25-02-2014
10:15
VAN-RASSERS ADVOCATEN
(Ąassers
+31-76-5222552
T-510
ADVOCATEN
P.001
F-618
fìoiMiiastraa! 4H11 ĽM E i e c k v N ! P . T , I I I Ü Ü 31Ü!
II
Per fax; 0162-42 31 74 alsmede
10.1409034
4SU0 D K B i ũ d a N L
25/02/2014 : Ĩ-V
/ii
r
7G
-1-31
ì F
13Ũ
IÛ6
. : » Ï J
K v K 2012S78; .
wwińf.t ďīi c-ľs.n!
Aangetekend Gemeenteraad van Oosterhout Postbus 10150 4900 GB OOSTERHOUT
m r . M . P . Wolf adi/ocaat
[email protected]
Breda, 25 februari 2014 Inzake : Dierenpension Ter Aalst i Bp Onze ref. : 20130553/FK
Betreft:
Zienswijzen tegen het ontwerpbestemmĩngsplan 'Buitengebied 2013 (incl. Lint Oosteínd)', Oosterhout
Geachte (leden van de) gemeenteraad, Namens mijn cliënt, de heer Reinier Johan Schot, wonende te {4911 BP) Den Hout aan Ter Aalst 9 en handelend onder de handelsnaam Dierenpension "Teraalst", gevestigd te (4911 BP) Den Hout aan Ter Aalst 9, maak ik hierbij zienswijzen kenbaar tegen het ontwerpbestemmingsplan 'Buitengebied 2013 (incl. Lint Oosteind)' (hierna te noemen: "ontwerpbestemmingsplan"). Het ontwerpbestemmingsplan heeň vanaf 16 januari tot en met 27 februari 2014 ter inzage geleden. Binnen deze termijn kunnen zienswijzen kenbaar worden gemaakt. Deze zienswijzen van cliënt zijn zodoende tijdig ingediend. Een afschrift van de publicatie in de Staatscourant ontwerpbestemmingsplan heb ik aangehecht als bijlage 1.
van
het
Horeca De gronden rondom het perceel van cliënt hebben de bestemming 'sport' met de aanduiding 'sport 10'. Op grond van artikel 18.1.1 mogen deze gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de golfbaan aan de Salesdreef 2, waarbij er een maximale bebouwde oppervlakte van 5.000 m2 geldt. Op grond van artikel 18.1.2 b is horeca toegestaan bij een golfbaan. Gebouwen zijn op grond van artikel 18.2.2 sub a toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.
1089948,1
Wi| vtrriĽlufcii jľ'iZů ūien-jlon IMOUJ IÌIMVI np üdblb vein tiûŕt v'ii ! natimìoze ^nnoņiiiľlniĮì RASSER5 N.V i^i ŕVňrìn vnrr.trahtű (ifrífracPT prt ónder roBpnanciijliliciü v&ri ùMè Aifjůň'iůne VoorŵsardĽn vuùr ti6 H&cnbpr.-iktljH. Daca vuùľwčtarclGn 'îrisn V ĽTÍTIĽIÜ ùţt Cl* .iclľiívľijdu vár 1
dDít ijrinF i.-n úļĵ ŰĚ WĚŨSIIQ www.rnssQrï.ni
25-02-2014 10:15
Blad brief d.d. inzake
VAN-RASSĒRS ADVOCATEN
+31-76-5222552
2 25 februari 2014 Dierenpensīon Ter Aalst I Bp
Ten noordoosten van het perceel van cliënten is een bouwvlak ingetekend, behorende bij de bestemming 'sport' met aanduiding 'sport 1Ű'. Dit bouwvlak dient ten behoeve van de golfbaan. Op grond van de planregels zûu ook binnen dit bouwvlak horeca gevestigd kunnen worden. Cliënt vindt deze ontwikkeling onwenselijk. Dit klemt te meer nu in het ontwerpbestemmingsplan niet wordt voorzien in een ontsluiting van het bouwvlak en voldoende parkeergelegenheid ten behoeve van horeca op die locatie. Voorts worden indien zich ter plaatse horeca zal vestigen ten aanzien van die horeca de afstanden uit het 'G roene boekje' (VNG Bedrijven en milieuzonering) niet nageleefd. Cliënt verzoekt uw raad om het ertoe te leiden dat op het bouwvlak ten noordoost van het perceel van cliënt, welke is bestemd voor 'sport 10', het gebruik ten behoeve van horeca wordt uitgesloten. Semi-agrarisch ~ ondergeschikte detailhandel Een deel van het perceel van cliënt is bestemd als 'semiagrarisch bedrijf met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf62'. De specifieke vorm van bedrijf 62 betekent dat op het perceel van cliënt een honden en/of kattenpension (met nevenactiviteit een hondentrimsalon) is toegestaan. Op grond van artikel 8.1.1 sub b jo, 1.3 van de planregels mag het perceel van cliënt niet meer gebruikt worden voor detailhandel. Cliënt verkoopt echter goederen die verband houden met (de exploitatie van) het honden en/oť kattenpension en de trimsalon. Cliënt verzoekt uw raad dan ook om dit feitelijke gebruik (ondergeschikte detailhandel) als zodanig te bestemmen in het bestemmingsplan. Semi-agrarisch - artikel 8.2.2 sub b Op grond van artikel 8.2.2 sub b van de planregels mogen gebouwen uitsluitend worden gebouwd op een afstand van minimaal 3 m. achter de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning. Indien er geen bedrijfswoning aanwezig is, dan geldt als rooilijn de voorgevelrooilijn van het dichtst bij de weg gesitueerde gebouw. De reeds aanwezige bedrijfsgebouwen zijn niet achter de voorgevelrooilijn gebouwd. De reeds aanwezige bebouwing is zodoende in strijd met artikel 8.2.2 sub b van de planregels. Cliënt verzoekt uw raad om het ontwerpbestemmingsplan in overeenstemming met de bestaande, legale situatie vast te stellen. Bestemming 'agrarisch' In het voorontwerpbestemmingsplan was het oostelijke deel van het perceel van cliënt bestemd als 'natuur'. Cliënt heeft in zijn inspraakreactie op het vooronlwerpbestemmingsplan d.d. 28 juni 2013 aangegeven dat hij graag op zijn gehele perceel een gelijkluidende bestemming wilde hebben, op basis waarvan hij zijn gehele perceel - conform het feítelijke gebruik - mag
T-510
P.0Ū2
25-02-2014
10:15 V AN-RASSERS ADV OCATEN
Blad brief d.d. inzake
+31-76-5222552
3 25 februari 2014 Dierenpension Ter Aalst I Bp
gebruiken ten behoeve van het dierenpension. Zonder enige motivering is het oostelijke deel van het perceel van cliënt in het ontwerpbestemmingsplan bestemd als 'agrarisch'. Nu het hebben van een dierenpension in het ontwerpbestemmingsplan klaarblijkelijk gekwalificeerd wordt als 'semì-agrarische' bestemming, is het cliënt niet duidelijk waarom de raad het oostelijke deel van het perceel van cliënt bestemd heeft als 'agrarisch'. Dit klemt te meer nu het oostelijke deel van het perceel van cliënt niet wordt gebruikt voor 'agrarische doeleinden', maar voor 'semi-agrarische' doeleinden. Dat deel van het perceel wordt namelijk gebruikt om de dieren 'los c,q. uit te laten'. Cliënt verzoekt uw raad om ook het oostelijke deel van het perceel van cliënt te bestemmen ten behoeve van het dierenpension, zulks overeenkomstig het reeds bestaande legale gebruik. Door geen bouwvlak toe te kennen aan het betreffende deel van het perceel, voorkomt de raad dat het bedrijf van cliënt kan uitbreiden naar het betreffende deel. Er is dan geen sprake van strijd met de Verordening Ruimte. Waarde-archeologie Op het perceel van cliënt is voor het eerst de dubbelbestemming archeologie komen te rusten. Het perceel van cliënt is op de Archeologische verwachtingswaardenkaart aangeduid met een lage verwachting, welke bovendien is verstoord door ontgronding. Waarom wordt in ontwerpartikel 30.2 dan toch een bouwverbod in het leven geroepen? Cliënt verzoekt uw raad om de bestemming 'waarde-archeologie' van zijn perceel te verwijderen. Ontsluiting Voor het perceel van cliënt loopt een weg. Op de plankaart is te zien dat deze weg halverwege het perceel van cliënt stopt en overgaat in de bestemming 'Sport'. In werkelijkheid loopt deze weg echter door als zandweg. Sterker nog, deze zandweg wordt (helaas) intensief gebruikt door automobilisten en ander gemotoriseerd verkeer die nabijgelegen campings en/of recreatieterreinen en/af de golfbaan bezoeken. In het voorheen geldende bestemmingsplan was de zandweg bestemd als 'verkeersdoeleinden' met de aanduiding 'lokaal verharde weg'. In het ontwerpbestemmingsplan is deze lokaal verharde weg klaarblijkelijk 'wegbestemď. Cliënt heeft hier geen bezwaar tegen. Sterker nog, cliënt is gelukkig met deze ontwikkeling, omdat doorgaand verkeer langs zijn perceel hinderlijk is voor zijn bedrijfsvoering. De dieren 'slaan aan' op de - met name in de avonduren - voortdurende verkeersbewegingen. Doordat de dieren aanslaan, kan mijn cliënt overlast (geluidhinder) veroorzaken. Echter, ten zuiden van het perceel van cliënt zijn Natuurkampeerterrein De Bergvlietse Bossen {Ter Aalst 11) en het kampeerterrein aan de Salesdreef 3A+3C gelegen. Deze recreatiegebieden ontsloten op grond van het voorheen geldende bestemmingsplan via de (zand)weg Ter Aalst. In de huidige feitelijke situatie ontsluiten zij nog steeds via de zandweg. Het overgrote deel van de
T - 5 1 0 P.003/010 F - 6 1 8
25-02-2014
10:15
Blad brief d.d. inzake
VAN-RASSERS ADVOCATEN
+31-76-5222552
T-510
4 25 februari 2014 Dierenpension Ter Aalst I Bp
bezoekers van de recreatiegebieden maakt thans gebruik van de zandweg om het recreatiegebied te bereiken. In het ontwerpbestemmingsplan wordt geen duidelijkheid gecreëerd over de vraag hoe voormelde recreatiegebieden in het ontwerpbestemmingsplan worden ontsloten. In het ontwerpbestemmingsplan wordt niet voorzien in ontsluitingsweg van voormelde recreatiegebieden. Cliënt vreest verkeershinder. Cliënt heeft hierdoor gegronde vrees voor zijn bedrijfsvoering. Immers, het is een feit van algemene bekendheid dat dieren (en in het bijzonder honden) op langskomende verkeersbewegingen reageren (blaffen). Deze dieren zullen dus geluidsoverlast veroorzaken, waardoor het maar de vraag is of cliënt kan blijven voldoen aan de voor hem geldende geluidsregels. Cliënt verzoekt uw raad voorts om het ertoe te leiden dat ook de camping en de vakantiewoningen ontsloten worden op de Salesdreef, zodat het zandpand nabij Ter Aalst enkel gebruikt zal worden door lopende of fietsende passanten en niet (meer) door bezoekers van de golfbaan of de campings. In ieder geval verzoekt cliënt uw raad om het ertoe te leiden dat planologisch wordt verzekerd dat de betreffende camping en vakantiewoningen niet ontsloten kunnen worden via Ter Aalst en de zandweg niet gebruik kan en mag worden voor gemotoriseerd verkeer. Daar is deze zandweg ook niet op ingericht. Ũe Kleine Abtshoeve Aan de Meerberg 10 is camping De Kleine Abtshoeve gevestigd, Het voorheen geldende bestemmingsplan voorzag niet in de komst van een recreatieterrein aan de Meerberg 10. De Meerberg 10 dient zodoende gezien te worden als een nieuwe ontwikkeling. Cliënt meent dat deze nieuwe ontwikkeling strijdig is met de provinciale Verordening Ruimte en het gemeentelijke beleid aangaande de vestiging van recreatieterreinen. Dit klemt te meer nu het er alle schijn van heeft dat ook bezoekers van De Kleine Abtshoeve dit recreatieterrein zullen bereiken via het zandpad Ter Aalst, De verkeersintensiteit op de zandweg neemt dus toe. MER Ten behoeve van het onderliggende bestemmingsplan heeft de raad een Plan MER opgesteld. Cliënt meent dat de planMER onvolledig is. Er is bewust voor gekozen om de ophanden zijnde ontwikkeling zoals opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan 'Buitengebied Herziening 6, Bergvlietse Bossen' niet mee te nemen in de planMER, terwijl deze ontwikkeling wel degelijk gevolgen heeft voor de milieuhygiënische kwaliteit voor het gehele plangebied waarop het onderhavige ontwerpbestemmingsplan ziet. Door onderliggend ontwerpbestemmingsplan en de ontwikkelingen op grond van het ontwerpbestemmingsplan 'Buitengebied Herziening 6, Bergvlietse Bossen' te scheiden en bewust als twee separate besluiten te zien, maakt de raad misbruik van recht. Dit is in strijd met het Besluit m.e.r.
P.004/010 F - 6 1 8
25-02-2014 10:16
Blad brief d.d. inzake
VAN-RASSERS ADV OCATEN
+31-76-5222552
T-510
5 25 februari 2014 Dierenpension Ter Aalst I Bp
Op pagina 27 van het plan-MER is te lezen; "De m.e.r.-verplichting ten aanzien van recreatie vallen onder m.e,r.-categorie D10. Voor uitbreiding van kampeerterreinen e.d. geldt bij een overschrijding van de drempelwaarden een m.e.r.-beoordelingsplicht Deze is gekoppeld aan het bestemmingsplan. De uitbreiding in het bestemmingsplan Buitengebied zij n dusdanig klein dat geen (formele) m.e.r.-beaordeiing doorlopen hoeft te worden." Cliënt sluit niet uit dat de drempelwaarden worden overschreden indien de ontwikkeling die het ontwerpbestemmingsplan 'Buitengebied Herziening 6' mogelijk maakt, wel zou zijn meegenomen in het onderliggende ontwerpbestemmingsplan. De stelling van de raad dat de ontwikkeling die het ontwerpbestemmingsplan 'Buitengebied Herziening 6, Bergvlietse Bossen' mogelijk maakt, op het moment van het ter inzage leggen van het onderliggende ontwerpbestemmingsplan nog onvoldoende concreet was, kan niet slagen. Immers, in het voorontwerpbestemmingsplan 'Buitengebied 2013 (incl. L int Oosteind) was voormelde ontwikkeling wel meegenomen, Het moge duidelijk zijn dat er samenhang bestaat tussen de reeds aanwezige recreatieterreinen, natuurlijke omgeving en de ophanden zijnde ontwikkeling. Voorts heeft de raad tijdens het ter inzage leggen van het onderliggend ontwerpbestemmingsplan het ontwerpbestemmingsplan 'Buitengebied Herziening 6, Bergvlietse Bossen' ter inzage gelegd. Hieruit volgt dat de plannen voldoende concreet waren. Dat de gemeenteraad oneigenlijk gebruikt maakt van haar bevoegdheid tot vaststelling van een bestemmingsplan en er bewust voor kiest om de ontwikkeling bij de Bergvlietse Bossen mee te nemen in de plan-MER wordt op pagina 5 van de plan-MER bevestigd: "De in het voorontwerp-bestemmingsplan nog opgenomen ontwikkeling percelen Bergvlietse Bossen, Salesdreef te Oosterhout, is vooralsnog niet meegenomen, omdat de relevante gegevens en onderzoeken nog niet beschikbaar en/of akkoord bevonden zij n. Voor deze ontwikkeling wordt eind j anuari Z begin februari 2014 een aparte herziening als ontwerp ter visie worden gelegd. Deze herziening kan vervolgens op 10 juni 2014 worden betrokken j bi de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied 2013 (incl. Lint Oosteind) door de gemeenteraad." Het is echter van belang dat de ontwikkelingen van de Bergvlietse Bossen worden meegenomen in de plan-MER, omdat deze ontwikkeling gevolgen kan en/of zal hebben voor de aanwezige natuurgebieden, ecologische hoofdstructuur en verbindingszones, luchtkwaliteit, geluidshinder en verkeersafŵikkel i ng. Het voorgaande klemt te meer nu in de plan-MER ook 'De Kleine Abtshoeve' aan de Meerberg 10 niet heeft meegenomen als bestaand recreatieterrein, dan wel ontwikkelingsgebied. Ook het clubhuis van de Goldbaan Bergvlietse Bossen is niet meegenomen als bestaande locatie. De plan-MER is dus tevens onvolledig.
P.005/010 F - 6 1 8
25-02-2014
10:16
Blad brief d.d. inzake
VAN-RASSERS ADVOCATEN
+31-76-5222552
6 25 februari 2014 Dierenpension Ter Aalst I Bp
Cliënt vindt het van belang dat alle ophanden zijnde ontwikkelingen worden meegenomen in de planMER, omdat cliënt zekerheid wil hebben dat zijn bedrijf niet wordt belemmerd door de aanstaande ontwikkelingen. Met name maakt cliënt zich zorgen over het gebruik van het zandpad als feitelijke ontsluiting. Ook al meent de raad dat veel recreatieterreinen formeel niet ontsluiten via het zandpad, maakt cliënt dagelijks mee dat dit zandpad feitelijk wel voor dat doel wordt gebruikt De planMER is voorts opgesteld, omdat zich in de nabijheid van het plangebied Natura 2000gebieden bevinden. De conclusie die in de pianMER wordt getrokken (pagina 130) ís dat de te hoge stikstofdepositie op de Natura 2000gebieden Langstraat, Loonse en Drunense Duinen 8. Leemskuilen en Uivenhoutse Bos is dat het bestemmingsplan in strijd is met de Natuurbeschermingswet en er sprake is van een onuitvoerbaar plan. Ten aanzien van uitbreiding van recreatieve ontwikkelingen wordt geconcludeerd dat dit tot een negatief effect kan leiden als gevolg van ruimtebeslag en daarbij door een mogelijk effect op de omvang en samenhang van het EHSgebied (pagina 133). Nu geconcludeerd wordt dat elke uitbreiding van veehouderijbedrijven of glastuinbouwbedrijven significante negatieve effecten heeft op de omliggende Natura 2000gebieden, is het voor cliënt onbegrijpelijk dat de raad uitbreidingsmogelijkheden īn het plan toestaat onder de voorwaarde dat aangetoond kan worden dat er geen sprake is van toename van stikstofdepositie op Natura 2000gebieden. Immers, ook de Natura 2000 gebieden, zonder de ontwikkeling in het plangebied, leidt al tot een te hoge stikstofbelasting. Het voorgaande klemt te meer nu de raad verzuimd heeft om alternatieven te onderzoeken. Op dit punt voldoet de planMER niet aan de vereisten uit artikel 7.14 Wm. Eveneens is het bestemmingsplan in het kader van aanwezige flora en fauna niet uitvoerbaar (p. 135), Cliënt is van mening dat de raad eerst voldoende onderzoek dient te verrichten alvorens zij het bestemmingsplan kan vaststellen. De raad kan de onderzoeksverrichting (inventarisatie) naar aanwezige flora en fauna niet verleggen naar de ontheffingsprocedure op grond van de Flora en faunawet in het kader van een omgevingsvergunning. Gelet op het voorgaande is de planMER in strijd met het Besluit MER en de Natuurbeschermingswet 1998. Artikel 3.1.6 lid 2 Bro Cliënt merkt op dat in de plantoelīchting niet is opgenomen dat de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte. Het bestemmingsplan is zodoende in strijd met artikel 3.1.6 lid 2 Bro.
T - 5 1 0 P.006/010 F - 6 1 8
25-02-2014 10:16
Blad brief d.d. inzake
VAN-RASSERS ADVOCATEN
+31-76-5222552
25 februari 2014 Dierenpension Ter Aalst ì Bp
Conclusie Namens cliënt verzoek ík de gemeenteraad van Oosterhout het bestemmingsplan vast te stellen met inachtneming van voormelden opmerkingen van cliënt. Namens cliënt behoud ik mij het recht voor om deze zienswijze zowel mondeling als schriftelijk nader aan te vullen c.q. uit te breiden. Om er zeker van te zijn dat deze zienswijze uw raad tijdig bereiken, wordt deze zienswijze u zowel per fax als per aangetekende post toegezonden.
M
T - E 1 0 P.007/010 F - 6 1 8
25-02-2014 10:17
VAN-RASSERS ADVOCATEN
+31-76-5222552
T - 5 1 0 P.009/010 F - 6 1 8
IS januari 2014 Officie la uitgiîve van hst Koninkrijk der IMöőefìsfitisn sinds 1814.
ļ Ontwerpbestemmingsplan I 'Buitengebied 2013 {incl. Lint ! Oosteind)', Oosterhout 9
w w w . m . « , oosterhout
Plan-milieueffectrapportage (PlanWlERļ ontwerp-bestemmingsplan 'Buitengabied 2013 ťincí. Lint Oosteind)' Ontwerpbesluit vaststelling hogere waarden maximaal toelaatbare geluidsbelasting ontwerp» bestemmingsplan 'Buitengebied 2013 (incl. Lint OosteīntI)' BurgemesŗtBr en wethouders van Qosterhout maken bekend, dat voor het buitengebied van de gemeente Oosterhout (incl. Lint Ũosteind) een bestemmingsplan in procedure wordt gebracht. Ten behoeve van dit bestemmingsplan is levens een plan-milīeueffBctrôpportBga (PlanMËR) uitgevoerd. Daarnaast dienen ook hogere waarden voor de maximaal toelaatbare geluidsbelasting te worden vastgesteld voor geplande woningen in meeliftende initiatieven. Ontwerp-bestemmíngspfan "Buitengebied 2013 (incl. lint Oosîeindľ' Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordBning iigt het ontwerp bestemmingsplan "Buitengebied 2013 (incl. Lint Oosteind)" (NLIIV1RQ.0826.BSPbuītengeb2013QIM01) en het ontwerpbesluit tot vaststelling van dat bestemmingsplan, met de hierbij behorende stukken, ter inzage. Hôt gebied, waarop het bestemmingsplan "Buitengebied 2013 (incl. Lint Oosteind)" betrekking heeft, is het gehele gemeentelijke grondgebied buiten de kernen Oosterhout, Den Hout en Dorst. Da kern van Oosteind maakt wel onderdeel uit van dit bestemmingsplan. Het ontwarpbestemmingsplan is de juridische vertaling van het beleid, zoals dat door de gemeente raad op 23 januari 2013 is vastgesteld op basis van de "Notitie Beleidsuitgangspunten Bestemmings plan Buitengebied 2012 (incl Lint Oosteind)", Het betreft In principe een conserverend bestemmings plan, wagrbij niettemin een zevental nieuwe ontwikkelingen wordt meegenomen. Plan-milieueffectrapportage Buitengebied 2013 (incl. Lint Oosteind) Ten behoeve van het bestemmingsplan "Buitengebied 2013 (incl. Lint Oosteind)" is tevens een milieuaffectrapportage (PlanMER) uitgevoerd. Vanwege mogelijke ontwikkelingen van in het bijzonder de agrarische en toeristische sector kunnen nadelige milieuinvloeden optreden op in de omgeving aanwezige te beschermen natuurgebieden. De resultaten van de PlaivMER zijn verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. Ontwerpbesluit vaststelling hogere waarden maximaal toelaatbare geluidsbelasting Buitengebied Oosterhout Het vgņrnemBn bestaat om, met toepassing van artikel 110a van de Wet geluidhinder, hogere waarden vastte giellen voor de maximaal toelaatbare geluidsbelasting lar plaatse van de percelen Provincisle weg (ong. naast nummer 227; z woningen), Provincialeweg (ong. naast nummer 181; 4 woningen), Rījenseweg 14 (1 woning) en Vrachslsestraat (ong. naast nummer SÛ; 1 woning). Hel ontwerpbesluit tot vaststelling van deze hogers waarden, met bijbehorende stukken, ligt eveneens tBr inzage. Terinzageliggíng Alle stukken liggen met Ingang van donderdag 16 januari 2014 gedurende zes weken, voor eenieder ter inzage bij hot informalìecenţrum in hel stadhuis, Slotjesveld 1 te Oostarhoui. Ook kunnen alls stukken geraadpleegd worden op de website van de gemeente www.oostarhout.nl (via het pad inwoners > ruimielijke ontwikkeling * bestemmingsplannen > buitengebied) of op www.ruimtelijkeplannen.nlMogelíjkheîd indiening zienswijzen Vanaf de dag van ter inzage legging (dus vanaf 16 januari 20141 kan een ieder gedurende 6 weken (dus
Staatscourant 2914 nr. 7B2
15 januari 2014
25-02-2014 10:17
VAN-RASSERS ADVOCATEN
+31-76-5222552
T-B10
P.010/010 F - 6 1 8
tot uiterlijk 27 februari 2014) ter zake van hst ontwerpbestemmingsplan, van de PlanMER Buitenge bied an van het ontwerpbesluit vaststelling hogere waarden Wgh een schríftelijke ōf mondelinge zienswijze naar voren brengen. Schriftelijke zienswijzen betrekking hebbende op het oniwerpbestemmingsplsn en op de PlanMER dienen te worden gericht aan de gemeenteraad van Qosterhout, Postbus 10150, 4900 GB Oosterhout, onder vermelding van "Zienswijze ontwerpbesiemmingsplan Buitengebied 2013". Voor wat betreft het ontwerpbesluit vaststelling hogere waarden dienen de schriftelijke zienswijzen te worden gericht san het. collega van burgemeester en wethouders van Ûosterhout, Postbus 10160, 4900 G B Oosterhout, onder vermelding van "Zienswijze ontwerpbeslüit vaststelling hogere waarden Buitengebied Oosterhout", Voor het indienen ven mondelinge zienswijzen kan een afspraak worden gemaakt met de hear F. Versteegh, tel. 0162 489819, of met de heer D. van Dongen, tel. 0162 489548, bBÌde van de afdeling Stedelijke Ontwikkeling. Oosterhout, IS januari 20 74.
Staat»cmrftnt2QH Hf. 1U
15 januari 2014