Technisch Programma van Eisen Recreatieoord De Warande Oosterhout projectnr. 238250 revisie 04 2 januari 2012
auteur(s) R.L. Backer
Opdrachtgever Gemeente Oosterhout Postbus 10150 4900 GB Oosterhout Nb datum vrijgave beschrijving revisie 04 definitief 02‐01‐2012
goedkeuring ir. R.L. Backer
vrijgave R. Verkerk
Colofon
Projectgroep bestaande uit: Peter Zuurbier Ralph Backer Mike Fransen Vincent Smeets Rene Helder Tekstbijdragen: Fotografie: Vormgeving: Datum van uitgave: 2 januari 2012 Contactadres: Beneluxweg 7 4904 SJ Oosterhout Postbus 40 4900 AA Oosterhout
Technisch Programma van Eisen Recreatieoord De Warande Oosterhout Prjectnr. 238250 2 januari 2012, revisie 04
Inhoud blz.
1
Inleiding ................................................................................................................ 3
2
Technische eisen ................................................................................................... 4
2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5 2.3.6 2.3.7 2.3.8 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.4.5 2.4.6 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.5.4 2.5.5 2.5.6 2.6 2.6.1 2.6.2 2.6.3 2.6.4
Bouwfysische eisen........................................................................................................... 4 Binnenklimaat .................................................................................................................. 4 Akoestische eisen.............................................................................................................. 4 Visueel comfort................................................................................................................. 5 Energieprestatie‐eis .......................................................................................................... 6 Bouwkundige eisen........................................................................................................... 7 Materiaalgebruik algemeen.............................................................................................. 7 Afwerkingen per ruimte .................................................................................................... 7 Deuren, kozijnen, hang‐ en sluitwerk................................................................................. 8 Tegelwerk......................................................................................................................... 8 Leidingwerk ...................................................................................................................... 8 Terreinafwerking .............................................................................................................. 8 Eisen werktuigbouwkundige installaties............................................................................ 8 Rioleringen ....................................................................................................................... 8 Koud‐ en warm tapwatervoorzieningen............................................................................. 9 Schoonmaak ..................................................................................................................... 9 Transportinstallaties ......................................................................................................... 9 Sanitair............................................................................................................................. 9 Brandbestrijdingsinstallatie ............................................................................................ 10 Gas binneninstallatie ...................................................................................................... 10 Verwarming en koeling ................................................................................................... 10 Eisen elektrotechnische installaties ................................................................................. 12 Hoofdaansluiting elektra................................................................................................. 12 Hoofd‐ en onderverdeelinrichtingen ................................................................................ 13 Voedingskabels en kabelwegen....................................................................................... 13 Verlichtingsinstallatie ..................................................................................................... 13 Veiligheidsaarding/aardingsvoorzieningen ..................................................................... 14 Bliksembeveiliging .......................................................................................................... 14 Communicatie en beveiliging .......................................................................................... 15 Miva‐installatie............................................................................................................... 15 Data‐ en telefoonaansluitingen en CAI ............................................................................ 15 Inbraakbeveiliginginstallatie........................................................................................... 15 Monitorbewaking ........................................................................................................... 15 Toegangscontrolesysteem............................................................................................... 15 Tijdregistratiesysteem..................................................................................................... 15 Brandpreventie en brandbestrijding................................................................................ 15 Algemeen ....................................................................................................................... 15 Brandblusvoorzieningen.................................................................................................. 15 Brandmeld/ontruimingsinstallatie .................................................................................. 16 Vluchtweg‐ en oriëntatieverlichting ................................................................................ 16
3
Inrichting............................................................................................................. 17
3.1 3.1.1
Vaste inrichting............................................................................................................... 17 Balie ............................................................................................................................... 17 blad 1 van 17
Technisch Programma van Eisen Recreatieoord De Warande Oosterhout Prjectnr. 238250 2 januari 2012, revisie 04
3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.1.6 3.1.7 3.1.8 3.1.9
Badmeesterpost.............................................................................................................. 17 Garderobes ..................................................................................................................... 17 Bewegwijzering .............................................................................................................. 17 Publicatieborden............................................................................................................. 17 Keukeninrichting............................................................................................................. 17 Pantry’s .......................................................................................................................... 17 Sanitaire ruimten ............................................................................................................ 17 Losse inrichting ............................................................................................................... 17
blad 2 van 17
Technisch Programma van Eisen Recreatieoord De Warande Oosterhout Prjectnr. 238250 2 januari 2012, revisie 04
1
Inleiding De gemeente is voornemens het recreatieoord De Warande uit te breiden met een overdekt 15 * 25 meter bad, een doelgroepenbad (10x15 meter), een whirlpool en de huisvesting van de aan het zwembad gerelateerde personeel en optioneel een multifunctionele ruimte voor de verenigingen. Daarnaast zal het bestaande 50 meter bad worden voorzien van een transparante gedeeltelijk openschuifbare overkapping. In deze fase is een Masterplan opgesteld, waarin de volgende onderdelen aan de orde komen: • Programma van Eisen; • Ruimtelijke mogelijkheden en planologische procedure; • Investeringen en exploitatieopzet; • Planning en vervolgtraject. Onderstaand technisch Programma van Eisen maakt dan ook onderdeel uit van bovengenoemd Masterplan. In dit PvE zijn de uitgangspunten en randvoorwaarden zoveel mogelijk in de vorm van prestatie‐eisen vastgelegd. In de achterliggende hoofdstukken komen achtereenvolgens aan de orde: • bouwfysische en bouwtechnische zaken; • installatietechnische zaken; • inrichting.
blad 3 van 17
Technisch Programma van Eisen Recreatieoord De Warande Oosterhout Prjectnr. 238250 2 januari 2012, revisie 04
2 2.1 2.1.1
Technische eisen Bouwfysische eisen Binnenklimaat Emissies Ten aanzien van de materiaalkeuze dient voorkomen te worden dat emissies uit materialen (o.a. vloerbedekking) kunnen leiden tot verontreiniging van de binnenlucht. Met betrekking tot het ontwerp van het centrum dient aandacht besteed te worden aan een goede scheiding van het binnenklimaat van de zwembad gerelateerde ruimten en de overige ruimten. Het binnenklimaat van het zwembad wijkt sterk af van de overige ruimten (vochtig, warm, gebruik middelen zwemwater zoals b.v. chloor) waardoor de bouwkundige scheiding een belangrijk aandachtspunt vormt. Klimaatinstallaties De klimaatinstallatie is onder te verdelen in een verwarmingsinstallatie en een ventilatiesysteem. De volgende temperaturen en ventilatiehoeveelheden moeten worden gewaarborgd: Tabel: eisen klimaatinstallatie Ventilatievoud minimum Onderdeel Temperatuur (oC) Algemene ruimten 18 1 verkeersruimten/garderobe vorstvrij min. 25 m3/h bergingen/werkkasten/magazijnen/archief 18 25 m3/h per toestel toiletten vorstvrij 1 technische ruimten Gemeenschappelijke ruimten 4‐6 multifunctionele ruimten/gemeenschapsruimte 20 20 4‐6 foyer/bar/horeca 20 75 m3/h keuken Verblijfsruimten 20 2 kantoren 20 4‐6 spreek/vergaderkamers Sport 24 4‐6 was‐ en kleedruimte zie * zie ** zwemzaal * De temperatuur van de zwemzaal is 2 oC hoger dan de temperatuur van het zwemwater. De maximum temperatuur van de zwemzaal bedraagt 34oC. ** De ventilatievoud van de zwemzaal wordt in het ontwerpstadium bepaald en is afhankelijk van de noodzakelijk benodigde hoeveelheid ontvochtiging als gevolg van de verdamping van het zwembad.
2.1.2
Akoestische eisen Met betrekking tot geluid dient er bij het ontwerp en de materiaalkeuze rekening gehouden te worden met mogelijke (nadelige) gevolgen voor de akoestiek. Bijzondere aandacht dient te worden geschonken aan de akoestische scheiding van de zwemzalen naar het overige deel van het complex. blad 4 van 17
Technisch Programma van Eisen Recreatieoord De Warande Oosterhout Prjectnr. 238250 2 januari 2012, revisie 04
Voor de verschillende gebouwen en/of functies gelden onderstaande maximale geluidsniveaus voor de installaties in dB(A). Tabel: akoestische eisen Onderdeel Geluidsniveau (dBA) Algemene ruimten verkeersruimten/garderobe 40 bergingen/werkkasten/magazijnen/archief 45 toiletten 40 technische ruimten 70 Gemeenschappelijke ruimten multifunctionele ruimten/gemeenschapsruimte 40 foyer/bar/horeca 40 keuken 40 Verblijfsruimten kantoren 35 spreek/vergaderkamers 35 Sport was‐ en kleedruimte 45 zwemzaal 45
2.1.3
Visueel comfort Kunstlicht Alle ruimten in het gebouw en op het terrein moeten zijn voorzien van een voor het gebruik geschikte verlichting. De verlichting in het gebouw en het terrein moet met betrekking tot standaard verlichtingssterkte, gelijkmatigheid, luminantieverhoudingen, kleurtemperatuur en kleurweergave‐index voldoen aan de NEN‐ EN 12464. Aan de horizontale verlichtingssterkte worden de volgende algemene eisen gesteld. De Verlichting in het doelgroepenbad dient dimbaar te zijn. Tabel: Verlichtingsniveau Ruimte Verlichtingsniv eau (lux) Algemene ruimten verkeersruimten/garderobe 200 bergingen/werkkasten/magazijnen/archief 150 toiletten 150 technische ruimten 200 Gemeenschappelijke ruimten multifunctionele ruimten/gemeenschapsruimte 300 foyer/bar/horeca 300 keuken 500 Verblijfsruimten kantoren (werkvlak) 500 blad 5 van 17
Technisch Programma van Eisen Recreatieoord De Warande Oosterhout Prjectnr. 238250 2 januari 2012, revisie 04
kantoren (overig) spreek/vergaderkamers Sport was‐ en kleedruimte zwemzaal
300 500 200 300
In ruimten waarin de verblijfstijd kortstondig is of waarin een goede kleurweergave van geen direct belang is, kunnen lampen met matige kleureigenschappen worden toegepast. Dit betreft opslagruimten, technische ruimten en dergelijke. Hoogfrequente verlichting dient voorzien te zijn van daglichtregeling en aanwezigheidsschakeling. De gemiddelde arbeidsfactor van de verlichtingsinstallatie dient tenminste 0,95 te bedragen.
2.1.4
Energieprestatie‐eis Voor het beoordelen van de energie‐efficiëntie van het totale ontwerp voor de nieuwbouw is in het bouwbesluit en het milieubeleidsplan de Energie Prestatie‐norm opgenomen. Hiervoor moet de energieprestatiecoëfficiënt worden bepaald (EPC). De energieprestatie coëfficiënt is een samenspel tussen het bouwkundig ontwerp en de systeemkeuze van de klimaatinstallaties en elektrotechnische installaties. Bouwfysische gegevens die een directe relatie hebben met het dynamisch thermisch gedrag van het gebouw moeten integraal worden vastgesteld. Hierbij valt te denken aan onder andere zonwering. Met name zijn hier te noemen: • gebouwvorm; • plaats van functie in het gebouw; • oriëntatie; • zwaarte gevel‐ en dakconstructie; • warmteweerstanden gevels, daken en vloeren; • warmteweerstanden beglazing; • zontoetreding factoren beglazing (zonwering); • percentage geveloppervlakte dat is voorzien van beglazing; • glaskwaliteit (zonwerend); • wijze van warmteopwekking voor verwarming en warm tapwater en systeemkeuze; • wijze van eventuele koudeopwekking en systeemkeuze; • wijze en hoeveelheden van ventileren met warmteterugwinning; • toerenregeling van pompen en ventilatoren; • geïnstalleerd verlichtingsvermogen; • wijze van schakeling van de verlichting en keuze van de armaturen; • eventuele toepassing van duurzame energiebronnen. Het samenspel dient gecoördineerd te worden middels overleg tussen Architect, Bouwfysicus en de Installatietechnoloog. Overkapping 50m bad Voor de overkapping zijn de EPC eisen logischerwijs niet van toepassing.
blad 6 van 17
Technisch Programma van Eisen Recreatieoord De Warande Oosterhout Prjectnr. 238250 2 januari 2012, revisie 04
2.2 2.2.1
Bouwkundige eisen Materiaalgebruik algemeen De keuze van de materialen dient zodanig te zijn dat een deugdelijk, onderhoudsarm en energiezuinig gebouw zal worden gerealiseerd. De uiteindelijk toe te passen materialen worden door de architect in samenwerking met de opdrachtgever bepaald. In het ontwerpstadium wordt de definitieve afwerkstaat opgesteld. De vloeren en wanden van de zwemzalen dienen waterdicht, corrosiewerend uitgevoerd te worden en dienen eenvoudig te reinigen te zijn. Er dient rekening te worden gehouden met het toepassen van epoxy voegen. De wanden dienen voldoende bestand te zijn tegen mechanische beschadigingen (bv. geen stucwanden in kleedruimten). Op glasvlakken die zich op minder dan 0,8m boven vloerniveau bevinden dient veiligheidsglas te worden toegepast. Glaswanden dienen balvast (gelaagd) te zijn. Glaswanden dienen balvast (gelaagd) te zijn. De plafonds dienen corrosie‐ en vochtbestendig en balvast te zijn met gunstige akoestische eigenschappen.
2.2.2
Afwerkingen per ruimte Horeca/foyer/bar Deze ruimten hebben een eenvoudig te reinigen hardevloerbedekking. Keuken De keuken heeft uit het oogpunt van hygiëne tegelwerk op vloer (met vereiste stroefheid) en wanden en een vochtbestendige en reinigbare plafondafwerking. Multifunctionele ruimten Deze ruimten hebben een eenvoudige, gladde en goed te onderhouden vloerbedekking. Verkeersruimten/garderobe/ bergingen/werkkasten/magazijnen Deze ruimten worden voorzien van eenvoudig te reinigen harde vloerbedekking. Technische ruimten Voor de technische ruimten volstaat een eenvoudige harde vloer‐ en wandafwerking die goed schoon te houden is. Natte ruimten en zwembad Het zwembad, en de natte ruimten (zoals de toiletten, was‐ en kleedruimten) zijn uit het oogpunt van hygiëne op zowel wand als vloer voorzien van tegelwerk met voldoende stroefheid. De plafondafwerking van de was‐ en kleedruimten dient vochtbestendig te zijn. Er dient rekening te worden gehouden met het toepassen van epoxy voegen. Kantoren / spreekkamers/vergaderruimten De ruimten kenmerken zich door een doelmatig afwerkingniveau. In kantoren, spreekkamers en vergaderruimten een zachte vloerbedekking toepassen. De toe te passen vloerbedekking moet praktisch in onderhoud zijn en geen akoestische nadelen opleveren. Te openen ramen Ruimten die bestemd zijn voor het verblijf van personen moeten worden voorzien van één of meer te openen ramen. blad 7 van 17
Technisch Programma van Eisen Recreatieoord De Warande Oosterhout Prjectnr. 238250 2 januari 2012, revisie 04
2.2.3
Deuren, kozijnen, hang‐ en sluitwerk • • • •
Alle toegangsdeuren bij de entree, de toiletruimten, de technische ruimte, de was‐en kleedruimten voorzien van deurdrangers. Toegangsdeuren kleedkamers voorzien van schopplaten. De deuren bij voorkeur toepassen in een stompe uitvoering. Binnendeurkozijnen uitvoeren in een duurzame harde houtsoort.
2.2.4
Tegelwerk De natte ruimten (toiletten, was en kleedruimten), de keuken en het zwembad voorzien van tegelwerk op de vloer en de wanden. De aansluiting van de wand‐ en vloertegels uitvoeren met een plinttegel. In was en kleedruimten en het zwembad dient aandacht te zijn voor tegengaan van glad tegelwerk op de vloeren (antislip toepassen).
2.2.5
Leidingwerk Als uitgangspunt wordt gehanteerd dat in alle ruimten leidingen worden weggewerkt (inbouw). In de technische ruimten, werkkasten, bergingen en magazijnen mogen de leidingen als zichtwerk worden aangebracht.
2.2.6
Terreinafwerking In de ontwerpfase zal de terreintekening uitgewerkt worden. Hierbij dient er aandacht te zijn voor het inpassen van het gebouw en het terrein bij de bestaande bebouwing en omgeving.
2.3 2.3.1
Eisen werktuigbouwkundige installaties Rioleringen Hemelwaterafvoer De daken moeten worden voorzien van regenwaterafvoeren en noodoverlaten. In overleg met de gemeente dient de opzet van de riolering in het terrein te worden bepaald. De hemelwaterafvoer van het terrein en dakvlakken dient gescheiden te zijn van de vuilwaterafvoer. Hemelwaterafvoeren bij voorkeur niet in het zicht monteren. De voorkeur gaat uit naar hemelwaterafvoeren buitenlangs in verband met externe vervuiling door groen (bladafval, eikels etc.). Infiltratie Voor de nieuwbouw en overkapping dient rekening te worden gehouden met infiltratie van het hemelwater in de bodem. Voor de wijze van infiltratie zijn verschillende mogelijkheden of een combinatie van mogelijkheden: • Direct lozen op oppervlakte water en/of groen; • Via infiltratiesysteem onder parkeerterrein; • Aansluiten op wadi('s) van het parkeerterrein. Uitgangspunt voor dit programma van eisen is dat infiltratie kan geschieden door aansluiting op de wadi's van het parkeerterrein. Er wordt rekening gehouden met een lichte uitbreiding van deze wadi('s). Het is te verwachten dat dit realiseerbaar is met een lichte uitbreiding van de wadi('s) en dient derhalve als uitgangspunt voor dit programma van eisen. In de verdere uitwerking dienen de mogelijkheden en consequenties verder te worden onderzocht. blad 8 van 17
Technisch Programma van Eisen Recreatieoord De Warande Oosterhout Prjectnr. 238250 2 januari 2012, revisie 04
Binnenriolering Alle sanitaire toestellen aansluiten op de binnenriolering. De keukenafvoer via vetafscheider aansluiten op gemeenteriolering.
2.3.2
Koud‐ en warm tapwatervoorzieningen Op de volgende plaatsen moeten warm‐ en koudwatertappunten worden voorzien: • Keuken/pantry's: diverse aansluitingen ten behoeve van keukeninstallatie en opstellingen eventuele koffiemachines; • Bar: diverse aansluitingen ten behoeve van (keuken)installatie en opstellingen eventuele koffiemachines; • Sanitaire voorzieningen: was‐ en kleedruimten, toiletten, urinoirs en wastafels; • Douches bij voorkeur voorzien van centraal instelbare watertemperatuur en elektronische besturing per douche; • Warm‐ en koudwaterinstallatie voorzien van legionellapreventie; • Technische ruimte: koudwater voorziening ten behoeve van gebouw gebonden installaties; • Werkkasten: koud en warmwater voorziening ten behoeve van schoonmaak werkzaamheden in nader te bepalen ruimten; • Voorzieningen aan buitengevel: Ten behoeve van buitenschoonmaak op nader te bepalen positie gevelkranen voorzien van koud water; • blusinstallatie: ten behoeve van wateraanvoer (separate groep) naar waterblusapparaten dient een waterleiding te worden voorzien van voldoende capaciteit die voldoet aan de wet‐ en regelgeving; • Tussenmeters voor de gebruikers functie: Horeca, zwembad installatie en overige installaties. Zwemwater Het ontwerp van de zwembadinstallaties vormt een belangrijk onderdeel van het installatieontwerp. De voorzieningen ten behoeve van het zwemwater worden in de ontwerpfase verder uitgewerkt.
2.3.3
Schoonmaak Voldoende aansluitpunten/slangwartelkranen en haspels voor slangen zijn gewenst, zodat de gehele accommodatie bij schoonmaak bereikt kan worden. Een eigen leidingcircuit schoonmaakwater met hoge druk is gewenst (ook in de afval‐ containerruimte).
2.3.4
Transportinstallaties Indien het gebouw 2 laags wordt uitgevoerd dient er rekening te worden gehouden met een personen/goederenlift. De definitieve vorm dient in de ontwerpfase te worden gekozen.
2.3.5
Sanitair
2.3.5.1
Toiletten Voor het sanitair gelden de volgende eisen: • Sanitaire toestellen dienen duurzaam en vandaalbestendig te worden uitgevoerd; • De toiletpotten dienen uit onderhoudstechnische overwegingen vrij hangend met ingebouwd reservoir te worden uitgevoerd; • De wastafels dienen te worden uitgevoerd met een zwanenhalssifon en muurbuis; • De urinoirs dienen te worden uitgevoerd met een muurbuis en een drukspoeler; • Waterbesparende uitvoeringen verdienen de voorkeur. Hierbij moet met name worden gedacht aan de werking van toiletspoelingen, kranen en douches op aanwezigheidssignalering; • Er dienen voldoende afvoerputten en afvoergoten te worden opgenomen in het ontwerp; • Er dient rekening te worden gehouden met kindertoiletten en douches (laag).
blad 9 van 17
Technisch Programma van Eisen Recreatieoord De Warande Oosterhout Prjectnr. 238250 2 januari 2012, revisie 04
2.3.5.2
Invalidentoiletten Er moet worden voorzien in mindervalidentoiletten zoals omschreven in het Handboek voor Toegankelijkheid, deze mogen tevens worden gebruikt voor het reguliere gebruik.
2.3.5.3
Douches Er dient voorzien te worden in voldoende doucheruimte in relatie tot het te verwachten aantal bezoekers. Het douchegarnituur dient waterbesparend en elektronisch te zijn.
2.3.6
Brandbestrijdingsinstallatie Blusinstallatie: inbouwkasten, voorzien van handbrandmeldervak en extra nis voor plaatsing van een brandblusser.
2.3.7
Gas binneninstallatie Op de volgende plaatsen moeten gasaansluitingen worden voorzien: • technische ruimte t.b.v. verwarmingsketels; • keuken t.b.v. gasfornuis. De volgende gebruikers functies dienen te worden voorzien van tussenmeters: • Technische ruimte; • Horeca.
2.3.8
Verwarming en koeling De in paragraaf 6.1.1 genoemde ontwerptemperaturen moeten bereikt en onderhouden kunnen worden ook wanneer niet alle vertrekken gelijktijdig worden verwarmd. Verwarming In de ontwerpfase dienen de ontwerpkeuzes voor de installaties vastgesteld en nader uitgewerkt te worden. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de volgende functiegroepen: • Entreegebied: vloerverwarming / radiatoren. • Bassins: luchtverwarming. • Toiletten‐ en douchevoorzieningen: vloerverwarming. • Ruimte voor ondersteunende functies: radiatoren. • Horeca: vloerverwarming / radiatoren. • Multifunctionele vergaderruimte: radiatoren. • Personeelsruimten: vloerverwarming / radiatoren. • Technische ruimten: vorstvrij. Ventilatievoorzieningen In de volgende gebouwdelen en/of functies worden eisen gesteld aan de ventilatievoorziening: • Entreegebied: gebalanceerde ventilatie met hoog rendement warmteterugwinning. • Bassins: gebalanceerde ventilatie met hoog rendement warmteterugwinning. • Toiletten‐ en douchevoorzieningen: blad 10 van 17
Technisch Programma van Eisen Recreatieoord De Warande Oosterhout Prjectnr. 238250 2 januari 2012, revisie 04
• • • • • •
mechanische afzuiginstallatie. Ruimte voor ondersteunende functies: gebalanceerde ventilatie met hoog rendement warmteterugwinning Horeca: gebalanceerde ventilatie met hoog rendement warmteterugwinning. mechanische afzuiging afzuigkappen. mechanische afzuiging vaatwassers. Multifunctionele vergaderruimte: gebalanceerde ventilatie met hoog rendement warmteterugwinning. Personeelsruimten: gebalanceerde ventilatie met hoog rendement warmteterugwinning Technische ruimten: natuurlijke ventilatie.
Koelvoorzieningen In de volgende gebouwdelen en/of functies worden eisen gesteld aan de koelvoorziening: • Entreegebied: geen koelvoorziening; koelvoorziening in receptieruimte. • Bassins: geen koelvoorziening. • Toiletten‐ en douchevoorzieningen: geen koelvoorziening. • Ruimte voor ondersteunende functies: koelvoorziening kantoorruimte Sportbedrijf Oosterhout • Horeca: koelvoorziening restaurant gedeelte • Multifunctionele vergaderruimte: koelvoorziening. • Personeelsruimten: koelvoorziening. • Technische ruimten: geen koelvoorziening. Regelinstallaties De regeltechnische installaties omvatten alle voorzieningen die nodig zijn om de klimaatinstallaties te laten functioneren op basis van een zo optimaal mogelijk klimaat en bij een zo’n laag mogelijk energieverbruik. Onder de regelinstallatie vallen de navolgende onderdelen: • de regel‐ en veldapparatuur; • de benodigde schakelkasten; • DDC regel en besturingseenheden; • registratie energieverbruiken; • overwerkregeling per functiegroepen; • gebouwbeheerssysteem; • de bekabeling. De klimaatinstallatie voorzien van een individuele binnenklimaatregeling. De regelinstallatie dient automatisch de beschikbare capaciteit van de klimaatinstallaties aan te passen aan veranderende binnen‐ en buitencondities. Een passende regelstrategie wordt hierbij ontwikkeld en is afhankelijk van systeemkeuze, energiegebruik, gebruikseisen en gewenst comfort. blad 11 van 17
Technisch Programma van Eisen Recreatieoord De Warande Oosterhout Prjectnr. 238250 2 januari 2012, revisie 04
2.4 2.4.1
Eisen elektrotechnische installaties Hoofdaansluiting elektra De hoofdaansluiting afstemmen met de plaatselijke netbeheerder. Voor het bepalen van de hoofdaansluiting, hoofd‐ en onderverdeelinrichtingen (inclusief de voedingskabels) wordt van onderstaande gelijktijdigheidfactoren uitgegaan: a. verlichting : 0,9 b. wandcontactdozen : 0,5 c. apparatuur (keuken) : 0,6 d. liften : 1,0 e. ventilatie/verwarming : 0,8 f. overige gebruikers : 1,0 overall factor : 0,85 Bij het projecteren van de energievoorziening dient rekening te worden gehouden met een mogelijke toekomstige uitbreiding van het geïnstalleerde vermogen met minimaal 20%. Voor de elektrische veiligheidseisen geldt het gestelde in de NEN 1010. Algemeen Het aantal aansluitpunten voor energievoeding in het gebouw dient van zodanige omvang te zijn dat alle vast geïnstalleerde elektrische installaties en machines van stroom met de juiste voeding worden voorzien en dient te voorzien in permanent en incidenteel gebruik. Algemene ruimten In verkeersruimten en ondersteunende ruimten etc. moeten voldoende servicewandcontactdozen 230 V worden voorzien ten behoeve van schoonmaak. Gemeenschappelijke ruimten In de gemeenschappelijke ruimten voldoende contactdozen opnemen. Op basis van de te plaatsen apparatuur wordt in het ontwerpstadium het definitieve aantal bepaald. In de keuken en bar rekening houden met voldoende aansluitpunten ten behoeve van keukenapparatuur (kookplaat, koelkast, boiler, magnetron, koffieapparaat). Tevens bij decentrale pantry's rekening houden met voldoende aansluitpunten voor apparatuur. Berging / compressorruimte In de compressorruimte / berging duikverenigingen dient rekening te worden gehouden met krachtstroom en afdoende wandcontactdozen. Verblijfsruimten In verblijfsruimten dienen per gevelstramien, uitgaande van bijv. 3,60 m, voldoende (4) dubbele contactdozen te worden voorzien. De contactdozen bij voorkeur afmonteren in wandgoten. De kabels en leidingen zullen boven de systeemplafonds worden weggewerkt, waarbij rekening wordt gehouden met een flexibele indeling. Zwembad Voor de elektrotechnische eisen gelden de eisen zoals gesteld in de NEN 1010. Dit betekent onder andere dat: • De verlichting in de zwembaden achter een veiligheidstrafo aangesloten dient te worden (24 V verlichting); • Alle metalen delen in het zwembad dienen geaard te worden; • Er een veilige afstand tussen het natte gebied en de algemene 230 V verlichting in acht genomen moet worden. blad 12 van 17
Technisch Programma van Eisen Recreatieoord De Warande Oosterhout Prjectnr. 238250 2 januari 2012, revisie 04
2.4.2
Hoofd‐ en onderverdeelinrichtingen Voor elke hoofdverdeelinrichting geldt: • Het railsysteem en de hoofdschakelaar van de hoofdverdeelinrichting dienen in overeenstemming te zijn met het maximaal af te nemen vermogen. • Voorzien te worden van een overspanningbeveiliging met een stootspanningbestendigheid van 2kV en overstroombeveiliging. • Voorzien van minimaal twee reservevelden, geschikt voor 20% van het totale vermogen. • Naast de hoofdverdeelinrichting tevens onderverdeelinrichtingen plaatsen nabij de keuken en technische ruimte. Voor elke onderverdeelinrichting geldt: • Completeren met de benodigde rails, verbindingen, aansluitklemmen, deksels, invoeringen en dergelijke. • Voorzien van 25% reserve in vermogen en groepen met een minimum van drie reservegroepen. • Mogelijkheid tot plaatsing van een (tussen) kWh meter. • koelmachine, stoombevochtiging en keukenapparatuur aansluiten op een separate eindgroep.
2.4.3
Voedingskabels en kabelwegen In het gebouw moet een installatietechnische infrastructuur beschikbaar zijn ten behoeve van sterkstroom‐, data‐, beveiligings‐, en telecommunicatiesystemen en dergelijke. De in de schachten opgenomen installatievoorzieningen (leidingen, kabels e.d.) dienen per verdieping eenvoudig bereikbaar, onderhoudbaar en uitneembaar te zijn. Toe te passen wandgoten met behulp van metalen scheidingsschotten te verdelen in 2 gescheiden compartimenten. Kabelwegen Ten behoeve van de infrastructuur moeten de hoofdkabelgoten met voldoende breedte en gescheiden compartimenten worden voorzien. Voedingen worden opgenomen voor techniek (verwarmen, koelen, ventileren en diverse apparatuur). In de groepenkasten moeten aardlekschakelaars worden toegepast indien vereist.
2.4.4
Verlichtingsinstallatie Verlichting algemeen Het ontwerp van de verlichting uitvoeren volgens NEN‐12193 voor het zwembad en de NEN‐EN 12464‐1 voor de overige ruimten. De elektrotechnische installaties uitvoeren in energiezuinige verlichting (hoogfrequent) en armaturen met een rendement van minimaal 70%. De verlichting in het zwembad uitvoeringen in slagvaste en waterdichte uitvoering. Er moet rekening worden gehouden met een geode vervangbaarheid van de lampen en armaturen boven het wateroppervlakte. Schakeling verlichting. Verkeersruimten De verlichting in de verkeersruimten dient centraal schakelbaar te zijn. Het moet mogelijk zijn om een deel van de verlichting in de verkeersruimten als loop‐ en oriëntatieverlichting in te schakelen voor buiten openingsuren. Kantoren. De verlichting voorzien van daglichtregeling en aanwezigheid detectie. blad 13 van 17
Technisch Programma van Eisen Recreatieoord De Warande Oosterhout Prjectnr. 238250 2 januari 2012, revisie 04
Vergader en spreekkamers De vergader‐ en spreekkamers voorzien van dimbare verlichting en aanwezigheid detectie. Kleed‐ en doucheruimten De verlichting in de was‐ en kleedruimten moet per ruimte op aanwezigheid schakelbaar zijn. Sanitaire ruimten De verlichting van de sanitaire ruimten schakelen met aanwezigheidsschakeling. Horeca Op aanwezigheid schakelbaar. Tevens mogelijkheid creëren voor aanbrengen van sfeerverlichting. Zwembad Op aanwezigheid schakelbaar. Overige In het ontwerptraject wordt nader uitgewerkt welke ruimten voorzien worden van dimbare en sfeerverlichting verlichting. Onderwaterverlichting In het zowel het wedstrijdbad (15 x 25 m) als het doelgroepenbad dient een voorziening voor onderwaterverlichting te worden opgenomen. Noodverlichting Noodverlichting en vluchtwegaanduiding aan te brengen op essentiële plaatsen, in vluchtwegen en boven nooduitgangen volgens NEN‐EN 1838. Terrein‐ en gevelverlichting De terrein‐ en gevelverlichting baseren op het definitieve terreinontwerp. Voorkomen dient te worden dat er sociaal onveilige plaatsen ontstaan op het terrein. De buitenverlichting aan het gebouw schakelen middels een schemerschakelaar en een tijdklok. De verlichting op parkeerplaatsen en in het 'openbaar' groen schakelen met de openbare verlichting. De verlichtingssystemen dienen energiezuinig te zijn en de levensduur van de toegepaste lampen is optimaal lang.
2.4.5
Veiligheidsaarding/aardingsvoorzieningen De installatie aarden conform de NEN 1010. Hiertoe bij de hoofdverdeelinrichting een aardrail aanbrengen waarop moet worden aangesloten: • Een doorlopend wapeningsnet, verbonden met de wapening van de paalfundering; • Een eventueel meegevoerde aarde van het energiebedrijf; • Een aardrail van de hoofdverdeelinrichting; • De metalen delen die niet tot de elektrische installaties behoren, maar waarvoor krachtens de voorschriften een directe aardingsvoorziening is vereist; • Metalen kabelgoten, wandgoten, ladderbanen, gasleidingen en waterleidingen moeten worden geaard.
2.4.6
Bliksembeveiliging Op de dakvlakken dient een daknet te worden aangebracht. Uitvoering afhankelijk van de toe te passen materialen. De aanwezige metalen installatiedelen, metalen delen aan gevels, staalconstructies (bijvoorbeeld van een dakopbouw) dienen door middel van litzen aan het daknet te worden doorverbonden. De bliksembeveiligingsinstallatie dient te voldoen aan klasse LP3 van de NEN 1014.
blad 14 van 17
Technisch Programma van Eisen Recreatieoord De Warande Oosterhout Prjectnr. 238250 2 januari 2012, revisie 04
2.5 2.5.1
Communicatie en beveiliging Miva‐installatie In miva‐toiletten dient een oproepinstallatie te worden aangebracht met een signalering boven de deur en op een strategische plaats (receptieruimte).
2.5.2
Data‐ en telefoonaansluitingen en CAI In de volgende ruimten dienen in ieder geval voldoende data en telefoonaansluitingen gerealiseerd te worden. De overige ruimten worden in het ontwerpstadium verder uitgewerkt. Algemeen geldt het uitgangspunt dat de passieve delen van het netwerk in het bestek wordt opgenomen (bedrading en aansluitpunten). De actieve componenten worden door de gebruiker gerealiseerd (server ed). Kantoren en bepreekkamers In de kantoren de contactdozen in wandgoten opnemen. Per kantoorruimte uitgaan van 2 data‐ aansluitingen en 2 telefoon/telefaxaansluitingen per werkplek. Dit geldt ook voor de vergader en bespreekruimten. Multifunctionele ruimten / foyer Per ruimte minimaal 2 data‐aansluiting realiseren. In de ruimte van de foyer en bar tevens een telefoonaansluiting en CAI realiseren.
2.5.3
Inbraakbeveiliginginstallatie Er dient een inbraakbeveiliginginstallatie te worden geïnstalleerd. De installatie moet vanuit de beheerderruimte worden bediend. Op strategische plaatsen zullen bewegingsmelders geplaatst worden. Alle vlucht‐ en nooduitgangen, te openen ramen op de begane grond in de buitengevel, daklichten en dergelijke dienen te worden voorzien van detectie.
2.5.4
Monitorbewaking Het ontwerp dient te voorzien in camera's ten behoeve van de kleedaccommodaties en de belangrijkste verbindingcorridors. Twee monitoren dienen te worden geplaatst in de kassaruimte.
2.5.5
Toegangscontrolesysteem In de centrale hal, aansluitend op de receptieruimte, dienen voor de toegang van de verschillende bassins, nader uit te werken toegangscontrolesystemen voorzien te worden.
2.5.6
Tijdregistratiesysteem Er dient geen tijdregistratiesysteem in het wedstrijdbad te worden gerealiseerd. Wel dienen afdoende (o.a. bouwkundige) voorzieningen te worden getroffen om deze tijdregistratie in de toekomst mogelijk te maken.
2.6 2.6.1
Brandpreventie en brandbestrijding Algemeen De in de volgende paragraven vermelde installatie‐uitgangspunten dienen nog in detail met de regionale brandweer te worden afgestemd. Hierop kunnen dus nog wijzigingen plaatsvinden.
2.6.2
Brandblusvoorzieningen • •
Overeenkomstig de gestelde eisen dienen de benodigde blusmiddelen te worden opgenomen, zoals brandslanghaspels en poederblussers. Brandhydranten moeten binnen de gestelde grenzen in de nabije omgeving beschikbaar zijn. blad 15 van 17
Technisch Programma van Eisen Recreatieoord De Warande Oosterhout Prjectnr. 238250 2 januari 2012, revisie 04
2.6.3
Brandmeld/ontruimingsinstallatie Het gebouw dient te voldoen aan het gestelde in het boek 'Brandveilig gebouw installeren', NEN‐2535, NEN 2575 en de aanvullende eisen van de plaatselijke brandweer. In principe zal een brandmeldinstallatie in combinatie met een ontruimingsalarm‐installatie vereist zijn, bestaande uit: • Automatische rookmelders in ruimten met een verhoogd risico; • Handbrandmelders bij de brandslanghaspels; • Ontruimingsalarmering door middel van slow‐whoop sirenes; • Automatische doormelding naar de brandweeralarmcentrale; • Voor het uiteindelijke ontwerp van de brandmeldontruimingsinstallatie dient een programma van eisen door een daartoe bevoegde instantie te worden opgesteld. De plaats van nooduitgangen en vluchtwegen dienen op basis van het bouwbesluit en in overleg met de brandweer te worden bepaald. Maatregelen ten behoeve van de brandveiligheid, zoals compartimenteringen worden in overleg met de brandweer bepaald. Onderstaande installaties worden toegepast: • Ontruimingsinstallatie; • Brandmeldinstallatie volgens NEN 2535.
2.6.4
Vluchtweg‐ en oriëntatieverlichting De noodverlichtingsinstallatie uit te voeren conform het handboek 'Een gebouw brandveilig installeren', Bouwbesluit en conform de eisen van de plaatselijke brandweer. Noodverlichting eveneens te voorzien in alle technische ruimten en ter plaatse van de brandweerpanelen. • Lichtniveau 1 lux gedurende 60 minuten; • Uitvoering armaturen stand‐alone zelftestend, eventueel aan te sluiten op een safety management systeem. De decentrale noodverlichtingsinstallatie dient uitgevoerd te worden met een verlichtingssterkte conform NEN‐EN 1838: • Vluchtwegverlichting 1 lux; • Veiligheidsverlichting 10 lux; • Overige 0‐15 lux (volgens norm).
blad 16 van 17
Technisch Programma van Eisen Recreatieoord De Warande Oosterhout Prjectnr. 238250 2 januari 2012, revisie 04
3
Inrichting De eisen waaraan de inrichting van het gebouw moeten voldoen, zijn in deze fase slechts in hoofdlijnen aan te geven. In een later stadium dienen deze eisen nader te worden uitgewerkt.
3.1
Vaste inrichting Onder vaste inrichting worden verstaan de balie, bar, bedrijfsinrichting, garderobes, bewegwijzering, publicatieborden, plantenbakken, keukeninrichting, inrichting van pantry’s en sanitaire ruimten.
3.1.1
Balie De kassaruimte dient voorzien te zijn van een balie met een gesloten glaswand met schuifluik (opzet en indeling in overleg to bepalen). Bij de kassa en het uitgiftebuffet wordt een gedeelte verlaagd uitgevoerd ten behoeve van rolstoelgebruikers.
3.1.2
Badmeesterpost De badmeesterposten (1x bij instructiebad / doelgroepenbas en 1x bij het 50 meter overdekte bassin) dienen op een centrale plek te komen met overzicht over een zo groot mogelijk deel van het zwembad. In de badmeesterposten dient een centraal regelpaneel te komen voor do verlichting, verwarming, ventilatie, geluids‐/omroepinstallatie, etc.
3.1.3
Garderobes In de multifunctionele ruimte en het horecagedeelte dienen voldoende garderobevoorzieningen aanwezig te zijn.
3.1.4
Bewegwijzering In het zwembad dient een beperkte, duidelijke en eenvoudige bewegwijzering te worden voorzien.
3.1.5
Publicatieborden Bij voorkeur dienen elektronische publicatieborden geplaatst te worden. In overleg met de opdrachtgever moet de plaats van publicatieborden worden bepaald.
3.1.6
Keukeninrichting De inrichting van de keuken en spoelkeuken is niet opgenomen in de projectdefinitie van de nieuwbouw van het zwembad. Nadere invulling is afhankelijk van het ontwerp en de exploitatievorm.
3.1.7
Pantry’s In de rustruimte van het personeel dient een eenvoudig keukenblok opgenomen te worden.
3.1.8
Sanitaire ruimten De inrichting van de sanitaire ruimten dient molest‐ en vochtbestendig te zijn.
3.1.9
Losse inrichting De losse inrichting zal in een later stadium gedefinieerd worden.
blad 17 van 17