Leen den Besten
Ontkomen aan de taal van de macht Raadsels en spreuken zijn soms gebaseerd op het principe van het 'palindroom'. Palindroom (Grieks: palin = terug; dromos = het lopen; dus: teruglopen) is de benaming van een woord, dat van voren naar achteren en van achteren naar voren gelezen kan worden. Soms blijft de betekenis dezelfde, zoals bij: aha, ara, daad, dood, droommoord, droomoord, dvd, ebbe, edelstaalplaatslede, kaak, kajak, kak, kalklak, kazak, keek, kek, kik, kok, kook, koortsmeetsysteemstrook, lal, legermeetsysteemregel legovogel, lel, lepel, lil, lol, lul, maandnaam madam, mam, meetsysteem, mem, mom, mum, neen, negen, nekken, nemen, nepparterretrappen, neten, netten, neven, non, paap, pap, parterretrap, parterrestaalplaatserretrap, pop, pup, raar, racekar, radar, reder, redder, remmer, renner, rever, rotator, rotor, sas, sis, sms, solo’s, soos, sus, taartstraat, testset, tetteretet, tot, tut, tuttut, wow. Soms verandert de betekenis, zoals bij: droom moord; klok – kolk, neger – regen, prijst – tsjirp of nettobedrag – gardebotten (beenderenstelsel van een bewaker). Persoonsnamen hebben soms de vorm van een palindroom: Anna, Bob, Hannah, Onno, Otto, Reinier. Ook plaatsnamen kunnen deze vorm hebben: Ede. Het langst bekende palindroom is het 23-letterige Oudgriekse woord νιψονανοµηµαταµηµονανοψιν, dat zoveel betekent als ‘was je ziel, niet alleen je gezicht’. Palindroom is ook de benaming van een zin of versregel (kreeftdicht) die van links naar rechts of van rechts naar links gelezen dezelfde inhoud geeft. Koos Eekfeen keek door 't rood kerkraam maar krek door 't rood keek neef Kees ook. Nepmop: net alsof u net sufte? O, massa moet fusten ufo's laten pompen. Jij slaapt, ronkt, knort; ronkt, knort pa als jij? De mooie zeeman nam Anna mee, zei oom Ed. Gewiekst rooft ’n oma Montfoorts kei weg. Baas, neem een racecar, neem een Saab. Die man raadt sukses, kust daarna meid. Daar eiste hij z’n ei en zij het sierraad. Er is door bologige gigolo brood, sire. Nora bedroog, o zo goor, de baron. De betere temeie met ere te bed. Pakte m'n opa je japon met kap? Tevreden kneep een kneder vet. Steeds in ere, heren, is de ets. n Ezel laat Reinier taal lezen Te intens lezen ezels net niet. God, red nu 'ns ’n underdog. Mooie zeden in Ede zei oom. Er is daar nog onraad, Sire.
Koos u de garage dus ook? Lieve zussie, is Suze veil? Red, danseres, ’n adder. Tom, ram of omarm Ot. Pa, al ski jij, ik slaap. De sla nemen als Ed. Naai'r dan, Adriaan. Een ton snot, nee. 's Levens nevels'. Mooi dit idioom. Gadsi, 't is dag. De pot op Ed. Ai, de media. Ik ski. U nu. Eén van de bekendste palindroomzinnen is ontstaan, toen het Panamakanaal werd gegraven: A man, a plan, a canal: Panama. Een bekende Nederlandstalige palindroomzin is Nelli plaatst op 'n parterretrap 'n pot staalpillen. Battus (Hugo Brandt Corstius, º 1935) heeft veel palindromische zinnen bedacht, verzameld en opgeschreven in zijn boeken Opperlandse taal- & letterkunde (1981) en Symmys (1991). Een variatie op een palindroom is die waar de woorden niet alleen van links naar rechts maar ook omgekeerd kunnen worden gelezen en niet de letters: Lollig zijn lui die zeggen: die lui zijn lollig. Gieren kunnen goed vliegen; dat is waar, niet waar is dat vliegen goed kunnen gieren. Kauwen paarden als kraaien; dat is waar, niet waar is dat kraaien als paarden kauwen. Boeren kunnen goed knorren; dat is waar, niet waar is dat knorren goed kunnen boeren. Wel, niet nietmachine niet? Niet naaimachine dus? Neen! Dus: naaimachine niet niet, nietmachine niet wel. Adam zou zich met een palindroom hebben voorgesteld: Madam, I'm Adam. Eva zou in dezelfde stijl haar naam genoemd hebben: Sir, I’m Iris. Napoleon wordt in de mond gelegd: Able was I ere I saw Elba (= Machtig was ik voordat Elba zag). Niet alleen met letters, maar ook met getallen en morsetekens worden palindromen gemaakt. Een palindroomgetal is bijvoorbeeld 1001, of 12345678987654321. Het langste Nederlandstalige palindroom in morse is weerkreeg (.-- . . .-. -.- .. . . --.). Volgens het Guinnessrecordboek is er in 1986 zelfs een hele palindroomroman verschenen: Dr Awkward and Olson in Oslo, geschreven door Lawrence Levine. Het boek bevat 31.594
woorden. Maar daarmee is het nog niet de langste palindroomtekst. Die staat volgens het Guinness-boek op naam van de Brit Edward Benbow. Hij schreef een tekst die begint met de woorden: Al sign it, 'Lover, en eindigt dus met revolting, Isla. Hij voltooide zijn opstel van 88.888 woorden in '88. Aan iemand als Benbow zal een dag als 20 februari 2002 dan ook waarschijnlijk niet ongemerkt voorbij zijn gegaan. Op die dag, om twee minuten over acht 's avonds, vormde de combinatie van datum en tijd namelijk ook een palindroom - iets wat al sinds 11 november 1111 om 11.11 uur niet meer was voorgekomen, en wat ook niet meer zal gebeuren tot 21 december 2112 om 21.12 uur. De uitvinding van het palindroom staat op naam van de Griekse dichter van erotische verzen Sotades (3e eeuw voor Christus). Een sotadische tekst is een tekst die van achter naar voren gelezen kan worden en dan een obscene woordspeling bevat. Volgens sommigen is het palindroom de taal van de duivel. Deze zou ondermeer gezegd hebben: Signa te, signa, temere me tangis et angis (= Teken u -met het kruisteken-, teken, tevergeefs raakt en benauwt ge mij). In de Oudheid en in de Middeleeuwen werd het procédé van het palindroom meermalen toegepast in tover- en bezweringsformules. Een Grieks palindroom, dat vaak op kerkgebouwen en doopvonten te vinden is - en soms aan Gregorius van Nazianze (circa 330-390), soms aan Stylianus van Neocaesarea (circa 900) wordt toegeschreven luidt: nipson anomèmata, mè monan opsin (= Was niet enkel mijn gelaat af, maar ook mijn fouten). Sotades Een palindroom kan de vorm hebben van een 'magisch kwadraat'. Hierbij zijn de letters van de woorden in een vierkant gerangschikt en kunnen niet alleen van achteren naar voren, maar ook van onderen naar boven gelezen worden en omgekeerd. Eén van de bekendste voorbeelden is de zin van de Brabeli: Šešir Elidi širiš. Idile rišeš (Je maakt Elida's hoed groter. Je tekent idyllen). Beroemd is de oude Latijnse bezweringsformule sator-arepo-tenet-opera-rotas (= Zaaier Arepo houdt met moeite de wielen; of: Zaaier Arepo bestuurt met moeite de wagen). Deze is te vinden op enkele gebouwen in Italië en in een mozaïekvloer van een kerk in Piave Terzigani. De formule werd in de volksgeneeskunde toegepast, vooral tegen hondsdolheid. Dat ze ook in christelijke kringen gebruikt werd, vindt zijn oorzaak in het feit dat ze (op één N na) tweemaal de letters van Pater Noster (= Onze Vader, met de letters A en O = alpha en omega) bevat, zodat de 25 letters van het magische vierkant ook in de vorm van een kruis (met de N als middelpunt) kunnen worden opgesteld. Zo kan de formule gelden als een christelijk cryptogram.
In haar essay 'Een verhaal over het palindroom' stelde Dubravka Orai dat het beginsel van de taal van het palindroom is, dat beide uiteinden gelijk zijn: deze taal kan net zo goed van links naar rechts of van oost naar west gelezen worden als andersom. Maar: 'In de gewone taal, in de ruimtelijke oriëntatie, binnen de in de Europese cultuur heersende opvattingen van wat normaal is, heeft alles een linker- en een rechterkant, er bestaat een oosten en er bestaat een westen en niemand komt op het idee deze tegenovergestelde begrippen met elkaar gelijk te stellen.'1 De Kroatische Orai gebruikte het palindroom meermalen in haar gedichten. In 1981 schreef Sator-arepo-kwadraat ze: O Jugo! O gujo! (Juga is een algemeen geDe tekst sator arepo tenet opera rotas betekent bruikte afkorting voor Joegoslavië; guja = sla‘Zaaier Arepo houdt met moeite de wielen’. De tekst ng; O Joegoslavië! o slang!). Het gedicht meldt werd geacht magische kracht te hebben. In latere tijden werden er varianten gemaakt waarbij pater dat de apocalyps (het laatste oordeel; de noster (Onze Vader) centraal stond. ondergang van de wereld) plaats vindt in 1991.2 Orai had ook 2002 kunnen uitkiezen, omdat dat ook een palindroom is, 'maar ze had het cijfer 1 nodig als het symbool van het begin, het zijn en de openbaring, terwijl ze het cijfer 9, het laatste cijfer, nodig had als aankondiging van zowel het einde als het begin, van dood en wedergeboorte, dat wil zeggen als het laatste cijfer van de waarneembare wereld.'3 In 1991 was Joegoslavië inderdaad een slang die zijn eigen staart verslond. De Kroatische essayiste Dubravka Ugreši vroeg zich vertwijfeld af: 'Zullen we elkaar vernietigen, zullen we tenslotte allen in atomen overgaan en zal op onze lippen, als een laatste palindroom, slechts één enkele kreet overblijven: kisik (zuurstof)? Luidt onze allerlaatste teleks inderdaad: skelet...?'4
Taal, ook de taal van het palindroom, roept niet alleen werkelijkheid op, maar geeft ook de mogelijkheid om een greep op de werkelijkheid te krijgen. In diverse godsdiensten is er dan ook het geloof dat wie magische formules ter beschikking heeft, kan bewerken dat geesten en
machten zich in dienst stellen van het zoeken naar heil en weren van onheil. 'Wie de juiste formuleringen kent die bij offerritueel of in gebed gesproken moeten worden, hoopt daarmee het positieve effect van deze godsdienstige handeling te verzekeren. De juiste woorden kunnen naar katholieke opvatting brood en wijn doen veranderen in het lichaam en bloed van Christus. (...) Geen wonder dat in het gebruik van godsdienstige taal de ervarenheid en daarom de godsdienstige expert een belangrijke rol speelt en dat men vaak jaren in de leer moet gaan om haar te beheersen. Dat geldt extra sterk wanneer er sprake is van een heilige taal die door het gewone volk niet gesproken of gekend wordt. Zo'n heilige taal kan de vorm aannemen van een kunsttaal die alleen door specialisten gekend wordt.'5 De taal van het palindroom is een kunsttaal. Ze wordt gevormd door knutselen met letters en woorden. Het is een onschuldige bezigheid. Kwalijk wordt het als woorden een magische betekenis krijgen en we er ons lot in zien getekend of elkaar ermee gijzelen. Kwalijk wordt het ook als woorden aaneengeregen worden en telkens terugkeren als kralen aan een rozenkrans en geen scheppende kracht meer bezitten om mij persoon te doen worden of een 'verzoenende verbinding tussen mij en jou'6 te vormen. Ze staan de mogelijkheid tot een werkelijke ontmoeting in de weg, omdat ze geen plaats laten voor het onverwachte. In de ontmoeting is ontvankelijkheid voor wat de ander op dat moment te berde brengt. Daarin wordt de ander niet vastgeketend aan het beeld dat ik me van hem/haar en zijn/haar daden en bedoelingen gevormd heb.
M.C. Escher
Kijvende partners, strijdende volken zijn meermalen de gevangenen van het beeld dat ze zich van zichzelf, van de ander en van hun gemeenschappelijke geschiedenis gevormd hebben. Ze kunnen alleen nog maar het palindroom als stijlfiguur hanteren: 'Zij geven een vertekend beeld van de geschiedenis. Dit zijn de feiten', roepen ze van links naar rechts. 'Zij geven een vertekend beeld van de geschiedenis. Dit zijn de feiten', roepen ze van rechts naar links. 'Jij ondermijnt waar het op aankomt in het geloof', zegt de een verwijtend .'Jij ondermijnt waar het op aankomt in het geloof', antwoordt de ander. 'Hij begrijpt me niet en beschuldigt mij ervan niet te luisteren', zegt de een en voelt zich slachtoffer. 'Zij begrijpt me niet en beschuldigt mij ervan niet te luisteren', zegt de ander en voelt zich eveneens slachtoffer. En ze verwonden elkaar over en weer met woorden en andere wapens. 'De taal van het palindroom is op drift geraakt als een geest, losgelaten uit een fles. De waarheid verandert als een fata morgana in twee identieke waarheden! Twee waarheden zijn één leugen, want een van de twee moet een leugen zijn...'7
Als de Geest uit de taal is, wat houd je dan over? Een taal van angst en wantrouwen? Een bezweringsformule? Een taal die in zichzelf gevangen is en gevangen zet? Een taal die elke nuancering en gelaagdheid mist? Een taal die zich oriënteert op het verleden, voorbijgaat aan wat werkelijk is in het heden en hoop voor de toekomst de grond inboort? Een taal die liefde uitsluit en geloof doet verschrompelen? Wie zal het zeggen. Eén ding is duidelijk: als de Geest uit de taal is, is van echte communicatie geen sprake meer. We verkillen. Er komt een ijskorst om onze ziel.
Niet alleen de op drift geraakte taal van het palindroom of de kunsttaal van de religie kan schaden. Ook de taal van de heldere logica en de objectieve informatie, de taal van klare waarheden, begrippen en formules kan dat doen. Het is de taal van het definiëren, omgrenzen. 'Dit is dit en niet dat: water; en geen stoom, en geen ijs. Hier is niet daar. Eén is één, 2 = 2, dood is dood. Een taal van termen, een gesloten geheel van afgesproken uitdrukkingen. Taal van abstraheren en reduceren; ieder ding wordt een chiffre, ieder woord een getal. Taal van afdoende oplossingen en ondubbelzinnige antwoorden.'8 Het is goed dat deze taal er is. We kunnen niet zonder, vooral niet in het recht, de economie, de wetenschap en de technologie. Maar als het gaat over geloof, hoop en liefde, of over vragen van leven en dood, is de eenduidige manier van spreken niet alleen ontoereikend maar ook gevaarlijk. 'De woorden worden ondermijnd door de valse verwachtingen en leugens, waaraan zij zelf uitdrukking hebben gegeven.'9 En de ijskorst om onze ziel wordt alleen maar dikker. 'De taal waarvan we ons meestal bedienen is niet geschikt om het ijs in ons te breken; we bereiken elkaar niet, de woorden raken ons niet echt diep, de ziel verstart. We zijn op zoek een taal die dat steeds dikker wordende ijs van de ziel kan breken.'10 Wellicht kan de taal van de poëzie en het gebed het. In ieder geval kan deze taal ons - als we die met aandacht gebruiken - in aanraking brengen met de diepste grond van het zijn. Ook kan ze ons verbinden met wat we nu niet zijn en ons herinneren aan wie we hadden moeten zijn.
Wellicht kan ook de taal van het vertellen, het denken en overpeinzen het. In ieder geval kan deze taal het verloop van ons leven benoemen, ordenen, verhelderen en verdiepen. Ook kan ze ons met elkaar verbinden. Verder kan ze bepaalde ervaringen als bijvoorbeeld die van zinloosheid of juist van zinvolheid, van gebrek aan verband of juist van verbondenheid met alles wat leeft onder woorden brengen. Als we alleen de taal van de macht spreken - en het palindroom, de kunsttaal van de religie of de taal van klare waarheden kan een taal van macht zijn - zal het ijs van onze ziel niet gebroken worden. De taal van de macht bevordert eenzaamheid en op den duur sprakeloosheid. We passeren elkaar als schepen in de nacht. 'Telkens als wijzelf aan de taal van de macht ontkomen en ons aan een andere taal wagen, dat wil zeggen, die leren horen, begrijpen en spreken, dan is die taalschepping, die taalvernieuwing, een bron van kracht (...)'11 We overschrijden grenzen. We graven in het onzegbare, in de oneindig dubbele bodem van de werkelijkheid. We laten verhuld wat verhuld moet blijven. We roepen het paradoxale en ontoegankelijke van het bestaan op en stellen het tegenwoordig in paradoxale woorden en beelden.12 Een we leven zoals we leven met de ander: 'bij benadering, rakelings nabij, wetend - niet wetend, veilig - onveilig.'13 We beseffen dat woorden altijd tekortschieten. 'Maar zwijgen is ook niet vol te houden, je wilt toch weer verder, horen en gehoor vinden. Ergens tussen of voorbij woorden gebeurt het dat mensen elkaar vinden en verstaan.'14 © L. den Besten
1. Geciteerd in: Dubravka Ugreši, De cultuur van leugens. Antipolitieke essays, Amsterdam 1995, 41. 2. Dubravka Orai, Palindromska apokalipsa, Zagreb 1993. 3. Ugreši, a.w., 34. 4. Ugreši, a.w., 39. 5. D.J. Hoens, 'Over godsdienst en haar uitbreiding', in: D.J. Hoens, J.H. Kamstra, D.C. Mulder, Inleiding tot de studie van godsdiensten, Kampen 1985, 25. 6. Jürgen Moltmann, De mens. Christelijke antroplogie in de conflicten van deze tijd, Bilthoven 1972, 105. 7. Ugreši, a.w., 37. 8. Huub Oosterhuis, En ik zag: een nieuwe hemel. Proeven van bijbelse prediking, Baarn 1984, 52. 9. George Steiner, In de burcht van blauwbaard. Enige aantekeningen voor een herdefiniëring van het begrip cultuur, Amsterdam 1991, 109. 10. Dorothee Sölle, Opwellingen van moed. Aanzet tot een andere manier van denken, Baarn 1994, 138-139. 11. Sölle, a.w., 149. 12. Oosterhuis, a.w., 53. 13. Oosterhuis, a.w., 54. 14. Oosterhuis, a.w., 55.