EXPERT MEETING
‘ONDERWEG VAN
HEMEL NAAR AARDE’
Leegstaande kerken: van incidenten-politiek naar clusteraanpak
Op 21 januari 2011 organiseerde het Nationaal Programma Herbestemming een expertmeeting met betrokkenen uit de kerkelijke, publieke, private en particuliere wereld in de Waalse kerk in Arnhem.
NATIONAAL PROGRAMMA HERBESTEMMING | Expertmeeting 'Onderweg van hemel naar aarde' | 21 januari 2011
Samenvatting expertmeeting ‘Onderweg van hemel naar aarde’
Leegstaande kerken: van incidentenpolitiek naar clusteraanpak
Een leegstaand kerkgebouw is niet langer een incident. De tijd dat voor elk kerkgebouw afzonderlijk een oplossing kon worden gezocht, lijkt voorbij. In heel Nederland zijn nog 4240 kerkgebouwen met een religieuze functie. De verwachting is dat kerkelijke eigenaren de komende jaren een kwart daarvan zullen afstoten. Het aantal kerkgebouwen dat 'leeg' komt en de snelheid waarmee dat gebeurt, leidt er in de praktijk toe dat steeds meer betrokkenen kiezen voor een clustergewijze aanpak. Zij schalen steeds vaker op bij het saneren, transformeren of beheren van de overtollige gebouwen. Betrokkenen uit de kerkelijke, publieke, private en particuliere wereld wisselden ervaringen uit op 21 januari 2011 in de Waalse kerk in Arnhem. Het bisdom van Haarlem heeft de afgelopen jaren het vraagstuk gedetailleerd in beeld gebracht. Zowel de organisatorische als financiële kant is onderzocht. Samen met de Monumentenwacht is bijvoorbeeld een raming gemaakt van de onderhoudsbehoefte en –kosten van het religieuze onroerend goed. Ook is gekeken naar de opbrengsten van de parochies. De financiële situatie is ontluisterend. In sommige regio’s zijn vijf van de zes technisch failliet, indien het regulier onderhoud daadwerkelijk zou worden uitgevoerd. Om de ontwikkelingen het hoofd te bieden, zijn de 196 parochies van het bisdom een paar jaar geleden organisatorisch ondergebracht in 32 regio's. Binnen de regio ondersteunen de parochies elkaar, ook financieel. In de toekomst zullen de meeste regio's zich gaan concentreren op één regiokerk en één parochiaal dienstencentrum. De toekomst van de andere gebouwen staat ter discussie, afhankelijk van het aantal kerkgangers en de financiële situatie. Voor de overtollige kerkgebouwen behoren nevengebruik met een kapelfunctie, herbestemming en ook sloop tot de mogelijkheden. De sanering wordt bij voorkeur begeleid vanuit een regionale bouwcommissie met daarin vertegenwoordigers van alle parochies. Deze commissie stemt af met alle externe actoren, en - niet onbelangrijk - ook met alle belanghebbenden binnen het bisdom zelf. Inmiddels is de sanering voor de regio Hoorn in volle gang. In Alkmaar is deze al afgerond. Daar zijn van de vier kerken er twee afgestoten. Een daarvan is gesloopt, de ander is herbestemd tot hospice en wijkkapel. De opbrengsten zijn gebruikt om de overgebleven twee kerkgebouwen te restaureren en moderniseren. Bouwen aan vertrouwen tussen religieuze en burgerlijke overheden Onderling vertrouwen is essentieel voor het welslagen van een geclusterde aanpak. In die relatie is nog het nodige missiewerk te verrichten. Zo vertelt Peer Houben dat de bisdommen regelmatig te maken krijgen met gemeenten die betoonde openheid belonen met contra-productieve acties. “Daags na het
Pagina 3 van 17
NATIONAAL PROGRAMMA HERBESTEMMING | Expertmeeting 'Onderweg van hemel naar aarde' | 21 januari 2011
gesprek met de gemeente, viel er een brief in de bus. De gemeente vestigde een voorkeursrecht op het kerkgebouw, met het doel dit te slopen ten behoeve van wijkontwikkeling.” Gemeenten plaatsen bovendien regelmatig kerken op de monumentenlijst zodra duidelijk wordt dat het kerkgenootschap sloop of verkoop overweegt. Houben: “Ruim de helft van ons bestand is nu monument. Terwijl de monumentenstatus de mogelijkheden ernstig beperkt, ook die van herbestemming.” De praktijk van de gemeente Utrecht laat zien dat het loont om te investeren in de relatie. Voor de gemeentelijke monumenten bestaat sinds 20 jaar een zogeheten Kerkenregeling. Kerkgenootschappen kunnen een bijdrage krijgen in het casco-onderhoud, in maatregelen die bijdragen aan een betere exploitatie en sinds een paar jaar ook in onderzoek naar neven- en herbestemming. Alice Gut van de gemeente vertelt dat Utrecht daarnaast een actief beleid voert om nevengebruik en herbestemming te stimuleren. Zo coördineren Gut en haar directe collega's de interne besluitvorming, onder andere met de collega's van de bestemmingsplannen, de brandveiligheid en horeca. Ook worden de kerken en de activiteiten die daarin plaatshebben actief betrokken in de citymarketing. En waar tot voor kort vooral de gemeente het voortouw nam om het gesprek aan te gaan met de kerkgenootschappen, zette onlangs een van die genootschappen zelf de eerste stap op basis van gegroeid vertrouwen. Ook elders in het land buigen lokale en regionale overheden zich over de problematiek. Martin van Bleek ontwikkelt met het team Herbestemming en Transformatie van het Gelders Genootschap voor de gemeente Lingewaard en de daarin gelegen kerkelijke gemeenten een plan van aanpak om te komen tot een 'gemeentebrede' structuurvisie (kerkelijk en burgerlijk). Het plan van aanpak behelst 8 stappen om tot een steekhoudend afwegingskader te komen. De aanpak omvat onder meer een uitgebreide inventarisatie van knelpunten en kansen. Daarbij wordt gekeken naar de toekomstverwachtingen van de kerkgenootschappen, naar het gemeentelijk beleid & instrumentarium en naar economische en maatschappelijke potenties. Ook wordt een dynamische waardestelling gemaakt van de religieuze gebouwen. Hierbij wordt - op basis van de in de traditionele waardestelling aangegeven waarden - een weging gemaakt van de waarden en wordt aangegeven waar de mogelijke interventies kunnen plaatsvinden. Niet alleen de cultuurhistorische en maatschappelijke betekenis wordt in beeld gebracht, maar ook de mogelijkheden om nieuwe functies te accommoderen. Van verschillende oplossingsrichtingen wordt tot slot een financiële doorrekening gemaakt. Onopgeefbaar maar ook onbetaalbaar? In de afweging die kerkgenootschappen maken, speelt de uitstraling van de kerkgebouwen vaak een doorslaggevende rol. Intern is veel weerstand tegen een profane herbestemming van ‘integrale religieuze kunstwerken’ (exterieur en interieur). Of zoals de bij de Protestante Gemeente Deventer betrokken gemeenteadviseur Jan Boer het verwoordt: “Onopgeefbaar, maar ook onbetaalbaar. Dat is ons dilemma. Het Open Hof, een prachtige jaren zeventig kerk, kunnen we goed gebruiken. Dit kerkgebouw heeft de juiste omvang en voldoende nevenruimtes voor verschillende activiteiten. En toch willen we niet die, maar de monumentale Lebuïneskerk in hartje Deventer behouden. Maar hoe? Uit verhuur halen we 50.000 euro per jaar op, dat evenaart helaas slechts de stookkosten.”
Pagina 4 van 17
NATIONAAL PROGRAMMA HERBESTEMMING | Expertmeeting 'Onderweg van hemel naar aarde' | 21 januari 2011
De Protestantse Gemeente Deventer staat aan het begin van een zoekproces naar nieuwe (neven)functies en beheervormen en kijkt daarbij ook buiten de eigen kring, naar de gemeente en bijvoorbeeld naar de NV Bergkwartier (stadsherstel). Oplossingen hoeven niet altijd van ver te komen. Vaak biedt de maatschappelijke betekenis van het object aanknopingspunten. Om die reden probeert Paul Morel van Stadsherstel Amsterdam altijd de binding met de oudparochianen in stand te houden. Zij weten wat er speelt. Volgens Morel ligt hier in zijn algemeenheid ook een belangrijke taak voor lokale overheden als intermediair tussen vraag en aanbod. “Gemeenten hebben een centrale positie in een netwerk van woningcorporaties, ondernemers, projectontwikkelaars en andere mogelijke kandidaten.” In steeds meer steden en regio’s zetten stadsherstellen en andere particuliere stichtingen zich in voor het behoud en beheer van in onbruik geraakte kerken. Ook hier is clusteren en opschalen het parool. Zo heeft Stadsherstel Amsterdam 14 kerken in bezit die worden verhuurd. Paul Morel: “In principe moet elke kerk zichzelf kunnen bedruipen. Maar dat heeft meestal wel een aanlooptijd van 4 tot 5 jaar. Je hebt als beheerorganisatie dan ook een buffer nodig. Die creëer je alleen als je voldoende volume hebt. Dat geldt ook voor professioneel management. Voor één enkele kerk is dat onbetaalbaar, maar met meer brengt het zichzelf op. Door schaalvergroting is ook de exploitatie makkelijker. Je kunt faciliteiten koppelen, doorverwijzen naar elkaar.” Marktpartijen betrekken in oplossing Lucas Sluiter, adviseur van de R.K. Sint Eusebius parochie in Arnhem, introduceert nog een andere partij die op een hoger schaalniveau kan meedenken en mee-acteren; de projectontwikkelaars en beleggers. Zijn parochie heeft vijf religieuze objecten in een totaalpakket aangeboden op de markt. Marktpartijen konden een bod uitbrengen op het 'hele mandje'. Idee achter deze gebundelde verkoop is dat er een verevening plaatsvindt tussen de meer en de minder courante kerken: de nieuwe eigenaar is verantwoordelijk voor de hele pap en niet alleen de krenten. Uiteindelijk hebben verschillende consortia bestaande uit ontwikkelaars, beleggers, aannemers, architecten, corporaties en gebruikers gereageerd. Na verwerving is het aan de nieuwe eigenaar om, in samenwerking met de parochie voor alle objecten een nieuwe bestemming te vinden. Daarbij is hij gehouden aan de voorwaarden die de parochie heeft gesteld aan het toekomstig gebruik. In de nabije toekomst zouden betrokkenen volgens Morel niet los van elkaar, maar met elkaar moeten samenwerken op het hogere schaalniveau. Kerkelijke, publieke, private en particuliere organisaties zouden bijvoorbeeld de krachten kunnen bundelen in een regionale ontwikkelingsmaatschappij. “Een overweging waard”, aldus Morel.
Pagina 5 van 17
NATIONAAL PROGRAMMA HERBESTEMMING | Expertmeeting 'Onderweg van hemel naar aarde' | 21 januari 2011
Verslag van de presentaties en discussies tijdens de Expertmeeting ‘Onderweg van hemel naar aarde’.
Opening Mevr. Machteld Linssen van het Nationaal Programma Herbestemming opent de bijeenkomst en heet iedereen van harte welkom. Het Nationaal Programma Herbestemming richt zich op publieke, private en particuliere partijen, die zich met herbestemming bezighouden en stelt zich ten doel deze partijen samen te brengen, waar men nu vaak los van elkaar bezig is. Bij het programma kwamen het afgelopen jaar meerdere hulpvragen binnen van organisaties die voor meerdere overtollige kerkgebouwen tegelijk een oplossing zochten. Reden voor het programma om de kennisuitwisseling van deze middag te organiseren. Mevr. Mirjam Blott licht het programma toe en stelt aangenaam verrast te zijn over het grote aantal belangstellenden (100) voor deze dag. De sprekers is gevraagd hun verhaal kort te houden en veel ruimte te bieden voor kennis- en ervaringsuitwisseling.
1
Een Masterplan voor meerdere kerken Peer Houben, hoofd bouw- en kunstzaken Bisdom Haarlem-AmsterdamRotterdam, over de ontwikkeling van stedelijke en regionale kerkenplannen. Dhr Houben schetst de vele veranderingen in zijn Bisdom, zowel wat betreft de bundeling van expertise (samenvoegen van de bouwbureaus van de bisdommen Zuid- en Noord Holland), als wat betreft de clustering en fusering van parochies en objecten en eveneens wat betreft de interne structuur (verdwijnen dekenaten). De veranderingen in de samenleving van de laatste 50 jaar raken ook de kerken: secularisering, individualisering, toename van mobiliteit en het ontstaan van inspraak en medezeggenschap. Afzonderlijke parochies krijgen het steeds moeilijker om nieuwe bestuursleden te vinden, een parochievergadering in stand te houden, alle werkgroepen op sterkte te houden en financieel niet (steeds verder) in te teren. Het Bisdom heeft, om deze ontwikkelingen het hoofd te bieden, de Regionale Centrale Financiering, RCF, ingesteld, waardoor een beter zicht op de kosten mogelijk wordt en de onderlinge solidariteit behouden kan blijven. Het Regionaal Gebouwenbeleid doet onderzoek naar de onderhoudskosten voor de komende zes jaar en bepaalt de strategie m.b.t. de sanering, het beheer en de herontwikkeling van de gebouwenvoorraad. In het ontwikkelde Masterplan voor meerdere kerken is de eerste stap een inventarisatie om zo tot een behoefteraming te komen en de meest urgente regio’s te benoemen. De regio’s Hoorn en Alkmaar zijn nader onderzocht. Daarbij is voor een cluster van kerken gekeken naar de kerkopbouw: de context van de parochie, de identiteit en cultuur; de structuur en middelen en de leiding. De interne en externe actoren zijn in beeld gebracht. In de regio Hoorn bleek dat van de zes kerken slechts één kerk in zijn originele staat behouden kon worden voor de eredienst. Gekozen werd voor de Rijksmonumentale kerk. Van de overige kerken blijft één gemeentelijk monument bestaan als verkleinde vieringruimte, met een ingebouwd parochiecentrum en nevenruimtes; voor de Pagina 6 van 17
NATIONAAL PROGRAMMA HERBESTEMMING | Expertmeeting 'Onderweg van hemel naar aarde' | 21 januari 2011
andere kerken, die deze operatie moeten bekostigen, moeten nog oplossingen gezocht worden. Op de valreep is nog een kerk tot monument bestempeld. In Alkmaar werd een cluster van vier kerken beoordeeld, met als gevolg dat één kerk behouden bleef als regiokerk (met nevengebruik) en dat één kerk is gerevitaliseerd. Daarin komt o.m. een kleinere hedendaagse vieringplek en het parochieel centrum. Twee kerken zijn afgestoten (1 sloop, 1 herbestemming tot hospice). Dhr Houben concludeert dat een clustergewijze aanpak van kerkgebouwen een goede aanpak is, ook in het belang van de gemeente. Dankzij deze aanpak wordt duidelijk dat niet alle kerken behouden kunnen worden en kan gezocht worden naar de beste oplossing voor ieders belangen.
Pagina 7 van 17
NATIONAAL PROGRAMMA HERBESTEMMING | Expertmeeting 'Onderweg van hemel naar aarde' | 21 januari 2011
2
Werken aan een toekomst onder 1 paraplu
Paul Morel, NV Stadsherstel Amsterdam, over de voordelen van schaalgrootte voor het beheer van (voormalige) religieuze gebouwen. De NV Stadsherstel Amsterdam is in 1956 opgericht door een aantal mensen (waaronder ook bankiers), dat zich zorgen maakte om de situatie in het deels vervallen naoorlogse Amsterdam, waar grootschalige plannen voor sloop en doorbraken dreigden of uitgevoerd werden. De Nieuwmarktrellen waren een keerpunt; veel partijen vonden elkaar toen. Het doel van de NV is het verwerven, restaureren en onderhouden van de meest bedreigde monumentale panden, die karakteristiek zijn voor hun omgeving en het zoeken naar een nieuw gebruik met een langdurige rendabele exploitatie. Daarnaast wordt de structuur van de omgeving hersteld met een economische opwaardering van het gebied als resultaat. De NV heeft 14 kerken in bezit, die zij zelf exploiteren. Elk project moet zichzelf kunnen bedruipen; vaak lukt dat pas na 4 à 5 jaar. Alle aspecten worden in eigen hand gehouden zo kan men naar aanvullende exploitatie zoeken en functies combineren. Dhr Morel merkt op dat in Amsterdam exploitatie gemakkelijker is dan op het platteland. De NV geeft een jaarlijkse dividenduitkering van 5% aan de aandeelhouders en de toename van het vermogen komt toe aan een restauratief doel. De heer Morel schetst de situatie in Noord-Holland waar per jaar veel kerken vrijkomen (44 in de afgelopen vier jaar, waarvan een kwart gesloopt is). De Stichting Oude Hollandse kerken (SOHK) heeft Stadsherstel om advies gevraagd voor de negen kerken die een marginaal bestaan leiden. De SOHK vervult een paraplufunctie en heeft een meerwaarde. Zij begeleidt en investeert in de 250 vrijwilligers en zorgt voor exploitatie, helder financieel overzicht, programmering, promotie, website, vaste verhuur etc. Daarna gaat de heer Morel in op de mogelijkheden die gemeenten hebben om proactief te handelen. Zij moeten niet alleen reageren op vragen van eigenaren, maar ook zelf vraag en aanbod matchen waar het gaat om herbestemming. De gemeente heeft immers contacten met woningcorporaties, ondernemers, projectontwikkelaars en andere mogelijke kandidaten en kan daarmee intensieve samenwerking zoeken. Gemeenten kunnen hergebruik stimuleren door het afgeven van noodzakelijke vergunningen, het stimuleren van het gebruik, en ook door zelf vaker een kerkgebouw te gebruiken voor gemeentelijke evenementen. Kennis- en ervaringsuitwisseling Dhr Schout, Zeeuwse Jongens, spreekt zijn bewondering uit over de aanpak van Stadsherstel en stelt dat het succes te maken heeft met het feit dat alles in eigen hand gehouden wordt.
Pagina 8 van 17
NATIONAAL PROGRAMMA HERBESTEMMING | Expertmeeting 'Onderweg van hemel naar aarde' | 21 januari 2011
3
Een project in ontwikkeling: Lebuïnuskerk Deventer, onopgeefbaar en onbetaalbaar
Jan Boer, gemeenteadviseur PKN, voorzitter projectteam Integrale Beleidsontwikkeling Protestantse gemeente. Dhr Boer illustreert met foto’s van de recente overstromingen in Deventer die ook de crypte van de kerk onderwater zetten, hoe de kerk letterlijk bijna ‘verzuipt’. De financiële vooruitzichten zijn niet rooskleurig: er wordt voor 2020 een tekort in de exploitatie voorzien van 450.000 Euro. De inkomsten uit bijdragen van de leden nemen af en het ledenbestand vergrijst. Naast de Lebuïnuskerk bezit de protestantse gemeente Deventer de Van Vloten Hof en de Open Hof, een prachtige jaren 70 kerk. De Van Vlotenhof wordt afgestoten. Het is een moeilijk dilemma welke van de andere twee kerken aan te houden. (appels met peren vergelijken). De Open Hof is uit functioneel oogpunt de beste optie. Maar met de Lebuïnuskerk heeft de protestantse gemeente een veel sterkere emotionele binding. Dhr Boer roept de aanwezigen op mee te denken over de volgende vragen mbt de Lebuïnuskerk, die, zoals uit de titel blijkt, onopgeefbaar is: 1
2 3 4
Is het raadzaam samenwerking te zoeken, en zo ja met wie? Met gemeente? Met NVbergkwartier i.v.m. naastgelegen Mariakerk? Met welke andere partijen? En wat is een geschikte bestemming/functie? Wat is de meest geschikte beheersvorm (stichting??) in de situatie zonder samenwerking en in de situatie met samenwerking? Hoe zijn vergaderruimtes in de Lebuïnuskerk te creëren? Welke mogelijkheden zijn er voor kostenreductie en welke voor opbrengstverhoging?
Graag ontvangt hij reacties uit de zaal en e-mails:
[email protected]
Kennis- en ervaringsuitwisseling Fiscale aspecten Dhr Overbeeke, Overbeeke cs Vastgoedexpertise en Executive Search, vraagt zich af of men een visie heeft op het behoud van aftrekbaarheid van giften aan kerken. Dhr Boer schetst het dilemma. Hoe blijf je een ANBI-instelling? Wanneer je meer dan 10% commerciële activiteiten onderneemt, raak je die status kwijt en moet er btw afgedragen worden. Gezocht wordt naar de beste beheersvorm. Nu gaat er 50.000 om, zet je er een manager op dan moet hij minstens het dubbele kunnen binnenhalen. Rol van de gemeente Mevr. Van Hövell, Co.creatie, stelt dat het vaak moeilijk is om een afspraak te maken met gemeentes en roept op om partners te zoeken die ook belang hebben bij het behoud van kerken. Voor gemeentes heeft het vaak geen urgentie. Herbestemming is een langdurig proces; het zoeken naar oplossingen gaat langzaam. Langzaam en moeilijk, beaamt dhr Boer. De gemeente Deventer heeft wel een belang, maar roept dat niet en heeft er niet veel geld voor over. Volgens dhr Verfürden, Verfürden advies en management, is er in Deventer sprake van een ontwikkelingsvisie van de gemeente over de binnenstad, waarin Pagina 9 van 17
NATIONAAL PROGRAMMA HERBESTEMMING | Expertmeeting 'Onderweg van hemel naar aarde' | 21 januari 2011
de Lebuïnuskerk prominent in beeld is en waaruit blijkt dat de ogen van de gemeente geopend zijn. Dhr Boer stelt dat die visie nog maar moet blijken, en dat exploitatie een ander verhaal is. Er is een plan om de naastgelegen Mariakerk als winterkerk te gaan gebruiken, maar deze moet voor 2 miljoen gerestaureerd worden en wie betaalt dat? De Scheiding kerkelijke en wereldlijke macht speelt op de achtergrond altijd mee, stelt dhr Wessels, gemeente Arnhem. Meerkosten Dhr Broekhuizen, PKN/CIO, stelt dat een kerk om te functioneren genoeg heeft aan een modern gebouw. De meerkosten die je kunt toeschrijven aan kerkelijk erfgoed, zijn meerkosten die voor rekening zijn van de gemeenschap. Het behoud komt zo niet voor rekening van de kleine gemeenschappen; als burgerlijke gemeenten willen dat de kerken overeind blijven, moeten ze daaraan bijdragen. Kosten/baten Dhr Plomp, Ecorys Vastgoed, geeft aan dat het zeer behulpzaam kan zijn een maatschappelijke kosten en baten analyse te maken, met name richting de gemeente, omdat het gesprek dan concreter gevoerd kan worden. Dhr Visse, Monumentenzorg Gouda, zegt dat een gebouw met een economische waarde voor het functioneren van de binnenstad, zo ook gewaardeerd moet worden. Het moet algemener getrokken worden en niet alleen overheden moeten erbij betrokken worden. Verbreden dus. Het is een zaak van zowel kosten reductie als opbrengst verhoging, stelt een aanwezige. Bij het reduceren van kosten moet ook gekeken worden naar een energieneutraal gebruik, geeft een ander aan. Giften van gemeenteleden in de kerk nemen af, stelt dhr Rijnboutt, en vraagt of er in Deventer een Stichting Vrienden van de Lebuïnuskerk is. Die is er, antwoordt dhr Boer, en die draagt bij, maar het staat in geen verhouding tot het totale project. Samenwerking met Hanzensteden/ langs de IJssel Een aanwezig merkt op dat gezien het feit dat Deventer een Hanzestad is, wellicht samenwerking met andere Hanzesteden tot de mogelijkheden behoort en verwijst daarbij naar de aanpak van Stadsherstel. Hoewel er wel contacten zijn, is de samenwerking langs de IJssel nog niet onderzocht, zegt de heer Boer en bedankt voor de suggestie. Publiciteit Een aanwezige stelt dat de problemen vaak intern gehouden worden en roept op om de publiciteit te zoeken en om contacten met omwonenden te zoeken.
Pagina 10 van 17
NATIONAAL PROGRAMMA HERBESTEMMING | Expertmeeting 'Onderweg van hemel naar aarde' | 21 januari 2011
4
Een project in ontwikkeling: de opgave van Lingewaard
Martin van Bleek, Gelders Genootschap In 2010 is het Gelders Genootschap benaderd door een vertegenwoordiger van het kerkbestuur van de parochie Lingewaard, met een vraag tot ondersteuning bij het onderzoek naar de ontwikkelingsperspectieven van de zeven kerken en mogelijke neven- en herbestemmingen. Het onlangs opgerichte overkoepelend kerkbestuur heeft een werkgroep/denktank ingesteld die zich bezighoudt met deze problematiek. Langs een andere weg was het Gelders Genootschap benaderd door een ambtenaar van de gemeente met dezelfde vraag vanuit het overheidsperspectief. Het doel is een gemeentebrede (zowel kerkelijk als burgerlijk) structuurvisie voor de omgang met religieus erfgoed te ontwikkelen, die later ook in andere Gelderse gemeenten kan worden toegepast. Er is een acht-stappenplan opgesteld: inventarisatie (zowel kwalitatief als kwantitatief, kerkelijke toekomstverwachtingen, gemeentelijk beleid en instrumentarium); creëren van een draagvlak; potenties in kaart brengen (maatschappelijk, sociaal, cultureel, economisch, emotioneel/symbolisch); opstellen waardestelling voor alle kerken; mogelijke actoren/stakeholders en partners in kaart brengen; opstellen dynamische c.q. integrale waardestelling per (kerk)gebouw; onderzoek oplossingsrichtingen, transformatiemogelijkheden en scenario’s; financiële doorrekening.
Kennis- en ervaringsuitwisseling Maatschappelijke behoefte Een aanwezige merkt op dat dhr Van Bleek niet dieper ingaat op de maatschappelijke betekenis; dit is een belangrijke factor voor het vinden van een oplossing. Dhr Verfürden, geeft aan dat marktanalyse niet alleen in de kleine dorpen, maar op regionaal niveau moet plaatsvinden. Per dorp zou men moeten bekijken welke mensen welke ruimte willen afnemen, stelt Dhr Van Langen, TPAHGarchitecten. Dhr Plomp, ziet drie aspecten: wat kan er aan functies in; wat is de behoefte uit de markt en wat is de maatschappelijke wenselijkheid? Daarbij moet het een haalbaar verhaal blijven. Verder kijken dan het eigen vakgebied Dhr Van Bleek stelt dat men buiten het eigen vakgebied moet treden om te zoeken naar mogelijkheden om kerken te behouden. Rol van ontwikkelaars Dhr Sluiter, RK Sint Eusebius Parochie Arnhem, vraagt zich af waarom ontwikkelaars niet zijn ingeschakeld. Als je naar één van de top tien ontwikkelaars stapt met deze plannen, word je met open armen ontvangen. Een aanwezige stelt dat ontwikkelaars dit niet altijd kunnen oplossen. Rol van de gemeente Mevr. Gut, gemeente Utrecht geeft aan dat een gemeente het voortouw kan nemen door vooraf al randvoorwaarden vast te stellen. Dhr Van Langen vertelt dat de gemeente Hoorn veel goede initiatieven heeft ontplooid, zoals Pagina 11 van 17
NATIONAAL PROGRAMMA HERBESTEMMING | Expertmeeting 'Onderweg van hemel naar aarde' | 21 januari 2011
ideeënmarkten waar veel ontwikkelaars op af kwamen. De gemeente is het eerste aanspreekpunt, stelt een aanwezige, die verleent de vergunningen. Rol van de Rijksdienst Mevr. Van Bers, RCE geeft aan dat de Rijksdienst helpt bij het zoeken naar oplossingen door in vroeg stadium met eigenaren in overleg te komen, aanspreekbare consulenten en specialisten binnen de eigen dienst beschikbaar te stellen, en brochures uit te geven. Binnenkort verschijnt de brochure over de aanpak van kerken. Rol van het Bisdom Deze rol wordt benadrukt door een medewerker van het Bisdom Utrecht. Hij krijgt de indruk dat men ervan uit gaat dat er een onbeperkte vrije ruimte is waar je over herbestemming kunt praten. Het gaat niet alleen om het plaatselijke parochiebeleid, maar ook om het beleid van de bisschoppen en de PKN-leiding: niet alles kan. Men is bezig om samen met de PKN een boek rond kerksluiting samen te stellen en dan komen de randvoorwaarden van zowel RKzijde als PKN-zijde aan de orde. Hij geeft de noodzaak tot partnerschap aan en prijst de succesvolle aanpak in Bergen op Zoom, waar de overheid een actieve partner is. Stedebouwkundige invalshoek Dhr Visse, Monumentenzorg Gouda, mist de stedenbouwkundige invalshoek. Dhr Van Bleek geeft aan dat deze zeker meespeelt. Volgorde stappenplan omkeren Dhr Van der Meer, Zecc architecten, reageert op het stappenplan en stelt dat het goed is de volgorde te veranderen: begin met een plan dat mensen tot de verbeelding spreekt en bepaal de dynamische waardestelling nadat je het plan hebt gemaakt, trek het naar de toekomst toe. In een reactie stelt dhr Van Bleek dat hij dat wel durft, maar dat hij niet weet of het wel past in het huidige bestuurlijke bestel en dat het een heleboel discussie zal opleveren. Lingewaard is een goed initiatief: zie het niet alleen als probleemstelling, maar ook als kans, zegt mevr. Grootswagers, Taskforce religieus Erfgoed.
Pagina 12 van 17
NATIONAAL PROGRAMMA HERBESTEMMING | Expertmeeting 'Onderweg van hemel naar aarde' | 21 januari 2011
5
Het kerkenbeleid van de gemeente Utrecht
Alice Gut, restauratiedeskundige gemeente Utrecht In de gemeente Utrecht staan veel beschermde kerken, 25 Rijksmonumenten, 37 Gemeentelijke monumenten (ook jonge naoorlogse) en 5 herbestemde kerken. Voor de gemeentelijke monumenten bestaat sinds 20 jaar een zg Kerkenregeling, die voorziet in subsidies voor onderhoud aan het casco gebouw voor zes jaar; subsidie die een verbeterde exploitatie mogelijk maakt en, sinds 2008, subsidie voor onderzoek naar neven- en herbestemming. Het subsidiebudget staat onder druk vanwege de grote overvraag (29 van de 37 kerken). Het faciliteren van nevengebruik en herbestemming (ander gebruik kan zijn: verhuren aan derden en culturele, toeristische en sociale activiteiten en elementen) kan niet zonder medewerking van de gemeente. De gemeente wil een ander gebruik stimuleren en ziet haar rol als volgt: informeren naar plannen van eigenaren; proactief meedenken en oplossingsgericht sturen met de kerkenregeling; het betrekken van derden en het in contact brengen van mensen; anticiperen op het beleid van het Bisdom (afstoten van gebouwen) en het overleg met bestuur en parochies; wijkbrede herontwikkeling waarbij het vliegwieleffect kan optreden; een flexibele opstelling bij ruimer gebruik (bestemmingsplannen). De gemeente biedt ondersteuning op financieel en technisch gebied en bij de contacten met de brandweer en de horeca. Horeca is vaak een knelpunt omdat de gebouwen niet kunnen voldoen aan de strenge eisen van de horecaregelgeving. Utrecht verkeert in een gunstige positie: De aanwezigheid van alle kerkgenootschappen in de stad is een voordeel; Vooralsnog is er geen grote dreigende leegstand; exploitatie in de stad is gemakkelijker dan op het platte land. Instellingen die zich bezig houden met stadspromotie, cultuur en monumenten, stimuleren het gebruik van kerken voor culturele en toeristische doeleinden. Mevr. Gut bespreekt een aantal Utrechtse cases, zoals de Noorderkerk (was een Gereformeerde kerk is nu Moskee; de SintJacobskerk, nu woonhuis) en tot slot een voorbeeld uit Krnov in de Tsjechische republiek, waar het casco van de synagoge deels gerestaureerd is, en nu, samen met tien andere synagogen uit het land, deel uitmaakt van een EU-project, waarbij geld beschikbaar is voor een bouwkundig herstel en een herbestemming als Joods cultureel centrum. Zij benadrukt het belang van initiatief van burgers, die hierbij een grote rol speelden.
Kennis- en ervaringsuitwisseling Flexibiliteit Er zijn verschillende soorten ambtenaren en niet iedereen is soms even flexibel, stelt een aanwezige en geeft de brandweer als voorbeeld. Rol gemeente Utrecht, tijdig en proactief, verdient navolging De gemeente is een belangrijke partner en de gemeente Utrecht stekt zich proactief op, stelt een aanwezige. De St. Josephparochie meldde zich actief en dat geeft kansen. Dhr Broekhuizen complimenteert de gemeente Utrecht met haar aanpak en vindt dat deze via de VNG ruime bekendheid moet krijgen zodat
Pagina 13 van 17
NATIONAAL PROGRAMMA HERBESTEMMING | Expertmeeting 'Onderweg van hemel naar aarde' | 21 januari 2011
andere gemeenten hier een voorbeeld aan kunnen nemen. Utrecht kent een unieke regeling die al 20 jaar bestaat, stelt mevr. Gut in een reactie, maar ook andere gemeenten zijn op een goede manier bezig. Zij benadrukt verder dat herbestemmingprojecten altijd een lange adem hebben. Het is een belangafweging van en tussen de eigenaar, gemeente, RCE en anderen. Het is zaak om alle partijen aan tafel te krijgen. PKN Hoewel er een beleidsnota is, kent de PKN geen centraal beleid. De plaatselijke kerkbesturen bepalen zelf het beleid, geeft dhr Broekhuizen aan. Creatieve en deskundige architecten Een adviseur van een bisdom stelt, dat wanneer bij een herbestemmingproject een deskundig en creatief architect betrokken is, er veel mogelijk wordt. Er zijn veel goede voorbeelden, zoals de school in Hengelo.
Pagina 14 van 17
NATIONAAL PROGRAMMA HERBESTEMMING | Expertmeeting 'Onderweg van hemel naar aarde' | 21 januari 2011
6
Een project in ontwikkeling: de opgave van Arnhem
Lucas Sluiter, adviseur R.K. Sint Eusebius Parochie De heer Sluiter beschrijft de herbestemming van kerken in een historisch perspectief en stelt dat de komende tien jaar ruim een kwart van het huidige kerkbestand afgestoten zal worden. Ook de RK Sint Eusebius Parochie stond voor de vraag wat zij met vijf van haar kerken aan moet (exploiteren, verhuren, verkopen, herbestemmen…?) en koos voor een nieuwe aanpak. Marktpartijen worden benaderd met de vraag een bieding te doen op alle vijf objecten gezamenlijk (‘het mandje’), en daarbij aan te geven welke bestemmingen worden nagestreefd. Wanneer een bieding geaccepteerd wordt, moet een consortium gevormd worden waarin diverse partijen zitting nemen, een consortium waarin marktkennis en slagkracht samenkomen en dat vertrouwen wekt. Het consortium wordt aanspreekpunt waarnaar partijen verwezen zullen worden en dat kan spreken en optreden namens de eigenaar. De heer Sluiter ziet samenwerking als HET antwoord, door samen te werken kunnen ‘geloof’ en ‘commercie’ elkaar versterken en kan er optimale communicatie naar de achterban plaatsvinden. Het is geen eenvoudige opdracht, maar wel kansrijk. Er zijn geen grote verdiensten mee gemoeid voor de marktpartijen, maar wel (bouw)productie en het is zeker maatschappelijk relevant. Kennis- en ervaringsuitwisseling Het ‘ mandje’ Dhr Karthaus,kbng architectuur, stedenbouw, restauratie, vraagt zich af of het mandje in tact blijft of dat het uit elkaar kan vallen . De heer Sluiter: “ Dat valt nog te bezien, maar we willen niet dat de kersen eruit gepikt worden en dat we met de onverkoopbare objecten blijven zitten. Het is een marktverkenning; het parochiebestuur neemt een besluit.” Het is ook niet de bedoeling om te verkopen en terug te huren; de kerk heeft de ruimte niet meer nodig. Tijdelijke verhuur Dhr Morel informeert of er aan tijdelijk gebruik gedacht wordt. Herbestemming is immers een langdurig proces en bovendien bewijst het gebruik de mogelijkheden die er zijn. De kerken zijn aan de eredienst onttrokken en worden verhuurd aan allerlei clubs en ebben een flexibele kantoorfunctie, vertelt de heer Sluiter. Mw Grootswagers benadrukt het belang van tijdelijke bestemmingen en de onwenselijkheid van leegstand. Rol van verschillende actoren Iemand van een Bisdom: begin vroeg met communicatie richting bisdom want niet alles is mogelijk. De gemeente is in een vroeg stadium betrokken, stelt zich afwachtend, maar meewerkend op en is benieuwd naar de uitkomst, reageert dhr Sluiter op een vraag naar de rol van de gemeente. Hij acht een actievere rol, op dit moment niet wenselijk. Dhr Overbeeke, geeft aan dat de eindbelegger de mogelijkheden ook moet zien, omdat een project altijd nog in dat stadium kan struikelen. Verder stelt hij dat het belangrijk is ervoor te zorgen dat het gebouw in de ANBI-sfeer blijft, waardoor de aftrekbaarheid van giften behouden blijft.
Pagina 15 van 17
NATIONAAL PROGRAMMA HERBESTEMMING | Expertmeeting 'Onderweg van hemel naar aarde' | 21 januari 2011
Dhr Sluiter zegt dat financiële partijen betrokken moeten zijn bij het consortium. De parochie wil weten wie de eigenaar wordt; Het is belangrijk dat “het mandje” goed achtergelaten wordt en niet in handen komt van handelaren of speculanten. Samenvatting en slotdiscussie Mevr. Blott constateert dat de problematiek vanuit verschillende invalshoeken is bekeken. Dhr Houben gaf aan dat voor het Bisdom inventariseren en vooruitzien essentieel zijn en dat een geclusterde aanpak goed werkt. Dhr Morel liet zien dat een geclusterde aanpak DE manier is om exploitatie rendabel te maken, waarbij gesteld wordt dat deze in de stad gemakkelijker is dan op het platteland. Gedacht kan worden aan dynamische functies; lokale en regionale betrokkenheid is een voorwaarde. De Lebuïnuskerk bevindt zich in een beginfase van de gedachtevorming: de samenwerking met de gemeente moet nog ontwikkeld en een geschikte constructie nog gevonden worden. Elders is kennis hierover, breng het bij elkaar! In het stappenplan van Lingewaard worden alle partijen betrokken. Durf ook creatief te zijn en ambities eerder vast te leggen. De gemeente Utrecht is een goed voorbeeld van beleidsoverschrijdende aanpak van kerkgebouwen. Het idee van de Sint Eusebius Parochie om een mandje met kerken aan te bieden aan marktpartijen is een nieuwe aanpak. Mevr. Blott herkent twee thema’s die steeds naar voren komen: het belang van flexibiliteit en dat van netwerken en samenwerken. Zij stelt de vraag wat de aanwezigen mee zullen nemen van deze bijeenkomst op welke manieren de gedachtevorming verder gebracht kan worden. Een aanwezige stelt dat herbestemming een bijdrage kan leveren aan de discussie over duurzaamheid. Hij stelt voor om dit een volgende keer te belichten. Op een vraag van mevr. Hoogeboom, Lindevier projectadvies en interieurontwerp, of er sprake is van een kennisbank, reageert een aantal mensen. De pasopgerichte Stichting Behoud en Herbestemming Religies Erfgoed heeft plannen hiertoe. Mevr. Eerden, Nationaal Programma Herbestemming geeft aan dat er vanuit de Nationale Agenda Herbestemming gewerkt wordt aan een Kennis- en Projectenbank Herbestemmingen en verwijst hiervoor naar de website van het Nationaal Programma Herbestemming. Dhr Van der Waal, coördinator Stichting Reliwiki verwijst naar de databank van reliwiki waarin alle religieuze gebouwen opgenomen zijn. Er is op de site ook een pagina over leegstaande en herbestemde kerken met een mogelijkheid tot discussie. Hij roept de aanwezigen op hiervan gebruik te maken.
Pagina 16 van 17
NATIONAAL PROGRAMMA HERBESTEMMING | Expertmeeting 'Onderweg van hemel naar aarde' | 21 januari 2011
Afsluiting Mevr. Linssen sluit de bijeenkomst af en roept allen op om vertrouwen te hebben en elkaars belangen te respecteren. Uiteindelijk is er ook een wederzijds belang: de maatschappij wil niet dat het kerkgebouw uit het straatbeeld verdwijnt omdat dit een verarming van de ruimtelijke kwaliteit zou betekenen. Maar de kerkelijke instanties hebben er evengoed een belang bij om zichtbaar te blijven in de samenleving; want uit het oog is uit het hart. Zij dankt tot slot allen voor hun aanwezigheid en bijdragen.
Nationaal Programma Herbestemming Postbus 1600 3800 BP Amersfoort
[email protected] www.herbestemming.nu T 033 - 4 217 340
Pagina 17 van 17