ONTRUIMINGSPLAN
Tilburg School of Catholic Theology Nieuwegracht 61 en 65 te Utrecht
Versie: 1.0 2.0
Datum: Wijziging: 03-06-2014 Eerste versie 02-02-2015 Jaarlijkse check en update
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ................................................................................................................. 2 Inleiding............................................................................................................................. 3 1. Verantwoording ontruimingsplan ................................................................................ 3 1.1 Doel ontruimingsplan ......................................................................................... 3 1.2 Taken en verantwoordelijkheden BHV-organisatie ........................................... 3 1.3 Beheer ontruimingsplan..................................................................................... 5 2. Situatietekening en verzamelplaats ............................................................................ 6 3. Gebouw, -installatie- en organisatiegegevens ............................................................ 7 Naam object .................................................................................................................. 7 Nadere aanduidingen .................................................................................................... 7 Organisatie .................................................................................................................... 7 Openingstijden .............................................................................................................. 7 Bezoekersaantallen ....................................................................................................... 7 Belangrijke telefoonnummers ........................................................................................ 7 Ligging ........................................................................................................................... 8 Bouwkundig ................................................................................................................... 8 Bedrijfsstoffen................................................................................................................ 8 Installaties ..................................................................................................................... 8 Tekeningen.................................................................................................................... 9 Vluchtwegen en centrale deurbediening ....................................................................... 9 Instructiekaarten en ontruimingsplattegronden ........................................................... 10 4. BHV-organisatie ....................................................................................................... 11 4.1 Herkenbaarheid BHV’ers ................................................................................. 11 4.2 Operationaliteit BHV’ers .................................................................................. 12 4.3 Opleiding en oefening door BHV’ers ............................................................... 12 5. Instructies voor het personeel................................................................................... 13 5.1 Werkplekoriëntatie ........................................................................................... 13 5.2 Alarmeringsprocedure intern en extern ........................................................... 13 5.2.1 Alarmering intern ................................................................................... 13 5.2.2 Alarmering extern .................................................................................. 14 5.2.3 Stroomschema alarmering (bij calamiteiten van grote omvang) ............ 15 5.3 Wijze van ontruiming en ontruimingsorganisatie ............................................. 16 6. Plattegronden: Kantoorgebouw ............................................................................... 18 Bijlage A Organogram van de BHV-organisatie ....................................................... 26 Bijlage B Wat te doen bij calamiteiten? .................................................................... 27 Bijlage C Alarmeringsprocedure BHV’ers ................................................................. 28 Bijlage D Overzicht formulieren ................................................................................ 29
2
Inleiding Dit ontruimingsplan van de TST gebouwen aan de Nieuwegracht 61 en 65 te Utrecht is onderdeel van het bedrijfshulpverleningsplan (BHV-plan) van Tilburg University. Deze is te vinden op de intranetsite van de Tilburg University onder;
https://www.tilburguniversity.edu/nl/intranet/ondersteuning/beveiliging-hulpverleningcalamiteiten.htm#ontruimingsplannen_per_gebouw Doel van een BHV-plan is om een BHV-organisatie in te richten die, in geval van een noodsituatie of dreigende noodsituatie, tijdig en snel kan worden geactiveerd en doelmatig kan optreden om de gevolgen ervan zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast heeft het BHV-plan een informatieve functie in die zin, dat het de betrokkenen bewust maakt van de mogelijke risico’s. Het BHV-plan bevat alle gegevens die nodig zijn om in geval van een incident doelmatig te kunnen optreden om letsel en schade te beperken. De bedrijfshulpverlening beperkt zich voornamelijk tot de hulpverlening in het belang van de arbeidsveiligheid van medewerkers, studenten en andere personen. Het ontruimingsplan beschrijft de acties en hoe deze ondernomen moeten worden bij verschillende calamiteiten. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen calamiteiten van kleinere omvang (ongevallen) en calamiteiten van grotere omvang waarbij tot een ontruiming moet worden besloten. 1. Verantwoording ontruimingsplan 1.1 Doel ontruimingsplan In ieder gebouw, dus ook in de gebouwen van TST van de Tilburg University, kunnen zich situaties voordoen die het noodzakelijk maken dat studenten, bezoekers en personeel het gebouw zo snel mogelijk moeten verlaten. Deze situatie kan zich voordoen bij: Brand Bommelding Wateroverlast Stormschade In opdracht van het bevoegd gezag Andere voorkomende gevallen Hiervoor is naast genomen preventie- en preparatiemaatregelen een ontruimingsplan nodig. Voorwaarde voor een goede ontruiming is dat de opzet van het plan bij alle medewerkers en studenten bekend is en dat de ontruimingsstrategie aansluit op wat medewerkers/studenten/bezoekers als logisch ervaren. Door middel van instructie en minimaal één jaarlijkse oefening zal dit ontruimingsplan door de BHVorganisatie aan de praktijk worden getoetst en zonodig worden bijgesteld. 1.2 Taken en verantwoordelijkheden BHV-organisatie De bedrijfshulpverleningsorganisatie heeft de volgende taken: 1. het verlenen van Eerste Hulp bij ongevallen; 2. het beperken en bestrijden van brand en het beperken van de gevolgen van ongevallen; 3. het alarmeren en evacueren van alle werknemers en andere personen in het bedrijf. 3
Er gelden de volgende voorwaarden en verantwoordelijkheden met betrekking tot bedrijfshulpverlening: De medewerkers, studenten en andere gebruikers van de TST gebouw dienen op de hoogte te zijn van het hoofdstuk “Wat te doen bij brand of ontruimingsalarm” van het ontruimingsplan van de gebouwen aan de Nieuwegracht 61 en 65 te Utrecht. Alle overige medewerkers, studenten en bezoekers moeten opdrachten en aanwijzingen van de ploegleider BHV en de bedrijfshulpverlening organisatie opvolgen. De directeur van TST is verantwoordelijk voor de bemensing van de BHV -organisatie voor het aan hem toegewezen gebouw(onderdeel) en voor het faciliteren van de BHV medewerkers. De verhuurder in samenwerking met Facility Services draagt er zorg voor dat de gebouwen voldoen aan de eisen, zoals door de wetgever gesteld, zoals (gebruik- of omgeving) vergunningen, de opstelling en de uitvoering van het VGM -plan (Veiligheid, Gezondheid en Milieu) de bereikbaarheid en toe- door- en uitgankelijkheid van de gebouwen en voorzieningen t.b.v. minder valide medewerkers en studenten. Daarnaast is Facility Services verantwoordelijk voor de organisatie van de BHV, zoals het organiseren van de opleidingen en de ontruimingsoefeningen, het houden van preventief toezicht en de zorg voor ontruimingsplannen en het BHV-plan.
4
1.3 Beheer ontruimingsplan Het BHV-plan wordt minimaal jaarlijks geëvalueerd en zonodig bijgesteld. W ijzigingen in de wet- en regelgeving, Risico Inventarisatie & Evaluatie (RIE) en het Plan van Aanpak (PvA) worden verwerkt in het BHV-plan. Het hoofd BHV is verantwoordelijk voor het opstellen en beheer van het BHV-plan en de ontruimingsplannen van de gebouwen.
5
2. Situatietekening en verzamelplaats
Legenda:
= verzamelplaats is op de Nieuwegracht aan de tegenover zijde van de gracht = betreffende gebouwen
6
3. Gebouw, -installatie- en organisatiegegevens Naam object Kantoorgebouw Nieuwegracht 61 3512 LG Utrecht Onderwijs gebouw Nieuwegracht 65 3512 LG Utrecht Telefoonnummer Tilburg University:
013-466 3800
Nadere aanduidingen De hoofdingang is gelegen aan de zijde van de Nieuwegracht. Organisatie Directeur: de 2 verantwoordelijke: Hoofdgebruiker: Gebouwencoördinator: Aantal medewerkers:
Mw. A. van der Velden-Westervelt Dhr. J. de Mooij Tilburg School of Catholic Theology Dhr. J. de Mooij Ca. 55
Openingstijden Kantoorgebouw Maandag t/m vrijdag: 08.00 – 17.30 uur. Onderwijsgebouw Maandag t/m vrijdag: 08.00 – 21.30 uur. Op zaterdag en zondag zijn beide panden in principe gesloten. Bezoekersaantallen Kantoorgebouw Overdag kunnen er een tot 50 bezoekers aanwezig zijn. Onderwijsgebouw Overdag kunnen er een tot 200 bezoekers aanwezig zijn. Belangrijke telefoonnummers Directeur: toestel 3834, Mw. A. van der Velden-Westervelt Sleutelhouder(s): toestel 3824, Dhr. F. den Heijer Gebouwencoördinator: toestel 3845, Dhr. J. de Mooij Universitair Medisch Centrum: 088 - 755 5555 Stadskliniek Utrecht: 030 - 233 3542 Huisarts nabij Nieuwegracht: Huisartsenpraktijk Mariahoek Mariahoek 5 3511LD Utrecht 030 - 2318110 Alarmnummers Intern ALARMNUMMER(intern): Extern Ambulance: Brandweer: Politie:
toestel 3848 1-1-2 1-1-2 1-1-2 7
Aanrijdtijden externe hulpverleners: Aanrijdtijd ambulance; maximaal 15 minuten na melding Aanrijdtijd Brandweer; maximaal 15 minuten Aanrijdtijd Politie; streeftijd binnen 15 minuten Ligging De TST gebouwen zijn goed bereikbaar voor interne en externe hulpverleners. De aanrijdroute via de Nieuwegracht is goed toegankelijk voor het aanvoeren en opstellen van redding- en blusmateriaal. Bouwkundig Het kantoor gebouw, Nieuwegracht 61 is in 2013 gerenoveerd. Het bestaat uit drie bouwlagen + kelder. Hiervan heeft TST er twee van in gebruik, de eerste en de helft van de tweede verdieping. De gebruikte bouwmaterialen zijn in hoofdzaak: metselwerk, stucwerk, beton, staal, glas en hout. De verdiepingen zijn voorzien van geverfd stucwerk, houten kozijnen, houtenplafonds en deels stucplafonds. De vloeren in de gangen van de 1e en 2e verdieping zijn bekleed met vaste vloerbedekking. De vloeren in de kantoren zijn eveneens bekleed met vaste vloerbedekking. De vloeren in de keuken en voorraadruimte zijn betegeld. Brandcompartimentering Het kantoor gebouw heeft compartimenteringdeuren met deurdrangers en kleefmagneten tussen de verdiepingsvloeren en het (nood)trappenhuis. Elke verdieping bestaat uit een compartiment. Nooduitgangen Het kantoor gebouw heeft twee nooduitgangen op de begane grond, een aan de voorzijde en een aan de achterzijde. De kelder heeft een nooduitgang aan de zijde van de Nieuwegracht. Het onderwijs gebouw, Nieuwegracht 65 is ook 2013 gerenoveerd. Het bestaat uit drie bouwlagen + kelder. Alle bouwlagen zijn in gebruik bij TST. De gebruikte bouwmaterialen zijn in hoofdzaak: metselwerk, stucwerk, beton, staal, glas en hout. De verdiepingen zijn voorzien van geverfd stucwerk, houten kozijnen, houtenplafonds en deels stucplafonds. De vloer op begane grond is tegelwerk, de kantoren en collegezalen zijn voorzien van vaste vloerbedekking. De trap en verdiepingen zijn voorzien van linoleum. De vloer in de kelder is gedeeltelijk van steen en gedeeltelijk van vaste vloerbedekking. Brandcompartimentering Het onderwijs gebouw bestaat uit één brandcompartiment. Nooduitgangen Het onderwijs gebouw heeft een nooduitgang op de begane grond, aan de voorzijde. De kelder heeft een nooduitgang aan de zijde van de Nieuwegracht. Bedrijfsstoffen De gebouwen zijn aangesloten op de stadsverwarming. Gas Hoofdaansluiting N.v.t . Sleutelbeheerder Elektriciteit Afsluiter Sleutelbeheerder Water Afsluiter Sleutelbeheerder
Technische ruimte in de kelder Fred den Heijer Technische ruimte in de kelder Fred den Heijer
Installaties In de gebouwen zijn automatische rookmelders en handbrandmelders (inslagruitjes) aangebracht die een automatische doormelding geven naar een PAC. In beide gebouwen bevindt zich een brandmeldcentrale en een ontruimingsinstallatie. 8
De slow-whoop (alarm/ontruimingssignaal) in het kantoor gebouw zit NE 01 en in het onderwijsgebouw zit het NV 01. Beide kunnen ook met de hand bediend worden. De ontruimingsinstallatie wordt automatisch geactiveerd bij het aanspreken van een rookmelder, het indrukken van een handbrandmelder, of het met de hand inschakelen via het ontruimingspaneel. Beheerder Ontruiming en Brandmeldinstallatie is: De eigenaar van de gebouwen, de Sint Bonifatius stichting. Telefonische meldingen zijn mogelijk via intern alarmnummer 3848 De gebouwen hebben geen omroepinstallatie. De begane grond bij het brandmeldpaneel is aangewezen als centrale commandopost bij calamiteiten. De BHV’ers worden hier bijeengeroepen. Vanaf deze post stuurt de dienstdoende ploegleider de BHV’ers aan. Het dak van het onderwijsgebouw is toegankelijk via ruimte NV 204, hier bevinden zich een aantal technische installaties.
Bluswatervoorziening en brandblusmiddelen De brandweer kan bij het blussen gebruik maken van het water in de Nieuwegracht De gebouwen beschikken over brandslanghaspels en hand brandblusmiddelen, deze bevinden zich op iedere etage en zijn aangeven met pictogrammen.
Tekeningen Tekeningen van de gebouwen zijn op te vragen bij Facility Services - Real Estate Management. Vluchtwegen en centrale deurbediening
Op diverse plaatsen binnen het gebouw hangen overzichtelijke plattegronden waarop de kortste vluchtwegen, de nooduitgangen, handbrandmelders, blusmiddelen en EHBO posten zijn aangegeven. Op deze locaties is dit ook met pictogrammen aangegeven. De vluchtwegrichtingen en nooduitgangen worden verlicht door middel van een noodverlichtingsinstallatie. De noodverlichtingsinstallatie bestaat uit decentrale armaturen met accu’s (transparanten en verlichting). Op diverse plaatsen zijn nooduitgangen aangebracht. De nooduitgangen zijn herkenbaar aan de groene vluchtwegpictogrammen. De nooduitgangen, gangpaden, hallen en vluchtwegen mogen nimmer versperd worden. Communicatie en verzamelplaats De gebouwen beschikken over een automatische slow-whoop installatie. Deze wordt aangesproken bij het activeren van een rookmelder en een handbrandmelder. De BHV’ers hebben instructie gehad over het gebruik van de portofoons. In het kader van de opleiding worden de BHV’ers regelmatig getraind in het gebruik van de communicatiemiddelen. De BHV’ers worden opgeroepen via de telefoon. Verzamelpunt is hal bij het brandmeldpaneel. De centrale verzamelplaats is buiten op de Nieuwegracht. 9
Instructiekaarten en ontruimingsplattegronden In het gebouw hangen op diverse plaatsen instructiekaarten “Hoe te handelen bij een brand of een ongeval” en ontruimingsplattegronden. Op de ontruimingsplattegrond is per gebouw laag aangegeven: de aanwezige afsluiters en hoofd schakelaars, (brand)veiligheidsvoorzieningen, vluchtroutes, de BHV-voorzieningen. De plattegronden worden beheerd door de Facility Services afd. Real Estate Management.
10
4. BHV-organisatie Door de directeur TST is een gebouwcoördinator BHV aangesteld. De directeur TST draagt in samenwerking met de gebouwcoördinator BHV zorg voor de inrichting van de hulpverleningsorganisatie (zie ook bijlage A) De bedrijfshulpverleningsploeg (BHV-ploeg) staat opgesteld voor beide gebouwen. De BHV-ploeg bestaat uit: één ploegleider (en plaatsvervanger bij diens afwezigheid) en minimaal vier bedrijfshulpverleners (BHV’ers) aangevuld met een aantal ontruimers. Overdag is er een ploegleider of vervanger van TST aanwezig in de gebouwen. Hij ontvangt berichten via de noodtelefoon en kan van daaruit, bij een calamiteit, actie ondernemen. In de avonduren is er een werkstudent die dienst doet als conciërge in het onderwijsgebouw aanwezig. Deze is opgeleid als BHV’er. In geval van een calamiteit verleent in eerste instantie de bedrijfshulpverleningsploeg de eerste hulp onder bevelvoering van de ploegleider. “Bevelvoering” is de operationele leiding bij de BHV. Zodra de professionele hulpverleningsdiensten arriveren, neemt de bevelvoerder daarvan de bevelvoering over. Bij een calamiteit wordt de communicatie tussen de dienstdoende ploegleider en BHV’ers onderhouden m.b.v. portofoons. EHBO - middelen; De in het gebouw aanwezige EHBO-posten zijn te herkennen aan een pictogram met een kruissymbool. Bij de BHV kast van het pand Nieuwegracht 65 is een Automatische Externe Defibrilatoe aanwezig
Op de 2de etage van het onderwijsgebouw, in de hal van het trappenhuis is een Evac-chair aanwezig.
Het beheer van de BHV middelen valt onder het hoofd BHV.
4.1 Herkenbaarheid BHV’ers De herkenbaarheid van BHV-functionarissen tijdens calamiteiten is verzekerd door de kleur van de hesjes en de tekst op de rug: • ORANJE: Ploegleider • GEEL: BHV-medewerker • GEEL (met opdruk achterzijde EHBO/BHV): EHBO-medewerker • GROEN: Hoofd BHV • BLAUW: Ontruimer
11
4.2 Operationaliteit BHV’ers Responstijd van de BHV-organisatie bij een ongeval, brand of een ontruiming bedraagt 3 minuten.
4.3 Opleiding en oefening door BHV’ers De BHV’er is een voor taken op dit gebied opgeleide medewerker van TST die eerste hulp biedt aan slachtoffers, slachtoffers redt bij brand, assistentie kan verlenen bij brandbestrijding en hulpverleningsinstanties van de overheid opvangt en zonodig begeleidt. De BHV’er wordt elk jaar bijgeschoold en is in het bezit van een bedrijfshulpverleningscertificaat en/of EHBO-diploma. De hoofdgebruiker kan ter ondersteuning van de bedrijfshulpverleningsploeg bij een ontruiming van een gebouw ontruimers aanwijzen. De ontruimer is een medewerker die alléén voor ontruiming is geïnstrueerd. De ontruimer begeleidt in geval van een calamiteit collegae en andere gebruikers via de kortste weg uit de calamiteitenzone naar buiten. Hierna meldt hij zich bij de Ploegleider BHV en kan hij voor andere ondersteuning worden ingezet. Facility Services zal zorg dragen dat de door de hoofdgebruiker aangewezen bedrijfshulpverleners, EHBO’ers en ontruimers respectievelijk worden opgeleid, geïnstrueerd en getraind.
12
5. Instructies voor het personeel 5.1 Werkplekoriëntatie Elke werknemer dient zich op zijn eigen werkplek op de hoogte te stellen van de volgende gegevens: In welk gebouw, welke vleugel, welke bouwlaag en eventueel in welke ruimte bevind ik mij? Hoe alarmeer ik de BHV’er? Waar bevinden zich de dichtstbijzijnde kleine brandblusmiddelen? Langs welke routes kan ik deze plek verlaten bij een incident? Bij welke verzamelplaats(en) buiten het gebouw hoor ik mij te melden bij een ontruiming? Zie ook bijlage B 5.2 Alarmeringsprocedure intern en extern 5.2.1 Alarmering intern Bij elke calamiteit dient u via 3848 kort en duidelijk te melden: uw naam en (werk)adres uw telefoonnummer wat er is gebeurd waar het is gebeurd (gebouw, verdieping, exacte locatie) of er gewonden zijn Bij brand dient men dit te melden via 3848 en, indien mogelijk, via het indrukken van een handbrandmelder (alarmeert en zet het slow-whoop alarmsignaal aan). Bij een ongeval of onwelwording kan men hulp verkrijgen via het interne alarmnummer 3848. Blijf kalm en verleen zonodig hulp. Blijf bij een ongeval / onwelwording altijd bij het slachtoffer tot er hulp komt. Wacht nadere instructies van bedrijfshulpverleners af. Bij kleinere ongevallen wordt het slachtoffer direct ter plekke behandeld door een aanwezige BHV’er / EHBO’er. Maar ook dan dient 3848 gebeld te worden! Wanneer iemand ernstig letsel oploopt, dan moet de BHV’er / EHBO’er direct (via 3848), gewaarschuwd worden. De BHV’er / EHBO’er dient zich dan onmiddellijk naar het slachtoffer te begeven en daar te handelen volgens zijn/haar opleiding. Let daarbij op de volgende vijf punten: 1. Let op gevaar; 2. Ga na wat er gebeurd is/wat iemand mankeert; 3. Stel het slachtoffer gerust; 4. Zorg, indien nodig voor (extra) deskundige hulp. Bel hiervoor 3848 en vraag om (extra) de ondersteuning (2 BHV’er/EHBO’er, ambulance); 5. Help het slachtoffer ter plaatse. Na behandeling van het slachtoffer en eventuele verdere noodzakelijke handelingen vult de BHV’er / EHBO’er een ongevallenregistratieformulier in (zie bijlage D) en verstuur deze z.s.m. digitaal naar de afdeling Safety & Security gebouw Vigilant van de Tilburg University (
[email protected] ).
13
Stroomschema Ongeval: Ongeval
Noodnummer 3848
Ja Ernstig
Nee Melding direct aan BHV’er/EHBO’er
Alamering Ambulance
Alarmering 2de BHV’er/EHBO’er
Alarmering Gebouw Coördinator
(bijna) Ongevalrapport laten invullen
Wanneer u een bommelding door krijgt via één van uw collega’s of via een bezoeker/gebruiker: bel onmiddellijk het intern alarmnummer 3848. Wanneer u de bommelding van de bedreiger zelf krijgt: neem de melding serieus en probeer het gesprek gaande te houden. Probeer daarbij zoveel mogelijk relevante gegevens te verzamelen (zie bijlage D), raak niet in paniek en geef de melding onmiddellijk door via het intern alarmnummer 3848, spreek met niemand over deze melding. 5.2.2 Alarmering extern Bij een calamiteit wordt, nadat het interne alarmnummer 3848 is gebeld door de betreffende BHV’er beslist welke externe hulpdiensten eventueel ingeschakeld moeten worden. Het calamiteitennummer is 112. Bij het indrukken van een handbrandmelder wordt dit signaal automatisch doorgeschakeld naar de Regionale Alarm Centrale.
14
5.2.3 Stroomschema alarmering (bij calamiteiten van grote omvang) Stroomschema alarmering bij een calamiteitsituatie (van grote omvang): Calamiteit Brand Bommelding Wateroverlast Stormschade I.o.v. bevoegd gezag Andere gevallen
Noodnummer 3848
(plvv) Gebouw Beheerder
Externe hulpverlening
Crisis Management Team
Gebouwgebruikers
Interne hulpverlening
Ploegleider Brandweer Politie Ambulance
BHV’ers EHBO’ers Ontruimers
15
5.3 Wijze van ontruiming en ontruimingsorganisatie Bij een ontruimingsalarmsignaal wordt altijd het gehele gebouw ontruimd. Bevoegdheden; Opdracht tot het doen overgaan tot een ontruiming (via slow-whoop), anders dan bij brand, wordt gegeven door:
de directeur TST brandweer, politie ploegleider BHV vervangend ploegleider BHV bij afwezigheid van een ploegleider, degene die op dat moment als leidinggevende verantwoordelijk is voor de gebouwen
De brandweer neemt bij een calamiteit na aankomst de leiding van de hulpverlening op zich. De politie is bevoegd om, indien dit in het belang van de openbare orde en veiligheid gewenst is, tot ontruiming te gelasten of over te gaan. De BHV’ers zijn bevoegd tot ontruiming over te gaan als er zich een directe bedreiging voordoet. Zij stellen de ploegleider BHV hiervan onmiddellijk op de hoogte, die op zijn beurt de directeur TST informeert. Ontruiming; a. het afgaan van de slow-whoop betekent dat er een ontruiming gaat plaats vinden! b. blijf kalm en voorkom paniek c. volg de instructies van de hulpverleners op d. volg de aangegeven vluchtweg e. maak geen gebruik van de lift f. zorg dat de bezoekers ook het gebouw verlaten g. meldt u op de verzamelplaats op de Nieuwegracht h. keer pas terug in het gebouw als het sein ‘VEILIG’ door de ploegleider BHV is gegeven. Wijze van ontruiming; 1. Ontruiming op de verdieping waar de brand is.
C
A
C
D
B
D
A Ruimte waar de brand begonnen / geconstateerd is. B tegenoverliggende ruimtes C Naastliggende ruimtes D De ruimtes naast de tegenoverliggende ruimtes. E Etc…
2. Ontruiming van de verdiepingen boven de brand, daarna onder de brand.
B
A. Verdieping waarop brand is. B. Verdieping boven de brand.
A
C. Verdieping onder de brand. C
16
Coördinatie; De ploegleider BHV coördineert vanuit het verzamelpunt de ontruiming. Alle medewerkers controleren of er in hun directe omgeving mensen aanwezig zijn, die zij dan sommeren om het gebouw te verlaten. Tevens wijzen zij hen op de vluchtwegen. De BHV’ers helpen actief te ontruimen. BHV’ers; De BHV’ers zien erop toe dat de ontruiming volgens de instructies verloopt en zorgen ervoor dat: paniek wordt voorkomen medewerkers en bezoekers naar de (nood)uitgangen worden begeleid geen gebruik van de lift wordt gemaakt. In voorkomende gevallen zal de bedrijfshulpverlening het openen van deuren opdragen aan de overige medewerkers. Ontruimingsroute; In de gebouwen is duidelijke vluchtwegbewegwijzering aanwezig. Zonder andersluidende instructies dient de ontruiming langs de daarop aangegeven route(s) te geschieden. Verzamelplaats; Iedereen die bij een ontruiming de gebouwen verlaten heeft, begeeft zich naar de verzamelplaats. De Nieuwegracht fungeert als centraal opvangpunt. Belangrijk is het melden en afmelden op de verzamelplaats! Nadat het gebouw geheel ontruimd is en nadat een nacontrole is uitgevoerd, begeven ook de hulpverleners zich naar de verzamelplaats. Einde alarmsituatie; Als de situatie door de externe hulpverleners veilig wordt verklaard, beslist de ploegleider BHV en/of de vervangende ploegleider dat de medewerkers, studenten en bezoekers weer in het gebouw kunnen worden toegelaten. Een einde van een alarmsituatie, ook indien niet is ontruimd, wordt altijd gegeven! Van iedere alarmering dient de ploegleider BHV door middel van een rapport het hoofd BHV, de directeur TST, de Arbo- en Milieucontactpersoon (AMK -er) en de Arbo- en Milieudeskundige TiU te informeren. Deze informatie is noodzakelijk omdat de AMK -er deze gegevens moet vermelden in het jaarverslag.
17
18
6. Plattegronden: Kantoorgebouw
18
conferentieruimte
009 conferentieruimte
006
vluchtrouteplan Tilburg University Nieuwegracht 61, begane grond
IE4 I
berging
conf erentieruimte
004
brandslanghaspel
010
B handbrandmelder brandmeldcent rale
I
O.J
vluchtroutebordje
_...,... vluchtroute
conferentieruimte
hal
002
conf erentieruimte
001
011
U BEVINDT ZICH HIER
november 2013
19
spreekruimte 108 vergaderruimte 109
werkruimte universiteit 107
werkruimte universiteit 103
vluchtrouteplan
pantry 112
Tilburg Universit y
wetenschappelijk onderzoek universiteit 106
•
Nieuwegracht 61, eerste v erdieping
n n
•
handbrandmelder
I CI3
hal 101
werkplek universiteit 104
secretariaat universiteit 102
november 2013
20
kantoor decaan 105
brandslanghaspel
brandblusser vluchtroutebordje
vluchtroute
21
Onderwijsgebouw
2 2
3. kantoor
4. opslag
5. lokaal
\ halletje
•nn EC I
U BE-VIND _T_Z _IC _H _H _IER l
.
2. kantoor
.....
vluchtrouteplan
1. gang
Tilburg University Nieuwegracht 65 ' Begane Grond • brandslanghaspe l
B D
6. lokaal
........
;-
I
I D'3J II
7. miva toilet
8.
toilet
0:
Sa. toilet
brandblusser
vluchtroutebordje
-- · vluchtroute
[]«) []«) []«)
handbrandmelder
7
november 2013
2 3
d]
brandmeldcentrale
2 4
E:J
E
E::l
E:
I204. vergader ruimte
vluchtrouteplan
-
BEVINDT ZICH HIER
I
Q1{]
D
'---1 -= l.\
[]«) u
202. toilet t en
C)
I
I
Tilburg University 205. studiezaal
Nieuwegracht 65, 2e verdieping
201. gang
IIH
E.J
!!!!!!!!!
• brandslanghaspel
II II II
..u.._
B handbrandmelder
·.·---..
0 I 11-'J
brandblusser
...
....
vluchtroutebordje
EJ
-••• vluc htroute
r-----.. r
206. over loop
november 2013
2 5
I
Bijlage A
Organogram van de BHV-organisatie
Organogram dagelijkse situatie;
College van Bestuur Directeur Facility Services Gebouwcoördinator BHV
Hoofdgebruiker Hoofd BHV
Dienstdoende Ploegleider
BHV/EHBO/Ontruimer
Gebruikers
Medewerkers
26
Coördinator BHV
Bijlage B Wat te doen bij calamiteiten? (betreft een korte instructie voor alle medewerkers, studenten en bezoekers van de universiteit) In geval van een calamiteit: 1. Waarschuw onmiddellijk via alarmnummer 3848 en meldt kort en duidelijk: uw naam en (werk)adres uw telefoonnummer wat er is gebeurd waar het is gebeurd (gebouw, verdieping, exacte locatie) of er gewonden zijn 2. Bij brandbestrijding dient u 3848 te bellen en, indien mogelijk, direct de handbrandmelder in te drukken. Deze melding komt aan in de Particuliere Alarmcentrale. Meldt ( of laat het) ook via 112 melden, de hulpverlening wordt dan gelijk gestart. 3. Blijf kalm en verleen zonodig hulp. 4. Wacht nadere instructies af, blijf op uw plaats en voorkom paniek. 5. Na een ontruimingsbevel: volg de instructies op van de bedrijfshulpverlener. Volg de aangegeven vluchtweg. Zorg dat de bezoekers ook het gebouw verlaten. 6. Meldt u op het verzamelpunt op de Nieuwegracht of een andere door de ploegleider BHV aangewezen plaats.
Hoe te handelen bij ontruimingsalarm Wanneer opdracht tot ontruiming wordt gegeven, dient er direct ontruimd te worden: -
Beëindig telefoongesprekken direct Neem uw persoonlijke bezittingen welke onder direct handbereik zijn mee Informeer eventuele bezoekers dat zij met u het gebouw moeten verlaten Doe uw deur dicht, maar sluit niet af Controleer de kamers direct naast u op aanwezigheid van mensen. Zeg aanwezigen dat zij het gebouw moeten verlaten Verlaat ook zelf, na de vorige acties, rustig het pand en blijf kalm Zorg dat eventuele bezoekers, met u als begeleider, het pand verlaten en voorkom paniek! Begeef u naar de centrale verzamelplaats de Nieuwegracht.
27
Bijlage C
Alarmeringsprocedure BHV’ers
Incident
Alarmering door werknemer / bezoeker / student
Slow-whoop gaat af
Nood nummer
Vraag de melder: Wie: naar zijn naam en telefoonnr Waar: waar is het gebeurd (verdieping / kamer) Wat: wat is er gebeurd (ongeval, brand) Of er slachtoffers zijn
Ongeval
Inzetprocedure ongeval
Zelf eerste hulp verlenen
Naar arts
Hulp van ambulance
Spoed eisende hulp ambulance
Brand
Ontruiming
Inzetprocedure brand
Inzetprocedure ontruiming
Zelf blussen
Hulp brandweer
28
ontruimings plan
Bijlage D
Overzicht formulieren
Voor een aantal calamiteiten wordt verzocht een formulier in te vullen. Deze zijn te vinden op het intranet TiU: https://www.tilburguniversity.edu/nl/intranet/ondersteuning/beveiliging-hulpverleningcalamiteiten.htm Het betreft de volgende formulieren: - Ongevallenregistratieformulier - Gijzeling / overval formulier - Bommeldingsformulier
29