Felix Felix, waar heb je vannacht geslapen? “Bij kennissen. Ik ben overal geschorst, dus ik kan niet in de nachtopvang slapen. Als ik niet bij kennissen terecht kan, slaap ik in een portiek, of ik breek een auto open om daar in te slapen.” Hoe ziet je dag er gemiddeld uit? “Ik verveel me! Er is niets erger dan verveling. Ik ben in staat om te gaan lopen stelen voor mijn geld. Als je geld hebt, heb je vrienden en vriendinnen. Zonder geld kun je gaan.”
14
Waar zie je op dit moment het meeste tegenop/ wat is op dit moment je grootste zorg?
“Dat ik geen huis of kamer heb. Dit leven is geen leven, geen geld in je zak. Ik ben een beetje van de alcohol af en nu loop ik nog tegen de muur aan. Het komt me mijn strot uit!” Wat vind je van de opvang in het dienstencentrum van Ontmoeting? “Goed! Jullie gaan gemoedelijk en menselijk met ons om. Je bent hier geen nummer maar een mens.” Heb je toekomstplannen? “Ik leef bij de dag. Mijn toekomstplannen zijn vervaagd. Als ik een kamer heb, zou ik weer een gewoon leven op willen bouwen.”
3.
Hulpverleningsprojecten
Ontmoeting is op verschillende plaatsen in Nederland actief
leest u alles over de problematiek waar we mee te maken
om dak- en thuislozen te helpen. Naast het dienstencentrum
hebben en de hulp die we konden verlenen. Daarnaast staan
in Rotterdam en het woon-werkcentrum in Epe zijn we sinds
ook de doelstellingen voor 2007 per locatie beschreven.
2006 ook in Harderwijk en Hummelo actief. In dit hoofdstuk
3.1 Registratie hulpverlening Vanaf 2005 werken de hulpverlenings locaties met een officieel registratieprogramma voor de verleende hulp aan cliënten. Deze nauwkeurige registratie is
nodig voor de verantwoording voor de AWBZ-subsidie die we ontvangen. Omdat we hiermee in 2005 zijn gestart, kunnen we niet voor alle onderdelen van onze
hulpverlening cijfers geven van hulp in de daarvoorgaande jaren.
3.2 Dienstencentrum Rotterdam 3.2.1 Problematiek
3.2.2 Hulpverlening
Volgens de meest recente dak- en thuislozenmonitor leefden er in 2002 al 4.600 dak- en thuislozen in Rotterdam. Jaarlijks slapen er ongeveer 250 van hen buiten. Door verschillende omstandig heden zijn zij dak- en thuisloos geworden. Die zijn vaak een combinatie van aanleg, de thuissituatie en de ontwikkelingen in de maatschappij. Veel dak- en thuislozen in de stad zijn verslaafd aan drugs en/of drank. Het ontbreken van een zinnige dagbesteding en een sociaal netwerk zorgt vaak voor een grote leegte in hun leven. Veel (dagelijkse) zorgen om eten, een slaapplaats en geldgebrek zorgen voor een innerlijke onrust.
In Rotterdam staat sinds 1991 het dienstencentrum van Ontmoeting. Deze dagopvangvoorziening is bewust kleinschalig opgezet, want persoonlijke aandacht voor onze bezoekers staat centraal. In het dienstencentrum kunnen dak- en thuislozen terecht voor opvang, begeleiding en activering. Opvang Inloop De inloop is de huiskamer van het dienstencentrum. Hier komen de meeste dak- en thuisloze bezoekers. We voorzien hen in hun primaire dagelijkse levensbehoeften. Ze kunnen er onder andere eten en drinken, douchen, kleding wassen en een kluisje huren. Naast deze praktische dingen is het ook mogelijk even rustig te
zitten. Om een krantje te lezen bijvoorbeeld of een praatje te maken met een vrijwilliger. We vinden het belangrijk dat onze bezoekers zich er thuis kunnen voelen. Veldwerk Naast het opvangen van dak- en thuislozen gaan we ook actief naar hen op zoek. Twee veldwerkers trekken regelmatig de stad en de omgeving in met hun dienstenbus. Hiermee bereiken we een groep daklozen die geen of nauwelijks contact heeft met de hulpverlening, de perma-
Aantal bezoeken op afdeling inloop 2006
31.187
2005
31.613
2004
27.314
15
nente buitenslapers. Juist zij hebben hulp nodig maar wijzen deze actief of passief af. Onze veldwerkers proberen met hen contact op te bouwen door een luisterend oor, een kop koffie of een deken te bieden. Zo ontstaan er soms mogelijkheden om hen verder te helpen. Begeleiding Zorgcoördinatie en maatschappelijk werk Een team van maatschappelijk werkers en zorgcoördinatoren helpt de bezoekers met het in kaart brengen van hun problemen en het coördineren van de zorg. Zij verwijzen hen door naar de juiste persoon of afdeling. Bovendien helpen zij met praktische problemen zoals het regelen van een uitkering, een postadres, het beheren van hun financiën en het doorverwijzen naar een afkickcentrum.
16
Veldwerk Aantal contacten met buitenslapers* 2006
126
2005
246
Aantal cliënten zorgcoördinatie
Ambulante woonbegeleiding Dak- en thuislozen kunnen bij Ontmoeting een kamer huren en woonbegeleiding ontvangen. Daarmee zorgen we op kleine schaal voor doorstroom uit de opvang. De woonbegeleider begeleidt dak- en thuislozen in het wonen door onder andere structuur aan te brengen in hun dagelijkse leven. Hij leert hen hoe ze hun kamer netjes houden, dat ze op tijd eten en de rekeningen betalen. Kortom, alles wat er komt kijken als je een eigen huis hebt. Dat de woonbegeleiding in een sterke behoefte voorziet, blijkt wel uit de gestage groei van het aantal cliënten en de wachtlijst die we hebben.
2006
368
2005
355
Werktrajectbegeleiding De werktrajectbegeleider is hèt aanspreekpunt voor bezoekers als het gaat over werk. Zij begeleidt hen bij al hun vragen over vrijwilligerswerk, betaald werk of bijvoorbeeld over solliciteren. Daarnaast begeleidt ze bezoekers bij reïntegratie- en activeringstrajecten. Onder andere via de afdeling dagactiviteiten en de inloop kunnen bezoekers worden doorverwezen naar de werk trajectbegeleider.
Aantal cliënten maatschappelijk werk 2006
266
2005
286
Aantal cliënten woonbegeleiding 2006
69
2005
43
2004
27
Aantal cliënten verpleegkunde 2006
167
2005
196
*Een toelichting van de aantallen staat bij de evaluatie.
Verpleegkunde Ook voor medische zorg kunnen dak- en thuislozen bij het dienstencentrum terecht. Onze verpleegkundige behandelt verschillende complicaties, zoals voetproblemen en longklachten. Ze geeft de bezoekers advies en verwijst hen door naar artsen of een ziekenhuis. Ze gaat ook regelmatig mee met de veldwerkers om deze zorg aan buitenslapers te bieden. Activering Dagactiviteiten Veel dak- en thuislozen hebben geen zinvolle dagbesteding. Daarom biedt Ontmoeting verschillende vormen van sociale activering. Op de afdeling dagactiviteiten kunnen bezoekers gebruik maken van een breed aanbod aan sociale activiteiten. Naast sport- en spelactiviteiten kunnen zij ook creatief bezig zijn, koken en cursussen volgen. E-centrum In het E-centrum maken onze bezoekers kennis met de computer. Ze kunnen er onder andere e-mailen en cursussen volgen via internet. Verder hebben bezoekers van het E-centrum inmiddels al duizenden dia’s gedigitaliseerd voor particulieren, bedrijven en instellingen. Pastoraat Naast praktische hulpverlening heeft Ontmoeting ook oog voor de geestelijke nood onder dak- en thuislozen. Een pastoraal werker verzorgt naast indivi duele en groepsbijbelstudies ook zondagse bijeenkomsten. Bovendien kunnen
bezoekers bij hem terecht als ze behoefte hebben aan een persoonlijk gesprek. Op feestdagen wordt een speciale bijeenkomst georganiseerd. Per bijeenkomst luisteren zo’n honderd bezoekers naar een meditatie, wordt er samen muziek gemaakt en gezongen en genieten ze van een maaltijd.
Aantal bezoeken op afdeling dagactiviteiten 2006
7.984
2005
5.564
Aantal deelnemers groepsbijbelstudies*
3.2.3 Doelstellingen 2006
2006
739
Doelstelling: Realiseer een opvang in Rotterdam met semi-permanente begeleiding voor zes tot acht personen. Realisatie: We hebben de opvang niet gerealiseerd. We konden geen geschikte locatie vinden, die aan de voorwaarden voldoet. Er zijn diverse gesprekken gevoerd met woningbouwverenigingen maar zonder resultaat. Eind 2006 kwam echter vanuit de Rotterdamse deelgemeente Hoek van Holland de vraag of Ontmoeting wil bijdragen in de opvang van dak- en thuislozen in die plaats. Hoewel niet direct in de stad Rotterdam, sluit de vraag goed aan bij onze doelstelling en is besloten om mee te werken. In overleg met een woningbouwvereniging in Hoek van Holland, de deelgemeente en de centrale
2005
893
2004
698
Aantal bezoeken zondagse bijeenkomst 2006
1.265
2005
1.033
2004
1.168
*Een toelichting van de aantallen staat bij de evaluatie.
overheid is er een geschikte locatie gevonden. In 2007 hopen we de opvang daadwerkelijk te kunnen realiseren, in de vorm van een sociaal pension. De doelstelling vindt u daarom opnieuw terug in het jaarplan 2007. Tijdhorizon: De gesprekken met woningbouwverenigingen in Rotterdam zijn het hele jaar gevoerd. De vraag van de deelgemeente Hoek van Holland kwam in het najaar van 2006, waarna we in november een geschikte locatie vonden. Doelstelling: De afdeling dagactiviteiten uitbreiden met een werktrajectbegeleider. Realisatie: We hebben een werktrajectbegeleider aangesteld, wat duidelijk voorziet in een behoefte van onze bezoekers. De werktrajectbegeleider had contact met 72 cliënten. Zeven mensen kon zij toeleiden naar betaald werk, één naar intern vrijwilligerswerk en zes naar extern vrijwilligerswerk. Ook zijn er twee cliënten toegeleid naar een reïntegratietraject via de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Gemeente Rotterdam. Tijdhorizon: De werktrajectbegeleider is op 1 april aangesteld. Doelstelling: Begeleiden van cliënten in ‘eigen woningen’ en tien plaatsen in panden van de gemeente Rotterdam. Realisatie: Om deze doelstelling te realiseren, moesten er vijf panden van de gemeente en extra kantoorruimte beschikbaar komen. Bovendien was een uitbreiding van het team woonbegeleiding nodig, met bijna twee fte. Aan de laatste twee voorwaarden kon worden voldaan. In samenwerking met de woningbouw vereniging kwamen er twee panden beschikbaar, met zestien plaatsen. Deze panden zouden eind 2006 opgeleverd worden. De oplevering is echter verschoven naar begin 2007.
Groepsbijbelstudie
17
wilden we een nieuwe wasserette realiseren, met een flink aantal wasmachines. Deze doelstelling heeft echter niet veel prioriteit gehad. We zijn op zoek geweest naar een extern pand, dat in aanmerking komt voor subsidie. Dat is niet gelukt, waardoor de doelstelling niet is gerealiseerd. Wel komt er in 2007 een extra wasmachine in één van de kantoorruimtes. Tijdhorizon: In de eerste helft van 2006 heeft de doelstelling de meeste aandacht gehad.
Werktrajectbegeleiding
Tijdhorizon: De doelstelling heeft het hele jaar aandacht gehad. In het tweede kwartaal is gestart met de werving van woonbegeleiders. Doelstelling: Betere begeleiding van cliënten na de centrale intake. Realisatie: Door een stijgend aantal cliënten vanuit de centrale intake werd de capaciteit van het maatschappelijk werk onvoldoende. Door aanstelling van een nieuwe maatschappelijk werker kunnen we de cliënten de begeleiding bieden die zij nodig hebben. Tijdhorizon: De maatschappelijk werker is eind februari benoemd. Doelstelling: Drie buitenslapers kunnen beschermd slapen. Realisatie: In 2005 was één van de doestellingen een slaapbox te realiseren waarin permanente buitenslapers in de winter beschermd kunnen slapen. De gemeente Rotterdam voelde echter niet veel voor het plan, tenzij er geen andere mogelijkheden zouden zijn. In 2006 hebben we ons
18
opnieuw het doel gesteld om wat te kunnen betekenen voor permanente buitenslapers. We zijn dan ook in gesprek gebleven met de gemeente over deze problematiek. Eind 2006 hebben we echter zelf van deze doelstelling afgezien. Door de inzet van de gemeente om het dak- en thuislozenprobleem van de stad aan te pakken is het aantal buitenslapers aanzienlijk gedaald. Bovendien hebben we in de loop van het jaar positieve ervaringen opgedaan met alternatieve oplossingen. Bijvoorbeeld de opvang in onze time-outvoorziening en de directe plaatsing vanuit de struiken in een basaal onderkomen, onder begeleiding van een veldwerker. Tijdhorizon: Tot eind 2006 hebben we aan deze doelstelling gewerkt. Vanaf oktober hebben we positieve ervaringen opgedaan met de opvang in onze time-outvoorziening. Doelstelling: Het voorzien in voldoende wasgelegenheid voor kleding. Realisatie: De wasgelegenheid in het dienstencentrum begon te klein te worden. Daarom
Doelstelling: Effectievere en efficiëntere aansturing van teams en clusters. Realisatie: De uitbreiding van het werk en het groeiende aantal collega’s vroeg om een bezinning op de structuur en aansturing van de medewerkers van het dienstencentrum. Al in 2005 werd gezamenlijk nagedacht over een herindeling. Bewustwording en inspraak stonden toen centraal. In 2006 zijn er twee discussiedagen geweest waarin de herstructurering is besproken met de teams. Het resultaat is twee clusters, die samen bestaan uit totaal vijf teams. Ieder cluster wordt aangestuurd door een coördinator. Eind 2006 werd de herstructurering geëvalueerd. Zowel medewerkers als leidinggevenden zijn tevreden over het resultaat. Tijdhorizon: In het eerste kwartaal zijn er twee discussiedagen geweest en is de nieuwe structuur ingevoerd. Eind 2006 vond de evaluatie plaats.
3.2.4 Samenwerking Het dienstencentrum van Ontmoeting werkt met een groot aantal organisaties samen. In 2005 waren dat: De gemeente Rotterdam De samenwerking tussen Ontmoeting en de gemeente Rotterdam is in 2006 intensiever geworden. Dat komt vooral door de nieuwe aanpak voor dak- en
thuislozen in Rotterdam (Centraal Onthaal) en de gezamenlijke plannen van de vier grote steden Rotterdam, Amsterdam, Utrecht en Den Haag (G4). Voor Centraal Onthaal werkt Ontmoeting samen met Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SoZaWe). We denken zowel mee op uitvoerend als op beleidsniveau. We participeren onder andere in de Traject Toewijzingscommissie (TTC), waar voor iedere dak- en thuisloze een zorgtraject wordt uitgestippeld. Voor de G4-plannen werkt het dienstencentrum samen met zowel de GGD als met SoZaWe. Ook hier dragen we bij op zowel uitvoerend als strategisch niveau. Als laatste neemt het dienstencentrum deel aan het project Straatdokter van de GGD. Voor dit project houden diverse artsen spreekuren in verschillende Maatschappelijke Opvanginstellingen, waaronder het dienstencentrum van Ontmoeting. Mozaïek Een collega van het dienstencentrum is gedetacheerd bij stichting Mozaïek. Deze stichting is een samenwerking van verschillende organisaties en zorgt ervoor dat zorgwekkende zorgmijders (al dan niet recent gedetineerd) ondergebracht worden in definitieve zorg. Bavo-RNO Groep Regelmatig komt er een sociaal psycholo-
gisch verpleegkundige van Bavo in het dienstencentrum, die vooral bezoekers met psychische problemen behandelt. IBVR Ontmoeting neemt deel aan het Interkerkelijk Beraad Verslaving Rotterdam (IBVR). In dit platform zitten verschillende Maatschappelijke Opvanginstellingen, kerken en stichtingen. Het IBVR denkt na over verslavingsproblematiek en geeft zonodig advies aan instellingen, kerken of de politiek.
3.2.5 Evaluatie 2006 a. In 2006 stond het dak- en thuislozenprobleem hoog op de politieke agenda. Vooral in Rotterdam, maar ook in andere grote steden. Daardoor nam de hulp aan dak- en thuislozen toe. Ook het dienstencentrum van Ontmoeting kon het werk uitbreiden. De gevolgen van Centraal Onthaal en de G4-plannen werden zichtbaar. De afdeling zorgcoördinatie werd uitgebreid om de grotere instroom van cliënten goed op te vangen. b. In de tweede helft van het jaar zagen we een afname van het aantal buitenslapers. In 2006 had onze veldwerker contact met 126 verschillende buitenslapers, ten opzichte van 247 het jaar daarvoor. De nodige bemoeizorg en passende hulpverlening bleek voor een aantal dak- en thuislozen een verbete-
ring van hun situatie. Een positief resultaat! c. We zijn vorig jaar gestart met het opzetten van een multidisciplinair team. Dit team gaat dak- en thuislozen met complexe problemen toeleiden naar definitieve hulp. De gemeente Rotterdam geeft het team een subsidie voor twee en half jaar. In december zijn de eerste vergaderingen geweest ter voorbereiding op de start in het eerste kwartaal van 2007. d. Onze verpleegkundige ziet het aantal hulpvragen afnemen. Door het project Straatdokter zijn er meer verpleegkundigen actief in de stad. Hierdoor steeg de aandacht voor de lichamelijke zorg voor dak- en thuislozen. Door deze intensieve aandacht worden soms (grote) problemen voorkomen. Het project Straatdokter loopt nu twee jaar. e. De afname van het aantal groepsbijbelstudies komt door een periode van ziekte van zowel de pastoraal werker als zijn vervanger. Hierdoor zijn er zeventien groepsbijbelstudies minder gehouden dan in 2005.
3.2.6 Toekomst Voor 2007 heeft het dienstencentrum naast de gewone hulpverlening de volgende drie doelstellingen geformuleerd: 1. Uitbreiding ambulante woonbegeleiding in Rotterdam. We streven naar een stijging van twintig tot vijftig bedden ten opzichte van de 69 vorig jaar. 2. Meer activiteiten ontwikkelen voor (ex-) gedetineerde dak- en thuislozen. In de eerst helft van het jaar onderzoeken we de mogelijkheid om de maatschappelijke opvang te laten aansluiten bij de Penitentiaire Inrichtingen. Als dat onderzoek positief uitvalt, is het doel om achttien appartementen te realiseren voor een begeleidwonenproject voor stelselmatige daders. 3. Het realiseren van een woon-zorgvoorziening. Deze doelstelling sluit aan bij die van 2006. De eerste helft van het jaar zal
Persoonlijke aandacht
19
vooral de lobby bij (gemeentelijke) overheid en onderzoek naar de positie in de zorgketen centraal staan. Bij een positieve uitkomst, zal in september een projectplan worden gepresenteerd.
Het dienstencentrum heeft in 2006 een behoorlijke groei doorgemaakt. Daarom is het aantal doelstellingen beperkt. Ze vergen echter wel veel tijd en inspanning om te realiseren. De projectmanager ( in
2007 afdeling strategie & ontwikkeling) zal een grote bijdrage leveren aan de laatste twee doelstellingen.
Ambulante woonbegeleiding
3.3 Woon- werkcentrum Epe 3.3.1 Problematiek Veel dak- en thuislozen in Nederland hebben regelmatig kennis gemaakt met politie en justitie. De oorzaak hiervan is heel verschillend. Door hun dakloosheid, gebrek aan geld en ook door verkeerde vrienden proberen ze (soms noodgedwongen) op allerlei manieren aan geld te komen. Ze schrikken er vaak niet voor terug de wet te overtreden om hun eten, onderdak en verslaving te bekostigen. Een groot aantal plegen keer op keer delicten, de zogenaamde veelplegers. Na een gevangenisstraf komen veel (ex-)daklozen weer op straat terecht en belanden in dezelfde vicieuze cirkel. In de loop van de jaren is duidelijk geworden dat goede begeleiding na de gevangenisstraf heel belangrijk is. Want zelfstandig breken met
20
dit ‘leven’ is niet eenvoudig. Ze dragen een stempel als ‘bajesklant’ waardoor ze vaak geen werk kunnen vinden, woningbemiddeling moeilijker gaat en veel mensen erg wantrouwend zijn. Zonder begeleiding is de kans klein dat dak- en thuislozen met een detentieverleden opnieuw integreren in onze maatschappij.
Aantal opnames van cliënten 2006
31
2005
27
2004
23
3.3.2 Hulpverlening Om deze groep dak- en thuislozen weer te laten terugkeren in de maatschappij heeft Ontmoeting een resocialisatieprogramma opgezet. Dit programma geven we in het woon-werkcentrum in Epe en is bedoeld voor mannelijke dak- en thuislozen. De bewoners van het woon-werkcentrum leren onder andere hun sociale en
Afsluiting resocialisatieprogramma 2006
4
2005
2
2004
2
arbeidsvaardigheden ontwikkelen. Het doel is dat aan het eind van het programma de cliënt woonruimte vindt en een dagbesteding heeft en in staat is (met enige begeleiding) zelfstandig in de maatschappij te functioneren. Het programma bestaat uit drie hoofdfasen: groepsgewijs leven en leren, begeleid wonen op het terrein en ambulante woonbegeleiding. 1. Groepsgewijs leven en leren De eerste weken verkennen we samen met de bewoner de knelpunten en problemen op verschillende levensgebieden. Daarnaast levert het functioneren van de bewoner in de leefgroep ook leerpunten op. Hieruit volgt een begeleidingsplan voor het vervolg van het programma. Hij krijgt een mentor als individueel begeleider. Die houdt overzicht over het hele traject en verzorgt ook de begeleiding op het gebied van de individuele hulpverlening. In deze fase staat het leven in de groep centraal. We leggen de basis voor het zelfstandig kunnen functioneren in de maatschappij. De cliënten trainen hun sociale vaardigheden en verantwoordelijkheden, maar ook praktische huishoudelijke vaardigheden en het houden van structuur wordt aangeleerd. Deze fase duurt ongeveer zes maanden. 2. Begeleid wonen op het terrein Als de eerste fase succesvol is afgerond, gaat een deelnemer over naar een eigen appartement op het terrein. Hij doet nu ook werkervaring op buiten het terrein in een stage of een tijdelijke betrekking. In deze fase begeleiden we de deelnemer bij het zelfstandig wonen, het opbouwen van een sociaal netwerk buiten het terrein en het zinvol besteden van zijn vrije tijd. Deze
fase duurt ongeveer zes tot acht maanden. 3. Ambulante woonbegeleiding Als een cliënt het programma afrondt en zijn (toekomstige) werkomgeving bekend is geworden, begeleiden we hem bij het zoeken naar woonruimte. Hij verlaat het terrein en gaat zelfstandig leven en werken. Deze overgang ervaren veel cliënten als bedreigend. Om dit zo vloeiend mogelijk te maken, geven we ambulante woonbegeleiding. Deze fase duurt zolang de cliënt de begeleiding nodig heeft. Inhoud van de begeleiding De begeleiding die cliënten tijdens het hele programma van ons krijgen, bestaat uit drie pijlers:
klaar te stomen voor de arbeidsmarkt. Dat gebeurt zowel met werk op als buiten het terrein in een stage of een baan. Centraal staan zaken als werkritme, discipline, ontdekken van hun vaardigheden en interesses en met gezag leren omgaan.
3.3.3 Resultaten In 2006 hebben zeven cliënten de eerste fase van het programma doorlopen en zijn doorgestroomd naar fase twee. In die tijd hebben ze basisvaardigheden opgebouwd om zelfstandig te kunnen functioneren. Een aantal voorbeelden: - Door het samenleven in een groep leren ze rekening houden met anderen in plaats van het gaan voor de ‘kick en ik’.
1. Groepsbegeleiding: We proberen de bewoners een thuis te bieden waar ze zich prettig voelen. Ze kunnen van elkaar leren en leren met elkaar samenleven. Bovendien kunnen ze een basis leggen voor het zelfstandig wonen. Denk bijvoorbeeld aan persoonlijke hygiëne, kookvaardigheden en vrijetijdsbesteding. 2. Individuele begeleiding: Hieronder verstaan we psychosociale hulpverlening, materiële hulpverlening en begeleiding bij het herstellen van familiecontacten. 3. Arbeidstraining en arbeidstoeleiding: We trainen en begeleiden cliënten om ze Arbeidstraining
Gemiddeld aantal cliënten in zorg 2006
16,6
2005
13,2
2004
10,3
Hoofdgebouw woon-werkcentrum
21
- Ze ontwikkelen zich van een veelpleger tot een eigen persoonlijkheid, die kan omgaan met kritiek. - Ze leren om hun beleving onder woorden te brengen en hun gevoel te uiten en verwoorden, op een manier die in de maatschappij geaccepteerd wordt. - Ze trainen zich erin om met teleurstellingen omgaan. Die kun je niet wegdrinken of door drugsgebruik vergeten. Door ze te bespreken, leren ze eraan te werken of ermee om te gaan. - Ze leren fouten erkennen en schaamte te overwinnen, wat aanleiding geeft of opening biedt om familiebanden weer te herstellen. - Wanneer cliënten tijdens het resocialisatieprogramma afhaken, hebben ze toch bagage meegekregen. Ze hebben in een omgeving geleefd waar waardering en aandacht gewoon waren, waardoor ze meer zelfrespect hebben gekregen. Dat blijft hen bij als een goede herinnering.
3.3.4 Doelstellingen 2006 Doelstelling: Verbeteren van intakeprocedure Realisatie: Om het aantal aanmeldingen en opnames (bezettingsgraad) het hele jaar door op peil te brengen, was verbetering van de intakeprocedure nodig. In het voorjaar is er een DVD met informatie over ons
reïntegratieprogramma gestuurd naar reclasseringscontacten en verwijzers van justitiële instellingen. Deze mailing zorgde voor een piek in het aantal aanmeldingen. Bovendien is het intaketeam versterkt met 0,5 fte. Door deze activiteiten zijn zowel het aantal aanmeldingen als het aantal opnames gestegen. Tijdhorizon: In april is de dvd-mailing verstuurd en het intaketeam versterkt. Doelstelling: Uitbreiding en verbetering van de ambulante woonbegeleiding Realisatie: Om deze doelstellingen te realiseren is begin 2006 een ambulant woonbegeleider aangesteld, voor 0,33 fte. Het resultaat hiervan is dat er eind 2006 zes cliënten
woonbegeleiding ontvingen. De intensivering van deze begeleiding nadat het programma is afgerond, blijkt zeer succesvol. Door de inzet van de woonbegeleider kon in crisissituaties terugval worden voorkomen. Tijdhorizon: 1 januari 2006 is de woonbegeleider aangesteld, waarna zij het hele jaar aan de doelstelling werkte. Doelstelling: Onderzoek naar mogelijkheden om woonbegeleiding te geven aan bewoners in een pand buiten het terrein. Realisatie: Voor dit onderzoek is geen projectopdracht geformuleerd. De reden hiervoor is dat er vorig jaar te weinig cliënten waren die hiervoor in aanmerking zouden komen. Daarnaast is besloten om cliënten in het laatste gedeelte van de fase ‘begeleid wonen op het terrein’ onder ambulante woonbegeleiding te laten vallen. Er is wel contact geweest met de woningbouwvereniging over deze vorm van woonbegeleiding. In 2007 gaan we hierover op strategisch niveau met hen in gesprek. Tijdhorizon: Het contact met de woningbouwvereniging vond in het laatste kwartaal plaats. Doelstelling: Er is sprake van een vorm van 24-uurstoezicht in het hoofdgebouw. Realisatie: We hebben een beheerder op het terrein,
Artist impression van multifunctionele ruimte
22
waardoor er sprake is van 24-uurstoezicht. De wens is om dit nog aan te vullen met cameratoezicht en slaapwachten. Dat is door tijdgebrek niet gerealiseerd en zal in 2007 opnieuw aan de orde komen. Doelstelling: Nieuwbouw multifunctionele ruimte. Realisatie: Het doel was om in 2006 alle voorbereidingen te treffen, zodat in 2007 gestart kan worden met de nieuwbouw. Dat is deels gerealiseerd. Uit gesprekken met de gemeente werd duidelijk dat de nieuwbouw in het bestemmingsplan past, waarna de architect is begonnen met een definitief ontwerp. In de loop van het jaar is de woningstichting bij het project betrokken, om een deel ervan te financieren. De contacten met hen hebben veel tijd in beslag genomen, waardoor het nieuwbouwproject vertraging heeft opgelopen. Het is nog onduidelijk of er op korte termijn voldoende geld kan binnenkomen door fondsenwervingsacties of leningen. Tijdhorizon: De activiteiten vonden plaats in de tweede helft van 2006. Doelstelling: Opzetten van een netwerk van bedrijven rondom Epe voor werkervaring en stage voor bewoners. Realisatie: Het netwerk is gerealiseerd en bestaat uit twaalf bedrijven. De gestegen bekendheid in de regio en de krapte op de arbeidsmarkt hebben hieraan bijgedragen. Tijdhorizon: De doelstelling heeft het hele jaar aandacht gehad.
3.3.5 Samenwerking Ook het woon-werkcentrum werkte in 2006 met verschillende instellingen samen. - Tactus, een instelling voor verslavingszorg en reclassering, gaf regelmatig
trainingen op het gebied van Terugvalpreventie verslavende middelen en agressiebeheersing. - Met diverse penitentiaire inrichtingen met een ISD-afdeling (Inrichting stelselmatige daders) zijn contacten geweest om het aanbod van het woonwerkcentrum passend te maken op de uistroom van de gevangenis. - In 2006 zijn er op verschillende niveaus gesprekken met het ministerie van Justitie geweest om subsidie te krijgen voor cliënten die vrijwillig het resocialisatieprogramma volgen. - Samen met de stichtingen Exodus, Moria en Door is er een mailing verstuurd naar reclasseringsinstellingen en strafrechtadvocaten. - Het woon-werkcentrum maakt deel uit van het Forensisch psychiatrisch netwerk. In dit platform worden iedere twee maanden ontwikkelingen en ervaringen uitgewisseld, aan de hand van casussen.
het kader van hun strafmaatregel, is toegenomen. Ons programma blijkt geschikt te zijn voor de begeleiding van veelplegers. De mix van kleinschaligheid, de betrokken en aandachtige wijze van begeleiding en de begeleiding op alle leefgebieden, zijn daarvoor de juiste ingrediënten. c. Het vinden van geschikte huisvesting voor cliënten die het programma hebben afgerond, is nog steeds een probleem. Overleg met de woningstichting heeft tot nu toe geen bevredigend resultaat opgeleverd. We willen het huisvestingsprobleem breder in de regio onder de aandacht gaan brengen. d. De pastorale zorg blijft een wezenlijk en belangrijk onderdeel van de begeleiding. De cliënten komen in een rustige en veilige omgeving terecht, waar zingevingsvragen naar boven komen. Ze zijn vaak op zoek naar houvast. Dat blijkt uit de grote belangstelling voor de groepsgesprekken met de pastoraal werker.
- Ontmoeting werkt ook samen met reclasseringinstellingen. Cliënten die op justitiële titel het resocialisatieprogramma volgen bij Ontmoeting, staan onder toezicht van een reclasseringsmedewerker. - Met het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) in Apeldoorn hadden we goed contact en constructief overleg over de indicatiestelling, om de intensieve begeleiding aan onze doelgroep mogelijk te maken.
3.3.6 Evaluatie 2006 a. In 2006 is de bekendheid van het woonwerkcentrum toegenomen door meer aandacht vanuit landelijke en regionale media. Ook de deelname aan een congres over aanpak van veelplegers droeg daaraan bij. b. Het aantal opnames van veelplegers, in
Begeleid wonen op het terrein
3.3.7 Toekomst Het woon-werkcentrum wil in 2007 de volgende vijf doelen realiseren: 1. De doorstroom vanaf het terrein naar zelfstandig wonen buiten het terrein bevorderen. Hiervoor willen we de volgende activiteiten uitvoeren: - Samenwerking zoeken met meerdere woningcorporaties in de regio Apeldoorn / Zwolle; - Samenwerking onderzoeken met een makelaar of projectontwikkelaar, die
23
als verhuurder wil optreden voor zelfstandige woonunits; - Onderzoeken of het mogelijk is om het resocialisatieprogramma in nog kleinere stappen op te delen, door een aanvulling van begeleid zelfstandig wonen buiten het terrein in een pand wat door Ontmoeting gehuurd wordt. - De ambulante woonbegeleiding uitbreiden. 2. Vergroten van de inbreng van de voordeur vanuit Justitie om instroom te garanderen. Hiervoor willen we de volgende activiteiten uitvoeren: - De samenwerking met penitentiaire inrichtingen (PI) in de regio intensiveren en de mogelijkheden tot structurele samenwerking onderzoeken; - Samenwerken met PI Hoogeveen op het gebied van veelplegeraanpak (ISD). We willen onderzoeken of structurele samenwerking mogelijk is, zoals vaste afspraken over het inkopen van plaatsen; - Beter kennismaken met de Forensisch
Psychiatrische Dienst (FPD) in de regio en ons zorgaanbod bij hen onder de aandacht brengen; - Het 24-uurstoezicht verbeteren. 3. Realisatie van de begeleiding van dak- en thuislozen met een detentieverleden die psychiatrische problemen hebben. Hiervoor willen we de volgende activiteiten uitvoeren: - De deskundigheid op het gebied van psychiatrische stoornissen vergroten of in huis halen; - Onderzoek naar samenwerking met een GGZ partner met een forensische afdeling (Deventer of Zwolle); - Samenwerking met een GGZ partner realiseren; - Onderzoeken of de Forensisch Psychiatrische Dienst (FPD) een rol kan spelen bij het realiseren van de doelstelling; - De rol van de FPD verwezenlijken. 4. Verbetering van de instroom door het hulpaanbod in modules aan te
bieden. Hiervoor willen we de volgende activiteiten uitvoeren: - Het resocialisatieprogramma in Epe naar afzonderlijke modules definiëren. Hierdoor ontstaan er meer mogelijkheden om op verschillende niveaus in te stromen; - Meer instroom realiseren ten opzichte van het oude programma-aanbod. 5. Nieuwbouw van een multifunctionele ruimte op het terrein van het woonwerkcentrum. Daarin moet plaats zijn voor spreekkamers, kantoorruimtes, recreatieve ruimtes, arbeidszaal en kantine. Hiervoor willen we de volgende activiteiten uitvoeren: - Invulling geven aan een programma van eisen en het ontwerp verder uitwerken; - In nauwe samenwerking met de afdeling communicatie en fondsenwerving sponsors en donoren zoeken om de nieuwbouw mogelijk te maken; - Aanbesteden en realisatie van het gebouw.
3.4 Valleiregio 3.4.1 Problematiek en hulpverlening In 2004 hadden verschillende gemeenten in de Gelderse Vallei (Ede en omstreken) te maken met overlast van dak- en thuislozen. Een onderzoek uit 2000 liet zien dat er in deze regio vierhonderd mensen waren met een problematische woonsituatie. Zeshonderd mensen waren geregistreerd met een verslavingsprobleem. Er was op dat moment geen actueel en helder beeld wat nu precies de problematiek in de regio was en op welke manier de mensen geholpen konden worden. Om de problemen in kaart te brengen en om concrete hulp te verlenen, startte Ontmoeting december 2004 een project voor anderhalf jaar in de Valleiregio. Er is
24
een veldwerker ingezet die met een dienstenbus dak- en thuislozen opzocht en hulp verleende. Hij deed dat door het vertrouwen van dak- en thuislozen te winnen door persoonlijke aandacht en een luisterend oor, maar ook met praktische hulp. Daarnaast hebben we ons in die periode op de aard en omvang van de problematiek georiënteerd.
3.4.2 Ontwikkelingen Sinds de zomer van 2005 lijkt de aandacht voor dak- en thuislozen van verschillende instanties zijn vruchten af te werpen. Een aantal buitenslapers is niet meer op de vertrouwde plaatsen aanwezig. De oorzaak is verschillend. De gemeente heeft een aantal vervallen kraakpanden gesloopt en veel mensen die een jaar
terug nog op straat of in kraakpanden verbleven, zijn terecht gekomen in een betere vorm van opvang. Ook weten we van een aantal dat teruggegaan is naar hun plaats van herkomst. Er was een behoorlijke groep die met de juiste aanpak in een betere zorgomgeving gebracht kon worden. Daarvan zien we nu de resultaten.
3.4.3 Doelstellingen 2006 Doelstelling: Stichting Ontmoeting levert zowel beleidsmatig als praktisch een bijdrage aan de regionale aanpak van de dak- en thuislozenproblematiek in de Valleiregio. Realisatie: In het voorjaar is het project geëvalueerd. De veldwerker heeft met ongeveer dertig buitenslapers contact gehad. Verschillende mensen heeft hij in contact gebracht met andere hulpverleningsinstellingen. Anderen hielp hij met praktische diensten zoals een deken en een kop koffie. Gezien de ontwikkelingen binnen de doelgroep en de stevige aanwezigheid van het Leger des Heils in deze regio, waren er twee opties: 1. Het project wordt afgerond; 2. Het project wordt met een halfjaar verlengd om een onderzoek te kunnen doen naar het eventueel starten van een dagopvang. Omdat de problematiek onder buitenslapers in de Valleiregio sterk is afgenomen, hebben we besloten om het project niet
te verlengen. Het starten van een dagopvangvoorziening bleek niet nodig. De omvang van problematiek die in kaart is gebracht, geeft geen reden om een opvang te starten. Daarbij komt dat het Leger des Heils voldoende vertegenwoordigd is in de Valleiregio om dak- en thuisloze buitenslapers hulp te kunnen bieden. Tijdhorizon: Het project is geëvalueerd in het voorjaar, waarna de aanwezigheid van Ontmoeting in de Valleiregio is afgebouwd tot juni.
3.4.4 Samenwerking Op uitvoerend niveau heeft Ontmoeting in dit project samengewerkt met het Leger des Heils, de politie, de Zorgmonitor en maatschappelijk werk van diverse gemeenten. Op beleidsniveau nam Ontmoeting deel aan een werkgroep Maatschappelijke Opvang, samen met Joaniter hulpverlening
en Hera vrouwenopvang in Gelderland.
3.4.5 Evaluatie De inzet van een ervaren veldwerker in de Valleiregio was succesvol. Door zijn kennis en ervaring kon hij bijdragen aan het in kaart brengen van de problematiek en de buitenslapers opzoeken en (praktische) hulp verlenen. De inzet van ervaren personeel zorgde ook voor vertrouwen bij gemeentes en andere instanties. De politie in de Valleiregio heeft Ontmoeting gevraagd of wij iets kunnen betekenen voor de veelplegers in deze regio. Op korte termijn gaan we hier niet mee aan de slag. We blijven wel contact houden met diverse partijen in de regio.
3.5 Time-outvoorziening Hummelo 3.5.1 Problematiek Dak- en thuislozen hebben een jachtig en onrustig leven. Iedere dag weer is er de strijd om het bestaan, het overleven op straat. De zoektocht naar eten, geld voor hun verslaving en een slaapplaats. Daarnaast zijn er persoonlijke zorgen (waarom ben ik zover gekomen?), zorgen over de
3.5.2 Hulpverlening toekomst, het piekeren over pijnlijke gebeurtenissen uit het verleden, enzovoort. Dak- en thuislozen hebben, net als iedereen, periodes van rust nodig. Rust om na te kunnen denken over hun situatie en om keuzes te kunnen maken. Keuzes die van belang zijn voor de verdere toekomst.
Sinds oktober 2006 kunnen dak- en thuislozen in de time-outvoorziening terecht voor een zogenaamde time-out. Dit is een korte periode waarin ze de gelegenheid krijgen om tot rust te komen. Deze periode kan een kruispunt zijn in hun leven, om nieuwe keuzes maken voor de
25
toekomst. We stimuleren de gasten daarover na te denken en zo mogelijk proberen we hen door te verwijzen naar een passende vorm van opvang of begeleiding. Tegelijkertijd moeten we ervan uitgaan dat niet iedereen zal komen tot het nemen van zo’n besluit. Dak- en thuislozen kunnen in de time-outperiode ook reserves opbouwen voor de toekomst. De hulp in de time-outvoorziening heeft een paar basiselementen. Het meest kenmerkende van de time-outperiode is de rust. Daarnaast proberen we de situatie van de gast te stabiliseren, hen de structuur van het groepsleven te bieden en de meerwaarde van het ontmoeten van elkaar en de vakantievrijwilligers te laten ervaren. Elk mens is waardevol, en dat laten we de gast weten door persoonlijke aandacht en gesprekken, door leuke dingen met elkaar te ondernemen en door hem te waarderen zoals hij is. We denken dat die basis onmisbaar is om iemand in staat te stellen andere keuzes te maken. De doelgroep die we hulp bieden in de time-outvoorziening kunnen we in drie categorieën verdelen: - Er is een groep dak- en thuislozen die een scala aan problemen heeft, waaraan ze wil gaan werken. Denk bijvoorbeeld aan drugs- of alcoholverslaving, schulden, geen dagbesteding, sociaal-emotionele problematiek,
psychiatrische problematiek, et cetera. Zij zijn ingeschreven bij een instelling, maar staan op een wachtlijst. De kans is groot dat zij door de lange wachtlijsten hun motivatie verliezen en hun leven op straat voortzetten. De time-outvoorziening wil hen ondersteunen bij het vasthouden van hun motivatie. We bieden hen de nodige rust en de structuur van de groep. Indien nodig kunnen we hen alvast voorbereiden op het vervolgtraject, waar ze voor op de wachtlijst staan. - Er is een groep dak- en thuislozen die helemaal nog niet met een hulpverleningtraject bezig is, maar wel op zoek is naar rust en een breuk met de sleur van het straatleven. Ze heeft vaak wel contact met een hulpverleningsinstantie en maakt soms gebruik van een laagdrempelige vorm van hulpverlening, zoals een nacht- of dagopvang. Met deze mensen proberen we het gesprek aan te gaan over hun leven om te ontdekken of ze daarmee tevreden zijn of niet. Als de gast door de rust en de breuk met zijn manier van leven in deze korte periode open gaat staan voor mogelijke veranderingen, ondersteunen we dat. We inventariseren de wensen en eventueel gaat hij met een advies terug naar zijn woon- en leefsituatie. Daar kan vervolgens de volgende stap gezet worden binnen de hulpverlening. De motivatie en wens van de cliënt is
doorslaggevend om te zoeken naar een passend vervolgtraject. - Een aantal thuislozen maakt gebruik van ambulante woonbegeleiding. Ze moet soms nog alle zeilen bijzetten om het zelfstandig wonen vol te houden. Het inrichten van hun huishouden, het regelen van hun financiën en het vinden van een nuttige dagbesteding, kost vaak nog veel moeite. Voor deze groep mensen staat de time-out vooral in het teken van rust, overzicht en structuur. Deze korte onderbreking van hun zelfstandig wonen is vaak ook een evaluatiemoment, om te kijken of de cliënt wel geschikt is voor het begeleid zelfstandig wonen.
3.5.3 Doelstellingen 2006 Doelstelling: Het bieden van een periode van rust aan dak- en thuislozen. Het resultaat hiervan is dat er per jaar minimaal honderdvijftig dak- en thuislozen voor een periode van vier weken tot zes weken genieten van rust en ontspanning. Realisatie: De doelstelling is gedeeltelijk gerealiseerd. De grote verbouwing om verschillende panden klaar te maken voor de opvang zorgde voor vertraging van de start van de time-outvoorziening. Daardoor zijn halverwege oktober de eerste personen opgevangen in de time-
De time-outvoorziening: een uniek project! “Ik vind de time-outvoorziening een prachtig plan. Op deze manier kunnen dak- en thuislozen uit het circuit komen. Zolang ze daarin zitten, komen ze nauwelijks toe aan zelfreflectie, terwijl dat juist zo nodig is. Uit mijn onderzoek blijkt dat dak- en thuislozen op kruispunten in het leven motivatie hebben om hun leven te veranderen. Een kruispunt kan zijn een ziekenhuisopname of verblijf in de gevangenis. De time-outvoorziening is ook zo’n kruispunt. Mensen kunnen genieten van basale dingen, zoals een schoon bed en een warme douche. Ze komen tot rust en spreken andere mensen. Door contacten met vrijwilligers vinden ze een luisterend oor en gaan de gesprekken over andere zaken als het leven op straat en de verslaving. Zo’n rustperiode nodigt uit tot nadenken en zelfreflectie. Na een
26
paar weken vakantie kan het leven op straat een zekere weerzin voor hen hebben. Op dat moment zijn ze gemotiveerd om hun leven anders in te gaan vullen. Omdat er hulpverleners aanwezig zijn, kunnen zij daarop direct inspelen. Als ze weer een paar dagen op straat zijn en in het circuit zitten, kan de motivatie weggeëbd zijn, omdat ze weer moeten overleven. Ik vind de time-outvoorziening echt een uniek project.” Lia van Doorn is wetenschappelijk onderzoeker bij het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn. In 2002 is zij gepromoveerd op een onderzoek onder dak- en thuislozen. Zeven jaar lang heeft zij ruim tachtig (ex-)daklozen in Utrecht gevolgd. De resultaten hiervan staan in haar boek ‘Een tijd op straat’.
outvoorziening. In 2006 zijn er dertien gasten geweest, waarvan er tien zijn uitgestroomd. Zeven naar een passend vervolgtraject, zoals een afkickkliniek, een begeleidwonenproject en ons woonwerkcentrum. Twee gasten wilden terug naar de stad en één moesten we schorsen wegens drugsgebruik. Deze positieve uitstroom van zeventig procent is boven verwachting. Dat betekent dat de rustperiode daadwerkelijk een kruispunt is, waarin de gasten nieuwe keuzes maken voor de toekomst. Tijdhorizon: Van januari tot oktober is de locatie van de time-outvoorziening verbouwd. In deze aanloopperiode zijn ook allerlei werkprocedures vastgelegd en is het team samengesteld. In oktober ontvingen we de eerste gasten.
3.5.4 Samenwerking - In de time-outvoorziening werkt Ontmoeting samen met stichting Het Passion. Deze stichting zorgt voor de facilitaire ondersteuning. Dat doen zij mede door vakantiegangers als vrijwilligers in te zetten. Deze vrijwilligers bieden tijdens hun werkvakantie ondersteunende diensten aan de bewoners van de time-outvoorziening. Bijvoorbeeld huishoudelijke werkzaamheden en (re)creatieve en sportieve activiteiten. De samenwerking met Het Passion verloopt goed. Wekelijks is er overleg om af te stemmen hoe de dagelijkse gang van zaken loopt, bespreken we eventuele bijzonderheden. Ook is er aandacht voor de inzet van de vakantievrijwilligers.
- De time-outvoorziening werkt ook nauw samen met het dienstencentrum in Rotterdam. De meeste gasten in de time-outvoorziening komen uit Rotterdam en zijn doorverwezen door het dienstencentrum. Maandelijks is er overleg om een goede samenwerking te waarborgen en waar nodig de cases van verschillende cliënten te bespreken. - Op financieel gebied werkt de timeoutvoorziening samen met Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de gemeente Rotterdam. De gemeente heeft tien zorgplaatsen ingekocht voor vier jaar. Zo financiert de gemeente de zorg aan daken thuislozen die uit Rotterdam komen. Voor twee plaatsen is nog geen structurele financiering gevonden.
3.5.5 Evaluatie a. De periode in de time-outvoorziening heeft een positieve impact op cliënten. Door de periode van rust leren ze om te denken op langere termijn, in plaats van te leven bij de dag. Daardoor durven ze (weer) aan hun ideaal vast te houden, waar ze uiteindelijk willen komen. Daarnaast brengt de afstand van de stad een stuk rust in hun hoofd, omdat de prikkels en verleidingen even zijn verdwenen. b. De samenwerking met de vrijwilligers van stichting Het Passion heeft naast de praktische inzet ook positieve consequenties voor de samenleving. ’Gewone burgers’ en dak- en thuislozen ontmoeten elkaar. De winst voor de doelgroep is dat ze ervaren dat ze niet door alle mensen genegeerd en afgewezen worden. Voor de vakantievrijwilliger
zorgt de ontmoeting met dak- en thuislozen van mens tot mens voor een reëler beeld van hen dan ze wellicht voor die tijd hadden. Dat betekent dat ook buiten deze locatie meer oog zal zijn voor elkaar en er wellicht makkelijker contact gelegd wordt. c. De bijdrage van de Gemeente Rotterdam per zorgplaats is niet kostendekkend. Structurele financiering is daarom nog een punt van zorg. Ontmoeting streeft ernaar om de kosten structureel dekkend te krijgen met financiering van de gemeente. d. Voor gasten die (nog) niet verder aan hun problemen gaan werken en terugkeren naar de straat is de timeoutperiode evengoed vaak zinvol. Het even weg zijn uit de stad met alle hectiek, geeft ruimte voor nieuwe ervaringen. Het andere, rustige leven in een omgeving waar mensen persoonlijke aandacht geven, maakt indruk. Mensen voelen zich weer gezien en waardevol en die ervaring nemen ze mee terug. Een andere manier van leven blijkt toch te bestaan, en die ervaring en wetenschap kan stimuleren om na te denken en te vergelijken. Daarmee wordt er een eerste en belangrijke prikkel gegeven om te kijken naar wenselijke veranderingen. e. Het werkaanbod is een onderdeel van het project wat nog volop in ontwikkeling is. Het is zoeken naar wat aansluit bij de gast en waar de mogelijkheden liggen. ’s Zomers zijn er meer mogelijkheden in het werk in en om de boerderij en op het terrein. Daarnaast zijn er de vaste corveetaken waar de gasten gezamenlijk verantwoordelijk-
27
heid voor dragen. Het werkaanbod was in eerste instantie heel vrijblijvend en iedereen kon doen wat hij leuk vond. Nu wordt er steeds een werkverdeling gemaakt, wat meer overzicht en structuur geeft voor de gasten. Bovendien geeft dat de gast ook wat meer verantwoordelijkheid voor zijn taak. f. Een verblijf in de time-outvoorziening is niet voor elke dak- en thuisloze geschikt. Afhankelijk van de beheersbaarheid van de problematiek op terreinen als psychiatrie, verslaving of agressie moeten we kiezen voor toelating of afwijzing. Daarnaast moet er rekening worden gehouden met de samenstelling van de groep. g. Het nieuwe project en een heel nieuw team vragen tijd om rustig te kunnen groeien en te ontwikkelen. Om die groei en ontwikkeling te ondersteunen is gekozen voor een aantal intervisiebijeenkomsten en trainingsdagen onder leiding van een extern deskundige. Luisterend oor van vakantievrijwilliger
3.5.6 Toekomst De time-outvoorziening wil in 2007 het aantal gasten wat in de time-outvoorziening kan verblijven uitbreiden van vijf naar twaalf. Hiervoor willen we de volgende activiteiten uitvoeren:
- De uitbreiding afstemmen met de buurt; - Meer dak- en thuisloze cliënten doorverwijzen vanuit het dienstencentrum in Rotterdam. Vanaf 1 april willen we doorgroeien naar twaalf cliënten;
- Lobbyen voor structurele financiering; - Het eerste operationele jaar van de time-outvoorziening evalueren.
3.6 Dienstencentrum Harderwijk 3.6.1 Problematiek Voordat we in Harderwijk een dienstencentrum geopend hebben, werd de problematiek in de stad door de gemeente en andere hulpverleners geschat op tachtig tot honderd dak- en thuislozen. In de gemeente was alleen een (te) kleine nachtopvang en een paar dagdelen beperkte dagopvang met vrijwilligers. Vier maanden na de opening in september hebben we al honderd bezoekers geregistreerd. Een groot deel van deze groep bestaat uit thuislozen. Vijfenzeventig
28
procent van hen heeft te kampen met een verslavingsprobleem. Zij hebben meestal wel een woning en leven vaak van een uitkering. Ze missen echter warmte en geborgenheid en hebben behoefte aan aanspraak. Thuisloosheid dus.
3.6.2 Hulpverlening Het dienstencentrum in Harderwijk is gevestigd op een tijdelijke locatie. Dak- en thuislozen kunnen er terecht voor hun eerste levensbehoeften, zoals het drinken
van een kopje koffie, het eten van een tosti, het lezen van een krantje, het doen van een spelletje of het voeren van een gesprek. Het dienstencentrum vervult nu vooral de functie van inloop. We ontvangen de bezoekers in een ontspannen sfeer, waar ze zichzelf kunnen zijn. Wanneer de mogelijkheid zich voordoet, gaat een maatschappelijk werker met hen in gesprek om eventuele hulpvragen duidelijk te krijgen. Als de bezoeker met zijn problemen aan de slag wil, verwijst de maatschappelijk werker zo nodig door
naar de juiste instantie. Op kleine schaal ontvangt een aantal bezoekers hulp bij schulden.
3.6.3 Doelstellingen 2006 Doelstelling: Het bieden van professionele hulp aan dak- en thuislozen in Harderwijk en omgeving. Het resultaat hiervan is dat tijdens de projectperiode van anderhalf jaar vijfenzeventig dak- en thuislozen worden geholpen. Realisatie: Bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart was de maatschappelijk opvang een speerpunt. De gemeente heeft hiervoor structureel tweehonderdduizend euro vrijgemaakt. Samen met de overige hulpverleningsinstanties in de stad heeft Ontmoeting zich sterk gemaakt voor een ketenaanpak. Na de toezegging van een overheidsfinanciering voor één jaar konden we in september een tijdelijk dienstencentrum openen. Aan het einde van het jaar zijn er ongeveer honderd unieke personen geregistreerd waar we contact mee hebben. Dagelijks bezoeken vijfentwintig tot dertig mensen het dienstencentrum. Tijdhorizon: Van januari tot september zijn er gesprekken geweest met de gemeente en andere hulpverleningsinstanties om een dagopvang te realiseren. Onder andere het vinden van een (tijdelijke) locatie en structurele financiering waren onderwerp van gesprek. In de zomer is er een bijeenkomst geweest met de buurtbewoners. Vanaf september zijn de eerste bezoekers opgevangen in het dienstencentrum.
3.6.4 Samenwerking Het dienstencentrum werkte in 2006 samen met diverse partijen: - Met de wijkagent zijn er regelmatig gesprekken geweest over de overlast in de buurt. In tegenstelling tot wat de buurtbewoners verwachtten, is de
overlast afgenomen. - De samenwerking met de gemeente Harderwijk was in het begin van het jaar vooral op beleidsniveau, over het realiseren van een keten aan zorg en de financiering daarvoor. Na de start van het dienstencentrum is met de gemeente samengewerkt met de afdeling maatschappelijk werk voor het zoeken naar een definitieve locatie en het realiseren van een postadres voor onze bezoekers. - We werken samen met Iriszorg, die een nachtopvang in de stad heeft. Afstemming over gezamenlijke bezoekers vindt plaats om de doelgroep en de problematiek in kaart te brengen. Met alcoholkliniek De Wending in Beekbergen is samenwerking op cliëntniveau. - Op het gebied van schuldhulpverlening is samenwerking met de sociale dienst, de stadsbank en het centrum voor alcohol en drugs (CAD). Met deze partijen proberen we tot een integrale vorm van schuldhulpverlening te komen voor cliënten in Harderwijk en omgeving.
3.6.5 Evaluatie a. Het dienstencentrum in Harderwijk voorziet duidelijk in een behoefte. De projectdoelstelling van vijfenzeventig cliënten in anderhalf jaar, is al binnen vier maanden bereikt. Het aantal bezoekers lag eind 2006 al op honderd personen, wat betekent dat de dak- en thuislozenproblematiek in de stad hoger ligt dan is geschat. Ongeveer de helft hiervan bezoekt twee tot drie keer per week het dienstencentrum. De andere helft bezoekt incidenteel de inloop. Dit onverwacht hoge aantal bezoekers zorgt voor een behoorlijke druk op het kleine team van hulpverleners. Naast de kwetsbaarheid bij ziekte van een collega is er ook te weinig tijd en capaciteit om meer diepgaande gesprekken aan te gaan. Op korte termijn is er daarom uitbreiding van het team nodig.
b. In 2007 willen we een definitieve locatie in Harderwijk in gebruik nemen. Daar willen we onze dienstverlening ook uitbreiden door meer dagactiviteiten op te gaan zetten en mogelijke pastorale zorg en ambulante woonbegeleiding te gaan aanbieden. c. De overheid heeft het dienstencentrum voor één jaar gefinancierd. In 2007 moet daarom bekeken worden hoe we verder gaan met het project en met welke financiële middelen. De gemeente vervult een regierol in de gesprekken voor structurele financiering.
3.6.6 Toekomst In 2007 willen we bepalen of en zo ja, waar het dienstencentrum in Harderwijk definitief gerealiseerd wordt. Daarvoor willen we de volgende activiteiten uitvoeren: - Lobby voor structurele financiering. Het resultaat hiervan is dat de exploitatie vanaf 1 augustus 2007 voor minimaal tachtig procent extern gefinancierd wordt; - Onderzoek en lobby voor een nieuwe locatie. Het resultaat hiervan is dat in september 2007 een definitieve locatie voor het dienstencentrum bekend is. Voorwaarde is wel dat de structurele financiering toegezegd is; - Verbouwing van de nieuwe locatie tot een geschikt dienstencentrum. Eind 2007 is de locatie geschikt voor de hulpverlening.
Dienstencentrum Harderwijk
29