Op weg naar mijn ware bestemming Vincent Claeys B. Viering, 16 juni 2013 Vandaag wil ik jullie spreken over de spirituele groeiweg die we allemaal gaan. Iedereen bevindt zich op een spirituele weg, maar veel mensen staan er niet bij stil. Onder het spirituele versta ik alles in een mensenleven dat niet te maken heeft met het materiële. Het staat voor wie we zijn, wie we willen worden, hoe we ons voelen over onszelf, wat we willen bereiken, waar we staan met onze relaties, waar onze ziel naar hunkert. Je moet niet geloven in God of in de ziel om op een spirituele groeiweg te zijn, net zoals je niet moet geloven in de liefde om bemind te worden. Maar het helpt. Ik zal jullie iets vertellen over mijn eigen spirituele groeiweg. Dat doe ik niet omdat ik graag over mezelf vertel, want alhoewel ik vlot praat, geef ik me niet gauw bloot. Ik doe het omdat het te gemakkelijk zou zijn om vrijblijvend een aantal mooie spirituele gedachten te formuleren. Als ik ze niet toets aan mijn eigen leven heeft dat weinig te betekenen. Ik ben geboren als vijfde kind in ons gezin. Het maakte me heel gelukkig dat ik de kleinste was én de lieveling van mijn moeder. Ik dacht dat het altijd zo zou blijven. Toen ik twee jaar was, verwachtte mijn moeder echter een zesde kind. Na de bevalling was ze oververmoeid en nam ze een kindermeisje in huis. Die kreeg de opdracht zich bezig te houden met de oudste vijf kinderen, zodat zij er helemaal kon zijn voor de nieuwe baby. Ik voelde mij beroofd van mijn bevoorrecht plaatsje in het gezin en kreeg het erg moeilijk. Het werd er niet beter op toen de baby een peuter werd. Er ontstond een grote rivaliteit tussen ons. Ik kon mijn broertje niets gunnen en ik zocht steeds ruzie. Mijn moeder nam het dan op voor haar kleine schat. Met de jaren werd ik meer en meer een moeilijk kind. Dat bracht spanning in huis. Vanbinnen zat ik vol verdriet en ik was jaloers op mijn broertje die nu de lieveling van mijn moeder was. Ik reageerde me af op hem, pakte zijn speelgoed af, deed hem pijn en pestte hem. Het werd een vicieuze cirkel: ik deed vervelend tegen mijn broertje, hij ging klagen bij moeder, zij werd boos op mij, ik voelde me nog meer verwaarloosd en verlaten, reageerde dat af op mijn broertje, enz. Ook als tiener zat ik niet goed in mijn vel. Van buitenaf leek het allemaal niet zo erg: gewoon een gefrustreerde tiener die het wat lastig heeft met een jongere broer, maar voor mij was het allemaal erg pijnlijk en moeilijk. Het heeft me jaren zoeken en werken aan mezelf gekost om te begrijpen wat de oorzaak was van het diepe verdriet dat heel mijn jeugd getekend heeft. Op dat pad ontdekte ik PRH, een vormingsinstelling die cursussen aanbiedt rond zelfkennis en persoonlijke groei. Daar leerde ik beter in contact te komen met mijn kwaadheid en mijn verdriet, mijn gekwetste gevoelens, mijn persoonlijke geschiedenis. Ik volgde verschillende cursussen en dit opende mijn ogen. Ook de 1
deelmomenten waarin anderen hun verhaal deden waren verhelderend voor mij. Ik begreep dat ik niet de enige was die worstelde met zijn gevoelens en die moeite had met het leven. Rond mijn twintigste was ik er klaar voor om mij geleidelijk aan met mijn moeder en mijn broer te verzoenen. Het was me duidelijk dat ik dit moest doen. In de eerste plaats voor mezelf, want ik wou niet blijven zitten met die pijn in mijn hart. Ik herinner mij de voorzichtige toenaderingen, de goede bedoelingen en ook het onwennige gevoel. Het heeft veel tijd gekost om helemaal te helen, maar toen mijn moeder oud was, zei ik haar soms: “Weet je nog toen ik klein was, hoeveel we geruzied hebben?” We konden er goed om lachen. We hadden elkaar in de diepte vergeven en samen de weg naar verzoening afgelegd. Zo ging het ook met mijn broer met wie ik nu een goede band heb. Wat ik door die zoektocht heb geleerd, wil ik graag doorgeven. Daarom geef ik al vele jaren regelmatig workshops aan jongeren in scholen. Thema’s daarbij zijn o.a. communicatie, omgaan met conflicten, wie ben jij, wat doet jou leven, waar zit jouw passie en jouw enthousiasme. Ik blijf dit doen, niet uit idealisme, maar gewoon omdat ik het graag doe, omdat ik er telkens opgeladen van terugkom. Dit is een stukje van mijn missie. Als jongvolwassene kreeg ik al de smaak te pakken van het lezen van spirituele boeken. Ze gaven me en geven me nog steeds zuurstof op mijn zoektocht naar persoonlijke zingeving. Er zijn vele visies omtrent de weg die we te gaan hebben in het leven, religieuze en andere, er zijn vele psychologische scholen, en ik vind het fijn om me erin te verdiepen. Het boeide mij toen en nu nog steeds om meer inzicht te krijgen in het waarom van ons leven en hoe het allemaal in elkaar zit. Op mijn spirituele pad ontdekte ik zo’n twintig jaar geleden ook de kinesiologie, een methode om je lichaamsgeheugen te ondervragen via spierspanning. Je lichaam heeft namelijk een geheugen dat registreert wat bedreigend was en is voor jou, en hoe je ermee omgaat. Je lichaam vergeet niets. Met dat geheugen kan je in contact komen via het testen van je spierspanning. De methode is wetenschappelijk moeilijk uit te leggen en botst daarom ook op weerstand, maar het is ondertussen wel een van de meest gebruikte alternatieve methodes bij kinesisten en osteopaten. Kinesiologie wordt zowel gebruikt bij lichamelijke als bij psychosomatische klachten. Het helpt bijvoorbeeld om blokkades te begrijpen en te deprogrammeren vanuit het brein en om inzicht te krijgen in relationele stress. Relaties kunnen ons immers behoorlijk stresseren. Meestal heb je in je lichaamsgeheugen de een of andere stressreactie opgeslagen en herhaal je die automatisch wanneer dezelfde situatie zich voordoet. Voor mij was het werken met kinesiologie verhelderend. Het heeft me geholpen bij het zoeken naar de oorzaak van bepaalde problemen en ongemakken en om ze te transformeren. Enkele jaren geleden wist ik niet zo goed meer wat te vragen aan de kinesioloog en kwam ik op het idee om te bevragen wat mij het meest zou helpen op mijn spirituele groeiweg. 2
Tot mijn grote verbazing kwam naar boven dat ik nog een trauma meedroeg vanuit een vorig leven. Ik ben daar een tijdje niet goed van geweest en ik wist niet wat ik met die informatie moest aanvangen. Toch besloot ik om er dieper op in te gaan. Het verhaal was dat de persoon die in een vorig leven de drager van mijn ziel was zijn hele leven had geworsteld met een onverwerkt verdriet en vol schuldgevoel was overleden. Het greep me zeer aan en ik zag meteen de echo van dit verhaal in mijn leven. Ik besloot er een helingsritueel rond uit te voeren en dat bracht een innerlijk genezingsproces op gang. Ik stelde mij ervoor open, het betekende veel voor mij, en tegelijkertijd vroeg ik mij af of het wel allemaal waar was. Hoe kon ik dat met zekerheid weten? Ik nam er tenslotte vrede mee dat er voor deze zaken (nog) geen wetenschappelijke verklaring mogelijk is. In alles wat de ziel betreft, moet je wetenschappelijke evidenties loslaten. Wie ben jij eigenlijk? Wat is de zin van jouw bestaan? Kan je dat bewijzen? Geloof je in je relatie met je partner? Bestaat daar een afdoend bewijs voor? En wanneer weet je zeker dat je beter breekt met iemand? Kan je dat met wetenschappelijke zekerheid meten? Ik ben ervan overtuigd dat je op al deze domeinen moet vertrouwen op je innerlijke radar, je intuïtief weten. Je kan niet bewijzen wie je bent, je kan niet bewijzen dat jouw waarden de goede zijn, dat je terecht gelooft in je relatie, dat het soms beter is te breken met iemand. Het heeft allemaal te maken met waar je in gelooft. Geloven is rechtstreeks verbonden met het leven, terwijl bewijzen vragen een behoefte is van het verstand. Je kan niet bewijzen dat je pijn hebt aan een relatie, maar je kan wel voelen dat die pijn er is, en voelen hoe inzicht innerlijke rust brengt. In die periode begon ik literatuur door te nemen rond het vraagstuk van reïncarnatie. Daaruit blijkt dat alle culturen het verhaal vertellen over de ziel die verder leeft na de dood. Alleen in het christendom en bij de moslims is er wel sprake van leven na de dood, maar geen ruimte voor de idee van reïncarnatie. En dan nog, het is pas in 533 na Christus dat de paus dit verketterd heeft. Persoonlijk kan ik er goed inkomen dat de ziel leert ‘van leven op leven’ en dat zij die wijsheid opslaat tot op het moment waarop zij de cyclus van leven en dood overstijgt. Wat mij vooral bijblijft vanuit mijn inzichten in dat verband is dat de wijsheid die doorheen de verschillende levens wordt opgeslagen, je trillingsniveau doet stijgen. Het is duidelijk dat er vele religieuze en psychologische kaders zijn die ons de weg willen wijzen naar spirituele groei en dat ze elk hun eigen dogma’s, rituelen en verhalen hebben. Graag wil ik aangeven wat mij het meest aanspreekt in die vele spirituele tradities. - Spiritualiteit kan je helpen inzien dat je geen slachtoffer bent, dat je je leven in handen kan nemen, dat je de verantwoordelijkheid kan opnemen voor wat er gebeurt met jou in jouw leven. De wereld is geen complot tegen jou, er is niets dat geen betekenis heeft in je leven, om de goeie reden dat de manier waarop je de dingen ervaart je persoonlijke invulling is. Jouw perceptie van de wereld is een spiegel voor je onbewuste ik. - Het is de bedoeling dat spiritualiteit je leert je eigen schaduw te omhelzen en je geleidelijk aan te verzoenen met wie je bent, tot je jezelf helemaal aanvaardt 3
-
zoals je bent. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, want weerstand schuilt soms diep in ons onbewuste. Die opruimen is een weg van innerlijke bevrijding. Spiritualiteit zou je moeten aanzetten om de taak van je ziel op te nemen, je talenten te gebruiken, je roeping te volgen. Ik geloof dat het onze diepste bestemming is het licht uit te stralen dat we in ons dragen. Dat licht van ons wezen hebben we gekregen, het werd ons gegeven. In zekere zin kan je zeggen dat we lichtwezens zijn.
Tot slot nog iets over de betekenis van leven in het NU. In het dagelijks leven zijn we ons bewust van drie dimensies in de ruimte, namelijk lengte, breedte en hoogte, en één dimensie in de tijd, namelijk duur. Toch kunnen we ons inbeelden dat er meer dimensies zijn. Dat is niet eens zo moeilijk. Wij ervaren de tijd als lineair: de vierde dimensie ziet eruit als een lijn, met het verleden dat achter ons ligt en de toekomst die nog onbereikbaar is. Er is echter meer. Eigenlijk bestaan er vele tijdslijnen naast elkaar. Stel je de vierde dimensie eens voor als een vlak met allemaal tijdslijnen. Er is bijvoorbeeld de dimensie van je dromen, van je hogere zelf, van je vorige levens, van wat je nog in jou draagt en wil worden, enz. Meestal ben je je niet bewust van die andere dimensies, maar eens je de klik hebt gemaakt, besef je dat wat al die tijdslijnen verbindt jouw essentie is, je wezen. En die essentie is eeuwig, niet aan tijd gebonden. Alle spirituele tradities spreken over de ziel die eeuwig blijft bestaan. In feite is tijd slechts een illusie, een concept dat we nodig hebben om onze ervaring te plaatsen. Het is belangrijk dat we trachten helemaal in het hier en nu te zijn en er het leven in al zijn volheid te ervaren. Eckhart Tolle verwoordt het mooi in zijn boek ‘De kracht van het NU’. Van hem leer ik kijken naar mezelf, waarnemer zijn, getuige zijn, in plaats van mij te identificeren met mijn verstand, mijn emoties, alles waarvan ik denk dat het ‘ik’ is of ‘mijn’. Meditatie is een belangrijk hulpmiddel op dat pad. Het is helend omdat het je leert die identificaties te doorbreken en je te verbinden met de dimensie van ZIJN die tijdloos is, met een ruimte waar vrede en stilte en vreugde is. En waar je met alles verbonden bent. Tolle schrijft in zijn boek dat deze toestand je trillingsfrequentie verhoogt. Als je dieper doordringt in dit gebied van niet-denken zoals men dat in het Oosten noemt, dan kom je steeds meer in een staat van zuiver bewustzijn. Dan zit je niet meer in je ego dat altijd bezig is met verleden en toekomst, maar kan je ziel gedijen in het NU. Het betekent niet dat je geen emoties of gedachten meer hebt, je zal er elke dag van je leven nog hebben en dat is oké, maar je reageert er niet meer dwangmatig op. Je luistert naar de boodschap van je lichaam en je ziel, en je blijft in contact met die diepere rustige laag in jou. In die toestand van aanwezigheid ervaar je de vreugde van ZIJN. Daardoor leer je relativeren. Je wordt niet meer meegesleurd in de drama’s van je leven, je bent niet meer het slachtoffer van emotionele toestanden. Je kijkt naar wat er geraakt is in je en je beseft wat er bij jou om heling vraagt. Je bent niet meer je verhaal, je kan je verhaal zelf schrijven, je kan je verhaal helen, je kan het transformeren. En als je iets heelt uit je verleden, heel je je heden en transformeer je je toekomst.
4
Meer en meer zie je de verhalen en de decors voorbijglijden, terwijl je aanwezig bent in het NU en je bewuster wordt van wie je bent en wie je wil zijn. Je kiest in feite je verhaal, je kan steeds kiezen om het naar een hoger niveau te brengen. Je kan je partner, je kind, je medespelers niet veranderen, maar je kan wel de energie van de relatie naar een hoger niveau tillen. In plaats van te leven op een tijdslijn, met de tijd die steeds sneller voorbij vliegt, begint er een andere reis: de reis naar de kern van je bestaan. Die reis wordt steeds mooier, omdat je begrijpt dat je alles hebt wat je nodig hebt, dat je alles gekregen hebt van God, en dat in zekere zin alles perfect is. Je beseft dat er slechts één weg is die ertoe doet: de weg naar bewustzijn van je zuiverste goddelijke essentie. Verbonden met alles. Eén met het leven. Voor altijd. Ik ben. En wie ben jij?
5