23.
BESTRATINGSELEMENTEN
23.1. Kasseien De te gebruiken kasseien zijn deze voortkomend van de opbraak, af te halen of te leveren (nieuw) door de aannemer. Bij levering dient een staal met keuringsattest voor de aanvang van de werken voorgelegd aan de aanbestedende overheid. Partijkeuring: Bij levering van elke nieuwe partij dient een keuringsattest, vóór de aanvang van de werken te worden voorgelegd aan het bestuur. Ook dient een representatief staal ter goedkeuring te worden voorgelegd. Ze dienen te voldoen aan de PTV 842 en PTV 845 en de gebruikersklasse is 6. druksterkte wordt bepaald overeenkomstig proefmethode EN 1926
Bij ontstentenis van een Benor-certificatie dient een partijkeuring te worden uitgevoerd. Hierbij dient een materiaalonderzoek te worden uitgevoerd volgens de regels van de BUtgb. Proeven cfr. PTV 842 waaraan stenen dienen te voldoen: - vorst-dooi; - wateropslorping; - schijnbare volumieke massa; - afmetingen; - druksterkte (gebruiksklasse 6); - slijtweerstand; -
stroefheid.
Referentiedocumenten Volgende technische voorschriften zijn van toepassing: PTV 842 – versie 1.0 – 21/03/2005: Straatkeien van natuursteen van natuursteen; Copro vzw, Dendermondsestraat 168, 1083 Brussel. 23.1.1.
IN RIJEN TE LEGGEN KASSEIEN
23.1.1.1. FORMATEN Ze hebben volgende afmetingen 14cm x 20cm, een dikte van 12cm en hebben een blauwgrijze kleur. Halve stenen, anderhalve stenen of speciale passtukken zijn steeds geprefabriceerd en worden gebruiksklaar op de werf geleverd. De drukvastheid bedraagt minimum 200 N/mm². De te leveren kasseien dienen gelijkaardig te zijn aan het staal dat werd voorgelegd. 23.1.1.2. Beschrijving
De bestratingelementen zijn van eerste keus blauw-grijs graniet met merkteken: G 341 De bestratingselementen zijn van graniet die geen schilferachtige structuur heeft. Ze hebben een dichte aaneengesloten en homogene korrel zonder steenkorst, kwade aders of kwakaders. Geen enkel dagvlak vertoont barsten, afschilferingen of afsplinteringen. De voorgestelde steensoort mag bij veroudering geen roestkleurige vlekken vormen nog andere kleurafwijkingen vertonen tengevolge van oxydatie. De elementen benaderen zo goed mogelijk de referentiestalen die ter inzage liggen bij het bestuur. 23.1.1.3.Oppervlakteafwerking Standaard kasseien voor parkeerstroken hebben geen specifieke oppervlakteafwerking. De vlakke kasseien voor de inritzones in het voetpad hebben volgende afwerking:
Het kopvlak wordt gezaagd en gevlamd en is volkomen vlak. Er worden géén hoogteverschillen op dit bovenvlak toegestaan. De keien zijn aan de zijkanten en aan de onderkant gekloven, derwijze dat de maximum uitsprong op deze zijvlakken kleiner is dan 5 mm. 23.1.1.4.Legpatroon De keien worden in een halfsteens verband geplaatst. Er worden geen halve stenen toegestaan. Om het verband te behouden worden passtenen (1,5 steen) geplaatst.
23.7.
Tegels van natuursteen
Ze dienen te voldoen aan de EN 1341 en de PTV 841 en PTV 845 en de gebruikersklasse is 5 (voetgangerszone, regelmatig gebruikt door zwaar verkeer). De druksterkte wordt bepaald overeenkomstig proefmethode EN 1926. Soort natuursteen: 23.7.1.
TEGELS IN LICHTGRIJS GRANIET
23.7.1.1. REFERENTIE DOCUMENTEN Volgende technische voorschriften zijn van toepassing: PTV 841 – versie 1.0 – 28/02/2005: Buitenplaveien (‘tegels’) van natuursteen; Copro vzw, Dendermondsestraat 168, 1083 Brussel. 23.7.1.2. BESCHRIJVING De bestratingselementen zijn van eerste keus blauwgrijs graniet met merkteken: G 341. voortkomende uit dezelfde groeve en dezelfde groeve als de gezaagde kasseien (23.1.1).
De bestratingselementen zijn van graniet die geen schilferachtige structuur heeft. Ze hebben een dichte aaneengesloten en homogene korrel zonder steenkorst, kwade aders of kwakaders. Geen enkel dagvlak vertoont barsten, afschilferingen of afsplinteringen. Oppervlakteafwerking: Bovenzijde gevlamd, onderzijde gekogelstraald, zijkant gekloven. Formaat: De granieten tegels zijn gezaagd en gevlamd en hebben volgende afmetingen in cm.: Breedte Minimale Lengte Maximale Lengte Dikte 15 ± 1mm 15 45 8 ± 2mm 30 ± 1mm 20 60 8 ± 2mm 45 ± 1mm 20 60 8 ± 2mm 60 ± 1mm 20 60 8 ± 2mm Toleranties volgens de eisen in PTV841. De tegels worden met een voegbreedte van 7 mm geplaatst. Legpatroon: Het legpatroon is een repeterend patroon samengesteld uit bovenstaande formaten. Repeterend patroon op basis van de breedte: 15 cm / 45 cm / 15 cm / 30 cm / 60 cm / 15 cm / 45 cm / 30 cm / 30 cm / 45 cm / 15 cm / 30 cm Repetities van bovenstaand patroon om de 383,4 cm (inclusief 12 voegen van 7mm) Eisen voor het legpatroon op basis van de minimale en maximale lengtematen: - verspringende voegen minimaal met 5 cm. - geen repeterende opvolging van de lengtematen - maximaal 2x hetzelfde formaat naast elkaar - minimum drie verst uit elkaar liggende toegelaten lengtematen per breedtemaat De aannemer dient vóór het aanwerken van de tegels rond significante obstakels of randen in andere materialen, zoals gevels, kelderopeningen, boomkaders, enz., tijdig een gedetailleerd legplan in bij of bespreekt dit met de leidende ingenieur. 23.7.1.3. TECHNISCHE SPECIFICATIES De stenen dienen te voldoen aan de vereisten voor gebruiksklasse 5 (voetgangerszone, regelmatig gebruikt door zwaar verkeer, breuklast min.14kN) Ze hebben een gemiddelde druksterkte groter dan 190MPa. De gemiddelde buigtreksterkte bedraagt minimaal 16 MPa. De individuele buigtreksterkte bedraagt minimaal 15 MPa.
23.9.
Tegels voor visueel gehandicapte personen (bijgevoegd) zie bijlage 20140201
De aanleg van de blindengeleidingsstroken dienen te voldoen aan de voorschriften van de Belgische confederatie van Blinden en Slechtzienden voor blindengeleidemarkeringen op voetpaden. De twee soorten tactiële tegels die kunnen worden gebruikt als beveiligingsmaatregelen voor visueel gehandicapte personen zijn: 23.9.1. Algemeen:
GELEIDESTENEN: RIBBELPROFIELEN De ribbelstenen worden op zulk danige manier achter elkaar geplaatst dat het totaal zicht een continu beeld van parallel doorlopende lijnen geeft. De ribbels mogen hoogstens over een afstand van 5 mm onderbroken zijn bij de boord van de tegel. En deze onderbrekingen mogen niet meer dan drie keer voorkomen per lopende meter. Deze aanduiding moet detecteerbaar zijn met de voet, met de stok en met het oog. De as van de ribbels is gericht naar die plaats waar men de persoon wenst naar toe te leiden. In geen geval mag de algemene structuur van de markering een sinusoïdale vorm hebben. De geleidemarkeringen mogen geen hinder voor het algemene loopcomfort op straat vormen.
Functie: geleidelijn/gidslijn; Doel: richting aangeven; Basismateriaal: natuursteen; Kleur: zelfde als omliggende verharding; Afmetingen: 30x30x8cm De maat van de ribbelprofielen wordt gemeten tussen de zijkanten van de ribbels. De ribbels zijn 16 tot 20 mm breed. De groeven tussen de ribbels, zijn 18 tot 30 mm breed. De groeven zijn steeds breder dan de ribbels. Reliëf: ribbels; Profiel: de ribbel ligt 4,5 à 5,5mm boven het niveau van de bestrating, het diepste punt van de tegel komt overeen met het niveau van de omliggende voetpadverharding. Ingeval deze elementen gekleefd zijn, mag de dikte van de drager maximum 4,5 mm zijn; Keuring: twee exemplaren van de ribbeltegel dienen voorafgaandelijk ter goedkeuring aan de leidende ambtenaar voorgelegd; Richting: het profiel van de ribbels ligt in de looprichting van de geleidelijn, de ribbels van verschillende tegels sluiten tegen elkaar aan; Breedte: aan te leggen in stroken tussen 55 en 65cm breedte Lengte: variabel, met een overlapping van 120 cm, waar de natuurlijke gidslijn en de geleidingslijn in elkaar overgaan; Plaatsing: volgens aanduiding op grondplan.
23.9.2.
WAARSCHUWINGSMARKERINGEN: NOPPENSTENEN
Algemeen: De noppen zijn aan de bovenkant afgeknot, teneinde een optimaal loopcomfort te verzekeren, meer bepaald voor mensen met een staphandicap. De diameter van de noppen (23-27 mm), hun onderlinge afstand (55 à 60 mm) zijn conform de voorschriften van de Belgische Confederatie van Blinden en Slechtzienden voor toepassing op voetpaden. Deze aanduiding moet detecteerbaar zijn met de voet, met de stok en met het oog. Functie: waarschuwingsmarkering; Basismateriaal: natuursteen; Kleur: zelfde als omliggende verharding; Afmetingen: 30x30x8cm; Reliëf: De afstand tussen de noppen onderling bedraagt 50 à 60 mm, as op as gemeten. De vorm van de nop is een afgeknotte bol met als diameter van de nop 23 à 27 mm; Profiel: de noppen liggen 4.5 à 5.5 mm boven het niveau van de bestrating, het diepste punt van de tegel/betonstraatsteen komt overeen met het niveau van de omliggende voetpadverharding en zijn geschrankt geplaatst. De afstanden AB en CD zijn gelijk ingeval het gaat om gekleefde elementen, mag de drager ervan maximum 3,5 mm zijn; Keuring: twee exemplaren van de noppenstenen dienen voorafgaandelijk ter goedkeuring aan de leidende ambtenaar voorgelegd; Richting: de strook tegels/betonstraatstenen ligt loodrecht op de looprichting, dit is niet noodzakelijk evenwijdig aan de boordsteen van het voetpad; Ligging: in rechte, ononderbroken rechte lijn, in rechtlijnig raster; Breedte: bij voorkeur over de volledige breedte van het zebrapad, met minimum 1,50m; Lengte: min. 60cm diep in de looprichting (2 tegels of 3 betonstraatstenen); Plaatsing: volgens aanduiding op grondplan.
31.
NATUURSTENEN TROTTOIRBANDEN (BORDUREN)
31.1.
Technische voorschriften
Ze dienen te voldoen aan de EN 1343 en de PTV 843 en de gebruikersklasse is 5 (voetgangerszone, regelmatig gebruikt door zwaar verkeer). De druksterkte wordt bepaald overeenkomstig proefmethode EN 1926. De boordstenen zijn van eerste keus donkergrijs graniet met merkteken G341. Magmatisch diepgesteente, bestaande uit dioriet afkomstig uit Fujian (China) of gelijke kwaliteit en aspect. Vertoont een homogeen middel tot donkergrijs uitzicht met relatief fijne korrelstructuur. Samenstelling: - SiO2 (ca 57%)
- Fe2O3 (ca 8%) - Al2O3 (ca 17%) - CaO, MgO, Na2O en K2O De voorgestelde steensoort mag bij veroudering geen roestkleurige vlekken vormen nog andere kleurafwijkingen vertonen tengevolge van oxydatie. 31.2.
Vorm en afmetingen.
De vorm en afmetingen van de trottoirbanden zijn volgens het type: IB, IE, overgangsboordsteen IB naar IE. 3mm wordt beschouwd als voeg tussen de blokken. 31.3.
Afwerking
Het zichtbare bovenvlak wordt: gezaagd en gevlamd en is volkomen vlak. Er worden géén hoogteverschillen op dit bovenvlak toegestaan.