De parel van Oosterhout glanst Horeca-actieplan gemeente Oosterhout, 2010 – 2014
1
2
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
5
2.
Visie, trends en variëteiten
9
3.
Kwaliteit
13
4.
Leefbaarheid in en rond het uitgaanscentrum
15
5.
Veiligheid in en rond het uitgaanscentrum
21
6.
Openings- en sluitingstijden
27
7.
Vergunningverlening, toezicht en handhaving
29
8.
Gezondheid
31
9.
Samenwerking en communicatie
35
10.
Actiepunten
39
3
4
1. Inleiding Het stadshart van Oosterhout kent een kleinschalig en populair uitgaanscentrum. In het rapport naar aanleiding van een onderzoek naar het veiligheids-, uitgaans- en vestigingsklimaat in het uitgaanscentrum door Andersson Elffers Felix (verder aan te duiden als AEF) d.d. 28 april 2009, wordt het gebied omschreven als een ‘Parel van Oosterhout’. AEF doet in het rapport aanbevelingen die de aantrekkelijkheid van het uitgaanscentrum moeten vergroten. Oosterhout heeft immers belang bij een gezond uitgaanscentrum dat als het ware fungeert als de huiskamer van de stad. De horeca is goed voor ruim vijf procent van de Oosterhoutse werkgelegenheid, vervult een belangrijke ontmoetingsfunctie in het centrum en draagt bij aan een levendig en sfeervol stadshart. Op basis van het rapport is door het college van burgemeester en wethouders, in overleg met de gemeenteraad, besloten dat er een horeca-actieplan opgesteld wordt en dat de lange termijn oplossingen die AEF ter overweging geeft, meegenomen worden in het Actieplan Stadshart. Primaire doelstelling van dit actieplan is om alle regels en afspraken met betrekking tot de horeca in het stadshart van Oosterhout te bundelen, vast te stellen waar aanpassingen nodig zijn of waar initiatieven genomen moeten worden om het gebied een kwaliteitsimpuls te geven. De invloed van de gemeente op het einddoel (een aantrekkelijk, economisch gezond en bruisend uitgaanscentrum) is vooral faciliterend. De markt bepaalt, de overheid schept condities, houdt toezicht en stimuleert voor de stad positieve ontwikkelingen om daarmee de aantrekkelijkheid van het stadshart van Oosterhout verder uit te bouwen. Belangrijke samenwerkingspartners van de gemeente zijn daarbij de horecaondernemers, brouwerijen, pandeigenaren, Koninklijke Horeca Nederland afdeling Oosterhout, de politie, het Openbaar Ministerie, verslavingszorg, Halt, GGD en vertegenwoordigers van de detailhandel en bewoners in het stadshart. Deze bundeling van krachten en afstemming moeten ervoor zorgen dat de partijen waar het kan, elkaar versterken in plaats van elkaar tegenwerken of in de weg zitten. Daar komt bij dat de uitstraling van de horeca verder gaat dan alleen het uitgaanscentrum en daar waar horeca andere branches kan versterken (en omgekeerd) moeten we dat niet nalaten. Dit actieplan heeft betrekking op de horeca in het stadshart van Oosterhout en dan vooral op de cafés en bars. De reden hiervan is dat de concentratie van horeca-inrichtingen ligt in het stadshart, Markt, Klappeijstraat en Leijsenhoek. Hun invloed op de omgeving is veel dominanter dan die van bijvoorbeeld restaurants. Een kenmerk van het uitgaanscentrum is dat het door relatief veel jongeren bezocht wordt. Jongeren lopen door een soms overmatig middelengebruik door henzelf onderschatte gezondheidsrisico’s op. Overlast en geweldsincidenten hangen vaak nauw samen met het middelengebruik onder de bezoekers. Ook de ruime openingstijden zijn van invloed op de openbare orde en veiligheid in de omgeving van horeca-inrichtingen in het stadshart. Om deze redenen concentreert dit plan zich dus op het uitgaansgebied rond de Klappeijstraat en Markt. In een later stadium kan op basis van ervaringen van dit actieplan, indien nodig, beleid geformuleerd worden voor de horeca-inrichtingen buiten het stadshart. Belang van de horeca Een gezond en vitaal uitgaansklimaat versterkt het profiel van ‘Oosterhout Familiestad’. In de totale horeca in Oosterhout waren in 2007 1641 personen werkzaam, in 2008 1500 en in 2009 (stand april) 1584. Afgezet tegen 27.877 inwoners van Oosterhout die deelnemen aan het arbeidsproces, betekent dit dat de horeca daarvan 5,5 % voor zijn rekening neemt. Een niet te verwaarlozen percentage. Landelijk zijn er per 10.000 inwoners gemiddeld 25,7 horecazaken, in Oosterhout ligt dat 22 zaken per 10.000 inwoners. Voorgeschiedenis In het kader van het speciale programma Centrum + is in 2007 een (vernieuwd) horecaconvenant opgesteld. Dat convenant is door alle ondernemers in het centrum ondertekend. Tot heden is nog niet geëvalueerd of het convenant inderdaad werkt en de doelstellingen gehaald worden. Daarnaast is er, als gevolg van landelijke economische ontwikkelingen in het uitgaansgebied, het een en ander gewijzigd voor wat betreft samenstelling van de horecaondernemers. Dat maakt de noodzaak om
5
nog eens kritisch naar de inhoud van het convenant te kijken relevant. In hoofdstuk 5 wordt daar een voorstel voor gedaan. Sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen In het AEF onderzoek is een analyse gemaakt van het uitgaansgebied die leidde tot de volgende conclusies: Sterk Het uitgaanscentrum van Oosterhout biedt veel uitgaansmogelijkheden op een relatief kleine locatie, voor veel doelgroepen en is mooi gelegen in het centrum van Oosterhout. Dat maakt het overzichtelijk en aantrekkelijk om daar uit te gaan. Het grootste deel van de exploitanten is via hun onderneming al lang aan Oosterhout verbonden. Zwak Het ontbreekt het uitgaanscentrum aan een gezamenlijke toekomstvisie. Hoe gaat het centrum zich verder ontwikkelen? In de Klappeijstraat bevinden zich veel cafés die verschillende doelgroepen bedienen. Door de compactheid kunnen dergelijke groepen elkaar niet ontlopen. Dat zorgt voor conflictsituaties. Voor een deel is dat inherent aan het uitgaan, voor een belangrijk deel ligt dit ook in de fysieke omstandigheden besloten. Hetzelfde geldt voor de directe bewoning rondom de Klappeijstraat. Bewoning en uitgaan zitten hier zo dicht bij elkaar dat conflicten niet te vermijden zijn. Dit betreft vooral geluidsoverlast en vervuiling. De bouwkundige staat van diverse uitgaansgelegenheden lijkt niet berekend op de gewenste geluidsproductie. De vraag is of dat zonder grote investeringen wel zou kunnen. Kansen De ligging in het centrum biedt kansen om een combinatie te maken met het winkelcentrum en zo het centrum van Oosterhout meer in zijn geheel aantrekkelijk te maken voor bezoekers. Beide onderdelen kunnen elkaar versterken en het voor bezoekers aantrekkelijk maken hun verblijf in het centrum van Oosterhout eerder te beginnen of te verlengen. Hier ligt ook een gelegenheid de economische en recreatieve functie van Oosterhout in de regio te versterken. Deze ambities kunnen verder worden uitgewerkt en geëxpliciteerd in het Actieplan Stadshart en het horecabeleidsplan. Een andere kans biedt het gezondheidsbeleid van de (rijks)overheid. Steeds meer wordt gezonder leven gepromoot en gestimuleerd. Dit vereist ook een duidelijk antwoord van de horeca. Hoe gaan zij daarmee om? Een uitgelezen kans om te moderniseren! Er staat langdurig een aantal panden leeg in het uitgaansgebied. Dit biedt kansen voor nieuwe ontwikkelingen. Bedreigingen Het uitgaansgebied wordt bedreigd door de situatie rondom het uitgaansgebied. Daar heerst geen prettige sfeer door drugshandel en intimidatie. Dit geldt voor het gebied dat direct rond het uitgaansgebied is gelegen. Dat komt het imago van het uitgaansgebied niet ten goede. Het uitmeten van incidenten in de pers en onenigheid tussen partijen in het uitgaansgebied vormen ook een belangrijke bedreiging van het imago van het uitgaansgebied. Het gezegde ‘imago komt te voet en vertrekt te paard’ is natuurlijk niet voor niets bedacht. Dit wordt versterkt door het beeld dat ontstaat door leegstaande panden. Indien de horeca niet zelf met een offensief plan komt met betrekking tot het alcohol matigingsbeleid ontstaat de bedreiging dat de overheid medewerking gaat afdwingen en maatregelen oplegt. Dit is meestal niet de meest gewenste weg voor de ondernemers. Proactiviteit levert een voorsprong op.
6
Op basis van deze analyse en op basis van eerder aan de gemeenteraad gedane toezeggingen zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd voor het horeca-actieplan: 1. Een visie op de toekomst van het uitgaansgebied. 2. Een uitgaansgebied dat zich kenmerkt door kwalitatief goede horeca en waarin het voor ondernemers aantrekkelijk is om te ondernemen en voor bezoekers om er te recreëren. 3. Een goede balans tussen uitgaan en leefbaarheid van het stadshart. 4. Een adequate en consequente handhaving van de openbare orde en veiligheid, in en rond het uitgaansgebied. 5. Vaststellen van het beleid met betrekking tot de sluitingstijden. 6. Goede vergunningverlening, met aandacht voor terugdringing van de regeldruk en benodigde ambtelijke capaciteit. 7. Aandacht voor gezondheid in relatie tot alcohol- en drugsgebruik in het uitgaanscentrum. 8. Goede samenwerking tussen de partners op het gebied van beheer, innovatie en communicatie. Op basis hiervan is de volgende hoofdstukindeling gemaakt: Hoofdstuk 2 Visie, trends en variëteit Hoofdstuk 3 Kwaliteit Hoofdstuk 4 Leefbaarheid in en rond het uitgaanscentrum Hoofdstuk 5 Veiligheid in en rond het uitgaanscentrum Hoofdstuk 6 Openings- en sluitingstijden Hoofdstuk 7 Vergunningverlening en handhaving Hoofdstuk 8 Gezondheid Hoofdstuk 9 Samenwerking en communicatie Hoofdstuk 10 Actiepunten
7
8
2. Visie, trends en variëteit Geen visie betekent stilstand en stilstand is achteruitgang. Zeker in een tijd waarin de horeca door de economische ontwikkelingen toch al onder druk staat, kan doorontwikkelen nu, de basis leggen voor een gezond uitgaanscentrum straks. Om die reden is het verstandig een visie te ontwikkelen op het uitgaansgebied in Oosterhout. Als vertrekpunt daarvoor geldt ‘Oosterhout Familiestad’. Doorvertaald naar de horeca, is het de uitdaging dat het Oosterhoutse uitgaanscentrum zoveel als mogelijk een afspiegeling is van de Oosterhoutse bevolkingssamenstelling. Voor jongeren onder de 16 jaar beperkt het aanbod zich tot de bowling en ‘Via Via’. Voor de leeftijd vanaf 16 jaar zou in principe iedere bezoeker zich thuis moeten voelen in het uitgaanscentrum en daar ook horeca-inrichtingen moeten vinden die passen bij de eigen cultuur, groepsbeleving, leeftijd en gemoedstoestand. Dit betekent dat de variëteit van horeca-inrichtingen groot dient te zijn (actie 1). Van die variëteit is op dit moment geen sprake. In ieder geval blijkt onder andere uit de inventarisatie van het Actieplan Stadshart dat een uitgaansgelegenheid voor jongeren van 16 en 17 jaar gemist wordt. De horeca-inrichtingen richten zich vooral op de groep 18+. Dit leidt ertoe dat zij die jonger zijn, zich op straat bevinden en daar voor overlast kunnen zorgen of uitgaan in Breda, waar wel horecagelegenheden voor hen zijn. Op het moment dat ze daar gesetteld zijn, komen zij ook bij het bereiken van 18 jaar niet terug in het uitgaanscentrum van Oosterhout. Daarmee vervreemdt de Oosterhoutse horeca zich van een belangrijk deel van zijn potentiële klanten. Het is de markt die in dit gat moet springen, waarbij de gemeente de markt breder ziet dan alleen de horecaondernemers. Ook vastgoedeigenaren en de brouwerij zouden hierin een rol moeten vervullen. De rol van de gemeente bestaat uit het bij elkaar brengen van partijen en waar (juridisch) mogelijk, het meewerken aan daadwerkelijke realisering van plannen (actie 2 en 3). Landelijk zijn de volgende trends waarneembaar die wellicht ook interessant zijn voor Oosterhout: De opmars van speciale koffiebars, waar de koffie volledig op basis van eigen voorkeur gemaakt wordt. Dit gebeurt door een barista. De barista is als de kok in de keuken; hij/zij weet daarnaast vrijwel alles van de techniek van de espressomachine en de processen bij het bereiden van de espresso. Een andere trend is het drinken van specialiteiten bier of betere wijn in combinatie met kleine hapjes. Of deejays die ‘lekkere’ muziek draaien in een restaurant en daarmee een dimensie toevoegen aan het beleven van een restaurant. Ook een discotheek wordt nog steeds gemist in Oosterhout. Ondanks pogingen daartoe is de gemeente er niet in geslaagd exploitanten enthousiast te krijgen voor het starten van een dergelijke horeca-inrichting. Tot nu toe werd een discotheek altijd gekoppeld aan jongeren. De trend is dat, mits de sfeer vriendelijk is, ook ouderen graag een discotheek bezoeken. Mogelijk dat deze trend nieuwe zoekrichtingen kan opleveren. De ontwikkeling van een visie op het uitgaansgebied is geen ‘stadhuisklus’ maar moet tot stand komen met alle relevante partners, niet op z’n minst met de horecaondernemers. Dit vereist een houding waarbij men verder kijkt dan het belang van de eigen zaak. Hier ontbreekt het nog wel eens aan. Dit zal de komende tijd de nodige inspanningen vragen van het bestuur van Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Oosterhout, om alle horecaondernemers te overtuigen van meer samenwerking en het ontwikkelen van een gezamenlijke visie op het uitgaan in Oosterhout. Niet uit te sluiten valt dat het ontwikkelen van nieuwe concepten, alleen maar tot stand kan komen als alle ondernemers daaraan een steentje bijdragen. Voorbeeld: het opstarten van een horeca-inrichting voor jongeren vanaf 16 jaar kan het initiatief zijn van één ondernemer. Bij gebrek daaraan zou dit ook het initiatief kunnen zijn van een aantal ondernemers en eventueel een pandeigenaar of -huurder om daarmee de basis te leggen voor een evenwichtiger horeca-aanbod en daarmee het behoud van bezoekers in Oosterhout, nu en later (actie 3).
9
Acties 1 Het uitgaanscentrum van Oosterhout dient het beeld van ‘Oosterhout Familiestad’ te versterken. Voor de leeftijd vanaf 16 jaar zou in principe iedere bezoeker zich thuis moeten voelen in het uitgaansgebied. Door: horeca en gemeente 2 De gemeente spant zich in om samen met de horecaondernemers een bijdrage te leveren aan de uitbreiding van het aanbod van horeca-inrichtingen in het stadshart. Voorbeelden daarvan zijn een horeca-inrichting voor jongeren van 16 en 17 jaar en een discotheek. Door: gemeente en horeca 3
Horecaondernemers, vastgoedeigenaren in het uitgaanscentrum en brouwerijen worden uitgedaagd concepten te ontwikkelen en eventueel te exploiteren, waarmee de diversiteit van horeca-inrichtingen in het stadshart uitgebreid wordt en waarmee nu en in de toekomst het horeca-aanbod meer recht doet aan Oosterhout Familiestad. Waar nodig faciliteert de gemeente. Actie: horeca, vastgoedeigenaren, brouwerijen, gemeente
Concentratie / deconcentratie Het uitgaansgebied concentreert zich nu rond de Markt en Klappeijstraat en een stukje Leijsenhoek. In het Actieplan Stadshart wordt voorgesteld ook de Heuvel op termijn aan te wijzen als een gebied waar horeca-inrichtingen gevestigd kunnen worden, en dan vooral voor de doelgroep 30 plus. Het plein leent zich daar uitermate voor, zeker als het trottoir aan de noordkant verbreed wordt. Een belangrijke kanttekening daarbij is wel dat de panden die daarvoor in aanmerking zouden kunnen komen, in gebruik zijn en zich kenmerken door hoge exploitatielasten. Dit en de algemene teruggang in de horeca als gevolg van de crisis, leidt ertoe dat uitwerking van dit concept op dit moment geen prioriteit heeft. Dit neemt niet weg dat als de gemeente gevraagd wordt de bestemming van panden aan de noordzijde van de Heuvel uit te breiden met ‘horeca’, de gemeente hier snel en positief aan zal meewerken (actie 1). Uitdaging daarbij is wel dat eventuele horeca op de Heuvel niet méér is van hetzelfde dat we al hebben, maar ook wat concept betreft een aanvulling is op het huidige horeca-aanbod. Het is belangrijk dat als op de Heuvel significante uitbreiding van horecavestigingen gaat plaatsvinden, de handhaving van de openbare orde op zowel de Heuvel als in de Klappeijstraat en omgeving, gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een op te stellen veiligheidsplan door gemeente en politie (actie 2). Acties 1. De gemeente staat positief tegenover de ontwikkeling van horeca-inrichtingen op de Heuvel en zal daar, als daarom verzocht wordt, alle medewerking aan verlenen. Door: gemeente 2. Alvorens een significante uitbreiding van horeca op de Heuvel toe te staan, een veiligheidsplan opstellen met als doel het handhaven van de openbare orde en veiligheid in twee uitgaanscentra. Door: gemeente en politie
Eetgelegenheden Het begrip ‘Eerst eten’ vindt niet zijn weerslag in het brede assortiment van restaurants op dit moment in het stadshart. De landelijke trend van restaurants met een buitenlandse keuken is in Oosterhout beperkt tot ontwikkeling gekomen en beperkt zich bovendien tot de traditionele, al langere tijd in Nederland bekende keukens van buitenlandse afkomst (Grieks, Italiaans, Chinees). Een andere trend is het werken met streekgerechten en aandacht voor gezonde producten (bron Koninklijke Horeca Nederland). Net zoals bij de natte horeca heeft ook hier de gemeente een faciliterende rol. Los van bovengenoemd initiatief om samen met alle partners, ieder vanuit zijn eigen rol, te investeren in een gezond uitgaanscentrum, zal de gemeente samen met de restauranthouders onderzoeken op welke wijze meer promotie van Oosterhout als vestigingsstad voor horeca, kan
10
bijdragen aan een breder assortiment van restaurants in Oosterhout. Dit is een actiepunt bij het hoofdstuk ‘samenwerking en communicatie’. Een andere relevante groep horeca-inrichtingen in het stadshart betreft de cafetaria’s en soortgelijke instellingen. Deze voorzien in een belangrijke behoefte in het uitgaansleven en zijn dus onmisbaar in het totaal van horeca-inrichtingen om een gezond uitgaansklimaat te realiseren. Wederzijdse versterking van functies De Klappeijstraat tussen de Mathildastraat en Markt bestaat voor nagenoeg 100% uit horecainrichtingen. Vooral op de vrijdag en zaterdag wordt de straat druk bezocht. Het is positief voor de straat dat er met een paar restaurants, bowling, cafetaria en casino sprake is van enige variëteit waardoor ook op andere momenten dan de traditionele stapavonden, zich publiek in de Klappeijstraat bevindt. Ook op de Markt - Leijsenhoek is sprake van een gevarieerd aanbod van horeca-inrichtingen en daar zitten ook een paar detaillisten. In het Actieplan Stadshart is geconcludeerd dat de oostkant van het stadshart (Markt en omgeving) behoefte heeft aan initiatieven om het aantal bezoekers in dat deel van Oosterhout te verhogen. Dat is ook in het belang van de daar gevestigde horeca-inrichtingen. Samenwerking tussen horeca en detailhandel kan een van de manieren zijn om hier invloed op uit te oefenen. De gemeente zal waar nodig faciliterend en initiërend optreden (actie 1). Uitdaging is dat de horeca-inrichtingen een belangrijke ondersteunde rol vervullen voor voorzieningen als het theater, winkels, evenementen en in het centrum gevestigde zakelijke dienstverleners. Daar waar mogelijk moet veel meer de samenwerking gezocht worden tussen organisatoren van evenementen en de horeca. Voorkomen moet worden dat bij evenementen in het stadshart, de horeca het nakijken heeft als het gaat om omzet, terwijl zij wel in de laatste uren van hun openingstijden geconfronteerd worden met de overlast als gevolg van een evenement (dronken bezoekers, rivaliserende groepen etc.). Hierop regelgeving ontwikkelen is niet mogelijk, uiteindelijk zal het altijd een vrijwillige vorm van samenwerking tussen horecaondernemers moeten zijn die hier invulling aan geeft. Naar de mening van de gemeente zou een dergelijke vorm van samenwerking de economische positie van de plaatselijke horeca kunnen versterken. Over de wijze waarop en in welke rechtsvorm dat zou kunnen gebeuren is Koninklijke Horeca Nederland de aangewezen adviseur voor de ondernemers (actie 2 en 3). Acties 1. De horeca en detailhandel rond de Klappeijstraat, Markt en Leijsenhoek onderzoeken mogelijkheden om elkaar te versterken met als uiteindelijk doel meer bezoekers in dat deel van het stadshart die daar ook langer verblijven. Door: horeca en detailhandel, gemeente faciliteert en initieert zo nodig 2. De gemeente spreekt de voorkeur uit dat lokale horecaondernemers kunnen participeren in evenementen die georganiseerd worden in het stadshart vanuit het oogpunt van betrokkenheid en economisch belang. Het is aan de ondernemers zelf om hier invulling aan te geven, eventueel in samenwerking met Koninklijke Horeca Nederland. De gemeente kan dit niet afdwingen. Door: horeca 3. Organisatoren van evenementen in het stadshart nemen ruim van tevoren contact op met de horeca om hen te informeren over het te organiseren evenement en te zoeken naar samenwerkingsmogelijkheden. De gemeente legt dit vast in de procesbeschrijving evenementen. Door: organisatoren van evenementen en gemeente
11
12
3. Kwaliteit Horeca kan bijdragen aan een sfeervol stadsbeeld. Naast gezellige levendigheid vraagt dat ook om een verzorgd straatbeeld, een transparant ogende gevel (geen dichtgeplakte raampartijen maar oogcontact tussen binnen en buiten), terrassen die er aantrekkelijk en uitnodigend uitzien en de doorgangen niet versperren, optimale verlichting en een schone omgeving die heel en veilig is en waar bezoekers zich welkom voelen. Bezoekers van horeca-inrichtingen verwachten zich daar veilig te voelen, goede service aan te treffen, inspirerende concepten, voldoende keuzemogelijkheden en proactieve ondernemers (bron: Michael Wieler, trendwatcher horeca development). De gemeente is zelf geen eigenaar van horecapanden. Als het gaat om de kwaliteit van de horecainrichtingen die gevestigd worden in panden met de bestemming ‘horeca’ heeft de gemeente publiekrechtelijke instrumenten om een minimum kwaliteit van de horeca te garanderen. Een volgende stap is ook te sturen op het karakter en concept van horecabedrijven en een hoger niveau van kwaliteit dan de publiekrechtelijke instrumenten te garanderen. Daarin heeft echter de eigenaar van het pand de uiteindelijke beslissing. De gemeente wil proberen daar met de eigenaren afspraken over te maken (actie 1). Ook wil de gemeente daar waar dat kan, invloed uitoefenen op de vestiging van horeca-inrichtingen door het gebruik maken van het instrument bestemmingsplan. Doel daarvan is te voorkomen dat bijvoorbeeld een discotheek zich vestigt in de onmiddellijke nabijheid van woningen (actie 2). Een aantrekkelijk straatbeeld, gezamenlijke acties en andere collectieve kwaliteitsimpulsen vragen om financiële middelen. Een middel om dit goed te borgen is het instellen van een ondernemersfonds. Voor een relatief klein horecagebied als in Oosterhout kan oprecht de vraag gesteld worden of een ondernemersfonds zoden aan de dijk zet. Het aantal deelnemers zal de twintig niet overstijgen en daarmee worden de kosten per deelnemer, wil er echt iets substantieels gefinancierd worden uit dit fonds, relatief hoog. Om die reden lijkt het verstandig te onderzoeken of de horeca, ondanks het feit dat het een ander soort onderneming is, aansluiting kan zoeken bij WSO, in ieder geval wat het ondernemersfonds betreft. Dat past ook in het streven de structuur tussen detailhandel en horeca te versterken (zie hoofdstuk 2). Acties 1. De gemeente onderzoekt of met alle eigenaren van horecapanden in het stadshart en met brouwerijen die de panden huren een convenant gesloten kan worden waarin karakter en kwaliteit van het uitgaansgebied en de daar gevestigde horecabedrijven vastgelegd worden en waarop door hen geselecteerd wordt. Uitdaging is de norm voor kwaliteit hoger te leggen dan via de publiekrechtelijke instrumenten mogelijk is. Wellicht beperkt dat op korte termijn de gebruiksmogelijkheden van panden, op de lange termijn zal het bijdragen aan een kwalitatief hoogwaardig uitgaansgebied dat in het (economische) belang is van alle gevestigde horecabedrijven. Door: gemeente, eigenaren horecapanden, brouwerijen 2. De gemeente zal de mogelijkheden die bestemmingsplannen bieden, gebruiken als sturingsinstrument om invloed te hebben of krijgen op het karakter / categorie horecabedrijf in bepaalde gebieden van het stadshart. Bijvoorbeeld om te veel overlastgevende horecainrichtingen in relatie tot de omgeving te voorkomen. Door: gemeente 3. Onderzoek naar de mogelijkheid van aansluitingen van de horeca bij het ondernemersfonds van WSO. Door: gemeente, horecaondernemers en Winkelstad Oosterhout 4. Verfraaiing van het uitgaansgebied kan ook een incidenteel karakter hebben, bijvoorbeeld inspelend op actuele gebeurtenissen of seizoensinvloeden (bijvoorbeeld Halloween, de decembermaand, wk voetbal). De gemeente wil daarin geen grotere rol vervullen dan noodzakelijk is en waar mogelijk faciliteren. Uitgangspunt is dat als de verfraaiing zich afspeelt
13
binnen de vastgestelde grenzen van het terras en bestaande regelgeving, de ondernemer hiertoe de ruimte moet krijgen. Gestreefd moet worden naar zoveel mogelijk uniformiteit binnen één en hetzelfde straatbeeld. Door: horecaondernemers
14
4. Leefbaarheid in en rond het uitgaanscentrum Het Oosterhoutse uitgaanscentrum concentreert zich rond de Markt en wordt direct omgeven door woningen. Dat is in de loop der tijden zo ontstaan, maar daarmee is er wel sprake van een spanningsveld tussen enerzijds uitgaan en anderzijds het woongenot. Dat gaat niet altijd samen. Veel mensen op de been vraagt om maatregelen die de leefbaarheid in dat deel van het stadshart garanderen. Leefbaarheid draagt bij aan een veilig gevoel voor bewoners, ondernemers en bezoekers van de horeca-inrichtingen. Een hoge mate van leefbaarheid is een kwaliteitsimpuls voor ons uitgaanscentrum en stadshart. De afgelopen jaren zijn door de gemeente al een aantal inspanningen verricht die hebben geleid tot minder overlast in relatie tot het uitgaan (zie hieronder). Hier en daar zal een bijstelling van beleid kunnen leiden tot een verdere verbetering van de leefbaarheid.
Verlichting Goede verlichting is essentieel in een uitgaansgebied, ook ter ondersteuning van het cameratoezicht. Het verlichtingsniveau in de Klappeijstraat is in het kader van het horecaconvenant tot ieders tevredenheid verhoogd. Ook het cameratoezicht heeft hier belang bij. Er is nog wel een aantal, dat mogelijk voor aanpassing van het verlichtingsniveau in aanmerking komt, zoals bijvoorbeeld de omgeving van de Schapendriesflat (actie 1). Actie: 1. Er wordt onderzocht, samen met politie en bewoners, op welke punten in het stadshart de verlichting te beperkt is waardoor de leefbaarheid als gevolg van het uitgaansgebied onder druk staat. Door: gemeente, politie, Centrumbewoners Oosterhout
Fietsenstalling De fietsenstalling op de Markt wordt beheerd door medewerkers van !GO en op uitgaansavonden vanaf 21.00 uur bemand door personeel van een beveiligingsbedrijf. De fietsenstalling op de Markt is op het merendeel van de uitgaansavonden niet vol. Toch staan er altijd fietsen tegen de hekken. Fietsen kunnen gebruikt worden als geweldmiddel en het oogt niet fraai, zeker niet op zomerse avonden, als er veel fietsen op die locatie gestald staan. In ieder geval zal begin 2010 een verlichte aanduiding aangebracht worden dat de fietsenstalling gratis en bewaakt is en zullen er borden op de railing aangebracht worden die aanduiden dat daar een fietsparkeerverbod geldt (actie 1). Ook zal door de gemeente een handhavingtraject opgestart worden (actie 2). Een door de horeca gewenste uitbreiding van de openingstijden van de fietsenstalling betreft de zondag. Tijdens evenementen op zondag is de fietsenstalling wel geopend, maar op overige zondagen is de stalling gesloten. Uitbreiding van de openstelling op alle zondagen in het zomerseizoen is een op zich voor de hand liggende optie. Echter het ontbreekt de gemeente op dit moment aan de financiële middelen om deze wens te honoreren. De fietsenstalling biedt geen mogelijkheden voor het parkeren van motoren. Ook deze worden dus in de omgeving van de fietsenstalling geparkeerd. Voor berijders van deze voertuigen zal tegen de kerk een gebied aangeduid worden waar zij hun motoren kunnen parkeren (actie 3). Acties 1. Er wordt begin 2010 een goed zichtbare aanduiding aangebracht op de fietsenstalling ter informatie dat de stalling bewaakt en gratis is. Tevens worden borden op de railing aangebracht die aanduiden dat er daar ter plekke een stallingverbod geldt. Door: gemeente in het kader van het Actieplan Stadshart 2. Om fietsers te wijzen op het verplichte gebruik van de fietsenstalling zal een actie georganiseerd worden waarbij gemeentelijke handhavers een aantal uitgaansavonden ter plekke aanwezig zijn
15
om mensen te wijzen op de noodzaak van het stallen van de fietsen in de fietsenkelder. Nadien zal de actie steekproefsgewijs herhaald worden Door: gemeente 3. Voor motoren wordt in de onmiddellijke nabijheid van de kerk een motorparkeerplaats aangewezen. Door: gemeente
Toiletten In de strijd tegen het wildplassen door mannen zijn door de gemeente in 2009 twee verzinkbare toiletten geplaatst, één op de Markt en één in de Mathildastraat. De toiletten worden na sluitingstijd van de fietsenstalling verzonken. Op de Markt wordt het toilet ontsloten door medewerkers van !GO die de fietsenstalling beheren, aan de Mathildastraat door de exploitant van restaurant Brevi’s na sluitingstijd van zijn restaurant. De politie heeft na de plaatsing van de uriliften een forse daling van het aantal gevallen van wildplassen geconstateerd. Het huidige aantal wordt door de politie als voldoende gekwalificeerd. De verzinkbare toiletten worden periodiek door de leverancier gereinigd en gecontroleerd. Met !GO wil de gemeente afspraken maken dat zij zorg dragen voor het verwijderen van afval uit de urinoirs zodat deze altijd netjes ogen (actie 1). Actie 1. Met !GO worden afspraken gemaakt dat zij zorg dragen voor het verwijderen van afval uit de urinoirs. Door: gemeente
Terrassen Terrassen kunnen een bijdrage leveren aan de verlevendiging van het stadshart. Zij moeten dan wel qua aantal, omvang, situering en verschijningsvorm zijn afgestemd op de overige inrichting van het stadshart. Voor de ondernemers hebben terrassen een belangrijke functie, omdat zij de exploitatiemogelijkheden van hun zaak verruimen en daarmee het economische rendement verhogen. Als gevolg van veranderde wetgeving (rookbeleid) worden andere eisen gesteld aan de terrasfunctie het hele jaar door. Niet alleen ‘s zomers zijn bezoekers buiten op het terras, ook in de winter vertoeven gasten daar. Uit dat oogpunt worden beperkte terrasvoorzieningen om gasten te accommoderen in de winter, gerealiseerd/gefaciliteerd door gemeente en horeca. In het verlengde daarvan zal beleid geformuleerd worden om terrassen in de winter van tijdelijke overkapping te voorzien (actie 1). Terrassen kunnen echter ook een keerzijde hebben. Aangezien er veel publiek buiten op straat is, kunnen omwonenden hinder ondervinden. Daarom zal de gemeente bijvoorbeeld geen geluid toestaan op terrassen, ook niet als deze in de winter overdekt zijn. Een uitzondering geldt voor evenementen, maar dan moet de muziek zich beperken tot levende muziek, mechanische muziek wil de gemeente niet toestaan op de terrassen (actie 2). Terrassen maken deel uit van de horeca-inrichting. Door middel van aanduidingen in de straat is aangegeven binnen welke grenzen de terrassen gelegen moeten worden. De openingstijden zijn gelijk aan die van de horeca-inrichting zelf, op basis van afspraken tussen horecaondernemers, politie en gemeente sluiten de terrassen om 2.00 uur omdat dit het cameratoezicht ten goede komt en om te voorkomen dat er rond sluitingstijd van de horeca glaswerk van de tafels op de grond komt. Tevens ligt er een afspraak dat als de politie daar om verzoekt, de terrassen eerder gesloten worden. Dit zou kunnen bij grote drukte waardoor een onveilige situatie ontstaat of bij calamiteiten. Aangezien een terras zich meestal op de openbare weg bevindt, zijn de volgende voorwaarden van belang.
16
Voorkomen van schade De plaatsing van een terras mag niet gepaard gaan met beschadiging aan het wegdek, bomen, beplanting of straatmeubilair. Het is verboden schotten, palen of andere afzettingen te verankeren in de bestrating of aan bomen of straatmeubilair. Verkeersveiligheid De situering en afmeting van het terras moeten zodanig zijn dat hulpdiensten ongehinderd toegang hebben tot de omliggende panden en doorgang hebben als het terras zich bevindt aan een voor de hulpdiensten doorgaande route. Ook gehandicaptenroutes mogen door de aanwezigheid van het terras niet geblokkeerd worden. De aanwezigheid van een terras mag er niet toe leiden dat er verkeersonveilige situaties ontstaan. Op dit moment zijn van nagenoeg alle terrassen de toegestane afmetingen zichtbaar gemaakt in de bestrating. In de Klappeijstraat gebeurt dit binnenkort (actie 3). Voor wat de Klappeijstraat betreft, deze straat is zo smal dat terrassen altijd een verkeersbelemmerende werking zullen hebben. In de praktijk zal het wel zo zijn, dat als er verkeer de straat in moet vanwege een calamiteit, de straat snel terrasvrij te maken is. Welstand Om reden van welstand kan er voor gekozen worden afspraken te maken c.q. regels op te leggen met betrekking tot het uiterlijk van de terrassen. In ieder geval wil de gemeente dat doen bij de terrassen op de Markt die semi permanent overdekt zijn om ook in minder warme tijden van het jaar bezoekers de gelegenheid te geven buiten te zitten. Terrassen die het aanzien van een straat of plein in negatieve zin beïnvloeden zullen op last van de burgemeester verwijderd worden als de exploitant zelf geen actie onderneemt (actie 4). Als onderdeel van de verbetering van de kwaliteit van het straatbeeld ligt er een afspraak dat terrasschotten in het centrum hetzelfde uiterlijk moeten hebben. Op dit moment wordt daar, om ondernemers in tijden van economische teruggang niet met extra kosten op te zadelen, na overleg met de gemeente, geen uitvoering aan gegeven Veiligheid Terrasmeubilair moet zo geplaatst worden dat toegangen, nooduitgangen e.d. altijd vrij toegankelijk zijn. Een terras mag niet gebruikt worden als opslagplaats, ook niet voor het gebruikte meubilair. Een uitzondering geldt voor de periode waarin het terras met grote regelmaat in gebruik is. Dan kunnen tafels en stoelen op het terras blijven staan mits het niet tegen de gevel opgestapeld wordt, het publiek er geen hinder van ondervindt, niet weg kan waaien en geen brandgevaar oplevert. Ook mag het geen belemmering vormen voor het verkeer of voor de toegang tot aangrenzende gebouwen. Acties 1. De gemeente ontwikkelt samen met de horecaondernemers beleid met betrekking tot overdekte terrassen voor de winterperiode. Voorwaarde is dat deze het aanzien van het plein of de straat niet aantasten en er geen mechanische muziek hoorbaar is op het overdekte terras. Door: gemeente en horeca, betrekken van bewoners 2. Op terrassen is het verboden mechanische muziek ten gehore te brengen. Tijdens evenementen mag levende muziek ten gehore gebracht worden. De horeca-exploitant moet er voor zorgen dat de eventuele overlast daarvan geen onevenredige hinder veroorzaakt voor omwonenden. Door: horeca 3. Op korte termijn zullen de grenzen van de terrassen in de Klappeijstraat door middel van markeringen in de bestrating aangeduid worden. Door: gemeente 4. Terrassen die het aanzien van een straat of plein in negatieve zin beïnvloeden, zullen op last van de burgemeester verwijderd worden als de exploitant zelf geen actie onderneemt na daarvoor een aanschrijven te hebben ontvangen. Door: gemeente
17
Afval Als onderdeel van het programma Centrum+ wordt op zondagmorgen de Markt extra geveegd door medewerkers van de gemeente. In het convenant ligt ook vast dat de horecaondernemers de stoep voor hun eigen zaak schoonhouden. Regelmatig wordt geconstateerd dat dit niet gebeurt. Zeker in het terrasseizoen is er sprake van behoorlijke vervuiling op de Markt en in de Klappeijstraat. Een straat vol afval is geen visitekaartje, niet voor Oosterhout en niet voor de horeca. De gemeente zal in overleg treden met de horecaondernemers om de al gemaakte afspraken met betrekking tot het schoonhouden van de straat voor de eigen zaak, opnieuw te bekrachtigen. Concreet betekent dit: het schoonvegen van het eigen terras en verder in een cirkel van 25 meter rond de zaak. Op zich wil de gemeente dit van hen overnemen, maar dan worden de kosten in rekening gebracht aan de desbetreffende ondernemers. Het kan echter niet zo zijn dat de gemeente haar toezegging, het afvalvrij maken op zondagmorgen op kosten van de gemeenschap wel nakomt terwijl de horeca dat geheel of gedeeltelijk nalaat (actie 1). De horecaondernemers zullen elkaar onderling ook aanspreken als terrassen en stoepen niet geveegd worden (actie 2). Onderzocht wordt of het bijplaatsen van afvalbakken in het uitgaansgebied een bijdrage kan leveren aan het terugdringen van zwerfafval in het uitgaanscentrum (actie 3). Acties 1. Uitgangspunt is dat de Klappeijstraat en Markt op zaterdagmorgen vrij van horeca-afval moeten zijn. Dat geldt voor het terras en voor een straal van 25 meter rond de horeca-inrichting. Als de horecaondernemers daar zelf niet voor zorgen, wil de gemeente deze werkzaamheden uitvoeren en de kosten daarvan in rekening brengen bij de desbetreffende horecaondernemers. De kosten van het reinigen van de Markt en Klappeijstraat op de zondagmorgen bedragen € 28.000,00. Door: horeca in eerste instantie, anders de gemeente 2. Horecaondernemers zullen elkaar aanspreken op het schoonhouden van terras en stoep voor de horeca-inrichting. Door: horeca 3. De gemeente zal het aantal afvalbakken op de Markt en Mathildastraat bij de hoek met de Klappeijstraat uitbreiden dan wel er grotere bakken plaatsen Door: gemeente
Verbinding met openbaar vervoer /taxi Met betrekking tot het taxivervoer van en naar het uitgaansgebied zijn vorig jaar afspraken gemaakt tussen gemeente, taxibedrijven en Veolia dat tot 24.00 uur op de bus opstelstrook aan de Mathildastraat (kant Schapendries) maximaal twee taxi’s mogen staan. Daarna kan heel de strook gebruikt worden. Deze afspraak voldoet goed in de praktijk en daarmee is de noodzaak om een aparte taxistandplaats aan te leggen komen te vervallen. Wel blijkt het in de praktijk noodzakelijk dat de politie toeziet op de handhaving van de afspraak die geldt tot 24.00 uur. Er is in Oosterhout geen aparte buslijn van en naar het uitgaanscentrum. De schaalgrootte van Oosterhout geeft daar ook geen aanleiding toe. Actie 1. De politie blijft nauwgezet toezien op naleving van de afspraak dat tot 24.00 uur maximaal twee taxi’s op de busstrook mogen parkeren. Door: politie
18
Horecaroutes Een belangrijk punt van overlast dat een relatie heeft met het uitgaanscentrum, is de overlast die veroorzaakt wordt door bezoekers van de horeca op de routes naar de woonwijken en in de omliggende straten van het uitgaansgebied. Aanvullende maatregelen om deze overlast aan te pakken zijn uitgewerkt bij het hoofdstuk ‘veiligheid’.
Geluid Het uitgaansgebied van Oosterhout is omgeven door woningen. Vooral aan de kant van de Mathildastraat grenzen nogal wat appartementen aan de Klappeijstraat. Geluidsoverlast is een forse aantasting van het woongenot en dient daarom actief bestreden te worden. Om te beginnen is in hoofdstuk 3 al aangegeven dat voor toekomstige situaties de gemeente meer wil sturen op de aard van horeca-inrichtingen in de nabijheid van woningen, juist om geluidsoverlast voor omwonenden zoveel als mogelijk te voorkomen of te beperken. De aanpak van geluidsoverlast in de bestaande situatie begint met een goede registratie van klachten: signalen over geluidsoverlast moeten daarom uitermate serieus genomen worden. Niet alleen de afhandeling, maar ook de registratie is van belang. Alleen op deze wijze kunnen geluidsoverlastklachten een rol spelen bij vergunningverlening en bij het handhavingsbeleid (actie 1). Daarnaast is het aanspreken van de horecaondernemer op het moment dat de geluidsoverlast zich voordoet, erg belangrijk. Om die reden zal de politie zeer proactief optreden bij geconstateerde geluidsoverlast. In de praktijk betekent dit dat als burgers klagen over geluidsoverlast of de politie zelf constateert dat het geluid van de horeca-inrichting te nadrukkelijk hoorbaar is op straat, zij de ondernemer hierop aanspreken. Feit is dat zonder nauwkeurige meting de mate van overschrijding niet vast te stellen is. Het betreft hier dus een subjectieve invulling van het begrip ‘geluidsoverlast’, aan de andere kant, als door middel van een gezamenlijke aanpak voorkomen kan worden dat inwoners van het stadshart geluidsoverlast ervaren van de horeca, valt dat te verkiezen boven formele procedures. Mochten klachten met betrekking tot geluidsoverlast structureel zijn, dan zal dit formele proces door de gemeente opgestart worden (acties 2 en 3). Daarnaast zal de gemeente minimaal twee keer per jaar onaangekondigd geluidsmetingen laten verrichten tijdens een uitgaansavond (actie 4). Als onderdeel van de aanpak van geluidsoverlast heeft in oktober 2009 een nulmeting plaatsgevonden op basis waarvan vastgesteld is waar de horeca voor een overschrijding van het thans toegestane geluidsniveau verantwoordelijk is. Daar is op meerdere plaatsen sprake van. De volgende stap is dat met de desbetreffende horecaondernemers gezocht wordt naar de oorzaken van de overschrijding en vervolgens worden afspraken gemaakt om deze overlast aan te pakken, dat kan zijn in de vorm van door de ondernemer / eigenaar te verrichten bouwkundige aanpassingen of het verlagen van het geluidsniveau in de horeca-inrichting. Een compleet plan van aanpak wordt uitgewerkt in de beleidsnotitie ‘geluid in de binnenstad‘ die in het eerste kwartaal van 2010 gereed moet zijn (actie 5). Acties 1. Klachten met betrekking tot geluidsoverlast door de horeca worden altijd geregistreerd en er wordt altijd onderzoek ingesteld. Door: gemeente en politie 2. De politie zal proactief optreden bij klachten over geluidsoverlast of bij eigen constateringen. De desbetreffende ondernemer wordt daar ter plekke op aangesproken en zo nodig geverbaliseerd. Door: politie 3. Bij structurele klachten over geluidsoverlast, veroorzaakt door een horeca-inrichting, zal de gemeente de Regionale Milieudienst vragen onderzoek te verrichten naar deze klachten. Door: gemeente
19
4. De gemeente zal tenminste twee keer per jaar onaangekondigd geluidsmetingen verrichten in het uitgaanscentrum als bijdrage in het bestrijden van geluidsoverlast voor de inwoners van het stadshart. Door: gemeente 5. In het eerste kwartaal van 2010 verschijnt een notitie over de aanpak van geluidshinder in het stadshart, veroorzaakt door de horeca. Door: gemeente
20
5. Veiligheid in en rond het uitgaanscentrum Geconcentreerde mensenmassa’s in combinatie met alcohol- en drugsgebruik kunnen leiden tot onveilige situaties en geweld. En juist veiligheid is een belangrijke randvoorwaarde voor een gezonde horecabranche en het imago van het uitgaanscentrum. Om die reden is de handhaving van de openbare orde en veiligheid in het uitgaanscentrum geen exclusieve overheidstaak. Horecaondernemers zijn medeverantwoordelijk voor het gedrag van hun klanten als ze eenmaal weer buiten zijn. Als ondernemers die verantwoordelijkheid goed oppakken, biedt dat de overheid meer ruimte om initiatieven toe te staan dan in situaties waar ondernemers hun verantwoordelijkheid laten liggen. In dat laatste geval zal de overheid veel repressiever moeten optreden dan in een situatie waarin alle ondernemers hun eigen verantwoordelijkheid oppakken. Dat laatste heeft de voorkeur van de gemeente Oosterhout. Het is echter een illusie te veronderstellen dat uitgaansgebieden ´geweldvrij´ kunnen zijn. Uitdaging is wél het geweld zoveel mogelijk te beperken en te gaan beschouwen als iets dat niet normaal is in relatie tot uitgaan. Preventieve acties moeten de basis zijn, repressie het sluitstuk.
De taken van de gemeente met betrekking tot de openbare orde en veiligheid met de horeca betreffen: • De regulering van mogelijk conflicterende functies in de stad • De bescherming van woon- en leefklimaat • Handhaving van de openbare orde en veiligheid De taken van de horecaondernemer zijn: • Handhaven van de openbare orde en veiligheid in en om de eigen horeca-inrichting • Zorgen dat omwonenden een minimum aan overlast ondervinden van hun bedrijfsactiviteiten • Een verantwoord alcoholmatigingsbeleid voeren waardoor overlast, veroorzaakt door mensen onder invloed, tot het minimum beperkt wordt en de gezondheid van bezoekers niet geschaad wordt • Zero tolerance drugsbeleid De taken van de politie: • Is belast met de handhaving van wet- en regelgeving en de openbare orde en aanwezig om zo problemen en overlast vroegtijdig te signaleren De taken van het Openbaar Ministerie • Eventueel vervolging in geval van proces verbaal Toepassen van dwangmiddelen (zoals doorzoekingen of voorlopige hechtenis, indien daartoe wettelijke mogelijkheden zijn) • Leiden van opsporingsverzoeken De gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de veiligheid in het uitgaansgebied wordt over het algemeen door horecaondernemers, politie en gemeente onderkend. Veilig uitgaan is dan ook frequent onderwerp van gesprek. De verhoging van de veiligheid is ook een belangrijk onderdeel van het in 2007 ondertekende horecaconvenant tussen gemeente, horecaondernemers, politie en Openbaar Ministerie. Een van de maatregelen uit dat convenant is de introductie van cameratoezicht in 2009. Het horecaconvenant is een vrijblijvende afspraak tussen partijen. We zullen onderzoeken of pandeigenaren en verhuurders bereid zijn het accepteren van het convenant een van de voorwaarden van de huurovereenkomst te laten zijn. Andere afspraken in het horecaconvenant ter vergroting van de veiligheid betreffende de aspecten: • Deurbeleid • Brandveiligheid • Alcoholgebruik • Drugs en wapens • Glasoverlast
21
Actie 1. Het horecaconvenant wordt in 2010 geëvalueerd. De gemeente is voorstander van een nieuw convenant waarin tevens acties uit dit actieplan geoperationaliseerd worden. Door: gemeente, horeca, Openbaar Ministerie, politie 2. We onderzoeken of pandeigenaren en verhuurders bereid zijn het accepteren van het convenant een van de voorwaarden van de huurovereenkomst te laten zijn. Door: gemeente, eigenaren, verhuurders
Bestrijding geweld Uitgaansgeweld is een ernstige aantasting van de openbare orde en daarmee onacceptabel. Het is belangrijk dat uitgaansgeweld te allen tijde kenbaar wordt gemaakt aan de politie. Alleen dan is de politie in staat adequaat op te treden, bij voorkeur op het moment zelf. Ook met het oog op maatregelen als het horecaverbod/gebiedsverbod is het belangrijk dat overlastgevend gedrag geregistreerd staat. Alleen dan is de opbouw van dossiers mogelijk. Voor delicten die tijdens uitgaansavonden gepleegd worden is het dus belangrijk dat altijd aangifte gedaan wordt en dat getuigen gehoord kunnen worden. De politie zal daarom al direct na sluitingstijd aangiftes opnemen van gepleegde delicten. Daarvoor is wel de aanwezigheid van personeel noodzakelijk dat daarvan getuige is geweest (vaak de portiers, actie 1). Zie ook bij: Portiers Het is ook belangrijk dat overlastgevers uit de anonimiteit gehaald worden, dat maakt het een stuk eenvoudiger hen aan te spreken op hun gedrag en als dat niet het gewenste effect heeft, een lokaalof verblijfsontzegging op te leggen. Dit kan onder andere door gebruik te maken van het cameratoezicht. Als een portier of exploitant, zodra deze een persoon die voor overlast heeft gezorgd, buiten zet en dit meldt aan het cameratoezicht, kan deze persoon geregistreerd worden en kan de persoon in kwestie in de gaten gehouden worden. (actie 2) Het is belangrijk dat personeel dat werkzaam is in de horeca getraind is in het omgaan met agressiviteit en alcohol en drugs(overlast): het herkennen van personen die onder invloed zijn en weten hoe ze daar mee moeten omgaan (houding en gedrag). Dat geldt voor portiers, maar ook voor bedienend personeel. Voor de portiers is het ook belangrijk dat zij goed kunnen samenwerken met de politie. De politie zal daarin het initiatief nemen (actie 3). Acties 1. De politie streeft ernaar aangiftes direct na sluitingstijd op te nemen. De horeca-ondernemers zorgen ervoor dat het betrokken personeel voor het doen van aangiftes na sluitingstijd in de horeca-inrichting aanwezig blijft tot het moment dat de politie de (concept) aangifte heeft opgenomen. Door: politie en horeca
2. Als een portier of ander personeel een voor overlastzorgende bezoeker uit de horeca-inrichting verwijdert, wordt dit doorgegeven aan het cameratoezicht. De persoon in kwestie kan vervolgens geregistreerd en in de gaten gehouden worden. Door: horeca en politie 3. De politie neemt het initiatief om te komen tot opleidingen voor het horecapersoneel, gericht op samenwerking met politie en omgaan met agressie en drank- en drugs(overlast) waarbij het accent ligt op het herkennen van personen die onder invloed zijn en leren hoe ze daar in de praktijk mee om moeten gaan. Door: politie en horeca
22
Inzet horecateam politie. De politie zet op vrijdag- en zaterdagavond van 20.00 uur tot 5.00 uur twee koppels van twee agenten in. Dit is een uit het horecaconvenant afkomstige afspraak. Twee koppels zijn voor de politiezorg op het uitgaansniveau van Oosterhout voldoende. Tussen 23.00 uur en 23.30 uur zijn de koppels daadwerkelijk in het uitgaansgebied, de tijd daarvoor wordt onder andere besteed aan politietaken in het omliggende gebied. Om de professionaliteit en eenduidigheid van het horecatoezicht verder te vergroten, gaat de politie werken met vaste horecabrigadiers (actie 1). De politie vormt voor de horecaondernemers het aanspreekpunt op het gebied van openbare orde en veiligheid. Ten behoeve van de portiers is er sprake van een vast telefoonnummer waarop zij de koppels kunnen bereiken. Dit functioneert goed. Uitgaanspubliek wordt door de politie aangesproken op gedrag en waar nodig wordt geverbaliseerd of op een andere manier ingegrepen. De politie kent een hoge prioriteit toe aan meldingen vanuit de horeca en reageert waar mogelijk direct. Soms komt het voor dat door andere prioriteiten in het politiekorps slechts één koppel beschikbaar is. Dit is voor de gemeente een niet acceptabele situatie en zal dan ook onderwerp van gesprek zijn en blijven met de korpsleiding (actie 1). Acties 1. De politie gaat werken met vaste horecabrigadiers om de professionaliteit en eenduidigheid van het horecatoezicht verder te vergroten. Door: politie 2. Er dienen op vrijdag en zaterdag altijd twee politiekoppels beschikbaar te zijn voor het Oosterhoutse uitgaanscentrum. De gemeente maakt hierover afspraken met de politie. Door: gemeente
Portiers In z’n algemeenheid kan gezegd worden dat portiers een bijdrage leveren aan het handhaven van de orde in en om de horeca-inrichting waar zij de toegang regelen. Het verkleint de kans dat politie moet optreden in horecazaken, en daarmee kan de politie zich meer toeleggen op haar taak in het publieke domein. Om die reden alleen al zou eigenlijk elke horecazaak een portier moeten hebben. In ieder geval geldt dat voor discotheken, danscafés of grotere jongerencafés. In twijfelgevallen heeft de politie richting de burgemeester een adviserende taak om aan een ondernemer een veiligheidsplan te vragen. Een aanleiding daartoe kan zijn als geweld of ongewenst gedrag in of rond een bepaalde horeca-inrichting, meer dan gemiddeld is of over een langere periode meer regel is dan uitzondering. Het aanstellen van een portier kan daarin een van de te nemen maatregelen zijn. Koninklijke Horeca Nederland kan de desbetreffende ondernemer daarbij zo nodig ondersteunen. Portiers kunnen hun werkzaamheden alleen uitvoeren als ze werkzaam zijn voor een gecertificeerd beveiligingsbedrijf. De politie controleert of er geen zaken zijn op basis waarvan de portiers de werkzaamheden niet zouden mogen uitvoeren. Uniform gedrag door portiers maakt hen effectiever en vergemakkelijkt de samenwerking met de politie. De meest verregaande variant daarin is als één bedrijf alle portiers levert. Hiervan is geen sprake en dit kan de gemeente ook niet opleggen omdat het een keuze van de ondernemer is om wel of geen portier voor de deur te zetten. Wel is het belangrijk dat portiers en politie elkaar kennen en afspraken maken over hun aanpak. Daarom vindt twee keer per jaar een overleg plaats tussen politie en portiers (actie 2). Horecaondernemers zijn medeverantwoordelijk voor het gedrag van hun bezoekers op straat. In het kader van die verantwoordelijkheid wil de gemeente met de horecaondernemers afspraken maken over een rol voor de portiers bij het houden van toezicht op een rustig vertrek van horecabezoekers uit de Klappeijstraat. Dit is mogelijk als de portiers hun werkzaamheden blijven verrichten tot het moment dat de laatste bezoeker de zaak verlaten heeft en nadien erop toezien dat de bezoekers op een ordentelijke wijze de Klappeijstraat verlaten. Dit biedt tevens de mogelijkheid voor een
23
debriefing met de politie en het eventueel doen van aangiftes of opnemen van getuigenverslagen (zie bestrijding geweld). Vooral de inwoners van het stadshart dringen aan op het handhaven van de openbare orde en veiligheid in het gebied dat ligt rond het uitgaanscentrum. Als de portiers erin slagen de orde te handhaven in het uitgaanscentrum zelf, biedt dat de politie de mogelijkheid om het daar buiten te doen (actie 3). Is er geen portier, dan behoort dit de taak van de exploitant zelf te zijn. Acties 1. De politie vervult een adviserende taak richting de burgemeester over de noodzaak tot het opstellen van een veiligheidsplan door een horecaondernemer. Door: politie, desgewenst op verzoek van de gemeente, horeca, eventueel ondersteund door Koninklijke Horeca Nederland. 2. De in het horecaconvenant gemaakte afspraak dat de politie minimaal twee keer per jaar een portiersoverleg houdt, wordt gehandhaafd. Door: politie en horeca 3. De gemeente zal in het nieuwe horecaconvenant afspraken maken met de horeca dat horecaondernemers zorgen voor het onder toezicht vertrekken van hun bezoekers uit het pand en de directe omgeving daarvan zodat de politie zich kan concentreren op het gebied rond het uitgaanscentrum. Door: horeca en gemeente Overlast in de omgeving Ook andere vormen van onveiligheidsgevoelens hebben een relatie met het uitgaan. Zo wordt de omgeving van de Klappeijstraat en Markt elke uitgaansavond geconfronteerd met naar huis kerende horecabezoekers. Als dit gepaard gaat met lawaai of vernielingen, vergroot dat de onveiligheidsgevoelens van de desbetreffende bewoners. Het is hen niet uit te leggen dat zij wekelijks geconfronteerd worden met de gevolgen van de bedrijfsvoering van de horecabranche. Het is te simpel om dat af te doen met opmerkingen als: “dat hoort erbij” of “wat mijn bezoekers buiten mijn pand doen, is niet mijn maar hun eigen verantwoordelijkheid”. Om de overlast door huiswaarts kerende horecabezoekers tot een minimum te beperken worden een aantal voorstellen gedaan. Een van de maatregelen is wat onder ‘portiers‘ is opgemerkt over het toezicht houden op het vertrek van horecabezoekers. Als daardoor de politie minder nadrukkelijk aanwezig hoeft te zijn in het uitgaanscentrum zelf, biedt hen dat de gelegenheid om toezicht te houden in het gebied rond het uitgaansgebied. (Zie portiers en actie 1.) De politie onderzoekt de mogelijkheden van het inzetten van bikers (agenten op snelle fietsen), waarmee met name in de omgeving van het uitgaanscentrum heel effectief gereageerd kan worden op incidenten (actie 2). De inzet van susteams, bestaande uit gecertificeerde beveiligingsmedewerkers die bezoekers aanspreken op hun gedrag, kan daarin ook een bijdrage leveren. Dit wordt in het hoofdstuk gezondheid verder uitgewerkt (actie 3). Belangrijk is dat klachten over overlast goed geregistreerd worden. Op basis daarvan kan beleid gecontinueerd of gewijzigd worden. Vaak zullen klachten bij de politie binnenkomen, maar ook de gemeente of zelfs individuele horecaondernemers zijn aanspreekbaar voor het publiek. Het is belangrijk dat partijen alle informatie delen en uitdaging is om te komen tot één meldpunt voor alle horecagerelateerde zaken (actie 4 ). Het delen van de informatie gebeurt in ieder geval via het operationeel horecaoverleg en indien nodig tussendoor. Acties 1. De politie geeft rond sluitingstijd extra aandacht aan het gebied rond het uitgaanscentrum als de horecaondernemers toezien op een ordentelijk vertrek van hun gasten uit de horeca-inrichting en de onmiddellijke omgeving daarvan. Door: horeca en politie
24
2. De politie onderzoekt de mogelijkheid van het inzetten van bikers bij het houden van toezicht in het gebied rond het uitgaanscentrum. Door: politie 3. De gemeente onderzoekt de mogelijkheden om susteams een bijdrage te laten vervullen bij het handhaven van de openbare orde en veiligheid in het uitgaanscentrum. Door: gemeente 4. Alle klachten met betrekking tot overlast worden door alle partijen met elkaar gedeeld. Onderzocht wordt of één centraal meldpunt voor alle horecagerelateerde zaken mogelijk is. Door: politie, gemeente en horeca
Cameratoezicht De politie is zeer tevreden over het huidige cameratoezicht. Het ondersteunt hen bij opsporing en confrontatie van aangehoudenen met hun eigen gedrag. Voor 31 december van 2009 levert de gemeente een evaluatierapport over het cameratoezicht. Vooralsnog zijn de gemeente, politie en horeca enthousiast over de eerste reacties. Uit de evaluatie zal moeten blijken of en wat de effecten zijn geweest en of de doelen zijn gehaald. In het eerste kwartaal 2010 zal de evaluatie beschikbaar zijn. Actie 1. De evaluatie van het cameratoezicht is in het eerste kwartaal van 2010 beschikbaar. Door: gemeente
Paneldeurbeleid In het horecaconvenant is afgesproken dat in de huisregels van de horeca-inrichting wordt vastgelegd dat bezoekers niet worden gediscrimineerd. Voor situaties waarin bezoekers zich toch gediscrimineerd voelen, is een registratiesysteem opgezet. In de praktijk blijkt dat het meldingsysteem niet naar verwachting gewerkt heeft. Enerzijds omdat de site waarop mensen melding moeten maken van discriminatie niet goed functioneert, anderzijds bestaat bij de politie de indruk dat discriminatie niet altijd gemeld wordt. Onderzocht wordt of het paneldeurbeleid voor de gemeente Oosterhout een doelmatige oplossing is tegen discriminatie. Mogelijk dat directe actie op straat door de politie beter werkt. In het tweede kwartaal 2010 zal hier uitsluitsel over komen (actie 1 en 2). Acties: 1. De doelmatigheid van het paneldeurbeleid wordt in de eerste helft van 2010 onderzocht. Door: gemeente 2. De politie intervenieert ter plekke als door hen meldingen van discriminatie ontvangen worden. Door: politie
Huisregels Of het ophangen van huisregels bij de ingang van het uitgaansgebied zin heeft, kan betwijfeld worden: na een paar keer opgemerkt te zijn, ziet de bezoeker ze niet meer. Huisregels in horecainrichtingen echter kunnen zinvoller zijn. In het horecaconvenant is ook vastgelegd dat elke horecainrichting deze opstelt en goed zichtbaar ophangt. Al is het alleen maar een hulpmiddel voor het personeel om bezoekers die onaangepast gedrag vertonen, op basis van de huisregels daar op aan te spreken. Huisregels benadrukken de normale beschaafde omgang tussen bezoekers van de horeca en het personeel. Door middel van deze huisregels kan de ondernemer sturen op: • de goede naam van het bedrijf; • de handhaving van orde, rust en gezelligheid; • het waarborgen van de veiligheid van gasten en medewerkers.
25
Actie 1. Elke horecaondernemer hangt de geldende huisregels goed zichtbaar op en spreekt bezoekers erop aan als zij zich hier niet aan conformeren. Door: horecaondernemers
Verblijfsontzegging Analyse van de veiligheidssituatie in het uitgaansgebied leert dat er regelmatige, vaak beperkte uitingen van geweld en overlast zijn, maar dat dit niet disproportioneel is. Zoals echter eerder gesteld, is het de uitdaging het geweld zoveel mogelijk te beperken en te gaan beschouwen als iets dat niet normaal is in relatie tot uitgaan. De politie doet dat door zichtbaar aanwezig te zijn, de gemeente door het treffen van maatregelen die de handhaving vergemakkelijken (verlichting, camera’s) en regelgeving. Elders in het land worden zware sanctiemiddelen ingezet als verblijfsverboden en een weekend vastzitten van raddraaiers. Politie en gemeente zijn van mening dat in Oosterhout op dit moment nog geen behoefte bestaat aan dergelijke zware middelen. Waar wel behoefte aan is, is dat de horecaondernemers meer samenwerken als het gaat om het weren van bezoekers die stelselmatig voor overlast zorgen in meerdere horeca-inrichtingen. Structureel overlastgevende bezoekers willen de horeca, politie en gemeente via de volgende werkwijze aanpakken: 1. Als een ondernemer een bezoeker voor een bepaalde termijn een lokaalverbod geeft, wordt dit gemeld aan collega-ondernemers, politie en gemeente. 2. Dit gebeurt op een afgeschermde website, waar alleen horecaondernemers, politie en gemeente toegang tot hebben. 3. Politie, gemeente en horeca zullen gezamenlijk deze webomgeving creëren. 4. Als de desbetreffende bezoeker in meerdere horeca-inrichtingen voor overlast zorgt en ook daar een lokaalverbod krijgt, kan aan deze bezoeker een verblijfsontzegging voor het uitgaanscentrum opgelegd worden. 5. De beslissing of een procedure tot een verblijfsontzegging opgestart wordt, wordt genomen in het operationeel horecaoverleg (zie hoofdstuk 9) door politie, horeca en gemeente. 6. Een verblijfsontzegging wordt uiteindelijk opgelegd door de burgemeester (actie 1). Acties 1. Alle horecaondernemers in het KLM gebied registreren opgelegde lokaalverboden en indien noodzakelijk, zal de burgemeester aan de desbetreffende persoon een verblijfsontzegging opleggen, daarbij geadviseerd door het operationeel horecaoverleg. Door: horeca, gemeente en politie 2. Er zal een voor iedereen toegankelijk protocol ‘opleggen verblijfsontzegging’ opgesteld worden. Door: politie en gemeente
Jeugdteam horeca De gemeente onderzoekt in samenwerking met het bijzondere programma Jong en het Project Jeugdveiligheid of jongeren zelf ook een rol kunnen vervullen bij het houden van toezicht in het uitgaansgebied. Elders is daarmee geëxperimenteerd. Dit past ook in de uitgangspunten van de gemeente Oosterhout, waarbij we streven naar het laten leveren van een actieve bijdrage door jongeren aan het reduceren van de overlast. De ambitie is om jongeren op deze manier eventueel ook te kunnen begeleiden naar of te interesseren in (toezichthoudend) regulier werk. Actie 1
De gemeente onderzoekt samen met de politie, het programma ‘Jong’ en Project Jeugdveiligheid welke rol jongeren zelf kunnen vervullen als het gaat om het handhaven van de openbare orde in het uitgaanscentrum. Door: gemeente en politie
26
6. Opening- en sluitingstijden In de maanden september, oktober en november 2007 heeft een proef plaatsgevonden met het spreiden van de sluitingstijden van de horeca in het centrumgebied. De conclusies bij de evaluatie waren niet eensluidend. De bezoekers hebben zich tijdens de proef op straat en in de horecabedrijven minder veilig gevoeld. Daarbij werd geconstateerd dat er zich meer mensen op een later tijdstip op straat bevonden die onder invloed waren van alcohol en drugs. De buurtbewoners hebben meer en langer overlast ervaren tijdens de proef. Zij rekenen dit voor een groot deel toe aan het uitgaanspubliek. Daar staat tegenover dat de politie de proef overwegend als positief heeft beoordeeld. Er waren minder mensen aan het einde van de uitgaansavond tegelijk op straat en de voorkomende incidenten waren daardoor beter beheersbaar. De politie is dan ook van mening dat spreiding van de sluitingstijden kan bijdragen tot een verhoging van de veiligheid in het uitgaanscentrum. Maar tegelijkertijd biedt een verruiming van de openingstijden de politie minder mogelijkheden om in het gebied rond het uitgaanscentrum de openbare orde te handhaven, dat wordt gezien als een belangrijk nadeel van de verruiming van de openingstijden. Op basis van deze evaluatie heeft het college destijds besloten de verruiming niet definitief in te voeren maar dat te bezien in een breder kader zoals bedoeld in de context van dit actieplan. De gemeente is geen voorstander van het instellen van variabele sluitingstijden voor de horeca. De belangrijkste reden hiervoor is gelegen in het feit dat de ondernemers die dit moeten uitvoeren, hier geen interesse in hebben, en ook de omwonenden zich daarmee met meer overlast geconfronteerd zien. Ook de politie is op dit onderdeel, alle voors en tegens afwegend, van mening dat het huidige beleid het beste past bij het niveau van Oosterhout. Er doen zich rond sluitingstijd van de horecainrichtingen geen problemen voor die vragen om een ander regime dan het huidige. De sluitingstijd voor alle horeca-inrichtingen blijft dus gehandhaafd op 3.00 uur op de vrijdag en zaterdag (actie 1). De politie zal streng toezien op naleving van deze tijd omdat deze nu regelmatig niet nageleefd wordt. Horeca-inrichtingen die na 3.00 uur klanten in de zaak hebben zullen door de politie ter plekke gesloten worden, bij herhaling zal een sanctie opgelegd worden (actie 2). Als alternatief is onderzocht of de vestiging van een nachtzaak in het uitgaansgebied een aanbod zou kunnen zijn om te voorzien in de behoefte van mensen die ook na drie uur ’s nachts nog hun vertier zoeken in het uitgaanscentrum. Ook deze uitbreiding van het horeca-aanbod heeft consequenties voor de horecadienst van de politie. Die zullen een uur langer in het uitgaansgebied aanwezig moeten zijn om de openbare orde en veiligheid te garanderen. Dat beperkt hun inzet in de cirkel rond het uitgaanscentrum, net als bij de variabele sluitingstijden. Een nachtzaak heeft ook consequenties voor de openstelling van de fietsenkelder (net als bij variabele sluitingstijden). Niet uit te sluiten valt dat er bij toestaan van een nachtzaak, vanuit de droge horeca het verzoek komt om eveneens een uur langer open te mogen zijn. Al met al kleven aan de vestiging van een nachtzaak nadelen, die naar de mening van de gemeente en politie niet opwegen tegen de voordelen van een nachtzaak. Om die reden ziet de gemeente geen aanleiding om de vestiging van een nachtzaak toe te staan. Het bestuur van Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Oosterhout deelt deze mening niet. Het bestuur vindt dat er in Oosterhout, onder strakke voorwaarden, ruimte moet zijn voor één of twee nachtzaken. Acties 1 De sluitingstijden van de horeca op vrijdag en zaterdag blijven ongewijzigd gehandhaafd op 3.00 uur. Door: horeca, politie en gemeente 2
De politie zal consequent toezien op naleving van het tijdig sluiten van alle horeca-inrichtingen. Overtredingen worden geregistreerd en bij herhaalde overtreding zal de gemeente de ondernemer een sanctie opleggen. Door: politie en gemeente
27
28
7. Vergunningverlening, toezicht en handhaving De horecabranche brengt bepaalde vormen van ongemakken met zich mee die gevoelens van onveiligheid creëren. Dat kan variëren van luidruchtige, dronken bezoekers tot drugshandel of wapenbezit. Daarnaast kenmerkt de horeca zich door veel mensen op soms weinig vierkante meters. Dat vraagt om een goede bedrijfsvoering en aandacht voor de veiligheid van de panden en bezoekers. Daarom is het belangrijk dat naast een goed stelsel van vergunningen voor horecaondernemers, er ook vanuit de overheid aandacht is voor hoe de onderneming geëxploiteerd wordt. Veranderingen in uitgaansgedrag, horecatrends en ontwikkelingen in de samenleving vragen om een regelmatige toets of het vergunningstelsel en de bepalingen daarin nog functioneel zijn. • Daarnaast is een goede controle noodzakelijk of vergunningen worden nageleefd; • Er voldoende mogelijkheden zijn om vergunningen in te trekken in geval van exploitatie die de veiligheid en openbare orde ernstig in het gedrang brengt of kan brengen; • Er voldoende mogelijkheden zijn om vergunningen te weigeren aan personen die geen voldoende garantie bieden voor een behoorlijk en veilig beheer van hun bedrijf.
Regeldruk Een belangrijk aandachtspunt binnen het horecabeleid is de ingewikkelde regelgeving en hoge administratieve lastendruk voor horecaondernemers. Dat maakt het er voor de horeca-ondernemer niet bepaald gemakkelijker op. Zonder af te doen aan het belang van goede regelgeving en naleving daarvan, is het voor de gemeente Oosterhout een uitdaging de administratieve lastendruk voor hen te verlagen. Voor zover mogelijk zal de vergunningverlening rondom de drank en horecawet ingevoegd worden bij het werken volgens het WABO principe. Verder geschiedt dit door het instellen van: • één gemeentelijk horecaloket, onder te brengen bij de afdeling VVH • één aanvraagformulier voor alle vergunningen voor het exploiteren van een horecabedrijf • één accountmanager voor alle vergunningen (in navolging invoering WABO) • vereenvoudiging van de regelgeving (waar dit kan) • directe en professionele aanpak ingeval van constateringen • het onderzoeken van de mogelijkheid de exploitatievergunning als standaard vergunning af te schaffen voor de natte horeca na invoering van de nieuwe drank- en horecawet (actie 1).
Horecasanctiebeleid Horecasanctiebeleid heeft als doel op een adequate en eerlijke manier verwijtbaar en strafbaar gedrag aan te pakken. Afspraken met de partners die hierin een rol spelen zoals het Openbaar Ministerie, politie en de Voedsel en Waren Autoriteit zijn daarbij erg belangrijk. Er zal in de komende periode een sanctiebeleid worden ontwikkeld waarbij de tolerantiegrenzen worden aangegeven. Dus wanneer volstaat een waarschuwing en wanneer wordt er een last onder dwangsom opgelegd. De sterkste strafmaatregel die de gemeente heeft is het sluiten van een gelegenheid voor een langere periode (actie 2). In het horecasanctiebeleid zijn tevens bepalingen opgenomen over het niet naleven van de terrasvoorschriften, overtreding van de Drank- en Horecawet, het helen van goederen in horecabedrijven, geweldsdelicten en geluidsoverlast. Ook zal er aansluiting worden gezocht bij de beleidsterreinen waar al wel uitvoeringsprogramma’s van zijn, zoals bijvoorbeeld op het gebeid van milieu. Uitgangspunt bij het sanctiebeleid is dat er een maatstaf komt waarbij voor iedereen duidelijk is wat er in welk geval moet gebeuren, hierbij zal aansluiting worden gezocht bij regionale afspraken zoals die nu ook al gelden. Echter in sommige gevallen kan de burgemeester gemotiveerd afwijken van het horecasanctiebeleid. Bij het aanvragen van een vergunning krijgt de ondernemer een exemplaar van het horecasanctiebeleid uitgereikt. Bij wijziging van het beleid ontvangt elke horecaondernemer van de gemeente een nieuw exemplaar. De horeca heeft te maken met meerdere beleidsterreinen binnen de gemeentelijke organisatie. Het uitbouwen van een goed horecabeleid vraagt om gezamenlijke inspanningen van publieke en private partijen. Het is een uitdaging om neuzen in dezelfde richting te krijgen zodat de afzonderlijke
29
inspanningen het totaalbeeld versterken. Om dit organiserend vermogen in goede banen te leiden is één loketfunctie voor horeca een middel. Dat vervolgens intern verschillende afdelingen op deelterreinen van het horecabeleid een rol hebben is logisch, maar is voor de ondernemer niet relevant. Alvorens deze ene loketfunctie vormgegeven kan worden, zullen eerst de formatieve consequenties daarvan in beeld gebracht moeten worden. Acties 1. De gemeente heeft een voorkeur voor één horecaloket en zal verder: • één aanvraagformulier invoeren voor alle vergunningen voor het exploiteren van een horecabedrijf; • één accountmanager aanwijzen voor alle vergunningen (in navolging invoering WABO); • waar kan de regelgeving vereenvoudigen; • directe en professionele aanpak plegen ingeval van constateringen; • onderzoek doen naar de mogelijkheid de exploitatievergunning als standaard vergunning af te schaffen voor de natte horeca na invoering van de nieuwe drank en horecawet. Door: gemeente 2. De gemeente ontwikkelt met politie en OM een horecasanctiebeleid. Door: gemeente, politie en OM
30
8. Gezondheid Terugdringing alcohol- en drugsgebruik De horeca is verbonden met de gezellige dingen van het leven: samen met mensen praten, eten, drinken, dansen. Een horecabezoek kan soms ook gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. De Wet publieke gezondheid geeft de gemeente de verantwoordelijkheid om collectieve preventieve maatregelen te treffen om gezondheidsrisico’s te voorkomen en verkleinen. De gemeente Oosterhout wil vanaf januari 2010 met alle partners, die betrokken zijn bij het uitgaan en volksgezondheid, een aanpak ontwikkelen waarbij het alcohol- en drugsgebruik teruggedrongen worden. Niet alleen door ingrijpen ter plekke maar ook door bewustwording en inschakeling van scholen en ouders. Het doel van het project is het alcohol- en drugsgebruik onder jongeren terug te brengen waarbij alle partners hun eigen rol gaan nemen onder regie van de gemeente. ‘Susteams’ (beveiligers die jongeren aanspreken op hun gedrag) zijn onderdeel van de aanpak en cruciaal voor het slagen. Betrokken partijen zijn: politie, beveiligingsbedrijven, HALT, horeca, verslavingszorg, jongerenwerk, VWA, GGD, Academische Werkplaats en gemeente. De inzet richt zich op jongeren die door politie, horecaondernemers en/of beveiliging aangesproken worden op o.a.: dronkenschap, ongeoorloofd alcoholgebruik (jonger dan 16 jaar), overlast, agressie, drugsbezit en -verkoop en onder invloed zijn van drugs en/of alcohol. Het aanspreken mondt uit in een vervolgactiviteit zoals een voorlichting, een middelengesprek, een folder of een ouderbezoek. Dit project is voor financiering ingediend bij het landelijke Programma Gezonde Slagkracht (uitslag medio december 2009). De pilot kent acht doelstellingen: 1. Ketenafspraken over de aanpak van alcohol- en drugsgebruik in het uitgaansgebied tussen gemeente, politie, beveiligers, HALT, horeca, VWA, verslavingszorg, jongerenwerk en GGD zijn verkend en vastgelegd. 2. Jongeren onder de 16 jaar drinken in het uitgaansgebied geen alcohol. (In Oosterhout drinkt bijvoorbeeld 16% van de 12 t/m 18 jarigen uit Oosterhout wekelijks in een café/bar alcohol.) 3. Jongeren boven de 16 jaar drinken in het uitgaansgebied niet te veel alcohol. 4. 'Gesignaleerde' jongeren onder de 16 jaar en hun ouders kennen de gezondheidsrisico's van op zo'n jonge leeftijd alcohol gebruiken en ouders treden daadwerkelijk op. 5. 'Gesignaleerde' jongeren boven de 16 jaar én hun ouders kennen de gezondheidsrisico's van overmatig alcohol gebruiken en ouders treden daadwerkelijk op. 6. Het aantal alcohol- en drugsgerelateerde incidenten in het uitgaansgebied neemt af. 7. Jongeren in het uitgaansgebied kennen de gevolgen van drugsgebruik én van de combinatie van alcohol- en drugsgebruik. 8. Het 'Oosterhoutse model' is geëvalueerd en beschreven in Oosterhout en de kennis is via het Programma Gezonde Slagkracht gedeeld met andere gemeenten. Als blijkt dat de pilot aan de gestelde verwachtingen voldoet, zal in de loop van 2010 binnen het budget van het beleidsterrein 'gezondheid' gezocht worden naar middelen om de proef een permanent karakter te geven. Niet uit te sluiten valt dat dan een herpioritering van beleidskeuzes gemaakt zal moeten worden. Actie 1. De gemeente gaat, indien daartoe subsidie verstrekt wordt, met een proef starten waarbij sprake is van een ketenaanpak van alcohol- en drugsgebruik. Door: gemeente, Halt, horeca, verslavingszorg, GGD
Toezicht op drankverstrekking Op grond van de Drank en Horecawet mag aan personen beneden de leeftijd van 16 jaar geen alcoholhoudende drank verkocht worden en aan personen beneden de 18 jaar geen sterk alcoholhoudende drank. De horecaondernemer en het bedienende personeel dienen zich aan deze regels te houden. Personen die in kennelijke staat van dronkenschap verkeren, mogen niet in het
31
bedrijf worden toegelaten. Aan personen die zich in kennelijke staat van dronkenschap in een bedrijf bevinden, mag geen alcoholhoudende drank worden verstrekt. Het naleven van deze regels is primair een taak van de horecaondernemer. Toezicht hierop vindt nu nog plaats door de Voedsel en Waren Autoriteit, maar wordt op termijn overgedragen aan de gemeente. Dat biedt de mogelijkheid voor effectievere controles en, indien nodig, het treffen van sancties. Tot die tijd zullen gemeente en politie alert zijn en als er signalen komen dat ondernemers zich niet aan bovenstaande afspraken houden, zal de Voedsel en Waren Autoriteit gevraagd worden onderzoek te doen (actie 1). Actie Toezicht op drankverstrekking is een ondernemersverantwoordelijkheid. Indien nodig, zullen de gemeente en politie de Voedsel en Waren Autoriteit verzoeken klachten over niet naleven van de afspraken met betrekking tot drankverstrekking te onderzoeken. Door: horeca, gemeente en politie
Veiligheid In (de omgeving van) horecagelegenheden zijn vaak veel mensen bij elkaar. Dat wil zeggen dat er een verhoogd risico is op onverwachte gebeurtenissen. Het is belangrijk daar goed op voorbereid te zijn. Elke horecagelegenheid zou moeten beschikken over een EHBO-voorziening en (i.s.m. andere gelegenheden) een AED-apparaat dat ook goed zichtbaar is voor de bezoekers (actie 1). Actie 1. Elke horecagelegenheid moet beschikken over een EHBO-voorziening en (i.s.m. andere gelegenheden) een AED-apparaat dat ook goed zichtbaar is voor de bezoekers. Door: horeca
Maatschappelijk verantwoord ondernemen Zoals in restaurants een trend lijkt te ontstaan dat gekozen wordt voor gezonde en biologisch geteelde groente, biologisch vlees, seizoengebonden vis, gezonde frisdranken en de strijd aangebonden wordt tegen overgewicht, zo geldt voor de cafés en bars dat het beleid gericht moet zijn op het terugdringen van te veel alcoholgebruik. Het past niet bij een goed gastheer of vrouwschap dat men bezoekers dronken laat worden. Daar komt bij dat overmatig alcoholgebruik en overlast vaak samen gaan. In dat kader is het ook niet meer van deze tijd om grootschalige kortingsacties te organiseren met als doel extra bezoekers te trekken, zoals gebeurt bij happy hours. In dat kader heeft Minister Klink aangekondigd dat hij wettelijke maatregelen gaat nemen tegen happy hours en andere prijsacties in cafés zoals onbeperkt drinken voor een vast bedrag. Dergelijke landelijke maatregelen zijn echter nog niet tot stand gekomen omdat de minister hoopt dat gemeenten en horeca in gezamenlijk overleg hierover afspraken maken. Wat de gemeente Oosterhout betreft is het onwenselijk dat kortingsacties gehouden worden, waarbij alcohol goedkoper dan gebruikelijk wordt aangeboden, die zich richten op jongeren onder de 18 jaar. Om die reden mogen dergelijke acties niet plaatsvinden voor 23.00 uur. Om te voorkomen dat overmatig alcoholgebruik gestimuleerd wordt aan het eind van de uitgaansavond, is een dergelijke actie ook niet toegestaan na een uur voor sluitingstijd. Juridische middelen om dit af te dwingen heeft de gemeente niet. Kortingsacties op andere tijdstippen mogen niet leiden tot aanbieden van alcohol tegen minder dan 75% van de reguliere verkoopprijs (of de in de branche gemiddeld geldende prijs) en dit mag geen structureel karakter hebben (actie 1). Koninklijk Horeca Nederland is tegen excessieve acties zoals ‘onbeperkt drinken voor tien euro en spreekt ondernemers die dat doen daar dan ook op aan (actie 2). Uitdaging voor de horeca is om het begrip ‘happy hours’ een andere betekenis te gaan geven: van goedkope drank naar extra service, een gratis borrelhapje bij een drankje etc.
32
Acties 1 Het is niet toegestaan kortingsacties te houden, waarbij alcohol goedkoper dan gebruikelijk wordt aangeboden voor 23.00 uur of na een uur voor sluitingstijd. Gedurende de tussenliggende tijd mag alcohol niet aangeboden worden tegen een prijs die lager ligt dan op 75% van de gebruikelijke prijs (in de branche) en deze acties mogen geen structureel karakter hebben. Door: horeca en politie 2 Koninklijke Horeca spreekt ondernemers aan als zij excessieve acties houden die leiden tot een overmatig alcoholgebruik. Door: Koninklijke Horeca Nederland
33
34
9. Samenwerking en communicatie Het realiseren van een succesvol horecabeleid is alleen mogelijk als alle partners die raakvlakken of bemoeienis met de horeca hebben, op een goede manier met elkaar samenwerken. Partners die elkaar nodig hebben kunnen per onderdeel verschillen, maar de meest belangrijke zijn: • • • • • • •
De horecaondernemers De gemeente Politie Detailhandel OM Instanties op het gebied van de gezondheidszorg Bewoners
De belangen van deze doelgroepen verschillen soms, uitdaging is om elkaar te versterken en door het maken van onderlinge afspraken overlast over en weer te voorkomen. In het AEF rapport is een SWOT-analyse gemaakt van de samenwerking op het horecabeleid, stand van zaken eind 2008:
Sterk De samenwerking heeft in 2007 neerslag gevonden in het horecaconvenant (convenant veilig uitgaan). Dit is een belangrijke stap geweest om tot betere afspraken en samenwerking te komen. Hierdoor leren partijen elkaar beter kennen en wordt vooruitgang geboekt. Zwak Tegelijkertijd wordt het horecaconvenant niet door alle partijen als de gezamenlijke ambitie gezien, maar als een pakket van maximale afspraken. Dit veroorzaakt waarschijnlijk ook de regelmatige miscommunicatie tussen partijen. Wat willen we nu eigenlijk? Wie heeft welke belangen? Wat verwachten we van elkaar? Dat is tot nu toe vooral impliciet gebleven en veroorzaakt een belangrijke zwakte in de samenwerking: de interpretatie van de afspraken is niet eenduidig, ambities op de lange termijn zijn niet helder. Daaraan gekoppeld ontbreekt het ook aan een goede, duidelijke beheersstructuur. Wie praat met wie waarover? Wie heeft welke verantwoordelijkheden? Het blijkt voor elke partij, vaak om moverende redenen, niet eenvoudig te zijn zich aan de gemaakte afspraken in het horecaconvenant te houden. Kansen De grootste kans voor het vergroten van de effectiviteit van de samenwerking ligt in het gezamenlijk benoemen van de ambities: inhoudelijk, organisatorisch, beheer en veiligheid. Op basis daarvan kan een duidelijke samenwerkingsstructuur afgesproken worden en wordt ieders bijdrage en rol zichtbaar. Tegelijkertijd biedt dit ook de mogelijkheid elkaar aan te spreken op de geleverde bijdragen. Bedreigingen Samenwerken is moeilijk, zeker wanneer belangen niet altijd overeenkomen. De belangrijkste bedreigingen zijn daarom ook: het blijven spreken van problemen in plaats van gezamenlijke belangen en ambities, ambities onduidelijk houden en niet uitspreken, alleen kijken naar wat de andere partij(en) moeten doen, en niet de meerwaarde van samenwerking aan elkaar duidelijk kunnen maken. Immers, de zwakste schakel bepaalt de sterkte van de ketting
Overlegvormen Zonder dat de samenwerking leidt tot bureaucratie, is het belangrijk dat de hoofdrolspelers regelmatig met hun eigen achterban of met elkaar aan tafel zitten. Bij dit laatste is het belangrijk dat
35
de vertegenwoordigers zaken goed terugkoppelen naar hun achterban. In de professionele organisaties is dat soms vanzelfsprekender dan binnen branche- of belangenverenigingen.
Horeca Ondernemers Binnenstad Samenwerking tussen de ondernemers is een belangrijke voorwaarde voor een succesvol horecabeleid. Om die reden is het belangrijk dat alle ondernemers betrokken zijn bij het ‘Horeca Ondernemers Binnenstad’ (HOB) overleg. Soms is deelname en afstemming een voorwaarde om onderdelen van dit horeca-actieplan tot een succes te maken, bijvoorbeeld bij de aanpak van notoire overlastgevers. Actie 1. De horecaondernemers investeren in het Horeca Overleg Binnenstad om de uitvoering van dit horeca-actieplan tot een succes te maken. Door: horeca Operationeel horeca-overleg Eens per maand komen vertegenwoordigers van gemeente, politie en horeca bij elkaar om operationele zaken in het uitgaanscentrum met elkaar te bespreken. Doelstelling daarvan is om vanuit gezamenlijk belang adequaat in te kunnen grijpen in en in te kunnen spelen op actuele gebeurtenissen, zoals bevindingen politie, evenementen, samenwerking, communicatie en kansen en knelpunten. Terugkoppeling naar de achterban is daarbij belangrijk. Daar moeten nog goede afspraken over gemaakt worden. De politie constateert dat zij nog steeds verrast wordt door evenementen van de gemeente of horecaondernemers in het uitgaanscentrum. Dit wordt een vast agendapunt van dit overleg (actie 2). Acties 1. Afspraken maken over terugkoppeling naar achterban (m.n. horeca) van afspraken in operationeel horecaoverleg. Door: gemeente en horeca 2. Evenementen in het uitgaanscentrum worden een vast agendapunt in het operationeel horecaoverleg op basis van de notulen van het evenementenoverleg. Door: gemeente, politie en horeca Stuurgroep Centrum+ Meer strategisch getinte onderwerpen worden besproken in de Stuurgroep Centrum+. De horeca maakt deel uit van dit overleg, evenals de detailhandel, gemeente, bewoners, politie en VVV. Momenteel is dit overleg nog vooral gegroepeerd rond Centrum+ onderwerpen. Het bijzondere programma Centrum+ verdwijnt op termijn en daarmee komt de legitimiteit van dit overleg ook ter discussie te staan. Vanuit het belang van het horeca-actieplan en de verbinding met alle betrokkenen in het stadshart, is voortzetting van dit overleg gewenst. Het ligt voor de hand dat als het predicaat ‘Centrum+’ vervalt, de portefeuillehouder ‘horeca’ dit overleg voor gaat zitten. Actie 1. Na opheffing van de stuurgroep Centrum+ blijft er een overleg om op strategisch niveau over horeca te overleggen met alle relevante partijen in het stadshart onder voorzitterschap van de burgemeester. Door: gemeente, politie, bewoners, horeca, VVV, detailhandel Beleidsoverleg horeca Doel van dit overleg is om de portefeuillehouder horeca twee keer per jaar overleg te laten hebben met een brede delegatie van de horecaondernemers. Dit vanuit het oogpunt kennen en gekend worden. Voorstel is om dit wat minder vrijblijvend te maken en te koppelen aan thema’s. Daarmee kunnen ook andere gasten, die in dat thema een relevante rol hebben, uitgenodigd worden. Dit
36
maakt dit overleg wat minder vrijblijvend en kan het wellicht ook gaan fungeren als een soort denktank om nieuwe ontwikkelingen in het uitgaansgebied te initiëren. Actie 1. Twee keer per jaar vindt er overleg plaats tussen een brede delegatie van horecaondernemers en de gemeente rond een thema met als doel te anticiperen op (nieuwe) ontwikkelingen en te netwerken. Door: horeca en gemeente
Externe Communicatie Het liefst lezen alle bij het horecabeleid betrokken partners elke maandagmorgen in de krant dat het weer erg gezellig was in het Oosterhoutse uitgaanscentrum. De realiteit is anders. De berichtgeving spitst zich over het algemeen toe op wat fout gegaan is en dat beïnvloedt het beeld van het uitgaansgebied in negatieve zin. Op termijn kan het zelfs onrustzoekers aantrekken. Net zoals dat het niet altijd gezellig is, gaat het ook niet altijd mis in het uitgaanscentrum. Berichtgeving die een meer reëel beeld weergeeft van wat er zich afspeelt in het uitgaansgebied van Oosterhout, kan bijdragen aan een genuanceerder beeld. Dit vraagt van alle partijen om een extern communicatiebeleid te voeren dat zich richt op het zichtbaar maken van resultaten en inspanningen, het inzetten van ambassadeurs (bijvoorbeeld het eigen personeel), een proactief persbeleid te voeren en kansen die zich voordoen in welke media dan ook, aan te grijpen. Belangrijk is dat de partners de communicatie op elkaar afstemmen, zonder dat dit ertoe leidt dat een van hen belemmerd wordt in de (van rechtswege opgelegde) eigen verantwoordelijkheid bij de uitvoering van het communicatiebeleid. Kanttekening is wel dat de pers over het algemeen geïnteresseerd is in zaken die niet lopen zoals ze zouden moeten lopen.
Tot slot ten aanzien van dit onderdeel: het grootste visitekaartje is uiteindelijk een gezellig, bruisend en veilig uitgaanscentrum. Actie 1. Alle partijen voeren daar waar het kan een gezamenlijk extern communicatiebeleid dat zich richt op het zichtbaar maken van resultaten en inspanningen, het inzetten van ambassadeurs (bijvoorbeeld het eigen horecapersoneel), een proactief persbeleid en kansen grijpen die zich voordoen in welke media dan ook. De regie hiervan ligt bij het operationeel horecaoverleg. Door: gemeente, politie, horeca, OM en andere relevante (incidentele) partners
Campagnes gericht op veilig uitgaan Ondernemers, politie, gemeente en andere partners hebben een verantwoordelijkheid als het gaat om veilig uitgaan. Dat neemt niet weg dat bezoekers zelf ook een verantwoordelijkheid hebben. Horecaondernemers kunnen een alcoholmatigingsbeleid voeren, maar als de bezoekers daar niet voor open staan zijn er natuurlijk voldoende mogelijkheden om dit te omzeilen. Bewustwording van deze eigen verantwoordelijkheid, en dat geldt natuurlijk voor tal van andere zaken, kan onderdeel zijn van een gerichte campagne op horecabezoekers, zonder dat dit leidt tot betutteling. Het programma ‘gezonde Slagkracht’ voorziet daar voor een deel in, veilig uitgaan kent meer uitdagingen. Onderzocht wordt hoe dergelijke campagnes opgezet kunnen worden, welke successen elders behaald zijn en hoe die te vertalen zijn naar Oosterhoutse maatstaven (actie 1). Actie 1. Onderzocht wordt op welke wijze horecabezoekers campagnematig bereikt kunnen worden om hen aan te spreken op hun eigen verantwoordelijkheid als het gaat om veilig uitgaan. Door: gemeente, politie,horeca, OM
37
Imago Het imago van het uitgaanscentrum wordt voor een groot deel bepaald door de wijze waarop het uitgaanscentrum functioneert en de aantrekkelijkheid van de zaken en omgeving. Er vindt momenteel een onderzoek plaats naar het imago van ons uitgaanscentrum. De conclusies van dat rapport (begin volgend jaar te verwachten) kunnen de gemeente en ondernemers belangrijke informatie verschaffen over bedrijfsvoering, aanzien, aanbod, sfeer en welke inspanningen noodzakelijk zijn om ongewenste beeldvorming bij te stellen. Communicatie kan daarin een rol vervullen/kan helpen het doel te verwezenlijken, maar dat hangt af van de onderliggende problematiek.
PR beleid Actie 1. De gemeente zal samen met de horecaondernemers onderzoeken op welke wijze meer promotie van Oosterhout als vestigingsstad voor horeca, kan bijdragen aan een breder assortiment van restaurants in Oosterhout. Datzelfde geldt voor het opnieuw in de markt zetten van het begrip ‘eerste eten’. Door: gemeente en horeca
38
10. Actiepunten Visie, trends en variëteit 1. Het uitgaanscentrum van Oosterhout dient het beeld van ‘Oosterhout Familiestad’ te versterken. Voor de leeftijd vanaf 16 jaar zou in principe iedere bezoeker zich thuis moeten voelen in het uitgaansgebied. Door: horeca en gemeente 2. De gemeente spant zich in om samen met de horecaondernemers een bijdrage te leveren aan de uitbreiding van het aanbod van horeca-inrichtingen in het stadshart. Voorbeelden daarvan zijn een horeca-inrichting voor jongeren van 16 en 17 jaar en een discotheek. Door: gemeente en horeca 3. Horecaondernemers, vastgoedeigenaren in het uitgaanscentrum en brouwerijen worden uitgedaagd concepten te ontwikkelen en eventueel te exploiteren, waarmee de diversiteit van horeca-inrichtingen in het stadshart uitgebreid wordt en waarmee nu en in de toekomst het horeca-aanbod meer recht doet aan Oosterhout Familiestad. Waar nodig faciliteert de gemeente. Door: horeca, vastgoedeigenaren, brouwerijen, gemeente 4. De gemeente staat positief tegenover de ontwikkeling van horeca-inrichtingen op de Heuvel en zal daar, als daarom verzocht wordt, alle medewerking aan verlenen. Door: gemeente 5. Alvorens een significante uitbreiding van horeca op de Heuvel toe te staan, een veiligheidsplan opstellen met als doel het handhaven van de openbare orde en veiligheid in twee uitgaanscentra. Door: gemeente en politie 6. De horeca en detailhandel rond de Klappeijstraat, Markt en Leijsenhoek onderzoeken mogelijkheden om elkaar te versterken met als uiteindelijk doel meer bezoekers in dat deel van het stadshart die daar ook langer verblijven. Door: horeca en detailhandel, gemeente faciliteert en initieert zo nodig 7. De gemeente spreekt de voorkeur uit dat lokale horecaondernemers kunnen participeren in evenementen die georganiseerd worden in het stadshart vanuit het oogpunt van betrokkenheid en economisch belang. Het is aan de ondernemers zelf om hier invulling aan te geven, eventueel in samenwerking met Koninklijke Horeca Nederland. De gemeente kan dit niet afdwingen. Door: horeca 8. Organisatoren van evenementen in het stadshart nemen ruim van tevoren contact op met de horeca om hen te informeren over het te organiseren evenement en te zoeken naar samenwerkingsmogelijkheden. De gemeente legt dit vast in de procesbeschrijving evenementen. Door: organisatoren van evenementen en gemeente
Kwaliteit 1. De gemeente onderzoekt of met alle eigenaren van horecapanden in het stadshart en met brouwerijen die de panden huren een convenant gesloten kan worden waarin karakter en kwaliteit van het uitgaansgebied en de daar gevestigde horecabedrijven vastgelegd worden en waarop door hen geselecteerd wordt. Uitdaging is de norm voor kwaliteit hoger te leggen dan via de publiekrechtelijke instrumenten mogelijk is. Wellicht beperkt dat op korte termijn de gebruiksmogelijkheden van panden, op de lange termijn zal het bijdragen aan een kwalitatief hoogwaardig uitgaansgebied dat in het (economische) belang is van alle gevestigde horecabedrijven. Door: gemeente, eigenaren horecapanden, brouwerijen
39
2. De gemeente zal de mogelijkheden die bestemmingsplannen bieden, gebruiken als sturingsinstrument om invloed te hebben of krijgen op het karakter / categorie horecabedrijf in bepaalde gebieden van het stadshart. Bijvoorbeeld om te veel overlastgevende horecainrichtingen in relatie tot de omgeving te voorkomen. Door: gemeente 3. Onderzoek naar de mogelijkheid van aansluitingen van de horeca bij het ondernemersfonds van WSO. Door: gemeente, horecaondernemers en Winkelstad Oosterhout 4. Verfraaiing van het uitgaansgebied kan ook een incidenteel karakter hebben, bijvoorbeeld inspelend op actuele gebeurtenissen of seizoensinvloeden (bijvoorbeeld Halloween, de decembermaand, wk voetbal). De gemeente wil daarin geen grotere rol vervullen dan noodzakelijk is en waar mogelijk faciliteren. Uitgangspunt is dat als de verfraaiing zich afspeelt binnen de vastgestelde grenzen van het terras en bestaande regelgeving, de ondernemer hiertoe de ruimte moet krijgen. Gestreefd moet worden naar zoveel mogelijk uniformiteit binnen één en hetzelfde straatbeeld. Door: horecaondernemers
Leefbaarheid in en rond het uitgaanscentrum 1. Er wordt onderzocht, samen met politie en bewoners, op welke punten in het stadshart de verlichting te beperkt is waardoor de leefbaarheid als gevolg van het uitgaansgebied onder druk staat. Door: gemeente, politie, Centrumbewoners Oosterhout 2. Er wordt begin 2010 een goed zichtbare aanduiding aangebracht op de fietsenstalling ter informatie dat de stalling bewaakt en gratis is. Tevens worden borden op de railing aangebracht die aanduiden dat er daar ter plekke een stallingverbod geldt. Door: gemeente in het kader van het Actieplan Stadshart 3. Om fietsers te wijzen op het verplichte gebruik van de fietsenstalling zal een actie georganiseerd worden waarbij gemeentelijke handhavers een aantal uitgaansavonden ter plekke aanwezig zijn om mensen te wijzen op de noodzaak van het stallen van de fietsen in de fietsenkelder. Nadien zal de actie steekproefsgewijs herhaald worden Door: gemeente 4. Voor motoren wordt in de onmiddellijke nabijheid van de kerk een motorparkeerplaats aangewezen. Door: gemeente 5. Met !GO worden afspraken gemaakt dat zij zorg dragen voor het verwijderen van afval uit de urinoirs. Door: gemeente 6. De gemeente ontwikkelt samen met de horecaondernemers beleid met betrekking tot overdekte terrassen voor de winterperiode. Voorwaarde is dat deze het aanzien van het plein of de straat niet aantasten en er geen mechanische muziek hoorbaar is op het overdekte terras. Door: gemeente en horeca, betrekken van bewoners 7. Op terrassen is het verboden mechanische muziek ten gehore te brengen. Tijdens evenementen mag levende muziek ten gehore gebracht worden. De horeca-exploitant moet er voor zorgen dat de eventuele overlast daarvan geen onevenredige hinder veroorzaakt voor omwonenden. Door: horeca
40
8. Op korte termijn zullen de grenzen van de terrassen in de Klappeijstraat door middel van markeringen in de bestrating aangeduid worden. Door: gemeente 9. Terrassen die het aanzien van een straat of plein in negatieve zin beïnvloeden, zullen op last van de burgemeester verwijderd worden als de exploitant zelf geen actie onderneemt na daarvoor een aanschrijven te hebben ontvangen. Door: gemeente 10. Uitgangspunt is dat de Klappeijstraat en Markt op zaterdagmorgen vrij van horeca-afval moeten zijn. Dat geldt voor het terras en voor een straal van 25 meter rond de horeca-inrichting. Als de horecaondernemers daar zelf niet voor zorgen, wil de gemeente deze werkzaamheden uitvoeren en de kosten daarvan in rekening brengen bij de desbetreffende horecaondernemers. De kosten van het reinigen van de Markt en Klappeijstraat op de zondagmorgen bedragen € 28.000,00. Door: horeca in eerste instantie, anders de gemeente 11. Horecaondernemers zullen elkaar aanspreken op het schoonhouden van terras en stoep voor de horeca-inrichting. Door: horeca 12. De gemeente zal het aantal afvalbakken op de Markt en Mathildastraat bij de hoek met de Klappeijstraat uitbreiden dan wel er grotere bakken plaatsen Door: gemeente 13. De politie blijft nauwgezet toezien op naleving van de afspraak dat tot 24.00 uur maximaal twee taxi’s op de busstrook mogen parkeren. Door: politie 14. Klachten met betrekking tot geluidsoverlast door de horeca worden altijd geregistreerd en er wordt altijd onderzoek ingesteld. Door: gemeente en politie 15. De politie zal proactief optreden bij klachten over geluidsoverlast of bij eigen constateringen. De desbetreffende ondernemer wordt daar ter plekke op aangesproken en zo nodig geverbaliseerd. Door: politie 16. Bij structurele klachten over geluidsoverlast, veroorzaakt door een horeca-inrichting, zal de gemeente de Regionale Milieudienst vragen onderzoek te verrichten naar deze klachten. Door: gemeente 17. De gemeente zal tenminste twee keer per jaar onaangekondigd geluidsmetingen verrichten in het uitgaanscentrum als bijdrage in het bestrijden van geluidsoverlast voor de inwoners van het stadshart. Door: gemeente 18. In het eerste kwartaal van 2010 verschijnt een notitie over de aanpak van geluidshinder in het stadshart, veroorzaakt door de horeca. Door: gemeente
Veiligheid in en rond het uitgaanscentrum 1. Het horecaconvenant wordt in 2010 geëvalueerd. De gemeente is voorstander van een nieuw convenant waarin tevens acties uit dit actieplan geoperationaliseerd worden. Door: gemeente, horeca, Openbaar Ministerie, politie 2. We onderzoeken of pandeigenaren en verhuurders bereid zijn het accepteren van het convenant een van de voorwaarden van de huurovereenkomst te laten zijn.
41
Door: gemeente, eigenaren, verhuurders 3. De politie streeft ernaar aangiftes direct na sluitingstijd op te nemen. De horeca-ondernemers zorgen ervoor dat het betrokken personeel voor het doen van aangiftes na sluitingstijd in de horeca-inrichting aanwezig blijft tot het moment dat de politie de (concept) aangifte heeft opgenomen. Door: politie en horeca 4. Als een portier of ander personeel een voor overlastzorgende bezoeker uit de horeca-inrichting verwijdert, wordt dit doorgegeven aan het cameratoezicht. De persoon in kwestie kan vervolgens geregistreerd en in de gaten gehouden worden. Door: horeca en politie 5. De politie neemt het initiatief om te komen tot opleidingen voor het horecapersoneel, gericht op samenwerking met politie en omgaan met agressie en drank- en drugs(overlast) waarbij het accent ligt op het herkennen van personen die onder invloed zijn en leren hoe ze daar in de praktijk mee om moeten gaan. Door: politie en horeca 6. De politie gaat werken met vaste horecabrigadiers om de professionaliteit en eenduidigheid van het horecatoezicht verder te vergroten. Door: politie 7. Er dienen op vrijdag en zaterdag altijd twee politiekoppels beschikbaar te zijn voor het Oosterhoutse uitgaanscentrum. De gemeente maakt hierover afspraken met de politie. Door: gemeente 8. De politie vervult een adviserende taak richting de burgemeester over de noodzaak tot het opstellen van een veiligheidsplan door een horecaondernemer. Door: politie, desgewenst op verzoek van de gemeente, horeca, eventueel ondersteund door Koninklijke Horeca Nederland. 9. De in het horecaconvenant gemaakte afspraak dat de politie minimaal twee keer per jaar een portiersoverleg houdt, wordt gehandhaafd. Door: politie en horeca 10. De gemeente zal in het nieuwe horecaconvenant afspraken maken met de horeca dat horecaondernemers zorgen voor het onder toezicht vertrekken van hun bezoekers uit het pand en de directe omgeving daarvan zodat de politie zich kan concentreren op het gebied rond het uitgaanscentrum. Door: horeca en gemeente 11. De politie geeft rond sluitingstijd extra aandacht aan het gebied rond het uitgaanscentrum als de horecaondernemers toezien op een ordentelijk vertrek van hun gasten uit de horeca-inrichting en de onmiddellijke omgeving daarvan. Door: horeca en politie 12. De politie onderzoekt de mogelijkheid van het inzetten van bikers bij het houden van toezicht in het gebied rond het uitgaanscentrum. Door: politie 13. De gemeente onderzoekt de mogelijkheden om susteams een bijdrage te laten vervullen bij het handhaven van de openbare orde en veiligheid in het uitgaanscentrum. Door: gemeente 14. Alle klachten met betrekking tot overlast worden door alle partijen met elkaar gedeeld. Onderzocht wordt of één centraal meldpunt voor alle horecagerelateerde zaken mogelijk is. Door: politie, gemeente en horeca
42
15. De evaluatie van het cameratoezicht is in het eerste kwartaal van 2010 beschikbaar. Door: gemeente 16. De doelmatigheid van het paneldeurbeleid wordt in de eerste helft van 2010 onderzocht. Door: gemeente 17. De politie intervenieert ter plekke als door hen meldingen van discriminatie ontvangen worden. Door: politie 18. Elke horecaondernemer hangt de geldende huisregels goed zichtbaar op en spreekt bezoekers erop aan als zij zich hier niet aan conformeren. Door: horecaondernemers 19. Alle horecaondernemers in het KLM gebied registreren opgelegde lokaalverboden en indien noodzakelijk, zal de burgemeester aan de desbetreffende persoon een verblijfsontzegging opleggen, daarbij geadviseerd door het operationeel horecaoverleg. Door: horeca, gemeente en politie 20. Er zal een voor iedereen toegankelijk protocol ‘opleggen verblijfsontzegging’ opgesteld worden. Door: politie en gemeente 21. De gemeente onderzoekt samen met de politie, het programma ‘Jong’ en Project Jeugdveiligheid welke rol jongeren zelf kunnen vervullen als het gaat om het handhaven van de openbare orde in het uitgaanscentrum. Door: gemeente en politie
Opening- en sluitingstijden 1. De sluitingstijden van de horeca op vrijdag en zaterdag blijven ongewijzigd gehandhaafd op 3.00 uur. Door: horeca, politie en gemeente 2. De politie zal consequent toezien op naleving van het tijdig sluiten van alle horeca-inrichtingen. Overtredingen worden geregistreerd en bij herhaalde overtreding zal de gemeente de ondernemer een sanctie opleggen. Door: politie en gemeente
Vergunningverlening, toezicht en handhaving 1. De gemeente heeft een voorkeur voor één horecaloket en zal verder: • één aanvraagformulier invoeren voor alle vergunningen voor het exploiteren van een horecabedrijf; • één accountmanager aanwijzen voor alle vergunningen (in navolging invoering WABO); • waar kan de regelgeving vereenvoudigen; • directe en professionele aanpak plegen ingeval van constateringen; • onderzoek doen naar de mogelijkheid de exploitatievergunning als standaard vergunning af te schaffen voor de natte horeca na invoering van de nieuwe drank en horecawet. Door: gemeente 2. De gemeente ontwikkelt met politie en OM een horecasanctiebeleid. Door: gemeente, politie en OM
Gezondheid 1. De gemeente gaat, indien daartoe subsidie verstrekt wordt, met een proef starten waarbij sprake is van een ketenaanpak van alcohol- en drugsgebruik.
43
Door: gemeente, Halt, horeca, verslavingszorg, GGD 2. Elke horecagelegenheid zou moeten beschikken over een EHBO-voorziening en (i.s.m. andere gelegenheden) een AED-apparaat dat ook goed zichtbaar is voor de bezoekers. Door: horeca Het is niet toegestaan kortingsacties te houden, waarbij alcohol goedkoper dan gebruikelijk wordt aangeboden voor 23.00 uur of na een uur voor sluitingstijd. Gedurende de tussenliggende tijd mag alcohol niet aangeboden worden tegen een prijs die lager ligt dan op 75% van de gebruikelijke prijs (in de branche) en deze acties mogen geen structureel karakter hebben. Door: horeca en politie (toezicht) Koninklijke Horeca spreekt ondernemers aan als zij excessieve acties houden die leiden tot een overmatig alcoholgebruik. Door: Koninklijke Horeca Nederland Samenwerking en communicatie 1. De horecaondernemers investeren in het Horeca Overleg Binnenstad om de uitvoering van dit horeca-actieplan tot een succes te maken. Door: horeca 2. Afspraken maken over terugkoppeling naar achterban (m.n. horeca) van afspraken in operationeel horecaoverleg. Door: gemeente en horeca 3. Evenementen in het uitgaanscentrum worden een vast agendapunt in het operationeel horecaoverleg op basis van de notulen van het evenementenoverleg. Door: gemeente, politie en horeca 4. Na opheffing van de stuurgroep Centrum+ blijft er een overleg om op strategisch niveau over horeca te overleggen met alle relevante partijen in het stadshart onder voorzitterschap van de burgemeester. Door: gemeente, politie, bewoners, horeca, VVV, detailhandel 5. Twee keer per jaar vindt er overleg plaats tussen een brede delegatie van horecaondernemers en de gemeente rond een thema met als doel te anticiperen op (nieuwe) ontwikkelingen en te netwerken. Door: horeca en gemeente 6. Alle partijen voeren daar waar het kan een gezamenlijk extern communicatiebeleid dat zich richt op het zichtbaar maken van resultaten en inspanningen, het inzetten van ambassadeurs (bijvoorbeeld het eigen horecapersoneel), een proactief persbeleid en kansen grijpen die zich voordoen in welke media dan ook. De regie hiervan ligt bij het operationeel horecaoverleg. Door: gemeente, politie, horeca, OM en andere relevante (incidentele) partners 7. Onderzocht wordt op welke wijze horecabezoekers campagnematig bereikt kunnen worden om hen aan te spreken op hun eigen verantwoordelijkheid als het gaat om veilig uitgaan. Door: gemeente, politie,horeca, OM 8. De gemeente zal samen met de horecaondernemers onderzoeken op welke wijze meer promotie van Oosterhout als vestigingsstad voor horeca, kan bijdragen aan een breder assortiment van restaurants in Oosterhout. Datzelfde geldt voor het opnieuw in de markt zetten van het begrip ‘eerste eten’. Door: gemeente en horeca
44