemeente. De verantwoording voor hen ligt in de eerste plaats bij de ouders, om hen door aanmoediging en voorbeeld mee te nemen in het volgen en dienen van de Heer en in het gemeenteleven. Daarnaast is het de taak van de gemeente om de kinderen van jongsaf een bijbels beeld te geven van wat het christelijke (gemeente)leven is. Dit gebeurt door onderwijs in de kinderdiensten en het jongerenwerk van de Evangeliegemeente en in de verdere praktijk van het gemeenteleven. Christelijke geloofsopvoeding is een wijde horizon hebben en het opdragen van de kinderen is in het geloof op weg gaan, wetende dat de Heiland meegaat. 'Waar liefde woont, gebiedt de Heer zijn zegen, daar woont Hij zelf, daar wordt zijn heil verkregen, en leven, tot in eeuwigheid'.
3. Een voorbeeld De voorganger1 opent het moment van opdragen door aan te geven om welk(e) kind(eren) het gaat en noemt daarbij tevens de namen van de ouders.
We lezen met elkaar de teksten die ik aan het kind en de ouders wil meegeven:
'Maar verheugen zullen zich allen die bij U schuilen, altoos zullen zij jubelen, daar Gij hen beschermt, ... Want Gij zegent de rechtvaardige, o HERE, Gij omgeeft hem met welbehagen als met een schild' (Ps.5:12,13).
Wanneer ouders hun kinderen aan de Heer opdragen drukken ze daarmee ondermeer uit dat zij voor hun kindje verlangen wat deze teksten aangeven: veiligheid bij God, geborgenheid, veilig bij de hemelse Vader zijn. Er is een kinderliedje dat het zo heel menselijk weergeeft: 'Leg je hand maar in de hand van Jezus. Weet je dat Hij heel veel van je houdt! Ook voor jou wil Hij met liefde zorgen als je helemaal op Hem vertrouwt'. Er zijn vaders en moeders die direkt na de geboorte van hun kindje een levensverzekeringsmaatschappij opbellen en een polis afsluiten. Want met ons mensen kan van alles gebeuren. Maar behalve het tijdelijke, aardse, is er ook een andere werkelijkheid. Ons leven mag/moet geborgen zijn in Gods hand. Dan ben je echt 'veilig'. In bijbels licht betekent dat niet dat een christen niets gebeuren kan.
Wij leven midden in dezelfde wereld, als waarin ieder mens leeft, maar... Juist in de Bijbel kan je lezen dat je voortdurend in Gods hoede, onder Zijn geborgenheid kunt leven. De engelen worden heel konkreet 'beschermers' genoemd (Matth.18:2,6,10). De ouders zijn ook bedoeld verstandig zorgende 'engelen' te zijn. Zij zullen praktisch elke dag met hun kind(eren) bezig zijn, In het bijzonder zolang ze jong zijn. Voedt hem/haar, liefdevol, blij en blddend op. Dat is veilig! Dat is de beste levensverzekering: veilig in Jezus' armen, veilig aan Jezus' hart.
1
Of een andere leidinggevende broeder in de gemeente
We vinden dit ook voor ons zo mooi uitgedrukt in Numeri 6:24-27 'De HERE zegene u en behoede u; de HERE doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig; de HERE verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede. Zo zullen zij mijn naam op (hen) leggen, en Ik zal hen zegenen'.
• Vader en moeder komen met hun kind(eren) op het podium • De voor het kind gekozen bijbeltekst wordt voorgelezen • Een van de ouders dankt God voor dit kind • De voorganger neemt het kindje even uit de armen van vader of moeder over en 'draagt het op', dwz. bidt een zegeningsgebed waarna hij het weer aan de ouders teruggeeft. • De voorganger en kring/zangleider bidden samen een zegen voor de ouders in verband met de opvoeding.
• De gemeente zingt staande een zegenbede of danklied.
4. Het kind in het Nieuwe Testament
a. Evenals in het Oude Testament lezen we in het Nieuwe Testament over de verbondenheid van het kind met zijn ouders en het gezin waarin het leeft. Ouders dragen zorg voor hun kinderen (Matth.7:9 vv.). Ouders komen voor hun kinderen op (Marc.5:36;7:29;9:14 vv.). Ouders zijn aansprakelijk voor hun opvoeding (Ef.6:4; Col.3:21). Kinderen moeten hun ouders gehoorzaam zijn (Ef.6:1; Col.3:20). Het nieuwe in het Nieuwe Testament ligt vooral daarin dat de opvoeding en de gehoorzaamheid 'in de Here' geschieden
b. in de prediking van de Here Jezus komt het kind soms voor als gelijkenis van het koninkrijk Gods (bv. Matth.18:2 vv.). In deze voorbeelden zegt Jezus dat de volwassenen zullen moeten worden als de kinderen, willen zij het koninkrijk Gods ingaan (vs. 4). Het gaat er dan niet om dat volwassenen een of andere kinderlijke deugd uitleven zoals bv. argeloosheid, openheid of iets dergelijks, maar het gaat Hem daarbij om de afhankelijkheid, die zo kenmerkend zijn voor het kind. Jezus ziet daarin een beeld van de grondstruktuur van de verhouding van een mens tot God. De mens is daarbij volstrekt aangewezen op wat de Here God voor hem is en doet. 'Worden als een kind' is dus: deze verhouding van afhankelijkheid aanvaarden en sterven aan eigen kracht; hulp behoeven van God.
c. De Here Jezus zegent de kinderen (Matth. 19:13-15 vv.). In de genoemde geschiedenis willen de discipelen de kinderen terughouden en ze niet tot Jezus toelaten. Waarschijnlijk meenden zij dat alleen volwassenen, die een bewuste keuze kunnen maken, tot Jezus toegang mochten krijgen. Dat moeders hun kinderen door Jezus willen laten zegenen, berust op een joodse gewoonte, dat men een beroemde rabbi verzocht kinderen zijn zegen voor hun verdere leven te schenken. Jezus bemoedigt de moeders en veroordeelt de houding van de discipelen en zegt, dat het koninkrijk Gods voor de kinderen is. Zij zijn de volstrekt-op-de-ander-aangewezenen. Jezus bevestigt zijn woord door de kinderen te omarmen, hun de handen op te leggen en te zegenen. In dit alles is Jezus de Heer, die hen in zijn rijk opneemt zonder zware eisen te stellen. Vanuit deze geschiedenis zullen we ook Matth.18:6-10 lezen.
Omdat 'de kleinen' bij Jezus behoren spreekt Hij zijn 'wee' uit over wie hen tot zonde verleiden of verachten. Wat een sterk woord, waarin de Here Jezus onomwonden voor de kinderen partij kiest. Vergelijk hierbij ook: Matth.21:15 vv. waar blijkt van hoeveel waarde het kindergetuigenis is! Ook in het verdere van het N.T. lezen we steeds dat de kinderen van de christenen tot de gemeenschap van de gemeente gerekend worden (Hand.21:5; 20:9; Tit.1:6). Uit de laatste tekst blijkt dat christenen in die tijd ook wel ongelovige kinderen konden hebben; zoals hun kinderen ook mede-christenen konden zijn.
d. Paulus spreekt over het kind-zijn soms als het onvolkomene, dat men te boven moet komen (1 Cor.13:10vv.; 14:20; Ef.4:13 vv.; 1 Cor. 3:1; Gal. 4:3; vgl. Hebr. 5:13). Dit is echter niet in tegenspraak met wat wij van Jezus hoorden. Paulus haalt hiermee een andere kant van het kind-zijn naar voren: de onvolgroeidheid, onmondigheid en onwetendheid. Daar zullen kinderen 'bovenuit' moeten groeien tot volwassenheid.
5. Uitspraken
'Uit de mond van kinderen en zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest, uw tegenstanders ten spijt'
Psalm 8:3a
'Roep het volk tezamen, mannen, vrouwen en kinderen, ... opdat zij ernaar horen en de HERE, uw God, leren vrezen en al de woorden dezer wet naarstig onderhouden, en opdat hun kinderen, die er niet van weten, het horen, en de HERE, uw God leren vrezen...'
Deut.31:12,1.3
'Hetgeen wij gehoord hebben en weten,en onze vaderen ons hebben verteld, dat willen wij voor hun kinderen niet verhelen; wij willen vertellen aan het volgende geslacht des HEREN roemrijke daden, zijn kracht en de wonderen die Hij gewrocht heeft ... opdat het volgende geslacht die zou kennen, de kinderen, die geboren zouden worden, dat zij zouden opstaan om ze te vertellen aan hun kinderen: opdat die hun vertrouwen op God zouden stellen, en Gods werken niet vergeten, maar zijn geboden bewaren;...' Psalm 78:3-8
'Want Hij maakt de grendels van uw poorten sterk, Hij zegent uw kinderen in uw midden;...' Psalm 147:13
'De kroon der ouden zijn kindskinderen en de eer der kinderen zijn hun ouders' Spreuken 17:6
'Hij zal het hart der vaderen terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun vaderen,...' Maleachi 4:6a
'Voorwaar, Ik zeg u, wanneer gij u niet bekeert en wordt als de kinderen, zult gij het Koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan. Wie nu zichzelf gering zal achten als dit kind, die is de grootste in het Koninkrijk der hemelen. En een ieder, die zulk een kind ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij. Maar en ieder, die een dezer kleinen, die in Mij geloven, tot zonde verleidt, het zou beter voor hem zijn, dat een molensteen om zijn hals was gehangen en hij verzwolgen was in de diepte der zee'. Matth.18:4-7
'Maar Jezus zeide: Laat de kinderen geworden en verhindert ze niet tot mij te komen, want voor zodanigen is het Koninkrijk der hemelen'. Matth.19:14
'Laat de kinderen tot Mij komen, verhindert ze niet; want voor zodanigen is het Koninkrijk Gods. Voorwaar, Ik zeg u: Wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt als een kind, zal het voorzeker niet binnengaan' En Hij omarmde ze en hun de handen opleggende, zegende Hij ze. Marc. 10:14-16