Interventie
Op Tijd Voorbereid
Samenvatting Doel Op tijd voorbereid heeft als hoofddoel dat na het doorlopen van de digitale thema's alcohol en roken en de groepsopdrachten: l
l
70% van de leerlingen de intentie heeft het alcoholgebruik uit te stellen tot in ieder geval 16 jaar of nooit te gaan drinken. 75% van de leerlingen de intentie heeft nooit te gaan roken.
Doelgroep Leerlingen van groep 8 van de basisschool (het project is ook te gebruiken in groep 7). De intermediaire doelgroepen van Op tijd voorbereid zijn: l l
ouders en verzorgers van leerlingen in groep 8 leerkrachten van groep 8.
Aanpak Op tijd voorbereid bestaat uit:
l
een e-learnprogramma met twee digitale thema's: roken en alcohol een aantal klassikale groepsopdrachten met o.a. de thema's afhanke-lijkheid en sociale druk
l
een informatieavond voor de ouders en een oudersite
l
Op tijd voorbereid is gebaseerd op het ASE-model. De onderdelen van de interventie beïnvloeden het gedrag van de leerlingen via kennisoverdracht (met name via de digitale thema's), bewustwording (zoals door de filmpjes, vragen en spelletjes), attitudeverandering (bijvoorbeeld via rollenspel en modelling), het versterken van positieve sociale invloed (met name door de ouderbijeenkomst en groepsopdrachten) en het versterken van de eigen effectiviteit (onder andere door rollenspel waarin leerling oefent om een sigaret af te slaan). Het project is de eerste fase van een preventielijn die doorloopt tot in de laatste klassen van het Voorgezet Onderwijs. Het project sluit aan bij de belevingswereld van de leerlingen en biedt flexibiliteit aan de leerkrachten. Materiaal l l
l l
De OTV-box met projectmateriaal waaronder de handleiding en een DVD De leerlingomgeving en oudersite: www.optijdvoorbereid.nl en de leerkrachtomgeving: www.optijdvoorbereid.nl/leerkracht De groepsopdrachten waaronder het bordspel Breinweg en de wedstrijd Be Cool Het draaiboek voor preventiewerkers
Onderzoek effectiviteit Er is een aantal studies uitgevoerd om inzicht te krijgen in de uitvoering en effectiviteit van de interventie.
Uit het effectonderzoek blijkt dat de kennis bij de leerlingen toeneemt door het e-learnprogramma (ter Huurne, 2006). Daarnaast wordt aanbeveling gedaan tot doorontwikkeling van enkele onderdelen wat naar verwachting zal leiden tot effect op gedrag. Effectonderzoek laat ook zien dat de kennis van de ouders over alcohol na de ouderbijeenkomst significant hoger is dan voor de bijeenkomst. Ouders zijn zich meer bewust van de invloed die zij hebben op het alcoholgebruik van hun kind. Ouders hebben na de bijeenkomst een negatievere houding ten opzichte van alcohol onder de 16 jaar. Het effect omtrent tabak is niet specifiek onderzocht (Sprakel, 2007). Evaluatieonderzoek toont aan dat het e-learnprogramma door de leerlingen leuk, interessant, makkelijk en niet kinderachtig gevonden wordt. Het krijgt een 7,8 als rapportcijfer (ter Huurne, 2006). De ouderbijeenkomst wordt door de ouders zeer positief gewaardeerd (Sprakel, 2007). Waarderingsonderzoek toont aan dat Op tijd voorbereid ook door de leerkrachten positief gewaardeerd wordt. Werken met het project werd ervaren als plezierig, nuttig en eenvoudig. De meest genoemde positieve eigenschappen van het project zijn zelfstandigheid, flexibiliteit, de manier waarop de leerlingen bewust worden gemaakt van de gevaren van alcohol en roken en de interactie met de computer (Sprakel, 2008). Ontwikkeld door Tactus Verslavingszorg Keulenstraat 3 7418 ET DEVENTER T 088 382 28 87 Contactpersonen: Klarine Buist en Mira Hannink Email:
[email protected] /
[email protected] Erkenning Erkend door Deelcommissie jeugdgezondheidszorg, preventie en gezondheidsbevordering d.d 14-12-2010 Oordeel: Goed onderbouwd Toelichting: Op Tijd Voorbereid is goed onderbouwd, het ASE-model komt duidelijk terug in de aanpak. Er is een goed voorbeeld gegeven van hoe de implementatie vorm kan krijgen. E-learning en monitoring zijn prima uitgewerkt. De referentie naar dit document is: Klarine Buist en Mieke Platenkamp (december 2010). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving 'Op Tijd Voorbereid'.Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies
1. Toelichting naam van de interventie De naam Op tijd voorbereid maakt meteen duidelijk dat het om een preventieproject gaat. Ook voor de doelgroep: groep 8, is dit helder. Het is van toepassing op het vergroten van kennis, bewustwording en het aannemen van een gedragsintentie ten aanzien van alcohol drinken en roken, vlak voor het moment dat de meeste jongeren hiermee in aanraking komen en er eventueel mee gaat experimenteren.De naam is sterk van toepassing bij de huidige thema's alcohol en roken, maar biedt ook ruimte voor het aansluiten van andere thema's zoals bijvoor-beeld softdrugs en internet.
2. Risico en/of probleem waar de interventie zich op richt Alcohol is de meest gebruikte drug onder jongeren en volwassenen. Bij groep 7 en 8 van het basisonderwijs (10, 11, 12 jaar) ligt het actueel gebruik (het gebruik van alcohol in de maand voorafgaand aan de peiling) op 8,8 procent. Het ooit-gebruik ligt op 35,6 procent. Naarmate jongeren ouder worden stijgen deze percentages. Op 16-jarige leeftijd ligt het actueel gebruik op 77,7 procent en het ooit-gebruik op 93,1 (Monshouwer et al., 2008). Verschillende onderzoekers geven aan dat het vroegtijdig beginnen met al-cohol tot problemen op latere leeftijd kan leiden. Adolescenten die op jonge leeftijd alcohol drinken, drinken later niet alleen per gelegenheid meer alcohol, maar hebben tevens een verhoogd risico op het ontwikkelen van alcohol- afhankelijkheid,
neurologische tekortkomingen en probleemgedrag (Ellickson et al., 2003; Warner & White, 2003; White & Swartzwelder, 2004). Wanneer veel alcohol in een korte periode gedronken wordt, ontstaan risico's als geweldpleging en alcoholvergiftiging. Lange termijneffecten worden veelal veroorzaakt door overmatig gebruik tijdens een langdurige periode. Voorbeelden zijn alcoholafhankelijkheid, levercirrose, cardiovasculaire ziekten en het Korsakov-syndroom (Standridge, Zijlstra & Adams, 2004). Tevens leidt het tot een toenemend risico op diverse vormen van kanker, een ver-hoogde bloeddruk en beschadiging aan hersenen en zenuwen (van Laar, 2005; Poppelier, van de Wiel & van de Mheen, 2002; Single, Ashley, Bondy, Rankin & Rehm, 1999; KWF, 2005). Hoewel het aantal rokers daalt, rookte in 2008 nog steeds 27 procent van de Nederlandse Bevolking. Dit is gebleken uit landelijk onderzoek dat jaarlijks, in opdracht van STIVORO, door TNS NIPO wordt uitgevoerd. Bij groep 7 en 8 ligt het percentage kinderen dat weleens een sigaret geprobeerd heeft op 6,5. Het actueel gebruik (het gebruik van tabak in de maand voorafgaand aan de peiling) ligt op 0,7 procent. Naarmate de leerlingen ouder worden stijgt het aantal gebruikers van tabak (Monshouwer et al., 2008). Tabaksrook bevat veel schadelijke, giftige stoffen en vormt de belangrijkste vervuiler van het lichaam (Janssen, 2006b). Hoe jonger iemand begint met roken, hoe groter de kans dat deze persoon als volwassene rookt en verslaving optreedt (Breslau, Fenn & Peterson, 1993). In 2009 overleden ruim 19.000 mensen in Nederland ten gevolge van een aan roken gerelateerde aandoening zoals longkanker (85%), COPD (78%) en een aantal vormen van kanker in het hoofdhalsgebied (75% tot 81%). (van Gelder, Poos & Zantinge, 2010)
3. Doel van de interventie Op tijd voorbereid heeft als hoofddoel dat na het doorlopen van de digitale thema's alcohol en roken en de groepsopdrachten l
l
70% van de leerlingen de intentie heeft het alcoholgebruik uit te stellen tot in ieder geval 16 jaar of nooit te gaan drinken. 75% van de leerlingen de intentie heeft nooit te gaan roken.
Subdoelen van Op tijd voorbereid zijn: Na het doorlopen van het digitale thema alcohol en de groepsopdrachten l
l
l
l l l
weet 90% van de leerlingen dat alcohol extra schadelijk is wanneer je jong bent omdat je dan nog in de groei zit. weet 90% van de leerlingen dat bij het drinken van alcohol van alle or-ganen je hersens het meeste risico lopen. weet 75% van de leerlingen dat wanneer je alcohol gedronken hebt de kans dat je dingen doet waar je spijt van krijgt groter is. kan 90% van de leerlingen twee nadelen noemen van het drinken van alcohol. geeft 75% van de leerlingen aan alcohol drinken niet stoer te vinden. kan 90% van de leerlingen aan andere kinderen een goede tip geven ten aanzien van gedrag, met betrekking tot 'Nee' zeggen tegen alcohol.
Na het doorlopen van het digitale thema roken en de groepsopdrachten l l l l l l
weet 85% van de leerlingen dat nicotine de verslavende stof in tabak is. weet 90% van de leerlingen dat roken met name slecht is voor je longen. weet 90% van de leerlingen hoeveel procent van de Nederlandse bevolking rookt. kan 90% van de leerlingen twee nadelen noemen van roken. geeft 75% van de leerlingen aan het roken van een sigaret niet stoer te vinden. kan 90% van de leerlingen aan andere kinderen een goede tip geven ten aanzien van gedrag, met betrekking tot 'Nee' zeggen tegen een sigaret.
Na de ouderbijeenkomst
l
weet 85% van de ouders (en/of verzorgers) dat hersens gevoeliger zijn voor beschadigingen door alcohol wanneer deze nog in ontwikkeling zijn. weet 85% van de ouders dat de hersens van kinderen en jongeren nog tot het 24ste levensjaar in ontwikkeling zijn. weet 85% van de ouders dat tabak schadelijk is voor de longen, hart en bloedvaten.
l
weet 85% van de ouders wat het advies is ten aanzien van het drinken van alcohol voor jongeren;
l
l
l
namelijk onder de 16 niet. weet 85% van de ouders wat het advies is ten aanzien van roken voor jongeren, namelijk; niet mee beginnen. kan 85% van de ouders twee voorbeelden geven van de manier waarop je als ouder een positieve invloed
l
hebt op het voorkomen of uitstellen van alcohol- en tabakgebruik door het kind. ziet 85% van de ouders het nut in van het stellen van regels over alcohol en tabak thuis.
l
4. Doelgroep van de interventie Voor wie is de interventie bedoeld Doelgroep van Op tijd voorbereid is l
leerlingen van groep 8 van de basisschool.
Het project is ook te gebruiken in groep 7, de digitale thema's en het projectmateriaal is ook voor deze leerlingen geschikt. De intermediaire doelgroepen van Op tijd voorbereid zijn: l
ouders en verzorgers van leerlingen in groep 8
l
leerkrachten van groep 8
Indicatie- en contra-indicatiecriteria Licht verstandelijk gehandicapten vallen niet onder de doelgroep van Op tijd voorbereid. Om het programma geschikt te maken voor deze doelgroep zijn enkele aanpassingen nodig zoals meer herhaling en eenvoudigere uitleg. Het programma is op deze manier geschikt te maken voor licht verstandelijk gehandicapten (LVG) in klas 1 en 2 binnen het praktijkonderwijs. Voor meer informatie zie pagina 28: Onderzoek Op tijd voorbereid bij licht verstandelijk gehandicapten. Toepassing bij migranten De interventie is niet aangepast voor specifieke migrantendoelgroepen.
5. Aanpak Opzet van de interventie Op tijd voorbereid bestaat uit twee digitale thema's: alcohol en roken. Daarnaast is er een aantal groepsopdrachten en een informatieavond en -site voor ouders. In 2005 heeft de GGD regio Twente de uitvoer van genotmiddelenpreventie op de basisscholen overgedragen aan Tactus Verslavingszorg omdat zij niet de capaciteit hadden om alle scholen te bedienen. Om het grote aantal basisscholen in het werkgebied allemaal te kunnen bedienen heeft Tactus het (grotendeels) digitale project Op tijd voorbereid ontwikkeld. Hierbij werd gebruik gemaakt van de nieuwste ontwikkeling op ICT gebied. Vanaf 1995 voert Tactus, volgens afspraak met de gemeenten, structureel genotmiddelenpreventie uit in het voortgezet onderwijs. Vanuit deze basis wordt Op tijd voorbereid geïntroduceerd. Op tijd voorbereid wordt vaak ondergebracht in een samenwerkingsverband met de GGD en andere preventiepartners en/of de Gezonde Schoolmethode. Na contact met de betrokken beleidsmedewerker wordt Tactus meestal uitgenodigd voor een toelichting op het gemeentehuis voor basisschooldirecteu-ren en/of gemeenteraadsleden. Wanneer er van de betrokken beleidsambtenaar akkoord voor uitvoer gegeven wordt benadert Tactus telefonisch de (directeuren en) leerkrachten van groep 8 van de basisscholen voor deelname. De leerkrachten die deelnemen worden vervolgens uitgenodigd voor een instructiebijeenkomst van 2 uur. Tijdens de instructiebijeenkomst krijgen de leerkrachten een toelichting op het projectmateriaal en op de groepsopdrachten en wordt informatie gegeven over de risico's van roken en alcohol drinken op jonge leeftijd. In de klas doorlopen de leerlingen de digitale thema's alcohol en roken individueel, per thema duurt dat ongeveer een half uur tot drie kwartier.
Het project kan op elk gewenst moment in het schooljaar worden gestart en doorlopen. De leerkracht kan de thema's activeren en zo bepalen aan welk thema de leerlingen gaan werken. Om in te kunnen loggen als leerling moet ook de leerkracht ingelogd zijn. Wanneer de leerlingen de digitale thema's hebben doorlopen ziet de leerkracht de resultaten in de leerkrachtomgeving. Hij ziet hier hoeveel procent van de klas welk antwoord gekozen heeft. Daarmee krijgt hij een beeld van het gedrag en de intentie van de klas met betrekking tot roken en alcohol. Als aanvulling op de digitale thema's zijn er negen groepsopdrachten. De twee meest gebruikte zitten in de OTV-box bij het projectmateriaal. Dit zijn het bordspel Breinweg en de schrijfopdracht Be Cool. Met het uitvoeren van deze twee opdrachten is het project compleet. Soms heeft de leerkracht de behoefte om met zijn klas dieper in te gaan op het onderwerp. Vanuit de leerkrachtomgeving kan de leerkracht nog zeven optionele groepsopdrachten downloaden of bestellen voor verbreding of ver-dieping van het project. De groepsopdrachten spreken voor zich of zijn voorzien van een duidelijke beschrijving van uitvoer, doel en begeleiding. De leerkracht maakt zijn keus uit de groepsopdrachten op basis van de resultaten die uit het programma voortkomen en zijn kennis van de leefwereld van de leerlingen. Alle opdrachten hebben een toegevoegde waarde en kunnen los van elkaar in willekeurige volgorde worden uitgevoerd. Er kan dus geen verkeerde keuze gemaakt worden.. Voor de ouders wordt een informatiebijeenkomst georganiseerd. De school nodigt zelf de ouders voor deze bijeenkomst uit. Om de opkomst te verhogen wordt de avond aangepast aan de voorkeur van de school. De bijeenkomst kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd als onderdeel van de jaarvergadering, van de voorbereidende avond op het schoolkamp, of in combinatie met een ander thema zoals digipesten. Bij ouderbijeenkomsten is de opkomst meestal laag. Om toch alle ouders met actuele informatie over alcohol en opvoeden te bereiken is aan www.optijdvoorbereid.nl een site voor ouders gekoppeld. Ouders kunnen hier fragmenten van een ouderavond bekijken en een demo van Op tijd voorbereid. De school brengt deze site bij de ouders onder de aandacht en ook de leerlingen worden tijdens het doorlopen van de thema's gevraagd om Op tijd voorbereid (door middel van de oudersite) thuis te laten zien. Ook andere belangstellenden kunnen worden verwezen naar de oudersite om een indruk van het programma met alle onderdelen krijgen. De werkwijze van Tactus is dat per gemeente één preventiewerker contact-persoon is van alle scholen. Deze onderhoudt contacten, verzorgt de instructiebijeenkomsten, leidt de ouderavonden en indien gewenst komt de contact-persoon langs op school. Deze contactpersoon blijft door de schooljaren heen zoveel mogelijk dezelfde en is ook contactpersoon voor samenwerkende organisaties. De deelname van scholen wordt praktisch altijd gesubsidieerd vanuit alcoholmatigingsprojecten jeugd. Aan het eind van het schooljaar ontvangt de opdrachtgevende gemeente een evaluatierapport met betrekking tot de implementatie en uitvoer van het project Op tijd voorbereid binnen de betreffende gemeente. Op basis hiervan wordt ook een advies gegeven ten aanzien van de voortgang van het project binnen deze gemeente. Inhoud van de interventie De kern van Op tijd voorbereid wordt gevormd door de twee digitale thema's alcohol en roken en de groepsopdrachten voor groep 8. Hieromheen zijn onderdelen ontwikkeld die zorgen voor een soepel verloop, ouderparticipatie en terugkoppeling van resultaten aan leerkrachten en gemeenten. Hieronder wordt per onderdeel de inhoud van Op tijd voorbereid uitgewerkt achtereenvolgens: 1 Instructiebijeenkomst 2 Leerkrachtomgeving 3 Klassikale introductie 4 5 6 7 8
Portret aanpassen Digitaal thema: alcohol Digitaal thema: roken Resultaten bekijken Bordspel Breinweg
9 1 1 1
Be Cool Keuzeopdrachten Ouderavond Evaluatierapport voor de gemeenten
ad. 1. Instructiebijeenkomst (2 uur)
Indien de school voor de eerste keer deelneemt aan het project Op tijd voorbereid ontvangt de leerkracht van groep 8 een uitnodiging voor de instructiebijeenkomst. Deze bijeenkomst wordt gehouden voor alle (of een deel van de) leerkrachten op een centraal gelegen school binnen de gemeente. Tijdens de instructiebijeenkomst worden de leerkrachten geïnformeerd, geïnstrueerd en gemotiveerd. ad. 2. Leerkrachtomgeving Middels een inlogcode heeft de leerkracht toegang tot de leerkrachtomgeving. Hij of zij kan hier onder andere zien hoe ver de leerlingen met de digitale thema's zijn en groepsopdrachten voor de klas downloaden. De leerkracht zet zelf de leerlingen in het systeem en kan vervolgens ook hun wachtwoorden bekijken. Wanneer de leerlingen de thema's hebben doorlopen kan de leerkracht de resultaten bekijken en printen. De leerkracht ziet echter geen individuele antwoorden. Op de leerkrachtomgeving staan verder een aantal links naar relevante internetsites, de leerkracht kan een mail naar zijn of haar contactpersoon bij Tactus versturen, de helppagina raadplegen en zelf de digitale thema's bekijken. ad. 3. Klassikale introductie (15 min) De leerkracht leidt het project in met behulp van een brief die Professor Profitacto aan de klas gestuurd heeft. De digitale Professor Profitacto is in het leven geroepen om de kinderen tijdens de digitale thema's te begeleiden. Hij geeft gesproken informatie, tips en feedback op de gegeven antwoorden. ad. 4. Portret aanpassen. Zodra de leerling is ingelogd op de digitale omgeving mag hij of zij eerst het eigen portret aanpassen. Voor de leerling is dit een leuk begin waarmee meteen de aandacht positief gewekt is. ad. 5. Digitaal thema: alcohol (30 min. per leerling) De leerlingen doorlopen achter de computer het thema alcohol. Het begint met een klein onderzoekje. De leerling beantwoordt vragen als: Heb je ooit alcohol gedronken, bijvoorbeeld een paar slokjes? en Waar ben je meestal als je alcohol drinkt? Door een aantal vragen aan het eind te herhalen krijgen we een beeld van de opgedane kennis en de veranderde houding. Dan volgen de onderdelen Wat weet je (kennis), Wat vind je (houding) en Wat doe je (gedrag). Aan de hand van animaties, filmpjes, vragen en spelletjes leren de leerlingen over de risico's van alcohol. Ze worden zich bewust van hun houding en denken na over wat ze kunnen doen en zeggen in lastige situaties waarin alcohol wordt aangeboden. ad. 6. Digitaal thema: roken (30 min. per leerling) Het thema roken begint net als het thema alcohol met een klein onderzoekje. De leerling beantwoordt vragen als: Heb je zelf weleens een sigaret gerookt, ook al was het maar één sigaret of een paar trekjes? en Heb je met iemand een afspraak dat je (tot een bepaalde leeftijd) niet gaat roken? De opbouw van dit thema is hetzelfde als dat van het thema alcohol (ad.5). De leerlingen doen nieuwe kennis op, worden zich bewust van hun houding en denken na over wat ze kunnen doen en zeggen in lastige situaties waarin hen een sigaret wordt aangeboden. ad. 7. Resultaten bekijken In de leerkrachtomgeving kan de leerkracht de resultaten van de klas bekijken. Hierdoor krijgt de leerkracht een beeld van het gebruik en de beleving van alcohol en roken binnen de groep. Dit kan gebruikt worden bij de verdere bespreking van het onderwerp in de klas en bij het kiezen van groepsopdrachten over bijvoorbeeld sociale druk of afhankelijkheid. ad. 8. Bordspel Breinweg (20 min.) Eén van de groepsopdrachten is het bordspel Breinweg. De leerlingen kunnen zelfstandig het bordspel spelen in groepjes van maximaal 5 leerlingen. Door het beantwoorden van de vragen wordt de kennis van de leerlingen over alcohol en roken vergroot en wordt de kennis die is opgedaan tijdens de digitale thema's nog eens herhaald. Door het bespreken van de stellingen op de meningkaarten worden de leerlingen zich bewust van hun eigen houding en gedragsintentie en die van hun medeleerlingen. Het thema van het bordspel is afhankelijkheid. Het besteedt aandacht aan de middelen tabak en alcohol, maar ook aan computeren en drugs. Bij het doorlopen van het spel wordt de leerling gestraft voor ongewenst gedrag en beloond voor gewenst gedrag, bijvoorbeeld: Een vriendje is verslaafd aan roken. Jij geeft goede tips om te stoppen. Ga twee stappen verder. ad. 9. Be Cool (30 min.)
Bij deze groepsopdracht treedt de klas op als redactie van het jongerenblad 'Be Cool'. Er zijn drie ingezonden brieven binnengekomen. Alle drie gaan ze over een lastige situatie rond alcohol of roken. De leerlingen schrijven een antwoordbrief met tips terug. De beste inzending van de regio wordt beloond met een prijs voor de hele klas! ad. 10. Keuzeopdrachten (vanaf 15 minuten) Vanuit de leerkrachtomgeving zijn zeven keuzeopdrachten te downloaden. Deze opdrachten besteden aandacht aan uiteenlopende thema's zoals: eigen effectiviteit, sociale druk en afhankelijkheid. De leerkracht maakt zelf een keuze voor (g)een of meerdere opdrachten waarbij de antwoorden die de leerlingen bij de digitale thema's hebben ingevuld kunnen dienen als richtlijn. Te downloaden zijn: Uitnodiging ouderavond en klassenkunstwerk, het rollenspel Nee zeggen, Verhalend ontwerpen, Creatief weergeven, Standbeelden maken, Anti-peukenpas en Zoek de gewoontes. Deze keuzeopdrachten worden met regelmaat aangevuld en geüpdatet. ad. 11. Ouders De ouderavond (2 uur) vindt bij voorkeur plaats vlak voor, in of na de periode waarin de leerlingen met het project in de klas bezig zijn. De ouderavond kan volledig door de preventiewerker ingevuld worden, maar scholen kunnen ook kiezen voor de inbreng van leerlingen of combinatie met een ander thema. Er wordt aandacht besteed aan risico's van alcohol drinken en roken door jongeren en de invloed die ouders hebben op het drink- en rookgedrag van hun kind, bijvoorbeeld door het stellen van duidelijke regels en het voeren van een kwalitatief goed gesprek. Eén van de gebruikte werkvormen is de oudereditie van het Bordspel Breinweg (ad.8). Alle ouders en belangstellenden vinden tips, adviezen en ideeën op de oudersite. Filmpjes geven hier een beeld van de leerlingomgeving en de ouderavond. ad. 12. Evaluatierapport voor de gemeentenAan het eind van het schooljaar wordt de implementatie en uitvoer van het project geëvalueerd. Alle leerkrachten ontvangen hiervoor een evaluatieformulier. Dit, samen met de eigen bevindingen van Tactus en de reacties die Tactus gedurende het schooljaar ontving van gemeenten, ouders, leerlingen en scholen vormt de input voor het rapport. Percentages van gebruik en houding ten opzichte van alcohol en roken worden per regio weergegeven en naast die van de eigen gemeente gelegd.
6. Materialen en links De OTV-box (foto bijlage 4 en toegestuurde OTV-box met inhoud) De leerkracht ontvangt de Op tijd voorbereidbox met daarin: l l
l l l l
De folder van Op tijd voorbereid, met kort de inhoud van het project. Handleiding bij Op tijd voorbereid: Aan de slag met het project. Dit is de Nederlandse handleiding (vier bladzijden), bedoeld voor de leerkrachten die met het project gaan werken. 10 meest gestelde vragen over Op tijd voorbereid met antwoorden. Informatie over het bereiken van ouders, de ouderavond en een voor-beelduitnodiging. Brief van Profitacto, die gericht is aan de klas, ter inleiding van het project. Portret van Profitacto dat in klas kan worden opgehangen wanneer de kinderen aan het project mogen
l
werken. Anti peukenpas, met de suggestie een aantal exemplaren voor de hele klas te bestellen bij www.stivoro.nl. Be Cool, de envelop met daarin de ingezonden brieven, uitleg bij de opdracht en een antwoordenvelop
l
voor het insturen van de beste brief. Het Bordspel Breinweg dat in de klas gespeeld wordt.
l
DVD met fragment uit het Klokhuis, behorende bij keuzeopdracht Creatief weergeven.
l
www.optijdvoorbereid.nl/leerkracht (leerkrachtomgeving) De leerkracht ontvangt zijn of haar inlogcode en kan vervolgens de leerlingen invoeren. De inlog die gebruikt kan worden om de site te bekijken is: Naam: Rivm Wachtwoord: evovt4 l
Via de knop groepsopdracht download u de keuzeopdrachten
www.optijdvoorbereid.nl (leerlingomgeving, foto bijlage 4, en de oudersite) Om als leerling te kunnen inloggen moet ook de leerkracht inlogt zijn. Dit voorkomt dat een leerling op een
ongewenst moment kan inloggen. De inlog die gebruikt kan worden om de site te bekijken is: Voornaam: Jelle Achternaam: Jeugdinterventie Wachtwoord: welkom101 (aan te passen zodra is ingelogd) Ouders en belangstellenden kunnen zonder inlog naar de oudersite. l
Hier zijn een voorbeelduitnodiging voor de ouderavond en een aankon-diging van het project te downloaden
Draaiboek Preventiewerkers die Op tijd voorbereid in hun regio uitzetten beschikken over een draaiboek. Deze is zowel digitaal als op papier verkrijgbaar en wordt centraal geüpdate.Het draaiboek beschrijft alle aspecten van het project, vanaf het eerste contact met de gemeente tot het schrijven van het evaluatierapport. Een greep uit de inhoud: beschrijving van de instructiebijeenkomst en de ouderavond, materiaallijsten, de benodigde powerpointpresentaties, samenvatting van onder-zoeken rond Op tijd voorbereid, beschrijving van het werken met de beheeromgeving (waar onder andere de scholen worden ingevoerd en de resultaten worden geëxporteerd), voorbeeldpersberichten, uitnodigingen en tijdsinvestering.
7. Verantwoording van de doelen, de doelgroep en de aanpak Start van een doorlopende leerlijn Op tijd voorbereid is een opzichzelfstaand project, ontwikkeld voor kinderen van elf en twaalf jaar. Tactus Verslavingszorg biedt daarnaast een heel scala aan preventieactiviteiten voor jongeren met als doel het alcohol-, tabaks-, en drugsgebruik te verminderen. Een aantal van deze activiteiten vormen samen een doorlopende leerlijn in het onderwijs; van groep 8 in het basisonderwijs tot het laatste jaar van het voortgezet onderwijs. De invulling van de activiteiten in het voortgezet onderwijs gebeurt grotendeels op basis van het preventieprogramma De Gezonde School en Genotmiddelen van het Trimbos-instituut. Het doorlopen van de hele leerlijn vergroot de kans dat de leerling het gewenste gedrag van niet roken en verantwoord omgaan met alcohol zal blijven vertonen. Het gebruik van alcohol begint vaak al op jonge leeftijd. Naarmate jongeren ouder worden neemt het gebruik van alcohol toe en deze toename is het grootst tussen groep 8 en de eerste klas. Landelijke onderzoek van het alcoholgebruik onder Nederlandse jongeren laat zien dat de preventie in het basisonderwijs moet starten (Monshouwer et al., 2008). Op de basisschool roken maar weinig kinderen, maar in de brugklas rookt één op de vier kinderen weleens. Hoe jonger kinderen beginnen met roken, hoe vaker ze blijven roken. Preventie met betrekking tot roken kan het best voor de brugklas plaatsvinden, aldus Stivoro. Functionaliteiten e-learning Het inrichten van de e-learning is gebeurd op grond van ervaringen met de doelgroep en onderbouwd vanuit het onderzoek van Goemans (Goemans, 2006). Het ASE model in Op tijd voorbereid Op tijd voorbereid is gebaseerd op het ASE-model. De onderdelen van het programma zijn erop gericht om bij leerlingen kennis over roken en alcohol te vergroten, ze een positieve attitude te geven ten aanzien van niet starten met roken en drinken, ouders en leerkrachten handvatten geven om dit te ondersteunen en leerlingen het vertrouwen te geven dat ze in staat zijn niet te beginnen met roken of drinken, ook al zouden ze in de verleiding komen. Dit samen leidt tot een positieve intentie. Volgens het ASE-model is de intentie tot het uitvoeren van gedrag de directe voorspeller van dit gedrag. Over het algemeen geldt dat hoe sterker de intentie is om een bepaald gedrag uit te voeren, hoe groter de kans dat dit ook daadwerkelijk gebeurt (Azjen, 1991). Daarnaast wordt de kans op gedrag groter, wanneer er minder tijd zit tussen de intentie en het daadwerkelijke gedrag. De intentie om te roken blijkt in hoge mate te zijn gerelateerd aan daadwerkelijk roken in de toekomst (Conrad, Flay & Hill, 1992). Op tijd voorbereid maakt gebruik van effectieve technieken zoals animatie, modelling, behavioral journalism en herhaling. Het programma is als eerste gericht op bewustwording, volgens Brug en collega's (2003) een noodzakelijke eerste stap om tot verandering in attitude te komen. Op tijd voorbereid begint daarom met vragen waardoor leerlingen zich bewust worden van hun eigen attitude.
Kennis Op tijd voorbereid bevat verschillende manieren van kennisoverdracht, een belangrijke factor voor attitudeen gedragsverandering (Brug et al., 2003). Voorbeelden van kennisoverdracht zijn de informatieve filmpjes en animaties, uitleg van Profitacto en de vragen bij het spel. Om de kennis te laten beklijven, wordt onder meer amusement gebruikt. Bijvoorbeeld bij het duidelijk maken op welke plaatsen wel en niet gerookt mag worden (zie afb. 6a), wat de drie belangrijkste schadelijke stoffen in een sigaret zijn, welke gevolgen alcohol kan hebben op het reactie- en coördinatievermogen en hoeveel pure alcohol zit in een standaardglas bier, wijn of jenever. Ook met behulp van filmpjes en sliders wordt kennis over gedragen. Voorbeelden zijn een slider gericht op de omvang van tabak- en alcoholgebruik in Nederland, een filmpje over de hoeveelheid teer in één sigaret en een slider gericht op de kosten van tabak en alcohol. Attitude Adolescenten beginnen met roken omdat ze zich dan cooler, relaxter of volwassener voelen of omdat ze zich willen identificeren met een bepaalde groep (Barkin, Smith & DuRant, 2002; Brown & Lohr, 1987; Mosbach & Leventhal, 1988; Sussman et al., 1990). Ook ten aanzien van alcohol hebben sommige jongeren positieve attitudes. Er wordt door jongeren onder meer aangegeven dat feesten leuker zijn en ze makkelijker in contact komen met leeftijdsgenoten wanneer ze alcohol hebben gedronken (De Vries, 1995; Engels & Knibbe, 2000b; Engels, Wiers, Lemmers & Overbeek, 2005; Grube, McGree & Morgan, 1986; Halpern-Felsher, Biehl, Kropp & Rubinstein, 2004; Webb, Getz, Baer & McKelvey, 1999). Lemmers (2000) beschrijft dat positieve verwachtingen van alcohol en door de persoon ervaren voordelen van invloed zijn op de gedragsintentie, en negatieve verwachtingen zijn nauwelijks van invloed. Uit deze onderzoeken blijkt dat het corrigeren van 'foute' veronderstellingen of ook wel het geven van tegenargumenten gericht op de voordelen van alcohol drinken en roken, belangrijke methodieken zijn om de attitude ten aanzien van gedrag te veranderen. Dit wordt binnen Op tijd voorbereid toegepast. Een positieve indruk, een positief eerste gevoel helpt om de attitude in de gewenste richting te veranderen (Zajonc, 1984; Brug et al, 2003). Het maken van een eigen portret bij aanvang van de thema's is een manier om tot een positief gevoel over het programma te komen. Leerlingen worden bewust gemaakt van redenen om wel of niet te gaan drinken of roken en de nadelige gevolgen van alcohol en roken. De leerlingen word gevraagd om aan te geven of de genoemde redenen tot de categorie voor- of nadelen van roken behoren. Aangezien ook basisschoolleerlingen (gedeeltelijk) positieve opvattingen hebben over roken en drinken, komen positieve en negatieve attitudes aan bod. Om de balans in gunstige richting te veranderen worden meer nadelen (verslaafd, goor, vies, ongezond, stank, conditie, suf, duur) dan voordelen (lekker, stoer, gezellig) van roken en alcohol genoemd (Brug et al., 2003). De sliders zijn erop gericht de attitude ten aanzien van roken en alcohol te beïnvloeden. Eén van de sliders heeft bijvoorbeeld als doel de leerlingen duidelijk te maken dat roken en alcohol drinken als nadeel hebben dat het gebruik ervan duur is. Daarnaast is er een filmpje waarin de leerlingen door middel van een rookrobot kunnen zien hoeveel teer er in één sigaret zit (zie afb. 6b). Sociale invloed In het ASE-model worden drie vormen van sociale invloed onderscheiden: (1) subjectieve normen, (2) sociale steun en/of sociale druk en (3) modelling. Starten met het drinken van alcohol en roken wordt beïnvloed door positieve subjectieve normen van ouders en leeftijdsgenoten (Oostveen, Knibbe & de Vries, 1996; Ausems, 2003) en sociale druk (Crone et al., 2003). Rokers hebben meer rokers in hun omgeving dan niet-rokers. (van Assema, Pieterse, Kok, Eriksen & de Vries, 1993). Het niet roken en drinken door ouders heeft een positieve invloed op het rook- en drinkgedrag van hun kinderen. (Engels, Knibbe & Drop, 1999). Volgens van der Vorst & Spijkerman (2006) zijn op de hoogte blijven van wat en hoeveel er gedronken wordt belangrijke hulpmiddelen voor ouders bij het verminderen van het alcoholgebruik van hun kinderen. Ook het stellen van regels op het gebied van alcoholgebruik heeft een sterk en direct effect op het drinkgedrag van de jongeren. Hoe meer ouders verbieden, hoe minder jongeren drinken. Deze inzichten vormen de basis voor de informatiebijeenkomst voor ouders. De werkvormen zijn erop gericht ouders meer bewust te maken van hun invloed en voorbeeldfunctie.
Op tijd voorbereid filmpjes waarbij leeftijdsgenoten als modellen worden gebruikt (zie afb. 6c). Dit is een vorm van 'behavioral journalism' (Brug et al., 2003). Door middel van de filmpjes wordt sociale steun gemobiliseerd. Volgens Brug et al. (2003) is dit ook een methodiek om de sociale invloed door middel van voorlichting te veranderen. Met behulp van deze fragmenten worden leerlingen zich bewust van het feit dat leeftijdsgenoten hen vaak steunen om niet te gaan roken of drinken, maar ook dat zij zelf deze steun aan anderen kunnen geven. Eigen effectiviteitverwachting Het gewenste gedrag wordt concreet omschreven, bijvoorbeeld: neem het drankje niet aan en zeg: Nee, ik drink geen alcohol. Dit draagt er toe bij dat de jongeren het uit voeren van het gewenste gedrag ook zien zitten, wat een belangrijke factor blijkt bij gedragsverandering (Bartholomew, Parcel, Kok, & Gottlieb, 2001) Bij de groepsopdrachten is een rollenspel opgenomen. Leerlingen oefenen hier situaties waarin ze vaardigheden verwerven om weerstand te bieden aan sociale druk. Volgens Koolhaas en Willemsen (2005) is eigen effectiviteit een belangrijke indicator voor eventuele veranderingen in het gedrag van jongeren ten aanzien van roken, aangezien deze factor over het algemeen sterk samenhangt met de intentie om niet te beginnen met roken. Het beginnen met roken is daarmee gerelateerd aan weinig zelfvertrouwen om in bepaalde situaties een sigaret te kunnen weigeren (Ausems, 2003). In de theateropdracht waarbij de leerlingen een positieve wending moeten geven aan een groepssituatie komt zelfvertrouwen en de daaraan gerelateerde non-verbale communicatie aan de orde. De praktijk: de subdoelen worden gehaald Met een drietal instrumenten kan aan het eind van het schooljaar worden bekeken of de subdoelen zijn gehaald. Het eerste instrument is onderdeel van het digitale programma. De antwoorden die de leerlingen invullen worden bewaard en zo ontstaat een omvangrijke database met gegevens. Tactus kan op elk moment deze gegevens bekijken. Aan het eind van het schooljaar worden de gegevens geëxporteerd waardoor een overzicht ontstaat van hoe vaak welk antwoord werd gekozen. Hierdoor heeft Tactus per school, gemeente of regio een overzicht waaruit het behalen van de subdoelen rechtstreeks is af te leiden. Uit de database van afgelopen schooljaar 2009-2010, met ruim 3000 leerlingen, blijkt dat de subdoelen werden gehaald. Twee andere instrumenten zijn het evaluatieformulier voor de leerkrachten en het evaluatieformulier voor de ouders. Hiermee wordt het halen van de overige subdoelen gemeten. Het evaluatieformulier voor leerkrachten wordt aan het eind van ieder schooljaar ingezet, waarmee ook ten aanzien van deze doelen jaarlijks een betrouwbaar beeld ontstaat. Ook de ouderavonden worden structureel geëvalueerd.Deze instrumenten samen geven elk schooljaar aan of de doelen behaald zijn. Het behalen van deze doelen wordt mede afgeleid uit het onderzoek van Sprakel (2007) aangezien de inhoud van de ouderavond dezelfde is als tijdens dit onderzoek.
8. Samenvatting van de onderbouwing Op tijd voorbereid is gericht op vermindering van onverantwoord alcoholgebruik en roken en wordt aangeboden aan leerlingen in groep 8. Het is een interactief, attractief, afwisselend en uitdagend elearnprogramma dat wordt gecombineerd met groepsopdrachten en een ouderavond. Het project is ontwikkeld op basis van het ASE-model waarmee wordt ingestoken op kennis, bewustwording, attitude, sociale invloed en eigen effectiviteit.
9. Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking Eisen ten aanzien van opleiding De uitvoerend werkers (preventiewerkers) dienen te beschikken over actuele kennis zoals deze verwacht mag worden van professionals op het gebied van preventie binnen de gezondheidszorg m.b.t. tabak, alcohol, sociale druk, afhankelijkheid en opvoedingsondersteuning. Ook dient de uitvoerend werker te beschikken over goede mondelinge en schriftelijke vaardigheden, als ook over computer- en presentatievaardigheden. Daarnaast is tact en kennis van de werkwijze van scholen en gemeenten nodig om een goede samenwerking met hen te realiseren. De preventiewerkers die met dit project gaan werken hebben een training van twee dagdelen nodig om met het beheerprogramma te leren werken en alle onderdelen van het project te leren kennen. Ter ondersteuning ontvangen de preventiewerkers het draaiboek. (De inhoud van het draaiboek staat beschreven in hoofdstuk 5
Materialen en links.) Binnen Tactus werken preventiewerkers, secretaresses en programmaleiders samen aan het project. De preventiewerkers zijn verantwoordelijk voor de uitvoer, waaronder de contacten met de scholen, implementeren van het project, de informatieavonden en het schrijven van de evaluatierapporten voor de gemeente. De preventiewerker ondersteunt de programmaleider in het contact met de gemeenten en bovenschoolse organisaties. De programmalei-der heeft contact met de gemeente ten aanzien van subsidie en uitvoer van het project binnen de gemeente en heeft een coördinerende taak ten aanzien van de preventiewerkers. De programmaleider dient hiertoe op de hoogte te zijn van de inhoud van het project. De secretaresse ondersteunt onder andere bij het invoeren van gegevens in de beheeromgeving, het versturen van brie-ven en verstrekken van projectmateriaal. De preventiewerkers kunnen na het volgen van de training zowel de secretaresse als de programmaleider op de hoogte brengen van de benodigde kennis om de genoemde taken uit te voeren. De uitvoer in de klas van de digitale thema's en de groepsopdrachten wordt begeleid door de leerkracht van de groep. De leerkracht volgt voordat hij met het project gaat werken een instructiebijeenkomst of de preventiewerker komt voor een uitleg op school. De leerkrachten zijn zo voldoende toegerust om met het project te werken. Protocol / handleiding Voor het overdragen van Op tijd voorbereid is het draaiboek ontwikkeld. (De inhoud van het draaiboek staat beschreven in hoofdstuk 5 Materialen en links.) Middels het draaiboek en een interne training is het project binnen Tactus met succes tussen de regio's overgedragen. De interne training duurt ongeveer vier uur. Hierin doorlopen de preventiewerkers de digitale thema's en nemen ze de groepsopdrachten door. Ze leren omgaan met de beheeromgeving waar zij o.a. de gemeenten, scholen en leerkrachten invoeren en de wachtwoorden beheren. Na de training gaan de preventiewerkers met het project aan de slag. Binnen Tactus zijn de lijnen tussen de preventiewerkers van de verschillende regio's kort. Dit maakt dat er na de training veel contact en samenwerking is tussen de preventiewerkers ten aanzien van de uitvoer en ontwikkeling van het project. Overdracht naar een andere instelling voor Verslavingszorg of GGD is mogelijk middels het draaiboek en een training van 2 dagdelen (8 uur). Deze training duurt langer dan de interne en is uitgebreider omdat men na de training in principe het project zelfstandig moet kunnen uitvoeren.Wanneer een andere instelling voor Verslavingszorg met Op tijd voorbereid gaat werken is een tweede beheeromgeving nodig. Deze zal moeten worden aangemaakt. Volgens de huidige werkwijze is ook een uitbreiding van onder andere de serverruimte nodig zodat het aantal deelnemende scholen kan worden uitgebreid. Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking Kwaliteitsmeting en -bewaking vindt bij Op tijd voorbereid plaats door middel van onderzoek en evaluatie. Er zijn diverse onderzoeken aan Op tijd voorbereid gekoppeld (zie hoofdstuk 9 Onderzoek naar de uitvoering van de interventie). De meeste onderzoeken worden uitgevoerd door studenten onder begeleiding van een preventiewerker of programmaleider binnen Tactus en Universiteit Twente of Hogeschool Saxion. De onderzoeken laten onder andere zien wat op dat moment effectief en goed is aan het project en wat nog verbeterd kan worden. Deze verbeteringen worden zoveel mogelijk direct toegepast in het project. Er blijft met regelmaat onderzoek gedaan worden naar (onderdelen van) Op tijd voorbereid, waardoor het project een constante verbetering doormaakt. De kwaliteit van Op tijd voorbereid wordt bewaakt door middel van jaarlijks meten in hoeverre de doelen behaald zijn en het evalueren van de activiteiten onder ouders, leerkrachten, beleidsmedewerkers van gemeenten en uitvoerend medewerkers, waaronder ook de secretaresse. Dit valt onder de verantwoordelijkheid van de preventiewerkers. Het behalen van de doelen zoals die gesteld zijn ten aanzien van de leerlingen (zie hoofdstuk 2 Doel van de interventie) wordt op twee manieren gemeten. Ten eerste door aan het eind van het schooljaar de resultaten van de digitale thema's te bekijken en te vergelijken met de opgestelde doelen en ten tweede door het project te evalueren onder leerkrachten. Aan het eind van het schooljaar ontvangen de leerkrachten hiertoe een evaluatieformulier (bijlage 2). De uitkomst hiervan geeft de preventiewerker handvatten voor het volgende schooljaar en input voor eventuele aanpassingen. Uit het onderzoek naar de ouderbijeenkomst (Sprakel, 2007) blijkt dat de doelen die zijn opgesteld ten aanzien van de ouders (zie hoofdstuk 2 Doel van de interventie) worden behaald met de ouderbijeenkomst in de huidige vorm. De kwaliteit van de ouderavond wordt bewaakt door deze te evalueren onder de ouders.
Hiertoe wordt door (alle of een aantal) ouders na afloop van de informatiebijeenkomst een evaluatieformulier ingevuld (bijlage 3). De bevindingen van de ouders die aanleiding geven tot verbetering worden besproken in het jaarlijks overleg van de uitvoerend medewerkers. Hier wordt meteen besproken welke verbeteringen worden doorgevoerd en wie dat gaat doen. Het is wenselijk om met regelmaat (bijvoorbeeld eens per vier jaar) een onderzoek aan de informatiebijeenkomst te koppelen om het behalen van deze doelen te blijven meten. De preventiewerker onderhoudt actief contact met de scholen en heeft via het beheerprogramma zicht op hoever de scholen met het project gevorderd zijn. Als de preventiewerker signaleert dat er te weinig onderdelen van het project worden toegepast, neemt ze contact op met de school om de leerkracht hierop te wijzen, eventuele vragen te beantwoorden en ondersteuning bij de uitvoering aan te bieden. Van het contact en eventuele acties richting scholen wordt verslag opgemaakt. De implementatie, het verloop van en de tevredenheid over het project wordt aan het eind van het schooljaar geëvalueerd tijdens de afsluitende intervisie-bijeenkomst van uitvoerend medewerkers. Input hiervoor zijn de genoemde evaluatieformulieren, de eigen bevindingen (van de uitvoerend medewerkers) en andere signalen die gedurende het schooljaar van de leerkrachten, ouders en evt. beleidsmedewerkers van de gemeente zijn ontvangen. Aanwezig zijn zo mogelijk alle uitvoerend medewerkers en minstens één preventiewerker per regio. (Tactus heeft vijf regio's en in alle vijf wordt Op tijd voorbereid uitgevoerd.) Er wordt besproken welke verbeteringen worden doorgevoerd en wie dat gaat doen. Hiervan worden notulen opgemaakt en gearchiveerd. Aan het eind van het schooljaar wordt voor elke gemeente een rapport geschreven met daarin de bevindingen rond implementatie, verloop en tevredenheid rond Op tijd voorbereid binnen die gemeente. In dit evaluatierapport worden ook de voorgenomen verbeteringen genoemd en de gedane als ook de geplande onderzoeken. Een belangrijk onderdeel van het rapport wordt gevormd door de resultaten zoals die uit de digitale leeromgeving naar voren komen. Deze evaluatierapporten worden (onder toezicht van de programmaleider) geschreven en gearchiveerd door de preventiewerkers. Vervolgens wordt het rapport verstuurd naar de contactpersoon binnen de betreffende gemeente. Kosten Op tijd voorbereid zal technisch gezien een aantal veranderingen moeten doormaken voordat een grote hoeveelheid leerlingen buiten het werkgebied van Tactus aan het project kan deelnemen. De manier waarop een dergelijke opschaling het beste gerealiseerd kan worden is afhankelijk van de beschikbare faciliteiten en de beoogde omvang van opschaling. Hieronder volgt het overzicht van de kosten van uitvoer voor 2010, weergegeven in uren. Kosten voor de Instelling van Verslavingszorg/GGD Kosten per deelnemende gemeente l l l
werving gemeente: 5 uur presentatie directeurenoverleg: 4 uur aftrap/pers: 6 uur
Kosten per deelnemende school: l l
coördinatie en uitvoer: 6 uur informatiebijeenkomst voor ouders: 5,5 uur
Onder coördinatie en uitvoer valt:. l
werving en ondersteuning
l
instructiebijeenkomsten projectmateriaal incl. spel
l
deelname digitale thema's
l
doorontwikkeling van het project
l
evaluatierapport voor gemeenten
l
Kosten voor het volgen van een 'train-de-trainer':
l
training van 2 dagdelen (incl. materiaal) p.p. € 250,-
Tijdsinvestering leerkrachten en leerlingen
l
Invoeren leerlingen: 30 min Klassikale introductie: 30 min
l
Thema alcohol: 40 min (per lln)
l
Thema roken: 30 min (per lln)
l
Wedstrijd Be Cool: 30 min
l
Bordspel Breinweg: 20 min (per 5 lln)
l
Optioneel:
l
Keuzeopdrachten: vanaf 30 min. Aanwezig ouderavond: 2,5 uur
l
Ouderavond voorbereiden: 2,5 uur
l
10. Onderzoek naar de uitvoering van de interventies In samenwerking met Universiteit Twente zijn diverse onderzoeken naar Op tijd voorbereid gedaan. De (afstudeer)onderzoeken zijn uitgevoerd door studenten in opdracht van Tactus Verslavingszorg onder begeleiding van de universiteit en de onderzoeksafdeling van Tactus. Proces- en effectonderzoek naar project Op tijd voorbereid, 2006 In de pilotfase van Op tijd voorbereid is onderzoek gedaan naar het gebruik van e-learning bij genotmiddelenpreventie voor het basisonderwijs, door middel van een quasi-experiment met voor- en nameting onder 700 leerlingen. Het doel was het evalueren van het e-learnprogramma onder de leerlingen. Een aantal aanbevelingen die uit het onderzoek naar voren kwamen zijn reeds verwerkt in het project. Dit resulteerde onder andere in een 'Quick start' voor leerkrachten, een projectfolder voor scholen, meer feedback door Profitacto bij de digitale thema's, een kennistoets als onderdeel van de digitale thema's en het oplossen van de technische mankementen. Ten tijde van het onderzoek werden de groepsopdrachten nog nauwelijks uitgevoerd. Inmiddels zijn de groepsopdrachten uitgebreid en prominenter aanwezig in het project. De leerkrachten worden tijdens de instructiebijeenkomst gemotiveerd om met de groepsopdrachten te gaan werken en de vormgeving van de opdrachten is verbeterd. Een belangrijk onderdeel van het project is hiermee verder ontwikkeld en uit de leerkrachtevaluaties blijkt dat per leerkracht gemiddeld 3 groepsopdrachten worden toegepast. Effect- en evaluatieonderzoek ouderbijeenkomst, 2007 Voor dit onderzoek naar de waardering en invloed van de ouderbijeenkomst op kennis, houding en gedrag van ouders is een vragenlijst gebruikt. Op de ouderbijeenkomst heeft een voor- en nameting plaatsgevonden. 175 ouders hebben aan beide metingen deelgenomen. De bijeenkomst wordt door de ouders zeer positief gewaardeerd, vooral de interactie en de ruimte voor uitwisseling zouden zij niet willen missen naast de kennisoverdracht (Sprakel, 2007). Waarderings- en evaluatieonderzoek onder leerkrachten, 2008 Dit onderzoek is gedaan met behulp van vragenlijsten en diepte-interviews. De vragenlijsten zijn door 36 scholen ingevuld en met acht leerkrachten is een interview gehouden. Uit het onderzoek blijkt dat Op tijd voorbereid door de leerkrachten positief wordt gewaardeerd. Werken met het project werd ervaren als plezierig, nuttig en eenvoudig. De meest genoemde positieve eigenschappen van het project zijn zelfstandigheid, flexibiliteit, de manier waarop de leerlingen bewust worden gemaakt van de gevaren van alcohol en roken en tot slot de interactie met de computer. De instructiebijeenkomst werd positief gewaardeerd en bleek met name van belang ter motivatie van de leerkrachten (Sprakel, 2008). De introductiebijeenkomst is na dit onderzoek een vast onderdeel van Op tijd voorbereid geworden voor leerkrachten die voor het eerst met het project werken. Als aandachtspunt werden technische mankementen genoemd. Tijdens dit onderzoek gaf 80% van de respondenten aan hier mee te maken te hebben. Deze technische mankementen betroffen niet zelden het verkeerd overnemen van het webadres, wat toen nog uit een samengesteld adres be-stond. De mankementen zijn verholpen middels het sterk vereenvoudigen van het webadres en het toevoegen van www.optijdvoorbereid.nl als veilige site door grote netwerkbeheerders. Daarnaast is gezorgd voor een duidelijke melding met doorklikmogelijkheid aangaande het updaten van een verouderde Flashversie.
Effectmeting Op tijd voorbereid bij licht verstandelijk gehandicapten, 2009 Middels een quasi-experiment waarin 232 leerlingen 2 vragenlijsten hebben ingevuld (voor- en nameting) is gekeken naar de mogelijkheid van het gebruik van het e-learngedeelte van Op tijd voorbereid bij licht verstandelijk gehandicapten (LVG) in klas 1 en 2 binnen het praktijkonderwijs. Zij bleken prima in staat te werken met het programma. Om effectieve resultaten te behalen met Op tijd voorbereid zullen er een aantal aanpassingen gedaan moeten worden om het programma geschikt te maken voor deze leerlingen, zoals meer herhaling en eenvoudigere uitleg. Als dit gedaan wordt zou Op tijd voorbereid een goed onderdeel kunnen vormen van een op groter schaal opgezet preventieprogramma (Kemna, 2009). Tactus hoopt in de toekomst een geschikte interventie voor LVG te kunnen ontwikkelen als onderdeel van Op tijd voorbereid. Verbeteringen en vervolgonderzoek Naar aanleiding van voortschrijdend inzicht, resultaten van onderzoek naar alcoholschade bij jongeren en de resultaten van de evaluaties onder leerkrachten en ouders ontstonden een aantal wensen en verbeterpunten. Eén van de verbeterpunten was het toevoegen van nieuwe animaties en filmpjes waarmee het risico van alcoholgebruik voor de hersens van jongeren duidelijk wordt. Een andere was het ontwikkelen van de oudersite waarmee ouders via www.optijdvoorbereid.nl toegang hebben tot informatie en tips over alcohol en opvoeden. De oudersite is begin september 2010 online gegaan. Eind oktober 2010 zijn twee nieuwe animaties over de ontwikkeling van de herse-nen toegevoegd. Verder bestaat de wens om de digitale thema's van Op tijd voorbereid uit te breiden met andere thema's. Naast alcohol en roken willen we scholen graag de mogelijkheid bieden om de thema's gamen en softdrugs af te nemen. Voor alle vier de thema's zou een versie voor LVG wenselijk zijn (zie ook Effectmeting Op tijd voorbereid bij licht verstandelijk gehandicapten). Aangezien Op tijd voorbereid sinds het onderzoek van ter Huurne (2006) diverse verberingen heeft doorgemaakt zouden wij op korte termijn graag een soortgelijke proces- en effectevaluatie uitgevoerd zien.Doorlopend wordt gezocht naar financiële middelen om wensen en verbeterpunten zoals bovenstaande te kunnen realiseren.
11. Nederlandse effectstudies Studies naar de effectiviteit van de interventie in Nederland Proces- en effectonderzoek naar het project Op tijd voorbereid, 2006. Het programma leidt tot een significante toename in kennis over roken en alcohol. Daarnaast is het aannemelijk dat het project ook effecten op gedrag en determinanten zal laten zien wanneer het wordt verbeterd met behulp van de aanbevelingen die uit dit onderzoek naar voren komen en alle onderdelen van het project verder ontwikkeld en toegepast worden. (ter Huurne, 2006) Effect- en evaluatieonderzoek ouderbijeenkomst, 2007Het onderzoek wijst uit dat de ouderbijeenkomst invloed heeft op de kennis, houding, self-efficacy en het gedrag van de ouders omtrent alcohol. Uit het onderzoek blijkt dat de kennis van de ouders over alcohol na de bijeenkomst significant hoger is dan voor de bijeenkomst. Daarnaast is gebleken dat de bijeenkomst er voor heeft gezorgd dat ouders zich bewuster zijn van de invloed die zij hebben op het alcoholgebruik van hun kind. Ook hebben ouders na de bijeenkomst een negatievere houding ten opzichte van alcohol onder de 16 jaar.
12. Buitenlandse effectstudies Er zijn geen studies die de effectiviteit van buitenlandse versies van de interventie aantonen.
13. Uitvoering van de interventies Op tijd voorbereid werd in het schooljaar 2009-2010 uitgevoerd op bijna 400 basisscholen in de vijf regio's van Tactus Verslavingszorg (Flevoland, Stedendriehoek, Noord-Veluwe, Twente en Zwolle). Op tijd voorbereid wordt uitgevoerd in samenwerking met de deelnemende gemeenten. In schooljaar 20092010 waren dit Almelo, Apeldoorn, Borne, Brummen Eerbeek, Dalfsen, Deventer, Dinkelland, Dronten, Elburg, En-schede, Haaksbergen, Harderwijk, Hattem, Heerde, Hengelo, Kampen, Lely-stad, Lochem, Losser, Oldenbroek, Oldenzaal, Ommen, Putten, Raalte, Rijs-sen-Holten, Twenterand, Wierden, Zeewolde, Zutphen, Zwartewaterland en Zwolle Zuid. Door deelname van ongeveer 400 basisscholen per jaar wordt met Op tijd voorbereid een grote hoeveelheid
data verkregen. Het is mogelijk deze gegevens te analyseren op o.a. prevalentie en gedragsdeterminanten.
14. Overeenkomsten met andere interventies Op tijd voorbereid is gebaseerd op dezelfde principes als het preventieprogramma De Gezonde School en Genotmiddelen van het Trimbos-instituut. Het aanbod voor het basisonderwijs vanuit het Trimbos-instituut bevat echter geen digitaal programma. In de periode dat Tactus Verslavingszorg het digitale preventieprogramma voor het basisonderwijs ontwikkelde, werd door het Trimbos-instituut een digitale versie voor het voortgezet onderwijs ontwikkeld. De belangrijkste raakvlakken liggen in de thema's, de onderbouwing, de benadering en de opbouw. Het belangrijkste verschil met de interventie voor het voortgezet onderwijs is de doelgroep. Met betrekking tot het basisonderwijs is dat de methode. Op tijd voorbereid is een digitaal alternatief voor de lesboekjes van de Gezonde School en Genotmiddelen voor het basisonderwijs. De belangrijkste voordelen van Op tijd voorbereid zijn: voor de school dat het een eigentijds, leuk en afwisselend programma is; voor de leerkrachten dat zij een overzicht krijgen van de houding en het gedrag van de leerlingen ten opzichte van al-cohol en roken; dat zij de leerlingen zelfstandig met de digitale thema's kunnen laten werken en dat het project diverse mogelijkheden biedt voor verdie-ping. De resultaten die vanuit Op tijd voorbereid per gemeente kunnen worden weergegeven geven de beleidsambtenaren informatie over de prevalentie van alcohol en roken bij groep 8. Een voordeel voor Tactus is dat de voortgang van de scholen online gevolgd kan worden en vernieuwingen tegelijk voor alle scholen kunnen worden doorgevoerd. Tactus draagt zorg voor een goede implementatie. Deze wordt afgestemd op het gemeentebeleid. Op tijd voorbereid wordt vaak opgenomen in het gemeentelijk Alcoholmatigingsprogramma Jeugd. De Gezonde School Methode wordt in iedere gemeente op eigen wijze uitgevoerd. Tactus bespreekt per gemeente de situatie en hoe Op tijd voorbereid hierop aan kan sluiten.
15. Lijst met aangehaalde literatuur Azjen, I. (1991). The theory of planned behaviour. Organizational Behaviour and Human Decision Processes, 50, 179-211. van Assema, P., Pieterse, M., Kok, G., Eriksen, M. & de Vries, H. (1993). The determinants of four cancerrelated risk behaviours. Health Education Research, 8 (4), 461-472. Ausems, E.M.G.T. (2003). Smoking Prevention, Comparing in-school, tailored out-of-school, and booster interventions. Proefschrift Universiteit Maastricht. Barkin, SL., Smith, K.S. & DuRant, R.H. (2002). Social skills and attitudes associated with substance use behaviours among young adolescents. The Journal of Adolescent Health, 30 (6), 448-454. Bartholomew, L.K., Parcel, G.S., Kok, G. & Gottlieb (2001). Intervention mapping. Mountain View, California: Mayfield Publishing Company ISBN 0-7674-1278-8 Brown, B.B. & Lohr, M.J. (1987). Peer-group affiliation and adolescent self-esteem: an integration of egoidentity and symbolic-interaction theories. Journal of Personality and Social Psychology, 52 (1), 47-55. Brug, J., Schaalma, H., Kok, G., Meertens, R.M. & van der Molen, H.T. (2003). Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering. Een planma-tige aanpak. Assen: Koninklijke Van Gorcum BV. Conrad, K.M., Flay, B.R. & Hill, D. (1992). Why children start smoking cigarettes: predictors of onset. British Journal of Addiction, 87 (12), 1711-124 Crone, M.R., Reijneveld, S.A., Willemsen, M.C., van Leerdam, F.J.M., Spruijt, R.D. & Hira Sing, R.A. (2003). Prevention of smoking in adolescents with lower education: a school based intervention study. Journal of Epidemiology and Community Health, 57 (9), 675-680. Engels, R.C. & Knibbe, R.A. (2000b). Young people's alcohol consumption from a European perspective: risks and benefits. European Journal of clinical nutrition, 54 (1), 52-55. Engels, R.C., Knibbe, R.A. & Drop, M.J. (1999). Predictability of smoking in adolescence: between optimism and pessimism. Addiction, 94 (1), 115-124. Engels, R.C., Wiers, R., Lemmers, L. & Overbeek, G.J. (2005). Drinking motives, alcohol expectancies, selfefficacy, and drinking patterns. Journal of Drug Education, 35 (2), 147-166. van Gelder, B.M., Poos, M.J.J.C., Zantinge, E.M. Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen van roken? Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven, versie 4.1, 23 september 2010 Goemans, S. (2006). E-learning over genotmiddelen. Unpublished manuscript. Trimbos-instituut, Utrecht. Grube, J.W., McGree, S., Morgan, M. (1986). Beliefs related to cigarette smoking among Irisch college
students. The International Journal of the Addictions, 21 (6), 701-706. Halpern-Felsher, B.L., Biehl, M., Kropp, R.Y. & Rubinstein, M.L. (2004). Perceived risks and benefits of smoking: differences among adolescents with different smoking experiences and intentions. Preventive Medicine, 39 (3), 559-567. van Harreveld, F., van der Pligt, J., de Vries, N.K. & Andreas, S. (2000). The structure of attitudes: attribute importance, accessibility and judgment. The British Journal of Social Psychology, 39 (3), 363-380. ter Huurne, E. (2006). Een onderzoek naar het gebruik van e-learning bij genotmiddelenpreventie voor het basisonderwijs. Masterscript. Universiteit Twente en Tactus Verslavingszorg, Enschede. ter Huurne, E. (2008). Kwalitatief onderzoek naar de opvatting van gemeenten over de terugkoppeling van het project Op tijd voorbereid middels het evaluatierapport. Unpublished Manuscript. Tactus Verslavingszorg, Enschede. Kemna, L. (2009) A study into the possibilities of e-learning and substance use prevention-interventions for intellectually disabled adolescents. Unpublished manuscript. Universiteit Twente, Tactus Verslavingszorg, Enschede en Aveleijn SDT, Borne. Koolhaas, C. & Willemsen, M. (2005). Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken. Veranderingen tussen 1998 en 2005. Den Haag. STIVORO-voor een rookvrije toekomst. Lemmers, L. (2000). Alcoholmisbruik door jeugdigen. In: Keijsers JFEM, Vaandrager L (red). Gezond Leven. Stand van zaken en voorstel voor pro-grammering. Den Haag/Woerden: Zorg Onderzoek Nederland/NIGZ; Hoofdstuk 1: blz. 39-54. Monshouwer, K., Verdurmen, J., van Dorsselaer, S., Smit, E., Gorter, A. & Vollebergh, W. (2008). Jeugd en riskant gedrag. Kerngegevens uit het Peil-stationsonderzoek 2007. Utrecht: Trimbos-instituut. Mosbach, P. & Leventhal, H. (1988). Peer group identification and smoking: implications for intervention. Journal of Abnormal Psychology, 97 (2), 238-245. Oostveen, T., Knibbe, R., de Vries, H. (1996). Social influences on young adults' alcohol consumption: norms, modelling, pressure, socializing, and conformity. Addictive Behaviors, 21 (2), 187-197. Poortman, C., van den Berg, M. & Schrauwen, T. (2007). Onderzoek naar de mogelijkheden voor verbetering van 'Professor Profitacto, onderdeel van het e-learnprogramma Op tijd voorbereid. Unpublished Manuscript. Universiteit Twente en Tactus Verslavingszorg, Enschede. Sprakel, I. (2007). Een onderzoek naar de waardering en invloed van de ou-derbijeenkomst op kennis, houding & gedrag van ouders. Unpublished Ma-nuscript. Universiteit Twente en Tactus Verslavingszorg, Enschede. Sprakel, I. (2008). Een onderzoek naar het gebruik en de waardering van het e-learning project Op tijd voorbereid onder docenten van groep 8. Unpubli-shed Manuscript. Universiteit Twente en Tactus Verslavingszorg, Enschede. Sussman, S., Dent, C.W., Stacy, A.W., Burciaga, C., Raynor, A., Turner, G.E., Charlin, V., Craig, S., Hansen, W.B., Burton, D., et al. (1990). Peer-group association and adolescent tobacco use. Journal of Abnormal Psychology, 99 (4), 349-352. van der Vorst, H. & Spijkerman, R. (2006). Jongeren en alcohol. Niet zeuren, en vooral zelf niet te veel drinken. Trouw (www.trouw.nl/deverdieping/podium/article377823.ece) datum: 25-07-2006. de Vries, H. (1995). Socio-economic differences in smoking: Dutch adolescents' beliefs and behaviour. Social science and medicine, 41 (3), 419-424. Webb, J.A., Getz, J.G., Baer, P.E. & McKelvey, R.S. (1999). Intentions to use alcohol among fifth and sixth graders: the roles of social and stress/coping motives. The American Journal of Orthopsychiatry, 69 (4), 541547.Zajonc, R.B. (1984). On the primacy of affect. American Psychologist, 39 (2), 117-23.
Deze informatie is op 16 juni 2016 gedownload van www.nji.nl.
Samenwerking erkenningstraject Het erkenningstraject wordt in samenwerking uitgevoerd door het Nederlands Jeugdinstituut (NJi), het RIVM Centrum Gezond Leven (CGL), het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) en MOVISIE. Door samen te werken aan het beoordelen van interventies volgens eenduidige criteria streven wij naar kwaliteitsverbetering in de betrokken werkvelden.