Onderzoeksrapport Motieven & Uitbestedingsintentie Versie 3 Renée Houwen 2147292 07-08-2013 Dundas Produkties Fontys Academy For Creative Industries CO-IEMES Tilburg
2
MANAGEMENT SUMMARY Dit onderzoeksrapport is geschreven als afstudeeronderzoek voor de studie Communicatie, International Events, Music and Entertainment Studies. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Dundas Produkties. Aanleiding en achtergrond Doordat Dundas Produkties in het verleden weinig moeite heeft moeten doen voor zijn opdrachtgevers, heeft het bedrijf weinig gedaan aan (relatie) marketing en sales. Hierdoor is het lastig voor Dundas Produkties om inzicht te hebben in de motieven om zakelijke evenementen uit te besteden. Doordat ze dit niet goed weten, weet Dundas Produkties ook niet welke strategie ze het beste toe moeten passen om nieuwe opdrachtgevers te verkrijgen. De hoofdvraag van dit onderzoek is: “Welke motieven zijn van invloed op de uitbestedingsintentie, van potentiële opdrachtgevers van zakelijke evenementen in de profit-sector in Nederland van Dundas Produkties?”. Het kennisdoel van dit onderzoek is te achterhalen welke motieven van invloed zijn voor bedrijven in de profit-sector om hun zakelijke evenementen uit te besteden aan evenementenbureaus (uitbesteden wordt hier verder aangeduid als uitbestedingsintentie). Het praktijkdoel van dit onderzoek is om de informatie uit het theoretisch kader en het veldonderzoek toe te passen. Het doe is dat Dundas Produkties weet welke strategie ze het beste toe kunnen passen zodat ze kunnen blijven voortbestaan. Methoden van onderzoek Om de deelvragen te kunnen beantwoorden, en aan de hand daar van de hoofdvraag, is gekozen voor twee verschillende meetinstrumenten. De deelvragen worden beantwoord door middel van literatuuronderzoek en veldonderzoek. Gekozen is om data te verzamelen middels kwantitatief onderzoek. De data zijn verzameld door het opstellen van enquêtes. Deze enquêtes zijn vervolgens naar potentiële opdrachtgevers verzonden van Dundas Produkties. Dit zijn opdrachtgevers die in de acquisitielijst van Dundas Produkties staan, maar nog voorafgaande aan deze enquête nog niet waren benaderd. Conclusies Uit het literatuuronderzoek en het veldonderzoek is gebleken dat vijf motieven een positieve invloed hebben op de uitbestedingsintentie, namelijk: Behoefte aan gespecialiseerde kennis Het niet hebben van de juiste middelen en kennis Het verminderen van operationele kosten Focussen op de kernactiviteiten Flexibiliteit
3
Er zijn twee motieven die een negatieve invloed hebben op de uitbestedingsintentie, namelijk: Een toenemende afhankelijkheid van leveranciers Communicatie- en organisatieproblemen Advies De belangrijkste aanbevelingen die voortkomen uit dit onderzoek zijn: Dundas Produkties moet in de manieren waarop het bedrijf zich uit, inspelen op de positieve motieven, die van invloed zijn op de uitbestedingsintentie van potentiële opdrachtgevers, en deze benadrukken. Dundas Produkties moet in de manieren waarop het bedrijf zich uit er voor zorgen dat negatieve motieven, die van invloed zijn op de uitbestedingsintentie van potentiële opdrachtgevers, weggenomen worden. Dundas Produkties moet er voor zorgen dat het ze hun waarden en doelen afstellen op de motieven van de potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties hebben om uit te besteden zodat deze hier zo veel mogelijk op aan sluiten. Dundas Produkties moet zichzelf, in zijn communicatie, meer profileren als merk, een strategie hebben en laten zien waar het bedrijf voor staat en gaat. Het is aan te raden om dit onderzoek voort te zetten d.m.v. het doen van diepteinterviews met potentiële opdrachtgevers.
4
VOORWOORD Voor u ligt het onderzoeksrapport van Renée Houwen. Dit onderzoeksrapport is geschreven in opdracht van Dundas Produkties te Breda. Het is bestemd voor de huidige en toekomstige medewerkers van Dundas Produkties om een beter inzicht te krijgen in welke motieven van invloed zijn op de uitbestedingsintentie van potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties in de profit-sector in Nederland. Een aantal personen zijn erg belangrijk geweest bij de totstandkoming van dit rapport. Graag wil ik bij deze mijn bedrijfsbegeleider Jean Dundas en collega Heleen Jacobs bedanken voor de ruimte, tijd en het vertrouwen dat zij mij gegeven hebben tijdens het schrijven van dit onderzoeksrapport. Ook wil ik mijn stagedocent Sabina Meiling bedanken voor alle steun en feedback die zij mij gegeven heeft tijdens mijn stageperiode en het schrijven van dit onderzoeksrapport.
5
INHOUDSOPGAVE MANAGEMENT SUMMARY
3
VOORWOORD
5
INHOUDSOPGAVE
6
Hoofdstuk 1 / AANLEIDING EN ACHTERGROND
8
1.1 / Probleemanalyse
8
1.2 / Hoofdvraag
10
1.3 / Deelvragen
10
1.4 / Doelstellingen
10
Hoofdstuk 2 / THEORETISCH KADER
11
2.1 / Leeswijzer
11
2.2 / Intentie
11
2.3 / Uitbesteding
12
2.4 / Uitbestedingsintentie
12
2.5 / Motieven
13
2.6 / Theory of Planned Behavior
14
2.7 / Welke motieven leiden tot uitbesteding?
16
2.8 / Zakelijke evenementen
18
2.9 / Profit-sector
19
2.10 / Potentiële opdrachtgevers Dundas Produkties
19
Hoofdstuk 3 / ONDERZOEKSMETHODEN
20
3.1 / Onderzoeksopzet
20
3.2 / Meetinstrumenten
21
3.3 / Betrouwbaarheid
22
3.4 / Validiteit
22
3.5 / Steekproef
23 6
3.6 / Populatie
23
3.7 / Enquête
24
Hoofdstuk 4 / ENQUÊTERESULTATEN
26
Hoofdstuk 5 / CONCLUSIE
28
Hoofdstuk 6 / ADVIES
31
Hoofdstuk 7 / CONCEPT
33
7.1 / Dundas Produkties
33
7.2 / Dundas Produkties is...
34
7.3 / Visie
35
7.4 / Communicatiedoelgroep
35
7.5 / Conceptdragers
36
7.6 / Communicatiedoelstellingen
37
7.7 / Communicatiestrategie
38
Hoofdstuk 8 / REFLECTIE
39
8.1 / Competenties
39
8.2 / Behaalde competenties
40
8.3 / Persoonlijke ontwikkeling
40
8.4 / Onderzoek
41
Hoofdstuk 9 / LITERATUURLIJST
42
Hoofdstuk 10 / BIJLAGEN
45
10.1 / Enquête
45
10.2 / Uitwerkingen enquêteresultaten
53
10.3 / Voorbeelden communicatiemiddelen concept
83
7
Hoofdstuk 1 / AANLEIDING EN ACHTERGROND In dit hoofdstuk wordt de probleemanalyse besproken. Deze mondt uiteindelijk uit in de hoofdvraag en de deelvragen die betrekking hebben tot dit onderzoek. Uiteindelijk worden de doelstellingen van dit onderzoek aangehaald.
1.1 / Probleemanalyse Dundas Produkties is een evenementenbureau en een creatie-productiehuis dat is gespecialiseerd in het produceren van entertainment op maat en eventmarketing voor zakelijke evenementen. Dit doet Dundas Produkties al twaalf jaar en het bedrijf streeft naar de perfecte mix tussen live communicatie en entertainment op elk evenement. Ook heeft Dundas Produkties merkbeleving hoog in het vaandel staan. Dundas Produkties heeft altijd een vanzelfsprekende toestroom van opdrachtgevers gehad. Hier hoefden ze zelf niets voor te doen in de vorm van (relatie)marketing en sales. Sinds het begin van de economische crisis in 2008 zit Dundas Produkties echter in de financiële problemen. De toestroom van opdrachtgevers die voorheen vanzelfsprekend was, is nu nergens meer te vinden. Ze krijgen bijna geen opdrachten meer binnen en er wordt veel minder omzet gedraaid. De evenementenbranche heeft het moeilijk sinds het begin van de economische crisis. NIDAP bevestigt dat het niet goed gaat met de evenementenbranche (het NIDAP biedt onderzoek, advies en ondersteuning bij marketing-informatieprojecten). Zo daalde de markt, met 574 miljoen euro in 2008, naar 417 miljoen euro in 2009. In 2010 is dit zelfs verder gedaald naar 388 miljoen euro. Dit is een afname van ruim 7%. Ook geeft NIDAP (2012) aan dat de budgetten voor zakelijke evenementen in Nederland blijven dalen. Bestedingen van personeelsevenementen zijn in 2012 met 13% afgenomen en bestedingen aan zakelijke evenementen zijn met 2% gedaald. De cijfers van Dundas Produkties zelf laten ook een sterke daling zien. Zo is de bruto omzet van Dundas Produkties van 2008 tot en met 2012 gedaald met 60% en is het aantal opdrachten zelfs met 67% gedaald. Dit is te zien in figuur 1 op de volgende pagina.
8
Figuur 1: Daling bruto omzet en aantal opdrachten Dundas Produkties in percentages. (Dundas Produkties, 2013)
Het is echter wel van belang dat de zakelijke evenementenbranche blijft bestaan. Damiaens (2007) stelt dat een zakelijk evenement meer is dan alleen vermaak en amusement. Het is namelijk een communicatie-instrument zelfs een zeer sterk communicatie-instrument. Een zakelijk evenement blijft namelijk sterk in het geheugen hangen, is doelgericht, ondersteunt de bekendheid van het bedrijf en is een goede gelegenheid om medewerkers te motiveren en te belonen. Wanneer de zakelijke evenementenbranche verdwijnt, zal er dus een belangrijk communicatiemiddel vervallen. Dit wordt tevens bevestigd door de Respons Evenementen Monitor Online. Zij stellen dat communicatie op en via evenementen voor merken een effectief instrument is. Vooral wanneer het dan gaat om merkbeleving. Volgens Respons Evenementen Monitor Online (n.d.) wijzen diverse onderzoeken uit dat evenementen in staat zijn om groei te realiseren in onder andere brand awareness en op specifieke merkwaarden. Doordat Dundas Produkties altijd een vanzelfsprekende toestroom van opdrachtgevers heeft gehad, heeft het bedrijf zich nooit beziggehouden met (relatie)marketing en sales. Nu Dundas Produkties merkt dat de vanzelfsprekende toestroom van opdrachtgevers er niet meer is, de bruto omzet daalt en het aantal opdrachten daalt, moeten ze in actie komen om meer opdrachten te verkrijgen. Wanneer Dundas Produkties dit niet doet, bestaat er een kans dat het bedrijf over enige tijd niet meer bestaat. Omdat Dundas Produkties nooit iets voor zijn opdrachtgevers heeft moeten doen weet het bedrijf nu niet wat hun opdrachtgevers willen, waarom ze voor een evenementenbureau kiezen en welke motieven ze hiervoor hebben. Doordat Dundas Produkties dus niet voldoende op de hoogte is van het belang van zakelijke evenementen blijkt het voor Dundas Produkties lastig om inzicht te hebben in de motieven om zakelijke evenementen uit te besteden. 9
Omdat ze niet weten wat de opdrachtgever motiveert, weet Dundas Produkties ook niet welke strategie ze het beste toe kunnen passen om nieuwe opdrachtgevers te krijgen. Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in welke motieven van invloed zijn op de uitbestedingsintentie, van zakelijke evenementen in de evenementenbranche. Wanneer dit inzicht ontstaat kan Dundas Produkties gebruik maken van een strategie om nieuwe opdrachtgevers te vinden en daarmee voort te kunnen blijven bestaan.
1.2 / Hoofdvraag Welke motieven zijn van invloed op de uitbestedingsintentie van potentiële opdrachtgevers van zakelijke evenementen in de profit-sector in Nederland van Dundas Produkties?
1.3 / Deelvragen 1. 2. 3. 4.
Wat is uitbestedingsintentie? Wat zijn motieven? Welk verband is er tussen motieven en intentie? Welke motieven leiden tot uitbesteding van zakelijke evenementen aan evenementenbureaus? 5. Wat zijn zakelijke evenementen? 6. Wat is de profit-sector? 7. Wie zijn potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties? De vragen 1 tot en met 6 worden beantwoord aan de hand van literatuuronderzoek. Voor het beantwoorden van deelvraag 7 wordt in dit onderzoek gebruik gemaakt van fieldresearch in de vorm van kwantitatief onderzoek. In hoofdstuk 2 leest u het theoretisch kader dat als achtergrond en afbakening dient voor dit onderzoek. In hoofdstuk 3 staan de onderzoeksmethoden beschreven met welke de deelvragen en uiteindelijk de hoofdvraag beantwoord zullen worden.
1.4 / Doelstellingen Kennisdoelstelling: Het doel van dit onderzoek is te achterhalen welke motieven van invloed zijn voor bedrijven in de profit-sector om hun zakelijke evenementen uit te besteden aan evenementenbureaus. * Uitbesteden wordt hier verder aangeduid als uitbestedingsintentie. Praktijkdoelstelling: De informatie uit het theoretisch kader en het veldonderzoek wordt toegepast met het doel dat Dundas Produkties weet welke strategie ze het beste toe kunnen passen zodat ze kunnen blijven voortbestaan.
10
Hoofdstuk 2 / THEORETISCH KADER 2.1 / Leeswijzer Zoals eerder beschreven in hoofdstuk 1 is het volgens Damiaens (2007) belangrijk dat zakelijke evenementen blijven bestaan. Dat kan zo zijn, alleen is het van belang dat bedrijven in de profit-sector, oftewel potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties, hier ook van op de hoogte zijn. Dat betekent dat we het hebben over de uitbestedingsintentie. Dus wanneer besteden potentiële opdrachtgevers hun zakelijke evenementen uit en wanneer niet? Omdat er in de literatuur weinig tot niets te vinden is over de definitie van het begrip ‘uitbestedingsintentie’ zal eerst dit woord uit elkaar gehaald worden. De begrippen ‘intentie’ en ‘uitbesteding’ zullen dus eerst apart besproken en gedefinieerd worden waardoor later, bij beantwoording van de deelvragen, een definitie geformuleerd kan worden van het begrip ‘uitbestedingsintentie’ welke van toepassing is op dit onderzoek. Verder zullen in dit hoofdstuk begrippen als “motieven”, “zakelijke evenementen” en “profit-sector” besproken worden. Tevens zal toegelicht worden wat de Theory of Planned Behavior is en welke motieven van invloed zijn op de uitbestedingsintentie. Tot slot zal besproken worden wie er verstaan worden onder de potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties.
2.2 / Intentie Ajzen (1991) stelt dat intenties vaak gezien worden als de conatieve component van attitude en aangenomen wordt dat deze conatieve component gerelateerd is aan de affectieve component van attitude. Deze conceptualisering heeft geleid tot de aanname van een sterke relatie tussen attitudes en intenties. Volgens Ajzen (1991) kan een intentie gedefinieerd worden als de locatie van een persoon op een subjectief vlak waarbij er een relatie tussen diegene en een handeling bestaat. Een gedragsintentie verwijst daarom naar iemands subjectieve kans dat hij een bepaald gedrag zal uitvoeren. Volgens Ajzen (1991) omvatten intenties vier elementen: het gedrag, het doelobject waarop het gedrag zich richt, de situatie waarin het gedrag wordt uitgevoerd en het tijdstip waarop het gedrag wordt uitgevoerd. Elk van deze elementen varieert langs een dimensie van specificiteit. Op het meest specifieke niveau: een persoon heeft de intentie om een bepaalde handeling te verrichten met betrekking op een bepaald object in een bepaalde situatie op een bepaald tijdstip. Oftewel in de context van dit onderzoek: een potentiële opdrachtgever heeft de intentie om een evenementenbureau in te schakelen in augustus omdat de interne evenementenafdeling geen tijd heeft om dit evenement te organiseren. Een intentie wil dus zeggen dat iemand het voornemen heeft om een bepaald gedrag te vertonen, maar het betekent niet dat iemand dit gedrag ook daadwerkelijk gaat vertonen.
11
2.3 / Uitbesteding Volgens Gilley & Rasheed (2000) zijn er twee manieren waarop uitbesteding kan ontstaan. De eerste manier is wanneer een interne activiteit wordt vervangen of gesubstitueerd door een externe activiteit. Dit wordt ook wel substitution-based outsourcing genoemd. Hierbij wordt de interne productie of dienstverlening gestopt en wordt het product of de dienst bij een externe leverancier gekocht. De tweede manier is wanneer een organisatie goederen of diensten aankoopt van een externe organisatie, zonder dat de organisatie deze goederen of diensten ooit zelf geproduceerd heeft. Bij deze variant heeft de organisatie wel zelf de capaciteiten om het product zelf te produceren of in de dienst te voorzien. Dit wordt abstention-based outsourcing genoemd. Gilley & Rasheed (2000) zeggen dus dat er sprake is van uitbesteding wanneer de organisatie kan kiezen tussen twee opties: het intern produceren van een product of dienst, of extern het product of de dienst kopen. Hier gaat dus een ‘make-or-buy’ beslissing aan vooraf. In het kader van dit onderzoek kan de potentiële opdrachtgever er dus voor kiezen om een interne afdeling het evenement te laten organiseren, of te kiezen voor een evenementenbureau die het evenement voor hen organiseert. Er zijn verschillende gedetailleerde definities van het begrip ‘uitbesteding’. Zo omschrijven Ellram & Billington (2001) dat uitbesteding de overdracht van de productie van producten en diensten aan een externe partij is, welke eerst intern uitgevoerd werden. Harkins et al. (1995) verwijzen ook naar uitbesteding als de situatie waarin een externe leverancier op een terugkerende basis in een dienst voorziet die normaal binnen de organisatie uitgevoerd zou worden. Hiemstra (1991) stelt dat uitbesteding, het op een specificatie van het uitbestedende bedrijf laten toeleveren van maatwerk door een ander bedrijf, is. De brede definitie van ‘uitbesteding’ die in dit onderzoek gehanteerd zal worden is gedefinieerd door Lacity & Hirschheim (1993). Zij stellen dat uitbesteding het gebruik van externe leveranciers is om één of meer organisatorische activiteiten uit te voeren. Uitbesteding wordt in dit onderzoek dus gezien als het laten uitvoeren van één of meerdere bedrijfsactiviteiten door een externe organisatie.
2.4 / Uitbestedingsintentie Uit de literatuur is gebleken dat een intentie gedefinieerd kan worden als iemands subjectieve kans dat hij een bepaald gedrag zal uitvoeren (Ajzen, 1991). Het wil dus zeggen dat iemand het voornemen heeft om een bepaald gedrag te vertonen. Het is duidelijk geworden dat er meerdere definities zijn voor het woord ‘uitbesteding’. Echter zal er in dit onderzoek gebruik gemaakt worden van een brede definitie welke gedefinieerd is door Lacity & Hirschheim (1993). Zij stellen dat uitbesteding het gebruik van externe leveranciers is om één of meer organisatorische activiteiten uit te voeren. Nu dat deze begrippen duidelijk zijn kan er een passende definitie van het begrip ‘uitbestedingsintentie’ gegeven worden welke van toepassing is op dit onderzoek. Uitbestedingsintentie wordt dus in dit onderzoek gedefiniërd als: het voornemen dat iemand heeft om één of meerdere bedrijfsactiviteiten uit te laten voeren door een externe organisatie. Oftewel, het voornemen dat een potentiële opdrachtgever heeft om de organisatie van een zakelijk evenement uit te laten voeren door een evenementenbureau.
12
2.5 / Motieven Aangezien ‘motieven’ een belangrijk begrip is binnen dit onderzoek zal er nog een verdere toelichting van het begrip gegeven worden. De Theory of Planned Behavior (Ajzen, 1991) geeft aan dat attitudes (oftwel motieven) invloed hebben op de intentie en vervolgens het gedrag van een persoon. Er kan dus gesteld worden dat ‘motieven’ een begrip is waarmee het menselijk gedrag kan worden beschreven en verklaard. Het gaat dan om verklaringen die bijvoorbeeld ‘het uitbesteden van een zakelijk evenement aan een evenementenbureau’ begrijpelijk maken door duidelijkheid te krijgen van de handelingscontext. Het begrip ‘motief’ wordt op meerdere manieren gebruikt. Zo gebruiken psychologen het begrip bijvoorbeeld voor bepaalde behoeften of innerlijke drijfveren, terwijl sociologen motieven zien als beweegredenen, dat wil zeggen dat iemand zelf een verklaring geeft voor zijn gedrag. Sommige psychologen gebruiken juist de term ‘motivatie’, waarmee ze het verlangen om bepaalde dingen te doen of juist niet te doen bedoelen vanuit de veronderstelling dat innerlijke drijfveren een oorzakelijke verklaring geven voor menselijk gedrag. Niet alleen in de psychologie, maar ook in het dagelijks leven wordt vaak verondersteld dat het gedrag van mensen kan worden verklaard door innerlijke drijfveren zoals verlangens waarvan iemand zich niet of bijna niet bewust is. Hierdoor wordt er eigenlijk weinig gezegd over hoe motieven ontstaan en wordt het gedrag bijna niet verklaard. In dit onderzoek wordt er gesteld dat er geen causaal, maar een conceptueel verband bestaat tussen motieven, intentie en gedrag. We gaan hier dan ook uit van de benadering die socioloog Mills (1940) heeft op het begrip ‘motieven’. Mills (1940) stelt namelijk dat motieven verklaringen zijn die een individu achteraf geeft voor zijn handelen. Dit wil dus zeggen dat motieven redenen zijn om bepaalde gedragingen te kunnen begrijpen. Dit slaat ook terug op het conceptueel model van Ajzen (1991), de Theory of Planned Behavior welke verder toegelicht wordt in de volgende paragraaf. In dit onderzoek gaan we uit van de totale definitie van het begrip ‘motieven’ van Jansz (1996). Dit wil zeggen dat motieven sociale constructies zijn die het menselijk gedrag indirect bepalen doordat individuen zich er van ‘bewust’ zijn dat zulke motieven hun wil tot handelen versterken. Dit zorgt er voor dat men een drang ondervindt om onder bepaalde omstandigheden op een bepaalde manier te reageren.
13
2.6 / Theory of Planned Behavior De hoofdvraag van dit onderzoek is: Welke motieven zijn van invloed op de uitbestedingsintentie van potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland van Dundas Produkties? In dit onderzoek is het dus van belang om te kijken of er een verband is tussen motieven en intentie. De Theory of Planned Behavior is een breed en geaccepteerd model. In deze paragraaf wordt er ook bekeken hoe de Theory of Planned Behavior een verband legt tussen motieven en intentie. De Theory of Planned Behavior is een model dat het gedrag van een consument kan verklaren. Ajzen (1991) stelt dat de beste voorspeller van gedrag, de intentie om dat gedrag uit te voeren is. Volgens de Theory of Planned Behavior wordt de intentie om een bepaald gedrag uit te voeren bepaald door drie factoren. Deze factoren zijn attitudes, subjectieve normen en waargenomen gedragscontrole.
Figuur 2: Theory of Planned Behavior. (Ajzen, I., 1991, The theory of Planned Behavior. Organizational, Behavior and Human Decision Processes, 50, 179-211)
In dit onderzoek zal de Theory of Planned Behavior gebruikt worden als theoretische onderbouwing van de hoofdvraag. Halman, Vinke, Weggeman en Wijnbergen (1997) stellen dat motieven er voor zorgen dat we de intentie krijgen om een bepaald gedrag te vertonen. Binnen dit onderzoek is er dan ook voor gekozen om alleen naar de schakel ‘attitudes’ van de Theory of Planned Behavior te kijken. Hiervoor is gekozen omdat het binnen dit onderzoek gaat over motieven die van invloed zijn op de uitbestedingsintentie van potentiële opdrachtgevers in Nederland. Volgens Brakenhoff & Homminga (1995) heeft menselijk gedrag een reden en een doel. Ze stellen dat mensen in bijna al hun gedrag niet zomaar iets doen, maar met dit gedrag iets willen bereiken. Voor bijna al ons gedrag hebben we motieven die een aanzet geven tot en richting geven aan ons gedrag. Dit kunnen we volgens de Theory of Planned Behavior ook wel intentie noemen. Volgens Ajzen (1991) heeft de attitude van een afnemer invloed op de intentie. De attitude is het geloof dat het 14
vertonen van een bepaald gedrag zal leiden naar bepaalde uitkomsten. Zoals er benoemd wordt door Brakenhoff & Homminga (1995) zijn er voor bijna al ons gedrag dus beweegredenen (motieven) die een aanzet geven tot (intentie) en richting geven aan ons gedrag. Binnen dit onderzoek wordt er dus gekeken welke beweegredenen, oftewel motieven, van invloed zijn op de uitbestedingsintentie van potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland. Er wordt dus vanuit gegaan dat motieven onder de schakel attitudes vallen welke dus van invloed zijn op de (uitbestedings)intentie. Zoals eerder in dit hoofdstuk genoemd zijn er volgens Ajzen (1991) nog twee schakels die van invloed zijn op de intentie. De sociale norm is de inschatting wat anderen vinden van een bepaald gedrag en of anderen vinden dat dit gedrag wel of niet vertoond moet worden. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat één potentiële opdrachtgever vindt dat er een evenementenbureau ingeschakeld moet worden, maar omdat alle andere potentiële opdrachtgevers vinden dat het slecht is wanneer een bedrijf hun evenementen uitbesteed, zal deze potentiële opdrachtgever hierdoor zich misschien tegengehouden voelen om daadwerkelijk een evenementenbureau in te schakelen. De derde variabele is de mate van gedragscontrole. Deze variabele heeft betrekking op het vertrouwen dat afnemers hebben om een bepaald gedrag te vertonen. Dit betekent in hoeverre een potentiële opdrachtgever de mogelijkheid ziet om gewenst gedrag om te zetten in daadwerkelijk gedrag. Er zal echter niet gekeken worden naar de subjectieve norm en de mate van gedragscontrole, maar alleen naar de schakel attitude.
15
2.7 / Welke motieven leiden tot uitbesteding? In de vorige paragraaf is meer duidelijkheid geschept over het begrip ‘motieven’. Maar wat zijn nu de motieven voor uitbesteding? Volgens Elfring & Baven (1994), Johnson (1997) en Greer et al. (1999) kan er een verschil gemaakt worden tussen operationele en strategische motieven. Operationele motieven hebben betrekking op verhoging van de doeltreffend en doelmatigheid van de dagelijkse werking van de organisatie. Strategische motieven zijn er om kerncompetenties op de lange termijn te versterken en hebben als doel om de positie van de organisatie te versterken. Ten eerste de operationele motieven: - Volgens Lacity & Hirschheim (1993) maken organisaties ten eerste gebruik van uitbesteding, om hun operationele kosten te verminderen. Dit kan bijvoorbeeld omdat een potentiële opdrachtgever zo geen geld en tijd hoeft te steken in een interne evenementenafdeling waardoor het uitbesteden van een evenement aan een evenementenbureau relatief goedkoper is. - Ook is er besparing op arbeid, wat een belangrijk operationeel motief is. Zo kan het personeel dat normaal gesproken ingeschakeld zou worden voor de organisatie van een evenement ingeschakeld worden in andere afdelingen of natuurlijk afgestoten worden (Harris et al., 1998). - Verder kan uitbesteding gebruikt worden voor de flexibiliteit, omdat anders het productieproces overbezet is (Ernst & Young, 1998). Dit komt vooral voor bij bedrijven met een interne evenementenafdeling. Wanneer het bedrijf een interne evenementenafdeling heeft, kan het zo zijn dat het bedrijf te veel evenementen op de agenda heeft staan waardoor de evenementenafdeling overbelast raakt. Op zo’n moment kan de interne evenementenafdeling beter één of meerdere evenementen uitbesteden aan een evenementenbureau. - Een laatste operationeel motief om uit te besteden is volgens Elmuti et al. (1998) het niet hebben van de juiste middelen en kennis. Wanneer een bedrijf geen kennis heeft van het organiseren van evenementen en hier de ervaring, middelen en contacten niet voor heeft zou het bedrijf zelf niet een evenement op kwaliteit kunnen organiseren. In deze situatie kan een bedrijf deze activiteit niet kunnen organiseren zonder grote investeringen in tijd en middelen (Bragg, 1998). Ten tweede worden er in de literatuur ook steeds meer strategische motieven naar boven gehaald, namelijk: - Uitbesteding maakt het mogelijk dat een bedrijf een sterkere focus kan hebben op de kernactiviteiten waardoor een bedrijf op langere termijn voordeel kan hebben en activiteiten die een lagere toegevoegde waarde hebben uitbesteed worden (Alexander & Young, 1996). - Ook probeert men door middel van uitbesteden voordeel te halen uit de investeringen en innovaties die leveranciers al hebben gedaan, zodat het bedrijf dit niet zelf hoeft te doen (Elmuti et al., 1998). Zo is het makkelijker voor een bedrijf om gebruik te maken van een evenementenbureau, met al zijn contacten en expertise, dan dit zelf allemaal te vergaren want hier gaat immers ook tijd en geld in zitten. 16
-
-
Een ander motief is het vergroten van de financiële flexibiliteit. Doordat vaste kosten (interne evenementenafdeling) vervangen worden door variabele kosten (inzetten van een evenementenbureau) kan een bedrijf beter inspelen op veranderingen in de omgeving. Wanneer een bedrijf een tijd lang bijna geen evenementen organiseert is het makkelijker om een evenementenbureau een tijd lang niet meer in te schakelen dan het ontslaan van werknemers van de interne evenementenafdeling. Het laatste strategische motief is de behoefte aan gespecialiseerde kennis die een bedrijf zelf niet heeft (Dess et al., 1995). Doordat leveranciers zich meestal op één of een beperkt aantal activiteiten richt kunnen ze een speciale expertise opbouwen (Lacity & Hirschheim, 1993) dat een bedrijf zelf vaak niet bezit.
Weele (2008) stelt dat er ook nadelen zitten aan het uitbesteden van activiteiten. Weele (2008) stelt dat er een zestal nadelen kleven aan uitbesteding, namelijk: - Het eerste nadeel is de toenemende afhankelijkheid van leveranciers. Het bedrijf dat een activiteit uitbesteed heeft op deze manier minder invloed op de werkzaamheden die voor deze activiteit verricht worden en kan het product niet zelf produceren. Zo kan het heel vervelend zijn voor het bedrijf dat uitbesteed wanneer bijvoorbeeld een evenementenbureau zijn afspraken niet na komt of het laat afweten. - Het bedrijf dat uitbesteed moet voordurend de leveranciersrelatie bewaken en controleren. - Er is kans op communicatie- en organisatieproblemen bij het overdragen van werkzaamheden aan een externe partij. Het is namelijk lastig om een activiteit over te dragen aan een externe partij die niet volledig op de hoogte is van het bedrijf dat uitbesteed en de wensen van dit bedrijf. - Er bestaat risico van het lekken van vertrouwelijke informatie. Wanneer een bedrijf een activiteit uitbesteed zal er informatie overgedragen moeten worden welke in sommige situaties vertrouwelijk kan zijn. Er is dan ook geen garantie dat deze informatie niet uit lekt. - Een vijfde nadeel is de afhankelijkheid van de machtsbalans tussen de partijen. - Ook bestaat er het risico dat men essentiële strategische kennis kwijtraakt doordat de activiteit niet meer intern uitgevoerd wordt.
17
2.8 / Zakelijke evenementen Binnen dit onderzoek gaat het om de uitbestedingsintentie om zakelijke evenementen uit te besteden aan een evenementenbureau. Om hier een duidelijk beeld over te verkrijgen is het van belang dat het ook duidelijk is wat onder een zakelijk evenement verstaan wordt binnen dit onderzoek. Volgens Kaarsgaren (2009) is een evenement een georganiseerde activiteit, met een beginen eindtijd, die op een of meerdere locaties plaatsvindt. Bij een evenement komen de bezoekers specifiek voor de activiteiten. Het begrip 'evenementen' is erg breed en kan voor de duidelijkheid opgesplitst worden. Volgens Kaarsgaren (2009) is er een duidelijk verschil tussen zakelijke evenementen en evenementen ter vermaak, maar vooral het verschil tussen besloten evenementen en publieksevenementen. Besloten zakelijke evenementen (bedrijfsevenementen) zijn evenementen waarvoor een duidelijk afgebakende doelgroep individueel wordt uitgenodigd. Meestal betreft dit evenementen voor medewerkers, relaties, klanten of prospects. Onder publieksevenementen worden evenementen geschaard die doorgaans voor een groot publiek worden georganiseerd en vrij toegankelijk zijn, al dan niet tegen betaling. Binnen dit onderzoek wordt er onderzoek gedaan naar welke motieven invloed hebben op de uitbestedingsintentie voor zakelijke evenementen. Kaarsgaren heeft aangegeven dat zakelijke evenementen vallen onder de groep besloten evenementen. Volgens Damiaens (2008) is een zakelijk evenement een geënsceneerde en unieke bijeenkomst, gepland en georganiseerd die past in de bedrijfscommunicatie. Het is gericht op een groep mensen die op een of andere manier rechtstreeks in contact staan of kunnen staan met de onderneming. Ook stelt Damiaens (2008) dat een zakelijk evenement welomschreven doelstellingen heeft die zowel imago- als motivatie versterkend kunnen zijn, maar ook verkoopondersteunend. Volgens Damiaens wordt een zakelijk evenement dus met een bepaald doel georganiseerd, welke een onderneming denkt te behalen door middel van een evenement. Een andere definitie van zakelijke evenementen wordt gegeven door Wiegerink & Peelen (2010, p. 24): "Elk evenement dat interne en externe organisatiedoelstellingen dient op het gebied van corporate communicatie, training, marketing, incentives, medewerkersrelaties, klantrelaties. Op zichzelf staand of gepland in samenhang met andere evenementen.". De definities van Damiaens en Wiegerink & Peelen vullen elkaar aan. Ze stellen beiden dat een zakelijk evenement georganiseerd wordt om organisatiedoelstellingen te ondersteunen of behalen. In dit onderzoek wordt het begrip “zakelijke evenementen”, op basis van deze definities, gedefiniërd als: een geplande en unieke bijeenkomst, gericht op mensen die in in contact staan of kunnen staan met de onderneming, welke een doel heeft dat de onderneming wil behalen door middel van een zakelijk evenement.
18
2.9 / Profit-sector Doordat het binnen dit onderzoek draait om potentiële opdrachtgevers in de profit-sector is het van belang dat het begrip ‘profit-sector’ duidelijk is zodat er begrepen wordt wat met dit begrip bedoeld wordt in het verdere onderzoek. In het bedrijfsleven kan er een verschil gemaakt worden tussen de profit-sector en de nonprofit sector. Volgens Kapteyn (2001) zit het verschil tussen profit en non-profit niet in de manier waarop werkprocessen georganiseerd zijn, maar in de motieven om ze in stand te houden. In de profit-sector heeft het economische winstmotief de overhand. Bij bedrijven in de profit-sector is het uiteindelijke doel dat ze winst maken. In de non-profit sector zitten bedrijven die geen winst beogen en hier gaat het primair om ideële en maatschappelijke motieven, of zoals Salamon & Anheier (1997) stellen, publieke doeleinden. Volgens Salamon & Anheier wordt de non-profit sector ook wel de vrijwillige of derde sector genoemd. De profit-sector wordt in dit onderzoek dus gedefinieerd als: een sector waarin zich bedrijven bevinden welke primair een economisch winstmotief hebben in plaats van ideële en maatschappelijke motieven
2.10 / Potentiële opdrachtgevers Dundas Produkties Binnen dit onderzoek wordt er onderzoek gedaan naar welke motieven van invloed zijn op de uitbestedingsintentie van potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties in de profitsector in Nederland. Omdat Dundas Produkties op dit moment weinig opdrachtgevers heeft is het van belang dat nieuwe opdrachtgevers binnen gehaald worden. Door dit onderzoek hoopt Dundas Produkties er achter te komen welke motieven van invloed zijn op de uitbestedingsintentie van deze potentiële opdrachtgevers. Om hier een duidelijk beeld van te krijgen zal eerst duidelijk moeten worden wie deze potentiële opdrachtgevers zijn. De potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties is een grote groep. Deze zijn allemaal bedrijven die zakelijke evenementen organiseren om bepaalde organisatiedoelstellingen te ondersteunen of te behalen. Wel stelt Dundas Produkties dat de bedrijven waarop ze zich willen richten meer dan honderd werknemers moeten hebben. Wanneer dit niet zo is dan zijn de zakelijke evenementen vaak te klein en niet voldoende rendabel voor Dundas Produkties. De potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties zijn dus bedrijven welke zakelijke evenementen organiseren met organisatorische doeleinden. Deze bedrijven hebben meer dan honderd werknemers en zijn werkzaam in de profit-sector in Nederland. Deze bedrijven hebben dus een winstmotief.
19
Hoofdstuk 3 / ONDERZOEKSMETHODEN 3.1 / Onderzoeksopzet Met dit onderzoek zal een antwoord gegeven worden op de vraag: "Welke motieven zijn van invloed op de uitbestedingsintentie van zakelijke evenementen, van de potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland van Dundas Produkties?”. Nel Verhoeven (2010) geeft aan dat een vraagstelling die met ‘Welke’ begint, zal leiden tot een vergelijkend onderzoek. Er wordt namelijk gekeken naar de samenhang tussen twee factoren. In dit geval is dit de samenhang tussen motieven en uitbestedingintentie. Er wordt namelijk gekeken welke motieven van invloed op de uitbestedingsintentie zijn. Verhoeven (2010) geeft aan dat een enquête, een experiment en observatie en analyse van bestaand materiaal de beste onderzoeksmethoden zijn voor een vergelijkend onderzoek. Dit onderzoek zal dan ook een combinatie zijn van kwantitatief onderzoek en literatuuronderzoek. De onderzoeksmethode die gekozen is voor het kwantitatieve onderzoek is een enquête. Er is gekozen om alleen een enquête te doen om op deze manier een globaal beeld te krijgen van de motieven die van invloed zijn op de uitbestedingsintentie. Door middel van een enquête krijgt men namelijk een globaler beeld, omdat een groter deel van de doelgroep aangesproken wordt. Echter wordt er aangeraden om na afloop van dit onderzoek verder te gaan met kwalitatief onderzoek in de vorm van diepte-interviews om een diepgaander beeld te krijgen van de motieven die van invloed zijn op de uitbestedingsintentie. Dundas Produkties heeft aangegeven te willen weten welke motieven van invloed zijn op de uitbestedingsintentie, van zakelijke evenementen, van potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland. Door het beantwoorden van de deelvragen wordt er een antwoord gegeven op deze hoofdvraag. De bronnen die voor het literatuuronderzoek gebruikt zijn, zijn voornamelijk boeken die antwoord geven op de deelvragen. De eisen die gesteld worden aan deze bronnen zijn onder andere: geldigheid, actualiteit, accuraatheid, status, volledigheid en dekking.
20
3.2 / Meetinstrumenten Literatuuronderzoek Door middel van literatuuronderzoek zullen de deelvragen: “Wat zijn motieven?”, “Wat is uitbestedingsintentie?”, “Welk verband is er tussen motieven en intentie?”, “Wat zijn zakelijke evenementen?” en “Wat is de profit-sector?”, beantwoord worden. Ook zal de deelvraag: “Wat motiveert potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties om hun zakelijke evenement uit te besteden aan een evenementenbureau?” deels door literatuuronderzoek beantwoordt worden. Voor het uitvoeren van dit onderzoek is het belangrijk dat de juiste bronnen gekozen worden en dat het onderwerp bekend raakt door er veel over te lezen. Het is de bedoeling dat dit literatuuronderzoek een basis legt voor het onderzoek in de breedte en dat de enquête hier dieper op in zal gaan en het zal verfijnen. Tijdens het literatuuronderzoek zal er gebruik worden gemaakt van onder andere: Internet Via databases als Google Scholar, LexisNexis Newsportal, het CBS, het SCP, de online database van de Fontys mediatheek, Narcis en de HBO-Kennisbank zal er gezocht worden naar wetenschappelijke literatuur als artikelen, proefschriften, scripties, onderzoeksrapporten etc. Verder zullen websites die betrekking hebben op de evenementenbranche, zoals websites van vakbonden en nieuws websites over de evenementenbranche gebruikt worden. Boeken Boeken zullen ook een belangrijke rol spelen in dit onderzoek. Niet alleen boeken die betrekking hebben op het onderwerp, maar ook boeken die informatie weergeven over hoe men het beste onderzoek kan doen. Veldonderzoek Om het onderzoek te specificeren en diepgaande informatie te vergaren om te hoofdvraag goed te kunnen beantwoorden zal er ook gebruik gemaakt gaan worden van veldonderzoek. De deelvraag: “Wat motiveert potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland om hun zakelijke evenement uit te besteden aan een evenementenbureau?” zal door middel van zowel veldonderzoek, als deskresearch beantwoordt worden. De vorm van veldonderzoek die gebruikt wordt is: Enquête De enquête zal er voor zorgen dat informatie verkregen wordt over de potentiële opdrachtgevers. De enquête wordt dan ook gestuurd naar 101 potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties. Het is de bedoeling dat de enquête er voor zorgt dat er inzicht verkregen wordt over de motieven die potentiële opdrachtgevers hebben die invloed hebben op de uitbestedingsintentie. In de paragraaf 3.7 zal de enquête duidelijker besproken worden.
21
3.3 / Betrouwbaarheid Verhoeven (2011) stelt dat er tijdens een onderzoek toevallige fouten kunnen worden gemaakt. Zo kan informatie verkeerd geïnterpreteerd zijn of er kunnen onbetrouwbare bronnen gebruikt zijn. Dit soort toevallige fouten kunnen zo klein mogelijk gehouden worden door de informatie uitvoerig te bekijken, voldoende bronnen te gebruiken en deze kritisch te beoordelen. Een deel van dit onderzoek bestaat uit literatuuronderzoek waarbij er gebruik gemaakt zal worden van bestaande (semi)wetenschappelijke artikelen en boeken. Doordat er geen nietwetenschappelijke artikelen worden gebruikt,wordt de betrouwbaarheid verhoogd. Echter kunnen er altijd verkeerde aannames gedaan worden of verkeerde informatie verstrekt worden in de bronnen die gebruikt zijn. Hierdoor is het onderzoek dus niet volledig betrouwbaar. Het tweede deel van het onderzoek bestaat uit een enquête. Bij een enquête spelen er verschillende toevalsbronnen een rol. Dit kan de onderzochte persoon zijn. Een persoon kan namelijk een vragenlijst anders invullen wanneer hij een positieve gemoedstoestand heeft, dan wanneer hij een negatieve gemoedstoestand heeft. De omstandigheden kunnen ook een rol spelen. Dit bijvoorbeeld wanneer de ene persoon de enquête invult in een rumoerige ruimte, terwijl de andere persoon de enquête invult in een rustig kantoor. Aangezien er in dit onderzoek een digitale enquête verstuurd is, heeft dit onderzoek geen invloed gehad op de omstandigheden tijdens het invullen van de vragenlijst. Ook is de gemoedstoestand van de respondent niet beïnvloed. Hierdoor zijn de resultaten van de enquête minder betrouwbaar dan wanneer de enquête schriftelijk afgenomen zou zijn.
3.4 / Validiteit De validiteit van een onderzoek wordt bepaald door de mate waarin het onderzoek vrij is van systematische fouten, stelt Verhoeven (2011). In feite wordt er gekeken naar de echtheid, oftewel het waarheidsgehalte van het onderzoek. De twee belangrijkste vormen van validiteit zijn de geldigheid van het meetinstrument en die van de onderzoeksgroep. Tijdens de verschillende fasen van het onderzoek is steeds het doel van het onderzoek in gedachten gebleven. De methoden van het onderzoek zijn hier op aangepast. Externe validiteit is volgens Verhoeven (2011) ook wel populatievaliditeit. Met deze vorm van validiteit wordt de reikwijdte van het onderzoek bepaald. Externe validiteit is dan ook het meest van toepassing op dit onderzoek aangezien het voornamelijk bij kwantitatief onderzoek toegepast worden. In het kort verwijst de externe validiteit naar de mate waarin de resultaten van het onderzoek veralgemeenbaar zijn naar een bredere populatie. Dit heeft dit voornamelijk betrekking op de enquêteresultaten. Er zijn 101 bedrijven die de enquête ontvangen hebben, en 31 bedrijven die deze ingevuld hebben Er is dus een respons geweest van 30,7%. Echter is er een respons van een paar honderd enquêtes nodig om de antwoorden van de enquête veralgemeenbaar te maken en is de enquête dus niet helemaal valide. Er is gekozen om de enquête naar maar 101 bedrijven te sturen, omdat dit de bedrijven zijn die in de acquisitielijst staan van Dundas Produkties maar nog niet benaderd zijn. Dit zijn dus potentiële opdrachtgevers zoals gedefinieerd volgens Dundas Produkties. Doordat alleen deze bedrijven de enquête toegestuurd kregen kon goed gemeten worden wat er binnen deze bedrijven speelt en wat zij belangrijk vinden. Als resultaat kan specifiek ingespeeld worden op de resultaten van de enquête en is zo de kans groter om deze bedrijven binnen te halen als opdrachtgevers. 22
Het doel van het onderzoek is te achterhalen welke motieven potentiële opdrachtgevers, in de profit-sector in Nederland hebben om zakelijke evenementen uit te besteden aan een evenementenbureau. Doordat de methoden van dit onderzoek een combinatie waren van literatuuronderzoek en een enquête is gemeten wat beoogd werd te meten. De verschillende onderzoeksmethoden in dit onderzoek hebben elkaar aangevuld. Waar er met behulp van de ene methode een deelvraag niet volledig beantwoord kon worden, werd deze aangevuld door de andere methode. Er kan geconcludeerd worden dat de manier van onderzoek voldoet aan de eisen, en er conclusies getrokken kunnen worden waarna er aanbevelingen gedaan worden. Dit is niet het geval in elke afzonderlijke onderzoeksmethode, maar doordat de verschillende onderzoeksmethoden gecombineerd zijn wordt de validiteit wel verhoogd.
3.5 / Steekproef Dundas Produkties is een bedrijf dat al twaalf jaar lang gespecialiseerd is in het organiseren van zakelijke evenementen. Zoals in de probleemanalyse besproken heeft Dundas Produkties nooit moeite gehad met het verkrijgen van opdrachten. Sterker nog, opdrachtgevers kwamen naar het bedrijf toe zonder dat Dundas Produkties zelf aan acquisitie deed. Sinds het begin van de economische crisis is deze situatie veranderd en begint het bedrijf nu met hun acquisitie. Omdat Dundas Produkties vooral geïnteresseerd is in de motieven die van invloed zijn op de uitbestedingsintentie van de bedrijven die ze onlangs bereikt hebben met de acquisitie is dit ook de groep waaruit de steekproef bestaat. De steekproef is dus select en bestaat dus uit 101 bedrijven die Dundas Produkties bereikt heeft met het plegen van acquisitie.
3.6 / Populatie Verhoeven (2011) stelt dat onder de populatie alle 'eenheden'(personen, zaken, organisaties, enzovoort) verstaan worden waarover men in een onderzoek uitspraken wilt doen. De populatie waarop dit onderzoek zich richt zijn potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland. De grootte van deze populatie is moeilijk af te bakenen. In principe gaat het dus om alle bedrijven in de profit-sector die zakelijke evenementen organiseren en binnen de profit-sector vallen. De Kamer van Koophandel geeft op zijn website (www.kvk.nl) weer dat er in totaal 943.561 bedrijven economisch actief zijn in Nederland. Dit aantal omvat zowel de profit- als de non-profit sector. Wanneer er gekeken wordt naar alle bedrijven in Nederland die economisch actief zijn met uitzondering van stichtingen, welke non-profit zijn, is het aantal 892.479. Aangezien onder dit aantal ook andere evenementenbureaus, dus concurrenten, vallen moeten deze er nog af gehaald worden. Het aantal bedrijven in de profit-sector in Nederland met uitzondering van concurrenten is dan 892.267.
23
3.7 / Enquête Zoals eerder genoemd toets de enquête, verspreid onder potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties, of de informatie uit het theoretisch kader ook op dit onderzoek van toepassing is. Zoals de Theory of Planned Behavior van Ajzen (1991) aangeeft zijn attitudes (oftewel motieven) van invloed op de, in dit geval, uitbestedingsintentie welke leidt tot een bepaald gedrag. Het is de bedoeling om door middel van deze enquête een duidelijker beeld te krijgen over de motieven die leiden tot de uitbestedingsintentie. De enquête is verstuurd naar 101 potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties. Hiervoor is gekozen, omdat deze 101 bedrijven in de acquisitielijst van Dundas Produkties staan, maar nog niet benaderd zijn: ze zijn belangrijk voor Dundas Produkties. De enquête besstaat uit 18 vragen. Een deel bestaat uit vragen over demografische kenmerken van de respondenten. Dit zijn vragen naar de grootte van het bedrijf, de branche waarin het bedrijf werkzaam is, de manier waarop op dit moment zakelijke evenementen georganiseerd worden, het aantal zakelijke evenementen dat georganiseerd wordt en wat voor zakelijke evenementen georganiseerd worden. Deze vragen worden gesteld zodat er meer inzicht verkregen wordt over de respondenten en hoe hun bedrijf om gaat met zakelijke evenementen. Doordat deze informatie beschikbaar is, kan er bijvoorbeeld gekeken worden of er verschillen zijn tussen grotere en minder grote bedrijven, maar ook tussen bedrijven die een interne evenementenafdeling hebben en bedrijven zonder interne evenementenafdeling. Het grootste gedeelte van de enquête bestaat uit vragen die beantwoord worden op basis van een Likert-schaal. Deze schaal gaat van: “zeer onbelangrijk” naar “zeer belangrijk”. Hiervoor is gekozen omdat een Likert-schaal doorgaans een methode is om moeilijk te kwantificeren gegevens toch te kunnen ondervragen en wordt vaak toegepast om een regressieanalyse uit te kunnen voeren. In het theoretisch kader wordt met behulp van wetenschappelijke bronnen duidelijk dat er een aantal operationele en strategische motieven is voor uitbesteding. Volgens Lacity & Hirshheim (1993), Harris et al. (1998), Ernst & Young (1998), Elmuti et al. (1998), Alexander & Young (1996) en Dess et al. (1995) zijn de belangrijkste motieven voor uitbesteding: -
Operationele kosten verminderen Besparing op arbeid Flexibiliteit (oftewel, het bedrijf heeft het zelf te druk) Het niet hebben van de juiste middelen en kennis Sterkere focus op de kernactiviteiten Behoefte aan gespecialiseerde kennis
24
Ook is er een aantal nadelen aan uitbesteden, welke genoemd worden door Weele (2008), namelijk: -
Afhankelijkheid van leveranciers Bewaking en controle leveranciersrelatie Communicatie- en organisatieproblemen bij het overdragen van werkzaamheden naar een externe partij Risico van lekken van vertrouwelijke informatie Kwijtraken van strategische kennis
Door middel van de Likert-schalen zal er gekeken worden naar zowel de operationele als strategische motieven voor uitbesteding en de nadelen hiervan. Deze motieven worden in de enquête gemeten op basis van de Likert–schaal. Dit wordt gedaan om te kijken of de potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties hier hetzelfde over denken, maar ook wordt er gekeken of er nog aanvullende motieven zijn die invloed hebben op de uitbestedingsintentie. Ook wordt er een aantal open vragen gesteld, zoals welke voor- en nadelen er volgens potentiële opdrachtgevers zijn aan het uitbesteden van de organisatie van een zakelijk evenement. Op deze manier kan nogmaals gecontroleerd worden of de antwoorden die gegeven zijn bij de Likert-schalen ook gegeven worden wanneer er een open vraag gesteld wordt.
25
Hoofdstuk 4 /
ENQUÊTERESULTATEN
In dit hoofdstuk zal het veldonderzoek besproken worden.. Er is een enquête uitgestuurd naar 101 bedrijven die in de acquisitielijst staan van Dundas Produkties. In dit hoofdstuk zullen de belangrijkste resultaten van deze enquête besproken worden. Het totale overzicht van de resultaten van deze enquête staat in de bijlagen. De belangrijkste uitkomsten van deze enquête zijn een basis voor het beantwoorden van de deelvraag; “Welke motieven leiden tot uitbesteding van zakelijke evenementen aan een evenementenbureau?”. Deze deelvraag zal deels beantwoord worden door middel van de enquête, maar ook deels door het literatuuronderzoek dat verricht is. Uit de enquête zijn de volgende resultaten relevant om een duidelijk beeld te krijgen van de motieven van potentiële opdrachtgevers om uit te besteden. Deze resultaten zijn: - 30 van de 31 respondenten vinden de expertise en professionaliteit van een evenementenbureau een belangrijke tot zeer belangrijke reden om een zakelijk evenement uit te besteden aan een evenementenbureau. Ook zouden alle respondenten een evenementenbureau selecteren op de mate van professionaliteit en vinden alle respondenten professionaliteit een belangrijke tot zeer belangrijke eigenschap van een evenementenbureau. - Verder ziet de helft van de respondenten een evenementenbureau als een aanvulling op interne kennis. Ook wordt dit nogmaals bevestigd doordat er gevraagd is wat potentiële opdrachtgevers voordelen vinden van het uitbesteden van een evenement aan een evenementenbureau. Hier wordt door meerdere respondenten benoemd dat professionaliteit en het beschikken over meer kennis grote voordelen zijn. - De respondenten van de enquête zijn erg gericht op de kosten van het uitbesteden. Zo geeft meer dan een derde van de respondenten aan dat men uit zou besteden in verband met budgettaire redenen, oftewel wanneer er kosten bespaard worden. Ook geven 18 respondenten aan dat uitbesteden aan een evenementenbureau duur is. Bijna alle respondenten geven aan dat ze de prijs-kwaliteit verhouding belangrijk tot zeer belangrijk vinden. Dit wordt nogmaals bevestigd bij de open vragen die gericht zijn op de voor- en nadelen van uitbesteden. Respondenten geven namelijk aan dat een groot nadeel van het uitbesteden van zakelijke evenementen erg duur is. Hieruit kan dus afgeleid worden dat men uitbesteden duur vindt, maar er uitbesteedt wordt wanneer er een goede prijs-kwaliteit verhouding is. - Uit de enquêteresultaten komt naar voren dat bijna tweederde van de respondenten ‘gemak’ en ‘tijd besparen’ belangrijke tot zeer belangrijke redenen vindt om uit te besteden. Respondenten geven namelijk aan dat ze vaak zelf geen tijd hebben om een evenement te organiseren. - Uit de enquête komt naar voren dat 27 van de 31 respondenten het belangrijk tot zeer belangrijk vindt dat door een evenementenbureau ook eigen inbreng wordt gewaardeerd dus dat de potentiële opdrachtgever zelf ook nog inspraak heeft bij de organisatie van een zakelijk evenement. Ook vinden alle respondenten het belangrijk 26
-
tot zeer belangrijk dat een evenementenbureau toegewijd is. Dit slaat ook terug op de afhankelijkheid. Wanneer een potentiële opdrachtgever dus ziet dat een leverancier erg toegewijd is, zal deze de afhankelijkheid minder erg vinden. Wat ook terug komt in de open vraag over nadelen van uitbesteding, is dat een groot deel van de respondenten het problematisch vindt dat een evenementenbureau niet alles weet over de opdrachtgever en minder inzicht heeft in het merk en de boodschap die men over wil dragen. De enquêteresultaten laten zien dat alle respondenten het belangrijk tot zeer belangrijk vinden dat er goed gecommuniceerd kan worden met het bedrijf en vinden 29 van de 31 respondenten het belangrijk tot zeer belangrijk dat een evenementenbureau duidelijkheid verstrekt. Dit nadeel wordt ook door de open vraag over nadelen van uitbesteding aan een evenementenbureau bevestigd. Zo vinden veel potentiële opdrachtgevers het een struikelblok dat veel overleg nodig is voor afstemming en instructies.
Uit deze resultaten komt naar voren dat vijf van de acht motieven die een positieve invloed hebben op de uitbestedingsintentie bevestigd worden door de respondenten. Ook wordt duidelijk dat twee van de zes motieven die een negatieve invloed hebben op de uitbestedingsintentie bevestigd worden door de respondenten. Welke motieven dit zijn wordt toegelicht in hoofdstuk 5.
27
Hoofdstuk 5 / CONCLUSIE In dit hoofdstuk wordt een antwoord gegeven op de hoofdvraag van dit onderzoek: “Welke motieven zijn van invloed op de uitbestedingsintentie van potentiële opdrachtgevers van zakelijke evenementen in de profit-sector in Nederland van Dundas Produkties?”. In de voorgaande hoofdstukken zijn de deelvragen onderzocht en beantwoord. Door middel van deze antwoorden op de deelvragen kan de hoofdvraag van dit onderzoek beantwoordt worden. Volgens Lacity & Hirschheim (1993), Harris et al. (1998), Ernst & Yound (1998), Elmuti et al. (1998), Alexander & Young (1996) en Dess et al. (1995) zijn er acht motieven die invloed hebben op de uitbestedingsintentie, namelijk: -
Het verminderen van operationele kosten Besparing op arbeid Flexibiliteit (omdat het bedrijf het anders te druk heeft) Het niet hebben van de juiste middelen en kennis Sterkere focus op de kernactiviteiten Voordeel halen uit de investeringen en innovaties die leveranciers al hebben gedaan Financiële flexibiliteit Behoefte aan gespecialiseerde kennis
Met behulp van de enquête die is uitgevoerd tijdens dit onderzoek, is er gekeken of deze motieven ook gelden voor de potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties. Hieruit bleek dat een aantal motieven overeen komen, namelijk: -
Expertise en professionaliteit (oftewel, behoefte aan gespecialiseerde kennis) Aanvulling op interne kennis (oftewel, het niet hebben van de juiste middelen en kennis) Budgettaire motieven (oftewel, het verminderen van operationele kosten) Tijd besparen en gemak (hierbij horen twee motieven, namelijk, focussen op de kernactiviteiten en flexibiliteit)
De enquête toont aan dat vijf van de acht motieven die getoetst zijn bevestigd worden door de respondenten. Er kan dus gesteld worden dat deze motieven van invloed zijn op de uitbestedingsintentie van potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties in de profitsector in Nederland. Voordat er een advies gegeven kan worden over welke strategie Dundas Produkties het beste toe kan passen om te kunnen blijven bestaan is het ook van belang te onderzoeken
28
wat potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties juist niet motiveert om uit te besteden. Volgens Weele (2008) zijn er zes motieven om niet uit te besteden. Namelijk: -
Een toenemende afhankelijkheid van leveranciers De leveranciersrelatie moet bewaakt en gecontroleerd worden Communicatie- en organisatieproblemen kunnen ontstaan bij het overdragen van werkzaamheden Er bestaat risico van het lekken van vertrouwelijke informatie Afhankelijkheid van de machtsbalans tussen de partijen Men kan essentiële strategische kennis kwijtraken.
Door middel van de enquête is onderzocht of dit ook geldt voor de potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties. Ook een aantal van deze motieven die een negatieve invloed hebben op de uitbestedingintentie worden bevestigd door de respondenten van de enquête, namelijk: -
-
Een toenemende afhankelijkheid van leveranciers. Uit de enquête blijkt dat potentiële opdrachtgevers het belangrijk vinden dat een evenementenbureau toegewijd is en dat eigen inbreng mogelijk is zodat het uitbestedende bedrijf zelf ook nog wat macht in handen heeft. Ook geven respondenten aan dat ze het problematisch vinden dat een evenementenbureau niet alles weet over de opdrachtgever en minder inzicht heeft in het merk en de boodschap die men over wil dragen. Dit geeft allemaal aan dat men het niet fijn vindt om afhankelijk te zijn van een leverancier. Communicatie- en organisatieproblemen. Uit de enquête blijkt dat men een goede communicatie en duidelijkheid vanuit het evenementenbureau erg belangrijk vindt. Ze vinden het een struikelblok dat overal veel overleg voor nodig is om alles op elkaar af te stemmen en instructies te geven om communicatie- en organisatieproblemen te voorkomen.
Uit de enquête blijkt dus dat twee van de zes motieven om niet uit te besteden van belang zijn voor de potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties. De motieven, die positief van invloed zijn op de uitbestedingsintentie van potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties, zijn: -
Behoefte aan gespecialiseerde kennis Het niet hebben van de juiste middelen en kennis Het verminderen van de operationele kosten Focussen op de kernactiviteiten van het bedrijf Flexibiliteit 29
De motieven, die negatief van invloed zijn op de uitbestedingsintentie van potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties, zijn dus: -
Een toenemende afhankelijkheid van leveranciers Communicatie- en organisatieproblemen bij het overdragen van werkzaamheden
30
Hoofdstuk 6 / ADVIES In dit hoofdstuk worden aanbevelingen gedaan aan de hand van de resultaten verkregen uit het literatuuronderzoek en het veldonderzoek voor Dundas Produkties. Hiermee wordt antwoord gegeven op de hoofdvraag: “ Welke motieven zijn van invloed op de uitbestedingsintentie van potentiële opdrachtgevers van zakelijke evenementen in de profit-sector in Nederland van Dundas Produkties?” De belangrijkste aanbevelingen die voortkomen uit dit onderzoek zijn: - Dundas Produkties moet in de manieren waarop het bedrijf zich uit, inspelen op de positieve motieven, die van invloed zijn op de uitbestedingsintentie van potentiële opdrachtgevers, en deze benadrukken. - Dundas Produkties moet in de manieren waarop het bedrijf zich uit er voor zorgen dat negatieve motieven, die van invloed zijn op de uitbestedingsintentie van potentiële opdrachtgevers, weggenomen worden. - Dundas Produkties moet er voor zorgen dat het ze hun waarden en doelen afstellen op de motieven van de potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties hebben om uit te besteden zodat deze hier zo veel mogelijk op aan sluiten. - Dundas Produkties moet zichzelf, in zijn communicatie, meer profileren als merk, een strategie hebben en laten zien waar het bedrijf voor staat en gaat. - Het is aan te raden om dit onderzoek voort te zetten d.m.v. het doen van diepteinterviews met potentiële opdrachtgevers. Zoals aangegeven in hoofdstuk 5, de conclusie, zijn er vijf motieven die een positieve invloed hebben op de uitbestedingintentie van de potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties. Deze motieven zijn: -
De behoefte aan gespecialiseerde kennis Het niet hebben van de juiste middelen en kennis Het verminderen van operationele kosten Het focussen op de kernactiviteiten van het bedrijf Flexibiliteit
Dundas Produkties moet er voor zorgen dat ze goed inspelen op deze motieven om zo meer opdrachtgevers binnen te halen. Wanneer Dundas Produkties zijn communicatie zo afstemt dat potentiële opdrachtgevers gestimuleerd worden met deze motieven en deze benadrukt worden, zullen potentiële opdrachtgevers sneller overgaan tot het daadwerkelijk uitbesteden van de organisatie van een zakelijk evenement. Zoals aangegeven in hoofdstuk 5, de conclusie, zijn er twee motieven die een negatieve invloed hebben op de utibestedingsintentie van de potentiële opdrachtgevers van Dundas Produkties. Deze motieven zijn: -
Een toenemende afhankelijkheid van leveranciers Communicatie- en organisatieproblemen bij het overdragen van werkzaamheden
31
Zoals eerder in dit hoofdstuk aangegeven moet Dundas Produkties inspelen op de motieven die een positieve invloed hebben op de uitbestedingsintentie, maar het is ook van belang om in te spelen op de motieven die een negatieve invloed hebben. Dundas Produkties moet er voor zorgen dat zijn communicatie op deze motieven met een negatieve invloed wordt afgestemd en deze negatieve motieven weggenomen worden. Het is dus van belang dat Dundas Produkties goed deze motieven die een positieve, maar ook een negatieve, invloed hebben op de uitbestedingsintentie van potentiële opdrachtgevers tot zich neemt en zijn communicatie en handelen hier op afstelt. Wanneer de motieven die een positieve invloed hebben benadrukt worden en de motieven die een negatieve invloed hebben weg genomen worden zal de uitbestedingsintentie van potentiële opdrachtgevers groter worden waardoor deze sneller tot het daadwerkelijk uitbesteden zullen gaan. Het is dus van belang dat Dundas Produkties zijn strategie hier op aanpast. Dundas Produkties moet er voor zorgen dat de diensten die zij verlenen en de manier waarop ze te werk gaan aansluiten op de motieven die potentiële opdrachtgevers er toe zetten om een evenementenbureau in te schakelen. Op dit moment geeft Dundas Produkties nog niet echt in zijn communicatie weer wat de identiteit van het bedrijf is en wat zijn waarden en doelen zijn, het is dan ook belangrijk dat Dundas Produkties zijn waarden en doelen af stelt op de motieven die potentiële opdrachtgevers hebben om een zakelijk evenement uit te besteden. Dit moet vervolgens gecommuniceerd worden naar de potentiële opdrachtgevers. Wanneer duidelijk is wat de identiteit van Dundas Produkties is en wat zijn waarden en doelen zijn moet het bedrijf zichzelf, in zijn communicatie, meer profileren als een merk, een strategie hebben en duidelijk laten zien waar het bedrijf voor staat en gaat. Wanneer deze aansluiten bij de motieven om uit te besteden wordt de kans ook hiermee vergroot dat potentiële opdrachtgevers ook daadwerkelijk over gaan tot uitbesteden. Tot slot zou Dundas Produkties dit onderzoek voort kunnen zetten. Door middel van de enquêteresultaten en het literatuuronderzoek is er een goed beeld verkregen van de motieven die van invloed zijn op de uitbestedingsintentie van potentiële opdrachtgevers. Het kan waardevol zijn voor Dundas Produkties kunnen zijn om dieper op deze resultaten in te gaan door het houden van diepte-interviews met potentiële opdrachtgevers. Op deze manier kan er dieper in gegaan worden op deze motieven en een nog duidelijker beeld verkregen worden van de huidige resultaten.
32
Hoofdstuk 7 / CONCEPT In dit hoofdstuk zal eerst een duidelijk beeld geschetst worden van de organisatie, Dundas Produkties. Vanuit het beeld van de organisatie en bovenstaand onderzoek als basis, is een concept ontwikkeld welke beschreven wordt in dit hoofdstuk. Dit concept dient als advies voor Dundas Produkties en leidt tot een communicatiestrategie om het concept te implementeren en uiteindelijk doelstellingen te behalen.
7.1 / Dundas Produkties Dundas Produkties is een evenementenbureau en een creatie-productiehuis dat is gespecialiseerd in het produceren van entertainment op maat en eventmarketing voor zakelijke evenementen van elk formaat. Al twaalf jaar zorgt Dundas Produkties voor de perfecte mix tussen live communicatie en entertainment op elk zakelijk evenement waar ze er voor zorgen dat merkbeleving centraal staat. Missie De missie, dus het gene waar de organisatie voor staat, van Dundas Produkties is als volgt: “Wij geloven in concepten die groots zijn. Groots zijn betekent af en zeker niet altijd groot van omvang. Wij doen niet aan ingewikkelde theorieën en formules om ons doel te bereiken. We hanteren hier doorgaans vijf simpele richtlijnen voor: - De boodschap vormt het fundament waar entertainment op gecreëerd wordt en niet andersom. - Bedrijfsgerelateerd entertainment moet communicatief doordacht zijn. - Live wil zeggen; vanaf nu kunnen we niet meer terug. - Elk evenement is het resultaat van zijn voorbereiding. - Wow! Betekent “gescoord.” Visie De visie, dus het gene waar de organisatie voor gaat, de toekomstdroom, van Dundas Produkties is als volgt: “Wij willen dat Dundas Produkties gebrand wordt als kwaliteitsmerk voor evenementen/presentaties en campagnes.”. Kernwaarden De kernwaarden, dus de belangrijkste waarden binnen Dundas Produkties zijn: - Betrokkenheid - Professionaliteit - Kwaliteit - Flexibiliteit - Transparantie
33
Doelgroep Dundas Produkties heeft twee verschillende doelgroepen. De eerste doelgroep zijn evenementenbureaus, oftewel concurrenten, maar ook klanten. Omdat Dundas Produkties sterk is in het produceren van content voor evenementen waar communicatie en beleving een belangrijke rol spelen is Dundas Produkties één van de weinig bedrijven die organisatie, realisatie en creatie allemaal zelf doet. Dit is dan ook de reden dat andere evenementenbureaus Dundas Produkties vooral inhuren voor de productie en creatie van content. Binnen deze doelgroep vallen dus alle evenementenbureaus die zelf niet de middelen hebben voor de productie en creatie van deze content. De tweede doelgroep bestaat uit alle bedrijven in de profit-sector in Nederland, met meer dan honderd werknemers, die een evenement/ presentatie of campagne willen organiseren en hierbij de hulp van een evenementenbureau nodig hebben om het evenement te organiseren, de content te verzorgen of een interne evenementenafdeling aan te vullen.
7.2 / Dundas Produkties is... Omdat Dundas Produkties een klein bedrijf is, met weinig budget en het slecht gaat met de evenementenbranche, is ervoor gekozen om een eenvoudig, duidelijk en uitvoerbaar concept te schrijven dat gebaseerd is op dit onderzoek. Zoals aangegeven in hoofdstuk 7.1 wil Dundas Produkties zich gaan positioneren als een kwaliteitsmerk. Daarvoor zal Dundas Produkties eerst duidelijk en sterk gepositioneerd moeten worden. De kernwaarden van Dundas Produkties zijn: betrokkenheid, professionaliteit, kwaliteit, flexibiliteit en transparantie. Zoals blijkt uit bovenstaand onderzoek komt een deel van deze kernwaarden al overeen met de motieven welke van invloed zijn op de uitbestedingsintentie van potentiële opdrachtgevers om hun zakelijke evenement uit te besteden aan een evenementenbureau. Zo hechten potentiële opdrachtgevers veel waarde aan de professionaliteit en expertise van evenementenbureaus en vinden ze het belangrijk dat een bureau betrokken is. Ook vinden ze het belangrijk dat ze ermee de kosten kunnen drukken en zich kunnen focussen op de kernactiviteiten van een bedrijf. Vaak hebben ze ook niet de middelen en kennis om zelf een zakelijk evenement te organiseren of willen ze tijd besparen. Doordat Dundas Produkties niet van deze motieven op de hoogte was, werd dit ook nog niet via de website en andere uitingen volledig naar voren gebracht. Het is dus zake dat Dundas Produkties duidelijk maakt waar het bedrijf om draait en dat ze inspelen op deze motieven om potentiële opdrachtgevers daadwerkelijk binnen te halen. Op deze manier moet de aandacht getrokken worden van potentiële opdrachtgevers zodat deze gemotiveerd worden om hun zakelijke evenementen uit te besteden aan een evenementenbureau en wel aan Dundas Produkties. Dundas Produkties moet er dus voor zorgen dat het bedrijf alles heeft om ervoor te zorgen dat potentiële opdrachtgevers binnen gehaald worden. Het hele concept draait om hetgeen dat Dundas Produkties is. Dundas Produkties zal dus als een duidelijk merk weg gezet worden dat weet waar het voor staat en welk persoonlijk is. Dundas Produkties gaat zich positioneren rondom “the creative”, Jean Dundas, de directeur van Dundas Produkties. Jean Dundas heeft een uitgesproken visie op de diensten die Dundas Produkties levert en weet waar hij voor staat. Dit concept draait dan ook om Jean Dundas als boegbeeld van het merk Dundas Produkties. Het hele concept draait om de oneliner: “Dundas Produkties is…”. Deze oneliner wordt op allerlei verschillende manieren ingevuld. De manier waarop deze wordt ingevuld zal dan ook 34
gebaseerd zijn op de onderzoeksresultaten en zal de motieven, die potentiële opdrachtgevers hebben om een zakelijk evenement uit te besteden, bevatten. Voorbeelden hiervan zijn: “Dundas Produkties is... betrokkenheid” “Dundas Produkties is... naadloos aansluiten op uw bedrijf” “Dundas Produkties is... kosten besparen” Op deze manier wordt in alle communicatiemiddelen meteen duidelijk gemaakt waar Dundas Produkties voor staat, en wat potentiële opdrachtgevers kunnen verwachten.
7.3 / Visie Dundas Produkties is Jean. Jean is creatief, betrokken en professioneel. Hij levert kwaliteit en hecht veel waarde aan de communicatie op een evenement en de boodschap die over gebracht moet worden. Jean werkt nauw samen met opdrachtgevers en past zich aan om alles te zijn wat deze nodig hebben om hun doelen te bereiken.
7.4 / Communicatiedoelgroep De doelgroep van dit concept sluit aan op de onderzochte groep van dit onderzoek. Doordat Dundas Produkties weinig nieuwe opdrachtgevers binnen haalt is het van belang dat Dundas Produkties dit concept toe past om van potentiële opdrachtgevers ook daadwerkelijk opdrachtgevers te maken. De doelgroep van dit concept zullen dus alle potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland zijn. Onder potentiële opdrachtgevers wordt verstaan dat dit alle bedrijven zijn die zakelijke evenementen organiseren en georganiseerd willen hebben. Zoals toegelicht in hoofdstuk 3.3 vallen binnen de profit-sector alle bedrijven met een winstmotief. De doelgroep is dus: alle bedrijven in Nederland met een winstmotief welke zakelijke evenementen organiseren of georganiseerd willen hebben. Uit het social media onderzoek van Pondres (2012) blijkt dat 65,6% van Nederlandse ondernemingen actief is op social media. Dit is vooral om doelen te bereiken als PR en het verbeteren van het imago. De social media die het meest gebruikt worden zijn Twitter (81%), Facebook (78,6%) en Linked-In (74,9%). Dit concept kan ook toegepast worden op huidige en vroegere opdrachtgevers, maar op dit moment is het zake dat Dundas Produkties nieuwe opdrachtgevers werft dus zal dit de hoofddoelgroep zijn.
35
7.5 / Conceptdragers Website Dit concept wordt doorgevoerd in de website. De website zal draaien om “Dundas Produkties is... Jean”. Op de hele website wordt duidelijk gemaakt dat Dundas Produkties Jean is en waar Jean voor staat, wat hij kan en wat hij belangrijk vindt. Ook zullen de producten en diensten die Dundas Produkties aanbied op de website verschijnen onder de slogan “Dundas Produkties is…”. Dit kan bijvoorbeeld zijn: “Dundas Produkties is Lasershows”, “Dundas Produkties is muziek” en “Dundas Produkties is beeld”. Op dit moment is het zo dat de kwaliteiten en waarden van Dundas Produkties niet genoeg naar voren komen in de website. Dit moet dus veranderd worden. Dundas Produkties zal zich op zijn website sterk neer moeten zetten en strak en duidelijk moeten benoemen wat zij zijn, wat zij kunnen en waar zij waarden aan hechten welke aansluit op de belangrijkste motieven die potentiële opdrachtgevers hebben om een evenementenbureau in te schakelen. Zo vinden potentiële opdrachtgevers betrokkenheid belangrijk. Op de website staat dan wel dat Dundas Produkties 10 jaar bestaat, maar wil dit meteen zeggen dat ze dat professioneel zijn? Dundas Produkties zou bijvoorbeeld duidelijk op de homepage van de website kunnen zetten: “Dundas Produkties is... betrokken”. Op deze manier krijgen potentiële opdrachtgevers die de website bezoeken meteen een duidelijk beeld van het bedrijf en zien ze dat de doelen de zij hebben en de waarden die zij hechten aan een evenementenbureau overeen komen met die van Dundas Produkties. Doordat de website aansluit bij de motieven die potentiële opdrachtgevers hebben om een evenementenbureau in te schakelen zal dit de potentiële opdrachtgevers motiveren om Dundas Produkties in te schakelen voor hun zakelijke evenement. Referenties Een belangrijk onderdeel van de website zijn de referenties. Zoals ook blijkt uit de enquête, die in het belang van dit onderzoek is afgenomen, vindt de meerderheid van de potentiële opdrachtgevers “referenties” een belangrijk criterium om een evenementenbureau op te selecteren. Door het concept te combineren met het belevingsinstrument co-creatie kunnen er referenties gecreëerd worden die in lijn staan met dit concept. Zo worden huidige en vroegere opdrachtgevers gevraagd wat Dundas Produkties volgens hen is. Deze antwoorden komen op de website te staan onder “referenties”. Dit wil zeggen dat vorige opdrachtgevers de moeite hebben genomen om het stukje te schrijven en dus waarde hechten aan Dundas Produkties als evenementenbureau. Doordat dit persoonlijke berichten zijn zal dit vertrouwen opwekken bij potentiële opdrachtgevers die de website bezoeken. Bovendien worden de vroegere opdrachtgevers nogmaals benaderd en komen ze nogmaals in contact met Dundas Produkties. Doordat er gevraagd wordt wat Dundas Produkties volgens hun is haalt dit hoogst waarschijnlijk goede herinneringen op waardoor vroegere opdrachtgevers bij hun volgende zakelijke evenement Dundas Produkties weer in gedachten krijgen en overwegen om Dundas Produkties opnieuw in te schakelen.
36
Facebook Zoals iedereen weet wordt online communicatie steeds belangrijker waardoor het van belang is dat Dundas Produkties niet alleen hun website aanpast aan dit concept, maar dat er ook een Facebook pagina opgezet wordt en actief gebruikt wordt. Door middel van deze Facebook pagina zal ook het belevingsinstrument co-creatie in werking gezet worden. Zo kunnen bedrijven die bekend zijn met het bedrijf laten weten wat Dundas Produkties volgens hun is en wat het bedrijf voor hun betekent heeft. Op deze manier worden er nieuwe contacten gelegd, maar wordt er ook weer contact gelegd met vroegere opdrachtgevers. Dundas Produkties kan op deze manier zelf ook het concept uitdragen door dezelfde lijn te trekken op de Facebook pagina dan op de website. Kennismakingskaartjes Omdat de doelgroep van dit concept potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland is en Dundas Produkties bezig is met acquisitie zullen er kennismakingskaartjes gestuurd worden naar de bedrijven uit de acquisitielijst waar het eerste contact al mee is geweest. Deze bedrijven zijn al door Dundas Produkties gebeld om zich voor te stellen en er is een email verstuurd met meer informatie over het bedrijf en een verwijzing naar de website. Er mag er dan vanuit gegaan worden dat de potentiële opdrachtgever wat kennis een redelijke indruk heeft van het bedrijf. Vervolgens wordt er een email gestuurd naar deze potentiële opdrachtgever met een kaartje er in. Op dit kaartje staat: “Wij zijn Dundas Produkties. Wat kan Dundas Produkties zijn voor u?”. Op deze manier wordt er opnieuw contact gelegd met potentiële opdrachtgevers en zal Dundas Produkties een duidelijker beeld hebben van de potentiële opdrachtgever wanneer deze antwoord op het kaartje. Zo is de drempel lager voor potentiële opdrachtgevers om contact op te nemen met een evenementenbureau, omdat Dundas Produkties zelf al vraagt wat ze voor de potentiële opdrachtgever kunnen betekenen.
7.6 / Communicatiedoelstellingen -
Voor 1 januari is de website van Dundas Produkties zo aangepast dat het hele concept doorgevoerd wordt in de website.
-
Voor 1 februari zijn minstens 600 potentiële opdrachtgevers benaderd d.m.v. acquisitie en hebben een kennismakingskaartje ontvangen waarvan 20% deze heeft ingevuld en terug gestuurd.
-
Voor 1 februari is het aantal bezoekers van de website van Dundas Produkties per maand gestegen met 40%.
-
Voor 1 maart is het aantal opdrachtgevers van Dundas Produkties gestegen met 20%.
37
7.7 / Communicatiestrategie De communicatiestrategie die voortkomt uit dit concept is de positioneringstrategie. Het is namelijk de bedoeling dat Dundas Produkties een plaats gaat veroveren in de gedachten en in de beleving van de doelgroep. Doordat Dundas Produkties scherp gepositioneerd wordt en inspeelt op de motieven welke van invloed zijn op de uitbestedingsintentie, worden de potentiële opdrachtgevers gemotiveerd. Een sterk punt van deze strategie is dat het verhelderend en motiverend werkt, zowel voor Dundas Produkties zelf als voor de doelgroep, en een brug is tussen identiteit en imago. Er is gekozen voor transformationele positionering. Dit betekent dat de voordelen van Dundas Produkties worden gekoppeld met de waarden of levensstijl van potentiële opdrachtgevers. Door de communicatiemiddelen die gekozen zijn en het concept wordt Dundas Produkties sterk gepositioneerd op een manier die inspeelt op de resultaten van dit onderzoek. Hierdoor worden potentiële opdrachtgevers extra gemotiveerd om hun zakelijke evenement uit te besteden aan Dundas Produkties. Dit is een strategie die op lange termijn geïmplementeerd zal worden. Het is namelijk een verandering in de manier waarop Dundas Produkties zichzelf positioneert en het zal een onderdeel van het bedrijf worden. Wanneer dit alleen voor de korte termijn zou gebeuren, zou Dundas Produkties zijn geloofwaardigheid verliezen. Doordat dit concept en de positionering gebaseerd is op dit onderzoek, dus de motieven die potentiële opdrachtgevers hebben om een zakelijk evenement uit te besteden aan een evenementenbureau, is het belangrijk dat er gecommuniceerd wordt met de doelgroep. Op deze manier blijft Dundas Produkties op de hoogte van ontwikkelingen binnen de motieven van de doelgroep en is de communicatie persoonlijker.
38
Hoofdstuk 8 / REFLECTIE In dit hoofdstuk zal het onderzoek kritisch besproken worden. Verder zal besproken worden welke competenties ik wilde behalen tijdens mijn stage, welke ik daadwerkelijk heb gehaald, hoe ik deze competenties behaald heb en zal mijn persoonlijke ontwikkeling tijdens deze stage besproken worden.
8.1 / Competenties Tijdens mijn afstudeerstage wilde ik aan de volgende competenties op niveau 3 werken: Analyseren en onderzoeken Bepalen van onderzoeksdoelstellingen en vraagstellingen. Initiëren, begeleiden, uitvoeren en interpreteren van analyses en (toegepaste) onderzoeken. Volgen en interpreteren van informatiestromen. Interpreteren en evalueren van informatie op strategisch niveau. Op basis van analyse en onderzoek adviseren over beleid (als gesprekspartner op strategisch niveau). Beschrijven van mogelijke toekomstige ontwikkelingen en scenario’s. Gegevens van (inter)nationale onderzoeken analyseren, die op hun waarde beoordelen, daarbij hoofd- en bijzaken onderscheiden en daaraan conclusies verbinden. Rapporteren in Engels. Ontwikkelen en adviseren over communicatiebeleid Onderzoeksresultaten kunnen hanteren als input voor strategievorming. Adviseren over strategie en beleid aan het management. Vertalen van organisatiebeleid in communicatiebeleid. Een concept, merk, en/of een organisatie positioneren. Creëren en realiseren Ontwikkelen en toepassen van persoonlijke creatieve identiteit. Individueel creatieve ideeën kunnen ombuigen naar een concept voor de belevingsindustrie. Zichzelf creatief kunnen uiten in zowel schrijftaal, gesproken woord als in beeldtaal. Creatieve concepten kunnen ontwikkelen, vertalen naar onderscheidende en/of innovatieve middelen en media. Doel- en doelgroepgericht kunnen denken en handelen.
39
8.2 / Behaalde competenties Analyseren en onderzoeken De competentie analyseren en onderzoeken heb ik behaald door het schrijven van mijn scriptie. Ik heb geleerd om onderzoeksdoelstellingen en vraagstellingen te bepalen en deze vraagstellingen te onderzoeken door bestaande onderzoeken en eigen onderzoek te analyseren, onderzoeken, waarderen, interpreteren en evalueren. Ook heb ik geleerd om conclusies te schrijven uit het onderzoek dat ik gedaan heb en op basis hiervan advies te geven aan Dundas Produkties. Ontwikkelen en adviseren over communicatiebeleid Ik heb mijn onderzoekresultaten en het organisatie gebruikt als input voor het communicatiebeleid dat volgt aan het ontwikkelde concept. Zo heb ik een communicatiestrategie gevormd waarin geadviseerd wordt op welke manier Dundas Produkties de communicatiedoelstellingen kan behalen. Ook is er duidelijk gemaakt hoe het concept gepositioneerd moet worden. Creëren en realiseren Deze competentie heb ik behaald door het ontwikkelen van het concept voor Dundas Produkties en dit in schrijftaal, spreektaal en beeldtaal uit te drukken. Ook heb ik het concept vertaald naar middelen en media gebaseerd op de doelgroep.
8.3 / Persoonlijke ontwikkeling Tijdens mijn stage heb ik vooral als doel gehad om meer kennis te krijgen over hoe je onderzoek doet en een onderzoeksrapport schrijft. Vanuit de opleiding was ik bijna niet voorbereid op het doen van onderzoek dus wist ik niet goed waar ik aan begon. Tijdens mijn stage is het dus vallen en op staan geweest met het doen van onderzoek en het schrijven van mijn onderzoeksrapport. Nadat mijn rapport tweemaal is afgekeurd heb ik meer en meer geleerd over het schrijven van een onderzoeksrapport en dankzij de goede begeleiding van Sabina Meiling en boeken over onderzoek doen heb ik grote sprongen gemaakt in de kennis die ik had hierover. Nu weet ik hoe ik onderzoek moet doen en een onderzoeksrapport moet schrijven. Een ander doel tijdens mijn stage was om meer op mezelf te vertrouwen. Ik ben iemand die snel aan zichzelf twijfelt en bang is dat het niet goed is wat ik doe. Hier heb ik tijdens mijn stage aan kunnen werken aangezien ik door het bedrijf los gelaten werd en dus op mezelf moest vertrouwen om de goede beslissingen te maken en hier ook achter te staan. Verder heb ik geleerd om door te zetten wanneer iets niet lukt. Een ander leerpunt was een persoonlijke situatie die op dit moment mijn leven erg beïnvloed. Ik heb geleerd om toch door te gaan en persoonlijke problemen en werk te scheiden.
40
8.4 / Onderzoek Het onderzoek is moeilijk begonnen doordat er moeilijkheden waren met het vinden van een vraagstelling waar zowel het bedrijf, de onderzoeker en de opleiding achter stond. Uiteindelijk is hier een vraagstelling uit gekomen waar iedereen tevreden mee is. Over het verdere verloop van het onderzoek en het onderzoek zelf ben ik erg tevreden. Mede door de begeleiding vanuit de opleiding en de medewerking van Dundas Produkties ben ik tot een resultaat gekomen waar ik zelf erg tevreden over ben.
41
Hoofdstuk 9 / LITERATUURLIJST Ajzen, I. (1991) The theory of Planned Behavior. Organizational, Behavior and Human Decision Processes, 50, 179-211. Alexander, M. & Young, D. (1996a) Outsourcing: where’s the value? Long Range Planning, 29 (5): 728-730. Alexander, M. & Young, D. (1996b) Strategic outsourcing. Long Range Planning, 29 (1): 116119. Bragg, S. (1998) Outsourcing: a guide to selecting the correct business unit, negotiating the contract, maintaining control of the process. New York: John Wiley & Sons. Brakenhoff, J. en Homminga, S. (1995) Ontwikkelingspsychologie voor het onderwijs. Wolters-Noordhoff. Groningen Damiaens, E. (2008) Evenementen organiseren. Garant Uitgevers. Apeldoorn. Dess, G. G., Rasheed, A. A., McLaughlin, K. J. & Priem, R.L. (1995) The new corporate architecture. Academy of Management Executive, 9 (3): 7-18. Elfring, T. & Baven, B. (1994) Outsourcing technical services: stages of development. Long Range Planning, 27 (5): 42-51. Ellram, L. & Billington, C. (2001) Purchasing leverage considerations in the outsourcing decision. European Journal of Purchasing and Supply Management, 17 (1): 15-27. Elmuti, D., Kathawala, Y. & Monippallil, M. (1998) Outsourcing to gain a competitive advantage. Industrial Management, 40 (3): 20-24. Gilley, K. M. & Rasheed, A. A. (2000) Making more by doing less: an analysis of outsourcing and its effects on firm performance. Journal of Management, 26 (4): 763-790. Gilley, K. M., McGee, J. E. & Rasheed, A. A. (2004a) Perceived environmental dynamism and managerial risk aversion as antecedents of manufacturing outsourcing: the moderating effects of firm maturity. Journal of Small Business Management, 42 (2): 117-133. Gilley, K. M., Greer, C. R. & Rasheed, A. A. (2004b) Human resource outsourcing and organizational performance in manufacturing firms. Journal of Business Research, 57 (3): 232-240. Greer, C. R., Youngblood, S. A. & Gray, D. A. (1999) Human resource management outsourcing: the make or buy decision. Academy of Management Executive, 13 (3): 85-96.
42
Greer, C. R. (2001) Strategy and human resources: a general managerial approach. Upper Saddle River (NJ): Prentice-Hall. Halman, J., Vinke, R., Weggeman, M., Wijnberg, H. (1997) Motiveren van medewerkers. Kluwer bedrijfsinformatie. Deventer. Harkins, P. J., Brown, S. M. & Sullivan, R. (1995) Shining new light on a growing trend. HR Magazine, 40 (12): 75-79. Harris, A., Giunipero, L. C. & Hult, G. T. M. (1998) Impact of organizational and contract flexibility on outsourcing contracts. Industrial Marketing Management, 27 (5): 373-384. Hiemstra, G. (1991) Inzicht in uitbesteding. Van Gorcum. Assen. Jansz, J. (1996). Constructed motives. Theory and Psychology, 63, 471-484. Johnson, M. (1997) Outsourcing in brief. Oxford: Butterworth-Heinemann. Kaarsgaren, L., (2009) Evenementensupport. Kluwer. Deventer. Kapteyn, B. (2001)Organisatietheorie voor non-profit. Bohn Stafleu Van Loghum. Houten. Lacity, M. & Hirschheim, R. (1993) Information Systems Outsourcing. New York: John Wiley & Sons. Mills, C.W. (1940). Situated actions and vocabularies of motive. American Sociological Review, 5, 904913.
NIDAP. (2012) Business events onderzoek. Verkregen http://www.nidap.com/2012/06/08/business-events-onderzoek/.
op
05-02-2013.
Pondres. (2012) Social Media Onderzoek 2012. Verkregen op 04-06-2013. http://www.chrishudepohl.nl/2012/03/social-media-gebruik-onder-de-bedrijven/ Respons. (n.d.) Evenementen Monitor Online. Verkregen op http://www.respons.nl/monitoren-online-databases/evenementen-monitoronline/evenementen-monitor-online-mol
31-09-2013.
Salamon, L., Anheier, H. (1997) Defining the nonprofit sector. Manchester University Press. Manchester. Trends in uitbesteding (1998). Moret Ernst & Young, ISBN 90-75498-21-7. Verhoeven, N. (2011) Wat is onderzoek? Boom Lemma Uitgevers. Den Haag. Weele, A. (2008) Inkoop in strategisch perspectief. Kluwer. Deventer. Wiegerink, K., Peelen, E. (2010) Eventmarketing. Pearson Benelux B.V. Amsterdam. 43
Zee, H. (1997) Succesvol outsourscen in Nederland. Nolan Norton Institute. ISBN 90-7169480-1.
44
Hoofdstuk 10 / BIJLAGEN 10.1 / Enquête Onderzoek naar motieven voor het inschakelen van een evenementenbureau Hallo, Mijn naam is Renée Houwen. Momenteel ben ik af aan het studeren aan de opleiding Communicatie op het gebied van Event, Music en Entertainment. Voor mijn afstudeerscriptie doe ik onderzoek naar de motieven van potentiële opdrachtgevers van een evenementenbureau om een evenementenbureau in te schakelen. De gegevens van deze enquête worden slechts gebruikt voor dit onderzoek, zullen anoniem blijven en zorgvuldig behandeld worden. De vragenlijst bestaat uit 18 vragen. Deze vragen zullen ongeveer 8 minuten van uw tijd in beslag nemen. Alvast hartelijk bedankt voor uw deelname! 1. Organiseert uw bedrijf vaker zakelijke evenementen? Dit kunnen bijvoorbeeld presentaties, congressen, jubilea of personeelsfeesten zijn.
2. Wat voor soort zakelijke evenementen zijn van toepassing op uw bedrijf? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. Wanneer uw bedrijf geen zakelijke evenementen organiseert, vul dan het vakje ‘N.v.t.’ in.
45
3. Hoe organiseert u tot nu toe uw zakelijke evenementen? Wanneer uw bedrijf geen zakelijke evenementen organiseert, vul dan het vakje ‘N.v.t.’ in.
4. Wanneer u externe evenementenbureaus inhuurt, zijn dit altijd vaste bureaus waarmee u samenwerkt? Wanneer uw bedrijf geen zakelijke evenementen organiseert, vul dan het vakje ‘N.v.t.’ in.
5. Hoeveel zakelijke evenementen organiseert uw bedrijf gemiddeld per jaar?
6. Hoe belangrijk vindt u het behalen van de onderstaande doelen door het organiseren van een zakelijk evenement?
46
7. Hoe belangrijk vindt u onderstaande criteria waarop u een evenementenbureau zou selecteren?
8. Hoe belangrijk vindt u de onderstaande redenen om een zakelijk evenement uit te besteden aan een evenementenbureau?
47
9. Welke associaties roept een evenementenbureau bij u op? Kies drie associaties die volgens u het belangrijkste zijn.
10. Hoe belangrijk vindt u onderstaande eigenschappen van een evenementenbureau?
48
11. Hoe belangrijk vindt u onderstaande aspecten van een zakelijk evenement?
49
12. Welk gevoel denkt u dat de doelgroep, die een evenement van u bezoekt, heeft? Kies maximaal drie antwoorden die volgens u het belangrijkst zijn.
50
13. Welk gevoel wilt u dat een zakelijk evenement, dat door uw bedrijf georganiseerd is, uw doelgroep geeft? Kies maximaal drie antwoorden die volgens u het belangrijkst zijn.
14. Hoeveel werknemers heeft uw bedrijf?
15. In welke branche is uw bedrijf werkzaam?
51
16. Welke voordelen heeft, volgens u, het inzetten van een evenementenbureau voor het organiseren van uw zakelijke evenement?
17. Welke nadelen heeft, volgens u, het inzetten van een evenementenbureau voor het organiseren van uw zakelijke evenement?
18. In hoeverre is uw evenementenbudget gedaald sinds het begin van de economische crisis?
Heeft nu nog opmerkingen over deze enquête, of verdere toevoegingen op de gestelde vragen, kunt u deze hier beneden noteren.
52
10.2 / Uitwerkingen enquêteresultaten In deze paragraaf worden de resultaten van de enquête weergegeven. De aantallen in de tabellen geven het aantal respondenten weer dat voor het betreffende antwoord gekozen heeft. 10.2.1 Organiseert uw bedrijf vaker zakelijke evenementen?
Figuur 3: Organiseren potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland zakelijke evenementen? 10.2.2 Wat voor soort zakelijke evenementen zijn van toepassing op uw bedrijf?
Figuur 4: Welke zakelijke evenementen van toepassing zijn op potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland.
53
10.2.3 Hoe organiseert u tot nu toe uw zakelijke evenementen?
Figuur 5: De manier waarop potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland hun zakelijke evenementen organiseren. 10.2.4 Wanneer u externe evenementenbureaus inhuurt, zijn dit altijd vaste bureaus waarmee u samenwerkt?
Figuur 6: Hoeveel potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland met een vast evenementenbureau samenwerken.
54
10.2.5 Hoeveel zakelijke evenementen organiseert uw bedrijf gemiddeld per jaar?
Figuur 7: Het gemiddelde aantal zakelijke evenementen dat potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland organiseren per jaar. 10.2.6 Hoe belangrijk vindt u het behalen van onderstaande doelen door het organiseren van een zakelijk evenement?
Figuur 8: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland het verhogen van de omzet vinden door het organiseren van een zakelijk evenement.
Figuur 9: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland het belonen van medewerkers vinden door het organiseren van een zakelijk evenement.
55
Figuur 10: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland het creëren van goodwill vinden door het organiseren van een zakelijk evenement.
Figuur 11: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland het vinden om een boodschap over te brengen door het organiseren van een zakelijk evenement.
Figuur 12: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland het vinden om teamgevoel te creëren onder medewerkers door het organiseren van een zakelijk evenement.
56
Figuur 13: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland het vinden om hun imago te verbeteren of veranderen door het organiseren van een zakelijk evenement.
Figuur 14: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland het vinden om een goede relatie te creëren en in stand te houden met klanten door het organiseren van een zakelijk evenement.
Figuur 15: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland het vinden om een (merk)beleving te creëren door het organiseren van een zakelijk evenement.
57
Figuur 16: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland het vinden om te netwerken door het organiseren van een zakelijk evenement.
Figuur 17: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland het vinden om kennis over te dragen door het organiseren van een zakelijk evenement.
58
Figuur 18: Overzicht van welke doelen potentiële opdrachtgevers in de profit-sector het belangrijkst vinden om te behalen door het organiseren van een zakelijk evenement.
10.2.6 Hoe belangrijk vindt u onderstaande criteria waarop u een evenementenbureau zou selecteren?
Figuur 19: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland de professionaliteit van een evenementenbureau vinden.
59
Figuur 20: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland het aantal medewerkers van een evenementenbureau vinden.
Figuur 21: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland referenties van een evenementenbureau vinden.
Figuur 22: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland de website van een evenementenbureau vinden.
60
Figuur 23: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland de creativiteit van een evenementenbureau vinden.
Figuur 24: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland de zelfstandigheid van een evenementenbureau vinden.
Figuur 25: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland de manier van communiceren met een evenementenbureau vinden.
61
Figuur 26: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland de locatie van een evenementenbureau vinden.
Figuur 27: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland het vinden dat eigen inbreng ook gewaardeerd wordt door een evenementenbureau.
Figuur 28: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland de naamsbekendheid van een evenementenbureau vinden.
62
Figuur 29: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland de klantgerichtheid van een evenementenbureau vinden.
Figuur 30: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland het vinden dat een evenementenbureau het bedrijf aan vult.
Figuur 31: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland de prijs/kwaliteit verhouding van een evenementenbureau vinden.
63
Figuur 32: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland ervaringen met een evenementenbureau uit het verleden vinden.
Figuur 33: Overzicht van welke criteria potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland het belangrijkst vinden om een evenementenbureau op te selecteren.
64
10.2.7Hoe belangrijk vindt u de onderstaande redenen om een zakelijk evenement uit te besteden aan een evenementenbureau?
Figuur 34: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland gemak een reden vinden om een zakelijk evenement uit te besteden aan een evenementenbureau.
Figuur 35: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland budgettaire redenen een reden vinden om een zakelijk evenement uit te besteden aan een evenementenbureau.
Figuur 36: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland het besparen van tijd een reden vinden om een zakelijk evenement uit te besteden aan een evenementenbureau.
65
Figuur 37: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland de expertise/professionaliteit van een evenementenbureau een reden vinden om een zakelijk evenement uit te besteden aan een evenementenbureau.
Figuur 38: Overzicht van welke redenen potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland het belangrijkst vinden om een zakelijk evenement uit te besteden aan een evenementenbureau.
66
10.2.8 Welke associaties roept een evenementenbureau bij u op?
Figuur 39: Overzicht van welke associaties potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland leggen bij een evenementenbureau. 10.2.9 Hoe belangrijk vindt u onderstaande eigenschappen van een evenementenbureau?
Figuur 40: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland betrouwbaarheid vinden als eigenschap van een evenementenbureau.
67
Figuur 41: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland integriteit vinden als eigenschap van een evenementenbureau.
Figuur 42: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland verantwoordelijkheid vinden als eigenschap van een evenementenbureau.
Figuur 43: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland eerlijkheid vinden als eigenschap van een evenementenbureau.
68
Figuur 44: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland onafhankelijkheid vinden als eigenschap van een evenementenbureau.
Figuur 45: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland duurzaamheid vinden als eigenschap van een evenementenbureau.
Figuur 46: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland standvastigheid vinden als eigenschap van een evenementenbureau.
69
Figuur 47: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland betrokkenheid vinden als eigenschap van een evenementenbureau.
Figuur 48: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland verbondenheid vinden als eigenschap van een evenementenbureau.
Figuur 49: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland vrijheid als eigenschap van een evenementenbureau.
70
Figuur 50: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland gelijkheid vinden als eigenschap van een evenementenbureau.
Figuur 51: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland orde vinden als eigenschap van een evenementenbureau.
Figuur 52: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland begrip vinden als eigenschap van een evenementenbureau.
71
Figuur 53: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland professionaliteit vinden als eigenschap van een evenementenbureau.
Figuur 54: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland toewijding vinden als eigenschap van een evenementenbureau.
Figuur 55: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland snelheid vinden als eigenschap van een evenementenbureau.
72
Figuur 56: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland duidelijkheid vinden als eigenschap van een evenementenbureau.
Figuur 57: Overzicht van welke eigenschappen potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland het belangrijkst vinden.
73
10.2.10 Hoe belangrijk vindt u onderstaande aspecten van een zakelijk evenement?
Figuur 58: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland de locatie van een zakelijk evenement vinden.
Figuur 59: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland creativiteit op een zakelijk evenement vinden.
Figuur 60: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland communicatie op een zakelijk evenement vinden.
74
Figuur 61: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland het overbrengen van een boodschap op een zakelijk evenement vinden.
Figuur 62: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland de aankleding en sfeer op een zakelijk evenement vinden.
Figuur 63: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland de entertainment op een zakelijk evenement vinden.
75
Figuur 64: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland samenzijn en interactie op een zakelijk evenement vinden.
Figuur 65: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland kennisoverdracht op een zakelijk evenement vinden.
Figuur 66: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland het programma van de avond op een zakelijk evenement vinden.
76
Figuur 67: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland sprekers op een zakelijk evenement vinden.
Figuur 68: Hoe belangrijk potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland de catering op een zakelijk evenement vinden.
77
Figuur 69: Overzicht van welke aspecten van een zakelijk evenement potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland het belangrijkst vinden.
78
10.2.11 Welk gevoel denkt u dat de doelgroep, die een evenement van u bezoekt, heeft?
Figuur 70: Overzicht van het gevoel dat potentiële opdrachtgevers, in de profit-sector in Nederland, denken dat de doelgroep, dat hun evenement bezoekt, heeft.
79
10.2.12 Welk gevoel wilt u dat een zakelijk evenement, dat door uw bedrijf georganiseerd is, uw doelgroep geeft?
Figuur 71: Overzicht van het gevoel dat potentiële opdrachtgevers, in de profit-sector in Nederland, willen dat hun zakelijk evenement de doelgroep geeft.
10.2.12 Hoeveel werknemers heeft uw bedrijf?
Figuur 72: Overzicht van het aantal werknemers van de respondenten.
80
10.2.13 In welke branche is uw bedrijf werkzaam? De branches waarin de respondenten werkzaam zijn, zijn erg uiteenlopend. De branche waar de meeste respondenten werkzaam in zijn is de financiële dienstverlening. Daarna volgen software en ICT en de zakelijke dienstverlening. Verder zijn de respondenten werkzaam in de zorg, bouw, techniek, accountancy, reclame, communicatie, juridische dienstverlening, logistiek, non-profit en autobranche. 10.2.14 Welke voordelen heeft, volgens u, het inzetten van een evenementenbureau voor het organiseren van uw zakelijke evenement? Een voordeel dat een groot deel van de ondervraagde potentiële opdrachtgevers noemde is de professionaliteit van een evenementenbureau. Andere voordelen die meerdere respondenten noemen zijn het besparen van tijd en het feit dat evenementenbureaus meer kennis hebben. Ook vindt 19% dat een evenementenbureau vaak voor nieuwe ideeën zorgt. 10.2.15 Welke nadelen heeft, volgens u, het inzetten van een evenementenbureau voor het organiseren van uw zakelijke evenement? Het grootste nadeel, vindt het merendeel van de respondenten (61%), is de kosten van een evenementenbureau. Ook is het een struikelblok voor veel potentiële opdrachtgevers dat een evenementenbureau niet alles over de opdrachtgever weet en minder inzicht heeft in het merk en de boodschap die overgedragen wil worden. Een nadeel dat hieruit voort komt is dat potentiële opdrachtgevers het problematisch vinden dat overal veel overleg voor nodig om alles op elkaar af te stemmen en instructies te geven.
81
10.2.16 In hoeverre is uw evenementenbudget gedaald sinds het begin van de economische crisis?
Figuur 73: Overzicht van de mate van budgetdaling, van potentiële opdrachtgevers in de profit-sector in Nederland, voor evenementen sinds het begin van de economische crisis.
82
10.3 / Voorbeelden communicatiemiddelen concept
Figuur 74: Voorbeeld van het kennismakingskaartje dat naar potentiële opdrachtgevers wordt gestuurd als vervolg van de acquisitie.
83
Figuur 75: Voorbeeld van een nieuwe lay-out van de website.
84
Figuur 76: Voorbeeld van een nieuwe lay-out van de website.
85
Figuur 77: Voorbeeld nieuwe Facebook pagina Dundas Produkties.
86
