‘Ik ben echt in het verkeerde land geboren’
Bernice Notenboom
‘Ik ga om afscheid te nemen’ Deze week begint Bernice Noote boom met de Arctic March, een hondsmoeilijke trektocht over sneeuw en ijs. Om te waarschuwen: ‘De Noordpool smelt nu.’ door Els Quaegebeur portretten Jeroen Hofman
O
p het moment dat u dit leest, is beroepsavonturier en klimaatjournalist Bernice Notenboom (51) waarschijnlijk net afgezet bij een wetenschappelijk station op de achtentachtigste breedtegraad, in het Noordpoolgebied. Dit gebeurt met een Herculesvliegtuig op een ijzige landingsbaan, aangelegd door een Rus en een tractor, die ergens in februari met een parachute uit een laag overvliegend vliegtuig zijn afgedaald. De landingsbaan moet in perfecte conditie zijn: geen hobbels, geen sneeuw, alleen een kilometer aan glad ijs: het toestel komt tot stilstand door de wrijving met het rubber van de banden. Het kan ook zijn dat als u dit leest, Notenboom net met een helikopter is doorgevlogen van het wetenschapsstation naar de geografische Noordpool: op de negentigste breedtegraad. Die is steeds ergens anders door de instabiliteit van het magnetisch veld. Of zoals Notenboom zegt: ‘Het heeft geen zin daar een café neer te zetten.’ Hoe dan ook: 2 april is de eerste dag van haar Arctic March, een hachelijke expeditie van
24 Vrij Nederland 5 april 2014
achthonderd kilometer van de Noordpool naar Cape Discovery in Canada, over het bevroren Arctische zeewater. Notenboom en haar twee teamgenoten (een Brit en een Australiër) hebben vijftig dagen de tijd voor het ijs te dun wordt. De gemiddelde temperatuur is min vijfendertig. Ze zullen zo’n zesduizend calorieën per dag verbranden, mede omdat ze twee keer hun lichaamsgewicht aan spullen met zich meesjouwen op een slee, vastgebonden aan hun middel. Ze gaan op ski’s. Al moet u meteen vergeten waaraan u denkt bij het woord ski’s. Van lekker glijden zal weinig tot geen sprake zijn. Het is ploeteren, beulen en zwoegen, vele uren per dag, over onheilspellend krakende vlaktes en slordige opeenstapelingen van ijsblokken zo hoog als het plafond van een zeventiende-eeuws grachtenpand.
Materie werkt vertragend De Arctic March wordt door kenners beschouwd als de zwaarste expeditie ter wereld. Tien keer zo zwaar als het beklimmen van de Mount Everest, volgens de beroemde Italiaanse bergbeVrij Nederland 5 april 2014 25
privéarchief Bernice Notenboom
klimmer en poolreiziger Reinhold Messner. Slechts honderddertig avonturiers hebben de tocht gemaakt. Ter vergelijking: de ruimte heeft meer bezoekers gehad. Het is vier jaar geleden dat iemand erin is geslaagd hem te volbrengen. Notenboom is de eerste Nederlandse vrouw die zich eraan waagt. In 2008 was ze al de eerste Nederlandse die de Zuidpool bereikte na een route van bijna duizend kilometer en in 2009 was ze de tweede Nederlandse die de top van de Mount Everest haalde. En dan hebben we het nog niet gehad over extreme uitputtingsslagen in Siberië, Mali, Oceanië, Groenland. Noem een gebied dat qua bereisbaarheid lichtjaren verwijderd is van Center Parcs en Notenboom heeft er voet aan de grond gezet voor een verkenningstocht. Altijd iets met afzien, liefst in sneeuw en ijs, maar hitte en droogte is ook goed. Notenboom is zelden ergens langer dan drie maanden. Ze leeft graag uit een koffer. Een kleintje. Materie werkt vertragend en de van oorsprong Rotterdamse heeft geen tijd te verliezen. Dat blijkt ook uit de stukken die ze schrijft, onder andere voor National Geographic, uit haar boek Tegenpolen en uit de documentaires die ze maakt, zoals de serie Klimaatjagers – uitgezonden in 34 landen. Bij alles voel je de urgentie, ondanks haar kalme, haast serene uitstraling en rustige stem. Ze gaat niet alleen op uitzonderlijke expedities voor de kick, voor de overwinning op zichzelf en voor het avontuur. Haar onderliggende drijfveer is altijd om de gevolgen van klimaatverandering een gezicht te geven. Juist op extreme plekken waar weinig mensen wonen en komen is vaak pijnlijk zichtbaar hoe hard het gaat. Dorpen rond de Afrikaanse Niger rivier. De Sahel. De Groenlandse ijskap (of wat daarvan over is). Het Amazonegebied. Tasmanië. En het door haar zo geliefde poolgebied. In een onheilspellend filmpje op de Arctic March-website vertelt de voice-over van Notenboom dat de Noordpool de wereldwijde airconditioning is; hij reguleert temperaturen op de hele planeet. De afgelopen dertig jaar is het zee-ijs in de zomer met veertig procent afgenomen. De gevolgen daarvan zijn voor een groot deel nog niet te overzien en tegelijk al duidelijk merkbaar. Wat Notenboom drijft, is dat de wereld een ‘global village’ is als het gaat om klimaatverandering. Alles grijpt in elkaar. Wat in Groenland gebeurt, heeft gevolgen voor Australië. Afrikaanse landen die zelf nauwelijks CO2 uitstoten, worstelen met eigenaardig regengedrag door de westerse vervuiling. Het zijn boven alles deze effecten die Notenboom met zich meesjouwt als ze neerdaalt op de airconditioning van de wereld, met slee, camera’s, veel chocola een heel dure slaapzak. 26 Vrij Nederland 5 april 2014
In 2009 was Notenboom de tweede Nederlandse die de top van de Mount Everest bereikte
Het is anderhalve week voor haar vertrek. In een van vrienden geleend nieuwbouwappartement in Amsterdam-Oost eet Notenboom een groot bord volgestapeld met asperges. Zoals het hoort: met ham, peterselie, krieltjes en overdadig voorzien van botersaus. Onder tussen probeerde ze met haar webmaster Mark uit of de satelliettelefoon werkt die hen gedurende de komende vijftig dagen met elkaar in contact moet houden. Die ochtend is ze aangekomen vanuit het Canadese Fernie, een sneeuwzeker mijnstadje in de Kootenay Mountains van British Columbia. Daar woont Notenboom officieel, in een huis dat ze heeft laten bouwen in een cederbos. Het ruikt bij haar binnen het hele jaar door naar kerstboom. De omstandigheden die de afgelopen maanden nodig waren om te trainen voor de Arctic March, bevinden zich in haar achtertuin.
Ongemakkelijk onderwerp Bernice wil op de bank zitten. Met een sterke koffie die binnen een paar minuten is gezet. Nu het nog kan. Op de Noordpool duurt het straks twee uur voordat het water voor de koffie kookt. Ze tikt pinnig op het opnameapparaat. ‘Staat het al aan? Ja? Mooi.’ Notenboom wil om te beginnen kwijt dat de expeditie 350.000 euro kost en dat het twee jaar duurde om voldoende sponsors te vinden om te kunnen vertrekken. Er zit nauwelijks geld bij uit haar vaderland. De Duitse nonprofit-organisatie Plant for the planet pakt de rekening voor het grootste gedeelte op. Dat valt haar flink tegen. ‘Je wilt niet weten bij hoeveel Nederlandse organisaties ik ben langs geweest om presentaties te geven. Nederlanders dragen mij en mijn missie een warm hart toe, zeker als ze Klimaatjagers hebben gezien, maar dokken, dat zit er niet in hier. Mensen denken vaak toch dat je op een soort iets heftigere
‘Nederlanders dragen mijn missie een warm hart toe, maar dok ken zit er niet in hier’
Vrij Nederland 5 april 2014 27
privéarchief Bernice Notenboom
De Arctic March is vijftig dagen trekken bij min vijfendertig graden. ‘Mensen denken vaak toch dat je op een soort iets heftigere vakantie gaat’
vakantie gaat. Nederland heeft niet zoveel ervaring met extreme expedities en daarom wordt het niet zo gewaardeerd, laat staan financieel ondersteund. Denk aan het zeilmeisje Laura Dekker. Razend populair in de Verenigde Staten. Hier zitten we alleen maar te zeuren over het schoolverzuim. Niets over wat zij heeft doorstaan of over haar prestatie. Ongelooflijk. Ik ben echt in het verkeerde land geboren.’ Nu is klimaatverandering sowieso een lastig te verkopen verhaal aan de gemiddelde leek. Wil je aan de bar van een opdringerig type af, dan hoef je het woord CO2-uitstoot maar te laten vallen en daar gaat-ie: ‘Even naar de wc.’ Dat is uiteraard niet alleen in Nederland het geval. De waarschuwingen van het Intergovernmental Panel on Climate Change zijn overal een ongemakkelijk gespreksonderwerp. Deels komt dat door het soms succesvolle tegenweer van klimaatsceptici. Notenboom vindt het idioot dat die nog aan het woord komen. Zij gaat niet meer met ze in discussie. Wordt ze door een praatprogramma uitgenodigd samen met een ontkenner, dan bedankt ze vriendelijk. ‘Het is tijdverspilling. Ik vind het zo naar als ik merk dat klimaatverandering als gezeur wordt opgevat of als goedkope argumenten worden ingezet om verantwoordelijkheid te ontwijken. Het ergste is als weer eens iemand roept dat wetenschappers en betrok28 Vrij Nederland 5 april 2014
kenen zoals ik klimaatverandering op de agenda proberen te krijgen om er een dik belegde boterham aan te verdienen: het zou werkgelegenheid creëren. Met dat soort flauwekul kan ik echt helemaal niets.’ Bestaan er geen redelijke sceptici die vragen oproepen waar andere wetenschappers iets aan kunnen hebben? ‘Jawel. Enige twijfel over het tijdsbestek is bijvoorbeeld wel op zijn plaats. Mensen aan wat ik dan de goede kant noem, komen nogal eens met stellige waarschuwingen als: “In 2030 is al het ijs weg.” Daarmee moeten we oppassen. Het vraagt om nuancering. Voor Klimaatjagers heb ik honderdvijftig wetenschappers geïnterviewd. Die zeggen niet allemaal hetzelfde. Ik vind het gezond als een wetenschapper durft te zeggen dat hij of zij iets niet weet of dat een fenomeen meer onderzoek vergt. Maar er is een verschil in wat voorzichtiger zijn in je uitspraken en full force ontkennen. Dat kan echt niet meer.’ Ze neemt nog meer koffie en vraagt of het koud is in de kamer: de verwarming staat niet aan. ‘Natuurlijk, het klimaat kan veranderen zonder dat het CO2-gehalte in de atmosfeer verandert, maar andersom geldt dat niet: als je het CO2-gehalte in de atmosfeer verandert, morrel je ook aan het klimaat. Ook al is de wereld in
Het is moeilijk om koers te houden, zwoegend door een ‘ijskoud glas melk’ dat constant beweegt
onze tijd veel koeler dan in de millennia waarin het steenkool werd gevormd, toch lijkt het er sterk op dat de mens bezig is zijn eigen geologische verschuiving te veroorzaken. En dan niet in duizenden of miljoenen jaren, maar in eeuwen of zelfs decennia. Het is ridicuul om te denken dat je de lucht vol zwavel, methaan en CO2 kunt pompen, de zeeën kunt leegvissen en de bossen kunt kappen zonder gevolgen.’
om de wasdroger de deur uit te doen en de auto te laten staan: routines en luxe waar wij niet meer zonder kunnen. Als klimaatverandering direct merkbaar schadelijk zou zijn voor onze gezondheid, waren er allang grote stappen gezet. Helaas is het abstract en ongrijpbaar. Ja, die Noordpool smelt, maar daar woont toch niemand dus so what.’
In Nederland is net een rapport verschenen van de duurzaamheids-organisatie Urgenda met als conclusie dat Nederland in 2030 volledig duurzaam kan zijn. ‘Dat weet ik, ja. Het gaat nog lang duren voordat daar echt beslissingen uit rollen. En bovendien, 2030? De Noordpool heeft niet de tijd tot 2030. Hij smelt nu. De urgentie zit echt niet op ons netvlies. Waarom niet? Ach, het regent misschien wat meer hier en in New York was de winter extreem streng dit jaar, maar joh, als we nat of koud thuiskomen, zetten we toch gewoon de verwarming een graadje hoger? Ga dat niet vertellen aan iemand in Afrika die een heel seizoen geen regen heeft gehad en dus geen oogst. Dat zijn de dramatische gevolgen van klimaatverandering. Maar ja, die Afrikaan zit niet in onze achtertuin dus what the fuck. We zijn er allemaal schuldig aan en we moeten allemaal een stapje terug doen. Het klinkt doodeenvoudig maar het is niet zo makkelijk
Notenboom heeft het vaak over ‘klimaatgerechtigheid’. Zij weigert het smelten van de polen te accepteren. Haar boodschap verpakt ze in avontuur, met de hoop dat hij dan beter blijft hangen. Haar site opent met de zin:
Boodschap verpakt in avontuur
‘Camera’s uitpakken, installeren. Het wordt nog een hoop gedoe’
‘Climate change is soon coming to a town near you’. Op de Noordpool gaat ze een non-fictie speelfilm maken. Zij en haar en teamgenoten hebben een hoofdrol, maar het verhaal is groter. Het gaat over de exploratie van poolreizigers van 1850 – toen de eerste waaghalzen op pad gingen naar de negentigste breedtegraad – tot nu. Het script leunt op het boek van een Amerikaanse poolreiziger Elisha Kent Kane over John Franklin, de Britse poolheld die in 1847 verdween tijdens een expeditie. In die tijd was de Noordpool alleen in augustus twee weken ijsvrij. Tegenwoordig is dat maanden het geval. Ze gaat ook Canadezen interviewen die in de jaren tachtig van Rusland via de Noordpool naar Alaska zijn getrokken. Dat is nu, dertig jaar later, niet meer te doen door gebrek aan ijs. Met een verslag van zo’n reis alleen ben je er niet, legt ze uit. Dat levert weinig meer op dan ijs, ijs, ijs, wit, wit, wit, wit en een paar figuren in felgekleurde pakken die moeizaam een slee voorttrekken. ‘Dat heb je na een kwartier wel gezien. Om de kijker vast te houden, moet je het spannend neerzetten. Daartoe gaan we elkaar ook interviewen en spannende verhalen vertellen. We zullen de trip dus geregeld moeten stopzetten. Camera’s uitpakken, installeren. Het wordt nog een hoop gedoe.’ En het is nou niet dat de tocht zonder scripted
reality al niet genoeg gedoe oplevert, in al zijn disciplinaire routinematigheid. Het schema is moordend. ’s Ochtends om zes uur de wekker, in de speciaal voor de expeditie gemaakte tent. Van enige privacy is geen sprake want ze liggen er met zijn drieën in. Drie tenten zou veel te zwaar zijn, zeker na een tijdje als ze een paar keer nat zijn geweest. Bij min vijfendertig uit de slaapzak (van polyester, want dons wordt nat en niet meer droog) krabbelen en naar buiten kruipen. Water opzetten om twee uur later koffie te kunnen drinken. In de tussentijd aankleden – laag over laag over laag en dan inpakken en stevig ontbijten. Om acht uur begint het lopen, liefst twintig kilometer per dag, maar dat gaan ze niet redden door de barre omstandigheden. Om de beurt hebben ze de leiding. Dat is zwaar want het is moeilijk om koers te houden, zwoegend door een ‘ijskoud glas melk’, zoals Notenboom het noemt, dat constant beweegt. Om de zoveel meter zal het gezelschap iets tegenkomen waarvoor een oplossing moet komen. Volgens de laatste rapporten is het ijs in goede conditie tot de 84ste breedtegraad. Daarna is het een puinhoop. Veel drijfijs opgehoopt tot rommelige stapels schotsen van een paar meter hoog en veel open water. In het laatste geval is het meestal zwemmen geblazen. Op de Noordpool. Met een slee. Soms wel tien keer op Vrij Nederland 5 april 2014 29
een dag. ‘Omlopen kost vaak teveel tijd en het is te ongewis. Het is echt niet het ergste, hoor. We hebben het eindeloos geoefend. Ik heb er een survivalpak voor, maar ik ga ook een paar keer poedelnaakt naar de overkant zwemmen. Gewoon voor de kick. Dat doe ik pas op dag dertig. Als ik een beetje aan de kou gewend ben.’ Goed. Het schema. Twee uur lopen, een kwartier pauze om te eten en te drinken. Notenboom heeft vorige week in Fernie 150 lunchpakketten samengesteld. De helft moeten ze meteen meenemen, de andere helft wordt halverwege gebracht als ze door een helikopter worden her-bevoorraad. Blokjes kaas, salami, soep, chocolademelk, chocola, chocola, chocola, pure cafeïne en heel veel ‘Clif Bars’: extreem eiwitrijke energierepen.
een lawine. Ze belandden ondersteboven in een gletsjerspleet op ongeveer zesduizend meter hoogte. Op wilskracht, vindingrijkheid en uiteindelijk met behulp van een Indiase legergroep wisten ze zich om te draaien en omhoog te klimmen, op het randje van de laatste fasen van onderkoeling. Het staat allemaal in haar boek Tegenpolen, waarin Notenboom onder andere beschrijft hoe lastig het is om verliefd te zijn als het maken van extreme expedities je vak is. De relatie met Laserer is inmiddels voorbij. Notenboom reist nu in gezelschap van twee goede vrienden met wie ze vaker in een tent heeft gelegen op bizarre plekken. Was u aanvankelijk niet van plan er een women only expeditie van te maken? ‘Jawel, maar toen ik er beter over ging nadenken, leek het me toch onverstandig. Het is gecompliceerd, alleen met vrouwen zo’n extreme reis maken. Fysiek en psychologisch. Vrouwen hebben meer moeite met kou. Ze willen het liefst altijd consensus bereiken. Dat is lastig als je snel beslissingen moet nemen. We hebben geen tijd voor geneuzel over welke smaak soep we gaan opwarmen. We moeten zo efficiënt mogelijk zijn. Het spijt me om het te moeten zeggen, maar dan kun je er toch beter een man bij hebben.’
Hoeveel risico loopt u? ‘Heel veel. Het is levensgevaarlijk, eigenlijk de hele tijd. Het grote gevaar van een Noord poolexpeditie is dat je denkt dat het ijs begaanbaar is en het toch halverwege openscheurt. Mijn nachtmerriescenario is dat het ijs onder mijn tent barst, midden in de nacht en dat we in onze slaapzakjes verdwijnen in de abyssaal van de Arctische Oceaan. Dat kan gebeuren.’ Ik kan alleen maar denken: ijsberen. ‘Die gaan we tegenkomen. We hebben een geweer bij ons. Nee, ik kan niet schieten, maar ik heb wel de meeste ervaring met beren. Thuis in Canada zie ik elke dag Grizzly’s. Maar goed, ijsberen zijn van een andere orde. Ze hebben geen natuurlijke vijand. Het zijn nieuwsgierige dieren. De meeste zullen alleen even willen kijken wie we zijn.’ ‘Mij wordt vaak hardheid verweten. Ik snap het wel. Alleen, angst is een zinloze emotie op een expeditie’ Er kan altijd een boze tussen zitten. ‘Ja, daarom moet je ze allemaal hetzelfde behandelen: onderdanig zijn, niet in hun ogen kijken. En ik heb gehoord dat ze weggaan als je verwoed een skistok voor hun ogen zwaait. Dat vinden ze vervelend. Of ik dat durf uit te proberen weet ik niet. We zien wel.’
Nomadisch gen Bernice Notenboom werd 51 jaar geleden geboren in Rotterdam, waar ze ook opgroeide. Haar vader werkte bij Heineken. Haar moeder was verpleegster. Een avonturier met een hang naar bergen en sneeuw was ze als meisje al. Op haar tiende beklom ze de Matterhorn. Vanaf haar veertiende zocht ze vakantiebaantjes in Zwitserland. Ze ging geografie studeren in Delft en daarna communicatiewetenschappen in Amsterdam, maar zodra ze kon vertrok ze voor een MBA naar Denver University. Colorado. De Rocky Mountains. Uit plichtsgevoel jegens haar academische prestaties ging ze na haar afstu30 Vrij Nederland 5 april 2014
deren een tijdje bij Microsoft werken. Ze hield het niet lang vol. Zo werd ze gaandeweg van fervent liefhebber van de natuur en extreme sporten een poolheldin. Vaak krijgt ze de vraag of ze ergens voor op de vlucht is. Dat is niet zo, zegt ze vol overtuiging. ‘Ik heb een nomadisch gen. Dat is een erkende genetische afwijking. Het betekent dat ik niet kan settelen en weinig belang hecht aan een thuis. Ik heb met maar weinig mensen raakvlakken. Dat komt ook omdat ik echt niet kan uitleggen hoe het is om vijftig dagen te overleven op het ijs.’ Maakt dat u niet eenzaam? ‘Het maakt me alleen. In een groot gedeelte van mijn leven. Dat vind ik fijn. Maar ik heb veel vrienden. Zowel in Canada als hier. Mijn Nederlandse vriendinnen, die ik nog uit Delft ken, hebben net nog tien kilo kaas gegeven om mee te nemen. Geen idee waar ik dat ga stoppen.’
Waarin zijn mannen irritant op zo’n expeditie? ‘De meeste mannelijke poolreizigers zijn narcistische egotrippers. Die wilde ik er ook pertinent niet bij hebben. Ik heb gezocht naar kerels die hun ego bij de helikopter kunnen achterlaten in het belang van ons doel: behoud van het zee-ijs. Martin en Eric kunnen dat. En ze hebben een waanzinnig gevoel voor humor. Dat kun je wel gebruiken op de Noordpool.’
Vier jaar geleden had het weinig gescheeld of Notenboom was er niet meer geweest. Tijdens een expeditie naar de Mount Everest werd ze samen met haar toenmalige vriend, de Oosten rijkse berggids Walter Laserer, overvallen door
Bent u heel mannelijk op zo’n tocht? ‘Ja. Zeker. Maar ik ben wel van plan om ’s avonds in de tent de diepte in te gaan. Gevoelsmatig dan. De meeste poolfilms gaat over het afzien. Ik wil ook de emoties laten zien.’
‘Mijn nachtmerrie scenario is dat het ijs onder mijn tent barst’
U bent heel emotioneel over ijs. Als u het ziet, wordt u meteen gelukkig, zegt u vaak. Nu gaat u een reis maken om te laten zien hoe slecht het ermee is gesteld. ‘Dat is pijnlijk. Ik ga ook om afscheid te nemen. Ik denk niet dat ik ooit nog op de Noordpool kom. Niet alleen uit weerzin tegen nog eens die financieringsrompslomp, maar ik heb ook van de bevoorrader gehoord dat ze ermee gaan stoppen. Het wordt te gevaarlijk om op het zeeijs te landen.’
Maakt dat u niet moedeloos? Heeft u enig vertrouwen dat we het tij van klimaatsverandering kunnen keren? ‘Weinig, heel weinig. Vijf voor twaalf is long gone. Het deprimerende is dat de grootste vervuilers de olie- en gasbedrijven zijn. Hun primaire doel is de aandeelhouders tevreden houden. Reken er maar op dat Shell de laatste druppel olie uit de aarde zal persen. Toch mogen we de hoop niet verliezen dat we wakker worden en de boel nog omdraaien. Er zijn duurzame geotechnische oplossingen waar ik in geloof, zoals het witverven van het asfalt. Op die manier kunnen we ons actief gaan bemoeien met de thermostaat van de planeet en niet meer wachten tot de bewoners van de aarde hun gedrag veranderen. Hoewel daar toch ook beweging in zit. Je kunt in Amerika de eerstkomende tien jaar nauwelijks aan een Tesla komen: allemaal uitverkocht. Jongeren zijn wereldwijd goed bezig met groene daken, stadstuinieren, spullen delen in plaats van kopen. Mijn hoop is dat daar een significant mass ontstaat.’ Verandert zo’n zware reis u? ‘Ja, en dat kan ook niet anders. Zo’n expeditie is zo zwaar dat het een steuntje in je rug is voor de rest van je leven. Het geeft moed, steun, kracht en hoop. Vier belangrijke pijlers om je door wat dan ook heen te slaan. Het is te gek voor woorden dat ik straks twee keer mijn lichaamsgewicht over een ijsberg ga trekken. Ik kan het me nu niet voorstellen, maar ik kan het wel. De fysieke kracht en de wilskracht geven me het gevoel dat ik echt leef. Het overleven alsof je een dier bent, is ook zinvol. Het enige waaraan je denkt op de tocht is: heb ik genoeg te eten, te drinken, ben ik veilig en ben ik warm. Het is bijzonder om een keer zo elementair te zijn.’ Hoe overleeft u in de comfortabele wereld waar u ook bij hoort? ‘Dat is soms lastig. Het gevaar van dit werk is dat je gaat vinden dat die wereld niets voorstelt. Daarom ga ik na afloop eerst naar mellow Canada. Canadezen zijn rustig, niet zo opgehitst. Als in Nederland iemand vraagt hoe het met je gaat, is het beste antwoord: “Goed, druk.” Voor mij is dat een rare gedachtekronkel. Ik ben ambitieus als het gaat om mijn expedities, maar buiten die tochten denk ik eigenlijk weinig na over mijn eigen toekomst.’ U bent nu 51. Hoe lang kunt u nog doorgaan, fysiek? ‘Geen idee. Ik ben nu heel fit. Alleen mijn knieën zijn een droefenis. Die zullen mijn struikelblok worden. Everest lukt me al niet meer. Maar het avontuur hoeft niet per se in het extreme te liggen. Ik ben bijvoorbeeld enorm gecharmeerd
Crowdsourcing
Noordpoolblog Bernice Notenboom en haar teamgenoten zijn te volgen op hun expeditie van de Noordpool naar Canada. Notenboom houdt een blog bij over de voortgang en hun ontberingen, inclusief videobeelden en wetenschappelijk nieuws over het ijs dat ze wil beschermen. www.arcticmarch.com Notenboom heeft de financiering voor de film die ze maakt over de Noordpoolexpedities van 1850 nog niet helemaal rond. Wie haar wil helpen kan terecht bij crowdsourcing site: www.oneplanetcrowd.nl/project/thearcticmarch
van Siberië. Daar wil ik dolgraag naar terug. Ik denk er ook over een jaar boven de poolcirkel rond te reizen en dan een boek te schrijven over mensen die altijd in de kou wonen.’ Wat zijn dat voor mensen? ‘Hard voor zichzelf. Introvert. Zwijgzaam. Bij de Evenken, een nomadisch Toengoezisch volk uit Noord-Azië dat altijd bij min veertig leeft, wordt geen woord teveel gezegd. Die hebben ook geen last van verveling, depressie of Facebook.’ Lijkt u op hen? ‘Ik deel de liefde voor het ijs. Maar ik heb het nooit koud genoeg gehad om, zoals zij, mijn nieuwsgierigheid naar de rest van de wereld te verliezen. Mij wordt ook vaak hardheid verweten, dat zeker. Ik snap het wel. Alleen, angst is een zinloze emotie op een expeditie. Je moet heel sterk zijn. Ik vind mezelf best een softie, maar ik kan me goed vermannen. Als ik elke dag zou gaan zitten huilebalken omdat ik koude vingers heb, is het snel gedaan met de tocht.’ U gaat toch wel één keer huilen op die expeditie? ‘Natuurlijk! Wij alledrie. Het is zo zwaar. Je moet je emoties af en toe loslaten. Vaak gebeurt dat als er contact is met thuis. Mijn moeder wordt negentig tijdens de tocht. Als ik haar straks bel, in dat glas melk, bij min dertig met striemende wind en voor me een ijsberg tot aan het plafond waar ik overheen moet met een slee van honderd kilo, komen de tranen vermoedelijk wel. En dan weer door, meter voor meter, over het verdwijnende poolijs waar ik het allemaal voor doe.’ n
Vrij Nederland 5 april 2014 31
14
5 april 2014, jaargang 75 www.vn.nl
Afscheid van de Noordpool Bernice Notenboom trekt 800 km over ijs om ons wakker te schudden
Pieter Waterdrinker: bericht uit het rijk van Poetin ★★★ Seksueel misbruik in de jeugdzorg ★★★ De man die een pinautomaat hackte ★★★ P.F. Thomése: de kunst van het lezen
€5,95
nd a l r e d e N j i r V Bij
[email protected] Micha Wertheim
Bernice Notenboom is vertrokken richting de Noordpool. Woensdag zou zij beginnen aan een achthonderd kilometer lange trek over ijs. Zij en haar twee teamgenoten gaan een film maken: geen documentaire waarin je mensen eindeloos ziet ploeteren in de vrieskou, maar een spannend verhaal op basis van een script. Notenboom wil haar boodschap zo aantrekkelijk mogelijk verpakken (p. 24). Twee dagen voor haar vertrek publiceerde het IPCC, het klimaatbureau van de Verenigde Naties, zijn nieuwste en hardste onderzoeksrapport over klimaatverandering. Ambtenaren en wetenschappers hebben naar verluidt nog lang gesteggeld over de toon, maar er viel niet te ontkomen aan de conclusie dat sommige veranderingen inmiddels onomkeerbaar zijn. Zelfs in het scenario waarin alles op alles wordt gezet om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, zal de temperatuur nog een graad stijgen met, om te beginnen, grote gevolgen voor het koraalrif en de Noordpool. Je kunt je afvragen wat zo’n expeditie dan voor zin heeft. Wie zit te wachten op nieuwe apocalyptische vergezichten, hoe spannend gefilmd ook? Als Al Gore er nog niet in slaagde, hoe denkt een Rotterdamse, met een behoorlijke tic voor ijs, ons ertoe te bewegen nog vandaag de auto te laten staan, de wasdroger de deur uit te doen en de thermostaat lager te draaien? Notenboom laat zich er niet door weerhouden. Misschien is het vooral haar hang naar extreem avontuur. Maar als dat nodig is om een punt te maken, kun je haar, en ons, alleen maar een goede reis toe wensen.
In zijn voortreffelijke column in VN 13 legt Wertheim de vinger op de zere plek: op de kiezer. Ikzelf schrok die avond van de negentiende maart nog het meest van de zaalgenoten die als stompzinnige hooligans een strijdkreet scandeerden. Waarom maakt niemand zich daar zorgen over? Het werd afgedaan als tamelijk onschuldig groepsgedrag, maar daarmee leg je de verantwoordelijkheid weer bij een ander. Wertheim heeft dat uitstekend verwoord. Briljant! Gies Aalberts, Hilversum
MAARTEN KOOLS
Dun ijs
[email protected]
4 Vrij Nederland 5 APRIL 2014
Wilders Dat de medewerkers van VN over elkaar heen buitelen om Wilders er eens flink van langs te geven, is begrijpelijk. Maar enige compassie met de lezer zou daarin niet misstaan. Bij VN 13 krijg ik de indruk dat een groot deel volgeschreven is over de Mislukte Mozart, waarbij de strekking van de verhalen steeds na het lezen van de eerste paar zinnen wel duidelijk is. U hoeft Wilders echt niet zo grondig te ontmaskeren, dat kan in een enkel artikel ook wel. Misschien probeert u de lezer te overvoeren met het W-woord, waardoor de walging van een welkdenkend mens mogelijk wordt gemaximaliseerd. Maar op een kalme zondagochtend lees ik VN graag, zonder dat ‘minder, minder’ bij het omslaan van elke pagina in mijn gedachten echoot. Vincent Wiers
Hoogbegaafd Zeer hoopgevend en terecht dat Beatrijs Ritsema in haar column over laatbloeiers (VN 12) ook hoogbegaafde kinderen onder de noemer ‘rugzakklantjes’ plaatst. Zo jammer echter, dat (ouders van) hoogbegaafde kinderen nog geenszins aanspraak kunnen maken op welke financiële vergoeding dan ook. Terwijl dit evenzeer nodig is als het ondersteunen van moeilijk lerende kinderen. Des te meer, omdat door het niet herkennen en vooral erkennen van hoogbegaafdheid bij kinderen, dit gemakkelijk kan leiden tot
misdiagnoses als ADHD, ADD of Asperger. Zolang zelfs gemeenten niet willen meewerken aan reiskostenvergoeding t.b.v. speciaal onderwijs voor hoogbegaafde kinderen, en soms letterlijk zeggen: ‘Het kind moet eerst aantoonbaar psychische klachten krijgen’, is een rugzakje voor deze groep nog een utopie. Herma Egberts, Oldeberkoop
Regionaal Ik wil graag reageren op Kees Kraaijevelds column over regionale journalistiek (VN 13). Hij vraagt zich af waarom er geen regionale kranten meer zijn. Mijn regionale krant is De Gelderlander. Ik ben in 1979 in Nijmegen komen wonen en ik heb (alweer meer dan tien jaar geleden) een aantal proefabonnementen op De Gelderlander gehad – ik geloof zelfs een tijdlang een gewoon abonnement. Ik hoopte via De Gelderlander op de hoogte te worden gehouden van het plaatselijke en regionale nieuws. De reden om het abonnement niet te verlengen, was dat er geen kritische artikelen in stonden over de plaatselijke of regionale politiek. Elke donderdagavond komt de gemeenteraad hier bij elkaar, maar daar heb ik in De Gelderlander nog nooit over gelezen. Verder denk ik wel eens dat er nieuws is dat niet in de krant komt. Zo stond er indertijd wel een stukje over een mevrouw die een steen tegen haar hoofd had gekregen in een bepaalde straat. Maar af en toe zie ik wel eens een auto op zijn dak liggen en als je dan op de website van De Gelderlander
kijkt, is daar niets over te vinden. Mijn conclusie is, dat het gaat om een afrekening in het criminele milieu en dat dat niet aan de grote klok gehangen mag worden. Maar misschien is er ook wel iets heel anders aan de hand. Ik weet het gewoon niet. De landelijke en internationale politiek wordt in De Gelderlander goed verslagen, maar de NRC doet dat beter; dus heb ik een abonnement op de NRC. In de NRC kom ik zelfs heel af en toe een artikel over een Nijmeegse kwestie tegen. Aan het eind van een abonnementsperiode werd ik steevast gebeld door een mevrouw die wilde weten waarom ik het abonnement niet wilde verlengen. Ik antwoordde dan, dat er niets in de krant stond over de plaatselijke politiek. Met die opmerking is blijkbaar nooit wat gedaan. Dat is de reden dat ik De Gelderlander niet meer lees. Yvonne Janssen
Regionaal (2) Ja, we moeten de waakhond blijven voeren (Kees Kraaijeveld over de regionale journalistiek, VN 13). Ik noem één naam: Jos van Rey. Als we geen waakhonden hebben om lokale potentaten de maat te nemen, is het met de democratische maatschappij snel gedaan. Hier heeft de regionale journalistiek een onmiskenbare rol te vervullen. Marc Floris
Integriteit In VN 11 heeft u een lezenswaardige publieke integriteitsindex gepubliceerd. In dat kader komt ook onze partij, de SP, aan bod. Vermeld wordt dat andere partijen het gebruik van fractiegelden door de SP als ‘discutabel’, ‘niet rechtmatig’ en ‘onacceptabel’ omschrijven. Dat mag, maar is niet juist. In de jaren 2008-2013 is in het Presidium van de Tweede Kamer een discussie
gevoerd over de vraag wat er wel en wat er niet betaald mag worden uit het fractiebudget. De regels daarvoor waren – ook volgens de accountant van de Tweede Kamer – niet helder genoeg. In april 2013 is de discussie daarover eindelijk afgerond. Dat heeft erin geresulteerd dat de SP binnenkort met terugwerkende kracht een bedrag van vijf- à zeshonderdduizend euro ontvangt voor fractieactiviteiten die zij in die jaren uit eigen middelen betaald heeft. De opstellers van de lijst sjoemelaars en fraudeurs zouden er dan ook goed aan doen om de naam van Emile Roemer uit hun overzicht te schrappen. Rosita van Gijlswijk, penningmeester SP, Hans van Heijningen, algemeen secretaris SP
Radio 1 (3) In VN 11 schrijft Elma Drayer over de perikelen met Radio 1. Ik heb al jaren geleden besloten niet meer naar Radio 1 te luisteren, met uitzondering van Argos en sommige andere programma’s van de VPRO en Vroege Vogels van de VARA. Ik zou Elma Drayer willen verzoeken eveneens een dergelijk artikel te schrijven over Radio 4, want die zender brengt de klassieke muziek steeds verder in het nauw met oeverloos geklets, interviews en dergelijke. Waar zijn de programma’s van Hans Hafmans gebleven, het programma Amoroso en Muziek aan tafel? Elma Drayer, bij voorbaat bedankt. J. van der Meer, Schiedam
Vrij Nederland Digitaal
Nu ook op Android tablet
Elke dag volledig toegang tot de Digitale Vrij Nederland via uw iPad en Android tablet waar en wanneer u maar wilt. Vrij Nederland is hét toonaangevende opinieblad voor iedereen die zich interesseert voor de wereld om zich heen. Vol nieuws, vol cultuur, vol leven. Sluit nu een voordelig Digitaal abonnement af*. Jaarabonnement voor €120,Halfjaarabonnement voor €65,Kwartaalabonnement voor €35,Proefabonnement 8 weken voor €8,-
Ga naar: www.vn.nl/abonnement *Vrij Nederland Digitaal is gratis voor abonnees
De redactie behoudt zich het recht voor brieven in te korten of niet te plaatsen. Geplaatste brieven worden ook digitaal opgeslagen. E-mail:
[email protected]. Postadres: VN, postbus 1254, 1000 BC Amsterdam. Onder vermelding van uw huisadres.
Vrij Nederland 5 APRIL 2014 5