DE MACHT VAN DE ELGEN
Voor Mc Kenna Jij hebt licht en warmte in de wereld gebracht
NUR 283/GGP051501 Copyright © 2012 by Richard Paul Evans © MMXV Nederlandse editie: Uitgeverij Kluitman Alkmaar B.V. Published by arrangement with Sterling Lord Literistic, New York Oorspronkelijke titel: Michael Vey. Rise of the Elgen Nederlandse vertaling: Astrid Staartjes Omslagontwerp: Sproud Amsterdam Opmaak binnenwerk: Studio L.E.O. Alle rechten voorbehouden, inclusief het recht van reproductie in zijn geheel of in gedeelten, in welke vorm dan ook. kluitman.nl
Proloog Kink in de kabel
‘I
k mag hopen dat dit belangrijk is,’ zei de man. Op de Tyrreense Zee was het twee uur in de ochtend en de man op het schip was door het telefoontje gewekt.
‘Er is een kleine… kink in de kabel,’ zei Hatch, waarbij hij zijn woor-
den zorgvuldig koos. Hij leunde achterover in de leren stoel van zijn privévliegtuig. ‘De verhuizing van onze basis in Pasadena verliep niet geheel vlekkeloos.’ ‘Wat voor “kink” in de kabel?’ ‘Er was een opstand.’ ‘Een opstand? Van wie?’ ‘Michael Vey. En de PK’s.’ ‘Is er iemand ontsnapt?’ ‘Ze zijn allemaal ontsnapt.’ Er volgde een stortvloed aan verwensingen. ‘Hoe heeft dat kunnen gebeuren?’ ‘Die nieuwe jongen was sterker dan we hadden gedacht.’ 5
‘Vey is ook ontsnapt?’ Hatch aarzelde. ‘Niet alleen Vey. We zijn zeven Glows kwijt.’ Er volgde een nieuwe stortvloed aan verwensingen. ‘Dit is een regelrechte ramp!’ ‘Het is een kleine tegenslag,’ zei Hatch. ‘Een die we snel te boven zullen komen. We weten precies waar ze zich bevinden, en op dit moment worden alle PK’s weer binnengebracht. Op drie na hebben we ze allemaal te pakken.’ ‘Wat als ze iets hebben losgelaten?’ ‘Niemand zou ze geloven. De meesten kramen sowieso onzin uit, na alles wat ze bij ons hebben doorstaan.’ ‘Daar kunnen we niet op vertrouwen. Spoor ze allemaal op. Waar zijn de elektrische kinderen?’ ‘We hebben ze in het vizier. Ze zijn nog steeds bij elkaar en rijden naar Idaho. Er staat al een team klaar om ze in te rekenen.’ ‘Wie zegt me dat het deze keer gaat lukken?’ ‘Nú weten we met wie we te maken hebben. En we hebben een paar verrassingen achter de hand.’ ‘Ik zal het aan de Raad moeten rapporteren,’ zei de stem. ‘Geef me tot morgenochtend,’ zei Hatch. ‘Dan ziet alles er heel anders uit. Verder liggen we op schema.’ ‘En zo moet het ook blijven.’ De stem pauzeerde even en zei toen: ‘Ik denk dat het tijd wordt dat je Veys moeder vrijlaat.’ ‘Dat zou een grote misstap zijn. Ze is onze enige garantie dat Vey niet weer van de radar verdwijnt, en hoogstwaarschijnlijk is hij het antwoord op ons probleem met het apparaat. Bovendien hebben we Vey en de rest van de Glows binnen vierentwintig uur weer ingerekend.’ ‘Laten we hopen dat je gelijk hebt,’ zei de man. 6
‘Daar kunt u van op aan,’ zei Hatch. ‘Voor het ochtendgloren hebben we Vey weer in handen.’
7
Deel één
1 Mijn verhaal
I
n groep zeven besteedde mijn juf, mevrouw Berg, een les aan autobiografieën. Ze liet ons allemaal op een A4’tje ons levensverhaal opschrijven. Ik weet niet wat triester was:
a. Dat mevrouw Berg dacht dat ons leven op één enkel A4’tje paste. b. Dat ik niet verder kwam dan een half A4’tje. Laten we eerlijk zijn: in groep zeven zit je nog steeds te wachten totdat
je leven écht gaat beginnen. Ja, sommige kinderen hadden al best coole dingen gedaan, eentje had bijvoorbeeld geskydived; een ander was in Japan geweest; en de vader van één meisje was loodgieter waardoor ze in zijn reclamefi lmpje met een gootsteenontstopper mocht zwaaien, dus zij was min of meer beroemd – maar dan had je het ook wel gehad. Het enige wat ik me kan herinneren was dat mijn autobiografie supersaai was. Die ging ongeveer zo: Ik heet Michael Vey en ik kom uit een plaatsje waar je nog nooit van 11
hebt gehoord: Meridian, in Idaho. Mijn vader stierf toen ik acht was en mijn moeder en ik zijn sindsdien vaak verhuisd. Ik hou van videogames. O ja, en ik heb het syndroom van Gilles de la Tourette. Dit is geen grap: ik heb echt Tourette. Je weet waarschijnlijk dat er mensen zijn die door Tourette nogal gaan vloeken, waardoor mijn verhaal een stuk interessanter zou zijn geweest of misschien wel gecensureerd, alleen vloek ik niet door mijn Tourette. In mijn geval heeft het me alleen maar een hoop tics bezorgd, zoals extreem veel knipperen, slikken en gekke bekken trekken en zo. Dat is het wel zo’n beetje. Wat mijn levensverhaal betreft: de filmrechten zijn nog niet verkocht. Dat zou wel anders zijn als mensen mijn geheim zouden kennen – het geheim dat ik al bijna mijn hele leven verborgen moet houden, en de reden dat mijn moeder en ik zo vaak verhuizen. Ik ben elektrisch. Jij ook natuurlijk. Daardoor werken je hersenen en je spieren. Alleen is mijn elektriciteit waarschijnlijk duizend keer sterker dan die van jou. En het lijkt alleen maar sterker te worden. Heb je weleens met je voeten over het tapijt gewreven en iemand daarna een schokje gegeven? Maak die schok duizend keer zo sterk en je hebt een idee hoe het is om mij te zijn. Of om een schok van me te krijgen. Gelukkig weet ik inmiddels hoe ik het moet beheersen. Ik ben inmiddels vijftien jaar en sinds groep zeven is er heel wat gebeurd. Was er nú maar iemand die naar mijn levensverhaal vroeg. Het zou echt een goede film opleveren. Eén enkel A4’tje zou bij lange na niet genoeg zijn. Dit is wat ik nu zou opschrijven: Ik heet Michael Vey, en ik ben sterker geladen dan een sidderaal. Ik 12
dacht altijd dat ik de enige op de hele wereld was, maar dat is niet zo. Ik weet sinds kort dat we oorspronkelijk met z’n zeventienen waren. En de mensen die ons zo hebben gemaakt, de Elgen, zitten achter ons aan. Je zou kunnen zeggen dat we een foutje waren. De Elgen hadden een apparaat ontworpen, de MEI (Magnetische Elektron Inductie), om ziektes en afwijkingen in het lichaam mee op te sporen. In plaats daarvan “ontstonden” er door het apparaat afwijkingen: wij dus. Mijn vriendin, de voor-mij-veel-te-knappe-cheerleader met haar prachtige bruine ogen, Taylor Ridley, is ook elektrisch. Ik kan mensen een schok geven, maar zij kan iemands hersenen een schok geven waardoor mensen vergeten waar ze mee bezig waren (zij noemt het ‘resetten’). Ze kan ook gedachten lezen, maar dan moet ze je wel aanraken. Een maand geleden hebben de Elgen, onder leiding van een enge gast die dr. Hatch heet, ons opgespoord. Ze hebben Taylor ontvoerd en wilden mij ook meenemen, maar kregen uiteindelijk alleen mijn moeder te pakken. Een paar dagen later was ik onderweg naar Californië met mijn beste vriend, Ostin Liss (we wonen in hetzelfde appartementencomplex en hij is een van de weinigen die van mijn geheime kracht af weet) en nog een paar jongens van school, Jack en Wade, om Taylor en mijn moeder te redden. Dat ging niet zonder slag of stoot. Ten eerste was Taylor er wel maar mijn moeder niet. Toen vielen we in handen van de Elgen. Jack en Wade werden PK’s gemaakt, een afkorting voor proefkonijn, de naam die de Elgen geven aan gevangenen met wie ze experimenten 13
uitvoeren. Ostin en ik werden ook in de cel gegooid, alleen belandde ik in cel 25. Daar sluiten ze mensen op die ze willen breken. Ik wist te ontsnappen en mijn vrienden te bevrijden. Ik slaagde er ook in om vier andere elektrische kinderen te bevrijden: Zeus, Ian, McKenna en Abigail. Zij hebben ook echt coole krachten. Zeus kan stroomstoten afvuren, daarom is hij naar de Griekse god vernoemd. (Hij kan alleen geen water aanraken zonder zichzelf onder stroom te zetten, dus hij wast zich niet zo vaak – nooit eigenlijk – waardoor hij nogal stinkt.) Ian is blind maar hij kan beter zien dan wie dan ook. Hij kijkt zoals haaien en sidderalen doen, door middel van elektrolocatie, wat betekent dat hij dingen op kilometers afstand kan zien, zelfs door muren heen. McKenna kan met haar lichaam warmte en licht uitstralen. Abigail kan pijn wegnemen door zenuwuiteinden elektrisch te stimuleren. Grace hebben we ook gered. Zij was een van de elektrische kinderen die trouw waren aan Hatch (die ons ‘Glows’ noemt). Over haar weet ik eigenlijk alleen dat ze dingen kan downloaden van computers. Voordat we ontsnapten heeft ze alle informatie van de hoofdcomputer van de Elgen gedownload. We hopen dat zij informatie heeft over waar ze mijn moeder vasthouden.
14
We zijn nu met z’n tienen (inclusief onze niet-elektrische vrienden Ostin, Jack en Wade). We noemen onszelf de Elektroclan. Er is nog iets wat ik in mijn autobiografie zou vermelden, iets wat me angst aanjaagt maar mijn verhaal interessanter maakt. Ik weet het niet zeker, maar misschien heb ik niet lang meer te leven. Hatch heeft me verteld dat al vier elektrische kinderen door hun elektriciteit aan kanker zijn overleden – en ik ben nog sterker geladen dan zij. Ik weet niet of het waar is want Hatch is een leugenaar, maar ik zal er vanzelf wel achter komen. Ondertussen zijn we onderweg naar mijn huis in Meridian, Idaho, om uit te zoeken waar mijn moeder is en om onze volgende stap te plannen. Zoals ik al zei, ik denk dat je best een goede film van mijn levensverhaal zou kunnen maken. Misschien gebeurt dat nog wel eens. Maar nu nog niet, want het is nog lang niet voorbij. Ik heb zo’n gevoel dat er nog heel wat staat te gebeuren.
15