Op koers Het Regio College in 2011
Inhoudsopgave bestuursverslag Inhoudsopgave bestuursverslag 1 2
Bericht van het College van Bestuur 1.1 Hoofdpunten in 2011 1.2 Vooruitblik 2012-2013 Karakteristiek van het Regio College
3 Cijfers en resultaten beroepsonderwijs 3.1 Aantallen deelnemers en diploma’s 3.2 Jaarresultaat en diplomaresultaat 3.3 Voortijdig schoolverlaten 3.4 Tevredenheid deelnemers 4 Ontwikkelingen beroepsonderwijs 4.1 Competentiegericht onderwijs 4.2 Taal en rekenen 4.3 Begeleiding deelnemers 4.4 Regio Entree 4.5 N@tschool 5 Educatie en volwassenenonderwijs 6 Partnerschap in de regio 6.1 Samenwerking met het vmbo 6.2 Samenwerking met werkgevers en gemeenten 7 Personeel en organisatie 7.1 Professionalisering 7.2 Leerkracht van Nederland: de salarismix 7.3 Medezeggenschap 7.4 Aanpassingen organisatiestructuur 7.5 Omvang en samenstelling personeelsformatie 7.6 Mobiliteit 7.7 Arbeidsomstandigheden 8 Kwaliteitszorg 8.1 Resultaten toezicht inspectie 8.2 Kwaliteit examinering 8.3 Ombudsman en vertrouwenspersoon 9 Bestuur en toezicht 9.1 Verslag van de Raad van Toezicht 9.2 College van Bestuur 10 Financiële informatie over de instelling 10.1 Ontwikkeling kengetallen 10.2 Balans 10.3 Toelichting op resultaat 10.4 Investeringsbeleid 10.5 Treasury 10.6 Segmentatie publiek-privaat 10.7 Vergelijking begroting 2012 en begroting/realisatie 2011 Bijlagen 1 Organogram Regio College 2 Resultaten per afdeling 3 Verslag taal en rekenen 2011 4 Overzicht werkgevers waarvoor Regio College maatwerk heeft uitgevoerd 5 Overzicht zittingstermijnen & relevante (neven)functies leden Raad van Toezicht 6 Overzicht nevenfuncties leden College van Bestuur 7 Verantwoording Notitie Helderheid 8 Verklaring afkortingen
2
4 6 7 9 10 11 12 13 13 14 15 16 17 19 20 22 23 24 24 25 26 27 28 29 29 31 33 34 35 35 37 37 37 38
39 40 42 46 47 49 50 52
Vooraf Dit is een verkorte versie van het officiële jaarverslag 2011 van de Stichting Regio College voor Beroepsonderwijs en Educatie Zaanstreek-Waterland. Het officiële verslag, inclusief jaarrekening, is op te vragen bij het Regio College.
3
1 Bericht van het College van Bestuur 1.1
Hoofdpunten in 2011 In de notitie Nieuwe Koers Regio College uit 2010 heeft het College van Bestuur (CvB) een aantal doelstellingen en maatregelen vastgelegd, gericht op het verbeteren van de uitvoering van het onderwijsproces, het versterken van de aantrekkingskracht van het Regio College en het verhogen van de efficiency. Begin 2011 werd duidelijk dat het Regio College, vooral als gevolg van een daling van het aantal deelnemers in de afgelopen jaren, in 2012 en 2013 met een sterke daling van de rijks- bijdragen zal worden geconfronteerd. Zonder aanvullende maatregelen, bovenop de al in Nieuwe Koers opgenomen acties, leidt deze ontwikkeling tot omvangrijke exploitatietekorten in genoemde jaren. Daarnaast kwam de minister van OCW met de nota Focus op Vakmanschap, waarin een aantal ingrijpende aanpassingen in het middelbaar beroepsonderwijs wordt aan gekondigd. Tijdig anticiperen en inspelen op deze beleidsagenda is noodzakelijk. In 2011 is, met een krimpende formatie, veel bereikt. De medewerkers van het Regio College verdienen hiervoor zeker een compliment. Dit neemt niet weg dat op een aantal punten de gewenste resultaten zoals geformuleerd in Nieuwe Koers en in het Activiteitenplan 2011 nog niet zijn behaald. Belangrijk positief punt is dat de trend van een dalend deelnemersaantal zich in 2011 niet heeft voortgezet. Ondanks de sterke concurrentie van andere roc’s en de havo, is het aantal deelnemers ten opzichte van 2010 licht gestegen. De groei vindt vooral plaats bij de beroeps opleidende leerweg (BOL); het aantal deelnemers in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) blijft vooralsnog als gevolg van de economische crisis dalen.
4
Bij het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters (vsv) zijn de doelstellingen voor 2011 ruimschoots bereikt. Over de periode 2005-2011 heeft het Regio College landelijk de op een na hoogste score wat betreft procentuele reductie van het aantal vsv’ers. Blijvende inspanning is wel nodig: het percentage vsv’ers bij het Regio College ligt nog boven het landelijk gemiddelde voor de roc’s. Zowel het in het schooljaar 2010-2011 gerealiseerde diplomaresultaat als het jaarresultaat ligt voor het Regio College als geheel flink hoger dan in de jaren daarvoor. Ook zijn beide resultaten hoger dan het gemiddelde voor alle roc’s en dan de in het activiteitenplan geformuleerde streefcijfers. Bij een aantal opleidingen liggen diploma- en jaarresultaat nog te laag. Uit het in 2011 uitgevoerde instroomonderzoek is gebleken dat eerstejaars deelnemers hun opleiding met een 7,0 beoordelen, dit is conform het streefcijfer van het Regio College. De tevredenheid over het Regio College als geheel ligt met een 6,6 nog onder het streefniveau (7,0), maar is ten opzichte van het vorige instroomonderzoek uit 2009 (6,2) wel toegenomen. De werkgevers zijn in het algemeen tevreden over de uitvoering en begeleiding van de beroepspraktijkvorming (bpv); ruim 80% van de in de bpv-enquête ondervraagde respondenten beoordeelt de werkwijze van het Regio College als voldoende tot goed. In het kader van het verbeterplan examinering zijn binnen alle onderwijsafdelingen audits uitgevoerd. Op basis van deze audits zijn vervolgens waar nodig verbeteracties uitgevoerd. Voor de meeste opleidingen geldt dat de examinering op orde is. Bij enkele opleidingen is dat helaas nog niet gelukt; het CvB stuurt er nadrukkelijk op dat ook hier zo snel mogelijk de gewenste kwaliteit wordt geboden. Belangrijk thema was voorts het taal- en rekenonderwijs. Het Regio College staat hier voor een forse uitdaging. Veel deelnemers die instromen hebben een achterstand en moeten via extra taal- en rekenlessen op het gewenste niveau worden gebracht. Het idee om extra taal- en rekenlessen centraal te organiseren is losgelaten, omdat gebleken is dat het gaat om maatwerk dat het beste per afdeling kan worden georganiseerd. Vooral de BBL, met deelnemers die maar een dag op school zijn, vraagt om een specifieke aanpak. Begin schooljaar 2011-2012 is de afdeling Regio Entree gevormd, waarin de niveau 1 opleidingen en de activiteiten die zich kenmerken door een combinatie van zorg en onderwijs worden geclusterd. Het Regio College speelt hiermee in op een van de belangrijke thema’s uit Focus op Vakmanschap. De medezeggenschap binnen het Regio College is vernieuwd. Vanaf maart 2011 functioneert de medezeggenschap van het personeel onder het regime van de Wet op de Ondernemingsraden en is er een Ondernemingsraad, die in de plaats is gekomen van de Centrale Medezeggenschapsraad. Daarnaast heeft de medezeggenschap van deelnemers een stevige verankering gekregen door de instelling van een Deelnemersraad (DR). Met instemming van OR en DR is er een medezeggenschapsstatuut voor het Regio College vastgesteld. De verbetering van de positie van docenten in het kader van de ‘Regeling Versterking Salarismix voor leraren middelbaar beroepsonderwijs in de randstadregio’s’ is opnieuw voortvarend aangepakt. Er is een profiel LD-docent (‘roc-docent’) vastgesteld, waarna een sollicitatieprocedure voor deze functie in gang is gezet. Resultaat is dat er 12 beoogde roc-docenten in een hogere schaal zijn opgenomen. Een aantal van hen is gestart met een mastertraject. Op het gebied van de ondersteunende systemen is er in 2011 ook het nodige tot stand gebracht. Na een Europese aanbestedingsprocedure is per 1 maart het ICT-beheer aan een nieuwe leverancier uitbesteed. Tegelijk is gestart met de voorbereidingen van de migratie naar een Windows-omgeving. De gefaseerde invoering van deze migratie is gestart in december 2011. Het streven om eind 2011 eveneens een nieuw systeem deelnemersregistratie (KRD) in te voeren, is niet gehaald. In de loop van het jaar is gebleken dat dit technisch en organisatorisch niet haalbaar is; invoering vindt nu plaats in maart 2012.
5
Bij de start van het studiejaar 2011-2012 is de vernieuwde C-vleugel van het gebouw Cypressehout 99 in Zaandam in gebruik genomen. De renovatie is ruim binnen de begroting afgerond, deelnemers en medewerkers zijn tevreden over de nieuwe leer- en werkomgeving. Het financieel resultaat over 2011 bedraagt € 1.118k negatief, terwijl in de begroting 2011 een negatief resultaat van € 721k was voorzien. In het resultaat is het afboeken van een vordering op gemeenten in verband met het educatiebudget, ter grootte van € 429k, verwerkt. De solvabiliteit van het Regio College is licht gedaald, van 0,55 in 2010 naar 0,54 in 2011. De afdelingen beroepsonderwijs hebben allemaal een positief resultaat geboekt, in de meeste gevallen was het resultaat ook beter dan begroot. Bij de afdeling Plaveia, waar de educatieactiviteiten worden uitgevoerd, was er een tekort. Eind 2010 is voor deze afdeling reeds een reorganisatie in gang gezet. Tot slot: 2011 was ook het jaar waarin mevrouw Burggraaff na 12 jaar afscheid nam als voor zitter van het College van Bestuur. De Raad van Toezicht heeft de heer Van Amersfoort, reeds lid CvB, per 15 november 2011 benoemd als haar opvolger in deze functie. De Raad heeft vervolgens mevrouw Nelisse benoemd als lid CvB; zij treedt in maart 2012 in dienst.
1.2
Vooruitblik 2012-2013 Versterken van de aantrekkingskracht van het Regio College, de basis op orde houden, invoeren Focus op Vakmanschap en zorgen voor een gezond financieel meerjarenperspectief: het zijn opgaven die zich tegelijk en op elkaar ingrijpend aandienen. Kwaliteit examinering, verbetering administratieve processen, uitvoering taal- en reken onderwijs, verzuimregistratie en terugdringen voortijdig schoolverlaten blijven ook de komende jaren belangrijke aandachtspunten voor het CvB. De invoering van centrale examinering taal en rekenen met ingang van het schooljaar 2013-2014 zal de nodige inspanning vragen. De minister wil met ingang van schooljaar 2014-2015 het beroepsonderwijs intensiveren: naar 1.000 klokuren per jaar in de BOL, met daarbij eisen aan de verhouding tussen begeleide onderwijstijd en beroepspraktijkvorming. Dit vergt in veel gevallen een ingrijpende aanpassing van het onderwijsprogramma; het spreekt vanzelf dat dit ook personele en organisatorische (huisvesting, ICT) gevolgen heeft. Hoe deze intensivering op financieel gebied uitpakt, is nog onduidelijk. Een ander belangrijk thema uit Focus op Vakmanschap dat de komende tijd aandacht zal vragen, is het omvormen van de niveau 1 opleidingen tot entreeopleidingen, inclusief invoering bindend studieadvies en aparte bekostiging. Met de oprichting van de afdeling Regio Entree heeft het Regio College al op deze ontwikkeling geanticipeerd. De vraag dient zich wel aan wat er in de nieuwe situatie moet gebeuren met deelnemers die bij niveau 2 uitvallen of dreigen uit te vallen; omdat ze wel in bezit zijn van een vmbo-diploma (drempelloze instroom op niveau 2 is niet meer toegestaan), mogen ze niet instromen in de entreeopleidingen.
6
2 Karakteristiek van het Regio College Het Regio College is een kleinschalig roc met als primair werk- en wervingsgebied de regio Zaanstreek-Waterland. De hoofdvestiging is in Zaandam, vlakbij het station Zaandam. Daarnaast is er in Purmerend een volwaardige vestiging waar voor bijna 700 deelnemers opleidingen op het gebied van zorg en welzijn, economie, techniek en ICT worden gegeven. De opleidingen op het gebied van bouw en infratechniek zijn gehuisvest op de locaties van de samenwerkingsverbanden van de betreffende branches: bij het Samenwerkingsverband Praktijkopleiding Bouw in Zaandam en bij het Samenwerkingsverband Praktijkopleidingen Grond-, Water-, Wegenbouw in Heerhugowaard. In Waterland zijn de bouwopleidingen gehuisvest bij de scholengemeenschap Triade in Edam. De opleidingen metaaltechniek vinden plaats bij Tetrix Bedrijfsopleidingen in Zaandam. Door de kleine schaal kan het Regio College slagvaardig en flexibel opereren en is het onderwijs georganiseerd op een schaal die voor deelnemers en docenten overzichtelijk en aan trekkelijk is. De organisatie is plat en de lijnen zijn kort. Het beroepsonderwijs bij het Regio College is georganiseerd in zes afdelingen, waaronder een afdeling MBO Purmerend. In de onlangs gevormde afdeling Regio Entree worden de niveau 1 opleidingen gebundeld; in deze afdeling zijn tevens het Servicecentrum (informatie- en adviescentrum voor deelnemers, Zorg- en Advies Team) en de Plusvoorziening (opvang overbelaste jongeren) ondergebracht. De afdeling Plaveia voert de educatieactiviteiten uit; deze afdeling is in reorganisatie, met als doel opheffing per 1 januari 2013. Het volwassenenonderwijs (vavo) is in 2011 nog georganiseerd in een aparte afdeling; het CvB is voornemens om vavo als team in een
7
afdeling beroepsonderwijs onder te brengen. De onderwijsafdelingen staan onder leiding van een afdelingsmanager, die rechtstreeks valt onder het CvB. De afdelingen bestaan uit resultaat verantwoordelijke onderwijsteams. Deze teams kennen geen teamleider, maar wel regisseurs die kennishouder en coördinator zijn op een bepaald thema (team en organisatie; onderwijsaanbod en -ontwikkeling; deelnemersbegeleiding; bpv en bedrijfsrelaties; examinering; aan sluiting, voorlichting en PR; taal en rekenen). De hoofden van de diensten van het Regio College rapporteren eveneens rechtstreeks aan het CvB. Het Regio College kent vijf diensten: de diensten Administraties, Onderwijs, Personeel & Kwaliteit, Communicatie & Werving, Planning & Control en het Facilitair Bedrijf. Zoals in het medezeggenschapsstatuut is vastgelegd, is er een Ondernemingsraad en een Deelnemersraad. Een organogram van het Regio College is bijgevoegd als bijlage 1.
8
3 Cijfers en resultaten beroepsonderwijs 3.1
Aantallen deelnemers en diploma’s Deelnemers en diploma’s beroepsonderwijs (meetmoment: 1 oktober van genoemd studiejaar)
2010/ 2011
2011/ 2012
Streefcijfer Regio College 2011/2012 2
3.018
2.920
3.036
2.960
2.752
2.486
2.435
2.550
5.770
5.406
5.471
5.510
2.051
2.054
1.981
1.796
1.978
2.001
1.962
55
73
53
19
2008/ 2009
2009/ 2010
Aantal deelnemers BOL
3.057
Aantal deelnemers BBL/
2.820
Aantal deelnemers totaal
5.877
Aantal diploma’s 1
1.851
» waarvan bekostigd » waarvan onbekostigd
deeltijd BOL
1
aantal diploma’s gemeten per kalenderjaar van het eerstgenoemde jaar in de kolom
2
streefcijfer uit activiteitenplan 2011
Bron aantal deelnemers 2011/2012: 1-cijferbestand Regio College, 20 april 2012
Waar in de voorgaande jaren het deelnemersaantal flink is gedaald, is aan het begin van het schooljaar 2011-2012 dit aantal weer licht gestegen. Het ambitieuze streefcijfer voor 2011 is vrijwel gehaald, een goed resultaat gegeven de voortdurende en toenemende concurrentie van omliggende roc’s en van de havo.
9
De stijging heeft zich vooral bij de BOL-opleidingen voorgedaan, het totaal aantal BBLdeelnemers is licht gedaald. Overigens is het beeld bij de verschillende BBL-opleidingen wisselend. Bij verpleging en verzorging in Zaandam is er flinke groei en bij de verschillende technische opleidingen binnen de afdeling Productie, Onderhoud & Logistiek is er sprake van groei dan wel stabilisatie. Teruggang van het aantal BBL-deelnemers heeft zich voorgedaan bij de afdeling Bouw & Infra en, in sterke mate, bij de handelsopleidingen. Bij handel is de BOL daarentegen sterk gegroeid. ICT, toerisme, uiterlijke verzorging, pedagogisch werker en assistenten gezondheidszorg zijn andere BOL-opleidingen die zijn gegroeid. Het deelnemersaantal in Purmerend is met 13% toegenomen, ondanks het feit dat het Horizon College daar sinds een aantal jaren een concurrerende vestiging heeft.
3.2
Jaarresultaat en diplomaresultaat Wat betreft het rendement van het beroepsonderwijs hebben het ministerie van OCW, onderwijsinspectie en MBO Raad met elkaar afgesproken dat vanaf 2009 zal worden uitgegaan van de volgende indicatoren: • het jaarresultaat, kortweg het percentage gediplomeerde deelnemers ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten óf met een diploma doorstromen; • het diplomaresultaat, kortweg het percentage studenten dat met een diploma de instelling verlaat ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten. In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van deze indicatoren weergegeven. In bijlage 2 bij het bestuursverslag zijn jaarresultaat en diplomaresultaat gespecificeerd per afdeling en niveau. De cijfers voor het Regio College als geheel in onderstaande tabel zijn gebaseerd op het overzicht van alle instellingen dat DUO/CFI jaarlijks publiceert. De cijfers 2010-2011 zijn gebaseerd op de voorlopige BRON-foto per november. De cijfers per niveau en in bijlage 2 zijn gebaseerd op het meest recente BRON-bestand van het Regio College. Jaarresultaat en diplomaresultaat Regio College
2008/2009
2009/2010
2010/2011
2010/2011 alle roc’s
Streefcijfer Regio College 2010/20111
Jaarresultaat
67,4%
67,1%
71,4%
67,7%
69,0%
Diplomaresultaat
65,0%
66,7%
72,4%
67,5%
69,0%
Bron cijfers 2008-2011: DUO/CFI, Overzicht indicatoren per instelling. 1
streefcijfer Activiteitenplan 2011
Uit de tabel blijkt dat er in het afgelopen studiejaar behoorlijk vooruitgang is geboekt: zowel het jaarresultaat als het diplomaresultaat is substantieel gestegen en de streefcijfers zijn ruimschoots gehaald. Het Regio College scoort op beide indicatoren aanmerkelijk beter dan het landelijk gemiddelde. Ook ten opzichte van de omliggende roc’s scoort het Regio College goed; de ambitie is om deze positie vast te houden. Gespecificeerd naar niveau, laat de ontwikkeling van het jaar- en diplomaresultaat het volgende beeld zien.
10
Jaarresultaat Regio College per niveau
2008/2009
2009/2010
2010/2011
Niveau 1
65,4%
76,1%
71,6%
Niveau 2
65,3%
65,4%
68,7%
Niveau 3
72,1%
67,2%
71,6%
Niveau 4
68,8%
69,8%
74,6%
2008/2009
2009/2010
2010/2011
Niveau 1
52,4%
65,1%
60,8%
Niveau 2
55,8%
56,6%
65,6%
Niveau 3
73,1%
69,7%
74,5%
Niveau 4
71,6%
72,6%
78,8%
Bron: cijfers Regio College
Diplomaresultaat Regio College per niveau
Bron: cijfers Regio College
Voor niveau 1 is het jaar- en diplomaresultaat gedaald, maar beide cijfers liggen nog ruimschoots boven de normen (jaarresultaat: 60,7%, diplomaresultaat: 45,1%) die door de Onderwijs inspectie worden gehanteerd. Voor de overige niveaus is het rendement substantieel verbeterd. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van het jaar- en diplomaresultaat per afdeling. CvB en afdelingsmanager bespreken de verder gespecificeerde cijfers per opleiding en niveau en maken, waar het resultaat ligt onder de norm van de inspectie, afspraken over het treffen van maatregelen om het onderwijsrendement op het gewenste niveau te brengen. Deze afspraken worden vervolgens opgenomen en vertaald in de jaarplannen van de betreffende onderwijsteams.
3.3
Voortijdig schoolverlaten Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters (vsv’ers) heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld. Ontwikkeling nieuwe voortijdig schoolverlaters Regio College Aantal vsv’ers
Streefcijfer Regio College
% vsv’ers1
% vsv’ers gemiddelde alle roc’s
2005-2006
553
12,7%
10,5%
2006-2007
498
11,3%
10,2%
2007-2008
553
12,0%
9,6%
2008-2009
473
10,7%
9,3%
2009-2010
410
9,7%
8,6%
2010-20112
364
8,7%
8,2%
385
1
% t.o.v. totaal aantal deelnemers Regio College/roc’s Bron: DUO/CFI
2
voorlopige cijfers
11
Ten opzichte van het startjaar 2005 is zowel het aantal als het percentage vsv’ers substantieel gedaald. Het Regio College is wat dit betreft het op een na best presterende roc in Nederland. De inspanningen op het gebied van deelnemersbegeleiding en verzuimbeleid (zie verder par. 4.3) hebben duidelijk hun vruchten afgeworpen. Ook de inzet van plusmiddelen ter ondersteuning van ‘overbelaste’ jongeren heeft positief effect gehad op de vsv-cijfers. De uitschrijfprocedure van deelnemers is aangescherpt. Maar het Regio College is er nog niet: het percentage vsv’ers ligt nog boven het landelijk gemiddelde voor alle roc’s, hoewel dit verschil kleiner is geworden. De inzet is om het aantal vsv’ers in 2012 verder terug te brengen naar 320. Aan de hand van maandrapportages wordt de voortgang van het verzuim- en vsv-beleid met de onderwijsafdelingen besproken. Daarnaast wordt een aantal procedures rond het uitschrijven van deelnemers aangescherpt.
3.4
Tevredenheid deelnemers Het Regio College neemt elke twee jaar tevredenheidsonderzoeken af onder (oud)deelnemers van de beroepsopleidingen. Het gaat hier om drie onderzoeken, een in-, door- en uitstroom onderzoek. Het in- en doorstoomonderzoek wisselen elkaar jaarlijks af zodat er ieder schooljaar één Regio Collegebreed onderzoek onder de deelnemers wordt afgenomen. Het instroomonderzoek meet de tevredenheid van deelnemers in het eerste leerjaar die voor het eerst staan ingeschreven bij het Regio College. Het doorstroomonderzoek wordt onder alle ‘zittende’ deelnemers afgenomen. De mbo-kaart (uitstroomonderzoek) meet de tevredenheid van afgestudeerde deelnemers ongeveer een half jaar nadat zij de opleiding met een diploma hebben verlaten. In 2011 is zowel het in- als het uitstroomonderzoek afgenomen. Beide onderzoeken zijn in het eerste kwartaal van 2011 door Duo Onderwijsonderzoek uitgezet. Resultaten tevredenheidsonderzoeken deelnemers
Instroomonderzoek
Doorstroomonderzoek
Mbo kaart (Uitstroom-onderzoek)
Ambitie Regio College
2008-2009
2010-2011
2007-2008
2009-2010
2008
2011
2011
Rapportcijfer opleiding
6,8
7,0
6,1
6,6
6,8
6,7
7,0
Rapportcijfer school
6,2
6,6
5,6
6,0
6,6
6,0
7,0
In bijlage 2 worden de resultaten van het instroomonderzoek gespecificeerd naar afdeling. Het instroomonderzoek laat zien dat het gemiddelde rapportcijfer voor de school is gestegen ten opzichte van het onderzoek uit 2009. Bijna alle deelnemers waarderen hun opleiding met een hoger rapportcijfer dan de school, maar in het instroomonderzoek is dit verschil kleiner geworden. De investeringen in de huisvesting betalen zich hier waarschijnlijk uit: de scores per afdeling (bijlage 2) laten zien dat de tevredenheid van de deelnemers uit de afdeling Economie & ICT substantieel is toegenomen. Vanaf schooljaar 2010-2011 is deze afdeling in het gerenoveerde pand Cypressehout 95 gehuisvest. Ook het rapportcijfer voor de opleiding is gestegen ten opzichte van het vorige onderzoek. Hiermee komt het op het ambitieniveau van het Regio College (7,0). Uit de cijfers in bijlage 2 blijkt dat vooral de technische opleidingen en de opleidingen binnen de afdelingen Economie & ICT en (voorheen) Agogische Beroepen goed scoren. De scores van de oud-deelnemers laten een ander patroon zien. Het gaat hier om een groep die in het schooljaar 2009-2010 de opleiding verliet met een diploma. In het uitstroomonderzoek is het rapportcijfer voor de opleiding ongeveer gelijk gebleven, maar de waardering voor de school is lager dan twee jaar geleden. Een duidelijke verklaring hiervoor valt niet uit het onderzoek te halen.
12
4 Ontwikkelingen beroepsonderwijs 4.1
Competentiegericht onderwijs Het Regio College heeft de afgelopen jaren geïnvesteerd in de ontwikkeling van onderwijs, dat voldoet aan de nieuwe landelijke diploma-eisen die vanaf 2011 gelden. Kernpunt daarin is dat niet kennis alléén, maar óók de competenties die voor een beroep noodzakelijk zijn aangeleerd en aangetoond moeten worden. Dit onderwijs is in nauwe samenwerking met het bedrijfs leven ontwikkeld. Ruim 80% van de ondervraagde praktijkbegeleiders oordeelde in 2010 dat het onderwijs voldoende tot goed aansloot op de beroepspraktijk. Per 1 oktober 2011 volgde 92% van de deelnemers een opleiding die competentiegericht is vormgegeven. Bij de BBL-opleidingen zit een aantal deelnemers in de hogere leerjaren nog in een eindtermengerichte opleiding; deze opleidingen worden nu uitgefaseerd.
4.2
Taal en rekenen In 2010 heeft het CvB het plan ‘Taal en rekenen op niveau’ vastgesteld. In dit plan is vastgelegd op welke wijze het Regio College de komende jaren ervoor gaat zorgen dat deelnemers over het gewenste niveau taal en rekenen beschikken. Op landelijk niveau zijn er criteria opgesteld
13
(de zogenaamde referentieniveaus) waaraan deelnemers moeten voldoen. Voor het uitvoeren van het plan krijgt het Regio College extra middelen van het ministerie van OCW. Uit de meting van het taal- en rekenniveau van nieuwe deelnemers in het schooljaar 20112012 is hetzelfde beeld naar voren gekomen als uit de meting een jaar eerder: een aanzienlijke groep leerlingen beschikt (nog) niet over het vereiste niveau. De volgende tabel geeft een overzicht van de resultaten van de nulmeting. Deelnemers cohort 2011-2012 meer dan 1 niveau onder vereist uitstroomniveau
Absoluut Lezen
%
168
14%
Luisteren
63
7%
Schrijven
222
29%
Rekenen
414
34%
Toelichting: % van totaal aantal getoetste deelnemers.
Uit deze cijfers blijkt dat het Regio College zich voor een forse opgave gesteld ziet om alle deelnemers op het gewenste taal- en rekenniveau te brengen. Het integreren van taalonderwijs in vaklessen en het geven van extra taal- en rekenlessen om achterstanden in te lopen, is vooral bij de BBL-opleidingen geen eenvoudige zaak omdat de deelnemers in deze opleidingen in de regel slechts een dag op school aanwezig zijn en de rest van de week werken. Een door het CvB ingestelde werkgroep heeft een aantal oplossingen voor deze problematiek geformuleerd, die in 2012 worden geïmplementeerd. De voorbereidingen voor de invoering van de centrale examinering taal en rekenen met ingang van schooljaar 2013-2014 zijn in gang gezet. In 2011 is er nog geen pilot uitgevoerd, omdat eerst de migratie naar de nieuwe ICT-omgeving moest worden uitgevoerd. In bijlage 3 wordt meer in detail verslag uitgebracht over de activiteiten en resultaten op het gebied van taal en rekenen.
4.3
Begeleiding deelnemers Aanpak verzuim De afname van het aantal voortijdig schoolverlaters (vsv’ers) heeft zich in 2011 gestaag voort gezet (zie de cijfers in hoofdstuk 3). De aanpak van het verzuim is hierbij een belangrijke factor. De samenwerking met de gemeenten Zaanstad en Purmerend en de andere gemeenten in de regio Zaanstreek-Waterland is gecontinueerd. Regio College en gemeenten hebben middelen uit het vsv-beleid ingezet op preventieve acties. Zowel in Zaandam als in Purmerend zijn er nu preventieve spreekuren van de leerplichtambtenaar. Deelnemers die verzuimgedrag ontwikkelen, worden in een vroeg stadium voor dit spreekuur opgeroepen. De spreekuren zijn er niet alleen voor leerplichtige deelnemers (jonger dan 18 jaar), maar ook voor deelnemers van 18 tot 23 jaar. Gebleken is dat meer aandacht nodig is voor het terugdringen van het voortijdig schoolverlaten van deelnemers in laatstgenoemde leeftijdscategorie. In 2011 was het aantal meldingen van ongeoorloofd verzuim in het digitale verzuimloket 331 (2010: 325). Leerplicht en RMC vinden steeds gemakkelijker hun weg naar de onderwijsteams. Het intensieve gebruik van de verrijkte maandelijkse vsv- en verzuimoverzichten leidt tot een toenemende betrokkenheid van regisseurs deelnemersbegeleiding bij het verlagen van het aantal vsv’ers in hun opleidingen. In juni en juli is een preventieve zomeractie uitgevoerd, waarbij eerstejaars deelnemers via een brief werden uitgenodigd om kenbaar te maken of zij twijfels hadden over de juistheid van hun opleidingskeuze. Er was een hoge respons, die leidde tot contact met 150 deelnemers. Dit contact bood de gelegenheid om met de betreffende deelnemers tot een meer gerichte opleidingskeuze te komen en daarmee de kans op verzuim en uitval te verkleinen.
14
Naar aanleiding van de vsv-cijfers en een analyse van de uitschrijfredenen van vsv’ers, zijn in het najaar van 2011 met gemeenten en andere onderwijsinstellingen nadere afspraken gemaakt en acties in gang gezet. Er komt meer aandacht voor preventie van ziekteverzuim. Een leerwerkmakelaar wordt aangesteld, die zich gaat richten op het bemiddelen naar werk van deelnemers met een diploma op niveau 1 en van BBL-deelnemers die moeite hebben met het behouden van hun werkplek en daardoor dreigen uit te vallen. Reeds in leerjaar 4 van het vmbo wordt een digitale intake ingevoerd, waarmee tijdig kan worden gesignaleerd of met toekomstige deelnemers moet worden gesproken over hun opleidingskeuze. Loopbaanleren In juli 2011 is het project Bruggen Bouwen in Waterland afgesloten. Dit project beoogde het ontwikkelen van een doorlopende loopbaanmethodiek vanaf de bovenbouw van het vmbo, leerjaar 3 en 4, naar het mbo. Het project heeft een aantal instrumenten en methodes opgeleverd die vmbo-leerlingen in staat stellen om kennis maken met de wereld van werk en beroep. Andere opbrengsten zijn een meer loopbaangerichte begeleiding in alle leerwegen van het vmbo en mbo en het vergroten van de deskundigheid van docenten in het mbo in het voeren van loopbaangerichte gesprekken. De site www.jouwopleidingmijnopleiding.nl stimuleert de opleidingsteams om het aanbod proefstuderen fors uit te breiden, wat in goede aarde lijkt te vallen bij het vmbo.
4.4
Regio Entree Het Servicecentrum, het informatie- en adviescentrum voor deelnemers en docenten, en X-tra, de plusvoorziening voor overbelaste jongeren, maken met ingang van het schooljaar 2011-2012 deel uit van de nieuwe afdeling Regio Entree. Daarnaast worden in deze afdeling de niveau 1 opleidingen van het Regio College ondergebracht. Hiermee zijn de activiteiten die worden gekenmerkt door een combinatie van onderwijs en zorg organisatorisch gebundeld en kan het Regio College goed inspelen op de voornemens uit Focus op Vakmanschap betreffende de zogenaamde entreeopleidingen. Servicecentrum Het Servicecentrum geeft niet alleen informatie en advies aan deelnemers, docenten en andere betrokkenen, maar heeft voor deelnemers die extra begeleiding nodig hebben ook een aanbod van trajecten en trainingen. De informatiemedewerkers zijn het eerste aanspreekpunt bij vragen van (potentiële) deelnemers, ouders en bedrijven. Zij geven informatie over opleidingen en studiefinanciering en zorgen ervoor dat deelnemers en andere geïnteresseerden en belanghebbenden de weg naar het Regio College weten te vinden. In totaal zijn er 6.905 informatieaanvragen behandeld. Bij de studie- en loopbaanadviseurs kunnen deelnemers terecht die moeite hebben met het kiezen van een passende opleiding, hetzij vóór inschrijving hetzij wanneer ze al aan een opleiding zijn begonnen. Daarnaast zijn deze adviseurs gespecialiseerd in het afnemen van testen op het gebied van beroepskeuze, capaciteiten en leerproblemen. 541 deelnemers maakten gebruik van de dienstverlening van de studie- en loopbaanadviseurs. In 2011 is het protocol dyslexie in het mbo tot stand gekomen. Het Servicecentrum werkt met dit protocol en deelnemers met dyslexie kunnen sinds schooljaar 2011-2012 gebruik maken van extra begeleiding door een coach (gefinancierd uit de extra middelen taal en rekenen). Het Servicecentrum heeft een coach aangesteld die deelnemers handvatten geeft om met dyslexie om te gaan. In 2011 ging het om 39 deelnemers met dyslexie. Daarnaast zijn er 10 deelnemers met dyscalculie bekend bij het Servicecentrum. Bij de zorgadviseurs en schoolmaatschappelijk werkers kunnen deelnemers terecht die door overbelasting of privéproblemen extra begeleiding nodig hebben bij de voortgang van hun studie. In 2011 is het team van specialisten uitgebreid om de zorgstructuur van het Regio College verder vorm te geven. Het zorgteam heeft in totaal 428 deelnemers gesproken en begeleid. Daarnaast is in het Zorg Advies Team (ZAT) de samenwerking met externe instanties, zoals leerplicht, GGD en Jeugdzorg, geïntensiveerd. In het ZAT is over 30 deelnemers overleg gevoerd.
15
Op de locatie Purmerend is nu ook een zorgstructuur opgezet. Een zorgadviseur, een studie- en loopbaanadviseur en een schoolmaatschappelijk werker werken een aantal uren per week op deze locatie. In mei 2011 is gestart met een klein ZAT in Purmerend. De partners van deze pilot zijn: gemeente Purmerend Leerplicht/RMC, schoolmaatschappelijk werk en een zorgadviseur van het Regio College. De eerste evaluaties zijn positief. Aan de trainingen (m.n. Empowermenttraining) hebben 47 deelnemers deelgenomen. Deelnemers met een rugzak (LGF, Leerling Gebonden Financiering) kunnen bij het interne zorgteam terecht. In schooljaar 2010-2011 waren dit er in totaal 77. Behalve voor de deelnemers met een rugzak coördineren de zorgadviseurs de extra begeleiding voor deelnemers die overbelast zijn en extra begeleiding krijgen in de plusvoorziening X-tra. Plusvoorziening X-tra In schooljaar 2009-2010 heeft het Regio College voor twee schooljaren subsidie aangevraagd en gekregen vanuit de zogeheten Plusmiddelen van de RMC-regio Amsterdam. Met deze subsidie is de Plusvoorziening X-tra ingericht en gestart, bedoeld voor overbelaste jongeren tot 23 jaar, die ingeschreven staan bij een opleiding en die door allerlei problemen meer moeite hebben om hun opleiding succesvol af te ronden. Zij kunnen via het Servicecentrum aangemeld worden voor extra ondersteuning in de breedste zin, mits in een directe relatie tot de opleidingseisen. X-tra is iedere schooldag van 8.30 tot 17.00 uur geopend. In 2011 hebben 195 deelnemers, verspreid over alle opleidingen, gebruik gemaakt van deze voorziening. 52 deelnemers hebben het traject bij X-tra succesvol beëindigd, wat wil zeggen dat zij hun opleiding konden vervolgen, een diploma hebben behaald of zijn begeleid naar werk. 31 jongeren zijn via X-tra overgedragen aan een andere onderwijsinstelling of aan een zorginstelling. 112 deelnemers maken begin 2012 nog gebruik van de voorziening. De Plusmiddelen zijn ook ingezet voor directe begeleiding van overbelaste jongeren in AanZ!, de AKA-opleiding van het Regio College.
4.5
N@tschool In zeven pilots zijn docententeams bezig het onderwijsactiviteitenplan van een door hen verzorgde opleiding in de elektronische leeromgeving N@tschool vast te leggen. Onderzocht wordt of processen van leren, begeleiden en formatief beoordelen effectief en efficiënt kunnen worden georganiseerd en ondersteund m.b.v. N@tschool. De eerste resultaten uit de pilots zijn veelbelovend en leveren goede voorbeelden van transparante voortgangsrapportages voor deel nemers. De pilots geven goede input om te komen tot een adequate en voor alle teams werkbare standaardinrichting van de elektronische leeromgeving. Het CvB zal in 2012 besluiten of N@tschool als concernsysteem wordt ingevoerd.
16
5 Educatie en
volwassenenonderwijs Het aantal deelnemers dat met behulp van WEB-middelen educatietrajecten bij Plaveia heeft gevolgd, is in 2011 fors gedaald met zo’n 30%. Aantal deelnemers in WEB-trajecten 2009-2011 Deelnemers 2009
Deelnemers 2010
Breed maatschappelijk functioneren
1.052
1.231
954
Sociale redzaamheid
1.003
1.018
409
NT2
484
610
245
Taalcoaching voor vrijwilligers
129
133
98
Vavo WEB
320
318
307
Herkennen laaggeletterdheid
88
0
0
Overig
37
0
33
3.113
3.310
2.046
518
386
321
Totaal deelnemers in trajecten Aantal intakes en diagnoses
Deelnemers 2011
Deze daling van het aantal deelnemers is het gevolg van een forse reductie van het budget voor educatie bij de gemeenten in de regio Zaanstreek-Waterland. Dit heeft ertoe geleid dat het Regio College het aanbod heeft versmald en de aandacht voor acquisitie van nieuwe deelnemers heeft teruggebracht.
17
In het najaar van 2010 heeft het CvB vanwege de terugloop van de omzet op educatiegebied voor de afdeling Plaveia een reorganisatie in gang gezet. In het reorganisatieplan is voorzien dat Plaveia wordt opgeheven per 1 januari 2013. Dit neemt niet weg dat er in elk geval in 2013 en 2014 nog sprake zal zijn van activiteiten in het kader van educatie. Deze activiteiten zullen zich richten naar de ambities van de minister zoals deze zijn vastgelegd in het actieplan Laaggeletterdheid 2012-2015 ‘Geletterdheid in Nederland’. Hierin staat verwoord dat alle educatiemiddelen de komende jaren moeten worden ingezet om de bestrijding van laaggeletterdheid (en rekenvaardigheid) ter hand te nemen. Het Regio College is indachtig deze ambitie eind 2011 gestart met een publiciteitscampagne bestrijding laaggeletterdheid onder het bedrijfsleven in Purmerend en Edam-Volendam. In totaal zijn er enkele honderden bedrijven bezocht, waarbij niet alleen het probleem van laaggeletterdheid maar ook de oplossing daarvoor onder de aandacht zijn gebracht van de directeur/eigenaren en P&O- functionarissen. In 2012 zal dit een vervolg krijgen en zal de focus liggen op acquisitie en het organiseren van lessen. Onderzocht zal worden hoe deze activiteiten vanaf 2013 in de organisatie van het Regio College worden ondergebracht. Het volwassenenonderwijs (vavo) is buiten de reorganisatie gebleven en zal met ingang van start schooljaar 2012-2013 worden ondergebracht bij een afdeling beroepsonderwijs. Het voortbestaan van deze vorm van onderwijs lijkt voorlopig verzekerd nu is besloten de financiering niet meer te laten lopen via de gemeentelijke educatiebudgetten, maar het volwassenenonderwijs direct te financieren vanuit het ministerie van OCW. Naast deze ‘educatieleerlingen’ melden zich jaarlijks steeds meer zogenaamde Rutte-leerlingen. Dit zijn leerlingen die gezakt zijn op het regulier voortgezet onderwijs. Deze leerlingen blijven wel op hun oude school ingeschreven en halen bij het vavo van het Regio College de vakken die ze nog met goed gevolg moeten afleggen om alsnog in aanmerking te komen voor een diploma. Nu de exameneisen in het voortgezet onderwijs worden aangescherpt, kan verwacht worden dat deze groep leerlingen de komende jaren zal groeien. In 2011 had het vavo een eindexamenklas havo en vwo. Voor 2012 is de verwachting dat er op grond van bovenstaande ontwikkelingen ook gestart zal worden met een vmbo-tl eindexamenklas.
18
6 Partnerschap in de regio 6.1
Samenwerking met vmbo Het Regio College werkt al een aantal jaren intensief samen met de vmbo-scholen in de regio. In de Zaanstreek werken Regio College en vo-scholen samen in het Zaans Verbond, in Waterland is in 2011 het programma Bruggen Bouwen in Waterland afgerond en is er eveneens intensief contact met de verschillende vo-scholen. De samenwerking met het vmbo richt zich vooral op het voor deelnemers zo goed mogelijk laten verlopen van de overgang vmbo-mbo en het aanbieden van aantrekkelijke, doorgaande leerroutes. In het kader van het Zaans Verbond heeft het Regio College drie contactpersonen (docenten) aangesteld die ieder voor een deel van het opleidingsaanbod van het Regio College de contacten onderhouden met de mentoren en decanen van de vmbo-scholen. Op deze manier kan het Regio College beter inspelen op de vragen, behoeften en problemen zoals die binnen het vmbo leven en worden ervaren. In Purmerend werkt het Regio College al langer op deze wijze; daar is één ‘accountmanager’ voor de contacten met het vmbo. In 2011 is ook een begin gemaakt met overleg met havo-decanen en met het informeren van leerlingen uit havo 4 en hun ouders. Voor leerlingen die de havo niet af kunnen maken, biedt het middelbaar beroepsonderwijs immers een aantrekkelijke route naar hbo of arbeidsmarkt. Versterken en uitbreiden van de turboroute is een speerpunt voor het Regio College. De turbo route is speciaal ontwikkeld voor goed presterende tl-leerlingen die na twee jaar mbo kunnen doorstromen naar het hbo. Een turboroute economie draait al sinds enige jaren met veel succes, voorbereidingen zijn in gang gezet om een dergelijke route ook in 2012 voor zorg & welzijn te starten en in 2013 voor techniek.
19
Belangrijke thema’s bij de samenwerking met het vmbo zijn verder het verbeteren van de overdracht van leerlingen met een zorgprofiel, het onderhouden en optimaliseren van het succesvolle elektronisch loket kernprocedure en keuzegids (ELKK) waardoor zoveel mogelijk vmbo gediplomeerden naadloos doorstromen naar het mbo, en het verbeteren en afstemmen van het taal- en rekenonderwijs in vo en mbo.
6.2
Samenwerking met werkgevers en gemeenten Aan het afstemmen van de opleidingen op de behoeften en wensen van werkgevers is in 2011 opnieuw veel aandacht gegeven door per opleiding regelmatig en structureel contact met de vraagzijde van de arbeidsmarkt te houden. Binnen de onderwijsteams zijn docenten (regisseurs) aangewezen, die de beroepspraktijkvorming (bpv) en het onderhouden van relaties met werkgevers coördineren. De bpv van deelnemers maar ook de examinering zijn onderdelen van het onderwijsproces waar werkgevers en Regio College elkaar treffen. Het Regio College voert regelmatig onderzoek bij bpv-bedrijven uit naar de tevredenheid over de wijze waarop het Regio College vorm geeft aan de bpv en aan de examinering. In de onderstaande tabel staan de resultaten van de enquêtes die in 2008 en 2010 zijn uitgevoerd. Recent is opnieuw een enquête uitgevoerd, de resultaten moeten nog worden verwerkt en zijn nog niet voor dit jaarverslag beschikbaar. Resultaten bpv-enquête 2008 en 2010: % respondenten per antwoordcategorie Goed (%)
Voldoende (%)
Neutraal (%)
Onvoldoende (%)
Slecht (%)
2010
2008
2010
2008
2010
2008
2010
2008
2010
2008
Informatie over bpv vanuit opleiding
14,3
13,8
66,9
59,2
--
10,7
16,3
14,3
2,5
2,6
Begeleiding deelnemer tijdens bpv vanuit opleiding
25,7
17,2
60,5
58,2
--
7,0
12,4
15,5
1,4
2,9
Aansluiting onderwijs op beroepspraktijk
11,6
18,4
70,3
50,1
--
6,1
15,5
20,4
2,6
1,8
Wijze van beoordeling bpv
16,1
18,3
74,4
66,4
1,0
7,5
7,9
5,8
0,6
1,6
Vertrouwen in examinering (inclusief bpv)
Veel vertrouwen (%)
Voldoende vertrouwen (%)
7,2
81,7
14,3
62,0
Neutraal (%) 3,6
4,4
Onvoldoende vertrouwen (%) 7,3
8,0
Geen vertrouwen (%) 0,2
Bron: bpv-enquête Regio College; respondenten: werkgevers/praktijkbegeleiders In de enquête 2010 is voor drie vragen de antwoordcategorie neutraal niet meer gehanteerd
Het algemene beeld dat uit de tabel naar voren komt, is dat de uitvoering en begeleiding van de bpv door een ruime meerderheid van de respondenten als voldoende tot goed wordt beoordeeld en dat er op de meeste aspecten tussen 2008 en 2010 vooruitgang is geboekt. Niettemin heeft het CvB de conclusie getrokken dat verdere verbetering nodig en mogelijk is. Doelstelling is om in de nieuwe enquête op alle vragen een score van minimaal 90% te behalen in de antwoordcategorieën goed plus voldoende resp. veel plus voldoende vertrouwen. Met de medewerkers van de werkgevers die bij de bpv en de examinering zijn betrokken, wordt zowel op individueel als collectief niveau contact onderhouden. Docenten van het Regio College gaan regelmatig op bedrijfsbezoek. Het lopen van stages door docenten bij bedrijven komt slechts in beperkte mate van de grond, enerzijds omdat het lastig is om docenten hiervoor vrij te roosteren, anderzijds omdat het maken van structurele afspraken met werkgevers moeizaam verloopt. Het Regio College heeft in 2011 wederom op verzoek van en in samenwerking met werk gevers een aantal diplomagerichte opleidingstrajecten uitgevoerd die zijn toegesneden op
20
3,1
de wensen van de werkgever. Een overzicht van de werkgevers waarvoor deze trajecten in 2011 zijn uitgevoerd, is als bijlage 4 bij dit verslag gevoegd. Het gaat hier om twee soorten bekostigd onderwijs. Maatwerktrajecten zijn reguliere BBLopleidingen waarbij een derde - een externe organisatie of bedrijf - een bijdrage betaalt voor een stukje maatwerk, bijvoorbeeld het op de bedrijfslocatie of buiten reguliere schooltijden aanbieden van de opleiding. De opleiding wordt bekostigd door het ministerie van OCW en de externe opdrachtgever betaalt daarnaast een kostendekkende bijdrage voor het geleverde maatwerk. Daarnaast zijn er opleidingen waarbij groepskosten in rekening worden gebracht, in het geval een derde - een externe organisatie of bedrijf - een reguliere BBL-opleiding wil laten verzorgen voor een groep werknemers die te klein is om kostendekkend te zijn (bijvoorbeeld uit concurrentieoverwegingen). Groepskosten hebben dus altijd betrekking op bekostigd onderwijs en vormen een aanvulling op de bekostiging van het ministerie van OCW: het ‘ontbrekende’ stuk OCW-bekostiging wordt betaald door de externe partij. Het Regio College participeert in een aantal regionale samenwerkingsverbanden en projecten, waarbij met gemeenten en bedrijfsleven wordt samengewerkt. Het Regio College werkt sinds een aantal jaren met de gemeente Zaanstad, Clusius College, bedrijfsleven en Syntens samen in de Stichting First in Food. Op initiatief van deze stichting is in 2010 het House of Food opgezet, dat ruimte zou moeten bieden aan leren, werken, innoveren en kennis vergaren in de foodsector. In 2011 is het First in Food en House of Food niet gelukt om de ambities waar te maken. Concrete resultaten zijn nauwelijks gehaald. Op dit moment wordt onderzocht of en hoe First in Food en House of Food kunnen worden voortgezet. Regio College en Clusius College gaan ondertussen wel door met de ontwikkeling van een opleidingstraject voor de foodsector. Het Regio College participeert in: • het Platform Arbeidsmarkt en Onderwijs Zaanstreek-Waterland, waarin vertegenwoordigers van gemeenten, werkgevers en onderwijsinstellingen de situatie op de regionale arbeids markt bespreken en acties ontwikkelen en afstemmen; • de Zaanse Economische Raad, waarin gemeente, bedrijfsleven en onderwijs het sociaal economische beleid voor de gemeente bespreken en ontwikkelen; • het Zaans Ondernemers Netwerk (ZON); • de ondernemersvereniging Purmerendse Regio Ondernemers.
21
7 Personeel en organisatie 7.1
Professionalisering Voor het Regio College is de docentfunctie de ruggengraat van de organisatie. Daarom besteedt het Regio College veel aandacht aan de professionalisering en loopbaanontwikkeling van docenten. De mogelijkheden voor docenten om door te stromen naar een hogere functie zijn met de regeling Versterking salarismix vergroot – zie verder paragraaf 7.2. Het Regio College blijft ook sturen op ontwikkeling binnen de docentfunctie (horizontaal). De organisatieinrichting op basis van resultaatverantwoordelijke teams biedt hiertoe volop mogelijkheden. Het werken als regisseur in het team doet appel op relatief nieuwe aspecten van de pro fessionaliteit van docenten, zoals effectief samenwerken, systematisch werken volgens de pdca-cyclus, het zich richten op leeropbrengst en resultaat, en het efficiënt organiseren van het onderwijsproces. In 2011 werd voor de vierde keer de werkplaats ‘Regisseren kun je leren’ aangeboden, waar in acht maandelijkse bijeenkomsten regisseurs leren hun regierol goed te vervullen. In het verslagjaar hebben 21 docenten van deze gelegenheid gebruik gemaakt om zich te bekwamen als regisseur. Van hen hebben 17 met hun leidinggevende een professionaliseringstraject afgesproken dat erop is gericht dat zij zich ontwikkelen tot seniordocent (schaal LC). Benoeming in de functie roc-docent (schaal LD) gebeurt op basis van een selectiegesprek en onder de conditie dat de betreffende docent een masteropleiding volgt. Het Centrum Nascholing Amsterdam heeft in samenwerking met het Regio College, het roc Leiden en het Nova College een master Professioneel Meesterschap ontwikkeld, gericht op werken in het mbo. In september 2011 zijn zeven docenten van het Regio College met deze masteropleiding
22
gestart; naar verwachting zullen ook in 2012 enkele docenten zich voor deze opleiding inschrijven. De masterstudenten gaan in 2012 en 2013 onderzoek doen dat relevant is voor de onderwijspraktijk. Het Regio College investeert ook in ‘klassieke’ deskundigheidsbevordering. Docenten maken over individuele professionele ontwikkeling afspraken met hun manager tijdens het periodieke resultaatgesprek. In dat gesprek wordt besproken welke ondersteuning hierbij kan worden aangeboden (scholing, coaching, e.d.) en hoe de gemaakte afspraken geëvalueerd worden. In het verslagjaar zijn twee speerpunten geweest voor deskundigheidsbevordering: • versterken competenties op het gebied van examinering door het verbeteren van de bekwaamheid in het opstellen van toets-items en op het gebied van het beoordelen van portfolio’s en proeven van bekwaamheid; • trainingen op het gebied van taal en rekenen. Uiteraard wordt ook aandacht besteed aan professionalisering van het OBP. Afdelingsmanagers volgen begeleide intervisie. Een aantal van hen heeft een coachingtraject gevolgd. Eén afdelingsmanager volgt een masteropleiding. Met medewerkers van diensten en BOO zijn diverse opleidings- en ontwikkelafspraken gemaakt, variërend van een bijscholing in het vakgebied tot een coachingtraject gericht op professionele ontwikkeling.
7.2
Leerkracht van Nederland: de salarismix In het verslagjaar heeft de uitvoering van de regeling Versterking salarismix een vervolg gekregen. In het vorige verslagjaar is hierover uitvoerig gerapporteerd. Vanaf 2010 is voor het Regio College jaarlijks een budget van ruim € 600.000, - beschikbaar voor het verbeteren van de salarismix. Hiermee kan structureel circa 60 fte worden bevorderd: 50 fte van schaal LB naar schaal LC (in het Regio College is dit de functie seniordocent) en 10 fte van schaal LC naar schaal LD (bij het Regio College is dit de functie roc-docent). Het Regio College heeft deze kans om de positie van docenten te verbeteren en de werkdruk te verlichten met beide handen aangegrepen. Dit is gedaan door de promotie te verbinden aan verdere professionalisering en daardoor ook bereikbaar te maken voor docenten die op afzienbare termijn kunnen voldoen aan de functie-eisen. Na een uitvoerige sollicitatieronde, waarbij 75 docenten een portfolio hebben ingeleverd, zijn in december 2010 29 docenten per direct benoemd in de functie van seniordocent en geplaatst in schaal LC. Over 23 docenten oordeelde de sollicitatiecommissie dat zij in overwegende mate voldeden aan de functie-eisen voor de functie seniordocent, maar dat er nog concrete ontwikkelpunten waren. Zij zijn per 1-1-2011 in schaal LC geplaatst en er is met hen een ontwikkeltraject afgesproken dat uiterlijk juli 2012 moet zijn afgerond; bij succesvolle afronding volgt benoeming tot seniordocent. Vier docenten uit deze groep zijn inmiddels met ingang van 1 augustus 2011 benoemd tot seniordocent. Voor de zomervakantie zijn nog eens vijf docenten in schaal LC geplaatst, waarbij eveneens een ontwikkeltraject tot seniordocent is afgesproken. In het voorjaar van 2011 is een nieuwe functie roc-docent beschreven en vastgesteld. Ook voor deze functie heeft een selectieronde plaatsgevonden. In totaal solliciteerden 18 seniordocenten. Hiervan voldeden 12 sollicitanten in overwegende mate aan de eisen, maar er werden nog ontwikkelpunten gesignaleerd. Met deze docenten zijn afspraken gemaakt over scholing en ontwikkeling. Na succesvolle afronding van het ontwikkelplan volgt benoeming tot roc-docent. Vooruitlopend daarop zijn zij vanaf augustus 2011 reeds structureel ingeschaald in LD. Zes sollicitanten voor de functie van roc-docent zijn afgewezen op grond van een te grote discrepantie tussen hun huidige staat van ontwikkeling en de functie-eisen. In het vorige verslagjaar is een prognose gegeven van de ontwikkeling van de salarismix. In onderstaande tabel wordt de nulmeting van 2008, naast de prognose van vorig boekjaar en de realisatie per 1 oktober 2011 gegeven. De feitelijke realisatie laat duidelijk zien dat de ver houdingen in het functiegebouw grondig zijn verschoven.
23
Het streven is om bij eventuele verdere reductie van de formatie de verhouding tussen de verschillende schalen conform de prognose te handhaven. Prognose en realisatie ontwikkeling salarismix
Schaal
LB LC LD LE Totaal
7.3
2008
2011
2011
Nulmeting
Prognose 1e peildatum
Realisatie op 1 oktober 2011
fte
%
fte
%
146,1 81,9 10,3 1,0
61,0 34,3 4,3 0,4
91,5 106,8 15,4 0
42,8 50,0 7,2 0
86,2 109,0 15,5 0
40,9 51,7 7,4 0
239,3
100
213,7
100
210,7
100
fte
%
Medezeggenschap personeel Vanaf 1 maart 2011 is de medezeggenschap van het personeel niet meer geregeld via de Wet Medezeggenschap Onderwijs, maar via de Wet op de ondernemingsraden. Het Regio College heeft vanaf die datum derhalve een Ondernemingsraad. In februari 2011 zijn voor het eerst bij het Regio College verkiezingen voor de Ondernemingsraad gehouden. De OR van het Regio College bestaat uit 11 leden. In het reglement van de OR wordt een systeem van kiesgroepen gehanteerd zodat alle onderwijsafdelingen en diensten in de OR zijn vertegenwoordigd.
7.4
Aanpassingen organisatiestructuur In 2011 is een aantal aanpassingen in de organisatiestructuur van het Regio College doorgevoerd. In paragraaf 4.4 is reeds toegelicht dat met ingang van schooljaar 2011-2012 de afdeling Regio Entree is gevormd, waarin het Servicecentrum, de Plusvoorziening X-tra en AanZ! (niveau 1 opleidingen) zijn ondergebracht. De afdelingen Agogische Beroepen en Gezondheidszorg zijn samengevoegd tot de nieuwe afdeling Zorg & Welzijn. Reden hiervoor was dat een deel van de docenten en deelnemers van beide afdelingen in 2009 is overgegaan naar de in dat jaar gevormde afdeling Purmerend. Daarnaast is het team AanZ! en de Plusvoorziening X-tra in september 2011 overgegaan van de afdeling Gezondheidszorg naar de nieuwe afdeling Regio Entree. De twee afdelingen waren daarmee te klein geworden om als aparte entiteit te handhaven. Nadat in 2010 de Personeels- en salarisadministratie al van de dienst P&O was afgescheiden en ondergebracht in de nieuwe Dienst Administraties, zijn in 2011 de twee diensten P&O en Onderwijs, Ontwikkeling & Kwaliteitszorg samengevoegd in de nieuwe dienst Onderwijs, Personeel en Kwaliteit (OPK). De nieuwe dienst OPK is dienstverlenend aan CvB, afdelingsmanagement en resultaatverantwoordelijke teams op het werkterrein van onderwijs, onderwijskwaliteit en de externe verantwoording daarover en op het werkterrein personeel en organisatie.
24
7.5
Omvang en samenstelling personeelsformatie De ontwikkeling van het aantal medewerkers, uitgedrukt in fte, is als volgt. Het gaat hier om de formatie, gemiddeld over 2010 en 2011. Aantal fte’s Regio College Gemiddeld hele jaar
OnderwijsOBP
OP
OnderwijsTotaal
OBP ondersteunend
Totaal
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
Afdelingen POL en Bouw & Infra
71,1
64,5
9,5
5,4
80,7
70,0
2,8
2,0
83,5
72
Afdeling Zorg & Welzijn
51,4
54,0
5,3
7,5
56,7
61,5
1,6
1,0
58,3
62,5
22,4
24,9
2,4
1,8
24,8
26,8
1,0
1,0
25,8
27,8
67,3
77,5
10,0
7,1
77,3
84,6
3,0
3,0
80,3
87,6
19,9
12,7
13,6
9,2
33,5
22,0
5,8
3,2
39,3
25,2
113,6
108,6
113,6
108,6
27,8
25,6
27,8
25,6
155,6
144,4
428,6
409,4
MBO Purmerend Afdelingen Economie & ICT en Vrije Tijd & Ondernemen Plaveia/vavo Gemeenschappelijke diensten + Facilitair Bedrijf BOO Totaal
233,6
232,1
31,0
40,8
273,0
265,0
De gemiddelde formatie is ten opzichte van 2010 gedaald met 4,7%. In 2012 is een verdere reductie van de formatie te verwachten in verband met het verder doorvoeren van de bezuinigingen bij de diensten zoals vastgelegd in Nieuwe Koers. De flexibele schil is gereduceerd tot een minimum. Naast de medewerkers die op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam zijn bij het Regio College, werkte in 2011 gedurende kortere of langere tijd een aantal medewerkers op contract- of uitzendbasis bij de instelling. In totaal ging het om 18,52 fte (2010: 16 fte), 4,5% van het totaal aantal fte. Eind 2011 waren er in totaal 505 medewerkers in dienst bij het Regio College (eind 2010: 546), waarvan 37% man en 63% vrouw. De verdeling naar leeftijdscategorie per ultimo 2011 geeft het volgende beeld: Leeftijdsklasse
Aantal medewerkers 2010
Percentage van totaal
2011
2010
2011
18-30
40
37
7,3%
7,3%
31-40
70
55
12,8%
10,9%
41-50
143
124
26,2%
24,6%
51-60
248
238
45,4%
47,1%
61-65
44
50
8,1%
9,9%
> 65
1
1
0,2%
0,2%
546
505
100%
100%
Totaal
25
Het aantal medewerkers in de jongste leeftijdscategorie is in 2011 in absolute zin gedaald (-3) en relatief gelijk gebleven, tegelijk is het percentage medewerkers dat ouder is dan 50 jaar verder toegenomen tot 57%. Het overgrote deel van de medewerkers van het Regio College bevindt zich in de leeftijdscategorie 51 tot 60 jaar (47,1%). De komende periode zal het vraagstuk van duurzame inzetbaarheid van medewerkers één van de beleidsspeerpunten zijn. Werknemers die geboren zijn na 1950 kunnen geen gebruik meer maken van de FPU-maatregel; velen zullen naar verwachting tot hun 65e door blijven werken. Deze groep medewerkers zal met extra aandacht worden gevolgd. Met elke medewerker zal regelmatig worden besproken wat de organisatie en de medewerker kunnen doen zodat de kwaliteit van arbeid optimaal blijft. Medewerkers van 54 jaar en ouder kunnen gebruik maken van de zogenaamde BAPO-regeling. Als alle medewerkers die daartoe recht hebben ook daadwerkelijk gebruik zouden maken van de BAPO-regeling, zou in 2011 het totale verlies aan arbeidscapaciteit 22,66 fte bedragen. In 2011 was de daadwerkelijke omvang van de BAPO uiteindelijk 15,7 fte. Het blijkt dus dat lang niet alle oudere werknemers gebruik maken van de BAPO-voorziening.
7.6
Mobiliteit De reductie van de formatie in 2011 is voor een deel gerealiseerd doordat medewerkers een baan elders hebben gevonden en hun vacature niet is opgevuld. Daarnaast is een groot deel van de reductie gerealiseerd door tijdelijke arbeidsovereenkomsten niet te verlengen. In 2011 hebben op die manier 25 medewerkers het Regio College verlaten. Door 16 van hen is in 2011 een WW-uitkering aangevraagd. Als eigenrisicodrager voor de WW draagt het Regio College het risico voor de werkloosheid van medewerkers. Daarom voert een P&O-adviseur ruim voordat het dienstverband afloopt een intakegesprek met de betreffende medewerker, waarbij aan de orde komt hoe kansrijk de medewerker is bij het zoeken naar ander werk. Indien nodig wordt begeleiding door een externe partij ingezet. De kosten hiervan worden afgezet tegen de maximale kosten van de WW-uitkering. De P&O-adviseur bespreekt geregeld met de medewerker de stand van zaken en van de medewerker wordt verwacht dat hij het Regio College op de hoogte houdt van het resultaat van de sollicitatie-inspanningen. Als het dienstverband eindigt en de medewerker heeft nog geen ander werk gevonden, loopt de begeleiding P&O door totdat een nieuwe baan gevonden is en de WW-uitkering eindigt. In 2011 heeft het Regio College in totaal 25 ex-medewerkers begeleid in hun zoektocht naar nieuw werk. Het ging om de 16 medewerkers die WW hebben aangevraagd in 2011 en om negen medewerkers die reeds eerder een uitkering hadden aangevraagd. In 2011 is het elf WW’ers gelukt ander werk te vinden. In 2011 is door het UWV bijna € 250.000 aan kosten voor WW-uitkeringen van ex-medewerkers in rekening gebracht. Aan externe begeleiding is € 18.000 uitgegeven. Eind 2010 heeft het CvB besloten tot een reorganisatie van de afdeling Plaveia. Doel is de werkzaamheden op het gebied van educatie en inburgering af te bouwen en de afdeling per 31 december 2012 op te heffen. Met de vakbonden is een sociaal plan overeengekomen dat voorziet in faciliteiten waarmee de medewerkers die met ontslag bedreigd zijn tot eind 2012 hun employability kunnen versterken en actief op zoek kunnen naar ander werk. In de aanloop naar de reorganisatie hebben vijf medewerkers reeds in 2010 de overstap gemaakt naar een functie bij een van de mbo-opleidingen binnen het Regio College. Zij zijn in het schooljaar 2010-2011 intensief begeleid om de overstap succesvol te maken. Op 1 januari 2011 was het Sociaal Plan Plaveia van toepassing op 28 medewerkers. Onder begeleiding van de dienst P&O hebben al deze medewerkers zich ingespannen om interne of externe mobiliteit te realiseren. Dit heeft ertoe geleid dat één medewerker het Regio College heeft verlaten voor een baan bij een andere werkgever, één medewerker is overgestapt naar het beroepsonderwijs en twee medewerkers gebruik hebben gemaakt van de FPU-regeling. Daarnaast liep van twee medewerkers het tijdelijk dienstverband af. Zodoende is op 31 december 2011 het sociaal plan van toepassing op 22 medewerkers. In 2011 is in het kader van
26
de reorganisatie ruim € 320.000 uitgegeven aan scholing, coaching, suppleties en loonkosten samenhangend met allerlei mobiliteitsactiviteiten.
7.7
Arbeidsomstandigheden In 2011 bedroeg het verzuimpercentage van de medewerkers 4,71%, wat vrijwel overeenkomt met het cijfer over 2010 (4,76%). Wel past hierbij de kanttekening dat het verzuimpercentage in het 4e kwartaal 2011 is gestegen. Het verzuimpercentage over 2011 bij het Regio College bevindt zich onder de norm van 5% voor de BVE-sector. In 2011 komt de meldingsfrequentie uit op 1,29 tegen 1,32 in 2010. De meldingsfrequentie bij het Regio College bevindt zich iets onder de norm voor de BVE-sector (1,3). De verzuimcijfers (verzuimpercentage, meldingsfrequentie, gemiddelde verzuimduur en nul-verzuim) per afdeling en dienst worden periodiek besproken met de leidinggevenden en de OR. Daarnaast wordt elk kwartaal tussen de leidinggevende, de bedrijfsarts en OPK een SMToverleg gehouden. Naar aanleiding van de diverse verbouwingen en verhuizingen in de afgelopen jaren voert het Regio College in de periode 2011-2013 risico-inventarisaties en -evaluaties (RI&E’s) uit op de diverse locaties en in de diverse gebouwen. In het najaar van 2011 is gestart met de locatie Purmerend, in de eerste helft van 2012 wordt gebouw C95 onderzocht. In het schooljaar 2012/13 zullen respectievelijk gebouw C99 en C97 worden onderzocht. Bij de uitvoering van deze RI&E’s maakt het Regio College voor de eerste keer gebruik van de RI&E-manager die voor het mbo is ontwikkeld.
27
8 Kwaliteitszorg 8.1
Resultaten toezicht Inspectie In mei 2011 vond het jaarlijks gesprek plaats tussen de Inspectie van het Onderwijs (in het vervolg kortweg inspectie) en het CvB. Naar aanleiding van dit gesprek heeft de inspectie laten weten dat alle opleidingen van het Regio College onder het basistoezicht vallen, met uitzondering van twee opleidingen die al een aangepast arrangement hadden. Het gaat hier om de opleidingen (Junior) kapper en Schoonheidsspecialist. Bij deze opleidingen is in 2011 opnieuw geconstateerd dat de opbrengsten onvoldoende waren, hoewel er een licht stijgende tendens was te zien. Daarom vallen deze opleidingen onder een aangepast arrangement. In maart 2012 zal de inspectie een vervolgonderzoek uitvoeren. Inspectie en CvB hebben afgesproken dat voor twee opleidingen een kwaliteitsonderzoek wordt uitgevoerd, omdat daar de opbrengsten onder de norm lagen. Bij de opleiding auto techniek heeft het Regio College zelf het onderzoek uitgevoerd, waarover inmiddels is gerapporteerd aan de inspectie. In het rapport geeft het Regio College aan op welke punten verbeteringen zullen worden doorgevoerd. Bij de opleiding Monteur elektrotechnische installaties is het onderzoek in het najaar door de inspectie uitgevoerd. Naar aanleiding van dit onderzoek is aan de opleiding aangepast toezichtarrangement toegekend. Begin 2013 voert de inspectie opnieuw onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. In juni 2011 had er in het kader van het stelselonderzoek een kwaliteitsonderzoek plaats bij de opleiding Procesoperator/Allroundoperator. Op grond van dit onderzoek heeft de inspectie besloten dat deze opleiding onder het basisarrangement valt. In juni en september 2011 vond bij acht opleidingen een onderzoek naar de kwaliteit van de examinering plaats. Bij twee opleidingen (Monteur grond-, weg- en waterbouwmachines en Secretariële beroepen) werd de examenkwaliteit als onvoldoende beoordeeld. Bij deze opleidingen zijn inmiddels verbeterplannen in uitvoering teneinde de gewenste kwaliteit te bereiken.
28
Tijdens onderzoek naar de kwaliteit van examinering heeft de inspectie ook gekeken naar de kwaliteitsverbetering bij de opleidingen Sociaal pedagogisch werker en Financiële beroepen. Aanleiding voor dit onderzoek was de onvoldoende kwaliteit van de examinering in schooljaar 2009-2010. Beide opleidingen hadden deze keer voldoende examenkwaliteit. De door de inspectie in 2011 verrichte onderzoeken naar de programmering en realisatie van de onderwijstijd (naleving 850-uren norm) hadden een positieve uitkomst.
8.2
Kwaliteit examinering In 2010 heeft het CvB een uitgebreid en intensief verbetertraject examinering in gang gezet. Speerpunten zijn: • verbeteren van de kwaliteit van de exameninstrumenten; • beter verankeren van deskundigheid op het gebied van examinering in de afdelingen; • borgen van examenprocessen, met name afname, beoordeling en diplomering. Van december 2010 tot april 2011 zijn er interne audits examinering georganiseerd, waaraan alle onderwijsafdelingen hebben deelgenomen. Het auditteam bestond uit een vaste voor zitter, een externe onafhankelijke deskundige, een onafhankelijke interne deskundige en een vaste secretaris. Aan elke audit werden één of twee onafhankelijke deskundigen toegevoegd, dit waren regisseurs uit andere afdelingen. Uitgangspunt voor de audits waren de standaarden examinering uit het toezichtkader 2009/2010. Als voorbereiding op de audit hebben de teams een zelfevaluatie met relevante bewijsstukken aangeleverd. Het complete exameninstrument van de geselecteerde opleiding is door deskundigen van Cito beoordeeld. Deze beoordeling is besproken met het team tijdens de audit en de resultaten zijn meegenomen in de eind rapportage per audit. Uit de audits is naar voren gekomen dat de kwaliteit van de examenproducten in veel gevallen nog verbetering behoeft. Aandachtspunten waren vooral het geven van volledige, eenduidige en transparante informatie aan de deelnemer en het verbeteren van de condities voor afname van examens. Op deze punten heeft het CvB een verbeteropdracht gegeven aan alle teams. Door middel van trainingen, workshops en kenniskringen is er inmiddels bij alle afdelingen gewerkt aan deskundigheidsbevordering bij constructeurs en vaststellers van examens en bij de regisseurs examinering. Naast de auditronde is een verbetertraject examenbundels uitgevoerd met inschakeling van externe expertise. Resultaat is dat er nu een compleet overzicht is van alle examenbundels en dat er gericht verbeteracties kunnen worden uitgevoerd. Als vervolg op het verbetertraject examinering is er een voorstel ontwikkeld voor de inrichting van een afdelingsoverstijgende commissie om de kwaliteit van examenbundels te monitoren. Het CvB zal hierover in 2012 een besluit nemen, in het kader van het vaststellen van een nieuw handboek examinering. Naast het specifieke verbetertraject examinering kent het Regio College een reguliere, jaarlijks terugkerende kwaliteitscyclus. Onderdeel hiervan vormen, in onderlinge samenhang, het activiteitenplan van het Regio College, de activiteitenplannen van de afdelingen en diensten en de teamwerkplannen.
8.3
Ombudsman en vertrouwenspersoon Het Regio College kent al sinds enige tijd de functies van ombudsman en vertrouwenspersoon. Deze functionarissen zijn in dienst van het Regio College, maar zijn volstrekt onafhankelijk en oefenen ook geen andere taken uit. Daarnaast is het Regio College aangesloten bij de externe Landelijke Klachtencommissie BVE, waar deelnemers en hun ouders, al dan niet na raadpleging van de ombudsman of vertrouwenspersoon, een klacht tegen het Regio College kunnen indienen. Externe partijen (andere belanghebbenden dan deelnemers, ouders van deelnemers en medewerkers) kunnen ook met hun klachten bij de ombudsman terecht.
29
In 2011 hebben 45 deelnemers een beroep gedaan op de ombudsman, waarvan één melding via de landelijke klachtenlijn MBO bij de ombudsman is aangemeld. Deze landelijke klachtenlijn is in 2010 door de minister van OCW ingesteld, dit naar aanleiding van de landelijke aandacht in pers en politiek voor klachten van deelnemers over roc’s. De meeste klachten of meldingen hadden betrekking op de uitvoering van het onderwijsproces en de kwaliteit van communiceren. Geen enkele procedure heeft geleid tot een klacht bij de Landelijke Klachtencommissie. In 2011 hebben 24 medewerkers zich tot de ombudsman gewend. In 12 zaken betrof het een verzoek om advies. De vertrouwenspersoon komt in beeld bij situaties waar sprake is van ongewenste omgangsvormen. Tot de taken van de vertrouwenspersoon behoren onder andere opvang, begeleiding en nazorg bij grensoverschrijdend gedrag. Ook preventie en voorlichting horen hierbij. In totaal zijn er 2011 44 deelnemers geweest die contact hebben gezocht met de ver trouwenspersoon. Bij 21 van de contacten met deelnemers had de melding te maken met ongewenste omgangsvormen. 23 Medewerkers hebben een beroep gedaan op de vertrouwenspersoon. Bij 18 van de contacten met medewerkers heeft de melding te maken gehad met ongewenste omgangsvormen. Daarnaast wordt de vertrouwenspersoon ook benaderd door deelnemers en medewerkers met vragen die niet direct in de sfeer van ongewenste omgangsvormen liggen of die niet direct aan het Regio College zijn gerelateerd. Bezwaar en beroep op het gebied van examinering zijn geregeld in het Examenreglement van het Regio College, dat ieder schooljaar wordt vastgesteld. Een deelnemer kan bezwaar aan tekenen tegen een beslissing van de examencommissie of van een beoordelaar bij de betreffende examencommissie. Daarna kan nog beroep worden aangetekend bij de Commissie van Beroep voor de examens.
30
9 Bestuur en toezicht 9.1
Verslag van de Raad van Toezicht Het verslag van de Raad van Toezicht over 2011 is vastgesteld in de vergadering van de Raad van Toezicht op 16 april 2012. Samenstelling De samenstelling van de Raad van Toezicht in het verslagjaar was als volgt: • mevr. J. Bulder, lid tot 1 juli 2011, vanaf 1 januari tot 1 juli 2011 tevens waarnemend voorzitter; • dhr. drs. H. Dijksma, lid vanaf 23 mei 2011, voorzitter vanaf 1 juli 2011; • mevr. drs. J. van Antwerpen, secretaris en vice-voorzitter; • mevr. prof.dr. G.T.M. ten Dam; • dhr. J.W. Pasdeloup MMO; • mevr. M.A.C. van Dijk MBA, vanaf 20 juni 2011; • dhr. E. Kalbfleisch RA, vanaf 20 juni 2011. De nieuwe leden zijn geworven via een openbare procedure, conform de code Goed bestuur in de BVE-sector. Met de Ondernemingsraad van het Regio College is afgesproken dat bij de eerstvolgende vacature (volgens het rooster van aftreden in oktober 2014) de OR een voordracht doet voor benoeming van een lid van de Raad van Toezicht. In bijlage 5 is een overzicht opgenomen van de zittingstermijnen en van de relevante (neven)functies van de leden van de Raad. De Raad heeft de volgende commissies ingesteld: • een auditcommissie, bestaande uit de heren Kalbfleisch en Pasdeloup; • een remuneratiecommissie, bestaande uit mevrouw Van Antwerpen en de heer Dijksma; • een onderwijscommissie, bestaande uit de dames Ten Dam en Van Dijk.
31
De honorering, inclusief onkostenvergoeding, van de voorzitter en de leden van de Raad van Toezicht bedroeg in 2011 net als in het voorgaande jaar € 6.700 respectievelijk € 4.300 (bedragen op jaarbasis). Deze honorering is conform de honoreringsregeling bve-sector. Werkzaamheden en thema’s Bij de uitvoering van zijn toezichttaak heeft de Raad van Toezicht de Code ‘Goed bestuur in de bve-sector’ gehanteerd. In 2011 zijn er zeven vergaderingen geweest van de Raad van Toezicht met het College van Bestuur. Ook buiten deze vergaderingen om is er contact geweest tussen voorzitter en leden van de Raad onderling en tussen de leden van de Raad en het College van Bestuur. Daarnaast heeft de Raad een gesprek gevoerd met de Ondernemingsraad van het Regio College. De Raad heeft vanwege de vele mutaties in de samenstelling in 2011 slechts een beperkte zelfevaluatie uitgevoerd. Begin 2011 heeft een commissie van de Raad (de remuneratiecommissie was toen nog niet ingesteld) het functioneren van het College van Bestuur geëvalueerd, onder meer aan de hand van gesprekken met een aantal medewerkers en met de Ondernemingsraad. De Raad van Toezicht van het Regio College heeft in mei ingestemd met het verzoek van mevrouw Burggraaff, om per 15 november 2011 haar functie van voorzitter College van Bestuur neer te leggen en haar daarmee in de gelegenheid te stellen van loopbaan te veranderen. De Raad heeft daarbij benadrukt grote waardering te hebben voor de wijze waarop mevrouw Burggraaff haar functie de afgelopen twaalf jaar heeft ingevuld. De Raad heeft onmiddellijk de procedure voor de benoeming van een nieuwe voorzitter College van Bestuur in gang gezet. Achtereenvolgens zijn het profiel en het voornemen tot benoeming ter advisering aan de Ondernemingsraad voorgelegd; daarnaast zijn profiel en voorgenomen benoeming voorgelegd aan een draagvlaktoetsingscommissie, bestaande uit drie afdelingsmanagers. De uitkomst van deze procedure was dat de Raad begin juli heeft besloten om de heer Van Amersfoort, sinds 2007 lid van het College van Bestuur, per 15 november te benoemen in de functie van voorzitter College van Bestuur. Naar het oordeel van de Raad is de heer Van Amersfoort bij uitstek in staat om in de komende periode zorg te dragen voor de gewenste continuïteit van beleid van het Regio College. In zijn werk als lid van het College van Bestuur heeft hij de afgelopen jaren laten zien zorg te kunnen dragen voor de ontwikkeling van een bij de regio passend hoogwaardig onderwijsaanbod door een in bedrijfseconomisch opzicht gezonde organisatie. De Raad heeft voorts geconstateerd dat de heer Van Amersfoort een vertrouwensbasis heeft gecreëerd met alle geledingen binnen het Regio College; dit is bevestigd in de positieve adviezen van de OR en de toetsingscommissie van het management over de voorgenomen benoeming. Vervolgens heeft de Raad in september de procedure voor de werving en benoeming van een nieuw lid College van Bestuur in gang gezet. Bij deze procedure is een extern bureau ingeschakeld. Wederom zijn profiel en voorgenomen benoeming ter advisering aan de OR en een draagvlaktoetsingscommissie voorgelegd. In december heeft de Raad besloten om mevrouw drs. D. Nelisse per 15 maart 2012 te benoemen als lid College van Bestuur. OR en draagvlaktoetsingscommissie hebben over de voorgenomen benoeming positief geadviseerd. Mevrouw Nelisse was op dat moment directeur bij de Hogeschool van Amsterdam, domein Economie & Management. Zij heeft een onderwijskundig profiel en heeft kennis van en ervaring met innovatie-, communicatie- en verbeterprocessen. Daarnaast heeft mevrouw Nelisse blijk gegeven van een benadering en werkwijze die naar de mening van de Raad goed past bij de cultuur van het Regio College. Ten behoeve van het uitvoeren van de toezichttaak heeft de Raad aan de hand van de voortgangsrapportages van het College van Bestuur de stand van zaken op het gebied van onderwijskwaliteit, organisatieontwikkeling, financiën en huisvesting besproken. De Raad heeft kennis genomen van de managementletters van de accountant, van de benchmark mbo en van de rapportages van de 0nderwijsinspectie. Belangrijk gespreksonderwerp in 2011, zowel in de auditcommissie als in de voltallige Raad, was de meerjarenprognose 2011-2016 van het Regio College. Zoals elders in dit jaarverslag wordt toegelicht, heeft deze prognose duidelijk gemaakt dat de inkomsten (rijksbijdragen) in 2012
32
en 2013 scherp teruglopen; bij ongewijzigd beleid zouden er daardoor in die jaren substantiële exploitatietekorten ontstaan. De Raad is geïnformeerd over de maatregelen die het College van Bestuur naar aanleiding van de meerjarenprognose heeft genomen, waaronder het inkrimpen van de formatie en het bijstellen van investeringen. Deze maatregelen zijn uitgewerkt en vastgelegd in de begroting 2012, die door de Raad in december is goedgekeurd. De Raad heeft voorts met het College van Bestuur intensief van gedachten gewisseld over de continuïteit van het onderwijsaanbod van het Regio College in het licht van de financiële meerjarenprognose. De auditcommissie heeft de tussentijdse financiële triaalrapportages besproken. De commissie heeft daarbij verzocht om aanscherping en verdere verbetering van deze rapportages. De Raad heeft goedkeuring verleend aan een investering van € 1,5 miljoen ten behoeve van de verbouwing van de A- en B-vleugel van Cypressehout 99 en van Cypressehout 97. De Raad is door het College van Bestuur regelmatig geïnformeerd over de stand van zaken wat betreft de bestemmingswijziging en overdracht van Cypressehout 100. De Raad heeft twee keer gesproken over de nota Focus op Vakmanschap van de minister van OCW en over de gevolgen van die nota voor het Regio College. De uitwerking van de beleidsvoornemens van de minister zal ook in 2012 een belangrijk thema voor de Raad zijn. De Raad heeft daarnaast met het College van Bestuur van gedachten gewisseld over de strategie en het toekomstperspectief van het Regio College op de langere termijn. Als slot van dit verslag over zijn werkzaamheden wil de Raad zijn dank uitspreken aan alle medewerkers van het Regio College voor de inspanningen die zij in 2011 hebben geleverd om goed onderwijs te verzorgen, toegesneden op de behoeften van deelnemers en werkgevers in de regio Zaanstreek-Waterland en daarbuiten.
9.2
College van Bestuur Het College van Bestuur had tot 15 november 2011 de volgende samenstelling: • mevr. drs. C.E. Burggraaff, voorzitter; • dhr. dr.ir. P.W. van Amersfoort, lid. Zoals in het verslag van de Raad van Toezicht reeds is toegelicht, is op 15 november mevrouw Burggraaff teruggetreden als voorzitter CvB en is de heer Van Amersfoort in functie getreden als voorzitter CvB. In de aldus ontstane vacature lid CvB is per 15 maart 2012 benoemd mevrouw drs. D. Nelisse. De arbeidsvoorwaarden voor het College van Bestuur zijn gebaseerd op de CAO Bve en passen binnen de code Goed bestuur in de bve-sector. De inschaling van de voorzitter CvB was tot 15 november 18.13 en vanaf 15 november 18.11; de inschaling van het lid CvB was 17.13. De totale loonkosten van het CvB, inclusief werkgeverslasten, pensioenen en dergelijke, bedroegen in 2011 € 356.136. Met de op 15 november afgetreden voorzitter CvB is door de Raad van Toezicht een vaststellingsovereenkomst afgesloten. De financiële gevolgen van deze overeenkomst zijn in hun geheel ten laste van de jaarrekening 2011 gebracht, waarmee het belastbare loon plus de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn voor de afgetreden voorzitter CvB komen op € 193.221. Dit bedrag is de som van het reguliere belastbare loon 2011 ad € 108.221 en de loonkosten vaststellingsovereenkomst 2012 ad € 85.000, die ten laste zijn gebracht van het boekjaar 2011. In bijlage 5 is een overzicht opgenomen van de relevante (neven)functies van de leden van het College van Bestuur.
33
10 Financiële informatie over de instelling 10.1
Ontwikkeling kengetallen De ontwikkeling van de financiële kengetallen gedurende de afgelopen drie jaar is als volgt.
2009
2010
2011
Solvabiliteit 1
0,51
0,55
0,54
Solvabiliteit 2
0,53
0,58
0,57
Liquiditeit
135
132
59
Rentabiliteit
3%
2%
-3%
Met solvabiliteit 1 wordt bedoeld het eigen vermogen ten opzichte van het balanstotaal. Bij solvabiliteit 2 wordt het eigen vermogen plus de voorzieningen afgezet tegen het balanstotaal.
34
10.2 Balans 2010 € Immateriële vaste activa
2011 €
2010 €
53.085
124.518
Materiële vaste activa
20.292.492
24.063.533
Financiële vaste activa
1
1
20.345.578
24.188.052
Vorderingen
2.434.259
1.207.885
Liquide middelen
7.184.007
3.173.108
Totaal vlottende activa
9.618.266
4.380.993
29.963.844
28.569.045
Totaal vaste activa
Totaal activa
Eigen vermogen
2011 €
16.576.050
15.457.970
745.696
900.634
Langlopende schulden
5.116.599
4.798.045
Kortlopende schulden
7.525.499
7.412.396
29.963.844
28.569.045
Voorzieningen
Totaal passiva
De stijging van de post materiële vaste activa heeft te maken met de activering van de verbouwingskosten van de C-vleugel van het gebouw Cypressehout 99 in Zaandam. De daling van de post liquide middelen wordt grotendeels veroorzaakt door de investeringen in de materiële vaste activa. De reserve neemt af doordat het (negatieve) resultaat 2011 is toegevoegd. Uit het resultaat 2011 is de vrijval salarismix ad € 20.000 toegevoegd aan de bestemmingsreserve publiek.
10.3 Toelichting op het resultaat Het saldo van baten en lasten over 2011 is € 1.118.080 negatief, terwijl in de begroting 2011 een negatief resultaat van € 720.536 was voorzien. In het resultaat is een bijzondere last van € 429k opgenomen. Het gaat hier om het afboeken van een vordering op gemeenten in verband met het educatiebudget, die ten onrechte op de balans was opgenomen. Zonder deze bijzondere last komt het resultaat over 2011 uit op € 689k negatief. Baten De baten waren in 2011 ruim € 7,5 ton hoger dan begroot. In onderstaande tabel staat het totaaloverzicht van de baten. Realisatie 2010 (in K€)
Realisatie 2011 (in K€)
Begroting 2011 (in K€)
36.270
35.391
35.078
Totaal gemeentelijke bijdragen en subsidies
4.373
2.073
2.111
College-, cursus-, les- en examengeld
1.669
1.406
1.151
Baten werk in opdracht derden
919
1.363
1.201
Overige baten
654
628
557
43.885
40.861
40.098
Totaal rijksbijdragen
Totale baten
De posten worden in de volgende tabellen nader gespecificeerd. De rijksbijdragen vielen ruim € 300k hoger uit dan was voorzien. In de post niet geoormerkte OCW-subsidies is de bijdrage salarismix opgenomen.
35
Realisatie 2010 (in K€)
Realisatie 2011 (in K€)
Begroting 2011 (in K€)
31.713
31.288
31.288
Rijksbijdrage wachtgeld
1.225
1.195
1.095
Geoormerkte projectsubsidies
1.861
1.918
726
1.471
990
1.968
36.270
35.391
35.077
Rijksbijdrage OCW 1e geldstroom
Niet geoormerkte OCW-subsidies Totaal rijksbijdragen
Uit de volgende tabel blijkt dat de bijdragen van gemeenten in 2011 fors lager waren dan in 2010: een teruggang van ruim € 2,3 miljoen. De bijdragen educatie zijn gehalveerd. Realisatie 2010 (in K€) Bijdragen gemeenten educatie Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies Totaal gemeentelijke bijdragen en subsidies
Realisatie 2011 (in K€)
Begroting 2011 (in K€)
3.811
1.951
1.424
562
122
687
4.373
2.073
2.111
De baten werk in opdracht van derden heeft zich als volgt ontwikkeld. Realisatie 2010 (in K€)
Realisatie 2011 (in K€)
Begroting 2011 (in K€)
Contractonderwijs
777
1.232
1.079
Overig baten werk in opdracht van derden
142
131
122
Totaal baten werk in opdracht van derden
919
1.363
1.201
De realisatie ‘contractonderwijs’ in 2011 kent de volgende specificatie: • inkomsten/subsidies projecten (o.m. Bruggen Bouwen, Plusvoorziening): € 889k; • contractactiviteiten (cursussen zonder overheidsbijdrage): € 181k; • maatwerktrajecten (reguliere BBL-opleidingen, zie par. 6.2): € 59k; • trajecten met groepskosten (zie eveneens par. 6.2): € 104k. Lasten De totale lasten (exclusief het saldo financiële baten en lasten) bedroegen in 2011 € 41.756.598 en vielen daarmee ongeveer € 1 miljoen hoger uit dan was begroot. Realisatie 2010 (in K€)
Realisatie 2011 (in K€)
Begroting 2011 (in K€)
28.930
27.767
27.596
Afschrijvingslasten
2.153
1.972
2.500
Huisvestingslasten
3.712
4.211
3.699
Overige lasten
8.105
7.891
6.870
42.900
41.841
40.665
Personeelslasten
Totaal lasten
De personele lasten waren in 2011 nagenoeg conform begroting. Deze lasten zijn ten opzichte van 2010 met € 1,2 miljoen gedaald. Dit is het effect van de doorgevoerde reductie
36
van de formatie, zoals eerder in het bestuursverslag toegelicht. De verdeling van de lasten over personeel in loondienst en personeel niet in loondienst is als volgt: Realisatie 2010 (in K€) Lonen en salarissen personeel in dienst
Realisatie 2011 (in K€)
Begroting 2011 (in K€)
25.577
24.706
24.717
2.772
1.889
1.122
Personeel niet in loondienst
De huisvestingslasten zijn ten opzichte van 2010 met ruim € 0,5 miljoen gestegen en vallen ook € 0,5 miljoen hoger uit dan begroot. Het Regio College is ook in 2011 noodgedwongen nog tijdelijk te ruim gehuisvest: een deel van de panden aan het Cypressehout wordt ingrijpend gerenoveerd, waarbij de betreffende afdelingen en diensten tijdelijk in het pand Cypressehout 100 zijn of worden gehuisvest. Het pand C100 wordt start schooljaar 2012-2013 uit exploitatie genomen. De renovaties van de gebouwen zijn ruim binnen de begroting uitgevoerd.
10.4 Investeringsbeleid Ten aanzien van de investeringen is het gevoerde beleid, dat de gelden die vrijkomen uit de afschrijvingen beschikbaar komen voor het doen van vervangingsinvesteringen.
10.5 Treasury Het College van Bestuur heeft in 2009 een Treasury Statuut vastgesteld waarin de bevoegd heden met betrekking tot het verrichten van betalingen, het afsluiten van geldleningen en het uitzetten van liquide middelen nader is geregeld. Voor wat betreft het uitzetten van overtollige liquide middelen wordt door de instelling uitsluitend gebruik gemaakt van kortlopende deposito’s. In april 2011 heeft het CvB een nieuw Treasury Statuut vastgesteld, waarbij het statuut is aangepast aan de veranderde organisatiestructuur van het Regio College. Daarnaast hanteert het Regio College de regeling FVE2001/57965N van 25 juli 2001 van het ministerie van OCW. In deze regeling is aangegeven dat de instellingen publieke middelen, alsmede de overtollige middelen voor zover deze niet afgescheiden zijn van de publieke middelen, risicomijdend dienen te beleggen en belenen. Het Regio College heeft in 2011 geen beleggingen en beleningen uitstaan.
10.6 Segmentatie publiek-privaat Het College van Bestuur heeft, na goedkeuring door de Raad van Toezicht, in 2009 besloten om geen segmentatie tussen publiek en privaat vermogen aan te brengen en het eigen vermogen volledig als publiek aan te merken. Het Regio College ontplooit nagenoeg geen activiteiten die privaat vermogen genereren.
37
10.7 Vergelijking begroting 2012 en begroting/realisatie 2011 In onderstaande tabel wordt de begroting van het Regio College voor 2012 vergeleken met de begroting voor 2011 en de realisatie 2011. Aan de batenkant is er in 2012 een forse daling van de rijksbijdrage begroot, als gevolg van de daling van het aantal deelnemers in 2010 (t-2 financiering). In de begroting 2012 weerspiegelt de daling van de baten zich in een afname van de personele lasten. Begroting 2012 (in K€)
Begroting 2011 (in K€)
Realisatie 2011 (in K€)
Baten Rijksbijdragen OCW Rijksbijdrage OCW
29.215
31.188
31.288
Overige overheidsbijdragen
2.043
2.694
2.908
1.172
1.195
1.195
32.430
35.077
35.391
Gemeentelijke bijdrage educatie
1.189
1.424
1.951
Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies
1.198
687
122
2.387
2.111
2.073
Totaal overige baten
2.338
2.908
3.397
Totale baten
37.155
40.096
40.861
22.781
24.717
24.706
Personeel niet in loondienst
1.484
1.122
1.890
Overige personele lasten, inclusief dotaties personele voorzieningen
1.434
1.757
1.171
25.699
27.596
27.767
2.514
2.500
1.972
Huur
1.886
2.019
2.032
Overige huisvestingslasten
1.575
1.680
2.180
Totaal huisvestingslasten
3.461
3.699
4.212
Overige instellingslasten
6.480
6.870
7.891
Totale exploitatielasten
38.154
40.665
41.842
Saldo baten en lasten
-999
- 569
-981
Financiële baten en lasten
-194
- 152
-137
-1.193
- 721
-1.118
Rijksbijdragen wachtgeld Totaal rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen
Totaal overige overheidsbijdragen Overige baten
Lasten Personele lasten Personeel in loondienst
Totaal personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten
Resultaat
38
Bijlage 1
Organogram Regio College
Raad van Toezicht
College van Bestuur
Ondernemingsraad
Vertrouwenspersoon Ombudsman
Deelnemersraad
Bestuurs secretariaat
Dienst Communicatie & Werving • PR & Communicatie • Bedrijfsopleidingen
Dienst Onderwijs, Personeel & Kwaliteit • •
Personeel & Organisatie Onderwijs, Ontwikkeling & Kwaliteitszorg
Planning en Control
Dienst Administraties
Dienst Facilitair Bedrijf
• Deelnemers- administratie • Financiële administratie • Personeels- en salarisadministratie
• Facilitaire Dienst • Huisvesting & Middelen • Informatie Centrum Automatisering (ICA)
Bureau Onderwijsondersteuning
Bedrijfsbureau
Afdeling
Afdeling
Regio Entree
Bouw & Infra
Afdeling
Afdeling
Vrije tijd & Ondernemen
MBO Purmerend
• Havo • Vwo
Team
Team
Team
Team
• AanZ! • X-tra • Servicecentrum
• Bouw • Infratechniek
• Handel & Optiek • Uiterlijk Verzorging • Toerisme • Recreatie & Sport
• Gezondheidszorg • Agogische Beroepen • Economie • ict • Vrije tijd & Ondernemen
Afdeling
Afdeling
Productie, Onderhoud & Logistiek
Zorg & Welzijn
Afdeling
Economie & ICT
Team
Team
Team
• Procestechniek • Metaal-, Elektro- en Installatietechniek • Motorvoertuigen- techniek,Transport & Logistiek
• Helpende welzijn • Pedagogisch werk • bbl / Onderwijs- assistent / Persoonlijk begeleider • Verpleging & verzorging • Assistenten in de Gezondheidszorg
• • • • •
Administratie Brede kantoor- opleiding Commercieel Secretarieel & juridisch ict
39
Vavo
Plaveia • Educatie • Inburgering • WMO
Bijlage 2
Resultaten per afdeling Jaarresultaat 2008/2009
2009/2010
2010/2011
Bouw & Infra
74,5%
79,9%
83,3%
Economie & ICT
74,7%
73,7%
80,9%
Productie, Onderhoud & Logistiek
65,4%
60,8%
67,0%
Purmerend*
71,4%
74,1%
62,9%
Regio Entree (AanZ!)
58,8%
73,8%
71,4%
Vrije tijd & Ondernemen
62,8%
56,3%
61,3%
Zorg & Welzijn
68,7%
76,8%
73,5%
*: voor 2008-2009 en 2009-2010 betreft het hier alleen het resultaat voor de opleiding ICT Purmerend Bron: gegevens Regio College
Diplomaresultaat
2008/2009
2009/2010
2010/2011
Bouw & Infra
66,9%
76,2%
86,3%
Economie & ICT
75,7%
77,3%
85,6%
Productie, Onderhoud & Logistiek
60,2%
58,6%
69,6%
Purmerend*
46,2%
40,0%
60,3%
Regio Entree (AanZ!)
28,6%
42,1%
52,4%
Vrije tijd & Ondernemen
60,9%
58,7%
61,9%
Zorg & Welzijn
78,4%
77,6%
78,1%
*: voor 2008-2009 en 2009-2010 betreft het hier alleen het resultaat voor opleiding ICT Purmerend Bron: gegevens Regio College
40
Tevredenheidsonderzoeken Resultaten instroomonderzoek gespecificeerd naar afdeling.
Rapportcijfer opleiding
Rapportcijfer school
Roc
Economie & ICT
VTO
AB
GZ
MBO Purmerend
POL
Bouw & Infra
20102011
7,0
7,2
6,7
7,0
6,5
6,4
7,3
7,6
20082009
6,8
6,9
7,1
7,0
6,9
7,0
7,3
6,8
20102011
6,6
6,7
6,3
6,6
6,5
6,4
6,7
7,2
20082009
6,2
5,9
6,4
6,3
6,2
6,3
6,4
6,1
VTO = afdeling Vrije tijd & Ondernemen AB = Agogische Beroepen GZ = Gezondheidszorg (AB en GZ zijn start studiejaar 2011-2012 samengevoegd tot de afdeling Zorg & Welzijn; AanZ! maakt in deze tabellen nog deel uit van de afdeling GZ) POL = Productie, Onderhoud & Logistiek
41
Bijlage 3
Verslag taal en rekenen 2011 Onderdeel 1 Ondernomen activiteiten, bestede middelen en bereikte deelnemers en personeelsleden
* Taal (T) of rekenen (R)
Activiteiten
T/R*
Aantal bereikte deelnemers
Aantal betrokken medewerkers
A. Aanpassingen in de didactiek en pedagogiek van de beroepsopleidingen met het oog op intensivering van het taal- en rekenonderwijs 1. Ontwikkelen taalcurriculum
T
alle deelnemers
2 projectleiders 31 taaldocenten 13 taalregisseurs
2. Ontwikkelen rekencurriculum
R
alle deelnemers
1 projectleider
10 rekencoördinatoren
24 rekendocenten
3. Docent Nederlands in de vakles
300
4 taaldocenten
4. Invoering woorddossier in vakles
150
6 taaldocenten taal
5. Invoering taalportfolio
150
6 docenten taal
1. Nulmeting cohort 2011
T
lezen: 1.199
luisteren: 956
schrijven: 759
R
rekenen: 1.218
2. Voortgangsmeting cohort 2010
T
lezen: 195
luisteren: 131
schrijven: 42
R
rekenen: 534
3. Toetsbeheer en organisatie
T
R
B. Toetsing van deelnemers
4. Ontwikkelen toetsplan Nederlands
T
1 projectleider
13 taalregisseurs
31 taaldocenten
5. Ontwikkelen toetsplan rekenen
R
10 rekencoördinatoren
24 rekendocenten
6. Centrale examinering (pilots voorbereiding)
1 projectleider
C. Extra onderwijstijd (activiteiten buiten het reguliere lesprogramma) T
70
R
97
2. Extra taal en rekenen op de afdeling
T
40
R
120
3. Dyslexiebeleid en-begeleiding
37
1. Extra taal- en rekenlessen om achterstanden in te lopen (centraal uitgevoerd)
42
Vervolg onderdeel 1 Activiteiten
T/R*
D. Nieuwe of aangepaste faciliteiten
Aantal bereikte deelnemers
Aantal betrokken medewerkers
1. 3 laptops en 3 licenties Kurzweil
10
E. Professionalisering van docenten
T
10 taalregisseurs
2. Scholing Taalblokken
20 taaldocenten
3. Scholing Rekenblokken
R
10 rekendocenten
4. Deelname mbo taalcoach-academie ITTA
2 projectleiders 6 taalregisseurs
1. Training curriculumontwikkeling taal
Totaal besteed in 2011 uit middelen taal en rekenen: € 643.377.
43
Onderdeel 2 Inhoudelijk A. Aanpassingen in de didactiek en pedagogiek van de beroepsopleidingen met het oog op intensivering van het taal- en rekenonderwijs 1. Ontwikkelen taalcurriculum
Van één afdeling zijn de curricula gereed, van de andere zes afdelingen zijn ze in ontwikkeling
2. Ontwikkelen rekencurriculum
Van één afdeling zijn de curricula gereed, van de andere zes afdelingen zijn ze in ontwikkeling
3. Docent Nederlands in de vakles
Hiermee is bij twee afdelingen een experiment geweest
4. Invoering woorddossier in de vakles
Hiermee is bij drie afdelingen een experiment geweest
5. Invoering taalportfolio
Bij één afdeling is een ontwikkelingsportfolio ingevoerd in het onderwijs, bij een andere afdeling wordt er bij enkele teams mee gewerkt.
B. Toetsing van deelnemers
Nulmeting cohort 2011
• Vier afdelingen hebben meegedaan aan de centraal georganiseerde nulmeting, drie afdelingen hebben dit zelf georganiseerd. • Van de op lezen getoetste deelnemers (totaal 1.199) zitten er 168 (14%) op meer dan één niveau onder het vereiste uitstroomniveau. • Van de op luisteren getoetste deelnemers (totaal 956) zitten er 63 (6,5%) op meer dan één niveau onder het vereiste uitstroomniveau. • Van de op schrijven getoetste deelnemers (totaal 759) zitten er 222 (29%) op meer dan één niveau onder het vereiste uitstroomniveau. • Van de op rekenen getoetste deelnemers (totaal 1.218) zitten er 414 (34%) op meer dan één niveau onder het vereiste uitstroomniveau.
Voortgangsmeting cohort 2010
De voortgangsmeting is in 2011 bij een beperkt aantal deelnemers afgenomen. • Lezen: 195 • Luisteren: 131 • Schrijven: 42 • Rekenen: 534 Of er vooruitgang is geboekt, is op basis van deze kleine aantallen niet te zeggen.
Toetsbeheer en organisatie
Op alle afdelingen is een TOA-beheerder aangesteld, die in overleg met docenten TOA-toetsen klaarzet en rapportages uitdraait.
Ontwikkelen toetsplan Nederlands
Van drie afdelingen zijn de toetsbundels Nederlands en rekenen gereed, van twee afdelingen zijn ze in ontwikkeling en van één afdeling zijn ze ter screening aangeboden aan de afdeling OPK.
Ontwikkelen toetsplan rekenen
Van drie afdelingen zijn de toetsbundels rekenen gereed, van één zijn ze vastgesteld door de examencommissie, van één afdeling zijn ze ter screening aangeboden aan de afdeling OPK, één afdeling is nog aan het ontwikkelen
Centrale examinering (pilots voorbereiding)
Om te komen tot het uitvoeren van landelijke pilots ter voorbereiding van de afname van de landelijke examens is een projectstructuur ingericht met een stuurgroep (portefeuillehouder/ CvB, hoofd OPK, hoofd BOO, coördinator ICA) en een projectgroep (vertegenwoordigers van roosterbureau, BOO, ICA, toetsleider, projectleider, portefeuillehouder) en een projectplan gemaakt. Aan de eerste landelijke pilot is niet deelgenomen omdat op dat moment bij het Regio College de migratie naar een andere ICTomgeving plaatsvond en er derhalve geen garantie was dat de voor de pilot noodzakelijke ICT-voorzieningen goed werkten.
C. Extra onderwijstijd Extra taal- en rekenlessen om achterstanden in te lopen (centraal uitgevoerd)
Alle afdelingen hebben erin geparticipeerd. In juli 2011 is besloten dit niet meer centraal te organiseren omdat de praktijk heeft uitgewezen dat het organiseren per afdeling beter werkt; op deze wijze kan beter worden ingespeeld op de specifieke situatie bij de verschillende opleidingen en op de verschillen tussen BOL en BBL.
Extra taal- en rekenlessen op de afdeling
Op één afdeling zijn er extra lessen taal en rekenen ingevoerd, op andere afdelingen zijn die in voorbereiding. Op voorstel van de werkgroep heeft het CvB de aanpak bij BBL-opleidingen vastgesteld.
Remediëring (dyslexie en taalzwakke deelnemers)
Er is één opleiding die een extra uur remediëring heeft ingesteld. Bij het Servicecentrum is een dyslexiespecialist aangesteld die deelnemers met dyslexie begeleidt.
44
Vervolg onderdeel 2 Inhoudelijk
D. Nieuwe of aangepaste faciliteiten Er zijn bij één afdeling drie laptops en drie licenties Kurzweil aangeschaft voor taalzwakke en dyslectische deelnemers. E. Professionalisering van docenten Training curriculumontwikkeling taalregisseurs
Vijf afdelingen namen hieraan deel.
Scholing taalblokken
Van zes afdelingen volgden docenten de scholing.
Scholing rekenblokken
Van zes afdelingen volgden docenten de scholing.
Deelname mbo taalcoachacademie ITTA (regisseurs)
Regisseurs uit vier afdelingen namen hieraan deel.
Scholing rekendocenten
Van drie afdelingen hebben docenten een rekenscholing gevolgd.
F. Overig Aanstellen afdelingsbrede taal- en rekencoördinator
Bij één afdeling is een coördinator aangesteld.
Bovenstaand resultaat is gebaseerd op de uitvoering van de activiteiten zoals opgenomen in het plan Taal en rekenen op niveau, implementatieplan 2010-2013. Dit plan is in september 2011 aangepast op twee onderdelen: • de nulmeting (van decentraal naar centraal) en • de lessen extra taal en rekenen (van centraal naar de centraal) Een reflectie op de behaalde resultaten in relatie tot de beoogde effecten op taalen rekenprestaties van deelnemers Wat de overige activiteiten uit het plan betreft: er zijn verschillen per afdeling te zien in de mate en het tempo waarin ze worden uitgevoerd. Dat heeft te maken met de al of niet talige kant van het beroep waarvoor wordt opgeleid, de aanwezigheid van voldoende deskundige docenten en regisseurs, de mate waarin er al taalbeleid was voor 2010, en met de verdeling BOL/BBL. Het taalonderwijs in de BBL is een punt van aandacht. Daarvoor is inmiddels een taskforce BBL ingesteld, die een plan heeft gemaakt voor de aanpak in de BBL. De resultaten van de voortgangsmeting zijn in 2011 nog niet zodanig dat er zinvolle en betrouwbare uitspraken kunnen worden gedaan over het effect van de acties die in 2010 in gang zijn gezet. Conclusies op basis van deze reflectie m.b.t. eventuele bijstelling van het implementatieplan Het taalbeleid krijgt in het Regio College steeds meer vorm, waarbij er in sommige opleidingen al sprake is van volwaardige implementatie van dit beleid. Het integreren van taalonderwijs in vaklessen blijft nog achter. Hieraan zal in 2012 extra aandacht worden besteed; het gaat daarbij onder meer om scholing van vakdocenten en praktijkbegeleiders. De focus bij rekenen ligt in eerste instantie nog op het generieke rekenen.
45
Bijlage 4 Overzicht werkgevers waarvoor Regio College in 2011 maatwerktrajecten en trajecten met groepskosten (bekostigd onderwijs) heeft uitgevoerd • Start People • Opleidingscentrum Nederland • PPG Coatings Nederland • Tata Steel • Dutch Cocoa • Albert van Zoonen • Infraned B.V. • Edilon Sedra • Alpha-Fry • Zaans Medisch Centrum • SPG • Waterlandziekenhuis • De Spinaker (Aloysius) • Forbo Flooring • ICL Fertilizers • Belastingdienst • Meuwissen Industrie • Pearle Benelux • Shell • Zorgcirkel • Sonneborn • BN International • Martin Schilder • Aldi • Mondo Minerals • Waternet • SWA • RBO / Belastingdienst • Sanquin • BN International
46
Bijlage 5
Overzicht zittingstermijnen en relevante (neven)functies leden Raad van Toezicht Zittingstermijnen De leden van de Raad van Toezicht van het Regio College hebben zitting voor een tijdvak van vier jaar en zijn eenmaal herbenoembaar. In bijzondere gevallen kan de Raad besluiten tot een extra herbenoemingstermijn, waarbij de duur van die termijn expliciet wordt vastgesteld. Naam
Datum aantreden
Eind 1e termijn/ herbenoeming
Eind 2e termijn
Functie
J. Bulder
Maart 2003
Maart 2007
Juli 2011*
Waarnemend voorzitter vanaf 1-1-2011 tot 1-7-2011
Mei 2011
Mei 2015
Mei 2019
Voorzitter vanaf 1-7-2011
Oktober 2006
Oktober 2010
Oktober 2014
Secretaris en vice-voorzitter
G.T.M. ten Dam
Maart 2008
Maart 2012
Maart 2016
Lid
J.W. Pasdeloup
Juli 2010
Juli 2014
Juli 2018
Lid
M.A.C. van Dijk
Juni 2011
Juni 2015
Juni 2019
Lid
E. Kalbfleisch
Juni 2011
Juni 2015
Juni 2019
Lid
H. Dijksma
J. van Antwerpen
* extra herbenoemingstermijn tot 1-7-2011
(Neven)functies Dhr. Drs. H. Dijksma: • adviseur en toezichthouder publiek/private samenwerking en corporate governance en Lid Maatschap Nieuw-College: Voor het nieuwe besturen; • (onafhankelijk) voorzitter Coöperatie Rivierduinenergie; • lid Raad van Commissarissen Afvalzorg NV te Nauerna, Assendelft en lid Audit commissie; • lid Raad van Commissarissen Beheer Flevoland Participaties BV; • lid Raad van Toezicht OMALA (Ontwikkelingsmaatschappij Almere Lelystad Airport); • vicevoorzitter van het bestuur van de stichting Het Flevo-landschap; • lid bestuur De 12 Landschappen; • treasurer Association Wetlands International; • vice Chair of the Board of the Supervisory Council of the Foundation Wetlands International; • penningmeester Stichting RDIJ-Award, Almere; • bestuurslid Corrosia! Expo en Theater de Roestbak, Almere Haven; • vicevoorzitter VVD Kamercentrale Flevoland; • jurylid 300 E trofee; • lid comité van aanbeveling La Mascotte, opera- en operettevereniging Emmeloord.
47
Mevr. drs. J. van Antwerpen: • directeur Amsterdamse Innovatie Motor; • lid Raad van Toezicht Welzijnsstichting Kern 8 te Alkmaar. Mevr. J. Bulder: • freelance coach; • lid Raad van Toezicht RIBW Zaanstreek, Waterland en West-Friesland; • coördinator Eigen Kracht Centrale; • landelijk voorzitter Arme kant van Nederland/EVA. Mevr. prof.dr. G.T.M. ten Dam: • hoogleraar Onderwijskunde in het bijzonder Individuele en Sociaal-culturele verschillen in leren en instructie, Universiteit van Amsterdam; • voorzitter Onderwijsraad; • lid Raad van Toezicht Nationaal Onderwijsmuseum; • voorzitter jury Nationale Alfabetiseringsprijzen; • voorzitter Stichting Max Goote Bijzondere Leerstoelen; • lid Comité van Aanbeveling van de Nationale Onderwijsprijs. Dhr. J.W. Pasdeloup MMO: • zelfstandig ondernemer (zzp’er); • voorzitter Raad van Commissarissen van de Stichting Landzijde (AWBZ Zorg boerderijen in Noord Holland); • penningmeester dagelijks bestuur van de Ledenvereniging Evean/Icare; • lid Raad van Toezicht van de stichting Primo Noord-Holland (in liquidatie) te Purmerend; • Voorzitter WonenPlus Noord-Holland • Lid van de Raad van Beheer van het Sportfondsenbad te Monnickendam. Mevr. M.A.C. van Dijk MBA: • algemeen directeur Royal Duyvis Wiener BV, Koog aan de Zaan; • bestuurslid Fenedex; • voorzitter bestuur Nederlands Instituut voor Lastechniek. Dhr. E. Kalbfleisch RA: • directeur Finance4Care, Zaandam; • directeur FIZr, Alkmaar; • penningmeester Kinderhospice Lancelot.
48
Bijlage 6
Overzicht nevenfuncties leden College van Bestuur Mevr. drs. C.E. Burggraaff (tot 15 november 2011): • lid Raad van Toezicht Ontwikkelcentrum (Groene sector); • lid Bestuur Calibris (kenniscentrum Beroepsonderwijs-Bedrijfsleven in de sector Zorg, welzijn en sport); • lid Bestuur Stichting First in Food Zaanstreek; • lid Bestuur Stichting Technocentrum Noord-Holland Noord; • lid Stuurgroep Platform Arbeidsmarkt en Onderwijs Zaanstreek-Waterland; • lid Zaanse Economische Raad. Dhr. dr. ir. P.W. van Amersfoort (vanaf 15 november 2011): • lid Stuurgroep Platform Arbeidsmarkt en Onderwijs Zaanstreek-Waterland; • lid Zaanse Economische Raad.
49
Bijlage 7
Verantwoording Notitie Helderheid In deze bijlage wordt verantwoording afgelegd over de thema’s die zijn benoemd in de Notitie Helderheid van het ministerie van OCW uit 2004 en de daarop volgende aanvullingen.
Thema 1: uitbesteding Het Regio College heeft in 2011 één opleiding uitbesteed aan een andere organisatie. Het ging hierbij om een maatwerktraject bij Tata Steel. Daarbij is voldaan aan de wettelijke eisen en waarborgen.
Thema 2: investeren van publieke middelen in private activiteiten Het Regio College heeft in 2011 geen publieke middelen in private activiteiten geïnvesteerd.
Thema 3: het verlenen van vrijstellingen Er worden binnen het Regio College vrijstellingen aan deelnemers verleend. De examencommissie van de onderwijsafdeling toetst deze vrijstellingen. Waar het gaat om bekostigde deelnemers worden daarbij de voorwaarden in acht genomen zoals opgenomen in de wet- en regelgeving en in de notitie Helderheid. Het Regio College brengt geen diploma’s voor outputbekostiging in aanmerking van deelnemers die voorafgaand aan het examen geen beroepsopleiding hebben gevolgd.
Thema 4: les- en cursusgeld niet betaald door deelnemers zelf Het Regio College heeft in 2011 geen publieke middelen gebruikt om les- en cursusgeld van deelnemers te betalen en heeft ook geen fonds gevormd om dit mogelijk te maken. Het Regio College heeft in 2011 geïntegreerde trajecten beroepsonderwijs-educatie (de zogenaamde BBL+-trajecten) uitgevoerd. Het gaat om trajecten die reeds voor 2010 zijn gestart, in 2011 zijn er geen nieuwe trajecten begonnen. Er is voldaan aan de voorwaarden die zijn geformuleerd in de notitie Helderheid.
Thema 5: in- en uitschrijving van deelnemers In de periode van 1 oktober 2011 tot en met 31 december 2011 hebben 221 deelnemers het Regio College verlaten, waarvan 115 met bekostigd diploma en 106 zonder bekostigd diploma. Nader gespecificeerd naar tijdstip: 46 in de maand oktober (waarvan 26 met diploma), 81 in de maand november (waarvan 37 met diploma) en 94 in de maand december (waarvan 56 met diploma).
Thema 6: de deelnemer volgt een andere opleiding/leerweg dan waarvoor hij ingeschreven is In 2011 (peildatum 1 oktober 2011) waren er ten opzichte van 2010 (peildatum eveneens 1 oktober) 156 deelnemers van crebo veranderd en 15 van leerweg. Administratieve verwerking van deze mutaties geschiedt volgens de uitgangspunten in de notitie Helderheid. Van de 1.960 deelnemers die in 2011 een bekostigd diploma hebben ontvangen, hebben 151 deelnemers in de jaren 2007 tot en met 2010 al eerder een ander, bekostigd diploma bij het Regio College gehaald. Het Regio College ziet er daarbij op toe dat er geen sprake is van een oneigenlijke stapeling van diploma’s in de zin van de notitie Helderheid.
50
Thema 7: bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven In bijlage 4 bij het bestuursverslag is een overzicht opgenomen van de organisaties waarvoor het Regio College maatwerktrajecten en trajecten met groepskosten heeft uitgevoerd. Het gaat hier om bekostigd onderwijs, waarbij zo nodig met de betreffende werkgevers extra kosten worden verrekend in verband met resp. door de werkgever gewenst maatwerk en afwijkende groepsgrootte. Zie ook par. 6.2 van het bestuursverslag. Bij de uitvoering van deze trajecten worden de voorwaarden in acht genomen zoals geformuleerd in de notitie Helderheid. Daarnaast heeft het Regio College in 2011 op beperkte schaal niet-bekostigd contract onderwijs uitgevoerd. Het ging hierbij om een bedrag van € 180.555, hetgeen neerkomt op minder dan 0,5% van de totale baten die het Regio College in 2011 heeft ontvangen.
Thema 8: buitenlandse deelnemers en onderwijs in het buitenland Het Regio College heeft in 2011 slechts deelnemers die rechtmatig in Nederland verblijven voor bekostiging in aanmerking gebracht. Het Regio College biedt geen onderwijs in het buitenland aan.
51
Bijlage 8
Verklaring afkortingen Afkorting
Omschrijving
BAPO-regeling
Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen
BBL
Beroepsbegeleidende leerweg
BOL
Beroepsopleidende leerweg
BOO
Bureau Onderwijsondersteuning
Bpv
Beroepspraktijkvorming
BRON
Basisregistratie Onderwijsnummer
BVE
Beroepsonderwijs en volwasseneducatie
Cao
Collectieve arbeidsovereenkomst
CvB
College van Bestuur
DR
Deelnemersraad
DUO
Dienst Uitvoering Onderwijs
ELKK
Elektronisch Loket Kernprocedure en Keuzegids
FPU-regeling
Flexibele pensioenuitkering
GGD
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst
Havo
Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Hbo
Hoger beroepsonderwijs
KRD
Kernregistratie Deelnemers
Lgf
Leerlinggebonden financiering
Mbo
Middelbaar beroepsonderwijs
Ministerie van OCW
Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap
OBP
Ondersteunend en Beheer Personeel
Dienst OPK
Dienst Onderwijs, Personeel & Kwaliteit
OR
Ondernemingsraad
RI&E’s
Risico-inventarisaties & Evaluaties
RMC
Regionaal Meld- en Coördinatiepunt
SMT
Sociaal Medisch Team
TOA
Toolkit Onderwijs Arbeidsmarkt
Vavo
Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs
Vmbo
Voortgezet middelbaar beroepsonderwijs
Vo
Voortgezet onderwijs
Vsv’ers
Voortijdig schoolverlaters
WEB
Wet Educatie en Beroepsonderwijs
ZAT
Zorg Advies Team
ZON
Zaans Ondernemers Netwerk
52
Zaandam Cypressehout 95-97-99 1507 EK Zaandam (075) 681 90 01
Metaal/Elektro (Tetrix) Jonkerplantsoen 2c 1508 EE Zaandam (075) 616 55 79
Purmerend Spinnekop 1 1444 GN Purmerend (0299) 41 82 22
Infra (spg) Bevelandseweg 200 1703 AX Heerhugowaard (072) 572 66 25
Edam Nijverheidsstraat 2 1135 GE Edam (0299) 48 00 90
[email protected] www.regiocollege.nl
Bouw (spb) Jufferstraat 3 1508 GE Zaandam (075) 616 34 93
WIJZIGINGEN VOORBEHOUDEN / Tekst: REGIO COLLEGE / Vormgeving: Studio Lieke Weenink / FOTOGRAFIE: mike bink, MARCEL DE CNOCK, jolanda hoogendoorn, PAUL MOESTER, mayke swemle, istockphoto / Druk: ‘T VENHUIS COMMUNICATIEPRODUCTIES, HEM / © Regio College, afdeling Communicatie & Werving / JULI 2012