Op zoek naar zorg Goed zelf blijven opletten > PAG. 4
PERIODIEKE UITGAVE VAN MEE WEST-BRABANT
Juli 2009
Kinderen met Down bezoeken alle specialisten op één middag Downpoli biedt meer gemak > PAG. 6
Mensen met lichte beperking moeten voortaan zelf begeleiding regelen ‘Eigen netwerk maakt vaak gelukkiger’ > PAG. 11
5
Regionaal nieuws Tijd voor de zomer MEE WEST-BRABANT | SANNE VERMIJS
i
www.meewestbrabant.nl www.integralevroeghulp.nl
Succesvolle kennisdeling mini-symposium ‘Vroeger, later en nu!’ MEE WEST-BRABANT | SANNE VERMIJS FOTO INGRID BERTENS
De zomer heeft net zijn intrede gedaan en de vakantie staat weer voor de deur. Voor veel lezers een heerlijk seizoen met tijd voor plezier en ruimte voor bezinning. In dit MEE Magazine staan daarom deze keer veel artikelen die zeer geschikt zijn om te lezen luierend op het strand, in het park of op het balkon. Lees bijvoorbeeld over de Helden van Delden van de Twentse Rolstoelvierdaagse of over het televisieprogramma ‘Down met Johnny’. Uit deze regio leest u over de Downpoli, een samenwerking tussen het Amphia Ziekenhuis en MEE West-Brabant. Hierdoor kunnen kinderen met Down op één middag alle specialisten bezoeken. Dit is efficiënt en prettig voor de kinderen en hun ouders en draagt tegelijkertijd bij aan een goede samenwerking. Op pagina 11 vertelt consulent Leny Willers over haar ervaringen met mensen die door de wijzigingen in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) op zoek moeten gaan naar hulp in hun eigen netwerk. Ook vindt u in dit magazine het nieuwe aanbod van cursussen en gespreksgroepen voor het najaar van 2009 en nog veel meer. De redactie van MEE Magazine wenst u fijne zomerdagen met veel (lees)plezier! <
Veel belangstelling nieuw MEE Steunpunt Gilze-Rijen MEE WEST-BRABANT | SANNE VERMIJS
Donderdag 4 juni 2009 opende het MEE Steunpunt in de gemeente Gilze-Rijen voor het eerst de deuren. Veel mensen liepen bij dit spreekuur binnen met uiteenlopende vragen over het leven met een beperking. Zij kregen informatie en advies van MEE-consulenten Carla van Gorcom en Angelique Govers. Zij staan iedere donderdagmiddag van 14.00-16.00 uur voor u klaar in Cultureel Centrum De Boodschap, Nassaulaan 62-64 in Rijen. MEE West-Brabant heeft 12 steunpunten en 3 vestigingen in de regio, ook bij ú in de buurt. Hierdoor kunt u gemakkelijk eens binnen lopen of een afspraak maken om te praten over problemen die u ervaart in het leven met een beperking. De consulenten van de steunpunten en vestigingen kennen als geen ander de weg in de regio en in uw gemeente. Op zoek naar een steunpunt of vestiging bij u in de buurt? Kijk dan op www.meewestbrabant.nl
2 | MEE Magazine
juli 2009
Op 15 juni jl. waren ruim 70 professionals uit zorg en welzijn te vinden op het mini-symposium ‘Vroeger, later en nu!’ in Breda. Het symposium georganiseerd door Integrale Vroeghulp WestBrabant stond in het teken van ontwikkelingsproblemen bij kinderen van 0 tot 7 jaar. De sprekers waren onder andere hoogleraar Micha de Winter over maatschappelijke opvoedingsvraagstukken en Eric Hermans over kinderen met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH). De deelnemers van het symposium deden hier veel nieuwe kennis op. Integrale Vroeghulp heeft het delen van kennis hoog in het vaandel staan. Daarom organiseert zij twee keer per jaar netwerkdagen waarin kennisdeling en het versterken van de samenwerking centraal staan. Zo blijven de professionals goed op de hoogte van zaken rondom ontwikkelingsproblemen bij jonge kinderen en kunnen zij nog beter bijdragen aan het vroegtijdig signaleren en het oplossen van hulpvragen van kinderen en hun ouders.
Jaarverslag Integrale Vroeghulp 2008 MEE WEST-BRABANT | SANNE VERMIJS BEELD ONTVERPIA BREDA
Het jaarverslag van Integrale Vroeghulp West-Brabant over 2008 is verschenen. In het verslag wordt teruggeblikt op een succesvol jaar, waarin opnieuw veel ouders zijn geholpen bij vragen over de ontwikkeling van hun kind. In 2008 zijn 203 kinderen met één of meerdere hulpvragen aangemeld. Hiervan is voor 158 kinderen het traject Integrale Vroeghulp opgestart; 45 kinderen konden direct worden doorverwezen. Na behandeling door het deskundigen Kernteam Integrale Vroeghulp, werden 142 kinderen en hun ouders op het juiste spoor gezet. Zij ontvingen hierdoor passende zorg. Het jaar stond verder in het teken van krachtige samenwerking, het delen van kennis met het netwerk en toenemende bekendheid, waardoor meer kinderen, ouders en verwijzers Integrale Vroeghulp wisten te vinden en hulp hebben gekregen. Meer lezen? Het jaarverslag is te downloaden via www.integralevroeghulp.nl of www.meewestbrabant.nl
MEEMagazine COLOFON
2E JAARGANG, NR. 5 JULI 2009 MEE Magazine is een uitgave van MEE West-Brabant. MEE adviseert, informeert en ondersteunt mensen met een beperking. MEE is een laagdrempelige organisatie. Ook familie, verzorgers, hulpverleners en andere belanghebbenden kunnen bij MEE terecht. MEE Magazine brengt u informatie over en inspiratie voor het leven met een beperking. MEE Magazine wordt kosteloos verspreid onder cliënten, gemeenten, netwerkorganisaties, zorgaanbieders en andere belanghebbenden en belangstellenden.
i
Inhoud
www.meewestbrabant.nl
Nr 5 / JULI 2009
4
Redactie MEE Magazine, West-Brabant Heerbaan 100, 4817 NL BREDA T 076 522 30 90 E
[email protected] Redactie: Afdeling Communicatie, Sanne Vermijs
6
9
10
11
Fotografie MEE West-Brabant, MEE Nederland, MEE en VTV Zuid-Holland Noord, tenzij anders vermeld. Tekst MEE West-Brabant Afdeling Communicatie, Sanne Vermijs en tekstbureau Orkun Akinci Opmaak en druk Artoos Communicatiegroep, Rijswijk
2
Oplage MEE Magazine verschijnt vier keer per jaar in een oplage van 7.000 exemplaren.
4
Regionaal nieuws
ZELF BLIJVEN OPLETTEN
13
IN THE PICTURE
Het sterrenteam ziet sterren
6
KINDEREN MET DOWN BEZOEKEN ALLE SPECIALISTEN OP ÉÉN MIDDAG
14
Cursussen en gespreksgroepen najaar 2009
15
MEE Idee: Boeken, tips & websites
16
MEE West-Brabant Actueel
Downpoli biedt meer gemak Copyright De artikelen uit dit Magazine van MEE WestBrabant zijn deels afkomstig van de landelijke redactie. In die redactie zijn verschillende MEE-organisaties vertegenwoordigd. De landelijke redactie van MEE Magazine valt onder de verantwoordelijkheid van MEE Nederland te Utrecht. Regionale bijdragen vallen onder de verantwoordelijkheid van de redactie van MEE West-Brabant. Bijdragen kunt u richten aan de redactie, die zich het recht voorbehoudt bijdragen te weigeren, te bewerken of in te korten. Overname van artikelen en/of beeldmateriaal uit het MEE Magazine is alleen mogelijk met bronvermelding en na schriftelijk verkregen toestemming van de redactie.
REGELRECHT
Wsw’ers ook bij gewone werkgevers aan de slag
AANBOD GENOEG, MAAR WEL GOED
Op zoek naar zorg Abonnementen Aanmeldingen voor een kosteloos abonnement kunt u e-mailen naar
[email protected] onder vermelding van uw NAW-gegevens.
12
9
TELEVISIEPROGRAMMA ‘DOWN MET JOHNNY’
‘Iedereen is enthousiast over het programma’
10
TWENTSE ROLSTOELVIERDAAGSE
De Helden van Delden
11
MENSEN MET LICHTE BEPERKING MOETEN VOORTAAN ZELF BEGELEIDING REGELEN
‘Eigen netwerk maakt vaak gelukkiger’ Contact met MEE West-Brabant MEE Breda Heerbaan 100 4817 NL BREDA T 076 522 30 90 E
[email protected] I www.meewestbrabant.nl
juli 2009 MEE Magazine | 3
VERSTANDELIJKE BEPERKING EN AUTISME
AANBOD GENOEG, MAAR WEL GOED ZELF BLIJVEN OPLETTEN
Op zoek naar zorg Als je een gehandicapt kind hebt, hoeft dat niet te betekenen dat je wereld in elkaar stort. Je staat er bepaald niet alleen voor. Tenslotte is er in Nederland een enorm aanbod aan zorg. Kees Kaptein vertelt over zijn ervaringen met de langdurige zorg voor zijn dochtertje. Een verstandelijk gehandicapt kind. Als het je overkomt moet je, terwijl je de klap nog aan het verwerken bent, aan de slag om alles zo goed mogelijk te regelen voor je kind en je gezin. Dan begint de zoektocht naar zorg.
4 | MEE Magazine
juli 2008
i
LANDELIJKE REDACTIE | ANNELIES DE JONGH FOTO’S GILLES BOEUF
ZIEKENHUIS Voor Kees begon die tocht in het ziekenhuis. Zijn dochtertje Laura kreeg vlak voor haar eerste verjaardag epileptische aanvallen. In het ziekenhuis gingen ze heel efficiënt te werk: alle nodige onderzoeken werden dezelfde dag nog gedaan. Na een week ging Laura met een medicijn en zonder aanvallen weer naar huis. Gelukkig maar. Wat ze in het ziekenhuis niet hadden verteld, is dat epilepsie op zo’n jonge leeftijd echt heel slecht nieuws kan zijn. Kees: ‘Ik kan me daar nog steeds kwaad over maken. Ik wil weten waar ik aan toe ben.’
www.mee.nl
Laura opeens geen ‘hopeloos geval’, maar gewoon een van de kinderen. Met ontwikkelingsmogelijkheden. Op haar eigen manier en in haar eigen tempo. Kees was de afgelopen maanden heel vaak moedeloos de kamers van medisch specialisten uitgelopen. ‘We maken ons ernstige zorgen.’ ‘U denkt toch hopelijk niet dat dit nog goed komt, hè.’ ‘Ik zie wel autistische kenmerken.’ Opmerkingen waar je niet vrolijk van wordt. Hoe anders ging het op het kinderdagcentrum. Kees: ‘Toen we na het kennismakingsgesprek naar buiten liepen, kwam Laura’s begeleidster ons achterna: ‘Kom eens kijken, Laura kan al uit een rietjesbeker drinken!’ Daar werd ik nou wél vrolijk van.’
OPLETTEN
‘Ik lees hier dat het goed met Laura gaat’
Hoewel Kees dus niet wist waar hij aan toe was, kreeg hij wel een steeds slechter gevoel over de ontwikkeling van Laura. Als hij een keer voorzichtig informeert of er verband is tussen epilepsie en autisme, reageert de kinderarts verontwaardigd: ‘Dat kind is niet autistisch!’ Gelukkig maar. Alleen ging Laura niet praten, zelfs niet brabbelen. Ze imiteerde niet, ze speelde niet en soms zat ze dagen achtereen apathisch voor zich uit te staren. Bovendien kwam een half jaar na de ziekenhuisopname de epilepsie weer terug. Toen Kees op een nacht met Laura bij de spoedeisende hulp in het ziekenhuis kwam en de dienstdoende neuroloog haar dossier opensloeg, kreeg hij te horen: ‘Ik lees hier dat het goed met Laura gaat.’ Kees: ‘Tja, je blijft natuurlijk beleefd. Maar het was niet de laatste keer dat ik dat hoorde. Op een gegeven moment heb ik maar gevraagd of ze die zin alsjeblieft uit het dossier wilden schrappen.’
RIETJESBEKER Het zinnetje ging eruit. Het ging helemaal niet goed met Laura. Er kwamen meer onderzoeken, onder andere bij een neuropsycholoog. Zij stelde vast dat Laura op de leeftijd van bijna twee jaar het ontwikkelingsniveau had van een baby van zes maanden. Bovendien, zo kwam ook zwart op wit te staan, was er een sterk vermoeden van autisme. Alsof dat allemaal nog niet erg genoeg was, slikte Laura inmiddels drie verschillende medicijnen tegen epilepsie, wat overigens niet mocht baten. Het werd duidelijk dat Laura niet zo zou opgroeien als haar oudere broertje en zusje en dat er voor haar aanpassingen gezocht moesten worden.
‘Kom eens kijken, Laura kan al uit een rietjesbeker drinken!’
Waar begin je in zo’n geval? Kees had het geluk dat hij voor een zorginstelling werkte. Daar vertelden ze hem over MEE. Al snel kwam er een consulente bij hem thuis. Zij zag meteen dat er dringend hulp nodig was. En daar ging ze voortvarend mee aan de slag. Binnen twee maanden zat Laura op een speciaal kinderdagcentrum voor jonge kindjes met een ontwikkelingsachterstand. Daar was
MEE regelde verder nog ‘ondersteunende begeleiding algemeen’. Dat houdt in dat er iemand zes uur per week voor Laura komt zorgen, waardoor er weer tijd kwam om met de oudere kinderen leuke dingen te doen. En er kwam pedagogische ondersteuning thuis. ‘Zo leerden wij ook hoe we Laura dingen kunnen leren’, vertelt Kees. ‘Wij laten haar bijvoorbeeld altijd een groen bekertje zien, als ze gaat drinken. Dan weet ze wat er gaat gebeuren.’ Ten slotte is er ook een indicatie afgegeven voor logeren. Te beginnen met een etmaal per maand. ‘We weten niet of Laura altijd thuis kan blijven wonen. Een mooie tussenvorm zou kunnen zijn om haar af en toe te laten logeren in een speciale voorziening.’
‘U denkt toch hopelijk niet dat dit nog goed komt, hè’
En zo werd de verzorging van Laura in steeds betere banen geleid. Het is duidelijk dat je in Nederland een hoop zorg uit handen wordt genomen, maar dat je wel goed moet blijven opletten. In het ziekenhuis geldt dit zeker, maar ook binnen de langdurige zorg is het niet altijd voor iedereen duidelijk wat er allemaal aan ondersteuning mogelijk is. En of je dat allemaal ook nodig hebt. Een mooi voorbeeld van hulp goed op elkaar afstemmen, is de komst van het Centrum Autisme binnen het zorgaanbod voor Laura. Op aanvraag van de neuropsycholoog kwam Laura daar terecht toen zij drieëneenhalf jaar oud was. In eerste instantie voor een diagnose. Die kwam snel en was zonneklaar: Laura scoorde op alle punten. Een logisch vervolg was ‘home training’: iemand die bij de familie thuis komt om adviezen te geven over de begeleiding van Laura. ‘Dat lijkt erg op wat de pedagogische ondersteuning ook al doet,’ aldus Kees. ‘Om ervoor te zorgen dat er niet al teveel overlap zou ontstaan, hebben de begeleidsters samen afgesproken wie wat doet. En zo gaat het goed.’ Laura is in januari vier jaar geworden. De epilepsie is nog steeds niet onder controle. Regelmatig heeft zij het moeilijk, door de vele aanvallen. Ze is autistisch en verstandelijk beperkt. In haar korte leven heeft ze een hele groep mensen om zich heen verzameld die van haar houden en haar helpen bij haar ontwikkeling. Kees heeft er bijna een dagtaak aan. ‘Met een kind als Laura besef je hoe blij je mag zijn dat je hier en nu leeft. De zorgverlening in Nederland is zo goed.’ Maar hij adviseert ook: ‘Blijf goed opletten. Hou zelf het overzicht. Voor je het weet, krijg je op de spoedeisende hulp te horen dat het goed gaat met je kind.’ < juli 2008 MEE Magazine | 5
DOWNPOLI
KINDEREN MET DOWN BEZOEKEN ALLE SPECIALISTEN OP ÉÉN MIDDAG
Consulenten Hilde ten Have en Lianne van Oosterhout van MEE West-Brabant.
Downpoli biedt meer gemak MEE WEST-BRABANT | COMMUNICATIE FOTO INGRID BERTENS
Kinderen met het syndroom van Down moeten regelmatig bij diverse specialisten op controle. Sinds vorige zomer hoeft dat in onze regio nog maar eens per anderhalf jaar. Op de Downpoli van het Amphia Ziekenhuis krijgen ze alle onderzoeken op één middag. MEE West-Brabant informeert en adviseert meteen bij vragen over dagelijkse dingen waar ouders en kinderen tegenaan lopen.
6 | MEE Magazine
juli 2009
i
De ene keer moet je naar de kinderarts, een maand later wacht de fysiotherapeut op je. Weer zes weken daarna komt er een oproep van de diëtist en je wilt ook nog eens een adviesgesprek met een consulent van MEE. Hoorndol word je ervan. Maar ja, de agenda’s zitten vaak zo vol, dat het onmogelijk is om afspraken achter elkaar te plannen. Sinds juni vorig jaar is het voor kinderen met het Downsyndroom wat prettiger geregeld. De specialisten van het Amphia Ziekenhuis en MEE West-Brabant hebben de handen ineengeslagen en houden elke maand op vrijdagmiddag een Downpoli.
‘De reacties van ouders zijn alleen maar positief’
Alle kinderen van twee tot achttien jaar krijgen om de anderhalf jaar een oproep voor vijf afspraken tegelijk: met de kinderarts, een fysiotherapeut, een logopedist, een diëtist en een consulent van MEE. Na twee uur staan ze weer buiten. Alleen voor een bezoek aan de oogarts en de KNO-arts wordt vooraf een aparte afspraak gemaakt. Dan wordt ook bloed afgenomen, zodat de kinderarts tijdens de poli de resultaten daarvan al bij de hand heeft.
WAARDEVOL Namens MEE West-Brabant nemen consulenten Hilde ten Have en Lianne van Oosterhout deel aan de Downpoli. Hun enthousiasme zegt alles over de manier waarop ze op het eerste jaar terugkijken. “De reacties van ouders zijn alleen maar positief”, zegt Hilde. “Ze vinden het erg prettig om in één keer iedereen te zien.”
‘We leren van elkaar en gaan efficiënter te werk’
Maar ook voor de specialisten is de nieuwe opzet waardevol. “We weten nu exact van elkaar waar we mee bezig zijn. Een fysiotherapeut let op andere dingen dan een diëtist. Tijdens de nabespreking praten we over alle kinderen na. We krijgen dan van iedereen een mooi totaalbeeld.”
EFFICIËNTER Coranne Aarts is kinderarts bij het Amphia Ziekenhuis. Zij onderstreept het belang van de Downpoli. “Zulk intensief contact hebben we zelden met elkaar. We leren van elkaar en gaan efficiënter te werk. Een ander pluspunt is, dat ouders van tevoren een vragenlijst invullen. Ze houden bijvoorbeeld een voedingsdagboek bij, dat we op de poli bespreken. Ze schrijven hun vragen ook op, zodat ze goed voorbereid bij ons komen. Wie heeft nooit meegemaakt dat hij bij een dokter weggaat en naderhand bedenkt dat hij van alles is vergeten te vragen? Dat voorkomen we hiermee. We gaan heel gericht voor de kinderen te werk.” Coranne constateert ook dat sommige ouders uit zichzelf geen fysiotherapeut of diëtist raadplegen. Nadat ze er op de Downpoli mee te maken hebben gehad, zien ze pas de waarde daarvan in. “Het schiet er soms bij in, omdat ze al aan zo veel dingen moeten denken.
www.meewestbrabant.nl www.amphia.nl
Of ze vinden het net even niet belangrijk genoeg. Op de Downpoli beseffen de ouders dat bijvoorbeeld een diëtist wel degelijk veel voor hun kind kan betekenen. Ze maken meteen een vervolgafspraak.”
BREDE ONDERSTEUNING De Downpoli is één keer per maand op vrijdagmiddag. Uit het zorggebied van het Amphia Ziekenhuis worden telkens vijf kinderen uitgenodigd. Ze krijgen een eigen kamer, waarop ze beurtelings door de specialisten worden bezocht. Hilde en Lianne zijn blij dat het ziekenhuis MEE heeft gevraagd om ook deel te nemen. Hilde: “Naast het medische gedeelte hebben ouders vaak ook allerlei andere vragen. Wij kunnen op allerlei terreinen ondersteuning bieden, bijvoorbeeld bij de aanvraag van een indicatie. Maar we geven ook advies over vrijetijdsbesteding of als ouders twijfelen tussen regulier of speciaal onderwijs voor hun kind. Die deskundigheid heeft een ziekenhuis natuurlijk niet.”
‘Ze hoeven maar één keer naar het ziekenhuis te komen om alle specialisten te zien’
Hoewel bijna iedereen bekend is met MEE, blijkt de aanwezigheid op de Downpoli toch van groot belang. “Veel ouders zijn terughoudend en nemen geen contact met ons op”, ervaart Lianne. “Zo kwam ik erachter dat een moeder de aanvraag voor een herindicatie helemaal zelf had geregeld. Nadat het CIZ deze had afgewezen, diende ze ook het bezwaarschrift zelf in. Ik heb een huisbezoek met haar afgesproken, omdat ik haar brief wel eens wilde zien. Er bleken heel veel goede argumenten voor een indicatie te ontbreken. Ze had onvoldoende duidelijk gemaakt hoeveel zorg ze aan haar kind besteedde. Ik heb haar geholpen en uiteindelijk is er toch een ruimere indicatie uitgekomen. Maar zonder de Downpoli was er helemaal geen contact tussen ons geweest en was het misschien anders gelopen.”
GEVOELENS Ook om andere redenen leidt het contact op de Downpoli soms tot een vervolgafspraak. Bijvoorbeeld als in het ziekenhuis de emoties te hoog opspelen. “De laatste keer zat ik bij een moeder die alleen maar aan het huilen was”, zegt Hilde. “Verdriet komt meestal juist bij ons tot uiting. Wij vragen specifiek naar gevoelens en dat kan heel confronterend zijn. In dat geval spreken we meteen een volgend gesprek af, zodat we in alle rust nog eens verder kunnen praten.” Hilde, Lianne en Coranne zijn het er alle drie over eens dat de poli het eerste jaar zijn nut al ruimschoots heeft bewezen. Het beste bewijs daarvoor zijn de reacties van de ouders zelf. Coranne: “Deze opzet heeft natuurlijk vooral voor de patiënten zelf veel waarde. Ze hoeven maar één keer naar het ziekenhuis te komen om alle specialisten te zien. We hebben ervoor gekozen om kinderen vanaf twee jaar op te roepen, maar ouders van jongere kinderen vragen ons ook al of ze eraan mogen deelnemen. Dat zegt natuurlijk alles.” <
juli 2009 MEE Magazine | 7
OP DE VOORGROND
‘Iedereen is enthousiast over het programma’ Ken je het programma Down met Johnny? Hierin spelen mensen met een verstandelijke beperking de hoofdrol. Presentator Johnny de Mol volgt mensen op een belangrijk moment in hun leven. De Okee-krant stelde Johnny een paar vragen over het programma.
8 | MEE Magazine
juli 2009
i
www.veronicatv.nl
MEER OVER JOHNNY DE MOL
Geboren op: 12 januari 1979. Woonplaats: Amsterdam. Lievelingseten: Pizza. Favoriete artiest: Zanger Eddie Vedder van Pearl Jam. Favoriete boek: Komt een vrouw bij de dokter van Kluun. Favoriete film: ‘Ik kan niet kiezen tussen True Romance en The Godfather.’ Favoriete acteur: Sean Penn Favoriete actrice: Angelina Jolie Favoriete tv-programma: ‘Ik kijk graag naar Animal Planet en South Park.’ ‘Down met Johnny’ zie je elke zondagavond om 22.20 uur bij Veronica. Kijk op www.veronicatv.nl. Klik op ‘Down met Johnny’.
LANDELIJKE REDACTIE | OKEE-KRANT | REINOUD VAN BOETZELAER FOTO’S SBS / ELVIN BOER
Waarom wilde je dit programma maken? ‘Ik wil laten zien dat er voor iedereen mogelijkheden en kansen zijn. Ook als je een beperking hebt. In het programma ga ik met verschillende mensen op pad. Ze gaan allemaal iets belangrijks doen in hun leven. De één gaat op zichzelf wonen. Een ander gaat voor het eerst werken.’ Wilde iedereen meewerken? ‘Het was niet moeilijk om geschikte mensen voor het programma te vinden. Iedereen was meteen enthousiast. Niet alleen de deelnemers. Maar ook hun ouders en begeleiders. Dat verbaast me niets. Want we maken het programma met veel liefde en respect.’
Hoe gaan de opnames? ‘We hebben veel lol bij het maken van het programma. Dat komt vooral door de deelnemers die we volgen. Ze zijn zo eerlijk en enthousiast. Daar geniet ik echt van. Dat zie ik bij iedereen die meewerkt.’ Komt er nog een tweede serie? ‘Als het aan mij ligt wel. Er kijken elke week een half miljoen mensen naar. Dat is veel. Maar Veronica moet het beslissen. Hierna ga ik weer verder met het reisprogramma Waar is de Mol? Daar heb ik ook weer veel zin in.’ < MAKKELIJK TE LEZEN KRANTEN & BOEKEN
Dit interview verscheen eerder in de Okee-krant, de begrijpelijkste krant van Nederland – speciaal voor mensen met een verstandelijke beperking. Meer lezen? Maak kennis met de Okee-krant en lees maandelijks het belangrijkste nieuws, leuke weetjes,
Hoe ben je op het idee voor dit programma gekomen? ‘Ik heb een keer een workshop acteren gegeven aan mensen met een beperking. Toen deden we samen een toneelstukje. Daarin ging ik vreemd met de vriendin van een andere jongen. Die jongen moest heel boos op mij worden. Maar weet je wat hij zei? ‘Oh, je bent Johnny de Mol! Dan mag het wel.’ Dat vind ik prachtig!’
praktische verhalen & tips en een rubriek met contactadvertenties. Bel voor een abonnement: 020-520 60 70, of mail:
[email protected]. Meer makkelijk te lezen boeken en kranten? Kijk op www.eenvoudigcommuniceren.nl.
juli 2009 MEE Magazine | 9
EVENEMENTEN
www.twentserolstoelvierdaagse.nl
TWENTSE ROLSTOELVIERDAAGSE
De Helden van Delden OOK NAAR DELDEN?
Voor meer informatie over dit festijn, kijk op de website www.twentserolstoelvierdaagse.nl. Je kunt je hier ook inschrijven als deelnemer of vrijwilliger.
LANDELIJKE REDACTIE | EDITH MOSTERT
Na twee decennia is de Twentse Rolstoelvierdaagse niet meer weg te denken uit de sportwereld. De Twentse Rolstoelvierdaagse is de enige Vierdaagse in Nederland voor hand aangedreven rolstoelen. Ook rolstoelgebruikers van buiten de Nederlandse landsgrenzen hebben hun weg gevonden naar dit unieke evenement. Sinds 1986 kunnen rolstoelers geen kruisje meer verdienen bij de Vierdaagse van Nijmegen en Apeldoorn. Sindsdien is er de Twentse Rolstoelvierdaagse. In Delden heeft een enkele deelnemer alle 22 kruisjes bij elkaar gereden. In de week van 28 t/m 31 juli gaat hij mogelijk zijn 23e herinnering ophalen.
KLEINSCHALIG De bewoners van Delden en omgeving weten dat in de laatste week van juli zo’n 170 deelnemers weer bezit zullen nemen 10 | MEE Magazine
juli 2009
van hun stadje. Er is volop respect voor de prestatie die zij neerzetten. De deelnemers zijn hier op hun best. De sfeer is vergelijkbaar met de Vierdaagse van Nijmegen, maar veel kleinschaliger. Mensen kennen elkaar voor een groot deel; niet alleen de deelnemers die elk jaar komen, maar ook vele vrijwilligers die hun vakantie er jaarlijks gedeeltelijk voor ‘opofferen’.
ORGANISATIE De uitgezette routes zijn prachtig. Ze zijn geschikt voor sporters met verschillende achtergronden en conditie. Mensen van 10 tot 80 jaar kunnen kiezen tussen routes van 15, 30, 50 of 70 km die ze dagelijks rijden. Voor de snelheidswedstrijd op maandagavond en voor de langste route (de 70 km) werft de organisatie duursporters ook internationaal. De Stichting Twentse Sportbelangen (STS) organiseert de Vierdaagse op zich. Stichting de Wibo’s verzorgt de volledige aankleding van het randprogramma; het natje en het droogje voor de deelnemers, de begeleiders en de vrijwilligers bij de start-
plaats en de finish. Dat is de sporthal, die wordt omgebouwd tot een gezellige ruimte waar iedereen genoeglijk kan samen zijn, eten, drinken en feesten. De voorbereidingen zijn al volop in gang. Door landelijke promotie probeert de organisatie nieuwe deelnemers te interesseren. Aanwezigheid van beveiliging en Rode Kruis wordt geregeld. Ook zal er straks verzorging door massages of andere lichamelijke verzorging mogelijk zijn. De inzet van materiaalwagens, de aanvraag van vergunningen, bezetting van rustposten, verkeersregelaars; overal wordt aan gedacht. Naast subsidies is de organisatie afhankelijk van sponsors. Dit zijn veelal enthousiaste mensen uit het bedrijfsleven.
HET PARCOURSTEAM Het parcoursteam heeft veiligheid hoog in het vaandel. De jongens van dit team rijden met parcourswagens op de routes om erop toe te zien dat deelnemers geen lichamelijk letsel oplopen, pech krijgen of zich verrijden. Zij weten precies welke deelnemer als laatste op het parcours zit. Ooit is het gebeurd dat twee deelnemers, een vrouw en een man, nergens meer te traceren waren. Tot grote ergernis van de toenmalige parcoursleider, bij wie het altijd zo op rolletjes liep. Ondertussen bleken die twee in de berm aan het rollebollen.
HELDEN Met de intocht op vrijdagmiddag in het centrum van Delden staat het steevast rijendik met publiek om de deelnemers op een groots onthaal te trakteren. Vele sporters komen juist hiervoor naar Delden, ze worden terecht de Helden van Delden genoemd. <
AWBZ WIJZIGINGEN
i
www.meewestbrabant.nl
MENSEN MET EEN LICHTE BEPERKING MOETEN VOORTAAN ZELF BEGELEIDING REGELEN
‘Eigen netwerk maakt vaak gelukkiger’ Consulente van MEE West-Brabant Leny Willers
MEE WEST-BRABANT | COMMUNICATIE FOTO INGRID BERTENS
Mensen met een lichte beperking hebben sinds 1 januari geen recht meer op professionele begeleiding. Door een bezuiniging op de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) moeten zij voortaan in hun eigen netwerk mensen vinden die hulp kunnen bieden. MEE helpt de mogelijkheden te onderzoeken. ELKAAR AANVULLEN Soms ziet Leny Willers de wanhoop in de ogen van haar cliënten. Ze hebben het recht op begeleiding verloren en weten niet hoe ze verder moeten. De momenten dat een medewerker van de thuiszorg langskwam voor huishoudelijke klussen of dat ze konden deelnemen aan het activiteitenprogramma van een verpleeghuis, waren hun houvast. Maar de AWBZ is te duur geworden voor ons land. Vanuit de gedachte dat familie en vrienden kunnen bijspringen, zijn de regels aangescherpt. Mensen met een lichte beperking in hun zelfredzaamheid, krijgen nu geen hulp meer. De consulente van MEE West-Brabant kan zich daar op zich wel iets bij voorstellen. “Het werd de mensen soms te makkelijk gemaakt. Ze gingen niet zelf op zoek naar hulp, omdat ze het via de AWBZ toch wel kregen. Maar een buurvrouw kan ook heus eens iets voor je betekenen. Als we met de cliënt aan tafel zitten, verkennen we wie er echt belangrijk voor hem of haar zijn. Met die mensen proberen we iets op te bouwen. Het voordeel is dat zulke relaties uiteindelijk veel duurzamer zijn. Je wordt er vaak gelukkiger mee, want met een zorgaanbieder heb je geen natuurlijke band.”
Leny gebruikt haar eigen moeder vaak als voorbeeld. “Ze is 86 en woont nog zelfstandig. Maar ze heeft wel een herseninfarct gehad, is bijna blind en loopt achter een rollator. Ze heeft zes of zeven mensen om haar heen die elke week iets voor haar doen. We vullen elkaar prima aan. En omdat we met velen zijn, is het voor iedereen afzonderlijk makkelijk op te brengen.” De oplossing is vaak dichterbij dan je denkt, wil Leny er maar mee zeggen. “Alleen hebben mensen daar nooit bij stilgestaan. Dat hoefde ook niet. MEE neemt de zorg voor de mensen niet over, maar helpt wel om ze anders te laten denken. Ouderenbonden organiseren veel activiteiten die goed zijn voor de sociale contacten. Als je iemand vindt die je daar even naartoe brengt, ben je vaak al verzekerd van een leuke middag.”
VERANTWOORDELIJKHEID Toch is het niet voor iedereen zo eenvoudig om mensen voor zich te winnen. Het Centrum Indicatiestelling Zorg, dat de mate van beperking vaststelt, heeft dan ook een zware verantwoordelijkheid. Leny is blij te constateren dat het daar tot nu toe goed mee omgaat. “Soms houd ik mijn hart vast.
Onlangs begeleidde ik een verstandelijk beperkte jongen, die echt alleen op de wereld staat. Gelukkig zag het CIZ dat in, zodat het hem een indicatie toekende waarmee hij wel recht op begeleiding houdt.” Omdat de consulenten van MEE goed op de hoogte zijn van alle mogelijkheden, levert de zoektocht naar nieuwe contacten soms een verrassende uitbreiding van het netwerk op. Leny: “Zo had een vrouw met afasie, een communicatiestoornis, de wens om af en toe met iemand naar de stad te gaan. Via een vrijwilligersorganisatie hebben we een buddy voor haar gevonden. Ze is dolgelukkig, want in de oude situatie hoefde ze van de zorgaanbieder zulke uitstapjes niet te verwachten.” < MEE HELPT TIJDELIJK
Als uw indicatie voor begeleiding vervalt, kunt u in 2009 bij MEE terecht. MEE helpt u bij het zoeken naar een goede oplossing. Dit geldt voor iedereen met een lichte beperking, of u nu al cliënt bent bij MEE of nog niet. Bel voor meer informatie of het maken van een afspraak naar T 076 522 30 90 of kijk op www.meewestbrabant.nl.
juli 2009 MEE Magazine | 11
Regelrecht De rubriek REGELRECHT brengt voorlichting over wet- en regelgeving die van belang kan zijn voor de cliënten van MEE. Deze keer over de Wsw. Het beleid van de overheid is erop gericht o.m. door subsidies het risico voor bedrijven bij het in dienst nemen van Wsw’ers te beperken.
www.aanhetwerkmetdewsw.nl www.mee.nl
Wsw’ers kunnen ook bij gewone werkgevers aan de slag vers zijn wat huiverig om een Wsw’er binnen te halen. Ze zijn bang, dat ze dan met allerlei financiële risico’s te maken krijgen. De overheid wil graag dat meer Wsw’ers een passende baan vinden bij een gewone werkgever en probeert het daarom voor die werkgevers zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Dit lijkt effect te hebben, want de afgelopen jaren zijn er steeds meer Wsw’ers bij een gewone werkgever gaan werken.
DETACHERING OF BEGELEID WERKEN
LANDELIJKE REDACTIE | ANJA VERWOLF
Dankzij de Wsw (Wet sociale werkvoorziening) moeten gemeenten mensen, die door lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen uitsluitend onder aangepaste omstandigheden tot regelmatige arbeid in staat zijn, een dienstbetrekking aanbieden. Zij moeten dan wel jonger zijn dan 65 jaar en zelf graag willen werken. Er zijn nog een aantal aanvullende criteria: men moet een bepaalde minimum prestatie kunnen leveren, een bepaalde tijd aaneengesloten kunnen werken, niet onbeperkt begeleiding nodig hebben en meer dan één functie kunnen vervullen. Het UWV WERKbedrijf bepaalt of men aan deze criteria voldoet. Het heeft deze taak onlangs overgenomen van het CWI. Voldoet men aan de criteria, dan krijgt men een zgn. Wsw-indicatie en kan men (meestal na een periode op de wachtlijst te hebben gestaan) als Wsw’er aan de slag. Wsw’ers kunnen gaan werken bij een (gemeentelijk) bedrijf dat de Sociale Werkvoorziening uitvoert (een sw-bedrijf), maar ook bij een gewone werkgever. Veel werkge12 | MEE Magazine
juli 2009
Een Wsw’er kan op twee manieren bij een gewone werkgever aan de slag: via detachering en via begeleid werken. Bij detachering blijft de Wsw’er in dienst van het sw-bedrijf en betaalt dat bedrijf dus ook het loon. De werkgever betaalt een inleenvergoeding aan het sw-bedrijf. Dit bedrijf verzorgt- voor zover dat nodig is- de eventuele aanpassingen op de werkplek en de begeleiding van de Wsw’er. Detachering brengt voor de werkgever dus nauwelijks extra administratie of andere extra werkzaamheden met zich mee. Bij begeleid werken komt de Wsw’er in dienst van de werkgever en deze betaalt dus ook het loon. Aan de indiensttreding kan desgewenst een proefplaatsing vooraf gaan. Voor het loon kan de werkgever via het UWV WERKbedrijf een loonkostensubsidie krijgen. Die subsidie compenseert de mogelijk lagere productiviteit van de Wsw’er. Ook voor extra scholing of opleiding van de Wsw’er zijn subsidiemogelijkheden aanwezig. De gewone werkgever kan vanuit het sw-bedrijf ondersteuning krijgen bij het aanvragen van dit soort subsidies. Bij ziekte en arbeidsongeschiktheid van de Wsw’er loopt de werkgever – anders dan vaak wordt gedacht – geen enkel risico. De daarbij behorende kosten komen in deze specifieke situatie namelijk niet voor rekening van de werkgever, maar voor rekening van de overheid. Ook bij begeleid werken verzorgt het
sw-bedrijf – voor zover dat nodig is – de eventuele aanpassingen op de werkplek en de begeleiding van de Wsw’er. De benodigde aanpassingen worden voor een deel door het sw-bedrijf betaald.
ACTIEF BELEID De overheid wil dat gemeenten steeds actiever gaan proberen om personen met een Wsw-indicatie begeleid te laten werken bij een gewone werkgever. Pas als dat echt niet lukt, zou nog tot plaatsing in een sw-bedrijf besloten mogen worden. De gemeenten proberen via allerlei vormen van samenwerking met het bedrijfsleven aan deze opdracht te voldoen. Daarnaast hebben personen met een Wsw-indicatie ook zelf meer mogelijkheden gekregen om begeleid werk bij een gewone werkgever te zoeken. Ze kunnen dan ook de daarvoor benodigde begeleiding inschakelen. Dit geldt zowel voor Wsw’ers die al binnen Wsw-verband werkzaam zijn, als voor Wsw’ers die bovenaan de wachtlijst staan. Zij kunnen daarvoor een persoonsgebonden budget (PGB begeleid werken) van de gemeente krijgen. De gemeente waar de Wsw’er woont, kan meer informatie verstrekken over de regels die op het PGB begeleid werken van toepassing zijn. < Anja Verwolf is juriste bij MEE Zuid-Holland Noord
INFORMATIE
Meer informatie over dit onderwerp is te vinden op www.aanhetwerkmetdewsw.nl U kunt ook informeren bij de regionale vestiging van MEE bij u in de buurt (0900 999 8888, lokaal tarief, u wordt automatisch doorgeschakeld, of zoek via www.mee.nl)
IN THE PICTURE
www.rtl.nl (gemist]
Het sterrenteam ziet sterren
LANDELIJKE REDACTIE | DANIËLLE WILBRINK FOTO JACQUELINE ZWIERS
In het RTL-programma Van der Vorst ziet sterren interviewt Peter van der Vorst bekende Nederlanders. Samen met zijn ‘Sterrenteam’, bestaande uit drie licht verstandelijk gehandicapte jongeren, zoekt hij elke week een bekende Nederlander thuis op. In MEE Magazine een interview met het Sterrenteam: Mylène (24), Georgetine (46) en Yorick (21). Zij vertellen hoe zij aan dit bijzondere baantje zijn gekomen en hoe zij het hebben ervaren.
Alle drie vinden ze het jammer dat de opnames van Van der Vorst ziet sterren alweer voorbij zijn. Het was een grote verrassing toen ze hoorden dat zij uit velen zijn uitgekozen om bekende Nederlanders te gaan interviewen. Yorick: ‘Ik heb auditie gedaan op mijn werk, in het kunstatelier. Mijn collega speelde Lorena van Goede Tijden, Slechte Tijden en ik interviewde haar. Dat vonden ze zo leuk dat ik mee mocht doen.’ ‘We werden opgehaald met een limousine en gingen toen naar Wendy van Dijk,’ vertelt Mylène enthousiast. ‘Ik vroeg haar of ik op haar zoontje mocht passen en dat mocht! Maar dan moest Wendy er wel bij blijven.’ Georgetine vult aan: ‘Wendy van Dijk heeft een mooi huis. Ze heeft ook een zwembad in de tuin.’ ‘Alleen de eerste keer gingen we met de limousine,’ vertelt Yorick. ‘Dat zag eruit alsof we in een keer aan kwamen rijden, maar dat was niet zo. De limousine kon de bocht niet maken, dus eigenlijk duurde het heel lang.’ Het drietal bezocht vervolgens Caroline Tensen, Frans Bauer, André Rieu, Angela Groothuizen en Tineke Schouten. Alle bekende Nederlanders vonden het goed dat het sterrenteam langs zou komen, behalve één. Mylène: ‘Het interview met Peter R. de Vries ging niet door. Hij vond het wel leuk, maar het gesprek mocht niet bij hem thuis. Dat vond hij te gevaarlijk voor zijn familie.’ ‘Caroline Tensen heeft het mooiste huis,’ vindt Georgetine. ‘Het is een groot huis en ze heeft een paarse muur, die heb ik thuis ook.’ ‘Eigenlijk wilde Caroline Tensen haar slaapkamer niet laten zien,’ vertelt Yorick. ‘Haar schoonmaakster was ziek. Maar we mochten toch kijken.’ ‘Angela Groothuizen ging zingen voor ons, dat vond ik zo mooi!’ zegt Mylène. Mylène heeft zelf ook mogen zingen in het programma. Zij wil het liefste zangeres worden. Georgetine wil graag nog meer interviews doen voor de televisie en ook Yorick wil graag beroemd worden. ‘Ik werd al een keer gevraagd om een handtekening!’ Yorick wil radio DJ worden, maar ook een rol in Goede Tijden, Slechte Tijden zou hij heel leuk vinden. Als het aan het sterrenteam ligt, maken ze zeker nog een serie. Georgetine zou graag eens kijken bij Natasja Froger. Mylène wil weten hoe Marco Borsato woont en Yorick zou het liefst eens op bezoek gaan bij Irene Moors en bij Carlo Boszhard. Een bezoek bij hun eigen collega Peter van der Vorst zien ze ook wel zitten. Mylène: ‘Peter van der Vorst heeft gezegd dat hij ons misschien wel weer gaat vragen als er nog een serie komt, dus wie weet! < juli 2009 MEE Magazine | 13
CURSUSSEN EN GESPREKSGROEPEN
i
www.meewestbrabant.nl
Cursussen en gespreksgroepen najaar 2009 Behoefte om je ervaringen met anderen te delen? Ervaren dat je niet de enige bent? Tijdens de cursussen en gespreksgroepen van MEE leg je contact met gelijkgestemden en kun je je ervaringen delen met ‘lotgenoten’. Samen sta je sterker! Meld je snel aan voor een van de cursussen of groepen die dit najaar starten. AUTISME – BASISCURSUS VOOR OUDERS EN DIRECT BETROKKENEN Algemene informatie en basiskennis over Autisme Spectrum Stoornis (ASS) voor ouders en andere direct betrokkenen bij een kind met een ASS.
AUTISME – LOTGENOTENCONTACTGROEP Gespreksgroep voor volwassenen met een normale begaafdheid die een Autisme Spectrum Stoornis hebben. Er is gelegenheid om persoonlijke ervaringen met elkaar te delen.
OMGAAN MET ROUW EN VERLIES Cursus voor volwassenen met een verstandelijke beperking die willen leren omgaan met gevoelens van rouw en verlies en dit een plek willen geven in hun leven.
OMGAAN MET VRIENDSCHAP, RELATIES EN SEKSUALITEIT Cursus voor mensen met een licht verstandelijke beperking die met deze aspecten beter willen leren omgaan om zo een volwaardige relatie op te bouwen en te onderhouden.
AUTISME – PARTNERCONTACTGROEP
PARKINSON – LOTGENOTENCONTACTGROEP
Een gespreksgroep voor partners van mensen met een Autisme Spectrum Stoornis. De bijeenkomsten bieden de gelegenheid om persoonlijke ervaringen met elkaar uit te wisselen.
Gespreksgroep voor mensen met de ziekte van Parkinson. De bijeenkomsten bieden de mogelijkheid om eigen ervaringen te delen en elkaar tips te geven hoe in het dagelijks leven met deze beperking om te gaan.
BRUSSENGROEP
PARKINSON – PARTNERCONTACTGROEP
Ondersteuning in groepsverband voor broers, zussen (en ouders) van kinderen met een beperking. Voor jongeren in de leeftijdsgroep van 12 tot 18 jaar. Hoe is het om dagelijks om te gaan met een broer of zus met een beperking of handicap.
OMGAAN MET EEN LICHAMELIJKE OF VERSTANDELIJKE BEPERKING, NAH OF EEN CHRONISCHE ZIEKTE Verschillende gespreksgroepen waar mensen hun persoonlijke ervaringen met elkaar kunnen uitwisselen. Bijvoorbeeld hoe deze beperking invloed heeft op het dagelijks leven en hoe hier mee om te gaan.
14 | MEE Magazine
juli 2009
Gespreksgroep voor partners van mensen met de ziekte van Parkinson om ervaringen uit te wisselen. Deze bijeenkomsten geven herkenning en erkenning voor de soms moeilijke momenten.
SOCIALE VAARDIGHEDEN VOOR VOLWASSENEN Cursus voor volwassenen met een verstandelijke beperking die hun sociale vaardigheden willen verbeteren. Je leert bijvoorbeeld hoe je beter kunt omgaan met kritiek of NEE-zeggen.
WEERBAARHEID: BETER OPKOMEN VOOR JEZELF Cursus voor mensen die willen leren beter op te komen voor zichzelf. Er zijn twee aparte groepen: • voor mensen met een verstandelijke beperking • voor mensen met een lichamelijke beperking.
ZELFSTANDIG WONEN EN OMGAAN MET GELD Cursus voor mensen met een lichte verstandelijke beperking die zelfstandig (willen gaan) wonen en graag leren goed om te gaan met geld (enig rekenkundig inzicht is van belang). Er is ook aandacht voor het voeren van een goede huishouding, bijvoorbeeld je huis op orde houden en boodschappen doen. <
INFORMATIE EN AANMELDEN
MEE West-Brabant organiseert deze cursussen en gespreksgroepen in Breda, Roosendaal of Bergen op Zoom. Deelname is kosteloos. De startdata en locaties staan op de achterzijde van dit magazine. Voor aanmelden of meer informatie stuur een e-mail naar
[email protected] (met je naam, adres en telefoonnummer) of bel naar T 076 522 30 90.
MEEidee LANDELIJKE REDACTIE | LENY BOERTJES
Brochures en boeken
Dit ben ik is een digitaal boekwerk, waarin het kind zich als het ware aan de lezer voorstelt en aangeeft welke (extra) zorg het nodig heeft. Hierdoor is het geschikt als informatieoverdracht voor bijvoorbeeld oppas of logeeradres. Het kan ook gebruikt worden als naslagwerk voor ouders. Die bepalen ook wie de informatie mag lezen. In te vullen via Word. Het boekwerk is voor € 5,-- te bestellen via
[email protected]
In de gezondheidszorg ervaren veel professionals nog gêne en handelingsverlegenheid bij de combinatie van handicaps en seksualiteit, en er is dan ook behoefte aan een bundeling van de kennis die in de afgelopen jaren over seksualiteit, ziekte, handicap en revalidatie is opgebouwd. Dit zeggen de makers van Seksualiteit bij ziekte en lichamelijke beperking. Dit boek is opgebouwd uit zes modulen: seksualiteit, verstoorde seksualiteit, twintig specifieke ziektebeelden, begeleiding, aspecten van voortplanting, beleid, preventie & zorg. Een dvd wordt bijgeleverd. Kijk eerst op www.vangorcum.nl W.L.Gianotten, M.J.Meihuizen-de Regt en N.van Son-Schoones (red.) Uitgeverij Van Gorcum ISBN 978 90 232 4405 9
Natuurlijk welkom op school: helaas is dat niet altijd vanzelfsprekend. Natuurlijk welkom Want het is niet altijd op school! vanzelfsprekend dat kinderen met een beperking naar een reguliere school gaan. Daarom zijn li er nu de werkmap Natuurlijk welkom op school en een brochure met goede voorbeelden die ouders en beroepskrachten Werkmap voor ouders die kiezen voor regulier onderwijs voor hun kind met een beperking
Ook een idee? Laat het ons weten.
[email protected]
hierbij kunnen helpen. U kunt de werkmap en de brochure bestellen via de webwinkel van de CG-Raad (www.cg-raad.nl) of door te bellen naar 030 2916650. De brochure, de werkmap en een aantal van de bijlagen kunt u ook downloaden als pdf-bestanden.
M[Xi_j[i
De stichting ‘Ik Wil Fietsen’ wil mensen met een beperking stimuleren om (weer) Hiervoor zijn veel ( ) te t gaan fietsen. t Hi mogelijkheden. Er zijn diverse speciale fietsen, maar ze staan niet in elke fietswinkel. Op de website www.ikwilfietsen.nl staan links naar diverse fietsfabrikanten en –winkels waar u wel voor deze fietsen terecht kan. Ook vindt u er verhalen die betrekking hebben op het fietsen voor bijzondere fietsen en hoe dat zo gekomen is.
De website www.ikhebdat.nl gaat over Yvo met z’n ’ ffamilie, ili en over andere kinderen met een ziekte of aandoening. Verder gaat deze site over erfelijkheid. Over de dingen dus, die we hebben meegekregen van onze ouders. Leuke dingen, maar ook minder leuke dingen. Dingen waarover je soms zegt: ‘Dat heb ik van mijn vader’, of ‘Dat heb ik van mijn moeder’. Deze website is niet alleen voor kinderen; ook vaders en moeders hebben er wat aan.
Het project ‘Chronisch ziek en werk’ wil mensen begeleiden bij het vinden van werk, maar ook uitval voorkomen. Doel van het project is: verbetering van de participatie van chronisch zieken op de arbeidsmarkt. Alles staat beschreven op www.reumabond.nl Initiatiefnemer van het project ‘Chronisch ziek en werk’ is de Reumapatiëntenbond die al jaren ervaring heeft met re-integratie van mensen met reuma. Mensen met reumatische aandoeningen, waaronder
fibromyalgie, maar ook met epilepsie of MS die interesse hebben in dit begeleidingstraject, kunnen informatie inwinnen en zich aanmelden bij de Reumalijn 0900 20 30 300 keuzetoets 3 of kijken op de website.
J_fi
De Red Crosser is de aangepaste tram van het Rode Kruis waarmee mensen met een beperking een rondrit door Amsterdam kunnen maken. Deze is in de eerste plaats bedoeld voor gehandicapten, chronisch zieken en andere doelgroepen van het Rode Kruis. De Red Crosser rijdt zes dagen per week, buiten de spitsuren, langs de allermooiste plekjes van Amsterdam, over een dagelijks wisselend traject. In circa 2 uur kan men genieten van toeristische hoogtepunten. De tram is volledig rolstoel geschikt en voorzien van alle benodigde extra’s zoals een lift, een invalidentoilet en airco. Vrijwilligers van het Nederlandse Rode Kruis begeleiden de gasten tijdens iedere rit. Reserveringen gaan via het Rode Kruis, telefoonnummer 020 6226211.
Of het nu gaat om een zitje van een kartonnen doos, een zandbak aan de rolstoel bevestigd of aanpassing van kleding en het gebruik van slabben, ouders van kinderen met een handicap worden bijna dagelijks uitgeh di daagd om praktische oplossingen te verzinnen. Nu zijn er de Willie Wortel tips. Een herziene uitgave van het boekje van de BOSK, waar tientallen ideeën, handige oplossingen en creatieve vondsten van ouders en van mensen met een handicap zelf bij elkaar zijn gebracht. Willie Wortel tips sluit aan bij de behoefte van de leden aan uitwisseling van kennis en ervaringen. Verkrijgbaar bij de BOSK, verenging van motorisch gehandicapten, www.bosk.nl,
[email protected] of 030 2459090, kosten € 5,-exclusief verzendkosten. juli 2009 MEE Magazine | 15
Actueel Sportement Alphen-Chaam
i
i
www.meewestbrabant.nl www.sportement-ac.nl www.nieuweveste.nl
www.paragamesbreda.eu www.parkinsoncafebreda.nl
MEE Kalender najaar 2009
Ontdek de mogelijkheden op sportgebied bij het Sportement Alphen-Chaam ‘Sporten voor en door mensen met een beperking’ op 23 augustus. Dit jaar zijn hier ook de Nederlands Kampioenschappen voor het G-tennis. Kortom een dag vol met sport, spel, muziek en entertainment! Meer informatie? Ger van Eil T 06 53 38 88 28. Zie ook www.sportement-ac.nl
MEE Cursussen en Gespreksgroepen Autisme – Basiscursus voor ouders e.a.
Autisme – Lotgenotencontactgroep (vervolg) Autisme – Lotgenotencontactgroep (vervolg)* Autisme – Partnercontactgroep (vervolg) Brussengroep Omgaan met NAH¹ en chronische ziekte Omgaan met NAH¹ en chronische ziekte (vervolg) Omgaan met een lichamelijke beperking Omgaan met een verstandelijke beperking Omgaan met rouw en verlies Omgaan met vriendschap, relaties en seksualiteit
CAPSkunst voor kinderen Voor kinderen van 8-13 jaar met een verstandelijke beperking start een nieuwe cursus CAPSkunst in Nieuwe Veste, St.-Janstraat in Breda. Elke woensdag tekenen, schilderen, boetseren en mooie dingen maken van 15.15 tot 16.45 uur. De kosten zijn € 90,- voor 15 lessen. De cursus begint op 16 september 2009. Voor meer informatie en inschrijven kijk op www.nieuweveste.nl of bel T 076 529 96 00.
Parkinson – Lotgenotencontactgroep (vervolg)* Parkinson – Partnercontactgroep (vervolg)* Sociale Vaardigheden voor volwassenen Weerbaarheid: beter opkomen voor jezelf Zelfstandig wonen en omgaan met geld
Rectificatie Same! In het vorige MEE Magazine (mei 2009) stond helaas het e-mailadres van Same! verkeerd vermeld. Dit moet zijn
[email protected]. Same! is een ontmoetingsgroep voor jongeren met een lichamelijke beperking van 23-30 jaar.
Johan Neeskens Jeugdsportweekend Sportbureau Roosendaal organiseert het Johan Neeskens Jeugdsportweekend Zeeland en West-Brabant van vrijdagmiddag 18 september tot zondagmiddag 20 september 2009. Het jeugdsportweekend is voor jeugd van 8-18 jaar met een lichamelijke beperking. De kosten zijn € 55,- per deelnemer. Meer informatie? Anouk van der Ent, T 06 51 26 68 83 of e-mail
[email protected]
ParaGamesBreda! Sporten zonder Grenzen Van 8 tot en met 11 oktober 2009 is de derde editie ParaGames Breda! Met 2.000 deelnemers afkomstig uit vijftien landen is dit het grootste evenement voor gehandicapte sporters in Europa. Bij Paragames Breda! gaat topsport (van bankdrukken tot wheel16 | MEE Magazine
juli 2009
Startdatum 12 oktober 12 oktober 27 oktober 17 september 9 september 20 oktober 15 september 24 september 17 september 24 september 14 september 24 september 22 september 22 september 24 september 9 september 7 september 16 september 17 september 15 september 16 september 22 september 24 september
Locatie Roosendaal Bergen op Zoom Breda Breda Roosendaal Breda Roosendaal Breda Roosendaal Breda Roosendaal Breda Breda Roosendaal Breda Breda Breda Breda Roosendaal Breda Bergen op Zoom Bergen op Zoom Breda
Toelichting op bovenstaande cursussen en gespreksgroepen staan op pagina 14 van dit magazine. Aanmelden of meer informatie? Mail naar
[email protected] (met je naam adres en telefoonnummer) of bel T 076 522 30 90.
* 1
(vervolg)* instromen is in overleg soms nog mogelijk. NAH staat voor Niet Aangeboren Hersenletsel
chairrugby) hand in hand met breedtesport (clinics voor iedereen). Kijk op www.paragamesbreda.eu
Kom naar de cursusmarkt in Breda! Zaterdag 5 september is van 12.00 tot 16.00 uur de jaarlijkse cursusmarkt. Hier kan iedereen zich oriënteren op het cursusaanbod van komend seizoen. Interesse? Kom dan naar de Bibliotheek Breda/Nieuwe Veste, Molenstraat 6 in Breda. Meer informatie? Mail
[email protected]
Yoga voor mensen met een verstandelijke beperking Stichting Ouderenwerk organiseert elke dinsdag van 18.45-20.00 uur en van 20.0021.15 uur twee yogagroepen voor mensen met een verstandelijke beperking (geen
leeftijdsgrens). De lessen vinden plaats bij Steunpunt Rhijnstede, Rijnauwenstraat 1 in Breda en worden verzorgd door een deskundige yogadocent in kleine groepen. Kosten zijn € 220,- voor 22 lessen (MBvO vergoeding van CZ zorgverzekering van toepassing). Nieuwe deelnemers zijn van harte welkom! Voor meer informatie Stichting Ouderenwerk Breda, afdeling Cursuswerk, T 076 525 15 32 (elke ochtend 09.00-13.00 uur).
Parkinson Actief Breda Parkinson Actief Breda (PAB) bevordert activiteiten voor mensen met Parkinson en hun mantelzorgers. Zij organiseren elke laatste vrijdag van de maand van 13.30-16.00 uur het Parkinson Café in De Poelwei, Mgr. de Vetstraat 2 in Breda. Ook zijn er beweeggroepen onder leiding van een fysiotherapeut. Voor meer informatie bel Ingrid Gerritse (Steunpunt informele zorg Breda) T 076 526 55 40 of kijk op www.parkinsoncafebreda.nl