Civis Mundi Op weg naar evolutie 2.0 als opvolger van de neodarwinistische evolutietheorie. Mijn antwoord aan Piet Ransijn.
Gerrit Teule
Allereerst wil ik mijn dank uitspreken over de uitgebreide reactie van Piet Ransijn. Over het gecombineerde werk van Jean Charon en Pierre Teilhard de Chardin wordt naar mijn idee in het Nederlandse taalgebied veel te weinig gediscussieerd, terwijl zij inhoudrijke antwoorden proberen te geven op enkele brandende vragen betreffende de evolutie van het bewustzijn en het universum. Hun visie leidt tot een nieuwe en uitgebreide versie van de evolutietheorie, die ik voor het gemak maar even Evolutie 2.0 noem. Ik zal de laatste zijn om te beweren, dat mijn visie daarop de enig juiste is. Ransijn laat heel duidelijk zien, dat talloze scherpzinnige mensen daarover piekeren. Het is een zoeken en tasten in een wereld, die zich voor een groot deel onttrekt aan elke (wetenschappelijke) waarneming. Tegelijk kunnen we deze wereld allemaal bereiken 'van binnenuit' via onze eigen geest en bewustzijn.
De oerknal
De eerste foto bij het artikel van Ransijn stelt de oerknal voor. Daar zijn enkele kanttekeningen bij te maken, die ook een mooie inleiding zijn bij wat ik bij de reactie van Ransijn wil opmerken. In de eerste plaats was er uiteraard geen oog om naar de knal te kijken of een oor om naar de dreun te luisteren. Er was uiteraard ook geen lucht om geluid over te brengen. Sterker nog. Dit standpunt van het op een afstandje bekijken van de oerknal kan eigenlijk niet. Dat komt omdat het universum, ons universum, op dat moment geheel geconcentreerd was in een singulier punt en dat punt bevatte in principe het hele universum in wording, inclusief onszelf in een nog totaal niet geëvolueerde vorm. Strikt genomen is er dus maar één standpunt mogelijk, van waaruit we ons de oerknal zouden kunnen voorstellen en dat is van binnenuit
pagina 1 van 10 - www.civismundi.nl
het singuliere punt. Want het is ons universum, weliswaar in statu nascendi, maar toch; hoe klein dat puntje theoretisch ook mag zijn, het is wel ons hele universum op dat moment. Daarbuiten is niets en een blik van buitenaf, vanuit een godperspectief, is onmogelijk, want wij zijn geen goden, helaas. De kosmologische wetenschap accepteert dit godperspectief niet omdat het een voor ons onmogelijk en speculatief standpunt is.
Daar komt ook nog bij, dat een universum, van welke afmeting dan ook, van binnenuit gezien altijd grenzeloos is. Gesteld dat we een oogje zouden hebben binnen in het singuliere punt tijdens de knal, dan zouden we helemaal niets zien. De dichtheid van het singuliere punt was in de knal en kort daarna zo extreem compact, dat ook de ontelbare lichtdeeltjes geen kant op konden. Fysici hebben het dan over 'zwarte straling' , black body radiation. Kortom, er was geen knal en al helemaal geen lichtflits, die wijd en zijd uitstraalde zoals de foto (of de artist impression?) ons voortovert. Ons universum was wel een absoluut zwart puntje dat in de eerste split second razendsnel expandeerde. Deze expansie is bekend geworden als de 'inflatieperiode'. Na de eerste seconde bestond de inhoud van dit universum uit enkele soorten elementaire deeltjes: elektronen, protonen, neutronen, fotonen en neutrinos, allemaal in onvoorstelbaar grote hoeveelheden. Al deze deeltjes werden door de inflatie verspreid met snelheden ver boven de lichtsnelheid. Pas na ca. 380.000 jaar was de expansie en afkoeling zover gevorderd, dat de lichtdeeltjes, de fotonen, door het universum konden stralen zonder onophoudelijk tegen andere deeltjes aan te botsen. Toen pas ging het licht aan in ons universum. De uitspraak ?Daar zij licht? geldt dus niet voor de Big Bang zelf, maar voor ca. 380.000 jaar daarna.
Dit is niet alleen maar theoretische muggenzifterij om een mooi tekening in letterlijke zin 'zwart te maken'. Het raakt ook de kern van de evolutie in haar eerste stadium, inclusief alles wat daar toen gebeurde en wat dat voor ons hier en nu betekent. De fysicus John Archibald Wheeler (1911-2008) stelde daarover een kernachtige vraag: ?Waarom kwantum?? Daar bedoelde hij mee: waarom is het singuliere punt uiteengespat in zo ontzettend veel extreem kleine deeltjes en niet in, bijvoorbeeld, enorme klonten? Een mogelijk antwoord op deze vraag zou kunnen zijn, dat alleen met behulp van deze submicroscopisch kleine deeltjes de extreem complexe structuren te bouwen zijn, die nodig zijn om tot bewustzijn te komen:
pagina 2 van 10 - www.civismundi.nl
neuronen en een fantastisch complex brein, maar ook een uiterst fijnzinnig gebouwd lichaam om dat te dragen en een schitterende wereld om in te kunnen bestaan. In dit mogelijke antwoord schuilt dus een zekere teleologie: om tot bewustzijn te kunnen komen waren de kwantumdeeltjes noodzakelijk. Een andere weg is er niet en dit is de manier zoals de natuur het doet.
It from bit
Een andere stelling van Wheeler is ?It from bit?, waarmee hij betoogt dat de evolutie van alles wat ruimtelijke vorm en structuur heeft, gebouwd is op informatie. Die informatie ontstaat als deeltjes met elkaar interacteren. Mijn essay ging dan ook over de kernvraag: hoe kan deze evolutie-informatie zich ontwikkelen tot de uiterst complexe informatiestructuren, op basis waarvan ons eigen lichaam en de hele natuur is gebouwd. Een mogelijk antwoord op deze vraag ligt in de werkingen van tijdruimten en de daaraan verbonden entropie; een zuiver natuurkundig antwoord dus. In een immens grote tijdruimte als onze zwaartekrachtruimte, de ruimte waarin wij bestaan inclusief alle sterrenstelsels etc., zal energie zich altijd verspreiden en niet geconcentreerd blijven. Sterren branden op en spatten uit elkaar, een kaars stuurt de lichtdeeltjes het heelal in en ze komen nooit meer in de kaars terug, een kasteel is na duizend jaar een ruïne en na 10.000 jaar een heuveltje in het landschap. Dat is de normale werking van de entropie. Entropie maakt van de tijd een eenrichtingweg. Zo zal ook informatie, dat altijd een informatiedrager nodig heeft om te kunnen bestaan, op den duur verrommelen en uitsterven, want elke stoffelijke informatiedrager vergaat. Ook informatie, die gedragen wordt door een elektromagnetische golf, een 'draaggolf' in radiotechnische termen, zal uitsterven. Wheeler had voor zijn ?It from bit? een permanente, stabiele informatiedrager nodig, die al vanaf de oerknal in werking was. De vraag is dus: welk elementaire deeltje fungeert als geschikte informatiedrager?
Jean Charon komt met een oplossing voor dit probleem door het elektron voor te stellen als een onstoffelijk puntvormig deeltje, dat een 'binnenkant' heeft, namelijk een micro-universum, het eon, gevuld met uiterst geconcentreerd licht (fotonen)
pagina 3 van 10 - www.civismundi.nl
met extreme dichtheid en temperatuur. Een eon is een: een 'spettertje uit de oerknal'. De energie kan niet uit dit micro-universum weglekken, waardoor de entropie wordt omgekeerd in zijn tegendeel: de negatieve entropie of negentropie. In een eon kan de ordening alleen maar toenemen of tenminste gelijk blijven. Fotonen zijn in ons universum ook de informatie transporteurs bij uitstek en kunnen door hun spintoestand ook informatie vasthouden, vergelijkbaar met computerbits, vandaar It from bit. In het eon is het 'kluwen lichtdeeltjes' daarom de mooiste geheugenvorm, die een computertechnicus zoals ik zich maar kan dromen: extreem compact, extreem hoge bedrijfstemperatuur zonder koeling, extreem snel en zonder energiebehoefte (want dat zit al in het eon en blijft daar). Elektronen zijn stabiele deeltjes en dat geld dus ook voor hun binnenkant, de eonen. Ziedaar Wheeler's permanente informatiedrager, beschikbaar vanaf de eerste seconde van de oerknal, die nodig is om de evolutie te kunnen faciliteren. Daarnaast kunnen eonen onderling communiceren op een non-lokale manier (buiten de tijd om) en kunnen ze door deze communicatie elkaars bewegingstoestand veranderen. Elke chemische reactie in dit universum begint met een bewegingsverandering van een elektron. De eigenschappen van eonen zijn geestelijk van aard, vandaar de term menticles, geestdeeltjes. .
De eerste actie van de oerknal was dus om in de eerste seconde de ingrediënten klaar te zetten voor de verdere evolutie: een permanent geheugen en de mogelijkheid om informatie op te bouwen, bewaard in de binnenkant van de elektronen: de negatieve entropie. Die binnenkanten van de elektronen noemde Charon dus eonen. Bovendien werd door de ruimtelijke constellatie van de eonen, een volstrekt natuurlijk proces, de entropische werking omgekeerd in negentropie, zodat informatie zich alleen maar kon opbouwen. Het mag dus duidelijk zijn, dat de voornaamste gebeurtenis van de oerknal niet de spectaculaire knal of de vermeende lichtflits was, maar het besluit c.q. de actie van een 'oer-eon' (het singuliere punt) om een universum met een bewustzijnsevolutie te starten. De tekening van Wheeler is daarin heel illustratief: het universum wil zelf tot bewustzijn komen en naar haar eigen begin kijken. Dat wij mensen op dit moment in de tijd de dragers zijn van dat oog is heel eervol, en legt ons ook zware verantwoordelijkheden op onze schouders. Maar de evolutie is nog lang niet ten einde en het idee, dat de huidige mens het stralende eindpunt van deze evolutie zou zijn, lijkt mij domme waanzin. Veel mensen denken dan ook al na over het posthumanisme: hoe zal het verder gaan?
pagina 4 van 10 - www.civismundi.nl
Het is duidelijk dat mijn essay talloze raakvlakken heeft met andere gedachten, al geuit door vele denkers, van Plato tot Sheldrake, en Ransijn heeft daarvan een hele serie genoemd. Ik heb dat zelf niet uitgebreid gedaan omdat ik mij wilde concentreren op dit eerste begin: de puur natuurkundige start van een bewustzijnsevolutie. De basisgedachte daarachter is namelijk de overtuiging, dat geest en bewustzijn geen bovennatuurlijke verschijnselen zijn, die in een later stadium van de evolutie via een mysterieuze weg naar binnen gebracht c.q. gesmokkeld zijn. Het is zeer verleidelijk om voor dit 'wonder' meteen te denken aan een goddelijke ingreep en in de religieuze wereldliteratuur zijn daar talloze voorbeelden van te vinden. Maar ik doel op een natuurkundige en zuiver psychomateriële benadering (niet eenzijdig materialistisch dus). De geest was al in
pagina 5 van 10 - www.civismundi.nl
het singuliere punt aanwezig (in de vorm van licht, pure energie) en keerde zich als het ware 'binnenstebuiten' door zichzelf te verdelen over de kwantumdeeltjes, met een speciale taak voor de elektronen. Het zijn namelijk deze elektronen/eonen die in dit universum bij uitstek de rol kregen toebedeeld van de bouwers van alle ruimtelijke structuren en het is de elektromagnetische straling (golven van fotonen), die bij uitstek optreedt als de communicator. Samen vormen zij de elektromagnetische interactie, zoals deze wordt beschreven door de theorie van de Quantum ElectroDynamics (QED), het kroonjuweel van de Westerse wetenschap. Op deze twee kwaliteiten en het hechte wetenschappelijke fundament (QED) drijft de hele evolutie: het creatief bouwen van constructies en het communiceren van evolutie-kennis en evolutie-ervaring. Zelfs de communicatiemethode (non-lokaal, tijdloos) is recentelijk door wetenschappelijke experimenten aangetoond (Alain Aspect). In Oosterse termen kunnen we spreken over een yin-evolutie, een evolutie van binnenuit, ontstaan in de diepe en geluidloze duisternis van de oerknal. In mijn artikel kwam ook de natuurkundige conclusie naar voren, dat de ziel, het speerpunt van de geest, onvergankelijk is.
pagina 6 van 10 - www.civismundi.nl
Evolutie 2.0
Pas na ca. 380.000 jaar was de afkoeling en expansie zover gevorderd, dat de elektronen hun draai vonden rondom kerndeeltjes en toen pas ontstonden waterstof en helium atomen (en een klein percentage lithium). Onder invloed van de zwaartekracht klonterde deze eerste materie samen tot sterren met een kort en turbulent bestaan en bij het ontploffen van deze sterren ontstonden de zwaardere atomen, zoals zuurstof en koolstof. Ongetwijfeld is toen al, in de vroegste stadia van de evolutie, het eerste water (H2O) gevormd, waar al het leven op is
pagina 7 van 10 - www.civismundi.nl
gebaseerd. Bij de vorming van onze aarde hoefde het water alleen maar opgeveegd te worden uit de stofschijf rondom onze zon. Het gebruikelijke biologische evolutieverhaal op onze aarde begint pas nadat de eerste 11 miljard jaren al zijn verstreken, maar ook hieruit blijkt weer dat de evolutie al lang volop bezig was om de condities voor bacterieel en cellulair leven klaar te zetten, nog ver voordat er sprake was van levende wezens op onze aarde. Dat wijst op het enorme belang van alles, wat er vóór die tijd is gebeurd: het klaarzetten van alle ingrediënten om een evolutie van het leven hier op aarde mogelijk te maken. Tegelijk wijst dat ook op het onweerlegbare feit dat de condities, die vanaf de oerknal zijn ontstaan, overal in ons universum gelden en niet alleen op onze aarde. De elementaire deeltjes met hun geestelijke eigenschappen spatten namelijk alle kanten op. Er zullen daarom op talloze plaatsen in ons universum levende intelligenties bestaan, in welk stadium van evolutie dan ook.
Zo komen we terecht bij Evolutie 2.0, de opvolger van de huidige neodarwinistische evolutietheorie. Dat is een evolutie, die begon bij de oerknal, die door de geest wordt aangedreven en waarin de bewustzijnsevolutie centraal staat. Ook de huidige ontwikkeling van kunstmatige intelligentie (in de onderstaande tekening: silicium evolutie) moet daarin een plaats vinden, omdat de computerhulpmiddelen nu al een enorm sterke rol spelen in de ontwikkeling van ons planetaire bewustzijn en onze inzichten in de kosmische natuur. Zelfs een collectief bovenbewuste begint gestalte te krijgen met het elektronische medium internet. Hoe we het ook bekijken: hier is de elektromagnetische kracht aan het werk.
Over dit onderwerp heb ik een powerpoint presentatie gemaakt, die ik graag zou willen delen voor groepen belangstellenden. Het onderwerp is niet eenvoudig, maar mijn ervaring met meerdere presentaties is dat de belangstelling hiervoor groot is. Allerlei belangrijke begrippen krijgen in de eonische visie een nieuwe betekenis, voor zover mogelijk ook scherp omschreven: reïncarnatie, non-lokaliteit, ziel, geest, bewustzijn, psychokynese, archetypen, actieve metaforen, etc. Het is een inleiding in mijn boek ?Hebben wij een ziel? Zo ja, waar dan??[1]
pagina 8 van 10 - www.civismundi.nl
Ransijn suggereert dat de zin ?Ga heen en kom tot bewustzijn? antropomorf is. Ik vraag mij af of dat echt zo is. We hebben het hier over het universum zelf, dat tot bewustzijn wil komen en dat daarvoor de middelen klaarmaakt. Naast alle andere 'gepasseerde stations' in de natuur is ook de mens daarin een tijdelijk verschijnsel, op dit moment hier op aarde inderdaad de fakkeldrager van de bewustzijnsevolutie, maar zeker niet het eindpunt. Dat lijkt mij niet antropomorf, tenzij je alles wat een mens bedenkt antropomorf wilt noemen? In dat geval is de kwalificatie niet erg zinvol.
Actie is reactie?
Er is nog een punt, dat Ransijn naar voren brengt: actie en reactie. Daarop heeft Charon een specifieke visie, neergelegd in een postulaat: Het principe van informatie opslag.
Het levende wordt gekarakteriseerd door een elementaire structuur, die in staat isinformatie op te slaan en te vergelijken , voordat het een besluit neemt en overgaat tot externe actie.
Dat is dus iets anders dan twee biljartballen, die tegen elkaar stuiten en waarvan de reactie nauwkeurig berekenbaar is. Het levende wezen ontvangt een prikkel, slaat informatie daarover op in haar geheugen en denkt er even over na (contemplatie), voordat het een besluit neemt om tot actie over te gaan. Dat nadenken en vergelijken gebeurt aan de hand van oude ervaringen, archetypen, ik noem ze actieve metaforen, die diep vanuit de evolutie naar ons toegekomen zijn of die we recentelijk hebben geconstrueerd. Pas als product van deze vergelijking ontstaat er een bewustzijnsbeeld of een spieractie of beide tegelijk. Actie en reactie mag dan een basiswet zijn van de natuurkunde, maar in de 'kunde van de levende natuur' zit daar nog de contemplatie, de beeldvorming en de creativiteit tussen, aldus Charon. Dat stemt ook weer hoopvol, want het is dus mogelijk om te komen tot nieuwe en creatieve oplossingen, die niet gedicteerd worden door een verleden. Het is precies deze creativiteit, die de mensheid in de nabije toekomst hard nodig
pagina 9 van 10 - www.civismundi.nl
zal hebben om te overleven.
Ik dank Piet Ransijn voor zijn mooie gedichten. Inderdaad: ?De natuur blijft vol geheimen waar wij weinig van begrijpen?. Ik beschouw mijn lezingen dan ook als een inleiding in het mysterie, maar dan wel een inleiding vanuit de natuurkunde. Het maakt de mystiek alleen maar dieper en grootser, alsof we er héél dichtbij komen. Zie mijn site www.elektromagnetischekracht.nl
[1] ?Gerrit Teule, ?Hebben wij een ziel? Zo ja, waar dan??, 2013, Uitgeverij ASPEKT , ISBN 9 789461 533487
pagina 10 van 10 - www.civismundi.nl