Beleidsplan Stichting Kinderen van Gamalakhe
Versie 2, juni 2014 Tekst: Joke Stoffelen Eindredactie: Louise van der Waart Tekeningen: …. Foto’s: Jan van der Waart, Louise van der Waart www.gamalakhe.nl @LIFT_2_LIFE www.facebook.nl/childrenofgamalakhe.nl
[email protected] NL44INGB006550705
2
Inhoud
Vooraf LIFT programma Stichting Kinderen van Gamalakhe
4 4 4
Kinderen van Gamalakhe Kinderen in een township Stichting Kinderen van Gamalakhe VN-Kinderrechtenverdrag Missie Doelen Ingebed in Zuid Afrika
5 5 5 6 6 7 9
Dromen waarmaken
10
Money, money, money…
11
Communicatie
12
Wie is wie?
13
Bijlage VN-kinderrechten verdrag
14
3
Vooraf LIFT programma Jan van der Waart, één van de oprichters van de stichting Kinderen van Gamalakhe, is werkzaam bij Solera Nederland. In december 2013 heeft Tony Aquila, founder, chairman en CEO van Solera Holdings, een video boodschap verstuurd naar alle medewerkers van Solera. Hierin werden zij opgeroepen om zich aan te melden voor het LIFT programma van Solera. Het LIFT programma zet zich in voor mensen die een tweede kans verdienen. Zie voor meer informatie http://www.solerainc.com/about-us/lift Stichting Kinderen van Gamalakhe Solera Holdings heeft het project Kinderen van Gamalakhe uitgekozen als één van de zes internationale projecten om verder te ondersteunen. Met inzet en ondersteuning van Solera Holdings en Solera Nederland werkt de stichting aan het realiseren van een droom: Kinderen met een verstandelijke en of lichamelijke beperking in de township Gamalakhe een tweede kans geven in hun leven. In dit plan staan de dromen van de stichting beschreven en de route om deze te realiseren.
4
Kinderen van Gamalakhe Kinderen in een township De township Gamalakhe ligt in de provincie KwaZulu-Natal, ook wel KZN genoemd, in Zuid Afrika. De township Gamalakhe is een van de meest ontwikkelde townships aan de South Coast. In de township wonen ongeveer 20.000 mensen. Dit komt overeen met ongeveer 3400 huishoudens, uitgaande van gemiddeld 6 personen per huishouden. Ruim 13% van de huishoudens heeft geen inkomen en ruim 9% van de huishoudens heeft een jaarinkomen dat lager is dan R 9.600,- (dit is zo’n € 680,-). De hoge werkeloosheid en het aantal huishoudens met een laag inkomen leidt tot hoge misdaadcijfers en veel drugsgerelateerde problematiek. Kinderen en volwassenen met een beperking hebben het moeilijk in een land als Zuid Afrika. De sociaal en economische positie van hen is slechter dan die van mensen zonder beperking. Kinderen worden vaak uit schaamte, angst of onwetendheid aan hun lot overgelaten. Moeders met kinderen met een beperking hebben het in Zuid Afrika extra moeilijk. Vaders zijn veelal afwezig waardoor de moeders er alleen voor staan. Naast de zorg voor het kind met een beperking hebben ze de verantwoordelijkheid en zorg voor meer kinderen dan hun eigen kinderen. Veel kinderen en volwassenen overlijden vroegtijdig aan de gevolgen van HIV/Aids. De cijfers in Zuid Afrika zijn dramatisch: 1 op elke 20 volwassenen hebben HIV, aldus Artsen zonder Grenzen. Kinderen met overleden ouders leven vaak bij tantes of grootouders. Kinderen in Zuid Afrika zijn zeer kwetsbaar door de extreme armoede, mishandeling, verwaarlozing en HIV. Kinderen met een beperking zijn nog kwetsbaarder en nauwelijks weerbaar.
Stichting Kinderen van Gamalakhe Op hun reis door het gebied waar ze ook zelf grote delen van het jaar wonen, kwamen Jan en Louis van der Waart in contact met Sibongile Biyela. Ze is gestart met een dagverblijf in de township van Gamalakhe omdat ze zelf een kind heeft met beperkingen. Samen met moeders uit de gemeenschap heeft ze het centrum opgezet. Doel is dat de kinderen samen zijn en van elkaar kunnen leren. Belangrijk is ook dat de moeders zien dat er meer kinderen zijn met een beperking. De schaamte voor het hebben van een kind met een beperking is heel groot bij de moeders. Door het centrum ervaren ze dat ze niet alleen zijn. Het centrum is een kleinschalige opvang voor kinderen met een verstandelijke en of lichamelijke beperking. Zo’n 15 kinderen en hun moeders maken gebruik van deze opvang. Hierdoor kunnen deze moeders werken om als kostwinner de kost te verdienen voor hun kind, de broertjes, zusjes en de kinderen van overleden familieleden of vrienden. In het dagverblijf wordt geprobeerd om de kinderen de zorg te geven die ze nodig hebben, maar het
5
ontbreekt ze aan veel basisvoorzieningen en hulpmiddelen. Jan en Louise werden geraakt door de erbarmelijke omstandigheden waarin deze kinderen verkeerden en raakten gemotiveerd om Sibongile en de moeders te helpen.
VN-Kinderechtenverdrag Ieder kind heeft recht op liefde, bescherming, verzorging, om mee te denken, mee te beslissen en mee te doen. Deze rechten zijn vastgelegd in het VN-Kinderrechtenverdrag. Op 20 november 1989 is in New York het Kinderrechtenverdrag aangenomen. De stichting Kinderen van Gamalakhe wil haar focus richten op de meeste kwetsbare kinderen in de township. Kinderen die geen kansen krijgen en nauwelijks weerbaar zijn. Dit zijn de kinderen die bij Sibongile Biyela onderdak vonden. In het VN-Kinderrechtenverdrag is in artikel 23 aandacht voor deze kinderen.
VN-Kinderrechtenverdrag Artikel 23 Kinderen met een handicap ‘Een kind dat geestelijk of lichamelijk gehandicapt is, heeft recht op bijzondere zorg. De overheid waarborgt het recht van het gehandicapte kind op een waardig en zo zelfstandig mogelijk leven waarbij het kind actief kan deelnemen aan de maatschappij en zorgt voor bijstand om de toegang tot onder meer onderwijs, recreatie en gezondheidszorg te verzekeren.’
Missie De stichting Kinderen van Gamalakhe wil zich inzetten om een bijdrage te leveren aan het verwezenlijken aan de kinderrechten van de meest kwetsbare kinderen in de township Gamalakhe. Ook kinderen met een verstandelijke en of lichamelijke beperking hebben recht op liefde, bescherming en veiligheid. En recht op een kans om een toekomst op te bouwen.
6
Doelen Naast Sibongile en de moeders van de kinderen, ontmoeten Jan en Louise veel mensen uit de lokale gemeenschap. Uit de vele gesprekken blijkt dat ook zij het centrum en de stichting een warm hart toedragen. Borging in de lokale gemeenschap ziet de stichting als een voorwaarde voor het realiseren en slagen van haar doelen. Het project bestaat uit het opzetten, ondersteunen en uitbouwen van een dagopvang voor kinderen met een verstandelijk en/of lichamelijke beperking. Het project zal in nauwe samenwerking met de lokale bevolking uitgevoerd worden. De aandacht ligt daarbij op een veilige leefomgeving voor de kinderen, het aanbieden van individuele medische zorg, het geven van onderwijs aan de kinderen en de families. De stichting heeft drie doelen geformuleerd: 1.
Opleveren van een toekomst vast centrum
Een degelijk gebouw dat is toegerust om kwalitatief goede zorg te kunnen bieden aan kinderen die speciale zorg nodig hebben, is een basisbehoefte. Daarom zet de stichting zich in om eerst een fatsoenlijk onderdak te realiseren.
Met een architect worden de bouwtekeningen en het budget afgerond. Het gebouw moet veilig en toegankelijk zijn en geschikt voor onderwijs en verzorging van de kinderen.
Aanvragen van de bouwvergunning bij de gemeente worden ingediend, rekening houdend met het feit dat deze procedure ruim 3 maanden kan duren. Lokale aannemer contracteren en het afronden van het bouwschema na toekenning van de vergunning.
Starten en afronden van de bouw van het nieuwe centrum. Het kindvriendelijk inrichten wordt samen met de lokale bevolking en gemeenschap uitgevoerd.
7
2.
Onderwijs, opleiding en individuele ontwikkeling
De stichting wil ook werken aan de ontwikkeling van de kinderen en hen een toekomst bieden. De ervaringen en contacten zowel in Nederland als in Zuid Afrika helpen om de volgende doelen te realiseren.
3.
Aanmoedigen en stimuleren van individuele ontwikkelingen zodat de kinderen, binnen hun beperkingen, een zo goed mogelijk leven kunnen hebben.
Het centrum heeft een centrale plaats in de gemeenschap door samenwerking en het delen van kennis tussen het personeel, de ouders, de lokale bevolking en lokale organisaties.
De kinderen voorzien van speelgoed en educatief materiaal om hun individuele ontwikkeling te verbeteren.
Individuele medische zorg
In de huidige situatie ontbreekt het de kinderen aan goede specialistische medische zorg. Om zich goed te kunnen ontwikkelen zich ook deze zorg een noodzaak.
Gegarandeerde en gespecialiseerde individuele medische zorg voor de kinderen.
Het opzetten van langdurige samenwerking tussen het centrum en lokale medische organisaties.
De kinderen voorzien van individuele (medische) hulpmiddelen aangepast aan hun individuele beperking en persoonlijke ontwikkeling.
8
Ingebed in Zuid Afrika Het project van de stichting Kinderen van Gamalakhe is niet een tijdelijke zoveelste project van goedbedoelende ‘blanken uit Europa’ die iets willen doen voor kindertjes in Afrika. De roots van Jan van der Waart liggen in Zuid Afrika en veel van zijn naaste familie woont in de regio KwaZulu-Natal. Daarnaast verblijven Jan en Louise regelmatig in hun ‘home’ in Pumula. Zij kennen de regio en de mensen heel goed, zijn goed ingevoerd in de cultuur en beschikken over een uitgebreid Zuid Afrikaans netwerk.
9
Dromen waarmaken ‘…Want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren…’ Willem Elsschot
Om de dromen van Sibongile Biyela, de moeders en kinderen van Gamalakhe, en van Jan en Louise van der Waart waar te maken is hulp nodig. Praktische hulp, samenwerking en ook financiële hulp. Om de ‘wetten en praktische bezwaren’ op te lossen en aan te pakken. Een aantal organisaties hebben al hun medewerking toegezegd. Al sinds het ontstaan van de eerste ideeën voor het project zijn Jan en Louise druk aan de slag gegaan in Zuid Afrika. En inmiddels hebben veel mensen en organisaties hun medewerking toegezegd. Zo zal Netcare Margate Hospital een medische screening uitvoeren bij alle kinderen, ondersteunen bij de opleiding van de verzorgers en stellen zij hun orthopedische, oogheelkundige en tandheelkundige deskundigen beschikbaar. Verder hebben hun medewerking en praktische support toegezegd: Master Builders KwaZulu-Natal (Area Lower South Coast), Round Table Margate (KwaZulu-Natal), de lokale bestuurders en Audatex SA.
Ook in Nederland willen we mensen betrekken bij het project en worden plannen gemaakt om een verbinding aan te gaan met o.a. zorginstellingen, vrijwilligersorganisaties en hogescholen. We willen zoveel mogelijk mensen enthousiast maken, van hen leren en verbindingen aangaan.
Op bezoek bij de Master Builders.
Een meeting met the mayor.
10
Money, money, money… De stichting heeft een Anbi status aangevraagd (Algemeen nut beogende instellingen) en een rekening geopend bij de ING. Het financieel beleid is er opgericht dat alle giften, donaties en andere fondsen volledig ten goede komen aan het project van de stichting Kinderen van Gamalakhe. Er worden geen bestuurlijke vergoedingen uitbetaald. Reizen naar Zuid Afrika van bestuur en betrokkenen worden privé betaald.
11
Communicatie Voor het naar buiten brengen van haar plannen en om betrokkenen op de hoogte te houden van het werk van de stichting heeft de stichting een aantal media-instrumenten ingezet: Een website www.gamalakhe.nl met blogs Een twitteraccount @LIFT_2_LIFE Een facebookpagina www.facebook.nl/childrenofgamalakhe.nl Een mailaccount
[email protected] Verder is een folder ontwikkeld, een repons-flyer en zijn sleutelhangers gemaakt.
De communicatie zal gericht worden kent verschillende doelgroepen: de kinderen en de moeders van de kinderen, de medewerkers en verzorgers, betrokkenen in Nederland, betrokkenen in Zuid Afrika, financiers en bestuurders. Daarnaast wordt er een onderscheid gemaakt tussen de verschillende fasen van het project: van de opstart tot de borging. De moeders en kinderen en inwoners van Gamalakhe worden in juli 2014 bezocht en geïnformeerd. Daarnaast worden alle mogelijke media ingezet en inmiddels is er een artikel verschenen in de ‘South Coast Herald newspaper’ over het initiatief op 15 juni 2014. Om de communicatie goed te stroomlijnen wordt een separaat communicatieplan opgesteld.
12
Wie is wie? De stichting Kinderen van Gamalakhe is opgericht op 3 april 2014 door Jan van der Waart en Louise van der Waart. Een aanvraag voor een beschikking voor een Algemeen nut beogende instelling (een Anbi) is ingediend. De bestuur van de stichting bestaat uit enkele leden die we graag introduceren. Meer informatie over de bestuursleden, hun achtergrond, ervaring en motivatie is te lezen op de website van de stichting. Jan van der Waart, oprichter en initiator Louise van der Waart, oprichter, initiator, secretaris en penningmeester Joke Stoffelen, voorzitter
13
Bijlage INTERNATIONAAL VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND De 40 artikelen zijn op 20 november 1989 in New York door de VN aangenomen. Artikel 1 Definitie van het kind Ieder mens jonger dan achttien jaar is een kind. Artikel 2 Non-discriminatie Alle rechten gelden voor alle kinderen, zonder uitzonderingen. De overheid neemt maatregelen om alle rechten te realiseren en moet ervoor zorgen dat elk kind wordt beschermd tegen discriminatie. Artikel 3 Belang van het kind Het belang van het kind moet voorop staan bij alle maatregelen die kinderen aangaan. De overheid moet het welzijn van alle kinderen bevorderen en houdt toezicht op alle voorzieningen voor de zorg en bescherming van kinderen. Artikel 4 Realiseren van kinderrechten De overheid neemt alle nodige maatregelen om de rechten van kinderen te realiseren en moet via internationale samenwerking armere landen hierbij steunen. Artikel 5 Rol van de ouders De overheid moet de rechten, plichten en verantwoordelijkheden van ouders en voogden respecteren. De ouders en voogden moeten het kind (bege)leiden in de uitoefening van zijn of haar rechten op een manier die past bij de leeftijd en ontwikkeling van het kind. Artikel 6 Recht op leven en ontwikkeling Ieder kind heeft het recht op leven. De overheid waarborgt zoveel mogelijk het overleven en de ontwikkeling van het kind. Artikel 7 Naam en nationaliteit Het kind heeft bij de geboorte recht op een naam en een nationaliteit en om geregistreerd te worden. Het kind heeft het recht zijn of haar ouders te kennen en door hen verzorgd te worden. Artikel 8 Identiteit Het kind heeft recht zijn of haar identiteit te behouden, zoals nationaliteit, naam en familiebanden. De overheid steunt het kind om zijn of haar identiteit te herstellen als die ontnomen is. Artikel 9 Scheiding kind en ouders Het kind heeft recht om bij de ouders te leven en op omgang met beide ouders als het kind van een of beide ouders gescheiden is, tenzij dit niet in zijn of haar belang is. In procedures hierover moet naar de mening van kinderen en ouders worden geluisterd. Artikel 10 Gezinshereniging Ieder kind heeft recht om herenigd te worden met zijn of haar ouder(s) als het kind en de ouder(s) niet in hetzelfde land wonen. Aanvragen hiervoor moet de overheid met welwillendheid, menselijkheid en spoed behandelen. Het kind dat in een ander land dan zijn of haar ouder(s) verblijft, heeft recht op rechtstreeks en regelmatig contact met die ouder(s). Artikel 11 Kinderontvoering Het kind heeft recht op bescherming tegen kinderontvoering naar het buitenland door een ouder. De overheid neemt ook maatregelen om ervoor te zorgen dat het kind kan terugkeren vanuit het buitenland als het ontvoerd is.
14
Artikel 12 Participatie en hoorrecht Het kind heeft recht om zijn of haar mening te geven over alle zaken die het kind aangaan. De overheid zorgt ervoor dat het kind die mening kan uiten en dat er naar hem of haar wordt geluisterd. Dit geldt ook voor gerechtelijke en bestuurlijke procedures. Artikel 13 Vrijheid van meningsuiting Het kind heeft recht op vrijheid van meningsuiting, dit omvat ook de vrijheid inlichtingen en denkbeelden te verzamelen, te ontvangen en te verspreiden. Daarbij moet rekening gehouden worden met de rechten van anderen. Artikel 14 Vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst Het kind heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst en de vrijheid deze te uiten. De overheid respecteert de rechten en plichten van ouders en voogden om het kind te (bege)leiden bij de uitoefening van dit recht op een manier die past bij zijn of haar leeftijd en ontwikkeling. Artikel 15 Vrijheid van vereniging Het kind heeft recht met anderen vreedzaam samen te komen, lid te zijn of te worden van een vereniging en een vereniging op te richten. Artikel 16 Privacy Ieder kind heeft recht op privacy. De overheid beschermt het kind tegen inmenging in zijn of haar privé- en gezinsleven, huis of post en respecteert zijn of haar eer en goede naam. Artikel 17 Recht op informatie Het kind heeft recht op toegang tot informatie en materialen van verschillende bronnen en in het bijzonder op informatie en materialen die zijn of haar welzijn en gezondheid bevorderen. De overheid stimuleert de productie en verspreiding hiervan en zorgt ervoor dat het kind beschermd wordt tegen informatie die schadelijk is. Artikel 18 Verantwoordelijkheden van ouders Beide ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Het belang van het kind staat hierbij voorop. De overheid respecteert de eerste verantwoordelijkheid van ouders en voogden, geeft hen ondersteuning en creëert voorzieningen voor de zorg van kinderen, ook voor kinderopvang als de ouders werken. Artikel 19 Bescherming tegen kindermishandeling Het kind heeft recht op bescherming tegen alle vormen van lichamelijke en geestelijke mishandeling en verwaarlozing zowel in het gezin als daarbuiten. De overheid neemt maatregelen ter preventie en signalering hiervan en zorgt voor opvang en behandeling. Artikel 20 Kinderen zonder ouderlijke zorg Een kind dat tijdelijk of blijvend niet in het eigen gezin kan opgroeien heeft recht op bijzondere bescherming. De overheid zorgt voor alternatieve opvang, zoals een pleeggezin of indien nodig een kindertehuis. Artikel 21 Adoptie Het belang van het kind moet voorop staan bij adoptie. Als er voor het kind geen oplossing mogelijk is in het eigen land, is internationale adoptie toegestaan. De overheid houdt toezicht op de adoptieprocedures en bestrijdt commerciële praktijken. Artikel 22 Vluchtelingen Een kind dat asiel zoekt of erkend is als vluchteling, heeft recht op bijzondere bescherming en bijstand ongeacht of hij of zij alleenstaand of bij zijn ouders is. De overheid moet proberen de ouders of andere familieleden van alleenstaande gevluchte kinderen op te sporen. Als dat niet lukt, heeft het kind recht op dezelfde bescherming als elk ander kind zonder ouderlijke zorg.
15
Artikel 23 Kinderen met een handicap Een kind dat geestelijk of lichamelijk gehandicapt is, heeft recht op bijzondere zorg. De overheid waarborgt het recht van het gehandicapte kind op een waardig en zo zelfstandig mogelijk leven waarbij het kind actief kan deelnemen aan de maatschappij en zorgt voor bijstand om de toegang tot onder meer onderwijs, recreatie en gezondheidszorg te verzekeren. Artikel 24 Gezondheidszorg Het kind heeft recht op de best mogelijke gezondheid en op gezondheidszorgvoorzieningen. De overheid waarborgt dat geen enkel kind de toegang tot deze voorzieningen wordt onthouden. Extra aandacht is er voor de vermindering van baby- en kindersterfte, eerstelijnsgezondheidszorg, voldoende voedsel en schoon drinkwater, zorg voor moeders voor en na de bevalling en voor voorlichting over gezondheid, voeding, borstvoeding en hygiëne. De overheid zorgt ervoor dat traditionele gewoontes die schadelijk zijn voor de gezondheid van kinderen, worden afgeschaft. Artikel 25 Uithuisplaatsing Een kind dat uit huis is geplaatst voor zorg, bescherming of behandeling van zijn of haar geestelijke of lichamelijke gezondheid, heeft recht op een regelmatige evaluatie van zijn of haar behandeling en of de uithuisplaatsing nog nodig is. Artikel 26 Sociale zekerheid Ieder kind heeft het recht op voorzieningen voor sociale zekerheid. Artikel 27 Levensstandaard Ieder kind heeft recht op een levensstandaard die voldoende is voor zijn of haar lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke en maatschappelijke ontwikkeling. Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de levensomstandigheden van het kind maar de overheid moet hen hierbij helpen door bijstand en ondersteuning zodat het kindop het minst voldoende eten en kleding en adequate huisvesting heeft. Artikel 28 Onderwijs Het kind heeft recht op onderwijs. Basisonderwijs is voor ieder kind gratis en verplicht. De overheid zorgt ervoor dat het voortgezet - en beroepsonderwijs toegankelijk is voor ieder kind, in overeenstemming met zijn of haar leerniveau. De overheid pakt vroegtijdig schooluitval aan. De handhaving van de discipline op school moet de menselijke waardigheid en kinderrechten respecteren. International samenwerking is nodig om analfabetisme te voorkomen. Artikel 29 Onderwijsdoelstellingen Het kind heeft recht op onderwijs dat is gericht op: de ontplooiing van het kind; respect voor mensenrechten en voor de eigen culturele identiteit, de waarden van het eigen land en van andere landen; vrede en verdraagzaamheid; gelijkheid tussen geslachten; vriendschap tussen alle volken en groepen en eerbied voor het milieu. Iedereen is vrij om een school naar eigen inzicht op te richten met inachtneming van deze beginselen en de door de overheid vastgestelde minimumnormen voor alle scholen. Artikel 30 Kinderen uit minderheidsgroepen Een kind uit een etnische, religieuze of linguïstische minderheidsgroep heeft recht om zijn of haar eigen cultuur te beleven, godsdienst te belijden of taal te gebruiken. Artikel 31 Recreatie Het kind heeft recht op rust en vrije tijd, om te spelen en op recreatie, en om deel te nemen aan kunst en cultuur. De overheid zorgt ervoor dat ieder kind gelijke kansen heeft om dit recht te realiseren en bevordert recreatieve, artistieke en culturele voorzieningen voor kinderen. Artikel 32 Bescherming tegen kinderarbeid Het kind heeft recht op bescherming tegen economische uitbuiting en tegen werk dat gevaarlijk en schadelijk is voor zijn of haar gezondheid en ontwikkeling of de opvoeding hindert. De
16
overheid moet een minimumleeftijd voor arbeid en aangepaste werktijden en arbeidsvoorwaarden vaststellen. Artikel 33 Bescherming tegen drugs Het kind heeft recht op bescherming tegen drugsgebruik. De overheid moet maatregelen nemen zodat kinderen niet ingezet worden bij het maken of in de handel van drugs. Artikel 34 Seksueel misbruik Het kind heeft recht op bescherming tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik. De overheid moet maatregelen nemen om kinderprostitutie en kinderpornografie te voorkomen. Artikel 35 Handel in kinderen Het kind heeft recht op bescherming tegen ontvoering en mensenhandel. De overheid onderneemt actie om te voorkomen dat kinderen worden ontvoerd, verkocht of verhandeld. Artikel 36 Andere vormen van uitbuiting Het kind heeft recht op bescherming tegen alle andere vormen van uitbuiting die schadelijk zijn voor enig aspect van het welzijn van het kind. Artikel 37 Kinderen in detentie Marteling en andere vormen van wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing van het kind zijn verboden. Kinderen mogen niet veroordeeld worden tot de doodstraf of tot levenslange gevangenisstraf. Opsluiting van een kind mag alleen als uiterste maatregel en dan zo kort mogelijk. Als een kind wordt opgesloten, moet de rechter zo snel mogelijk beslissen of dat mag. Het kind heeft daarbij recht op juridische steun. Kinderen mogen niet samen met volwassenen opgesloten worden. Alle kinderen in detentie hebben recht op een menswaardige behandeling en op contact met hun familie. Artikel 38 Kinderen in oorlogssituaties Een kind in een oorlogssituatie heeft recht op extra bescherming en zorg. De overheid waarborgt dat kinderen jonger dan vijftien jaar niet voor militaire dienst worden opgeroepen. Artikel 39 Bijzondere zorg voor slachtoffers Een kind dat slachtoffer is van oorlogsgeweld of van uitbuiting, misbruik, foltering of een andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing heeft recht op bijzondere zorg - in een omgeving die goed is voor het zelfrespect, de gezondheid en de waardigheid van het kind om te herstellen en te herintegreren in de samenleving. Artikel 40 Jeugdstrafrecht Ieder kind dat verdacht, vervolgd of veroordeeld wordt voor een strafbaar feit heeft recht op een pedagogische behandeling die geen afbreuk doet aan de eigenwaarde en de menselijke waardigheid van het kind, die rekening houdt met de leeftijd van het kind en die de herintegratie en de opbouwende rol van het kind in de samenleving bevordert. Ieder kind heeft recht op een eerlijk proces en op juridische bijstand. De overheid houdt kinderen zoveel mogelijk buiten strafrechtelijke procedures.
17