Opbrengsten themabijeenkomsten duurzaamheidsvisie ANNO gemeenten Aanleiding De Agenda Netwerk Noordoost (ANNO) is het uitvoeringsprogramma van het Sociaal Economisch Masterplan "Netwerk Noordoost - wonen en werken in netwerken". Met het Sociaal Economisch Masterplan en de Agenda Netwerk Noordoost heeft de regio een duidelijke visie gevormd waarin zij anticipeert op de toekomst en de koers uitzet op een sterk sociaal economisch gebied voor de komende periode. In 2011 is de visie verder uitgewerkt en zijn concrete projecten benoemd. Deze projecten zijn gepresenteerd in de Agenda Netwerk Noordoost. In de agenda zijn vervolgens dertien ambitieprojecten opgenomen die in de komende periode verder worden uitgewerkt. Een van deze ambitieprojecten is Duurzaam Noordoost. Binnen dit project wordt beoogd om in te zetten op de ontwikkeling van duurzame ketens, energie en innovaties bij overheid en bedrijven, onder andere door het starten van netwerken en partnerships in de regio. Duurzaamheidsvisie en concreet uitvoeringsplan Vanuit de ANNO gemeenten is het ambitieproject opgepakt en is men bezig met de ontwikkeling van een duurzaamheidsvisie die bijdraagt aan het project. De nadruk bij het opstellen van deze visie ligt op de thema’s: - Duurzame energie - Duurzame mobiliteit - Duurzaam ondernemen - Duurzaam gebouwde omgeving In het kader van de bovenstaande thema’s is in de afgelopen periode (januari en februari 2013) gewerkt aan de uitvoering van een viertal werkbijeenkomsten. Iedere bijeenkomst was daarbij gericht op één van de bovenstaande thema’s. Tijdens de uitvoering van de werkbijeenkomsten lag het accent, om te komen tot de duurzaamheidsvisie, vooral op het signaleren van mogelijke concrete projecten. Doel van de werkbijeenkomsten was dan ook om goed te luisteren naar de verschillende actoren (ondernemers, overheden, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties) uit de regio en naar deskundigen van verschillende expertisevelden om zo concrete inhoud te verzamelen voor de visie. De visie vormt daarbij uiteraard het uitgangspunt, maar deze wordt alleen realistisch als er concrete projecten aan worden gekoppeld. De resultaten van de werkbijeenkomsten worden vervolgens gebruikt om gezamenlijk met een aantal verschillende actoren verder te werken aan een concretiseringslag. Een slag die bijdraagt aan sterke projecten en die leidt tot een breed gedragen duurzaamheidsvisie. In dit document zijn de resultaten van de vier werkbijeenkomsten in kaart gebracht en bieden de mogelijkheid om bepaalde keuzes in de uitwerking van de visie een plek te geven, waar mogelijk, in de vorm van concrete projecten. Werkwijze en methode bijeenkomsten Voor de bijeenkomsten is breed uitgenodigd. Hiervoor is gebruik gemaakt van de aangereikte adresbestanden van de verschillende ANNO gemeenten. Dit heeft er aan bijgedragen dat uiteindelijk zo’n 160 deelnemers (zo’n 40 deelnemers per werkbijeenkomst) hebben meegedacht over de verschillende thema’s. Tijdens de werkbijeenkomsten is gewerkt volgens de methodiek van een Worldcafé. Deze methodiek richt zich vooral op het maken van een verdiepingslag. Voor ieder thema waren van te voren drie vragen bedacht. Deze vragen waren verdeeld over drie tafels. Aan iedere tafel was een tafelheer aanwezig om het gesprek te leiden. Vervolgens werd de deelnemers gevraagd om aan een van de drie tafels plaats te nemen en na te denken over de vraag aan die tafel. Door de bijeenkomst op te knippen in drie rondes (een eerste ronde van 30 minuten, een tweede van 20 minuten en een laatste van 15 minuten) gaf dat de deelnemers de mogelijkheid om te rouleren en over alle drie de vragen na te denken.
Op de tafels lagen papieren tafelkleden waarop geschreven mocht worden. Doordat de deelnemers iedere ronde werden uitgedaagd om actief over de vraag in gesprek te gaan en hun bevindingen op het tafelkleed te schrijven, werd het voor de deelnemers in de tweede en derde ronde mogelijk om door te borduren op de aantekeningen die al op het tafelkleed stonden. Deze manier van werken droeg hierdoor bij aan de gewenste verdiepingslag op de onderwerpen en de gewenste input voor de op te stellen duurzaamheidsvisie. Hiernavolgend worden de uitkomsten van de vier bijeenkomsten benoemd. Werkbijeenkomst duurzame energie De werkbijeenkomst duurzame energie was de eerste werkbijeenkomst in de rij van vier en vond plaats op 31 januari in de IJsherberg in Dokkum. De belangstelling voor deze bijeenkomst was groot. In totaal hebben 45 mensen zich voor deze bijeenkomst opgegeven en het gros daarvan was aanwezig. Tijdens de bijeenkomst stonden drie vragen centraal. Hierin is geen specifieke volgorde. Welke inzet is er nodig om de ontwikkeling van duurzame energie in Noordoost succesvol te organiseren? Welke kansen zijn er in de regio Noordoost om duurzame energie succesvol te ontwikkelen en te vermarkten? Is er één onderwerp binnen duurzame energie waarop onze regio zich kan onderscheiden en welke businesscase is dat dan? Hieronder is per vraag in kaart gebracht wat de oogst is. Vraag: Welke inzet is er nodig om de ontwikkeling van duurzame energie in Noordoost succesvol te organiseren? Antwoorden: De tijd voor onderzoek is voorbij. Het is tijd om in te zetten op de slag naar de praktijk. De stelling ‘geen woorden, maar daden’ werd daarbij veelvuldig genoemd. Deze slag kan worden gemaakt als: - Bepaalde regelgeving wordt aangepast of flexibeler wordt (bv door het instellen van een experimenteergebied); - De toegankelijkheid voor consumenten om te participeren goed wordt meegewogen door te werken volgens het principe WIIFM (What’s in it for me), maar ook door het verstrekken van goede, juiste en tijdige informatie; - Het (op termijn) winstgevend is voor ondernemers (profit kant); - Men meer durf en lef toont (zowel ondernemers als consumenten) door vooral te kijken naar de positieve gevolgen op de lange termijn; - De ontwikkeling collectief en op lokaal niveau wordt georganiseerd; - Men wil en kan investeren in lokale energie; - Het midden- en kleinbedrijf centraal staat om de inzet te organiseren. (Zij zijn de grootste vertegenwoordiging in de regio Noordoost en de drijvende kracht achter economische ontwikkelingen); - Er een pilot wordt gedraaid in de praktijk; - Initiatieven en kennis worden samengebracht; - Er wordt ingezet op voldoende samenhang door meer duidelijkheid te geven; - Er vertrouwen, rust en lef is bij de verschillende partijen om de slag naar de praktijk te maken. Vraag: Welke kansen zijn er in de regio om duurzame energie succesvol te ontwikkelen en te vermarkten? Antwoorden: - Door de aanwezige ruimte in het landschap en het grote aantal agrariërs in Noordoost liggen er volop kansen voor energie uit zon ( bv. zonneweides), wind (bv. windparken) en biogas (bv. mestvergisting); - In de regio Noordoost zijn veel reststromen aanwezig die lokaal gebruikt kunnen worden als nieuwe grondstof (voor bijvoorbeeld biogas) en bijdragen aan het sluiten van lokale
-
kringlopen. (Denk aan grondstoffen die voor de een afval zijn en voor de ander grondstof. Bv. bermmaaisel is afval voor de gemeente, maar grondstof voor bv. duurzaam opgewekte energie); Het vormen van lokale duurzame collectieven op het gebied van bijvoorbeeld mestvergisting; Het vermarkten van lokale kennis van MKB naar andere regio’s (kennis delen en er aan verdienen); Het in het beginstadium betrekken van de consument (burger) (bv in de opwekking van lokale groene energie). Goed voorbeeld, doet volgen: De gemeente geeft het goede voorbeeld door bijvoorbeeld lokaal energie af te nemen en te werken met langjarige contracten.
Vraag: Is er één onderwerp binnen duurzame energie waarop onze regio zich kan onderscheiden en welke businesscase is dat dan? Antwoorden: Op deze vraag liepen de antwoorden uiteen maar er valt wel één denkrichting uit te halen, namelijk het inzetten op lokale ketens en kringlopen. Dit antwoord kwam in meerdere rondes terug, was het weliswaar in verschillende bewoordingen. Kanttekening bij dit antwoord is wel dat de opties voor verschillende vormen (wind, zon, biomassa) van energieopwekking allen open blijven staan, om waar nodig te kunnen schakelen tussen de verschillende vormen. Andere antwoorden die bij konden dragen aan de het maken van het onderscheid ten opzichte van andere regio’s waren: - Inzetten op elektrisch openbaar vervoer in de hele regio; - Inzetten op regelgeving die niet belemmerend werkt (het worden van experimenteergebied); - Inzetten op het worden van een energieleverende regio. Terugkoppeling en droombeeld 2027 Na de drie rondes werd er plenair teruggekoppeld wat de belangrijkste gesprekspunten waren. Ook werd er gezamenlijk gekeken naar de toekomst (2027). Voor het thema duurzame energie ontstond op die manier een soort stip aan de horizon, over hoe de regio Noordoost er tegen die tijd uit moet zien. Het droombeeld dat hieruit naar voren kwam was dat de regio in 2027 zelfvoorzienend is en zelfs energie exporteert vanuit een hechte samenleving. Om daar te komen kan nu (anno 2013) al begonnen worden met het zichtbaar maken van de mogelijkheden en het laten zien wat er al gebeurd. Daarnaast is het belangrijk om een helder en duidelijk verhaal te maken waarin ondernemers, burgers en overheid samen optrekken. Hiervoor is in de startfase vooral een faciliterende en stimulerende taak voor de lokale overheden weggelegd. In een tijdsbestek van twee jaar moet het dan mogelijk zijn om in 2015 zicht te hebben op alle lokale ketens in de regio en zijn deze waar mogelijk gesloten. In de doorkijk naar 2018 is het vervolgens gelukt om een experimenteer regio te zijn en vanaf 2020 is windenergie weer mogelijk en is inmiddels 50% van de regio zelfvoorzienend. De overige 7 jaar wordt vervolgens benut om in een sneltreinvaart te werken aan een zelfvoorziening in de regio van 100%, waarbij de geproduceerde overcapaciteit aan energie wordt geëxporteerd naar andere regio’s. Werkbijeenkomst duurzame mobiliteit De werkbijeenkomst over duurzame mobiliteit vond plaats op 4 februari in ‘De Kruidhof’ in Buitenpost. Ook hier was er een goede opkomst. Tijdens de bijeenkomst stonden wederom drie vragen centraal. Hierin is geen specifieke volgorde. Welke barrières staan duurzame mobiliteit in de weg en welke rol kan de regio Noordoost spelen om deze barrières te slechten? Welke doelgroepen in Noordoost kunnen overschakelen op duurzame mobiliteit en hoe? Welke vormen van duurzame mobiliteit zijn in de regio Noordoost naar verwachting het meest kansrijk en waarom?
Hieronder zijn de verschillende antwoorden per vraag weer gegeven. Vraag: Welke barrières staan duurzame mobiliteit in de weg en welke rol kan de regio Noordoost spelen om deze barrières te slechten? Antwoorden: Wat betreft de barrières die duurzame mobiliteit in de weg staan werden verschillende antwoorden gegeven. Zo werd genoemd dat ondernemers vaak nog te weinig kennis hebben van de fiscale mogelijkheden. Hierdoor weten ze niet goed wat ze met duurzame mobiliteit kunnen en kiezen voor de traditionele vormen van mobiliteit. Andere barrière die genoemd werd is het imago. Duurzame mobiliteit moet ‘gaaf en hip’ zijn en worden. Nog te vaak associëren mensen duurzame mobiliteit met een suf imago. Nog een belangrijke barrière is dat er geen duidelijk overheidsbeleid is aangaande duurzame mobiliteit. Bovendien zijn de meningen over duurzame brandstof zoals groengas of elektrisch verdeeld. Verdere barrières die nog werden aangedragen waren vooral gericht op het nog moeten verbeteren van de huidige infrastructuur in de regio en het aanbestedingenbeleid van de lokale overheden. Uiteraard werd er naar aanleiding van de genoemde barrières ook nagedacht over manieren om deze te slechten. - Om de kennis van de fiscale mogelijkheden te vergroten is een goede informatievoorziening richting ondernemers nodig. De lokale overheden kunnen daarin een belangrijke rol vervullen. - Door het uitdragen van de noodzaak tot duurzame mobiliteit en door bijvoorbeeld het gebruik van ‘rolemodels’ kan worden gewerkt aan een positiever imago voor duurzame mobiliteit. Om dit te versterken kan ook gedacht worden aan bijvoorbeeld een elektrische autorace. - Goede communicatie is nodig om duurzame mobiliteit op een positieve manier onder de aandacht te brengen. Daarbij is vooral uitleg en voorlichting over duurzame mobiliteit belangrijk. - Richt je op de jeugd. Zij denken tegenwoordig al anders over bijvoorbeeld gezamenlijke auto’s, carpoolen en betalen op basis van kilometers ipv van de aanschaf van een auto. - Noordoost is landelijk gebied. Dit heeft als gevolg dat het openbaar vervoer in deze regio beter kan. Momenteel zijn veel buslijnen niet rendabel door het gebrek aan gebruikers. Een goede oplossing hierin kan zijn om te gaan werken met deelauto’s voor openbaar vervoer. - Zet met de regio in op elektrisch vervoer. Denk daarbij niet alleen aan auto’s maar ook aan boten. Om dit te bevorderen zou je kunnen denken aan gratis ligplaatsen voor e-varen, maar ook aan een goede infrastructuur van snelladers voor auto’s. - Maak van de regio een soort experimenteer gebied bijvoorbeeld door het sluiten van een ‘greendeal’ aangaande duurzame mobiliteit. - In het kader van openbaar vervoer werd nog genoemd om dit anders te gaan doen. Bijvoorbeeld door in kleine dorpen te werken aan mobiele mantelzorg. Busjes die nu bijvoorbeeld kinderen vervoeren kunnen bijvoorbeeld ook ingezet worden om ouderen te vervoeren. Momenteel gebeurt het nog vaak dat de busjes als het ware achter elkaar aanrijden, terwijl je dus effectiever met de vervoersbewegingen om kunt gaan en de diensten samenvoegt. - Door de slechte kennis over duurzame mobiliteit is het een idee om het mensen te laten beleven. Ze kunnen bijvoorbeeld een elektrische auto testen. Op die manier kun je bijdragen aan het positieve imago van duurzame vormen van vervoer. - Verbeter de techniek zodat duurzame mobiliteit interessanter wordt. - Richt je met duurzame mobiliteit ook op de landbouw en transport. Twee sectoren die volop aanwezig zijn in Noordoost en waardoor je dus een groot bereik hebt. Vraag: Welke doelgroepen in Noordoost kunnen overschakelen op duurzame mobiliteit en hoe? Antwoorden: Op deze vraag kwamen verschillende doelgroepen naar voren: - Bedrijven met een groot wagenpark - Taxibedrijven
-
WMO-vervoerders (vervoer van leerlingen, ouderen, gehandicapten etc). Ambulances en hulpdiensten Overheden Openbaar vervoer Forensen Toerisme en recreatiebranche Transporteurs Koeriersdiensten Zakelijke rijders Leerlingen voortgezet onderwijs (denk aan elektische fietsen en elektrische scooters)
Geconcludeerd kan worden dat er best veel relevante partijen in de regio zijn om aan de slag te gaan met duurzame mobiliteit. Op het tweede deel van de vraag (de hoe-vraag) werd vervolgens ook uiteenlopend geantwoord. - Door de regio een experimenteerfase te laten zijn - Door te werken met een systeem van gedeelde mobiliteit in de vorm van een pilot. - Door een app te ontwikkelen voor een betere logistieke invulling (combinatieritten) van ritten van Taxi’s, WMO-vervoerders en openbaar vervoer (scheelt vervoersbewegingen). - Maar ook door het aantal ritten van openbaar vervoer op de korte ritten te verminderen (scheelt vervoersbewegingen). Wel moet er een alternatief zijn bijvoorbeeld in de vorm van OV fietsen. - Lokale overheden geven het goede voorbeeld. - Toerisme richten op duurzaam vervoer. Bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van elektrische auto’s wanneer toeristen door de regio willen trekken. - Door te beginnen in de grotere kernen (hier is meer massa te halen) in de regio. - Door elektrisch autolessen aan te bieden. Hierdoor kan het draagvlak voor dergelijke vervoersvormen stijgen. Helemaal als dan het lesgeld ook nog omlaag kan. - Geen belasting meer op duurzame voertuigen. - Duurzame mobiliteitsevenementen organiseren: bijvoorbeeld een elektrische autorace. Vraag: Welke vormen van duurzame mobiliteit zijn in de regio Noordoost naar verwachting het meest kansrijk en waarom? Antwoorden: Deze vraag bestaat ook weer uit twee deelvragen. De eerste deelvraag is welke vorm het meest kansrijk is. Hieruit kwam eigenlijk geen specifieke vorm naar voren. Zowel elektrisch, biobrandstof, waterstof (op langere termijn) en LNG werden genoemd. Verder werd nog wel specifiek aangegeven dat er best wat biobrandstof aanwezig is in de regio. Daar kun je met je mobiliteit uiteraard gebruik van maken. Andere vorm die als kansrijk werd gezien is elektrisch varen. Verder werd vooral genoemd om in een eerste stap vooral te werken aan een optimalisering van de logistieke opgaven in het gebied en het aantal verkeersbewegingen. Hier valt nog een behoorlijke slag te maken. Denk aan het combineren van ritten (zoals ook al in een van de andere vragen naar voren werd gebracht) in WMO vervoer maar ook voor bijvoorbeeld transport. Het stimuleren van het gebruik van de fiets, of andere vormen zoals de step. Maar ook door het aanbestedingenbeleid van de lokale overheden zo in te richten dat duurzame mobiliteit hierin een belangrijk criteria is. Als laatste werden ook al een paar suggesties voor projecten gedaan: Digitale duim: een project dat momenteel al in de steigers staat om in de regio via een internetsite te kunnen carpoolen. Deze digitale duim wordt ook met een app ondersteunt die te installeren is op een smart-phone. Andere optie die interessant kan zijn is de leasefiets. Hier is Friesland Lease al druk mee bezig. Terugkoppeling en droombeeld 2027 Na de drie rondes werd net als in de vorige bijeenkomst plenair besproken wat de belangrijkste gesprekspunten waren. En ook hier werd er gezamenlijk gekeken van nu naar de toekomst (2027).
Het droombeeld dat hieruit naar voren kwam was dat duurzame mobiliteit in 2027 vooral bestaat uit elektrisch hybride voertuigen op biobrandstof. Ook zijn er minder vervoersbewegingen en is de pleziervaart grotendeels elektrisch. Om daar te komen zag de kalender vanaf 2013 als volgt uit: 2013: Vaker de fiets pakken; Vergisting + laten zien dat de kringloop sluit (in het kader van groengas); Bestaande infrastructuur behouden; Beperking vervoersbewegingen; Meer elektrisch vervoer; Koppelen van WMO en OV (in het project digitale duim); Collectiviteitvervoer experimenteergebied voor duurzame mobiliteit. 2020: De regio is zelf toeleverancier van biogas door vergisting. Werkbijeenkomst duurzaam ondernemen De werkbijeenkomst duurzaam ondernemen vond plaats op 11 februari in De Pleats in Burgum. Net als de vorige twee bijeenkomsten werd ook deze bijeenkomst weer goed bezocht. De drie vragen die tijdens deze bijeenkomst centraal stonden: Wat is duurzaam ondernemen? Welke instrumenten hebben we beschikbaar of nodig om meer bedrijven duurzaam te laten ondernemen? Op welke manier kunnen we duurzaam ondernemen als onderscheidend element gebruiken in onze regiomarketing? Hieronder de antwoorden per vraag uitgewerkt: Vraag: Wat is duurzaam ondernemen? Antwoorden: De antwoorden liepen uiteen maar er is wel een tweedeling in te onderscheiden. De eerste is dat duurzaam ondernemen vooral iets is wat je vanuit ideologie wilt doen. Hier hoorden verschillende antwoorden bij: - Degelijkheid; - Eerlijk zaken doen; - Verantwoordelijkheid nemen; - Gedrevenheid; - Omdat je het wil; - Bewustwording; - Een goede wereld achter laten voor de volgende generatie; - Rekening houden met mens en omgeving; - Rekening houden met de 3 P’s in al je werkprocessen. De tweede is voornamelijk ook de commerciële noodzaak om mee te gaan in deze beweging, de consument wordt steeds kieskeuriger. Ook hier hoorden verschillende antwoorden bij: - Afhankelijk van de vraag van de consument; - Transparantie in de werkprocessen wordt steeds vaker verwacht door de consument; - Met de tijd meegaan; Overige antwoorden waren: - Lokale ketens - In eerste instantie werken aan energiebesparing - Samen werken aan een duurzame toekomst - Duurzaam ondernemen is leuk!
-
Net prate mar strate Net stinne, brûk de sinne Wegnemen van verspillingen, wat je niet gebruikt hoef je ook niet op te wekken Bewuste ketens.
Vraag: Welke instrumenten hebben we beschikbaar of nodig om meer bedrijven duurzaam te laten ondernemen? Antwoorden: - Fair trade label kan stimulerend werken, maar wel mee oppassen aangezien de randvoorwaarden erg lag zijn. - Best practices van anderen gebruiken om bedrijven over te halen ook duurzaam te gaan ondernemen. - Slim samenwerken i.p.v. elkaar beconcurreren. - Een checklist om te zien hoe duurzaam een bedrijf nu werkt - Een duurzaam netwerk opzetten om elkaar aan te steken met duurzaam ondernemen - Koploperslabel kan een goed instrument zijn om in te zetten - Voorlichting en overtuigingskracht - Financiële prikkels - Level playing field - Energielabel - Besparingsvoorbeelden = trigger Vraag: Op welke manier kunnen we duurzaam ondermenen als onderscheidend element gebruiken in onze regiomarketing? Antwoorden: - Door duurzaam ondernemen een onderscheidende plek te geven in je profilering. - Door te doen wat we zeggen. - Door trots te zijn op een duurzame regio (dit straalt af naar anderen) - Werken met een duurzaamheidsladder. - Delen wat je doet. - Laten zien dat duurzaam ondernemen niet duur hoeft te zijn. Dit waren niet de enige antwoorden die werden gegeven. De overige antwoorden waren echter zo algemeen en niet gericht op de vraag dat ze hier niet zijn opgenomen. Terugkoppeling en droombeeld 2027 Wat betreft het droombeeld voor 2027 was er niet veel input. Zo is er geen droombeeld geformuleerd voor 2027. Wel zijn de volgende punten in de tijd weggezet: 2013 Stap voor stap aan werken -> bewustwording Kennis over duurzaam delen. Wat kan ik er mee? Concreet maken Communiceer, wat je doet op gebied van Duurzaam ondernemen Duurzaamheids competitie/ ladder van Noordoost Netwerkclubjes om Duurzaam ondernemen breder op te pakken Gezamenlijk (grote kracht van Noordoost), uitdragen van Duurzaam ondernemen Lokale ketens sluiten 2020 250 duurzame bedrijven = groei van 150 waarbij de helft van de bedrijven duurzaam gecertificeerd
Werkbijeenkomst duurzaam gebouwde omgeving Deze laatste bijeenkomst in de rij van vier vond plaats op 25 februari in dorpshuis De Nije Warf in Wâlterswâld. De drie vragen tijdens deze bijeenkomst waren:
Wat is de opgave met betrekking tot een duurzame gebouwde omgeving in deze regio? Welke rol en inzet hebben de verschillende partijen bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving? Welke instrumenten zijn er nodig om gebouwde omgeving duurzaam te versterken? Hieronder per vraag de gegeven antwoorden: Vraag: Wat is de opgave met betrekking tot een duurzame gebouwde omgeving in deze regio? Antwoorden: De antwoorden waren hier ook weer erg uiteenlopend en hadden in een aantal gevallen geen enkele relatie met de vraag. Echter hier een overzicht van de antwoorden die wel goed op de vraag aansloten. Kanttekening hierbij is wel dat de overige antwoorden niet fout zijn maar omwille van de vraag nu niet zijn genoemd. -
Sturen op waarden; Creëren van voldoende draagvlak; Goed faciliteren; Goed luisteren; Vrijere regelgeving; Nieuwe waarden creëren op basis van vraag en aanbod; De sociale samenhang (men moet het willen) Rekening houden met de betaalbaarheid en zorgen dat het laagdrempelig is en blijft. Projectmatig werken door corporaties Een nieuw financieel systeem.
Vraag: Welke rol en inzet hebben de verschillende partijen bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving? Antwoorden: - Van de overheid wordt gevraagd om vooral een faciliterende rol op zich te nemen. Ook is de overheid verantwoordelijk voor een stuk bewustwording. - Het MKB in de bouw heeft vooral als rol om de bouw uit te voeren en het juiste advies te geven aan de consument. Zij moeten hun kennis hiervoor goed up-to-date houden en zoveel mogelijk ontzorgen (wanneer de consument recht heeft op bepaalde subsidies). - De scholen hebben een rol waar het gaat om bewustwording bij kinderen. - ESCO: inschakelen om in haar rol, kennis te delen. - Banken en financiële instellingen (makelaars, beleggers) moeten op een andere manier gaan denken. Bijvoorbeeld volgens de woonlastenbenadering. - De woningcorporaties moeten goed kijken naar hun woonbestand en waar mogelijk de rol pakken van initiator bij inbreidingsprojecten. Vraag: Welke instrumenten zijn er nodig om gebouwde omgeving duurzaam te versterken? Antwoorden - Voorlichting die zorgt voor besef bij gebruiker - Benadrukken van de voordelen - Particulier: financiële prikkel, maar liever niet. Werkt alleen bij degene die al besloten heeft te gaan verbouwen. - Zekerheid van de overheid - Strafmaatregel instellen: fiscale bijtelling op co2 uitstoot - Sturing op basis van labeling - Dorpscollectieven waarin de dorpsbewoners eigen woningcorporaties starten om zo de leefbaarheid te vergroten en mogelijkheid te bieden om de huurwoningen aan te houden. - Het delen van kennis: inzicht in besparingsmaatregelen, maar ook hoe realiseer ik dat?
-
-
Vertrouwen = zekerheid De garantie dat een bepaalde maatregel een bepaalde besparing oplevert. De consument kan een verzekering afsluiten waarbij de bouwer een bepaalde besparing garandeert. Haalt de consument deze besparing na de verbouwing niet dan krijgt hij alsnog het bedrag dat hij in eerste instantie zou besparen. Energieparty = informele voorlichting/ reclame Subsidie van ‘grijze’ stroom af. In krimpgebieden collectief investeren in bv. zonnepanelen
Terugkoppeling en droombeeld 2027 In deze laatste bijeenkomst bestond er een levendig beeld over de stappen die in de komende periode moeten worden genomen: 2013 -
Vooral op regionale schaal kijken Gedragsverandering door bewustwording in gang zetten Collectief werken-doen Slim kennis delen door ondernemers naar gebruikers, bv door consortia Overheid geeft richting Financiële instellingen doen mee. Gebruik maken van mond-tot-mond reclame (dit is de beste reclame) Herstructureren (maatschappelijk) van bestaande wijken Woonlasten als verkoopargument Goede concepten ontwikkelen voor een sterke gebouwde omgeving op termijn Educatie (esco) toepassen voor bewustwording bij jeugd
2015 -
Sturen op waarden, op korte termijn dus Verzekering : besparing garanderen Eigenaar/ gemeente/ ondernemer Herwaarderen van het gebied
2020 -
Sociale samenhang in de gebouwde omgeving
2027 -
Gebouwde omgeving levert energie en kan energie gaan transporteren.
Tot slot De vier bijeenkomsten hebben ruim voldoende input geleverd voor de volgende stap in het proces om te komen tot een breed gedragen duurzaamheidsvisie. Op basis van de uitkomsten wordt het mogelijk om de lijn voor de visie uit te stippelen en om een verdiepingsslag te maken. De komende periode wordt dan ook gebruikt om te werken aan de uitwerking van de visie met concrete projecten. Om de projecten te kunnen uitwerken en op te nemen in de visie vinden er op korte termijn gesprekken plaats met verschillende partijen om mogelijke projecten te definiëren, uit te werken en op te nemen in de visie.