Colofon
Projectgroep bestaande uit: Niels Minnen Hoogheemraadschap van Rijnland Peter bij de Vaate Hoogheemraadschap van Rijnland Giny Douwes Rijkswaterstaat Mirjam Stark Antea Group
Datum van uitgave: 16 juni 2014 Contactadres: Beneluxweg 125 4904 SJ OOSTERHOUT Postbus 40 4900 AA OOSTERHOUT
Copyright © 2014 Antea Nederland B.V. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Inhoud
Blz.
1
Inleiding ..............................................................................................................3
1.1 1.2 1.3
Kader; Ontwerp-Tracébesluit A4 Vlieland - N14 ...................................................................3 Bouwstenen.........................................................................................................................4 Leeswijzer ............................................................................................................................4
2
Kader en richtlijnen..............................................................................................5
2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3
Beleid en wetgeving.............................................................................................................5 Europees- en rijksbeleid water .............................................................................................5 Provincie ..............................................................................................................................6 Waterschappen....................................................................................................................6 Doorlopen proces.................................................................................................................7 Watertoetsproces ................................................................................................................7 Raakvlakken ........................................................................................................................7 Beschikbare informatie ........................................................................................................8
3
Beschrijving huidige situatie .................................................................................9
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Locatie .................................................................................................................................9 Geohydrologie en bodemopbouw........................................................................................9 Grondwater .......................................................................................................................10 Oppervlaktewater..............................................................................................................11 Waterkeringen ...................................................................................................................13 Hemelwater .......................................................................................................................14 Duikers...............................................................................................................................14
4
Voorgenomen ontwikkeling ...............................................................................16
4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.7.1 4.7.2 4.7.3 4.7.4
Scope .................................................................................................................................16 Effecten op hemelwaterkwantiteit ....................................................................................17 Algemeen...........................................................................................................................17 Uitwerking per peilvak .......................................................................................................18 Samenvatting.....................................................................................................................22 Effecten op waterkwaliteit.................................................................................................22 Effecten op oppervlaktewater............................................................................................23 Effecten op grondwater .....................................................................................................24 Effecten op waterkeringen.................................................................................................24 Effecten op raakvlakken.....................................................................................................25 Natuur ...............................................................................................................................25 Bodem................................................................................................................................25 Archeologie........................................................................................................................25 Geometrisch Ontwerp ........................................................................................................26
Bijlage 1: Besprekingsverslag ..............................................................................................1 Bijlage 2: Detailtekeningen waterkeringen..........................................................................1 Bijlage 3: Mogelijke gebieden waterberging........................................................................1
blad 1 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
blad 2 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
1
Inleiding Voor u ligt het rapport betreffende het deelaspect Water / beknopt Waterhuishoudkundig plan bij het Ontwerp-Tracébesluit (OTB) A4 Vlietland - N14. Het doel van het beknopt Waterhuishoudkundig plan is het vastleggen van de huidige situatie en de effecten van de ingreep voor wat betreft (grond)waterhuishouding, (grond)waterkwaliteit en -kwantiteit en een beschrijving van de eventueel benodigde wijzigingen in het watersysteem. In het beknopt Waterhuishoudkundig plan wordt daarom ingegaan op deze aspecten.
1.1
Kader; Ontwerp-Tracébesluit A4 Vlieland - N14 Door het gebied Holland Rijnland e.o. lopen de rijkswegen A4 en A44 (N44). De verkeersdruk op de rijkswegen is hoog, waarbij in de huidige situatie sprake is van afwikkelingsproblemen. Door terugslag van de file op de snelwegen en door drukte op het hoofdwegennet, wordt ook het onderliggend wegennet steeds zwaarder belast. Om de bereikbaarheid in de regio Holland Rijnland te vergroten en ruimtelijke ontwikkelingen op te vangen wordt de A4 tussen Vlietland en de N14 verbreed van 2x3 naar 2x4 rijstroken. De verbreding vindt plaats in de middenberm. In de middenberm is hiervoor reeds voldoende ruimte aanwezig, waarbij op enkele stukken ook de asfaltverharding reeds is aangelegd. Op 12 september 2013 heeft de minister de startbeslissing voor deze verbreding genomen. Om de verbreding juridisch mogelijk te maken wordt de Verkorte Tracéwetprocedure doorlopen.
Figuur 1.1 Globale aanduiding tracé (O)TB verbreding A4 Vlietland-N14 Aansluitend aan het tracé van de A4 tussen de N14 en Vlietland wordt ter hoogte van Vlietland de Rijnlandroute gerealiseerd. Op 26 juni 2013 hebben Provinciale Staten van Zuid-Holland ingestemd met het realiseren van de ‘Rijnlandroute’. Onderdeel van dit project Rijnlandroute is het verlengen van de
blad 3 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
bestaande parallelstructuur langs de A4. Dit betreft een verlenging vanaf de aansluiting met de N206/Zoeterwoude-Dorp tot aan de nieuwe aansluiting Vlietland. De realisatie van de Rijnlandroute is voor het project A4 Vlietland-N14 als autonome ontwikkeling beschouwd. De startbeslissing is in het OTB nader uitgewerkt. In het kader van het OTB zijn de effecten van de weg onderzocht en zijn de benodigde maatregelen ten behoeve van de omgeving beschreven. Het voorliggende beknopt Waterhuishooudkundig plan is in het kader van het OTB opgesteld.
1.2
Bouwstenen Het (O)TB bestaat uit 1. het Besluit, 2. de Kaarten, 3. de Toelichting 4. de bijlagen. De bijlagen betreffen naast de Startbeslissing de onderzoeksrapporten bij het (O)TB. Deze rapporten moeten in onderlinge samenhang worden bezien.
1.3
Leeswijzer In hoofdstuk 2 zijn het kader en de richtlijnen toegelicht, zoals het beleid, het doorlopen proces en de raakvlakken. In hoofdstuk 3 is de huidige situatie beschreven. Hoofdstuk 4 omvat de voorgenomen ontwikkeling en de effecten daarvan op de verschillende deelaspecten betreffende water.
blad 4 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
2 2.1 2.1.1
Kader en richtlijnen Beleid en wetgeving Europees- en rijksbeleid water Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) De kaderrichtlijn Water is een Europese richtlijn die tot doel heeft de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater te waarborgen en te verbeteren. Hiertoe hebben de waterbeheerders oppervlaktewaterlichamen geclassificeerd. Aan de classificatie hangt een maatregelenpakket om de kwaliteit te verbeteren. Waterwet De Waterwet regelt de verantwoordelijkheden ten aanzien van hemelwater, oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. In 2009 is de Waterwet van kracht geworden. Deze bestaat uit een samentrekking van de Wet op de waterhuishouding, Wet verontreiniging oppervlaktewateren, Wet verontreiniging zeewater, Grondwaterwet, Wet droogmakerijen en indijkingen, Wet op de waterkering, Wet beheer rijkswaterstaatswerken (natte deel), Waterstaatswet (natte deel) en de Regeling waterbodems uit de Wet bodembescherming. Alle wateraspecten waarvoor een vergunning nodig is kunnen in één watervergunning worden meegenomen. Waterbeheer 21ste eeuw, Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW-actueel) Directe aanleiding voor het kabinetsstandpunt ‘Anders omgaan met water, waterbeleid in de 21e eeuw’ (WB21)’, is de zorg over het toenemende hoogwater in de rivieren, wateroverlast en de versnelde stijging van de zeespiegel. Het kabinet is van mening dat er een aanscherping in het denken over water dient plaats te vinden. Nadrukkelijker zal rekening moeten worden gehouden met de (ruimtelijke) eisen die het water aan de inrichting van Nederland stelt. In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is afgesproken dat water een medesturend aspect is binnen de ruimtelijke ordening en dat het watersysteem ‘op orde’ moet worden gebracht. Dit betekent dat het watersysteem robuust en veerkrachtig moet zijn en moet voldoen aan de normen voor wateroverlast, nu en in de toekomst. In het Nationaal Bestuursakkoord Water-actueel (2008) is wederom afgesproken om het watertoetsproces te doorlopen bij alle waterhuishoudkundige relevante ruimtelijke plannen en besluiten van rijk, provincies en gemeenten. Het watertoetsproces moet verplicht zijn doorlopen bij de vaststelling van een bestemmings- of inpassingsplan, bij een op basis van deze plannen vastgesteld wijzigings- of uitwerkingsplan en bij het verlenen van een omgevingsvergunning, waarbij van een geldend bestemmingsplan (inpassingsplan) of een vastgestelde beheersverordening wordt afgeweken. De basisprincipes van bovengenoemd beleid zijn: meer ruimte voor water en het voorkomen van afwenteling van de waterproblematiek in ruimte of tijd. Dit is in WB21 samengevat in de twee drietrapsstrategieën voor: Waterkwantiteit (vasthouden, bergen, afvoeren) en Waterkwaliteit (schoonhouden, schoon en vuil scheiden, zuiveren). Besluit lozen buiten inrichtingen In 2011 zijn het Besluit lozen buiten inrichtingen en de bijbehorende Regeling buiten inrichtingen in werking getreden. Dit besluit bevat regels voor een groot aantal categorieën van lozingen die het gevolg zijn van activiteiten die plaatsvinden buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer. Het besluit geeft onder meer algemene regels voor het omgaan met afstromend regenwater van rijkswegen en de daarbij behorende viaducten, bruggen, tunnels en overige kunstwerken. Onderscheid is gemaakt tussen
blad 5 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
afstromend hemelwater en afstromend reinigingswater bij onderhoud. Het besluit is gericht op de wijze waarop met lozingen moet worden omgegaan, niet op de waterkwaliteitsnormen van lozingswater en het ontvangende watersysteem. De voorkeursvolgorde voor lozen is: 1. Infiltratie in de bodem 2. Lozing in aangewezen oppervlaktewaterlichaam 3. Lozing op regenwaterriolering 4. Lozing in niet-aangewezen oppervlaktewaterlichaam. Kader afstromend wegwater Het Kader Afstromend Wegwater dient om het Besluit lozen buiten inrichtingen praktisch hanteerbaar te maken. Het geeft aan welke praktische handvatten voor de keuze van voorzieningen voor het afstromend wegwater en voor de afweging van verschillende belangen in het primaire proces bestaan. Het kader is van toepassing op (infrastructuur) locaties die in beheer van Rijkswaterstaat zijn. Het Kader wordt in samenhang met het Besluit gebruikt.
2.1.2
Provincie Het Provinciaal Waterplan bevat de hoofdlijnen van het provinciaal waterbeleid voor 2010-2015. De provincie vertaalt in dit plan het beleid uit het nationaal waterplan en het huidige Europese beleid naar provinciale kaders en doelstellingen voor de periode 2010-2015. Conform de herziene sturingsvisie water gaat het met name om de wat-vraag. De waterschappen beantwoorden in hun waterbeheerplannen vervolgens vooral de hoe-vraag en concretiseren de benodigde maatregelen.
2.1.3
Waterschappen Hoogheemraadschap van Delfland Waterbeheerplan Hoogheemraadschap Delfland 2010-2015 Het Waterbeheerplan zet de lijnen uit voor de strategie, het beleid en de uit te voeren maatregelen in de planperiode 2010-2015. Het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna Delfland) streeft drie ambities na: het verder ontwikkelen van een robuust en veerkrachtig watersysteem, het efficiënt verwerken van afvalwater en het creëren van een gezond watersysteem welke voorbereid is op klimaatveranderingen. Keur De Keur is een juridisch instrument van de waterbeheerder, het Hoogheemraadschap van Delfland, dat ervoor zorgt dat het watersysteem op orde blijft. De Keur legt onder andere vast welke bouwactiviteiten in de beschermingszone van waterlopen en waterkeringen mogelijk zijn. Hoogheemraadschap van Rijnland Waterbeheerplan 2010-2015 In het Waterbeheerplan (WBP) geeft het Hoogheemraadschap van Rijnland aan wat haar ambities voor de komende planperiode zijn en welke maatregelen in het watersysteem worden getroffen. Het nieuwe WBP legt meer dan voorheen accent op uitvoering. De drie hoofddoelen zijn veiligheid tegen overstromingen, voldoende water en gezond water. Wat betreft veiligheid is cruciaal dat de waterkeringen voldoende hoog en stevig zijn én blijven en dat rekening wordt gehouden met mogelijke toekomstige dijkverbeteringen. Wat betreft voldoende water gaat het erom het complete watersysteem goed in te richten, goed te beheren en goed te onderhouden. Daarbij wil Rijnland dat het watersysteem op orde en toekomstvast wordt gemaakt, rekening houdend met klimaatverandering. Immers, de verandering van het klimaat leidt naar verwachting tot meer lokale en heviger buien, perioden van langdurige droogte en zeespiegelrijzing. Het waterbeheerplan sorteert voor op deze ontwikkelingen. Keur en Beleidsregels
blad 6 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Om haar taak uit te kunnen oefenen maakt het Hoogheemraadschap van Rijnland onder andere gebruik van de keur. In de keur en de bijbehorende beleidsregels staan regels ter bescherming van waterkeringen, watergangen en bijbehorende kunstwerken (zoals stuwen en gemalen). Zo is in de keur geregeld welke handelingen en activiteiten in en nabij watergangen, waterkeringen en waterbergingsgebieden niet zijn toegestaan zonder vergunning. De keur is daarmee een belangrijk middel om via vergunningverlening en handhaving het watersysteem op orde te houden of te krijgen.
2.2 2.2.1
Doorlopen proces Watertoetsproces Hoogheemraadschap van Delfland In december 2013 heeft een eerste afstemming plaatsgevonden met het Hoogheemraadschap van Delfland, zowel telefonisch als per e-mail. Geconstateerd is dat het gebied waar de voorgenomen verbreding van de A4 plaatsvindt, al bestemd is als 'verkeersdoeleinden'. Delfland heeft als regel dat als verharding al in de huidige bestemming is toegestaan, dat er dan geen compensatie voor de daadwerkelijke aanleg van verharding binnen dit gebied nodig is. Er hoeft dan geen watertoets te worden doorlopen. In bijlage 1 is de e-mailwisseling opgenomen. Wanneer maatregelen worden getroffen waardoor watergangen worden aangepast of wanneer werkzaamheden nabij waterkeringen worden uitgevoerd, is wel een vergunning Waterwet vereist. Hoogheemraadschap van Rijnland Op 11 december 2013 is een overleg gevoerd waarbij het Hoogheemraadschap van Rijnland, de provincie Zuid-Holland en Rijkswaterstaat aanwezig waren. In bijlage 1 is het besprekingsverslag opgenomen. Rijnland heeft aangegeven dat bij extra verharding de eis geldt dat 15% van de oppervlakte aan verharding als waterberging (open water) moet worden aangelegd binnen hetzelfde peilvak. Ten aanzien van de waterkwaliteit heeft Rijnland aangegeven dat zij in principe akkoord zijn met afstroming over het maaiveld, zodat verontreinigingen niet in het oppervlaktewater komen. Verder heeft Rijnland als wens geuit om een bestaande duiker onder de A4, die bij eerdere werkzaamheden verstopt is geraakt, weer open wordt gemaakt. In paragraaf 3.7 is hier verder op ingegaan. Tenslotte is besproken in hoeverre voor de compensatie van de waterberging bestaande knelpunten in het watersysteem kunnen worden benut. In hoofdstuk 4 zijn concrete voorstellen gedaan om de extra verharding te compenseren. Rijnland heeft per e-mail aangegeven dat zij hiermee in kunnen stemmen (bijlage 1). Voor de grond die geen eigendom is van Rijkswaterstaat, zijn inmiddels gesprekken gevoerd met de betreffende eigenaren, namelijk het Hoogheemraadschap van Rijnland en de gemeente Leidschendam. Deze partijen zijn akkoord met de grondverwerving. In een vervolg wordt de nadere uitwerking en de vergunningaanvraag opgestart.
2.2.2
Raakvlakken Elementair ontwerp Op basis van het Elementair Ontwerp is vastgesteld waar extra verharding zal worden aangelegd. Deze extra verharding is weergegeven op de tekeningen Hoeveelheden nieuwe verharding inclusief kadastrale gegevens (5 bladen). In paragraaf 4.1 is hier verder op ingegaan.
blad 7 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Natuur De locatie(s) van nieuwe waterberging kan van invloed zijn op natuur. Deze locaties worden daarom onderling afgestemd, zodat er geen bestaande natuurwaarden verloren gaan en mogelijk bestaande natuurwaarden versterkt kunnen worden. Bodem Afstromend hemelwater kan in de bodem komen, waardoor deze verontreinigd raakt. De basis voor de afweging wordt gevormd door het besluit lozing buiten inrichtingen en het Kader afstromend wegwater. Geometrisch ontwerp In het Geometrisch Ontwerp zijn niet alleen de extra verharding opgenomen, maar eveneens maatregelen zoals de verbreding van watergangen en dergelijke. De resultaten van de watertoets / waterhuishoudingsplan vormen daarom input voor het Geometrisch Ontwerp.
2.2.3
Beschikbare informatie Naast het Elementair Ontwerp zijn de eigendomsgrens als voorkeur voor de aanleg van compenserend oppervlaktewater van belang, en de ligging van gebieden met natuurwaarden. Deze laatste zijn aangegeven in de Groenbeheerkaart Rijksweg A4 (blad 20 t/m 26). Op deze kaarten is ook de beheergrens van Rijkswaterstaat aangegeven. Vooralsnog is aangenomen dat de beheergrens overeenkomt met de eigendomsgrens. Voor informatie betreffende de bodemopbouw en het huidige watersysteem is gebruik gemaakt van literatuur, zoals aangegeven in hoofdstuk 3.
blad 8 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
3 3.1
Beschrijving huidige situatie Locatie Het project betreft de A4 tussen de aansluiting met de N14 bij Leidschendam en de natuur- en recreatieplas Vlietland. Het traject heeft een lengte van ongeveer 5,5 km. Maaiveld De A4 loopt hier vooral door de Gecombineerde Starrevaart- en Damhouderpolder. De maaiveldhoogte van deze polder ligt globaal op NAP -4,5 m (figuur 3.1). De A4 zelf ligt op circa NAP -2,5 m, dus ongeveer 2 m hoger dan het omliggende maaiveld (bron: AHN2).
Figuur 3.1: Maaiveldhoogte (bron: AHN2)
3.2
Geohydrologie en bodemopbouw Uit Regis II blijkt dat er een Holocene deklaag is met een dikte van 10 à 15 m (figuur 3.2). Hieronder ligt een zandpakket met een dikte van 15 à 20 m. De dieper gelegen scheidende lagen en watervoerende pakketten zijn voor onderhavige studie niet van belang. Volgens de bodemkaart (www.bodemdata.nl) bestaat de bodem direct aan weerszijden van de A4 vooral uit veen op ongerijpte klei en uit kleidek op veen (figuur 3.3).
blad 9 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Figuur 3.2: Geohydrologische doorsnede (bron: Regis II, www.dinoloket.nl)
Figuur 3.3: Bodemkaart (bron: bodemdata.nl)
3.3
Grondwater Uit de grondwatertrappenkaart blijkt dat er sprake is van ondiepe grondwaterstanden (figuur 3.4). Nabij de A4 is grondwatertrap II aanwezig. Dit houdt in dat de Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG) minder dan 40 cm beneden maaiveld ligt, en de Gemiddeld Laagste Grondwaterstand (GLG) tussen 50 en 80 cm.
blad 10 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Figuur 3.4: Grondwatertrappenkaart (bron: bodemdata.nl) Beschermde gebieden Er zijn geen milieubeschermingsgebieden voor grondwater in de omgeving van het projectgebied. In de geografische informatie van de provincie Zuid-Holland wordt het grondwater in het projectgebied als brak/zout omschreven. Het maakt daarom geen deel uit van strategisch zoet grondwatergebied.
3.4
Oppervlaktewater Vrijwel het gehele wegvak ligt in het beheergebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Alleen het traject zuidelijk van km 43,33 tot km 43,6 ligt in het beheergebied van Delfland. Deze grens ligt ter hoogte van de onderdoorgang De Tol in Leidschendam onder de A4 door. Aan weerszijden van de A4 lopen sloten. Deze worden beheerd door de betreffende waterbeheerder, door Delfland of door Rijnland. De A4 ligt in een poldergebied. De polders en peilvakken zijn weergegeven in figuur 3.5 (Rijnland) en 3.6 (Delfland). In tabel 3.1 zijn de namen en peilen van de polders opgenomen. De nummers in de eerste kolom van tabel 3.1 verwijzen naar figuur 3.5 en 3.6. Tabel 3.1: Polders nabij de A4 Nummer Peilgebied
Identificatienr.
1 2 3 4 5 6 7 8 9
PBS_WW-16 PBS_WW-17G PWS_WW-14A PWS_WW-14B PBS_WW-12B PBS_WW-12A PBS_WW-14C PBS_WW-14D PWS_WW-04G
Polder Klein Starrevaart, De Tol Nieuwe Driemanspolder Gecombineerde Starrevaart- en Damhouderpolder Meeslouwerpolder voormalige Meeslouwerpolder Rietpolder Grote Westeindsepolder
Zomerpeil (m NAP) -4,47 -5,07 -5,02 -3,72 -4,67 -4,77 -4,62 -2,02 -2,52
Winterpeil (m NAP) -4,47 -5,37 -5,22 -3,32 -4,87 -4,97 -4,72 -2,02 -2,62
blad 11 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Nummer 10 11 12 13 14
Peilgebied
Grote Westeindsepolder - reservaat Oostvliet-, Hof- en Spekpolder Tedingerbroekpolder
Identificatienr. PWS_WW-04A PWS_WW-04B PBS_WW-03B PBS_WW-03A POl218
Zomerpeil (m NAP) -2,22 -1,97 -2,12 -2,32 -4,50
Winterpeil (m NAP) -2,37 -1,87 -2,12 -2,42 -4,75
Figuur 3.5: Polders bij de A4 (blauwe nummers verwijzen naar tabel 3.1) bron: www.rijnland.net
blad 12 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Figuur 3.6: Polders bij de A4 (blauwe nummers verwijzen naar tabel 3.1) bron: www.delfland.nl
3.5
Waterkeringen In of nabij het plangebied zijn geen primaire waterkeringen aanwezig. Wel zijn verschillende regionale keringen aanwezig. Dit zijn de keringen tussen de verschillende polders. In figuur 3.7 zijn de keringen van Rijnland weergegeven. In figuur 3.6 is de waterkering op de grens van Rijnland en Delfland weergegeven. Dit betreft een landscheiding. Nabij Leidschendam kruist de A4 een kering van Rijnland. Bij Vlietland liggen meerdere keringen op korte afstand vanaf de A4. In bijlage 2 zijn enkele meer gedetailleerde tekeningen hiervan opgenomen. Verder liggen geen regionale keringen nabij de A4.
blad 13 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Figuur 3.7: Regionale keringen (rood) bron: www.rijnland.net
3.6
Hemelwater In de huidige situatie loopt het hemelwater vanaf de weg (wegwater) over het maaiveld en wordt het daarna opgevangen in de sloot. De meeste verontreinigingen van de weg blijven al achter in de ZOABverharding (Zeer Open Asfalt Beton). Resterende verontreinigingen worden in de bovenlaag van het maaiveld afgevangen. In de sloten komen daardoor geen verontreinigingen.
3.7
Duikers Uit de KLIC-melding is gebleken dat onder de A4 door verschillende duikers liggen. Bij Rijnland zijn drie duikers bekend (en een wildtunnel). Eén van deze duikers functioneert niet meer, en andere duiker functioneert slecht. In tabel 3.2 zijn de kenmerken van de duikers opgenomen. Tabel 3.2: Duikers onder A4 Nummer duiker Kilometer
geen nummer geen nummer A4.401.01 A4.409.01 A4.412.01 A4.412.02
38,4 38,6 40,15 40,9 40,9 41,275
Peilvakken aan weerszijde n.v.t. n.v.t. WW-14A WW-14A WW-14A WW-14A
Opmerking Rijnland
Alleen voor wegwater van oostkant naar westkant Alleen voor wegwater van oostkant naar westkant Bij Rijnland geen duiker in systeem. Een wildtunnel en een niet goed functionerende duiker. Bij Rijnland geen duiker in systeem.
blad 14 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Nummer duiker
Kilometer
A4.418.01 A4.422.01
41,8 42,25
Peilvakken aan weerszijde WW-14A WW-14A
A4.426.01
42,6
WW-14A
Opmerking Rijnland
Bij Rijnland geen duiker in systeem. Duiker rond 1000 mm aanwezig, functioneert redelijk. Was vroeger goede duiker aanwezig. Duiker is dichtgegaan bij eerdere verbreding A4.
blad 15 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
4 4.1
Voorgenomen ontwikkeling Scope De A4 wordt verbreed van 2x3 rijstroken naar 2x4 rijstroken. De verbreding vindt plaats in de middenberm. In de middenberm is hiervoor reeds voldoende ruimte aanwezig, waarbij op enkele stukken de asfaltverharding ook al is aangelegd. De nieuwe verharding is weergegeven op de tekeningen 'Hoeveelheden nieuwe verharding inclusief kadastrale gegevens' (5 bladen). De verbreding van de A4 heeft betrekking op het deel van de A4 tussen het nieuw te realiseren knooppunt Vlietland en de bestaande aansluiting met de N14. Het knooppunt Vlietland is onderdeel van het project Rijnlandroute en zal worden gerealiseerd ter hoogte van Voorschoten. Het betreft een tracé van 5,9 (Den Haag – Amsterdam) en 7,1 (Amsterdam – Den Haag) kilometer: bij de westelijke rijbaan begint de extra rijstrook bij km 37,9; bij de westelijke rijbaan eindigt de extra rijstrook ter hoogte van de afrit naar de N14, km 43,6, waar de bestaande bijkomende rijstrook verder in zuidelijke richting begint; bij de oostelijke rijbaan begint de extra rijstrook nabij de aansluiting op de N14 ter plaatse van de bestaande afstreping (deze vervalt), ter hoogte van km 42.3; bij de oostelijke rijbaan eindigt de extra rijstrook bij km 37,9. Km 37,9 betreft de locatie aan de noordzijde waar de A4 van de RijnlandRoute weer op de bestaande as aansluit. Aan de zuidzijde loopt begrenzing bij de westelijke baan dus verder door dan bij de oostelijke baan. Extra verharding In onderstaande tabel is aangegeven waar welke nieuwe verharding wordt aangelegd. Hierbij is ook aangegeven op welk kaartblad (Hoeveelheden nieuwe verharding inclusief kadastrale gegevens) deze zichtbaar is. De nummering uit onderstaande tabel is eveneens op deze kaartbladen aangegeven. Verder is opgenomen welke hoeveelheid water als compensatie moet worden aangelegd. Tabel 4.1: Extra verharding Nummer verharding 1 2 3 4 5
Kilometer
Oppervlakte 2 (m ) 2.217 97 16 251
Peilvak
Oost / west
Benodigde comp. 2 15% (m ) 37,9-38,7 PBS_WW-14D west 332,55 37,9 Boezem oost 14,55 38 Boezem oost 2,4 38,7 PBS_WW-12A oost 37,65 PBS_WW-14D west 11,33 151 38,8 PBS_WW-14C west 11,32 6 39,3 18 PBS_WW-14C west 2,7 7 PBS_WW-12A oost 174,32 9.863 PBS_WW-12B oost 509,28 38,8-42,2 PWS_WW-14A oost 795,85 8 PBS_WW-12B west 44,60 738 39,4-42,4 PWS_WW-14A west 66,10 9 42,5-43,2 1.930 PWS_WW-14A west 289,5 10 43,2-43,3 287 PBS_WW-16 west 43,05 11 PBS_WW-16 west 9,30 586 43,3-43,5 Delfland west n.v.t. Totaal 16.154 2.344,49 * Nummer 11 valt grotendeels binnen het beheergebied van het Hoogheemraadschap van Delfland en hoeft volgens hun beleid niet te worden gecompenseerd
blad 16 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Duikers Door Rijnland is aangegeven dat de duikers onder de A4 onvoldoende functioneren voor het watersysteem. Bij de combinatie duiker en wildtunnel (nrs. A4.409.01 en A4.412.01, zie tabel 3.2 in paragraaf 3.7) blijkt ook uit controle door Rijkswaterstaat dat de duiker onvoldoende functioneert. Deze duiker zal in het reguliere onderhoud door Rijkswaterstaat worden hersteld. Duiker A4.422.01 functioneert voldoende, hier zijn geen maatregelen nodig. De duiker A4.426.01 is noodzakelijk om de waterberging aan beide zijden van de A4 te kunnen benutten, zodat in de watercompensatie kan worden voorzien. In het kader van de uitvoering van dit TB zal deze duiker A4.426.01 (afhankelijk van de actuele situatie) worden hersteld of vervangen door een nieuwe duiker met diameter 1000 mm. Met deze maatregelen wordt het watersysteem in voldoende mate hersteld. Overige aanpassingen De verbreding van de weg vindt volledig plaats in de middenberm. Dit houdt in dat de buitengrens van de verharding nergens wordt verbreed. Er zijn daardoor geen aanpassingen aan onderdoorgangen, viaducten e.d. noodzakelijk. Dit met uitzondering van de benodigde aanpassingen aan het watersysteem om de extra verharding te compenseren. Doordat de infiltratie en berging van hemelwater na de aanpassing alleen nog maar aan de buitenbermen plaats kan vinden en niet meer in de middenbermen, neemt de totale infiltratiecapaciteit van de bermen af. Bij de berekening van de watercompensatie wordt geen rekening gehouden met een infiltratie in de bodem.
4.2 4.2.1
Effecten op hemelwaterkwantiteit Algemeen Verharding heeft een snellere afvoer naar het watersysteem tot gevolg dan onverhard gebied. Om grotere pieken in de afvoer van het oppervlaktewater te voorkomen, moet extra berging worden aangelegd. Deze extra berging wordt gerealiseerd in de vorm van extra oppervlaktewater dan wel natuurvriendelijke oevers, die bij een peilstijging een extra oppervlakte aan water hebben (plas-dras oevers). Rijnland heeft als eis dat 15% van de extra verharding als extra berging (in vierkante meters nieuw oppervlaktewater) wordt gerealiseerd. In dit geval is in het beheergebied van Delfland geen compensatie nodig. In tabel 4.2 is de benodigde compensatie per peilvak opgenomen. In figuur 4.1 is de ligging van de compensatie per peilvak weergegeven. Voor de verbreding van de sloten worden conform het beleid van Rijnland taluds 1:3 toegepast wanneer voldoende ruimte beschikbaar is. Wanneer deze ruimte niet beschikbaar is, worden de huidige taluds (circa 1:1) toegepast. De stabiliteit van de betreffende sloot wordt daarmee dus niet verslechterd ten opzichte van de huidige situatie. Tabel 4.2: Benodigde compensatie per peilvak Peilvak Boezem PBS_WW-12A PBS_WW-12B PWS_WW-14A PBS_WW-14C PBS_WW-14D PBS_WW-16 Subtotaal Totaal
Nummer verharding 2, 3 4, 7 7 7, 8, 9 5, 6, 8 1, 5 10, 11
2
Benodigde compensatie 15% (m ) oost west 16,95 211,97 509,28 795,85 355,60 58,62 343,88 52,35 1.534,05 810,45 2.344,50
blad 17 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
2
Figuur 4.1: Ligging extra verharding, peilvakken en waterkeringen en benodigde compensatie verharding (in m ) De extra waterberging wordt in hetzelfde peilvak gerealiseerd als waar de extra verharding aangebracht wordt. Voor peilvak 12B heeft Rijnland aangegeven dat deze compensatie ook in het lager gelegen peilvak 12A plaats mag vinden. Rijkswaterstaat heeft verder de voorkeur dat de berging binnen haar eigendomsgrenzen plaatsvindt. Hiermee wordt vertraging door grondaankoop e.d. voorkomen. Daarnaast is rekening gehouden met de aanwezigheid van kabels en leidingen.
4.2.2
Uitwerking per peilvak Onderstaand is per peilvak (van noord naar zuid) gekeken naar de mogelijkheden voor de aanleg van waterberging, rekening houdend met waterkeringen en kabels en leidingen, en zo mogelijk ook de rijkseigendommen. In de figuren 4.2 en 4.3 zijn de voorziene compensatiemogelijkheden indicatief weergegeven. Per peilvak zijn in bijlage 3 indicatieve figuren toegevoegd. Boezem De verhardingsvakken 2 en 3 liggen binnen boezemland. De benodigde oppervlakte aan extra water 2 bedraagt 16,95 m .
blad 18 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
In het projectgebied van de A4 ligt vrijwel geen eigendom van Rijkswaterstaat in boezemland. De boezem strekt zich echter ver uit buiten het projectgebied, en de benodigde compensatie is gering. Rijnland heeft aangegeven dat het gehele boezemgebied van Rijnland hiervoor beschikbaar is. Deze compensatie wordt buiten de TB-grenzen verder uitgewerkt in overleg met het Hoogheemraadschap. Door het Hoogheemraadschap van Rijnland is aangegeven dat de compensatie in het gehele boezemgebied van Rijnland plaats mag vinden.
Figuur 4.2: Mogelijkheden watercompensatie noordkant Peilvak WW-14D - vak 1+5 Dit is een klein peilvak dat aan alle kanten omringd wordt door waterkeringen. Langs de sloot binnen de eigendomsgrenzen liggen meerdere kabels en leidingen, met name een leiding van DPO (Dienst Pijpleidingen Organisatie). Deze leiding is mogelijk buiten gebruik, dit wordt nog geverifieerd. Op beperkte afstand van de sloot liggen meerdere data-kabels (eigendom RWS). Aan de westkant van de sloot ligt een gasleiding. De enige mogelijkheid die hier wordt gezien ligt buiten Rijkseigendom, door de 'tweede' sloot aan de westkant over een lengte van ongeveer 310 m met ca. 1,1 m te verbreden (oppervlakte benodigd 2 343,88 m ). Dit vak ligt buiten de kernzones en beschermingszones van de waterkeringen, maar wel binnen een buitenbeschermingszone. In bijlage 3 is dit indicatief weergegeven.
blad 19 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Ondanks de verhoogde archeologische verwachtingswaarde in dit gehele peilvak vormt de verruiming van de watergang geen knelpunt voor archeologie. Op basis van oud kaartmateriaal blijkt immers dat deze watergang op ca. 100 m ligt van dichtstbijzijnde ontginningsas. Bovendien gaat het om een verbreding van slechts 1,1 m. Hiermee wordt voldaan aan de benodigde compensatie. Peilvak WW-12A + 12B - vak 4+7 De compensatie van peilvak 12B kan door de aanwezigheid van kabels en leidingen alleen op grond van Rijkswaterstaat worden gerealiseerd wanneer een drinkwaterleiding wordt verplaatst. Rijnland heeft aangegeven dat de compensatie ook in peilvak 12A mag plaatsvinden. De totale compensatie is dan 2 2 2 211,97 m van peilvak 12A plus 509,28 m van peilvak 12B = 721,25 m . tussen een bocht in de sloot en een tegengestelde bocht in de lokale weg is een hoekje beschikbaar. Dit hoekje is eigendom van Rijkswaterstaat, hier liggen geen kabels en leidingen (met uitzondering van een 2 lozingspunt van het wegwater). De beschikbare ruimte is ongeveer 450 m . Noordelijker van de dam 2 naar het landbouwperceel is nog een hoekje van ca. 60 m beschikbaar. Aan de oostkant van de sloot is 2 een driehoek grond eigendom van Rijkswaterstaat. Deze oppervlakte is ongeveer 300 m . Totaal is dus 2 2 ongeveer 800 m beschikbaar, dus iets meer dan de benodigde oppervlakte van 721,25 m . In bijlage 3 is dit indicatief weergegeven. In een brede zone langs de A4 is in dit peilvak een verhoogde archeologische verwachtingswaarde. De geplande waterberging ligt ter plekke van het uiteinde van de Meerburgsewetering. Hierlangs is bebouwing vanaf in elk geval begin 17e eeuw mogelijk, maar mogelijk eerder. Ook is de ligging en datering van de wetering zelf van belang. De omvang van de geplande waterberging bedraagt hier ca. 800 m2. Voor deze locatie wordt een archeologisch vervolgonderzoek door middel van proefsleuven (bijv. 2 sleuven van 2 x 25 m) geadviseerd. Een archeologische begeleiding bij de aanleg van de berging is eventueel ook een optie. Hiermee wordt voldaan aan de benodigde compensatie Peilvak WW-14C - vak 5+6+8 Ook dit is een klein peilvak met aan de westkant een waterkering. Juist buiten de beschermingszones is aan het eind van een sloot een driehoekig stuk grond eigendom van Rijkswaterstaat. Dit hoekje ligt ook buiten alle kabels en leidingen. Door de sloot over een lengte van ca. 15 m met een breedte van 4 m te verbreden, wordt aan de 2 benodigde compensatie (58,62 m ) voldaan. In bijlage 3 is dit indicatief weergegeven. In dit gehele peilvak is er een verhoogde archeologische verwachtingswaarde. De slootverlenging ligt evenwijdig aan een vaart die de Meerburgsewetering verbond met de Knipsloot in het zuidwesten. Deze vaart dateert in elk geval van na 1830 (want nog niet aanwezig op minuutplan) en voor 1876 (aanwezig op topografisch militaire kaart, echter nog zonder bebouwing, hetgeen ook nog geldt voor kaart uit 1900). Gezien de relatief jonge datering van deze vaart en dus van eventuele bebouwing hierlangs en gezien de relatief kleine ingreep die hier plaatsvindt (15 x 4 m), is een archeologisch veldonderzoek waarschijnlijk niet noodzakelijk. Hiermee wordt voldaan aan de benodigde compensatie Peilvak WW-14A - westkant - vak 8+9 Om de duikers in het peilvak WW-14A niet meer te belasten dan noodzakelijk, heeft Rijnland verzocht de compensatie te realiseren aan de wegkant waar de verharding wordt aangelegd. Dit is het enige 2 peilvak waar dit van toepassing is. Aan de westkant is een compensatie van 355,60 m nodig. In het zuidelijke deel van dit peilvak is een bosgebied beschikbaar, waar aan weerszijden sloten lopen. Aan weerszijden van de sloot langs de rijksweg liggen meerdere kabels en leidingen, onder meer
blad 20 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
datatransport en de eerder genoemde DPO-leiding. Langs de andere sloot liggen echter geen kabels en leidingen. Er zijn hier evenmin waterkeringen. De compensatie kan worden gerealiseerd door de bestaande sloot over een lengte van 260 m te verbreden met 1,4 m. In bijlage 3 is dit indicatief weergegeven. Een alternatief kan zijn om in het bosgebied enkele nieuwe sloten aan te leggen. Dit kan een vergroting van de natuurwaarden tot gevolg hebben. Dit gebied heeft een lage archeologische verwachtingswaarde, dus vanuit dit oogpunt zijn er geen belemmeringen. Hiermee wordt voldaan aan de benodigde compensatie
Figuur 4.3: Mogelijkheden watercompensatie zuidkant Peilvak WW-14A - oostkant - vak 7 In het zuiden van het peilvak neemt de breedte van de berm van de A4 sterk toe, tot meer dan 35 m. De bestaande sloot wordt op één punt gekruist door een gasleiding. Het lijkt echter mogelijk te zijn om de benodigde compensatie in het laatste deel van de sloot te realiseren. Hier komt wel een lozingspunt van het HWA-riool uit, maar verkorten van deze buis is geen grote belemmering. In het zuidelijke deel ligt wel weer een waterkering. De lengte van het tracé waar verbreding van de sloot mogelijk is tussen de kernzone+beschermingszone aan de zuidkant en de gasleiding aan de noordkant is ongeveer 90 m. De 2 gemiddelde verbreding om aan de compensatie van 795,85 m te voldoen, is 8,8 m. Doordat de berm
blad 21 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
hier breed is, wordt verwacht dat dit mogelijk is. Eventueel kan noordelijk van de gasleiding de sloot nog over een lengte van circa 100 m met 1 à 2 m worden verbreed, waardoor de benodigde compensatie in het laatste stukje kleiner is. In bijlage 3 is dit indicatief weergegeven. Dit gebied heeft een lage archeologische verwachtingswaarde, dus vanuit dit oogpunt zijn er geen belemmeringen. Hiermee wordt voldaan aan de benodigde compensatie Peilvak WW-16 vak 10+11 Het meest zuidelijke peilvak betreft een klein vakje in stedelijk gebied. De benodigde compensatie is ook 2 beperkt, 52,35 m . In het gebied ligt een sloot, maar aan de zuidkant hiervan liggen verschillende datakabels. Het noordelijke deel van deze sloot ligt ook binnen de kernzone+beschermzone van de waterkering. Voorgesteld wordt om de sloot iets te verlengen in zuidelijke richting en verder aan de westkant van de sloot een verbreding toe te passen. De lozingspunten van het riool worden hiervoor iets verkort. De verbreding vindt plaats op grond van derden, naar verwachting de gemeente. In bijlage 3 is dit indicatief weergegeven. De archeologische verwachtingswaarde van dit gebied is niet helemaal duidelijk, dit wordt nog uitgezocht. Door de sloot deels op grond van derden te verbreden, wordt voldaan aan de benodigde compensatie.
4.2.3
Samenvatting In tabel 4.3 zijn de mogelijkheden voor compensatie samengevat.
Tabel 4.3: Mogelijkheden compensatie per peilvak Peilvak
Nummer verharding
Benodigde 2 compensatie (m )
Mogelijk?
Belemmeringen
Boezem
2, 3
16,95
ja
wordt in overleg met het Hoogheemraadschap van Rijnland buiten de TB-grens gerealiseerd
PBS_WW-12A + PBS_WW-12B
4, 7
211,97 + 509,28 = 721,25
ja
archeologie
PWS_WW-14A-oost
7
795,85
ja
PWS_WW-14A-west PBS_WW-14C PBS_WW-14D PBS_WW-16 Totaal
8, 9 5, 6, 8 1, 5 10, 11
355,60 58,62 343,88 52,35 2.344,50
ja ja ja ja
4.3
beperking door gasleiding, deels in buitenbeschermingszone geen, wellicht meerwaarde natuur moet net passen grond van derden, in buitenbeschermingszone grond van derden, in buitenbeschermingszone
Effecten op waterkwaliteit De huidige A4 is verhard met ZOAB (Zeer Open Asfalt Beton). In verband met geluid zal in het kader van de verbreding 2-laags ZOAB worden aangebracht. Uit onderzoek is gebleken dat verontreinigingen uit het wegwater (minerale olie, PAK, zware metalen (met name zink) en strooizout) in sterke mate in het (2-laags) ZOAB achterblijven waardoor het milieu minder wordt belast dan bij Dicht Asfalt Beton (DAB). De vracht aan verontreinigingen in het wegwater neemt af met gemiddeld 50%, als gevolg van de open structuur. De buffering vindt vooral plaats in de vluchtstroken. Om de levensduur van (2-laags) ZOAB te verlengen en de reinigende werking te behouden, wordt de vluchtstrook bij voorkeur 2x per jaar schoongemaakt (gecleand).
blad 22 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Het wegwater stroomt vervolgens over de wegberm naar oppervlaktewater, waarbij het wegwater zoveel mogelijk in de bodem infiltreert. Met name bij kleine neerslaghoeveelheden zal de neerslag grotendeels in de bodem infiltreren. Bij extreme neerslag zal overtollig water via de berm naar de sloten afstromen. Immobiele verontreinigingen hechten zich aan organische componenten in de bodem en accumuleren voornamelijk in de toplaag van de bodem. Meer mobiele verontreinigingen zullen zich minder goed aan de bodem hechten en kunnen in theorie op langere termijn het grondwater bereiken. In de praktijk blijkt er echter (nog) nauwelijks sprake te zijn van verontreinigingen in het grondwater. In paragraaf 4.2.3 is hier verder op ingegaan. Om de voor verontreinigingen adsorberende werking van de wegberm te behouden en ook om aquaplaning te voorkomen, wordt de bovenste laag van de berm periodiek afgeschraapt tot 4 cm beneden de afstromende verhardingslaag. Het afgeschraapte materiaal wordt afgevoerd. In de praktijk moet dit - afhankelijk van de grondsoort - ongeveer om de 5 jaar gebeuren. Samengevat geldt dus dat het hemelwater dat vanaf een (2-laags)ZOAB-verharding stroomt nog verhoogde gehalten aan verontreinigingen bevat, met name minerale olie, PAK, zware metalen en strooizout. Door de vluchtstrook regelmatig (circa 2x per jaar) schoon te maken, wordt de reinigende werking van de verharding behouden. De resterende verontreinigingen blijven achter in de toplaag van de berm, die ongeveer 1x per 5 jaar wordt afgeschraapt.
4.4
Effecten op oppervlaktewater Kwantiteit Om een toename van pieken in de afvoer van hemelwater naar oppervlaktewater te voorkomen, wordt extra open water aangelegd. Dit vindt plaats door een verbreding van de sloten langs de weg. Op basis van geïnventariseerde knelpunten (kabels en leidingen, waterkeringen e.d.) en in overleg met het Hoogheemraadschap van Rijnland zijn de locaties waar de extra waterberging wordt gerealiseerd vastgelegd. Geconcludeerd wordt dat de verbreding geen verslechtering van het oppervlaktewatersysteem wordt verkregen. De werkzaamheden bij de A4 bieden de mogelijkheid om gezamenlijk met Rijnland een verbetering van het watersysteem te bereiken. Kwaliteit Zoals hiervoor bij 'hemelwater' is aangegeven, blijven vrijwel alle verontreinigingen van het wegwater in de verharding of in de bovenlaag van de berm achter. Voor mobiele verontreinigingen geldt dat deze in theorie niet volledig achterblijven. Hierbij wordt eerder verwacht dat deze in het grondwater komen dan in het oppervlaktewater. Voor de gehalten aan verontreinigingen die mogelijk het oppervlaktewater bereiken, geldt dat deze verdund worden door neerslag die op schone grond is gevallen en rechtstreeks op het oppervlaktewater valt. In de praktijk is (nog) nauwelijks verontreiniging in grond- of oppervlaktewater is geconstateerd. Om het functioneren van bermsloten ten aanzien van de aan- en afvoer van water te handhaven, worden deze jaarlijks opgeschoond. Hierbij wordt oeverbegroeiing gemaaid en eventueel geheel verwijderd om het doorstroomprofiel te handhaven. Vanuit ecologisch bermbeheer wordt voedingsrijkse (sloot)specie niet in de berm verspreid maar afgevoerd. Mochten hier toch nog beperkte verontreinigingen in aanwezig zijn, dan worden deze eveneens verwijderd. In dit geval is bovendien sprake van een verbreding van de weg in de middenberm, dus op de grootste afstand vanaf de bermsloot. Verontreinigingen moeten dus ook een langere afstand afleggen naar de bermsloot. Gezien de reinigende werking van het (2-laags)ZOAB is dus te verwachten dat een significante toename van verontreinigingen naar het oppervlaktewater ten opzichte van de huidige situatie niet te verwachten is.
blad 23 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
In het geval van calamiteiten, bijvoorbeeld een ongeluk waarbij olie op de weg komt, worden door de wegbeheerder specifieke maatregelen getroffen om verontreinigingen te verwijderen zodat deze niet in het milieu komen. Geconcludeerd wordt dat geen negatief effect op de oppervlaktewaterkwaliteit te verwachten is.
4.5
Effecten op grondwater Kwantiteit Ter plaatse van de nieuwe verharding kan neerslag niet in de bodem infiltreren. Om piekafvoeren van het oppervlaktewater te voorkomen, wordt echter extra oppervlaktewater aangelegd waar de neerslag wordt vastgehouden. Vanuit dit extra oppervlaktewater is infiltratie naar het grondwater wel mogelijk. Het netto effect op de grondwatersituatie is nihil. De grondwaterstand in dit gebied ligt relatief dicht onder maaiveld. Om voldoende ontwateringsdiepte onder de A4 te bereiken, is deze verhoogd aangelegd, ongeveer 2 m boven het normale maaiveld. Daarom is geen drainage nodig om de ontwateringsdiepte te realiseren, en is geen sprake van een (kunstmatige) verlaging van de grondwaterstand. Voor deze verbreding geldt bovendien dat deze in de middenbermen plaatsvindt, die al binnen het gebied liggen waar voldoende ontwateringsdiepte is. Geconcludeerd wordt dat geen sprake is van een negatief effect op grondwater. Kwaliteit In het Kader afstromend wegwater is aangegeven dat de resterende mobiele verontreinigingen in het wegwater in theorie het grondwater kunnen bereiken. Deze kans bestaat voor zink, minerale olie en enkele organische microverontreinigingen. Uit de gerapporteerde onderzoeken blijkt echter (nog) geen sprake te zijn van verontreinigingen in het grondwater. Daarvoor zijn meerdere verklaringen: Er is altijd sprake van verdunning; runoff komt in het grondwater dat mede gevoegd wordt door schoon hemelwater. De mobiele verontreinigende stoffen blijven ook in eerste instantie in de bovenste bodemlaag achter. Doorslag van de verontreiniging naar het grondwater is afhankelijk van de belasting, dus de hoeveelheid en kwaliteit van de runoff, de mate waarin de stoffen worden geadsorbeerd aan de grond (bodemeigenschappen), de mate waarin de verontreinigingen worden afgebroken en tenslotte of de bovenste bodemlaag wordt verwijderd voordat doorslag optreedt. De kans op grondwaterverontreiniging neemt verder af naarmate de grondwaterstand dieper ligt. Geconcludeerd wordt dat - hoewel in theorie verontreiniging van het grondwater met mobiele stoffen op kan treden - in de praktijk geen voorbeelden van zijn. Met name wanneer de eerder genoemde maatregelen om verontreinigingen te verwijderen (schoonmaken vluchtstroken en afschrapen toplaag bermen) worden getroffen, is vrijwel geheel uit te sluiten dat het grondwater verontreinigd wordt.
4.6
Effecten op waterkeringen In het plangebied zijn enkele (secundaire) waterkeringen tussen polders aanwezig. Nabij Leidschendam kruist de A4 eerst een waterkering van Rijnland en vervolgens een landscheiding van Delfland. Bij Vlietland liggen enkele waterkeringen nabij of in een deel van het gebied onder de A4. Enkele van de voorziene watercompensaties vinden plaats in de buitenbeschermingszone van een waterkering. In de kernzone of de beschermingszone zijn geen ontgravingen voorzien.
blad 24 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Geconcludeerd wordt dat de verbreding van de A4 geen invloed heeft op waterkeringen.
4.7 4.7.1
Effecten op raakvlakken Natuur Uit het deelrapport Natuur blijkt dat er langs de sloten vrijwel nergens sprake is van bijzondere natuurwaarden. De verbreding van deze sloten heeft geen nadelig effecten op natuur. Een meerwaarde voor natuur door de aanleg van nieuwe waterberging is niet te verwachten. Omdat er geen gevolgen zijn voor grondwater (zie paragraaf 4.2.3) is er ook geen sprake van verdroging. Geconcludeerd wordt dat er geen negatief effect is op natuur en mogelijk een positief effect kan worden bereikt.
4.7.2
Bodem Het verontreinigde wegwater stroomt over de berm af naar oppervlaktewater. Uit onderzoek, zoals beschreven in het Kader afstromend wegwater, blijkt dat ongeveer de helft van de verontreinigingen in het (2-laags)ZOAB achterblijft. De overige verontreinigingen adsorberen grotendeels in de toplaag van de berm. De toplaag wordt periodiek afgeschraapt, zodat de verontreinigingen zich ook niet verder verspreiden.
4.7.3
Archeologie Een deel van het tracé ligt in een zone met een hoge verwachting op lintbebouwing uit de zestiende en zeventiende eeuw en locaties met historische bebouwing (zone 7 in figuur 4.4). Het overige deel ligt in zone 8, hetgeen een lage archeologische verwachtingswaarde heeft. In enkele gebieden waar waterberging voorzien is, is er sprake van een hoge verwachtingswaarde. Voor deze geplande waterberging in peilvak WW 12A wordt een archeologisch vervolgonderzoek door middel van proefsleuven (bijv. 2 sleuven van 2 x 25 m) geadviseerd. Een archeologische begeleiding bij de aanleg van de berging is eventueel ook een optie. De geplande waterberging ligt ter plekke van het e uiteinde van de Meerburgsewetering. Hierlangs is bebouwing vanaf in elk geval begin 17 eeuw mogelijk, maar mogelijk eerder. Ook is de ligging en datering van de wetering zelf van belang. De 2 omvang van de geplande waterberging bedraagt hier ca. 800 m .
blad 25 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Figuur 4.4: Kaart met archeologische verwachtingswaarden (uit deelrapport archeologie)
4.7.4
Geometrisch Ontwerp De maatregelen die ten aanzien van water moeten worden getroffen, zijn opgenomen in het Geometrische Ontwerp. Dit betreft met name de locaties waar waterberging plaats zal vinden.
blad 26 van 26
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Bijlage 1: Besprekingsverslag en e-mailwisseling
bijlage 1
Besprekingsverslag nummer datum plaats opsteller onderwerp
20131211 264750 ms project verslag wateroverleg 12 december 2013 projectnr. Den Haag autorisator M. Stark vakgroep Startoverleg voor water verbreding A4
aanwezig Joke Dijkstra Judith Verveen Niels Minnen Mirjam Stark nr. 1.
Verbreding A4 Vlietland-N14 264750 J. Verveen Water
namens Provincie Zuid-Holland Rijkswaterstaat Hoogheemraadschap van Rijnland Oranjewoud
verzendlijst aanwezigen, Paules Dukker (Rijnland), Roland Bronckers (Oranjewoud), Giny Douwes (RWS)
verslag Voorstelrondje Vanuit Rijnland is Niels Minnen aanwezig. Hij is (met Paules Dukker) betrokken bij het watergebiedplan Zuidgeest, waar de Rijnlandroute (RLR) doorheen loopt. Daarom doen zij ook de RLR en nu meteen ook de verbreding van de A4. Judith Verveen is tot 1 januari 2014 projectleider van de verbreding A4. Daarna neemt Giny Douwes (
[email protected]) het over. Joke Dijkstra is zelfstandig communicatieadviseurs, door de provincie ingehuurd voor de RLR en de A4. Mirjam Stark is van Oranjewoud voor het OTB (ontwerp tracébesluit) en TB (tracébesluit) van de verbreding van de A4 voor het aspect water betrokken. Mirjam licht toe dat zij contact heeft gehad met Delfland. Ongeveer 300 meter van de weg valt binnen het beheergebied van Delfland. Klaartje van Etten heeft aangegeven dat er geen watertoets nodig is en ook geen compensatie van de verharding vereist is. Dit omdat in het bestemmingsplan de verharding al mogelijk is. Wanneer er wel een watervergunning nodig is, heeft Delfland aangegeven dat zij ermee instemmen dat de lead hiervoor bij Rijnland ligt. Contactpersoon van Delfland betreffende de vergunning is Hans Oostervink (015 - 270 1837).
2.
Communicatie Er is recent een een stakeholdersbijeenkomst geweest, om alle partijen te informeren over de plannen en de stand van zaken. In februari zal er een nieuwe stakeholdersbijeenkomst zijn. Voor water zal er afhankelijk van de vraag bilateraal overleg zijn.
3.
Korte toelichting verbreding A4 De huidige A4 is 2x 3 rijstroken. Dit moet 2x 4 rijstroken worden. De benodigde ruimte is beschikbaar in de middenberm, deze is deels ook al geasfalteerd. In principe is er geen aanpassing van kunstwerken (viaducten, duikers e.d.) nodig. Wel zullen er mogelijk geluidsschermen worden geplaatst.
Handelsregister Leeuwarden 29021830 ingeschreven onder Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. btw.nr. NL003662317B01 Vestigingen in Heerenveen / Assen / Schoonebeek / Deventer / Almere / Capelle a/d IJssel / Goes / Oosterhout / Geleen
Beneluxweg 125 OOSTERHOUT Postbus 40 4900 AA OOSTERHOUT T (0162) 48 70 00 F (0162) 45 11 41
[email protected]
afwezig
actie door
besprekingsverslagnummer: 20131211 264750 ms verslag wateroverleg datum bespreking: 12 december 2013
projectnr: 264750 blad 2 van 2
Besprekingsverslag nr.
verslag De plangrens van de A4 sluit aan op de Rijnlandroute. De overgang van de A4 naar de RLR is zodanig gekozen dat voor de A4 geen ruimte buiten de rijkseigendommen nodig is. Bij de RLR is wel sprake van grondaankoop.
actie door
De planning is dat het OTB vóór de zomervakantie ter visie wordt gelegd. 4.
Wensen & eisen Rijnland Niels geeft aan dat er oorspronkelijk meerdere duikers onder de A4 door lagen voor de aan- en afvoer van water. In het verleden is dit door werkzaamheden veranderd, er is nog maar 1 goed functionerende duiker over. De werkzaamheden die nu worden uitgevoerd, zijn wellicht een goede aanleiding om de situatie te verbeteren. Waarschijnlijk kan dit door de oorspronkelijke duiker te herstellen. Niels zal binnenkort met hun gebiedsbeheerder het veld in gaan om te kijken wat er nu ligt en wat er gedaan kan worden. Uiterlijk medio januari zal Niels een voorstelletje doen van wat er volgens Rijnland mogelijk en wenselijk is.
Niels (Rijnland)
Verder vertelt Niels dat Rijnland bezig is om een waterberging in de polder te realiseren. Ook de hoofdwatergang, die momenteel wat krap is en afgekalfde oevers heeft, wordt dan waarschijnlijk hersteld. De mogelijkheid bestaat wellicht dat Rijkswaterstaat bij deze activiteiten aan kan sluiten, zodat hiermee zowel de benodigde compensatie van verharding wordt gerealiseerd als het watersysteem wordt verbeterd. Mogelijk kan er dan een 'uitruil' tussen herstel van de duiker en realisatie waterberging zijn. Voor de waterberging geldt dat 15% van de vierkante meters asfalt die erbij komen aan oppervlakte aan water erbij moeten komen. Oranjewoud zal op korte termijn deze oppervlaktes berekenen.
Oranjewoud
Voor waterkwaliteit geldt dat er niet rechtstreeks op oppervlaktewater mag worden geloosd. In de praktijk is het akkoord als de neerslag over de berm afstroomt naar een greppel of sloot. De berm moet met enige regelmaat (orde 1x per 5 à 10 jaar) worden opgeschoond. Voor details betreffende de watertoets zal Mirjam nog contact opnemen met Paules Dukker.
Mirjam (Oranjewoud)
pagina 1 van 2
Stark Mirjam, J.M. Van:
Etten, K. van Klaartje [
[email protected]]
Verzonden: 02 December 2013 15:06 Aan:
Stark Mirjam, J.M.
Onderwerp: RE: Verbreding A4 tussen N14 en Vlietland
Hallo Mirjam, Dank voor de info. Wil je het mij ook doorgeven als je weet hoe de huidige bestemming is? Ter info: Het beleid van Delfland is zo dat er alleen compensatie voor verharding gevraagd wordt als de planologische situatie verslechtert. Als in het huidige bestemmingsplan het nieuw te verharden gebied al een bestemming heeft waarin die verharding is toegestaan (bijv. verkeer), dan vraagt Delfland volgens het huidige beleid geen compensatie. Ik raad iig aan om alvast vooroverleg te voeren met mijn collega’s van de watervergunning. Met vriendelijke groet, Klaartje van Etten Beleidsadviseur Watertoets Hoogheemraadschap van Delfland T (015) 260.8301 M 06 5240.2021
[email protected] www.hhdelfland.nl
Van: Stark Mirjam, J.M. [mailto:
[email protected]] Verzonden: maandag 2 december 2013 14:34 Aan: Etten, K. van Klaartje CC: Kerkvliet Maike, M.F.D.; Bronckers Roland, R.H.E.; A4 Onderwerp: Verbreding A4 tussen N14 en Vlietland Beste Klaartje, Zoals zojuist telefonisch besproken stuur ik je hierbij wat informatie over ons project voor de verbreding van de A4. Het gaat om het stuk iets noordelijk van de aansluiting met de N14, vanaf de dikke rode lijn, in de richting van Leiden. Ongeveer 300 meter van het project valt binnen het beheergebied van Delfland, de rest ligt bij Rijnland. Het project omvat de verbreding van de A4 van 2x 3 rijstroken naar 2x 4 rijstroken. De benodigde ruimte is hiervoor in de middenberm al beschikbaar. In een deel van het tracé (maar ik weet niet precies waar) ligt ook het asfalt er al. Concreet zal er dus in een deel van het tracé een compensatie van extra verharding moeten komen. De buitenbegrenzing van de A4 wordt niet verbreed. De duikers, viaducten onder en over de weg hoeven dus niet te worden aangepast. Voor de verbreding stellen wij een ontwerp tracébesluit (OTB) op met een MER(-beoordeling). En aansluitend een trac;ebesluit (TB). Het vastgestelde tracébesluit moet (waar nodig) worden overgenomen in de relevante bestemmingsplannen. We zoeken nog uit of er ook een wjziging van het bestemmingsplan nodig is. Logischerwijs zal de middenberm ook nu al functie verkeersdoeleinden hebben, maar dat is niet helemaal zeker. Als ik van mijn collega's te horen krijg dat het bestemmingsplan niet hoeft te worden gewijzigd, zal ik contact opnemen met jouw colega's van de afdeling vergunningen. Voor de volledigheid hierbij nog de informatie over het overleg dat ik volgende week heb met Rijkswaterstaat en Rijnland: woensdag 11 december 10:00 - 11:30, bij de provincie Zuid-Holland (Den Haag) Aanwezig van Rijkswaterstaat: Judith Verveen Aanwezig van Rijnland: Niels Minnen, Paulus Dukker Aanwezig van de provincie: Joke Dijkstra en ikzelf
Mocht je nog vragen of suggesties hebben, dan hoor ik het graag.
Met vriendelijke groet, Mirjam Stark Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud 06 - 239 61 302
12/05/2014
pagina 1 van 2
Stark Mirjam, J.M. Van:
Mutsaers Margo, M.E.C.
Verzonden: 02 December 2013 16:30 Aan:
Bronckers Roland, R.H.E.
CC:
Kerkvliet Maike, M.F.D.;Stark Mirjam, J.M.
Onderwerp: RE: Verbreding A4 tussen N14 en Vlietland Hoi, De gehele a4 heeft de bestemming verkeer. Binnen deze bestemming is het volgende mogelijk: Conclusie: er zijn al wegen mogelijk en planologisch verslechterd de situatie dus ook niet. Gr Margo
19.1Bestemmingsomschrijving 19.1.1Algemeen
De voor ' Verkeer'aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen en straten; b. op-en afritten; c. voet-, fiets-, ruiterpaden en menroutes; d. viaducten, ecoducten en bruggen; l l l l
met de daarbij behorende: l l l l l l l l l
e. bebouwing; f. nutsvoorzieningen; g. voorzieningen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer; h. geluidwerende voorzieningen; i. straatmeubilair en voorzieningen voor het openbaarvervoer; j. parkeervoorzieningen; k. bermen en bermsloten; l. groenvoorzieningen; m. waterlopen.
19.1.2Dubbelbestemmingen
Voor zover de in lid 19.1.1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de bestemming(en)' Leiding -Gas' ,' Leiding -Riool' ,' Leiding -W ater' , ' W aarde -Archeologie hoge verwachting' ,' W aarde -Archeologie lage verwachting' ,' W aarde-Ecologie'en/of ' W aterstaat -W aterkering' , is het bepaalde in de regels behorende bij de desbetreffende bestemming(en), primair van toepassing.
Van: Bronckers Roland, R.H.E. Verzonden: maandag 2 december 2013 16:16 Aan: Mutsaers Margo, M.E.C. CC: Kerkvliet Maike, M.F.D.; Stark Mirjam, J.M. Onderwerp: FW: Verbreding A4 tussen N14 en Vlietland H oi Margo, Zie mailw isseling tussen Miriam en hoogheemraadschap D elftland. Kun jij morgen nagaan w at de huidige bestemming is in de middenberm van het te verbreden gedeelte van de A4? groet,Roland
Van: Stark Mirjam, J.M. Verzonden: maandag 2 december 2013 15:06 Aan: Bronckers Roland, R.H.E.; Kerkvliet Maike, M.F.D.; A4 Onderwerp: FW: Verbreding A4 tussen N14 en Vlietland t.i.
Van: Etten, K. van Klaartje [mailto:kvanetten@hhdelf land.nl] Verzonden: 02 December 2013 15:06 Aan: Stark Mirjam, J.M. Onderwerp: RE: Verbreding A4 tussen N14 en Vlietland
H allo Mirjam, Dank voor de info. W ilje het mij ook doorgeven alsje w eet hoe de huidige bestemming is? Ter info: H et beleid van Delfland iszo dat er alleen compensatie voor verharding gevraagd w ordt als de planologische situatie verslechtert. Als in het huidige bestemmingsplan het nieuw te verharden gebied aleen bestemming heeft w aarin die verharding is toegestaan (bijv.verkeer),dan
12/05/2014
pagina 2 van 2
vraagt Delfland volgenshet huidige beleid geen compensatie. Ik raad iig aan om alvast vooroverleg te voeren met mijn collega’s van de w atervergunning. Met vriendelijke groet, Klaartje van Etten Beleidsadviseur W atertoets Hoogheemraadschap van Delfland T (015)260.8301 M 06 5240.2021 kvanetten@ hhdelfland.nl w w w .hhdelfland.nl
Van: Stark Mirjam, J.M. [mailto:
[email protected]] Verzonden: maandag 2 december 2013 14:34 Aan: Etten, K. van Klaartje CC: Kerkvliet Maike, M.F.D.; Bronckers Roland, R.H.E.; A4 Onderwerp: Verbreding A4 tussen N14 en Vlietland Beste Klaartje, Zoals zojuist telefonisch besproken stuur ik je hierbij w at informatie over ons project voor de verbreding van de A4. H et gaat om het stuk iets noordelijk van de aansluiting met de N 14,vanafde dikke rode lijn,in de richting van Leiden. O ngeveer 300 meter van het project valt binnen het beheergebied van D elfland,de rest ligt bij Rijnland. H et project omvat de verbreding van de A4 van 2x 3 rijstroken naar 2x 4 rijstroken. De benodigde ruimte is hiervoor in de middenberm albeschikbaar.In een deelvan het tracé (maar ik w eet niet precies w aar)ligt ook het asfalt er al. Concreet zaler dus in een deelvan het tracé een compensatie van extra verharding moeten komen.D e buitenbegrenzing van de A4 w ordt niet verbreed.D e duikers, viaducten onder en over de w eg hoeven dus niet te w orden aangepast. Voor de verbreding stellen w ij een ontw erp tracébesluit (O TB)op met een MER(-beoordeling).En aansluitend een trac;ebesluit (TB).H et vastgestelde tracébesluit moet (w aar nodig)w orden overgenomen in de relevante bestemmingsplannen. W e zoeken nog uit ofer ook een w jziging van het bestemmingsplan nodig is.Logischerw ijs zalde middenberm ook nu alfunctie verkeersdoeleinden hebben,maar dat is niet helemaalzeker. Als ik van mijn collega's te horen krijg dat het bestemmingsplan niet hoeft te w orden gew ijzigd,zalik contact opnemen met jouw colega's van de afdeling vergunningen. Voor de volledigheid hierbij nog de informatie over het overleg dat ik volgende w eek heb met Rijksw aterstaat en Rijnland: w oensdag 11 december 10:00 -11:30,bij de provincie Zuid-H olland (D en H aag) Aanw ezig van Rijksw aterstaat:Judith Verveen Aanw ezig van Rijnland:N iels Minnen,Paulus D ukker Aanw ezig van de provincie:Joke D ijkstra en ikzelf Mocht je nog vragen ofsuggesties hebben,dan hoor ik het graag. Met vriendelijke groet, M i r j am St ark Advies-en Ingenieursbureau O ranjew oud 06 -239 61 302
-----------------------------------------------------This e-mail is personal. For our full disclaimer, please visit http://www.oranjewoud.nl/confidentiality. ------------------------------------------------------
Meer weten over Delfland? Abonneer u op de elektronische nieuwsbrief via www.hhdelfland.nl. Delfland besteedt grote zorgaan de totstandkomingen verstrekkingvan de informatie in deze e-mail en eventuele bijlagen. Gebruikvan deze informatie door anderen dan de geadresseerde is toegestaan onder de voorwaarde dat u de bron vermeldt. I ndien uit de aanhef of de inhoud blijkt dat dit bericht niet voor u is bedoeld, verzoeken wij u de afzender hierover te informeren, het bericht te verwijderen en de inhoud niet te gebruiken of openbaar te maken. Voor onze algemene voorwaarden en diensten verwijzen wij u naar onze website www.hhdelfland.nl. Denkaan het milieu, print deze e-mail alleen als het nodigis.
12/05/2014
pagina 1 van 2
Stark Mirjam, J.M. Van:
Bij de Vaate, Peter [
[email protected]]
Verzonden: 26 March 2014 09:32 Aan:
Stark Mirjam, J.M.;Minnen, Niels;Douwes, Giny(W NZ)
CC:
Bronckers Roland, R.H.E.;Geneuglijk Sandra, A.E.;A4
Onderwerp: RE: Mogelijkheden watercompensatie Be s t e Mir j a m , H ie r b ij o n z e r e a c t ie o p h e t m e m o p lu s b ijla g e n . -
o p p e r v la k k e n w a t e r c o m p e n s a t ie p e r p e ilv a k : b ij d e s a ld e r in g v a n d e c o m p e n s a t ie in d e p e i l v a k k e n 1 2 B e n 1 4 C i n t a b e l 1 i s i e t s n i e t g o e d v e r w e r k t i n t a b e l 3 . De t o t a l e n i n b e i d e t a b e lle n z ijn c o r r e c t . -
w a t e r c o m p e n s a t ie o p b o e z e m n iv e a u : d e z e m a g b in n e n h e t g e h e le b e h e e r s g e b ie d v a n Ri j n l a n d w o r d e n g e r e a l i s e e r d . -
d e w a t e r c o m p e n s a t ie in p e ilv a k 1 2 B m a g o o k in p e ilv a k 1 2 A 1 2 B e e n g e s t u w d p e ilv a k is .
w o r d e n g e r e a lis e e r d o m d a t
T e n s lo t t e : m ij n w a a r d e r in g v o o r d e o v e r z ic h t e lij k e u it w e r k in g . Me t v r ie n d e lij k e g r o e t , Pe t e r B i j d e V a a t e M e d e w e r k e r P &V a f d e l i n g P l a n t o e t s i n g &V e r g u n n i n g v e r l e n i n g 0 71 –3 0 6 3 4 71 Pe t e r . b ij d e v a a t e @ H o o g h A r c h im Po s t b u w w w .r
e e m e d e s 1 5 ijn la
r a a d s s w e g 6 , 2 3 n d .n e
r ij n la n d . n e t
c h a p v a n Ri j n l a n d 1 , 2 3 3 3 C M L e id e n 0 0 A D L e id e n t
size=2 width="100%" align=center tabindex=-1>
Van: Stark Mirjam, J.M. [mailto:
[email protected]] Verzonden: vrijdag 21 maart 2014 12:15 Aan: Minnen, Niels; Bij de Vaate, Peter; Douwes, Giny( WNZ) CC: Bronckers Roland, R.H.E.; Geneuglijk Sandra, A.E.; A4 Onderwerp: Mogelijkheden watercompensatie Allen, H ierbij een memo met de inventarisatie van de mogelijkheden voor w atercompensatie. D e tekeningen met kabels en leidingen heb ik er los bijgevoegd,zodat er makkelijker op kan w orden ingezoomd. In verband met de voortgang graag op korte termijn jullie reacties.
Met vriendelijke groet, i r .M i r j am St ark | Exp e r t W ate r | Bu s i n e s s l i j n RU I M TE A n t e aG r o u p M:+31 6 23961302 Beneluxw eg 125 | Postbus 40 | 4900 AA O O STERH O U T
12/05/2014
pagina 2 van 2
mirjam.stark@ anteagroup.com | w w w .anteagroup.nl
Member ofInogen | w w w .inogenet.com
This e-mailis personal.For our fulldisclaimer,please visit http://w w w .anteagroup.com/confidentiality.
H e t h o o g h e e m r a a d s c h a p v a n Ri j n l a n d h a n t e e r t s e r v i c e n o r m e n . L e e s o n z e s e r v i c e n o r m e n .
12/05/2014
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Bijlage 2: Detailtekeningen waterkeringen Waterkeringen Delfland
Waterkeringen Rijnland
3
2
1
bijlage 2, blad 1 van 3
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Detailtekening 1
Detailtekening 2
bijlage 2, blad 2 van 3
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Detailtekening 3
bijlage 2, blad 3 van 3
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Bijlage 3: Locaties waterberging Peilvak WW14D - verhardingsvak 1+5
bijlage 3, blad 1 van 6
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Peilvak WW12A + 12B - verhardingsvak 4+7
bijlage 3, blad 2 van 6
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Peilvak WW14C - verhardingsvak 5+6+8
bijlage 3, blad 3 van 6
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Peilvak WW14A - verhardingsvak 7
bijlage 3, blad 4 van 6
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Peilvak WW14A - verhardingsvak 8+9
bijlage 3, blad 5 van 6
(O)TB Verbreding A4 Vlietland-N14 Deelaspect: Water, beknopt Waterhuishoudkundig plan Projectnr. 264750 16 juni 2014, revisie 03
Peilvak WW16 - verhardingsvak 10+11
bijlage 3, blad 6 van 6