ó. GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING W a v a
IN.1110010
Gemeente Oosterhout ontvangen Gemeente Oosterhout T.a.v. het college Postbus 10.150 4900 GB OOSTERHOUT
19 MEI 2011 bete fcj//2 . topte:
11
Datum:
16 mei 2011
Ons kenmerk:
AB/ELi/DSi
Onderwerp:
ontwerpbegroting 2012
UIÜIIUMW
Geacht college, Hierbij bieden wij u de ontwerpbegroting voor 2012 aan. Deze documenten zijn inmiddels ook digitaal verzonden aan de bestuursleden van WAVA in uw college. De begroting is zodanig opgesteld dat daarin de gevolgen van het bestuursakkoord en de Wet werken naar vermogen zo realistisch mogelijk zijn verwerkt. Begroting WAVA/!GO 2012 Daar de meeste consequenties van het kabinetsbeleid pas per 2013 zullen worden doorgevoerd, verandert er voor het te verwachten resultaat voor WAVA/IGO in 2012 weinig ten opzichte van 2 0 1 1 .Vanwege een beëindigde huurovereenkomst wordt het resultaat na gemeentelijke bijdrage begroot op een tekort van € 280.000, -. Wet werken naar vermogen (WWNV) Hoewel het nog niet duidelijk is hoe de WWNV er exact komt uit te zien, zijn de contouren al wel zichtbaar en bekend gemaakt. Er staan gemeenten in het algemeen, en SW bedrijven in het bijzonder, vanaf 2013 veel veranderingen te wachten. Gemeenten worden verantwoordelijk voor de zorg voor een grotere groep mensen, maar krijgen daar relatief minder geld voor ter beschikking. Geen financieel meerjarenperspectief maar wel wat samen gaan doen! De invoering van de WWNV brengt voor het bestuur nog dermate veel onduidelijkheden en onzekerheden met zich mee dat het thans niet mogelijk is om een onderbouwd financieel meerjarenperspectief voor WAVA/IGO én de deelnemende gemeenten op te stellen. Behalve de financiële onzekerheden zijn er ook nog tal van vraagstukken over de invoering en werkwijze van de Wet werken naar vermogen en de overige aangrenzende decentralisaties.
Wilhelminakanaal Noord3
Postbus109
Tel. 0162-374000
[email protected]
4902VR Oosterhout
4900AC Oosterhout
Fax 0162-374199
www.wava.nl
Rabobank 13.95.54.335
GEMEENSCHAPPELIJKEREGELING Wava
Op weg naar eenplan voor de toekomst Die onduidelijkheid mag echter geenszins leiden tot een afwachtende houding. Het bestuur voelt juist de urgentie om pro-actief te denken en te handelen naar de toekomst. De voorgestelde opgaven vanuit het bestuursakkoord inspireren immers tot herontwikkeling en herstructurering op het terrein van de sociale zekerheid en de organisatie van publieke taken in de uitvoering. Volgens het bestuur is het daarom nodig dat in 2011 en 2012 samen met de gemeenten gekeken gaat worden hoe de vraagstukken die op ons afkomen integraal kunnen worden aangepakt. In de voorliggende begroting 2012 is een aanzet om te komen tot een plan hiertoe opgenomen. Behandeling in de gemeenteraad/raadcommissie Op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen heeft uw raad bij een ontwerpbegroting het recht om gedurende zes weken zijn zienswijze in te dienen over de ontwerpbegroting. De algemeen directeur is graag bereid toelichting te verschaffen op deze stukken in uw college en/of raad(commissie). Wij zien een uitnodiging daartoe graag tegemoet. Hoogachtend, Het Dagelijks Bestuur van. GemeenschappeljjKeJ<egeljng WAV/^--^ Namen«;Hit-Rpqtiiur. / ) / ^-/ / ^-—^_ >rs.£<ö.A. Lichtenberg MCM Igemeerj^aïfecteur
KLAAR VOOR DE TOEKOMST!?!' ONTWERPBEGROTING 2 0 1 2 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING WAVA Mede inhoudende de begroting van •GO B.V.
!G0voormensenwerk GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING W S V S
Oosterhout, 16 mei 2011
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE
2
1.
INLEIDING
3
2.
WAT WILLEN WE BEREIKEN EN WAT GAAN WE DOEN? 2.1 DE BASIS OP ORDE HOUDEN 2.2 ONZE AFSPRAKEN NAKOMEN 2.3 VOORBEREIDING OP DE WET WERKEN NAAR VERMOGEN
5 5 6 7
3.
WAT MAG HET KOSTEN? 3.1 BEGROTING 2012 3.2 TOELICHTING BEGROTING 2012
11 11 11
4.
OVERIGE PARAGRAFEN 4.1 WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICO'S 4.2 RISICO'S IN MEERJARIG PERSPECTIEF 4.3 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN 4.4 FINANCIERING ENTREASURY 4.5 VERBONDEN PARTIJEN
13 13 14 16 16 17
BIJLAGE 1 : SAMENVATTING HOOFDLIJNENAKKOORD
18
BIJLAGE 2: PLANNING EN CONTROL
23
Ontwerpbegroting 2012
16 mei 2011
2 van 23
1.
INLEIDING
Bij het opstellen van deze ontwerpbegroting was aanvankelijk nog niet bekend hoe de hoofdlijnen van de nieuwe Wet werken naar vermogen eruit zou gaan zien. Bekend was wel wat er in het regeerakkoord staat. Bekend was ook dat het Rijk in stevige onderhandeling was met de VNG over een nieuw bestuursakkoord waarin nadere afspraken over de uitwerking van de kabinetsplannen zouden moeten worden vastgelegd. De verwachting was daarbij ook dat het kabinet in ieder geval onverkort zou vast gaan houden aan de bezuinigingsdoelstelling die men gesteld had. 20 april 2011 is er een onderhandelaarakkoord bereikt tussen het kabinet, de VNG, IPO en Unie van Waterschappen. Cedris (de vereniging van SW-bedrijven) heeft in een eerste reactie laten weten waardering te hebben voor de inspanningen die de VNG verricht heeft op het terrein van de Wsw, maar ziet helaas in het akkoord geen oplossingen voor de grote problemen waar de sector en gemeenten de komende jaren voor staan. Hoofdlijnen bestuursakkoord met betrekking tot Wet werken naar vermogen zijn: 1. De invoering is verschoven naar 2013 (in tegenstelling tot eerdere planning 2012) om gemeenten de tijd te geven om zich goed voor te bereiden op de nieuwe wet. 2. De verdeelsystematiek wordt in overleg met de VNG nader uitgewerkt. Een aandachtspunt is onder andere mogelijke herverdeeleffecten als gevolg van de verdeling van het aantal Wsw-ers over het land. 3. Er komt een herstructureringsfaciliteit voor de SW-bedrijven van in totaal € 400 miljoen over een aantal jaren, bedoeld om de transformatie van de sector te ondersteunen. 4. De doelgroep van het instrument loondispensatie wordt verbreed naar alle personen in de Wet werken naar vermogen die als gevolg van een verstandelijke, lichamelijke en/of psychische beperking, dan wel om andere redenen, niet in staat zijn zelfstandig 100% van het wettelijk minimumloon te verdienen. Ook komen er net als bij de pilots loondispensatie een toegangstoets en een periodieke loonwaardemeting. Inzet van het instrument is in principe tijdelijk. 5. Er blijft een aparte regeling voor beschut werk. Afgesproken is dat de omvang op termijn 30.000 plekken is en dat de instroom per jaar ongeveer overeenkomt met een derde deel van de uitstroom uit de huidige Wsw. 6. De rechten van de huidige doelgroep worden gerespecteerd; dit betreft mensen die een Wsw-indicatie en op dit moment een Wsw-dienstbetrekking hebben (peildatum is 15 mei 2011). (Pagina 25 van het akkoord)
Ontwerpbegroting 2012
16 mei 2011
3 van 23
Toelichting punt 3 Eén van de afspraken die een nadere toelichting behoeft, is een herstructureringsfaciliteit. In ambtelijke en bestuurlijke overleggen is uitvoerig met het ministerie van SZW besproken dat er als gevolg van het behoud van de rechten voor de zittende doelgroep in de komende jaren een groot verschil is tussen de daadwerkelijke (loon)kosten en de middelen die gemeenten daarvoor beschikbaar krijgen. Dit heeft als gevolg dat gemeenten al zo'n groot deel van hun ontschotte budget moeten benutten voor de lopende verplichtingen, dat er in de eerste jaren nauwelijks budget overblijft voor re-integratie van andere groepen en nieuwe instroom in beschut werk. De VNG heeft daarom gevraagd om extra budget om dit tekort te dichten. Het kabinet is wel bereid gevonden om extra budget beschikbaar te stellen, maar alleen om 'de transformatie te ondersteunen richting een efficiëntere bedrijfsvoering van de sector'. De herstructureringsfaciliteit is nadrukkelijk niet bedoeld om exploitatietekorten aan te vullen. Na 2jaar zal een onafhankelijke commissie bezien hoe de herstructurering verloopt. Bovendien financiert het kabinet dit door al vanaf 2013 het aantal SW-plekken te beperken en door het budget voor de bonus begeleid werken hiervoor in te zetten. Dit is wat men noemt een sigaar uit eigen doos. Bij het opstellen van deze ontwerpbegroting heeft het bestuur gerekend met de cijfers die door het Rijk en door de VNG al eerder zijn afgegeven. De uitkomsten stemmen tot nadenken en herbezinning. Immers, waar het resultaat voor 2012 een tekort zal laten zien, moet verwacht worden dat voor de verdere jaren er een grote financiële last op de gemeenten zal drukken. Dat betekent dat er nagedacht moet worden om structureel tot een andere opzet en inrichting te komen. Daarbij ontkomen de gemeenten en WAVA er niet aan om nadrukkelijk te kijken naar het brede terrein van de uitvoering van de sociale zekerheid. WAVA/IGO heeft samen met haar zes deelnemende gemeenten de afgelopen vier jaren een ware transformatie doorgemaakt. Van een commercieel en zwaar verlieslijdend bedrijf dat op afstand stond van de gemeenten, is een echt uitvoeringsbedrijf van de gemeenten gemaakt. Een bedrijf waarin zeer gedreven en deskundige mensen worden ontwikkeld om naar vermogen te werken. Dat werken doen ze zo veel mogelijk buiten de beschutte werkomgeving. WAVA/IGO heeft haar hele werkproces daartoe ingericht en dat betekent dat zij al op een belangrijke manier heeft voorgesorteerd op de invoering van de Wet werken naar vermogen. In die zin zijn we 'klaar voor de toekomst!?!'
Jan Peters Voorzitter
Ontwerpbegroting 2012
Egbert Lichtenberg Algemeen directeur/secretaris
16 mei 2011
4 van 23
2.
WAT WILLEN WE BEREIKEN EN WAT GAAN WE DOEN?
2.1
DE BASIS OP ORDE HOUDEN
De jaarrekening 2 0 1 0 vaststellen De jaarrekening over 2010 laat zien dat een financieel resultaat is gehaald zoals was afgesproken begin 2007 en dat ondanks de crisis. Resultaat 0c a>
o
'Ë «
^V]^^H
-5 -
-10 Resultaat
Resultaat
2006
2007
2008
2009
2010
-10,2
-3,8
-1,7
-1,7
-1,3
Jaar
Zware bezuinigingstaakstelling voor begroting 2 0 1 1 doorvoeren In november 2010 heeft het bestuur het bedrijfsplan 2011 en de gewijzigde begroting 2011 vastgesteld. Ten opzichte van het resultaat van 2010 moet € 1,2 miljoen worden omgebogen als gevolg van de bezuiniging die door het Rijk is opgelegd in de bijdrage die de gemeenten per arbeidsjaar ontvangen. Enerzijds wordt die ombuiging voor een deel gevonden binnen de bedrijfsvoering van WAVA/IGO door een aantal zeer scherpe maatregelen. Anderzijds wordt rekening gehouden met € 500.000,- extra omzet van de deelnemende gemeenten. Ten aanzien van die € 500.000 extra omzet dient wel te worden bedacht dat het hier gaat om zogeheten netto-omzet. Op de omzet die gemeenten extra binnenbrengen zullen directe kosten in mindering worden gebracht. Hoeveel dat in de praktijk is hangt vooral af van de productsoort waar de omzet betrekking op heeft. Die kosten zijn bij re-integratie hoger dan bij dienstverlening in de groenvoorziening. Gemiddeld kan worden geschat dat ongeveer € 1 min bruto omzet nodig zal zijn om aan het netto bedrag te komen. l e kwartaalrapportage 2 0 1 1 opmaken De l e kwartaalrapportage is bij opstellen van deze ontwerpbegroting nog niet bekend. In die rapportage zal onder meer verslag worden gedaan van de extra omzet van de deelnemende gemeenten en het verloop van de ombuigingen.
Ontwerpbegroting 2012
16 mei 2011
5 van 23
2.2
ONZE AFSPRAKEN NAKOMEN
'Een gemeenschappelijke toekomst voor mensenwerk' actualiseren In 2009 heeft het algemeen bestuur van WAVA/IGO de strategische nota 'Een gemeenschappelijke toekomst voor mensenwerk' vastgesteld. Deze nota is ook door de deelnemende gemeenten vrijwel ongewijzigd vastgesteld. Kern van de nota is dat de koers van WAVA/IGO gericht moet blijven op het zijn van een uitvoeringsbedrijf voor de gemeenten om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te ontwikkelen en te begeleiden naar regulier werk. Mensontwikkeling staat voorop in een setting waarbij een scala aan diensten wordt aangeboden aan gemeenten, not-for-profit instellingen en bedrijven. Gemeenten houden de teugels vast als eigenaar, opdrachtgever en klant. In de nota is tevens een beeld geschetst van een ontwikkeling waarin door de jaren heen voor de gemeenten en WAVA de mogelijkheid bestaat om gefaseerd steeds meer uitvoerende diensten door !GO te laten uitvoeren. Deze ontwikkeling is beschreven in een zogeheten tweede fase. Met de ontwikkelingen van de Wet werken naar vermogen in het verschiet is het gewenst deze nota te actualiseren op realiteitswaarde en tempo. Gemeenten kunnen kiezen voor inbesteding bij hun uitvoeringsbedrijf Omdat WAVA/IGO nadrukkelijk als uitvoeringsbedrijf van de gemeenten is ingericht en de statuten daartoe ook juridisch zijn aangepast, is het voor gemeenten mogelijk om WAVA/IGO ook daadwerkelijk te benutten als het 'eigen bedrijf'. Er is immers sprake van 'verlengd lokaal bestuur', zoals het oorspronkelijk volgens de Wet gemeenschappelijke regelingen bedoeld was. Vanuit verschillende landelijke juridische rapporten en jurisprudentie is ook de afgelopen jaren alleen maar meer aangetoond dat bij een dergelijke vormgeving gemeenten niet hoeven aan te besteden, maar de diensten ook 'zelf' kunnen laten uitvoeren door hun eigen bedrijf. Bij WAVA/IGO is daar de afgelopen jaren uitputtende kennis in verzameld en opgedaan. Deze is neergelegd in de nota 'Waar een wil is, is een weg'. Het bestuur zal deze nota nadrukkelijk bij de eigen gemeenten onder de aandacht gaan brengen. WAVA/IGO zal niet meedoen aan aanbestedingen Het voorgaande betekent niet dat gemeenten niet zouden mogen kiezen voor het doen uitschrijven van een aanbesteding, echter moet dit dan wel als een duidelijke politiek-bestuurlijke keuze worden beschouwd. Het bestuur van WAVA heeft al eerder vastgesteld dat in zo een situatie van IGO moeilijk kan worden verwacht om op een eventuele aanbesteding in te schrijven. Immers, enerzijds mag WAVA/IGO wettelijk niet concurreren met de markt door gesubsidieerde arbeid aan te bieden, anderzijds kan zo niet gegarandeerd worden dat deelnemende gemeenten een gelijke prijs voor dezelfde dienstverlening betalen. Uit het verleden is overigens ook gebleken dat het meedoen aan aanbestedingen voor WAVA/IGO veel kosten met zich meebrengt, die vervolgens door de opbrengsten achteraf niet te rechtvaardigen zijn. Een dergelijke commerciële handelwijze is in het verleden ook niet succesvol gebleken.
Ontwerpbegroting 2012
16 mei 2011
6 van 23
Meedenken met ombuigingstaakstellingen van de gemeenten zelf De financiële en economische crisis is door de overheid in eerste instantie opgevangen. WAVA/IGO is de afgelopen jaren wel direct geraakt door de crisis in de private markt. Door de samenwerking met de gemeenten is die wel effectief bestreden. Vanaf 2012 is te verwachten dat de gemeenten ook hun ombuigingsoperaties zullen gaan doorvoeren. Bij vele taken van de gemeenten is WAVA/IGO direct of indirect betrokken. Eventuele bezuinigingen in het kwaliteitsniveau van het openbaar groen zal bijvoorbeeld rechtstreeks invloed hebben op de omzet bij WAVA. Een eventuele bezuiniging op de subsidie van een not-for-profit organisatie kan leiden tot het verlies van een werkplek voor een van onze medewerkers en dus ook van omzet. Juist om dit soort risico's voor de bedrijfsvoering en daarmee ook die van de gemeenten te beheersen, is al eerder gesteld dat het met deze vraagstukken van de gemeenten wil meedenken en meedoen. Op bestuurlijk en ambtelijk niveau zullen hiertoe voortdurend de verschillende mogelijkheden worden verkend.
2.3
VOORBEREIDING OP DE WET WERKEN NAAR VERMOGEN
Samenwerken met de gemeentelijke afdelingen sociale zaken Niet alleen WAVA wordt geconfronteerd met de nieuwe wetgeving. Ook gemeenten worden geraakt, doordat er forse kortingen worden doorgevoerd in het participatiebudget dat gemeenten kunnen besteden. Op aangrenzende beleidsterreinen, zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), is de verwachting dat de gemeenten eveneens met decentralisatie te maken krijgen. Zo zal de verantwoordelijkheid voor de toegang en de financiering van dagbestedingactiviteiten voor mensen met een verstandelijke beperking - zoals nu uitgevoerd door Prisma - worden overgeheveld naar de gemeenten. Om een nieuwe weg voor de toekomst in te slaan, zal het nodig zijn om te denken en te handelen in één financieel kader waarbinnen de gemeenten en WAVA de sociale taakstelling dienen uit te voeren. Te weten: Inkomensdeel Participatiedeel Uitvoeringskosten gemeente Budget Wmo (inclusief uitvoeringskosten) Wsw-budget (inclusief uitvoeringskosten) Als de gemeenten en WAVA voor de taak zullen staan om meer mensen te laten participeren met minder financiële middelen, dan zullen we moeten gaan kijken naar onze uitvoeringskosten en naar de regels waarbinnen we de uitvoering vorm kunnen en moeten geven.
Ontwerpbegroting 2012
16 mei 2011
7 van 23
Plan al in 2 0 1 1 ontwikkelen Het bestuur van WAVA is al in 2011 begonnen om zich via een aantal themabijeenkomsten voor te bereiden op de toekomst. Ook op ambtelijk niveau wordt aan de overlegtafel sociale zaken door de hoofden van de zes gemeentelijke afdelingen en WAVA over de toekomst gesproken. Voor de tweede helft van 2011 zullen het bestuur van WAVA, de colleges van de deelnemende gemeenten en de ambtelijke organisaties al verdere stappen moeten gaan zetten om een proces van verdergaande samenwerking vorm en inhoud te geven. Vanuit de eigen kracht en kunde van de 7 organisaties kan en moet een toekomstbeeld ontstaan voor de dienstverlening van de gemeenten en WAVA. Op voorhand lijken enkele randvoorwaarden en uitgangspunten daarvoor meegegeven te kunnen worden: • De zes gemeenten willen grip en invloed houden op beleid en uitvoering. • Dienstverlening aan inwoners en bedrijven moet dichtbij huis worden georganiseerd. • Beleid en regie moeten gescheiden worden van de uitvoering. • Voor beleidsvoorbereiding, administratie en uitvoering kunnen zaken in een backoffice worden gebundeld. • Participatie kan dichtbij via projecten in gemeenten worden georganiseerd. Voor een uitvoeringsplan kunnen en zullen verschillende varianten in uitvoering en tijd naast elkaar kunnen worden gelegd. Doordat de zes gemeenten al samenwerken in de Gemeenschappelijke Regeling WAVA, die bovendien 100% aandeelhouder is van het uitvoeringsbedrijf !GO en er bovendien kantoorruimte vrijkomt in het gebouw van !GO, is er een aantal basisvoorwaarden aanwezig om snelle stappen te zetten. Dienstverlening aan gemeenten projectmatig blijven vormgeven Omdat participatie dichtbij gemeenten en gemeenschappen kan worden georganiseerd, is het zaak dat steeds transparanter vorm te geven. Dat betekent dat volgens de inbestedingsrelatie gemeenten met verschillende snelheden en mogelijkheden gebruik kunnen maken van de dienstverlening die WAVA/IGO kan bieden. Vooral op de gebieden catering, schoonmaak, postbezorging, klussendienst, en overige facilitaire zaken zoals bodedienst, receptie en inkoop liggen er mogelijkheden om win-win situaties te creëren. Op het gebied van groenvoorziening willen en kunnen we ook verder inhoud geven aan de samenwerking. !GO heeft hiertoe een basisdocument opgesteld dat binnenkort ter vaststelling aan het bestuur van WAVA wordt aangeboden. Op ambtelijk niveau is het document voorbereid met de hoofden van de afdelingen openbare ruimten van de deelnemende gemeenten.
Ontwerpbegroting 2012
16 mei 2011
8 van 23
Onderzoek doen naar de relatie met de Wmo en dagbesteding Zoals eerder aangegeven is het de verwachting dat de gemeenten ook meer verantwoordelijkheden krijgen toebedeeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning. De toegang tot en de financiering van dagbesteding voor mensen met een verstandelijke beperking zal via de Wmo gaan verlopen. In de geestelijke gezondheidszorg is momenteel een ontwikkeling gaande om vergelijkbare activiteiten voor hen die een geestelijke beperking hebben niet meer via de GGZ-instelling te organiseren, maar ook samen te werken met maatschappelijke partners. Omdat de invoering van de Wet werken naar vermogen ook uitgaat van een blijvende doelgroep voor de SW-sector met een indicatie 'beschut binnen' is het de vraag in hoeverre er mogelijk raakvlakken en overlap tussen deze regelingen gaan ontstaan. Met GGZ Breda en Stichting Prisma worden in 2011 al inhoudelijke gesprekken opgestart om te kijken wat de toekomst voor de wijze van organiseren en uitvoering met zich mee kan brengen. Daarnaast zijn er meerdere raakvlakken met de Wmo te leggen. Immers veel van de doelgroepmedewerkers die in het kader van hun werk en inkomen een beroep doen op de gemeente, doen dat ook in het kader van Wmo-voorzieningen. Nader onderzoek samen met de gemeenten naar synergievoordelen is dan ook gewenst. Gedacht zou bijvoorbeeld kunnen worden aan de verdere uitwerking bij het beheer van buurthuizen of de mogelijke invoering van een zogeheten Alpha-cheque. De dienstverlening aan en de relatie met werkgevers optimaliseren Samen met de gemeenten Oosterhout, Drimmelen, Geertruidenberg en UWV heeft !GO met het vorm en inhoud geven aan WerkLink een werkwijze ingericht waarbij de werkgevers in ons gebied nadrukkelijk met één aanspreekpunt te maken krijgen als het gaat om het bieden van een werkplek en het in dienst nemen van mensen die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. De wens is deze werkwijze verder te behouden voor ons werkgebied en onze werkgevers en deze verder te optimaliseren. Bij de verdere uitwerking daarbij zal gekeken kunnen worden hoe de samenwerking met de overige accountmanagers van !GO verder kan worden geïntegreerd. Bovendien zal in het kader van de ontwikkelingen bij UWV, waarin op basis van een redesign gekomen gaat worden tot 30 werkpleinen, ook bezien moeten worden hoe die samenwerking verder gestalte zal kunnen krijgen. Belangrijk voor het welslagen van de werkgeversbenadering is dat enerzijds de dienstverlening dichtbij wordt georganiseerd, waarin men elkaar kent en vanuit WerkLink actief met werkgevers kan worden meegedacht. Anderzijds is de relatie met de consulenten en casemanagers van doorslaggevend belang om in een zorgvuldig matchingsproces zo goed mogelijk vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Juist omdat het hier mensen betreft die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben, kan hier niet volstaan worden met het plakken van een profiel op een vacature.
Ontwerpbegroting 2012
16 mei 2011
9 van 23
Bovendien willen we in onze dienstverlening naar bedrijven blijvend inzetten op de instrumenten die ons ten dienste staan of die wij in samenspraak met onze gemeenten ontwikkelen. Te denken valt dan aan de loonkostensubsidies, werken met loonwaarde, de inzet van jobcoaching en de no-riskpolis. Bovendien willen we ook in het licht van de toekomst - kijken of het zinvol is re-integratieactiviteiten aan bedrijven aan te bieden, bijvoorbeeld in het kader van de Wet poortwachter. Sporadisch voldoen wij ter zake soms aan een vraag van een partner. Doorontwikkelen van de organisatie en bedrijfsvoering van WAVA/IGO De invoering van de nieuwe wet zal het nodige betekenen voor de organisatie van WAVA/IGO. Om samen met de gemeenten te kunnen voldoen aan de verwachtingen zal de organisatie verder moeten doorontwikkelen. Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat: Verscherpt een scheiding in de uitvoering wordt aangebracht tussen 'beschut binnen' en de overige activiteiten. De planning van de inzet van personeel voor allerlei dienstverlenende activiteiten verder wordt geoptimaliseerd. De administratie het mogelijk maakt dat op product- en projectniveau kosten en opbrengsten, inclusief de uitvoering, transparant in beeld worden gebracht. Een onderzoek wordt opgestart om te bezien welke ICT-bedrijfsapplicatie voor de toekomst het beste is. De huisvesting samen met onze gemeenten beter zal worden benut. De juridische basis van de GR WAVA en de statuten van !GO B.V. zo nodig worden geactualiseerd. Belangrijkste invloed op de ontwikkeling van WAVA/IGO zal echter gelegen zijn in het samenwerkingstraject, dat we samen met de gemeenten in willen en moeten gaan.
Ontwerpbegroting 2012
16 mei 2011
10 van 23
3.
WAT MAG HET KOSTEN?
3.1
BEGROTING 2 0 1 2
WAVA / !G0 B.V.
Werkelijk 2010
Begroting2011 (1e wijziging)
BEGROTING 2012
Geconsolideerd
Geconsolideerd
Geconsolideerd
Netto subsidies Netto omzet
16.293.897 11.324.178
14.651.000 10.594.000
14.833.426 9.800.000
Totaal netto Omzet
27.618.076
25245.000
24.633.426
Arbeidskosten WSW Additionele arbeidskosten Arbeidskosten Overig
15.091.052-
14.658.000-
14.812.181-
9.705.422-
7.724.000-
7.250.000-
Totaal Arbeidskosten
24.796.474-
22.382.000-
22.062.181-
4.144.382
4.204.000
4.168.283
-1.322.780
-1.341.000
-1.597.038
1.351.140
1.341.000
1.316.250
Bedrijfskosten Incidentelebaten enlasten Terugbetaling BNG lening Bedrijfsresultaat exgem. Bijdrage Totaalgemeentelijke bijdrage
Totaal bedrijfsresultaat
3.2
28.360
-280.788
TOELICHTING BEGROTING 2 0 1 2
Algemeen Bij het opstellen van de begroting 2012 zijn wij uitgegaan van de op het moment van opstellen meest recent bekende plannen van de regering. Ten opzichte van de begroting 2011 zien wij op dit moment feitelijk maar twee bewegingen die het resultaat voor 2012 verder (negatief) zullen beïnvloeden: • Een voorzichtige stijging van de salariskosten Wsw met 1 % . • Een mogelijk vertrek van Prisma waardoor in de huisvestingslasten een dekkingsprobleem zal ontstaan van ongeveer € 250.000,-. Stijging loonkosten SW Met betrekking tot de ontwikkeling van de loonkosten Wsw is rekening gehouden met een stijging van de gemiddelde loonkosten van 1 % per jaar. In dit percentage is het totaal van inflatiecorrectie, stijging in de loonschalen en lagere kosten voor nieuw intredende medewerkers ondervangen. Het betreft een aanname van de te maken afspraken tussen sociale partners.
Ontwerpbegroting 2012
16 mei 2011
11 van 23
Beëindiging huurcontract door Prisma In de begroting is tevens rekening gehouden met de aangekondigde beëindiging van het huurcontract door Prisma. De netto-omzet overig daalt hierdoor met € 250.000 per jaar. Gelet op het aanbod van kantoorruimte in de regio is vooralsnog geen rekening gehouden met de tussentijdse verhuur van de beschikbare ruimte. Kosten voor rente en aflossing De rente en bankkosten blijven gelijk. Echter vanaf 2014 dient WAVA aflossing te gaan betalen voor de lening van ruim € 6 min van de BNG die meegenomen is vanuit het verleden en is opgebouwd ter financiering van tekorten uit dat verleden. Al eerder is aangegeven dat tegenover deze lening feitelijk geen activa staan binnen WAVA en dat daarmee de kosten voor deze lening een onzuiver beeld opleveren over de huidige bedrijfsvoering van de WAVA en de hoogte van de gemeentelijke bijdrage. Het bestuur heeft al eerder aangegeven het gewenst te vinden om in 2011 te onderzoeken of de lening kan worden overgenomen door de gemeenten. Per saldo zou dit budgettair neutraal kunnen verlopen. Immers door overname zou niet allen de rentekosten, maar ook de gemeentelijke bijdrage verlaagd kunnen worden. Hiermee is echter in de begroting nog geen rekening gehouden. Gemeentelijke bijdrage De gemeentelijke bijdrage is gelijk gehouden met het in 2007 vastgestelde bedrag. Overige omstandigheden gelijk Uitgangspunt bij alle overige berekeningen zijn gelijkblijvende omstandigheden. Hierbij willen wij ook nogmaals verwijzen naar de brief aan de colleges van het bestuur waarin gereageerd is op de zogeheten algemene taakstelling van 3 x 3 % die voor verbonden partijen was aangekondigd. Het is niet realistisch om in het begrotingsperspectief hier ook rekening mee te houden.
Ontwerpbegroting 2012
16 mei 2011
12 van 23
4.
OVERIGE PARAGRAFEN
4.1
WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICO'S
Algemeen De Gemeenschappelijke Regeling WAVA beschikt over een algemene reserve. Deze reserve dient om onvoorziene risico's die samenhangen met de uitvoering van de Wsw af te dekken. Eind 2010 bedragen de reserves € 645.000,-. De directie heeft op verzoek van het bestuur begin 2010 een nota 'Weerstandsvermogen en Reservebeleid' voorgelegd, waarin zij gefundeerd en door een externe rapportage van Deloitte ondersteund aangaf wat naar haar mening de omvang van het weerstandsvermogen zou moeten zijn. Besluitvorming over dit onderwerp is door het bestuur tot op heden uitgesteld tot een moment nadat in het kader van de Nota Verbonden Partijen hierover tussen de West-Brabantse gemeenten nadere afspraken gemaakt zijn, dan wel de toekomstige ontwikkelingen helderder worden. Wat de omvang van de algemene reserve / egalisatie reserve moet zijn, is daarom nog onderwerp van verdere bespreking. Algemene risico's als aansprakelijkheid, brand en bedrijfsschade zijn afgedekt middels verzekeringen. Risico's voor het jaar 2 0 1 2 • De invoering van de nieuwe Wet werken naar vermogen zal veel extra inspanningen met zich meebrengen voor een organisatie die op zichzelf inmiddels als mager georganiseerd mag worden beschouwd. Daarnaast zal de invoering inhoudelijk nog heel veel vragen met zich mee gaan brengen. • Het niet realiseren van de netto-opbrengst. Onzekerheden in de economische ontwikkeling maken dat er nog steeds sprake is van prijsdruk. Hierbij wordt tevens begrepen de benutting van de beschikbare activa en de indirecte personele bezetting bij het wegvallen van de omzet. Voor 2011 en doorlopend in 2012 staat bovendien € 500.000 extra omzet van de deelnemende gemeenten geprognosticeerd, die bij niet realisering rechtstreeks zal doorwerken in het bedrijfsresultaat. • Een eventuele stijging van de loonkosten SW, die niet of niet volledig gecompenseerd wordt door een stijging van de rijkssubsidie. • Door de eisen die gesteld worden aan de indicatiestelling is sprake van een kwalitatief steeds zwakker wordende doelgroep. Dit vergt meer begeleidingskosten en de inverdiencapaciteit neemt af. Dit hangt ook samen met het genoemde risico in de realisatie van de netto-opbrengst. • Door de beweging 'van binnen - naar buiten' is er minder behoefte aan huisvesting. WAVA onderzoekt, naast de verhuur van de vrijgekomen ruimte aan derden, of er een structurele oplossing te vinden is voor de verminderde behoefte aan bedrijfsruimte. Het begrote bedrijfsresultaat 2012, na gemeentelijke bijdrage en na verwerking van de resultaten van de deelnemingen van de Gemeenschappelijke Regeling WAVA, bedraagt € 280.788 negatief.
Ontwerpbegroting 2012
16 mei 2011
13 van 23
4.2
RISICO'S I N MEERJARIG PERSPECTIEF
Invoering van Wet werken naar vermogen voor gemeenten onduidelijk In het regeerakkoord heeft het kabinet aangekondigd dat er één regeling komt voor de basis van de arbeidsmarkt die erop gericht is mensen zoveel mogelijk te laten werken naar vermogen. Bestaande wetten worden gebundeld en gedecentraliseerd naar de gemeenten. De budgetten worden ontschot, maar in zijn totaliteit worden er forse bezuinigingen doorgevoerd. Ook zullen er nieuwe instrumenten zoals loonwaarde-meting en loondispensatie worden ingezet. De voorlopige uitwerking van de kabinetsplannen komt terug in het conceptbestuursakkoord dat onlangs is opgesteld. Bovendien is er een zogeheten Hoofdlijnennotitie opgesteld voor de invoering van de Wet werken naar vermogen. Het bestuursakkoord geeft richting aan een forse decentralisatie op tal van terreinen. Op het terrein van de sociale zekerheid worden forse kortingen aangekondigd. Voorlopig is het volgende bekend over de mogelijke financiële aspecten en daarmee samenhangende risico's voor gemeenten: 1. Tot en met 2015 bezuinigt het kabinet ongeveer € 690 miljoen op het reintegratiebudget. Hierdoor resteert slechts € 400 miljoen. Welke reintegratiebudgetten meekomen vanuit de Wajong en Wsw is nog onduidelijk. 2. De rijksbijdrage per Wsw-medewerker en de totale taakstelling zullen als gevolg van de plannen van de regering naar beneden bijgesteld gaan worden. Per SW medewerker zal de subsidie de komende jaren dalen naar ongeveer € 22.050. Daarnaast zal de taakstelling met gemiddeld 3-5% per jaar teruglopen. De verwachting is dat er landelijk uiteindelijk nog maar 30.000 beschutte werkplekken over zullen blijven. Deze operatie zal zeker meer dan 15 jaar tijd gaan kosten. 3. Het kabinet boekt echter al zeer snel een structurele bezuiniging van € 650 miljoen op de Wsw. Deze maatregel heeft grote gevolgen voor gemeenten omdat voor de bestaande groep de huidige rechten ongemoeid blijven, waarmee een groot gat gaat ontstaan tussen de ontvangen vergoeding en de verplichte salarislasten van de bestaande groep. 4. Om de gemeenten hierin enigszins tegemoet te komen heeft het kabinet in het bestuursakkoord een herstructureringsfaciliteit opgenomen met een totale omvang van € 400 miljoen voor de jaren 2012 tot en met 2018. De financiering van dit fonds geschiedt echter voor een belangrijk deel uit de eigen middelen van de Wsw en mag alleen besteed gaan worden aan herstructurering van de sector. 5. Versobering van de uitkering voor de groep die overkomt vanuit de Wajong en Wsw naar de nieuwe Wet leidt bij gemeenten mogelijk tot extra beroep op armoederegelingen, bijzondere bijstand en schuldhulpverlening. 6. Er is nog geen duidelijkheid over de toevoeging van uitvoeringskosten aan het gemeentefonds. Hetzelfde geldt voor transitie- en desintegratiekosten rond de decentralisaties. 7. Gemeenten komen in 2010 al € 133 miljoen tekort op de bijstandsuitkeringen. Ook voor 2011 dreigt een tekort van tientallen miljoenen. Na 2012 moet een nieuwe rekenformule voor het I-deel van de WWB dergelijke tekorten voorkomen.
Ontwerpbegroting 2012
16 mei 2011
14 van 23
Geen financieel meerjarenperspectief maar wel w a t samen gaan doen! Bovengenoemde opsomming brengt voor het bestuur nog dermate veel onduidelijkheden en onzekerheden met zich mee dat het thans niet mogelijk is om een onderbouwd financieel meerjarenperspectief voor WAVA/IGO én de deelnemende gemeenten op te stellen. Behalve de financiële onzekerheden zijn er ook nog tal van vraagstukken over de invoering en werkwijze van de Wet werken naar vermogen en de overige aangrenzende decentralisaties. Die onduidelijkheid mag echter geenszins leiden tot een afwachtende houding. Het bestuur voelt juist de urgentie om pro-actief te denken en te handelen naar de toekomst. De voorgestelde opgaven vanuit het bestuursakkoord inspireren immers tot herontwikkeling en herstructurering op het terrein van de sociale zekerheid en de organisatie van publieke taken in de uitvoering. Volgens het bestuur is het daarom nodig dat in 2011 en 2012 samen met de gemeenten gekeken gaat worden hoe de vraagstukken die op ons afkomen integraal kunnen worden aangepakt. In de voorliggende begroting 2012 is een aanzet om te komen tot een plan hiertoe opgenomen. Het bestuur zal nog voor het eind van dit jaar een integrale stuurgroep/ werkgroep samenstellen om te komen tot een herstructureringsplan om de mogelijke gevolgen van het bestuursakkoord te kunnen verwerken.
Ontwerpbegroting 2012
16 mei 2011
15 van 23
4.3
ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN
Algemeen WAVA is sinds 2010 wederom eigenaar van het onroerend goed aan de Esdoomlaan/ het Wilhelminakanaal Noord te Oosterhout. Overige panden voor de groenvoorziening worden door !GO tegen marktconforme tarieven gehuurd. Onze gemeenten wordt voorgehouden ter zake samen te werken om tot wederzijdse (financiële) voordelen te komen. Financiële consequenties De begroting 2012 voorziet in de kosten van doorlopend onderhoud en inspectie, en waar nodig reparatie, van installaties en andere voorzieningen. Voor een onderbouwing van de kosten en de planning in de tijd wordt gebruik gemaakt van een door Planon opgesteld rapport.
4.4
FINANCIERING EN TREASURY
Algemeen In de Wet FIDO (Financiering Decentrale Overheden) is bepaald dat de begroting een treasuryparagraaf dient te bevatten. WAVA is in de afgelopen jaren sterk afhankelijk gebleken van externe financiering. Dit wordt veroorzaakt door het ontbreken van voldoende eigen vermogen. De financieringsbehoefte is in het verleden ingevuld door een eenmalige kapitaalinjectie door de deelnemende gemeenten, een lening van de BNG en door kas-/daggeldleningen bij de BNG. In het verleden hebben de gemeenten conform de bepalingen van de GR WAVA de tekorten van de GR WAVA aangezuiverd. Bij het opstellen van de begroting 2012 is nog geen rekening gehouden met het feit dat de langlopende lening groot € 6.062.547 bij BNG met een looptijd tot december 2034, in 2011 door de gemeenten wordt overgenomen. Het rentepercentage van deze lening bedraagt vast 3,84% tot december 2014. Overname van deze lening door de gemeenten ligt in de rede omdat: 1. Tegenover deze lening geen activa staan. Hij is ooit afgesloten ter dekking van alle tekorten uit de geschiedenis. En dan kunnen we heel ver terug gaan in de tijd. 2. Gemeenten hebben iets meer mogelijkheden om deze lening financieel gunstiger te behandelen dan WAVA. 3. De rentelast die WAVA nu op de lening betaalt, wordt bij de overheveling in mindering gebracht op de gemeentelijke bijdrage. Zo ontstaat een zuiverder financieel beeld in WAVA, maar verloopt de operatie budgettair neutraal voor de gemeenten.
Ontwerpbegroting 2012
16 mei 2011
16 van 23
Liquide middelen In de liquide middelen wordt momenteel nog voorzien door: • Eigen vermogen • Eerder genoemde lening van € 6.062.547 bij BNG met een looptijd tot december 2034. Het rentepercentage bedraagt vast 3,84% tot december 2014. • Een lening van oorspronkelijk € 5.000.000, met een looptijd en aflossingsperiode van 10 jaar. Het rentepercentage op deze lening bedraagt 2,28% t/m april 2015. • Een doorlopende kredietfaciliteit van € 907.560,- bij de Rabobank te Oosterhout • Een kredietfaciliteit van € 1.588.230,- bij de BNG. Het rentepercentage op de doorlopende kredietfaciliteit is gebaseerd op de geldmarktrente en is gekoppeld aan het een-maands Euribor. De verschillen tussen de debet- en creditrente zijn slechts gering. Het betalingsverkeer is volledig geautomatiseerd en verloopt middels een systeem van elektronisch bankieren. W e t FIDO De wet FIDO is ook van toepassing op gemeenschappelijke regelingen en daarmee dus ook op de GR WAVA. Als uitvloeisel hiervan is een treasurystatuut voorgeschreven. In 2009 is een nieuwe treasurystatuut voor de GR WAVA in werking getreden. Ontwikkelingen 2 0 1 2 De begroting 2012 laat een klein tekort zien, na berekening van de gemeentelijke bijdrage en ontvangst van de rijkssubsidie. De vraag is of WAVA daardoor een beroep moet gaan doen op de kredietfaciliteit bij de Rabobank of op de faciliteiten beschikbaar bij de BNG. Veel zal ter zake afhangen van het resultaat over 2011 en de beschikbaarheid van voldoende eigen vermogen aan het begin van 2012.
4.5
VERBONDEN PARTIJEN
De deelnemende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling zijn: Aalburg, Drimmelen, Geertruidenberg, Oosterhout, Werkendam en Woudrichem. Daarnaast zijn binnen de gemeenschappelijke regeling de volgende rechtspersonen aanwezig: !GO B.V., ten behoeve van het aangaan van samenwerkingsverbanden met derden, gericht op de verbetering van de mogelijkheden voor de uitvoering van de doelstelling van WAVA. !GO heeft in 2011 de volgende deelneming: Entrada A.I.D. B.V., 100% deelneming. Entrada A.I.D. B.V. is de entiteit waarin onder meer de werknemers vanuit de contracten work first en Wiw worden verloond.
Ontwerpbegroting 2012
16 mei 2011
17 van 23
BIJLAGE 1 : SAMENVATTING HOOFDLIJNENAKKOORD Hieronder treft u een samenvatting van de hoofdlijnennotitie. W e t werken naar vermogen. Voor een goed beeld van de implicaties en de vraagstukken voor de uitvoering is het gewenst de gehele uitvoeringsnotitie van 16 pagina's goed door te nemen.
Inleiding Nederland kent diverse regelingen om mensen aan de slag te helpen. Het gaat om de WWB/WIJ, de Wajong en de Wsw1. Hoewel deze regelingen hetzelfde doel hebben - mensen vanuit een uitkering aan het werk krijgen - verschillen de rechten en plichten. Zo varieert bijvoorbeeld de hoogte van de inkomensondersteuning. Ook de mogelijkheden om iemand aan een baan te helpen zijn per regeling anders. En daarmee de kansen op succes. Bovendien voeren verschillende instanties de regelingen nu uit. Dit stelsel is historisch gegroeid tot wat het nu is: een lappendeken aan regelingen met onderling onvoldoende samenhang. Bovendien lukt het met dit stelsel te weinig om iedereen het beste uit zichzelf te laten halen. Zo blijkt uit analyse van de keuringen dat de helft van de mensen die een beroep doen op de Wsw met enige begeleiding gewoon aan het werk zou kunnen bij een reguliere werkgever. Voor de Wajong is het beeld hetzelfde. Een kwart van de Wajongers heeft een baan, terwijl volgens het UWV, dat de keuringen doet, meer dan de helft geheel of gedeeltelijk kan werken. Ondertussen is het aantal Wajongers tot 2010 fors toegenomen. Als er niets gebeurt dan verdubbelt het aantal Wajongers tussen nu en 2040 zelfs tot 400.000. Op 1januari 2010 is, als een eerste stap, de Wajong aangepast. Sindsdien wordt gekeken naar wat iemand wel kan in plaats van niet kan. Dit is een verbetering om ook deze mensen kansen te geven. Maar het blijft een knelpunt dat voorwaarden en uitvoering van de Wajong verschillen met andere regelingen; zo wordt de Wajong door het UWV landelijk uitgevoerd en de WWB/WIJ en Wsw op lokaal niveau door de gemeente. Kortom: teveel mensen met een arbeidsbeperking maken gebruik van de sociale zekerheid terwijl zij geheel of gedeeltelijk bij een gewone werkgever aan de slag zouden kunnen. Tegelijkertijd neemt het aantal werkenden voor het eerst in decennia af. Als er niets gebeurt, komt de samenleving straks mensen tekort om het werk te doen. Dat is sociaal en economisch ongewenst.
1
Wetwerk enbijstand (WWB),Wet investeren injongeren (WIJ),Wetwerk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong),Wet socialewerkvoorziening (Wsw).
Ontwerpbegroting 2012
16 mei 2011
18 van 23
Hoofdlijnennotitie aanzet tot nieuwe wettelijke regeling Het kabinet beschrijft in deze notitie de hoofdlijnen van een nieuwe wet 'Werken naar vermogen' (WWNV) die aan bovenstaande problemen beter het hoofd moet bieden. De notitie is een uitwerking van het regeer- en gedoogakkoord van het kabinet. Het hoofddoel is zoveel mogelijk mensen die kunnen werken de kans te bieden zich door en in een baan te ontwikkelen. Dit is sociaal noodzakelijk. Het dient ook een economisch belang. De bevolking vergrijst in hoog tempo en als we niks doen dan komen we straks door de krimpende beroepsbevolking mensen tekort om het werk te doen. Met de WWNV komen meer mensen beschikbaar voor werk. Tot slot is er een financieel belang. Het kabinet moet fors ombuigen om de gevolgen van de crisis op te vangen. Hiervoor is het nodig dat meer mensen werken en minder mensen een uitkering ontvangen. Maar ook zonder de recente crisis zou ingrijpen noodzakelijk zijn. De totstandkoming van de WWNV vraagt daarom tempo. Maar niet ten koste van de zorgvuldigheid. Voor een zo zorgvuldig mogelijke invoering spreekt het kabinet intensief met alle direct belanghebbenden: de mensen die aan de slag kunnen, uitvoerders van de regelingen, werkgevers en werknemers en cliëntorganisaties. Het kabinet wil de wet 1januari 2013 invoeren. Hieronder volgen de belangrijkste punten uit de nieuwe wet die er straks moet gaan komen. Gelijke rechten, plichten en kansen De WWNV geeft mensen die (gedeeltelijk) kunnen werken en die als de nieuwe wet er is een beroep doen op de WWB/WIJ, Wajong of sociale werkvoorziening zitten zoveel mogelijk gelijke rechten, plichten én kansen op een baan. Het stelsel wordt meer gericht op werken in plaats van alleen een uitkering. Het wordt ook transparanter en eenvoudiger. Het geld om mensen te helpen weer aan de slag te gaan - dat nu in verschillende potjes zit - komt in één pot, bij de gemeente. Die kan hierdoor beter maatwerk leveren en mensen zo effectief mogelijk helpen. Dat is goed voor de mensen om wie het gaat omdat zij zo meer kans krijgen om aan de slag te gaan. Het is ook goed voor de uitvoerder van de regeling die het geld makkelijker kan inzetten. En het is goed voor de werkgever die iemand uit de doelgroep van de WWNV aanneemt. De WWNV wordt uitgevoerd door de gemeente. Het kabinet kiest daar welbewust voor: gemeenten staan het dichtst bij de burger. Gemeenten hebben eerder ook al laten zien dat zij mensen goed aan werk kunnen helpen. Sinds de invoering van de WWB in 2004 is het aantal mensen dat in de bijstand komt met 20 procent gedaald. En tussen 2004 en 2009 steeg het aantal mensen dat vanuit een uitkering aan de slag ging van 10 naar 47 procent. Bovendien kunnen gemeenten meer problemen dan alleen met het vinden van werk - tegelijk aanpakken. Vaak is langdurige werkloosheid niet het enige waarmee iemand kampt. Gemeenten kunnen ook helpen op het gebied van (jeugd)zorg, welzijn en dagbesteding. In ruil voor de grotere financiële verantwoordelijkheid die het gevolg is van de samenvoeging van de budgetten, krijgen gemeenten meer vrijheid bij het maken van regels om mensen aan werk te helpen.
Ontwerpbegroting 2012
16 mei 2011
19 van 23
Werk boven uitkering Mensen die onder de nieuwe wet vallen en die kunnen werken moeten in de eerste plaats zelf op zoek naar een baan. De gemeente schiet pas te hulp als het iemand niet lukt aan de slag te komen. De gemeente gaat dan na wat de beste weg naar een baan is. De sociale werkvoorziening blijft bestaan voor mensen die wel kunnen werken maar alleen in een beschutte omgeving 2 . Jonggehandicapten houden toegang tot de Wajong als zij helemaal nooit kunnen werken 3 . Op die manier werkt iedereen straks naar zijn of haar eigen mogelijkheden. Bij voorkeur bij een gewone werkgever. Gemeenten kunnen voor wie dat nodig heeft ondersteuning en begeleiding naar werk bieden. Iemand met een arbeidsbeperking die echt nooit kan werken houdt ook straks wat hij of zij nu heeft. Het kabinet wil het voor werkgevers aantrekkelijker maken mensen met een arbeidsbeperking een baan te geven. Dit gebeurt door middel van loondispensatie. Een werkgever kan dan vrijstelling krijgen van de verplichting het wettelijk minimumloon te betalen als iemand dat (nog) niet zelfstandig kan verdienen. Zo krijgen deze mensen meer kansen op een baan. De werknemer die een Wwnvuitkering ontvangt, krijgt in dat geval een door de gemeente betaalde aanvulling tot maximaal het wettelijk minimumloon. Daar hoeft de werkgever niets voor te doen. Voordeel voor de werkgever is ook dat hij de werknemer alleen betaalt naar diens vermogen om te werken. Gemeenten gaan werkgevers - net als nu al gebeurt - actief benaderen om mensen uit de doelgroep van de WWNV aan te nemen. Daarbij moet het voor werkgevers wel te doen zijn om mensen met een arbeidsbeperking in te passen in hun bedrijf. Voordat de WWNV in werking treedt zal het kabinet samen met de gemeenten onderzoeken hoe het voor werkgevers zo makkelijk mogelijk kan worden gemaakt om iemand met een arbeidsbeperking aan te nemen. Activerende aanpak Mensen zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor een inkomen om te kunnen leven. Lukt dat niet dan kunnen zij een beroep doen op de overheid om hen daarbij te helpen of in het uiterste geval voor een uitkering. Bij deze activerende aanpak passen uitkeringsregels die mensen aansporen om alles te doen om werk te krijgen.
2
DeWswtelt opdit moment 100.000 mensen: 5procent is indienst bijeengewonewerkgever, 28 procent isgedetacheerd bijeengewonewerkgever, de restverricht 'beschut werk'. Deeersteevaluatie vande nieuweWajong laatzien datvandegroepdie in2010 instroomde 13procent indeuitkeringsregeling belandde, 54procent kwam indewerkregeling voorWajongers met arbeidsperspectief en 33procent indestudieregeling voor schoolgaanden/studerenden.
Ontwerpbegroting 2012
16 mei 2011
20 van 23
Gebruikelijk moet worden dat inkomensondersteuning een aanvulling is op de middelen waarover iemand zelf beschikt. Dat geldt nu al voor de WWB, daar krijgen mensen die straks een beroep doen op de WWNV ook mee te maken. Dit houdt bijvoorbeeld in dat bij de vaststelling of iemand recht heeft op een uitkering eerst wordt gekeken naar eventuele inkomsten van de partner en naar het eigen vermogen 4 . Ook de re-integratieverplichting uit de WWB is van toepassing. Iemand moet dus ook daadwerkelijk z'n best doen om aan de slag te komen. Niet iedereen met een arbeidsbeperking is in staat te werken. De nieuwe wettelijke regeling houdt daar rekening mee. Jonggehandicapten die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn houden daarom net als nu recht op een uitkering van 75 procent van het wettelijk minimumloon en blijven in de Wajong. Er wordt ook niet gekeken naar het inkomen van hun partner of naar andere middelen. Deze mensen zijn immers niet in staat om via werk een aanvullend inkomen te verwerven. Zij hebben recht op de ultieme bescherming vanuit de sociale zekerheid: een inkomensbescherming. De rechten van Wajongers die nu al een Wajong-uitkering ontvangen zullen zoveel mogelijk worden gerespecteerd. Voor hen zal geen partneren middelentoets gelden. Als zij - na herbeoordeling - geacht worden te kunnen werken, zal voor deze groep wel per 1januari 2014 de uitkering worden verlaagd tot 70% WML Tot slot is er de sociale werkvoorziening. De huidige systematiek van rechten en plichten in de Wsw verandert niet voor de mensen die op dit moment een dienstbetrekking hebben op grond van de Wsw. Een klein deel werkt bij een gewone werkgever, de meesten doen 'beschut werk'. Maar vanaf 1januari 2013 komen nieuwe aanvragers alleen nog in de Wsw als zij slechts in beschutting kunnen werken. Keuring voor Wsw en Wajong De keuringen voor de Wajong en de Wsw worden aangepast. Straks is de sociale werkvoorziening alleen toegankelijk voor mensen die uitsluitend beschut werk kunnen doen. De Wajong geldt alleen voor mensen die helemaal nooit kunnen werken. De nieuwe keuringen voor Wsw en Wajong gaan op elkaar aansluiten. Het UWV zal - net als nu - de keuring voor de Wajong en Wsw uitvoeren. Zo blijft de huidige onafhankelijkheid van de keuringen gewaarborgd. Ook gaat de kennis die het UWV in de loop der jaren op dit terrein heeft opgebouwd zo niet verloren en raakt die niet versnipperd 5 .
4
Deverwachting isdatjaarlijks 16.000 mensen meteenarbeidsbeperking eenaanvraag doenvoor een uitkering. Hetdeel dat kanwerken krijgttotzewerk hebben gevonden een uitkering,eenander deeldat kanwerken krijgt geen ofeen lagere uitkering omdat bijvoorbeeld departner voldoende verdient. 5 Wiekanwerken,endus niet inaanmerking komt voordeWajong ofWsw, kanbijzijnof haar gemeente een beroepdoen opdeWWNV.
Ontwerpbegroting 2012
16 mei 2011
21van 23
Niet-uitkeringsgerechtigden Er zijn mensen met een arbeidsbeperking die géén recht hebben op een Wwnvuitkering, omdat zij zelf of hun partner voldoende middelen van bestaan hebben. Het kabinet wil niettemin dat ook deze mensen zo veel mogelijk gaan werken. Een deel van hen zal dan niet in staat zijn het wettelijk minimumloon te verdienen. Daarom kunnen ook zij straks gebruik maken van de loondispensatie omdat zij anders niet aan de slag kunnen komen: een werkgever hoeft hen alleen te betalen voor de productiviteit, ook als die onder het minimumloon ligt. Verder kunnen zij een beroep doen op ondersteuning in de vorm van jobcoaching en werkplekaanpassingen. Het kabinet maakt het op deze manier ook voor deze mensen met een arbeidsbeperking mogelijk om een aanvullend inkomen te verwerven. Aanvulling van het inkomen van deze groep tot maximaal het wettelijk minimumloon is niet nodig. Het gaat immers om mensen die zelf of door hun partner al voldoende middelen van bestaan hebben. De overheid helpt hen alleen op weg naar werk. Het kabinet vraagt gemeenten de acties die zij gaan voeren voor deze groep in een verordening vast te leggen. Beschut werk De sociale werkvoorziening blijft straks, als het ware als een satelliet van de nieuwe WWNV, bestaan. Gemeenten kunnen mensen die nooit in staat zijn bij een gewoon bedrijf te werken een beschutte plaats aanbieden in de sociale werkvoorziening. Het kabinet verplicht gemeenten hier echter niet toe; zo'n verplichting staat haaks op de eigen verantwoordelijkheid van gemeenten voor het uitvoeren van de WWNV. Het kabinet wil tegelijkertijd wel verzekeren dat mensen met een indicatie 'beschut werken' toegang tot de sociale werkvoorziening houden. Daarom vraagt het kabinet gemeenten om hun beleid voor beschut werk in een verordening neer te leggen. Zo weten mogelijke gebruikers wat zij op dit punt van hun gemeente mogen verwachten 6 . Ook heeft het kabinet met gemeenten afgesproken dat zij op termijn gezamenlijk structureel 30.000 plekken voor beschut werken zullen realiseren. En dat zij vanaf 2013 jaarlijks een afgesproken aantal plekken voor nieuwe instroom beschut werken aanbieden. Dit houdt in dat voor elke drie Wsw-ers die bijvoorbeeld door pensionering vertrekken er één nieuwe plek beschut werken wordt aangeboden. Het kabinet trekt tot 2017 vierhonderd miljoen euro uit om gemeenten en bedrijven in de sociale werkvoorziening in staat te stellen de noodzakelijke hervormingen door te voeren.
Doordesocialewerkvoorziening alleenopen testellenvoor mensen die uitsluitend ineen beschutte omgeving kunnenwerkenzijnoptermijn minderWsw-plekkennodig.
Ontwerpbegroting 2012
16 mei 2011
22 van 23
BIJLAGE 2: PLANNING EN CONTROL De afgelopen jaren is een duidelijke planning & controlcyclus bij WAVA / !GO opgebouwd. Deze is inmiddels ook beschreven en vastgelegd door het algemeen bestuur in de vorm van een artikel 212-verordening. Daarbij is enerzijds bepaald dat de cyclus aansluit op de termijnen zoals die voorgeschreven zijn in de wet. Anderzijds sluit onze planning en controlcyclus daarmee zo goed mogelijk aan op de cyclus die de gemeenten hanteren. Jaarverslag en rekening in april Zo is in de artikel 212-verordening vastgelegd dat wij in de maand april een jaarverslag en jaarrekening presenteren. Begroting in mei In mei kunnen wij een ontwerpbegroting aanbieden. Van begroting naar bedrijfsplan Die ontwerpbegroting zal vervolgens via afdelingsplannen worden uitgewerkt tot een definitief bedrijfsplan dat in oktober door het bestuur kan worden vastgesteld. Voor de gemeenten zal dit bedrijfsplan met een financieel meerjarenperspectief ook worden aangeboden. In de praktijk zal dit formeel een eerste begrotingswijziging zijn. Rapportages De cyclus wordt verder gecompleteerd door kwartaalrapportages die wij uiterlijk 2 maanden na afloop van een kwartaal willen toesturen aan gemeenten. Intern worden tenslotte elke maand financiële cijfers met het dagelijks bestuur besproken. Voldoen aan wettelijke eisen Conform de inmiddels bekende methodiek wordt deze begroting geconsolideerd aangeboden. De voorschriften van het BBV schrijven echter voor, dat een begroting wordt ingediend met daarin de begrotingcijfers van de GR WAVA met daarin opgenomen het begrote resultaat van !GO B.V. als een post resultaat deelnemingen. Het spreekt voor zich dat wij deze formele begroting zullen aanbieden aan de Provincie Noord-Brabant, teneinde te voldoen aan de daartoe gestelde eisen.
Ontwerpbegroting 2012
16 mei 2011
23 van 23
IGO
voormensenwerk www.GObv.nl GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGW a v a Postbus 109 4900 AC Oosterhout
*-i?®®Cl)IPost Afz.4902VR 3
€1,84 NEDERLAND 18.05.1I NetSetPB 825997