Donderdag 26 mei 2005 Uitgave SEV-programma: VERNIEUW(D) MAATSCHAPPELIJK ONDERNEMERSCHAP SEV · Kruisplein 25R · Postbus 1878 · 3000 BW Rotterdam · tel 010 282 50 50 · fax 010 411 42 11 · www.sev.nl
Commissie-De Boer adviseert:
BESTEL VOOR WONINGCORPORATIES
OP DE SCHOP
.
Minister Dekker van VROM neemt glimlachend het rapport van Commissie-De Boer in ontvangst van voorzitter Hans De Boer.
Van onze verslaggever
Eind 2004 adviseerde de WRR over maatschappelijke dienstverlening. De boodschap van het lijvige rapport: de dienstverlening kan beter, mits dat niet ten koste gaat van de professional. Het toezicht moet selectiever en meer samenhangend, de positie van huurders versterkt en corporaties moeten zich beter verantwoorden. Tevens benadrukt het de waarde van innovatieve praktijken. Het SER-advies stelt dat maatschappelijke dienstverleners de ruimte moeten krijgen om te ondernemen, maar de overheid blijft verantwoordelijk voor de inrichting van de spelregels. In het onderzoeksrapport van RIGO
Door Guido Derksen
(foto Geneviève Ruocco)
Uitgevonden: De nieuwe corporatie De afgelopen tijd is menig advies verschenen over de rol die woningcorporaties geacht worden te spelen. Als alle aanbevelingen worden opgevolgd, kan met zekerheid worden gesproken over de nieuwe corporatie. En die nieuwe corporatie is een maatschappelijke onderneming.
Dinsdag 17 mei kwam de Commissie-De Boer met haar langverwachte advies over de verhoudingen tussen de woningcorporaties en het Rijk. Het rapport kreeg als titel Lokaal wat kan, centraal wat moet. Nieuw bestel voor woningcorporaties. “Het woord lokaal, en dus niet decentraal, is bewust gekozen,” aldus Edith Hooge, secretaris van de commissie en lector Corporate Governance aan de Avans Hogeschool. “We wilden niet alleen een bestuurlijke invalshoek, want juist de lokale verankering van de corporatie en de relatie met de gemeente vinden we heel belangrijk.”
over het BBSH wordt geadviseerd om de lokale overheid een belangrijke vinger in de pap te geven als het gaat om de prestaties van de woningcorporatie. Over de bestemming van het vermogen breekt het rapport een lans voor investeringen in maatschappelijk vastgoed. Het ministerie van VROM en Aedes zetten in het voorjaar de Commissie-De Boer aan het werk om de relatie tussen corporaties en het rijk te beschouwen. De commissie adviseerde de verantwoordelijkheid meer op het lokale niveau te verankeren. Zij stelt een speciaal contracteringsinstituut voor dat erop toeziet dat gemeenten en corporaties werkelijk tot afspraken komen. Corporaties zouden omwille van goede concurrentie allemaal een landelijke toelating moeten krijgen. De SEV startte dit jaar met het programma Vernieuw(d) maatschappelijk ondernemerschap. Corporaties worden door de SEV uitgedaagd de vernieuwingslijnen in praktische instrumenten om te zetten. De eerste experimenten zijn inmiddels een feit en op 26 mei 2005 organiseerde de SEV het congres ‘De nieuwe corporatie: een maatschappelijke onderneming’.
VROM en Aedes hebben de Commissie-De Boer ingesteld om tot nieuwe spelregels te komen. In haar rapport heeft de commissie de recente adviezen van WRR, SER, RIGO en het ministerie van Economische Zaken een praktische vertaalslag gegeven, plus een aanzet tot implementatie ervan. De Boer c.s. pleiten voor een vrij ingrijpende stelselherziening, iets wat volgens voorzitter De Boer in anderhalf jaar tijd mogelijk is. — vervolg pagina 6
STELLING
“Maatschappelijk ondernemen en zelfregulering verdragen elkaar niet”
René Scherpenisse, directeur SEV
2
BINNENLAND
Donderdag 26 mei 2005 Het Vernieuwblad
BINNENLAND
Het Vernieuwblad Donderdag 26 mei 2005
SEV - EXPERIMENT IN OOSTERHOUT
WRR-VERKENNER JAN-KEES HELDERMAN:
CIRES BOUWT AAN
‘Meer ruimte voor corporaties, binnen duidelijke kaders’ Wat houdt maatschappelijk ondernemerschap in? Van wie is de maatschappelijke onderneming? Hoe liggen de verhoudingen tussen de publieke dienstverleners en het Rijk? Over de antwoorden op deze en andere vragen over organisaties in het maatschappelijk middenveld worden al enige tijd stevige noten gekraakt. De diffuse positie van woningcorporaties, zorgorganisaties, onderwijsinstellingen, welzijnsorganisaties en de arbeidsvoorziening is daarbij veelvuldig onderwerp van (zelf)onderzoek.
SAMENLEVING Door Guido Derksen
SPORTVELD OPVANG
WERKPLAATS
THUISHULP
Door Guido Derksen
DE LAATSTE MAANDEN zijn verschillende adviezen verschenen die ingaan op – delen van – de publieke dienstverlening, bijvoorbeeld van de WRR en de SER. Het WRR-advies Bewijzen van goede dienstverlening, van eind 2004, was het eerste in de recente rij. De WRR geeft in haar rapport aan dat de maatschappelijke dienstverlening onder druk staat. Er zijn zorgen over het kwaliteitsniveau en er bestaat onduidelijkheid over de verantwoordelijkheden: aan wie dienen de dienstverleners verantwoording af te leggen? Ook is er strijd over de omvang en financiering van de maatschappelijke dienstverlening. De WRR vindt dat publieke dienstverleners en overheid hun beleid op zowel de excellente praktijkvoorbeelden als op ondermaats functioneren zouden moeten afstemmen, als remedie tegen de dictatuur van de middelmaat. Ook wil de WRR meer ruimte voor variëteit tussen organisaties, want het gelijkheidsbeginsel legt de innovatie lam.
hen in de eerste plaats van de andere sectoren af doordat er met vastgoed gewerkt wordt, een product met zeer specifieke karaktereigenschappen. Woningcorporaties beheren een enorm maatschappelijk vermogen en hebben veel grotere financiële mogelijkheden dan andere sectoren. Doordat de sociale huursector veel geld genereert, zijn de verleidingen voor politici altijd groot geweest. Korte-termijnbelangen kregen daarbij vaak voorrang boven lange-termijnbelangen. Jan-Kees Helderman: “De volkshuisvesting is in het verleden bijvoorbeeld gebruikt om het sociaaleconomisch beleid te stutten, bij het bestrijden van de inflatie bijvoorbeeld, of om de lonen te kunnen matigen. Dit is echter ten koste gegaan van de doelmatigheid in de sector.” Behalve economisch kapitaal beschikken woningcorporaties volgens de WRR-onderzoekers ook over ‘sociaal kapitaal’, kapitaal dat als smeerolie kan dienen voor maatschappelijke betrokkenheid en collectieve actie.
leidt dat tot uitputting van het sociale kapitaal. Sinds de financiële banden tussen Rijk en corporaties begin jaren negentig werden doorgesneden en de corporaties zich vooral richtten op een gezond financieel beheer, ligt dit gevaar op de loer.”
koop dient volgens de onderzoekers ook gedempt te worden, ondermeer door een eigendomsneutrale fiscale behandeling van de woning en door meer te investeren in nieuwe combinaties van verhuur en dienstverlening en in tussenvormen van huur en koop.
De huidige hybride positie van woningcorporaties, ergens tussen staat en markt in, en de besteding van het economische en sociale kapitaal zijn onderwerp van politieke en maatschappelijke discussie. De WRR-verkenning onderscheidt daarin twee tegenovergestelde standpunten. Aan de ene kant is er de roep om strengere regels, verscherping van het toezicht en het maken van verplichtende prestatieafspraken. Aan de andere kant wordt gepleit voor de- en zelfregulering, controlemechanismen binnen de sector zelf (zoals benchmarking en visitatie) en profilering van corporaties als zelfstandige maatschappelijk ondernemers. De WRR vindt dat er geen sprake moet
De WRR-verkenners pleiten ervoor het BBSH op landelijke niveau kaderstellend te laten zijn, en niet richtinggevend. Het Rijk kan zich dan bezighouden met sectorbrede vraagstukken als matching – de activering van het financieel kapitaal in de bedrijfstak blijft volgens de onderzoekers namelijk een heikel punt -– en het stellen van de grenzen waarbinnen de corporaties opereren. Helderman: “De corporaties kunnen in deze opzet veel meer ruimte krijgen om op lokaal of regionaal niveau normen te formuleren en volkshuisvestingsvraagstukken aan te pakken.” De WRR kiest er nadrukkelijk voor om het zwaartepunt van sturing en verantwoording op organisatieniveau en op lokaal en regionaal niveau te leggen. Concreet betekent dit dat corporaties moeten zoeken naar brede vormen van lokale en/of regionale participatie, niet alleen met huurdersorganisaties, maar met alle stakeholders. Op die manier raakt een maatschappelijke onderneming verankerd in het werkgebied en ontstaat er een draagvlak voor maatschappelijk ondernemen. In dialoog met de stakeholders worden volgens dit model toetsbare lokale prestatienormen geformuleerd, waaraan het bestuur van de corporatie weer kan worden getoetst en waarop het kan worden afgerekend. “Dit vereist wel dat het interne toezicht fors wordt geprofessionaliseerd,” vindt Jan-Kees Helderman, “ook al omdat de interne toezichthouder moet toezien op de kwaliteit van de dialoog met de stakeholders.”
“Excellente praktijkvoorbeelden als remedie tegen de dictatuur van de middelmaat.” foto Erasmus Universiteit, Rotterdam
Ten behoeve van het WRR-advies werden enkele deelstudies cq. verkenningen uitgevoerd naar de verschillende sectoren in het maatschappelijk middenveld. Taco Brandsen van de Universiteit Tilburg en Jan-Kees Helderman van de Erasmus Universiteit Rotterdam waren verantwoordelijk voor de WRR-verkenning Volkshuisvesting. De volkshuisvesting wijkt volgens
“Corporaties kunnen daardoor meer risico’s in samenwerkingsrelaties nemen en investeren in diensten en producten die niet direct winsten opleveren,” geeft Helderman aan. “Als het sociale kapitaal wordt gebruikt, neemt het toe, als het onbenut blijft, neemt het af. Tussen dit sociale kapitaal en het economische kapitaal bestaat een vrij eenvoudige relatie: als financieel kapitaal wordt opgepot, dan
zijn van of-of, maar van én-én, op diverse terreinen. Zo is besturen niet alleen een kwestie van controleren, maar ook van stimuleren. Sturing en zelfregulering zijn evenmin een kwestie van of-of, maar ze dienen elkaar juist aan te vullen, om te voorkomen dat het sociale kapitaal in de sector onderbenut blijft en de legitimiteit van de corporaties wordt ondermijnd. De of-of-kloof tussen huur en
3
SCHOLING
CLUBHUIS
UITWISSELING STAGEPLAATS
EXCURSIE
VOORSTELLING
SINDS KORT ONDERZOEKT woningcorporatie Cires uit het Brabantse Oosterhout de mogelijkheid om het begrip maatschappelijk ondernemerschap een brede invulling te geven. “We constateerden dat er gaten vallen in de verzorgingsstaat, met alle gevolgen van dien,” licht directeur Lies de Groot toe. “Daarom hebben we zelf het initiatief genomen; het goed functioneren van de samenleving is ook in ons belang. Bewoners zijn dan tevredener, ze verhuizen minder vaak, en dat vertaalt zich weer in de waarde van ons vastgoed. We huisvesten een derde van alle Oosterhouters. Daardoor beseften we dat onze verantwoordelijkheden verder
“We beseften dat onze verantwoordelijkheden verder reiken dan alleen het leveren van woningen” reiken dan alleen het leveren van woningen.” Cires heeft de afgelopen tijd interviews afgenomen bij partijen uit vier andere maatschappelijke kolommen (onderwijs, cultuur, verenigingsleven en arbeidsparticipatie). De corporatie wilde weten wat hun kijk is op de
problemen in de lokale samenleving en wie zich verantwoordelijk voelt als ‘probleemeigenaar’. Ook hun visie op de eigen rol en die van de corporatie moest boven tafel komen, zodat coalities rond maatschappelijke vraagstukken kunnen ontstaan. “We willen in beeld krijgen waar de grenzen liggen in wat we als corporatie in ónze lokale context kunnen en willen doen, waar we een voortrekkersrol kunnen vervullen of juist de volgende partij zijn.” De probleemverkenningen zijn vrijwel afgerond. Deze zomer maken de betrokken partijen plannen voor maatschappelijke actie. Vóór het einde van het jaar wil Cires in elke maatschappelijke kolom minimaal één project opgestart zien. Te denken valt bijvoorbeeld aan aanbesteden bij lokale aannemers in combinatie met scholingsprojecten, of aan een project waarbij basisschoolleerlingen de leuke en minder leuke plekken in hun buurt aanwijzen. De Groot: “De eerste reacties zijn verrassend positief. Men wil gemeend nadenken over wat we voor elkaar kunnen betekenen. Onder de stakeholders en binnen de organisatie is veel enthousiasme ontstaan. Alleen al het opstarten van deze aanpak blijkt werkzaam te zijn.”
Woningcorporaties:
naar een duidelijke taakafbakening en een heldere sturing door Johan Conijn, vennoot van onderzoeksbureau RIGO DE POSITIE VAN MAATSCHAPPELIJKE ONDERNEMINGEN is onderwerp van nationaal debat. Ook bij woningcorporaties is dit het geval. Dit betekent mogelijk een aanpassing van het BBSH, de wet waarin de relatie tussen corporaties en overheid geregeld is. Voor de Tweede Kamer is dit aanleiding geweest om een onderzoek te laten uitvoeren om zich daarmee goed voor te bereiden op de te verwachten voorstellen van het Kabinet over de aanpassing van het BBSH. Twee vragen zijn door de Tweede Kamer centraal gesteld. Ten eerste welke taken woningcorporaties dienen uit te voeren. De tweede vraag, namelijk welke sturingsmodellen toegepast kunnen worden, sluit hier naadloos op aan. Voor de Tweede Kamer staat hierbij voorop dat er beter afrekenbare en minder vrijblijvende prestatieafspraken gemaakt moeten worden. In het onderzoek dat door RIGO is uitgevoerd, is een analyse van het huidig functioneren van woningcorporaties als startpunt genomen. Uit deze analyse komt naar voren dat de woningcorporaties tezamen over een fors jaarbudget beschikken voor het leveren van maatschappelijke prestaties: voor 2004 is dit jaarbudget becijferd op 4,6 miljard
euro. Daarnaast is er momenteel onvoldoende zicht op de prestaties die van woningcorporaties gevraagd worden. Voorts is er te weinig informatie beschikbaar om een oordeel te kunnen vellen over de kostenefficiëntie, terwijl
jaarbudget becijferd op 4,6 miljard _ onvoldoende zicht op de prestaties die van woningcorporaties gevraagd worden er wel vraagtekens geplaatst kunnen worden bij de kostenstijgingen van de laatste jaren en bij de grote kostenverschillen tussen woningcorporaties. Gelet op de forse omvang van het jaarbudget dat woningcorporaties ter beschikking staat en het feit dat woningcor-
poraties dit jaarbudget de afgelopen jaren voor een groot deel hebben toegevoegd aan hun eigen vermogen, is in het rapport geconcludeerd dat een verbreding van het takenpakket mogelijk en wenselijk is. Gelet op de competentie van woningcorporaties ligt een verbreding op het terrein van vastgoed in de rede, waarbij gedacht kan worden aan ander maatschappelijk vastgoed zoals dat van de AWBZ-zorgsector en het onderwijs. Als het gaat om de vraag welke maatschappelijke prestaties de woningcorporatie in een concrete situatie gaat leveren, is het perspectief van de ‘afnemer’ van belang. De ‘afnemer’ dient vooraf invloed uit te kunnen oefenen op de voornemens van woningcorporaties. In het rapport is bepleit dat hiervoor een rol is weggelegd voor de lokale overheid. Wat betreft de beïnvloeding als het gaat om de te leveren maatschappelijke prestaties, dient een balans in acht te worden genomen tussen enerzijds de zelfstandigheid van de woningcorporatie als private rechtspersoon en anderzijds de gewenste afstemming op de wensen van de ‘afnemer’. In het rapport is bepleit om een mediator in te stellen voor die situaties waarbij de woningcorporatie en de gemeente er gezamenlijk niet uit komen.
NIEUWS
Donderdag 26 mei 2005 Het Vernieuwblad
Corporaties leren verantwoorden Door Derk Windhausen, Slot & Partners
CORPORATIES zijn gewend zich te verantwoorden. Maar is er ook sprake van maatschappelijke verantwoording? De publieke beeldvorming – corporaties zijn rijk, hebben te veel vrijheden en boeken te weinig resultaten – bewijst dat de corporaties de juiste vorm en inhoud nog niet hebben gevonden. Maatschappelijke verantwoording vergt blijkbaar meer dan het modelmatig voldoen aan de formele verantwoordingsplicht ten behoeve van ‘tot het circuit behorende’ partijen zoals VROM, CFV en WSW. Een daadwerkelijke maatschappelijke verantwoording verbindt de corporatie met de maatschappij. De partijen waarvoor u als corporatiebestuurder werkt (huurders, woningzoekenden, ‘de stad’) en de andere
horen. Op verantwoording gerichte bijeenkomsten, publicaties in huis-aan-huis bladen, gericht gebruik van kwaliteiten van het internet, zijn actuele voorbeelden van initiatieven om de aansluiting met het externe, maatschappelijk perspectief te realiseren. Ook de potentie van het jaarverslag als verantwoordingsinstrument heeft de aandacht. Een voor 15 jaarverslagen uitgevoerde quick scan op de aanwezigheid van aspecten van maatschappelijke legitimatie, maatschappelijk vertrouwen en maatschappelijke tevredenheid, laat zien dat voor de jaarverslagen nog een belangrijke kwaliteitsslag mogelijk is. Maar ook dat individuele corporaties op deelaspecten tot bijzondere vernieuwingen komen in hun verantwoordingswijze. Er is dus nog veel te leren voor corporaties. Ook van elkaar.
spelers (overheden, medeleveranciers, de publieke opinie) beoordelen uw aanwezigheid en functioneren vanuit hun eigen perspectief, met hun eigen taal, verwachtingen, prioriteiten en belevingen. Vanuit dit externe perspectief ontstaat het maatschappelijk toetsingskader van uw organisatie, dat gerelateerd aan de drie niveaus van bestuurlijk handelen (het richten, het inrichten en het verrichten), bestaat uit drie elementen: de maatschappelijke legitimatie (moet er een corporatie zijn?), het in u gestelde vertrouwen (wordt u op basis van uw aanpak deze plaats toevertrouwd?) en de maatschappelijke tevredenheid (levert uw aanwezigheid daadwerkelijk iets goeds op?). Veel corporaties beseffen dat bij hedendaags maatschappelijk ondernemerschap andere verantwoordingsvormen (
SEV -rapport
bestuurslicensies
LEKT UIT Corporaties kunnen experimenteren met het verstrekken van bestuurslicenties. Dit staat in een nog vertrouwelijk rapport van de SEV waar wij de hand op hebben weten te leggen. De SEV wil dit idee binnenkort lanceren. Het idee van bestuurslicenties is volgens de SEV een antwoord op de vraag naar meer zeggenschap van klanten en belanghebbende instanties bij het functioneren van corporaties. De Woonbond, VROM en Aedes zetten vraagtekens bij het idee. Van onze landelijke redactie
Het rapport stelt dat bestuurders van corporaties een belangrijke positie innemen in de lokale gemeenschap. Investeringen in gebieden en in maatschappelijke activiteiten als opvang voor dak- en thuislozen of scholing gaan velen aan. Doorgaans wordt de bijdrage van corporaties slechts op projectniveau besproken met belanghebbenden, zoals de lokale overheid. De SEV stelt voor om het mogelijk te maken dat corporaties met een ‘licence to operate’ voor het bestuur gaan werken. Voor zo’n bestuurslicentie zou vooraf draagvlaak moeten worden verkregen bij belanghouders, overheden en klanten. De bestuurslicentie is tijdelijk, bijvoorbeeld voor zes jaar. Dit loopt in de pas met de ideeën van de commissie Tabaksblatt.
Het rapport stelt dat met dit instrument sneller een op de lokale opgave gericht beleidsprogramma beschikbaar komt dan wanneer dat aan het vrijwillige overleg tussen gemeente en corporatie wordt overgelaten. Ook stelt het rapport dat gewaakt moet worden voor populisme als bijvoorbeeld klanten van corporaties massaal zouden kiezen voor bijvoorbeeld halvering van de huur. De Raad van Toezicht zou daarom de programma’s op levensvatbaarheid en financiele consequenties moeten toetsen. In een slotbeschouwing wordt het idee geopperd om verkiezingen uit te schrijven voor de te vergeven bestuurslicenties. De SEV wil dit idee laten bespreken op haar aanstaande congres over maatschappelijk ondernemen door corporaties en wilde niet reageren op het voortijdig uitlekken van dit bericht.
INGEZONDEN MEDEDELING
)
GEZOCHT:
DE VOORZIENINGENCORPORATIE
5
SEV start experimentenprogramma
VERNIEUW
Interview met Programmaregisseur Paul
Doevendans
De SEV heeft sinds het begin van 2005 een nieuw experimentenprogramma. Het richt zich op de vernieuwing van het maatschappelijk ondernemerschap van woningcorporaties en andere instellingen die een relatie hebben met het wonen. Programmabegeleider Jasper van der Wal sprak met programmaregisseur Paul Doevendans over Paul Doevendans zelf, de SEV, en het programma Vernieuw(d) maatschappelijk ondernemerschap.
(m/v)
door Jasper van der Wal, Programmabegeleider SEV
Uit naam van burgers, gemeenten en maatschappelijke instellingen zoeken wij kandidaten voor de functie van voorzieningencorporatie voor maatschappelijk vastgoed.
minder op gefocust. Wij willen dat corporaties voortdurend vertrekken vanuit de maatschappelijke vraagstukken en de belangen van mensen. Organisatie en middelen zijn dan volgend. Zo ontstaat ook ruimte om creatief werkwijzen,
De achtergrond
Stedelijke en maatschappelijke ontwikkeling doen we in een groot netwerk van partijen en personen. In dit netwerk ontbreekt echter de voorzieningencorporatie voor maatschappelijk vastgoed. Deze entiteit zorgt voor de ‘brug’ tussen sociaal en fysiek; de voorzieningencorporatie weet de sociale dynamiek te vertalen in vastgoedoplossingen die passen binnen de stedelijke vernieuwing. Vitale buurten en wijken vragen om adequate voorzieningen voor ontmoeting, ontplooiing, ontspanning en opvang. Het vastgoed voor deze voorzieningen is thans het domein van uiteenlopende partijen. Beheer en ontwikkeling van dit vastgoed laten zich doorgaans karakteriseren als sectoraal, gefragmenteerd, reactief en met gebrek aan kennis. De voorzieningencorporatie die wij zoeken, zorgt daarentegen voor samenhang, synergie, initiatief en professionaliteit. Wie stapt in dit gat in de markt, wie durft?
INTERVIEW
Het Vernieuwblad Donderdag 26 mei 2005
instrumenten en middelen in te zetten en
Paul Doevendans (46) werkte tot voor kort als manager Strategie en Beleid bij woningcorporatie Aramis in Roosendaal. Begin dit jaar maakte hij de overstap naar de SEV. Dat lijkt een hele stap. Is je werk erg veranderd?
ook te genereren. Dat is pas écht maat-
“Ja en nee. Ik hield me ook bij Aramis al
graag bij aan.
bezig met de vraag waartoe de corpora-
De tweede kwestie is die van legitimiteit.
tie op aarde is en hoe je als club beter
Van wie is de corporatie en wie heeft
maatschappelijk kunt presteren. En
invloed op wat zij doet? De SEV wil
Het profiel
natuurlijk hoe je je beleid naar buiten toe
samen met corporaties instrumenten
De Voorzieningencorporatie • initieert, realiseert en beheert huisvesting en daarmee verbonden diensten voor maatschappelijke instellingen op gebied van onderwijs, welzijn, zorg, sport, cultuur en dergelijke • is een prominente samenwerkingspartner bij stedelijke vernieuwing • organiseert samen met haar klanten activiteiten en evenementen gericht op gemeenschapsvorming en identiteit • heeft oog voor diversiteit aan leefstijlen en de behoeften van de moderne netwerksamenleving • is een maatschappelijke onderneming.
uitdraagt en verantwoordt. Dit probeer-
ontwikkelen die het vertrouwen in de
den we daar zo goed mogelijk te doen.
corporaties terugbrengen. Met accenten
Bovendien kreeg ik de ruimte om ook
op transparantie en op het versterken
binnen de bedrijfstak met vernieuwing
van de positie in afwegingen van ‘het
bezig te zijn, ondermeer op het terrein
maatschappelijke’. Dat loopt van arran-
voorstudie naar de haalbaarheid van het
de kwaliteit van voorstellen en het draag-
van maatschappelijk ondernemerschap.
gementen van bestuurlijk functioneren,
samensmelten van wonen en welzijn.
vlak bij de genoemde voorhoede in en
Wel is het zo dat ik me bij de SEV 100%
toezicht en zeggenschap tot zaken die
Een ander voorbeeld is het project ‘Goed
zeker ook buiten de corporatiesector. En
van de tijd bezig kan houden met dit
diep ingrijpen in de bedrijfsvoering.
toezicht begint bij goed zicht’ dat wij
dat draagvlak is juist nu nodig om tot
soort vragen.
Wij hebben het programma in drie the-
samen doen met de Vereniging van
wezenlijke instrumenten en oplossingen
Verder valt op dat ik als SEV-ver veel con-
ma’s ondergebracht: positionering,
Toezichthouders van Woningcorporaties
te komen.”
De eisen
tacten in het land onderhoud. Je probeert
zeggenschap en sturing. Dus eigenlijk de
(VTW). Wij denken hier als onafhankelijke
Kandidaten voor de functie van Voorzieningencorporatie beschikken over • een klantgerichte en dienstverlenende instelling • initiërend en ondernemend vermogen • kennis van de wereld van maatschappelijke instellingen en hun primair proces • aantoonbare affiniteit met vastgoed • lokaal relevante netwerken
op allerlei plekken vernieuwing te stimu-
drie vragen: wie is de corporatie, van
en kritische partij mee over een nieuw
leren, mensen uit te dagen. Ik zit dus niet
wie is de corporatie en wat stuurt de
toezichtskader voor de corporatiesector.
Wat wil de SEV eigenlijk met dit programma bereiken?
zo vaak achter mijn bureau en maak heel
corporatie?”
Want in het toezicht kan nog een hoop
“Belangrijkste doel is nieuwe instrumen-
verbeteren, zo leren diverse rapporten
ten, werkwijzen en organisatievormen
van Centraal Fonds tot en met Deloitte.
introduceren die werken. Die echt bijdra-
Waar richt jouw programma zich op?
Dat klinkt nogal ingewikkeld. Geef eens wat voorbeelden?
Laten we daar dan ook stappen in zet-
gen aan de legitimiteit van corporaties,
“Het programma vindt haar bestaans-
“De SEV ondersteunt momenteel woning-
ten.”
die recht doen aan hun maatschappelijke
recht in een noodzaak tot vernieuwing
corporaties die zich nadrukkelijker op
vanuit twee invalshoeken. De eerste
andere terreinen dan het wonen willen
kwestie is die van maatschappelijke
Uw sollicitatie
De functie staat open voor alle natuurlijke en rechtspersonen die voldoen aan genoemde functie-eisen. Sollicitaties kunnen worden gericht aan overheden en instellingen in uw regio. Met name worden woningcorporaties uitgenodigd om te solliciteren. Meer informatie over de functie van Voorzieningencorporatie kunt u inwinnen bij Paul Doevendans van de SEV (010 2825060) en Marc van Leent van de Kopgroep voor maatschappelijke voorzieningen en vastgoed (06 51026684).
schappelijk ondernemerschap! Voor veel corporaties is dit vooralsnog de wereld op zijn kop. Gelukkig is een groeiende voorhoede hier juist heel bewust mee bezig. Daar sluit de SEV zich dan ook
wat meer kilometers dan voorheen.”
foto Ton Harland
4
functie. Het zou verder mooi zijn wanneer over een paar jaar een aantal corporaties
begeven, bijvoorbeeld op het gebied van
Is zoiets niet meer een taak voor Aedes, de branchevereniging van corporaties?
effectiviteit. Wat ons opvalt is dat corpo-
welzijn, werkvoorziening of maatschap-
“Natuurlijk kan Aedes als brancheorgani-
genomen. Het idee van een vastgoedloze
raties het erg druk hebben met het run-
pelijk vastgoed. In één specifiek geval is
satie veel op dit vlak doen. Maar vergeet
corporatie spreekt me wel aan. Maar
nen van hun bedrijf. Bewust of onbewust
lokaal de afweging gemaakt dat het
niet dat men in veel gevallen denkt: ‘Bah!
evenzogoed een corporatie die zich enkel
steken ze te weinig tijd en energie in het
beter is voor de kwaliteit van de dienst-
Alweer zo’n branche-initiatief.’ Wij mer-
en alleen richt op samenlevingsopbouw.
realiseren van hun maatschappelijke
verlening als de corporatie het welzijns-
ken dat het feit dat wij geen institutio-
Als ik daar aan heb kunnen bijdragen, is
doelstelling. Zijn ze daar in zekere zin
werk oppakt. De SEV start nu een
neel belang hebben enorm bijdraagt aan
mijn missie geslaagd.”
een geheel nieuwe identiteit hebben aan-
6
NIEUWS — vervolg pagina 1
Commissiesecretaris Edith Hooge: “In ons advies kiezen we er wel voor de hybride positie van de corporaties te handhaven, maar we streven naar een systeem met een krachtige rol voor de corporaties en met sluitende checks and balances op lokaal niveau. Er zal dan een nieuw wettelijk kader moeten komen, wat betekent dat het hele BBSH zal moeten worden herzien. We roepen corporaties en gemeenten op werk te maken van de zelfregulering in hun verdere professionalisering.” De stelselherziening van de Commissie-De Boer houdt in dat de gemeente legitimerende en gelijkwaardige contractpartij van de corporatie wordt. Zowel gemeenten als corporaties moeten volgens het advies vervolgens tot het uiterste gaan om het contractueel eens te worden over het gemeentelijke huisvestingsbeleid. Daartoe beveelt de commissie aan om alle corporaties een landelijke toelating te geven, zodat lokale partijen niet per definitie tot elkaar veroordeeld zijn als ze er uiteindelijk toch niet uitkomen. Tweede hoofdaanbeveling is dat er een verplichte bindende arbitrage moet komen als onderhandelingen te lang duren. “Hoe die arbitragefunctie eruit ziet, daar moeten Aedes, de VNG en VROM zelf uitkomen,” zegt Hooge. Derde aanbeveling is dat er ten aanzien van woningbouw en herstructurering in de bestuurskolom (Rijk, provincie, gemeenten) een planningsproces dient te zijn waarop gemeenten zich kunnen richten. Hiernaast vindt de commissie dat corporaties actief moeten omgaan met de belangen van hun huurders en stakeholders. Hooge: “Nu is dat nog teveel afhankelijk van de goede wil van de corporatie zelf. Wij doen geen concrete aanbevelingen op dit punt, maar wachten af waar de CommissieLeemhuis mee komt.” Op dit moment is volgens de commissie ook niet duidelijk wat de primaire verantwoordelijkheid van de corporatie is. Het rapport constateert dat de activiteiten van corporaties uitwaaieren naar zowel de marktsector als naar maatschappelijke terreinen als welzijn, zorg, veiligheid en onderwijs. “De marktactiviteiten moeten op eenzelfde speelveld als dat van andere marktpartijen plaatsvinden, in een aparte vennootschap, en ze moeten NMA-proof zijn, in verband met Europa,” somt Hooge op. “Het bouwen, exploiteren en beheren van maatschappelijk vastgoed, zoals scholen en ziekenhuizen, moet mogelijk zijn als het een relatie heeft met en niet ten koste gaat van de
Donderdag 26 mei 2005 Het Vernieuwblad
eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dit soort activiteiten dienen een relatie te hebben met het vastgoedbelang van de corporatie, ze moeten bedrijfseconomisch goed onderbouwd zijn én er moeten legitimerende contracten voor worden afgesloten met de gemeente en/of de organisatie op wiens terrein men zich begeeft.” De zelfstandigere rol die de Commissie-De Boer voor de corporaties in gedachten heeft, dient scherp getoetst te worden door het interne toezicht. Daar kan nog een flinke professionaliseringsslag gemaakt worden, vindt Edith Hooge. “Heel belangrijk, want de sterke corporatie uit onze opzet drijft op good governance, dáár ligt het primaat. Het externe toezicht is aanvullend. Het financieel-economisch toezicht ligt dan bij het WSW en bij VROM; de minister blijft formeel eindverantwoordelijk.” Om het op meer afstand geplaatste toezicht van de minister handen en voeten te geven, beveelt de CommissieDe Boer een goede informatievoorziening aan en dienen er getrapte sanctie-
mogelijkheden ingevoerd te worden: een aanwijzing, een boete, onder curatele stellen, ontslag van commissarissen en uiteindelijk het intrekken van de toelating. Het CFV heeft volgens het advies niet langer een toezichthoudende functie, maar wordt omgevormd tot Contracten Activeringsinstituut (CAI). “Dat CAI
dient dan een instrument te ontwikkelen om de investeringscapaciteit van een corporatie objectief mee te kunnen vaststellen,” verduidelijkt Hooge. “Als dat van de grond is gekomen, dan wordt het instituut, als het goed is, op termijn overbodig. In de tussentijd rapporteert het CAI ook aan de minister, net als het WSW.”
OPINIE
Het Vernieuwblad Donderdag 26 mei 2005
7
Het Gallische model Jasper van der Wal
★ ★ ★
SEV-SITE VERNIEUWD!
In de nieuwe SEV-site www.sev.nl staan de programma’s Keer de verloedering!, Wat beweegt de woningmarkt? en Vernieuw(d) maatschappelijk ondernemerschap centraal. U vindt snel en eenvoudig het nieuws, de evenementen,SEV-publicaties en experimenten via de programmapagina’s. Liever een SEV-breed overzicht? Kijk dan op de pagina’s Nieuws, Agenda, Publicaties en Experimenten. (
ADVERTENTIE
)
MAATSCHAPPELIJKE ONDERNEMINGEN MAATSCHAPPELIJK ONDERNEMEND MAKEN…… WIL JIJ DAAR AAN MEEWERKEN? De SEV zoekt per direct een: Programmabegeleider Vernieuw(d) Maatschappelijk Ondernemerschap Als je over enkele jaren terugblikt, zie je dat jouw inzet er
Je stond en staat er niet alleen voor als programmabegelei-
echt toe heeft gedaan. Woningcorporaties en andere maat-
der bij de SEV. Samen met de programmaregisseur geef je
schappelijke ondernemingen hebben zich vernieuwd als
vorm aan het programma Vernieuw(d) Maatschappelijk
nooit tevoren. Sommigen hebben zelfs al hun woningen in
Ondernemerschap. En natuurlijk zijn er je collega’s en
de verkoop gedaan en gaan door het leven als ‘bezitsloze
talrijke ontwikkelpartners waarmee je vernieuwing in prak-
corporatie’. Andere corporaties hebben zich ontwikkeld tot
tijk realiseert.
echte vastgoedondernemers, ‘gewone’ beleggers en ontwikkelaars. Velen noemen zich inmiddels ‘samenlevingsbouwer’, na hun fusie met welzijnsorganisaties; vastgoed is bij deze
Als programmabegeleider Vernieuw(d) Maatschappelijk Ondernemerschap:
corporaties slechts één van de middelen. Met ‘voorlopers’ binnen de bedrijfstak was je experimenten gestart om het zover te brengen. Maar dat bleek niet overal mogelijk of genoeg. Op enkele plaatsen was je juist met huurders en gemeenten aan de slag gegaan om het gesprek met de corporatie over de inzet van het vermogen op gang te brengen. Het gemeenschappelijk maatschappelijk belang was vaak aanwezig, maar deelbelangen en opvattingen, regelgeving en cultuur stonden niet zelden vernieuwing in
• heb je een academisch denk- en werkniveau • kun je zelfstandig werken, maar werk je tevens graag samen met mensen binnen de kleine organisatie die de SEV is • vind je het leuk om hoogwaardige intellectuele arbeid af te wisselen met ondersteunende klussen en regelwerk • heb je minstens vijf jaar relevante werkervaring • bezit je kennis van en affiniteit met de wereld van wonen en de daarin werkzame organisaties en professionals
de weg. En toch lukte het je met inzet van enthousiasme, creativiteit en initiatiefkracht. Je organiseerde rondetafelgesprekken, begeleidde studies en evaluaties en je was de spil in de organisatie van enkele congressen. Je wist mensen te motiveren en te vinden in je groeiende netwerk.
Kun jij wilde ideeën tot een concreet resultaat brengen samen met partners uit de praktijk? Mail dan je sollicitatiebrief en cv naar
[email protected].
U weet het misschien nog niet maar de discussie over maatschappelijk ondernemen van woningcorporaties is nog lang niet losgebarsten. Het hele circus rond het WRR-rapport ‘Bewijzen van goede dienstverlening’, de discussie over de corporatievermogens en de regelzucht van de overheid; het is niets dan een zuchtje vergeleken met de storm die ons te wachten staat. Die storm komt uit Brussel, zo vertelde mij een VROM-ambtenaar. Hij staat in direct contact met het Europese krachtenveld. “Ga er maar vanuit dat de volkshuisvestingssector zoals die nu in zijn volle omvang brede lagen van de bevolking huist, niet wordt geaccepteerd door Europa,” zo liet hij mij weten. Onterechte staatssteun en daarmee concurrentievervalsing. In Europa heeft men meer trek in het Belgische model. Een model waarin alleen de echte doelgroep door sociale woningcorporaties mag worden gehuisvest. ‘Gewone’ mensen mogen er niet in een corporatiewoning wonen. Ze hebben er zelfs een speciale modaliteit in het bestuursrecht voor: de VSO of Vennootschap met Sociaal Oogmerk. België bestaat dus vooral uit particuliere koop en huur. En inderdaad, België bewijst dat je best zelf je eigen huis kunt bouwen. Die hebben daar helemaal geen woningbouwvereniging voor nodig. Maar gaat het zo’n vaart lopen? Is Nederland overgeleverd aan de Brusselse zwaartekrachten en is onze naar Europese maatstaven enorme volkshuisvestingssector gedoemd tot residualiseren? Laat ik u drie richtingen schetsen waar het volgens mij heen kan gaan. In het eerste scenario is er inderdaad sprake van bewijzen van goede dienstverlening. De hybride maatschappelijke onderneming weet het vertrouwen van Europa te winnen. Europa is overtuigd van de effectiviteit van corporaties in het oplossen van problemen als woningnood, verpaupering, segregatie en sociale uitsluiting. Corporaties hebben laten zien dat zij kunnen bouwen voor de doelgroep en hun vermogen in beweging brengen. En dat zij dat vermogen hard nodig hebben om die doelen te realiseren.
★ ★ ★
★
Wil Europa overtuigd worden is een fikse vernieuwingsslag nodig op het gebied van toezicht, transparantie en verantwoording leidend tot grotere legitimiteit. Zal er ook hard gewerkt moeten worden om overtuigend te zijn omtrent de effectiviteit van woningcorporaties en de bedrijfstak. Een modern Hollands scenario waarin een organisatie als de SEV mogelijk nog iets voor de woningcorporaties kan betekenen. En wie weet, wordt ons model wel het Europese. Scenario twee laat een heel ander plaatje zien. Brussel bleek onvoldoende overtuigd van het nut en de noodzaak van het instituut woningcorporatie. Corporaties zijn gedwongen te kiezen voor twee opties. Óf ze hebben zich omgevormd tot vennootschappen en zijn volledig onderworpen aan de tucht van de markt. Óf, in de andere optie, ze hebben afscheid genomen van hun prima-voor-mekaar huurders en niks-aan-de-hand bezit. Zij bedienen
★
★ ★ ★
inmiddels enkel de onderkant van de huisvestingsladder. Inkrimpen, want bestaansrecht onvoldoende aangetoond. Met recht dus een Belgisch scenario, want het komt uit Brussel en wij kunnen er om lachen. Het meest voor de hand ligt echter het Gallische scenario. Een klein dorpje weet krachtig weerstand te bieden tegen de krachten van het grote keizerrijk. Terwijl in Europa hele volksstammen gelijkgeschakeld worden op fiscaal, economisch en sociaal gebied, blijft het terrein van het wonen onaangeroerd. Met een beetje hulp van de goden en natuurlijk van Asterix, Obelix en de toverdrank van Panoramix blijft Nederland het land van tulpen, polder en coffeeshop. En natuurlijk het land van De Gezonde Woning, Patrimonium, Eendracht Maakt Macht en Volkshuisvesting. Jasper van der Wal is programmabegeleider bij de SEV
8
NIEUWS
Donderdag 26 mei 2005 Het Vernieuwblad
Hoe zit dat nou met MRM? Dertien enthousiaste en geïnspireerde woningcorporaties zijn samen met Aedes en de SEV bezig om maatschappelijk ondernemerschap handen en voeten te geven. Hun project MRM
1. de breedte van de oriëntatie op maatschappelijke taken
(maatschappij relatie management) levert nu zijn eerste
2. de mate waarin de samenleving invloed heeft op het beleid 3. de mate waarin afspraken tussen partijen verplichtend zijn
resultaten op die beschikbaar komen voor de hele branche. door Wim Reedijk VAN DENKEN NAAR DOEN
Het wat en hoe van maatschappelijk ondernemen staat sterk in de belangstelling. Er zijn recent rapporten van de WRR en de SER over verschenen. Het wetenschappelijk bureau van het CDA bepleit zelfs een verankering van het fenomeen in het Burgerlijk Wetboek. Visie en kennis genoeg dus, maar bestuurders van maatschappelijke ondernemingen weten ook dat er in hun bedrijf méér nodig is. Een maatschappelijke onderneming is dat in alle vezels van de organisatie en dat vraagt om specifieke competenties. MRM wil concrete handvaten ontwikkelen die woningcorporaties in staat stellen hun maatschappelijke positie en ambities te bepalen en hun maatschappelijk ondernemerschap vorm te geven in bedrijfsvoering en organisatieontwikkeling. Want een maatschappelijke onderneming zijn, dat is een bewuste keus en vraagt om een bekwame uitvoering en organisatie.
4. de mate van transparantie
Achtergrond van het project is ook dat woningcorporaties op zoek zijn naar een versterking van de relatie met de samenleving, die leidt tot meer vertrouwen, legitimiteit en effectiviteit. In het afgelopen decennium zijn ‘oude en versleten’ concepten van binding, betrokkenheid en beïnvloeding afgestoten, maar vaak niet vervangen door ‘nieuwe goede’. Daarnaast heeft het gewoon ondernemerschap meer aandacht gekregen dan het maatschappelijk ondernemerschap, zowel in positionering als professionalisering. Een logische ontwikkeling in de marktgerichte context van de jaren negentig, die nu echter om een bijstelling vraagt. BEWUST KIEZEN VOOR IDENTITEITEN
MRM onderscheidt, geïnspireerd door de vier identiteiten binnen klantrelatiemanagement, vier maatschappelijke identiteiten: de woningcorporatie als maatschappijvriendelijk, als maatschappijgericht, als maatschappijgedreven en als maatschappelijk partner. Deze identiteiten onderscheiden zich ten opzichte van elkaar op negen dimensies:
RELATIE MET DE SAMENLEVING
5. de wijze waarop maatschappelijk rendement wordt gedefinieerd 6. de mate waarin de corporatie het contact met de samenleving onderhoudt 7. de innerlijke drive tot maatschappelijk presteren 8. de mate waarin de eigen organisatie dan wel de vraagstukken leidend zijn 9. de wijze waarop de organisatie haar succes definieert
MRM schrijft niet voor welk van de vier genoemde identiteiten een woningcorporatie moet kiezen. Dat is een kwestie van wat de samenleving van de corporatie vraagt, diens eigen drive en taakopvatting en de mogelijkheden. BEKWAAM HANDELEN EN ONTWIKKELEN
Met een bewuste positionering is een belangrijke stap gezet. De corporatie en de stakeholders kennen de huidige en de nagestreefde identiteit. Vervolgens wordt het zaak deze te vertalen in de bedrijfsvoering. Er zal op onderdelen, sprake zijn van een ‘gat’ tussen de huidige en de gewenste vaardigheden van de organisatie. MRM doet handreikingen voor verbetering en ontwikkeling met als aangrijpingspunt de beleidscyclus van de organisatie.
Denk daarbij aan leiderschap, het middelenmanagement (medewerkers, organisatie, toezicht, informatie en geld) en het relatiemanagement. Zo ontstaat een samenhangend bouwwerk dat corporaties in staat moet stellen de diagnose te stellen en te verbeteren. Bij de bouw van dit ‘ontwikkeldeel’ van het model speelt het INK-managementmodel een rol van betekenis en vindt afstemming plaats met visitatie. De ontwikkeling van de bedrijfsvoeringsmodule gaat intussen door. In pilots bij deelnemende woningcorporaties en in workshops met stakeholders wordt het instrumentarium gebouwd en getoetst om na de zomer van 2005 te worden opgeleverd. Wim Reedijk is Programmamanager Ontwikkeling & innovatie bij Aedes vereniging van woningcorporaties
CRYPTOGRAM Aantal letters staat tussen haakjes, bij meerdere woorden staat vermeld hoe lang de individuele woorden zijn. Soms zijn woorden verdeeld over meerdere plaatsen in het grid (bijvoorbeeld bij 2. en 9. en bij 5.,12. en 14.) Afkortingen komen voor.
1
2
3
4
5
HORIZONTAAL 2. en 9. Aangetast imago (9+6) 5. en 12. en 14. Met de billen bloot (2+6+4) 7. Engels voor iemand die er erg bij betrokken is (11) 8. NIeuwe taakopvatting in de donkere kamer (12) 13. Slagvaardig, enthousiastmerend... en nog iets (3) 16. Waakt over eerlijk winstbejag (3) 18. Opgelaten bij een goed idee (6) 20. Bepaalt en ziet toe (8) 22. Corporaties en de Staat zijn het (3) 24. Bedwang (5)
6
7
8
9
10
11
H
12
I 14
16
13
F
17
15
18
19
20
22
21
23
O
24
P
VERTICAAL 1. Stuk papier, land of weg (5) 2. Altijd antwoord krijgen op geven (10) 3. Ben je met de SEV (9) 4. Blik neerwaarts richten (8) 6. Heeft deftig bescheten (7) 10. Daaraan herken je de Zwitser in het buitenland (2) 11. Een goed gesprek komt nooit alleen (7) 13. Verbaal inbinden (7) 14. Blijf niet! (2) 15. Oudhollands panacee voor governance (3) 17. Hier kun je alles kopen (5) 18. Vergaarbak voor vreemde activiteit (2) 19. Telwoord, ben je soms tegen je wil (2) 21. De eerste met iets zijn (3) 23. Hij kon in de ring wel drie keer tot acht tellen (2) OPLOSSING: zie www.sev.nl
Hoofdredacteur: Paul Doevendans Telefoon 010-282 50 60,
[email protected] Eindredactie: Jasper van der Wal
M.m.v. Marc van Leent, Wouter Rohde, Ingrid Pieters, Johan Conijn, Guido Derksen en Derk Windhausen
Vormgeving en visuals: Absoluut Design, Bergen op Zoom Oplage: 750