ONTRUIMINGSPLAN
TIAS gebouw Tilburg University
Versie: 1.0 1.1 1.2
Datum: 14-08-2005 01-06-2012 30-01-2015
Wijziging: Up date Jaarlijkse check en update
Inhoudsopgave Inhoudsopgave .......................................................................................................................... 2 Inleiding ............................................................................................................................. 3 1. Verantwoording ontruimingsplan........................................................................................... 4 1.1 Doel ontruimingsplan: ...................................................................................................... 4 1.2 Taken en verantwoordelijkheden BHV-organisatie: ........................................................ 4 1.3 Beheer ontruimingsplan:.................................................................................................. 5 2. Situatietekening en verzamelplaats: ..................................................................................... 6 3. Gebouw, -installatie- en organisatiegegevens ...................................................................... 7 Naam object: .......................................................................................................................... 7 Nadere aanduidingen: ........................................................................................................... 7 Organisatie:............................................................................................................................ 7 Openingstijden: ...................................................................................................................... 7 Bezoekersaantallen: .............................................................................................................. 7 Belangrijke telefoonnummers: ............................................................................................... 7 Ligging ................................................................................................................................... 8 Bouwkundig: .......................................................................................................................... 8 Bedrijfsstoffen: ....................................................................................................................... 9 Installaties: ............................................................................................................................. 9 Bluswatervoorziening en brandblusmiddelen: ....................................................................... 9 EHBO-middelen ................................................................................................................... 10 Tekeningen: ......................................................................................................................... 10 Vluchtwegen en centrale deurbediening: ............................................................................ 10 Communicatie en verzamelplaats: ...................................................................................... 10 Instructiekaarten en ontruimingsplattegronden: .................................................................. 11 4. BHV-organisatie .................................................................................................................. 12 4.2 Operationaliteit BHV-ers: ............................................................................................... 12 4.3 Opleiding en oefening door BHV-ers:............................................................................ 13 5. Instructies voor het personeel ............................................................................................. 14 5.1 Werkplekoriëntatie: ........................................................................................................ 14 5.2 Alarmeringsprocedure intern en extern: ........................................................................ 14 5.2.1 Alarmering intern: .................................................................................................... 14 5.2.2 Alarmering extern: ................................................................................................... 15 5.2.3 Stroomschema alarmering (bij calamiteiten van grote omvang) ............................ 16 5.3 Wijze van ontruiming en ontruimingsorganisatie:.......................................................... 17 6. Plattegronden ...................................................................................................................... 19 Bijlage A Organogram van de BHV-organisatie ............................................................... 24 Bijlage B Wat te doen bij calamiteiten? ............................................................................ 25 Bijlage C Alarmeringsprocedure BHV-ers ........................................................................ 26 Bijlage D Overzicht formulieren ........................................................................................ 27
2
Inleiding Dit ontruimingsplan van het TIAS gebouw is onderdeel van het bedrijfshulpverleningsplan (BHVplan) van Tilburg University. Deze is te vinden op de intranet van Tilburg University onder “bedrijfshulpverlening”. Doel van een BHV-plan is om een BHV-organisatie in te richten die in geval van een noodsituatie of dreigende noodsituatie tijdig en snel kan worden geactiveerd en doelmatig kan optreden om de gevolgen ervan zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast heeft het BHV-plan een informatieve functie in die zin, dat het de betrokkenen bewust maakt van de mogelijke risico’s. Het BHV-plan bevat alle gegevens die nodig zijn om in geval van een incident doelmatig te kunnen optreden om letsel en schade te beperken. De bedrijfshulpverlening beperkt zich voornamelijk tot de hulpverlening in het belang van de arbeidsveiligheid van medewerkers, studenten en andere personen. Het ontruimingsplan beschrijft de acties en hoe deze ondernomen moeten worden bij verschillende calamiteiten. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen calamiteiten van kleinere omvang (ongevallen) en calamiteiten van grotere omvang, waarbij tot een ontruiming moet worden besloten.
3
1.
Verantwoording ontruimingsplan
1.1 Doel ontruimingsplan: In ieder gebouw, dus ook in het TIAS gebouw van Tilburg University, kunnen zich situaties voordoen die het noodzakelijk maken dat studenten, bezoekers en personeel het gebouw zo snel mogelijk moeten verlaten. Deze situatie kan zich voordoen bij: Brand Bommelding Wateroverlast Stormschade In opdracht van het bevoegd gezag Andere voorkomende gevallen Hiervoor is naast genomen preventie- en preparatiemaatregelen een ontruimingsplan nodig. Voorwaarde voor een goede ontruiming is dat de opzet van het plan bij alle medewerkers en studenten bekend is en dat de ontruimingsstrategie aansluit op wat medewerkers/studenten/bezoekers als logisch ervaren. Door middel van instructie en minimaal één jaarlijkse oefening zal dit ontruimingsplan door de BHVorganisatie aan de praktijk worden getoetst en zonodig worden bijgesteld.
1.2 Taken en verantwoordelijkheden BHV-organisatie: De bedrijfshulpverleningsorganisatie heeft de volgende taken: 1. 2. 3.
het verlenen van Eerste Hulp bij ongevallen; het beperken en bestrijden van brand en het beperken van de gevolgen van ongevallen; het alarmeren en evacueren van alle werknemers en andere personen in het bedrijf.
Er gelden de volgende voorwaarden en verantwoordelijkheden met betrekking tot bedrijfshulpverlening: De medewerkers, studenten en andere gebruikers van het Tias gebouw dienen op de hoogte te zijn van het hoofdstuk “Wat te doen bij brand of ontruimingsalarm” van het ontruimingsplan van het Tias gebouw. Alle overige medewerkers, studenten en bezoekers moeten opdrachten en aanwijzingen van het hoofd BHV en het bedrijfshulpverleningsteam opvolgen. Directeur FS is als hoofdgebruiker verantwoordelijk voor de bemensing van de BHVorganisatie voor het aan hem toegewezen gebouw(onderdeel) en voor het faciliteren van de BHV-medewerkers. Facility Services draagt er zorg voor dat de gebouwen voldoen aan de eisen, zoals door de wetgever gesteld, zoals (gebruiks)vergunningen, de opstelling en de uitvoering van het VGM-plan (Veiligheid, Gezondheid en Milieu) en de bereikbaarheid en toe- door- en uitgankelijkheid van de gebouwen en voorzieningen t.b.v. minder valide medewerkers en studenten. Daarnaast is Facility Services verantwoordelijk voor de organisatie van de BHV, zoals het organiseren van de opleidingen en de ontruimingsoefeningen, het houden van preventief toezicht en de zorg voor ontruimingsplannen en het BHV-plan.
4
1.3 Beheer ontruimingsplan: Het BHV-plan wordt minimaal jaarlijks geëvalueerd en zonodig bijgesteld. Wijzigingen in de wet- en regelgeving, Risico Inventarisatie & Evaluatie (RIE) en het Plan van Aanpak (PvA) worden verwerkt in het BHV-plan. Het hoofd BHV is verantwoordelijk voor het opstellen en beheer van het BHV-plan en ontruimingsplannen van de diverse gebouwen.
5
2. Situatietekening en verzamelplaats:
Legenda:
= verzamelplaats Restaurant gebouw
= betreffende gebouw
6
3. Gebouw, -installatie- en organisatiegegevens Naam object: TIAS gebouw Warandelaan 2 5037 AB Tilburg Telefoonnummer Tilburg University: Telefoonnummer centrale balie T :
013 - 466 9111 013 - 466 8600
Nadere aanduidingen: De enige ingang en tevens hoofdingang is gelegen aan de zijde van het Prisma gebouw. Organisatie: Directeur: Adjunct-directeur: Hoofdgebruiker: Gebouwencoördinator: Aantal medewerkers:
De heer M. van Ieperen De heer P. Hoeijmans Facility Services De heer C. Braken Ca. 150
Openingstijden: Maandag t/m vrijdag: 08.00 -22.30 uur. Op zaterdag wordt het gebouw regelmatig opengesteld voor het geven van cursussen. Het gebouw is dan toegankelijk voor cursisten en medewerkers van TiasNimbas. Bezoekersaantallen: Overdag is het gebouw vrij toegankelijk waardoor het moeilijk in te schatten is hoeveel bezoekers, studenten en derden het gebouw betreden. Het maximaal aantal volgens de gebruiksvergunning is 744. Belangrijke telefoonnummers: Directeur: 013 - 466 2629, de heer M. van Ieperen Sleutelhouder(s): 013 - 466 3000, afdeling Safety & Security, V1. Gebouwencoördinator: 013 - 466 3100, de heer C. Braken Sint Elisabeth Ziekenhuis: Twee Steden Ziekenhuis: Huisarts nabij campus:
Alarmnummers Intern ALARMNUMMER(intern): Extern Ambulance: Brandweer: Politie:
013 - 539 1313 013 - 465 5655 Huisartsen Conservatoriumlaan Conservatoriumlaan 60 5037DT Tilburg 013- 468 1353
toestel 2525 1-1-2 1-1-2 1-1-2
Aanrijdtijden externe hulpverleners Aanrijdtijd ambulance maximaal 15 minuten na melding Aanrijdtijd Brandweer maximaal 18 minuten Aanrijdtijd Politie streeftijd binnen 15 minuten
7
Ligging Tias gebouw is zeer goed bereikbaar voor interne en externe hulpverleners. De aanrijdroute via de Hogeschoolaan en de Esplanade is goed toegankelijk voor het aanvoeren en opstellen van reddings- en blusmateriaal. Het Tias gebouw staat geheel vrij van de andere gebouwen.
Bouwkundig: Het Tias gebouw is in 2000/2002 gebouwd en bestaat uit acht bouwlagen met een bruto vloeroppervlak van 11054 m². Op de begane grond en 1ste verdieping bevinden zich collegezalen, break-out rooms, een keuken en een aantal technische ruimten. De hoogbouw heeft vanaf de 1ste verdieping een kantoorfunctie. Het oppervlak van de kantoorverdiepingen is kleiner dan het oppervlak van de begane grond en 1ste verdieping. De gebruikte bouwmaterialen zijn in hoofdzaak: beton, staal, glas en natuursteen. De verdiepingen zijn voorzien van systeemplafonds. De betonnen wanden van het hoofdtrappenhuis zijn voorzien van stucwerk. De wanden op de begane grond en 1ste verdieping/tussenverdieping bestaan uit stucwerk, behoudens die aan de binnenzijde die via een glas/staal/betonconstructie uitzicht geven op het binnenplein. De wanden op de 2de t/m 7de verdieping zijn gedeeltelijk van stucwerk. De kantoren zijn aan de gangzijde voorzien van een glas/staalconstructie en de tussenwanden zijn sandwichconstructies van staal/gips en isolatiemateriaal gevat in een stalen raamwerk De wanden en trappen van de noodtrappenhuizen aan de westzijde zijn van beton. De betonnen wanden van de noodtrappenhuizen aan de oostzijde zijn voorzien van stucwerk. De wanden aan de gangzijde van de trappenhuizen zijn uitgevoerd in geperforeerd plaatstaal. De vloeren in de gangen op de begane grond en de 1ste verdieping en de trappen in het hoofdtrappenhuis, de noodtrappenhuizen aan de oostzijde en de trappen vanaf de 1ste verdieping naar de begane grond zijn van natuursteen. De vloeren van de gangen vanaf de 1ste verdieping en alle kantoren, vergaderruimtes en collegezalen in Tias gebouw zijn bekleed met vaste, zachte vloerbedekking met brandvertragende eigenschappen. Mochten deze verbranden, dan komen er geen giftige stoffen vrij. In de vloeren van de gangen op de begane grond is vloerverwarming aangebracht. Brandcompartimentering; Het Tias gebouw heeft compartimenteringdeuren in de hoofdtrappenhal aan de westzijde met deurdrangers die de deuren gesloten houden. Zij geven toegang tot de verdiepingen en zijn beveiligd met een toegangscontrolesysteem (magneetkaarten). Van binnenuit zijn deze deuren vrij te openen. Op de begane grond bevindt zich een compartimenteringdeur (elektrische schuifdeur) die de hal afsluit van de rest van de begane grond en een elektrisch bediende compartimenteringdeur naar de keuken. Op de 1ste verdieping bevinden zich twee elektrisch bedienbare compartimenteringdeuren die toegang geven naar de westzijde van het gebouw waar zich de toegangen naar de noodtrappenhuizen bevinden. Alle compartimenteringdeuren/nooddeuren zijn voorzien van een nooddrukker om de deur elektrisch te ontgrendelen. De compartimenteringdeuren zijn eveneens te openen met een magneetkaart. Nooduitgangen; Op de begane grond en 1ste verdieping bevinden zich aan de oostzijde twee noodtrappenhuizen die afgesloten worden met compartimenteringdeuren met deurdrangers. Het Tias gebouw heeft in totaal vijf (nood)trappenhuizen. Hiervan zijn er drie gesitueerd (met inbegrip van het hoofdtrappenhuis) aan de westzijde en twee aan de oostzijde. De trappenhuizen aan de westzijde lopen vanaf de 7de verdieping tot de begane grond, de trappenhuizen aan de oostzijde vanaf de 1ste verdieping via de tussenverdieping tot de begane grond. Vier nooduitgangen die zich op de begane grond bevinden zijn via een gang aangesloten op de noodtrappenhuizen. De twee noodtrappenhuizen aan de westzijde zijn op de begane grond beveiligd met elektrische sloten (richting noodtrappenhuis) die bij brandalarm automatisch ontsloten worden. Naast de hoofdingang ( tourniquetdeur) zijn twee elektrisch te ontsluiten nooduitgangen aangebracht. In verkeersruimte 97 aan de westzijde bevindt zich eveneens een nooduitgang met elektrische ontsluiting. Liften: Het Tias gebouw heeft twee personenliften in het hoofdtrappenhuis aan de westzijde. Een van de liften is uitgevoerd met een brandweerschakeling op de begane grond. De liften in het TIAS gebouw zijn machinekamerloze liften. De personenliften worden bij brand aangestuurd en gaan naar begane grond. 8
Onderhoudsrapporten Keuringsrapporten
-
op te vragen bij Facility Services - Real Estate Management. op te vragen bij Facility Services - Real Estate Management.
Bedrijfsstoffen: Het Tias gebouw is aangesloten op de stadsverwarming. Gas Hoofdaansluiting Sleutelbeheerder Elektriciteit Afsluiter Sleutelbeheerder Water Afsluiter Sleutelbeheerder
Afdeling Safety & Security T61 en T65 Afdeling Safety & Security
Afdeling Safety & Security
Installaties: In het Tias gebouw zijn automatische rookmelders en handbrandmelders (indrukruitjes) aangebracht die bij aanspreken een automatische doormelding geven aan de brandmeldinstallatie bij de brandweer, waarbij tevens de meldloge beveiliging in Vigilant gebouw wordt gealarmeerd. In verkeersruimte T95 tegen de muur van ruimte T60 vlak na de brandweeringang is het hoofdbrandmeldpaneel aangebacht. Hierop zijn schakelaars aangebracht voor het in en uitschakelen van de ventilatie. In de hal van Tias gebouw (T83) bevindt zich een nevenbrandmeldpaneel naast de hoofdingang tegen de muur van ruimte T67. De brandmeld/sprinklercentrale bevindt zich in ruimte T56. Hierop bevinden zich een tiental sleutelschakelaars voor het in- en uitschakelen van diverse installaties waaronder o.a. de ontruimingsinstallatie en de liften. Tias gebouw is op de gehele begane grond en in het onderwijs- en technische gedeelte van de 1ste verdieping voorzien van sprinklers. Niet voorzien van een sprinkler zijn de kantoren in het onderwijsgedeelte van de 1ste verdieping T111, T111A, T112, T112A, T123, T123A, T124 en T124A en de kantoren van de hoogbouw vanaf de 1e verdieping. Aanspreken van een sprinkler wordt automatisch doorgemeld naar de brandmeldinstallatie bij de brandweer en meldloge Beveiliging. Telefonische meldingen zijn mogelijk via intern alarmnummer 2525 (meldloge Safety & Security). Tias gebouw heeft een ontruimingsinstallatie (slow-whoop) die automatisch geactiveerd kan worden bij het aanspreken van een rookmelder, het indrukken van een handbrandmelder en het aanspreken van een sprinkler. De slow-whoop kan per bouwdeel met de hand geactiveerd worden bij de centrale informatiebalie. (Dit attentiesignaal betekent dat er ontruimd gaat worden!). Tias gebouw heeft geen omroepinstallatie. De centrale balie in de hal van Tias gebouw is aangewezen als centrale commandopost bij calamiteiten. De BHV-ers en de medewerkers van Beveiliging worden hier bijeengeroepen. Vanuit deze post stuurt de dienstdoende ploegleider de BHV-ers aan. Het Tias gebouw heeft een luchtbehandelinginstallatie met koeling. De technische installaties zijn aangesloten op het PRIVA - gebouwbeheersysteem.
Bluswatervoorziening en brandblusmiddelen: Het Tias gebouw beschikt over brandslanghaspels en handblusmiddelen (bevinden zich achter witte gemarkeerde deuren). Ook beschikt het Tias gebouw over 2 droge blusleidingen met op de begane grond nabij de brandweeringang (nooduitgang noordwest zijde) en de nooduitgang aan de zuidwest zijde aansluitingen (inlaat) t.b.v. de brandweer. De aansluitingen binnen het gebouw zijn gelegen in de hal van de noodtrappenhuizen aan de westzijde. 9
De brandweer kan bij het blussen van een brand gebruik maken van een ondergrondse brandkraan. Deze bevindt zich nabij de hoofdingang.
EHBO-middelen Binnen het TIAS gebouw is in de BHV-kast, welke gestationeerd is in het centrale trappenhuis. EHBO posten zijn aangegeven op de plattegronden. Het beheer van de BHV middelen valt onder het hoofd BHV. Tekeningen: Tekeningen van het Tias gebouw zijn op te vragen bij Facility Services - Real Estate Management. Vluchtwegen en centrale deurbediening: Op diverse plaatsen binnen het gebouw hangen overzichtelijke plattegronden waarop de kortste vluchtwegen, de nooduitgangen, handbrandmelders, blusmiddelen en EHBO posten zijn aangegeven. Op de aangegeven locaties is dit ook met pictogrammen aangegeven. De vluchtwegrichtingen en nooduitgangen worden verlicht door middel van een noodverlichtingsinstallatie. De noodverlichtingsinstallatie bestaat uit decentrale armaturen met accu’s (transparanten en verlichting). Op diverse plaatsen zijn nooduitgangen aangebracht. De nooduitgangen zijn herkenbaar aan de groene noodpictogrammen.
De nooduitgangen zijn voorzien van elektrische sloten of “kleefmagneten” die bij brandalarm ontgrendeld worden. Voor andere “noodgevallen” zit er naast elke nooduitgang een ontgrendelknop.
Als een deur “open staat” wordt dat altijd in de meldloge Safety & Security, in het Vigilant gebouw, gesignaleerd! Nooduitgangen, gangen en hallen mogen nimmer worden versperd.
Communicatie en verzamelplaats: De Universiteit beschikt over een personenomroepsysteem (“piepers”) en heeft een portofoonsysteem, inclusief de benodigde repeaters. Daarnaast beschikt het Tias gebouw over een automatische slow-whoop installatie. Deze wordt aangesproken bij het activeren van een rookmelder en een handbrandmelder , maar kan ook vanuit de balie T 12 bediend worden. 10
De BHV-medewerkers hebben instructie gehad over het gebruik van de portofoons. In het kader van de opleiding worden de BHV-medewerkers regelmatig getraind in het gebruik van de communicatiemiddelen. De portofoons worden bij een calamiteit door de afdeling Safety & Security ter plaatsen gebracht. Het beheer valt onder het hoofd BHV. De BHV-ers worden opgeroepen via het piepersysteem. Verzamelpunt is hal bij de hoofdingang. De centrale verzamelplaats op de campus is het Restaurant gebouw.
Instructiekaarten en ontruimingsplattegronden: In het gebouw hangen op diverse plaatsen instructiekaarten “Hoe te handelen bij een brand of een ongeval” en ontruimingsplattegronden. Op de ontruimingsplattegrond is per gebouwlaag aangegeven: de aanwezige afsluiters en hoofd schakelaars, (brand)veiligheidsvoorzieningen, vluchtroutes, de BHV voorzieningen. De ontruimingsplattegronden worden beheerd door de Facility Services afd. Real Estate Management.
11
4. BHV-organisatie Per gebouw wordt één door de hoofdgebruiker aangewezen gebouwcoördinator BHV aangesteld. De hoofdgebruiker laat zich in zijn taken bijstaan door de gebouwencoördinator BHV van het betreffende gebouw. De hoofdgebruiker draagt in samenwerking met de gebouwcoördinator BHV zorg voor de inrichting van de hulpverleningsorganisatie (zie ook bijlage A) Per gebouw of aangewezen cluster van gebouwen is er één bedrijfshulpverleningsploeg (BHVploeg). De BHV-ploeg bestaat ten minste uit: één ploegleider (en plaatsvervanger bij diens afwezigheid) en minimaal zes bedrijfshulpverleners (BHV-ers) met aangevuld ontruimers. In geval van een calamiteit verleent in eerste instantie de bedrijfshulpverleningsploeg de eerste hulp onder bevelvoering van de ploegleider. “Bevelvoering” is de operationele leiding bij de BHV. Zodra de professionele hulpverleningsdiensten arriveren, neemt de bevelvoerder daarvan de bevelvoering over. De BHV-ers worden opgeroepen via het oproepsysteem. Verzamelpunt is de hal op de begane grond. (T 12) Bij een calamiteit wordt de communicatie tussen de dienstdoende ploegleider en BHV-ers en tussen dienstdoende ploegleider en meldloge Safety & Security onderhouden m.b.v. portofoons. In het weekend kan de dienstdoende beveiliger opgeroepen worden door middel van een semafoon. EHBO-middelen Binnen het Tias gebouw is in de BHV-kast, welke gestationeerd is in de hal T 91, een EHBO-koffer.
In het Tias gebouw is op de 4deetage, in de liftenhal, een evac-chairs aanwezig. Op begane grond bij het Miva-toilet (ruimte T 82) is een brancard aanwezig.
Het beheer van de BHV middelen valt onder het hoofd BHV. Herkenbaarheid: De herkenbaarheid van BHV-functionarissen tijdens calamiteiten is verzekerd door de kleur van de hesjes en de tekst op de rug: • ORANJE: Ploegleider • GEEL: BHV-medewerker • GEEL (met opdruk achterzijde EHBO/BHV): EHBO-medewerker • GROEN: Hoofd BHV • BLAUW: Ontruimer
4.2 Operationaliteit BHV-ers: Responstijd bij een ongeval, brand en bij een ontruiming:
12
3 minuten
4.3 Opleiding en oefening door BHV-ers: De BHV-er is een voor taken op dit gebied opgeleide medewerker van de Tilburg University die eerste hulp biedt aan slachtoffers, slachtoffers redt bij brand, assistentie kan verlenen bij brandbestrijding en hulpverleningsinstanties van de overheid opvangt en zonodig begeleidt. De BHV-er wordt elk jaar bijgeschoold en is in het bezit van een bedrijfshulpverleningscertificaat en/of EHBO-diploma. De hoofdgebruiker kan ter ondersteuning van de bedrijfshulpverleningsploeg bij een ontruiming van een gebouw ontruimers aanwijzen. De ontruimer is een medewerker van de Tilburg University, die alléén voor ontruiming is geïnstrueerd. De ontruimer begeleidt in geval van een calamiteit op zijn weg naar buiten collegae en andere gebruikers via de kortste weg uit de calamiteitenzone naar buiten. Facility Services zal zorgdragen dat de door de hoofdgebruiker aangewezen bedrijfshulpverleners, EHBO-ers en ontruimers respectievelijk worden opgeleid, geïnstrueerd en getraind.
13
5. Instructies voor het personeel 5.1 Werkplekoriëntatie: Elke werknemer dient zich op zijn eigen werkplek op de hoogte te stellen van de volgende gegevens: In welk gebouw, welke vleugel, welke bouwlaag en eventueel in welke ruimte bevind ik mij? Hoe alarmeer ik de BHV’er? Waar bevinden zich de dichtstbijzijnde kleine brandblusmiddelen? Langs welke routes kan ik deze plek verlaten bij een incident? Bij welke verzamelplaats(en) buiten het gebouw hoor ik mij te melden bij een ontruiming? Zie ook bijlage B 5.2 Alarmeringsprocedure intern en extern: 5.2.1 Alarmering intern: Bij elke calamiteit dient u via 2525 (meldloge Safety & Security) kort en duidelijk te melden: uw naam en (werk)adres uw telefoonnummer wat er is gebeurd waar het is gebeurd (gebouw, verdieping, exacte locatie) of er gewonden zijn Bij brand dient men dit te melden via 2525 en indien mogelijk via het indrukken van een handbrandmelder (alarmeert de centrale meldloge en zet het slow-whoop alarmsignaal aan). Vanuit de centrale meldloge worden de nodige maatregelen getroffen. Bij een ongeval of onwel wording kan men hulp verkrijgen via het interne alarmnummer 2525. Blijf kalm en verleen zonodig hulp. Blijf bij een ongeval / onwel wording altijd bij het slachtoffer tot er hulp komt. Wacht nadere instructies van bedrijfshulpverleners af. Bij kleinere ongevallen wordt het slachtoffer direct ter plekke behandeld door een aanwezige BHV-er / EHBO-er. Maar ook dan dient 2525 gebeld te worden! Wanneer iemand ernstig letsel oploopt, dan moet de BHV-er / EHBO-er direct, of via de meldloge Safety & Security (2525), gewaarschuwd worden. De BHV-er / EHBO-er dient zich dan onmiddellijk naar het slachtoffer te begeven en daar te handelen volgens zijn/haar opleiding. Let daarbij op de volgende vijf punten: 1. Let op gevaar; 2. Ga na wat er gebeurd is/wat iemand mankeert; 3. Stel het slachtoffer gerust; 4. Zorg, indien nodig voor (extra) deskundige hulp. Bel hiervoor 2525 en vraag om (extra) ondersteuning (2de BHV-er/EHBO-er, ambulance); 5. Help het slachtoffer ter plaatse. Na behandeling van het slachtoffer en eventuele verdere noodzakelijke handelingen vult de BHV-er / EHBO-er een ongevallenregistratieformulier in (zie bijlage D) en verstuurt dit naar de afdeling Safety & Security.
14
Stroomschema Ongeval: Ongeval
Meldloge Safety & Security noodnummer 2525
Ja Ernstig
Nee Melding direct aan BHV’er/EHBO’er
Alamering Ambulance
Alarmering 2de BHV’er/EHBO’er
Alarmering Gebouw Coördinator
(bijna) Ongevalrapport laten invullen
Wanneer u een bommelding door krijgt via één van uw collega’s of via een bezoeker/gebruiker: bel onmiddellijk het intern alarmnummer 2525 Wanneer u de bommelding van de bedreiger zelf krijgt: neem de melding serieus en probeer het gesprek gaande te houden. Probeer daarbij zoveel mogelijk relevante gegevens te verzamelen (zie bijlage D) raak niet in paniek en geef de melding onmiddellijk door via het intern alarmnummer 2525 spreek met niemand over deze melding. 5.2.2 Alarmering extern: Bij een calamiteit wordt, nadat het interne alarmnummer 2525 is gebeld door de meldloge Safety & Security beslist welke externe hulpdiensten eventueel ingeschakeld moeten worden. In de meldloge zijn de calamiteitennummers voorhanden. Bij het indrukken van een handbrandmelder wordt dit signaal automatisch doorgeschakeld naar de alarm centrale van de brandweer.
15
5.2.3 Stroomschema alarmering (bij calamiteiten van grote omvang) Stroomschema alarmering bij een calamiteitsituatie (van grote omvang):
Calamiteit Brand Bommelding Wateroverlast Stormschade I.o.v. bevoegd gezag Andere gevallen
Telefoon 2525 Meldloge Safety & Security
(plvv) Hoofd BHV
Externe hulpverlening
Gebouwgebruikers
Crisis Management Team
Interne hulpverlening
Ploegleider Brandweer Politie Ambulance BHV-ers EHBO-ers Ontruimers
16
5.3 Wijze van ontruiming en ontruimingsorganisatie: Bij een ontruimingsalarmsignaal wordt altijd het gehele gebouw ontruimd. Bevoegdheden; Opdracht tot het doen overgaan tot ontruiming (slow-whoop), anders dan bij brand, wordt gegeven door:
het hoofd BHV brandweer, politie algemeen ploegleider dienstdoende ploegleider bij afwezigheid van een dienstdoende ploegleider, degene die op dat moment als leidinggevende verantwoordelijk is voor het Esplanade gebouw
De brandweer neemt bij een calamiteit na aankomst de leiding van de hulpverlening op zich. De politie is bevoegd om, indien dit in het belang van de openbare orde en veiligheid gewenst is, tot ontruiming te gelasten of over te gaan. De BHV-ers zijn bevoegd tot ontruiming over te gaan als er zich een directe bedreiging voordoet. Zij stellen de dienstdoende ploegleider hiervan onmiddellijk op de hoogte, die op zijn beurt de algemeen ploegleider en via deze laatste het hoofd BHV informeert. Ontruiming; a. het afgaan van de slow-whoop betekent dat er een ontruiming gaat plaats vinden! b. blijf kalm en voorkom paniek c. volg de instructies van de hulpverleners op d. volg de aangegeven vluchtweg e. maak geen gebruik van de lift f. zorg dat de bezoekers ook het gebouw verlaten g. meldt u op de verzamelplaats, het Restaurant gebouw h. keer pas terug in het gebouw als het sein ‘VEILIG’ door het hoofd BHV is gegeven. Wijze van ontruiming; 1. Ontruiming op de verdieping waar de brand is.
C
A
C
D
B
D
A Ruimte waar de brand begonnen / geconstateerd is. B tegenoverliggende ruimtes C Naastliggende ruimtes D De ruimtes naast de tegenoverliggende ruimtes. E Etc…
2. Ontruiming van de verdiepingen boven de brand, daarna onder de brand.
B
A. Verdieping waarop brand is. B. Verdieping boven de brand.
A
C. Verdieping onder de brand. C
17
Coördinatie; De dienstdoende ploegleider coördineert vanuit de hal bij de hoofdingang de ontruiming. Alle medewerkers controleren of er in hun directe omgeving mensen aanwezig zijn, die zij dan sommeren om het Dante gebouw te verlaten. Tevens wijzen zij hen op de vluchtwegen. De BHV-ers helpen actief te ontruimen. BHV-ers; De BHV-ers zien erop toe dat de ontruiming volgens de instructies verloopt en zorgen ervoor dat: paniek wordt voorkomen medewerkers en bezoekers naar de (nood)uitgangen worden begeleid geen gebruik van de lift wordt gemaakt. In voorkomende gevallen zal de bedrijfshulpverlening het openen van deuren opdragen aan de aanwezige beveiligers. Ontruimingsroute; In het Tias gebouw is een duidelijke vluchtwegbewegwijzering aanwezig. Zonder andersluidende instructies dient de ontruiming langs de daarop aangegeven route(s) te geschieden. Verzamelplaats; Iedereen die bij een ontruiming het Tias gebouw verlaten heeft, begeeft zich naar de verzamelplaats. Het Restaurant gebouw fungeert als centraal opvangpunt. Belangrijk is het melden en afmelden op de verzamelplaats! Nadat het Tias gebouw geheel ontruimd is en nadat een nacontrole is uitgevoerd, begeven ook de hulpverleners zich naar de verzamelplaats. De afdeling Safety & Security zorgt voor bewaking van het Tias gebouw. Einde alarmsituatie; Als de situatie door de operationele leiding veilig wordt verklaard, beslist het hoofd BHV en/of de algemene ploegleider dat de medewerkers, studenten en bezoekers weer in het gebouw kunnen worden toegelaten. Een einde van een alarmsituatie, ook indien niet is ontruimd, wordt altijd gegeven! Van iedere alarmering dient de dienstdoende ploegleider door middel van een rapport het hoofd BHV, de algemene ploegleider, de Arbo- en Milieucontactpersoon (AMK-er) en de Arbo- en Milieudeskundige TiU te informeren via de gebouwcoördinator. Deze informatie is noodzakelijk omdat de AMK-er deze gegevens moet vermelden in het jaarverslag.
18
6. Plattegronden Overzicht beganegrond:
19
Overzicht 1ste en tussenverdiepingen etage:
20
Overzicht 2e en 5e t/m 7e etage
21
Overzicht 3e etage
22
Overzicht 4e etage
23
Bijlage A
Organogram van de BHV-organisatie
Organogram dagelijkse situatie:
College van Bestuur Directeur Facility Services Gebouwcoördinator BHV
Hoofdgebruiker Hoofd BHV
Dienstdoende Ploegleider
BHV/EHBO
Gebruikers
Medewerkers
24
Coördinator BHV
Bijlage B Wat te doen bij calamiteiten? (betreft een korte instructie voor alle medewerkers, studenten en bezoekers van de universiteit)
In geval van een calamiteit: 1. Waarschuw onmiddellijk via alarmnummer 2525 de meldloge Beveiliging en meld kort en duidelijk: uw naam en (werk)adres uw telefoonnummer wat er is gebeurd waar het is gebeurd (gebouw, verdieping, exacte locatie) of er gewonden zijn 2. Bij brandbestrijding dient u 2525 te bellen en, indien mogelijk, direct de handbrandmelder in te drukken. Deze melding komt altijd aan in de meldloge Beveiliging van gebouw V en vandaar naar de brandweer. De hulpverlening is onderweg. 3. Blijf kalm en verleen zonodig hulp. 4. Wacht nadere instructies af, blijf op uw plaats en voorkom paniek. 5. Na een ontruimingsbevel: volg de instructies op van de bedrijfshulpverlener. Volg de aangegeven vluchtweg. Maak geen gebruik van de lift. Zorg dat de bezoekers ook het gebouw verlaten. 6. Meldt u op het verzamelpunt in het restaurant of een andere door de BHV-er aangewezen plaats. Hoe te handelen bij ontruimingsalarm Wanneer opdracht tot ontruiming wordt gegeven, dient er direct ontruimd te worden: -
Beëindig telefoongesprekken direct Neem uw persoonlijke bezittingen welke onder direct handbereik zijn mee Informeer eventuele bezoekers dat zij met u het gebouw moeten verlaten Doe uw deur dicht, maar sluit niet af Controleer de kamers direct naast u op aanwezigheid van mensen. Zeg aanwezigen dat zij het gebouw moeten verlaten Verlaat ook zelf na de vorige acties, rustig het pand, blijf kalm Zorg dat eventuele bezoekers, met u als begeleider, het pand verlaten, voorkom paniek! Begeeft u naar de centrale verzamelplaats het Restaurant gebouw.
25
Bijlage C
Alarmeringsprocedure BHV-ers
Incident
Receptie alarmeert beveiliging
Alarmering door werknemer / bezoeker / student
Beveiliging
Ongeval
Inzetprocedure ongeval
Zelf eerste hulp verlenen
Naar arts
Hulp van ambulance
Spoed eisende hulp ambulance
BMI / Galaxy / CKP word geactiveerd
Slow-whoop gaat af
Vraag de melder: Wie: naar zijn naam en telefoonnr Waar: waar is het gebeurd (verdieping / kamer) Wat: wat is er gebeurd (ongeval, brand) Of er slachtoffers zijn
Brand
Ontruiming
Inzetprocedure brand
Inzetprocedure ontruiming
Zelf blussen
Hulp brandweer
26
ontruimings plan
Bijlage D
Overzicht formulieren
Voor een aantal calamiteiten wordt verzocht een formulier in te vullen. Deze zijn te vinden op het intranet TiU: http://www.tilburguniversity.edu/nl/intranet/servicegids/beveiliging/
Het betreft de volgende formulieren: - Ongevallenregistratieformulier - Gijzeling / overval formulier - Bommeldingsformulier
27