WAARDERINGSKAMER
Aan de staatssecretaris van Financiën de heer mr.drs. J.C. de Jager Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG
ons kenmerk
bijlage(n)
datum
07.2717 JG
1
3 juli 2007
betreft:
Advies openbaarheid WOZ-waarden en landelijke voorziening Basisregistratie WOZ
Geachte heer De Jager, Bij de Tweede Kamer is in behandeling het wetsvoorstel waarmee de wettelijke basis wordt gelegd voor de Basisregistratie inkomen en de Basisregistratie WOZ (Kamerstukken II nr. 31 085). Het wetsvoorstel bevat nog geen bepalingen over de openbaarheid van de WOZwaarden, noch over een landelijke voorziening voor de Basisregistratie WOZ. In het verslag van een schriftelijk overleg met de Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer (30 800 IX B nr. 30, vastgesteld 26 maart 2007) geeft u aan te bezien of, en zo ja in welke mate en op welke termijn, WOZ-waarden openbaar kunnen worden. In de toelichting bij het wetsvoorstel inzake de Basisregistratie WOZ is uitgelegd dat een onderzoek van de Waarderingskamer met betrekking tot de landelijke voorziening wordt afgewacht. Het is ons een genoegen u hierbij dit onderzoek in de vorm van een businesscase voor deze landelijke voorziening WOZ aan te bieden en in relatie daarmee tevens onze visie op de openbaarheid van WOZ-waarden te geven. De businesscase is opgesteld door Het Expertisecentrum en toont aan dat een landelijke voorziening bij vrijwel alle partijen tot baten leidt. Conform de uitgangspunten die zijn vastgelegd in de verklaring "Betere dienstverlening, minder administratieve lasten met de elektronische overheid!" en uitgewerkt in de Regiegroep ICT en Overheid worden de kosten van een dergelijke basisvoorziening gedragen door het Rijk. Indien bekostiging langs deze weg op korte termijn niet haalbaar is, lijkt tijdelijk een andere vorm van bekostiging van de landelijke voorziening door betrokken partijen bij hen niet op bezwaren te stuiten.
De Waarderingskamer bevordert het vertrouwen in een adequate uitvoering van de Wet WOZ Postbus 93210 2509 AE DEN HAAG Bank BNG 28.50.64.746
Telefoon Telefax e-mail
(070) 311 05 55 (070) 311 05 70
[email protected]
Muzenstraat 73 2511 WB DEN HAAG www.waarderingskamer.nl
WAARDERINGSKAMER De businesscase geeft eveneens aan dat op termijn de kosten voor de overheid voor een dergelijke landelijke voorziening sterk gereduceerd kunnen worden, wanneer deze landelijke voorziening gebruikt wordt voor het openbaar maken van de WOZ-waarden. Hierbij kan een vergelijking gemaakt worden met het voor iedereen, tegen een geringe vergoeding, opvraagbaar zijn van bijvoorbeeld de verkoopprijzen van woningen bij het Kadaster. De Waarderingskamer onderschrijft de conclusies en aanbevelingen van Het Expertisecentrum. Bij de keuze van de organisatie, de Belastingdienst of het Kadaster, die op korte termijn de landelijke voorziening het best kan faciliteren, speelt de al dan niet openbaarheid een belangrijke rol. Wanneer de WOZ-waarden blijven vallen onder het regime van geheimhouding van belastinggegevens kan het best aansluiting gevonden worden bij de Belastingdienst. Een ruimere openbaarheid maakt het Kadaster tot de logische keuze. Een voordeel daarvan is bovendien nog dat het Kadaster ook de voorzieningen van de Basisregistratie adressen en gebouwen beheert. De Waarderingskamer is voorstander van het op korte termijn openbaar maken van de WOZwaarden van woningen. Dit sluit aan op de conclusies van de Werkgroep verbetervoorstellen en op de wens om de WOZ-waarden een belangrijkere rol te laten vervullen in het maatschappelijke verkeer en tevens bij het voorkomen van fraude. Door de WOZ-waarden beschikbaar te stellen aan banken, notariaat etc. kunnen, zoals ook in het eerder aangehaalde overleg met de Tweede Kamer aan de orde is geweest, belangrijke voordelen behaald worden. Ook de betrokken belanghebbenden geven veelal aan, bijvoorbeeld uitgesproken door de Vereniging Eigen Huis, dat vergroting van de openbaarheid eerder als voordeel dan als een nadelige inbreuk op de privacy wordt ervaren. De Waarderingskamer adviseert u om in eerste instantie alleen de WOZ-waarden van woningen openbaar te maken. Hoewel ook bij het openbaar maken van de WOZ-waarden van courante niet-woningen naar verwachting de voordelen de nadelen op het terrein van concurrentiegevoelige gegevens overtreffen, kan in eerste instantie beter aansluiting worden gezocht bij het bestaande, heldere onderscheid tussen woningen en niet-woningen. Ervan uitgaande dat WOZ-waarden van woningen op korte termijn openbaar worden, sluiten wij ook aan bij het advies in de bijgevoegde businesscase om het operationeel beheer van deze landelijke voorziening, parallel aan de landelijke voorziening van de Basisregistratie adressen en gebouwen (BAG), vooralsnog te laten uitvoeren door het Kadaster. Het strategische beheer is een taak van uw ministerie. De Waarderingskamer is gaarne bereid om in ieder geval voorlopig die taak op zich te nemen. Wij willen daarbij wel blijven streven naar het uiteindelijk onderbrengen van het operationeel beheer van deze landelijke voorziening
-2-
WAARDERINGSKAMER binnen het geheel van gemeenschappelijke voorzieningen rondom het stelsel van basisregistraties, bij voorkeur onder beheer van de Gemeenschappelijk Beheerorganisatie (GBO). Teneinde binnen afzienbare termijn te komen tot een landelijke voorziening WOZ die past binnen het landelijke stelsel van basisregistraties, die de doelmatigheid van uitvoering van de Wet WOZ verbetert en die het gebruik van de WOZ-waarden bevordert, adviseren wij u om de volgende stappen te zetten: - In het wetsvoorstel met betrekking tot de Basisregistratie WOZ enkele bepalingen op te nemen over de openbaarheid en over de landelijke voorziening. Deze bepalingen kunnen worden gebaseerd op de bepalingen in het wetsvoorstel met betrekking tot de Basisregistratie adressen en gebouwen. Wij adviseren u het "overleg" met bronhouders en afnemers bij de Basisregistratie WOZ als taak van de Waarderingskamer te benoemen en dat niet, zoals bij de BAG, als taak bij het Kadaster te leggen. - Eenmalig een bedrag beschikbaar te stellen van € 300.000 voor de aanvangskosten voor de inrichting van de landelijke voorziening WOZ. Dit verzoek sluit aan op de eerder genoemde verklaring "Betere dienstverlening, minder administratieve lasten met de elektronische overheid!". - Vanaf 2008, op grond van hetzelfde uitgangspunt, voor het operationele beheer van de landelijke voorziening WOZ, jaarlijks een bedrag van € 500.000 beschikbaar te stellen. Indien het beschikbaar stellen van dit bedrag op korte termijn niet haalbaar is, biedt de opgestelde businesscase voldoende basis om in bestuurlijk overleg met gemeenten en waterschappen af te spreken dat de verwachte exploitatiekosten van de landelijke voorziening tijdelijk worden bekostigd uit een ophoging van het bedrag dat Belastingdienst en waterschappen bijdragen aan de WOZ-kosten. Deze verhoging bedraagt maximaal 1% van die bijdrage. De kosten voor de overheid van deze landelijke voorziening kunnen in de toekomst wellicht verminderen of zelfs vervallen. Dit is het geval, wanneer in de toekomst ook particulieren en/of bedrijven via de landelijke voorziening WOZ-waarden gaan opvragen. Deze bijdrage zou bij voorkeur vanaf 2008 in moeten gaan om ook bij de invoering van de landelijke voorziening WOZ zoveel mogelijk parallel aan de invoering van de BAG te kunnen blijven werken. - In overleg met de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer een overeenkomst aan te gaan met het Kadaster voor het operationeel beheer van de landelijke voorziening WOZ. Deze overeenkomst kan in hoge mate overeenkomen met de
-3-
WAARDERINGSKAMER afspraken die met het Kadaster zijn gemaakt over het operationeel beheer van de landelijke voorziening BAG. Wij adviseren u in deze overeenkomst ook een bepaling op te nemen over de afstemming tussen het strategische beheer door de Waarderingskamer en het operationeel beheer door het Kadaster. Verder geldt dat de WOZ-waarden als inhoud van de door gemeenten beheerde Basisregistratie WOZ geen onderdeel kunnen uitmaken van de door het Kadaster zelf beheerde kadastrale (basis)registratie. Bij de totstandkoming van deze overeenkomst is ook van belang dat de gegevens die de Belastingdienst, de waterschappen en het CBS via de landelijke voorziening WOZ zullen krijgen, meer omvatten dan alleen de gegevens die in de Basisregistratie WOZ zijn opgenomen. Wij zijn van mening dat deze stappen bijdragen aan de beoogde positie van de Basisregistratie WOZ binnen het stelsel van basisregistraties en tevens aan een verdere verbetering van de doelmatigheid van de uitvoering van de Wet WOZ. Wij zijn graag bereid u bij deze stappen nader van advies te dienen. Gezien het belang van de landelijke voorziening WOZ voor het stelsel van basisregistraties hebben wij tevens een afschrift van deze brief gezonden aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Gezien de samenhang met de Basisregistratie adressen en gebouwen hebben wij ook een afschrift gestuurd aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
WAARDERINGSKAMER
mr. J.G.E. Gieskes secretaris
mr. G.J. Jansen voorzitter
-4-
Businesscase Landelijke Voorziening WOZ
1022
EINDRAPPORT
‘s-Gravenhage, 27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
blz. i
INHOUDSOPGAVE
Samenvatting ........................................................................................1 1.
2.
INLEIDING.....................................................................................3 1.1
Aanleiding tot de opdracht .........................................................................3
1.2
Centrale vraag............................................................................................4
1.3
Werkwijze ...................................................................................................5
1.4
Indeling rapportage ....................................................................................5
Gemeenten en afnemers .............................................................6 2.1
Gemeenten.................................................................................................6
2.2
De afnemers...............................................................................................7 2.2.1 De Belastingdienst ...........................................................................7 2.2.2 De waterschappen ...........................................................................9 2.2.3 Het CBS .........................................................................................11
3.
4.
Inrichting, organisatie en beheer van een LV WOZ ................13 3.1
De inrichting .............................................................................................13
3.2
De organisatie ..........................................................................................13
3.3
Opties voor het operationeel beheer........................................................14
Kosten en baten voor stakeholders .........................................17 4.1
De Stakeholders.......................................................................................17
4.2
Kosten en baten per stakeholder .............................................................18 4.2.1 De gemeenten ...............................................................................18 4.2.2 De Belastingdienst .........................................................................18 4.2.3 De waterschappen .........................................................................19 4.2.4 Het CBS .........................................................................................19 4.2.5 Nieuwe afnemers van de BR WOZ................................................19 4.2.6 Financiën........................................................................................19 4.2.7 BZK ................................................................................................19 4.2.8 Het Kadaster ..................................................................................20 4.2.9 De private sector............................................................................20
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
4.3
5.
6.
blz. ii
Kosten en baten macro benaderd............................................................20
Kosten en bekostiging van een LV WOZ .................................22 5.1
Kosten van een LV WOZ: drie opties.......................................................23
5.2
Bekostiging van een LV WOZ ..................................................................24
Conclusies en aanbevelingen ...................................................26 6.1
Conclusies................................................................................................26
6.2
Aanbevelingen..........................................................................................26
Bijlage: Lijst van geïnterviewde personen ......................................27
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
blz. 1
Samenvatting Dit rapport is de uitkomst van het onderzoek naar het plaatsen van een Landelijke Voorziening WOZ (verder te noemen LV WOZ) tussen gemeenten en afnemers. In het licht van de ontwikkeling van de WOZ naar een Basisregistratie en van de introductie van berichtenverkeer heeft de Waarderingskamer Het Expertise Centrum (HEC) gevraagd of dit een haalbare, logische en verstandige optie is. Het onderzoek en advies zijn begin 2007 uitgevoerd in de vorm van het formuleren van een business case. In het rapport komen de volgende zaken aan de orde: In hoofdstuk 2 wordt betreft de bronhouders (de gemeenten) en de huidige afnemers (Belastingdienst, waterschappen en CBS) beschreven wat de huidige gang van zaken is wat betreft het gegevensverkeer en hoe die zich in de toekomst zal ontwikkelen. Hoofdstuk 3 gaat in op de functionaliteit en inrichting van een Landelijke Voorziening voor de WOZ. Het is van belang dat daarvan een helder en uniform beeld bestaat bij de stakeholders. In dit hoofdstuk worden ook de opties voor het strategisch en operationeel beheer beschreven en wordt aan de hand van bepaalde criteria daaruit een keuze gemaakt. In hoofdstuk 4 worden de kosten en baten per stakeholder beschreven, zoals die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen. Dit betreft overigens meer stakeholders dan die genoemd in Hoofdstuk 2. In hoofdstuk 5 worden de kosten van de LV zelf geraamd. Daarbij worden drie opties onderscheiden. Ook de wijze van kostenverrekening komt hier aan de orde. Hoofdstuk 6 bevat de conclusies en de aanbevelingen. Op basis van het onderzoek zijn de volgende conclusies geformuleerd: • De afweging van kosten en baten van de introductie van een LV WOZ is voor alle stakeholders neutraal tot positief. Voor gemeenten en CBS verandert er betrekkelijk weinig. Baten zijn er vooral bij de Belastingdienst, de waterschappen en bij nieuwe afnemers. • Ook in de private sector kunnen er belangrijke baten ontstaan. Dat is echter wel afhankelijk van de vraag of regelgeving die levering toelaat. • Dit betekent dat er een positieve businesscase voor een LV WOZ is, zelfs indien de private sector niet wordt meegenomen. • De kosten van een LV WOZ zijn onder meer afhankelijk van het feit of een dergelijke LV separaat wordt gebouwd en beheerd of dat wordt samengewerkt met één of meer andere LV’s. De meest voor de hand liggende LV is die voor de BAG. • Op basis van de kosten van andere LV’s en van een aantal veronderstellingen komen wij tot de volgende raming:
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
Zelfstandig en GBO Bij BAG •
blz. 2
eenmalig € 500.000 € 300.000
structureel € 900.200 € 473.700
Voor de bekostiging van de LV bestaan op hoofdlijnen twee opties: aansluiten bij de huidige verdeelsleutel, excl. gemeenten, en doorbelasten naar de private sector.
Op basis van het onderzoek en de bijbehorende conclusies komt HEC tot de volgende aanbevelingen: • Besluit tot de inrichting van een LV WOZ, in samenhang met die van de BAG. • Beleg het strategische beheer betreffende deze voorziening bij de Waarderingskamer. • Verdeel de kosten van exploitatie tussen Belastingdienst en waterschappen, volgens de verhoudingen binnen de verdeelsleutel van de kostenverrekening WOZ. Op termijn kan (mede) worden doorbelast naar de private sector. • Breng de eenmalige kosten volgens bestendige gedragslijn ten laste van de begroting van het departement dat verantwoordelijk is voor de WOZ.
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
1.
blz. 3
INLEIDING
Dit rapport is de uitkomst van het onderzoek naar het plaatsen van een Landelijke Voorziening WOZ (verder te noemen LV WOZ) tussen gemeenten en afnemers. In het licht van de ontwikkeling van de WOZ naar een Basisregistratie en van de introductie van berichtenverkeer heeft de Waarderingskamer Het Expertise Centrum (HEC) gevraagd of dit een haalbare, logische en verstandige optie is. Het onderzoek en advies zijn uitgevoerd in de vorm van het formuleren van een business case.
1.1
Aanleiding tot de opdracht
Gemeenten leveren maandelijks (mutatie)bestanden met WOZ-gegevens aan de Belastingdienst en de waterschappen en tweemaal per jaar aan het CBS. Elke gemeente levert zelf direct aan deze afnemers. Op het terrein van deze gegevenslevering zijn twee belangrijke ontwikkelingen gaande. De eerste is dat de maandelijkse levering van bestanden op korte termijn wordt vervangen door de directe levering van berichten op basis van de Stuf XML standaard. De tweede ontwikkeling is de aanwijzing van een deel van de WOZregistratie als basisregistratie. In het kader van deze ontwikkelingen wordt onderzocht of het plaatsen van een landelijke voorziening tussen gemeenten en afnemers een haalbare, logische en verstandige optie is. Aandachtspunten daarbij zijn dat de afnemers ieder enkele andere gegevens nodig hebben in aanvulling op de WOZ-gegevens. Verder lijkt het wenselijk de Belastingdienst de mogelijkheid te bieden om taxatieverslagen bij gemeenten op te vragen met Stuf XML. De Waarderingskamer heeft aangegeven een voorkeur te hebben voor het gebruik van een stelselbrede voorziening. In het advies aan de Minister van Financiën van 19 december 2006 staat daarover: “De intentie daarbij is om, zolang een gemeenschappelijke landelijke voorziening voor het gehele stelsel van basisregistraties nog ontbreekt, zo maximaal mogelijk aan te sluiten bij een landelijke voorziening van één van de andere basisregistraties. Hierbij wordt met name gekeken naar de Basisregistratie adressen en gebouwen (BAG), omdat deze basisregistratie een vergelijkbare verdeling van taken en gebruik van de gegevens kent.” In het advies staat verder dat een landelijke voorziening gevolgen heeft voor de wijze van financiering. Voor het ontwikkelen en beheren van een landelijke voorziening moet een budget beschikbaar zijn, terwijl in de huidige situatie alle betrokken partijen steeds de eigen kosten voor hun rekening hebben genomen. De financiering van deze voorziening is dan ook een belangrijk aandachtspunt, waarbij met name ook een
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
blz. 4
vergelijking gemaakt zal worden met de financiering zoals deze geldt bij andere landelijke voorzieningen zoals voor de BAG en de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA). De Waarderingskamer heeft besloten om de voor- en nadelen van een landelijke voorziening voor de Wet WOZ uit te werken in de vorm van een business case. Voor deze uitwerking is gekozen omdat: • er relatief weinig inzicht bestaat in de huidige kosten van de gegevensuitwisseling tussen partijen; • vanaf de invoering van de Wet WOZ gewerkt is volgens het uitgangspunt dat elk van de betrokken partijen de eigen kosten voor de gegevensuitwisseling draagt; • de kosten van de automatiseringsystemen moeilijk zijn in te schatten omdat de functionaliteit voor de gegevenslevering of voor de gegevensverstrekking niet eenduidig zijn te scheiden van de overige functionaliteit van het systeem. Dit geldt zowel voor de investeringen als voor de exploitatiekosten. Het voorgaande is aanleiding geweest om HEC te vragen om een business case “Landelijke Voorziening WOZ” op te stellen. Opdrachtgever voor het uitvoeren van de business case was dhr. mr. J.G.E. Gieskes. Contactpersonen bij deze opdracht waren de heren ir. R.M. Kathmann en ing. K.B. Rampersad. Het onderzoek is uitgevoerd door de consultants R. Meijer en T. Jansen van HEC.
1.2
Centrale vraag
De centrale vraag bestaat uit een drietal onderdelen. 1. Formuleer een business case voor het aansluiten bij en het (mede) gebruiken van een landelijke voorziening voor de gegevensuitwisseling van de bij de Basisregistratie WOZ betrokken partijen. 2. Geef inzicht in de huidige kosten van gemeenten, waterschappen, Belastingdienst en CBS voor de gegevensuitwisseling, de automatiseringssystemen, de periodieke aanpassingen van deze systemen in verband met veranderingen, de monitoring van de gegevensontvangst, het beoordelen, verwerken en terugkoppelen als de kwaliteit onvoldoende is, en het rappelleren. 3. Geef inzicht in de kosten voor het tot stand brengen en beheren van een landelijke voorziening, van de aansluiting bij een bestaande voorziening en van het gebruiken van deze voorziening. De business case is gericht op de bestuurlijke besluitvorming in hoofdlijnen voor een mogelijke landelijke voorziening WOZ.
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
1.3
blz. 5
Werkwijze
Het onderzoek is in de eerste helft van 2007 uitgevoerd door de heren R. Meijer en T. Jansen, beide verbonden aan HEC. R. Meijer trad op als projectverantwoordelijke. Voor het onderzoek zijn interviews gehouden met vertegenwoordigers van de Belastingdienst, het Waterschapshuis, de waterschappen, CBS, de VNG, gemeenten, enz.. De volledige lijst met name treft u aan in Bijlage A. Na de interviews en het bestuderen van de relevante stukken is een Interim-rapport opgesteld. Dit is om commentaar toegezonden aan de stakeholders. Hierbij gaat het niet alleen om de validatie van de resultaten maar ook om het verkrijgen van een uniform beeld van de Landelijke Voorziening. Aan de hand van de resultaten daarvan is het rapport bijgesteld en aanvullend onderzoek ingesteld. Daarna is de concept eindrapportage voorgelegd aan de opdrachtgever en daarna in definitieve vorm uitgebracht.
1.4
Indeling rapportage
De rapportage is verder als volgt ingedeeld: • In hoofdstuk 2 wordt betreft de bronhouders (de gemeenten) en de huidige afnemers (Belastingdienst, waterschappen en CBS) beschreven wat de huidige gang van zaken is wat betreft het gegevensverkeer en hoe die zich in de toekomst zal ontwikkelen. • Hoofdstuk 3 gaat in op de functionaliteit en inrichting van een Landelijke Voorziening voor de WOZ. Het is van belang dat daarvan een helder en uniform beeld bestaat bij de stakeholders. In dit hoofdstuk worden ook de opties voor het strategisch en operationeel beheer beschreven. • In hoofdstuk 4 worden de kosten en baten beschreven, zoals die per stakeholder uit het onderzoek naar voren zijn gekomen. Dit betreft overigens meer stakeholders dan die genoemd in Hoofdstuk 2. • In hoofdstuk 5 worden de kosten van de LV zelf geraamd. Daarbij worden drie opties onderscheiden. Ook de wijze van kostenverrekening komt hier aan de orde. • Hoofdstuk 6 bevat de conclusies en de aanbevelingen.
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
2.
blz. 6
Gemeenten en afnemers
Dit hoofdstuk behandelt de huidige situatie betreffende de uitwisseling van WOZgegevens tussen gemeenten en afnemers maar geeft ook een blik naar de toekomst. In de tekst zijn de resultaten van de interviews weergegeven. Niet alles is direct relevant voor de businesscase maar kan worden gezien als interessante “bijvangst”.
2.1
Gemeenten
Processen De periode dat een getaxeerde WOZ-waarde gebruikt wordt is verkort van 4 naar 1 jaar. Dit houdt in dat gemeenten minder tijd hebben om de taxaties gereed te krijgen en de bezwaren af te handelen. Dit jaar zal nog een hectisch jaar worden om 2008 rond te krijgen. Op basis van de waardepeildatum 2007 moet in 2008 de beschikking worden opgeleverd. Het is de eerste keer dat de een jaarlijkse waardebepaling plaatsvindt. De doorlooptijd is veel korter dan de vorige tweejaarlijkse bepaling. Omdat de taxatie 1 maal in de 4 jaar werd uitgevoerd, was er sprake van projectmatige werkzaamheden. Daarvoor werden dan mensen ingehuurd om de piekwerkzaamheden te verrichten. Hier was ook een vast budget voor. De gemeente gaan nu het budget besteden aan vaste krachten die de werkzaamheden procesmatig gaan uitvoeren. Nieuw werkproces in de gemeente Emmen In totaal verstuurde de gemeente Emmen ruim 50.000 WOZ-beschikkingen. Hierop kwamen circa 2000 bezwaren. In de afgelopen jaren duurde het minstens zes maanden om alle bezwaren af te handelen. Dit jaar is de gemeente een pilot gestart om belastingbezwaren van inwoners snel af te handelen. Bezwaarmakers en de leden van het team belastingen konden in 80% van de gevallen binnen een dag afhandelen en meestal zonder verandering van de WOZ-waarde. De gemeente heeft ook geïnvesteerd in de kwaliteit van de bestanden en in geautomatiseerde ontsluiting van gegevens. Gegevens De gemeenten verwachten niet veel veranderingen als er gebruik gemaakt gaat worden van een landelijke voorziening. Een voordeel is dat er niet meer aparte bestanden naar de afnemers hoeven te worden gestuurd. Rond de 100 gemeenten maken al gebruik van GemNet voor het leveren van WOZ-gegevens aan de Belastingdienst.
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
blz. 7
Nieuw portaal Op 7 februari ontving Lococensus1 via I-WOZ, het internetportaal wat gebruikt wordt voor de uitwisseling van bestanden met gemeenten, het eerste initiële WOZ-bestand. Dit bestand was afkomstig van de gemeente Emmen. De gemeente Emmen heeft 108.500 inwoners en bijna 45.000 WOZ objecten. Na een eerste controle op het bestand bleek, dat het bestand slechts 1649 (3,6%) geblokkeerde objecten bevatte.
Applicaties Er zijn problemen met de applicaties die de gemeentelijke WOZ-afdelingen gebruiken. Doordat er geen standaardapplicaties zijn en de gemeenten afhankelijk zijn van de leveranciers, ontstaan de volgende problemen: • Geen landelijke uitwisselbaarheid van gegevens • Uitwisseling van ervaren mensen wordt bemoeilijkt • Onderhoud kost veel geld • De koppelingen tussen de applicaties, die door de gemeentelijke WOZ-afdelingen worden gebruikt, kosten veel geld (er zijn steeds weer nieuwe problemen) • Invoering Stuf-tax heeft veel geld gekost (ca 12.000 €) • Processen zijn afhankelijk van het functioneren van de software • De gevoeligheid daarvan wordt groter doordat er nu een jaarlijkse taxatie plaatsvindt • Bepaalde applicaties functioneren alleen voldoende als 1x per week onderhoud plaatsvindt (bijv. 1000€ per week). • Software leveranciers geven elkaar de schuld van de problemen • Applicaties lijken te verhinderen dat taxatieprocessen vóór 1 juni kunnen worden uitgevoerd (men kan dus niet alvast beginnen).
2.2
De afnemers
Het gaat in de huidige situatie om drie afnemers: Belastingdienst, waterschappen en CBS. 2.2.1
De Belastingdienst
De kerntaak van de Centrale Administratie (CA) van de Belastingdienst is het verzamelen van gegevens. De CA heeft 8 mensen die de gegevens analyseren op “waarschijnlijkheid”.
1
Lococensus is een samenwerkingsverband van de afdeling belastingen van 5 waterschappen. Lococensus heeft als doel de kosten rondom de heffing en inning van belastinggelden voor de waterschappen te verlagen en de kwaliteit van de uitvoering te verbeteren.
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
blz. 8
Daarnaast is vanwege de afhankelijkheid van de gemeenten controle op en handhaving van de leveringen een belangrijk aspect van de werkzaamheden. Het gaat om het bewaken van het ontvangstproces, het borgen van de kwaliteit, het plakken van barcodes op de bestanden. Bij elkaar gaat het om zo’n 20 medewerkers. De gemeenten leveren eenmaal per maand gegevens. • Ca 300 gemeenten leveren op CD • Ca 100 via GemNet. De BD probeert gemeenten over te halen om via GemNet te leveren. Echter de applicatiebeheerders van de gemeenten willen dat vaak niet. Meerdere processen binnen de BD maken gebruik van WOZ gegevens. Het op tijd leveren wordt steeds belangrijker. Door de invoering van vooringevulde formulieren is het van belang dat de BD zekerheid heeft over de juistheid van de gegevens die de gemeenten aanleveren. In feite moet dat 100% goed zijn. Naast de kwaliteit van de gegevens is ook bruikbaarheid of de verwerkbaarheid een belangrijk aspect. Het komt nogal eens voor dat de bestanden niet goed worden aangeleverd. Als de levering door een bepaalde gemeente niet goed gaat dan probeert de CA samen met de Waarderingskamer een gemeente te bewegen om het beter te gaan doen. De BD had vorig jaar met zo’n 130 gemeenten problemen. Dit waren niet de kleine gemeenten maar vooral de middelgrote en grote gemeenten. De BD betaalt 40% van de kosten. De kosten van de verstrekking van de gegevens zijn onderdeel van de betaling. De CA stuurt brieven naar de gemeenten (ca 200 gemeenten) en heeft een stok achter de hand (“no cure, no pay”). De CA stopt heel veel energie in de kwaliteit van de gegevens en in het handhaven van de kwaliteit terwijl het volgens de CA een verantwoordelijkheid is van de gemeenten. Daarom zal bij de LV het bewaken van de gegevenskwaliteit moeten plaatsvinden evenals de handhaving richting gemeenten. Men ziet een aparte LV voor de WOZ als een tussenstapje naar het Stelsel. De LV zou de volgende functies moeten hebben: standaardisatie: afspraken over de definitie van de berichtenuitwisseling (is al gebeurd); inkijken; een gegevensmakelaar; beheren van een kopie van de WOZ bestanden van de gemeenten (de gemeenten blijven het beheer van de gegevens voeren); verzenden; rappelleren. De LV kan aansluiten bij de BAG. In plaats van grote aantallen aangeleverde fysieke media (zoals cd-roms) bespaart de rechtstreekse aanlevering van WOZ-gegevens vanuit de gemeentelijke WOZapplicatie via GemNet op de behandelingskosten bij de Belastingdienst. Wanneer alle gemeenten elektronisch gaan aanleveren is een nieuwe besparing mogelijk.
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
blz. 9
Opvragen van extra gegevens, waaronder taxatieverslagen Gemeenten voldoen aan de wettelijke verplichtingen in het kader van de uitvoering van de Wet WOZ door het leveren van Stuf-WOZ-gegevens aan de Belastingdienst. Deze heeft in specifieke gevallen extra onderbouwende gegevens nodig van een individueel pand. Deze verzoeken worden gedaan per brief, telefonisch of aan de balie. De Belastingdienst kan in het kader van controle en fraudebestrijding belang hebben bij het taxatieverslag. Een verzoek van een inspecteur kan ook verband houden met de mogelijkheid die aan agrarische ondernemers is geboden om de fiscale positie van de woning te heretiketteren. De Belastingdienst heeft de Waarderingskamer kenbaar gemaakt dat er een behoefte is om taxatieverslagen van onroerende zaken langs elektronische weg te kunnen inzien. Uit de interviews is niet gebleken dat dit een breed gedeelde en urgente wens is. Taxatieverslagen worden incidenteel opgevraagd; er zijn geen cijfers beschikbaar over het aantal opvragingen. Wij adviseren daarom om hiervoor geen aparte (inkijk)functie te ontwikkelen. Overigens zijn op het onderhavige gebied twee ontwikkelingen in gang gezet: • Veel gemeenten hebben het taxatieverslag voor de betrokken belastingplichtigen online toegankelijk gemaakt2. • Rond 2010 zullen gegevens, die voor een nadere analyse door de BD nodig zijn, via een voorziening uit meerdere basisregistraties opgevraagd kunnen worden. Op deze wijze wordt het veel gemakkelijker om aan de benodigde gegevens te komen. Het lijkt daarom niet wenselijk dat een andere, mogelijk kostbare, ontwikkeling in gang moet worden gezet om inkijken in taxatieverslagen mogelijk te maken.
2.2.2
De waterschappen
Dagelijks ontvangt een waterschap alle GBA-mutaties van de gemeenten in het eigen gebied. Dat loopt goed. Terugmelden gebeurt via BPR of direct naar gemeenten. Daarnaast gebruikt een waterschap de downloadservice van het Kadaster en voert een maandelijkse verwerking uit. Dit loopt goed. Tevredenheid is er over de kwaliteit van het Kadaster, die vooral in de laatste jaren vooruit is gegaan. De gemeenten moeten de WOZ-gegevens vóór 1 maart leveren aan de waterschappen en de BD. Dit zijn initiële bestanden. Het aanleveren voor 1 maart is wettelijk verplicht. Doorgaans gebeurt dit goed. De gemeenten leveren eenmaal per maand de mutaties aan. Met kleine gemeenten maken waterschappen soms de afspraak om eenmaal per kwartaal te leveren.
2
Op de website van de gemeente Zoetermeer bijvoorbeeld kunnen eigenaren of gebruikers van een woning (nog niet voor woningen in aanbouw) hun WOZtaxatieverslag downloaden. Op het taxatieverslag staat informatie over de waardebepaling van de woning en een 360° panoramafoto. Bij het klikken op de foto en het bewegen van de muis ziet men de omgeving waar de woning zich bevindt. Eigenaren en gebruikers van woningen in aanbouw, bedrijven en andere nietwoningen kunnen het taxatieverslag nog niet downloaden. Zij kunnen het verslag bij de afdeling Belastingen opvragen. Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
blz. 10
Als de aanlevering is vertraagd dan wordt dit gemeld aan de betreffende gemeente, BZK, en de Waarderingskamer. In de melding wordt verklaard dat bijv. de kwaliteit van de gegevens niet goed is. Als het waterschap niet kan heffen dan wordt schade geleden. Het waterschap verhaalt dan de schade plus rente op de gemeente. Verder kan BZK de vergoeding inzake de WOZ-kosten van de gemeente opschorten. De waterschappen zijn voor 85% afhankelijk van de belastinginkomsten die via de WOZ-waarde en WOZ-gegevens worden geheven. Kwaliteit gegevens Controle op de kwaliteit van de gegevens vindt plaats op: • de volledigheid / of alle rubrieken zijn ingevuld • op de onderlinge consistentie van de gegevens; zo komt het voor dat de koppeling met de kadastrale percelen niet goed is. De waterschappen voeren een kwaliteitsslag uit met behulp van queries. Zo worden fouten gevonden. Wat nogal eens gebeurt, is dat ongebouwd ten onrechte wordt ondergebracht bij gebouwd als het niet dienstbaar is aan het gebouwd door slordigheden van een gemeente of een taxatiebureau. Op tijd leveren Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft een coördinator die zich bezighoudt met het monitoren van de ontvangst van de gegevens. Deze persoon gaat de gemeenten benaderen als zij niet leveren. Problemen Als gemeenten te laat leveren dan zijn er veelal de volgende problemen: • relatief veel problemen met de applicaties • te weinig capaciteit (vakantie, zwangerschap). Pluspunt is dat gemeenten gaan samenwerken op het terrein van de WOZ. Het Hoogheemraadschap doet voor twee gemeenten al de administratie; daar komt nog een gemeente bij. Door samenwerking ontstaan kwaliteitsverbeteringen. Dit is nu al te zien in de dalende percentages van de blokkeringen. Een ander waterschap (SVHW) doet dit al voor 18 gemeenten. In dit geval wordt de complete belastingtaak voor de gemeente geleverd (zie ook Locosencus). Het waterschap is voorstander van een LV omdat dit de efficiency zal verhogen voor met name de gemeenten. Zo’n LV zal dan ook moeten bijhouden of op tijd wordt geleverd. Is dit niet het geval dan zal rappellering moeten plaatsvinden. De LV zou ook een domeincontrole kunnen uitvoeren (testen rubrieken). Echter de LV kan niet op inhoudelijke kwaliteit toetsen omdat daarvoor specifieke kennis nodig is. Verder moeten gemeenten (gewoon) zorgen dat de gegevens goed zijn. Vanuit het belang van de waterschappen is efficiency belangrijk. Als de LV dit realiseert dan is dat een voordeel.
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
blz. 11
Het Kadaster kan een goede partij zijn en de WK heeft zich bewezen. Veel technische en juridische kennis. Het strategisch beheer zou bij de WK kunnen. Nieuw belastingsysteem Het Waterschapshuis is bezig met de voorbereiding van de Europese aanbesteding op een nieuw te ontwikkelen belastingsysteem. Het wordt een framework voor de waterschappen met een database en een enterprise servicebus. Het gaat om voorzieningen om gegevens te ontsluiten en geschikt voor eigen gebruik en voor gemeenten. Het moet in 2009 operationeel zijn. De informatiearchitectuur van het WH is op Nora gebaseerd. Op dit moment zijn nog verschillende belastingsystemen operationeel binnen de waterschappen. Men wil daar van af om efficiënter te kunnen werken. Het waterschap Friesland heeft een systeem van Centric. Bij elk waterschap vindt een verificatie van de gegevens plaats. Daarnaast bestaan er veel schaduwbestanden. Na de ontvangst wordt een kopie gemaakt van de oorspronkelijke gegevens en vervolgens vindt een verrijkingsslag plaats. Zowel de oorspronkelijke gegevens als de zelf toegevoegde gegevens worden voorzien van een merkteken. Het Waterschapshuis wil niet dat de basisregistraties allemaal met eigen voorzieningen komen. Het belang is dat berichten gestandaardiseerd worden aangeleverd. Het standpunt is dat gegevens goed aangeleverd moeten worden en niet achteraf gecontroleerd moeten worden op kwaliteit door de afnemer of door een landelijke voorziening. Repareren achteraf is namelijk veel duurder. In de nieuwe situatie blijven gemeenten de beheerder van de gegevens. Men voorziet juridische problemen m.b.t. de wijze waarop gegevens worden beheerd. Het maakt niet uit waar de LV draait. Er moet wel een centrale faciliteit zijn om kwaliteit te realiseren (de Waarderingskamer?). De invoering van een nieuwe werkwijze is voor het WH belangrijker dan een nieuw instituut voor een landelijke voorziening. Essentieel is dat het berichtenverkeer wordt gestandaardiseerd. Hoe dat gebeurt is van minder belang.
2.2.3
Het CBS
Gemeenten zijn verplicht eenmaal per jaar WOZ gegevens aan de CBS te leveren en de definitieve gegevens van het voorgaande jaar. Dit gebeurde vroeger met diskettes. Verschil met de BD is dat de CBS dus eenmaal per jaar (voor 1 april) krijgt aangeleverd en de BD elke maand. Over het algemeen gebeurt dit goed door de gemeenten. Wel gaat er een herinneringsbrief naar die gemeenten die dit nog niet hebben gedaan. Omdat er dit jaar sprake is van de invoering van een nieuwe waardepeildatum loopt de aanlevering wat stroever. Maar na gewenning zal dit naar verwachting de komende jaren goed gaan lopen. Het CBS heeft 0,5 fte (16 uur) om de gegevens te verwerken. Bij de pieken is extra aanvullende menskracht van buiten nodig.
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
blz. 12
De meeste leveringen komen binnen via Gemnet. Dit zijn e-mails met vastgestelde bestanden die in een attachment worden ontvangen. Ongeveer 70 van de 443 gemeenten levert op CD Rom en slechts een enkele gemeente stuurt nog een diskette. De WOZ verwerking vindt plaats met het uitwisselingsformat Stuf CAP.. De controle (is beperkt, namelijk): • controle op verwerkbaarheid (kan het bestand worden verwerkt) • controle op de inhoud (of de gebruikerscode goed is; of alle velden zijn ingevuld). Geen controle op postcode en huisnummer. Voor het CBS is de OZB waarde van belang want hieruit wordt de belastingcapaciteit bepaald. Indertijd is bepaald dat dit door een onafhankelijk instituut moest gebeuren (op verzoek van de VNG). CBS heeft geen problemen met applicaties en geen extra investeringen nodig. Het CBS betaalt niet voor de ontvangst van de gegevens. De toekomstige situatie Het standpunt van CBS over een LV is als volgt. Gebruik de expertise van andere Landelijke Voorzieningen zoals van de GBA en of de BAG. Plaatsing bij de GBO heeft de voorkeur. Het is de vraag of een LV bij de Waarderingskamer thuishoort. Deze organisatie heeft een andere taak.
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
3.
blz. 13
Inrichting, organisatie en beheer van een LV WOZ
Om de kosten en baten van een LV WOZ te kunnen bepalen is het van belang om helderheid te hebben over de opzet en inrichting daarvan. Ten tijde van dit onderzoek bestond hierover geen documentatie zodat de onderzoekers zelf het beeld hebben geschetst. Zij zijn daarbij uitgegaan van de opzet van vergelijkbare Landelijke Voorzieningen maar hebben deze toegesneden op de WOZ.
3.1
De inrichting
HEC ziet de volgende inrichtingsprincipes voor een LV WOZ: • Gemeenten leveren een minimale gegevensset, waaronder het Basisgegeven “Waarde van het object” • De afnemers bepalen welke (minimale) gegevensset zij nodig hebben • Gemeenten zorgen voor in een keer goede aanlevering (om controles achteraf en reparaties te voorkomen) en blijven verantwoordelijk voor hun eigen applicaties • De LV zorgt voor opslag en ontsluiting van de gegevens en voor de levering aan de publieke en private sector. Op termijn zou “opslag” kunnen worden vervangen door “toegang tot” omdat dit een technische functionaliteit betreft. • Alle te ontwikkelen landelijke en eventueel tijdelijke voorzieningen gebruiken dezelfde standaard voor berichtenverkeer. Ook de gemeentelijke applicaties maken hiervan dus voor het berichtenverkeer gebruik • De afnemers hoeven geen relaties meer te onderhouden met de gemeenten; de kwaliteitsbewaking (w.o. rappelleringsfunctie) komt derhalve in de LV
3.2
De organisatie
Wat betreft de organisatie moet een onderscheid worden gemaakt tussen het strategisch en het operationeel beheer van de LV WOZ. Voor wat betreft het strategisch beheer moet aan de volgende taken worden gedacht: • De ontwikkeling en het beheer van de functionele eisen voor de centrale applicatie • De inrichting en de controle op het kwaliteitsbeleid • De inrichting van het tactisch en operationeel beheer • De communicatie betreffende de LV WOZ • Opdrachtgever voor het operationeel beheer • De financiering van het operationeel beheer De ervaring bij andere Basisregistraties met centrale voorzieningen leert dat het verstandig is bij het beheer ervan zowel de bronhouders als de afnemers te
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
blz. 14
betrekken. In dit geval zou het dus gaan om gemeenten en afnemers. Om doublures en coördinatieproblemen te voorkomen ligt het volgens HEC het meest in de rede om dit strategische beheer onder te brengen bij de Waarderingskamer. Hier zijn de betrokken partijen vertegenwoordigd en is ook de noodzakelijke bestuurlijke en inhoudelijke deskundigheid al aanwezig. Wat betreft het operationele beheer gaat het om de volgende taken: • Advies en uitvoering betreffende het strategisch beheer • Het functioneel en technisch beheer van de centrale applicatie • Helpdesk en communicatie • Kwaliteitsbewaking (w.o. rappelleren) • Rapportages • Administratie • Kostenverrekening Betreffende de organisatie van dit operationeel beheer bestaan er verschillende opties. Deze komen in de volgende paragraaf aan de orde.
3.3
Opties voor het operationeel beheer
HEC ziet voor het operationeel beheer de volgende opties met bijbehorende voor- en nadelen: Optie 1: Zelfstandig • Voordelen: niet afhankelijk van anderen • Nadelen: inefficiënt, geen standaardisatie Optie 2: Onderbrengen bij Waarderingskamer • Voordelen: beschikbare inhoudelijke kennis • Nadelen: gevaar van taakvermenging Optie 3: Onderbrengen bij BAG • Voordelen: beschikbare inhoudelijke en technische kennis, efficiënt, snelle invoering mogelijk, beschikbaarheid verrekenmechanisme via Kadaster / ontstaan van een sectorale LV met een clustering van gegevens • Nadelen: beperkt (stelsel, standaardisatie) Optie 4: Onderbrengen bij GBO De landelijke voorziening voor de WOZ wordt als een pilotproject uitgevoerd door de GBO. Invoering begin 2009 (inschatting van Hec) • Voordelen: past in stelseldenken • Nadelen: tempo van invoering en omdat het een uitgebreide LV is in feite geen ideale pilot. Verder is er dan geen verrekenmechanisme met private sector.
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
blz. 15
Optie 5: Onderbrengen bij de Belastingdienst De Belastingdienst fungeert momenteel al als een soort LV met één afnemer: de Belastingdienst zelf. Op zich is het denkbaar dat op deze LV ook de andere afnemers gaan aansluiten. • Voordelen: sluit aan op een bestaande situatie. • Nadelen: de Belastingdienst heeft nadrukkelijk aangegeven dat niet te willen om zich beter te kunnen concentreren op de eigen taken. De eerste twee opties vallen volgens HEC snel af door de hoge kosten (optie 1) en het gevaar van belangenvermenging (optie 2). Opties 3 en 4 zijn resp. de Pragmatische en de Koninklijke weg. Vanuit het stelseldenken verdient onderbrengen bij de GBO zeer duidelijk de voorkeur maar het is de vraag of dit tijdig gerealiseerd kan worden. Dat laatste is niet onderzocht maar de doorlooptijd van dit soort projecten is meestal aanzienlijk3. Een tweede complicatie bij het onderbrengen bij de GBO is de daar geboden functionaliteit. Op dit moment omvat de visie van de GBO op de functionaliteit van de gemeenschappelijke voorziening voor het stelsel van basisregistraties niet het bijeenbrengen van de gegevens van de (gemeentelijke) bronhouders van basisregistraties. De visie op de gewenste gemeenschappelijke voorziening en de prioriteitstelling daarbij is echter in ontwikkeling. Deze ontwikkeling moet nauwlettend worden gevolgd. Optie 5 zou op zich goed uitvoerbaar zijn maar tegen deze keuze verzet zich de opvatting van de Belastingdienst zelf. Gelet op de grote inspanningen op automatiseringsgebied die de Belastingdienst de komende jaren moet doen, is dat standpunt overigens ook wel begrijpelijk. Onderbrengen bij de BAG betekent in de praktijk dat het beheer wordt ondergebracht bij het Kadaster dat over veel kennis en ervaring beschikt. Duidelijk nadeel is echter dat opnieuw moet worden gemigreerd indien centrale voorzieningen voor LV’s binnen het stelsel tot stand worden gebracht en er voor wordt gekozen om daarvan gebruik te maken. De verschillende opties kennen dus ook verschillende voor- en nadelen. Voor de afweging daarvan zijn door HEC de volgende criteria gehanteerd. • Toekomstvastheid van de inrichting in relatie tot het toekomstig stelsel van basisregistraties. In de praktijk gaat het dan om gestandaardiseerde toegang tot en levering aan LV’s betreffende basisregistraties en onderlinge koppeling. • Zoveel mogelijk aansluiten bij bestaande of momenteel ontwikkelde kennis en kunde. 3
Overigens heeft het Kabinet recent besloten om € 50 mln. uit te trekken voor onder meer centrale ICT voorzieningen voor de overheid. Dit zou het tempo van de ontwikkelingen kunnen verhogen.
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
• •
blz. 16
Mogelijkheden om niet alleen de publieke maar ook de private sector te bedienen. Zo laag mogelijke kosten.
Op grond van deze criteria komen wij tot de conclusie dat er voor de inrichting van het operationeel beheer een onderscheid moet worden gemaakt tussen een oplossing op de korte en één op de lange termijn. Alles afwegende komt HEC tot de conclusie dat het aanbeveling verdient om het operationeel beheer voor de korte termijn bij het Kadaster te beleggen op grond van overwegingen van aansluiting bij bestaande en ontwikkelde kennis en kunde (o.a. BAG), kosten en mogelijkheden om ook de private sector te bedienen. Op langere termijn weegt echter de toekomstvastheid het zwaarst. Daarbij verdient een inrichting binnen de GBO de voorkeur. Het is dan de taak van het strategisch beheer te zien om de aansluiting op langere termijn bij het stelsel (lees de GBO) te bewaken. Dat kan op termijn leiden leiden tot een migratie4. Om zo’n migratie mogelijk te maken is het overigens van belang dat de LV niet wordt geïntegreerd in de totale Kadastrale automatisering maar een duidelijk te onderscheiden en te besturen component blijft. Dat is een belangrijke voorwaarde bij de korte termijn keuze.
4
Of dit ook echt nodig is, wordt mede bepaald door de ontwikkeling van de techniek. Uitgaande van de SOA architectuur van de NORA gaat het vooral om een gestandaardiseerde inrichting van services die onderling door een gestandaardiseerde servicebus zijn gekoppeld. Dat zou ook voor het stelsel van basisregistraties gelden. Binnen zo’n architectuur is de fysieke plaats van gegevens bestuurlijk nauwelijks interessant. De inrichting van het strategisch beheer is dat uiteraard wel. Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
4.
blz. 17
Kosten en baten voor stakeholders
In dit hoofdstuk komen de gevolgen van de introductie van een LV voor de stakeholders aan de orde. De kosten van de LV zelf en de wijze van bekostiging daarvan worden in het volgende hoofdstuk behandeld. Voor we overgaan tot het weergeven van de onderzoeksresultaten betreffende kosten en baten voor stakeholders, passen daarbij een paar voorliggende opmerkingen. De eerste is dat er verschil kan bestaan tussen de kosten en baten op het niveau van het concern Nederland en de kosten en baten per stakeholder. Er kan sprake zijn van een positieve businesscase voor het concern Nederland terwijl dat voor een individuele stakeholder anders kan liggen. Het is overigens niet ongewoon voor infrastructurele voorzieningen als een LV dat kosten en baten scheef verdeeld zijn. De tweede opmerking is dat het goed gebruik is om de kosten en baten van de investering in een voorziening als de LV af te zetten tegen een nuloptie: wat zijn de kosten en baten als de LV er niet komt? Dat is trouwens niet hetzelfde als niets doen. In het geval van de WOZ komt er nog steeds een overgang naar de WOZ als Basisregistratie en wordt er nog steeds berichtenverkeer geïmplementeerd. De kosten en baten daarvan mogen dus niet worden meegewogen in de businesscase voor de LV WOZ. De derde opmerking is dat baten niet alleen van financiële aard hoeven te zijn. Ook meer immateriële baten, zoals de kwaliteit van gegevens, kunnen van groot belang zijn bij de uiteindelijke afweging binnen een businesscase. De vierde en laatste opmerking is dat er een verschil moet worden gemaakt tussen eenmalige en structurele kosten. Het opzetten van een LV brengt voor een deel eenmalige kosten met zich mee, zoals voor het ontwerp en de implementatie. Daarna volgt de fase van exploitatie, met vaste kosten voor beheer van de LV.
4.1
De Stakeholders
Alvorens over te gaan tot het bepalen van de kosten en baten per stakeholder, is het van belang die stakeholders te identificeren. Wij zien de volgende partijen als stakeholder: • De gemeenten • De Belastingdienst • De waterschappen • Het CBS • Nieuwe afnemers van de BR WOZ binnen de overheid • Het ministerie van Financiën (als verantwoordelijke voor de WOZ) • Het ministerie van BZK (als verantwoordelijke voor het stelsel)
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
• •
blz. 18
Het Kadaster De private sector. Deze is te onderscheiden in burgers en bedrijfsleven
4.2
Kosten en baten per stakeholder
Bij de kosten en baten zal steeds een verschil worden gemaakt tussen de eenmalige kosten en de structurele kosten en baten. Hierbij is uitgegaan van een gelijkblijvende wijze van financiering. 4.2.1
De gemeenten
Bij de gemeenten moeten de kosten en baten van een LV nadrukkelijk worden onderscheiden van de andere ontwikkelingen binnen het domein van de WOZ. De gemeenten zijn druk bezig met het verbeteren van hun processen (jaarlijkse taxatie), het ontwikkelen van de BR WOZ en het implementeren van berichtenverkeer. Tegen deze achtergrond zien zij de eenmalige kosten van de LV als minimaal en niet echt van invloed op bestuurlijke keuzen. Het is vooral een eenmalige taak van hun leveranciers om het berichtenverkeer van de huidige afnemers naar de LV te herleiden en na deze conversie zijn er dan geen structurele kosten meer. Er zijn wel enige baten. Het verzenden van tapes of CD ROM’s vervalt immers. In de huidige situatie is dat voordeel zeer beperkt maar de baten zouden aanzienlijk zijn indien de private sector gebruik gaat maken van de BR WOZ. Zonder LV WOZ zouden immers tal van individuele verzoeken op de gemeenten afkomen terwijl een LV deze verzoeken geheel geautomatiseerd af zou kunnen doen. De baten zijn hier dus vooral vermeden kosten. In de subparagraaf “Private sector”gaan we overigens nog in op de voorwaarden voor zo’n ontwikkeling. 4.2.2
De Belastingdienst
Bij de Belastingdienst is momenteel een aanzienlijk aantal personen (ca. 20) belast met het rappelleren van gemeenten en het bewaken van de kwaliteit van de gegevens. Na de implementatie van de LV met de eerder beschreven functionaliteiten (dus ook kwaliteitsbewaking) zou deze taak dus aanzienlijk worden gereduceerd waardoor de kosten structureel worden verlaagd. Uiteraard zullen er wel incidentele kosten optreden als gevolg van de noodzakelijke organisatorische aanpassingen. Overigens zou zonder de LV een geautomatiseerd berichtenverkeer van gemeenten naar de Belastingdienst ontstaan die centraal zouden worden opgeslagen. Op deze wijze zou dus een “Interne LV” ontstaan.
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
4.2.3
blz. 19
De waterschappen
De situatie bij de waterschappen is vergelijkbaar met die van de Belastingdienst, zij het op kleinere schaal per waterschap. Ook waterschappen moeten rappelleren en aan kwaliteitsbewaking doen. Hoewel dit niet is onderzocht, lijkt het waarschijnlijk dat de inspanningen hiervoor voor geheel Nederland in dezelfde orde van grootte liggen als die bij de Belastingdienst. De specifieke (controle) werkzaamheden die waterschappen doen om de WOZgegevens te gebruiken bij het onderscheid gebouwd en ongebouwd, blijven bestaan De eenmalige kosten van de waterschappen zouden beperkt zijn omdat het gaat om reroutering van bestaand berichtenverkeer. Hun structurele kosten liggen lager als gevolg van minder kosten voor kwaliteitscontrole. 4.2.4
Het CBS
Het CBS gaf aan geen grote verschillen in kosten en baten te zien. Op dit moment wordt al weinig capaciteit ingezet om de data te vergaren (ca. 0,5 fte). Dit zou iets lager kunnen worden maar niet veel. 4.2.5
Nieuwe afnemers van de BR WOZ
Op dit moment is niet bekend om hoeveel afnemers het zal gaan. Uit eerdere studies kan echter worden afgeleid dat het niet om grote aantallen zal gaan. Uiteraard is het voor nieuwe afnemers veel eenvoudiger om hun gegevens te betrekken uit één bron, de LV WOZ, dan direct van de gemeenten. Het valt niet eenvoudig te becijferen om hoeveel baten het zal gaan. In elk geval gaat het vooral om vermeden kosten. 4.2.6
Financiën
Het ministerie van Financiën is (evenals dat van BZK) een wat bijzondere stakeholder. Financiën normeert de kostenvergoeding, is verantwoordelijk voor de Belastingdienst maar kan ook belang zien in het verbeteren van de dienstverlening aan burgers en bedrijven door het ter beschikking stellen van de BR WOZ. In dat verband kan sprake zijn van een vorm van administratieve lastenverlichting omdat de kosten van taxaties voor burgers en bedrijven kunnen dalen. Dit kan worden gezien als de baten van een LV omdat zonder een LV levering aan de private sector nauwelijks mogelijk is. 4.2.7
BZK
Voor BZK gelden vergelijkbare argumenten. Aanvullend kan BZK echter worden gezien als de verantwoordelijke voor het goed als stelsel functioneren van de Basisregistraties, inclusief de bijbehorende standaardisatie van berichtenverkeer.
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
blz. 20
Introductie van een LV WOZ past goed hierbij waarbij echter wel de afstemming met andere LV’s van belang is. Het stelsel werkt niet goed indien voor elke LV een andere opzet, inclusief technische standaarden, wijze van communicatie, besturing en financiering wordt opgezet. 4.2.8
Het Kadaster
Voor het Kadaster is het opzetten van een LV WOZ vooral interessant wanneer deze wordt ondergebracht bij de BAG en daarmee bij het Kadaster. Dan zijn er exploitatievoordelen te behalen en ontstaat voor het Kadaster ook een interessant product voor levering aan de private sector: de WOZ waarde. Dit past goed in de portfolio en kan worden voorzien van een tarief. Het Kadaster is voor deze vorm van kostenverrekening ook al goed toegerust. 4.2.9
De private sector
Op dit moment is nog niet duidelijk geregeld hoe de private sector gebruik kan maken van een BR WOZ. Toch liggen er grote voordelen, zowel voor individuele burgers en bedrijven als alternatief voor een (dure) taxatie als voor bedrijven die in de bewerking van dit soort gegevens commerciële mogelijkheden zien. Voor Nederland als geheel gaat het naar schatting om zeer grote bedragen. Als rekenvoorbeeld zou het vervangen van 50.000 taxaties à € 500 door het leveren van de WOZ waarde à € 10 als basis voor hypotheektoekenning al een macro besparing van € 24,5 mln. optreden! Dit onderwerp kent natuurlijk belangrijke juridische aspecten. De openbaarheid van het WOZ is nog niet formeel geregeld en er is discussie mogelijk over de vraag of burgers en bedrijven moeten betalen voor zaken waarvoor zij al belasting hebben betaald. Wat betreft dat laatste: het doorberekenen van Verstrekkingskosten is vrij algemeen aanvaard. Hier lijken goede mogelijkheden voor verbetering van de overheidsdienstverlening (en voor bekostiging!) te liggen.
4.3
Kosten en baten macro benaderd
Het geheel overziend kan worden gesteld dat de introductie van een LV WOZ, voor wat betreft het effect op de stakeholders zelf, voor elke partij structureel meer baten dan kosten oplevert. Wel is er sprake van eenmalige kosten voor technische aanpassingen maar deze zijn beperkt. Wat betreft de verschillende stakeholders is de introductie van een LV WOZ voor gemeenten en CBS relatief neutraal.
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
blz. 21
De echte voordelen van een LV binnen de overheid zitten vooral bij Belastingdienst en waterschappen omdat zij hun kwaliteitscontroles aanzienlijk kunnen beperken. Dat geldt ook voor nieuwe afnemers die vooral kosten vermijden. De private sector is een geval apart. Waarschijnlijk liggen hier de grootste voordelen van een LV. Zonder een LV is levering immers niet of nauwelijks mogelijk. Daarbij wordt er dan wel van uitgegaan dat levering juridisch mogelijk wordt gemaakt. Bij dit alles moet wel bedacht dat het hier om aanvullende kosten gaat. De kosten van de introductie van berichtenverkeer vallen hier immers buiten. Wat er ook buiten valt, zijn de kosten van de LV WOZ zelf. Daarop gaan we nader in in het volgende hoofdstuk, waarin ook de bekostiging aan de orde komt.
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
5.
blz. 22
Kosten en bekostiging van een LV WOZ
Momenteel worden op een aantal plaatsen LV’s voor Basisregistraties ontwikkeld. Kennis hiervan zijn voor de ramingen in dit hoofdstuk gebruikt. Wel is het van belang aan te geven dat de ramingen een zekere bandbreedte hebben. Er bestaat geen functioneel ontwerp van de LV WOZ en een functiepunten analyse kon dus niet worden gemaakt. Zo kan er een behoorlijk een verschil zijn tussen een centraal systeem met centrale opslag en een systeem met alleen decentrale ontsluiting. Daarnaast is het van belang te constateren dat bij de raming van de personele capaciteit is uitgegaan van een “ingeregelde” WOZ. De introductie van een BR WOZ en van berichtenverkeer zal naar verwachting zo’n kwaliteitsverbetering van gegevens en gegevensverstrekking met zich brengen dat een lagere inzet van personeel voor kwaliteitscontroles en rappellering nodig is dan in de huidige situatie. Tegen deze achtergrond zijn drie opties uitgewerkt: 1. Een zelfstandige LV WOZ, zonder samenwerking met andere LV’s. 2. Een LV WOZ die wordt ondergebracht bij de BAG. 3. Een LV WOZ als eerste implementatie van centrale GBO voorzieningen. De eerste optie is de “greenfield” benadering. Alles wordt opnieuw opgebouwd. De keuze van de tweede optie verdient enige toelichting omdat er theoretisch meer opties zijn. Er zijn immers meer LV’s bij Basisregistraties. Het voordeel van een keuze voor de BAG is echter dat het inhoudelijk om vergelijkbare informatie gaat wat synergievoordelen met zich brengt bij het beheer. Daarnaast is het ontsluiten naar de private sector en het verrekenen van de verstrekking hier een sterk punt. Niet onbelangrijk is ook dat de projectorganisatie BAG heeft aangegeven dat zij bereid is om kennis en producten aan de WOZ te verstrekken. Een interessant gedachte-experiment is dat de LV WOZ zou worden ondergebracht bij de GBO Overheid en zich zou ontwikkelen tot het kristallisatiepunt voor alle andere LV’s van de Basisregistraties. Dit is dan ook de derde optie. Bestuurlijk en organisatorisch is dit wel een te onderscheiden optie maar financieel waarschijnlijk niet. Ook in dit geval moet de LV immers geheel opnieuw worden opgebouwd. Overigens zij nogmaals herhaald dat het hier gaat om het operationele beheer. De bestuurlijke aansturing (het strategisch beheer) is bij BAG en WOZ anders.
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
5.1
blz. 23
Kosten van een LV WOZ: drie opties
De kosten van een “zelfstandige” LV worden door ons als volgt geraamd: WOZ apart Hardware Software Berichtenverkeer Personeel Overige kosten
Eenmalig € 50.000 € 400.000 € 50.000
Structureel € 10.000 € 80.000 € 6.000 € 694.200 € 110.000
€ 500.000
€ 900.200
50.000 afschrijving in 5 jaar Onderhoud 20% DSL aansluiting € 500 p.mnd. 11 fte 1 6000 9 4000 1 2500 10.000 per fte
Daarbij is uitgegaan van de volgende personele formatie:
Management Secretariaat Helpdesk Communicatie Kwaliteitsbewaking Functioneel beheer Technisch beheer
6000 1
4000
2500 0,5
2 0,5 4 1 2 1
9
1
Deze formatie is lager dan die momenteel bij de Belastingdienst aanwezig is. Daarbij moet echter de veronderstelling van een “ingeregelde” WOZ worden genoemd. Daarnaast blijven bij de Belastingdienst naar verwachting ook specifieke, aan het primair proces gerelateerde, taken bestaan. Een vergelijkbare raming voor de BAG komt overigens uit op 17 fte. Dat is echter een raming waarin de opbouw van deze nieuwe registratie is verwerkt. De tweede optie is het onderbrengen naast de BAG: WOZ bij BAG Hardware Software Berichtenverkeer Personeel Overige kosten
Eenmalig € 50.000 € 200.000 € 50.000
Structureel € 10.000 € 40.000 € 6.000 € 362.700 € 55.000
€ 300.000
€ 473.700
50.000 afschrijving in 5 jaar Onderhoud 20% DSL aansluiting € 500 p.mnd. 5,5 fte 1 6000 4 4000 0,5 2500 10.000 per fte
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
blz. 24
Met de volgende formatie:
Management Secretariaat Helpdesk Communicatie Kwaliteitsbewaking Functioneel beheer Technisch beheer
6000 1
4000
2500 0,25
1 0,25 2 0,5 0,5 1
4
0,5
Hieruit blijkt dat is uitgegaan van zowel lagere eenmalige als structurele kosten. De eenmalige kosten zijn lager omdat de BAG applicatie functioneel sterk lijkt op die van de WOZ en deze applicatie ter beschikking wordt gesteld. Bij deze raming is er van uitgegaan dat de WOZ applicatie redelijk “naadloos” aansluit bij die van de BAG. Zonder een diepergaande informatieanalyse valt niet uit te sluiten dat hier nog wat tegenvallers optreden. Wat betreft de structurele kosten gaat het om lagere personele kosten omdat veel functies gezamenlijk (BAG en WOZ) kunnen worden ingevuld. Dat loopt uiteen van technisch beheer en kwaliteitsbewaking tot secretariële ondersteuning. In een tabel leidt dat tot het volgende overzicht:
Zelfstandig en GBO Bij BAG
eenmalig € 500.000 € 300.000
structureel € 900.200 € 473.700
Overigens zij opgemerkt dat de synergievoordelen naar verwachting nog groter zouden zijn indien (componenten van) alle LV’s bij elkaar werden ondergebracht. Daar is hier nog niet van uitgegaan.
5.2
Bekostiging van een LV WOZ
Het inrichten en exploiteren van een LV brengt dus kosten met zich mee. De logische vervolgvraag is dan: “Wie gaat dat betalen”. De huidige WOZ kent een vrij complexe vorm van verrekening van (genormeerde) kosten via een verdeelsleutel. Deze verrekening betreft echter niet de kosten van gegevensverstrekking en –ontvangst. Deze worden door de afzonderlijke partijen gedragen.
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
blz. 25
Door het vorige kabinet is besloten dat de verrekening van kosten voor informatievoorziening binnen de overheid door tarieven moet worden afgeschaft. De belangrijkste reden daarvoor is het verlagen van administratieve lasten voor facturering en betaling. In de toekomst zouden de kosten van informatievoorzieningen dan gedekt moeten worden door (centrale) budgetfinanciering. Dit budget zou moeten worden gevormd door overheveling van decentrale budgetten. De gevolgen voor de kostenverrekening WOZ zijn nog niet bekend maar in principe is er invloed van deze beleidslijn. Dit zou dan de oplossing op de wat langere termijn zijn. Voor de verrekening van de kosten van de LV WOZ op de kortere termijn lijken er twee opties te bestaan: 1. Verrekening via de huidige verdeelsleutel van de WOZ kosten. Omdat de baten van de LV bij de Belastingdienst en bij de waterschappen liggen lijkt het echter redelijk om de gemeenten buiten deze verdeling te houden en de kosten volgens de respectievelijke aandelen in deze sleutel te verdelen tussen Belastingdienst en waterschappen5. Deze verdeling zou dan later ook kunnen worden meegenomen in een “definitieve” herschikking van de bekostiging. 2. Verrekening via de levering van gegevens aan de private sector door het Kadaster. In het genoemde rekenvoorbeeld zijn de 50.000 opvragingen à € 10 al voldoende om de kosten van de BAG variant te dekken6. Uiteraard is een combinatie van deze opties ook mogelijk. Uiteraard gaat het niet alleen om dekking van de structurele kosten maar ook om die van de eenmalige. Het patroon bij andere LV’s is overigens dat deze ten laste van een departementale begroting worden gebracht en wel bij dat departement dat verantwoordelijk is voor de LV.
5
Daarbij moet worden bedacht dat het relatief niet gaat om grote bedragen. De kosten van de LV WOZ zijn minder dan 1% van de verdeelde kosten. 6 Een eventueel surplus aan inkomsten zou dan over de drie betrokken partijen kunnen worden verdeeld. Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
6.
blz. 26
Conclusies en aanbevelingen
Uit het onderzoek kan een aantal conclusies worden getrokken. Daarop zijn ook de aanbevelingen gebaseerd. Deze vallen overigens onder de verantwoordelijkheid van HEC.
6.1 •
• • •
•
Conclusies De afweging van kosten en baten van de introductie van een LV WOZ is voor alle stakeholders neutraal tot positief. Voor gemeenten en CBS verandert er betrekkelijk weinig. Baten zijn er vooral bij de Belastingdienst, de waterschappen en bij nieuwe afnemers. Ook in de private sector kunnen er belangrijke baten ontstaan. Dat is echter wel afhankelijk van de vraag of regelgeving die levering toelaat. Dit betekent dat er een positieve businesscase voor een LV WOZ is, zelfs indien de private sector niet wordt meegenomen. De kosten van een LV WOZ zijn onder meer afhankelijk van het feit of een dergelijke LV separaat wordt gebouwd en beheerd of dat wordt samengewerkt met één of meer andere LV’s. De meest voor de hand liggende LV is die voor de BAG. Op basis van de kosten van andere LV’s en van een aantal veronderstellingen komen wij tot de volgende raming:
Zelfstandig en GBO Bij BAG •
6.2 • • •
•
eenmalig € 500.000 € 300.000
structureel € 900.200 € 473.700
Voor de bekostiging van de LV bestaan op hoofdlijnen twee opties: aansluiten bij de huidige verdeelsleutel, excl. gemeenten, en doorbelasten naar de private sector.
Aanbevelingen Besluit tot de inrichting van een LV WOZ, in samenhang met die van de BAG. Beleg het strategische beheer betreffende deze voorziening bij de Waarderingskamer. Verdeel de kosten van exploitatie tussen Belastingdienst en waterschappen, volgens de verhoudingen binnen de verdeelsleutel van de kostenverrekening WOZ. Op termijn kan (mede) worden doorbelast naar de private sector. Breng de eenmalige kosten volgens bestendige gedragslijn ten laste van de begroting van het departement dat verantwoordelijk is voor de WOZ.
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007
Businesscase LV WOZ
blz. 27
Bijlage: Lijst van geïnterviewde personen Belastingdienst Centrale Administratie Belastingdienst Centrale Administratie Min. van Financiën Handhavingsbeleid Centraal Bureau voor de Statistiek Het Waterschapshuis Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Kadaster Min. Van BZK VNG BAG Gemeente Almere Gemeente Apeldoorn Gemeente Voorst Waarderingskamer
Dhr. A.J.M. Hoevenaars Dhr. F. Arends Dhr. P.A. Pronk Dhr. W.J. Regeer Dhr. P. de Leeuw Dhr. A.S. van Kesteren Dhr. M. Salzmann Dhr. E. Jonker Dhr. R.B.M. ten Kroode Dhr. R. Verkuijlen Mevr. M.C. Fuld Dhr. L.J. Roos Dhr. G. Heimans Dhr. H.Olsman Mevr. T. Draaier Dhr. J.G.E. Gieskes Dhr. R.M. Kathmann Dhr. K.B. Rampersad
Het Expertise Centrum, consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector
27 juni 2007