Sociale Verzekeringsbank J A A RV ER S L A G 2004
W W W. S V B . N L
Sociale Verzekeringsbank J AARVER SLAG 2004
Ooit komt iedereen een keer met de SVB in aanraking. Bij fijne dingen in het leven of door de onvermijdelijke dingen van het leven. Als kind, als ouder, als nabestaande. Schoolgaand, werkend of gepensioneerd. Dan keert de SVB uit. Beheert ze, verzorgt ze. Doelmatig, rechtmatig en geruisloos. Voor het leven.
Sociale Verzekeringsbank
BCU05.0078
J A A RV E R SL A G 2 004
Colofon Uitgave van
Sociale Verzekeringsbank (SVB) Corporate Communicatie Postbus 1100 - 1180 BH Amstelveen Email:
[email protected]
Redactiecommisie
Adriaan van der Maarel, Marcus Makkelie, Robert Olieman, Eelko Plomp, Monique van der Valk
Concept en ontwerp
Euro RSCG Bikker Rotterdam
Fotografie
Marcel Molle Amsterdam
Opmaak en druk
Onkenhout Groep Hilversum
De SVB besteedt dit jaar speciale aandacht aan het onderwerp Kind en Sociale Zekerheid. Dat doen we met de SVB-conferentie op 18 november 2005 en met een jaarbericht over dit thema. Ook in dit jaarverslag laten we het onderwerp terugkomen in de keuze van de foto’s.
2
Voorwoord MET OPEN VIZIER
Een goede uitvoering, met oog voor de wensen van de klant. Dat streven stond het afgelopen jaar centraal binnen de SVB. Uit dit jaarverslag blijkt dat de SVB op dat gebied in 2004 de nodige activiteiten in gang heeft gezet. Met resultaat, zo blijkt. Ook in 2005 blijft het onderwerp in het brandpunt van ons beleid. De publieke uitvoerder SVB is van nature sterk in het ontwikkelen van efficiënte en doelmatige processen. Maar de SVB heeft ook een menselijke kant en die gaan we meer tonen. Klanten willen weten met wie ze te maken hebben, voelen dat er naar ze wordt geluisterd en merken dat er begrip is voor hun situatie.Waar nodig werkt de SVB daarom aan een betere dienstverlening en wat we al goed doen, maken we meer zichtbaar. Zo wordt de SVB de vanzelfsprekende uitvoerder die haar klanten met open vizier tegemoet treedt. De SVB heeft ook een open houding als het gaat om verantwoorden. Dit jaarverslag, conform de regels die SUWI stelt, is daarvan een goed voorbeeld. Maar er is meer. De SVB maakt voor haar relaties tevens een Jaarbericht. Een terugblik op het afgelopen jaar gecombineerd met een vertaling van de resultaten naar 2005.Tenslotte verschijnt dit jaar een zogeheten burgerjaarverslag op internet. Een toegankelijk verantwoordingsdocument voor iedere geïnteresseerde. De uitvoering van de primaire taken van de SVB verliep in 2004 goed.Wij zijn er opnieuw in geslaagd binnen de begroting te blijven en de belangrijkste streefcijfers te halen. Met dank aan de 3.800 medewerkers die zich met hart en ziel voor hun SVB hebben ingezet. Een speciaal woord van dank richt ik aan Udo Groen, die onlangs afscheid nam van de SVB. Als lid van de Raad van Bestuur maakte hij zich de laatste jaren onder meer verdienstelijk door met inzet en visie de ICT-tak aan te sturen. De Raad van Bestuur kijkt terug op een vruchtbare samenwerking met de Raad van Advies in 2004. Ook de Cliëntenraad heeft zich ontwikkeld tot een vanzelfsprekende partner, die een constructieve bijdrage levert aan ons beleid. Amstelveen, 11 maart 2005 De voorzitter van de Raad van Bestuur Drs. E.F. Stoové
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
3
Inhoudsopgave JAARVERSLAG 2004
1 Kerncijfers 2
Ontwikkelingen en prestaties in 2004 2.1 Het concern 2.2 Omgeving 2.3 Doelstellingen en resultaten 2.3.1 Juiste en tijdige uitkeringsverstrekking 2.3.2 Klantgerichte uitvoering 2.3.3 Efficiënte uitvoeringsprocessen 2.3.4 Handhaving 2.3.5 Continuïteit van de SVB 2.4 Uitvoeringskosten SVB 2.5 Investeringen
r
ten
3 P oduc 3.1 AOW 3.2 Anw 3.3 AKW 3.4 TOG 3.5 TAS 3.6 Overige taken 4
Overig 4.1 4.2 4.3 4.4
5
R
6
J
Uitbestede taken Toezicht bevindingen Overige aspecten Mededeling over de Bedrijfsvoering
aad van Advies
aarrekening
OVERIGE GEGEVENS Accountantsverklaring Bestemming saldo van baten en lasten
4
6 7 7 10 11 11 17 23 26 31 38 45 47 47 49 51 52 54 56 63 63 64 65 69 71 73 101 101 102
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004 Bijlagen 1 tot en met 5: Kwantitatieve gegevens
104
Aanvullende verantwoordingsinformatie 2004
111
Voorwoord
113
1 Producten - Tijdigheid 1.1 AOW 1.2 Anw 1.3 AKW 1.4 TOG
114 114 115 116 117
2 Uitvoeringskosten 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 3
AOW Anw AKW TOG TAS
Aantallen 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Afgehandelde aanvragen naar wet Instroom gerechtigden in 2004 naar wet Aanvullende informatie TAS Aantal gerechtigden Handhaving
118 118 118 118 119 119 120 120 120 125 127 132
4 Uitkeringslasten en financiering
134
5 Productiecijfers
141
6 Publicaties SVB
144
Personalia Afkortingen Adressen
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
145 148 150
5
1|
Kerncijfers
(exclusief dotaties aan voorzieningen) 2004
2003
2002
2001
2000
Uitkeringslasten (x € 1 miljoen)
22.890
22.427
21.376
20.284
19.098
Uitvoeringskosten (x € 1.000)
99.782
96.216
97.932
103.291
101.007
2.446.497 2.402.019
AOW
Aantal klanten Kosten per klant Uitvoeringskosten in % van uitkeringslasten
2.498.754
2.365.636
2.334.201
40
39
41
44
43
0,44
0,43
0,46
0,51
0,53
1.521
1.586
1.595
1.594
1.578
Anw Uitkeringslasten (x € 1 miljoen) Uitvoeringskosten (x € 1.000) Aantal klanten
32.480
34.564
31.167
27.380
25.003
144.970
151.332
157.627
163.096
168.158
Kosten per klant
224
228
198
168
149
Uitvoeringskosten in % van uitkeringslasten
2,14
2,18
1,95
1,72
1,58
AKW Uitkeringslasten (x € 1 miljoen) Uitvoeringskosten (x € 1.000) Aantal klanten Kosten per klant Uitvoeringskosten in % van uitkeringslasten
3.225
3.217
3.136
3.034
2.971
74.802
72.254
73.664
76.839
73.769
1.911.209 1.888.084
1.864.346
1.843.191
1.927.524 39
38
39
41
40
2,32
2,25
2,35
2,53
2,48
TOG Uitkeringslasten (x € 1 miljoen) Uitvoeringskosten (x € 1.000) Aantal klanten Kosten per klant Uitvoeringskosten in % van uitkeringslasten
25
21
17
15
12
3.625
3.612
3.477
2.922
2.481
30.658
26.436
23.079
17.917
14.560
118
137
151
163
170
15
17
20
19
21
TAS Uitkeringslasten (x € 1 miljoen)
2,3
2,7
1,4
2,5
1,1
Uitvoeringskosten (x € 1.000)
557
921
509
597
272
Aantal klanten Kosten per klant Uitvoeringskosten in % van uitkeringslasten
248
220
88
159
69
2.244
4.186
5.784
3.755
3.942
24
34
36
24
25
De cijfers worden in hoofdstuk 3 Producten per wet toegelicht. In paragraaf 2.4 Uitvoeringskosten SVB is een toelichting per kostencategorie en van de kosten per klant opgenomen.
6
2|
Ontwikkelingen en prestaties in 2004
2.1 HET CONCERN Het centrale thema binnen de SVB in 2004 was Dienstverlening. De SVB heeft het luisteren naar de wensen van de klant en het maken van een vertaling naar de uitvoering hoger op de agenda geplaatst. Op dat vlak zijn verschillende activiteiten ontplooid. Zo is met veel inzet verder gewerkt aan de realisatie van de mogelijkheid voor klanten om via internet zaken te doen met de SVB. De SVB heeft een nieuwe site die het aanbieden van deze diensten mogelijk maakt. Ook was de SVB een belangrijke partner bij de ontwikkeling van de digitale handtekening, DigiD geheten, om een zorgvuldige en betrouwbare dienstverlening via internet bij meerdere partijen mogelijk te maken. De SVB besteedde ook in 2004 veel aandacht aan openheid en transparantie. Het is de overtuiging van de Raad van Bestuur dat een publieke dienstverlener als de SVB niet geïsoleerd kan werken. De maatschappelijke verantwoordelijkheid die de SVB heeft, vraagt om een open houding. Dat is ook de reden dat de SVB veel waarde hecht aan een goede verantwoording en waar wenselijk een actieve rol speelt in de discussies over de toekomst van de Sociale Zekerheid. Voorbeelden hiervan zijn de deelname van de SVB in de Handvestgroep Publiek Verantwoorden en Netspar, het onderzoeksnetwerk op het terrein van pensioenen en vergrijzing.
De SVB heeft de voorgenomen plannen voor 2004, zoals opgenomen in het jaarplan, uitgevoerd ruim binnen de daarbij behorende begroting. De belangrijkste redenen voor de onderuitputting zijn terug te vinden in hoofdstuk 2, onder uitvoeringskosten SVB. In de verantwoording wordt conform de VBTB-gedachte aansluiting gezocht bij de oorspronkelijke plannen, zodat duidelijk wordt wat er van deze plannen terecht is gekomen. Enkele activiteiten, zoals de invoering van het Document Management Systeem, zijn doorgeschoven naar 2005. In dit verband maakt de SVB dit jaar voor het eerst gebruik van de mogelijkheid om ook een deel van het hierbij behorende budget ‘door te schuiven’ naar het volgende jaar. Met haar missie laat de SVB zien waar zij op strategisch niveau naar streeft en welke waarden in dat streven centraal staan.
Missie
De SVB wil de beste, servicegerichte en omgevingsbewuste uitvoerder zijn van persoonsgebonden financiële regelingen van de overheid. Hieronder wordt deze missie nader toegelicht: De primaire taak van de SVB is het in opdracht uitvoeren van financiële regelingen. Dat wil zij zo rechtmatig, doelmatig en doeltreffend mogelijk doen: in het belang van de opdrachtgever en de klanten. Samengevat krijgen klanten van de SVB op tijd waar ze recht op hebben. Servicegerichtheid en omgevingsbewustzijn zijn bij de uitvoering van de regelingen sleutelbegrippen. Foutloos uitvoeren is voor de SVB niet genoeg. Klanten vragen terecht om een
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
7
dienstverlening die rekening houdt met hun belangen. Het is daarom van belang dat de SVB als publieke uitvoerder een open houding heeft naar de samenleving in het algemeen en klanten en opdrachtgevers in het bijzonder. Omgevingsbewust betekent ook dat de SVB open staat voor nieuwe opdrachten. Als efficiënte organisatie is zij in staat ook andere dan de huidige taken uit te voeren. Dat is goed voor de samenleving en houdt de organisatie vitaal. De SVB heeft 4,5 miljoen klanten.Toch is een uitvoering met oog voor de individuele omstandigheden een groot goed. De persoonlijke situatie van klanten is immers medebepalend voor het recht en de hoogte van de uitkering. De SVB vervult een belangrijke rol in de uitvoering van wetten en regelingen in de sociale zekerheid. De SVB hecht veel waarde aan een actieve en transparante verantwoording. Algemene doelstellingen en strategie
In de strategie van de Raad van Bestuur zijn een optimale uitvoering van de regelingen, een klantgerichte benadering van de gerechtigden en een goed sociaal beleid voor de 3.800 medewerkers de uitgangspunten.Wetgeving, het achterliggende beleid en wensen en eisen van opdrachtgevers en toezichthouders vormen het kader. Bij haar werk wordt de Raad van Bestuur ondersteund door de Raad van Advies. De Raad van Bestuur handelt vanuit de volgende ambities: 1. Alles staat of valt met een meer dan voortreffelijke uitvoering van onze primaire opdracht. Het primaire proces moet iedere dag weer tiptop in orde zijn. 2. De Raad van Bestuur investeert in talenten van de medewerkers en ambieert de beste werkgever te zijn binnen het openbaar bestuur. 3. De wereld van de sociale zekerheid en de financiële dienstverlening is in beweging. Investeren in de toekomst is cruciaal, innovatief gedrag en betrokkenheid bij maatschappelijke ontwikkelingen zijn van vitaal belang. 4. Voor een vitale en vitaliserende bedrijfsvoering is het van belang te blijven werken aan vernieuwing.
Opdrachten en opdrachtgevers
De SVB definieert het werkterrein als ‘persoonsgebonden financiële regelingen van de overheid’. Dit maakt het mogelijk voor meerdere opdrachtgevers te werken. Hieronder is een overzicht opgenomen van de opdrachtgevers met de taken die daarvoor worden uitgevoerd. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Uitvoering van de Algemene Ouderdomswet (AOW) Uitvoering van de Algemene Nabestaandenwet (Anw) Uitvoering van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) Uitvoering van de Regeling tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende gehandicapte kinderen (TOG) • Uitvoering van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS) • Uitvoering detacheringsverklaringen
ONTWIKELINGEN EN PRESTATIES IN 2004
• • • •
Ministerie van Justitie
• Uitvoering van de Remigratiewet (REM) • Uitvoering van het Tijdelijk besluit tegemoetkoming verhuiskosten Antillianen en Arubanen (regeling beëindigd met ingang van 27 oktober 2004) Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP)
• Uitvoering van de bijdrageregeling en het fondsbeheer
8
College voor zorgverzekeringen (CVZ)
• Administratieve uitvoering van het persoonsgebonden budget in het kader van de Regeling subsidies AWBZ en Ziekenfondswet (PGB-oud; in afbouw vanaf 1 april 2003) • Uitvoering taak van facilitaire organisatie voor het persoonsgebonden budget (PGB-nieuwe stijl; met ingang van 1 april 2003) • Uitvoering vrijwillige verzekering AWBZ UWV en CVZ
• Werkzaamheden als verbindingskantoor voor Belgische en Duitse zaken (BBZ en BDZ) op het terrein van sociale verzekeringen • Werkzaamheden door de sociaal attachees in Marokko,Turkije, Suriname (alleen UWV) • Afrekening bovenwettelijke uitkeringen (Zeerisico en Arbeidsongeschiktheidswet) Hieronder is de organisatiestructuur van de SVB weergegeven.
Organisatie
Voorzitter Raad van Bestuur portefeuille strategie
Corporate Communicatie
Interne Accountantsdienst
Bestuurlijke en Strategische zaken
Recht en Beleid
Lid Raad van Bestuur portefeuille ICT & organisatie
Lid Raad van Bestuur portefeuille Personeel, Financiën & Algemene zaken
Lid Raad van Bestuur portefeuille uitvoering
ICT Kaders
Opsporing
Vertalingen
Bedrijfsjuridische diensten
Centrale uitvoering en Procesinrichting
Breda
PGB
Bidoc & Archief
Systeemontwikkeling
Deventer
Roermond
Human Resources
ICT -Services
FVP
Rotterdam
Business Controling
Groningen
SVB Service Centrum PGB
Financiële Administratie
Leiden
Utrecht
Personele Diensten
Nijmegen
Verzekeringen
Algemene Diensten
Zaanstad
Vermogensbeheer
Bureau organisatieadvies en programma management
De Raad van Bestuur wordt bijgestaan door de Raad van Advies en de Cliëntenraad.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
9
2.2 OMGEVING Burgerpolis
Op 27 mei 2004 heeft de SVB een conferentie georganiseerd rond de ‘Burgerpolis’; een door de SVB ontwikkeld concept om de burger meer inzicht in zijn rechten en plichten te geven. Met die conferentie heeft de SVB een nieuwe impuls willen geven aan het denken over sociale zekerheid en invulling willen geven aan haar kernwaarde ‘Inspirerend zijn in Kennis’. De belangrijkste spelers uit het sociale zekerheidsdomein waren hierbij aanwezig en hebben bijgedragen aan de discussie.
Fraudebestrijding
De SVB heeft een stevig beleid op het gebied van fraudebestrijding. In 2004 zijn enkele wijzigingen voorbereid in de registratie en kwaliteitsborging van de afhandeling van fraudegevallen. Daarbij heeft de SVB rekening gehouden met het rapport van de Algemene Rekenkamer over fraudebestrijding. De wijzigingen zullen in 2005 worden geïmplementeerd.
Zorgverzekering
De SVB is in 2004 gestart met het in beeld brengen van de gevolgen van de Zorgverzekeringswet en de Wet maatschappelijke ondersteuning. Deze wetten zullen een impact hebben op de inhoudingen die de SVB doet op pensioenen en uitkeringen en op de ontwikkeling van het klantenbestand van het SVB Servicecentrum PGB. Ook zal de vrijwillige AWBZ-verzekering komen te vervallen en zal mogelijk de medische indicatiestelling voor de TOG op een andere wijze worden ingericht.
Conferentie sociale
Eind september heeft een door de SVB georganiseerde conferentie over sociale zekerheid in Europa plaatsgevonden. In de conferentie heeft de Commissie Verzekeringsaangelegenheden zich kunnen presenteren en voorlichting kunnen geven over actuele onderwerpen ten behoeve van de eigen organisaties, belangenorganisaties, rechterlijke macht en advocatuur. In deze commissie werken SVB, UWV en Belastingdienst samen aangaande de uitvoering van wetgeving in grensoverschrijdende situaties.
zekerheid
Remigratiewet
Het Tijdelijk besluit tegemoetkoming verhuiskosten Antillianen en Arubanen had als einddatum 27 oktober 2004. Het Ministerie van Justitie heeft er voor gekozen het besluit niet te verlengen. Het besluit was immers bedoeld als een tijdelijke regeling. In afwijking van het regeerakkoord heeft het kabinet besloten de Remigratiewet vooralsnog niet in te trekken.
Nieuw verdrag Marokko
Per 1 november is het gewijzigde verdrag inzake sociale zekerheid tussen Nederland en Marokko in werking getreden. De wijzigingen hebben voornamelijk betrekking op de individualisering van de AOW, het openen van de mogelijkheid tot ziekenfondsverzekering en verbetering van de handhaving. De SVB heeft in 2004 de nodige voorbereidingen getroffen om de wijziging uit te voeren en de doelgroep daarover voor te lichten.
Wet beperking export
Op 7 december 2004 heeft de Eerste Kamer ingestemd met opzegging van ILO-verdrag 118. Verdrag 118 is opgezegd naar aanleiding van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 14 maart 2003 waarin de Raad tot het oordeel kwam dat de Wet beperking export uitkeringen (Wet BEU) op onderdelen in strijd was met het verdrag. Op grond van de Wet BEU bestaat alleen recht op een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering in het buitenland als Nederland met het betreffende land een verdrag heeft gesloten dat de controle op de verstrekking van uitkeringen regelt.Verdrag 118 verplicht er echter toe om uitkeringen in het buitenland ook toe te kennen als met het betreffende land geen verdrag is gesloten. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep heeft er daarom toe geleid dat de Wet BEU onder meer voor de AOW en Anw is opgeschort tot het moment waarop de opzegging van ILO-verdrag 118 van kracht wordt, te weten 20 december 2005. De opzegging van het verdrag betekent derhalve dat per 1 januari 2006 naar verwachting 191 AOW-gerechtigden te maken krijgen met het verlies van de AOW-toeslag of een verlaging van het pensioen tot het bedrag van het gehuwden-
ONTWIKELINGEN EN PRESTATIES IN 2004
uitkeringen
10
pensioen (dat ook zonder verdrag exporteerbaar zal blijven), en dat van 16 Anw-gerechtigden de uitkering zal worden ingetrokken. Omdat het verdrag de werking van de Wet BEU bij de AKW niet hinderde, heeft de opzegging geen gevolgen voor de betaling van kinderbijslag. Per 1 januari 2005 is de Tijdelijke regeling tegemoetkoming AOW-ers in werking getreden. Gedurende de laatste maanden van 2004 heeft de SVB in overleg met het Ministerie van SZW verschillende uitvoeringsmodaliteiten onderzocht op haalbaarheid en beleidsmatige gevolgen en zijn de nodige maatregelen getroffen om de uitkering per 1 januari 2005 van start te laten gaan. In 2004 heeft de SVB twee uitvoeringstoetsen uitgevoerd: Minnelijke schuldsanering en Tijdelijke regeling tegemoetkoming AOW’ers. In het voor een uitvoeringstoets toegezonden wetsvoorstel werd een onderscheid tussen verwijtbaar en niet-verwijtbaar gedrag gemaakt. Het voorgestelde artikel verbood de SVB mee te werken aan een minnelijke schuldregeling, indien de terugvordering werd veroorzaakt door een niet-opzettelijke gedraging waarvoor een boete of een (waarschuwing) maatregel zou gelden.Voor de uitvoeringspraktijk leverde dat eerder een beperking dan een verruiming van de mogelijkheden om aan een minnelijke schuldsanering mee te werken. De SVB verwachtte dan ook dat zij bij doorvoering van het wetsvoorstel minder van de openstaande terugvorderingen zou kunnen binnenhalen en hogere uitvoeringskosten zou hebben dan in de bestaande situatie. De SVB adviseerde daarom de werking van het wetsvoorstel te verruimen door de mogelijkheid om mee te werken aan een sanering alleen in situaties van opzettelijke schending van de informatieplicht en van recidive uit te sluiten. In de uitvoeringstoets Tijdelijke regeling tegemoetkoming AOW’ers heeft de SVB aangegeven dat het verstrekken van een tegemoetkoming aan AOW-gerechtigden technisch realiseerbaar was, echter wel met het risico dat bepaalde geautomatiseerde processen niet juist worden afgehandeld en ook moeilijk kunnen worden hersteld. De voorgestelde regeling had als risico een negatief effect op de rechtmatigheid van de uitvoering AOW en de dienstverlening aan de klant.
Compensatie AOW-ers
Uitvoeringstoetsen
Minnelijke schuldsanering
Tijdelijke regeling tegemoetkoming AOW’ers
2.3 DOELSTELLINGEN EN RESULTATEN In de volgende paragrafen worden de belangrijkste ontwikkelingen en prestaties in 2004 per beleidsdoelstelling nader beschreven. De eerste drie beleidsdoelstellingen komen overeen met de SUWI-doelstellingen. De vierde beleidsdoelstelling betreft handhaving. Handhaving is van cruciaal belang voor de rechtmatigheid en doelmatigheid van de uitkeringsverstrekking door de SVB. De vijfde beleidsdoelstelling betreft de continuïteit van de SVB. De continuïteit van de SVB is een voorwaarde voor het nu en in de toekomst naar behoren kunnen uitvoeren van de (wettelijke) taken en daarmee voor het bereiken van de overige doelstellingen. Onder Continuïteit zijn diverse onderwerpen opgenomen, zoals Sociaal beleid, het doen van onderzoeken, publieke verantwoording en Code Goed Bestuur.
Het gaat in dit hoofdstuk om algemene ontwikkelingen, zonder al te specifiek in te gaan op de afzonderlijke wetten/producten. De specifieke prestaties per wet zijn opgenomen in Hoofdstuk 3, Producten. 2.3.1 Juiste en tijdige uitkeringsverstrekking
De beleidsdoelstelling Juiste en Tijdige uitkeringsverstrekking heeft met name betrekking op
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
11
kwaliteit van de productie, tijdigheid en rechtmatigheid. Hieronder worden de belangrijkste ontwikkelingen behandeld. Kwaliteit van de productie
Het verbeteren van de kwaliteit van de productie Anw, AOW en AKW is een belangrijke activiteit binnen de doelstelling “Juiste en tijdige uitkeringsverstrekking”. In 2004 is gewerkt aan verschillende verbeteracties. De kwaliteit van de Anw en AOW is gedurende het jaar 2004 gestegen, waarbij de kwaliteit van de Anw nog licht onder de norm blijft, maar die van de AOW boven de norm is gekomen. De kwaliteit van de AKW is licht gedaald en zit nog onder de norm. De oorzaak hiervan is inmiddels aangepakt. In 2004 is tevens begonnen met het meten van de kwaliteit van productie van de remigratieregeling, internationale detachering, bezwaar (AA en AKW) en FVP.
TIJDIGHEID
Resultaten SVB 2002*
2003*
2004
Streefwaarden SVB 2004
2005
2009
AOW nationaal
97%
99%
96%
90%
95%
98%
AOW internationaal
46%
62%
87%
60%
85%
90%
Anw nationaal
82%
87%
86%
80%
85%
98%
Anw internationaal
27%
56%
86%
40%
85%
90%
AKW** nationaal
96%
96%
97%
90%
95%
98%
AKW** internationaal
84%
76%
89%
60%
85%
90%
TOG***
n.v.t.
n.v.t.
68%
n.v.t.
75%
90%
*
Resultaten 2002 en 2003 betroffen alleen aanvragen; 2004 betreft naast aanvragen ook Mutaties met Rechtsgevolg.
** Tijdigheid AKW over 2002 betreft 2e helft 2002. *** Over de TOG is niet gerapporteerd in 2002 en 2003.
ONTWIKELINGEN EN PRESTATIES IN 2004
De tijdigheid van de gevalsbehandeling wordt uitgedrukt als percentage tijdig afgehandelde aanvragen en mutaties met rechtsgevolg. In 2004 zijn deze zeer fors verbeterd bij AOW Internationaal, Anw Internationaal en in mindere mate bij AKW Internationaal. Bij AKW Nationaal was er een lichte verbetering van het resultaat ten opzichte van 2003, bij AOW Nationaal is er een relatief forse daling en bij Anw Nationaal was er lichte verslechtering. Dit op het eerste gezicht teleurstellende resultaat is het gevolg van het feit dat er in 2004 niet alleen over Aanvragen, maar ook over Mutaties met Rechtsgevolg werd gerapporteerd. Nationaal gezien zijn de prestaties met betrekking tot Mutaties minder goed dan met betrekking tot Aanvragen. Indien we het resultaat van alleen de Aanvragen vergelijken met het resultaat van 2003 dan is er bij AOW Nationaal eenzelfde (hoog) resultaat als in 2003 en bij Anw een forse verbetering ten opzichte van 2003. In de tabel hierboven zijn alle scores opgenomen, inclusief de voorgaande jaren en de streefwaarden. Duidelijk wordt dat de streefwaarden voor 2004 overal zeer ruim werden gehaald. De streefwaarden voor 2005 werden bij zes van de zeven categorieën al behaald, bij de TOG lukte dit als enige niet. In de aanvullende verantwoordingsinformatie (zie bijlagen) worden de cijfers per wet toegelicht.
12
De klant van de SVB kan een bezwaarschrift indienen wanneer hij het niet eens is met een beslissing van de SVB. In 2004 gebeurde dit 18.655 keer. Afgezet tegen het grote aantal beslissingen (ruim 1,5 miljoen aanvragen en mutaties met rechtsgevolg) is dit relatief weinig (circa 1%). Als de beschikking op dat bezwaarschrift het meningsverschil niet opheft, kan de klant daartegen beroep instellen bij de sector bestuursrecht van de rechtbank. De Algemene wet bestuursrecht biedt sinds 1 september 2004 de belanghebbende ook de mogelijkheid het bestuursorgaan te verzoeken in te stemmen met het overslaan van de bezwaarprocedure teneinde rechtstreeks in beroep te gaan. Een uitspraak van de rechtbank kan de klant vervolgens nog in hoger beroep aanvechten bij de Centrale Raad van Beroep in Utrecht. Afhankelijk van de aard van het geschil is zelfs nadien het instellen van cassatie tegen de uitspraken van deze Raad mogelijk bij de Hoge Raad der Nederlanden.
Bezwaar en beroep
Onderstaande tabel geeft inzicht in het volume van de nieuwe bestuursrechtelijke procedures die in het verslagjaar door de vestigingen en Kantoor Verzekeringen zijn geregistreerd.
Nieuwe procedures
AANTAL INGESTELDE NIEUWE PROCEDURES
Ov.Reg.*
Totaal
Jaar:
AOW
Anw
AKW
TOG
TAS
2003
6.436
3.678
7.673
310
6
937
19.040
2004
5.837
3.335
7.962
326
2
1.193
18.655
Mutatie
-9%
-9%
+4%
+5%
-67%
+27%
-2%
2003
441
331
514
29
3
101
1.419
2004
597
453
534
14
0
118
1.716
Mutatie
+35%
+37%
+4%
-52%
-100%
+17%
+21%
Hoger Beroep
2003
92
63
111
0
0
40
306
en cassatie
2004
90
73
117
3
0
27
310
Mutatie
-2%
+16%
+5%
-
-
-33%
+1%
Bezwaar
Beroep
* Bij de Overige Regelingen zijn vermeld de procedures, gericht tegen wijze van toepassing van de Algemene wet bestuursrecht (AWB) of tegen een besluit over
de verzekerde tijdvakken zoals geregistreerd in de Basisadministratie Verzekeringen, over vrijstelling van de volksverzekeringen, al dan niet op grond van gemoedsbezwaren, over internationale detachering, op grond van de Remigratiewet of over de vrijwillige verzekering op grond van de AOW, Anw of AWBZ.
Volgens deze registraties is in 2004 het totale aantal ontvangen bezwaarschriften gedaald. Deze daling bedroeg 2% ten opzichte van 2003 en werd nagenoeg geheel veroorzaakt door een reductie met bijna 10% van de bezwaar-procedures bij zowel de AOW als de Anw. Dit dient evenwel te worden aangemerkt als een vooraf te verwachten weg terug naar een meer genormaliseerde situatie. Het jaar 2003 is geen representatieve graadmeter, omdat in dat jaar veel extra bezwaarschriften AOW en Anw zijn ontvangen als gevolg van incidenten. Daarbij moet vooral gedacht worden aan de invloed van internationale jurisprudentie en inhaalacties op het gebied van (herhalings)onderzoeken naar inkomen en leefsituatie. Ondanks een lichte stijging van bijna 4% blijft het aantal bezwaarschriften AKW zich al voor het vierde achtereenvolgende jaar rond de 8.000 bewegen. In het vorige jaarverslag werd reeds melding gemaakt van de aanhouding om proceseconomische redenen van ruim 700 AOW-bezwaarschriftprocedures in overleg met de klant. Daarbij werd aangekondigd dat een voor de klant negatieve uitspraak van de (hogere) beroepsrechter over de reparatie van bepaalde AOW-aanspraken wellicht leidt tot een toename van het aantal
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
Ingekomen nieuwe bezwaarschriften
Ingestelde rechterlijke procedures
13
beroepszaken (AOW). Hoewel hierover nog geen uitsluitsel van de rechterlijke macht is verkregen, zijn in 2004 niettemin maar liefst 297 (bijna 21%) méér beroepszaken bij de rechtbanken ingesteld dan in 2003, tegen door de SVB afgegeven beschikkingen op bezwaar.Voor het eerst sinds vijf jaar kwam daardoor het aantal beroepszaken uit op meer dan 1.700 en het totale aantal gerechtelijke procedures op meer dan 2.000. Ook hier was echter sprake van de gebruikelijke vertaling van de ontwikkeling van het aantal afgehandelde bezwaarschriftprocedures in een evenredige toename van het aantal aangespannen beroepszaken. Deze ontwikkeling betreft hoofdzakelijk de AOW en Anw en kan gedeeltelijk worden toegeschreven aan de uitloop van de eerdergenoemde, in 2003 ingezette, inhaalacties op het gebied van (herhalings)onderzoeken naar inkomen en leefsituatie en internationale jurisprudentie. In hoofdzaak echter laat de stijging van het aantal beroepszaken zich verklaren door een ‘hulpactie’ door alle vestigingen, teneinde de voorraad bezwaarschriften bij Vestiging Leiden te normaliseren. De meer dan 2.000 extra afgedane bezwaarschriften leidde bij dat kantoor in 2004 tot 264 (=133%) méér beroepszaken dan in 2003. Daar staat tegenover dat met deze hulpactie de voorraad weer op het gewenste niveau is gebracht. De bij vier vestigingen waargenomen daling van het aantal beroepsprocedures varieerde van ruim 4% tot ruim 20%.
ONTWIKELINGEN EN PRESTATIES IN 2004
In 2004 werden voor de Centrale Raad van Beroep 307 zaken aanhangig gemaakt. In 278 (91%) van de gevallen was het de klant die zich niet kon verenigen met de uitspraak van de rechtbank. Driemaal werd (door de klant) in cassatie het oordeel van de Hoge Raad gevraagd. Het aantal gevallen waarbij in hogere instantie werd geprocedeerd wijkt vrijwel niet af ten opzichte van 2003 en blijft daardoor onverminderd laag ten opzichte van eerdere jaren.
14
De volgende tabel bevat de kwantitatieve verslaglegging van de in het verslagjaar afgehandelde procedures en de uitkomst daarvan.
Afgehandelde procedures
AFGEHANDELDE PROCEDURES
Wet/regeling:
AOW
Anw
AKW
TOG
TAS
Ov.Reg.*
Totaal
Totaal
2004
2003
Bezwaar 18.873
Aantal 2003
5.861
3.768
8.094
343
5
802
Aantal 2004
7.097
4.473
8.517
341
2
1.322
21.752
Gegrond
23%
22%
30%
46%
0%
21%
26%
26%
Ingetrokken
15%
15%
8%
4%
50%
10%
12%
16%
Niet-ontvankelijk
17%
18%
17%
7%
50%
14%
17%
15%
Ongegrond
45%
45%
45%
43%
0%
55%
46%
44%
Aantal 2003
361
286
544
8
3
128
Aantal 2004
453
379
497
31
3
94
1.457
Gegrond
17%
13%
17%
32%
0%
4%
15%
14%
Ingetrokken
17%
14%
12%
13%
0%
19%
15%
13%
7%
5%
9%
0%
33%
17%
8%
12%
59%
68%
62%
55%
67%
60%
62%
61%
Aantal 2003
87
66
181
0
0
31
Aantal 2004
95
64
128
1
0
47
Beroep
Niet-ontvankelijk Ongegrond
1.330
Hoger Beroep en cassatie 365 335
Klant gelijk
19%
16%
27%
0%
-
15%
21%
19%
Ingetrokken
14%
16%
14%
0%
-
9%
13%
10%
8%
11%
16%
0%
-
21%
14%
9%
59%
58%
43%
100%
-
55%
52%
61%
Niet-ontvankelijk Klant ongelijk
* Bij de Overige Regelingen zijn vermeld de procedures, gericht tegen wijze van toepassing van de Algemene wet bestuursrecht (AWB) of tegen een besluit
over de verzekerde tijdvakken zoals geregistreerd in de Basisadministratie Verzekeringen, over vrijstelling van de volksverzekeringen, al dan niet op grond van gemoedsbezwaren, over internationale detachering, op grond van de Remigratiewet of over de vrijwillige verzekering op grond van de AOW, Anw of AWBZ.
De SVB heeft in 2004 15% meer bezwaarschriften afgedaan dan in 2003. Zonder de inzet van (overwerk)projecten in verband met eerder genoemde inhaalactie ter vermindering van de werkvoorraad van de vestiging Leiden zou deze productiestijging 5% bedragen. Deze extra inzet leidde ertoe dat naast Kantoor Verzekeringen zeven (in plaats van vijf) vestigingen een hogere productie leverden. De totale inzet in combinatie met de lagere instroom resulteerde slechts bij één vestiging tot een afsluiting van het jaar 2004 met een iets hogere voorraad dan op 31 december 2003. Daarnaast lukte het 8 van de 10 kantoren om relatief meer zaken binnen 13 weken af te doen dan in 2003. Concernbreed steeg het percentage van de binnen die termijn afgehandelde bezwaarschriften met 2%. Het relatieve aantal hoorzittingen daalde met ruim 1%, het relatieve aantal ingetrokken bezwaarschriften met maar liefst 25% (van 16% naar 12%).
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
Afgehandelde bezwaarprocedures
15
Het relatieve aantal klanten dat in 2004 in de bezwaarprocedure het gelijk aan zijn zijde kreeg bleef vrijwel stabiel ten opzichte van de voorgaande jaren. Dat geldt in mindere mate ook voor het relatieve aantal ongegrond verklaarde bezwaarschriften. Afgehandelde rechterlijke procedures
Rechtmatigheid
Hoewel de rechtbanken in 2004 127 (9,5%) méér zaken afdeden dan in 2003, steeg door de hogere instroom van nieuwe beroepszaken de voorraad in behandeling zijnde beroepszaken met 259. Deze toename leidde in 2004 niet tot een dienovereenkomstige stijging van het aantal hoger beroepszaken bij de Centrale Raad van Beroep. De rechtbanken stelde de klant in ruim 15% van de gevallen in het gelijk (2003: 14%) en de SVB in 62% (in 2003: 61%) van de zaken. In hoger beroep kreeg de klant de Centrale Raad van Beroep in 21% van de gevallen aan zijn zijde. In geen van de drie tegen de SVB aangespannen cassatiezaken was de klant succesvol. Een van hoofddoelen van de SVB bij het uitvoeren van alle opdrachten is het voldoen aan de geldende rechtmatigheidsnormen. Door middel van een onrechtmatigheidsscore per wet wordt per half jaar inzicht gegeven in de rechtmatigheid. De SVB heeft de normen in 2004 ruimschoots gehaald en is daarmee opnieuw zeer rechtmatig. De onderstaande onrechtmatigheidsscores (per wet en totaal) betreffen alleen die fouten die zijn gekoppeld aan het handelen in het verslagjaar. Voor de bepaling van de strekking van de accountantsverklaring geldt het onrechtmatigheidspercentage voor de jaarrekening op totaalniveau. Dit betekent dat niet meer dan 1% van het totaal van de in de jaarrekening verantwoorde baten en/of lasten onrechtmatig mag zijn. De Raad van Bestuur heeft besloten dat de geconstateerde oude (gemaakt in jaren voorafgaand aan het lopende jaar) fouten in de AOW en Anw niet herstelbaar zijn. Deze oude fouten zijn dan ook, in lijn met het controleprotocol, buiten de foutevaluatie gelaten. De onrechtmatigheidscores gebaseerd op recente financiële fouten in procenten per wet zijn hieronder weergegeven.
ONRECHTMATIGHEIDSSCORE 2004
2004 heel jaar
ONTWIKELINGEN EN PRESTATIES IN 2004
% AOW
0,06*
Anw
0,47*
AKW
0,23*
TOG
0,00
TAS
0,00
Totaal SVB
0,11
* Inclusief het ingeschatte financiële effect (2004: AOW en AKW nihil, Anw 0,05%) van niet tijdige gevalsbehandeling.
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de onrechtmatigheidsscores van alle wetten1) ver onder de vereiste 1% liggen. De onrechtmatigheid voor de gehele SVB wordt zoals hierboven vermeld, uitgedrukt als percentage van de totale lasten in de jaarrekening. Dit percentage bedraagt 0,11. 1) Hoogste percentage van de gevonden recente fouten (inclusief financiële fouten in de uitvoering en Europese aanbesteding) afgezet tegen
respectievelijk baten, lasten of baten en lasten.
16
Naast recente financiële fouten spelen ook recente onzekerheden een rol bij het bepalen van het rechtmatigheidsoordeel. De percentages van gevonden recente onzekerheden per wet zijn als volgt:
NIEUWE ONZEKERHEDEN 2004
2004 heel jaar
% AOW
0,06
Anw
0,47
AKW
0,16
TOG
0,00
TAS
0,00
Totaal SVB
0,09
Op totaalniveau bedraagt het onzekerheidspercentage 0,09%, hetgeen ruim onder de vereiste 3% voor onzekerheden is. De ervaring uit het verleden wijst overigens uit dat de onzekere posten na doorcontroleren voor een belangrijk deel als goed kunnen worden aangemerkt. Het is op dit moment moeilijk in te schatten voor welk deel van de percentages dit opgaat. Zowel het onrechtmatigheidspercentage op totaalniveau voor de financiële fouten (0,11%) als het onzekerheidspercentage op totaal niveau (0,09%) blijven ruim onder de vereiste percentages van 1% resp. 3%.
2.3.2 Klantgerichte uitvoering
In deze paragraaf wordt ingegaan op de klantgerichte uitvoering van de SVB. Allereerst wordt ingegaan op een aantal ontwikkelingen op dit gebied.Vervolgens worden de concrete prestaties nader belicht. In 2004 stuurde de SVB 4,5 miljoen brieven naar individuele klanten. De schriftelijke communicatie met klanten is een wezenlijk onderdeel van de bedrijfsvoering en een belangrijk aspect van de dienstverlening. Interne signalen, de resultaten van het klanttevredenheidsonderzoek 2004 en de klachtenanalyse 2004 rechtvaardigen de conclusie dat de SVB de correspondentie met klanten verder moet verbeteren. In 2004 is de website van de SVB ingrijpend vernieuwd. Zo is de nieuwe huisstijl toegepast en is de site technisch gereed gemaakt voor het invoeren van “webdiensten” die het mogelijk zullen maken dat klanten interacties met de SVB via de website kunnen afhandelen en hun eigen gegevens kunnen raadplegen. De invoering van de webdiensten was voorzien voor 2004, maar is door vertraging in de realisatie van DigiD uitgesteld tot maart 2005. Bij het verschijnen van dit jaarverslag waren deze inmiddels actief.
Correspondentie naar klanten
Dienstverlening via internet en e-mail
De SVB is uiterst terughoudend in het gebruik van e-mail om individuele beslissingen en gegevens naar klanten te communiceren. Dit beleid is ingegeven vanuit maximale bescherming van de privacy van onze klanten en omdat de verbindingen via e-mail nog als onvoldoende veilig worden beschouwd. Uit onder meer het klanttevredenheidsonderzoek blijkt dat de klanten van de SVB verwachten dat de dienstverlening via e-mail meer bij-de-tijd is.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
17
Tijdigheid
Op het aspect tijdigheid heeft de SVB de afgelopen jaren grote verbeteringen gerealiseerd. Naar verwachting zullen de ingezette verbeteracties ook de komende jaren de tijdigheidcijfers blijven verbeteren. Om die reden zijn vooralsnog geen nieuwe verbetermaatregelen voorzien.
Callcenters
Binnen de callcenters van de SVB is de afgelopen jaren voornamelijk gewerkt aan het verbeteren van de aspecten tijdigheid (opnemen van de telefoon binnen een bepaalde tijd) en afhandeling binnen het callcenter. Hiervoor zijn prestatie-indicatoren opgenomen, en de scores op deze gebieden zijn flink verbeterd. Om de callcenters beter te ondersteunen is in 2004 een aparte intranetsite voor callcenter-medewerkers gereliseerd met voor de medewerkers relevante informatie. Ook in 2004 is een protocol opgesteld voor de beveiliging van persoonsgegevens. Dit protocol bevat richtlijnen voor wat wel en niet mag worden gecommuniceerd aan de telefoon. Alle callcenter-medewerkers en opleiders zijn getraind in het hanteren van het protocol. Diverse kantoren coachen hun medewerkers op gespreksvaardigheden.
Uitkomsten klanttevreden-
Uit het klanttevredenheidsonderzoek blijkt dat klanten over het aspect tijdigheid tevreden zijn. Afhandeling binnen het frontoffice is voor de klant geen issue, maar meer in het belang van de organisatie.Waar klanten belang aan hechten is een goede, bekwame, vriendelijke medewerker, en ook snelle afhandeling van vragen die niet direct beantwoord kunnen worden.
heidsonderzoek
In 2004 heeft de SVB wederom een klanttevredenheidsonderzoek gehouden (de vorige waren respectievelijk in 2003 en 2001). In dit onderzoek geven klanten onder meer hun waardering voor de telefonische, schriftelijke en internetdienstverlening. Deze waarderingscijfers zijn prestatie-indicatoren voor het perspectief omgeving. Het onderzoek is uitgevoerd door marktonderzoeksbureau Interview-NSS. De omvang van de steekproef per onderdeel per wet is zodanig dat kan worden gesproken van representativiteit. Bij het meten van de prestatie-indicatoren wordt gebruik gemaakt van een antwoordschaal met vijf categorieën, te weten: slecht, matig, goed, zeer goed en uitstekend. Op basis van deze antwoordschaal kunnen onderzoeksresultaten worden weergegeven in gemiddelden en percentages. Bij de berekening van de gemiddelden levert het antwoord slecht 1 punt, matig 2, goed 3, zeer goed 4 en het antwoord uitstekend 5 punten op. Het gemiddelde levert een score op tussen de 1 en de 5, waarbij een score lager dan 2,7 onvoldoende is en een score boven de 3,2 goed. Bij scores tussen deze waarden wordt de dienstverlening als voldoende ervaren. In de figuur hieronder worden de gemiddelden weergegeven.
FIGUUR 1 GEMIDDELDEN KLANTTEVREDENHEID
ONTWIKELINGEN EN PRESTATIES IN 2004
Klanttevredenheid
Streefwaarden 2004
Score 2004
Score 2003
Score 2001
Telefonische dienstverlening
3,2
3,15
3,12
3,03
Dienstverlening via e-mail
3,1
3,06
3,04
-
Correspondentie
3,2
3,06
3,09
3,08
Zoals uit bovenstaande tabel blijkt, zijn de streefwaarden voor 2004 net niet gehaald. Hieronder volgt per onderdeel een nadere toelichting. Vanaf 2004 drukt de SVB de klanttevredenheid ook uit in percentage tevreden klanten. Hiervoor zijn nog geen streefwaarden vastgesteld. Het percentage tevreden klanten is het percentage klanten dat een onderdeel als goed, zeer goed of uitstekend beoordeelt. Klanten die een onderdeel als matig of slecht beoordelen tellen mee als ontevreden klanten. De verdere analyse van de klanttevredenheid zal in percentages tevreden klanten worden weergegeven.
18
In de volgende figuur is de ontwikkeling van de drie grootste klantgroepen van de SVB in de klanttevredenheid over de telefonische dienstverlening weergegeven.
Klanttevredenheid telefonische dienstverlening
FIGUUR 2 ONTWIKKELING KLANTTEVREDENHEID TELEFONISCHE DIENSTVERLENING
percentage tevreden klanten
Anw
100 90
AOW
80
AKW
70
2001
2003
2003
De telefonische dienstverlening van de SVB is in het afgelopen jaar verbeterd. Uit de figuur blijkt dat de klanten van de SVB de telefonische dienstverlening goed beoordelen, gemiddeld (alle wetten wegen even zwaar) is 81% van de klanten tevreden. De prestatie van een callcenter is in de beleving van de klant een samenspel tussen vier onderdelen, te weten de wachttijd, de medewerker, het gesprek en de afwikkeling ná het gesprek (dit is het tijdig nakomen van afspraken). De SVB heeft in de afgelopen jaren vooral de wachttijden en de afwikkeling verbeterd. Als we kijken naar de tevredenheid op de vier onderdelen, dan kent alleen het onderdeel afwikkeling nog minder dan 80% tevreden klanten. De SVB zal zich daarom de komende tijd moeten gaan richten op verdere verbetering van de afwikkeling. Het is verder van belang om de kwaliteit van de gesprekken op zijn minst te handhaven en bij voorkeur verder te verbeteren. Ook over de dienstverlening via e-mail zijn de meeste klanten van de SVB tevreden: gemiddeld is 79% hier tevreden over.
Dienstverlening e-mail
FIGUUR 3 ONTWIKKELING TEVREDENHEID E-MAIL CONTACT
percentage tevreden klanten
Anw
100 90
AOW
80
AKW
70
2003
2004
In 2001 werd de tevredenheid over e-mail contact nog niet gemeten. Het aantal ontevreden klanten wordt veroorzaakt door het feit dat de SVB vanwege de beveiliging van persoongegevens geen privacygevoelige informatie via de e-mail verstuurt. Daardoor worden veel e-mails afgehandeld door de backoffice. De klant krijgt via de e-mail alleen een ontvangstbevestiging, maar zijn vraag wordt verder schriftelijk afgehandeld. Dit heeft gevolgen voor hoe de “volledigheid” en de “snelheid oplossing” worden beoordeeld.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
19
Schriftelijke dienstverlening
In de figuur 4 zijn de ontwikkelingen op deze prestatie-indicator sinds 2001 weergegeven. Op de schriftelijke dienstverlening scoort de SVB het hoogst: gemiddeld is 84% van de klanten hier tevreden over. Bij de analyse van de resultaten bij schriftelijk contact is gekeken naar verschillende typen brieven die de SVB verstuurt. Bij de AOW zijn de informatieverzoeken (brieven waarin de SVB aan de klant om informatie vraagt) en de niet-gestandaardiseerde brieven minder goed beoordeeld. Klanten waren met name minder tevreden over de volledigheid en de toon van deze brieven. Daarnaast kan de snelheid waarmee de SVB per brief reageert, worden verbeterd.
FIGUUR 4 ONTWIKKELING KLANTTEVREDENHEID SCHRIFTELIJK CONTACT
percentage tevreden klanten
Anw
100 90
AOW
80
AKW
70
2001
2003
2003
Prestaties callcenters
Naast het klanttevredenheidsonderzoek krijgt de SVB sturingsinformatie door het monitoren van de prestaties van het callcenter.Twee prestatie-indicatoren worden gemeten: • het aantal aangeboden telefoontjes dat wordt beantwoord binnen 20 seconden (tijdigheid) • het aantal telefoongesprekken dat binnen het callcenter in één keer wordt afgehandeld (afhandeling).
Tijdigheid callcenter
In onderstaande grafiek is het percentage telefoontjes weergegeven dat binnen 20 seconden is opgenomen voor de vier kwartalen in 2004. Het gaat hier om de prestaties van de negen vestigingskantoren samen. De streefwaarde is om 80% binnen 20 seconden te beantwoorden.
TIJDIGHEID CALLCENTER
ONTWIKELINGEN EN PRESTATIES IN 2004
percentage telefoontjes binnen 20 seconden opgenomen
2003-1
2004-1
2003-2
2004-2
2003-3
2004-3
2003-4
2004-4
0
10
20
30
40
50
60
70
80
0
10
20
30
40
50
60
70
80
Ten opzichte van 2003 (gemiddeld 62,21%) is in 2004 (gemiddeld 74,78%) een behoorlijke verbetering van de tijdigheid in het callcenter te zien. De streefwaarde van 80% is nog niet gehaald, maar met uitzondering van het eerste kwartaal wanneer traditioneel veel gebeld wordt, zit het gemiddelde nu boven de 75%. Naar aanleiding van het klanttevredenheidsonderzoek
20
kan overigens de vraag gesteld worden of het zinvol is om te streven naar verdere verbetering van deze streefwaarde. De klanttevredenheid zal daardoor waarschijnlijk niet meer toenemen. Wel is het van belang te zorgen dat de huidige waarden worden gecontinueerd. De streefwaarde is om 90% van de telefoontjes binnen het callcenter af te handelen. De streefwaarde van 90% was niet haalbaar, omdat bepaalde telefonische klantverzoeken vanwege de procesmatige inrichting niet volledig door de frontoffice kunnen worden afgehandeld. Het gemiddelde over het hele jaar 2004 bedraagt 78,2% terwijl het gemiddelde over het vierde kwartaal 87,3% bedraagt, waarmee de 90% dicht wordt benaderd.
Afhandeling callcenter
Sinds begin jaren negentig kent de SVB een klachtenregeling. Aanvankelijk lag de focus op een formele gedegen aanpak en op de oplossing van de problemen. Een klacht was een formele melding, vaak schriftelijk ingediend.
Klachten
Sinds 2003 is de nadruk in het klachtenmanagement verschoven van formele afdoening naar het openstaan voor klantsignalen. Hierbij wordt iedere uiting van ontevredenheid als “klacht” geregistreerd, behandeld en geanalyseerd. Doel hiervan is hieruit lering te trekken, en waar mogelijk de dienstverlening te verbeteren. De nadruk ligt op snelle en klantgerichte afhandeling, gericht op het oplossen van het probleem, klachtherkenning, en het leren van de opmerkingen van de klant. In 2004 is veel aandacht besteed aan de verbetering van de klachtregistratie. Binnen alle kantoren is dit onderwerp uitvoerig aan de orde geweest. Dat heeft tot gevolg dat het aantal geregistreerde klachtsignalen over 2004 niet is gedaald, maar zelfs licht is toegenomen. Het beleid van de SVB is erop gericht klachten, waar mogelijk, snel op te lossen zonder daar het traject van de formele afhandeling aan vooraf te laten gaan. Daarom probeert de behandelaar in eerste instantie de klacht “informeel” via de telefoon op te lossen. Alleen wanneer de klant dan nog niet tevreden is, gaat de klacht het formele traject in. In de praktijk blijken klanten deze methodiek erg te waarderen vanwege de snelheid van de afhandeling. Alle in de backoffice afgehandelde klachten, formeel én informeel afgehandeld, worden geregistreerd en zijn meegenomen in de volgende tabellen.Veel klachten worden, ook in het informele traject, gegrond verklaard omdat vanuit het gezichtspunt van de klant een klacht al snel gegrond is. In 2004 zijn 2.936 klantsignalen geregistreerd. Deze bevatten 3.080 klachtonderdelen. Hiervan is 48% gegrond. In 2003 waren er 3.151 klachten, waarvan 47% gegrond. Er zijn dus niet minder klachten geregistreerd. Dat is deels het resultaat van een vergrote klachtalertheid, en dus een verhoogde klachtregistratie door de medewerkers. Het vermoeden bestaat dus dat door verbetering van de dienstverlening en van de klachtafhandeling het aantal klachten aan de ene kant afneemt, terwijl door de vergrote klachtalertheid per saldo het aantal klachten vrijwel gelijk blijft.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
21
AANTAL KLACHTONDERDELEN NAAR ONDERWERP
Totaal
Gegrond
%
Behandelingswijze
873
386
44
Behandelingsduur
699
446
64
Uitblijven reactie
329
218
66
Betalingsduur
281
109
39
Voorlichting/infoverstrekking
243
103
42
Onderwerp
Bejegening
176
75
43
Wetstoepassing
127
22
17
Bereikbaarheid
39
23
59
Betalingswijze
25
15
60
Overig Totaal
288
82
28
3.080
1.479
48
AANTAL KLACHTBRIEVEN PER WET OVER DE SV WETTEN
Wet
Klachten
Gegrond
%
AOW
872
496
57
Anw
461
279
61
AKW
1.268
576
45
TOG
51
30
59
2.652
1.381
52
Totaal SV wetten
Over de behandelingswijze komen de meeste klachten binnen.Verder staat vooral de behandelingsduur, maar ook het uitblijven van een reactie hoog op de klachtenlijst. De oorzaak van de klachten over de behandelingsduur ligt deels in overschrijding van de termijnen. Maar de SVB heeft ook te maken met steeds hogere eisen van de klanten. Klanten verwachten soms een snellere afhandeling dan de wettelijk vastgestelde termijn. Daar waar wordt geklaagd over bejegening gaat het over de toonzetting van brieven waarin iets van de klant wordt verlangd.
ONTWIKELINGEN EN PRESTATIES IN 2004
Van de klachten is 73% binnen 2 weken afgehandeld en 92% binnen 6 weken. De servicelevels “80% afhandelen binnen 2 weken” en “de overige 20% binnen 6 weken” worden daarmee nog niet gehaald, maar de tijdigheid is sterk verbeterd ten opzichte van 2003 (59% binnen 2 weken en 83% binnen 6 weken).Veel aandacht is besteed aan klachtherkenning en registratie en aan de efficiency in het afhandelproces.Vanaf 2005 worden ook verbetertips van klanten geregistreerd. Privacy
22
De SVB besteedt veel aandacht aan de waarborging van de privacy van haar klanten. Dit gebeurt op verschillende manieren: • Bij de cyclische activiteiten rond de Informatiebeveiliging, met als uitgangspunt de “best practices” van de Code voor Informatiebeveiliging; • Bij de adviserende en toetsende werkzaamheden van juristen die bij het ontwerp en onderhoud van de bedrijfsprocessen betrokken zijn. Bij deze werkzaamheden vormt de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) een belangrijk vertrekpunt; • Bij de onderzoeken die een permanent opererend team van EDP-auditors op uiteenlopende processen en systemen uitvoert, daarbij normen hanterend die gezamenlijk met vakgenoten zijn ontwikkeld en worden onderhouden.
Dit samenstel van activiteiten en de verkregen signalen geven het vertrouwen dat de SVB opereert binnen de door de WBP afgebakende kaders. In het verslagjaar zijn centrale instructies uitgevaardigd hoe dient te worden omgegaan met het telefonisch al dan niet verstrekken van cliëntgebonden informatie.Vervolgens zijn organisatiebreed trainingen georganiseerd voor de callcentermedewerkers om met deze aangescherpte instructies ervaring op te doen. Tevens heeft de SVB in 2004 een passage over externe gegevensuitwisseling in de Beleidsregels opgenomen. Hierin wordt aangegeven hoe de SVB omgaat met verzoeken tot gegevensuitwisseling van andere organisaties. De SVB beschikt over een Cliëntenraad. Deze heeft in 2004 viermaal overleg gevoerd met de Raad van Bestuur. Dat heeft geresulteerd in het uitbrengen van zes adviezen. De raad heeft positief geadviseerd over het jaarverslag 2003 en de meerjarenplanning 2005 - 2009 van de SVB alsmede over de beleidsvoorstellen ‘vercommercialisering van het huishouden’ en ‘nadere regels voor het voeren van een gezamenlijke huishouding’. Dit laatste beleidsvoorstel, zo heeft de raad vastgesteld, leidt tot een simpeler en eenduidiger uitvoering.
Cliëntenraad
Eveneens in 2004 heeft de Cliëntenraad SVB een rapport uitgebracht over de structurele inrichting van cliëntenparticipatie bij de SVB. Bij de inrichting in 2003 van cliëntenparticipatie volgens de Wet SUWI heeft de SVB gekozen voor het uitsluitend inrichten van een Cliëntenraad op centraal niveau. Naast de voorzitter bestaat deze raad uit vijf vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en vijf individuele klanten van de SVB. In het advies dat de Cliëntenraad op basis van het rapport heeft uitgebracht, toont de raad zich voorstander van het handhaven van de huidige inrichting van cliëntenparticipatie. Ook adviseert de raad het samenstellingsmodel niet te wijzigen. De Raad van Bestuur heeft dit advies overgenomen. Tegelijk met de inwerkingtreding op 1 januari 2005 van de structurele regeling cliëntenparticipatie treedt de nieuwe voorzitter van de Cliëntenraad SVB aan. De nieuwe voorzitter is op voordracht van de raad benoemd door de Raad van Bestuur. Aan het eind van 2004 heeft de Cliëntenraad SVB een extern bureau opdracht gegeven zijn functioneren van de afgelopen anderhalf jaar te evalueren. In dit kader zijn de voorzitter en de leden van de raad zelf, de Raad van Bestuur, twee bij de raad betrokken medewerkers en de vestigingsdirecteuren geïnterviewd, alsmede de voorzitter en de secretaris van de Landelijke Cliëntenraad. Uit de evaluatie blijkt dat de Cliëntenraad en de SVB op een coöperatieve en positieve manier samenwerken.Wel zou de raad zijn volledige potentieel beter kunnen benutten. De Cliëntenraad herkent zich in een van de conclusies van de evaluatie dat de SVB is gebaat bij een pro-actieve raad. De ambitie van de Cliëntenraad is uit te groeien tot een kritische en op strategisch niveau denkende raad die zich sterk op de belangen van de cliënten richt. Deze ontwikkeling is reeds in 2004 in gang gezet. 2.3.3 Efficiënte uitvoeringsprocessen
Kostenbewustzijn en efficiency stonden ook in 2004 op de agenda van de SVB. In de dagelijkse praktijk speelt kostenbewustzijn voor management en medewerkers een belangrijke rol. Enerzijds is dit het gevolg van opgelegde bezuinigingen en anderzijds kan worden vastgesteld dat efficiënt werken onderdeel is van de bedrijfcultuur. Daarnaast uit dit zich in strategische keuzes voor bijvoorbeeld het Programma Vernieuwing, dat naast optimale klantbehandeling voor een belangrijk deel is gericht op het verhogen van de efficiency. Het effect van het kostenbewustzijn blijkt onder meer uit de grote onderuitputting binnen de diverse kostencategorieën (zie paragraaf 2.4 Uitvoeringskosten SVB).
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
23
Bezuiningsmaatregelen
In het jaarplan 2004 is een aantal concrete bezuinigingsmaatregelen gepresenteerd die gezamenlijk moesten leiden tot een kostenbesparing van circa € 3,3 miljoen. Hieronder worden de afzonderlijke onderwerpen toegelicht.
Verlaging ICT-kosten
Maatregel: Door een versobering van het investeringsniveau en het schrappen/verlagen van een aantal posten, wordt een besparing gerealiseerd van € 1 miljoen. Enkele voorbeelden zijn het uitstellen van vervanging van werkstations, de aanschaf van goedkopere printers, verlaging kosten servicecontract en verlaging huur datalijnen (uitkomst onderhandelingen). Resultaat: De ICT-kosten zijn op de voorgenomen punten verlaagd. Onder meer een duidelijke normering voor werkplekapparatuur en verlaging van de kosten van de serviceprovider hebben ertoe geleid dat aan deze bezuinigingsdoelstelling ruimschoots is voldaan.
Verlagen opleidingsbudget
Maatregel: Het budget voor Vorming en Opleiding wordt met € 400.000 verlaagd (oorspronkelijk budget ca. € 4,6 miljoen). Rekening houdend met het feit dat i.v.m. Programma Vernieuwing extra (om)scholingsactiviteite n nodig zijn, betekent dit een duidelijke verkrapping van de budgettaire ruimte. Resultaat: Ondanks de verkrapping van het scholingsbudget is de SVB op dit gebied binnen haar budget gebleven. Daarmee is aan deze bezuinigingsdoelstelling voldaan. De vertraging bij Programma Vernieuwing heeft hierbij een rol gespeeld, aangezien minder (om)scholingsactiviteiten hebben plaatsgevonden dan waar vooraf rekening mee was gehouden. Dit zal in 2005 deels moeten worden ingehaald. Door het stellen van prioriteiten verwacht de SVB dit binnen het bestaande budget van 2005 te kunnen uitvoeren.
Uitstellen HR activiteiten
Maatregel: Een aantal voorgenomen activiteiten op het gebied van Human Resources (HR) zal niet worden uitgevoerd in 2004. Het betreft het project Lerende organisatie, Invoering Iip (Investor in people) en het project Cultuurbeïnvloeding. Resultaat: De genoemde activiteiten zijn niet of vertraagd uitgevoerd, waarmee tevens aan de bezuinigingsdoelstelling is voldaan.
Verlaging formatie Interne
Maatregel: De formatie van de Interne Operational Audit op de vestigingen zal worden verlaagd. Resultaat: De IOA-formatie is daadwerkelijk verlaagd met ruim 6 fte. Daarmee is aan deze bezuinigingsdoelstelling voldaan. De verlaging van de formatie heeft geleid tot het beter prioriteren van auditonderzoeken. Dit heeft geen aantoonbare invloed gehad op de kwaliteit van de productie.
ONTWIKELINGEN EN PRESTATIES IN 2004
Operational Audit
Verlaging formatie Kwaliteitssteekproeven
24
Maatregel: De formatie voor het uitvoeren van kwaliteitssteekproeven wordt voor het overgrote deel van de vestigingen verlaagd. Resultaat: De formatie is verlaagd, waarmee aan deze bezuinigingsdoelstelling is voldaan. De verlaging van de formatie heeft evenwel niet geleid tot het uitvoeren van minder onderzoeken, doordat de activiteiten zijn uitgevoerd binnen de reguliere productieformatie.
Maatregel: Het SVB klantenmagazine Uw AOW/Anw verschijnt nu 2 keer per jaar. De SVB zal dit in beginsel terugbrengen naar 1 keer per jaar. Resultaat: In 2004 is Uw AOW/Anw slechts één keer verschenen, waarmee de voorgenomen bezuiniging is geëffectueerd. Omdat communicatie door middel van dit medium van belang is voor de dienstverlening én handhaving zal in de toekomst het blad toch weer tweemaal per jaar verschijnen.
Verlaging frequentie uitgave Uw AOW /Anw
In 2004 is ruim aandacht besteed aan doel- en resultaatgericht sturen, wat bijdraagt aan een goede beheersing van de bedrijfsprocessen binnen de SVB. In verband hiermee is in 2004 verder gegaan met de ontwikkeling en introductie van besturingsinstrumenten, waaronder een dashboard met prestatie-indicatoren voor het hoofdkantoor. Binnen de vestigingen wordt al volgens dit principe gewerkt, met ingang van 2004 wordt dit toegepast binnen de hele SVB. Om doelmatigheid te meten binnen de SVB is een aantal prestatie-indicatoren ontwikkeld dat betrekking heeft op efficiency (productie versus gebruikte middelen). In onderstaande tabel worden de behaalde scores afgezet tegen de streefwaarden:
Streefwaarden 2004
Score 2004
Eindresultaten (doelmatigheid)
Score 2003
Indicator efficiency AOW/Anw
100%
112,1%
100,7%
Indicator efficiency AKW
100%
100,2%
101,7%
Indicator efficiency overhead
100%
98,4%
-
De indicatoren efficiency AOW/Anw en AKW worden berekend door de productie (teller) af te zetten tegen de kosten. Om precies te zijn: Productieratio gedeeld door de Budgetratio. Dit betekent dat een score hoger dan 100% positief is. Dan is immers een hoge productie gehaald met relatief lage kosten. De scores voor 2004 liggen dus ruim boven de gestelde streefwaarden voor zowel de AOW/Anw als de AKW. Alleen de indicator efficiency overhead scoort onder de grenswaarde voor 2004, doordat de productieratio overhead minder sterk is gedaald dan de budgetratio.Vergelijking van de score 2004 met 2003 is niet mogelijk doordat de indicator efficiency overhead eind 2003 is aangepast. Om deze reden is de score van 2003 niet opgenomen. Ook voor deze indicator geldt nu hoe hoger de score hoe beter. In 2004 is verder nagedacht over de invulling van de indicatoren op dit perspectief. Voor 2005 zal dit leiden tot een aantal andere indicatoren. Dit heeft mede te maken met het feit dat sommige kantoren in 2004 werk hebben uitgevoerd voor andere kantoren met een hoge voorraad, waardoor op vestigingsniveau vertekening in de score optreedt. De nieuwe indicatoren zullen meer in lijn liggen met de doelstelling van de SVB om te komen tot een zo efficiënt mogelijk uitvoeringsproces. Tijdens de 2e kwartaalbijeenkomst van het management van de SVB is aandacht besteed aan benchmarking in het algemeen en aan de Rijksbrede Benchmark in het bijzonder. Om benchmarking meer te laten leven binnen de SVB wordt nog bekeken hoe dit onderwerp binnen de reguliere P&C-cyclus kan worden ingebed. In het 4e kwartaal 2004 is gestart met de nieuwe Gartner-Benchmark die met name is gericht op het beheersen van de ICT-kosten. Begin 2005
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
Benchmarking
25
zal de SVB wederom participeren in de uitvoering van de Rijksbrede Benchmark. Doel van deze benchmark is het leren van andere organisaties door middel van het benoemen van best practices. Naast het creëren van mogelijkheden om de aansturing en beheersing binnen de eigen organisatie te verbeteren, speelt ook het vergroten van de efficiency hierbij een rol.
2.3.4 Handhaving
Handhavingsbeleid
De SVB voert een actief handhavingsbeleid, gericht op het beperken van de risico’s van onrechtmatigheden en op het sanctioneren van geconstateerde onrechtmatigheden. Preventie staat daarbij voorop. Dit gebeurt door: - advisering over nieuwe en aanpassing van bestaande wetgeving; - goede voorlichting aan klanten; - het bevorderen van fraude-alertheid binnen de organisatie; - controle en verificatie vooraf van gegevens die van belang zijn voor de toe te kennen uitkering. Om desondanks ontstane onrechtmatigheden te onderkennen en te corrigeren heeft de SVB, op basis van risico-analyses en onderzoeken, controle- en verificatiemaatregelen opgenomen in het uitvoeringsproces.Wanneer onrechtmatigheden worden geconstateerd, legt de SVB een administratieve sanctie op. Bij onrechtmatigheden met een schade van meer dan € 6.000 verrichten de buitengewoon opsporingsambtenaren (sociaal rechercheurs) van de afdeling Opsporing van de SVB een opsporingsonderzoek. Bij voldoende bewijs leidt dit tot aangifte bij het Openbaar Ministerie. Aan de hand van analyse van ontdekte onrechtmatigheden wordt waar mogelijk de preventie van fraude en vroegtijdige en gerichte ontdekking van fraude verbeterd. Daarmee wordt getracht ook de “repressie” ten dienste te laten zijn van het primaire doel: preventie. In 2004 verrichte handhavingsactiviteiten
Jaarlijks doet de SVB uitgebreid verslag van haar handhavingsbeleid, alle handhavingsactiviteiten en de resultaten daarvan in de Rapportage Handhaving SVB. In het kader van dit jaarverslag wordt daarom volstaan met het vermelden van de meest belangwekkende activiteiten. Controle kinderbijslag in Turkije en Marokko
ONTWIKELINGEN EN PRESTATIES IN 2004
Internationaal Bureau Fraude-informatie (IBF)
Controle op voeren van een gezamenlijke huishouding
26
In 2004 is gebleken dat de in de afgelopen jaren verrichte integrale controle op het volgen van onderwijs van in deze landen verblijvende kinderbijslagkinderen nog steeds hard nodig is: in meer dan 10% van de ruim 1.300 onderzochte gevallen was er sprake van onrechtmatigheden. In 87 gevallen ging het kind niet (meer) naar school. De SVB zal de desbetreffende controles daarom blijven verrichten. In 2004 is onderzocht of en op welke terreinen dit aan het UWV verbonden bureau de SVB behulpzaam kan zijn bij het onderzoeken van fraudesignalen met betrekking tot het buitenland. Begin 2005 zullen de resultaten in een evaluatie worden beoordeeld.Voorzien wordt dat het aantal gevallen waarin IBF toegevoegde waarde heeft weliswaar beperkt is, maar dat IBF wel blijvende waarde voor de SVB kan hebben. Nadat eerdere steekproeven hadden uitgewezen dat in deze categorie een hoog risico bestond op het niet aan de SVB melden van samenwonen, heeft de SVB in 2003 en 2004 alle voormalige AWW-gerechtigden die nog niet eerder in een steekproef waren onderzocht gecontroleerd op het niet gemeld samenwonen. De resultaten bevestigden dat deze controle hard nodig was: in 11 % van de 357 onderzochte gevallen bleek betrokkene samen te wonen, waardoor er geen recht op nabestaandenuitkering meer bestond.
Na een pilotonderzoek is in 2004 besloten vanaf 2005 structureel te gaan samenwerken met Meldpunt M (“Meld Misdaad Anoniem”). Gebleken is dat dit meldpunt, dat in eerste instantie bedoeld is de burger de mogelijkheid te bieden om ernstige criminaliteit in zijn directe leefomgeving te melden onder strikte anonimiteit, spontaan ook veel meldingen over sociale zekerheidsfraude ontvangt.Vanaf 2005 geeft Meldpunt M deze signalen, voor zover deze betrekking hebben op fraude met de door de SVB uitgevoerde volksverzekeringen, door aan de SVB. Om vast te kunnen stellen hoe het staat met de fraude-alertheid van de uitvoerende medewerkers en hoe effectief maatregelen ter bevordering van die fraude-alertheid zijn, is in 2004, nadat in 2003 een nulmeting was gehouden, de zogeheten monitor fraude-alertheid operationeel geworden. De monitor heeft drie elementen: - tweejaarlijks: enquête onder medewerkers om hun houding t.a.v. fraude-alertheid te meten; - halfjaarlijks: analyse van gevalsbehandelingsfouten die duiden op een tekort aan fraudealertheid; - halfjaarlijks: meten van fraudesignalen die gevalsbehandelaars aan de afdeling Opsporing afgeven.
Samenwerking met Meldpunt M
Monitor fraude-alertheid
De resultaten van de monitor worden gerelateerd aan informatie inzake de diverse activiteiten die de kantoren verrichten ter bevordering van de fraude-alertheid, zodat bepaald kan worden welke van die activiteiten het meest effectief zijn. Begin 2005 wordt de derde meting verricht en wordt de monitor geëvalueerd. Speerpunten en intensiveringen
Ook in 2004 heeft de SVB zich mede gericht op de in het Handhavingsprogramma 2003-2006 opgenomen speerpunten in handhaving: identiteitsfraude, zwarte fraude en internationale fraude. Daarnaast participeert de SVB in gezamenlijke activiteiten met instanties die met deze materie bezig zijn. Die samenwerking krijgt eveneens gestalte in het Opsporingsbeleidsplan SZW 2004.Verder zijn in 2004 de zogeheten Interventieteams van start gegaan. De SVB wil nadrukkelijk participeren in deze nieuwe structuur, die de voormalige Regionale Interdisciplinaire Fraudeteams heeft vervangen, en waarin een aantal instanties gezamenlijke fraude aanpakt. De specifieke activiteiten die de SVB in 2004 heeft verricht:
Speerpunten
Binnen de SVB en in samenwerking met andere belanghebbende organisaties, wordt de kennis over brondocumenten gebundeld en beter toegankelijk gemaakt. De SVB heeft al geruime tijd een eigen database brondocumenten. Daarnaast werkt de SVB mee aan het project Toegang Eigenschappen Brondocumenten (TEB). Dit project is geïnitieerd door het agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en heeft tot doel het creëren van een kennissysteem waarmee alle kennis over brondocumenten in Nederland toegankelijk wordt gemaakt. Het kennissysteem is in 2004, door middel van een pilot, getest en op basis van de resultaten van die pilot is besloten het kennissysteem volledig operationeel te maken. Dit zal naar verwachting per 1 juli 2005 het geval zijn.
Identiteitsfraude
Zwarte fraude is die fraude die niet onderkend kan worden door gegevensuitwisseling met andere instanties. Het kan hierbij gaan om zwart inkomen (inkomen dat nergens wordt gemeld, dus niet alleen niet aan de SVB, maar ook niet aan de Belastingdienst), maar ook om zwart samenwonen: het feit dat men samenwoont is niet alleen voor de SVB verzwegen, maar ook niet bij de GBA bekend. Beide vormen van fraude kunnen dus niet door de gegevensuitwisselingen die de SVB standaard verricht, met respectievelijk de Belastingdienst en de GBA, onderkend worden. Zwarte inkomensfraude is voor de SVB geen speerpunt, dat is een breder probleem dat primair aanpak door de Belastingdienst en UWV vergt, als inners van belastingen en
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
Zwarte fraude
27
premies. De reguliere jaarlijkse controle van de SVB op inkomen bij de desbetreffende klanten kan weliswaar niet gemeld zwart inkomen onthullen, maar die controle is daar niet specifiek op gericht. Zwarte samenwoonfraude is voor de SVB wel een zeer belangrijk item, dat aangepakt wordt door middel van eerdergenoemde steekproeven. In 2004 is een steekproef onder oudAWW’ers verricht. Bij 11,2% van de onderzochte gevallen werd niet gemeld samenwonen geconstateerd (40 van de 357). In eerder (in 2001) gehouden onderzoek was dat 6,0% (19 van de 316). Deze verdubbeling wordt vermoedelijk voor een deel veroorzaakt doordat in het in 2003 en 2004 gehouden onderzoek voor het eerst de huisbezoeken niet individueel bij de betrokken klanten werden aangekondigd. Met € 180.000 aan kosten zijn ruim € 1 miljoen aan terugvorderingen en ruim € 1,2 miljoen aan toekomstige besparingen op uitkeringen gerealiseerd. Met dit onderzoek is de gehele doelgroep onderzocht. In 2005 wordt een steekproef onder AOW’ers gehouden.Vanaf 2006 wordt een mix van AOW’ers en Anw’ers gecontroleerd, op basis van risico-analyse en resultaten van eerdere steekproeven. Internationale fraude
Deze fraude wordt in het bijzonder aangepakt door de inzet van het Controle Team Buitenland (zie hieronder) en de eerdergenoemde samenwerking met IBF en door het maken en operationaliseren van handhavingsafspraken met andere landen in het kader van handhavingsverdragen op grond van de wet Beperking Export Uitkeringen.
Interventieteams
De SVB heeft in 2004 geparticipeerd in drie Interventieteams die onderzoek hebben verricht naar fraude die mogelijk ook betrekking heeft op de door de SVB uitgevoerde volksverzekeringen AOW, Anw en AKW. Het gaat om de Interventieteams Midden Nederland,TwenteIJsselland en Haaglanden/Hollands Midden, gevestigd in resp. Utrecht, Enschede en Den Haag. Intensivering Handhaving
In 2004 zijn, conform de planning, een aantal concrete intensiveringacties verricht op het gebied van handhaving: Onderzoek leerplicht
Door middel van gegevensuitwisseling met de afdelingen Leerplicht van een aantal grote gemeenten is onderzocht of er ten onrechte kinderbijslag wordt betaald aan kinderen die niet (meer) in Nederland onderwijs volgen. De resultaten van dit onderzoek worden nader gespecificeerd in de Rapportage Handhaving SVB 2004.
Uitbreiding werkzaamheden
Dit team heeft zijn controles in 2004 verder geïntensiveerd. In 7 landen werden controles verricht. In totaal werden 694 in die landen wonende SVB-klanten gecontroleerd door een bezoek van het CTB. In 47 gevallen was er sprake van onrechtmatigheden. In 41 gevallen was er aanleiding tot nader onderzoek.
Controle Team Buitenland (CTB)
ONTWIKELINGEN EN PRESTATIES IN 2004
In het kader van de intensivering van zijn activiteiten heeft het CTB in 2004 extra onderzoek verricht in België en Duitsland.Voor dit onderzoek is de structurele capaciteit van het CTB niet uitgebreid, maar is gebruik gemaakt van tijdelijk ingezette medewerkers van de betrokken SVB-vestigingen. In België zijn 78 klanten onderzocht, in 5 gevallen was er sprake van onrechtmatigheden terwijl in 12 gevallen reden ontstond om nader onderzoek te verrichten. In Duitsland werden 67 klanten bezocht, waarvan in 8 gevallen onrechtmatigheden bleken en in 8 gevallen twijfel aan de rechtmatigheid ontstond. In 2004 heeft het CTB voor het eerst onderzoek verricht naar de werking en betrouwbaarheid van de in het kader van BEU-verdragen geoperationaliseerde controle-maatregelen, namelijk in Malta, Kroatië en de Filippijnen. In de twee eerstgenoemde landen bleken de afgesproken procedures nog niet goed te functioneren. Het onderzoek van het CTB heeft een aantal voorstellen tot verbeteringen opgeleverd. In de Filippijnen bleken de procedures wel goed te functioneren.
28
In juli 2004 is deze attaché gestart met zijn werkzaamheden. In 2004 werden 73 controles bij SVB-klanten verricht. In 8 gevallen werden onrechtmatigheden met betrekking tot de leefvorm geconstateerd. In 9 gevallen was er sprake van vermoedelijke onrechtmatigheden die nader onderzocht moeten worden. In 4 gevallen waren er andere tekortkomingen, zoals fouten in adresgegevens. In 2004 is conform de planning een project opgezet om de melding van schuldig nalatigen door de Belastingdienst te maximaliseren door die meldingen vanuit één eenheid binnen de Belastingdienst te laten plaatsvinden en de meldingen te digitaliseren. De aanvankelijk per 1 april geplande maximalisering is uiteindelijk pas per 22 oktober 2004 operationeel geworden. Om die reden heeft dit nog niet tot extra kosten geleid. Voor Intensivering Handhaving is in het jaarplan 2004 een extra bedrag aangevraagd van circa € 1,1 miljoen. In onderstaande tabel wordt aangegeven tot welke kosten bovenstaande activiteiten hebben geleid.
Activiteit
Begroting
in Spanje
Schuldig nalatigen
Begroting en realisatie Intensivering Handhaving
Realisatie
Onderzoek leerplicht
€
400.000
€
Controle Team Buitenland
€
200.000
€
50.000
Sociaal attaché in Spanje
€
200.000
€
154.000
Schuldig/Nalatig
€
312.000
Totaal
€ 1.112.000
€
524.000
320.000
0
In 2004 zijn nadere afspraken met SZW gemaakt over de voor de SVB van toepassing zijnde kengetallen op het terrein van de handhaving. In onderstaande tabel zijn de gemeten waarden van deze kengetallen opgenomen. Dit betreft een recente nulmeting. Er is derhalve nog geen (trend)analyse beschikbaar. Er zijn nog geen scores voor de nieuwe indicator ‘percentage administratieve afdoeningen’.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
Attaché voor sociale zaken
Prestaties
29
SCORES OP KENGETALLEN HANDHAVING
Wet
AOW
Jaar
2004
2003
2004
2003
2004
2003
2004
2003
53%
-
63%
-
67%
-
nvt
-
1.142
769
1.114
813
549
195
2.805
1.777
156
119
142
167
25
25
Bekendheid met plichten Fraudesignalen Aangiften*
Anw
AKW
Totaal/gemiddeld
323
311
310
310
104%
100%
8.156.124
8.139.211
Afdoening
97,9%
92,0%
1. na geen aangifte
98,0%
2. na sepot door OM
92,0%
Afspraak OM Realisatie % Fraudebedrag
Incassoratio
3.292.262
95,01%
2.908.913
94,6%
4.544.249 4.852.234
91,5%
94,64%
319.613
90,98%
378.064
87,32%
nvt
nvt
* Dit is het aantal aangiften van strafbare feiten ter zake fraude met uitkeringen ingevolge AOW, Anw of AKW dat de SVB bij het Openbaar Ministerie heeft
gedaan. Jaarlijks wordt in het zogeheten handhavingsarrangement SZW-OM afgesproken hoeveel aangiften de SVB doet. Daarom is hierbij tevens aangegeven het percentage dat de SVB van dat afgesproken aantal (310) gerealiseerd heeft.
Hieronder worden de afzonderlijke prestatie-indicatoren toegelicht. 1. Percentage klanten dat bekend is met de verplichtingen Een goede preventieve handhaving begint met er voor te zorgen dat klanten weten wat hun verplichtingen zijn (doorgeven van wijzigingen in voor het uitkeringsrecht relevante gegevens) en wat de gevolgen zijn als ze niet voldoen aan die verplichtingen (terugvordering en administratieve of strafrechtelijke sanctionering). In het in 2004 voor de derde keer gehouden Periodiek Onderzoek Regelovertreding Sociale Zekerheid (“POROSZ”), dat SZW tweejaarlijks verricht, zijn de volksverzekeringen meegenomen en dit onderzoek heeft ook informatie opgeleverd over de bekendheid met regels.
ONTWIKELINGEN EN PRESTATIES IN 2004
2. Aantal fraudesignalen op basis waarvan onderzoek kon worden / is verricht Dit is het aantal signalen dat dermate veelbelovend leek dat het noopte tot nader vooronderzoek om te kunnen beoordelen of opsporingsonderzoek opportuun is. 3.Totaal fraudebedrag Dat is het schade- of nadeelbedrag dat met de geconstateerde onrechtmatigheden gemoeid was. 4. Percentage administratieve afdoeningen Dit betreft de mate waarin alsnog administratieve afdoening (oplegging van boete) heeft plaatsgevonden nadat: - besloten werd dat geen aangifte gedaan kan worden, of - het OM besloot geen vervolging in te stellen (sepot). De doelstelling ten aanzien van dit cijfer is 100% afdoening.
30
5. Incassoratio Dit is de mate waarin ingestelde terugvorderingen en opgelegde boeten daadwerkelijk door de SVB geïncasseerd werden. Omdat incasso’s vaak over langere perioden in termijnen worden geïncasseerd, betreft dit cijfer de incasso’s die in het jaar 2004 volledig afgeboekt werden. Onderzoek Algemene Rekenkamer
In 2004 heeft de Algemene Rekenkamer, als vervolg op eerder onderzoek in 2000, een onderzoek verricht naar de fraudebestrijding. Hieronder zijn de belangrijkste aanbevelingen opgenomen die (onder meer) ten aanzien van de SVB werden gedaan. 1. Inzicht krijgen in aard, omvang en pakkans van fraude en die informatie gebruiken bij de aansturing van handhavingsactiviteiten Hierin wordt voorzien doordat in 2004 voor het eerst ook de door de SVB uitgevoerde volksverzekeringen AOW, Anw en AKW zijn betrokken in het eerdergenoemde POROSZ dat SZW tweejaarlijks verricht. Dat onderzoek levert informatie op over de aard en omvang van de fraude binnen de desbetreffende klantpopulaties. Aan de hand hiervan kan tevens, op basis van gegevens inzake de door de SVB ontdekte fraude, een pakkans worden berekend.Verder levert het onderzoek informatie op over de bekendheid bij klanten van hun plichten.Ten aanzien van dat laatste gaat de SVB in 2005 zelf aanvullend onderzoek doen, omdat in dat jaar geen POROSZ-onderzoek wordt verricht. 2. Kwantitatieve prestatie-indicatoren formuleren die aansluiten op de doelen van SZW In 2004 waren er nog geen kwantitatieve prestatie-indicatoren operationeel ten aanzien van de handhavingsprestaties van de SVB. Overleg tussen SVB en SZW in 2003 had geleid tot een meer kwalitatief beoordelingskader, dat de SVB dan ook gehanteerd heeft in haar Rapportage Handhaving 2003. Inmiddels zijn in 2004 echter nadere afspraken gemaakt inzake de kengetallen en prestatie-indicatoren, zoals hierboven onder “Prestaties” is weergegeven. Deze indicatoren sluiten aan bij de overall op het gebied van handhaving door SZW geformuleerde doelen en kengetallen.Wat nog ontbreekt op een aantal punten zijn concrete streefcijfers. Dat zal in 2005 verder worden ingevuld. 3. Het inzicht in de bestuurlijke afdoening van zware fraudezaken verder verbeteren en inzicht geven in de bestuurlijke afdoening van geseponeerde zaken De SVB heeft inmiddels maatregelen genomen om de bestuurlijke afdoening van zware fraudezaken beter te borgen. De SVB geeft separaat aan hoe de bestuurlijke afdoening van geseponeerde zaken is verricht.
2.3.5 Continuïteit van de SVB
De doelstelling continuïteit van de SVB bestaat uit een intern en een extern aspect. Het interne aspect uit zich in het streven van de SVB zich naar de eigen werknemers en op de arbeidsmarkt te profileren als de beste werkgever in het openbaar bestuur. Extern profileert de SVB zich naar opdrachtgevers en klanten als de organisatie in Nederland waarmee iedereen ooit te maken krijgt en waarop je kunt bouwen. De SVB beheert en verzorgt. Doelmatig, rechtmatig en doeltreffend. Die rol houdt ook in dat de SVB een bijdrage levert aan discussies over de inrichting van de sociale zekerheid, nu en in de toekomst. Om de beste werkgever in het openbaar bestuur te kunnen zijn, biedt de SVB haar medewerkers marktconforme arbeidsvoorwaarden door middel van een adequate CAO met daarnaast prima ontplooiingsmogelijkheden. De SVB vraagt daarvoor van haar medewerkers een resultaatgerichte instelling en inzet, het onderschrijven van de waarden van het bedrijf, een
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
Intern
31
pro-actieve houding ten opzichte van de uitvoering van de werkzaamheden en het nemen van verantwoordelijkheid voor de eigen loopbaan. De SVB heeft in 2004 gewerkt aan de verschillende activiteiten op sociaal gebied uit het jaarplan. Daarmee zijn de achterliggende doelen praktisch allemaal gerealiseerd. Zo is het afgelopen jaar de inrichting van mobiliteitsvoorzieningen, het employabilitycentrum “Perspectief ”, gerealiseerd en is er een “loopbaanwijzer”ontwikkeld. In 2004 heeft de SVB verder inhoud gegeven aan het traject leiderschap. De implementatie hiervan loopt door in 2005. De nieuwe beoordelingscyclus (plannings-, voortgangs- en beoordelingsgesprek), inclusief POP-gesprekken, is ingaande 1 januari 2004 ingevoerd. In 2004 is het onderwerp beloningsbeleid van de SVB in de Raad van Bestuur aan de orde geweest en in het tweede half jaar zijn workshops over dit onderwerp gehouden voor de top 30 van de SVB. In de CAO-onderhandelingen worden afspraken gemaakt op dit gebied. Dit alles draagt bij aan de realisatie van de doelstelling: medewerkers passend belonen en voldoende mogelijkheden bieden om verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen loopbaan. Zo worden de verwachtingen van de medewerkers afgestemd op de wensen en doelstellingen van de SVB.Tot slot zijn de resultaten van het medewerkerstevredenheidsonderzoek uit 2003 besproken en zijn op tal van plaatsen verbeterplannen opgesteld en verbeteracties uitgevoerd. Hieronder wordt nader ingegaan op enkele activiteiten uit het Jaarplan 2004. Voorbereiden en invoeren nieuwe CAO
Uitvoeren eerste stap HR-beleid 2010 Employabilitybeleid
In 2004 is er voor een half jaar een nieuwe CAO afgesloten. In de tweede helft van 2004 is gestart met de voorbereidingen voor de CAO per 1 januari 2005. De CAO-onderhandelingen vinden in het eerste kwartaal 2005 plaats. In 2004 is gewerkt aan het in kaart brengen van de personele consequenties van het Programma Vernieuwing en het vaststellen van het Sociaal Beleidskader. Employabilitybeleid behelst een breed gebied. De SVB heeft vijf deelgebieden benoemd: persoonlijke ontwikkeling, leeftijdsbewust personeelsbeleid, doorstroom, managementontwikkeling en talentmanagement. Een belangrijk hulpmiddel hierbij is de strategische personeelsplanning waar in de tweede helft van 2004 een plan voor is opgesteld dat is goedgekeurd door de Raad van Bestuur. In de eerste helft van 2005 zal dit plan nader worden uitgewerkt. Door middel van het uitvoeren van een strategische personeelsplanning kan de SVB tevens anticiperen op de (mogelijke) personele gevolgen van SVB 2010.
ONTWIKELINGEN EN PRESTATIES IN 2004
Door het in 2004 opgerichte employabilitycentrum Perspectief zijn op vestigingsniveau in het derde kwartaal workshops voor alle MT’s van de locaties georganiseerd. Deze workshops hebben veel informatie opgeleverd met betrekking tot de onderwerpen mobiliteit en inzetbaarheid.Vanuit deze informatie is een aantal aanbevelingen gedaan die hebben geleid tot aanscherping van het employability-beleid voor 2005. Tevens hebben alle teamleiders in oktober een workshop gevolgd. Vanaf november hebben alle medewerkers de mogelijkheid gekregen deel te nemen aan een workshop van Perspectief. De workshops voor de medewerkers worden begeleid door intern daartoe geselecteerde en opgeleide procesbegeleiders. Hiernaast is een startnotitie geschreven over diversiteitsbeleid, waaronder leeftijdsbewust personeelsbeleid.
32
In het eerste half jaar van 2004 is de Europese Aanbesteding van een nieuw salarissysteem afgerond. Het personeelsinformatiesysteem PION gecombineerd met het salarissysteem Prisal, beide van ADP, worden vanaf januari 2005 in gebruik genomen. In de tweede helft van 2004 zijn beide systemen geïmplementeerd. Hierbij is de nadruk gelegd op de salarisverwerking. In 2005 wordt voornamelijk gewerkt aan de inrichting van PION plus (HR modules). In het derde kwartaal heeft de evaluatie van de planningsgesprekken plaatsgevonden. Uit deze evaluatie bleek dat reeds 67% van de medewerkers een planningsgesprek heeft gehad. Het jaar 2004 is gezien als “oefenjaar” waarin iedereen een keer de totale cyclus kan doorlopen. Het beoordelingssysteem als geheel (planning/voortgangsbespreking/beoordeling) wordt in de eerste helft van 2005 geëvalueerd.
Nieuw salarissysteem
Beoordelen
In oktober 2004 is voor de Top 30 een middag georganiseerd over wat de SVB op basis van de missie, visie en ambities aan andere vormen van belonen zou willen hebben. Een eerste vorm van resultaatdeling heeft een invulling gekregen in de afgesproken CAO per 1 juli. In de eerste drie maanden van 2005 vindt verdere besluitvorming plaats.
Belonen
Het verlagen van het ziekteverzuim is een constant punt van aandacht voor de SVB. Het ziekteverzuim exclusief verzuim langer dan 1 jaar is in 2004 verder gedaald van 5,7% naar 5,4% (concernstreefwaarde 2004 5,4%). Omdat het ziekteverzuim in de periode juli tot en met november gemiddeld 4,9% was, is conform de afspraak hierover in de CAO in december 2004 aan alle medewerkers een bonus uitgekeerd van € 350 bruto. In de volgende figuur is de daling van het ziekteverzuim in de afgelopen 3 jaar duidelijk zichtbaar.
ARBO en ziekteverzuim
In 2004 heeft het ARBO-beleid een verdere invulling gekregen aan de hand van een ARBObeleidskadernotitie. Hierin is geregeld dat voor alle vestigingen en voor het hoofdkantoor een arbocoördinator wordt benoemd. Binnen de afdeling Human Resources is een aparte functie van ARBO-beleidscoördinator belegd.
VERZUIMPERCENTAGE
2002 t/m 2004
2002
2003
2004
5
5,1
5,2
5,3
5,4
5,5
5,6
5,7
5,8
5,9
6
Eind 2004 werkten bij de SVB in totaal 3.676 medewerkers. De verhouding man / vrouw is precies 50/50. De leeftijd van alle SVB-medewerkers bedroeg eind 2004 gemiddeld 40,1 jaar. Voor mannen lag de gemiddelde leeftijd op 42,5 en voor vrouwen op 37,6 jaar. De gemiddelde diensttijd bedroeg in 2004 13,9 jaar: 16,2 voor mannen en 11,6 jaar voor vrouwen.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
33
Extern
Onderzoek 2004
De SVB heeft een onderzoeksmandaat, dat beperkt is tot zaken die van belang zijn voor de uitvoering van de volksverzekeringen.Tot op heden ontleent de SVB onderzoeksthema’s veelal aan de problematiek die zich voordoet in de interne omgeving. Hierbij is het van belang te realiseren dat veelal veranderingen in de externe omgeving op de langere termijn van grote invloed kunnen zijn op het takenpakket of de wijze van functioneren van de SVB. Zowel prikkels uit de interne als externe omgeving noodzaken de SVB tot het opstellen van een onderzoeksagenda waarop de speerpunten van onderzoek voor de komende beleidsperiode staan geformuleerd die van belang zijn voor de uitvoering nu en in de toekomst. In het kader van periodiek onderzoek werd in 2004 de tevredenheid van klanten van de SVB onderzocht. Het controleteam buitenland deed onderzoek in een groot aantal landen waaronder de Filipijnen, wat in dit kader als derde BEU-land bezocht werd en Frankrijk dat het eerste land is waar het onderzoek van te voren was aangekondigd. Ook op het gebied van handhaving vonden diverse onderzoeken plaats. Zo vond in vervolg op de in 2003 uitgevoerde nul-meting in 2004 een nieuwe meting plaats naar fraudealertheid. Dit dient een beeld te geven van de invloed van handhavinginspanningen op fraudealertheid van medewerkers. Een meer uitgebreide beschrijving van de handhavingsonderzoeken is te vinden in dit hoofdstuk onder Handhaving. Drie onderzoeken uit het onderzoeksplan 2004 zijn doorgeschoven naar 2005. Dit betreft: - Het te verwachten AOW-gat bij het verdwijnen van de toeslag in 2015; - Levensverwachting van AOW’ers naar verschillende groepen; - Juridische aspecten van geautomatiseerde uitvoering. Het onderzoek naar de Uitvoering van inkomensafhankelijke sociale zekerheid gaat niet door. De SVB organiseerde in mei 2004 haar eerste visiedebat met als thema de burgerpolis. Hiervoor werd een multi-disciplinair onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek had als vraagstelling op welke wijze “een burgerpolis” een bijdrage kan leveren aan de versterking van de sociaalcontractsgedachte in de sociale zekerheid. Zowel de juridische aspecten van verschillende varianten waarin een burgerpolis kan worden gegoten als de beleving van het huidige stelsel van sociale zekerheid door burgers werden hierin over het voetlicht gebracht. In 2004 zegde de SVB haar deelname toe aan Netspar, het recentelijk opgerichte instituut in Tilburg dat onderzoek gaat doen naar de pensioenproblematiek in Nederland en Europa.Twee Assistenten in Opleiding zullen namens Netspar een onderzoek doen dat gedeeltelijk bij de SVB zal worden uitgevoerd. De onderwerpen voor dit onderzoek dat in 2005 zal starten zijn: 1. Gedrag van mensen in de leeftijd rondom hun pensioen en aanverwante uitkeringen; 2. De lange termijn effecten van andere pensioenstelsels (binnen Europa) op het Nederlandse stelsel.
Handvest Publiek ONTWIKELINGEN EN PRESTATIES IN 2004
Verantwoorden
Code Goed Bestuur
34
Als Zelfstandig Bestuursorgaan vindt de SVB het belangrijk zich te verantwoorden naar de samenleving. In 2003 heeft de SVB zich hiertoe aangesloten bij de Handvestgroep Publiek Verantwoorden. Met deze toetreding wil de SVB invulling geven aan haar rol als uitvoerder van een publieke taak. Hiermee geeft de SVB blijk van het feit dat ze verbonden is met de samenleving en transparant wil zijn naar de samenleving. In 2004 heeft de SVB een zelfevaluatie opgesteld, waarin de SVB zich meet aan de normen die zijn vastgelegd in het Handvest Publiek Verantwoorden. Deze zelfevaluatie zal als uitgangspunt dienen voor het visitatiecollege dat de SVB in het voorjaar van 2005 zal visiteren. In juni 2004 heeft de Handvestgroep Publiek Verantwoorden de “Code Goed Bestuur” uitgebracht. Deze Code moet gezien worden als een groeimodel dat binnen de verantwoordelijkheid van het zbo wordt ingevuld.
Naleving en monitoring Als mede-ondertekenaar van de Handvestgroep Publiek Verantwoorden onderschrijft de SVB de code en past de principes, voorzover de wetgever dit mogelijk maakt, toe. Daar waar wordt afgeweken van de principes wordt de huidige praktijk beschreven en toegelicht in het jaarverslag. Toetsing van de naleving van de code geschiedt eveneens aan de hand van het in 2004 door de SVB opgestelde zelfevaluatierapport dat begin 2005 aan de visitatiecommissie van de Handvestgroep is aangeboden. Het Bestuur: taak en werkwijze, bezoldiging en tegenstrijdige belangen De Raad van Bestuur legt door middel van dit Jaarverslag zowel aan de opdrachtgever als aan een breder publiek verantwoording af over de door hem geformuleerde operationele en financiële doelstellingen, de strategie en het gevoerde beleid in 2004, waaronder de naleving van relevante wet- en regelgeving. In hoofdstuk 4 van dit jaarverslag is de mededeling over de bedrijfsvoering opgenomen, waarin de Raad van Bestuur aangeeft in hoeverre de doelstellingen en voorgenomen activiteiten in 2004 zijn gehaald en daar waar van toepassing worden verbeteractiviteiten opgenomen.Tevens wordt gerapporteerd over de risicoanalyse/beheersing. Benoeming en bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur geschiedt door de Minister conform art. 5 van de wet SUWI (en niet door een Raad van Toezicht). Hoewel de bezoldiging officieel uit een vast deel en variabel deel bestaat is door de leden van de Raad van Bestuur afgezien van het variabel deel. Verder heeft de SVB in 2004 een Regeling Integriteit voor de Raad van Bestuur geïntroduceerd, waarbij belangrijke onderwerpen als hoe om te gaan met nevenactiviteiten en tegenstrijdige belangen zijn opgenomen. En hoewel nu reeds op onderdelen gedragsregels voor de medewerkers bestaan, zal in 2005 een algemene Regeling Integriteit/Gedragscode integriteit SVB voor alle medewerkers van de SVB worden opgesteld, waarbij tevens wordt opgenomen een gedragslijn bij vermoeden van misstanden. Geen Raad van Toezicht maar een Raad van Advies In afwijking van de code beschikt de SVB, in lijn met de wet SUWI, niet over een Raad van Toezicht. De Minister heeft een Raad van Advies benoemd.Toezichthoudende verantwoordelijkheden worden door de Minister respectievelijk Inspectie Werk en Inkomen ingevuld. Zo benoemt de minister de leden van de Raad van Bestuur voor vijf jaar en regelt hij hun bezoldiging. Benoeming en vergoeding voor leden van de Raad van Advies worden eveneens door de minister geregeld. Voor het overige vallen de leden van de Raad van Bestuur uitsluitend onder de voor de SVB geldende CAO. Conform de wet SUWI wordt de bezoldiging van de Raad van Bestuur en de vergoeding voor de Raad van Advies in het Jaarverslag weergegeven. Daarnaast voert de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) namens de Minister toezicht uit. Wel heeft de Minister in 2004 de wens kenbaar gemaakt om de rol van de Raad van Advies te versterken. Het gaat hier met name om specifieke onderwerpen zoals een toetsingskader huisvesting en investeringsbeslissingen, niet om uitbreiding van de (wettelijke) taken. De Minister, de klant en de samenleving Periodieke verantwoording aan de betreffende opdrachtgevers/Ministeries geschiedt conform overeengekomen informatie - en controleprotocollen. De SVB beschikt over een klantcommunicatiebeleid, een klachtenregeling en houdt periodiek een klanttevredenheidsonderzoek. Over deze onderwerpen wordt in het jaarverslag gerapporteerd en zowel de klachtenregeling als het jaarverslag staan op de website van de SVB.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
35
Daarnaast is de cliëntenparticipatie bij de SVB vormgegeven door de in 2003 ingestelde Cliëntenraad SVB. De Cliëntenraad SVB is een adviescollege, dat de Raad van Bestuur van de SVB gevraagd en ongevraagd adviseert over de wijze waarop de SVB haar wettelijke taken vormgeeft, met name op het gebied van dienstverlening.Twee leden van de Cliëntenraad zijn tevens toegetreden tot de Landelijke Cliëntenraad (LCR) dat het centrale overlegorgaan voor de participatie van cliënten in de sociale zekerheid is. De financiële verslaglegging, de interne audit en de externe accountant De financiële verantwoording wordt onder de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur opgesteld. Het opstellen van het jaarverslag en de jaarrekening geschiedt op een adequate en zorgvuldige wijze, waarbij met in achtneming van titel 9 boek 2 BW, de Wet SUWI, de Regeling SUWI en bijlage VIII bij de Regeling SUWI leidend zijn. Zowel de Interne accountantsdienst als de externe accountant zijn betrokken bij de controle van de jaarrekening. De Interne accountantsdienst functioneert direct onder de voorzitter van de Raad van Bestuur. In 2004 is het accountantskantoor Deloitte voor een periode van 3 jaar met mogelijkheid tot verlenging van twee maal 1 jaar als externe accountant benoemd. Hierbij is de Europese Richtlijn voor overheidsopdrachten, Richtlijn diensten, gevolgd. De accountant woont de vergadering van de Raad van Bestuur ter vaststelling van de jaarrekening bij en stelt samen met de Interne accountantsdienst een verslag van bevindingen op. Ten behoeve van de publicatie van de jaarrekening verschaft de externe accountant een verklaring bij de jaarrekening. Veranderagenda
Hieronder wordt aandacht besteed aan de activiteiten die vallen onder het project SVB 2010. Aangezien dit betrekking heeft op de toekomst van de SVB, is dit opgenomen onder de beleidsdoelstelling Continuïteit van de SVB. Het project SVB 2010 bestaat uit drie zogenaamde ‘plateaus’. Het eerste plateau wordt gevormd door Programma Vernieuwing, dat grotendeels in 2004 is uitgevoerd. Het tweede en derde plateau worden gevormd door de Veranderagenda 1e en 2e fase.
ONTWIKELINGEN EN PRESTATIES IN 2004
Programma Vernieuwing
36
De realisatie van het Programma Vernieuwing is in de tweede helft van 2003 gestart. Het grootste deel van de activiteiten heeft echter in 2004 plaatsgevonden. Het betreft: • Het implementeren van een Document Management Systeem. Functioneel was dit systeem eind 2004 goeddeels gereed. Daarmee komen de voordelen, zoals het kunnen raadplegen van alle berichten op elke werkplek en de mogelijkheid om locatieonafhankelijk te werken in beeld.Verder wordt een positief effect verwacht op de kwaliteit van de gevalsbehandeling en kan de benodigde archiefruimte afnemen. De uitwerking van dit traject heeft ook een positief effect op de uniformiteit in de werkwijze over de vestigingen heen. Eind 2004 werd echter ook geconstateerd dat dit systeem een erg groot beslag legt op de machinecapaciteit. Veel meer dan de leverancier van het pakket bij de start had gesuggereerd. Met ondersteuning van de leverancier wordt daarom gewerkt aan het terugdringen van het verbruik. De druk daarop is groot, maar de leverancier heeft moeite met het snel boeken van voldoende resultaat. De Raad van Bestuur heeft daarom aan het eind van het jaar besloten pas tot invoering over te gaan als het capaciteitsbeslag op een acceptabel niveau is gebracht. Het implementatiemoment verschuift hierdoor naar 2005.
• Ook de implementatie van Internet lag in 2004 op schema.Via internet kan de klant mutaties doorgeven en gegevens raadplegen voor een groot deel van de AKW-, Anw- en AOWprocessen. Daarmee kan de klant zelf het tijdstip kiezen waarop hij met de SVB wil communiceren; meer gegevens zullen geautomatiseerd kunnen worden verwerkt. Dit leidt derhalve tot minder handmatige gegevensverwerking en daarmee tot een formatiereductie en toenemende efficiency. Hierdoor zal de klant sneller worden bediend en zal de doelmatigheid worden verhoogd. Voor de feitelijke invoering van de internetdiensten is het noodzakelijk dat er een goed authenticatiemechanisme beschikbaar is, om de identiteit van de klant te kunnen vaststellen. Een dergelijk mechanisme is onder regie van de leden van de Manifestgroep (ook wel Manifestgroep Innovatie in Uitvoering) - onder voorzitterschap van de SVB - ook daadwerkelijk ontwikkeld. Daarbij is ook de samenwerking gezocht met de centrale overheid, zodat beleid en praktische realisatie bij elkaar komen en samen verder gaan onder regie van BZK. Het mechanisme is gestart als Nieuwe AuthenticatieVoorziening en heeft bij de samenwerking de naam DigiD gekregen. DigiD werkt al op beperkte schaal en is naar verwachting in het eerste kwartaal van 2005 rijp voor grootschalig gebruik zoals voor de SVB. De SVB zal zich dan ook direct op DigiD aansluiten. • De haalbaarheidsonderzoeken naar Centrale Klantadministratie en Elektronische Werkstroombeheersing zijn uitgevoerd en hebben belangrijke input opgeleverd voor de meerjarenplanning en voor de uitwerking van het project SVB 2010. Belangrijke elementen uit het Programma Vernieuwing lopen iets langer door dan oorspronkelijk gepland - door hierboven genoemde factoren - en hiervoor is budget doorgeschoven naar 2005. Het Programma Vernieuwing is een belangrijke stap op weg naar meer klantgerichtheid en efficiencyverbeteringen. Dit heeft ook personele consequenties, hetgeen vanaf het eerste begin de volle aandacht heeft gekregen. Het resultaat hiervan is dat er nu een adequaat Sociaal Beleidskader ligt voor Vernieuwing en voor de effecten van de volgende plateaus. In 2005 zullen de eerste formatiereducties optreden. De organisatie is over de volle breedte betrokken bij SVB 2010. In de uitwerking is het toekomstbeeld geconcretiseerd.Tevens is een analyse gemaakt van de belangrijkste aandachtspunten die verder moeten worden uitgewerkt, vastgelegd in de veranderagenda 2005.Tot slot is extern onderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid van de gewenste IT-veranderingen en de meest verantwoorde migratiestrategie. Het advies is positief en bevestigt de geprefereerde migratieaanpak.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
SVB 2010
37
2.4 UITVOERINGSKOSTEN SVB In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de uitvoeringskosten van de SVB. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de uitvoering van wetten en regelingen die in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden uitgevoerd (sv) en de wetten en regelingen die voor andere opdrachtgevers worden uitgevoerd (niet-sv).
Begroting 2004
1 = € 1.000
Realisatie 2004
Realisatie 2004
Dotaties voorz.
Realisatie 2004
Realisatie 2003
incl. dotaties
t.o.v. begroting
SVB
excl. dotaties
excl. dotaties
voorz. SVB
2004 in %
voorz. SVB
voorz. SVB
Sv AOW
105.669
99.264
94%
-518
99.782
96.216
Anw
36.723
31.953
87%
-527
32.480
34.564
AKW
80.920
74.964
93%
162
74.802
72.254
TOG
4.094
3.569
87%
-56
3.625
3.613
TAS
1.142
557
49%
-
557
921
228.548
210.307
92%
-939
211.246
207.568
33.562
17.584
52%
288
17.296
22.992
5.044
6.394
127%
0
6.394
1.915
Remigratiewet2)
1.562
1.516
97%
-39
1.555
1.258
FVP-regeling
7.536
7.072
94%
-64
7.136
7.141
848
578
68%
0
578
733
48.552
33.144
68%
185
32.959
34.039
Subtotaal
Niet -sv PGB-regeling1) SC PGB
AWBZ Subtotaal
Overige derden Subtotaal Totaal
3.723
4.164
112%
0
4.164
3.900
52.275
37.308
71%
185
37.123
37.939
280.823
247.615
88%
-754
248.369
245.507
1) Inclusief afbouw. 2) Inclusief Antillenregeling.
ONTWIKELINGEN EN PRESTATIES IN 2004
In bovenstaande cijfers is geen rekening gehouden met de Bestemmingsreserve Veranderprogramma (€ 2,6 miljoen), waarvoor toestemming is verleend door het Ministerie van SZW. Daarnaast is hierin niet opgenomen de voorziening in verband met de verwachte extra uitvoeringskosten als gevolg van het verwachte arrest in de zaak Van Pommeren (€ 2,8 miljoen). Deze voorziening komt namelijk rechtstreeks ten laste van de fondsen en zit niet in de uitvoeringskosten. Onder ‘overige derden’ zijn kosten verantwoord die wegens diensten aan derden zijn doorberekend (bijvoorbeeld: verrichte activiteiten voor UWV en CVZ, verhuur van kantoorruimte wegens overmaat ). De opbrengsten die als gevolg hiervan worden gerealiseerd (bij verhuur tegen marktprijs) komen, omdat de SVB geen winst mag maken, ten gunste van de sv-fondsen. De SVB verantwoordt brutokosten, op grond hiervan worden de kosten die aan derden worden doorberekend (waar dus ontvangsten tegenover staan) in dit overzicht afzonderlijk gepresenteerd.
38
Kosten per categorie (staande organisatie / totaal: sv + niet-sv)
Hieronder worden de verschillende kostencategoriën belicht, waarbij een verklaring wordt gegeven voor eventuele afwijkingen van de begroting.Vervolgens wordt ingegaan op de kosten per klant. Door hierbij ook de meerjarenontwikkeling te betrekken, wordt inzicht gegeven in de ontwikkeling van de doelmatigheid in de tijd. De loon-/prijsindex wordt daarbij gebruikt als ijkpunt.
PERSONEELSKOSTEN
Begroting
Realisatie
Real. t.o.v.
Realisatie
2004
2004
begroting
2003
143.552
1 = € 1.000 Bezoldiging
156.667
148.613
95%
Uitzendkrachten
5.748
10.327
180%
7.192
Externen
6.357
3.468
55%
5.861
Overige personeelskosten Totaal
25.634
10.534
41%
11.680
194.406
172.942
89%
168.285
De personeelskosten over heel 2004 laten in totaal een uitputting zien van 89%. De onderuitputting wordt veroorzaakt door onderuitputting op het gebied van lonen, externen en overige personeelskosten. Bij uitzendkrachten vindt juist een grote overuitputting plaats. Over heel 2004 is de werkelijke bezetting ruim onder de begrote formatie gebleven. Dit geldt vooral voor de vestigingen en in mindere mate ook voor het hoofdkantoor. De formatie voor de vestigingen bedroeg in 2004 circa 2.460 fte. Het werkelijke aantal fte’s in vaste dienst bedroeg in 2004 gemiddeld 2.270. Dit verschil wordt deels opgevuld door 114 fte aan uitzendkrachten. Als gevolg van het naar beneden bijstellen van de KBBS-normtijden naar aanleiding van een nieuw tijdmeetonderzoek en doordat rekening is gehouden met implementatie van Programma Vernieuwing, is voor 2005 bovendien een forse terugval in de formatie voorzien ten opzichte van de formatie 2004. De vestigingen hebben hier in 2004 al op geanticipeerd door de bezetting van het personeel dat in dienst is te verlagen (grotendeels door natuurlijk verloop). Daarnaast was door de afgenomen voorraden minder personeel nodig. Het afgenomen personeelsverloop zorgde daarbij eveneens voor meer efficiency. Zoals hierboven reeds aangegeven is de onderbezetting van vaste krachten deels gecompenseerd door de inzet van uitzendkrachten. Juist in tijden van afslanking zorgen uitzendkrachten voor de nodige flexibiliteit.Vestigingen zijn dan ook vrij om uitzendkrachten in te zetten, zolang dat binnen het beschikbare budget gebeurt. Aangezien de onderuitputting bij lonen duidelijk hoger is dan de overschrijding op het gebied van uitzendkrachten, is aan deze voorwaarde voldaan. De post uitzendkrachten op de begroting (€ 5,7 miljoen) is voornamelijk afkomstig van PGB oud. Overige uitzendkrachten worden in de regel niet apart begroot (aangezien deze binnen het beschikbare budget voor vast personeel moeten passen), maar de kosten worden wel apart geboekt. Hierdoor ontstaat bij inzet van uitzendkrachten feitelijk per definitie een overschrijding.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
39
De kosten voor externen zijn lager dan begroot. De uitputting totaal bedraagt 55% van het budget. Binnen de staande organisatie is minder gebruik gemaakt van externen, terwijl Programma Vernieuwing juist meer externen heeft ingezet (zie ook toelichting bij Programma Vernieuwing). De overige personeelskosten tot slot laten een uitputting zien van 45%. Onder meer doordat relatief weinig kosten zijn gemaakt voor opleidingen en werving van personeel. Het grootste verschil wordt echter verklaard door de hoge voorziening die op de begroting van PGB oud is opgenomen voor afvloeiingskosten personeel. In de praktijk wordt hier vooralsnog slechts beperkt gebruik van gemaakt, omdat herplaatsing naar ander werk tot nu toe zeer succesvol verloopt (90% herplaatsing).
FORMATIE- / BEZETTINGSOVERZICHT 2004 SVB (GEMIDDELD AANTAL FTE’S OP JAARBASIS)
Formatie
Bezetting 2004
Bezetting
2004 intern
Vestigingen
2.463,4
2.270,0
Kantoor Verzekeringen
218,3
204,4
Kantoor PGB*
225,7
175,1
Servicecentrum PGB**
39,2
Kantoor FVP
79,6
Hoofdkantoor Totaal
2004
-/-
2003
uitzendkr.
totaal
bezetting
totaal
114,0
2.384,0
79,4
2.445,9
4,3
208,7
9,6
200,8
79,5
260,1
-34,4
335,4
53,8
14,3
68,1
-28,9
17,2
70,5
2,6
73,1
6,5
72,8
5,5
687,7
642,4
15,4
2,9
660,7
27,0
666,6
3.416,2
20,9
217,6
3.654,7
59,2
3.738,7
12,5
-
0,0
12,5
3.726,4
3.416,2
217,6
3.654,7
71,7
16,5
-7,7
1,6
217,6
3.671,2
64,0
3.740,3
Projecten Totaal-generaal
Bezetting
3.713,9
Centraal begrote formatie Totaal staande organisatie
externen
Formatie
20,9
8,8
-
16,5
3.735,2
3.416,2
37,4
3.738,7
* De afbouw van PGB oude stijl verloopt minder snel dan verwacht, hetgeen leidt tot een hoger dan begrote bezetting. ** De groei van PGB nieuwe stijl is groter dan verwacht, hetgeen leidt tot een hoger dan begrote bezetting.
Bezoldiging bestuurders
ONTWIKELINGEN EN PRESTATIES IN 2004
De bezoldiging van de Raad van Bestuur bedroeg in 2004: Drs. E.F. Stoové € 195.143 Mw. drs. C.M. van der Werf-de Koning € 173.592 U. Groen MMC € 171.873 M.J. Kemp MSM € 171.316 Totaal
€ 711.924
Hierin zijn begrepen de brutosalarissen, pensioenlasten, aanvullingen op het salaris, tegemoetkomingen in de ziektekosten en de fiscale waarde van het gebruik van de ter beschikking gestelde dienstauto’s. De vergoedingen voor de Raad van Advies bedroegen in totaal € 44.216.
40
HUISVESTINGSKOSTEN
Begroting
Realisatie
Real. t.o.v.
Realisatie
2004
2004
begroting
2003
17.853
17.550
98%
19.097
3.782
4.024
106%
4.193
813
2.639
325%
2.738
1 = € 1.000 Rente- en afschrijvingskosten Reparatie en onderhoud Huur- en service kosten Overige huisvestingskosten Totaal
6.318
3.986
63%
3.996
28.766
28.199
98%
30.024
De totale uitputting van de huisvestingskosten over 2004 bedraagt ruim 98%. Op onderdelen zijn evenwel afwijkingen te zien. De rente- en afschrijvingskosten lopen het gehele jaar 2004 in de pas met de begroting. De kosten van reparatie en onderhoud blijken circa 5% hoger uit te komen dan begroot. Dit wordt onder meer veroorzaakt door onvoorziene reparaties en/of vervangingen van installaties bij enkele vestigingen. Hiertegenover staat dat een onderzoek naar het preventief en correctief onderhoud op het hoofdkantoor heeft geleid tot lagere kosten. De rubriek huur en service kosten vertoont ten opzichte van de begroting een grote overuitputting. De oorzaak hiervan is dat de totale huurverrekening met Derden in de begroting plaatsvindt in de rubriek Overige huisvestingskosten. In de realisatie is deze verrekening opgenomen in de rubriek Huur- en servicekosten. De relatief lage overige huisvestingskosten laten zich onder meer verklaren door een lagere waardeschatting van een pand van de vestigingen dan waarmee in de begroting 2004 rekening was gehouden. Dit betekent dat de OZB lager uitvalt. Daarnaast vallen de beveiligingskosten en de energiekosten over 2004 iets lager uit dan begroot.
AUTOMATISERINGSKOSTEN
Begroting
Realisatie
Real. t.o.v.
Realisatie
2004
2004
begroting
2003
6.688
3.963
59%
7.263
10.546
8.143
77%
8.736
1 = € 1.000 Rente en afschrijving Mainframes Werkplekapparatuur Totaal
1.918
1.367
71%
1.677
19.152
13.473
70%
17.676
Het budget voor automatiseringskosten van de staande organisatie is slechts voor driekwart besteed. Hieronder wordt een nadere toelichting gegeven op de onderuitputting in de verschillende kostencategorieën. De kosten voor rente en afschrijving zijn achtergebleven bij de begroting doordat niet overgegaan is tot het aanschaffen van Microsoft licenties. Daarnaast viel de aanbesteding van aanschaf van apparatuur voor het LAN veel lager uit dan verwacht. De post Mainframes betreft voornamelijk kosten die voortkomen uit de dienstverlening van Pink Roccade. De onderuitputting is het gevolg van het niet gebruiken van de dataopslag en verwerkingscapaciteit die was begroot. De oorzaak hiervan is het uitblijven van inzet voor Programma Vernieuwing en meer efficiëntie doordat het programmeerwerk is verbeterd. Hierdoor was minder verwerkingscapaciteit nodig.Tot slot is ook op het gebied van werk-
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
41
plekapparatuur duidelijk minder uitgegeven dan begroot doordat goedkoper is ingekocht dan begroot en doordat vooruit is gelopen op de werkpleknormering die eind 2004 van kracht is geworden. Deze zorgt voor een reductie van de toegestane hoeveelheid apparatuur per fte.
BUREAUKOSTEN
1 = € 1.000
Begroting
Realisatie
Real. t.o.v.
Realisatie
2004
2004
begroting
2003
Reprografie en drukwerk
4.420
3.593
81%
4.327
PTT, bank- en girokosten
7.917
7.308
92%
8.129
Overige bureaukosten Totaal
1.348
787
58%
839
13.685
11.688
85%
13.295
De bureaukosten laten over heel 2004 een onderuitputting zien van 15%. Met name de kosten voor reprografie zijn lager uitgevallen. Nieuwe contractafspraken voor kopieerapparatuur hebben geresulteerd in aanzienlijk lagere kopiekosten. Door het vaker downloaden vanaf de SVBsite neemt het aantal benodigde gedrukte exemplaren van brochures en formulieren af. Ook het DTI-systeem leidt tot lagere kosten voor drukwerk. Daarnaast vallen in het algemeen de kosten van de afbouw PGB lager uit.
DIENSTEN EN DIVERSEN
1 = € 1.000 Externe adviezen Reis- en verblijfskosten Berichtkosten Overige kosten Totaal
Begroting
Realisatie
Real. t.o.v.
Realisatie
2004
2004
begroting
2003
959
740
77%
865
2.805
1.765
63%
2.026
989
896
91%
821
13.137
11.781
90%
11.335
17.890
15.182
85%
15.047
ONTWIKELINGEN EN PRESTATIES IN 2004
Deze kostencategorie vertoont een onderuitputting van 15%. Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door lager dan begrote reiskosten en communicatiekosten. Zo is minder dan begroot uitgegeven aan wervingscampagnes (in verband met overtolligheid van personeel) en is door vertraging bij Programma Vernieuwing het bijbehorende budget voor publiciteit rondom Internet doorgeschoven naar 2005.Verder is sprake van lager dan begrote keurings/advieskosten en meevallende kosten voor externe adviezen.Tot slot is sprake van geringe uitputting op de begrotingspost onvoorzien. Tegenover de onderschrijdingen staan ook enkele forse overschrijdingen op begrotingsposten die betrekking hebben op schadeclaims van klanten bij enkele vestigingen. Dit heeft te maken met het wegwerken van achterstanden in de voorraad in het afgelopen jaar; hierdoor zijn, als gevolg van correcties, veel schadeclaims binnengekomen.
42
PROJECTEN: PROGRAMMA VERNIEUWING
Naast de zogenaamde staande organisatie maakt de SVB kosten voor projecten. In 2004 betrof dit Programma Vernieuwing.
Begroting
Realisatie
Realisatie t.o.v.
Realisatie
1= € 1.000
2004
2004
begroting
2003
Personeelskosten
4.174
5.633
135%
899
-
2
2.750
1.247
45%
271
-
1
Huisvestingskosten Automatiseringskosten Bureaukosten Diensten en diversen Totaal
-
1
6.924
6.884
11 0 99%
1.181
Programma Vernieuwing betreft onder meer het digitaliseren van de gevalsbehandeling (het Document Management Systeem) en Internet (het raadplegen van de website) en internetdiensten (het voor klanten mogelijk maken om via de website aanvragen te doen en het doorgeven van mutaties alsmede om gegevens te raadplegen). Zoals hierboven aangeven onder het kopje Veranderagenda is de invoering van Programma Vernieuwing uitgesteld tot 2005. De voorgenomen activiteiten in 2004 zijn niettemin grotendeels uitgevoerd. Daarbij zijn meer personeelskosten gemaakt dan oorspronkelijk begroot. Met name de post externen bleek niet toerijkend, doordat meer specialistische kennis van buitenaf nodig was dan vooraf ingeschat. Gedurende het jaar zijn hiertoe externen (met bijbehorend budget) overgeheveld van de staande organisatie naar het project. Bovengenoemde bedragen hebben betrekking op het oorspronkelijke budget. De automatiseringskosten zijn juist lager dan begroot. Dit betreft voornamelijk lagere rente- en afschrijvingskosten door uitstel van investeringen in apparatuur en software.
KOSTEN PER KLANT
Om een oordeel te kunnen vormen over de doelmatigheid van de uitvoering, kan het best worden gekeken naar de (ontwikkeling van) de kosten per klant. Hieronder zijn de kosten per klant per wet vergeleken met de begroting en met de realisatie in 2003.Vervolgens wordt inzicht gegeven in de lange termijn ontwikkeling van de kosten per klant.
Begroting
Realisatie
Realisatie tov
Realisatie
2004
2004
begroting 2004
2003
1= € 1 AOW
42
40
95%
39
Anw
248
224
90%
228
AKW Regeling TOG Regeling TAS
42
39
92%
38
128
118
92%
137
6.718
2.244
33%
4.189
De kosten per klant worden berekend door de totale uitvoeringskosten per wet te delen door het totaal aantal gerechtigden in het jaar.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
43
ONTWIKKELING KOSTEN PER KLANT
1=€ 1
2004
2003
2002
2001
2000
1999
AOW
40
39
41
44
43
44
Anw
224
228
198
168
149
149
AKW
39
38
39
41
40
42
TOG
118
137
151
163
170
84
2.244
4.186
5.784
3.755
3.942
TAS
Ten opzichte van 2003 zijn de kosten per klant voor de Anw,TOG en TAS gedaald.Voor Anw en TOG ligt de oorzaak met name in meevallende personeels- en ICT-kosten. De opvallende daling van de kosten per klant van de TAS zijn het gevolg van sterk meevallende keuringskosten. De kosten per klant van de AOW en AKW zijn licht gestegen. Hoewel de kosten meevallen (bij beide is sprake van lager dan begrote kosten, ook hier door meevallende personeels- en ICTkosten), stijgen de kosten hier iets sterker dan het aantal gerechtigden.
KOSTENONTWIKKELING PER KLANT
200
150
100
50
0 1995
1996
AOW
1997
1998
Anw
1999
2000
AKW
2001
2002
2003
2004
Loon en prijsontwikkeling
ONTWIKELINGEN EN PRESTATIES IN 2004
In bovenstaande grafiek is zichtbaar dat de kostenontwikkeling per klant van de AOW en AKW over een periode van tien jaar onder de loon- en prijsontwikkeling ligt.Voor de Anw geldt dit niet. In het verleden werd de stijging van de kosten per klant voornamelijk veroorzaakt door wetswijzigingen, waarbij onder meer een inkomenstoets is ingevoerd. Daarnaast speelt mee dat het aantal Anw-gerechtigden daalt, waardoor de (vaste) kosten over minder klanten worden verdeeld.
44
2.5 INVESTERINGEN In onderstaande tabel zijn de begrote en gerealiseerde investeringen in 2004 opgenomen, alsmede de realisatie in 2003.
UITGAVEN TEN LASTE VAN BEGROTING 2004
Realisatie
Begroting
Realisatie
Realisatie
2004
2004
in %
2003
-
-
-
-
-
-
-
270
254
1.531
17
645
1.216
11.715
10
4.732
7
772
1
16
1.477
14.018
11
5.663
1 = € 1.000 1. Grond 2. Gebouwen/verbouwingen Hoofdkantoor/vestigingen 3. Installaties Hoofdkantoor/vestigingen 4. Automatiseringsapparatuur Hoofdkantoor/vestigingen 5. Meubilair/stoffering Hoofdkantoor/vestigingen Totaal
UITGAVEN TEN LASTE VAN BEGROTINGSPOSTEN 2003 EN VOORGAANDE JAREN
Realisatie 2004
Realisatie 2003
22
60
66
259
1.694
463
-
4
1.782
786
2. Gebouwen/verbouwingen Hoofdkantoor/vestigingen 3. Installaties Hoofdkantoor/vestigingen 4. Automatiseringsapparatuur Hoofdkantoor/vestigingen 5. Meubilair/stoffering Hoofdkantoor/vestigingen Totaal
In 2004 is voornamelijk geïnvesteerd in automatiseringsapparatuur. Deze investeringen worden deels ten laste gebracht van begrotingsposten uit voorgaande jaren (zie bovenstaande tabel). De investeringen betreffen met name werkplekapparatuur en servers. De realisatie van investeringen in automatisering ten laste van de begroting 2004 bedroeg circa € 1,2 miljoen, terwijl oorspronkelijk circa € 11,6 miljoen was begroot. Als oorzaken voor de lage realisatie kunnen onder meer worden genoemd prijsverlagingen, goede onderhandelingsresultaten en uitstel van (niet noodzakelijke) vervangingsinvesteringen. Hieronder worden de belangrijkste oorzaken van de onderuitputting nader toegelicht. Er is minder geïnvesteerd in Microsoft licenties. Omdat binnen de SVB in de komende jaren geen upgrades worden verwacht zijn de huidige licenties niet verlengd. Het is goedkoper om te zijner tijd nieuwe software aan te schaffen.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
45
Uit nader onderzoek is gebleken dat minder in servercapaciteit hoefde te worden geïnvesteerd dan vooraf gedacht. De Europese aanbesteding van de 3Com apparatuur viel aanmerkelijk goedkoper uit dan voorzien. Een deel van de investeringen (salarissysteem en ontwikkeltools) is opnieuw begroot in 2005. De investeringen in DMS en Internet (Programma Vernieuwing) hebben voornamelijk in 2003 plaatsgevonden. In verband met een mogelijke uitloop was hiervoor in 2004 opnieuw een bedrag opgenomen. Het gaat hierbij om een begrotingspost van circa € 2,4 miljoen. De voor 2004 in dit kader geplande investeringen bleken achteraf niet nodig. De vervangingsinvesteringen betreffende installaties van het hoofdkantoor te Amstelveen lopen achter bij de planning. Deze investeringen zullen in een latere periode plaatsvinden. De voorgenomen investering in meubilair binnen één van de vestigingen is niet uitgevoerd. Bij nader inzien werd dit niet nodig geacht.
MEERJARENBEGROTING PROJECT HUISVESTING
Realisatie
Meerjaren
Realisatie
Realisatie
tot en met
begroting
in %
tot en met
4e kw 2004
tot en met
1 = € 1.000 Grond Basisgebouw Indelingspakket Winkels Totaal
4e kw 2003
2004
33.769
36.575
92
33.862
145.537
143.110
102
145.893
35.300
42.256
84
35.118
3.751
4.221
89
3.751
218.357
226.162
97
218.624
Hoewel de nieuwbouw reeds enkele jaren in gebruik is, vinden nog sporadisch investeringen plaats die hiermee samenhangen. In 2004 betrof dit onder meer de aanschaf van een gevelreinigingsinstallatie, aanpassingen aan de buitenruimte en aan de inrit van een parkeergarage.
ONTWIKELINGEN EN PRESTATIES IN 2004
Daarnaast is van de belastingdienst BTW terugontvangen over investeringen in de bedrijfsrestaurants/verhuur van enkele vestigingen. Per saldo daalt hierdoor het investeringsbedrag met circa € 0,3 miljoen. Het Project Huisvesting zal in 2005 worden afgesloten.
46
3|
Producten
Hoofdopdrachtgever van de SVB is het Ministerie van SZW. Aangezien dit jaarverslag dient ter verantwoording aan het Ministerie van SZW, worden de vijf taken die de SVB in opdracht van het Ministerie van SZW uitvoert (AOW, Anw, AKW,TAS en TOG) hier uitgebreid toegelicht. Conform het Model Verantwoording wordt onder het kopje ‘Overige taken’ ook op hoofdlijnen aandacht besteed aan de taken die SVB uitvoert in opdracht van de overige opdrachtgevers.
3.1 AOW Alle Nederlandse ingezetenen bouwen tussen hun vijftiende en vijfenzestigste levensjaar rechten op voor de Algemene Ouderdomswet (AOW). Ieder jaar dat een AOW-gerechtigde tussen zijn vijftiende en vijfenzestigste levensjaar niet verzekerd was, wordt het AOW-pensioen met twee procent gekort. Wie de gehele periode van vijftig jaar verzekerd is geweest, ontvangt met ingang van het bereiken van de 65-jarige leeftijd een volledig AOW-pensioen. Gehuwden en ongehuwd samenwonenden die beiden 65 jaar of ouder zijn, ontvangen ieder een gehuwdenpensioen gelijk aan vijftig procent van het minimumloon, samen honderd procent. Als de partner jonger is dan 65 jaar, komt de pensioengerechtigde in aanmerking voor een (inkomensafhankelijke) toeslag. Alleenstaanden ontvangen zeventig procent van het minimumloon en alleenstaande ouders negentig procent van het minimumloon.
3.1.1 Ontwikkelingen Algemene Ouderdomswet en Algemene nabestaandenwet
Per 1 mei 2004 zijn de landen Estland, Letland, Litouwen, Polen, Hongarije,Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Cyprus en Malta tot de Europese Unie toegetreden. Dat betekent dat in relatie met deze landen Verordening 1408/71 van toepassing is. Bij nieuwe gevallen AOW en Anw is rekening gehouden met mogelijke toepassing van Verordening 1408/71. Reeds toegekende pensioenen AOW en Anw worden op verzoek eventueel herzien, met een terugwerkende kracht van ten hoogste twee jaar.Verordening 1408/71 is in het tweede kwartaal van 2004 van toepassing geworden op onderdanen van de nieuwe lidstaten. Dit betekent dat bestaande aanspraken op kinderbijslag kunnen wijzigen. Op 14 maart 2003 heeft de CRvB beslist dat ILO-conventie nr. 118 (Trb. 1962, 122) een rechtstreeks werkende exportverplichting bevat voor onder andere uitkeringen voor ouderdom en in verband met overlijden. Naar aanleiding van de uitspraak van de CRvB van 14 maart 2003 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geconcludeerd dat de exportbeperking van de Wet beperking export uitkeringen (Wet BEU) zoals neergelegd in de AOW en de Anw, niet kan worden gehandhaafd zolang Nederland lid is van deze conventie. Bij wet van 9 december 2004 (Stbl. 2004/715) is het voornemen tot opzegging van de conventie goedgekeurd. De opzegging zal één jaar na deponering van de daartoe strekkende akte van kracht worden. In 2004 heeft de SVB, mede op verzoek van de ANBO en de Cliëntenraad, onderzocht of met betrekking tot het oordeel over het al dan niet samenwonen meer eenduidige beoordelingscriteria kunnen worden vastgesteld. Het Ministerie van SZW heeft de desbetreffende voorstellen, waarbij de focus ligt op scherpere criteria met betrekking tot het aspect huisvesting, afgewezen.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
47
In het kader van de behandeling van het koopkrachtbeeld 2005 heeft het kabinet eind 2004 besloten dat voor ouderen met een laag inkomen de negatieve inkomenseffecten beperkt zouden moeten blijven. In verband hiermee zijn de ouderenkortingen per 1 januari 2005 verhoogd. Aangezien een verhoging van de ouderenkorting niet voor alle ouderen een effect heeft, is besloten tot de invoering van een tegemoetkoming naast het AOW-pensioen per 1 januari 2005. De tegemoetkoming wordt door de SVB uitgekeerd in samenhang met het AOW-pensioen. Getallen
Door de vergrijzing van de bevolking neemt het aantal AOW-gerechtigden steeds verder toe. In 2004 steeg het aantal AOW-gerechtigden met ruim 52.000 tot 2.498.754. Dit is bijna 4.000 hoger dan de prognose.Vooral de buitenlandse groep AOW’ers is moeilijk te prognostiseren. Deze groep laat de laatste jaren een grote groei zien. De toenemende internationalisering leidt tot hogere kosten, aangezien de internationale gevalsbehandeling ingewikkelder en tijdrovender is dan de nationale. Bovendien wordt deze uitgevoerd door meer ervaren en duurdere arbeidskrachten.
PROGNOSE EN REALISATIE VAN DE VOLUMINA AOW
Prognose 20041)
Realisatie 2004
Toekenningen Gerechtigden december
Realisatie 2003
171.996
170.274
167.365
2.498.754
2.494.922
2.446.497
1) De prognose is afkomstig uit het Kwartaalbericht 2002/4.
In de bijlagen van dit jaarverslag staan overzichten van het aantal AOW-pensioenen naar geslacht en gezinssamenstelling (bijlage 1), de woonlanden (bijlage 3) en de pensioenbedragen per 1 januari 2005 (bijlage 5).
3.1.2 Uitkeringslasten
De uitkeringen van de AOW zijn gestegen van € 22.427 miljoen in 2003 tot € 22.890 miljoen in 2004. De toename van de uitkeringen in 2004 is toe te schrijven aan de toename van het aantal gerechtigden en aan de doorwerking van de verhoging van de AOW-bedragen in juli 2003 over het hele jaar 2004. In de bijlage Aanvullende verantwoordingsinformatie wordt dit nader toegelicht.
3.1.3 Uitvoeringskosten
Begroting 2004
1 = € 1.000
PRODUCTEN
AOW
105.669
Realisatie 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2003
incl. dotaties
t.o.v. begroting
Dotaties voorz.
excl. dotaties
excl. dotaties
voorz.
2004 in %
voorz.
voorz.
99.264
94%
99.782
96.216
-518
De totale uitvoeringskosten van de AOW inclusief dotaties aan de voorzieningen zijn 6 procent lager dan begroot. De onderuitputting vindt haar oorsprong bij de personeelskosten, automatiseringskosten en diensten en diversen. De personeelskosten zijn lager dan begroot vanwege
48
de personeelsbezetting van de afdeling AOW/Anw die duidelijk onder de formatie lag in 2004. Enerzijds was de KBBS-prognose aan de hoge kant (zie ook toelichting personeelskosten), anderzijds is door de vestigingen goed geanticipeerd op de verlaging van de formatie in 2005 als gevolg van Programma Vernieuwing. De automatiseringskosten zijn met name lager vanwege uitstel van DMS. De premiebaten van de AOW zijn volgens de EMU-definitie gestegen van € 17.799 miljoen in 2003 tot € 18.891 miljoen in 2004. Dat is € 362 miljoen lager dan in de Juninota 2003 werd geraamd, rekening houdend met de omrekening naar EMU-definitie. In de jaarrekening (hoofdstuk 6) en de bijlage Aanvullende verantwoordingsinformatie wordt dit verder toegelicht. Met de belastingherziening 2001 zijn belastingvrije sommen vervangen door heffingskortingen. Als gevolg hiervan zijn de premiebaten lager dan de uitkeringslasten en uitvoeringskosten.Ter compensatie ontvangt het fonds een Bijdrage In de Kosten van Kortingen (BIKK) ten bedrage van € 2.607 miljoen uit de algemene middelen. Als er dan nog een vermogenstekort overblijft, wordt dit op basis van de EMU-definitie gedekt door het Rijk. Hiervoor ontving het AOW-fonds in 2004 een rijksbijdrage van € 2.183 miljoen. Het AOW-fonds heeft nog € 125 miljoen overgehouden. Dit zal worden verrekend met de rijksbijdrage van 2005.
Financiering
3.2 ANW De Algemene nabestaandenwet (Anw) voorziet in een uitkering voor nabestaanden, halfwezen en wezen. Op 1 juli 1996 is de Anw in de plaats gekomen van de Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW). Met de invoering van de Anw zijn de criteria om in aanmerking te komen voor een uitkering stringenter geworden. Zo wordt een deel van het inkomen in mindering gebracht op de uitkering en vervalt de uitkering als de nabestaande gaat samenwonen. Voor diegenen die al vóór 1 juli 1996 een AWW-pensioen ontvingen, werd een overgangsregeling getroffen.
Nabestaanden die na 1 januari 1950 zijn geboren komen alleen nog in aanmerking voor een uitkering als zij een kind beneden de 18 jaar onderhouden, zwanger zijn of voor tenminste 45 procent arbeidsongeschikt zijn. De Anw kent de volgende uitkeringen: nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering, wezenuitkering en de verzorgingsuitkering. Op 23 december 2003 is een kamervraag gesteld over mogelijke uitvoeringsproblemen van de Algemene Nabestaandenwet. Hoge werkvoorraden leidden regelmatig tot te late verwerking van aanvragen en mutaties. In overleg met de Staatssecretaris heeft de SVB een verbeterplan opgesteld gericht op het wegwerken van de voorraden. Conform het plan zijn de twee vestigingen met een te hoge voorraad geassisteerd door enkele andere vestigingen bij het wegwerken hiervan. Speciale aandacht is besteed aan Anw-gerechtigden die zich geconfronteerd zagen met hoge terugvorderingen als gevolg van het niet tijdig verwerken van inkomensmutaties door de SVB. Daarbij heeft de SVB met alle Anw-gerechtigden, bij wie een terugvordering al was ingesteld, contact opgenomen voor het desgewenst aanpassen van het aflossingsschema. De ondernomen acties zijn succesvol verlopen en inmiddels afgerond. Aan het eind van 2004 waren de voorraden weer op het gewenste niveau.
Ontwikkelingen
De ontwikkelingen die van belang zijn voor de Anw in internationaal perspectief zijn gelijk aan de beschreven ontwikkelingen in de AOW. Het gaat hierbij om de toetreding van een tiental landen tot de EU en de opzegging van de ILO-conventie 118.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
49
Veel Anw’ers die vóór 1950 geboren zijn, worden de komende jaren 65 jaar en verliezen dan hun Anw-uitkering. Nabestaanden die na 1950 zijn geboren moeten aan strengere criteria voldoen om in aanmerking te komen voor de Anw. Als gevolg van deze strengere criteria zal het aantal gerechtigden de komende jaren verder afnemen. Deze daling heeft zich in 2004 voortgezet, het aantal gerechtigden is met bijna 6.400 afgenomen tot 144.970. Dit is ruim 3.000 lager dan de prognose.
Getallen
PROGNOSE EN REALISATIE VAN DE AANTALLEN ANW
Prognose 20041)
Realisatie 2004
Toekenningen Gerechtigden december
Realisatie 2003
14.695
15.579
14.417
144.970
148.086
151.332
1) De prognose is afkomstig uit het Kwartaalbericht 2002/4.
In de bijlagen van dit jaarverslag staan overzichten van het aantal Anw-uitkeringen naar geslacht, leeftijd en gezinssamenstelling (bijlage 2), de woonlanden (bijlage 3) en de pensioenbedragen per 1 januari 2005 (bijlage 5).
Uitkeringslasten
De uitkeringen van de Anw zijn gedaald van € 1.586 miljoen in 2003 tot € 1.521 miljoen in 2004.Tegenover een daling van het aantal gerechtigden staat een klein prijseffect als doorwerking van de verhoging van de Anw-bedragen in juli 2003 over het hele jaar 2004.
UITVOERINGSKOSTEN
Begroting 2004
1 = € 1.000 Anw
36.723
Realisatie 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2003
incl. dotaties
t.o.v. begroting
Dotaties voorz.
excl. dotaties
excl. dotaties
voorz.
2004 in %
voorz.
voorz.
31.953
87%
32.480
34.564
-527
Financiering
De uitvoeringskosten van de Anw inclusief dotaties aan de voorzieningen zijn 13 procent lager dan begroot. Aangezien de AOW en Anw op dezelfde afdeling worden uitgevoerd geldt de toelichting op de AOW-kosten voor het overgrote deel ook voor de Anw.
PRODUCTEN
De premiebaten van de Anw zijn volgens de EMU-definitie gestegen van € 1.426 miljoen in 2003 tot € 1.506 miljoen in 2004. Dat is € 69 miljoen lager dan werd geraamd in de Juninota 2003, rekening houdend met de omrekening naar EMU-definitie. In de bijlage Aanvullende verantwoordingsinformatie wordt dit verder toegelicht. Met de belastingherziening 2001 zijn belastingvrije sommen vervangen door heffingskortingen. Als gevolg hiervan zijn de premiebaten lager dan de uitkeringslasten en uitvoeringskosten.Ter compensatie ontvangt het fonds een Bijdrage In de Kosten van Kortingen (BIKK) ten bedrage van € 190 miljoen uit de algemene middelen.
50
3.3 AKW De kinderbijslag (AKW) wordt uitgekeerd aan ouders die kinderen jonger dan 18 jaar onderhouden. De uitkering is afhankelijk van het aantal kinderen en de leeftijd van de kinderen. Voor kinderen die vóór 1995 geboren zijn, is de uitkering per kind hoger, naarmate de gezinnen groter zijn. Voor kinderen die vanaf 1995 geboren zijn, is de uitkering per kind niet meer afhankelijk van de gezinsgrootte.
In 2004 hebben er geen zwaarwegende ontwikkelingen plaatsgevonden in de AKW. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Tweede Kamer wel toegezegd dat er in 2005 een AKW-nota aan de kamer wordt aangeboden, waarin onder meer vereenvoudiging van de wetgeving aan de orde zal komen. De SVB is betrokken bij de voorbereidingen van de AKW-nota.
Ontwikkelingen
In 2004 waren er gemiddeld 3.531.509 kinderen met kinderbijslag. Dit is bijna 18.000 meer dan in 2003 en 7.000 meer dan de raming voor de begroting 2004. De procentuele stijging van het aantal gerechtigden (de gezinnen) is groter dan die van de kinderen. Dit betekent dat ook afgelopen jaar de gemiddelde gezinsgrootte verder is afgenomen.
Getallen
PROGNOSE EN REALISATIE VAN DE VOLUMINA AKW
Realisatie 20042)
Prognose 20041)
Realisatie 2003
Gemiddeld aantal gerechtigden
1.927.524
1.922.960
1.911.209
Gemiddeld aantal kinderen
3.531.509
3.524.588
3.513.541
Jaar
1) De prognose is afkomstig uit het Kwartaalbericht 2002/4. 2) De realisatie 2004 betreft voorlopige uitkomsten.
VERDELING GERECHTIGDEN NAAR GEZINSGROOTTE
per 1 januari 2004
1 kind
39%
2 kinderen
43%
3 kinderen
14%
4 kinderen
3%
Meer dan 4 kinderen
1%
In de bijlagen van dit jaarverslag staan overzichten van het aantal kinderen naar woonland (bijlage 3) en van de kinderbijslagbedragen per 1 januari 2005 (bijlage 5).
Uitkeringslasten
De uitkeringslasten van de AKW zijn gestegen van € 3.217 miljoen in 2003 tot € 3.225 miljoen in 2004. Hiermee komen de uitkeringslasten € 63 miljoen lager uit dan geraamd in de begroting van juni 2003. De lichte toename van de uitkeringslasten is te verklaren uit de stijging van het aantal kinderen. Gedurende het jaar 2004 zijn de kinderbijslagbedragen constant gebleven en is er geen indexering toegepast.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
51
UITVOERINGSKOSTEN
Begroting 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2003
incl. dotaties
t.o.v. begroting
excl. dotaties
excl. dotaties
voorz.
2004 in %
voorz.
voorz.
74.964
93%
74.802
72.254
1 = € 1.000 AKW
80.920
Dotaties voorz.
162
De uitvoeringskosten van de AKW inclusief dotaties aan de voorzieningen zijn 7% lager dan begroot. Dit wordt onder meer veroorzaakt doordat de werkelijke automatiseringskosten en daarmee de toerekening naar de wetten achterblijft bij hetgeen hiervoor is begroot. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de automatiseringskosten vooral ten behoeve van de grote wetten AOW, Anw en AKW worden gemaakt. Daarnaast blijft de toerekening van kosten aan de AKW vanuit het hoofdkantoor achter bij de begrote toerekening. In de begroting is voor de kostentoerekening van een aantal posten, met name drukwerk en portokosten, gebruik gemaakt van algemene verdeelsleutels. In de toerekening van de werkelijke kosten is het gebruik van de algemene verdeelsleutels beperkt. Daar waar mogelijk zijn de kosten direct aan de wetten toegerekend. Deze benadering heeft geleid tot een onderuitputting bij de bureaukosten en kosten van diensten en diversen. Financiering
De uitkeringen en uitvoeringskosten AKW worden volledig gefinancierd door middel van rijksbijdragen uit de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
3.4 TOG De SVB voert in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de regeling Tegemoetkoming Onderhoudskosten thuiswonende Gehandicapte Kinderen 2000 (TOG 2000) uit. Ouders die een gehandicapt kind in de leeftijd van drie tot achttien jaar thuis verzorgen kunnen een beroep doen op deze regeling. De medische indicatiestelling voor een beroep op
PRODUCTEN
de TOG wordt gefinancierd door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Ontwikkelingen
De medische indicatiestelling voor de regeling TOG wordt in opdracht van de SVB uitgevoerd door Argonaut BV. Met ingang van 1 januari 2002 is in het kader van de modernisering van de AWBZ de indicatiestelling gehandicaptenzorg formeel de taak geworden van de regionale indicatieorganen (RIO’s). De verbreding van het werkterrein van de RIO’s, in de loop van 2004 samengevoegd tot Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), moet er toe leiden dat er een duidelijke meerwaarde ontstaat voor de cliënt. Die moet de hulpvraag bij één loket kunnen aanmelden en er vanuit kunnen gaan dat alle relevante aspecten van die hulpvraag bij de indicatiestelling worden betrokken. In verband hiermee heeft de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het voornemen om de indicatiestelling voor de TOG-regeling te koppelen aan de indicatiestelling door de RIO’s/CIZ. In 2004 heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ingestemd met dit voornemen. In overleg met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de SVB is het Ministerie van Volksgezondheid,Welzijn en Sport doende om na te gaan op welke wijze aan dit voornemen nadere vorm en inhoud kan worden gegeven.Vooralsnog wordt gestreefd om de overgang per 1 januari 2006 te doen plaatsvinden.
Aantallen
Het aantal toekenningen is in 2004 toegenomen doordat het aantal aanvragen nog blijft stijgen. Het aantal kinderen is in 2004 met ruim 4.000 gestegen tot 30.658.
52
PROGNOSE EN REALISATIE VAN DE AANTALLEN TOG
Realisatie 20042)
Jaar
Toekenningen Ultimostand aantal kinderen
Prognose 20041)
Realisatie 2003
5.250
5.600
5.794
30.658
30.700
26.436
1) De prognose is afkomstig uit de begroting 2004 van juni 2003. 2) De realisatie 2004 betreft voorlopige uitkomsten.
Hieronder staat een grafiek van de TOG-kinderen naar leeftijd. De helft van de TOG-kinderen zit in de leeftijdscategorie 6 tot en met 11 jaar. Deze leeftijdsgroep is daarmee het sterkst vertegenwoordigd.
VERDELING TOG KINDEREN NAAR LEEFTIJD
per 31 december 2004
15-17 jaar
12%
12-14 jaar
20%
9-11 jaar
26%
6-8 jaar
26%
3-5 jaar
16%
De uitkeringen, inclusief de dotatie aan de voorziening uitkeringslasten, zijn gestegen van € 24,4 miljoen in 2003 tot € 27,7 miljoen in 2004.
Uitkeringslasten
UITVOERINGSKOSTEN
Begroting 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2004
incl. dotaties voorz.
3.569
87%
1 = € 1.000 TOG
4.094
Dotaties voorz.
Realisatie 2004
Realisatie 2003
t.o.v. begroting
excl. dotaties
excl. dotaties
2004 in %
voorz.
voorz.
3.625
3.612
-56
De uitvoeringskosten bedroegen in 2004 in totaal € 3,6 miljoen. Hiervan is € 1,8 miljoen besteed aan keuringskosten. Het grootste deel van deze keuringen wordt uitgevoerd door Argonaut. Daarnaast kunnen klanten ook advies aan een derde vragen. De keuringkosten waren € 0,4 miljoen lager dan begroot. Dit heeft twee oorzaken.Ten eerste blijven de gemiddelde kosten advisering Bezwaar en Beroep ver achter bij de verwachting.Ten tweede is het door aanpassingen in het aanvraagtraject voor Argonaut veel minder noodzakelijk om aanvullende informatie bij de behandelende sector in te winnen. Daarom zijn er minder “kosten derden” en daaraan gekoppeld minder “kosten administratief ”.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
53
De uitvoeringskosten van de SVB bedroegen in 2004 eveneens € 1,8 miljoen. Deze uitvoeringskosten bestaan voor het grootste deel uit personeelskosten. De uitvoeringskosten van de SVB komen vrijwel overeen met de begroting. Financiering
De uitkeringslasten en uitvoeringskosten TOG worden gefinancierd door middel van Rijksbijdragen uit de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De kosten van indicatiestelling worden betaald uit de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid,Welzijn en Sport.
3.5 TAS Maligne mesothelioom is een kwaadaardige tumor in long of buikvlies, die alleen ontstaat als gevolg van asbest, veelal na blootstelling aan asbest in een werkomgeving. Personen die mesothelioom hebben opgelopen doordat zij gedurende hun werk zijn blootgesteld aan asbest kunnen op grond van de Regeling tegemoetkoming astbestslachtoffers (TAS) een voorschotuitkering aanvragen op de eventuele schadevergoeding door de werkgever. Het slachtoffer dient zich hiervoor bij leven aan te melden bij het Instituut Asbestslachtoffers (IAS). In 2003 is de doelgroep van de TAS-regeling uitgebreid met de groep huisgenoten van de werknemer, die ten tijde van de asbestbesmetting duurzaam bij hem inwoonden en ten gevolge daarvan maligne mesothelioom hebben ontwikkeld.
Het IAS verzorgt in opdracht van de SVB de aanvraag om een voorschotuitkering en adviseert de SVB over de verstrekking van de voorschotuitkering. De SVB beoordeelt het advies, neemt een beslissing en betaalt de uitkering.Vervolgens onderzoekt het IAS of een (voormalige) werkgever aansprakelijk kan worden gesteld en bemiddelt zij tussen slachtoffer en werkgever over een schadevergoeding. Zonodig vordert de SVB op machtiging van het slachtoffer via een civiele rechtsgang schadevergoeding bij de aansprakelijke werkgever. Bij een geslaagde bemiddeling of rechtsgang dient het voorschotbedrag aan de SVB te worden terugbetaald. Als het slachtoffer is overleden voordat een aanvraag om voorschotuitkering is gedaan, kunnen de nabestaanden zich wenden tot het IAS. Het IAS onderzoekt vervolgens eerst of het mogelijk is een schadevergoeding op de werkgever te verhalen. Als dit niet mogelijk is, omdat de werkgever zich beroept op verjaring, of omdat de werkgever failliet of onvindbaar is, dan kunnen de nabestaanden een aanvraag bij de SVB doen om een eenmalige uitkering ingevolge de TAS. Ontwikkelingen
De SVB heeft een bijdrage geleverd aan een onderzoek van IAS naar de bereikbaarheid van de doelgroep in verband met het eerder gesignaleerde ondergebruik van de TAS-regeling door met name oudere slachtoffers. De SVB en IAS hebben in 2004 de bestaande samenwerkingsovereenkomst geactualiseerd en aangescherpt, mede in verband met de in 2003 gewijzigde regelgeving.
PRODUCTEN
De SVB heeft een bijdrage geleverd in het kader van een evaluatie van de kosten van de TASregeling.Voorts is overleg gevoerd met SZW inzake een wijziging van de financieringsstructuur van de uitkeringslasten. Met ingang van 2005 dient de SVB per kwartaal een voorschot aan te vragen.
54
In 2004 zijn 254 aanvragen afgehandeld, waarvan 235 voorschotuitkeringen en 19 eenmalige uitkeringen. De afgehandelde aanvragen waren hoger dan in juni 2004 werd geraamd. Enige stabilisatie is waarschijnlijk opgetreden na de uitbreiding van de regeling. De toekenningen zijn hoger dan in juni 2004 was geraamd. In 2004 werden zes aanvragen afgewezen.
Getallen
PROGNOSE EN REALISATIE VAN DE AANTALLEN TAS
Realisatie 2004
Prognose 20041)
Realisatie 2003
Afgehandelde aanvragen
254
233
233
Toekenningen
248
223
220
1) De prognose is afkomstig uit de geactualiseerde raming TAS van juni 2004.
In de aanvullende verantwoording (bijlage 6) wordt deze cijfers verder toegelicht.
De uitkeringslasten stegen van € 3,5 miljoen in 2003 tot ruim € 4,0 miljoen in 2004. Deze stijging is evenredig aan de toename van het aantal toekenningen. In totaal zijn in 2004 108 uitkeringen teruggevorderd over 2004 en 2003 voor een totaal bedrag van € 1,8 miljoen. Op kasbasis betekent dit dat de uitkeringslasten in 2004, na aftrek van de teruggestorte bedragen, op € 2,2 miljoen uitkomen.
Uitkeringslasten
UITVOERINGSKOSTEN
Begroting 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2003
incl. dotaties
t.o.v. begroting
excl. dotaties
excl. dotaties
voorz.
2004 in %
voorz.
voorz.
557
49%
557
921
1 = € 1.000 TAS
1.142
Dotaties voorz.
0
Het aantal afgehandelde aanvragen is hoger dan begroot. De kosten die het Instituut voor Asbestslachtoffers de SVB in rekening brengt vallen echter lager uit. De realisatie bedraagt slechts de helft van het budget. De reden hiervoor is dat van de begrote € 800.000 keuringskosten uiteindelijk slechts € 330.000 is besteed. In de eerste 3 kwartalen is conform afspraak driemaal een voorschot betaald van € 200.000. In het vierde kwartaal heeft echter een verrekening plaatsgevonden van € 300.000. Dit vanwege het feit dat de keuringskosten uiteindelijk lager bleken te zijn dan verwacht. Deze daling is het gevolg van betere resultaten bij de bemiddeling door het IAS (Instituut voor AsbestSlachtoffers) met de (voormalige) werkgever van het slachtoffer. Indien een bemiddeling leidt tot een positief resultaat, leidt dit tot betaling van een vergoeding door de werkgever voor gemaakte kosten. Deze komen ten gunste van de exploitatie van het IAS waardoor de SVB minder hoeft bij te dragen. Voor de overige kostencategorieën gold dat de realisatie ongeveer conform begroting was. De uitkeringen en uitvoeringskosten TAS worden volledig gefinancierd door middel van rijksbijdragen uit de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
Financiering
55
3.6 OVERIGE TAKEN Hieronder wordt aandacht besteed aan de overige taken die, met toestemming van het Ministerie van SZW, in opdracht van andere opdrachtgevers van de SVB worden uitgevoerd. Hieronder volgt per taak een beknopte omschrijving, met een toelichting op enkele relevante gebeurtenissen, aangevuld met kerncijfers.
3.6.1 Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP)
Regeling
De stichting FVP levert een bijdrage aan de beperking van pensioenbreuk als gevolg van werkloosheid. Als een werknemer van veertig jaar of ouder werkloos wordt, kan hij in aanmerking komen voor een financiële bijdrage voor zijn pensioenopbouw. Deze bijdrage wordt door kantoor FVP vastgesteld en uitbetaald op het moment dat de werkloosheidsuitkering beëindigd wordt. De SVB beheert het vermogen van de stichting. Hiervoor onderhoudt zij een intensief gegevensverkeer met het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de pensioenuitvoerders. Het bestuur van de stichting FVP bestaat uit vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties. De stichting FVP brengt een eigen jaarverslag uit.
Aantallen
De verslechterde economische situatie heeft zich in 2004 voortgezet. Doordat er meer werknemers werkloos werden dan dat er WW-gerechtigden uitstroomden, is het aantal FVP-gerechtigden in 2004 toegenomen van 99.100 naar 110.100 (voorlopige cijfers). Dit is veel meer dan in het voorjaar van 2003 is geraamd. Ook het aantal beëindigingen is toegenomen ten opzichte van vorig jaar.
PROGNOSE EN REALISATIE VAN DE AANTALLEN FVP
Aantal beëindigingen Ultimostand gerechtigden
Realisatie 2004
Prognose 2004
Realisatie 2003
53.000
49.400
43.600
110.100
98.700
99.100
De gegevens zijn respectievelijk afkomstig uit het concept jaarverslag 2004 van de stichting FVP en de voorjaarsraming 2003.
De uitkeringslasten op basis van voorlopige cijfers bedragen € 276 miljoen. Dit is inclusief de bijstelling over voorgaande jaren en de mutatie van de voorziening. De voorziening is bedoeld voor de lopende gevallen waarvan het recht nog niet tot uitbetaling is gekomen. Deze bedraagt € 494 miljoen.
Uitkeringslasten
UITVOERINGSKOSTEN
Begroting 2004
PRODUCTEN
1 = € 1.000 FVP
56
7.536
Realisatie 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2003
incl. dotaties
t.o.v. begroting
Dotaties voorz.
excl. dotaties
excl. dotaties
voorz.
2004 in %
voorz.
voorz.
7.072
94%
7.136
7.141
-64
De uitkeringslasten en uitvoeringskosten van de FVP-regeling worden volledig gefinancierd door middel van beleggingsopbrengsten en het interen op het vermogen.
Financiering
3.6.2 Regeling Persoonsgebonden Budget (PGB)
Sinds 1995 kunnen AWBZ-verzekerden een Persoonsgebonden Budget (PGB) aanvragen. Hiermee kunnen zij zelf zorg inkopen in plaats van aanspraak te maken op zorg in natura door een erkende zorginstelling. Sinds 1 januari 2001 valt de PGB-regeling onder de Regeling subsidies AWBZ en Ziekenfondswet, die wordt vastgesteld door de minister van VWS. Sinds 1998 verricht de SVB (kantoor PGB) in opdracht van het College voor zorgverzekeringen (CVZ) de administratieve uitvoering van de PGB-regeling oude stijl.
PGB oude stijl
Door het van start gaan van de nieuwe regeling (zie Servicecentrum PGB) daalde het aantal budgethouders onder de oude regeling in 2004 van 37.983 naar 16.526.Van het aantal beschikkingen dat eind 2004 voor het volgende jaar onder de oude regeling geregistreerd staan, lopen er 6.594 door tot eind 2005.Van de voor 2005 geregistreerde beschikkingen was eind 2004 al bekend dat 1.794 van de budgethouders voor wie deze bestemd zijn, in de loop van het jaar de overstap naar de PGB-regeling nieuwe stijl zullen maken. De daling is echter vertraagd onder meer door capaciteitsproblemen bij de Regionale Indicatie Organen (RIO) en het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ).
Aantallen
PROGNOSE EN REALISATIE VAN DE AANTALLEN PGB OUDE STIJL
Ultimostand budgethouders
Realisatie 2004
Prognose 2004
Realisatie 2003
16.526
7.910
37.983
De prognose is afkomstig uit de begroting PGB oude stijl 2004 van september 2003.
De uitkeringen voor de regeling oude stijl daalden van € 471 miljoen in 2003 tot € 306 miljoen in 2004 (voorlopige cijfers).
Uitkeringen
UITVOERINGSKOSTEN
Begroting 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2003
incl. dotaties
t.o.v. begroting
excl. dotaties
excl. dotaties
voorz.
2004 in %
voorz.
voorz.
17.584
52%
17.296
22.992
1 = € 1.000 PGB
33.562
Dotaties voorz.
288
De uitstroom van budgethouders naar de PGB-regeling nieuwe stijl is minder snel gegaan dan verwacht. Desondanks blijft de realisatie ruim binnen de begroting. De onderschrijding wordt voornamelijk veroorzaakt doordat in de begroting van PGB-afbouw rekening is gehouden met een forse dotatie aan de voorziening WW. Er is echter maar een beperkt aantal mensen in de voorziening WW ingestroomd. Het plaatsingspercentage van de mensen die uitstromen, bedraagt over 2004 ongeveer 90 procent.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
57
Financiering
Het CVZ financiert de uitkeringen en uitvoeringskosten van de PGB-regeling volledig uit de AWBZ-premies.
PGB nieuwe stijl
In de loop van 2002 heeft de politiek ingestemd met de regelgeving voor PGB nieuwe stijl. Deze nieuwe regeling is per 1 april 2003 van start gegaan. De belangrijkste wijzigingen zijn dat de subsidiecategorieën zijn samengevoegd tot één categorie en dat indicatie voortaan plaatsvindt op basis van functies en niet meer op grond van verschillende producten zorg.Verder krijgen budgethouders het budget rechtstreeks door het zorgkantoor op hun rekening gestort en zijn zij verplicht verantwoording af te leggen aan het zorgkantoor over de besteding van hun budget. Binnen de SVB wordt de taak van facilitaire organisatie voor de PGB-regeling nieuwe stijl uitgevoerd door het SVB Servicecentrum PGB (SSP). Alle budgethouders kunnen gratis en op vrijwillige basis gebruik maken van het SVB Servicecentrum PGB voor: • Modelovereenkomsten; • Collectieve verzekeringen (wettelijke aansprakelijkheid, loondoorbetaling bij ziekte en rechtsbijstand); • Informatie en advies op het gebied van arbeidsrecht. PGB nieuwe stijl voert ook kosteloos en op vrijwillige basis de salarisadministratie voor budgethouders die loonbelasting en premies over het loon van de zorgverlener afdragen.Voor de overige budgethouders geldt dat zij zelf de administratie van hun budget moeten voeren. Hieronder zijn enkele kerncijfers opgenomen van PGB nieuwe stijl. Doordat de groei in 2004 net als in 2003 onverwacht sterk was, zijn de kosten substantieel hoger uitgekomen dan begroot. Daar staan net als in 2003 navenant hogere inkomsten tegenover. Het positieve resultaat is verwerkt in de jaarrekening.
Begroting 2004
1 = € 1.000
Realisatie 2004
Realisatie 2004
incl. dotaties voorz.
Dotaties voorz.
Realisatie 2004
Realisatie 2003
t.o.v. begroting
excl. dotaties
excl. dotaties
2004 in %
voorz.
voorz.
Kosten
3.875
6.354
164%
-
6.354
1.636
Opbrengsten
5.232
8.767
168%
-
8.767
2.686
Aantal salarisstroken 93.888
132.163
141%
-
132.163
21.904
3.6.3 Remigratiewet
In opdracht van het Ministerie van Justitie voert de SVB de Remigratiewet uit. Een uitkering op basis van deze wet wordt uitgekeerd aan de remigrant die terugkeert om zich te vestigen in het land van herkomst. De Remigratiewet bestaat uit een basisvoorziening en een remigratievoorziening. De basisvoorziening is een eenmalige tegemoetkoming voor de reis- en verhuiskosten en de verblijfskosten gedurende de eerste twee maanden. De remigratievoorziening bestaat uit een maandelijkse remigratie-uitkering en een tegemoetkoming ziektekosten.
PRODUCTEN
Ontwikkelingen
58
Het jaar 2004 is een arbeidsintensief jaar geweest voor de Remigratiewet. In de zomer van 2003 heeft het Ministerie van Justitie aangekondigd deze wet te willen afschaffen. Deze aankondiging heeft geleid tot een verhoogde belangstelling voor de Remigratiewet wat zich ook in 2004 heeft uitgedrukt in aanmerkelijk hogere aantallen aanvragen. Uiteindelijk bleek het politiek niet haalbaar de wet in te trekken, aangezien de beoogde bezuiniging niet realiseerbaar was. Intrekking zou de maatschappij juist meer geld kosten dan het aan bezuiniging opleverde.
In 2004 zijn bijna evenveel aanvragen in behandeling genomen als in het topjaar 2003. Net als eind 2003 was het de eerste helft van 2004 nog onzeker of de Remigratiewet zou worden ingetrokken. In 2004 vertrokken 1.331 remigranten met een basisvoorziening.Van deze groep ontvangen 1.001 remigranten ook een maandelijkse remigratievoorziening. Dit is bijna tweemaal zoveel als waar vanuit is gegaan bij het opstellen van de begroting. Het aantal gerechtigden dat een remigratievoorziening ontvangt is slechts met circa 150 toegenomen ten opzichte van eind 2003. Naast het nieuwe aantal gerechtigden zijn er ook veel remigratievoorzieningen omgezet in een nihil-uitkering. Bij een nihil-uitkering komt het recht niet tot uitbetaling omdat er bijvoorbeeld sprake is van een hogere samenlopende uitkering. Eind 2004 bedroeg het aantal nihil-uitkeringen 4.142. In bijlage 4 staat meer informatie over het aantal gerechtigden naar leeftijd en soort uitkering. Uit deze bijlage blijkt dat bij relatief veel ouderen een nihil-uitkering voorkomt, doordat hun remigratie-uitkering samenloopt met hun AOW-pensioen.
Getallen
PROGNOSE EN REALISATIE VAN DE AANTALLEN REMIGRATIEWET
Realisatie 2004
Prognose 2004
Realisatie 2003
In behandeling genomen aanvragen
1.929
1.450
1.977
Vertrokken remigranten met basisvoorziening
1.331
710
717
Vertrokken remigranten met remigratievoorziening
1.001
510
482
Ultimostand gerechtigden (excl. Nihil-uitkeringen)
4.447
4.020
4.302
De prognose is afkomstig uit de begroting 2004 van juli 2003 .
De uitkeringen in 2004 kwamen uit op ruim € 22 miljoen, € 1,1 miljoen hoger dan in 2003. Door de toename van het aantal vertrokken remigranten waren er bijna twee keer zoveel mensen die gebruik hebben gemaakt van de eenmalige basisvoorziening. De uitkeringen bestaan voor ruim € 3 miljoen uit basisvoorzieningen en voor bijna € 19 miljoen uit remigratievoorzieningen.
Uitkeringslasten
UITVOERINGSKOSTEN
Begroting 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2003
incl. dotaties
t.o.v. begroting
excl. dotaties
excl. dotaties
voorz.
2004 in %
voorz.
voorz.
1.516
97%
1.555
1.258
1 = € 1.000 Remigratiewet
1.562
Dotaties voorz.
-39
De uitvoeringskosten die ten laste van het Fonds Remigratiewet worden gebracht, hebben betrekking op de uitvoering van de Remigratiewet en het Tijdelijk besluit tegemoetkoming verhuiskosten Antillianen en Arubanen; de kosten bedragen respectievelijk € 1,3 miljoen en € 0,2 miljoen; vorig jaar bedroegen de kosten van de Remigratiewet en de Antillenregeling respectievelijk € 1,2 miljoen en € 0,1 miljoen. Ten opzichte van 2003 zijn de kosten nauwelijks toegenomen. Uit het gegeven dat het aantal behandelde aanvragen daarentegen aanmerkelijk groter is ten opzichte van 2003, zoals uit de voorgaande toelichting blijkt, kan een efficiencyverbetering worden afgeleid.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
59
Financiering
De uitkeringslasten en uitvoeringskosten van de Remigratiewet worden volledig gefinancierd door middel van Rijksbijdragen uit de begroting van het Ministerie van Justitie.
3.6.4 Tijdelijk besluit tegemoetkoming verhuiskosten Antilianen en Arubanen
Regeling
Sinds 27 oktober 2001 voert de SVB het Tijdelijk besluit tegemoetkoming verhuiskosten Antillianen en Arubanen uit. De regeling ondersteunt in Nederland woonachtige Antillianen die een baan op de Antillen hebben gevonden bij hun terugkeer. De tegemoetkoming in de verhuiskosten betreft de reiskosten en transportkosten van huisraad en bedraagt maximaal € 5.900 per gezin. De regeling is onderdeel van een gezamenlijk project met de Antilliaanse overheid in het kader van de nota Migratie Antilliaanse Jongeren. De regeling heeft de beperkte duur van drie jaar.
Ontwikkelingen
Het Tijdelijk besluit tegemoetkoming verhuiskosten Antillianen en Arubanen had als einddatum 27 oktober 2004. Het Ministerie van Justitie heeft er niet voor gekozen de regeling te verlengen. Het aflopen van de regeling tegemoetkoming verhuiskosten Antillianen en Arubanen heeft een duidelijk effect gehad op het aantal aanvragen dat in 2004 is gedaan.
Getallen
In 2004 zijn 1.063 aanvragen in behandeling genomen. Pas op het moment van vertrek wordt de tegemoetkoming uitbetaald. In 2004 is 618 keer gebruikgemaakt van de verhuiskostenregeling. Dit is veel meer dan de 410 aanvragen en 240 toekenningen die in juli 2003 werden geraamd.
Uitkeringen
In 2004 bedroegen de uitkeringslasten € 1,7 miljoen. Dat betekent bijna een verdubbeling ten opzichte van 2003.
Financieringen
De uitkeringslasten en uitvoeringskosten van het Tijdelijk besluit tegemoetkoming verhuiskosten Antillianen en Arubanen worden volledig gefinancierd door middel van Rijksbijdragen uit de begroting van het Ministerie van Justitie.
3.6.5 Besluit vrijwillige verzekering AWBZ
Regeling
Door middel van het besluit Vrijwillige Verzekering AWBZ bestaat voor Nederlanders in het buitenland de mogelijkheid om de AWBZ-verzekering vrijwillig voort te zetten. De SVB voert het besluit uit in opdracht van College voor zorgverzekeringen. De taken bestaan uit het vaststellen of iemand in aanmerking komt voor vrijwillige verzekering en het innen en afdragen van de premie. Met de invoering van de Zorgverzekeringswet, naar verwachting per 1 januari 2006, zullen de in de EU of een verdragsland wonende postactieven met een pensioen of uitkering uit Nederland, ook die nu particulier verzekerd zijn, aanspraak krijgen op de -volgens de wetgeving van het woonland voorziene- zorg. Daarnaast is de vrijwillige AWBZ-verzekering gebleken erg kostbaar te zijn. De minister van VWS is daarom voornemens de vrijwillige AWBZ-verzekering op te heffen bij de invoering van de nieuwe Zorgverzekeringswet. Met VWS is overleg gevoerd over een overgangsregeling en de voorlichting inzake het voorgenomen besluit.
PRODUCTEN
Getallen
60
Het aantal vrijwillige AWBZ-verzekerden is afgenomen van 1.809 in 2003 tot 1.652 in 2004. Voor vrijwel alle landen is het aantal klanten met circa 10% teruggelopen. De afname was het grootste bij klanten in Spanje. Alleen het aantal klanten in Duitsland neemt gestaag toe. De verzekerden wonen in meer dan 47 landen.
UITGEVOERDE WERKZAAMHEDEN EN UITVOERINGSKOSTEN
Begroting 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2003
incl. dotaties
t.o.v. begroting
excl. dotaties
excl. dotaties
voorz.
2004 in %
voorz.
voorz.
578
68%
578
733
1 = € 1.000 AWBZ
848
Dotaties voorz.
0
De uitvoeringskosten van de reguliere gevalsbehandeling bedroegen in 2004 circa € 0,6 miljoen. In 2004 zijn voor de uitvoering minder SVB-medewerkers ingezet dan begroot. Er heeft weliswaar, zoals reeds genoemd, een inhaalslag plaatsgevonden met de verwerking van de definitieve inkomensvaststelling, maar de kosten zijn lager uitgevallen dan begroot als gevolg van een doorgevoerde efficiëncyverbetering bij de vaststelling van het inkomen van de partner van de verzekerde. In 2004 zijn ongeveer 1.800 verificatie- en inkomensonderzoeken uitgevoerd.Tevens zijn ruim 1.600 prolongatienota’s verzonden. Daarnaast zijn circa 600 nieuwe aanvragen in behandeling genomen, die hebben geleid tot circa 100 nieuwe aanmeldingen. Hieruit blijkt dat het merendeel van de ingediende aanvragen voort komt uit een informatiebehoefte (bijvoorbeeld van gezinsleden van grensarbeiders en Vutters) die niet bevoegd zijn om deel te nemen aan de vrijwillige verzekering. Een relatief groot deel van de werkzaamheden heeft betrekking op gratis dienstverlening aan potentiële klanten of zelfs aan niet-klanten.
3.6.6 Bureau Belgische Zaken (BBZ) / Bureau Duitse Zaken (BDZ)
De SVB is verbindingsorgaan tussen Nederland en België en Nederland en Duitsland op het gebied van de sociale verzekeringen. De Bureaus BBZ en BDZ hebben in dit kader een voorlichtende, bemiddelende en administratieve rol (bijvoorbeeld bij de behandeling van aanvragen om Belgische- en Duitse pensioenen voor personen die in Nederland woonachtig zijn en in België of Duitsland hebben gewerkt). Met name het geven van voorlichting en advies in de EU-regio is een belangrijke taak van beide bureaus. BBZ bestond in 2004 50 jaar, BDZ bestaat iets langer. In de contacten met de genoemde landen behartigen de bureaus in de hoedanigheid van verbindingsorgaan de belangen van de Nederlandse sv-uitvoeringsorganen met betrekking tot de op dat gebied getroffen regelingen. In dit kader zijn overeenkomsten van opdracht gesloten met het UWV en het CVZ. Verder werken de bureaus voor werkgevers- en werknemersorganisaties, individuele werkgevers en werknemers, zelfstandigen en uitkeringsgerechtigden. Bureau BDZ verzorgt de uitbetaling van Duitse pensioenen aan personen die in Nederland wonen. BBZ en BDZ hebben in toenemende mate contact met klanten.Tezamen ontvingen zij in 2004 circa 90.000 telefoontjes; enkele honderden personen kwamen langs op kantoor of op een spreekuur in de EUR-regio. Net als vorig jaar hebben de bureaus veel vragen gehad van klanten over de consequenties van het wonen en werken in België of Duitsland ten aanzien van bijvoorbeeld ziektekostenverzekeringen (AWBZ) of belastingwetgeving.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
Ontwikkelingen
61
BDZ stelt in opdracht van Duitse sociale verzekerings- en uitvoeringsorganen maandelijks ongeveer 60.000 Duitse pensioenen betaalbaar en voert zonodig verrekeningen door wegens samenloop van Duitse en Nederlandse aanspraken. Op basis van het inkomen wordt door BDZ beoordeeld of in Nederland woonachtige gerechtigden recht hebben op een tegemoetkoming uit Duitsland in de premie die zij in Nederland voor hun ziektekostenverzekering betalen. In verband hiermee vonden circa 21.000 herhalingsonderzoeken plaats. Een deel van de kosten die samenhangen met de door BBZ / BDZ uitgevoerde taken wordt doorberekend aan de externe opdrachtgevers het UWV en het CVZ (circa € 1 miljoen).
3.6.7 Overige taken / opbrengsten
De SVB geeft op grond van het Besluit Internationale taken (Ministerie SZW) op verzoek van bedrijven en instellingen detacheringsverklaringen af in het kader van de uitvoering van de sociale verzekeringswetgeving, wanneer Nederlandse onderdanen door hun werkgever in het buitenland worden gedetacheerd. De SVB heeft sociaal attachés in dienst die in Marokko, Spanje, Suriname,Turkije en ZuidAfrika in het kader van handhaving onderzoeken uitvoeren en klantcontacten onderhouden ten behoeve van de eigen wetsuitvoering. Daarnaast verrichten deze attachees in opdracht van het UWV en het CVZ onderzoeken voor de uitvoering van wetten die uitgevoerd worden door deze organisaties.Tevens worden in het kader van de Algemene Bijstandswet door sociaal attachés in Marokko,Turkije en Suriname vermogensonderzoeken uitgevoerd. Tevens stelt de SVB aan enkele Pensioenfondsen rechtsgegevens beschikbaar van hun pensioengerechtigden in het buitenland, waar de SVB op grond van verificatie in het kader van de uitvoering van de AOW reeds de beschikking over heeft. Naast genoemde taken met een structureel karakter, worden soms voor ministeries incidenteel mailings aan klanten uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is een mailing die in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen is uitgevoerd. Naast de doorbelaste kosten met betrekking tot de hiervoor benoemde uitvoeringstaken, worden door de SVB voor enkele andere zaken kosten doorberekend aan derden. Het betreft onder meer doorberekende huisvestingskosten wegens verhuur van overmaat en opbrengsten wegens verkoop van overjarige werkplekapparatuur. De baten die uit deze activiteiten voortvloeien (in 2004 circa € 3 mln.) komen ten gunste van de sv-fondsen. Internationale Consultancy
In het kader van de EU Twinning projecten heeft de SVB, door middel van het leveren van projectleiding en consultants, geparticipeerd in projecten in Litouwen,Tsjechië, Hongarije en Bulgarije.
PRODUCTEN
Het is een doelstelling van de SVB om het aantal consultants uit te breiden zodat nieuwe consultants ervaring kunnen opdoen met consultancy werkzaamheden. In 2004 waren twaalf consultants werkzaam, waaronder vier nieuwe consultants.Via het Ministerie van SZW wordt van de Europese Unie per consultancydag een vergoeding ontvangen ter derving van salariskosten (€ 0,2 miljoen).
62
4|
Overig
4.1 UITBESTEDE TAKEN
Bij de uitvoering van de Anw zijn vier taken uitbesteed aan derden:
Anw
Regulier arbeidsongeschiktheidsonderzoek
Het reguliere arbeidsongeschiktheidsonderzoek voor in Nederland wonenden wordt uitgevoerd door WOSM. Daarnaast onderzoekt WOSM of sprake is van uitsluitingsgrond van artikel 15 Anw, overlijden binnen een jaar waarbij het redelijkerwijs duidelijk is dat de gezondheidstoestand slecht was. In totaal zijn er in 2004 ongeveer 1.360 onderzoeken uitgevoerd, tegen een totale vergoeding van € 700.000. Hulpbehoevendheid
Als een nabestaande samenwoont in het kader van een verzorgingsrelatie, bestaat recht op een Anw-uitkering van 50% van het wettelijk minimumloon.Voorwaarde voor het bestaan van een verzorgingsrelatie is de hulpbehoevendheid van een van de samenwonenden. Argonaut adviseert de SVB over de eventuele hulpbehoevendheid. In totaal zijn er in 2004 23 onderzoeken uitgevoerd, tegen een gemiddelde prijs van circa € 168. Regres Anw
Voor het regres Anw is met het Verbond van Verzekeraars een convenant gesloten. Op grond van dat convenant heeft de SVB als afkoopsom ruim € 3,7 miljoen ontvangen.Voor het regres bij Nederlandse verzekeraars die niet tot het convenant zijn toegetreden en het regres in het buitenland zijn de verhaalsactiviteiten uitbesteed aan BSA schaderegeling in Den Haag. In 2004 heeft BSA in verband met dat regres een totaalbedrag van ongeveer € 235.000 verhaald. Als vergoeding voor die activiteiten is aan BSA circa € 8.000 voldaan. Arbeidsongeschiktheidsonderzoek buitenland
Het UWV onderzoekt de mate van arbeidsongeschiktheid voor de Anw en de AKW van uitkeringsgerechtigden, of kinderen waarvoor AKW ontvangen wordt, die in het buitenland wonen. In totaal zijn er in 2004 ongeveer 40 uitgevoerd, waarvoor een vergoeding van circa € 40.000 is betaald. Behalve het hierboven genoemde onderzoek naar arbeidsongeschiktheid van in het buitenland wonende kinderen, besteedt de SVB twee taken uit in het kader van de AKW.
AKW
Verwijtbare werkloosheid
Het UWV adviseert de SVB over de verwijtbaarheid van de werkloosheid van 16- en 17jarigen waarvoor recht op een AKW-uitkering bestaat. In 2004 zijn er ruim 100 onderzoeken uitgevoerd, waarvoor de vergoeding ongeveer € 21.000 bedroeg. Regulier arbeidsongeschiktheidsonderzoek
WOSM adviseert de SVB over de mate van arbeidsongeschiktheid van 16- en 17-jarigen in verband met het recht op een AKW-uitkering. Sinds september 2002 adviseert WOSM ook over uitwonendheid in verband met ziekte van kinderen jonger dan 16 jaar. In totaal zijn er in 2004 ongeveer 950 onderzoeken uitgevoerd, tegen een totale vergoeding van ruim € 0,4 miljoen.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
63
TOG
Op grond van artikel 7 TOG moet de SVB, om te bepalen of het kind gehandicapt is, medisch advies inwinnen. Na een Europese aanbestedingsprocedure is, met goedkeuring door de Minister van Volksgezondheid,Welzijn en Sport, een overeenkomst over medische indicatie gesloten met Argonaut BV. De overeenkomst loopt van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2005. In 2004 zijn er circa 11.200 onderzoeken uitgevoerd (inclusief herindicaties). In 2004 is voor € 1,8 miljoen gedeclareerd door Argonaut als vergoeding voor uitgevoerde onderzoeken.
TAS
Op grond van artikel 14.1 Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS) kan de SVB over het recht op de eenmalige uitkering advies vragen aan het Instituut asbestslachtoffers (IAS). Een dergelijk advies wordt bij nagenoeg alle TAS-aanvragen gevraagd. Op grond van artikel 15 is in 2000 een samenwerkingsovereenkomst tussen IAS en de SVB gesloten, waarin onder meer de vergoeding door de SVB aan IAS voor de adviezen is geregeld. In 2004 zijn circa 250 adviezen verstrekt tegen een vergoeding van ruim € 0,3 miljoen.
OS390
Sinds eind september 2001 heeft de SVB de exploitatie van zijn mainframe na een Europese aanbesteding uitbesteed aan Pink Roccade. De beschikbaarheid van de systemen is het hele jaar ruim boven de afgesproken normen geweest en daarmee minstens zo goed als in de voorgaande jaren, toen de SVB nog een eigen rekencentrum had. De totale kosten in 2004 bedroegen bijna € 5,4 miljoen.
4.2 TOEZICHT BEVINDINGEN De belangrijkste conclusie uit het jaarverslag 2003 van de Inspectie Werk & Inkomen (IWI) is dat de SVB in 2003 goed heeft gepresteerd. De SVB verstrekt haar uitkeringen rechtmatig en in belangrijke mate tijdig. Bovendien is de kwaliteit van de productie verbeterd en zijn de uitvoeringskosten binnen het beschikbare budget gebleven. Toch noemt de IWI een aantal punten waarop de SVB haar prestaties kan verbeteren. De belangrijkste zijn: klanttevredenheid, werkvoorraden en de uitvoering van de Wet BMTI. Hieronder zal worden aangegeven tot welke actie de conclusies van de IWI bij de SVB hebben geleid.
Klanttevredenheid
Klanttevredenheid is volgens de IWI het terrein waarop de SVB nog de meeste winst kan boeken. Ook de SVB zelf onderkent het toenemende belang van klantgericht werken. Om de aandacht voor klantgerichtheid binnen de SVB te vergroten, is een bedrijfscoördinator dienstverlening aangesteld en een SVB-brede Werkgroep Dienstverlening ingesteld. Daarmee is een extra impuls gegeven aan het realiseren van het gewenste niveau van dienstverlening. Daarnaast heeft de SVB in 2004 weer een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd. De resultaten daarvan staan beschreven in Hoofdstuk 2 van dit jaarverslag, onder klantgerichte uitvoering. Werkvoorraden
OVERIG
De afgelopen jaren heeft de SVB veel aandacht besteed aan het terugdringen van de hoge werkvoorraden. Desondanks constateerde de IWI in haar jaarverslag 2003 nog risico’s bij twee van de negen SVB-vestigingen. In overleg met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de SVB haar activiteiten gericht op het terugdringen van de werkvoorraden geïntensiveerd. Als gevolg daarvan zijn in 2004 de werkvoorraden bij de vestigingen tot het gewenste niveau teruggebracht. Wet Boeten, maatregelen, terug- en invordering
De IWI merkt in haar jaarverslag 2003 op dat de SVB in de uitvoering van de Wet Boeten
64
een hoog percentage fouten maakt. Om dat aantal fouten terug te brengen zal de SVB gaan bewaken dat haar medewerkers zo nodig alsnog een boete opleggen nadat een geval is teruggekomen omdat er geen aangifte of vervolging door het openbaar ministerie heeft plaatsgevonden. De resultaten hiervan zijn te vinden in hoofdstuk 2, onder handhaving.
4.3 OVERIGE ASPECTEN 4.3.1 Vervroegd vaststellen internationale verzekeringsloopbanen
In 2004 is door het Kantoor Verzekeringen van de SVB, in de vorm van een project, op beperkte schaal onderzoek gedaan naar het vervroegd vaststellen van internationale verzekeringsloopbanen AOW. Het onderzoek richtte zich met name op in het buitenland wonende potentiële AOW-klanten van 62 jaar. De eerste bevindingen zijn zonder meer positief. Met het vroegtijdig vaststellen van verzekeringsloopbanen wordt duidelijk voorzien in een bij de toekomstige klant aanwezige behoefte. Daarnaast levert een vroegtijdige reconstructie van de verzekeringsloopbaan een belangrijke bijdrage in de verbetering van de efficiency van het latere aanvraagproces.
4.3.2 ICT beschreven volgens CobiT
De SVB hanteert de CobiT1)-systematiek als uitgangspunt voor haar verantwoording over de ICT-functie. CobiT benadert het complexe werkveld door dit uit te splitsen in een viertal domeinen, met daarbinnen een groot aantal processen en diverse controledoelstellingen. Als domeinen onderscheidt CobiT: 1. Planning & Organisatie; Dit domein beslaat het strategische en tactische management en heeft betrekking op de wijze waarop Informatietechnologie het best kan bijdragen aan het bereiken van de bedrijfsdoelstellingen. 2. Verwerving en Implementatie; Om de IT-strategie te realiseren moeten IT-oplossingen in kaart worden gebracht, ontwikkeld en geïmplementeerd en worden geïntegreerd in het bedrijfsproces. Daarnaast moeten veranderingen in en onderhoud op bestaande systemen plaatsvinden om de levenscyclus voor deze systemen te continueren. 3. Dienstverlening & Ondersteuning; Dit domein heeft betrekking op de feitelijke levering van de gewenste ICT-diensten. Hieronder vallen diverse cruciale processen als: - het aanbieden en beheren van de technische infrastructuur, - het runnen van de overeengekomen online en batchprogramma’s, - het afhandelen van incidenten en problemen, - het onderhouden van de gewenste security-instellingen, - het waarborgen van de continue service. 4. Monitoring; Alle IT processen dienen regelmatig in ogenschouw te worden genomen met betrekking tot hun kwaliteit en met betrekking tot de mate waarin ze aan beheersingsaspecten voldoen. In de volgende paragrafen zullen de ontwikkelingen in het verslagjaar binnen de ICT-functie worden toegelicht per CobiT-domein.
1) Het acroniem CobiT is in 1996 ontstaan vanuit Control Objectives for Information and related Technology [CobiT]. CobiT wordt
thans gecombineerd met het bijschrift “GOVERNANCE, CONTROL and AUDIT for INFORMATION and RELATED TECHNOLOGY”
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
65
Planning en Organisatie
2004 is het jaar van Programma Vernieuwing, de realisatie van het eerste plateau op weg naar SVB 2010. Er is gekozen voor een ritme van verandering waarbij in het ene jaar een plateau wordt gemaakt dat in het jaar daarop in de organisatie wordt ingebed. De meest in het oog springende onderdelen van het Programma zijn het aanbieden van dienstverlening via internet en het digitaliseren van dossiers voor de gevalsbehandeling. Begin februari 2005 is de stand als volgt.Vanwege een capaciteitsprobleem met het document management systeem (DMS), wordt invoering van dit onderdeel niet eerder dan mei verwacht. De internetdiensten zijn in principe gereed en wachten op een akkoord voor DigiD, de generieke authenticatievoorziening voor het publieke domein. De ICT-koers naar 2010 is bepaald. Er is gekozen voor het realiseren van nieuwe informatievoorziening en niet voor migreren vanuit de bestaande applicaties. De nieuwe informatievoorziening wordt eerst gerealiseerd voor de AKW-regeling, maar kent een architectuur die erop is gericht de andere regelingen op een goede wijze in te voegen. Verwerving en Implementatie
In 2004 is de overgang naar de nieuwe infrastructuren XP en Office 2003 afgerond. Daarnaast is alle aandacht uitgegaan naar Programma Vernieuwing. Dienstverlening en Ondersteuning
De relatie met de externe service provider voor de exploitatie van onze primaire systemen heeft in 2004 naar tevredenheid gefunctioneerd. Het contract met Pink Roccade loopt tot juni 2006. In 2005 zal worden onderzocht of het contract wordt verlengd of dat opnieuw wordt aanbesteed. De belangrijkste onderdelen van informatiebeveiliging zijn ingericht en werken naar tevredenheid. Informatiebeveiliging is belegd in de organisatie en er is een geaccordeerd beveiligingsbeleid, waarin de organisatorische verantwoordelijkheden goed zijn uitgewerkt. Deze worden ook onderdeel van de managementcontracten.Voorts zijn planningen beschikbaar voor het aanscherpen van diverse richtlijnen. Door het toenemend aantal verbindingen met de buitenwereld moet er op dit terrein pro-actiever en met een hoger tempo worden gehandeld. Eind 2004 zijn de voorbereidingen gestart voor de volgende Gartner-benchmark. Bij de vorige meting zat de SVB heel dicht in de buurt van de zogenaamde “peer group” waarmee de SVB haar ICT-kosten vergelijkt. De afgelopen jaren heeft de SVB significant ICT-kosten bespaard. Door de investering in Programma Vernieuwing zal het kostenniveau voor de kortere termijn weer hoger liggen, om na een periode van optimalisatie weer op het niveau van de “peer group” uit te komen. SVB streeft naar een marktconform niveau van ICT-kosten. De kwaliteit van de ICT-ondersteuning moet onverminderd hoog blijven. Binnen Systeemontwikkeling is niveau 2 van CMM bereikt door als laatste stap de “key process areas” ook in het z/OS domein in te richten. Dit leidt tot een betere beheersing van de systeemontwikkeling op dit platform.Tevens is een eerste versie van een ontwikkelstraat geïmplementeerd waarmee internetapplicaties kunnen worden ontwikkeld. Monitoring
OVERIG
Er wordt onderscheid gemaakt tussen monitoring van Programma Vernieuwing en de “going concern” CobiT-processen. Hier gaat het alleen om het laatste. Dit is het tweede verslagjaar waarbij het CobiT-raamwerk wordt gebruikt voor de verantwoording van de ICT.Voor de besturing werken de afdelingen met prestatie-indicatoren. Dit jaar is
66
er wederom een “self assessment” door de ICT-afdelingen uitgevoerd naar de beheersing van de aanwezige ICT-processen. Over het geheel genomen spreekt daaruit een adequate beheersing van de belangrijkste processen. Slechts voor een beperkt aantal processen scoort de SVB in 2004 lager dan 3; deze zullen in 2005 worden opgepakt. De SVB heeft de ambitie om over 2005 voor alle processen tenminste een 3 te scoren.
4.3.3 Huisvesting
In 2004 is een meerjarenplan voor groot onderhoud voor alle kantoren gereed gekomen. Dit heeft als basis gediend voor de investeringsplanning voor de komende jaren. Enige op de investeringsbegroting opgenomen posten voor groot onderhoud, met name voor het hoofdkantoor, zullen in 2005 worden gerealiseerd. De vergevorderde onderhandelingen over de verkoop van een deel van het kantoor in Rotterdam, dat verhuurd is aan een derde partij, hebben uiteindelijk niet tot verkoop kunnen leiden. Door een gestadige daling van de personeelsformaties is bij praktisch alle kantoren een, meestal nu nog beperkte, overmaat aan ruimte ontstaan. Alleen het kantoor in Utrecht kent een echt forse leegstand die is ontstaan door de nu lopende afbouw van de door de SVB uitgevoerde taak voor de PGB. De voor de nieuwe PGB-regeling benodigde personele capaciteit is zodanig geringer dat ook op termijn veel PGB-kantoorruimte overtollig zal blijven. De kosten hiervan komen voor rekening van CVZ. Het beleid is er op gericht om de overmaat op de kantoren aan derden te verhuren.Vanwege de malaise op de kantorenmarkt is dit echter geen sinecure. De verwachting dat de personeelsformaties bij de vestigingen mede als gevolg van het Programma Vernieuwing en volgende efficiencyslagen zullen blijven dalen, maakt het noodzakelijk de huisvestingsportefeuille structureel tegen het licht te houden. In 2006 zal besluitvorming over het totaal aan te houden kantoren plaatsvinden.
4.3.4 Waarborgen goede informatie en communicatiestromen
Binnen de SVB is het afgelopen jaar, naast het versterken van de controlketen, aandacht besteed aan de betrouwbaarheid van de managementinformatie, zowel financieel als niet financieel. Gedurende het jaar is de betrouwbaarheidsverklaring geïntroduceerd welke door elke (vestigings)controller voor alle aangeleverde managementrapportages wordt afgegeven. In principe heeft de betrouwbaarheidsverklaring betrekking op de gehele verantwoordingsrapportage, waarbij onderscheid kan worden gemaakt in kwalitatieve en kwantitatieve informatie.
4.3.5 Samenwerking met andere publieke instellingen
Ook in 2004 heeft de SVB intensief samengewerkt met andere publieke instellingen. De samenwerking ligt vooral op de terreinen uitvoering en gegevensuitwisseling. Daarnaast heeft de SVB bepaalde taken uitbesteed aan andere organisaties, deze zijn weergegeven in de paragraaf 4.1 Uitbestede taken. Op het terrein van de gegevensuitwisseling zijn de gemeenten, de belastingdienst en de IBgroep de belangrijkste partners.Van de gemeenten ontvangt de SVB gegevens uit de gemeentelijke basisadministratie ten behoeve van de uitvoering van de AOW, Anw en AKW. Anderzijds verstrekt de SVB op verzoek aan gemeenten gegevens over AOW-ers en Anw-ers. Deze verstrekking van gegevens is gericht op gekorte AOW-ers, die mogelijk aanspraak kunnen maken op aanvullende bijstand. De gegevens van Anw-ers worden verstrekt aan gemeenten ten behoeve van de reïntegratie-inspanningen van gemeenten. Ook worden in het kader van de Langdurigheidstoeslag gegevens verstrekt aan gemeenten over Anw-ers. Van de Belastingdienst ontvangt de SVB inkomensgegevens, die de SVB gebruikt voor het
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
67
verifiëren van het door de klant opgegeven inkomen. De SVB ontvangt jaarlijks in het najaar gegevens van de IB-groep over schoolgaande kinderen. Dit bestand wordt door de SVB gebruikt voor het vaststellen van schoolgaandheid van kinderen van 16/17 jaar. Verder heeft de SVB op 30 november 2004 een convenant gesloten met het CBS. In dit convenant is vastgelegd dat de SVB aan het CBS alle gegevens over de AOW-ers en Anw-ers levert. Deze gegevens worden opgenomen in het zogenaamde Sociaal Statistisch Bestand, waarin onder andere ook gegevens van het UWV zijn opgenomen. (Niet-)inhouding ziekenfondspremie op AOW-uitkeringen
Voor de verzekerden op basis van de Ziekenfondswet verzorgt de SVB de inhouding van premie op het AOW-pensioen. In 2004 is het technisch mogelijk geworden het AOW-bestand te vergelijken met dat van de gezamenlijke ziekenfondsen. Uit een eerste vergelijking kwam bij een beperkt aantal AOW-ers een aantal verschillen naar voren: pensioengerechtigden bij wie ten onrechte wel of geen premie werd ingehouden.Voor de eerste helft van 2005 is een hersteloperatie met het College voor zorgverzekeringen afgesproken. Grensinfopunt
BBZ en BDZ werken samen met de Belastingdienst bij het geven van voorlichting. Deze samenwerking heeft geleid tot de oprichting van het Grensinfopunt. Dit is een telefonisch en digitaal informatiepunt over grensoverschrijdend wonen, werken en ondernemen. Het Grensinfopunt moet ertoe bijdragen dat mensen met vragen die betrekking hebben op het grensverkeer, op de juiste plaats terechtkomen (zoals bijvoorbeeld bij BBZ of BDZ). Voor de verdere ontwikkeling van het grensinfopunt hebben de Ministeries van SZW, van Financiën en van BZK in 2004 subsidie verstrekt. Deze subsidie is in de jaarrekening 2004 van de SVB opgenomen. In hoofdstuk 2, onder Handhaving, staat de samenwerking beschreven van de SVB met andere instellingen op het gebied van handhaving en fraudebestrijding. Elektronische uitwisseling / Suwinet
De SVB maakt al sinds jaar en dag gebruik van verschillende vormen van elektronische uitwisseling om de procesvoering efficiënter te laten verlopen. Binnen het Suwidomein gebeurde dat via RINIS. RINIS is vooral geschikt voor omvangrijke uitwisselingen waarbij directe inzage niet noodzakelijk is. Suwinet geniet binnen het domein de voorkeur als het gaat om directe inzage. De SVB heeft aanpassingen in de architectuur van de informatievoorziening doorgevoerd - onder meer in het kader van het Programma Vernieuwing - die aansluiting op Suwinet makkelijker mogelijk maken. Het kunnen aansluiten alleen is niet genoeg, de feitelijke toepassing moet ook worden uitgewerkt en de voorbereidingen daarvoor zijn getroffen. Risicoanalyse
Na de opstart van de implementatie van risicomanagement op het hoofdkantoor in 2003 is de SVB in 2004 verder gegaan met de implementatie van Risicomanagement concernbreed. In 2004 is hiervoor een pilot uitgevoerd binnen één van de vestigingskantoren. Door het uitvoeren van de pilot is ervaring opgedaan met methoden en technieken voor risicomanagement, zowel technisch als inhoudelijk. Een belangrijk resultaat van de pilot is de SVB risicotaal. Dit is een raamwerk dat is opgebouwd volgens de organisatiegebieden van het INK- model. Het bevat per gebied risicofactoren die voor de SVB relevant zijn.Tijdens de risico-inventarisatie wordt dit raamwerk als hulpmiddel gebruikt.
OVERIG
De resultaten van de pilot zijn meegenomen bij het bepalen van het vervolg. Mede op basis van de resultaten is gekozen voor een top- down aanpak. Dit draagt bij aan de efficiency en beperkt de tijdsbelasting voor de organisatie. In het vervolg van de implementatie wordt zoveel mogelijk aangesloten op lopende trajecten en instrumenten die binnen de SVB in gebruik zijn.
68
4.4 MEDEDELING OVER DE BEDRIJFSVOERING In het begrotingsjaar 2004 heeft de SVB op gestructureerde wijze aandacht besteed aan haar bedrijfsvoering. Het systematisch proces van beleidsbepaling, vertaling naar doelen en activiteiten voor organisatieonderdelen is doorlopen. Op de uitvoering van activiteiten en projecten heeft monitoring plaatsgevonden en is doel- en resultaatgericht gestuurd.
In 2004 is een concernjaarplan opgesteld waarin per beleidsdoelstelling is aangegeven welke activiteiten binnen de verschillende beleidsdoelstellingen gepland zijn en welke afdeling verantwoordelijk is voor welke activiteit(en). Deze activiteiten (zogenoemde thema-activiteiten) moeten bijdragen aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen. Ieder kwartaal is door de verantwoordelijke budgethouders gerapporteerd over de stand van zaken met betrekking tot de voortgang van de uitvoering van de activiteit, afgezet tegen de gestelde doelrealisatie. Ook is per kwartaal gerapporteerd over de voortgang van reguliere activiteiten en projecten van organisatieonderdelen. Daarnaast zijn prestatie- indicatoren bepaald, waarover verantwoording plaatsvindt, die zicht geven op realisatie van de beleidsdoelstellingen. Samengevoegd vormen de financiële en kwalitatieve resultaten van de SVB de interne kwartaalrapportage. Onder andere door middel van kwartaalbijeenkomsten met de budgethouders en kwartaalgesprekken met budgethouders en controllers zijn de resultaten na afloop van de kwartalen steeds besproken. Als de tussentijdse resultaten daartoe aanleiding gaven, heeft de Raad van Bestuur maatregelen genomen om bij te sturen en te verbeteren. Op deze wijze is inhoud gegeven aan monitoring van de uitvoering en doel- en resultaatgericht sturen. Prestatie-indicatoren
Aan de hand van prestatie- indicatoren stuurt de SVB op de normale procesgang. In de managementrapportages gaan budgethouders in op de gerealiseerde scores op de prestatieindicatoren, uitgedrukt in een groene, oranje of rode score. Grenswaarden bepalen wanneer scores van groen in oranje overgaan en wanneer oranje overgaat naar rood. Ten aanzien van de gestelde grenswaarden voor de prestatie- indicatoren waarover de SVB zich extern verantwoordt, geldt dat de SVB in 2004 niet op alle indicatoren de grenswaarden voor een groene score heeft gerealiseerd. Dit leidt - dan wel heeft geleid - tot verbeteracties.Wat betreft de onrechtmatigheidsscores blijft de SVB ruim onder de vereiste 1%. Op het gebied van sociaal beleid scoort de SVB boven de gestelde grenswaarden. Op het gebied van tijdigheid scoort de SVB ruim boven de gestelde grenswaarden.Wat betreft de klanttevredenheid scoort de SVB nog niet op alle aspecten groen, een uitzondering is de telefonische dienstverlening voor de AOW.Wel is het verschil tussen realisatie en doelstelling in alle gevallen erg klein.Voor de overige indicatoren geldt dat vanuit het klanttevredenheidsonderzoek voor 2005 verbeteracties op zowel centraal als decentraal niveau worden geformuleerd. De verwachting is dat daardoor op meer indicatoren voor klanttevredenheid de gestelde grenswaarden in 2005 zullen worden gerealiseerd.Wat betreft de indicatoren voor de tijdigheid van de callcenters (70 % van de binnenkomende telefoongesprekken opnemen binnen 20 seconden en 85% van de telefoongesprekken volledig afhandelen door het callcenter) geldt dat de tijdigheid is gerealiseerd. Na matige resultaten in de eerste helft van 2004 is de tevredenheid over de afhandeling van klachten het tweede halfjaar sterk toegenomen. Hoewel nog geen groene score is gerealiseerd, is het verschil klein. De Raad van Bestuur heeft in 2004 nadrukkelijk gestuurd op het effectueren van de gestelde doelen. In het kader van doel- en resultaatgericht sturen is hiervoor effectief gebruik gemaakt
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
69
van instrumenten uit de planning- en controlcyclus zoals het kwartaalgesprek, kwartaalbijeenkomsten en het managementcontract. Thema-activiteiten
Met betrekking tot de thema-activiteiten zoals opgenomen in het concernjaarplan heeft de hierboven beschreven planning- en controlcyclus ertoe bijgedragen dat de SVB de voor 2004 gestelde doelen grotendeels heeft gerealiseerd.
OVERIG
De SVB heeft de activiteiten uit het concernjaarplan bijna volledig uitgevoerd.Voor een aantal activiteiten geldt dat de afronding in de loop van 2005 is gepland. De activiteiten die niet of niet geheel zijn uitgevoerd zijn: - Programma Vernieuwing: door diverse knelpunten en de prioriteit voor goede borging van de systemen, lopen de projecten DMS en Internet begin 2005 nog door. In 2004 is een aanzienlijk deel van de geplande activiteiten gerealiseerd. - Kwaliteitsmanagement: de uitvoering van deze activiteit is ver gevorderd en zal doorlopen in 2005. Alle noodzakelijke voorbereidingen en belangrijke samenhangende activiteiten zijn uitgevoerd. - Klanttevredenheidsonderzoek: door het verschijnen van de resultaten eind 2004, zal het monitoren van verbeteracties begin 2005 worden opgepakt. - Klantcommunicatiebeleid: alle noodzakelijke voorbereidingen zijn uitgevoerd. Concrete implementatie vindt in 2005 plaats, mede vanuit ‘het jaar van de klant’ gedacht. - Ontwikkelen en implementeren HR beleid: deze activiteit wordt in 2005 verder uitgevoerd. Door de omvang van de activiteit en groot intern verloop op de afdeling HR, is voor een aantal subonderdelen de doelstelling nog niet gerealiseerd. - Onderzoeken: door prioriteit voor het onderzoek naar de Burgerpolis, worden 3 van de 11 onderzoeken in 2005 opgepakt.
70
5|
Raad van Advies
Uit hoofde van artikel 3 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen heeft de Sociale Verzekeringsbank een Raad van Advies die de Raad van Bestuur adviseert. De Raad van Advies brengt gevraagd en ongevraagd advies uit met betrekking tot de uitvoering van de taken van de Raad van Bestuur en de uitoefening van de bevoegdheden van deze Raad. De Raad van Advies besteedt in zijn wettelijke taak in het bijzonder ook aandacht aan de hoofdlijnen van de bedrijfsvoering en het financieel beleid. In de wet is uitdrukkelijk voorzien dat de Raad van Advies adviseert over het meerjarenbeleidsplan waarin de koers en de ontwikkelingsdoelstellingen voor de SVB zijn vastgelegd, het jaarplan, het jaarverslag, de begroting en de jaarrekening. Ook dient de Raad van Bestuur het advies in te winnen van de Raad van Advies alvorens een aantal bijzondere in artikel 6 en artikel 13 van de Wet SUWI genoemde besluiten ter goedkeuring aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor te leggen. De Raad van Advies draagt noch bestuurlijke, noch toezichtverantwoordelijkheid; hij mist dan ook hierbij passende bevoegdheden.Tot zijn wettelijke adviesfunctie met betrekking tot het bestuur en beheer van de SVB rekent de Raad van Advies ook zijn signaleringsfunctie jegens de Raad van Bestuur. Met betrekking tot huisvestings- en investeringsbeslissingen heeft de Minister de rol van de Raad van Advies specifiek aangegeven.
Positie van de Raad van Advies
De Minister casu quo de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid benoemt, schorst en ontslaat de leden van de Raad van Advies. Bij de benoeming van de leden wordt rekening gehouden met hun kennis, deskundigheid en ervaring. De ondernemingsraad van de SVB kan voor één lid van de Raad van Advies een aanbeveling doen. De Raad van Advies vergaderde in het verslagjaar vier keer met de Raad van Bestuur.Wordt de Raad van Advies van die schriftelijke informatie voorzien welke hij voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft, in de vergaderingen levert een tour d’horizon met betrekking tot ontwikkelingen binnen én buiten de SVB vervolgens visies, gedachten en ideeën op die behulpzaam kunnen zijn bij het bestuur en het beheer van de SVB. Daarbij krijgt in het bijzonder de door de Minister gewenste versterking van de signalerende rol van de Raad van Advies gestalte. Bij wijze van voorbeeld kunnen genoemd worden de gedachtewisseling over de groei van de kosten van verantwoording, controle en incidenteel toezicht, de vervulling van de vacature in de Raad van Bestuur, de relatie van de SVB met haar klanten, het human resources management van de SVB, verbeteringen in de primaire en andere bedrijfsprocessen, de public relations en externe communicatie in verband ook met het imago van de SVB. In het verslagjaar heeft de Raad van Advies zich een beeld gevormd van de totstandkoming van de Mededeling over de Bedrijfsvoering van de Raad van Bestuur in het jaarverslag en in verband daarmede van het risicomanagement.
Werkzaamheden van de Raad van Advies
De voorzitter van de Raad van Advies en de voorzitter van de Raad van Bestuur kwamen in het verslagjaar regelmatig bijeen ter bespreking van voor beide Raden belangrijke aangelegenheden en ter voorbereiding van vergaderingen. Op 30 oktober 2004 heeft de Raad van Advies in een overlegvergadering van de Raad van Bestuur met de Centrale Ondernemingsraad kennis gemaakt met de COR en met deze van gedachten gewisseld over taak, samenstelling en werkwijze van de Raad van Advies. Plannings- en verantwoordingsdocumenten, zoals de meerjarenplanning, de begroting, de Kwartaalberichten, de Kwartaalverslagen, de Handhavingsverslagen en de Januari-, Juni- en Oktobernota’s AOW/Anw/AKW van de SVB en daarmee direct samenhangende belangrijke
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
71
correspondentie met de opdrachtgevers van de SVB maakten deel uit van de agenda van de Raad van Advies en vormden dus onderwerp van gesprek met de Raad van Bestuur. Datzelfde geldt voor rapportages aangaande de SVB van de Inspectie Werk en Inkomen en het rapport ‘Fraudebestrijding: stand van zaken 2004’ van de Algemene Rekenkamer. Eveneens besteedde de Raad van Advies aandacht aan adviezen en rapporten met betrekking tot de Nederlandse corporate governance code, interdepartementaal beleidsonderzoek, grote vraagstukken op het gebied van de sociale verzekering, de organisatie van het openbaar bestuur en de inrichting van het publiek domein. Kamervragen betreffende de SVB en de hierop ontwikkelde antwoorden zijn onder de aandacht van de Raad van Advies gebracht. In Raadsvergaderingen en in het voorzittersoverleg is ook uitdrukkelijk stilgestaan bij de Code goed bestuur uitvoeringsorganisaties van de Handvestgroep Publiek Verantwoorden en de corporate governance van de in artikel 2 van Wet SUWI genoemde rechtspersonen, te weten CWI, UWV en SVB. De Raad van Advies is direct betrokken geweest bij de vaststelling van de Regeling Integriteitsregels voor de Raad van Bestuur en bij de ontwikkeling van het algemene integriteitsbeleid van de SVB. De Raad van Advies heeft goede nota genomen van de zienswijze van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid inzake versterking sturing en toezicht zbo’s SUWI. Overeenkomstig artikel 3, achtste lid, van de Wet SUWI heeft de Raad van Advies aan de Raad van Bestuur adviezen uitgebracht over het Jaarverslag en de Jaarrekening 2003, en over de Meerjarenplanning 2005 t/m 2009 waarin opgenomen het Jaarplan 2005 en de Begroting 2005 alsmede het Meerjarenbeleidsplan en de Meerjarenkostenraming. Op voet van het bepaalde in artikel 13, eerste lid, juncto. artikel 3, achtste lid, van de Wet SUWI heeft de Raad geadviseerd over het besluit van de Raad van Bestuur tot het voortzetten van de overeenkomst waarbij het vermogensbeheer van de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering is opgedragen aan de Sociale Verzekeringsbank. Overeenkomstig het advies heeft de Raad van Bestuur het besluit ter goedkeuring voorgelegd aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Raad van Advies heeft desgevraagd de Raad van Bestuur geadviseerd over het project SVB 2010 en het Programma Vernieuwing als eerste plateau daarvan. Naar aanleiding van de opmerkingen van de Raad van Advies met betrekking tot specifieke aandachtspunten en bijzondere risico’s en het gesprek daarover met de Raad van Bestuur heeft deze het project en het programma op een aantal punten bijgesteld. Vertrouwen
De Raad van Bestuur waardeert de ontwikkeling van de adviesfunctie van de Raad van Advies positief. Met genoegen kan worden vastgesteld, dat tussen beide Raden de vertrouwensrelatie aan breedte en diepgang heeft gewonnen. Aan adviezen, signaleringen, opmerkingen en vragen van de kant van de Raad van Advies komt in veel gevallen geen formele status toe, omdat er in een voortvarende en voortdurende interactie tussen beide Raden direct op wordt gereageerd.
Overige punten
Voor leden van de Raad van Advies is in het verslagjaar een succesvol kennismaking- en introductieprogramma georganiseerd.
RAAD VAN ADVIES
De voorzitter en de leden van de Raad van Advies verstrekken jaarlijks een overzicht van hun functies aan de secretaris van de Raad van Advies. Deze brengt de opgaven ter kennis van de Minister casu quo de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van de Raad van Bestuur van de SVB.
72
6|
Jaarrekening
In deze jaarrekening worden de jaarcijfers van de SVB als uitvoeringsorganisatie alsmede de wetten, regelingen en besluiten weergegeven welke in 2004 door de Sociale Verzekeringsbank zijn uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Deze wetten, regelingen en besluiten betreffen onder andere de sociale verzekeringswetten en regelingen (sv-taken). Onder de sv-taken wordt verstaan de uitvoering van materiewetten, te weten AOW, Anw, AKW, de regeling TOG, de regeling TAS en de wetten die deze wetten beheersen.
Algemeen
Naast bovengenoemde taken voert de SVB ook andere wetten, regelingen en besluiten uit (niet-sv-taken). De niet-sv-taken betreffen de bijdrageregeling FVP, Remigratiewet (inclusief het per 1 oktober 2004 opgeheven Tijdelijk Besluit tegemoetkoming verhuiskosten Antillianen en Arubanen), de regeling PGB, het Persoonsgebonden budget nieuwe stijl, het besluit vrijwillige verzekering AWBZ en werkzaamheden verricht ten behoeve van derden. Onder derden wordt verstaan: het College voor zorgverzekeringen, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen en overige derden (voornamelijk huurders van niet door de SVB gebruikte ruimten in kantoorpanden). In dit verslag is de jaarrekening conform bijlage VIII “Informatieproducten van de SVB” van de Regeling SUWI opgenomen. Deze omvat de jaarcijfers van de SVB als uitvoeringsorganisatie alsook de jaarcijfers voor de sv-taken. In 2004 zijn er twee stelselwijzigingen doorgevoerd. Er heeft een stelselwijziging plaatsgevonden ten aanzien van de post “vordering premiebaten op de Belastingdienst”. Deze nieuwe wijze van verantwoording is vastgelegd in de Regeling SUWI, bijlage VIII “Informatieproducten van de SVB”. De wijziging heeft een verschuiving van het resultaat 2004 naar 2003 van € 409.406 duizend tot gevolg. Het vermogen per 1 januari 2004 is met hetzelfde bedrag toegenomen. Daarnaast is de bestemmingsreserve Persoonsgebonden budget nieuwe stijl geherrubriceerd van de overige schulden naar een afzonderlijke bestemmingsreserve voor een bedrag van € 1.378 duizend. De uitkeringen AOW/ Anw vinden, behoudens de betaling van de vakantiegelden in mei, regelmatig gespreid over het jaar plaats. Dit vindt voornamelijk plaats vóór afloop van de desbetreffende maand. De premies voor de AOW en de Anw worden voornamelijk ontvangen van de Belastingdienst. De uitkeringslasten en de uitvoeringskosten van de AKW, de Remigratiewet, de regeling TAS en de regeling TOG worden door het Rijk op declaratiebasis vergoed. De financiering/ bevoorschotting door het Rijk vindt conform het uitkeringspatroon, gedurende het jaar plaats.
Financiering
Premie-ontvangsten Belastingdienst
De middelen die nodig zijn voor de uitkeringslasten en uitvoeringskosten AOW en Anw worden verkregen door premieheffing bij verzekerden en uit financiering door het Rijk, waaronder de Bijdrage in de Kosten van de Kortingen (BIKK). De heffing en invordering van de premies volksverzekeringen, waaronder AOW en Anw, zijn bij wet opgedragen aan de Belastingdienst. De premies volksverzekeringen worden door de Belastingdienst geïnd via de loon- en inkomstenbelasting. Maandelijks worden de door de Belastingdienst geïnde bedragen volgens voor-
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
73
lopige verdeelsleutels verdeeld over belastingen en sociale verzekeringen en vervolgens over de betreffende sociale verzekeringsfondsen. De AOW-/Anw-premies op basis van loonheffing worden na aftrek van afdrachtsvermindering door de Belastingdienst maandelijks geïnd en aan de SVB uitgekeerd (circa 111% van de totale premiebaten AOW/ Anw). Uit ervaringscijfers blijkt dat één maand na afloop van het verslagjaar meer dan 99% van de te innen premies op basis van de loonheffing is ontvangen door de SVB. In het tweede jaar na afloop van het boekjaar wordt aan de hand van de werkelijke ontvangsten de definitieve verdeelsleutel loonbelasting/ premieheffing vastgesteld door het Ministerie van Financiën, zowel voor de verdeling van de geïnde bedragen over belastingen en premieheffing als van de verdeling van premieheffing over de betreffende sociale verzekeringsfondsen. De loonheffing is een voorheffing op de inkomstenheffing. De inning van de AOW/Anwpremies op basis van de inkomstenheffing vindt met een grotere vertraging plaats. De inkomstenheffing betreft per saldo negatieve premies AOW/Anw (circa -/- 11% van de totale premiebaten AOW/ Anw) en stelt hiermee de premiebaten op basis van loonheffing bij. De inkomstenheffing bestaat uit voorlopige aanslagen tijdens het belastingjaar, aangiften die na afloop van het belastingjaar worden ingediend en wijzigingen door definitieve aanslagen in de daaropvolgdende jaren. Pas in het vierde jaar na afloop van het belastingjaar wordt aan de hand van de werkelijke opbrengsten de definitieve verdeelsleutel inkomstenheffing vastgesteld door het Ministerie van Financiën. Dit geldt zowel voor de verdeling van de inkomstenheffing over belastingen en premies volksverzekeringen als de onderlinge verdeling tussen de premies van de volksverzekeringen AOW, Anw en AWBZ. De Belastingdienst is verantwoordelijk voor de inning van belastingen en premies. Zij stelt jaarlijks een beheersverslag op waarin zij financiële verantwoording aflegt over haar taken. Bij het beheersverslag wordt door de Interne Accountantsdienst Belastingen en door de Auditdienst Financiën van het Ministerie van Financiën een accountantsverklaring afgegeven. Over 2003 luidt de verklaring goedkeurend met een toelichtende paragraaf inzake misbruik en oneigenlijk gebruik. Het Ministerie van Financiën is verantwoordelijk voor de verdeling van de geïnde bedragen over belastingen en premies en de verdeling tussen de fondsen. Zij informeert de fondsen maandelijks over de ontvangen bedragen per belastingjaar. Verder stelt zij de definitieve verdeelsleutels vast. De Auditdienst Financiën stelt naar aanleiding van de definitieve vaststelling van de verdeelsleutels en de afrekening van ontvangsten van loonheffing en inkomstenheffing een rapport van bevindingen op. Het laatste rapport betreft de definitieve afrekeningen loonheffing 2001 en inkomstenbelasting 1999. De SVB ontvangt het rapport van bevindingen van de Auditdienst Financiën.Tevens neemt de SVB kennis van de accountantsverklaring zoals deze is afgegeven bij het beheersverslag van de Belastingdienst. Aangezien het beheersverslag en de rechtmatigheidverklaring van de Belastingdienst na het vaststellen van de SVB-jaarrekening over het boekjaar worden uitgebracht, wordt ten behoeve van de jaarrekening van de SVB gebruik gemaakt van het beheersverslag en de rechtmatigheidverklaring van het voorgaand jaar.
JAARREKENING
Grondslagen waardering en resultaatbepaling
74
De door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vastgestelde grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening zijn afgeleid van de maatschappelijke normen zoals in BW boek 2 titel 9 is verwoord. Tenzij anders vermeld, zijn de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Indien noodzakelijk zijn voorzieningen getroffen voor oninbaarheid.
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden gewaardeerd op aanschafwaarde, onder aftrek van afschrijvingen volgens het lineaire systeem. De aanschafwaarde omvat tevens de geactiveerde interest over de periode van aanschaf tot aan het moment van ingebruikname. Materiële vaste activa, waarvan bekend is dat deze buiten gebruik zullen worden gesteld, worden gewaardeerd op aanschafwaarde of lagere bedrijfswaarde. Desinvesteringen van gebouwen en terreinen worden verantwoord op het moment dat de notariële overdracht heeft plaatsgevonden. Overige desinvesteringen worden, inclusief herstelkosten, verantwoord op het moment van buitengebruikstelling. Incidentele baten uit de verkoop van activa van materieel belang worden in mindering gebracht op de verkrijgingsprijs van de vervangende investering. Beleggingen
Onderhandse leningen worden gewaardeerd tegen gecorrigeerde aanschafwaarde: het verschil tussen aanschafwaarde en nominale waarde wordt naar tijdsgelang op de aanschafwaarde bij- of afgeschreven. Normvermogen AOW/Anw
Om de structurele afwijkingen tussen ontvangsten en uitgaven te kunnen opvangen, bevatten de balansen van de fondsen AOW/Anw een normvermogen, dat onderdeel uitmaakt van het fondsvermogen. Als uitgangspunt voor de bepaling van het normvermogen wordt liquiditeitsneutrale financiering gehanteerd, dit betekent: een vermogen dat nodig is om te komen tot een gemiddelde middelenstand van nihil gedurende het jaar. Het normvermogen is daarmee een ijkpunt ten opzichte waarvan overschotten of tekorten worden gemeten. Bestemmingsreserve PGB nieuwe stijl
Het batig saldo voortvloeiend uit de activiteiten van de SVB in het kader van het Persoonsgebonden budget nieuwe stijl wordt aan de bestemmingsreserve PGB nieuwe stijl toegevoegd. Bestemmingsreserve veranderprogramma
Met instemming van het Ministerie van SZW voegt de SVB een deel van het batig exploitatiesaldo van 2004 toe aan de bestemmingsreserve veranderprogramma ter financiering van specifiek benoemde projecten in het jaar 2005. Premiebaten
De premiebaten AOW/Anw worden gewaardeerd volgens de EMU-definitie (één maand verschoven kasbasis). De premiebaten bestaan uit de volgende onderdelen: - het deel van de loonheffing die de Belastingdienst ontvangt dat via verdeelsleutels wordt toegerekend aan de premies AOW en Anw. De ontvangen bedragen zijn na aftrek van heffingskorting en afdrachtvermindering. In de premiebaten van het verslagjaar wordt de ontvangen loonheffing meegenomen vanaf 1 februari van het verslagjaar tot en met 31 januari van het jaar dat volgt op het verslagjaar; - het deel van de inkomstenheffing die de Belastingdienst ontvangt en teruggeeft dat via verdeelsleutels wordt toegerekend aan de premies AOW en Anw. De ontvangen en teruggegeven bedragen zijn na aftrek van heffingskorting. In de premiebaten worden de ontvangen en teruggegeven inkomstenheffing gewaardeerd op kasbasis; - de nabetalingen tussen het Rijk, AWBZ en de fondsen AOW en Anw. Deze nabetalingen volgen uit de afrekeningen van de verdeelsleutels die bij de loonheffing twee jaar en bij de inkomstenheffing vier jaar na afloop van het belastingjaar plaatsvinden. In de premiebaten worden de nabetalingen gewaardeerd op kasbasis; - de premies voor de vrijwillige verzekeringen AOW en Anw, die worden gewaardeerd op transactiebasis.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
75
Bijdrage in de kosten van de heffingskortingen
De Wet financiering volksverzekeringen is met ingang van 2001 aangepast door de wijziging van het belastingstelsel. Door de stelselwijziging ontstond een negatief effect op de premiebaten. Dit effect werd gecompenseerd door het invoeren van de Bijdrage in de Kosten van de Kortingen (BIKK). Dit is een bijdrage van het Rijk aan de fondsen AOW, Anw en AWBZ. Het Ministerie van SZW stelt jaarlijks de BIKK vast op basis van de belasting- en premietarieven en de heffingskortingen. Aanvullende financiering door het Rijk bij de AOW
Sinds 2003 wordt naast de BIKK ook het verschil tussen het fondsvermogen en het normvermogen van de AOW met het Ministerie van SZW verrekend. Uitvoeringskosten
De SVB berekent zijn kosten door aan de door de SVB beheerde fondsen en aan derden. Hierbij hanteert de SVB het uitgangspunt dat de kosten die direct toe te rekenen zijn aan de kostendragers (fondsen, regelingen en derden), direct worden doorberekend. Indirecte kosten, waarbij directe toerekening minder goed of niet mogelijk is, worden aan de kostendragers doorberekend op basis van verdeelsleutels. Hierbij wordt met name gebruik gemaakt van tijdschrijven, verhoudingen in vierkante meters benutte kantoorruimte en aantallen uitkeringen. Een uitzondering op deze methodiek vormen de verhuuropbrengsten waarbij als bate de marktprijs is genomen, terwijl er geen kostprijs aan is toegerekend. In beginsel zijn de doorberekende opbrengsten aan niet-sv-taken gelijk aan de toegerekende kosten op basis van deze systematiek. Interesttoerekening rekening-courant SVB en koersverschillen
Het middelenbeheer berust bij het Rijk. Liquiditeitsschommelingen worden opgevangen in rekening-courant met het Rijk. Over de rekening-courantverhouding tussen het Rijk en de SVB vindt interestverrekening plaats. Het hierbij gehanteerde dagpercentage is gelijk aan het twaalf-maands Euribor (debetsaldi) of één-maands Euribor (creditsaldi).Vervolgens vindt over de rekening-courantverhouding tussen de SVB, de fondsen en derden ook interestverrekening plaats. Het hierbij gehanteerde gemiddelde maandpercentage is gelijk aan het twaalf-maands Euribor (creditsaldi) of één-maands Euribor (debetsaldi).Verschillen tussen de rekening-courantrente (SVB en fondsen) en de door de SVB gerealiseerde rente (inclusief gerealiseerde rente op de vordering op het Ministerie van Financiën) worden toegerekend aan de fondsen, op basis van de dagelijkse verhouding in de rekening-courant positie van de SVB met deze fondsen. De onder de post “Interest” opgenomen koersresultaten omvatten: - de bij- of afschrijving naar tijdsgelang van het verschil tussen de aanschafwaarde en nominale waarde van de beleggingen; - de koerswinst of het koersverlies bij verkoop van een belegging, die niet als ruiltransactie wordt beschouwd. Toerekening van baten en lasten
Toerekening van baten en lasten vindt plaats aan het jaar waarop deze betrekking hebben. Resultaatbepaling
JAARREKENING
Het saldo van baten en lasten wordt bepaald met inachtneming van de boven beschreven waarderingsgrondslagen. Bestemming saldo van baten en lasten AOW/Anw
Het saldo van baten en lasten van de AOW en Anw wordt verminderd of vermeerderd met de noodzakelijke mutaties in het normvermogen. Het resterende saldo wordt toegevoegd/onttrokken aan het vermogensoverschot/-tekort dan wel aan een bestemmingsreserve.
76
BALANS SVB PER 31 DECEMBER 2004 NA BESTEMMING VAN HET BATIG SALDO
1 = € 1.000
2004
2003
Activa - materiële vaste activa Totaal vaste activa
- vorderingen - rekening-courant met het Rijk
195.057
206.102
195.057
206.102
3.430.394
3.344.608
285.951
-
415
4.406
Totaal vlottende activa
3.716.760
3.349.014
Totaal activa
3.911.817
3.555.116
2.000.953
1.159.957
- bestemmingsreserve PGB nieuwe stijl
3.791
-
- bestemmingsreserve veranderprogramma
2.600
-
56.506
61.963
165
229
- liquide middelen
Passiva - fondsvermogen AOW/Anw
- voorzieningen - langlopende schulden - rekening-courant met het Rijk - kortlopende schulden Totaal passiva
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
-
429.294
1.847.802
1.903.673
3.911.817
3.555.116
77
RESULTATENREKENING SVB OVER 2004
1 = € 1.000
2004
2003
23.702.513
22.795.332
- Nabestaandenwet (Anw)
1.699.032
1.741.908
- Kinderbijslagwet (AKW)
3.302.525
3.293.197
32.462
28.286
Baten - Ouderdomswet (AOW)
- Regeling tegemoetkoming onderhoud gehandicapte kinderen (TOG) - Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS) Baten sv-taken
Baten niet-sv-taken Totaal baten
2.821
3.653
28.739.353
27.862.376
43.301
38.983
28.782.654
27.901.359
Lasten - Ouderdomswet (AOW)
23.004.884
22.528.778
- Nabestaandenwet (Anw)
1.554.014
1.623.172
- Kinderbijslagwet (AKW)
3.301.576
3.293.197
32.462
28.286
2.821
3.653
27.895.757
27.477.086
- Regeling tegemoetkoming onderhoud gehandicapte kinderen (TOG) - Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS) Lasten sv-taken
Lasten niet-sv-taken
40.888
38.983
27.936.645
27.516.069
846.009
385.290
Mutatie bestemmingsreserve veranderprogramma
2.600
-
Mutatie bestemmingsreserve PGB nieuwe stijl
2.413
-
-243.406
516.405
1.084.402
-131.115
846.009
385.290
Totaal lasten
Saldo van baten en lasten
Mutatie normvermogen Mutatie vermogensoverschot
JAARREKENING
Saldo van baten en lasten
78
TOELICHTING OP DE BALANS SVB PER 31 DECEMBER 2004
ACTIVA
VASTE ACTIVA MATERIËLE VASTE ACTIVA
31/12/03
31/12/04
Aanschaf-
Boek-
Investe-
Desinves-
Afschrij-
Aanschaf-
Cumulatieve
Boek-
waarde
waarde
ringen
teringen/
vingen
waarde
afschrijving
waarde
1 = € 1.000 Terreinen/ erfpacht Gebouwen Installaties gebouwen Subtotaal
Computerinstallaties Overige activa Subtotaal Totaal
correcties
42.129
41.879
-39
-
163
42.090
413
41.677
143.438
102.194
76
19
3.454
143.558
44.723
98.835
82.129
46.902
590
-91
4.907
82.695
40.201
42.494
267.696
190.975
627
-72
8.524
268.343
85.337
183.006
33.743
8.057
2.911
-19
4.862
31.060
24.972
6.088
13.139
7.070
17
-56
1.068
13.098
7.135
5.963
46.882
15.127
2.928
-75
5.930
44.158
32.107
12.051
314.578
206.102
3.555
-147
14.454
312.501
117.444
195.057
De negatieve investeringen betreffen verrekeningen op investeringen uit 2003. De bedragen bij desinvesteringen/correcties betreffen administratieve correcties. DE VOLGENDE AFSCHRIJVINGSTERMIJNEN WORDEN GEHANTEERD:
Terreinen: • Terreinen • Erfpacht Gebouwen: • Gebouwen • Tuinaanleg Gebouwen • Verbouwingskosten Installaties Gebouwen: • Installaties • Bekabeling Computerinstallaties: • Hardware • Software Overige activa: • Kantoormachines • Meubilair • Stoffering
geen afschrijving conform contracttermijnen veertig jaar tien jaar vijftien jaar vijftien jaar drie jaar drie jaar twee of drie jaar vijf jaar tien jaar tien jaar
De afschrijving vindt plaats vanaf het moment van ingebruikname.Tot het moment van ingebruikname worden de reeds gedane investeringen opgerent. In 2004 wordt hierbij een rentepercentage van 4,1% gehanteerd (2003: 4,6%). Dit rentepercentage correspondeert met de rente welke over de aangetrokken leningen ter financiering van de materiële vaste activa wordt betaald.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
79
In 1999 en 2000 zijn de boekwinsten, gerealiseerd op de verkoop van districtskantoren in mindering gebracht op de verkrijgingsprijs van de vervangende investeringen voor een totaalbedrag van € 21,8 miljoen. De afschrijving van de materiële vaste activa wordt daardoor evenredig verlaagd met de afschrijving van de in mindering gebrachte boekwinsten. Het effect op de afschrijvingslasten is circa € 1,1 miljoen. Ultimo 2004 bedraagt de nog af te schrijven boekwinst € 17,5 miljoen. VLOTTENDE ACTIVA
VORDERINGEN
1 = € 1.000 Te ontvangen wegens financiering door het Rijk Te ontvangen interest rekening-courant met het Rijk
2004
2003
821.777
833.205
-
18.607
2.443.088
2.332.798
65.231
75.158
Vordering premiebaten: - vordering premiebaten op Belastingdienst - met Belastingdienst te verrekenen voorschotbetalingen - van personen wegens vrijwillig te betalen premies Vorderingen ter zake van uitkeringen Vooruitbetaalde kosten Beleggingen
4.141
4.479
80.187
71.820
2.038
2.104
18
22
Te verrekenen interest
1.119
130
Overige vorderingen
12.795
6.285
3.430.394
3.344.608
Totaal
De vordering premiebaten op de Belastingdienst is berekend volgens de EMU-definitie. Dit houdt in dat de premieontvangsten via de inkomstenheffing en de nabetalingen over de loonheffing en de inkomstenheffing worden toegerekend aan de baten in het jaar waarin deze zijn ontvangen door de Belastingdienst. De premieontvangsten via de loonheffing tussen 1 februari van het verslagjaar en 31 januari van het jaar dat volgt op het verslagjaar worden toegerekend aan de baten in het verslagjaar. De vordering premiebaten op de Belastingdienst bestaat uit de ontvangen premies middels afdracht loonheffing in de maand januari van het jaar dat volgt op het verslagjaar.
JAARREKENING
Als gevolg van het verleggen van het middelenbeheer per 1 januari 1998 van de SVB naar het Rijk, is de beleggingsportefeuille van het Ouderdomsfonds afgebouwd en bestaan de beleggingen nog slechts uit één onderhandse geldlening. De boekwaarde van de beleggingen ultimo 2004 bedraagt € 18 duizend; de nominale waarde bedraagt € 18 duizend.
80
SPECIFICATIE OVERIGE VORDERINGEN
1 = € 1.000
2004
2003
Verstrekte leningen personeel
2.415
2.580
Te verrekenen met diverse instanties
3.347
2.189
Rekening-courant SVB-REM
74
-
Rekening-courant SVB-FVP
281
401
Rekening-courant SVB-PGB oud
5.888
-
790
1.115
12.795
6.285
Andere overige vorderingen Totaal overige vorderingen
Het middelenbeheer berust bij het Rijk. Liquiditeitsschommelingen worden opgevangen in rekening-courant met het Rijk.
Rekening-courant
De liquide middelen bestaan uit vrij opneembare banktegoeden.
Liquide middelen
met het Rijk
PASSIVA
FONDSVERMOGEN AOW/ ANW
Het verloop van het fondsvermogen AOW/Anw kan als volgt worden weergegeven: 1 = € 1.000
AOW
Anw
Totaal
1.488.000
38.000
1.526.000
Normvermogen Normvermogen per 1 januari Herziening normvermogen nav wijzigen naar EMU-defenitie (premiebaten) Herziene normvermogen per 1 januari
Mutatie normvermogen 2004 Normvermogen per 31 december
340.527
68.879
409.406
1.828.527
106.879
1.935.406
-235.527
-7.879
-243.406
1.593.000
99.000
1.692.000
-808.124
32.675
-775.449
235.527
7.879
243.406
Vermogensoverschot/-tekort Vermogensoverschot/-tekort per 1 januari Mutatie normvermogen Saldo staat van baten en lasten (exclusief bestemmingsreserves) Vermogensoverschot/-tekort per 31 december Totaal fondsvermogen AOW/Anw
696.387
144.609
840.996
123.790
185.163
308.953
1.716.790
284.163
2.000.953
Om de structurele afwijkingen tussen ontvangsten en uitgaven te kunnen opvangen, bevatten de balansen van de fondsen AOW/Anw een normvermogen, dat onderdeel uitmaakt van het fondsvermogen. Als uitgangspunt voor de bepaling van het normvermogen wordt liquiditeitsneutrale financiering gehanteerd, dit betekent: een vermogen dat nodig is om te komen tot een gemiddelde middelenstand van nihil gedurende het jaar. Het normvermogen is daarmee een ijkpunt ten opzichte waarvan overschotten of tekorten worden gemeten.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
81
BESTEMMINGSRESERVE PGB NIEUWE STIJL
Het verloop van de bestemmingsreserve PGB nieuwe stijl kan als volgt worden weergegeven: 1 = € 1.000
Totaal
Bestemmingsreserve per 1 januari
-
Herrubricering bestemmingsreserve 2003
1.378
Mutatie bestemmingsreserve
2.413
Bestemmingsreserve per 31 december
3.791
Met de opdrachtgever College voor zorgverzekeringen (CVZ) zijn vaste tariefafspraken gemaakt voor de overeengekomen dienstverlening, waardoor verschillen kunnen ontstaan tussen de werkelijke uitvoeringskosten en de uiteindelijk aan CVZ in rekening te brengen bedragen. Dit betekent dat de SVB, in tegenstelling tot activiteiten voor andere regelingen en fondsen, een resultaat op deze PGB-activiteiten behaalt. Dit is conform de gemaakte afspraken met het Ministerie van SZW. Om een beter beeld van de bestemmingsreserve te krijgen heeft er een stelselwijziging plaatsgevonden. De herrubricering is op 1 januari 2004 doorgevoerd. In 2003 is de bestemmingsreserve ad € 1.378 duizend verantwoord onder de rekening-courant SVB-Servicecentrum PGB.
BESTEMMINGSRESERVE VERANDERPROGRAMMA
1 = € 1.000
2004
2003
Bestemmingsreserve veranderprogramma
2.600
-
JAARREKENING
Onder specifieke door het Ministerie van SZW gestelde voorwaarden is deze bestemmingsreserve gevormd. Het Ministerie van SZW is gekend bij de opname van deze reserve en zal naar verwachting bij de definitieve beoordeling van de jaarrekening haar finale akkoord geven. De reserve is gevormd uit het positief saldo van de baten en lasten over het boekjaar 2004. De bestemmingsreserve is gevormd voor een aantal activiteiten welke aanvankelijk voor 2004 voorzien waren, maar waarvan na bijstelling van de planning de realisatie pas in 2005 zal gaan plaatsvinden. Het merendeel van de activiteiten dat is opgenomen in de bestemmingsreserve heeft betrekking op het project Vernieuwing (€ 2,4 miljoen). De resterende € 0,2 miljoen heeft betrekking op HR- en kwaliteitsmanagementtrajecten.
82
VOORZIENINGEN
1 = € 1.000
Stand
Dotatie/
Onttrek-
Stand
31/12/2003
Vrijval (-)
king
31/12/2004
12.589
3.175
-3.415
12.349
3.224
147
-324
3.047
23.253
-768
-3.308
19.177
6.297
-3.262
-316
2.719
45.363
-708
-7.363
37.292
3.452
3.193
-2.860
3.785
1.171
1.034
-1.030
1.175
- AOW
3.477
2.825
-
6.302
- Anw
7.159
-540
-
6.619
- AKW
1.084
15
-
1.099
- TOG
257
156
-179
234
Subtotaal
16.600
6.683
-4.069
19.214
Totaal voorzieningen
61.963
5.975
-11.432
56.506
Voorzieningen SVB, het bedrijf Wachtgelden, kosten Sociaal Plan en WW Toeslagen op pensioenen Reorganisatie SVB Programma Vernieuwing Subtotaal
Voorzieningen fondsen en regelingen Uitkeringslasten: - TOG Keuringskosten: - TOG Uitvoeringskosten:
Toelichting voorzieningen SVB, het bedrijf
De voorzieningen SVB hebben voor een belangrijk deel betrekking op uitkeringen aan (oud-) medewerkers. Deze voorzieningen hebben overwegend een langlopend karakter. In 2005 zal naar verwachting € 7,7 miljoen aan de voorzieningen worden onttrokken. Dit betreft € 3,4 miljoen aan de voorziening Wachtgelden, Sociaal Plan en WW, € 0,3 miljoen aan de voorziening Toeslag op pensioenen, € 3,1 miljoen aan de voorziening Reorganisatie SVB en € 0,9 miljoen aan de voorziening Programma Vernieuwing.
Algemeen
Ten aanzien van de voorziening HSP (onderdeel van de voorziening “Wachtgelden, kosten Sociaal Plan en WW”) is een wijziging in de schatting doorgevoerd, die inhoudt dat de SVB er voor de toekomst vanuit gaat dat 20% in plaats van 30% van de personen die onder de werking van deze voorziening vallen werk zullen vinden. Het gaat hierbij om de onderdelen Wachtgeld en Uitkeringsregeling 1966. Deze aanpassing verhoogt de verplichting met circa € 0,6 miljoen. Binnen de voorzieningen WW is de mutatie door wijzigingen in de effectueringspercentages ca. -/- € 0,1 miljoen. Wijzigingen in de component sociale premies leiden tot een mutatie van ca. -/- € 0,2 miljoen. Hier is gekeken naar de realisaties over het afgelopen jaar en een toename van de premies in het komende jaar. De voornaamste reden van de afname is hier de aanpassing van de voorzieningen WW aan de werkelijke sociale lasten. De wijziging van de loonindex van gemiddeld 3% naar 2,3% vanaf 2008 geeft een mutatie van ca. -/- € 1,5 miljoen. En tot slot leidt de verhoging van de uitvoeringskosten van de bovenwettelijke regeling WW tot een stijging van € 0,1 miljoen.
Schattingswijzigingen in
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
de voorzieningen SVB ten opzichte van vorig jaar
83
Voorziening Wachtgelden, kosten Sociaal Plan en WW
Voorziening Toeslagen op pensioenen
Voorziening Reorganisatie SVB
Voorziening Programma Vernieuwing
Deze voorziening heeft betrekking op ingegane wachtgelden en op de kosten voor het sociaal plan. Deze voorziening is bepaald op basis van kennis en verwachtingen over uitstroom, wachtgeldperioden en wachtgeldhoogte. De indexering van de voorzieningen is gebaseerd op de initiële loonstijging conform de CAO. Op 1 januari 2005 was nog geen nieuwe CAO afgesloten. Het percentage loonstijging over 2005 is 0%.Vanaf 2006 is gerekend met een loonstijging conform de loonindex overheidspersoneel middellange termijn CPB 2002. De gemiddelde loonstijging vanaf 2008 is 2,3%. Tevens zijn kosten Werkloosheidswet (WW) voorzien. Daarbij heeft de SVB een bovenwettelijke regeling als uitbreiding op de wettelijke regeling. In de bovenwettelijke regeling is in 2004 een wijziging doorgevoerd. Met ingang van 1 juli 2004 is in verband met het vervallen van de vervolguitkering de bovenwettelijke regeling verruimd, maar deze wordt nog steeds vastgesteld op basis van de ononderbroken diensttijd bij de SVB. Deze wijziging is per 1 september 2004 geëffectueerd. De dotatie aan deze voorzieningen wordt voornamelijk veroorzaakt door de toename van de instroom van nieuwe gevallen in de WW. De voorziening heeft betrekking op toeslagen op pensioenen in verband met een pensioenbreuk voor personeel dat in 1962 is overgegaan van de bedrijfsverenigingen en Centraal Beheer naar de voormalige Raden van Arbeid in aansluiting op de overdracht van de uitvoering van de Kinderbijslagwet. De omvang van de voorziening is gebaseerd op individuele aanspraken. Bij de bepaling van de hoogte van de voorziening is rekening gehouden met sterftekansen. De voorziening volgt de indexatie van de ABP-pensioenen. De SVB heeft de uitvoering van deze regeling uitbesteed. In de opbouw van de voorziening is rekening gehouden met de externe uitvoeringskosten. Voor de kosten van de reorganisatie (overgang van de districtskantoren naar de vestigingen in 1998) van de SVB is een voorziening gevormd. Deze kosten betreffen: wachtgelden, kosten die in de plaats kunnen komen van wachtgelden, zoals loonsuppleties, kosten van het mobiliteitsbureau. Bij het invoeren van de nieuwe reiskostenregeling in 1999 is afgesproken dat de in de voorziening gereserveerde gelden voor reizen mede dienen ter dekking van deze regeling. In 10 jaar zal het gereserveerde bedrag aan de voorziening worden onttrokken, waarbij in de eerste jaren een hogere onttrekking zal plaatsvinden dan in latere jaren. Dit in overeenstemming met het verwachte gebruik van de regeling. In 2004 is een bedrag van € 1,16 miljoen onttrokken. In de zomer van 2003 is door de Raad van Bestuur van de SVB besloten om het programma Vernieuwing door te voeren. In dit programma wordt onder meer de invoering van DMS en een uitbreiding van de dienstverlening door middel van Internet voorbereid en geïmplementeerd. De implementatie hiervan zal leiden tot een andere organisatie van het werkproces in de uitvoeringsorganisatie van de SVB. De gevolgen van deze andere werkwijze zijn uitgebreid in kaart gebracht en gecommuniceerd met de betrokkenen. Deze ontwikkeling brengt een daling van de benodigde personele capaciteit met zich mee.
JAARREKENING
De voorziening is eind 2004 geactualiseerd met onder andere een lagere schatting van de instroom. Deze aanpassing is deels het gevolg van het laten vervallen van vacatures en herplaatsingen en deels het gevolg van het feit dat de capaciteitsvermindering is afgewenteld op uitzendkrachten. Het vorenstaande leidt niet tot WW-verplichtingen. De voorziening is in eerste instantie berekend voor een bedrag van € 6,3 miljoen. Door de daling van de instroom is er een vrijval van ca. € 3,3 miljoen.
84
In deze voorziening zijn kosten opgenomen voor het equiperen van een mobiliteitscentrum, voor loopbaanbegeleiding, opleidingen, trainingen en het uitbetalen van WW-uitkeringen. Dit laatste vanwege het feit dat de SVB hierin eigenrisicodrager is. De totale voorziening bedraagt nu € 2,7 miljoen, waarvan € 2,2 miljoen bestemd is voor voorziene WW-uitkeringen. De voorzieningen SVB, het bedrijf zijn als volgt toe te rekenen naar de diverse wetten en regelingen:
SPECIFICATIE VOORZIENINGEN SVB, HET BEDRIJF
1 = € 1.000 Ouderdomsfonds Nabestaandenfonds
2004
2003
18.391
23.013
3.084
4.131
15.092
17.397
Regeling TOG
48
110
Remigratiewet
-
39
Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering
6
75
671
598
37.292
45.363
Algemeen Kinderbijslagfonds
Regeling Persoonsgebonden budget Totaal voorzieningen SVB, het bedrijf
De voorziening uitkeringslasten TOG is opgenomen voor uitkeringen die binnen een jaar na balansdatum worden toegekend en met terugwerkende kracht betrekking hebben op boekjaren voor balansdatum. De voorziening keuringskosten en uitvoeringskosten TOG betreft de te verwachten keuringskosten resp. uitvoeringskosten die samenhangen met nog te verwachten af te handelen aanvragen met terugwerkende kracht, betrekking hebbend op boekjaren voor balansdatum. De voorzieningen hebben een looptijd van 1 jaar.
Toelichting voorzieningen fondsen en regelingen
In de voorziening TOG ultimo 2004 wordt uitgegaan van rond de 8.000 afgehandelde aanvragen en ca. 6.000 toekenningen in 2005, waarvan plusminus 7.300 aanvragen en ongeveer 5.500 toekenningen een terugwerkende kracht hebben naar 2004 of eerder. Hierbij is rekening gehouden met het aantal nog te verwerken aanvragen per 31 december 2004.Vanwege het grillige verloop van het aantal aanvragen en toekenningen zijn aan de vooronderstellingen die aan de voorziening ten grondslag liggen, onzekerheden verbonden. De voorzieningen uitvoeringskosten AOW, Anw en AKW betreffen een raming inzake de kosten van het toekennen van de nog te betalen uitkeringen en terug te vorderen bedragen op balansdatum. De voorzieningen zijn grotendeels kortlopend van aard. Tevens omvat de voorziening uitvoeringskosten AOW een bedrag van € 0,1 miljoen in verband met werkzaamheden inzake reparatie van het AOW-pensioentekort van echtgenoten van grensarbeiders. Naar verwachting wordt in de zomer van 2005 het arrest gewezen in een zaak, waarin de uitsluiting van de volksverzekeringen van elders in de EU/EER wonende postactieven wordt aangevochten. Het gaat om personen die uitsluitend een bepaald(e) Nederlandse uitkering of pensioen ontvangen en uit dien hoofde wel (verplicht) verzekerd blijven voor bepaalde Nederlandse werknemersverkeringen.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
85
Er is echter nog geen zekerheid over de precieze inhoud van de uitspraak te geven, waardoor de financiële gevolgen van deze consequenties voor de SVB en van de noodzaak van eventuele reparatie en nabetalingen van uitkeringen alsmede restitutie van reeds geïnde vrijwillige premies dermate onzeker zijn dat ze niet in de jaarrekening 2004 zijn verwerkt. Omdat ongeacht de uitspraak hoogstwaarschijnlijk wel alle betreffende dossiers opnieuw moeten worden bezien, is een voorziening (voor een bedrag van € 2,8 miljoen) opgenomen voor de hiermee samenhangende te maken administratiekosten AOW.
LANGLOPENDE SCHULDEN
Het verloop van de langlopende schulden kan als volgt worden weergegeven: 1 = € 1.000
Stand
Aflossing
31/12/2004
Stand
Verkrijging
31/12/2003
Subsidieleningen
165
64
229
-
Totaal langlopende schulden
165
64
229
-
De subsidieleningen inzake financiering materiële vaste activa betreffen laagrentende leningen van energiemaatschappijen waarbij geldt dat slechts 80% van de totaal geleende bedragen hoeft te worden afgelost. Het nog af te lossen deel is op de balans opgenomen. Het gemiddeld gehanteerde rentepercentage bedraagt 3,32%. De ontvangen subsidie is in mindering gebracht op de materiële vaste activa.
UITSPLITSING LANGLOPENDE SCHULDEN
Korter dan/gelijk aan 1 jaar
66
Tussen 1 - 5 jaar
99
Langer dan 5 jaar
JAARREKENING
Totaal
86
1= € 1.000
165
KORTLOPENDE SCHULDEN
1 = € 1.000
2004
2003
- Te betalen vakantie-uitkeringen
747.763
752.506
- Overige te betalen uitkeringen
906.931
916.896
Te betalen uitkeringen:
Af te dragen ter zake uitkeringen - loonheffing
76.889
84.038
- AWBZ-bijdragen
26.685
24.993
- ZFW-premie
46.608
48.355
Crediteuren
11.017
15.515
Nog te betalen personeelskosten
13.098
12.716
9.617
7.883
137
16
4.649
-
Belastingen en sociale premies Rekening-courant AOF Te betalen interest rekening-courant met het Rijk Overige schulden Totaal
4.408
40.755
1.847.802
1.903.673
De overige te betalen uitkeringen hebben voor € 814,6 miljoen betrekking op de AKW. Dit bedrag betreft vrijwel geheel de kinderbijslag over het vierde kwartaal van 2004 die in het eerste kwartaal van 2005 wordt uitbetaald.Tevens is rekening gehouden met een schatting van na het eerste kwartaal van 2005 uit te keren kinderbijslag over 2004 en voorgaande jaren van € 9,4 miljoen, in principe met terugwerkende kracht van maximaal één jaar. Naast de te betalen uitkeringen AKW is een raming opgenomen van in 2004 vast te stellen uitkeringen AOW en Anw met een terugwerkende kracht van maximaal 1 jaar (AOW: € 50,0 miljoen; Anw: € 27,0 miljoen). In de post nog te betalen personeelskosten is de verplichting inzake niet opgenomen vakantiedagen (inclusief verschuldigde sociale lasten) ultimo 2004 opgenomen voor een bedrag van € 7,0 miljoen (2003: € 6,2 miljoen). Het Rijk vergoedt rente over de openstaande saldi op de rekening-courant SVB-Rijk. Het hierbij gehanteerde dagpercentage is gelijk aan het twaalf-maands Euribor (debetsaldi) of éénmaands Euribor (creditsaldi).
SPECIFICATIE OVERIGE SCHULDEN
1 = € 1.000 Schulden Bureau BDZ aan diverse instanties Rekening-courant SVB-Regeling PGB Rekening-courant SVB-REM Rekening-courant SVB-AWBZ Rekening-courant SVB-Servicecentrum PGB Rekening-courant BV de Koopvaardij Andere overige schulden Totaal overige schulden
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
2004
2003
520
-
-
29.387
-
3.022
424
120
2.837
5.088
1
1
626
3.137
4.408
40.755
87
NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE FINANCIËLE VERPLICHTINGEN EN AFGEGEVEN ZEKERHEIDSSTELLINGEN
Uitsplitsing niet uit balans blijkende verplichtingen
Korter dan/gelijk aan 1 jaar
15,3
Tussen 1 - 5 jaar
13,2
Langer dan 5 jaar Totaal
Huur, lease en onderhoudsverplichtingen Rechtsgeding
1= € 1.000.000
28,5
De huur, lease en onderhoudsverplichtingen op basis van de nog niet verstreken termijnen van de lopende overeenkomsten, bedroegen per balansdatum € 28,5 miljoen (2003: € 28,8 miljoen). Naar verwachting wordt in de zomer van 2005 het arrest gewezen in een zaak, waarin de uitsluiting van de volksverzekeringen van elders in de EU/EER wonende postactieven wordt aangevochten. Het gaat om personen die uitsluitend een bepaald(e) Nederlandse uitkering of pensioen ontvangen en uit dien hoofde wel (verplicht) verzekerd blijven voor bepaalde Nederlandse werknemersverkeringen. De financiële gevolgen van de toekomstige ontwikkelingen omtrent eventuele reparatie en nabetalingen van uitkeringen c.q. restitutie van betaalde vrijwillige premies zijn niet verwerkt in de jaarrekening 2004, maar worden, indien en voorzover noodzakelijk, verwerkt in de jaarrekening van het jaar waarin die gevolgen komen vast te staan.
JAARREKENING
Niet uit de balans blijkende verplichtingen ter zake van de fondsen zijn hier niet weergegeven, omdat die volledig worden afgedekt door toekomstige financiering vanwege de Rijksoverheid.
88
TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING SVB OVER 2004
Algemeen
De toelichting op de resultatenrekening is opgesteld conform de Regeling SUWI, bijlage VIII “Informatieproducten van de SVB”. Hierna volgen overzichten van baten en lasten per uitgevoerde regeling, gesplitst in sv en niet-sv-taken.
ALGEMENE OUDERDOMSWET (AOW)
1 = € 1.000
Realisatie
Begroting
Realisatie
2004
2004
2003
Baten Premies
18.890.698
19.253.000
17.799.219
Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)
2.606.900
2.623.000
2.598.500
Financiering door het Rijk
2.194.124
1.475.000
1.206.000
Vrijval voorzieningen SVB
1.968
-
17
Vrijval voorziening uitvoeringskosten AOW Overige baten Totaal baten
-
-
31
8.823
7.000
1.191.565
23.702.513
23.358.000
22.795.332
22.889.569
23.191.000
22.426.709
Lasten Uitkeringen Uitvoeringskosten - personeel
72.728
74.398
65.664
- huisvesting
10.863
10.729
11.105
- automatisering
6.277
10.297
7.448
- bureaukosten
5.699
5.364
7.139
- diensten en diversen Totaal uitvoeringskosten
Dotatie voorzieningen SVB Dotatie voorziening uitvoeringskosten AOW Overige lasten Totaal lasten
Saldo van baten en lasten
Mutatie bestemmingsreserve veranderprogramma Mutatie normvermogen Mutatie vermogensoverschot Saldo van baten en lasten
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
4.215
4.881
4.860
99.782
105.669
96.216
1.450
-
5.290
2.825
-
-
11.258
-
563
23.004.884
23.296.669
22.528.778
697.629
61.331
266.554
1.242
-
-235.527
464.527
931.914
-197.973
697.629
61.331
266.554
89
SPECIFICATIE FINANCIERING DOOR HET RIJK
1 = € 1.000 Vermogenstekort 2003 Raming vermogenstekort 2004 (2003) Rijksbijdrage AOW-gat grensarbeiders Totaal financiering door het Rijk
2004
2003
808.124
-
1.375.000
1.195.000
11.000
11.000
2.194.124
1.206.000
De premiebaten zijn gewaardeerd volgens de EMU-definitie, zoals toegelicht bij de vordering premiebaten op de Belastingdienst. In de premiebaten AOW 2004 zijn de afrekeningen Loonheffing en Inkomstenheffing opgenomen die zijn nabetaald in 2004. Deze afrekeningen zijn als volgt te specificeren: • inkomstenheffing 2000: -/- € 340 miljoen • loonheffing 2002: € 600 miljoen In verband met uitkeringen inzake reparatie van het AOW-pensioentekort van echtgenoten van grensarbeiders is van het Rijk een bijdrage van € 11 miljoen ontvangen.Tevens is van het Rijk een extra bijdrage van € 2.183 miljoen ontvangen in verband met een geraamd vermogenstekort voor 2003 en 2004 volgens EMU-definitie.
SPECIFICATIE OVERIGE BATEN
1 = € 1.000 Interest rekening-courant SVB-AOW Boeten en maatregelen
2004
2003
-
15.887
532
372
2
4
Overige interestbaten - onderhandse leningen - lening inzake financiering vaste activa
8.262
9.993
27
1.165.309
8.823
1.191.565
2004
2003
Betaalde invorderingsrente
5.086
563
Interest rekening-courant SVB-AOW
6.155
-
17
-
11.258
563
Overigen Totaal overige baten
SPECIFICATIE OVERIGE LASTEN
1 = € 1.000
Diverse lasten Totaal overige lasten
JAARREKENING
Het ouderdomsfonds is voor € 1,4 miljoen belast voor de toevoeging aan de voorzieningen SVB, het bedrijf (2004: € 5,3 miljoen).Van de vrijval op de voorzieningen SVB, het bedrijf komt € 2,0 miljoen ten gunste van het fonds AOW (2003: € 17 duizend).
90
NABESTAANDENWET (ANW)
1 = € 1.000
Realisatie
Begroting
Realisatie
2004
2004
2003
1.505.748
1.575.000
1.425.940
189.900
194.000
194.800 2
Baten Premies Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK) Vrijval voorzieningen SVB
564
-
Vrijval voorziening uitvoeringskosten
540
-
-
2.280
4.000
121.166
1.699.032
1.773.000
1.741.908
1.521.004
1.576.000
1.585.808
- personeel
24.755
26.262
25.501
- huisvesting
3.264
3.544
3.949
- automatisering
1.706
2.508
1.712
- bureaukosten
1.256
2.080
1.463
- diensten en diversen
1.499
2.329
1.939
32.480
36.723
34.564
37
-
1.755
-
-
814
493
-
231
1.554.014
1.612.723
1.623.172
145.018
160.277
118.736
Overige baten Totaal baten
Lasten Uitkeringen Uitvoeringskosten
Totaal uitvoeringskosten
Dotatie voorzieningen SVB Dotatie voorziening uitvoeringskosten Anw Overige lasten Totaal lasten
Saldo van baten en lasten
Mutatie bestemmingsreserve veranderprogramma Mutatie normvermogen Mutatie vermogensoverschot Saldo van baten en lasten
409
-
-7.879
51.878
152.488
66.858
145.018
160.277
118.736
De premiebaten zijn gewaardeerd volgens de EMU-definitie, zoals toegelicht bij de vordering premiebaten op de Belastingdienst. In de premiebaten Anw 2004 zijn de afrekeningen Loonheffing en Inkomstenheffing opgenomen die zijn nabetaald in 2004. Deze afrekeningen zijn als volgt te specificeren: • inkomstenheffing 2000: -/€ 11 miljoen • loonheffing 2002: € 3 miljoen In de uitkeringen zijn tevens de afkoopsom en verhaalde bedragen uit hoofde van het regresrecht opgenomen. Door het regresrecht kunnen uit de Anw voortvloeiende lasten worden verhaald op degene die het overlijden van de verzekerde heeft veroorzaakt. Met het Verbond van Verzekeraars is een overeenkomst gesloten waarmee het regres is afgekocht. In 2004 was hiermee een bedrag van € 3,9 miljoen gemoeid (2003: € 4,3 miljoen).
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
91
SPECIFICATIE OVERIGE BATEN
1 = € 1.000
2004
2003
Interest rekening-courant SVB-Anw
2.025
2.799
Boeten en maatregelen Overigen Totaal overige baten
249
259
6
118.108
2.280
121.166
2004
2003
SPECIFICATIE OVERIGE LASTEN
1 = € 1.000 Betaalde invorderingsrente
493
231
Totaal overige lasten
493
231
JAARREKENING
Het nabestaandenfonds is voor € 37 duizend belast voor de toevoeging aan de voorzieningen SVB, het bedrijf (2003: € 1,7 miljoen).Van de vrijval op de voorzieningen SVB, het bedrijf komt € 564 duizend ten gunste van het nabestaandenfonds (2003: 2,0 duizend).
92
KINDERBIJSLAGWET (AKW)
1 = € 1.000
Realisatie
Begroting
Realisatie
2004
2004
2003
Financiering door het Rijk
3.300.170
3.368.920
3.292.514
Vrijval voorzieningen SVB
1.411
-
-
Baten
Vrijval voorziening uitvoeringskosten
-
-
5
944
-
678
3.302.525
3.368.920
3.293.197
3.225.151
3.288.000
3.217.086
- personeel
54.473
56.106
50.872
- huisvesting
7.942
8.212
8.533
- automatisering
5.957
8.000
5.969
- bureaukosten
3.034
4.250
2.960
Overige baten Totaal baten
Lasten Uitkeringen Uitvoeringskosten
- diensten en diversen
3.396
4.352
3.920
74.802
80.920
72.254
1.573
-
3.857
Dotatie voorziening uitvoeringskosten
15
-
-
Overige lasten
35
-
-
3.301.576
3.368.920
3.293.197
Saldo van baten en lasten
949
-
-
Mutatie bestemmingsreserve veranderprogramma
949
Saldo van baten en lasten
949
Totaal uitvoeringskosten
Dotatie voorzieningen SVB
Totaal lasten
-
-
SPECIFICATIE OVERIGE BATEN
1 = € 1.000
2004
2003
Interest rekening-courant SVB-AKW
239
137
Boeten en maatregelen
659
465
Overige (interest)baten
46
76
944
678
Totaal overige baten
Het Algemeen Kinderbijslagfonds is voor € 1,6 miljoen belast voor de toevoeging aan de voorzieningen SVB, het bedrijf (2003: € 3,9).Van de vrijval op de voorzieningen SVB, het bedrijf komt € 1,4 miljoen ten gunste van het Algemene Kinderbijslagfonds (2003: nihil).
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
93
REGELING TEGEMOETKOMING ONDERHOUDSKOSTEN THUISWONENDE GEHANDICAPTE KINDEREN (TOG)
1 = € 1.000
Realisatie
Begroting
Realisatie
2004
2004
2003
Financiering door het Rijk
31.552
33.994
27.512
Vrijval voorzieningen SVB
56
-
2
592
-
516
Baten
Vrijval voorziening uitkeringslasten Vrijval voorziening uitvoeringskosten Vrijval voorziening keuringskosten Overige baten Totaal baten
78
-
21
141
-
156
43
-
79
32.462
33.994
28.286
24.852
26.400
21.272
1.479
1.522
1.749
163
166
206
71
122
49
Lasten Uitkeringen Uitvoeringskosten - personeel - huisvesting - automatisering - bureaukosten - diensten en diversen Totaal uitvoeringskosten
Dotatie voorzieningen SVB Dotatie voorziening uitkeringslasten Dotatie voorziening uitvoeringskosten Dotatie voorziening keuringskosten Overige lasten Totaal lasten
Saldo van baten en lasten
56
38
58
647
2.246
-38
2.416
4.094
2.024
-
-
110
3.785
3.500
3.452
234
-
257
1.175
-
1.171
-
-
-
32.462
33.994
28.286
-
-
-
TOELICHTING UITKERINGEN
1 = € 1.000
2004
2003
24.849
21.100
De uitkeringen kunnen worden gesplitst in: - Uitkeringen met betrekking tot huidig boekjaar - Uitkeringen met terugwerkende kracht naar voorgaande boekjaren Subtotaal
JAARREKENING
- Ten laste van de voorziening uitkeringen
94
2.863
3.261
27.712
24.361
-2.860
-3.089
Subtotaal
-2.860
-3.089
Totaal
24.852
21.272
TOELICHTING UITVOERINGSKOSTEN
1 = € 1.000
2004
2003
1.816
2.147
De uitvoeringskosten kunnen worden gesplitst in: - Uitvoeringskosten SVB - Ten laste van de voorziening administratiekosten Subtotaal
- Keuringskosten Argonaut en derden - Ten laste van de voorziening keuringskosten Subtotaal Totaal
-179
-233
1.637
1.914
1.809
1.465
-1.030
-1.355
779
110
2.416
2.024
REGELING TEGEMOETKOMING ASBESTSLACHTOFFERS (TAS)
1 = € 1.000
Realisatie
Begroting
Realisatie
2004
2004
2003
2.818
4.842
3.651
Baten Financiering door het Rijk Overige baten
3
-
2
2.821
4.842
3.653
2.264
3.700
2.732
- personeel
182
186
172
- huisvesting
14
Totaal baten
Lasten Uitkeringen Uitvoeringskosten 16
18
- automatisering
3
4
2
- bureaukosten
6
8
7
- diensten en diversen
350
926
726
Totaal uitvoeringskosten
557
1.142
921
Overige lasten Totaal lasten
Saldo van baten en lasten
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
-
-
-
2.821
4.842
3.653
-
-
-
95
TOELICHTING UITVOERINGSKOSTEN
1 = € 1.000
2004
2003
- Uitvoeringskosten
227
213
- Advieskosten derden
330
708
Totaal
557
921
De uitvoeringskosten kunnen worden gesplitst in:
TOTAAL SV-TAKEN
1 = € 1.000
Realisatie
Begroting
Realisatie
2004
2004
2003
20.396.446
20.828.000
19.225.159
Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)
2.796.800
2.817.000
2.793.300
Financiering door het Rijk
5.528.664
4.882.756
4.529.677
Vrijval voorzieningen SVB
3.999
-
21
Vrijval voorzieningen sv-fondsen
1.351
-
729
Baten Premies
Overige baten
12.093
11.000
1.313.490
28.739.353
28.538.756
27.862.376
27.662.840
28.085.100
27.253.607
- personeel
153.617
158.474
143.958
- huisvesting
22.248
22.669
23.807
- automatisering
14.014
20.931
15.180
- bureaukosten
10.051
11.740
11.627
- diensten en diversen
10.107
14.734
11.407
210.037
228.548
205.979
Totaal baten
Lasten Uitkeringen Uitvoeringskosten
Totaal uitvoeringskosten
Dotatie voorzieningen SVB
3.060
-
11.012
Dotatie voorzieningen sv-fondsen
8.034
3.500
5.694
Overige lasten Totaal lasten
Saldo van baten en lasten
Mutatie bestemmingsreserve veranderprogramma Mutatie normvermogen Mutatie vermogensoverschot
JAARREKENING
Saldo van baten en lasten
96
11.786
-
794
27.895.757
28.317.148
27.477.086
843.596
221.608
385.290
2.600
-
-243.406
516.405
1.084.402
-131.115
843.596
221.608
385.290
DOORBELASTE KOSTEN, OPBRENGSTEN EN UITVOERINGSKOSTEN NIET-SV-TAKEN (REGELING PGB, PGB NIEUWE STIJL, FVP, REM, AWBZ EN DERDEN)
1 = € 1.000
Realisatie
Begroting
Realisatie
2004
2004
2003
1.516
1.562
1.297
Overige baten Toegerekende uitvoeringskosten SVB aan derden - Remigratiewet - Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
578
848
733
7.072
7.536
7.233
- Regeling Persoonsgebonden budget
17.584
33.562
23.593
- PGB nieuwe stijl
11.488
5.044
1.915 3.900
- Stichting Financiering Voorzetting Pensioenverzekering
- Derden
4.164
3.723
Vrijval voorzieningen SVB
172
-
-
Rentebaten derden
727
-
312
43.301
52.275
38.983
- personeel
24.910
40.106
25.227
- huisvesting
5.955
6.097
6.217
706
971
2.766
- bureaukosten
1.638
1.945
1.679
- diensten en diversen
3.866
3.156
2.051
37.075
52.275
37.940
Totaal doorberekende kosten
Specificatie naar kostensoort Uitvoeringskosten
- automatisering
Totaal uitvoeringskosten
Dotatie voorzieningen SVB Overige baten/ lasten Totaal
Saldo van baten en lasten
Mutatie bestemmingsreserve PGB nieuwe stijl Saldo van baten en lasten
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
405
-
731
3.408
-
312
40.888
52.275
38.983
2.413
-
-
2.413 2.413
-
-
97
TOTAAL SVB
1 = € 1.000
Realisatie
Begroting
Realisatie
2004
2004
2003
Baten Premies
20.396.446
20.828.000
19.225.159
Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)
2.796.800
2.817.000
2.793.300
Financiering door het Rijk
5.528.664
4.882.756
4.529.677
Vrijval voorzieningen SVB
4.171
-
21
Vrijval voorzieningen sv-fondsen
1.351
-
729
Overige baten
55.222
63.275
1.352.473
28.782.654
28.591.031
27.901.359
27.662.840
28.085.100
27.253.607
- personeel
178.527
198.580
169.185
- huisvesting
28.203
28.766
30.024
- automatisering
14.720
21.902
17.946
- bureaukosten
11.689
13.685
13.306
- diensten en diversen
13.973
17.890
13.458
247.112
280.823
243.919
Totaal baten
Lasten Uitkeringen Uitvoeringskosten
Totaal uitvoeringskosten
Dotatie voorzieningen SVB
3.465
-
11.743
Dotatie voorzieningen sv-fondsen
8.034
3.500
5.694
15.194
-
1.106
27.936.645
28.369.423
27.516.069
846.009
221.608
385.290
Overige lasten Totaal lasten
Saldo van baten en lasten
Mutatie bestemmingsreserve veranderprogramma
2.600
Mutatie bestemmingsreserve PGB nieuwe stijl
2.413
-
-243.406
516.405
1.084.402
-131.115
Mutatie normvermogen Mutatie vermogensoverschot
JAARREKENING
Saldo van baten en lasten
98
846.009
-
221.608
385.290
KASSTROOMOVERZICHT SVB (directe methode) 1 = € 1.000
2004
2003
Kasstromen uit operationele activiteiten Ontvangsten Premies Financiering door het Rijk Overige ontvangsten
20.296.418
19.260.908
8.336.892
7.302.145
64.482
87.542 28.697.792
26.650.595
Uitgaven Uitkeringen
-27.695.999
-27.212.489
Uitvoeringskosten
-232.786
-224.137
Overige uitgaven
-51.416
Kasstroom uit operationele activiteiten
-40.170 -27.980.201
-27.476.796
717.591
-826.201
Kasstromen uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa
-6.273
-2.116
-
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-6.273
-2.116
Kasstromen uit financieringsactiviteiten Mutatie langlopende schulden
-64
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Netto-kasstroom
-62 -64
-62
711.254
-828.379
715.245
-831.976
Specificatie netto-kasstroom Mutatie rekening courant Rijk Mutatie liquide middelen Totaal
-3.991
3.597
711.254
-828.379
Het kasstroomoverzicht bestaat uit drie onderdelen: - kasstroom uit operationele activiteiten; - kasstroom uit investeringsactiviteiten; - kasstroom uit financieringsactiviteiten. Onder de operationele activiteiten zijn de kasstromen verantwoord uit activiteiten welke direct te maken hebben met de uitvoering van de wetten en regelingen. Het betreft hier de ontvangen premies en financieringen ten opzichte van de betaalde uitkeringen en uitvoeringskosten. Onder investeringsactiviteiten zijn alle kasstromen uit hoofde van investeringen en desinvesteringen van materiële vaste activa weergegeven waarbij de investeringen en desinvesteringen op transactiebasis zijn gecorrigeerd voor oprenting en crediteuren in verband met vaste activa. De kasstromen uit financieringsactiviteiten betreffen de kasstromen met betrekking tot subsidieleningen inzake de materiële vaste activa.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
99
100
JAARREKENING
Overige gegevens ACCOUNTANTSVERKLARING
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
101
BESTEMMING SALDO VAN BATEN EN LASTEN HET SALDO VAN BATEN EN LASTEN AD € 846.009 DUIZEND IS OP DE VOLGENDE WIJZE BESTEMD:
1 = € 1.000 Toevoeging aan bestemmingsreserve veranderprogramma
2.600
Toevoeging aan bestemmingsreserve PGB nieuwe stijl
2.413
Mutatie normvermogen Mutatie vermogensoverschot Totaal
102
2004
-243.406 1.084.402 846.009
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
KWANTITATIEVE GEGEVENS
BIJLAGE 1 AANTAL AOW-KLANTEN PER 31 DECEMBER 2004
Gehuwden zonder toeslag
1)
Gehuwden met toeslag
Alleenstaanden3)
Totaal
371.522
2)
65-69 jaar
141.605
169.053
60.864
70-74 jaar
204.791
36.351
55.239
296.381
75-79 jaar
150.969
8.046
48.560
207.575
80-84 jaar
85.388
2.097
40.912
128.397
85-89 jaar
26.288
406
22.653
49.347
90-94 jaar
5.785
70
9.737
15.592
95-99 jaar
524
5
1.895
2.424
20
1
207
228
615.370
216.029
240.067
1.071.466
65-69 jaar
236.818
23.231
122.669
382.718
70-74 jaar
189.136
3.030
149.702
341.868
75-79 jaar
115.767
793
171.343
287.903
80-84 jaar
55.903
219
172.775
228.897
85-89 jaar
13.799
42
106.508
120.349
90-94 jaar
2.295
16
50.275
52.586
95-99 jaar
147
3
11.516
11.666
5
0
1.296
1.301
613.870
27.334
786.084
1.427.288
BIJLAGE 1
Totaal 2004
1.229.240
243.363
1.026.151
2.498.754
Totaal 2003
1.194.213
233.921
1.018.363
2.446.497
•
Mannen
1) Inclusief ongehuwd samenwonenden.
100 en ouder Totaal
Vrouwen
100 en ouder Totaal
KWANTITATIEVE GEGEVENS
Mannen en vrouwen
2) Gerechtigden met een partner jonger dan 65 jaar komen in aanmerling voor een toeslag.
De hoogte van deze toeslag is afhankelijk van het inkomen van de jongere partner. 3) Inclusief 283 éénouderpensioenen.
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
TOESLAGREGELING NAAR INGANGSDATUM
Inkomensonafhankelijk
1.080
Inkomensafhankelijke toeslag 30% (m.i.v. 1-4-1988)
6.268
Inkomensafhankelijke toeslag 50% (m.i.v. 1-2-1994)
10.802
Inkomensafhankelijke toeslag 50% (m.i.v. 1-7-1996) Totaal
225.213 243.363
Toeslagen naar geslacht Mannen Vrouwen Totaal
104
216.029 27.334 243.363
BIJLAGE 2 AANTAL ANW-UITKERINGEN 1) PER 31 DECEMBER 2004
Ingangsdatum recht vóór 1-7-1996
Alleen Nabestaanden
Ingangsdatum recht vanaf 1-7-1996
Totaal
Alleen Nabestaanden
Alleen
nabestaanden
+ halfwezen
nabestaanden
+ halfwezen
halfwezen
uitkering
uitkering
uitkering
uitkering
uitkering
2
14
Totaal
Totaal generaal
Mannen 24 jaar en jonger 25-29 jaar 30-34 jaar
1
2
3
16
16
1
10
24
35
35
7
74
161
242
245
35-39 jaar
3
25
28
7
213
571
791
819
40-44 jaar
41
142
183
21
350
1.330
1.701
1.884
45-49 jaar
310
304
614
65
432
1.767
2.264
2.878
50-54 jaar
1.307
305
1.612
242
293
1.103
1.638
3.250
55-59 jaar
3.162
150
3.312
1.735
124
367
2.226
5.538
60-64 jaar
4.577
52
4.629
2.462
33
124
2.619
7.248
9.401
980
10.381
4.540
1.531
5.461
11.532
21.913
1
18
30
49
49
Totaal
24 jaar en jonger 25-29 jaar
2
2
12
212
140
364
366
1
69
70
41
651
503
1.195
1.265
35-39 jaar
63
321
384
118
1.433
1.206
2.757
3.141
40-44 jaar
574
958
1.532
245
2.694
1.937
4.876
6.408
45-49 jaar
2.555
1.289
3.844
901
2.760
1.488
5.149
8.993
50-54 jaar
7.376
840
8.216
3.472
1.359
622
5.453
13.669
55-59 jaar
16.644
334
16.978
18.732
428
125
19.285
36.263
60-64 jaar
25.701
80
25.781
25.528
65
23
25.616
51.397
52.914
3.893
56.807
49.050
9.620
6.074
64.744
121.551
30-34 jaar
KWANTITATIEVE GEGEVENS
•
Totaal
BIJLAGE 2
Vrouwen
Mannen en vrouwen Totaal 2004
62.315
4.873
67.188
53.590
11.151
11.535
76.276
143.464
Totaal 2003
70.832
6.068
76.900
51.960
10.706
10.239
72.905
149.805
Vrouwen
Totaal
Exclusief 1.506 wezen.
•
1)
Leeftijd
0-9 jaar
Mannen
88
86
174
10-15 jaar
268
248
516
16-26 jaar
405
411
816
Totaal 2004
761
745
1.506
Totaal 2003
775
752
1.527
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
WEZENPENSIOENEN
105
BIJLAGE 3 AANTAL AOW-GERECHTIGDEN, ANW-UITKERINGEN EN AKW-KINDEREN 1) PER WOONLAND IN 2004 ALSMEDE DE DAARMEE GEMOEIDE UITKERINGSLASTEN
Land
AOWAantal
bedrag
AnwAantal
1= € 1.000 Nederland
bedrag
AKWAantal
1= € 1.000
bedrag
1= € 1.000
2.289.746
22.203.919
134.600
1.440.133
3.491.960
3.192.542
1.422
6.838
76
747
899
807
Aruba
496
2.222
19
179
106
92
Totaal
2.291.664
22.212.979
134.695
1.441.060
3.492.965
3.193.441
207.090
676.590
10.275
79.270
33.234
31.710
45.984
148.785
2.330
11.798
8.639
7.748
42
272
4
54
7
6
317
1.224
13
100
61
54 3.856
Nederlandse Antillen
Buitenland waarvan in: Europese Unie België Cyprus Denemarken Duitsland
28.439
65.289
1.504
6.426
4.336
Estland
5
48
1
14
5
5
Finland
81
225
12
55
28
24
6.209
38.481
235
2.159
754
673
Frankrijk Griekenland Groot-Brittannië
880
3.256
84
644
107
102
6.546
18.639
242
1.938
1.361
1.275
Hongarije
132
853
15
177
56
51
Ierland
321
2.069
35
370
76
69
4.724
13.124
323
1.583
274
243
Letland
3
14
0
0
4
4
BIJLAGE 3
Litouwen
1
11
0
0
5
4
509
2.148
20
109
17
13
•
Italië
Oostenrijk
Luxemburg
KWANTITATIEVE GEGEVENS
Malta Polen
24
2
2
450
73
66
129
714
38
469
139
130
10.809
200
1.751
374
357
Slovenië
54
180
10
102
13
13
Slowakije
13
55
2
30
46
43
32.356
87.989
1.861
10.397
803
765
57
334
14
165
147
132
Zweden
•
3 85
2.511
Tsjechië Totaal
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
532 4.239
Portugal
Spanje
106
63 1.259
830
2.106
16
56
107
92
131.465
401.395
7.047
38.871
17.431
15.726
VERVOLG BIJLAGE 3 AANTAL AOW-GERECHTIGDEN, ANW-UITKERINGEN EN AKW-KINDEREN 1) PER WOONLAND IN 2004 ALSMEDE DE DAARMEE GEMOEIDE UITKERINGSLASTEN
Land
AOWAantal
bedrag
AnwAantal
1= € 1.000
bedrag
AKWAantal
1= € 1.000
bedrag
1= € 1.000
EER-Landen IJsland Liechtenstein
14
68
0
0
0
0
6
24
0
0
0
0
Noorwegen
347
1.083
16
100
78
72
Totaal
367
1.174
16
100
79
72
127
907
9
113
11
10
10.975
38.007
25
297
162
152
Bosnie-Herzegovina
347
795
17
145
61
59
Brazilië
642
4.844
15
194
75
72
Canada
168
11.990
39.152
83
521
173
Chili
153
974
6
79
8
7
Indonesië
650
4.230
47
651
235
226
1.445
4.838
14
144
19
18
Kaapverdië
792
2.190
48
670
493
503
Kroatië
745
1.687
21
162
54
52
Macedonië
166
341
13
86
26
28
Marokko
6.835
31.727
1.105
15.121
7.796
8.196
Nieuw-Zeeland
2.944
10.102
10
106
65
62
414
1.186
50
549
76
74
1.582
6.582
73
951
388
387
203
1.839
24
307
172
163
Israël
Servië en Montenegro Suriname Thailand Tunesië
68
343
35
504
276
289
Turkije
13.187
48.773
1.312
16.649
2.664
2.715
V.S. van Amerika
14.999
42.376
105
779
1.177
1.101
Zuid-Afrika
2.603
10.502
18
226
84
81
Zwitserland
2.480
10.560
41
257
224
193
740
4.461
69
864
903
842
74.087
266.415
3.140
39.375
15.141
15.398
Overige Totaal
•
Australië
KWANTITATIEVE GEGEVENS
Argentinië
VERVOLG BIJLAGE 3
Andere Verdragslanden
59
367
3
41
0
0
China
21
128
5
63
44
36
India
80
431
3
44
33
29
Japan
32
117
391
5
44
34
Tanzania
40
416
2
25
18
15
Overige
854
5.873
54
707
455
402
1.171
7.606
72
924
583
514
Totaal 2004
2.498.754
22.889.569
144.970
1.520.330
3.526.199
3.225.151
Totaal 2003
2.446.497
22.426.709
151.332
1.585.808
3.507.216
3.217.086
Totaal
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
Andorra
•
Niet Verdragslanden
1) AOW-gerechtigden en Anw-uitkeringen : gegevens per 31 december 2004:AKW-kinderen jaargemiddelden.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
107
BIJLAGE 4 AANTAL GERECHTIGDEN REMIGRATIEWET NAAR LEEFTIJD EN SOORT UITKERING PER 31 DECEMBER 2004
Leeftijd
Alleenstaand
Gehuwd/
Alleenstaand
samenwonend
met kind
Totaal 2004
Totaal 2003
Niet nihil-uitkering Jonger dan 45 jaar
25
0
10
35
21
45-49 jaar
135
193
31
359
245
50-54 jaar
245
281
43
569
418
55-59 jaar
300
513
20
833
796
60-64 jaar
465
1.038
12
1.515
1.651
65 jaar en ouder
559
576
1
1.136
1.171
1.729
2.601
117
4.447
4.302
Totaal
Nihil-uitkering Jonger dan 45 jaar
0
0
2
2
4
45-49 jaar
10
23
5
38
19
50-54 jaar
21
51
5
77
57
55-59 jaar
58
128
4
190
190
60-64 jaar
47
338
2
387
552
65 jaar en ouder Totaal
887
2.557
4
3.448
2.409
1.023
3.097
22
4.142
3.231
Totaal 25
0
12
37
25
45-49 jaar
145
216
36
397
276
50-54 jaar
266
332
48
646
469
55-59 jaar
358
641
24
1.023
968
BIJLAGE 4
60-64 jaar
512
1.376
14
1.902
2.103
1.446
3.133
5
4.584
4.061
•
Jonger dan 45 jaar
Totaal 2004
2.752
5.698
139
8.589
Totaal 2003
2.268
5.498
136
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
KWANTITATIEVE GEGEVENS
65 jaar en ouder
108
7.902
BIJLAGE 5
Overzicht bedragen AOW, Anw, Kinderbijslag,TOG,TAS per 1 januari 2005 AOW-PENSIOENEN (NA FEBRUARI 1994)
1=€1
Bruto
Bruto
bedrag
vakantie-
per maand
uitkering
Alleenstaande1) Alleenstaande ouder1)
924,86
42,74
1.143,92
54,95
Gehuwde , partner ook 65+ 2)
Gehuwde2), partner 65-, volledige toeslag
631,81
30,53
1.263,62
61,06
631,81
30,53
Gehuwde2), partner 65-, zonder toeslag
1) Alleenstaand is ook de AOW-gerechtigde die duurzaam gescheiden leeft van zijn/haar huwelijkspartner. 2) Geldt ook voor een ongehuwde die met één andere persoon een gezamenlijke huishouding voert.
Bruto vakantie-
per maand
uitkering
Nabestaandenuitkering
990,24
54,40
Nabestaandenuitkering voor verzorgingsrelatie
633,49
38,86
Halfwezenuitkering
223,23
15,54
Wezenuitkering tot 10 jaar
316,88
17,41
Wezenuitkering van 10 tot 16 jaar
475,32
26,11
Wezenuitkering van 16 tot 21 jaar1)
633,75
34,82
1=€1
•
Bruto bedrag
BIJLAGE 5
ANW-UITKERING (NA JULI 1996)
KWANTITATIEVE GEGEVENS
1) Wezen die op of voor 30 juni 1980 zijn geboren, hebben maximaal tot hun 27e jaar recht op een wezenuitkering.
KINDERBIJSLAGBEDRAGEN
1=€1
6 t/m 11 jaar
12 t/m 17 jaar
176,62
214,46
252,31
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
Bedragen per kind per kwartaal 1)
0 t/m 5 jaar
1) Voor kinderen die vóór 1 januari 1995 zijn geboren is de kinderbijslag per kind hoger naar mate de gerechtigde meer kinderen heeft.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
109
TEGEMOETKOMING ONDERHOUDSKOSTEN THUISWONENDE GEHANDICAPTE KINDEREN (TOG)
3 t/m 17 jaar
Bedragen per kwartaal1)
€ 199,28
1) Dit bedrag is belastingvrij.
TEGEMOETKOMING ASBESTSLACHTOFFERS (TAS)
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
KWANTITATIEVE GEGEVENS
•
BIJLAGE 5
Eenmalige vergoeding
110
€ 16.476
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
KWANTITATIEVEVERANTWOORDINGSINFORMATIE AANVULLENDE GEGEVENS • BIJLAGE 1 2004
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
•
INHOUD
Inhoud
112
Voorwoord
113
1 Producten - Tijdigheid 1.1 AOW 1.2 Anw 1.3 AKW 1.4 TOG
114 114 115 116 117
2 Uitvoeringskosten 2.1 AOW 2.2 Anw 2.3 AKW 2.4 TOG 2.5 TAS
118 118 118 118 119 119
3 Aantallen 3.1 Afgehandelde aanvragen naar wet 3.2 Instroom gerechtigden in 2004 naar wet 3.3 Aanvullende informatie TAS 3.4 Aantal gerechtigden 3.5 Handhaving
120 120 120 125 127 132
4 Uitkeringslasten en financiering
134
5 Productiecijfers
141
6 Publicaties SVB
144
Voorwoord
Voor u ligt de Aanvullende verantwoordingsinformatie 2004 van de Sociale Verzekeringsbank. Tezamen met de in het jaarverslag opgenomen verantwoordingsinformatie komt de SVB hiermee tegemoet aan de eisen die worden gesteld in het verantwoordingsmodel. Op de volgende punten kan nog niet worden voldaan aan de eisen van het verantwoordingsmodel: - tijdigheid beëindigingen - aantal uitstaande vorderingen - reden terugwerkende kracht TOG - aantal verstrekte uitkeringen naar leeftijdsklasse TAS - aantal boeten per 10.000 uitkeringsjaren
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
•
VOORWOORD
Onderliggende rapportage is als volgt opgebouwd. In het eerste hoofdstuk wordt ingegaan op de tijdigheidindicatie van AOW, Anw, AKW en TOG in 2004. Vervolgens worden in hoofdstuk 2 de uitvoeringskosten over 2004 gepresenteerd. Het derde hoofdstuk beschrijft meer gedetailleerde volumegegevens naar wet. Het vierde hoofdstuk verschaft een overzicht van de ontwikkeling van de uitkeringslasten per regeling.Tot slot gaat hoofdstuk 5 in op de productiecijfers AOW, Anw en AKW.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
113
1 | Producten - Tijdigheid 1.1 AOW TIJDIGHEIDINDICATIE
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de tijdigheid van afhandelen van de Aanvragen en Mutaties met Rechtsgevolg bij de AOW in 2004.
TIJDIGHEID AFHANDELING AANVRAGEN EN MUTATIES MET RECHTSGEVOLG AOW IN 2004 (IN PROCENTEN)
AOW
TIJDIGHEID
AOW Nationaal Aanvragen
2004
% tijdig afgehandeld 99% 94%
Totaal
96%
PRODUCTEN
-
Mutaties met Rechtsgevolg
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
•
AOW Internationaal (inclusief IR)
% tijdig afgehandeld
Aanvragen
83%
Mutaties met Rechtsgevolg
90%
Totaal
87%
AOW Nationaal + Internationaal
% tijdig afgehandeld
Aanvragen
95%
Mutaties met Rechtsgevolg
93%
Totaal
94%
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
Ten opzichte van 2003 kunnen we alleen het aantal afgehandelde aanvragen vergelijken omdat in dat jaar nog niet het aantal afgehandelde Mutaties met Rechtsgevolg werd gemeten. Een vergelijking met 2003 laat het volgende zien: bij Nationaal bleef het percentage tijdig afgehandelde aanvragen gehandhaafd op het hoge niveau van 99% tijdig afgehandeld. bij Internationaal steeg dit zeer ruim, van 62% in 2003 tot 83% in 2004. Samenvattend: er werden meer aanvragen afgehandeld en daarvan werd een groter percentage tijdig afgehandeld. Het aantal niet-tijdig afgehandelde aanvragen daalde zowel in procenten als absoluut; het leeuwendeel daarvan waren buitenlandse aanvragen. De verbetermaatregelen die wij in 2002 en 2003 vooral op het gebied van internationaal hebben doorgevoerd hebben in 2004 dus tot een forse resultaatverbetering geleid. Deze verbetermaatregelen zullen de komende jaren leiden tot een verdere verbetering van de tijdigheidcijfers.
114
1.2 ANW TIJDIGHEIDINDICATIE
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de tijdigheid van afhandelen van de Aanvragen en Mutaties met Rechtsgevolg bij de Anw in 2004.
TIJDIGHEID AFHANDELING AANVRAGEN EN MUTATIES MET RECHTSGEVOLG ANW IN 2004 (IN PROCENTEN)
Anw Nationaal Aanvragen
2004
% tijdig afgehandeld 92%
Mutaties met Rechtsgevolg
85%
Totaal
86%
Anw Internationaal (inclusief IR)
% tijdig afgehandeld 74%
Mutaties met Rechtsgevolg
89%
Totaal
86%
-
Aanvragen
TIJDIGHEID
Anw
PRODUCTEN
% tijdig afgehandeld 89%
Mutaties met Rechtsgevolg
85%
Totaal
86%
•
Aanvragen
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
Anw Nationaal + Internationaal
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
Ten opzichte van 2003 kunnen we alleen het aantal afgehandelde aanvragen vergelijken omdat in dat jaar nog niet het aantal afgehandelde Mutaties met Rechtsgevolg werd gemeten. Een vergelijking met 2003 laat het volgende zien: bij Nationaal steeg het percentage tijdig afgehandelde aanvragen van 87% in 2003 naar 92% in 2004. bij Internationaal steeg dit zeer ruim, van 56% in 2003 tot 74% in 2004. Samenvattend: er werden meer aanvragen afgehandeld en daarvan werd een groter percentage tijdig afgehandeld. Het aantal niet-tijdig afgehandelde aanvragen daalde zowel in procenten als absoluut; de meeste daarvan waren binnenlandse aanvragen. De verbetermaatregelen die wij in 2002 en 2003 in het bijzonder op het gebied van internationaal hebben doorgevoerd hebben in 2004 dus tot een forse resultaatverbetering geleid. Deze verbetermaatregelen zullen de komende jaren leiden tot een verdere verbetering van de tijdigheidcijfers.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
115
1.3 AKW TIJDIGHEIDINDICATIE
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de tijdigheid van afhandelen van de Aanvragen en Mutaties met Rechtsgevolg bij de AKW in 2004.
TIJDIGHEID AFHANDELING AANVRAGEN EN MUTATIES MET RECHTSGEVOLG AKW IN 2004 (IN PROCENTEN)
AKW
AKW Nationaal Aanvragen
% tijdig afgehandeld 98%
Mutaties met Rechtsgevolg
97%
Totaal
97%
AKW Internationaal
% tijdig afgehandeld
Aanvragen
84%
Mutaties met Rechtsgevolg
90%
Totaal
89%
-
TIJDIGHEID
2004
PRODUCTEN
AKW Totaal (Nationaal + Internationaal)
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
•
Aanvragen
% tijdig afgehandeld 97%
Mutaties met Rechtsgevolg
97%
Totaal
97%
Ten opzichte van 2003 kunnen we alleen het aantal afgehandelde aanvragen vergelijken omdat in dat jaar nog niet het aantal afgehandelde Mutaties met Rechtsgevolg werd gemeten. Een vergelijking met 2003 laat het volgende zien: bij Nationaal steeg het percentage tijdig afgehandelde aanvragen van 96% in 2003 naar 98% in 2004. Bij Internationaal steeg dit zeer ruim, van 76% in 2003 tot 84% in 2004.
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
Verklaring voor deze stijging zit voor een deel in het feit dat nu ook het automatisch afgehandelde werk is meegeteld, tot 2003 gebeurde dit (ten onrechte) niet. Het betreft dus nu niet meer alleen de aanvragen die families doen ten behoeve van kinderbijslag voor hun 1e kind, maar ook die voor volgende kinderen die door de SVB veelal volautomatisch worden afgehandeld. Deze volautomatisch afgehandelde gevallen worden in principe altijd tijdig afgehandeld, hierdoor is het aantal tijdig afgehandelde gevallen dus gestegen. De komende jaren verwachten wij een verdere verbetering van de tijdigheid, vanwege het project ‘Sturen op Tijdigheid’ dat wij over een maand voor de AKW door zullen voeren.
116
1.4 TOG TIJDIGHEIDINDICATIE
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de tijdigheid van afhandelen van de Aanvragen en Mutaties met Rechtsgevolg bij de TOG in 2004. De cijfers van de TOG zijn in 2004 voor het eerst beschikbaar. De vergelijking met 2003 is daarom niet mogelijk. Voor 2004 is er geen streefwaarde vastgesteld.
TIJDIGHEID AFHANDELING AANVRAGEN EN MUTATIES MET RECHTSGEVOLG TOG IN 2004 (IN PROCENTEN)
TOG
2004
% tijdig afgehandeld 55%
Mutaties met Rechtsgevolg
87%
Totaal
68%
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
•
PRODUCTEN
-
Aanvragen
TIJDIGHEID
TOG
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
117
2 | Uitvoeringskosten 2.1 AOW Begroting 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2003
t.o.v. begroting
1 = € 1.000
2004 in %
Personeelskosten
74.398
72.210
97%
70.936
Huisvestingskosten
10.729
10.863
101%
11.105
Automatiseringskosten
10.297
6.277
61%
7.448
5.364
5.699
106%
7.139
Bureaukosten Diensten en diversen
4.881
4.215
86%
4.860
105.669
99.264
94%
101.488
Begroting 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2003
UITVOERINGSKOSTEN
Totaal
2.2 ANW
t.o.v. begroting
1 = € 1.000
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
Personeelskosten
56.106
54.635
97%
54.729
•
•
2004 in %
Huisvestingskosten
8.212
7.942
97%
8.533
Automatiseringskosten
8.000
5.957
74%
5.969
Bureaukosten
4.250
3.034
71%
2.960
26.262
24.228
92%
27.254
Huisvestingskosten
3.544
3.264
92%
3.949
Automatiseringskosten
2.508
1.706
68%
1.712
Bureaukosten
2.080
1.256
60%
1.463
Diensten en diversen
2.329
1.499
64%
1.939
36.723
31.953
87%
36.317
Begroting 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2003
Totaal
2.3 AKW
t.o.v. begroting
1 = € 1.000
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
Personeelskosten
Diensten en diversen Totaal
118
2004 in %
4.352
3.396
78%
3.920
80.920
74.964
93%
76.111
2.4 TOG Begroting 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2003
t.o.v. begroting
1 = € 1.000
2004 in %
Personeelskosten
1.522
1.423
94%
1.857
Huisvestingskosten
166
163
98%
206
Automatiseringskosten
122
71
58%
49
38
56
147%
58
2.246
1.856
83%
1.551
4.094
3.569
87%
3.721
Begroting 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2004
Realisatie 2003
Bureaukosten Diensten en diversen Totaal
2.5 TAS
t.o.v. begroting
1 = € 1.000 182
98%
172
18
16
89%
14
Automatiseringskosten
4
3
75%
2
Bureaukosten
8
6
75%
7
Diensten en diversen
926
350
38%
726
1.142
557
49%
921
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
Totaal
UITVOERINGSKOSTEN
186
Huisvestingskosten
•
Personeelskosten
2004 in %
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
119
3 | Aantallen 3.1 AFGEHANDELDE AANVRAGEN NAAR WET TABEL 3.1
Wet
Realisatie
Realisatie
1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
2003
2004
2004
2004
2004
2004
AOW
172.916
180.448
40.790
46.422
42.966
50.270
Anw
18.631
20.050
5.078
5.230
4.879
4.863
AKW
115.152
219.552
56.018
53.049
56.222
54.263
TOG
8.152
7.472
1.921
2.289
1.628
1.634
233
254
53
62
72
67
TAS
Vanaf 1 januari 2004 worden voor de AKW naast de eerste aanvragen ook de aanvragen voor de volgende kinderen meegeteld.
AANTALLEN
3.2 INSTROOM GERECHTIGDEN IN 2004 NAAR WET
•
TABEL 3.2
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
Wet
Realisatie
Realisatie
1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
2003
2004
2004
2004
2004
2004
AOW
167.365
171.996
41.974
42.987
44.620
42.415
Anw
14.417
14.695
3.794
3.830
3.622
3.449
AKW
114.449
111.658
28.730
26.170
28.557
28.201
TOG
5.794
5.250
1.414
1.517
1.082
1.237
220
246
51
61
68
66
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
TAS
120
TABEL 3.3 AANTAL TOEGEKENDE PENSIOENEN AOW IN 2004 NAAR GESLACHT EN AARD VAN HET PENSIOEN 1)
Man
Vrouw
Totaal
9.177
38.216
47.393
764
1.233
1.997
41.245
9.150
50.395
Ongehuwd samenwonenden met partner < 65 jaar
1.628
777
2.405
Ongehuwdenpensioenen
9.740
18.715
28.455
24
7
31
62.578
68.098
130.676
4.138
8.580
12.718
197
200
397
14.673
2.560
17.233
Volledig op grond van aantal verzekerde jaren Gehuwden met partner >=65 jaar Ongehuwd samenwonenden met partner >= 65 jaar Gehuwden met partner < 65 jaar
Eenouderpensioenen Totaal
Gehuwden met partner >=65 jaar Ongehuwd samenwonenden met partner >= 65 jaar Gehuwden met partner < 65 jaar Ongehuwd samenwonenden met partner < 65 jaar Ongehuwdenpensioenen Eenouderpensioenen
718
240
958
4.073
5.911
9.984
15
15
30
Totaal
23.814
17.506
41.320
Totaal generaal
86.392
85.604
171.996
AANTALLEN
Gekort op grond van aantal verzekerde jaren
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
•
1) Inclusief overgangen van Anw naar AOW; exclusief overgangen tussen de groepen onderling.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
121
TABEL 3.4 AANTAL INGESTROOMDE ANW-UITKERINGEN IN 2004 1)
Man
Vrouw
Totaal
Alleen nabestaandenuitkering
5
16
21
Nabestaanden + halfwezenuitkering
0
1
1
Totaal
5
17
22
55
161
216
3
5
8
Totaal
58
166
224
Totaal vóór 1-7-1996
63
183
246
Ingangsdatum recht vóór 1-7-1996 Samenwonend
Niet samenwonend Alleen nabestaandenuitkering Nabestaanden + halfwezenuitkering
Ingangsdatum recht vanaf 1-7-1996 Alleen nabestaandenuitkering
1.302
8.659
9.961
Nabestaanden + halfwezenuitkering
433
1.964
2.397
Alleen halfwezenuitkering
946
860
1.806
2.681
11.483
14.164
<=9 jaar
18
21
39
10 t/m 15 jaar
52
51
103
66
77
143
136
149
285
2.880
11.815
14.695
2002
2003
2004
1e kwartaal
24
74
52
2e kwartaal
22
47
61
AANTALLEN
Totaal vanaf 1-7-1996
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
16 t/m 27 jaar
•
•
Wezenuitkering
3e kwartaal
17
48
69
4e kwartaal
25
51
66
Totaal
88
220
248
Totaal wezen
Totaal generaal
1) Zowel inkomen als samenloop met een buitenlandse uitkering.
TABEL 3.5 ONTWIKKELING VAN HET AANTAL TAS-VERGOEDINGEN
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
Periode
122
TABEL 3.6 INSTROOM AOW- EN ANW GERECHTIGDEN PER WOONLAND IN 2004
Woonland
Nederland Nederlandse Antillen
AOW
Anw
150.165
13.816
234
5
Aruba
81
3
Totaal
150.480
13.824
21.516
871
3.688
197
5
0
Buitenland waarvan in:
Denemarken Duitsland Estland
24
0
2.587
179
1
0
Finland
12
4
Frankrijk
581
20
Griekenland
187
12
Groot-Brittannië
526
16
Hongarije
15
1
Ierland
32
2
776
35
1
0
Italië Letland Litouwen Luxemburg Malta Oostenrijk Polen
0
0
44
3
7
0
100
4
14
2
Portugal
305
22
Slovenië
6
0
Slowakije
2
0
Spanje
3.666
206
Tsjechië
6
1
Zweden
124
6
12.709
710
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
Totaal
•
Cyprus
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
België
AANTALLEN
Europese Unie
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
123
VERVOLG TABEL 3.6 INSTROOM AOW- EN ANW GERECHTIGDEN PER WOONLAND IN 2004
Woonland
AOW
Anw
IJsland
1
0
Liechtenstein
1
0
Noorwegen
37
3
Totaal
39
3
4
1
926
1
EER-Landen
Andere Verdragslanden Argentinië Australië Bosnië-Herzegovina
69
1
Brazilië
50
1
Canada
753
5
Chili
14
0
Indonesië
50
5
Israël
89
2
Kaapverdië
127
5
Kroatië
213
3
Macedonië
45
1
1.184
67
Nieuw-Zeeland
325
0
Servië en Montenegro
109
1
Suriname
223
2
29
0
Tunesië
17
0
Turkije
2.611
42
Verenigde Staten
1.111
8
192
0
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
Thailand
•
•
AANTALLEN
Marokko
Overige
130
5
Totaal
180
6
171.996
14.695
Zuid-Afrika Zwitserland
347
3
Overige
100
4
8.588
152
Andorra
3
0
China
5
1
India
7
0
Japan
33
0
2
0
Totaal
Niet Verdragslanden
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
Tanzania
Totaal Generaal
124
3.3 AANVULLENDE INFORMATIE TAS TABEL 3.7 ONTWIKKELING VAN HET AANTAL TAS-VERGOEDINGEN
Periode
2003
1e kw 2004
2e kw 2004
3e kw 2004
4e kw 2004
2004
Ingediende aanvragen*
192
47
58
66
64
235
Toekenningen*
191
46
57
65
64
232
Voorschot
Afwijzingen Totaal uitgekeerd bedrag
1
1
1
1
0
3
€ 3.033.462
€ 753.296
€ 933.432
€ 1.064.440
€ 1.048.064
€ 3.799.232
2,35
4,87
1,46
1,73
Gem. behandelingsduur dagen** Eénmalige uitkering Ingediende aanvragen
41
5
4
4
3
16
Toekenningen***
29
6
4
4
2
16
Afwijzingen
12
0
0
2
1
3
€ 460.578
€ 98.256
€ 65.504
€ 65.504
€ 27.544
€ 256.808
130,17
0,75
247,17
0,67
Totaal uitgekeerd bedrag Gem. behandelingsduur dagen
Ingediende aanvragen
233
52
62
70
67
251
Toekenningen
220
52
61
69
66
248
13
1
1
3
1
6
€ 3.494.040
€ 851.552
€ 998.936
€ 1.129.944
€ 1.075.608
€ 4.056.040
Afwijzingen
•
Totaal uitgekeerd bedrag
AANTALLEN
Totaal
In drie zaken werd de aanvraag ingediend door en toegekend aan huisgenoten.
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
*
** In twee zaken is de behandelingsduur van het IAS meegenomen omdat de aanvraag bij wijze van uitzondering rechtsreeks bij de SVB door betrokkene is ingediend.
*** Drie gevallen in 2004 betreffen twee toekenningen en één afwijzing voor aanvragen ingediend vóór 2004.
TABEL 3.8 ONTWIKKELING AFGEWEZEN TAS-VERGOEDINGEN
Periode
2003
1e kw 2004
2e kw 2004
3e kw 2004
4e kw 2004
2004
Verhaalbaar op werkgever
0
0
0
0
0
0
Niet arbeidsgerelateerd
1
0
0
0
0
0
Te laat aangevraagd
0
0
0
0
0
0
Geen nabestaande
0
0
0
1
0
1
Onbekend
0
1
1
0
0
2
Verhaalbaar op werkgever
4
0
0
1
0
1
Niet arbeidsgerelateerd
2
0
0
0
0
0
Te laat aangevraagd
6
0
0
1
1
2
Onbekend
0
0
0
0
0
0
13
1
1
3
1
6
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
Voorschot
Eénmalige uitkering
Totaal
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
125
TABEL 3.9 BEZWAAR, BEROEP, INTREKKING, HERZIENING EN TERUGVORDERING TAS-VERGOEDINGEN
2003
1e kw 2004
2e kw 2004
3e kw 2004
4e kw 2004
2004
Bezwaar
2
1
1
1
2
5
Beroep
0
4
3
1
1
9
Intrekking
0
0
0
0
0
0
Herziening
0
0
0
0
0
0
Terugvordering
0
0
0
0
0
0
2003
1e kw 2004
2e kw 2004
3e kw 2004
4e kw 2004
2004
Aansprakelijke werkgever
45
22
10
29
40
101
Geen aansprakelijke werkgever
13
1
3
39
36
79
1
0
01)
2
4
6
59
23
13
70
80
186
132
155
201
205
182
182
4e kw 2004
Totaal
Bedrag
TABEL 3.10 ONDERZOEKEN NAAR AANSPRAKELIJKE WERKGEVERS
Uitkomst onderzoek
Onwillige werkgever Totaal Afgerond Lopend2)
AANTALLEN
1) Procedure tegen werkgever uit 2003 loopt nog.
•
2) Dit betreft de stand per ultimo.
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
Ontvangen over 2004
•
TABEL 3.11
Er zijn 46 voorschotten terugontvangen die in 2003 zijn uitbetaald en 47 die in 2004 zijn uitbetaald.
ONTWIKKELING TERUGGEVORDERDE TAS-VOORSCHOTTEN, VOLGENS MELDING IAS
Ontvangen over 2003
2003
1e kw 2004
2e kw 2004
3e kw 2004
38
14
10
15
Nog te ontvangen over 2003* 1
4
16
Nog te ontvangen over 2004* Totaal 2003 Totaal 2004
38
7
84
€ 1.334.088
4
4
€ 63.528
26
47
€ 769.672
11
11
€ 180.136
14
10
15
11
88
€ 1.397.616
1
4
16
37
58
€ 949.808
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
* Dit betreft de stand per ultimo.
Het IAS heeft in 2004 een bedrag ad € 330.000 in rekening gebracht voor keuringskosten.
126
3.4 AANTAL GERECHTIGDEN TABEL 3.12 AANTAL GERECHTIGDEN NAAR WET UITGESPLITST NAAR STAND, INSTROOM EN UITSTROOM
Wet
AOW
Stand ultimo
Instroom
Uitstroom
Stand ultimo
2003
2004
2004
2004
2.446.497
171.996
119.739
2.498.754
Anw
151.332
14.695
21.057
144.970
AKW1)
1.918.177
111.658
100.044
1.929.791
TOG1)
26.436
5.250
1.028
30.658
1) Betreft voorlopig cijfer.
TABEL 3.13 AANTAL AOW-KLANTEN NAAR GESLACHT EN AARD VAN HET PENSIOEN PER 31 DECEMBER 2004
Man
Vrouw
Totaal
513.549
517.194
1.030.743
16.814
18.948
35.762
144.852
16.555
161.407
Gehuwden met partner < 65 jaar Ongehuwd samenwonenden met partner < 65 jaar Ongehuwdenpensioenen Eénouderpensioenen Totaal
8.669
3.777
12.446
199.923
698.333
898.256
122
33
155
883.929
1.254.840
2.138.769
82.439
75.737
158.176
2.568
1.991
4.559
58.891
5.890
64.781
3.617
1.112
4.729
39.950
87.662
127.612
72
56
128
187.537
172.448
359.985
1.071.466
1.427.288
2.498.754
•
Ongehuwd samenwonenden met partner >= 65 jaar
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
Gehuwden met partner >= 65 jaar
AANTALLEN
Volledig op grond van aantal verzekerde jaren
Gekort op grond van aantal verzekerde jaren Gehuwden met partner >= 65 jaar Ongehuwd samenwonenden met partner >= 65 jaar Gehuwden met partner < 65 jaar Ongehuwd samenwonenden met partner < 65 jaar Ongehuwdenpensioenen Eénouderpensioenen Totaal
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
Totaal generaal
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
127
TABEL 3.14 AANTAL LOPENDE ANW-UITKERINGEN PER 31 DECEMBER 2004 NAAR INGANGSDATUM RECHT 1)
Man
Vrouw
Totaal
2.374
7.508
9.882
9
76
85
2.383
7.584
9.967
1.554
29.155
30.709
Ingangsdatum recht vóór 1-7-1996 Inkomensonafhankelijk -30% van het minimumloon wegens samenwonen -50% van het minimumloon wegens verzorgingsrelatie Totaal
Geen inkomen Alleen inkomen uit arbeid -Inkomen <= 70% van het minimumloon -Inkomen > 70% van het minimumloon Totaal
420
7.450
7.870
3.723
6.456
10.179
4.143
13.906
18.049
Alleen inkomen ivm arbeid -Inkomen <= 70% van het minimumloon -Inkomen > 70% van het minimumloon Totaal
226
2.912
3.138
1.371
1.762
3.133
1.597
4.674
6.271
Zowel inkomen uit als ivm arbeid 26
476
502
-Inkomen > 70% van het minimumloon
653
929
1.582
Totaal
679
1.405
2.084
•
AANTALLEN
-Inkomen <= 70% van het minimumloon
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
Inkomen uit buitenlandse en/of AAW-uitkering Totaal vóór 1-7-1996
25
83
108
10.381
56.807
67.188
2.332
36.568
38.900
Ingangsdatum recht na 1-7-1996 Geen inkomen Alleen inkomen uit arbeid -Inkomen < 50% van het minimumloon
354
7.054
7.408
2.526
8.828
11.354
2.880
15.882
18.762
Alleen inkomen ivm arbeid
564
5.044
5.608
Zowel inkomen uit als ivm arbeid
295
1.176
1.471
5.461
6.074
11.535
Totaal na 1-7-1996
11.532
64.744
76.276
Wezenuitkeringen
761
745
1.506
22.674
122.296
144.970
-Inkomen >= 50% van het minimumloon Totaal
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
Alleen halfwezenuitkering
Totaal Generaal
1) Nabestaanden die geen uitkering ontvangen vanwege een te hoog inkomen zijn niet meegenomen.
128
TABEL 3.15 AANTAL AKW-KLANTEN EN TOTAAL AANTAL KINDERBIJSLAGKINDEREN IN HET 3E KWARTAAL 2004 1)
Fictieve kindertal
Totaal
Aantal klanten
0-5
6 - 11
12 - 17
1
748.920
317.528
128.490
302.417
748.435
2
845.520
586.899
592.569
509.720
1.689.188
3
264.068
224.916
324.407
240.758
790.081
4
55.613
56.606
92.220
72.288
221.114
5
11.779
14.522
23.001
20.685
58.208
6
3.417
4.964
7.766
7.567
20.297
7
1.109
2.001
2.920
2.784
7.705
8
436
896
1.319
1.258
3.473
9
183
422
613
621
1.656
>=10
125
338
510
488
1.336
1.931.170
1.209.092
1.173.815
1.158.586
3.541.493
Totaal
1) De kinderbijslagkinderen zijn verder uitgesplitst naar de onderstaande groepen.
TABEL 3.16 AANTAL KINDERBIJSLAGKINDEREN IN DE LEEFTIJD VAN 6 - 11 IN HET 3E KWARTAAL 2004
Totaal
1
72.954
55.536
128.490
2
345.792
246.777
592.569
3
186.954
137.453
324.407
4
51.938
40.282
92.220
5
12.672
10.329
23.001
6
4.274
3.492
7.766
7
1.627
1.293
2.920
8
720
599
1.319
9
332
281
613
>=10
275
235
510
677.538
496.277
1.173.815
Totaal
AANTALLEN
Geboren vóór 1995
•
Geboren vanaf 1995
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
Fictieve kindertal
TABEL 3.17
Meisje
Totaal
3-5
3.126
1.729
4.855
6-8
5.269
2.336
7.605
9-11
5.205
2.429
7.634
12-14
3.887
2.014
5.901
15-17
2.323
1.411
3.734
19.810
9.919
29.729
Totaal
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
Jongen
Leeftijdsklasse
•
AANTAL TOG KINDEREN NAAR GESLACHT EN LEEFTIJDSKLASSE ULTIMO 3E KWARTAAL 2004
129
TABEL 3.18 AANTAL AOW- EN ANW GERECHTIGDEN EN AKW KINDEREN PER WOONLAND
Woonland
4e kwartaal 2004
4e kwartaal 2004
3e kwartaal 2004
AOW
Anw
AKW1)
2.289.746
134.600
3.506.400
1.422
76
975
Aruba
496
19
101
Totaal
2.291.664
134.695
3.507.476
207.090
10.275
34.017
45.984
2.330
8.953
42
4
8
317
13
62 4.537
Nederland Nederlandse Antillen
Buitenland waarvan in: Europese Unie België Cyprus Denemarken Duitsland
28.439
1.504
Estland
5
1
5
Finland
81
12
34
6.209
235
847
Frankrijk Griekenland
880
84
107
6.546
242
1.526
Hongarije
132
15
60
Ierland
321
35
74 285
AANTALLEN
Groot-Brittannië
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
•
Italië
4.724
323
Letland
3
0
9
Litouwen
1
0
6
509
20
20
Luxemburg Malta Oostenrijk Polen
63
3
3
1.259
85
76
129
38
165
Portugal
2.511
200
379
Slovenië
54
10
13
Slowakije
13
2
49
32.356
1.861
843
57
14
159
Spanje Tsjechië Zweden Totaal
830
16
131
131.465
7.047
18.351
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
1) I.v.m de uitkeringssystematiek van de AKW wordt het voorlaatste kwartaal weergegeven.
130
VERVOLG TABEL 3.18 AANTAL AOW- EN ANW GERECHTIGDEN EN AKW KINDEREN PER WOONLAND
Woonland
4e kwartaal 2004
4e kwartaal 2004
3e kwartaal 2004
AOW
Anw
AKW1)
14
0
1
6
0
0
EER-Landen IJsland Liechtenstein Noorwegen
347
16
82
Totaal
367
16
83
9
11
25
161
Bosnië-Herzegovina
347
17
61
Brazilië
642
15
82
Canada
177
11.990
83
Chili
153
6
14
Indonesië
650
47
245
1.445
14
26
Kaapverdië
792
48
501
Kroatië
745
21
50
Macedonië
166
13
28
Marokko
6.835
1.105
7.388
Nieuw-Zeeland
2.944
10
63
414
50
66
1.582
73
395
203
24
205
Israël
Servië en Montenegro Suriname Thailand Tunesië
68
35
256
Turkije
13.187
1.312
2.647
Verenigde Staten
14.999
105
1.148
Zuid-Afrika
2.603
18
76
Zwitserland
2.480
41
240
740
69
1.078
74.087
3.140
14.918
Overige Totaal
•
127 10.975
Australië
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
Argentinië
AANTALLEN
Andere Verdragslanden
59
3
0
China
21
5
46
India
80
3
39
Japan
39
117
5
Tanzania
40
2
19
Overige
854
54
522
1.171
72
665
2.498.754
144.970
3.541.493
Totaal
Totaal Generaal
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
Andorra
•
Niet Verdragslanden
1) I.v.m de uitkeringssystematiek van de AKW wordt het voorlaatste kwartaal weergegeven.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
131
3.5 HANDHAVING TABEL 3.19 AANTAL IN 2004 AFGESLOTEN FRAUDEONDERZOEKEN (AOW, ANW EN AKW) NAAR JAAR VAN ONTSTAAN
Jaar van
Totaal aantal
Fraude
Aangifte
Percentage
Geconstateerd
Totaal
ontstaan
vooronderzoeken
geconstateerd
gedaan
aangifte
fraudebedrag
aangiftebedrag
1= € 1
1= € 1
1996
1
0
0
0
0
1998
1
0
0
0
0
1999
1
0
0
2000
3
1
1
2001
10
4
2002
39
13
2003
470
187
2004
2.280
423
Totaal
2.805
628
1997 0
0
100,0%
15.813
15.813
2
50,0%
143.942
117.048
13
100,0%
600.441
600.441
166
88,8%
4.990.744
4.735.436
141
33,3%
3.921.925
2.687.387
323
51,4%
9.672.864
8.156.124
De aantallen van voorgaande jaren kunnen afwijken door heropening van 42 afgesloten onderzoeken.
AANTALLEN
Het aantal processen-verbaal is gelijk aan het aantal gedane aangiften.
TABEL 3.20
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
•
AANTAL IN 2004 AFGESLOTEN ONDERZOEKEN NAAR SOORT FRAUDE
Burgerlijke staat
Totaal
68
30
1
0
1
10
11
Einde studie
1
18
32
51 124
14
9
101
Identiteit
0
1
5
6
Inkomen
394
483
0
877
0
1
25
26
541
446
0
987
19
9
232
260
136
116
143
395
1.142
1.114
549
2.805
Samenwonen Tot één huishouden behorend Overig Totaal
•
AKW
37
Onderhoudsbijdrage
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
Anw
Eigen kind Einde verzekering
132
AOW
TABEL 3.21 AANTAL AFGESLOTEN FRAUDEONDERZOEKEN PER JAAR UITGESPLITST NAAR INTERN EN EXTERN FRAUDESIGNAAL
Afgesloten in
Intern
Extern
Totaal
Percentage interne fraudesignalen AOW
Anw
AKW
Totaal
2000
582
653
1.235
12,9%
23,1%
11,1%
47,1%
2001
517
511
1.028
14,5%
22,8%
13,0%
50,3%
2002
595
670
1.265
15,8%
24,6%
6,7%
47,1%
2003
806
971
1.777
17,7%
23,0%
4,7%
45,4%
2004
1.433
1.372
2.805
16,3%
21,9%
12,9%
51,1%
De aantallen van voorgaande jaren kunnen afwijken door heropening van 42 afgesloten onderzoeken.
TABEL 3.22 BOETEN EN MAATREGELEN IN 2004
Boeten
Boeten
Maatregelen
Maatregelen
aantal
bedrag
aantal
bedrag
1= € 1
1= € 1
2.730
668.952
1.012
23.129
Anw
1.675
332.906
694
16.360
AKW
6.824
453.420
11.973
260.257
•
AOW
AANTALLEN
Wet
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
TABEL 3.23 AANTAL WAARSCHUWINGEN IN 2004
Wet
Waarschuwingen voor boete
maatregel
AOW
793
350
Anw
584
104
AKW
24.332
4.928
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
Eind 2004 waren er 57 sociaal rechercheurs in dienst bij de SVB, voor 55,26 fte; ook waren er 9 controleurs voor 6,75 fte.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
133
4 | Uitkeringslasten en financiering UITKERINGSLASTEN AOW
De uitkeringslasten van de AOW zijn gestegen van € 22.427 miljoen in 2003 tot € 22.890 miljoen in 2004. Dit is € 301 miljoen lager dan werd geraamd in de Juninota 2003. Door de vergrijzing komen er steeds meer gerechtigden. De bedragen zijn sinds juli 2003 niet meer geïndexeerd. Hierdoor valt de stijging lager uit dan geraamd.
UITKERINGSLASTEN EN FINANCIERING
In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het verloop van de uitkeringslasten AOW. PROGNOSE EN REALISATIE VAN DE UITKERINGSLASTEN AOW
1= € 1 miljoen Uitkeringslasten 2003 Ontwikkeling aantal AOW-gerechtigden
Realisatie
Prognose
Verschil
22.427
22.439
-12
297
338
-41
144
316
-172
Ontwikkeling hoogte AOW-pensioen - indexering - inhoudingen
•
- inkomensafhankelijke toeslag
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
Uitkeringslasten 2004
81
129
-48
-59
-31
-28
22.890
23.191
-301
De prognose is afkomstig uit variant B van de Juninota 2003.
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
Door de stijging van het aantal gerechtigden zijn de uitkeringen met € 297 miljoen gestegen. Het AOW-pensioen is gekoppeld aan het nettominimumloon. De ontwikkeling van het nettominimumloon is volledig gekoppeld aan de ontwikkeling van de CAO-lonen en is per 1 juli 2003 geïndexeerd met 1,21 procent. De indexering leidt tot een toename van de uitkeringen met € 144 miljoen. Bij het vaststellen van de hoogte van het AOW-pensioen wordt ook rekening gehouden met de belastingen en sociale premies die worden ingehouden op het minimumloon en het AOW-pensioen. Als gevolg van wijzigingen in deze inhoudingen zijn de uitkeringen € 81 miljoen hoger. AOW’ers met een partner jonger dan 65 jaar ontvangen één gehuwdenpensioen. Als hun partner weinig of geen inkomen heeft dan kan de AOW’er boven op zijn gehuwdenpensioen een inkomensafhankelijke toeslag krijgen. Deze toeslag is maximaal gelijk aan het gehuwdenpensioen. De toeslag is in de loop van de tijd voor steeds meer gerechtigden inkomensafhankelijk geworden. In 2004 heeft dit geleid tot een extra besparing van € 59 miljoen ten opzichte van 2003.
134
TABEL 4.24 ONTWIKKELING UITKERINGSLASTEN AOW NAAR CATEGORIE
Uitkeringslasten (1= €1 mln) Partner
Gehuwd
>=65 j.
Partner < 65 j.
Ongehuwd
Totaal
Totaal
toeslag
2001
7.780
2.425
944
10.079
20.284
1e kwartaal 2002
2.034
636
249
2.617
5.287
2e kwartaal 2002
4.076
1.272
497
5.233
10.581
3e kwartaal 2002
6.159
1.921
752
7.889
15.969
4e kwartaal 2002
8.252
2.573
1.007
10.551
21.376
1e kwartaal 2003
2.170
679
266
2.759
5.608
2e kwartaal 2003
4.339
1.355
530
5.504
11.198
3e kwartaal 2003
6.508
2.029
793
8.230
16.767
4e kwartaal 2003
8.715
2.715
1.059
10.996
22.427
1e kwartaal 2004
2.221
693
269
2.777
5.690
2e kwartaal 2004
4.457
1.387
537
5.559
11.403
3e kwartaal 2004
6.707
2.083
805
8.341
17.131
4e kwartaal 2004
8.974
2.784
1.074
11.131
22.890
UITKERINGSLASTEN EN FINANCIERING
waar van Periode cumulatief
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
•
PREMIEBATEN AOW
De premiebaten van de AOW zijn volgens de EMU-definitie gestegen van € 17.799 miljoen in 2003 tot € 18.891 miljoen in 2004. Hiermee zijn de premiebaten € 362 miljoen lager dan in de Juninota 2003. In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het verloop van de premiebaten AOW. PROGNOSE EN REALISATIE VAN DE PREMIEBATEN VOLGENS EMU-DEFINITIE AOW
Realisatie
Prognose1)
Realisatie
1= € 1 miljoen
2004
2004
2003
Premiepercentage
17,90
17,90
17,90
20.885
18.820
20.458
-160
-163
-160
Premies via loonheffing na afdrachtvermindering
20.725
18.657
20.298
Premies via inkomstenheffing
-2.108
380
-1.345 -1.168
Afdrachtvermindering
Nabetalingen
260
201
Vrijwillige premies
14
15
14
Totaal premiebaten
18.891
19.253
17.799
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
Premies via loonheffing vóór afdrachtvermindering
•
Premiebaten:
1) De prognose is afkomstig uit variant B van de Juninota 2003, omgerekend naar EMU-definitie.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
135
In de Juninota 2003 heeft de SVB voor het eerst berekeningen gemaakt volgens de EMU-definitie. De premies via de inkomstenheffing zijn toen positief berekend, terwijl deze bij de AOW ruim € 2 miljard negatief bleken te zijn. Daar tegenover staat dat de opbrengst van de premies via de loonheffing ruim € 2 miljard hoger uitviel dan geraamd.
UITKERINGSLASTEN ANW
De uitkeringslasten van de Anw zijn gedaald van € 1.586 miljoen in 2003 tot € 1.521 miljoen in 2004. Hiermee zijn de uitkeringslasten € 56 miljoen lager dan in de Juninota 2003. Het aantal gerechtigden daalt voortdurend, terwijl sinds juli 2003 de bedragen niet meer geïndexeerd zijn.
UITKERINGSLASTEN EN FINANCIERING
In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het verloop van de uitkeringslasten Anw. PROGNOSE EN REALISATIE VAN DE UITKERINGSLASTEN ANW
1= € 1 miljoen
Realisatie
Prognose
Verschil
1.586
1.593
-7
-76
-48
-28
0
0
0
- indexering
9
23
-14
- inhoudingen
2
8
-6
1.521
1.576
-55
Uitkeringslasten 2003 Ontwikkeling aantal nabestaanden - nabestaanden - regres verkeersdoden
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
•
Ontwikkeling hoogte Anw-uitkering
Uitkeringslasten 2004
De prognose is afkomstig uit variant B van de Juninota 2003.
Door de afname van het aantal gerechtigden zijn de uitkeringslasten € 76 miljoen gedaald. Als de Anw het gevolg is van een verkeersongeval, waarvoor iemand aansprakelijk gesteld kan worden, verhaalt de SVB de uitkeringslasten. Met de meeste verzekeraars is een convenant gesloten voor de afkoop van dit regresrecht. Het regres is niet veranderd ten opzichte van 2003 en bedraagt ongeveer € 4 miljoen.
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
De Anw-uitkering is, net als het AOW-pensioen, gekoppeld aan het nettominimumloon. De ontwikkeling van het minimumloon is volledig gekoppeld aan de ontwikkeling van de CAOlonen en is per 1 juli 2003 geïndexeerd met 1,21 procent. Door de indexering stijgen de uitkeringslasten met € 9 miljoen. Bij het vaststellen van de hoogte van de Anw-uitkering wordt ook rekening gehouden met de belastingen en premies die worden ingehouden op het minimumloon en de Anw-uitkering. Als gevolg van wijzigingen in deze inhoudingen zijn de uitkeringslasten € 2 miljoen hoger.
136
TABEL 4.25 ONTWIKKELING UITKERINGSLASTEN ANW NAAR CATEGORIE
(1= € 1 miljoen) Wezen
Totaal
1.336
11
1.595
338
3
405
126
670
6
802
189
1.003
9
1.201
252
1.331
12
1.595
1e kwartaal 2003
65
335
3
403
2e kwartaal 2003
129
663
5
797
3e kwartaal 2003
193
990
8
1.191
4e kwartaal 2003
258
1.317
11
1.586
1e kwartaal 2004
64
321
3
388
2e kwartaal 2004
128
636
6
770
3e kwartaal 2004
192
947
9
1.147
4e kwartaal 2004
255
1.254
12
1.520
Nabestaanden
Nabestaanden
met
zonder
halfwezen
halfwezen1)
248
1e kwartaal 2002
64
2e kwartaal 2002 3e kwartaal 2002 4e kwartaal 2002
cumulatief
2001
UITKERINGSLASTEN EN FINANCIERING
Uitkeringslasten Periode
1) vanaf het 4e kw. 2003 heeft er een wijziging plaatsgevonden in de boekingswijze voor de halfwezen en is de verdeling tussen de groepen
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
•
onderling met terugwerkende kracht gewijzigd.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
137
PREMIEBATEN ANW
De premiebaten van de Anw zijn volgens de EMU-definitie gestegen van € 1.426 miljoen in 2003 tot € 1.506 miljoen in 2004. Hiermee zijn de premiebaten € 69 miljoen lager dan in de Juninota 2003. In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het verloop van de premiebaten Anw. PROGNOSE EN REALISATIE VAN DE PREMIEBATEN ANW
1= € 1 miljoen Premiepercentage
Realisatie
Prognose
Realisatie
2004
2004
2003
1,25
1,25
1,25
1.692
1.540
1.644
Premiebaten: UITKERINGSLASTEN EN FINANCIERING
Premies via loonheffing vóór afdrachtvermindering Afdrachtvermindering Premies via loonheffing na afdrachtvermindering Premies via inkomstenheffing Nabetalingen
-13
-13
-13
1.679
1.527
1.631
-166
30
-106
-8
16
-101
Vrijwillige premies
1
2
2
Totaal premiebaten
1.506
1.575
1.426
•
De prognose is afkomstig uit variant B van de Juni Nota 2003, omgerekend naar EMU-definitie.
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
In de Juninota 2003 heeft de SVB voor het eerst berekeningen gemaakt volgens de EMU-definitie. De premies via de inkomstenheffing zijn toen positief berekend, terwijl deze bij de Anw bijna € 170 miljoen negatief bleken te zijn. De premies via de loonheffing waren daarentegen ruim € 150 miljoen hoger dan geraamd.
UITKERINGSLASTEN AKW
De uitkeringslasten van de AKW zijn gestegen van € 3.217 miljoen in 2003 tot € 3.225 miljoen in 2004. Hiermee komen de uitkeringslasten in 2004 € 63 miljoen lager uit dan geraamd in de begroting van juni 2003. De toename van de uitkeringslasten is te verklaren uit de stijging van het aantal kinderen.
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
Door de stijging van het gemiddelde aantal kinderen, stegen de uitkeringslasten met € 17 miljoen. De kinderbijslagbedragen zijn gedurende 2004 niet geïndexeerd. Doordat er in de eerste twee kwartalen van 2003 wel een index is toegepast, is het effect hiervan beperkt tot € 26 miljoen. De voorgenomen nominale verhoging van de uitkeringsbedragen per 2004 heeft geen plaats gevonden. De wetswijziging AKW per 1 januari 1995, waarbij de gezinsopslagen zijn afgeschaft en de leeftijdsstaffels voor kinderen van 6 jaar en ouder zijn verlaagd, heeft geleid tot een extra besparing van € 35 miljoen.
138
In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het verloop van de uitkeringslasten AKW. PROGNOSE EN REALISATIE VAN DE UITKERINGSLASTEN
1= € 1 miljoen Uitkeringslasten 2003 Ontwikkeling aantal kinderen
Realisatie
Prognose
Verschil
3.217
3.227
-10
17
14
3
26
72
-46
0
19
-19
Ontwikkeling hoogte kinderbijslag - indexering - nominale verhoging - wetswijziging per 1 januari 1995 Uitkeringslasten 2004
-35
-44
9
3.225
3.288
-63
UITKERINGSLASTEN EN FINANCIERING
De prognose is afkomstig uit de begroting 2004 van juni 2003.
TABEL 4.26 ONTWIKKELING UITKERINGSLASTEN AKW NAAR LEEFTIJDSKLASSE
(1= € 1 miljoen) Leeftijdsklasse Periode 0-5
6-11
12-17
18-24
Totaal
2001
787
1.096
1.151
0
3.034
1e kwartaal 2002
202
276
296
0
775
2e kwartaal 2002
404
549
595
0
1.548
3e kwartaal 2002
613
828
906
0
2.347
4e kwartaal 2002
821
1.104
1.211
0
3.136
1e kwartaal 2003
212
278
312
0
802
2e kwartaal 2003
421
550
623
0
1.595
3e kwartaal 2003
636
827
947
0
2.410
4e kwartaal 2003
853
1.103
1.261
0
3.217
1e kwartaal 2004
214
271
321
0
807
2e kwartaal 2004
430
542
642
0
1.614
644
810
970
0
2.424
858
1.077
1.290
0
3.225
3e kwartaal 2004
•
4e kwartaal 2004
1)
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
•
cumulatief
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
1) Voorlopig cijfer.
139
TABEL 4.27 UITKERINGSLAST TOG NAAR LOPEND EN VOORGAANDE BOEKJAREN
1= € 1 miljoen
UITKERINGSLASTEN EN FINANCIERING
Uitkeringslast Periode (cumulatief)
Lopend
Voorgaand
Totaal
2001
13.169
1.916
15.085
1e kwartaal 2002
3.808
682
4.490
2e kwartaal 2002
7.233
2.142
9.375
3e kwartaal 2002
11.819
3.168
14.987
4e kwartaal 2002
16.634
3.813
20.447
1e kwartaal 2003
4.493
1.100
5.593
2e kwartaal 2003
9.314
2.206
11.520
3e kwartaal 2003
14.834
3.145
17.979
4e kwartaal 2003
21.272
3.089
24.361
1e kwartaal 2004
5.378
1.421
6.799
2e kwartaal 2004
11.230
2.426
13.657
17.438
3.503
20.941
24.849
2.863
27.712
3e kwartaal 2004 4e kwartaal 2004
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
•
1) Voorlopig cijfer.
140
1)
5 | Productiecijfers PRODUCTIE AOW/ANW Werksoorten
Productie
Prognose
Productie
Productie
Loonkosten
Loonkosten
2004
2004
t.o.v.
2003
2004
2003
1= € 1.000
1= € 1.000 4.558
180.448
169.000
107%
173.496
4.533
Aanvragen Anw
20.050
16.500
122%
18.700
894
817
Mutaties AOW
991.485
1.043.553
95%
826.399
17.480
16.650
Mutaties Anw
232.398
226.647
103%
208.687
5.955
5.529
Boeten
5.782
3.500
165%
3.040
254
126
Maatregelen
2.160
1.800
120%
1.544
47
32
724.041
702.900
103%
755.840
2.680
2.656
Telefoon Loketbezoeken
37.500
49.100
76%
41.657
434
457
Bezwaar
11.518
10.600
109%
9.629
2.540
2.004
815
940
87%
785
Beroep Gemeenschappelijke activiteiten Bijzondere klantencontacten Totaal
2.206.197
2.224.540
99%
2.039.777
376
345
2.868
2.511
1.106
1.030
39.168
36.715
•
Aanvragen AOW
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
in %
PRODUCTIECIJFERS
prognose
In dit overzicht zijn alleen de werksoorten vermeld die door de medewerkers op de negen vestigingen zijn behandeld. Het grootste deel van de berekeningen wordt door het AOW/Anwsysteem gemaakt en ondersteund. Omdat de uitvoering van de AOW en Anw geïntegreerd is op dezelfde afdeling, zijn in dit overzicht ook de Anw-werksoorten opgenomen. In 2004 zijn door de medewerkers op de vestigingen ten opzichte van 2003 meer werksoorten afgehandeld. Dit kan bij bijna alle werksoorten worden geconstateerd. Ten opzichte van 2003 zijn meer AOW- en Anw-aanvragen behandeld. Dit is onder meer het gevolg van het feit dat in 2003 en de eerste helft van 2004 achterstand is weggewerkt (dit geldt vooral voor de Anw). Bij de Anw heeft daarnaast een gewijzigde aanvraagprocedure een (incidenteel) verhogend effect op het cijfer ten opzichte van 2003.
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
De stijging van het aantal behandelde mutaties van lopende uitkeringen ten opzichte van 2003 (bijvoorbeeld: adresmutaties, maar ook herziening van het recht naar aanleiding van het opleggen van een boete, bevindingen wegens een handhavingsonderzoek of herhalingsonderzoek naar inkomen) hangt voor een belangrijk deel samen met de ontwikkeling van het aantal uitkeringsgerechtigden. Geconstateerd wordt een gestage afname van het loketbezoek: van 47.600 (in 2002), via 41.657 (in 2003) naar 37.500. Ook het aantal behandelde telefoontjes neemt ten opzichte van voorgaande jaren af: van 809.776 (in 2002), via 755.840 (in 2003) naar 724.041.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
141
Het aantal afgehandelde bezwaarzaken is ten opzichte van vorig jaar relatief sterk gestegen, hetgeen voornamelijk het gevolg is van het wegwerken van achterstand bij één van onze kantoren. De stijging van de kosten ten opzichte van 2003 is mede het gevolg van een hogere kostprijs per product. Geconstateerd wordt dat de afgelopen jaren zowel voor de AOW als de Anw in toenemende mate boeten en maatregelen zijn opgelegd (in 2002: 2.451, in 2003: 3.040, in 2004: 4.405).Ten opzichte van 2003 is sprake van een stijging met 1.365. Dit heeft onder meer te maken met een stringenter beleid. De stijging in het overzicht wordt versterkt doordat in de realisatie 2004 ook de waarschuwingsboeten zijn opgenomen, dit was in voorgaande jaren niet het geval. PRODUCTIE AKW Werksoorten
Productie
Prognose
Productie
Productie
Loonkosten
Loonkosten
2004
2004
t.o.v.
2003
2004
2003
1= € 1.000
1= € 1.000
prognose
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
•
PRODUCTIECIJFERS
in %
Aanvragen
117.480
121.900
96%
103.500
1.122
1.080
Mutaties
438.924
497.000
88%
466.600
4.173
4.113
Mutaties GBA
389.180
396.700
98%
346.900
2.018
1.709
Onderzoek/Vaststelbatch
192.100
202.800
95%
204.000
1.055
1.060
Financiële verwerking
111.792
109.200
102%
111.200
1.489
1.494
Schoolonderzoeken
192.160
224.100
86%
200.400
1.081
1.067
Overige gebeurtenissen
357.770
379.200
94%
394.800
1.045
1.088
Boeten
35.002
33.700
104%
35.500
693
652
Maatregelen
17.501
11.200
156%
14.400
231
180
667.199
726.900
92%
683.800
1.852
1.802
44.595
66.400
67%
53.700
392
448
8.511
7.511
113%
8.094
1.860
1.685
493
631
78%
725
Telefoon Loketbezoeken Bezwaar Beroep
Gemeenschappelijke activiteiten Bijzondere klantencontacten
210
232
5.356
4.946
451
497
23.028
22.053
(incl. presentatieplicht) Totaal
2.572.707
2.777.242
93%
2.623.619
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
In het bovenstaande overzicht worden alleen de werksoorten vermeld die door de medewerkers op de vestigingen zijn geregistreerd en afgehandeld. Bij vergelijking van de cijfers van de realisatie 2004 ten opzichte van de prognose kunnen de volgende opmerkingen gemaakt worden. Het relatief lage aantal mutaties kent twee oorzaken. Doordat de vestigingen een lagere voorraad hebben, krijgen de vestigingen minder reacties van de klanten, zowel schriftelijk als telefonisch. Dit betekent onder meer dat er minder telefoonrapporten worden gemaakt, hetgeen het aantal mutaties neerwaarts beïnvloedt. Een andere reden voor het relatief lage aantal mutaties is het veranderde cliëntengedrag. Het komt namelijk steeds vaker voor dat cliënten niet of niet tijdig hun mutaties doorgeven aan de SVB. Het niet of niet tijdig melden van mutaties leidt vervolgens tot een stijging van het aantal maatregelen. Ook het voeren van een stringenter beleid heeft het aantal maatregelen doen toenemen. De boeten kwamen iets lager uit dan in 2003, maar waren hoger dan in de prognose. De daling van het aantal telefoontjes kan, zoals eerder gemeld, onder meer worden verklaard door de lagere werkvoorraden op de vestigingen. Hierdoor zijn er minder klanten die de SVB benaderen. Het betreft een gestage afname.Van circa 712.000 in 2002 via circa 684.000 in 2003 naar circa 667.000 in 2004.
142
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
•
PRODUCTIECIJFERS
Het loketbezoek loopt terug van circa 65.000 in 2002 via circa 54.000 in 2003 naar circa 45.000 in 2004.Voor wat betreft de daling van het aantal schoolonderzoeken is het volgende te melden. In het verslagjaar zijn meer schoolonderzoeken afgedaan door het IBG dan begroot. Bij de uitwisseling bleek het werkelijke uitvalpercentage lager te zijn dan was geraamd. De raming was gebaseerd op realisatiegegevens van het jaar 2002.
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
143
6 | Publicaties SVB In 2004 heeft de SVB de volgende onderzoeken en statistische publicaties openbaar gemaakt: Publicatie
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
AANVULLENDE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2004
•
PUBLICATIES SVB
Januari nota AOW/Anw/AKW Jaarverslag SVB 2003 Aanvullende verantwoordingsinformatie 2003 Kwartaalbericht AOW/Anw/AKW 4e kwartaal 2003 Kwartaalverslag 1e kwartaal 2004 Juni Nota AOW/Anw/AKW Begroting AKW Begroting TOG Begroting TAS Kwartaalbericht AOW/Anw/AKW 1e kwartaal 2004 Ontwerp Meerjarenplanning Kwartaalverslag 1e halfjaar 2004 Kwartaalbericht AOW/Anw/AKW 2e kwartaal 2004 Meerjarenplanning Oktober nota AOW/Anw/AKW Kwartaalverslag 3e kwartaal 2004 Kwartaalbericht AOW/Anw/AKW 3e kwartaal 2003
144
Referentienummer
Datum
BCU/04/001 BCU/04/067 BCU/04/067 BCU/04/072 BCU/04/191 BCU/04/181 BCU/04/160 BCU/04/161 BCU/04/162 BCU/04/165 BCU/04/185 BCU/04/191 BCU/04/248 BCU/04/267 BCU/04/308 BCU/04/288 BCU/04/361
Januari Maart Maart April Mei Juni Juni Juni Juni Juni Juni Augustus September September Oktober November December
Personalia
RAAD VAN BESTUUR
Drs. E.F. Stoov Voorzitter (Benoemd tot 1/8/2009) Portefeuille Strategie Functiegebonden nevenfuncties
1. Lid Raad van Commissarissen Trustfonds Hoevelaken 2. Lid Bestuur Het Expertise Centrum 3. Lid Raad van Advies Netspar 4. Lid Bestuur Stichting Overheidsmanager van het Jaar Maatschappelijke functies
1.Voorzitter Bestuur Stichting Pelita 2.Vice-voorzitter Raad van Toezicht Hartekampgroep
Mw. drs. C.M. van der Werf-de Koning Lid (Benoemd tot 1/2/2008) Portefeuille Uitvoering Maatschappelijke functies
1.Voorzitter Terre des Hommes Nederland 2. Lid Raad van Toezicht STAR en STAR-i-nova
M. . Ke MSM J
mp
Lid (Benoemd tot 1/2/2008) Portefeuille Personeel, Financiën en Algemene Zaken Geen nevenfuncties
PERSONALIA
U. Groen MMC
•
Lid (Vertrokken per 1/2/2005) Portefeuille ICT en Organisatie
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
Functiegebonden nevenfuncties
1.Voorzitter van de raad van toezicht RINIS 2. Bestuurslid Stichting Opleiding Sociale Verzekering (SOSV) 3. Lid Advisory Board Master of IT Management Delft Top Tech Maatschappelijke functies
1. Scriptiebegeleider afstudeeropdrachten Nivra-Nyenrode (incidenteel) 2. Lid redactie van tijdschrift TIE
Mr. drs. H.E. Trouw Secretaris
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
145
RAAD VAN ADVIES
De Raad van Advies bestond per 31 december 2004 uit de volgende personen: Dr. E.P. de Jong ,Voorzitter Mw. A.M.Vliegenthart, Lid Ir. M.C.Westermann MBA, Lid Drs. M. Kuperus RC, Lid Zij zijn ingaande 1 januari 2005 herbenoemd. Mevrouw Vliegenthart werd per 1 maart 2004 benoemd tot lid van de Raad, de heer Kuperus per 1 december 2004. De heer H.A.L. van Hoof, die per 1 juni 2003 tot lid van de Raad was benoemd, is in verband met zijn benoeming tot Staatssecretaris van Sociale zaken en Werkgelegenheid per 17 juni 2004 teruggetreden uit de Raad van Advies.
CLIËNTENRAAD
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
PERSONALIA
J.J.M. van der Meer,Voorzitter (tot 1 januari 2005) W.J.C. van der Pol,Voorzitter (vanaf 1 januari 2005) Prof. Dr. J. den Draak, Lid Drs. E.R. Haket, Lid (afgevaardigd door MHP) H. de Jong, Lid (afgevaardigd door CNV) Mw. mr. C.E. Kalteren, Lid Mw. J. Land-Cohen, Lid (afgevaardigd door FNV) A.P.A. Riemen, Lid (afgevaardigd door CSO) Mw. drs. A.J. Schimmel, Lid Mw. J.J. Steenbergen, Lid P.Tejero Sáez, Lid (afgevaardigd door LOM) Mr. H.L.Visker, Lid
146
AFDELINGSHOOFDEN EN DIRECTEUREN VESTIGINGEN EN KANTOREN Portefeuille Strategie
Hoofd afdeling Corporate Communicatie Hoofd afdeling Bestuurlijke en Strategische Zaken Hoofd afdeling Interne Accountantsdienst Hoofd afdeling Recht en Beleid
Mw. drs. H.M. Nipperus Mr. drs. H.E.Trouw H.M.Tinga RA Prof. dr. G.J.Vonk
Portefeuille Uitvoering
Hoofd afdeling Opsporing Hoofd afdeling Vertalingen Directeur Vestiging Breda Directeur Vestiging Deventer Directeur Vestiging Groningen Directeur Vestiging Leiden Directeur Vestiging Nijmegen Directeur Vestiging Roermond Directeur Vestiging Rotterdam Directeur Vestiging Utrecht Directeur Vestiging Zaanstad Directeur Kantoor FVP Directeur Kantoor PGB Directeur SVB Servicecentrum PGB Directeur Kantoor Verzekeringen
K.E.Westrik Mr. H.J.F.M. Kas P.E.Tunnisen Mr. J.H.A. Killaars H. Bouwen H. Louwhoff M.J. te Beek W.F.M. Jansen Drs. B.T.J. van der Beek Mw. E.J.M. Paulussen A.W.J. van Honschooten Mw. mr. J.H. van Dijk H.E. van het Ende RA A.G. van den Berg J.M.C. Mulder
Portefeuille ICT en Organisatie
Hoofd afdeling ICT-Kaders Hoofd afdeling Procesinrichting Hoofd afdeling Systeemontwikkeling Hoofd afdeling ICT-Services Hoofd bureau Organisatieadvies en Programmamanagement
Mw. H. Haarsma A. Schuiteman R.V.M. Sellmeijer Drs. H. Kruizinga Ing. P.W. van der Krogt
Portefeuille Personeel, Financiën en Algemene Zaken
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
•
PERSONALIA
W. van Gent Mr. dr.W.A. Sinninghe Damsté R.G. Reijnierse Drs. A.H.M. van Amerongen Mw. drs. J.H.H.A. van Santen Mw. mr. drs. C.L. Hoek Mw. drs. M. Dokter Mw. drs.V.G.M. van der Does-de Koning
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
Hoofd afdeling Algemene Diensten Hoofd afdeling Bedrijfsjuridische Diensten Hoofd afdeling Bibliotheek en Documentatie Hoofd afdeling Business Controlling Hoofd afdeling Financiële Administratie Hoofd afdeling Human Resources Hoofd afdeling Personele Diensten Hoofd afdeling Vermogensbeheer
147
Afkortingen
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
AFKORTINGEN
AA AKW Anw AOW ARBO AWBZ AWW BBZ BDZ BEU BIKK BPR BTW BZK CAO CIZ CMM CPB CRvB CTB CVZ DMS EDP EER EMU EU FVP GBA HR IAS IBF ICT ILO IND INK IOA IWI KBBS LCR LVA MIS MT MTO OC&W OM P&C PDCA
148
AOW/Anw Algemene Kinderbijslagwet Algemene nabestaandenwet Algemene Ouderdomswet Arbeidsomstandigheden Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Algemene Weduwen- en Wezenwet Bureau Belgische Zaken Bureau Duitse Zaken Beperking Export Uitkeringen Bijdrage In de Kosten van de Kortingen Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten Belasting Toegevoegde Waarde Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Collectieve Arbeidsovereenkomst Centrum Indicatiestelling Zorg Capability Maturity Model Centraal Planbureau Centrale Raad van Beroep Controle Team Buitenland College voor zorgverzekeringen Documenten Management Systeem Electronic Data Processing Europese Economische Ruimte Economische en Monetaire Unie Europese Unie Financiering Voortzetting Pensioenverzekering Gemeentelijke Basisadministratie Human Resources Instituut Asbestslachtoffers Internationaal Bureau Fraude-informatie Informatie- en Communicatietechnologie International Labour Organisation Immigratie- en Naturalisatiedienst Instituut Nederlandse Kwaliteit Interne Operational Audit Inspectie Werk en Inkomen Kostprijzen in de Besturing en Beheersing van de SVB Landelijke Cliëntenraad Landesversicherungsanstalt Management Informatiesysteem Management Team Medewerkerstevredenheidsonderzoek Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen Openbaar Ministerie Planning & Control Plan Do Check Act
Persoonsgebonden Budget Persoonlijk Ontwikkelplan Periodiek Onderzoek Regelovertreding Sociale Zekerheid Remigratiewet Regionaal Indicatieorgaan Raad van Advies Raad van Bestuur Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst Specifiek, Meetbaar, Ambitieus, Realistisch en Tijdgebonden Structuur Uitvoering Werk en Inkomen Sociale Verzekeringen Sociale Verzekeringsbank Sociale Zaken en Werkgelegenheid Tegemoetkoming Asbestslachtoffers Toegang Eigenschappen Brondocumenten Tegemoetkoming Onderhoudskosten thuiswonende Gehandicapte kinderen Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen Van Beleidsbegroting tot Beleidsverantwoording Volksgezondheid,Welzijn en Sport Wet op de Arbeidsongeschiktheid Wet Bescherming Persoonsgegevens Wet Voorzieningen Gehandicapten Werkloosheidswet
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
AFKORTINGEN
PGB POP POROSZ REM RIO RvA RvB SIOD SMART SUWI SV SVB SZW TAS TEB TOG UWV VBTB VWS WAO WBP WVG WW
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
149
Adressen
www.svb.nl
Hoofdkantoor
Van Heuven Goedhartlaan 1 Postbus 1100, 1180 BH Amstelveen 020 - 656 56 56
Vestiging Breda
Rat Verleghstraat 2 Postbus 90151, 4800 RC Breda 076 - 548 50 00
Vestiging Deventer
Snipperlingsdijk 2 Postbus 1000, 7400 GG Deventer 0570 - 50 60 00
Vestiging Groningen
Cascadeplein 5, Postbus 576, 9700 AN Groningen 050 - 316 90 00
Vestiging Leiden
Stationsplein 1 Postbus 9104, 2300 PC Leiden 071 - 512 90 00
Vestiging Nijmegen
Takenhofplein 4 Postbus 9032, 6500 JN Nijmegen 024 - 343 10 00
Vestiging Roermond
Laurentiusplein 8 Postbus 1244, 6040 KE Roermond 0475 - 36 80 00
Vestiging Rotterdam
Posthumalaan 100 Postbus 70025, 3000 LG Rotterdam 010 - 417 40 00
Vestiging Utrecht
Graadt van Roggenweg 400 Postbus 18002, 3501 CA Utrecht 030 - 264 90 00
Vestiging Zaanstad
Stationsstraat 112 Postbus 2040, 1500 GA Zaandam 075 - 655 10 00
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
ADRESSEN
Internet
150
Karspeldreef 6B Postbus 22667, 1100 DD Amsterdam-Z.O. 020 - 656 91 51
SVB Servicecentrum PGB
Graadt van Roggenweg 450 Postbus 8038, 3503 RA Utrecht 030 - 264 82 00
Kantoor PGB
Graadt van Roggenweg 450 Postbus 8195, 3503 RD Utrecht 030 - 264 80 01
Kantoor Verzekeringen
Van Heuven Goedhartlaan 1 Postbus 357, 1180 AJ Amstelveen 020 - 656 56 56
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
•
ADRESSEN
Kantoor FVP
Sociale Verzekeringsbank jaarverslag 2004
151
152
BIJLAGEN BIJ HET JAARVERSLAG 2004
Ooit komt iedereen een keer met de SVB in aanraking. Bij fijne dingen in het leven of door de onvermijdelijke dingen van het leven. Als kind, als ouder, als nabestaande. Schoolgaand, werkend of gepensioneerd. Dan keert de SVB uit. Beheert ze, verzorgt ze. Doelmatig, rechtmatig en geruisloos. Voor het leven.
Sociale Verzekeringsbank J A A RV ER S L A G 2004
W W W. S V B . N L
Sociale Verzekeringsbank J AARVER SLAG 2004