BESTEMMING 7 WEKEN ONDERWEG OP ZOEK NAAR ONZE BESTEMMING BETHELKERK

BESTEMMING

7

EK

EG G IN RWMM DE ESTE ON E B NZ EN R O EK NAA

ZO

W

OP

BETHELKERK

VOORWOORD

BESTEMMING

In de komende zeven weken denken we na over onze bestemming. Wie zijn wij en waar gaan we heen, wat is ons doel, persoonlijk en als gemeente? We willen luisteren naar de Heer die roept en zendt. Het bijbehorende logo geeft beweging en richting aan. Er zijn bergen en dalen, er is licht en donker. Te midden van alles staat het kruis dat de weg wijst. Tijdens de zondagse kerkdiensten zal er aandacht besteed worden aan het thema. Het is ons verlangen dat ieder in deze periode extra tijd neemt voor gebed, Bijbel lezen, overdenken en gesprek. Er is elke dag een Bijbelgedeelte met vragen. Neem de tijd om rustig na te kunnen denken, in de ochtend, avond, tijdens het eten of ... Wanneer je jouw gedachten met anderen deelt en erover praat, is er vaak sprake van een stuk verdieping. Als je kinderen en jongeren in het gesprek wilt betrekken kan het goed zijn een kinderbijbel te gebruiken en/of de Bijbel in Gewone Taal. Er is voor elke week een handreiking voor GroeiGroepen of om het gesprek aan te gaan in je gezin of met bekenden, waarbij je deelt wat je hebt beleefd/ontdekt/ervaren etc.

De vier bijeenkomsten op de donderdagavond 17/9, 24/9, 8/10 en 15/10 staan min of meer los van het materiaal uit dit boekje. Het gaat met heel andere werkvormen wel over dezelfde thema’s. Deze avonden kunnen benut worden als extra inspiratie of ter vervanging van een ‘gewone’ bijeenkomst van de GroeiGroep. De afsluitende bijeenkomst op zaterdag 31 oktober is mooi om met elkaar te vieren. We willen je uitnodigen om jullie ervaringen te delen met ons. Je kunt die mailen naar [email protected]. Ze worden meegenomen in de zoektocht van de gehele gemeente naar onze ‘bestemming’. We wensen je een inspirerende ‘reis’ toe. Ds. Bert van de Bovekamp, ds. Leo Buijs, Mariska van Dijk en Gerdien Starreveld.

| 50 dagen project ‘Bestemming’

|3

© 2015 Christelijke Gereformeerde Bethelkerk te Veenendaal Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Christelijke Gereformeerde Bethelkerk. Christelijke Gereformeerde Bethelkerk p/a Spanjaardsgoed 14 3901 HC Veenendaal Telefoon: 0318 - 55 49 30 E-mail: [email protected]

WEEK

01

God wijst mij de weg

p 7 - 11

WEEK

02

WIE IS GOD?

p 12 - 16

WEEK

03

Wie ben ik?

p 17 - 20

WEEK

04

Wie is die ander?

p 21 - 25

WEEK

05

Wie zijn wij samen?

p 26 - 30

WEEK

06

Mijn wereld op z’n kop

p 31 - 34

WEEK

INHOUD:

07

Geloven in genade

p 35 - 37

| 50 dagen project ‘Bestemming’

|5

WEEK

01

God wijst mij de weg

In deze week willen we nadenken over de manier waarop Abraham de stem van God mocht horen en hoe hij daarop reageerde. Het zal zo in de 18e eeuw voor Christus zijn geweest, in die Oud-oosterse wereld. Het ‘decor’ is totaal anders, maar de mensen zijn net als wij. Er is voor elke dag een Bijbelgedeelte met vragen. Het is mooi om daarover door te praten. Als je kinderen en jongeren er bij wilt betrekken moet je de vragen even wat bewerken voor jouw eigen situatie. Vaak kun je uit de voeten met vragen als: Wat vind jij mooi/moeilijk in dit gedeelte? Wat leren we van deze geschiedenis? Of je kunt een stelling verzinnen en deze samen bespreken. Bijvoorbeeld: Het is gemeen van God om Isaäk te laten offeren.

Zondag 13 september

Genesis 12: 1-9 • •

• • •

Wat valt jou op in dit gedeelte? Abraham hoorde de stem van de HEER. Heb jij de stem van de HEER wel eens ‘gehoord’? Zo ja, Op welke manier ‘sprak’ Hij tot jou? Hoe wist je dat het echt ‘de stem’ van de HEER was? Welke weg denk jij dat de HEER ons als gemeente wijst? Neem ruim de tijd om dit in gebed God voor te leggen. Is er iets wat bij jou bovenkomt?

Maandag 14 september

Genesis 13: 2-18 • • • • •

Waardoor laat Lot zich leiden in de keuze van zijn woongebied? Wat vind je van de manier waarop Lot zijn keuze maakt? Welke dingen zijn voor jou belangrijk als je keuzes maakt? Welke valkuilen zijn er voor jou? Hoe kunnen anderen jou helpen om niet in deze valkuilen te trappen?

WEEK 01 - GOD WIJST MIJ DE WEG | 50 dagen project ‘Bestemming’

|7

Dinsdag 15 september

Genesis 15: 1-21 God heeft Abraham nakomelingen beloofd, maar daar is na vele jaren nog steeds niets van te zien. Abraham is scherp in zijn reactie op de woorden van God. Er klinkt pijn en teleurstelling in door. •

•

Zijn er bepaalde verwachtingen in jouw leven die niet zijn uitgekomen? Hoe ga jij daar mee om?

God maakt meer van zichzelf aan Abraham bekend door een ceremonie die in die tijd werd gehanteerd bij het sluiten van een verbond tussen mensen. In de oudheid was er nog geen ‘natie’ of ‘overheid’, alleen maar min of meer losse groepen mensen. In die situatie was het heel belangrijk te weten wie bij wie hoorde. Ben je vriend of ben je vijand? Door het sluiten van een verbond was voor iedereen duidelijk dat je bij elkaar hoorde. Bij de verbondssluiting hoorde een ceremonie waarbij een dier doormidden werd gedeeld. Beide verbondspartners liepen tussen de beide helften van het doormidden gedeelde dier door. De boodschap daarvan was: wij horen bij elkaar, zoals die beide delen van dat

8|

50 dagen project ‘Bestemming’

dier bij elkaar horen. Het verbreken van het verbond werd zo ernstig opgevat dat daarmee het recht om te leven werd verspeeld. Het was aan God/de goden om de verbondsbrekers te straffen. Zo’n verbond werd gesloten voor/namens een hele clan (groep families) en gold ook voor alle nakomelingen. In het visioen dat Abraham kreeg werd het gewicht van het verbond en de verbondssluiting versterkt door de drie verschillende gehalveerde dieren. Het bijzondere is dat God (in het beeld van die vurige oven en die fakkel) als enige tussen de dierenhelften door ging. God schonk het verbond. Hij bepaalt: Ik ben jullie God, Ik heb jullie lief en zal voor jullie zorgen; jullie zijn mijn volk en hebben Mij te erkennen, lief te hebben, te gehoorzamen en te dienen. •

•

Welke betekenis heeft het voor jou, dat zowel Oude als Nieuwe Testament benadrukken dat je onderdeel uitmaakt van een groter geheel: Gods verbondsvolk (zie ook 1 Petrus 2: 9-10)? God is altijd de Eerste? Hoe vind je dat? Wat betekent dit voor jouw geloof en het zoeken naar jouw bestemming?

| WEEK 01 - GOD WIJST MIJ DE WEG

Woensdag 16 september

Genesis 16: 1-16 Je ziet dat Abraham, Sara en Hagar mensen van vlees en bloed zijn, met hun eigen mooie en minder mooie karaktertrekken. Je ziet hoe de zelfgekozen ‘oplossing’ om een ‘nakomeling’ te krijgen tot veel problemen leidt (Ismaël is de stamvader van de Arabieren).

Donderdag 17 september

Genesis 21: 1-21 Een hartverscheurende geschiedenis. Toch is het soms van groot belang pijnlijke maatregelen te treffen. •

• •

•

Op welke manier hoort Hagar de stem van de HEER en wat is zijn boodschap voor haar? Wat heeft dit ons te zeggen? Heb jij in je eigen leven of bij anderen wel eens gezien hoe wij God voor de voeten kunnen lopen? Neem de tijd om er biddend over na te denken en noteer wat er bij je boven komt.

•

•

Zijn er in jouw leven momenten waarop je getroffen werd door een pijnlijke maatregel van anderen? Zijn er momenten waarop jij zelf moest ingrijpen, hoeveel pijn het ook deed bij de ander(en)? Zijn er momenten waarop je -achteraf gezien- had moeten ingrijpen maar het hebt nagelaten? Welke betekenis zou het gemeente-zijn kunnen hebben in bovengenoemde situaties? Benoem wat er bij je boven komt en breng het in gebed bij God. Een bemoedigende gedachte is dat God ons in alle omstandigheden ziet en onze stem hoort.

NOTITIES:


|9

Vrijdag 18 september

Genesis 22: 1-19 Voor ons is dit een onvoorstelbare geschiedenis. Bedenk dat het kinderoffer in die tijd bij de omringende volken vaak voor kwam. Als je aan een godheid offert wat je het liefste is (dat was de eerstgeboren zoon) verwacht je daarvoor ook de grootste beloning. O.a. door deze geschiedenis maakt de God van Israël zijn volk duidelijk dat Hij het kinderoffer niet wil. Op de één of andere manier heeft Abraham dwars door alle gebeurtenissen veel vertrouwen in God gekregen. De HEER zal wel voorzien, op welke manier dan ook.

Zaterdag 19 september

Alle beloften van God, heel de toekomst, alles legt Abraham met Isaäk op het altaar. In de Joodse traditie wordt alle nadruk gelegd op de overgave van Isaäk. Isaäk liet zich binden. Hij gaf zich helemaal aan God over. • •

Wat/wie helpt jou om in alles God te vertrouwen en zijn weg te gaan? Soms is de weg die de HEER wijst, moeilijk te begrijpen. Ken jij daar voorbeelden van en wat/wie heeft jou geholpen om in vertrouwen op God verder te gaan?

NOTITIES:

Genesis 24: 1-27 • •

•

10 |

Op welke manier wees God de knecht van Abraham de weg? Is deze ‘methode’ ook toepasbaar in bepaalde situaties van ons leven? Hoe dan? Welke risico’s zie je bij het toepassen van deze ‘methode’?


|

WEEK 01 - GOD WIJST MIJ DE WEG

GROEIGROEP Het is mooi om tijdens of na deze week met een groep door te praten over dit thema. Dit kan een bestaande GroeiGroep zijn, maar je kunt bijvoorbeeld ook met 2 of 3 personen afspreken om in deze periode wekelijks bijeen te komen. Als GroeiGroep kun je ook twee weken bespreken op één bijeenkomst.

Mogelijke vragen voor een bijeenkomst van een GroeiGroep: 1. Bespreek met elkaar over welk(e) Bijbelgedeelte(n) je wilt doorpraten. Neem de tijd om vervolgens de gekozen gedeelten aan de orde te stellen. 2. Bespreek met elkaar de volgende drie vragen. Neem ruim de tijd om daar vooraf thuis persoonlijk over na te denken. Mocht dat onvoldoende gebeurd zijn, neem daar dan nog even tijd voor tijdens de bijeenkomst van jullie GroeiGroep. A. Waarom voel jij je thuis in de Bethelkerk? B. Wat is jouw verlangen voor de Bethelkerk? C. Wat zou Gods verlangen zijn voor de Bethelkerk? 3. Formuleer met elkaar enkele onderwerpen om voor te danken en te bidden. Sluit af met gebed, bijvoorbeeld in de vorm van een kringgebed waarin ieder iets kan uitspreken. We willen je uitnodigen om jullie ervaringen/opmerkingen/vragen te delen. Je kunt die mailen naar [email protected].

NOTITIES:


| 11

WEEK

02

WIE IS GOD?

Abraham hoorde een stem. God maakte zichzelf bekend. Hij koos het nageslacht van Abraham uit om de wereld te tonen wie Hij is. In deze week lopen we met grote passen door de geschiedenis heen. We staan stil bij een paar Bijbelgedeelten die ons kunnen helpen bij het nadenken over God.

Zondag 20 september

Psalm 46

In deze Psalm wordt het beeld getekend van God als schuilplaats. In een onzekere en dreigende wereld zijn we veilig omdat Hij er voor ons is. Een vaste burcht is onze God! Bijzonder is dat er zo nadrukkelijk gesproken wordt over ‘de God van Jakob’. De stamvader Israël wordt bij zijn oude naam genoemd: ‘degene die de hiel vast houdt’, hielenlichter, bedrieger (Genesis 25:26). Het herinnert aan zwarte bladzijden in het leven van Jakob. Maar ook aan de genade van God. Je hoeft niet vlekkeloos te zijn om bij God te mogen schuilen. • •

12 |

Maandag 21 september Genesis 28: 10-21 •

NOTITIES:

Welk beeld heb jij als je aan God denkt? Welk beeld wordt in de Bethelkerk van God geschetst? Hoe vind je dat?


|

Welke dingen vallen op als je dit gedeelte op je in laat werken?

WEEK 02 - WIE IS GOD?



Exodus 3: 1-15

Exodus 12: 1-28

De ‘engel van de HEER’ blijkt nogal eens samen te vallen met God zelf. Het is de God die zich openbaart, die mensen tegemoet treedt.

Pesach betekent ‘voorbij gaan’. Het oordeel gaat voorbij waar het bloed van het paaslam aan de deurposten is gestreken.

•

Als wij nadenken over deze geschiedenis ligt de valkuil op de loer dat wij God gaan beoordelen op zijn gedrag. Laten we ons bewust zijn van de grootheid van God. De manier waarop Hij de geschiedenis leidt en oordelen velt is voor ons niet te begrijpen.

Wat betekent het voor jou dat God ‘heilig’ is?

God maakt aan Mozes zijn naam bekend: JHWH, waarschijnlijk uit te spreken als Jahwèh. Het is een vorm van het werkwoord ‘zijn’. Je zou kunnen kiezen voor ‘de Aanwezige’ of ‘de Eeuwige’. Het is in elk geval de God die er was, die er is en die er zal zijn. •

Wat betekent het voor jou, dat God in zijn naam laat uitkomen dat Hij er altijd was, is en zal zijn?

Achtergrondinformatie Uit eerbied spreken Joden de Godsnaam niet uit. Waar JHWH staat leest men ‘adonai’ (= heer). Toen men een schrift ontwikkelde waarin men naast de medeklinkers ook de klinkers ging noteren werden de klinkers van ‘adonai’ ingevoegd.

Het Nieuwe Testament vult in elk geval de gegevens uit het Oude Testament aan. In de viering van Pesach werd al vooruitgekeken naar wat Jezus later zou gaan doen: zijn volk redden door het geven van zijn leven als hét lam dat de zonden der wereld wegneemt. In het oordeel op Golgotha wordt voor ons duidelijk hoe erg de zonde en de opstand tegen God is. Maar bovenal hoe groot de genade van God is. Voor vijanden die zich overgeven aan het Lam is er redding! •

Dit heeft geleid tot de naam Jehova, maar zo werd het nooit uitgesproken. Het Nieuwe Testament volgt de Griekse vertaling van het Oude Testament waar JHWH wordt weergegeven als kurios (heer).

•

Welke betekenis heeft het offer van Christus aan het kruis voor jou? Hoe reageer je op mensen die niet uit de voeten kunnen met een God die zijn zoon laat lijden?

WEEK 02 - WIE IS GOD? | 50 dagen project ‘Bestemming’

| 13

Vrijdag 25 september

Donderdag 24 september

1 Koningen 18: 20-39 Voor de Israëlieten was de aantrekkingskracht van de godsdienst van de omliggende volken groot. Veel religieuze rituelen draaiden om ‘vruchtbaarheid’. Voor elk probleem was er wel godheid die er raad mee zou weten. De HEER wilde men wel dienen, maar dan als één van de vele machten die je kon raadplegen. In feite gaat het om de leugengedachte dat je als mens door jouw gedrag (offers) invloed zou kunnen uitoefenen op de goden. Je zou geluk kunnen ‘afdwingen’. In opdracht van God ontmaskert Elia ‘Baäl’ die voor vruchtbaarheid van land, dier en mens zou zorgen. • •

•

Welke ‘goden’ geven wij ruimte naast of in plaats van God? In hoeverre is de heidense gedachte ‘ik geef opdat gij geeft’ binnengedrongen in ons dienen van de Heer? Denk na over het ongekend anders-zijn van God. Hij past niet binnen onze denkkaders.

Johannes 1: 1-18 Jezus is niet alleen maar mens, Hij is ook God. Op een voor ons onbegrijpelijke manier valt Hij samen met de Vader en is Hij toch van Hem te onderscheiden. Dat blijkt ook te gelden voor de Heilige Geest. Voorbeelden gaan altijd mank, maar je zou kunnen denken aan een klavertje-drie: elk blad bestaat in drieën; één en toch drie. Vers 18 maakt duidelijk dat wij op een unieke manier God kunnen ‘zien’ door naar Jezus te kijken. Vers 12 maakt duidelijk dat het er voor ons op aankomt Jezus dan ook werkelijk te ‘ontvangen’. Wij moeten ons leven openstellen voor Hem en ons aan Hem toevertrouwen. •

•

NOTITIES:

14 |


|


Heb jij de Here Jezus echt toegelaten in jouw leven? Zo ja, hoe kwam je daartoe en wat heeft het je gebracht? Zo nee, wat houd je tegen? Wie/wat heeft jou bij deze stap geholpen?

Zaterdag 26 september

Openbaring 1: 9-20 Johannes was één van de mensen die het dichtst bij Jezus stonden. Als Jezus zijn leerlingen ‘vrienden’ noemt, dan geldt dat in het bijzonder voor Johannes. Als Johannes rond het jaar 96 op het eiland Patmos verblijft komt Jezus naar hem toe in een visioen. Het visioen tekent Jezus als Hogepriester en Koning. Maar het gaat verder.

Oude Testament typeren nu Jezus. Het is zo overweldigend, dat Johannes als dood neervalt. Maar Jezus raakt hem aan en bemoedigt hem. Jezus heeft de dood overwonnen. Er is toekomst voor wie bij Hem hoort. • •

De beelden waarin God zich kenbaar maakte in visioenen aan profeten in het

Welke kracht zit er in deze beeldtaal? Wat is voor ons lastig? Op welke manier bemoedigt dit gedeelte jou?

NOTITIES:

WEEK 02 - WIE IS GOD? | 50 dagen project ‘Bestemming’

| 15

GROEIGROEP 1. Bespreek met elkaar over welk(e) Bijbelgedeelte(n) je wilt doorpraten. Deel met elkaar wat je hebt ontdekt en ervaren. Deel met elkaar de vragen die naar boven kwamen en de dingen die je moeilijk vindt. Noteer een paar gebedspunten en bidt voor elkaar, tijdens en na de bijeenkomst van de groep. 2. Probeer nog eens onder woorden te brengen hoe jij God ziet en wat Hij voor jou betekent. Maak een rondje, waarbij je naar elkaar luistert. Zorg ervoor dat je niet met elkaar in discussie gaat. Stel alleen verhelderingsvragen. 3. Denk er met elkaar over na op welke manier we persoonlijk en als kerk over God ‘vertellen’ in onze ‘wereld’. Bedenk dat ook als we niks zeggen, we toch een ‘beeld’ van God neerzetten. Wat ‘ziet’ de ‘wereld’ van God door ons getuigenis (houding, woorden, daden etc.)? 4. Opdracht: Probeer in de komende week met iemand in gesprek te komen van wie je weet dat hij/zij niet (of heel anders) gelooft dan jij. Probeer van de ander te weten te komen hoe hij/zij tegen God aankijkt. Je zou kunnen vertellen dat we als gemeente bezig zijn met het zoeken naar onze bestemming en dat we daarbij ook nadenken over wie God is. Probeer niet te gaan discussiëren. Wees geïnteresseerd in de mening van de ander. Uiteraard staat het je vrij om als die ander jou gaat bevragen jouw gedachten onder woorden te brengen….

NOTITIES:

16 |


|


WEEK

03

Wie ben ik?

Over ‘identiteit’ is veel te doen. We praten over de identiteit van een school of een organisatie. De belangrijkste vraag rond identiteit is: ‘Wie ben ik?’ Sommigen hebben daar meteen een beeld bij. Anderen worstelen met die vraag. In dit soort kwesties helpt het vaak om met anderen open in gesprek te gaan. Je ontdekt dan meer over jezelf. Het is heel belangrijk om ook met de Heer hierover in gesprek te gaan. Laten we luisteren naar een paar Bijbelgedeelten over onze identiteit.

Zondag 27 september

Maandag 28 september

Psalm 8

Psalm 8 tekent de mens in zijn nietigheid én in zijn grootsheid. Deze psalm over de mens en over de schepping begint én eindigt met een lofprijzing aan God. In de zoektocht naar onze identiteit wil de Heer de eerste en de laatste zijn.

Genesis 1: 20-31 Wij zijn geschapen ‘naar Gods beeld’. Daarbij moet je niet denken aan de buitenkant van ons bestaan, maar aan het vermogen om namens God als ‘onderkoning’ over de schepping te regeren. •

•

• • • •

Betrek deze woorden op je zelf. Op welke manier beleef jij jouw beperkt-zijn? Wat kun je allemaal niet, dat je graag wél zou willen kunnen? Anderzijds: Wat zijn jouw mogelijkheden? Wat maakt jou bijzonder en uniek? Op welke manier ben jij ‘bijna als God’?

• •

In hoeverre ben jij je bewust van die hoge positie? In hoeverre ben jij je bewust van je taak als mens? Hoe geef je daar vorm aan?

WEEK 03 - WIE BEN IK? | 50 dagen project ‘Bestemming’

| 17


Genesis 3: 1-19 Dit Bijbelgedeelte tekent de enorme breuk tussen de Schepper en de mens als zijn ‘onderkoning’. Satan wakkerde de opstand aan. Hij dringt de mens op om ‘als God’ te worden en zo te kunnen bepalen wat goed is en wat slecht. Om niet langer ónder God te staan maar náást God. In feite is dit de strijd van de mens tot aan de herschepping. Maak ik zelf de dienst uit, of buig ik voor God? Sinds de zondeval is de mens van nature geneigd om zichzelf op de troon te plaatsen. Zonde is voorbijgaan aan God


en zijn bedoeling met ons leven. Het zijn woorden en daden van ‘opstand’. • Op welke manier ervaar jij jouw ‘zondaar-zijn’? Als je eerlijk over je zondaar-zijn bent, vind je dat bedreigend óf bevrijdend (zie bijvoorbeeld Psalm 32:3-5)? • Zie jij overeenkomst in de huidige discussies en gesprekken over ‘mijn dikke ik’ en het eeuwenoude zondebesef, ons aangereikt door de Bijbel? Zo ja, hoe verhouden deze zich tot elkaar?

NOTITIES:

Psalm 51 •

18 |

Wat roept de manier waarop David zijn zondaar zijn ervaart, bij jou op?


|

WEEK 03 - WIE BEN IK?

Donderdag 1 oktober

Psalm 139 God weet alles. Ook de zwarte bladzijden van je leven. De dichter van Psalm 139 vindt dat geen beklemmende maar een bevrijdende gedachte. God wijst ons niet af. Hij neemt ons bij de hand en helpt ons om de goede weg te gaan. De verzen 19-22 vormen een scherpe dissonant in deze psalm. Waarschijnlijk hebben deze woorden alles te maken met de situatie waarin de dichter deze psalm maakte. Er zijn misdadige mensen -voor wie een mensenleven niet telt- die het op de dichter gemunt hebben. Mensen die er niet voor terug deinzen om de naam van God te misbruiken voor gruwelijke praktijken. Het is allemaal zo krom en

misdadig dat het bloed van de dichter kolkt. Hij heeft een verschrikkelijke hekel aan mensen die op deze manier niet alleen medemensen kapot maken, maar ook de reputatie van God. De dichter beseft dat hij meegesleept wordt door zijn emoties. Daarom roept hij in de verzen 23-24 God te hulp om hem te bewaren voor verkeerde dingen. • Bedenk dat de HEER bij je is in alle omstandigheden (lees nogmaals vers 6). Hoe beleef jij dat op moeilijke momenten? • Wat betekent het als je worstelt met je zelfbeeld? • Wat zegt het je als alles op rolletjes loopt?

Vrijdag 2 oktober

Lucas 15: 1-32 Deze drie gelijkenissen maken ons duidelijk dat God van zondige mensen houdt. Hij doet er alles aan om het verlorene op te sporen en het op de goede bestemming te brengen. In de gelijkenis van de verloren zoon hoor je Jezus vertellen hoe God niet alleen ‘weglopers’ omarmt, maar ook mensen die van de Vader vervreemd zijn terwijl ze op diens erf wonen.

De gelijkenis eindigt bewust open met die uitnodiging om ook op het feest te komen. Die uitnodiging is ook aan jou gericht. • •

Welke bemoediging haal je uit deze gelijkenissen? En welke leerpunten in je relatie met God, maar ook met de mensen?

WEEK 03 - WIE BEN IK? | 50 dagen project ‘Bestemming’

| 19

Zaterdag 3 oktober

Lucas 17: 1-10 Gisteren hebben we uit Lucas 15 mogen afleiden dat onze identiteit ‘kind van God’ mag zijn. Vandaag staan we stil bij ons dienen van de Heer. Dan tekent Jezus de positie van een slaaf. Soms kunnen wij immers wel eens denken dat de Heer ons dankbaar zou moeten zijn. We draaien de rollen wel eens om. Wij kunnen wel eens doen alsof God ons zou moeten dienen. Jezus leert ons dat we onder alle omstandigheden bewust moeten zijn van onze positie. Vooral als we iets bijzonders hebben gepresteerd. Dan kunnen we gemakkelijk denken recht te hebben op een beetje geluk in het leven. Als het dan mis gaat reageren mensen verontwaardigd ‘waaraan heb ik dit verdiend?’ De uitdaging is om God te blijven dienen onder alle omstandigheden. Zoals een slaaf in de tijd van Jezus niet beloond werd voor zijn inspanningen. Het is bijzonder om bij deze Heer te mogen horen en zijn werk te mogen doen. Ook als het gaat om dingen die niet aangenaam zijn. • • •

Wat betekent het voor jou concreet om in dienst van de Heer te zijn? Hoe ga jij om met (gebrek aan) waardering? Is de Bethelkerk een omgeving waarin je gewaardeerd wordt?

GROEIGROEP 1. Bespreek met elkaar over welk(e) Bijbelgedeelte(n) je wilt doorpraten. Deel met elkaar wat je hebt ontdekt, ervaren, maar ook de dingen die je moeilijk vindt. Noteer een paar gebedspunten en bidt voor elkaar, tijdens en na de bijeenkomst van de groep. 2. Met welke uitdrukking heb je meer: ‘kind van God’ of ‘dienaar van de Heer’? Leg eens uit. 3. Neem de tijd om na te denken en te bidden. Maak daarna een rondje waarbij ieder twee positieve kenmerken noemt van zijn/haar rechter buurman/vrouw. 4. Maak een rondje en noem twee kenmerken van jezelf die je als positief ervaart en twee die je als negatief ziet. 5. Hoe kun jij de unieke dingen die horen bij jouw persoonlijkheid en levensgeschiedenis inzetten in dienst van de Heer? 20 |


|

WEEK 03 - WIE BEN IK?

WEEK

04

Wie is die ander?

De Bijbel daagt ons uit om elke medemens te zien als een uniek en aan ons gelijkwaardig schepsel van God. Ook de ander is onderweg naar zijn/haar eeuwige bestemming. Op die weg lopen we een stukje met elkaar mee. Willen we met elkaar te maken hebben? Willen we die ander leren kennen?

Zondag 4 oktober

Genesis 4: 1-16 De informatie die God ons doorgeeft over de eerste mensen is gegoten in de vorm van oud-oosterse vertellingen. Het zijn geen natuur-wetenschappelijke verslagen of 21e eeuwse geschiedschrijving. De verhalen roepen allerlei vragen op, zoals ‘Waar kwamen al die mensen vandaan voor wie Kaïn bang was?’ Het ontbreekt ons aan voldoende informatie om dit soort vragen te kunnen beantwoorden. We moeten het doen met de informatie die God ons aanreikt. Daarbij gaat het niet om allerlei details maar om de kern.

en kiest er zelfs voor om hem te doden. God stelt indringend de vraag: ‘Waar is je broer?’ Kaïn antwoordt iets als ‘Ik hoef toch niet op mijn broer te passen?’

Je ziet waar de ‘los-van-God-beweging’ uit hoofdstuk 3 toe leidt. Kaïn is jaloers op de relatie tussen zijn broer en God. Kaïn offert ook wel, maar zijn hart is niet bij de Heer. Ook al waarschuwt God hem, toch gaat Kaïn verder op het verkeerde spoor. Hij kan Abel niet uitstaan

•

Dit zijn woorden die ‘haken’. God stelt de hele geschiedenis door aan mensen de vraag: ‘Hoe is het met je broers en zussen?’ Want wij hebben wél met hen te maken. Wij behoren naar hen om te zien en voor hen te zorgen. •

•

Hoe heb jij in jouw leven de liefde en zorg van (letterlijke en figuurlijke) broers en zussen ervaren? Hoe heb jij liefde en zorg aan broers en zussen (letterlijk en figuurlijk) gegeven? Wanneer vind jij het moeilijk om een ander met zorg en liefde te behandelen? Wie/wat kan jou daarbij helpen?

WEEK 04 - WIE IS DIE ANDER? | 50 dagen project ‘Bestemming’

| 21

Maandag 5 oktober

Dinsdag 6 oktober

Ruth 2: 1-13

Ruth zoekt haar heil bij de God van Israël. Boaz beseft dat hij hoort bij Gods ‘grondpersoneel’. De hulp van God wordt meestal gegeven door mensen die hun bestemming hebben begrepen. Ook vandaag nog. •

Wat raakt jou in de geschiedenis van Ruth?

NOTITIES:

Matteüs 18: 1-20 Jezus maakt duidelijk waar het Hem om gaat. Wat klein is mag groeien. Wat ziek is mag genezen. Wat krom is mag recht worden. Zondaren mogen rechtvaardig worden. Wee degene die kleine en kwetsbare mensen schade toebrengt! Jezus heeft zijn missie toevertrouwd aan zijn volgelingen. Er is veel waar wij tegen aan lopen. Wij voelen ons vaak machteloos, maar Jezus belooft dat Hij erbij is. Waar twee of drie mensen bijeen zijn in Jezus’ naam, daar is Hij zelf. In het besef dat de Heer met zijn kracht bij ons is mogen we aan het werk gaan. Daarbij lopen we als christen het gevaar om onze eigen inzichten en onze eigen activiteiten te verwarren met woorden en daden van de Heer. Het is belangrijk om steeds weer de vraag te stellen: “maar is het ook echt zoals de Heer het wil?” • •

22 |


|

Hoe kan ik weten of Jezus iets echt wel wil? Kun je voorbeelden noemen van dingen die in Jezus’ naam worden gezegd of gedaan, maar waarbij jij grote vragen hebt? Hoe ga jij daar als volgeling van Jezus mee om?

WEEK 04 - WIE IS DIE ANDER?

Woensdag 7 oktober

Matteüs 18: 21-35 God scheldt ons ruimhartig onze schulden kwijt. Hij wil dat wij genieten van zijn genade en Hem prijzen. Hij wil dat wij Hem eren door zelf ook ruimhartig te vergeven. Hoe kan de liefde van God in iemand blijven, die alleen maar aan zichzelf denkt en niet bereid is om ook liefde aan anderen te geven? Er zit een duidelijke waarschuwing in de woorden van Jezus. Deze waarschuwing is gericht aan hen die veel vergeving ontvangen hebben maar anderen het geringste niet kunnen kwijtschelden. Als jou vreselijke dingen zijn aangedaan kan dit gedeelte heel bedreigend over-

komen. Dat hoeft niet, want het gaat niet allereerst over jou. Ga het gesprek aan met mensen die je willen helpen, professioneel en vanuit de liefde van God. Het gaat in deze gelijkenis niet om dwang om over trauma’s heen te stappen. Het gaat erom dat wij Gods goedheid niet mogen geringschatten door ondankbaar verder te leven. •

•

Ben jij je bewust dat je vergeving van God nodig hebt? Hoe heeft dit jouw leven met anderen veranderd? In welke situaties vind jij het moeilijk een ander te vergeven?

Donderdag 8 oktober

Johannes 13: 1-20 Moeten wij altijd maar buigen, of moeten we ook verantwoordelijkheid nemen, optreden en leiding geven?

Onze Meester diende. De Heer deed het werk van een slaaf. De diepte van de vernedering die daarin lag is voor ons vanuit onze cultuur moeilijk te beseffen. • •

•

Welke dingen zitten jou in de weg om te kunnen ‘buigen’ voor een ander? De filosoof Friedrich Nietzsche had een grondige hekel aan de ‘slavenmoraal’ van christenen.

•

De paus wast van tijd tot tijd voeten van verschoppelingen. Welke zin heeft dit ritueel? Zouden wij dit in onze gemeente ook moeten invoeren?


| 23

Vrijdag 9 oktober

Zaterdag 10 oktober

Johannes 17: 9-26 •

•

•

Bespreek de stelling: ‘Verbondenheid met God kan niet zonder verbondenheid met medechristenen’. Jezus bidt om eenheid. Hoe komt het dan dat zijn kerk zo verdeeld is? Welke bijdrage kunnen wij leveren aan de eenheid onder christenen?

1 Petrus 2: 1-10 Woorden uit Exodus 19: 6 worden betrokken op de nieuwtestamentische gemeente die voor het merendeel uit niet-Joden bestond. We zijn Gods volk. Een koninkrijk van priesters. Uitverkoren om Gods werk te doen in deze wereld. Het is ook een oproep om niet in je eentje te geloven, want God spreekt deze woorden tegen de hele gemeente. • Waar moet jij aan denken bij een priester? Wat voor taken heeft hij/zij? • Op welke manier hoor je in vers 9-10 het zendingsbevel (Matteüs 28: 16-20) terug? • Niet-christenen leven blijkbaar ‘in de duisternis’? In hoeverre beseffen we dat niet-christenen ‘het licht’ nodig hebben? Wat doen wij eraan om ‘licht’ te verspreiden?

NOTITIES:

24 |


|

WEEK 04 - WIE IS DIE ANDER?

GROEIGROEP 1. Bespreek met elkaar over welk(e) Bijbelgedeelte(n) je wilt doorpraten. Neem de tijd om vervolgens de gekozen gedeelten aan de orde te stellen. 2. Bespreek met elkaar deze woorden van de bekende evangelist Billy Graham: - Het is aan God om te oordelen. - Het is aan de Heilige Geest om inzicht te geven. - Het is aan mij om lief te hebben. 3. In hoeverre besef jij dat iedereen in de gemeente een ‘ambt’ heeft (‘priesterschap van alle gelovigen’)? Wat vind jij daarbij mooi en/of moeilijk? In hoeverre besef je dat de Heer bij ons is om ons te helpen? Op welke manier kunnen we elkaar helpen om onze ‘roeping’ vorm te geven? 4. Welke bijdrage zou de Bethelkerk kunnen leveren aan de eenheid van christenen in Veenendaal? Wat gebeurt er op dit vlak al? Wat zou jouw bijdrage kunnen zijn? 5. Formuleer met elkaar enkele onderwerpen om voor te danken en te bidden. Sluit af met het gezamenlijk gebeden ‘Onze Vader’. We willen je uitnodigen om jullie ervaringen/opmerkingen/vragen te delen. Je kunt die mailen naar [email protected].

NOTITIES:


| 25

WEEK

05

Wie zijn wij samen?

Gisteren zagen we in 1 Petrus 2: 9-10 de tekening van Gods volk: mensen met een missie. Uitverkoren om de wereld te laten weten wie God is. Net als in het Oude Testament bestaat het verbondsvolk van de Heer uit zondige en gebrekkige mensen. Gemeente van Christus zijn blijkt telkens weer een lastige opgave te zijn. Het lukt ons niet om volledig te beantwoorden aan onze roeping. We moeten leven van Gods genade. We hebben vergeving nodig van elkaar en van de wereld om ons heen. Deze week staan we stil bij één concrete gemeente. We bestuderen een aantal gedeelten uit de eerste brief van Paulus aan Korinte.

Zondag 11 oktober

1 Korintiërs 3: 1-23 De gemeente in Korinte is rond het jaar 50 ontstaan door zendingswerk van Paulus (Handelingen 18). Daarna heeft Apollos leiding gegeven aan de gemeente. Maar ook Kefas (Petrus) heeft de gemeente bezocht. En er zijn nog meer rondreizende predikers in Korinte voorgegaan. In de gemeente van Korinte functioneren heel wat mensen met bijzondere gaven (1 Korintiërs 1: 4-7). Het is een gemeente die in veel opzichten rijk gezegend is. Maar er blijken binnen deze gemeente ook allerlei partijen en stromingen te zijn.

26 |


|

•

Welk leerpunt haal jij uit 1 Korinte 3: 1-4 voor onze gemeente? In de verzen 16 en verder wordt in het meervoud gesproken: jullie zijn de tempel van God. Het gaat hier om de gemeente als Gods tempel. Paulus is heel fel: wee degene die Gods tempel schade toebrengt. Bovendien beschadig je jezelf, want je bent onderdeel van die tempel. • Op welke manier kan er schade toegebracht worden aan onze gemeente? In hoeverre bestaat het gevaar dat je daar zelf aan mee doet?

WEEK 05 - WIE ZIJN WIJ SAMEN?

Maandag 12 oktober

1 Korintiërs 8: 1-13 Eén van de dingen die bij Joden streng verboden zijn is het eten van vlees dat aan een afgod is geofferd. Vlees was in de oudheid geen dagelijkse kost maar een luxe product. Als een rund of schaap geslacht werd, was dit in de regel een offer aan een godheid. Een deel van het dier werd verbrand, van het overige werd gezamenlijk gegeten. Een deel kon ook op de markt verkocht worden. Op het moment dat een Jood weet dat vlees iets te maken heeft met een heidens ritueel zal hij het niet eten. Binnen de christelijke gemeente waren er mensen die ditzelfde standpunt huldigden. Niet ieder had evenveel kennis. Vaak dacht men dat dit vlees ‘magische’ krachten bezat. Andere gemeenteleden voelden zich hier ver boven verheven. In Christus zijn ze vrij en afgoden bestaan niet.

Zij konden hun ‘vrij-zijn’ soms demonstreren door juist van dat aan afgoden gewijde vlees te eten. Maar ze hadden geen oog voor broeders en zusters die er wél mee worstelden. Sommigen vanuit een oriëntatie op het Jodendom, anderen als pasbekeerden die te maken hadden met de krachten van het heidendom. Paulus wijst het af om zonder rekening te houden met anderen je ‘vrijheid’ uit te leven. Dit gaat ten koste van ‘zwakken’. Daarbij gaat het vooral om mensen die nog maar pas tot geloof gekomen zijn. •

•

In hoeverre herken jij de situatie uit 1 Korinte 8 in onze tijd? Welke schadelijke effecten zie je? Hoe moeten we daarmee omgaan? Probeer eens na te denken over ‘zwakken’ in onze gemeente. Om wat voor soort mensen zou het bij ons gaan? Wat zou de Heer van ons vragen in relatie tot hen?

NOTITIES:

WEEK 05 - WIE ZIJN WIJ SAMEN? | 50 dagen project ‘Bestemming’

| 27

Dinsdag 13 oktober

Woensdag 14 oktober

1 Korintiërs 9: 19-27 • •

Wat valt jou op in dit gedeelte? Wat is de kern en welke boodschap bevat dit voor vandaag?

Donderdag 15 oktober

1 Korintiërs 11: 17-34

1 Korintiërs 10: 1-22 Afgoden bestaan niet. Demonen bestaan wel en hanteren leugens en bedrog om mensen bij Christus vandaan te houden. Magische rituelen in afgodentempels zijn zaken om ver bij vandaan te blijven. In de tijd van Paulus was het voor mensen lastig om niet langer mee te doen met familie, vrienden en collega’s. Vakgenoten hadden hun eigen beschermgod en hun eigen rituelen. Je kon je werk kwijt raken als je niet meer meedeed met je vakgenoten. Praktisch was het best handig om in de vrijheid te leven van het geloof dat afgoden niet bestaan. Dan kon je toch overal nog aan mee doen. Indringend waarschuwt Paulus om de dienst aan Christus niet te combineren met het heidendom. • Met welke dingen hebben wij vandaag te maken die we niet kunnen combineren met ons christen-zijn? • Hoe kunnen we elkaar helpen om oog voor deze dingen te hebben en elkaar te steunen in het maken van radicale keuzes?

Stel je voor dat Paulus tegen ons zou zeggen dat onze samenkomsten meer kwaad zouden doen dan goed. Dat ons avondmaal vieren niet het houden van de maaltijd van de Heer zou zijn… In Korinte waren de avondmaalsvieringen onderdeel van een gemeenschappelijke maaltijd. Iedereen nam naar vermogen iets mee naar het huis waar de viering gehouden werd. Na verloop van tijd begon de maaltijd. Rijke gemeenteleden namen het meeste mee en waren als eerste aanwezig. Ze waren eigen baas. Armere gemeenteleden namen minder mee en konden vaak pas later vrijaf krijgen. Slaven waren afhankelijk van de gunst van hun meester. Zo kon het gebeuren dat op het moment dat de meest behoeftige gemeenteleden eindelijk aanschoven er niet zoveel meer te halen viel. De één had meer dan genoeg gehad, de ander -die het nu juist zo nodig had- kwam te kort. Er was geen oog voor de mensen die maatschappelijk niet meetelden. Daarmee had de viering z’n christelijk karakter verloren. • Wat heeft deze waarschuwing ons te zeggen?

28 |


|


Vrijdag 16 oktober

1 Korintiërs 12: 12-31 Paulus vergelijkt de gemeente met het menselijk lichaam. Er zijn veel ledematen, maar het is één lichaam. Al die ledematen verschillen van elkaar. Ze vullen elkaar aan en hebben elkaar nodig. Alle ledematen zijn even belangrijk. Paulus gebruikt dit beeld omdat de gemeenteleden in Korinte hun status ontleenden aan bepaalde uitingen van de Geest. Fijntjes wijst Paulus erop dat het gaat om GAVEN van de Geest. Genadegaven. Bij de beschrijving van het lichaam maakt Paulus duidelijk dat die gaven die wij het minst eervol achten wellicht juist de meeste eer zouden moeten ontvangen. In elk geval gaat het erom dat wij met onze gaven doen wat de Gever van ons vraagt. Het gaat niet om de opbouw van onszelf, maar om de opbouw van het Lichaam. Het gaat erom dat mensen Christus leren kennen en voor Hem gaan leven. • Welke gaven heeft de Heer jou gegeven? Wat doe jij daarmee in dienst van de Heer? • Op welke manier kunnen we elkaar helpen gaven te ontdekken, te ontwikkelen en te helpen inzetten in dienst van de Heer? • Wat zijn de gaven waar wij tegenop kijken? Welke gaven worden door ons ondergewaardeerd?

Zaterdag 17 oktober

1 Korintiërs 13: 1-13 Na de tekening van de gaven spreekt Paulus in 12: 31 over een weg die nog verder omhoog leidt. De liefde wordt getekend als het hoogste goed. • In hoeverre is voor jou het gaan van de weg van de liefde het hoogste doel? • In hoeverre geldt in de praktijk van ons gemeente-zijn, dat de liefde het belangrijkste is? Noem voorbeelden. • Welke aanwijzing in 1 Korinte 13 met betrekking tot liefde in de praktijk is voor jou het moeilijkst? Wie/wat kan jou daarbij helpen?

NOTITIES:

WEEK 05 - WIE ZIJN WIJ SAMEN? | 50 dagen project ‘Bestemming’

| 29

GROEIGROEP 1. Bespreek met elkaar over welk(e) Bijbelgedeelte(n) je wilt doorpraten. Neem de tijd om vervolgens de gekozen gedeelten aan de orde te stellen. 2. Welke ‘gaven’ zie jij bij je rechter buurman/vrouw? Maak een rondje en vertel iets over de ‘gaven’ die jij bij je rechter buurman/vrouw ziet. Op dit moment niet nader in gesprek gaan, hooguit een informatieve vraag om iets meer duidelijk te krijgen! Vervolgens maken we een rondje in hoeverre de betrokken persoon zich herkent in wat er werd gezegd. Daarna mogen andere groepsleden zich in het gesprek mengen. 3. Op welke manier gebruik jij jouw gaven in dienst van de Heer? 4. Elkaar liefhebben is belangrijk, maar hoe maak je dat concreet? 5. Welke dingen kunnen belemmerend werken bij ons gemeente-zijn? Bedenk daarbij dat het gemeente-zijn geen doel is in zichzelf, maar gericht op de eer van God en het bereiken van de wereld met het Evangelie.

NOTITIES:

30 |


|


WEEK

06

Mijn wereld op z’n kop

Wij vormen een gemeenschap van mensen die Jezus willen volgen. Net als de leerlingen die met Jezus rondtrokken door Israël botst het wel eens tussen Hem en ons. Wij horen meer bij ‘de wereld’ dan we vaak in de gaten hebben. Jezus zet de boel regelmatig op z’n kop. We lezen met elkaar deze week uit het evangelie naar de beschrijving van Marcus. Meer nog dan de andere evangelisten tekent Marcus hoe het volgen van Jezus in de richting gaat van Golgotha. Volgen van Jezus is volgen op de weg van zijn lijden. De machthebbers van deze wereld zijn uit op roem en status. Jezus zegt tegen zijn leerlingen: “Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen. Want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.”

Zondag 18 oktober

Marcus 7: 1-23 In het Jodendom in de dagen van Jezus bestond de gewoonte dat je iets als offergave (korban) voor de tempel mocht bestemmen, dat pas na je dood aan de tempel toekwam. Zo lang je leefde mocht je het blijven gebruiken. Je mocht het niet aan anderen (weg) geven. Nu waren er mensen die de plicht om bijvoorbeeld voor ouders te zorgen bewust ontdoken door een geldbedrag aan de tempel toe te zeggen. Wat ze hadden was aan God gewijd en kon niet voor andere doeleinden gebruikt worden. Ondertussen leefde men er zelf wel van!

Godsdienstige regels werden als truc gehanteerd om niet te hoeven doen wat God van hen vroeg. Het leek zo netjes en vroom maar het was vreselijk krom. •

•

Noem eens voorbeelden uit ons leven waarin we misschien de letter van de wet naleven, maar niet handelen in de geest van de wet. Welke dubieuze voordeeltjes komen aan het licht op Micha zondag? Welke concrete bijdrage zou jij kunnen leveren aan ‘gerechtigheid’ in deze wereld?

WEEK 06 - MIJN WERELD OP Z'N KOP | 50 dagen project ‘Bestemming’

| 31

Maandag 19 oktober

Marcus 8: 27-38 •

Dinsdag 20 oktober

Welk leerpunt haal jij voor jezelf uit dit gedeelte?

Marcus 9: 33-37 •

Probeer vandaag (of morgen) een mens die in deze wereld geringgeschat wordt te laten merken dat hij/zij wél van waarde is.

Woensdag 21 oktober


Marcus 9: 42-50 •

• • •

Neem de tijd om deze woorden op je te laten inwerken en vraag Gods leiding daarbij. Zijn er dingen om vergeving over te vragen? Zijn er dingen om God voor te danken? Is er iets wat je zou kunnen aanpakken? Probeer daar met iemand anders over in gesprek te gaan.

Marcus 10: 13-16 •

•

•

Wat zou jij kunnen betekenen voor een kind/jongere in jouw omgeving? Wat vind je van de plaats van kinderen en jongeren in de Bethelkerk? Er gebeurt natuurlijk een heleboel, maar helpen we hen echt om dichter bij Jezus te komen? Wat zou jouw bijdrage daaraan kunnen zijn?

NOTITIES:

32 |


|

WEEK 06 - MIJN WERELD OP Z'N KOP

Vrijdag 23 oktober

Marcus 10: 17-31 Als we dit gedeelte lezen zouden we evenals die rijke jonge man teleurgesteld kunnen raken in Jezus. Wie gaat er nu zijn hele bezit weggeven? De bedoeling van het Bijbelgedeelte is niet dat we dit allemaal op deze manier zouden moeten doen. Waar het om gaat is dat deze rijke jonge man zijn rijkdom als beloning van God voor zijn vrome leven ervaart. Hij heeft het enorm met zichzelf getroffen. En toch wringt er iets. Jezus legt de vinger bij de zere plek. Deze jonge man had kunnen reageren: Maar Meester, ik zit zo vast aan mijn bezit, dit kan ik niet, wilt U mij helpen? Het is of vasthouden aan zijn status van vroom en machtig man of klein worden en Jezus volgen. •

•

•

Ervaar jij spanning tussen het bezit dat je hebt en de nood in de wereld waaraan je meer geld zou kunnen uitgeven? Hoe ga je met dit spanningsveld om? In hoeverre is status belangrijk voor jou? Hoe presenteer jij je bijvoorbeeld op facebook? Zijn er dingen die jij hebt prijsgegeven omdat je Jezus wilt volgen? Zo ja, wat dan?

Zaterdag 24 oktober

Marcus 10: 32-45 Johannes en Jacobus zien het al voor zich. In gedachten maken ze een selfie: Jezus als koning op de troon en zij er naast. De leerlingen van Jezus ruziën er regelmatig over wie van hen de belangrijkste is. Zelfs nog vlak voor het sterven van Jezus. Jezus is op weg naar het kruis om zijn leven te geven ook voor dit soort mensen. Hij wilde hen dienen door zich helemaal te geven. De grote vraag is of wij deze Meester willen volgen en Hem met ons hele leven willen dienen. •

•

•

Welke betekenis heeft het voor jou, dat Jezus jou diende door zichzelf te geven? Zou jij anderen beter kunnen dienen als je minder statusgevoelig zou zijn? Hoe kijk jij tegen vluchtelingen aan? Wat zou jij voor hen kunnen betekenen? Wat kan jij van hen leren?

WEEK 06 - MIJN WERELD OP Z'N KOP | 50 dagen project ‘Bestemming’

| 33

GROEIGROEP 1. Bespreek met elkaar over welk(e) Bijbelgedeelte(n) je wilt doorpraten. Neem de tijd om vervolgens de gekozen gedeelten aan de orde te stellen. 2. Bespreek het citaat van paus Franciscus uit de pauselijke brief ‘De vreugde van het evangelie’. “Ik herhaal hier voor heel de Kerk wat ik vele malen heb gezegd tegen de priesters en leken van Buenos Aires: ik geef de voorkeur aan een kerk die gekneusd, gewond en vuil is, omdat zij langs de straten is uitgetrokken, boven een kerk die ziek is, omdat zijn gesloten is en uit gemakzucht zich vastklampt aan eigen zekerheden. Ik wil geen kerk die zich erom bekommert het middelpunt te zijn en uiteindelijk opgesloten raakt in een wirwar van obsessies en procedures. Ik hoop dat we meer dan door de angst om fouten te maken, worden bewogen door de angst ons op te sluiten in de structuren die ons een valse bescherming bieden, in de normen die ons veranderen in onverzoenlijke rechters, in de gewoonten waarbij wij ons gerust voelen, terwijl er buiten een hongerige menigte is, en Jezus onophoudelijk tegen ons herhaalt: ‘Geeft gij hun maar te eten’.” 3. In hoeverre zou onze (Nederlandse) neiging tot etiketteren (in kerk en samenleving) te maken kunnen hebben met machtsmisbruik? 4. Bij het geven van hulp is gelijkwaardigheid belangrijk. Het gevaar voor de hulpverlener is dat hij of zij boven de hulpontvanger gaat staan of zich zo voelt. In hoeverre herken jij dit gevaar bij jezelf? Wat zouden we daaraan kunnen doen? 5. Neem een kijkje op de website www.michanederland.nl. Welke dingen spreken jou aan? Zijn er ook dingen waar je moeite mee hebt? Zo ja, waarom? 6. Op de website www.missienederland.nl worden vijf manieren genoemd om als kerk om te gaan met de vluchtelingenproblematiek. Wat spreekt jou daarbij het meeste aan? Leg uit waarom.

34 |


|

WEEK 06 - MIJN WERELD OP Z'N KOP

WEEK

07

Geloven in genade

Christus zet de boel op z’n kop. Grote mensen worden klein. Zondaren ontvangen vergeving. In de praktijk is deze boodschap voor christenen nog niet zo gemakkelijk. Aan de ene kant is het bevrijdend. Aan de andere kant besef je dat het volgen van Jezus wel inzet en discipline vraagt. Voor je het in de gaten hebt ga je dan toch weer jezelf en anderen afmeten aan een soort van godsdienstige standaard. De brief van Paulus aan de gemeenten in Galatië (een streek in het huidige Turkije) stamt natuurlijk uit een heel andere tijd. De thema’s die er leefden waren anders dan die van vandaag. Maar we kunnen veel leren over het spanningsveld van ‘wet en evangelie’.

Zondag 25 oktober

Matteüs 20: 1-16 In het Koninkrijk van God heeft de Heer het voor het zeggen. Hij doet de dingen op zijn manier. Wij kunnen het er soms moeilijk mee hebben, omdat het niet altijd klopt met wat wij als ‘passend’ ervaren. We hebben de neiging mensen met elkaar te vergelijken en anderen te veroordelen. Ook God wordt nagerekend en beoordeeld.

Jezus leert ons het oordeel aan God over te laten. Hij leert ons blij te zijn vanwege Gods goedheid. • •

Kun jij blij zijn vanwege Gods genade voor jou? Hoe voorkom je dat je God en mensen de maat neemt?

07 - GELOVEN IN GENADE | 50 dagen project ‘Bestemming’

| 35

Maandag 26 oktober

Galaten 1: 1-23

Dinsdag 27 oktober •

Paulus valt meteen met de deur in huis (vers 6-12). De christenen in Galatië zijn onder de indruk gekomen van Joodse mensen die hen voorhielden dat ze ook alle regels van het Oude Testament moesten naleven. Paulus ziet hierin een groot gevaar. Allerlei regels over uiterlijke dingen krijgen veel te veel aandacht. Dat leidt af van Christus. Het leidt af van de boodschap dat we door genade gered worden en niet door inzet, gehoorzaamheid en gedrag. •

•

Denk er over na in welke vorm dit ‘andere evangelie’ in onze tijd verkondigd wordt. Welke aantrekkingskracht heeft dit ‘andere evangelie’?

Galaten 2: 1-21

•

Woensdag 28 oktober

Galaten 3: 1-29 • •

•

NOTITIES:

36 |


|

Denk na over de stelling van Paulus (vers 21): “Als we door de wet rechtvaardig zouden kunnen worden, zou Christus voor niets gestorven zijn”. Hoe wordt het gedrag (woorden en daden) van Paulus (zie Galaten 1 en 2) verklaard vanuit deze stelling?

07 - GELOVEN IN GENADE

Hoe werd Abraham ‘rechtvaardig voor God’ (vers 1-9)? Welke functie heeft Gods wet voor ons volgens Paulus in dit hoofdstuk (vers 19-24)? Wat betekent het voor jou ‘nakomeling van Abraham’ te zijn (vers 29)?


Vrijdag 30 oktober

Galaten 4: 1-31

Paulus zet de boel op scherp. Hij tekent mensen die vasthouden aan de regels van de Joodse wet als nakomelingen van Hagar. De christenen in Galatië typeert hij als kinderen van Sara. Zij leven van het wonder van de genade. Zij oriënteren zich op de belofte van God. Zij vertrouwen op de kracht van de Geest. •

Galaten 5: 1-26 Wij mogen als vrije mensen leven van genade, maar ons ‘vrij-zijn’ is geen vrijbrief om er maar op los te leven. Het is belangrijk om je steeds op Christus te oriënteren. Om Hem te volgen in het uit liefde dienen van de ander. •

Probeer eens naar jezelf te kijken vanuit dit beeld. In hoeverre leef jij als een kind van Hagar of als een kind van Sara?

•

Welke dingen leiden jou af van Christus en zijn bedoeling met jouw leven? Probeer hier met iemand over te spreken. Wat helpt jou om in gehoorzaamheid aan Christus te leven?

Zaterdag 31 oktober

Galaten 6: 1-18 Een misstap is snel gemaakt. De uitdaging voor ons als gemeente is om de ander weer op het goede pad te brengen. Dat vraagt een goede “zachtmoedige” houding. Dat betekent dat je best duidelijk mag zijn, maar dat nooit op een goede manier kunt zijn zonder een pastorale, liefdevolle insteek. Jezus is daarbij het voorbeeld (Matteüs 11:29).

•

•

Op welke manier kunnen we als gemeente elkaar helpen om misstappen te voorkomen? Heeft iemand jou wel eens op een misstap betrapt? Hoe ging die ander er mee om? Wat had die ander kunnen doen om jou echt te helpen?

07 - GELOVEN IN GENADE | 50 dagen project ‘Bestemming’

| 37

GROEIGROEP 1. Bespreek met elkaar over welk(e) Bijbelgedeelte(n) je wilt doorpraten. Neem de tijd om de gekozen gedeelten aan de orde te stellen. 2. In Galaten 5 gaat het om het leven uit de Geest. Probeer duidelijk te verwoorden wat dat voor jou concreet inhoudt. Op welke manier zouden we als gemeente elkaar (beter) kunnen helpen bij dit leven uit de Geest? 3. Op welke manier heeft deze 50-dagen-tijd je geholpen om bezig te zijn met je ‘bestemming’? 4. Welke tips heb je voor het vervolg van dit thema-jaar? 5. Welke tips heb je voor een eventueel ander thema-project in de toekomst? 6. Formuleer een dankpunt en een gebedspunt en schrijf dit op een briefje. Geef het briefje aan je rechter buurman/vrouw. Maak een rondje waarin je bidt voor je linkerbuurman/vrouw aan de hand van het briefje dat je van hem/haar hebt gekregen. Sluit af met het Onze Vader. We willen je uitnodigen om jullie ervaringen/opmerkingen/vragen te delen. Je kunt die mailen naar [email protected].

NOTITIES:

38 |


|

BESTEMMING

BESTEMMING 7 WEKEN ONDERWEG OP ZOEK NAAR ONZE BESTEMMING BETHELKERK

Recommend Documents