Opdrachtgever: OCMW Machelen C. Peetersstraat Machelen

Provincie : Gemeente: Dossiernr. :

Vlaams-Brabant Machelen 7237970003

Besteknummer: BTK01A-7237970003 DEEL II - HVAC

MACHELEN Rijwoning te Machelen Van Molderstraat 24 Renovatie van 2 doorgangswoningen en 1 noodwoning Deel II: Volume 3: HVAC

Opdrachtgever: OCMW Machelen C. Peetersstraat 45 1830 Machelen

Vestiging Hasselt Herkenrodesingel 8B bus 3.01 3500 Hasselt Tel: 011/26.08.70 Fax: 011/26.08.80

Doorgangswoningen te Machelen HVAC

Grontmij Belgium nv

Inhoudsopgave DEEL II : SPECIFIEKE TECHNISCHE BEPALINGEN ...................................................................3 ALGEMENE NOTA........................................................................................................................3 GRENZEN VAN DE AANNEMING.................................................................................................3 GLOBALE OMSCHRIJVING VAN DE WERKEN ...........................................................................4 GEDETAILLEERDE OMSCHRIJVING PER ARTIKEL...................................................................8 ARTIKEL 1 - WARMTEPRODUCTIE .............................................................................................8 ARTIKEL 2 - BRANDSTOFTOEVOER - GAS.............................................................................. 10 ARTIKEL 3 - AFVOER VAN VERBRANDINGSGASSEN ............................................................ 12 ARTIKEL 4 - BUIZEN EN TOEBEHOREN ................................................................................... 14 ARTIKEL 5 - KRAANWERK ....................................................................................................... 21 ARTIKEL 6 – VERWARMINGSLICHAMEN ................................................................................. 22 ARTIKEL 7 – SCHILDERWERKEN EN MARKERINGEN ............................................................ 23 ARTIKEL 8 – WARMTEREGELING EN TOEBEHOREN VOOR VERWARMINGSLICHAMEN .... 24 ARTIKEL 9 – DAMPKAPPEN...................................................................................................... 27 ARTIKEL 10 – KAP-, BOOR-, BETON- EN METSELWERKEN ................................................... 28 ARTIKEL 11 - OPLEVERING - CONTROLE – VERPLICHTE PROEVEN – OPLEIDING ............. 29 OPTIE 1 – SCHILDEREN VAN BESTAANDE VERWARMINGSLICHAMEN. .............................. 34 OPTIE 2 – LEVEREN EN PLAATSEN VAN NIEUWE VERWARMINGSLICHAMEN. ................... 35 OPTIE 3 – EXTRACTIE BADKAMERS. ....................................................................................... 37 A. LUCHTKANALEN ................................................................................................................... 37 B. ISOLATIE VAN LUCHTKANALEN.......................................................................................... 41 C. BRANDWERENDE MANCHETTEN ........................................................................................ 41 D. EXTRACTIEVENTILATOR ...................................................................................................... 42 E. AFZUIGVENTIELEN ............................................................................................................... 42

Revisie A

Opmerking Ontwerp

Opgemaakt

Naam NH / TOO

Handtekening

datum 06/02/2014

Geverifieerd Vrijgegeven

HVER

BTK01A-7237970003 DEEL II - HVAC

2 van 42


Grontmij Belgium nv

DEEL II : SPECIFIEKE TECHNISCHE BEPALINGEN ALGEMENE NOTA In dit project doet de bouwheer de controle op de uitvoering, onder toezicht/advies van de ontwerper. Alle tekeningen en berekeningsnota’s dienen te zijn opgemaakt in de Nederlandse taal. GRENZEN VAN DE AANNEMING Grenzen van aanneming tov de nutsmaatschappij De aannemer sluit de nieuwe gasleidingen aan na de bestaande gastellers. Na de uitgevoerde werkzaamheden dient de installatie gekeurd te worden door een onafhankelijk keuringsorganisme. Dit is ten laste van deze aanneming. De aannemer kijkt na en voert eventueel de nodige aanpassingen uit opdat zowel voor het gastellerlokaal als de opstellingsruimte van de verwarmingstoestellen voldaan wordt aan alle geldende normen. Grenzen van aanneming met de ruwbouwkundige werken Dakopstanden van individuele of collectieve doorvoeren, de waterdichting en de afwerking ervan (eindstukken, kofferdeksel, dakkappen, ….) zijn inbegrepen in dit volume. Eventuele doorboringen in buitenwanden/daken/vloeren ten behoeve van de installaties van huidige aanneming en het waterdicht maken rond de doorvoering is inbegrepen in dit volume. Brandwerende afdichtingen van de openingen in de brandwerende wanden, plafonds en vloerplaten zijn inbegrepen in onderhavig volume. Inslijpen, plaatsen van wachtbuizen, of voorzien van leidingen in betonnen wanden of vloeren, alsook het terug dichten ervan met identieke materialen als waaruit de wand is samengesteld, is inbegrepen in dit volume. Het treffen van voorzieningen voor het aanbrengen van leidingen in schachten is inbegrepen in dit volume. Het maken van nieuwe doorvoeropeningen zijn het voorwerp van een goedkeuring van de bouwheer. In ieder geval zijn de uitvoering en ermee gepaard gaande kosten van alle extra openingen integraal ten laste van huidig volume. Na goedkeuring van de bouwheer voor een opening zal huidige aannemer na het maken van desbetreffende opening de resterende vrije ruimte tussen zijn leiding / kabel / kanaal /… en de opening zelf (al dan niet brandwerend) afdichten en herstellen in oorspronkelijke staat. Het maken van de doorvoeropeningen gebeurt met moderne middelen en de uitvoeringsmethode dient vooraf ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de bouwheer. Grenzen met volume sanitair Condensafvoeren zijn voorzien in het volume sanitair. Grenzen met volume elektriciteit Inbegrepen in huidig volume: het effectief aansluiten van de kabels op de toestellen. In het deel elektriciteit zijn volgende aansluitpunten voorzien: - Voedingskabels voor de badkamerventilator. - Stopcontacten voor de gaswandketels in de berging. Alle andere voedings- of stuurkabels dienen door de aannemer HVAC voorzien te worden.


3 van 42


Grontmij Belgium nv

GLOBALE OMSCHRIJVING VAN DE WERKEN

0.

Algemene omschrijving van de werken De rijwoning te Machelen wordt gerenoveerd zodat ze gebruikt kan worden als 2 doorgangswoningen en één noodwoning. De opdrachtgever, ook wel bouwheer genoemd, is het OCMW te Machelen. Dit volume omvat alle uit te voeren werken betreffende de installaties HVAC aan de 3 eerder omschreven woningen. Verder worden andere uit te voeren werkzaamheden zoals bouwkundige werken, elektrische werken en werken aan de sanitaire installaties beschreven in de overeenstemmende volumes. De opgegeven vermogens (thermisch en elektrisch) worden bij wijze van inlichting gegeven en vormen de in aanmerking te nemen minima van de vermogens en de debieten. 0.1 Warmteproductie De verwarming gebeurt individueel per gebruiker. Elke woning heeft zijn eigen bestaande gasteller opgesteld in de kelder van het gebouw. De gasinstallaties dienen gekeurd te worden door een erkend organisme, attesten zijn in te dienen. Vanuit het gastellers vertrekken de nieuw te plaatsen koperen gasleidingen via de kelder en nieuwe doorboringen tot in de bergingen van de woningen. Elke ketel heeft zijn eigen brandstoftoevoer, voorzien van een filter en een gaskraan. Het betreft een gesloten en condenserende gaswandketel voorzien met doorstromer. Er is steeds een voorrangsschakeling voor het sanitair warm water. De kanalen voor rookgasafvoer en aanvoer van verbrandingslucht voor de ketels, zal geschieden via het individueel tuberen van de 3 bestaande schoorstenen. Deze zullen door de aannemer eerst grondig gereinigd worden. Reinigingsattest voor te leggen aan de bouwheer. De afwerking van de schachten en de dakkappen zijn voorzien in deze aanneming. De dakkappen worden gelakt in een RAL kleur naar keuze van de bouwheer. Op de koud watervoeding naar elk appartement zal bij het binnenkomen van de berging een aftakking gemaakt worden ten behoeve van de voeding van de ketel. De koud watervoeding naar de ketel wordt aangesloten door middel van een flexibele leiding, voorafgegaan van een afsluitkraan en gevolgd door een terugslagklep type EA en afsluitkraan. De ketel is voorzien van een ingebouwd expansievat en een ingebouwde circulatiepomp.


4 van 42


Grontmij Belgium nv

0.2 Warmteverdeling en verwarmingslichamen De warmteverdeling binnen de appartementen wordt voorzien via een verdeelcollector met in de chape ingewerkte geïsoleerde kunststof leidingen (BUTgb gekeurd of gelijkwaardig). Warmteafgifte wordt in eerste instantie voorzien d.m.v. bestaande radiatoren welke teruggeplaatst worden. Als optie dient de inschrijver een prijs op te geven voor het leveren en plaatsen van nieuwe paneelradiatoren met geïntegreerde ventielen en onzichtbare aansluitingen. Selectie te baseren op de bestaande radiatoren en regime 70/50°C, de aannemer dient hiertoe in uitvoering een warmteverliesberekening voor te leggen ter verantwoording van zijn selectie. De temperatuurregeling gebeurt door middel van een kamerthermostaat, gesitueerd in de leefruimte. Hierop kan een dagen nachtregime worden ingesteld, hetzij handmatig, hetzij klokgestuurd. In de andere ruimten worden de verwarmingslichamen uitgerust met thermostatische kranen.

0.3 Ventilatie In optie dient de installateur een prijs op te geven voor het leveren en plaatsen van een extractieventilator voor de verluchting van de badkamers van de appartementen. Deze zorgt voor een basisventilatie van 25m³/h per appartement, en gaat naar een maximum van 75 m³/h indien de verlichting in één van de badkamers wordt aangeschakeld.

0.4 Automatische regeling en elektrische borden Alle overige voedings- of stuurkabels behoren tot onderhavig volume. Alle elektrische werken worden uitgevoerd volgens het AREI en dienen gekeurd te worden door een erkend organisme. De bekabeling in de kelder en in leidingkokers wordt in opbouwbuisjes voorzien.

0.5 Optionele meerprijzen Zoals ook vermeld in punt 0.3 wordt er aan de inschrijver gevraagd om een aantal optionele meerpijzen op te geven. In functie van de inschrijvingsprijs en het beschikbare budget kan de bouwheer één of meer van deze opties selecteren voor uitvoering door de betreffende installateur. De prijzen per optie dienen compleet te zijn en mag indien keuze voor één van de opties geen meerprijs tot gevolg hebben.


5 van 42


1.

Grontmij Belgium nv

Ontwerpcondities Warmteverliesberekening T.B. 105 van 1990 en addenda. Buitenomstandigheden Ontwerpcondities voor de verwarmingsinstallatie zijn: temperatuur: - 10° C. relatieve vochtigheidsgraad (winter): 90 % windsnelheid: 5 m/s Binnenomstandigheden Binnentemperatuur: Volgende lokaaltemperaturen worden gegarandeerd bij -10°C buitentemperatuur conform NBN B62-003: Winter Woonkamer, keuken 22°C Slaapkamer 18°C Badkamer 24°C Berging, gang/hal, niet verwarmd gemeenschappelijke delen

2.

Dimensionering van de leidingen Hydraulische dimensionering De leidingen voor verwarmingswater moeten berekend worden volgens de methode van Rietschel, maximale ladingsverliezen: 100Pa/m Aërolische dimensionering De luchtkokers worden gedimensioneerd volgens de methode van het constante ladingsverlies. De diameters van de luchtkanalen zijn berekend op basis van een grenssnelheid: * Binnen de wooneenheid: 2 m/s. * Buiten de wooneenheid: - 4 m/s in de schachten (afvoerkanaal extractie wooneenheden), - 3 m/s de aftakkingen naar de roosters.

3.

Selectie van de uitrustingen Verwarmingslichamen Voor de dimensionering in verwarmingssituatie dient de aannemer gewaarborgde statische controle berekeningen vooraf ter inzage aan de leidende ambtenaar voor te leggen conform NBN EN 12831. De uitgangspunten van de berekeningen worden bij aanvang van detailengineering beschikbaar gesteld. De afmetingen van de afgiftelichamen dienen ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de werfleiding. De plannen van de aannemer duiden voor ieder toestel het gestandaardiseerde vermogen aan dat steeds groter is dan de berekende statisch capaciteiten, maar deze het dichtst benadert.


6 van 42


Grontmij Belgium nv

De dimensionering van de statische verwarmingslichamen wordt bepaald aan de hand van de warmte-emissies volgens EN 442 voor een regime van 70/50°C. 4.

Comfortvoorwaarden Residuele luchtsnelheid De verdeling en de terugname van de lucht in de lokalen worden ontworpen zodat de luchtsnelheid in de comfortzone van de lokalen kleiner blijft dan 0,20 m/s. Akoestisch geluidsniveau De geluidsuitstraling dient rekening te houden met de milieuvergunningdecreten van het Vlaams Gewest (Vlarem-bepalingen) en deze van de NBN S01-401.


7 van 42


Grontmij Belgium nv

GEDETAILLEERDE OMSCHRIJVING PER ARTIKEL

ARTIKEL 1 - WARMTEPRODUCTIE 1.

Van toepassing Volgens typebestek 105 van 1990

2.

Omschrijving Het betreft de levering, plaatsing, hydraulische en elektrische aansluiting en de in bedrijfstelling van een gaswandketel bestemd voor centrale verwarming en sanitair warm water, met inbegrip van alle nodige toebehoren. Condensatiegasketel van roestvrij staal Wandtoestel Genormeerd rendement: tot 109 % op de onderwaarde. De ketel is CE gekeurd als type B23, B33, C13, C33, C43, C53, C83 in categorie I2E(N)B en voldoet aan het KB van 18/03/97 (richtlijn 92/42 CEE). Hij draagt tevens het HRtoplabel. Het plaatsen dient te geschieden overeenkomstig de NBN D51-003 (+ addenda) en NBN B 61-002 (+addenda). Apart van de ketel zal een montagekruis meegeleverd worden, waarop een regelbare bypass en veiligheidsklep (CV) gemonteerd zijn. Hiermee is het mogelijk de voormontage van alle hydraulische- en gasleidingen te doen en de ketel pas later te monteren (antidiefstal!). Modulatiebereik minstens 1: 4 De ketel zal voorzien zijn van: vorstbeveiliging een automatische luchtafscheider een oververhittingsbeveiliging 100 ° C met visuele controle ingebouwd expansievat CV 10 l . codeeradres voor regeling maximum vermogen CV. codeeradres van geheugenstoringen (onthoudt de 10 laatste storingen) codeeradres voor activering ontluchtings- en vulprogramma regelbare maximumketelwatertemperatuur bij tapwateropwarming regelbare schakelfrequentie voor opwarming comfortwisselaar IP24D beschermingsgraad (volgens AREI max.zone 2) De rookgasafvoer gebeurt via een kanaal in de bestaande schouw per appartement. De verse luchtname via de restruimte in de schouw. Tussen ketel en schouw is een concentrische buis, terwijl in de schouw enkel de rookgasafvoer gekanaliseerd is.

3.

Karakteristieken voor montage De plaatsing van de ketels zal gebeuren volgens de richtlijnen van de fabrikant en geplaatst worden met de door de fabrikant opgegeven beugels en consoles. Het vullen en bijvullen van het CV-circuit dient te gebeuren volgens de VDI2035 en de richtlijnen van de fabrikant.


8 van 42


Grontmij Belgium nv

De installatie dient bij voorkeur gevuld en bijgevuld te worden met onthard water. En dit volgens de strengste geldende: hetzij de VDI2035, hetzij de richtlijnen van de ketelfabrikant. De aannemer voorziet een logboek bij de vullingscombinatie, waarin de vulling en bijvulling van cv-water (hardheid en watervolume) opgenomen wordt. 4.

Afmetingen van de ketel - breedte : ±0,60 m - diepte : ±0,60 m - hoogte : ±1,50 m

5.

Keuring Het keuringsbewijs dat de ketel gekeurd is moet in dubbel exemplaar aan de bouwheer worden overgemaakt alvorens de definitieve bestelling te doen. Idem de Vlarem en CEattesten.

6.

Meting Condenserende gaswandketel met doorstromer, aangesloten tot een gebruiksklaar geheel en inclusief alle toebehoren: gemeten per stuk


9 van 42


Grontmij Belgium nv

ARTIKEL 2 - BRANDSTOFTOEVOER - GAS 1.

Van toepassing -

2.

TB 105 van 1990 Richtlijnen KVBG NBN D 51-003 Voorschriften van de gasmaatschappij Een erkend organisme dat de keuringen zal verrichten

Omschrijving De gasinstallatie omvat alle gasvoorzieningen voor woningen vanaf vlak na de gasmeter tot aan de verbruikstoestellen. De gasinstallatie moet gebaseerd zijn op: - een nominale druk door de maatschappij op te geven - laag calorisch gas Bij elke ketel wordt een filter en 2 manuele afsluiters. Gaskranen Ze zijn conform KVBG. De gaskranen hebben een kwartdraai bediening met ondubbelzinnige aanduiding van open of gesloten stand. Afneembare bedieningssleutels zijn verboden. Ze zijn geschikt voor installaties van gemiddelde en lage gasdruk (<100mbar). De afsluitkranen zijn van het type sferische plugkranen met volle doorlaat. PTFE dichting. Gasfilter De filters zijn vervaardigd uit synthetisch weefsel, of metaalgaas. Filtratiegraad < 50 micron. Ze zijn vlot verwijderbaar, vervangbaar en onderhoudbaar.

3.

Keuring en openen gasmeter Keuring Keuring van volledige installatie door een erkend organisme. In overeenstemming met artikel 48 van het K.B. van 28 juni 1971, dient de installateur een overeenkomstigheidsattest over te maken aan de aardgasmaatschappij dat de binneninstallatie voldoet aan de norm NBN D 51-003. Alle eventuele wijzigingen uit te voeren om de installatie hiermee in overeenstemming te maken vallen ten laste van de installateur. Dit attest omvat een verklaring van conformiteit en een principeschema van de installatie. Het attest moet worden gevalideerd - na controle ter plaatse - door een verslag van een erkend controle organisme. De vereiste overeenkomstigheidsattesten dienen minimaal 30 kalenderdagen vóór de officiële einddatum van de werken ter beschikking gesteld worden van de bouwheer. Bij het ontbreken van de attesten binnen de vooropgestelde termijn is de aannemer verantwoordelijk voor alle eventuele bijkomende kosten m.b.t. de ontzegeling van verzegelde gasmeters, dewelke in voorkomend geval zullen worden verrekend aan de tarieven van de betreffende netbeheerder.


10 van 42


Grontmij Belgium nv

Dichtheidsproef Vooraleer de aansluiting van een installatie aan te vragen en vooraleer eventuele dekmiddelen of beschildering aan te brengen, zal de installateur de installatie (inbegrepen de tussengasmeters) onderwerpen aan een drukproef volgens § 4.7 van NBN D 51-003 Openen van de gasmeter De installatie mag slechts in dienst gesteld worden als aan alle voorschriften van de distributeur voldaan wordt. Bij het openen van de gasmeter vergewist de gasmaatschappij zich ervan dat de binneninstallatie gasdicht is voor de verdelingsdruk. Alle eventuele verbruikskosten tijdens de loop van de werken zullen ten laste vallen van de aannemer en desgevallend door het Bestuur worden verrekend aan de tarieven van de betreffende netbeheerder. Ontluchting Conform NBN D51-003 § 4.8. Voor de ingebruikname wordt de installatie ontlucht. Deze ontluchting gebeurt, hetzij via een darm die buiten het gebouw uitmondt, hetzij via een makkelijk te bereiken brander van een toestel; in dit laatste geval houdt men een vlam aan de brander en zorgt men ervoor dat het lokaal verlucht wordt. De brander moet lang genoeg blijven branden om de ganse installatie volledig te ontluchten (gevaar van luchtzakken). Merken van leidingen De gasleidingen worden geïdentificeerd door een markering in gele kleur. Dit is inbegrepen in het artikel schilderwerken. 4.

Meting -

Handbediende gasafsluiter Gasfilter Aansluiting op gasteller Schilderwerken Keuring door erkend organisme


: gemeten per stuk : gemeten per stuk : gemeten per stuk : globale prijs,inbegrepen in artikel schilderwerken : globale prijs

11 van 42


Grontmij Belgium nv

ARTIKEL 3 - AFVOER VAN VERBRANDINGSGASSEN 1.

Van toepassing NBN B61-001, NBN B61-002, EN10259, EN10088, EN 1443.

2.

Omschrijving AFVOER ROOKGASSEN Voor ketels met een nominaal vermogen tot 70 kW gebeurt de installatie gebeurt volledig conform de norm NBN D 61-002 - Centrale verwarmingsketels met een nominaal vermogen kleiner dan 70 kW - Voorschriften voor hun opstellingsruimte, luchttoevoer en rookafvoer (2003). Voor de verbrandingstoestellen op gas zijn de voorschriften van de NBN D 51-003 inzake uitmonding in gevel en dak van toepassing. GESLOTEN GASTOESTELLEN TYPE C : AANVOER VERBRANDINGSLUCHT EN AFVOER ROOKGASSEN Overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant en met behulp van meegeleverde buizen voor de aanvoer van verbrandingslucht en afvoer van rookgassen. De plaats van uitmonding van de systemen (eindstuk) t.o.v. openingen in de woning en hindernissen voldoet aan bijlage G van de norm NBN D51-003 en de aanbevelingen van de leverancier. Er dient een combi-dakkap voorzien om de drie rookgasafvoeren te combineren zodat de verse luchtname onderaan de kap kan gebeuren. De mond van de rookgasafvoer dient minimum 2 meter boven de dakrand uit te komen.

3.

Hoge en lage ventilatie in de bergingen De verluchting van de bergingen, waarin de ketels zijn opgesteld, zal voldoen aan de norm NBN B61-002. Indien de verhouding: van [nominaal vermogen van de opgestelde verbrandingstoestellen (kW) / inhoud opstellingsruimte (m³) ] > 35: moeten de doorlaat, zowel van de toevoeropeningen onderaan in de ruimte als van de opening voor de afvoer van de warmteverliezen (bovenaan in de ruimte) 1cm²/kW geïnstalleerd nominaal vermogen bedragen, met een minimum van 50cm². moeten deze permanente, niet afsluitbare, openingen uitmonden in een goed geventileerde ruimte of rechtsreeks in open lucht kunnen een spleet onder en boven een deur dienst doen als ventilatieopeningen. Indien de verhouding van [nominaal vermogen van de opgestelde verbrandingstoestellen (kW) / inhoud opstellingsruimte (m³) ] 35, dienen er geen speciale voorzieningen getroffen te worden om de warmteverliezen af te voeren.

4.

Keuring De installateur moet een montageschema voorleggen ter goedkeuring rookgasaansluitingen, de doorvoer en afwerking op de dakkap/dakopstand.


van

de

12 van 42


Grontmij Belgium nv

Er kan geen materiaal besteld of geplaatst worden zonder voorafgaandelijke goedkeuring van een gecoördineerde uitvoeringstekening en montageschema. Vooraf dienen de certificatierapporten van de fabrikant voorgelegd te worden. 5.

Meting Individuele rookgasafvoer per ketel, te plaatsen in de 3 bestaande schoorstenen incl. aansluitkanalen ketels en per diameter: Globale prijs per appartement. Inclusief combi-dakkap.


13 van 42


Grontmij Belgium nv

ARTIKEL 4 - BUIZEN EN TOEBEHOREN 1.

Van toepassing TB 105 - 1990 en geldende normeringen vermeld bij desbetreffende type leidingen hieronder.

2.

Omschrijving Volgende buizen worden toegepast: gasleiding van meter tot aan de ketel: stalen gasleiding verbindingen tussen ketel en collectoren: stalen leidingen voor verwarming verbindingen tussen collectoren en afgiftelichamen: voorgeïsoleerde verdeelleidingen

kunststof

A. Stalen buizen voor verwarming Van toepassing & materiaal De buizen voor levering en vakkundige plaatsing in aanmerking komend moeten beantwoorden aan de volgende eisen: Stalen buizen, zonder naad, type kookbuizen volgens NBN 237 te leggen volgens NBN A25-104 qua kwaliteit voor diameter boven 6/4", met alle nodige lasbochten. De pijpen van 3/8" tot en met 6/4" zijn van het type blauwe buizen voor verwarming volgens NBN A25.103 met alle nodige hulpstukken. geschikt voor verwarmingsinstallaties (<110°C) met een maximale werkdruk tot 10bar. Uitvoering Al de buizen worden gelegd tussen de ketel en de collectoren. De leidingen moeten spanningsvrij gemonteerd worden met voldoende mogelijkheid voor krimp en uitzetting achteraf. Ook een goede ontluchting moet verzekerd worden door middel van luchtpotten, automatische ontluchters, reinigbaar zonder dat men het water moet aflaten. Ofwel door een vakkundige plaatsing, dit is in helling met de waterstroom mee. Het monteren van de automatische ontluchters en separators, moet begrepen zijn in de prijs van de buizen. (Daar dit van de montagewijze afhangt). Alle leidingen worden met afschot een aftapkraan gelegd zodat het net volledig kan geledigd worden. Alle hoogste punten worden voorzien van een ontluchtingsmogelijkheid (via radiator en/of een automatische gemakkelijk te onderhouden ontluchter). Alle buizen moeten op een eerste laag zinkchromaatverf geschilderd worden, als ze op de werf komen. Een tweede laag dadelijk na de montage en het laswerk (per lokaal) voorzien. Trillingsvrije opstelling der leidingen door tussenplaatsing van neopreen of gelijkwaardig tussen buizen en ophangbeugels, alzo wordt het contactoppervlakte akoestisch verbeterd. De leverancier van de buizen, koppelingen en thermostaatkranen levert een schriftelijke systeemgarantie van 10 jaar, die zowel de schade aan het materiaal als de schadegevolgen dekt. De montage gebeurt volgens de voorschriften van de fabrikant.


14 van 42


Grontmij Belgium nv

Proeven Alle leidingen en hun verbindingen zijn blijvend waterdicht bij de vooropgestelde bedrijfsdruk en -temperatuur. Het leidingnet zal uitgetest worden op haar waterdichtheid volgens NBN D11-101: drukproef in koude toestand van de leidingen (verplicht uit te voeren op elke installatie). De installatie wordt gedurende 24 uur aan een waterdruk onderworpen van 1,5 maal de nominale werkdruk en mag daarbij geen enkel lek vertonen (geen drukval). De nominale werkdruk (=PN) bedraagt 3bar. B. Koperen buizen voor gasleiding Van toepassing: NBN P 12-101 - Buisleidingen en koppelstukken - Koperen pijpen voor leidingen in gebouwen (1994), NBN EN 1057 - Koper en koperlegeringen - Naadloze, koperen buizen voor gas- en waterleidingen in sanitaire en verwarmingstoepassingen (1996), NBN EN 1254 - Koper en koperlegeringen - Hulpstukken - Deel 1-5 (1998), NBN EN 12449 - Koper en koperlegeringen - Naadloze, ronde buizen voor algemene toepassingen (1999). Er wordt gebruik gemaakt van buizen met aangepaste diameter volgens vereist debiet. De wanddikte bedraagt minimaal: - 1 mm voor diameters tem 22mm, - 1,5 mm voor diameters 28mm, 35mm en 42mm. Zij zijn overeenkomstig het bijzonder bestek van het type : zachte roodkoperen buizen (R 220), met PVC geribde isolatiemantel en inwendige oppervlaktebehandeling tegen corrosie, bestemd voor inbouw. Zij worden geleverd op rol. Alle leidingen vanaf de schacht tot aan de gaswandketel zijn steeds uit één stuk, enkel koppelingen ter hoogte van afsluiter aan het toestel is toegestaan. Alle koppelingen moeten bereikbaar blijven. De leidingen worden op de draagstructuur vastgezet met roestvaste bevestigingen. Koppelingen worden uitgevoerd d.m.v. hard solderen met zilver. Het tracé laat een gelijkmatige uitzetting toe. Bij leidinggedeelten langer dan 6 m wordt een omega-lus ingebouwd. Deze wordt opgevuld door een isolatiemateriaal met grote dichtheid die uitzetting mogelijk maakt. Minimale nominale wanddikte van koperen buizen (volgens NBN D51-003). Markering van de buizen : Cu - EN 1057 - R 220 (of R 250 of R 290) - nominale diameter (= buitendiameter) x nominale wanddikte. Buitendiameters: 28 mm vanaf de gasteller in de kelder tot aan de gaswandketel in de berging van het appartement. Uitvoering De berekening van de gasleiding is ten laste van de aannemer en ter goedkeuring voor te leggen aan de leidend ambtenaar. De plaatsing gebeurt overeenkomstig de voorschriften van STS 62.02 en NBN D 51-003. De pijpen worden loodrecht op de hartlijn van de buis gezaagd of afgesneden met een aangepaste buissnijder tot het bekomen van een nauwkeurig rechte doorsnede. Inbouw : (zachte roodkoperen buizen R220) De leidingen worden ingewerkt in wanden en vloeren (let wel : het leggen van de buizen in dekvloeren is verboden). De leidingen voorzien van in de fabriek aangebrachte kunststofbekleding moeten volledig bestand zijn tegen corrosie van chemische en elektrolytische aard. Voor het inwerken van de buizen in betonvloeren wordt de buis voordat het beton wordt gegoten, zonder koppeling noch lasnaad in de bekisting gelegd en voldoende beschermd tegen corrosie. Voor het inwerken van de buizen in de muur wordt mechanisch een ondiepe inkeping gemaakt. De sleuven in gemetste muren worden


15 van 42


Grontmij Belgium nv

uitgefreesd en hebben een aangepaste sectie. Na het plaatsen van de buis wordt de holte met mortel gedicht (samenstelling van de mortel : 1000 l grof zand, 300 kg cement P400). Opmerking: Aan de boven- en onderzijde van de buis dient een stalen afdekplaat (minimum 3mm dik) voorzien te worden over de volledige lengte van de buis. Deze zal minimaal, aan weerszijden, 3 cm breder zijn dan de gasleiding. De aannemer dient de leidend ambtenaar minimum 5 werkdagen op voorhand schriftelijk op de hoogte te stellen wanneer de leidingen geplaatst zullen worden. Opbouw : (harde roodkoperen buizen R290) De leidingen worden bevestigd met beugels van koper / zamak, aan de binnenzijde bekleed met een samendrukbaar materiaal. De bouten van de beugels zijn uit messing of cadmiumstaal. De verticale leidingen mogen niet glijden in hun bevestigingen. De maximale afstand tussen de bevestigingen bedraagt : horizontaal 1,50 m en verticaal 2,00 m. Wanneer verschillende leidingen evenwijdig lopen zullen de steunen gegroepeerd worden en gelijnd zijn. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften De beugels worden bevestigd met schroef en plug, of op rails in U-vorm bevestigd door minstens twee vijzen en pluggen. C. Kunststof verdeelleidingen voor centrale verwarming Van toepassing Het betreft buizen uit kunststof geschikt voor gebruik als distributieleidingen voor centrale verwarming en bestemd voor gebruik in combinatie met verdeelcollectoren. De buizen en hun hulpstukken beantwoorden respectievelijk aan de normen en bepalingen van: TV 207 - Kunststofbuissystemen voor de distributie van warm en koud water onder druk in gebouwen (WTCB, 1998) NBN T 42-009 - Thermoplastische buizen en toebehoren voor het transport van Fluida Richtlijnen voor de opslag, de behandeling, het vervoer en het verbinden (1988) NBN EN 802 - Kunststof buis- en mantelsystemen - Gespoten thermoplastische fittings voor drukleidingen - Beproevingsmethode voor de maximale vervorming door samendrukken (1994) NBN EN ISO 15875 - Kunststofleidingsystemen voor warm- en koudwaterinstallaties Vernet polyethyleen - Deel 1-5 (2004) Algemeen Vanaf de collector in de berging tot aan de verwarmingslichamen dienen de leidingen uitgevoerd te worden met een te ommantelen VPE-aluminium-VPE-leiding. Hiervoor dienen sleuven te worden gemaakt in de bestaande dekvloer. Het terug aanwerken van de sleuven nadien moet gebeuren met materiaal gelijkaardig aan de dekvloer. Het tracé van sleuven dient goed gecoördineerd te worden met de werken van het volume sanitair. Het maken van de sleuven en het terug aanwerken ervan is inbegrepen in dit volume. Alle leidingen in de vloer geplaatst dienen uit één stuk te zijn, verbindingen in de vloer zijn niet toegelaten. Leidingen in de vloer dienen zo veel als mogelijk hetzelfde tracé te volgen, zonder elkaar te kruisen. De isolatiemantel beschermt de buis en zorgt voor een vrije uitzettingsmogelijkheid.


16 van 42


Grontmij Belgium nv

Materiaal De leidingen zijn over hun volledige lengte gemerkt (fabrikant, overeenkomstigheidskenmerk, buitendiameter en wanddikte, type / norm / samenstelling, diffusiescherm, productiedatum, …). Leidingen en hulpstukken behoren tot één systeem (koppelingen, ellebogen, manchetten, verdeelcollectoren, ...) en worden geleverd door dezelfde fabrikant. De systemen beschikken op datum van aanbesteding over een geldige technische goedkeuring (ATG) vanwege het BUtgb of over een gelijkwaardig attest volgens de Europese Normen. Systemen zonder technische goedkeuring kunnen enkel aanvaard worden nadat aan de hand van een technische dossier (in het Nederlands) de gelijkwaardigheid in alle opzichten is aangetoond. Varianten zijn uitgesloten. Dit dossier moet samen met de materiaallijst ter goedkeuring worden voorgelegd aan de leidend ambtenaar. De leidingen zijn PEX (VPE)-leidingen (vernet polyethyleen) met diffusiescherm. Een isolerende en beschermende mantel rond de VPE-buis beschermt de buis tegen UV en agressieve inwerking van de dekvloer en laat thermische uitzettingen van de binnenbuis toe. Meerlagenbuis bestaande uit: een binnenlaag uit vernet polyethyleen een gelaste binnenmantel uit aluminium met een wanddikte van minimum 0,4 mm voor alle maten een buitenlaag uit vernet polyethyleen werkingsdruk tot 10 bar bij 95°C. Specificaties Dienstdruk : 6 bar Hulpstukken : geleidingsbochten, moffen, T-stukken, … Verbindingen : volgens voorschriften van de fabrikant Beugels of ondersteuningselementen : klipbeugels / pijpbeugels. De gehele buis wordt elektronenstralen vernet (in- en uitwendig). De PE bekledingen zijn vast verbonden met de binnenpijp.


17 van 42


Grontmij Belgium nv

Uitvoering De uitvoering, de plaatsing en de inregeling van de elementen gebeuren strikt volgens de voorschriften van de ATG. Alle hulpstukken, koppelingen, adapters, kraanwerk, ..., evenals het gereedschap, voorgeschreven door de leverancier zijn verplicht te gebruiken. De kunststofleidingen worden standaard geplaatst in inbouw. Waar leidingen in opbouw zouden worden geplaatst worden zij voorzien van aangepaste mantelbuizen en leidingisolatie, die met daartoe geschikte beugels bevestigd worden. Daar waar mogelijk worden deze leidingen gegroepeerd in leidingkokers of opgelegd in schalen. Alle leidingen tussen collector en afgiftelichamen zijn uit één stuk. Spanningen ter hoogte van koppelingen worden vermeden door een vloeiend leidingverloop, respect van de door de leverancier opgegeven minimale buigstralen en het absoluut vermijden van inklemming in de mantelbuis. Er wordt bij de uitvoering rekening gehouden met de uitzettingen van het materiaal. Alle doorvoeringen door muren en vloeren, ongeacht het type kunststofbuis, zullen uitgevoerd worden met een isolerende mantelbuis, waarin de buis vrij kan bewegen. De diameter van deze mantelbuis is voldoende groot zodat ontoelaatbare spanningen worden vermeden. Voor kunststofleidingen moet de minimale kromtestraal zoals voorgeschreven door de fabrikant worden nageleefd. Om de buizen loodrecht uit de vloer te doen komen, moet de buis over haar ganse buitenste kromming ondersteund worden door bochtstukken uit kunststof, voorzien van een voetplaat, dit om rinkinken tijdens dilatatie te vermijden. De buis wordt op regelmatige afstand (1,5 m), met de daartoe horende beugels vastgezet om verschuiving tijdens het aanvullen van de sleuven tegen te gaan. De montage van de pijpen gebeurt volgens de richtlijnen van de fabrikant en met aangepast gereedschap. Alle cv-verdeelleidingen dienen uitgerust te worden met een beschermende buisisolatiemantel. De leidingen zijn voorgeïsoleerd met PEschuim van 6mm dikte. Alle verwarmingslichamen worden afzonderlijk aangesloten op de verdeelcollector. De verwarmingslichamen opgesteld tegen een opake wand worden vanuit de wand aangesloten. Proeven en waarborgen Vóór het dichtmaken van de vloersleuven wordt per installatie verplicht een druktest / waterdichtheidsproef uitgevoerd volgens prEN 12108. De proef wordt uitgevoerd nadat het systeem een voldoende mechanische weerstand heeft opgebouwd (verharding van verlijmingen, afkoeling lassen,…) en bij een nagenoeg constante omgevingstemperatuur. De leidingen mogen pas na uitvoering van de drukproeven en de goedkeuring door de leidend ambtenaar worden ingestort. Beschrijving van de proef: Na ontluchting wordt de installatie onder een waterdruk gezet van 1,5 maal de nominale druk, de proefdruk mag niet meer dan 5 bar hoger zijn dan de nominale druk (15 bar bij PN10, 21 bar bij PN 16). Na 10 en 20 minuten wordt de druk terug op peil gebracht. De druk wordt gemeten na 30 en 60 minuten. Indien de druk met minder dan 0,6 bar is gedaald wordt aangenomen dat het systeem geen merkbaar lek vertoont en kan de proef zonder verder pompen worden voortgezet. Indien na een volgende periode van 2 uur de druk met meer dan 0,2 bar is gedaald wordt het systeem als ondicht beschouwd en moet het lek worden opgespoord en verholpen. Proeven volgens ATG. Proefattesten af leveren aan de leidend ambtenaar.


18 van 42


Grontmij Belgium nv

Waarborgen: De aannemer levert solidair met de leverancier een schriftelijke systeemwaarborg af van tien jaar, vanaf de voorlopige oplevering, die elke mogelijke schade dekt, aan het geheel van de leidingen, koppelingen en alle hulpstukken tussen collectoren en verwarmingselementen, alsook de gebeurlijke gevolgschade aan andere onderdelen van het gebouw. Leidingtoebehoren: -

-

3.

de leidingen worden aan de verwarmingslichamen omhoog gebracht d.m.v. een geleidingsboog. De hoogte van deze bogen is aanpasbaar aan de hoogte van de ondervloer. de verwarmingslichamen worden aangesloten via een driedelige klemkoppeling bestaande uit: o een verstevigingshuls o een klemring o een moer tussen het verwarmingslichaam en de PVC geleidingsboog wordt een afdekmanchet uit PP over de VPE buis geplaatst voorzien van afdekstop en centreerring. afwerking met de vloer gebeurt met een enkele of dubbele rozet. de buizen worden op de vloer vastgelegd met enkele of dubbele metalen buisklemmen. de leidingtoebehoren zijn van dezelfde fabrikant als deze van de VPE buizen. de leidingtoebehoren zijn inbegrepen in de eenheidsprijs van de leidingen.

Ophanging een horizontale leiding: de leiding wordt aangebracht in beugels vervaardigd uit gegalvaniseerd staal. De beugel is bekleed met een trillingdempend product. een verticale leiding: De leiding wordt aangebracht in beugels vervaardigd uit bandijzer dat bestendig is tegen corrosie, en uitgerust met een trillingsdempend product. De uiteinden van de metalen band worden bevestigd aan een rolkat die loopt in een gesloten U profiel. De afstand tussen ophangingen en bevestigingen: volgens NBN 237.

4.

Akoestische voorzorgen Een goede contact- en/of luchtgeluidsisolatie is qua resultaat sterk afhankelijk van de uitvoering. Ieder rechtstreeks contact tussen de bevestigingsmiddelen en de leidingen (metaal op metaal), alsook tussen de leidingen en wanden of vloeren moet worden vermeden, om hinder veroorzaakt door wrijving van de buizen in de beugels of tegen het gebouw, als gevolg van uitzetting of inkrimping, te voorkomen. Om geluidsoverdracht in het gebouw tegen te gaan zal de installateur de nodige voorzieningen treffen, zoals: de ruimte tussen doorvoerkokers en buizen opvullen met een aangepaste isolatiestof de steunbeugels aan de binnenzijde voorzien van een samengedrukte isolatielaag. De gebruikte trillingsisolerende stoffen moeten zelfdovend en rotvrij zijn.


19 van 42


5.

Grontmij Belgium nv

Keuring Hydraulische proef (zoals hoger omschreven bij de betreffende leidingen) uit te voeren terwijl de leidingen nog volledig zichtbaar en toegankelijk zijn (d.w.z. geen anticorrosiebanden, geen bekleding, geen dekvloer). De installateur stelt het personeel en het materiaal voor het uitvoeren van de proeven ter beschikking. De prijs is opgenomen in bovenvermelde artikels. Proefattesten af te leveren aan de leidend ambtenaar.

6.

Meting De leidingen bevatten alle toebehoren zoals bochten, T-stukken en dergelijke meer in de prijs per meter. Leidingen inclusief alle plaatsingstoebehoren, per soort; gemeten per meter. Verdeelcollectoren, incl. alle toebehoren: gemeten per stuk.


20 van 42


Grontmij Belgium nv

ARTIKEL 5 - KRAANWERK

1.

Van toepassing NBN E 29 - 301 - 303 - 306, NBN 237 - NBN 266 - 267, NBN 483 ABS 53 en 54 - NBN 238 ABS 85 - 99 - NBN 240. Typebestek 105 van 1990 (art. C7).

2.

Afsluiters – kogelkranen en vlinderkranen De afsluiters zijn volgens TB105 van het kogeltype tot DN50. Op de afsluiters moet een kenteken aangebracht zijn welke de geopende of gesloten stand der klep aanduidt. De afsluiters moeten bestemd zijn tegen een werkdruk van minstens 10 bar. De pakking der afsluiters moet bestemd zijn tegen een werkdruk van minstens 10 bar. De pakking der afsluiters moet ook tijdens de werking gemakkelijk kunnen vervangen worden. Het afsluitstuk mag niet roteren tijdens het bedienen van het handwiel. De afsluiters worden gemonteerd aan de ketels en de collectoren overeenkomstig de plannen. De afsluiters moeten bestand zijn tegen proefdruk van min. 10bar. De keuringsverslagen van de te leveren afsluiters moeten alvorens plaatsing, ter goedkeuring voorgelegd worden aan de leidende ambtenaar. Dit attest moet bevatten: drukproefverslag - standaardiseringverslag - en materiaalsamenstelling van de afsluiter.

3.

Terugslagkleppen Volgende terugslagkleppen (met Belgaqua keurmerk) dienen geplaatst te worden (conform voorschriften watermaatschappij): CA terugslagklep op de vulling van het CV-circuit EA terugslagklep op de koud water aanvoer naar de CV-installatie (voorzien in de vullingscombinatie) De terugslagkleppen zijn van het geruisloze type, met deksel en met open neergaande klep met veer, voorzien van aansluitflenzen. Geschikt voor inbouw in horizontale leidingen of verticale stijgleidingen. Voor diameters tot Ø6/4": huis in brons of gietijzer.

4.

Aflaatkraantjes Te plaatsen op alle lage punten en de nodige aflaatpunten van de installatie. Bronzen uitvoering met mogelijkheid voor slangaansluiting en veiligheidsdop met ketting. Diameter: 1/2" (3/4” op collectoren).

5.

Veiligheidsventiel met controlehendel De veiligheidsventielen dienen in de ketel voorzien te zijn.

6.

Vullingscombinatie koud water aanvoer Vullingcombinatie voor aansluiting van de koud water aanvoer op de ketel, bestaande uit: afsluitkraan, flexibele verbinding met RVS ommanteling, terugslagklep type EA en overdrukbeveiliging, DN25. Het geheel dient conform de voorschriften van de watermaatschappij te zijn. De flexibele aansluitslang heeft een RVS AISI 304 omvlechting en is bestand tegen een druk van 10 bar.


21 van 42


Grontmij Belgium nv

Het vullen en bijvullen van het CV-circuit dient te gebeuren volgens de VDI2035 en de richtlijnen van de fabrikant. De installatie dient bij voorkeur gevuld en bijgevuld te worden met onthard water. En dit volgens de strengste geldende: hetzij de VDI2035, hetzij de richtlijnen van de ketelfabrikant. De aannemer voorziet een logboek bij de vullingscombinatie, waarin de vulling en bijvulling van cv-water (hardheid en watervolume) opgenomen wordt. 7.

Meting Per soort en per diameter: gemeten per stuk.

ARTIKEL 6 – VERWARMINGSLICHAMEN

1.

Algemeen In basis dienen de bestaande radiatoren gedemonteerd en gestockeerd te worden zodanig dat deze niet beschadigd kunnen worden op de werf. De installateur kijkt deze na en zal deze radiatoren spoelen indien nodig, zodat vuil, kalk en corrosiedeeltjes verwijderd zullen worden. Nadat de interieurwerken aan de wanden voltooid zijn, zullen deze radiatoren terug geplaatst worden en aangesloten op de nieuwe leidingen. Kraanwerk is te vernieuwen. In optie zal een meeprijs gevraagd voor het herschilderen van de bestaande radiatoren in RAL 9010 alsook een meerprijs voor het leveren en plaatsen van nieuwe plaatstalen radiatoren. Afhankelijk van de totaalprijs en het beschikbare budget wordt mogelijks één van deze opties gekozen door de bouwheer.

2.

Meting Demonteren, spoelen, herplaatsen en aansluiten op nieuwe leidingen: globale prijs.


22 van 42


Grontmij Belgium nv

ARTIKEL 7 – SCHILDERWERKEN EN MARKERINGEN

1.

Van toepassing NBN 69 - ARAB 359 D - codekleuren art. 7 - typebestek 104.

2.

Omschrijving De te gebruiken verfsoort is van samenstelling zodanig dat er geen barsten of scheuren of schilfers ontstaan, ook niet na opwarming van de buizen. De onderlaag moet aangebracht worden op een zuiver en schoon oppervlak en dadelijk na montage. Hierdoor moeten baarden van verbindingsstukken verwijderd worden. De kleuren welke gebruikt dienen te worden zijn voor lokalen waar de buizen zichtbaar blijven de kleur welke de leidende ambtenaar bepaalt. De gasleidingen worden na isolatie geschilderd in normkleuren. Op de buizen dienen de stromingsrichtingspijlen in normkleur aangegeven te worden. Bij gebruik van gegalvaniseerde of stalen buizen dienen deze grondig gereinigd te worden en van alle roestvlekken ontdaan te worden, waarna één laag, de grondlaag genoemd, wordt aangebracht. De niet zichtbare leidingen bv. in muren, worden tegen roest behandeld door omwikkeling van eenzijdig klevende tape. De baarden aan buisverbindingen dienen verwijderd te worden. Te schilderen leidingen: - Gasleidingen. Gebakeliseerde grafolietplaatjes aan te brengen in het gasmeterlokaal, op de vertrekleidingen na de gasmeters en in de berging van het appartement op de aanvoer- en retourleiding van het verwarmingswater. Een kwaliteitsattest en samenstelling van de te gebruiken verven is ter goedkeuring voor te leggen alvorens uit te voeren.

3.

Overzicht kleurennormen De stromingsrichtingen moeten met driehoekspijlen aangeduid worden volgens: ARAB artikel 359D van 1 juni 1969, het AREI art. 106, NBN 69, alsook het artikel uitvoeringsmodaliteiten in het begin van dit bestek. - aardgas okergeel RAL 1004 - steunen zwart RAL 9005 - verwarming heenleiding rood RAL 3020 - verwarming terugleiding blauw RAL 5009

4.

Meting Globale prijs


23 van 42


Grontmij Belgium nv

ARTIKEL 8 – WARMTEREGELING EN TOEBEHOREN VOOR VERWARMINGSLICHAMEN

1. Van toepassing Toebehoren en plaatsing volgens: - NBN 482 - NBN EN ISO 5167-1 - NBN EN 12334 2. Radiatorkranen Het betreft thermostatiseerbare radiatorkranen vervaardigd uit brons of vernikkeld messing, met dubbele regeling en voorzien van een beschermhoedje tegen stof. Ze laten toe de aanvoer volledig af te sluiten. Het binnenwerk (afsluiter en pakkingselement) is steeds vervangbaar zonder het water af te laten. Hydraulische karakteristieken en handleiding af te leveren. Specificaties Maximum bedrijfstemperatuur: 110°C Maximum bedrijfsdruk: minimum 10 bar. Type: aansluitcombinatie voor tweepijpsysteem: haakse radiatorkraan voorzien van robuust handwiel uit kunststof (ABS). Dubbel instelbaar of in combinatie met een haakse regelbare radiatorkoppeling (voetventiel). Toepassing Verwarmingslichamen opgesteld in dezelfde ruimte als de kamerthermostaat. De radiatorkranen worden geïnstalleerd en afgeregeld volgens de voorschriften van de fabrikant. 3. Thermostatische kranen (kleptype) Leveren en plaatsen van thermostatische radiatorkranen met verzadigde dampvulling. De thermostatische kraan met dubbele regeling (regelbare kv) beantwoordt aan par. 7.2. van art. C.7. Indien er geen dubbele regelkraan voorzien is, moet er een regeling mogelijk zijn op de uitgang van het verwarmingslichaam. Het gevoelig element wordt rechtstreeks op de kraan aangebracht. De thermostatische kraan wordt voorzien van een begrenzing van de hoogste waarden alsook tussen twee instelbare waarden. Bij de laagste instelling blijft de afsluiter dicht zolang de omgevingstemperatuur boven de 6 à 8°C blijft (vorstbeveiliging). Ze zijn van een robuuste uitvoering, houder van een CE-certificaat en voldoen aan de voorschriften van: NBN D 12-100 - Thermostatische kranen voor verwarmingslichamen - Eisen en beproevingsmethodes (met erratum) (1987) NBN D 12-101 - Thermostatische kranen voor verwarmingslichamen - Maten en aansluitingsbijzonderheden (1987) Specificaties -

handgreep uit hoogwaardig kunststof, kleur wit. groot regelbereik (± 8 tot 26° C bij volledige gesloten/open stand der klep). onbeïnvloedbaar van stralingswarmte door polijsting. afstellingsmogelijkheid op vaste waarde geen aanduiding van graden Celsius wel van vijf of meer standen door letter of cijfer aangeduid.


24 van 42


-

Grontmij Belgium nv

materiaal volgens NBN 237, 266 en 267. recht of haaks model al naargelang de montage. maximum regelafwijking 3K. gebruiksgrens tot 120° C. differentieeldruk van 1,4 bar. voeler op afstand plaatsen volgens aanduiding. (naargelang)

Uitvoering De thermostatische koppen worden pas voor de stookproeven geplaatst. De radiatorkraan is zolang voorzien van een kunststofkapje welke de bediening van de kraan toelaat. De as van de thermostaatkop wordt horizontaal en haaks op het radiatorvlak geplaatst. De thermostaatkop zal steeds geplaatst worden op een goed geventileerde plaats (niet in hoeken, nabij warmtebronnen,…). In het lokaal waar de kamerthermostaat is opgesteld worden geen thermostatische radiatorkranen toegepast. Bij gebruik van thermostatische kranen zal steeds een bypass in het verdeelnet aanwezig zijn. De thermostaatkop mag parallel met de radiator geplaatst worden indien een haakse plaatsing hinderlijk is voor de circulatie (bijvoorbeeld in smalle gangen). Parallelle plaatsing vraagt steeds voorafgaandelijke goedkeuring van de leidend ambtenaar. Toepassing Op alle verwarmingselementen, met uitzondering van deze in de ruimte waar de kamerthermostaat is opgesteld. 4. Digitale kamerthermostaten Het betreft een model compatibel met de gaswandketel, eenvoudig in gebruik. Ze worden geleverd met een duidelijke gebruikshandleiding (bij te voegen bij de materialenvoorstelling). Specificaties Type: klokkamerthermostaat (digitaal) Behuizing: hoogwaardig kunststof Temperatuursdifferentiëel: dT< 0,5°C met knop voor temperatuursinstelling. Instelmogelijkheden klokthermostaten: - klokprogramma (minstens een dagprogramma met twee programmeerbare schakelingen dag/verlaagd) - manuele derogatie met automatisch hervatting van het programma bij de eerstvolgende ingestelde schakeling, - continu dag, - continu nacht, - vorstbeveiliging, - dagtemperatuur, - nachttemperatuur of -verlaging, - instelling van zomer-/winter uur, - controlemogelijkheid eventuele batterijspanning, De bestaande positie van de kamerthermostaat dient herbruikt te worden. 5. Regelbare retourkoppelingen De nodige regelbare en verchroomde bronzen kniekoppelingen, dienstig voor het verwijderen van de verwarmingslichamen, zonder het water van de kring te moeten aflaten. De materialen zijn overeenkomstig NBN 237. Onderworpen druk, klasse 1. Messing van de samenstelling Lt 58 en Pb2 en warm geperst.


25 van 42


Grontmij Belgium nv

6. Ontluchters Plaatsen van ontluchters uit vernikkeld koper DN10 met zijuitlaat. Incl. leveren van de sleutels tbv de ontluchters, en dit minimaal 2 stuks. 7. Beugels, consoles en voetsteunen Plaatsen van de nodige beugels, consoles en steunen in functie van het type verwarmingslichaam en volgens de voorschriften van de fabrikant. 8. Aflaatkranen Aflaatkranen diameter DN15 op alle verdeelkringen en op alle CV kolommen monteren. Aan de onderzijde moet een kleminrichting zijn om de regelknop te kunnen blokkeren. 9. Inregeling Het betreft alle werken en leveringen voor het gebruiksklaar installeren van de gebruikelijke meet- en/of regeltoestellen (radiatorkranen, thermostaten,…), vereist voor de goede werking van de installatie. Ze worden gemonteerd en afgesteld tot hun perfecte werking binnen de installatie. 10. Meting Radiatorkranen: gemeten per stuk Thermostatische kranen: gemeten per stuk Digitale kamerthermostaten: gemeten per stuk Ontluchters: globale prijs Beugels, consoles, voetsteunen en leidingwerk: inbegrepen bij artikel 6. Aflaatkranen: globale prijs


26 van 42


Grontmij Belgium nv

ARTIKEL 9 – DAMPKAPPEN

1. Omschrijving Het betreft de levering, plaatsing en aansluiting van de dampkappen boven de voorziene plaats voor opstelling van de kookplaten, in coördinatie met volume bouwwerken. 2. Materiaal De dampkappen zijn voorzien van een ingebouwde motor bestemd voor rechtstreekse buitenafvoer, met inbegrip van afvoerkanaal. De motor met turbine op afgeschermde kogellagers is ingebouwd in een geluidsdemper en voorzien van een thermische beveiliging. Op de voorplaat van het toestel zijn duurzame schakelaars gemonteerd die de snelheid regelen van de motor (minimaal : uit, midden, hoog) en een verlichtingsschakelaar. Specificaties dampkap: - Type : wandmontage - Afzuigdebiet : minimum 200 m³/h - Bedieningsstanden : 3 snelheden of traploos regelbaar - Geluidsniveau maximum : 67 dB(A) - Zichtbare omkasting : inox 18/8 - Afmetingen : breedte 60 cm. - Vetfilter : uitneembare labyrint filter uit metaal (vaatwasmachinebestendig) of gemakkelijk te vervangen filterdoek - Ingebouwde verlichting (afzonderlijk schakelbaar) : 2x40 W (bij breedte 60 cm) of gelijkwaardig (PL, TL, halogeen, …) - Aansluitdiameter : 120 mm, langs boven of zijdelings Specificaties buitenluchtrooster: - Type : rond buitenluchtrooster in gegoten aluminium - Voorzien van inox muggengaas tegen ongedierte - Aansluitdiameter rooster: 125 mm 3. Uitvoering Overeenkomstig de keukenplannen en/of in coördinatie met de keukenbouwer wordt de kap geplaatst tussen de bovenkasten of tegen de muur op circa 70 cm boven aanrechtniveau. De dampen worden naar buiten geleid d.m.v. een aluminium flexibel die tot buiten de gevel gebracht wordt en afgewerkt met een buitenluchtrooster volgens bovenstaande beschrijving. 4. Meting Gemeten per stuk. Inclusief het nodige kanaalwerk, buitenluchtrooster & doorboringen door buitenwand.


27 van 42


Grontmij Belgium nv

ARTIKEL 10 – KAP-, BOOR-, BETON- EN METSELWERKEN

1.

Omschrijving Als kap-, boor-, beton- en metselwerken dient in deze aanneming voorzien te worden: -

-

-

-

-

2.

Het maken en vakkundig dichten met dezelfde materialen als de omgevende bouwdelen van alle noodzakelijke openingen in de muur, vloer, plafond en daken. Indien voorzieningen dienen getroffen te worden om de stabiliteit van bestaande constructiedelen te behouden na het maken van grote doorvoeren, dan is dit ten laste van deze aanneming. De installateur is verplicht een sparingsplan aan de bouwkundig aannemer te bezorgen opdat alle te voorziene openingen in nieuwe betonwerken, alsook in nieuwe metselwerken moeten open gelaten worden. De installateur zal op zijn kosten de dichting van de sparingen na montage laten uitvoeren. Hij zal rekening houden met de brandcompartimentering van het gebouw. Elke sparing ter zijne beschikking gesteld ook als hij ze niet zou gebruikt hebben dient Rf 2h gedicht te worden. De installateur zal op zijn kosten alle beschadiging aangebracht aan pleisterwerk, ramen en deuren, verfwerken, enz... laten herstellen in de toestand zoals voorheen, en dit met identieke materialen als in de oorspronkelijke toestand. Het vastzetten van beugels, consoles en andere bevestigingsarmaturen. Het plaatsen van alle steunen voor verwarmingstechnische toestellen elders beschreven in deze aanneming. Om het stuk gaan der vloerplaten te voorkomen wordt geëist dat de gaten en openingen geboord en niet gekapt worden. Alle doorvoeren nodig voor technische leidingen of kanalen die op voorhand nog niet werden aangebracht door de algemene aannemer vallen binnen deze aanneming. Alle dakdoorvoeren dienen waterdicht aangewerkt te worden. Dit dient door de aannemer van de dakwerken uitgevoerd te worden. De prijs hiervoor is in dit artikel begrepen. Opruimen van eigen afval, puin en dergelijke dient voorzien te zijn in de werken en in de prijs.

Dichten van brandvrije doorvoeren Alle doorvoeren doorheen bouwdelen met een bepaalde brandweerstand dienen gedicht te worden conform de reglementeringen opgelegd in het KB van 03/06/07 (en latere versies) en de ministeriële omzendbrief van 15/04/04 betreffende de weerstand tegen brand van doorvoeringen van bouwelementen. Het gaat onder meer en niet limitatief over volgende brandvrije doorvoeren: - leidingen / kanalen doorheen schachtwanden - leidingen doorheen compartimentscheidende vloeren of wanden Voor de richtlijnen omtrent het dichten van brandvrije doorvoeren wordt verwezen naar bijlage 2 van dit bestek.


28 van 42


Grontmij Belgium nv

ARTIKEL 11 - OPLEVERING - CONTROLE – VERPLICHTE PROEVEN – OPLEIDING

1. Van toepassing TB 105 van 1990 Keuringen volgens AREI en ARAB 2. Algemeen Er wordt verondersteld dat de volledige installatie op degelijke wijze ingeregeld en afgesteld wordt en dat alle nodige proeven en keuringen plaatsvinden. De aannemer dient tijdig de bouwheer op de hoogte te brengen van het tijdstip en de plaats van de uit te voeren indienststellingen, proeven en keuringen met vermelding van de ter beschikking gestelde controleapparatuur tbv de keuring en de aanwezige beambte door de aannemer of zijn onderaannemer. De aannemer dient verslagen van de uitgevoerde keuringen, proeven en indienstellingen over te maken aan de leidend ambtenaar. De aannemer maakt foto's van alle in de vloer geplaatste leidingen waaruit duidelijk hoe het leidingentracé verloopt en gepositioneerd is. Onderstaande is niet limitatief. 3. Optimalisatie van de installatie Voorafgaandelijk wordt de volledige installatie in dienst gesteld en voorlopig opgeleverd. Deze voorlopige aanvaarding houdt in dat de volledige installatie werkingsklaar, programmatie getest en in orde bevonden door de bouwheer. In deze aanneming is eveneens inbegrepen de nodige bezoeken om parameters aan te passen aan het gebouw, correcties uit te voeren om aan de gewenste comforteisen te voldoen, logging van de ruimtecondities en indien nodig aanpassingen uit te voeren aan de programmatie en/of hardware en aan de wensen van de gebruiker. Vanaf het tijdstip van voorlopige aanvaarding tot en met het tijdstip van definitieve oplevering dient de inschrijver in te staan voor het op punt stellen van de regeling. Het is de opzet dat de gebruiker op het moment van definitieve oplevering over een afgeregelde installatie beschikt die voldoet aan de opgelegde comforteisen in combinatie met een minimum aan operationele kosten. Dit echter limitatief tot maximaal 2 aanpassingen per gebruiker tussen het ogenblik van voorlopige en definitieve oplevering. Er wordt verondersteld dat dit deel van de nazorg en optimalisatie van het systeem slechts start nadat de volledige installatie is in dienst gesteld en volledig werkingsklaar is. Indien de bouwheer beslist om deze optimalisatie niet te laten uitvoeren, kan dit de juiste afregeling, goede werking, instelling van de parameters van de installatie niet nadelig beïnvloeden.


29 van 42


Grontmij Belgium nv

4. Proeven en indienststelling 4.1 Dichtheidsproef Na volledige aansluiting van de leidingen aan afgiftelichamen en verzamelaars/collectoren wordt de installatie getest onder een druk van 1,5 x de nominale werkdruk met een minnimum van 8 bar gedurende 24 uur. Gedurende deze periode mag er geen drukverlies optreden. Deze proef dient uitgevoerd te worden met een vloeibaar medium (geen lucht).

4.2 Hydraulische inregeling (volledige installatie, incl. regelkranen) De inregeling van de kranen gebeurt door de leverancier van de kranen op aangeven van de inschrijver. Een meet- en instelrapport wordt door de leverancier afgeleverd. De aannemer dient hiervoor debietproeven uit te voeren en maakt een overzichtslijst op met de ontwerpdebieten en de effectief gemeten debieten.

4.3 Aerolische inregeling van de volledige installatie Van de inregeling van de luchttechnische installatie wordt een meet- en instelrapport afgeleverd. Het meet- en instelrapport bevat minimaal: - een overzichtslijst van alle lokalen met de pulsie-, extractie- en doorstroomdebieten per lokaal en per rooster, zoals vermeld op de ontwerpplannen - een overzichtslijst van alle lokalen met de werkelijk gemeten pulsie- en extractiedebieten per lokaal en per rooster 5. Attesten Volgende attesten dienen voorgelegd te worden: - De diverse keuringsattesten zonder opmerkingen - Attesten van indienststellingen - Inregelingsattesten (aerolisch & hydraulisch) - Verslagen van dichtheidsproeven - Attest met de vermelding dat alle doorvoeringen door brandmuren conform de voorschriften werd uitgevoerd. - Brandproefverslagen - attesten van de gebruikte brandwerende materialen - CE-conformiteitsattesten van alle toestellen ivm veiligheid, onderhoud en gebruik, alsook van zelf samengestelde installaties. - Garantieverklaringen van de voorgestelde materialen 6. Keuringen Gasinstallatie De gasinstallatie mag slechts in dienst worden genomen na aanvaarding door de energie leverende maatschappijen en aanvaarding door een wettelijke aangenomen keuringsorganisme. De aannemer levert vóór de voorlopige oplevering een verslag van goedkeuring af aan de opdrachtgever en de ontwerper. Het verslag dient zonder opmerkingen te zijn, zo niet dient onderhavige aannemer de nodige aanpassingen uit te voeren en wederom een keuring te laten uitvoeren door hetzelfde keuringsorganisme totdat een volledige goedkeuring wordt bekomen zonder opmerkingen. Deze herkeuringen zijn ten laste van de aannemer.


30 van 42


Grontmij Belgium nv

7. As built dossier Het as-builtdossier dient: - in 3 exemplaren hard copy opgemaakt te worden: 2 exemplaren voor de bouwheer en 1 exemplaar voor de ontwerper. Het as-builtdossier wordt opgesplitst in de gemeenschap en een as-built dossier per woning. - In 2 exemplaren digitaal opgemaakt te worden: 1 exemplaar voor de bouwheer en 1 exemplaar voor de ontwerper. De digitale versie van het as-built dossier bestaat uit reproduceerbare, herwerkbare documenten. Tekst, lijsten,… MS Office compatibel, plannen in autocad versie 2004 of compatibel. De bestandsnamen dienen op een logische manier benoemd te worden. Het as built dossier dient op een gestandaardiseerde manier opgemaakt te worden en bevat minimaal een inhoudstabel met volgende items: 1. Een kort en bondige beschrijving van de installatie. 2. De goedgekeurde technische fiches en de daarbij horende berekeningsnota's (zie uitvoeringsdocumenten). Voorafgaand deze fiches dient er een overzichtslijst voorzien te worden met logische nummering, merk en type, leverancier van het materiaal, en een lijst van de onderaannemers met vermelding van de uitgevoerde werken door hun, indien van toepassing. 3. Een volledige technische documentatiemap voor onderhoud en bedieningsvoorschriften van de installatie(s), met: - de algemene bedieningsvoorschriften - de algemene onderhoudsvoorschriften met vermelding van actie en periodiciteit: ventilatie-installatie, verwarmingsinstallatie (productie en verdeling) - de procedure voor opstart van de installatie - de procedure voor het stilleggen van de installatie 4. Keuringen – dichtheidsproeven – indienstellingen – attesten - Keuring gasleiding (dichtheidscontrole, indienststelling gasmeter) - Verslag van dichtheidsproeven - Indienstelling warmteproductie - Indienstelling ventilatie-units 5. CE attesten - warmteproductie - ventilatie-units - garantieverklaringen van de voorgestelde materialen 6. Inregelrapporten - hydraulisch inregeling (stand van de kranen, meetrapporten,…) - aerolische inregeling (luchtgroepen, ventilatoren, stand van de kleppen, meetrapporten,…) 7. Plannen (in kleur) - overzichtslijst van de plannen - plannen met bijhorende legende (aangepaste revisie tekeningen welke exact overeenkomen met de werkelijk uitgevoerde installaties, met aanduiding van alle bijzondere gegevens als apparaten, toestellen, inrichtingsplan van de technische ruimte, vermogens, debieten, temperaturen, … enz. Principeschema's van de installatie.) Op de plannen van de wooneenheden zal ook de inregelstand van de collectorkra(a)n(en) worden weergegeven. 8. Automatische regeling - beknopte beschrijving van de voornaamste componenten, werking en instelmogelijkheden - uitgebreide beschrijving + lijst van de componenten. - selectie van het kraanwerk - schema's / aansluitlijsten


31 van 42


Grontmij Belgium nv

-

programmatie Instelling parameters 9. Foto's (in kleur) - plannen met aanduiding van de gemaakte foto's - foto's van alle leidingen welke in de vloer geplaatst zijn De aannemer voorziet het as built dossier in kaften, A4/80mm De aannemer voorziet de kaftrug van: - logo van de bouwheer - perceelnummer en deel (bouwwerken, elektriciteit, sanitair, HVAC, …) - logo van de aannemer - projectomschrijving - kaft nummer 8. Prestaties veiligheidscoördinatie tijdelijke en mobiele bouwplaatsen Deze post bevat de wettelijke prestaties die men moet leveren conform het KB 25/01/2001(en zijn wijzigingen) omtrent tijdelijke en mobiele bouwplaatsen. Dit omvat onder meer: - de prestaties in verband met de door het veiligheids- en gezondheidsplan bepaalde preventiemaatregelen en preventiemiddelen, met inbegrip van de buitengewone individuele beschermingsmaatregelen en –middelen. 9. Opleiding bouwheer De datum voor de opleidingen wordt in overleg met de bouwheer en gebruiker(s) bepaald. De aannemer voorziet minimaal volgende opleidingen: - 1 opleiding tbv de bouwheer: volledige installatie in het gebouw (uitgebreide opleiding) en installatie in de wooneenheden (uitgebreide opleiding). De aannemer voorziet: - per opleiding voorziet de aannemer minimaal 2 uren - de nodige onderaannemers, fabrikanten en leveranciers.


32 van 42


Grontmij Belgium nv

10. Oplevering 10.1 Voorlopige oplevering De proeven, keuringen en inregelingen dienen uitgevoerd te worden vóór de voorlopige oplevering. De termijn nodig voor deze proeven, keuringen en inregeling is in de uitvoeringstermijn begrepen. De aannemer is in alle geval verplicht de bouwheer per aangetekend schrijven tot de voorlopige oplevering uit te nodigen met een dubbel gericht aan de ontwerper. De termijn van het nazicht om tot de voorlopige oplevering over te gaan, op dertig (30) kalenderdagen na ontvangst van het aangetekend schrijven gebracht. Deze datum van nazicht wordt vastgesteld in overeenkomst tussen de verschillende partijen. De oplevering wordt nooit vermoed. Het verstrijken van de termijn moet als niet-oplevering worden uitgelegd. De aanvraag tot voorlopige oplevering wordt slechts aanvaard, nadat: de resultaten van de voorgeschreven proeven, keuringen en inregelingen, ten laste van de aannemer, bekend zijn en in orde bevonden, er één volledig as built dossier ter aanvaarding is overgemaakt aan de leidende ambtenaar. De aannemer dient op de datum van voorlopige oplevering de documenten vermeld onder huidig artikel aangevuld te hebben volgens de opmerkingen en instructies van de ontwerper en de veiligheidscoördinator. Er wordt de nadruk op gelegd dat de oplevering niet kan verleend worden in het geval de veiligheidscoördinator "uitvoering" op de dag van het nazicht door het in gebreke blijven van de aannemer geen postinterventiedossier aan de bouwheer kan overmaken. Het volledige as built dossier dient ten laatste bij de voorlopige oplevering overhandigd te worden in het hierboven vermelde aantal exemplaren. 10.2 Definitieve oplevering. De aannemer is in alle geval verplicht de bouwheer per aangetekend schrijven tot de definitieve oplevering uit te nodigen. De termijn van het nazicht om tot de definitieve oplevering over te gaan, op dertig (30) kalenderdagen na ontvangst van het aangetekend schrijven gebracht. Deze datum van nazicht wordt vastgesteld in overeenkomst tussen de verschillende partijen. De oplevering wordt nooit vermoed. Het verstrijken van de termijn moet als niet-oplevering worden uitgelegd.


33 van 42


Grontmij Belgium nv

OPTIE 1 – SCHILDEREN VAN BESTAANDE VERWARMINGSLICHAMEN.

1.

Omschrijving De te gebruiken verfsoort is van samenstelling zodanig dat er geen barsten of scheuren of schilfers ontstaan, ook niet na opwarming van de verwarmingslichamen. De onderlaag moet aangebracht worden op een zuiver en schoon oppervlak. Hiertoe dienen de bestaande verwarmingslichamen geschuurd, gereinigd en ontvet te worden conform de regels van goed vakmanschap de installateur is vrij om deze verwarmingslichamen te laten moffelen door een gespecialiseerd bedrijf. Een kwaliteitsattest en samenstelling van de te gebruiken verven is ter goedkeuring voor te leggen alvorens uitvoering.

2.

Kleuren Eindkleur RAL 9010

3.

Meting Globale prijs


34 van 42


Grontmij Belgium nv

OPTIE 2 – LEVEREN EN PLAATSEN VAN NIEUWE VERWARMINGSLICHAMEN.

1. Algemeen De opstelling van de afgiftelichamen op de plannen is indicatief, de exacte positie is in overleg met de leidende ambtenaar te bepalen bij uitvoering. Het wijzigen van de positie tov de aanbestedingsplannen vormt geen aanleiding tot een meerprijs. Dimensionering: de afmetingen van de afgiftelichamen, hun vermogen en de plaats van de radiatorkranen dienen door de aannemer bepaald te worden, en voorgelegd te worden ter goedkeuring aan de leidend ambtenaar. Alle afgiftelichamen worden voorzien van een ontluchtingskraantje te bedienen met een schroevendraaier of muntstuk. 2. Van toepassing -

TB 105 van 1990 NBN EN 442-2 NBN 237, EN442

3. Omschrijving A. Paneelradiatoren Materiaal Plaatstalen paneel radiatoren gemoffeld in een RAL kleur 9016. Werkdruk 6 bar, beproevingsdruk 8 bar. De radiatoren dienen geselecteerd te worden voor een regime van 70/50°C. De afmetingen dienen bepaald te worden door de installateur, waarbij ervoor gezorgd wordt dat alle radiatoren binnen eenzelfde wooneenheid zoveel mogelijk van eenzelfde dikte zijn. Het type en de benodigde warmteafgifte is aangeduid op de plannen. Paneelradiator met een verborgen buissysteem. Het verwarmingslichaam is voorzien van 2 zijbekledingen met een mooi afgewerkt bovenrooster.

Plaatsing De radiatoren worden tegen de muur gemonteerd. Tussen de vloer en de radiator dient een ruimte van minstens 10cm vrij te blijven. Foutieve plaatsing kan niet ingeroepen worden als termijnsverlenging, noch meerprijs tot gevolg hebben. Het voorbeeld op plan en schema is enkel ten titel van inlichting. In de radiatoren inbegrepen is het gemiddeld 2 maal moeten af- en aangezet worden na druk- en circulatieproef, voor schilder-, behang- en reinigingswerk. Elke kring wordt beproefd op 6 bar in tegenwoordigheid van de leidende ambtenaar. Duur der proef min. 8 uur. De radiatoren dienen met de nodige, onzichtbare consoles en volgens de richtlijnen van de fabrikant aangesloten en bevestigd te worden. De radiatoren in slaapkamers en badkamers worden voorzien van een thermostatische kraan (met instelbare KV waarde).


35 van 42


Grontmij Belgium nv

4. Keuring De installateur zal de bouwheer en de ontwerper per aangetekend schrijven uitnodigen tot het bijwonen van de druk- en circulatieproef per kring. Verwittigen minstens 8 dagen op voorhand. De proeven over uitzetting van de installatie zal op identieke wijze worden behandeld. 5. Meting Statische radiatoren inclusief consoles en toebehoren, monteren en demonteren: gemeten per stuk.


36 van 42


Grontmij Belgium nv

OPTIE 3 – EXTRACTIE BADKAMERS.

A. LUCHTKANALEN -

Algemeen De opgegeven afmetingen zijn de vrije inwendige doorlaten, berekend met een maximale luchtsnelheid in functie van de zone waarin het kanaal loopt. Binnen de wooneenheid: 2 m/s. Buiten de wooneenheid: 3 m/s in de schachten (afvoerkanaal extractie wooneenheden. De luchtkanalen worden door de installateur compleet aangebracht met inbegrip van alle onderdelen en toebehoren, ook al worden ze niet in detail vermeld, in de meetstaat, noch op plannen getekend. De kanalen zijn te monteren op gegalvaniseerde stalen ondersteuningen (600 gr/m 2 galvanisatie) mits het tussenleggen van een klevende antivibratiestrip. Er dient ter goedkeuring een montagetekening voorgelegd te worden aan de leidende ambtenaar. Voltooide luchtkanalen behoren een volkomen strak en rechtlijnig geheel te vormen. De kanaalstukken moeten uitgevoerd worden met gladde afgeronde bochten, stromend verlopende splitsingen en vertakkingen. Bij elke richtingsverandering dienen sterke gegalvaniseerde geleidingsschoepen aangebracht te worden welke stevig vastgezet worden op minstens zes punten. Waar een ventilator of afzuigkast voorzien wordt, moet een soepele verbinding in dubbel uitgevoerd worden van ongeveer 20 cm lengte. Deze verbinding dient in geweven en geplastificeerde manchetten uitgevoerd te zijn. Bij elke vertakking of verdeelkast moeten de nodige solide instelkleppen met uitwendige waarneming van de stand ervan gemonteerd worden. Deze moeten ook geblokkeerd kunnen worden met een hand- of duimschroef in sterke uitvoering. De aansluiteinden moeten stevig op versterkte plaatjes staan. Bij ronde of spiraalgefelste kanalen dienen de speciale vormstukken in gegalvaniseerde of gegoten uitvoering te worden toegepast. Alle verbindingen worden luchtdicht uitgevoerd en mogen de kanaaldoorsnede niet wijzigen. Losneembare verbindingen moeten met flenzen en dichtingen uitgevoerd worden. Leveren en plaatsen van de nodige verstevigingen ter voorkoming van trillingen is inbegrepen in de prijs van de kanalen. Dit mag in de plaat zelf ingewerkt worden op voorwaarde dat dit de luchtstroom in het kanaal niet hindert. De ronde kokers moeten ophangen worden met een gegalvaniseerde draagbeugel met ééngatsophanging, terwijl de rechthoekige kanalen op te hangen zijn met gegalvaniseerde draagprofielen, draadstangen en moeren, die een regeling toelaten in de hoogte. Alle kanaaldoorvoeringen groter als 20 cm x 20 cm, welke door balken, muren, plafonds en betonwanden gaan worden uitgetekend en bij de hoofdaanneming aangebracht welke dan ook de nodige sparingen voorziet. Dus coördinatietekeningen voorleggen alvorens doorboringen te maken. Hierbij is de goedkeuring van de ambtenaar nodig, zelfs als dit in tegenspraak is met de administratieve gegevens heeft deze tekst voorrang en is dwingend.


37 van 42


Grontmij Belgium nv

Alle dakdoorvoeren die op voorhand niet door de aannemer werden voorzien, dienen in deze aanneming inbegrepen te zijn. Bij dakdoorgangen dient de doorgang waterdicht aangewerkt te worden. Dit is in het artikel kap-, boor-, beton- en metselwerken inbegrepen. De werken dienen wel door de aannemer dakwerken uitgevoerd te worden. Alle zichtbare kanalen dienen vóór voorlopige oplevering gepoetst te worden. Dichtheid Van 5% der kanalen kan worden verlangd dat deze afgeperst worden, een stuk naar keuze van de leidende ambtenaar en op voorhand niet bepaald. Zij moeten voldoen aan de dichtheidsklassen zoals bepaald in het bestek. Indien de geteste kanalen niet voldoen aan de vereiste dichtheidsklasse kan verlangd worden dat de gehele installatie wordt afgeperst. Luchtkanalen geplaatst in gemetste schachten moeten zo vlug mogelijk beproefd worden, teneinde afwerking toe te laten. Materiaalkeuzes De luchtkanalen worden vervaardigd uit gegalvaniseerde plaat volgens een procédé (Sendzimir of gelijkwaardig) waarbij de staalplaat geen beschadiging oploopt bij de fabrikagebehandeling en de zinklaag niet scheurt of loskomt tijdens deze behandeling. De kenmerken van de gegalvaniseerde staalplaat, de soorten zinkbekledingen, alsook de controle methodes voldoen aan de normen NBN A 23-201 en 202. De massa van de bekleding moet minstens beantwoorden aan de aanduiding Z 380. De versterkingsstukken, de dwarsstukken en de andere samenstellende elementen van de kanalen bestaan uit materialen van dezelfde aard die dezelfde behandeling hebben ondergaan als deze hierboven beschreven. Eveneens is steeds inbegrepen het luchtdicht aansluiten van de kanalen op wachtkaders tbv verse luchtname en afblaas.


38 van 42


-

Grontmij Belgium nv

Metalen kokers Metalen kanalen te bepalen volgens typebestek 105/1990 art. C14 par.1 en 2. - technologische eigenschappen - testen tot het bekomen van de mechanische weerstand - dichtheidscriterium en het toelaatbare lekdebiet De opgegeven maten van de luchtkanalen op de plannen zijn nuttige secties (zonder rekening te houden met isolaties).

Ronde kanalen De luchtkanalen en hulpstukken dienen te voldoen aan het typebestek art.C14 Type Bestek 105 , editie 1990. De kanalen worden geconstrueerd uit plaatstaal volgens EN10142 en EN10143 met zinklaag van minimum 275g (dikte ca 20µm). Kanalen met een diameter vanaf 250mm worden voorzien van dubbele verstevigingsribben voor een verbeterde radiale stijfheid. De kanalen zijn van het spiraalgefelste type en worden uitgevoerd in volgende plaatdikte, geschikt voor een onderdruk en overdruk van maximaal 3000Pa: - Dia 80 tot 250: 0,5mm - Dia 315 tot 400: 0,6mm - Dia 450 tot 630: 0,7mm De kanalen worden verbonden met hulpstukken (bochten , T-stukken, piquages , ed..) die voorzien zijn van een fabrieksgemonteerde dubbele lip uit EPDM die op zijn plaats gehouden wordt door een stalen strip waardoor de opgegeven luchtdichtheid gegarandeerd wordt tussen +3000Pa en –3000Pa. Elk hulpstuk is eveneens voorzien van een 180° omgeplooide kraag. Voor de mechanische bevestiging van de hulpstukken in de kanalen zijn luchtdichte poprivetten of zelfborende schroeven toegelaten. De verbindingen dienen, zonder gebruik te maken van een tape of koudkrimpmof, een luchtdichtheid klasse C volgens Eurovent te garanderen wat overeenkomt met onderstaande luchtlekdebieten bij de gespecificeerde testdrukken: Drukverschil Luchtlekdebiet

400 Pa (l/s)/m² 0.16 De technische fiche van de fabrikant dient voorgelegd te voorgelegd te worden. klasse C

1000 Pa 2000 Pa (l/s)/m² (l/s)/m² 0.28 0.41 worden. Tevens dient een proefstuk

Het aanbrengen van ALU tape om luchtdichte kanaalverbindingen te verwezenlijken worden niet toegelaten. Ophanging van de ronde kanalen De ronde kokers moeten ophangen worden met een gegalvaniseerde draagbeugel met ééngatsophanging. De draagbeugel is voorzien een rubberen trillingsdemper welke minimaal 25 mm breed is.


39 van 42


-

Grontmij Belgium nv

Dakdoorvoeren Doorvoeren doorheen wanden of daken zijn inbegrepen in deze aanneming, alsook het (waterdicht) aansluiten op de dakkappen.

-

Voorwaarden die gelden voor alle luchtkanalen -

-

-

-

De luchtkanalen mogen in geen geval vervormen, hun dichtheid verliezen, trillingen noch lawaai verwekken, noch bij het starten als bij de normale werking van de ventilatoren. In normaal bedrijf mag men geen enkel gefluit kunnen horen dat te wijten is aan luchtkleppen. Bij doorgang van luchtkanalen in de wanden moeten deze luchtkanalen omwonden worden met een onbrandbare folie. Het tracé van de luchtkanalen op de plannen is enkel gegeven ten titel van inlichting. Het definitief tracé zal door de Aannemer moeten opgemaakt worden in samenwerking met de andere aannemers van afwerking. Alle ronde luchtkanalen in het gebouw en in het zicht worden via dubbele EPDM rubberen dichtingsringen aan elkaar gemonteerd. Voor deze kanalen worden geen uitwendige flensverbindingen gebruikt. Klinknagels, schroeven of tape zijn niet toegelaten. De buitenroosters worden aan de kanalen met dubbele flenzen gemonteerd. Deze flenzen zijn voldoende breed en hebben een gemakkelijke montage en demontage. Zodoende kunnen de buitenroosters van binnenuit gemakkelijker gereinigd worden. De nodige airtuns dienen in de kanalen ingewerkt te worden zodat de lucht door de bocht glijdt en niet stootvorm door het kanaal gaat. Dit is in de prijs van de kanalen te begrijpen. Ontspan- of overgangskamers dienen eveneens hierin begrepen te zijn, evenals hun prijs. De kanalen die buiten opgesteld worden dienen zowel inwendig als uitwendig geïsoleerd te zijn. Ze dienen tevens waterdicht afgewerkt te worden.

Meting Metalen ronde kanalen, per diameter:


gemeten per meter

40 van 42


Grontmij Belgium nv

B. ISOLATIE VAN LUCHTKANALEN 1.

Van toepassing: TB. 105 van 1990. De thermische isolatie wordt langs de buitenzijde aangebracht.

2.

Omschrijving Ronde luchtkokers Isolatie met lamellen dekens uit rotswol, met versterkt aluminiumfolie langs de buitenkant. dikte isolatie: minimum 25 mm densiteit: ± 35 kg/m³ De warmtegeleidingscoëfficient: lambda is max. 0,038 W/m.K bij +20°C De isolatie wordt gekleefd met behulp van onbrandbare kleefstof in droge toestand. De voegen worden dichtgeplakt met kleefband van minimum 75 mm breed. Voor de verticale ronde kokers, zijn om de 1,2 m onroestbare banden rond de isolatie te voorzien, teneinde het afschuiven te beletten.

3.

Meting Isolatie van ronde kanalen: per diameter en per meter

C. BRANDWERENDE MANCHETTEN 1.

Van toepassing Basis typebestek 105 van 1990 - NBN 237,263,316, 332 en 365 en NBN 713,020. Art. 6.7 van NBN S21-207 is van toepassing. De aannemer dient de opmerking op de plannen betreft brandcompartimentering strikt te volgen.

2.

Omschrijving Brandwerende manchet ingebouwd in de muur tussen ventilatiekanalen ter hoogte van een doorvoer, om verspreiding van het vuur tegen te gaan. 100% vrije doorstroom. Uitgevoerd met gegalvaniseerd stalen aansluitingen met luchtdichte rubberen afdichting. Brandwerende werking tot 2 uur.

3.

Metingen Brandmoffen per afmeting: gemeten per stuk en zijn overeenkomstig de gevraagde Rf (weerstand) t.o.v. de plaats waarin ze gemonteerd worden.


41 van 42


Grontmij Belgium nv

D. EXTRACTIEVENTILATOR 1.

Van toepassing Typebestek 105 dd. 1990 alsook de NBN terzake

2.

Omschrijving Extractieventilator van het type buiten. - Waterdichte behuizing met speciale weerbestendige bekleding. - Waaier van achterwaarts gebogen schoepen. - Spanning: 230Vac 1ph. - Beschermingsklasse IP44 - isolatieklasse B. - Debiet : min. 225m³/h bij externe tegendruk van 200 Pa. De ventilator zorgt voor een minimumdebiet van 25 m³/h per badkamer. Ze is gekoppeld met de verlichting zodat indien er een signaal is, ze verhoogt naar 75 m³ maximum. De ventilator wordt gevoed vanuit het bord EB gemene delen.

3.

Toepassing : Eén ventilator op het dak voor de ventilatie van de drie badkamers.

4.

Meting : Ventilator gemeten per stuk, inclusief alle toebehoren.

E. AFZUIGVENTIELEN 1.

Van toepassing Typebestek 105 dd. 1990 alsook de NBN terzake

2.

Omschrijving De luchtafvoerventielen zijn zelfregelend en worden geleverd met montagekader. -

3.

Kleur : Wit of geschilderd in kleur van de wand waarin ze geplaatst worden. Debiet : max 75m³/h. Huis en regelventiel uit wit polystyreen. Roestvrijstalen veer voor balanssysteem.

Toepassing : Eén ventiel per badkamer.

4.

Meting : Gemeten per stuk, inclusief alle toebehoren.


42 van 42

Opdrachtgever: OCMW Machelen C. Peetersstraat Machelen

Recommend Documents